Tag: actieplan 2016

  • Waar blijven die acties en dat actieplan?

    Waar blijven die acties en dat actieplan?

    Foto: PPICS
    Foto: PPICS

     

    Edito door Geert Cool uit maandblad ‘de Linkse Socialist’

    Eind oktober zaten de vakbondsleiders samen om te spreken over een nieuw actieplan. Er was een voorstel om in december regionale stakingen te houden en midden januari een nieuwe nationale algemene staking. Dat voorstel haalde het niet. Nochtans ontbreekt het niet aan ongenoegen en redenen om te protesteren. De rechtse regering stopt niet na de indexsprong, hogere pensioenleeftijd, de eerste aanvallen op de openbare diensten, de hogere taksen, … ‘Werkbaar werk’ werd een synoniem voor flexibel werken tot je erbij neervalt. En de volgende ronde aanvallen op de lonen wordt al voorbereid. Tussendoor wordt het stakingsrecht afgebouwd. Als er hier niet tegen geprotesteerd wordt, wanneer dan wel?

    Het potentieel voor acties blijft erg groot. Dat zagen we nog op de nationale vakbondsbetoging van 29 september die eens te meer groter dan verwacht was en dit ondanks het afblazen van de staking van 7 oktober. Ook hierna waren er acties. De militairen betoogden op 15 november met ongeveer 10.000 door Brussel! Een jaar na de aanslagen in Parijs, waarna de Belgische regering de soldaten overal in het land zichtbaar op straat bracht, werden de militairen bedankt voor bewezen diensten: hun pensioenleeftijd gaat de komende jaren van 56 naar 63 jaar. Zijn er buiten de managers eigenlijk nog werkenden die niet aangevallen worden door de rechtse regering?

    Het is opmerkelijk dat de soldaten als eersten in actie kwamen na het sluiten van de nieuwe begroting, terwijl ook bijvoorbeeld het rijdend treinpersoneel een verhoging van de pensioenleeftijd te slikken kreeg. Misschien denken de vakbondsleiders dat de agressieve antistakingsretoriek van de gevestigde politici en hun media de publieke opinie bepaalt. Door te wijzen op het algemene ongenoegen onder alle werkenden, kan dit nochtans makkelijk doorprikt worden. Maar dan moet er wel een ernstig actieplan zijn zodat we het publieke debat niet aan rechts overlaten. Misschien denken die vakbondsleiders dat de acties niets uithalen omdat de regering toch niet luistert. Maar wat hadden ze dan gedacht? Dat een Thatcheriaanse regering terug zou keren naar een overlegmodel? De rechtse confrontatiepolitiek beantwoorden met illusies in de mogelijkheid van overleg leidt tot nederlagen. De rechtse regering heeft bloed geroken en wil steeds meer. Enkel hard verzet waarmee we de regering ten val brengen, kan dit stoppen.

    De betoging van de zorgsector op 24 november toonde de mogelijkheden voor een tweede adem van het sociaal verzet. De besparingen van bijna 1 miljard euro in de gezondheidszorg en het asociale beleid in het algemeen botsen op wat wel eens een nieuwe Witte Woede kan worden. Als er geen veralgemeende acties tegen de regering komen, zullen acties per sector aan belang winnen. Maar op een bepaald ogenblik moeten die wel samenkomen in algemene strijd gericht op de val van de regering.

    Deze regering is helemaal niet zo sterk als ze graag laat uitschijnen. In elke peiling verliest de regering haar meerderheid. De transfer van Kris Peeters naar Antwerpen om daar CD&V te redden en mogelijk ook de rechtse coalitie te redden, bevestigde dit nogmaals. Het vestigde de aandacht op de wel erg slechte resultaten van zowel CD&V als Open Vld in Antwerpen, onderdeel van de internationale tendens van het verdwijnen van het politieke centrum. Peilingen voor de Antwerpse gemeenteraadsverkiezingen geven aan dat De Wever en zijn N-VA hun rechtse meerderheid verliezen. Het model voor de federale en de Vlaamse coalitie dreigt 2018 niet te overleven.

    Laat ons niet wachten tot de verkiezingen van 2018 of 2019 in de hoop dat het asociale beleid de rechtse partijen voldoende gediscrediteerd heeft om tot andere meerderheden te komen. Dat is een gevaarlijke redenering die in Groot-Brittannië is uitgetest met de eerste regering van Cameron, maar enkel geleid heeft tot een nieuwe regering-Cameron, ondertussen opgevolgd door Theresa May. Het was tijdens het actieplan van 2014 dat de arbeidersbeweging het meest efficiënt zijn eisenplatform naar voor bracht en het meest woog op het politieke debat. We mogen politiek niet overlaten aan de rechtse politici of de officiële oppositie die evenzeer met handen en voeten aan de neoliberale dogma’s gebonden is. Doorheen onze acties kunnen wij de toon van het politieke debat zetten.

    Er is nood aan een breedgedragen en open politiek alternatief ter linkerzijde. Op de sociaaldemocratie kunnen we daarvoor niet rekenen. Zoals Wolfgang Münchau in de Financial Times opmerkte: “Door de besparingen te verdedigen, hebben de centrumlinkse politici zichzelf omgevormd tot reactionairen.” Pogingen van de sociaaldemocratie om van bovenaf een linkser imago aan te nemen, zoals de PS dit doet langs Franstalige kant, zijn vooral op verkiezingen gericht. Het kan de discussie over linkse standpunten opentrekken, maar het biedt geen antwoord op de vraag naar een efficiënt instrument om tot fundamentele verandering te komen. Een kapitalisme in crisis laat zich immers niet temmen – het moet bestreden en vervangen worden door een ander systeem: socialisme.

    Op basis van een hernieuwde strijdbeweging tegen de rechtse regering moet de discussie over een eigen politieke vertaling van de arbeidersbeweging gevoerd worden: een politiek instrument dat openstaat voor iedereen die zich verzet tegen de besparingspolitiek van de rechtse regering en wil bouwen aan een alternatief dat vertrekt van de belangen van de meerderheid van de bevolking. Bestaande politieke organisaties, in de eerste plaats de PVDA die in de peilingen zeker in Wallonië en Brussel sterk scoort, maar ook andere organisaties zoals LSP en activisten uit de arbeidersbeweging zoals de duizenden delegees kunnen daar een rol in spelen. LSP zal blijven constructieve voorstellen in deze richting doen en bouwt ondertussen de eigen krachten op als beste garantie om deze voorstellen ook effectief te realiseren.

  • Stop Michel en zijn dievenbende

    29973148126_0c0998734e_z-1

    De federale begroting voor 2017 heeft een nieuwe horrorcatalogus opgeleverd voor een totaal bedrag van 3 miljard euro. Het is niet verrassend, maar eens te meer wordt het geld uit onze zakken gehaald. Zelfs de gepensioneerden, zieken en werklozen moeten betalen. De landing van de begrotingsonderhandelingen leek niet gemakkelijk. CD&V zorgde zelfs voor wat ondertussen een ‘Krisette’ genoemd wordt naar aanleiding van de door Kris Peeters gelanceerde meerwaardebelasting. Over de ernst van die belasting was Marc Van Peel (CD&V) erg duidelijk: “De meerwaardebelasting zoals voorgesteld door CD&V moet vooral de indruk wegnemen dat alleen de kleine man betaalt. (…) Ze is eigenlijk louter symbolisch, maar ook symbolen zijn belangrijk.”

    Door Nicolas Croes uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    dls359Van die symboliek blijft er niet veel over in de regeringsverklaring. Het blijft beperkt tot verklaringen die enkel bindend zijn tegenover de goedgelovigen die in de grootspraak van Michel en co trappen. Wel concreet zijn de aanvallen en besparingen, vooral de sociale zekerheid zal bloeden. Nochtans hadden verschillende ministers eerder gezegd dat het niet mogelijk was om daar nog te besparen. Vandaag lijken ze zich te bedienen van de cynische stelling van Dostojevski: “Leven en liegen zijn synoniemen.”

    Hoe verder?

    De laatste peilingen geven aan dat de federale regeringspartijen hun meerderheid verloren zijn. ABVV-topman Marc Goblet zei op een studiedag over arbeidsduurvermindering dat “de mensen beginnen te beseffen wat de gevolgen van het regeringsbeleid zijn.” Hij voegde eraan toe dat we dit moeten aangrijpen “om opnieuw een mobilisatie op gang te brengen die verder gaat dan wat we tot nu toe kenden.” Goblet wijst onder meer op de noodzaak van een algemene staking.

    Anderen gebruiken dezelfde peilingen om te stellen dat het volstaat om te wachten op de volgende verkiezingen. Die benadering is gevaarlijk. De begroting voor 2017 was amper opgemaakt of Le Soir titelde reeds op haar voorpagina: “Begroting: 6 miljard gezocht in 2018.” Volgens de journalisten van Le Soir moet er in 2018 minstens 6 miljard euro gevonden worden om het structurele tekort weg te werken zoals beloofd aan de Europese Commissie. De journalisten voegden er nog aan toe dat dit niet het slechtste scenario is als we kijken naar de “tegenvallende fiscale inkomsten.” We mogen niet rustig afwachten terwijl de lawine van besparingsmaatregelen over onze levensstandaard rolt. Dat zou de demoralisatie onder de meest overtuigde militanten versterken. In Groot-Brittannië zorgde deze benadering voor een herkiezing van David Cameron in 2015.

    Het momentum aangrijpen

    Het gemeenschappelijk vakbondsfront in de non-profit kondigt voor 24 november een nationale stakingsdag met betoging in Brussel aan. Het protest is gericht tegen de besparingen en voor het eisenplatform in de non-profit. ACOD Spoor stelde dat het een actieplan voorbereidt na de regeringsbeslissing om de pensioenrechten van het spoorpersoneel aan te pakken. Zelfs de militairen zullen in actie gaan om hun pensioenen te verdedigen.

    Nieuwe acties zijn onvermijdelijk, de woede is bijzonder groot. Op 15 november houden zelfs de militairen een betoging, dat was al van 2002 geleden. Op 24 november is er een actiedag van de social profit. Eind oktober, net na het ter perse gaan van deze krant, zullen de vakbondsleidingen beslissen over acties. We hopen op eengemaakte, goed voorbereide en opbouwende acties om deze regering en het besparingsbeleid te stoppen. Door de basis te organiseren met personeelsvergaderingen en een zo groot mogelijke betrokkenheid, kunnen we de druk opvoeren en onze strijd zelf in handen nemen. Dan kunnen we doorzetten om Michel en zijn dievenbende te stoppen!

  • Terwijl superrijken hun miljarden laten slapen op de Bahama’s of in Panama, laat Michel de zieken en werkenden betalen

    Vakbondsbetoging van 29 september. Foto: Jean-Marie
    Vakbondsbetoging van 29 september. Foto: Jean-Marie

    Eens te meer laat de regering de werkenden en uitkeringstrekkers betalen voor de tekorten. Ook nu kon er geen tegenprestatie in de vorm van een meerwaardetaks van af. Daarvoor was het gelobby van de rijksten te sterk. Voorlopig wordt de verlaging van de vennootschapsbelasting uitgesteld, zo blijft ook de discussie over het afschaffen van aftrekposten open. Zoals professor De Grauwe vorig weekend in De Standaard opmerkte: “Achter elke aftrekpost schuilt een legertje lobbyisten.” Met een regering die voor de rijken rijdt, doen deze lobbyisten goede zaken. Onze levensstandaard daarentegen is er slecht aan toe.

    Zware besparing in sociale zekerheid

    Van de 2,1 miljard euro aan besparingen moet er maar liefst 1,4 miljard euro uit de sociale zekerheid komen. Terwijl het steeds flexibeler en langer werken regelrecht leidt tot een onvermijdelijke en forse toename van gezondheidsproblemen, wordt er bijna 1 miljard euro bespaard op gezondheidszorg. Dit zal uiteraard gevolgen hebben voor zowel personeel als patiënten.

    Dat erkende ook minister De Block toen ze begin dit jaar reageerde op de uitspraak van Bart De Wever dat er enkel in de sociale zekerheid nog fors bespaard kon worden. De Block stelde toen: “Als er wordt bespaard bovenop het afgesproken besparingstraject, dan dreigen er gaten te vallen in de sociale zekerheid.” De verontwaardiging over de uitspraken van De Wever heeft bij de regeringspartijen plaats gemaakt voor de uitvoering van wat De Wever vroeg. Ook de werkgevers zijn tevreden, begin dit jaar verklaarde VBO-topman Timmermans dat er “gemakkelijk over een periode van drie tot vijf jaar tussen de 800 miljoen en 1,5 miljard euro” in de sociale zekerheid kan gevonden worden. Timmermans moet er geen drie of vijf jaar op wachten, hij krijgt het meteen.

    Gewone werkenden moeten nogmaals inleveren

    Michel zoekt niet alleen geld bij de zieken, hij kijkt ook naar de armen (door te snoeien in de welvaartsenveloppe), bruggepensioneerden die minder pensioen zullen krijgen of zwangere vrouwen die meteen moeten stoppen met werken in een risicovol beroep (waarbij de werkgever 10% van de uitkering zal moeten betalen en dus minder snel zal overgaan tot de aanwerving van jonge vrouwen die zwanger kunnen worden…). Dit alles wordt verkocht met het argument dat wie werkt wint en wie niet werkt verliest. Wat een nonsens!

    Gewone werkenden verliezen evenzeer. Bij de minste tegenslag worden ze tot armoede veroordeeld en een tegenslag kan er sneller komen met de opgedreven flexibiliteit door de wet-Peeters. Jonge werkenden moeten niet denken dat ze wat kunnen sparen om op tegenslagen voorbereid te zijn, de huidige minimumlonen voor jongeren vindt deze regering immers niet realistisch en dus gaat dit minimum tot een derde naar beneden! Volgens Peeters zal dit extra jobs opleveren…

    De wet-Peeters voorziet bovendien in het verlagen van overloon voor overuren die naargelang de werkgever het wil moeten gepresteerd worden. Als dit allemaal nog niet volstaat om onze levensstandaard te kelderen, dan wordt het argument van de ‘loonhandicap’ nog eens bovengehaald. Aangezien er met de vorige berekening op basis van de wet van 1996 geen ‘handicap’ meer is, wordt de berekeningswijze veranderd tot er wel weer op onze lonen en uitkeringen kan bespaard worden. Voor de regering is dit het ‘redden van de index’, terwijl die index overigens verder ondermijnd wordt. De werkgevers zijn alvast tevreden en hebben het over “slimme hervormingen.”

    Het overheidspersoneel moet opnieuw een zware opdoffer incasseren met een afbouw van de pensioenrechten. Nadat de regering het leger voor zowat alles heeft ingezet, worden de militairen ‘bedankt’ met een drastische verhoging van hun pensioenleeftijd. Wil deze regering echt alle werkenden tegen zich in het harnas jagen? Ook het rijdend treinpersoneel moet veel langer aan de slag. Over de gevolgen hiervan voor de veiligheid op het spoor, wordt uiteraard gezwegen.

    Bovenop de nieuwe besparingen zijn er ook nog de extra taksen die we de afgelopen jaren te verduren kregen, zo blijkt de BTW-verhoging op elektriciteit in deze begroting goed voor 162 miljoen euro ‘onverwachte inkomsten’. Elke energiefactuur of tankbeurt zijn stilaan nieuwe belastingrondes geworden. Wie daar nog aan ontsnapte met een tankkaart kan het binnenkort vergeten: de regering wil ook daar 100 miljoen euro op besparen. Wij zijn op zich geen voorstander van bedrijfswagens en tankkaarten, maar het zijn verworven rechten die in ruil voor gemiste loonsverhogingen werden toegekend. Loonsverhogingen zitten er nu niet in en de verworven rechten worden afgebouwd. Zo verliezen werkenden twee keer.

    Rijken blijven eens te meer buiten schot

    Foto: Jean-Marie
    Foto: Jean-Marie

    Zelfs een beperkte meerwaardebelasting was onaanvaardbaar voor de liberale regeringspartijen N-VA en Open VLD. Nochtans zou zo’n belasting het asociale beleid niet recht trekken. Maar zelfs de schijn van een pijnlijke maatregel voor de rijksten kon er niet door. De herhaling van de belofte van een oplossing rond Arco volstaat misschien voor voormalig Unizo-kopman Peeters, maar hoeveel keer zal die belofte nog gebruikt worden als pasmunt voor een asociaal beleid? Hoeveel begrotingsrondes zullen er nog volgen waarin gewone werkenden en uitkeringstrekkers betalen terwijl de superrijken vrijuit gaan? Hoelang nog kan het neoliberale opbod zelfs de schijn van ‘evenwichtigheid’ op arrogante wijze aan de kant schuiven?

    De werkgeversfederaties reageerden allemaal tevreden. Ze maakten bovendien van de gelegenheid gebruik om meer te eisen: geen meerwaardebelasting en een snelle daling van de vennootschapsbelasting. De werkgevers krijgen het stilaan moeilijk om nog een beetje kritisch uit de hoek te kunnen komen tegenover deze regering: alles wat ze vragen, krijgen ze immers op een gouden schoteltje aangeboden. Dat belooft voor de hervorming van de vennootschapsbelasting.

    In De Standaard van afgelopen weekend pleitte econoom Paul De Grauwe voor een “echte vermogensbelasting” – “En als dat Marc Coucke niet aanstaat, moet hij maar een voetbalploeg in Zuid-Afrika kopen” – waarbij alle vermogens boven 1 miljoen euro aan 1 à 2% belast worden en vanaf 5 miljoen euro aan 3 à 4%. Op de vraag waarom een dergelijke miljonairstaks er niet komt, antwoordde De Grauwe: “Ik denk dat die grote vermogens te veel politieke macht hebben. Een heel grote meerderheid van de bevolking is, zo blijkt uit peilingen, voor een vermogensbelasting. Als politicus weet je dan toch wat je te doen staat? En toch gebeurt het niet. Het moet zijn dat mensen met grote vermogens veel invloed hebben.” Kortom, zelfs een liberaal als De Grauwe erkent dat de superrijken het voor het zeggen hebben en dat deze regering voor hen rijdt. Niet dat hij het liberalisme afzweert, zijn voorstel van een miljonairstaks heeft als doel om het kapitalisme te redden. “Te grote ongelijkheid is een gevaar voor het kapitalisme,” stelt hij verwijzend naar Keynes.

    De superrijken hebben een grote politieke macht en krijgen alles gedaan van deze regering. We zullen met deze regering niet tot ‘onderhandelde’ evenwichten komen, zelfs het afvijlen van de allerscherpste kantjes van de besparingen wordt afgeblokt. Deze regering moet weg. Dat vereist een ernstig actieplan met een duidelijk doel: de val van de regering en het besparingsbeleid. Op de betoging van 29 september – die eens te meer groter dan verwacht was – pleitte ABVV-topman Goblet terecht voor een algemene staking nog voor het einde van het jaar. Als er geen algemene oproep tot actie komt, zullen diverse sectoren of bedrijven afzonderlijk in actie gaan. Op 24 november is er al een staking van de non-profit. Deze acties kunnen we goed gebruiken in opbouw naar een algemene staking.

    Verder zal de kwestie van een politiek alternatief zich blijven stellen. LSP is verheugd met de vooruitgang van de PVDA langs Franstalige kant en in Brussel. Het toont het potentieel voor een consequente linkse kracht. Het samenbrengen van alle krachten ter linkerzijde en de vele duizenden strijdbare syndicalisten kan een brede linkse strijdformatie tot stand brengen waarin zowel de PVDA als andere linkse krachten een grote rol kunnen spelen. Het verdedigen van een strijdbaar socialistisch programma als antwoord op de kapitalistische crisis kan niet wachten tot er een brede strijdformatie bestaat, maar kan er juist toe bijdragen om de nood eraan op te helderen. Dat programma telkens weer op de agenda plaatsen en verdedigen, is wat LSP doet en waarvoor we ieders hulp kunnen gebruiken.

     

     

  • Waver zag vandaag groen van kwaadheid en rood van woede

    Foto: MediActivista
    Foto: MediActivista

    Begin mei werd een nieuw actieplan van de vakbonden aangekondigd in de aanloop naar een algemene staking die vandaag moest plaatsvinden. Deze staking werd nadien amper nog vermeld, laat staan dat er naartoe opgebouwd werd. Uiteindelijk werd de staking afgeblazen door de vakbondsleidingen. Amper enkele dagen hierna kondigde de regering aan dat het gat in de begroting geen 2 miljard maar 4,2 miljard euro bedroeg.

    Op 7 oktober kwam er dan toch een actiedag met een aantal stakingen in specifieke bedrijven en sectoren. Er werden stakingsaanzeggingen ingediend in onder meer de schoonmaaksector, de horeca, de voeding, de metaal en activiteiten zoals de textiel. De werkgeversfederatie Agoria gaf aan dat de productie in heel wat grote industriële bedrijven platlag.

    In Waver, de thuisstad van premier Charles Michel, was er een bijeenkomst in gemeenschappelijk vakbondsfront. Er waren enkele duizenden aanwezigen. Na afloop van de toespraken door de vakbondsleiders, trokken veel aanwezigen in betoging naar het stadhuis.

    Aan redenen om kwaad te zijn, ontbreekt het niet. Deze regering blijft haar horrorcatalogus aan maatregelen maar uitbreiden. Er is het complete falen van het beleid van de gevestigde partijen om grote bedrijven met fiscale cadeaus te overladen om jobs te redden. Maar er was ook woede omwille van het ontbreken van een syndicale strategie waarmee we overwinningen kunnen boeken.

    Op de betoging van 29 september herhaalde de algemeen-secretaris van het ABVV, Marc Goblet, dat een algemene staking nodig is. De omvang van die betoging dwong ABVV-voorzitter De Leeuw ertoe om te verklaren: “We hebben het idee van een nationale staking nog niet begraven. Als de regering doof blijft voor al onze vragen, behoort die tot de mogelijkheden.” Dat die regering doof zal blijven, staat buiten twijfel. Een ‘Thatcheriaanse’ regering heeft niet het DNA om te luisteren naar de gewone werkmens. Een algemene staking moet goed voorbereid worden met een duidelijk doel: de val van de regering. Wachten tot de regering haar termijn uitgezeten heeft en ondertussen de sociale afbraak laten doorgaan, is geen optie.

    Foto’s door MediActivista:
    Journée d'Action Syndicale: Wavre

    Foto’s door Nico:
    Rassemblement syndical à Wavre contre la politique gouvernementale

  • Elke vonk kan tot nieuwe explosie leiden

    Afblazen of afzwakken actieplan neemt ongenoegen niet weg

    Betoging 6 november 2014. Foto: Jean-Marie
    Betoging 6 november 2014. Foto: Jean-Marie

    De staking van 7 oktober, op de tweede verjaardag van de rechtse regering, werd deze zomer geleidelijk van tafel geveegd door de vakbondsleidingen. ACLVB-voorzitter Mario Coppens was het duidelijkst: “Tenzij de regering plots enkele maatregelen aankondigt die onaanvaardbaar zijn, zie ik weinig redenen om te staken.”

    Standpunt dat zal verschijnen in de oktobereditie van maandblad ‘De Linkse Socialist’ (die uitkomt op de vakbondsbetoging van 29 september)

    Is Coppens de open brief van die verpleegster over het tekort aan collega’s om een menswaardige zorg aan bejaarden te bieden al vergeten? Of de klachten van koks die voor 3 euro per dag drie maaltijden op tafel moeten toveren in de bejaardenzorg? De postbodes die de toenemende flexibiliteit van de georoutes niet aankunnen waardoor naar nog goedkopere vluchtelingen uitgekeken wordt om de post te bezorgen? Erg ‘werkbaar’ is het werk in de praktijk niet. Voor de zomer kookte het ongenoegen al over met spontane acties bij onder meer de cipiers en het spoorpersoneel. Zelfs de magistraten klaagden over een tekort aan middelen. Na de zomer werd de retoriek van ‘jobs, jobs, jobs’ op pijnlijke wijze doorprikt met collectieve afdankingen bij Caterpillar, Axa, P&V verzekeringen, Douwe Egberts, … Voor gewone werkenden zijn er veel onaanvaardbare maatregelen.

    Een vaak voorkomend argument is dat we ons best kunnen klaarhouden voor nog ergere maatregelen, waarna iedereen wel in actie zal schieten. Zonder voortrekkers die meteen de toon zetten en met een actieplan het verzet opbouwen, is er het gevaar dat het wachten op zich een vastgeroeste strategie wordt. Ondertussen worden onze levensstandaard en arbeidsvoorwaarden steeds verder uitgehold. Gebrek aan actie van onze kant, zal de arrogantie van de regering en werkgevers enkel versterken. Elke zwakheid langs onze kant zet immers aan tot agressie van de andere kant.

    Met deze rechtse regering zitten de werkgevers in een zetel en volgen de aanvallen elkaar in snel tempo op: verhoging pensioenleeftijd, indexsprong, BTW-verhogingen, verlenging arbeidsweek, … Vakbondsleiders die nog de illusie hebben dat deze Thatcherianen zullen matigen of dat er ernstig mee kan onderhandel worden, vergissen zich over het karakter van de regering. De scherpste kantjes afveilen, lukt niet met deze regering.

    Wachten tot volgende verkiezingen biedt evenmin een garantie op succes. Dat zagen we in Groot-Brittannië. Door het stopzetten van de acties na 2011 kon rechts het publieke debat domineren waarna Cameron zichzelf in 2015 opvolgde. De conservatieve Britse regering is erin geslaagd om de lonen met 10% naar beneden te duwen en de vakbondsrechten verder te beknotten.

    Indien de vakbondsleiding de acties niet of niet ernstig organiseert, zal het ongenoegen niet verdwijnen. Hier en daar zal het tot frustratie leiden, elders ook tot spontane acties waarmee de leiding voorbijgestoken wordt. Elke vonk kan tot een explosie leiden. Het ontbreekt momenteel vooral aan een leiding met een programma dat breekt met het besparingsbeleid.

    Elke strijdbare syndicalist en linkse socialist heeft een grote rol te spelen: strijd organiseren, collega’s betrekken, richting geven met suggesties inzake programma en methoden, collectief evalueren, … kortom in de opbouw van een krachtsverhouding waarmee we de rechtse regering en haar besparingsbeleid wegkrijgen.

    Groeiende ruimte voor consequent links : PTB op 15% in peilingen

    Het actieplan eind 2014 toonde het aan: met eengemaakte en goed georganiseerde opbouwende acties kunnen we de regering doen wankelen. Laat ons op die ervaring verderbouwen, te beginnen met de groeiende groep voortrekkers binnen de arbeidersbeweging waarmee we elke opening kunnen aangrijpen om zoveel mogelijk collega’s actief te betrekken. Het potentieel voor acties blijft groot, het ongenoegen neemt toe en zal opnieuw tot uitbarstingen leiden.

    Ook op politiek vlak groeit de ruimte voor consequent links. Wie was er niet onder de indruk van de recente peiling waarin de PTB, de Franstalige PVDA, op 14,6% staat en de derde partij wordt, nog voor Ecolo en CdH? Ook in Brussel wordt een mooi resultaat neergezet en in Vlaanderen wordt de kiesdrempel genomen. Volgens deze peiling zouden de 2 huidige PVDA-verkozenen er na de volgende verkiezingen 10 worden. LSP juicht deze vooruitgang toe.

    Beeld je in wat 10 federale parlementsleden en een veelvoud daarvan op regionaal vlak zouden kunnen betekenen voor de arbeidersbeweging? Het zou onze bekommernissen en onze eisen tot in het parlement brengen. Het zou het parlement verplichten daar niet zomaar over te stappen. De media zouden niet anders kunnen dan onze stem mee aan bod laten komen. Het zou de mogelijkheid bieden om niet alleen de ongelijkheid aan te klagen, maar ook maatschappijverandering en socialisme te populariseren. Gedurfde initiatieven, niet enkel op gericht op de verkiezingen maar ook en vooral op strijd, kunnen onze standpunten en voorstellen centraal op de politieke agenda plaatsen.

    Verkiezingen zijn belangrijk, maar het is door bewegingen op straat dat de arbeidersbeweging verworvenheden afdwingt. Dat is hoe de sociale zekerheid of nog het stakingsrecht werden bekomen. Een sterkere electorale positie kan strijd op straat versterken door deze te populariseren en door het grotere platform te gebruiken om ordewoorden te verspreiden.

    Een grotere electorale steun is op zich niet voldoende om tot verandering te komen. Er waren grotere linkse krachten dan de PVDA die het spijtig genoeg niet waarmaakten. Kijk maar naar Syriza in Griekenland dat gecapituleerd heeft en nu zelf het besparingsbeleid van de trojka uitvoert. Of Bernie Sanders die zijn politieke revolutie niet doorzet maar probeert te laten stranden bij de Democraten van Hillary Clinton, de establishmentkandidate bij uitstek. Aan goede bedoelingen ontbrak het niet, wel aan een consistent programma en een methode om een krachtsverhouding mogelijk te maken waarmee we effectief breken met het besparingsbeleid.

    We hopen dat de PVDA daar ook lessen uit trekt en niet in dezelfde vallen trapt. Coalities, zelfs op het lokale terrein van de gemeenteraden, met de ‘linkerzijde’ van het besparingsestablishment, lijken ons bijzonder gevaarlijk. De tactische oproep tot een kartel met SP.a en Groen in Antwerpen – wellicht in de wetenschap dat beide partijen daar niet tot bereid zijn – geeft aan dat PVDA bereid is om heel ver te gaan om tot coalities te komen. De eisen en het programma waarmee de PVDA naar buiten komt, worden nu al aangepast aan wat voor de toekomstige coalitiepartners aanvaardbaar is. Op termijn kan dit de weerstand ondermijnen tegen de druk van het establishment om in de logica van dit systeem te stappen.

    LSP is voorstander van een brede linkse strijdpartij die meer te bieden heeft dan ‘stem volgende keer voor mij’. De volledige radicale linkerzijde, de PVDA in de eerste plaats, heeft daar een rol in te spelen. Een brede linkse strijdpartij waarin al wie zich tegen het besparingsbeleid verzet een plaats vindt, gekoppeld aan een gedurfd programma dat resoluut breekt met de logica van dit systeem, is de beste garantie om tot echte verandering te komen. Wil je dit idee versterken en ons programma ondersteunen? Sluit dan aan bij LSP.

    [divider]

    Dit artikel zal in de oktobereditie van maandblad ‘De Linkse Socialist’ verschijnen. Steun socialistische media zoals socialisme.be en maandblad ‘De Linkse Socialist’ door je te abonneren op ons maandblad.

  • De stakers hebben gelijk. Sociale afbraak beantwoorden met strijd!

    Piket in de Antwerpse haven op 24 juni. Foto Laurent
    Piket in de Antwerpse haven op 24 juni. Foto Laurent

    Op 6 juni overleed de 46-jarige Pascal Wauters thuis. Hij was ziek van zijn werk teruggekeerd en probeerde ’s avonds meermaals het noodnummer 112 te bellen, maar hij kreeg geen antwoord. De diensten van het noodnummer in Oost-Vlaanderen waren die avond overbelast door het noodweer. Binnenlandse Zaken verklaarde dat het onaanvaardbaar was dat de man geen hulp kreeg en bevestigde dat het doel is om alle oproepen binnen de vijf seconden te beantwoorden. Hoe is dit mogelijk? Het antwoord is duidelijk: in zowat alle diensten, ook de noodcentrales, is er een gebrek aan personeel.

    Dossier door Nicolas Croes uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Het incident kreeg relatief weinig aandacht in de media. Mocht er een mogelijkheid geweest zijn om het in verband te brengen met een of andere staking, dan was dit anders gelopen. Dan was het dagenlang het hoofdpunt geweest. Maar nu het ging om een gevolg van een tekort aan openbare dienstverlening, werd het als een fait divers behandeld. Vergelijk dit met de reacties in alle kranten toen in oktober vorig jaar een Luikse dokter niet op tijd in zijn ziekenhuis raakte, zogezegd wegens een wegblokkade, en een patiënt om het leven kwam. Over de minimale dienstverlening in ziekenhuizen werd toen niet gerept; het was allemaal de schuld van de stakers. Er werd die stakers uiteindelijk niets ten laste gelegd, maar de toon was gezet. Het vele en aanhoudende protest van de voorbije maanden wordt nochtans mee aangewakkerd door de tekorten in alle openbare diensten, aangevuld met aanvallen op de voorwaarden van het personeel in de publieke en private sector.

    Twee maten en twee gewichten

    Voor de bedrijfswinsten en de dividenden van de aandeelhouders is er geen crisis: die blijven stijgen. De al dan niet legale fiscale fraude neemt een zodanig hoge vlucht in ons land dat het stilaan op de lijst van belastingparadijzen terechtkomt. Tegelijk zouden de gewone werkenden moeten aanvaarden dat ze langer en flexibeler werken voor minder inkomen?

    De regering heeft de lonen eerder al geblokkeerd met een indexsprong waardoor de prijsstijgingen niet in de lonen en uitkeringen doorgerekend werden. Als er deze zomer nog eens miljarden moeten gevonden worden, is het niet uitgesloten dat er een tweede indexsprong komt. Dan zijn we al 4% van ons inkomen kwijt. De arbeidsmarkt wordt geflexibiliseerd waarbij de 38-urenweek wordt opgeofferd met weken waarin tot 45 uur gewerkt wordt en andere weken waarin minder gewerkt wordt. De werkgever beslist wanneer dit het geval is. Voor deeltijdsen zal het uurrooster nog maar 24 uur op voorhand bekend gemaakt moeten worden. De pensioenleeftijd gaat naar 67 jaar met strengere voorwaarden om een volwaardig pensioen te genieten. Leefloners kunnen tot gratis gemeenschapsdienst verplicht worden. Langdurig zieken moeten sneller terug aan de slag. Er wordt verder bespaard op alle openbare diensten en de infrastructuur zit dieper dan op het tandvlees.

    Dat is onderdeel van de horrorcatalogus voor ons. Voor de superrijken kan het ondertussen niet op. De LuxLeaks zijn amper uitgelekt of daar komen de Panama Papers al om te bevestigen hoeveel rijkdom er in belastingparadijzen wordt verstopt. Als er dan al een erg beperkt Europees akkoord is tegen fiscale vluchtroutes, de Anti Tax Avoidance Directive, staat de Belgische regering vooraan om dit helemaal alleen te blokkeren.

    Woede zet aan tot actie

    Op 24 juni waren er duizenden stakersposten in heel het land. Het was slechts de meest zichtbare uitdrukking van de enorme woede als gevolg van het besparingsbeleid. Achter elk piket staan nog tal van andere werkenden die staakten maar thuis bleven. En daarachter stonden nog meer mensen die kwaad of ongerust zijn, maar om de een of andere reden nog niet konden of wilden deelnemen aan de staking.

    Na de betoging van 24 mei hebben verschillende werkenden niet gewacht tot 24 juni om tot stakingen over te gaan. Bij het spoor waren er spontane stakingen gedurende meer dan een week tegen de werkdruk met als directe aanleiding het afnemen van enkele kredietdagen. Ondertussen bleven de cipiers hun nooit geziene staking verderzetten. Op 31 mei werd een actiedag van de openbare diensten langs Franstalige kant omgezet in een stakingsdag. Nadien bleef het gemeentepersoneel van Saint-Nicolas (Luik) twee weken staken. Hun collega’s van Intradel (afvalophaling in het Luikse) staakten een week. Verschillende andere sectoren gingen één, twee of drie dagen in staking met regelmatige personeelsvergaderingen.

    Op woensdag 8 juni was er een betoging van brandweerlui in Namen. Op 13 juni was er een 24-urenstaking bij Bpost. Op 14 juni hield de ACOD in Bergen een actie aan de gemeenteraad na de staking van het personeel van de intercommunale Hygea. Op 20 juni was er een lokale blokkade van FGTB-Centre waarbij onder meer de brandstofopslag van Feluy, het hellend vlak van Ronquières of de sluis van Havré plat lagen. Het zijn maar enkele van de vele acties.

    Geen actiebereidheid in Vlaanderen?

    Het klopt dat er verschillen zijn tussen Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Maar in de aanloop naar de betoging van 24 mei was er een peiling die aangaf dat 52% van de Belgen het protest steunde. Het ging om 64% van de Walen, 55% van de Brusselaars en 45% van de Vlamingen. Er is een verschil, maar het ongenoegen is ook in Vlaanderen bijzonder groot. Maar liefst 93% van de Belgen vond dat Kris Peeters ongelijk had toen hij zei dat we allemaal boven onze stand leven. Amper 7% gelooft Charles Michel als hij het heeft over een positief effect van het beleid op de koopkracht. Ondertussen denken 81% van de Franstaligen en 75% van de Vlamingen dat vakbonden belangrijk zijn om hun rechten te verdedigen. Vlak na het actieplan van 2014 gaf een peiling aan dat 85% van de Vlamingen positief stond tegenover een vermogensbelasting.

    De beste manier om het potentieel te mobiliseren, is door onze woede vastberaden en gedurfd te organiseren. Tachtig jaar geleden, in mei 1936, begon de grote staking tegen de regering-Van Zeeland. Deze beweging dwong de regering tot ontslag en de daaropvolgende regering moest onder meer het betaald verlof veralgemenen en een begin van sociale zekerheid erkennen. Dit werd afgedwongen door stakingsacties. De slogan toen was: “Uw voornaam is Waal of Vlaming, uw achternaam is arbeider.” Eengemaakte strijd van de volledige arbeidersklasse kan de regering en de werkgevers tot toegevingen dwingen.

    “Een regering heeft nog nooit aan stakingen toegegeven”

    Dat  was de titel van La Libre na de actiedag van de openbare diensten op 31 mei. Maar de krant moest de titel meteen zelf nuanceren door te verwijzen naar de jaren 1970 en de regering-Tindemans. Verschillende vakbondsverantwoordelijken  (onder meer van ACOD en ACV-Onderwijs langs Franstalige kant) komen openlijk op voor de val van de regering. Ze geven daarmee uiting aan een gevoel dat breed gedragen wordt in het land.  In een open brief aan de stakers verwees VBO-voorzitter Pieter Timmermans eveneens naar de massale stakingen die de regering-Tindemans deden vallen. Eind jaren 1980 viel de rechtse regering-Martens na vakbondsprotest. Op dezelfde dag dat La Libre titelde dat stakingen nooit iets uithaalden, schreef Le Soir nog over hoe de leerkrachten in 1990 de regering tot toegevingen dwongen.

    Tijdens het opbouwend actieplan eind 2014 slaagden we erin om de regering te doen wankelen. Na de grote betoging van 6 november, de grootste vakbondsbetoging sinds 1986, de regionale en de algemene staking die in heel het land goed opgevolgd werden, was het mogelijk om de regering ten val te brengen.

    De woede organiseren

    De algemene staking van 24 juni was geen onverdeeld succes. Nadat de vakbondsleidingen de cipiers en het spoorpersoneel alleen lieten strijden en in sommige gevallen deze strijd dan nog stokken in de wielen staken, was dit niet verwonderlijk. Waar de staking goed georganiseerd was en gekoppeld werd aan het specifieke ongenoegen op de werkvloer, werd ze wel goed opgevolgd en waren er soms opmerkelijk goede stakersposten.  Het ongenoegen vastberaden organiseren met een duidelijke doelstelling om de regering en de besparingen weg te krijgen, kan na de zomer leiden tot nieuwe grotere acties.

    Beperktere acties leiden meteen tot harde aanvallen van de werkgevers en de regering. Dat is wat we zagen in de Antwerpse haven waar robocops en een waterkanon verschillende stakersposten wegveegden. Het ging om een politieke aanval op het stakingsrecht. Dat die er nu kwam, heeft ook te maken met onze mobilisatie die beperkter was. Laat er ons lessen uit trekken en zorgen voor meer en grotere stakingspiketten. Dat kan enkel op basis van een degelijke informatiecampagne en maximale betrokkenheid van de basis. Personeelsvergaderingen kunnen dat mogelijk maken.

    Mits een goede voorbereiding moet opnieuw een massabetoging in Brussel met 150.000+ mogelijk zijn. Als we daarin slagen, mag je gerust zijn dat de regering, het patronaat en de grote persgroepen even van hun melk zullen zijn. We kunnen hen dan op 7 oktober en de dagen die daarop volgen volledig wegstaken. Dan is het immers niet enkel het ABVV en enkele Franstalige centrales van het ACV zoals op 24 juni, maar iedereen samen die het werk zal neerleggen.

    We weten dat de persgroepen het bij stakingen vooral hebben over ‘hinder’. Op de concrete aanleidingen wordt nauwelijks ingegaan. Onvermijdelijk laat dit sporen na op de publieke opinie. Sommige vakbondsleiders gaan de strijd om de publieke opinie niet meer aan, maar bezwijken ervoor. Ze willen kost wat kost akkoorden sluiten en verliezen daardoor soms de druk uit het oog die wij in de bedrijven moeten ondergaan. Nog erger wordt het als die akkoorden beklonken worden zonder dat de werknemers zelf naar hun mening gevraagd werd. De baronnen die zonder inspraak van de basis het vakbondsfront op springen zetten of erger nog, communautaire verdeeldheid van bovenaf inspuiten in de beweging, zijn we met velen grondig moe. “Cynisme is afgekoelde hoop,” stelde de linkse schrijver Roger Vailland. Als strijdbaarheid niet gepaard gaat met een strategie en een programma waarmee we tot overwinningen kunnen komen, dreigt het cynisme het te halen.

    We begrijpen dat er met afgevaardigden, vertegenwoordigers en gemandateerden gewerkt moet worden, maar dat mag niet misbruikt worden om de leden af te schermen van informatie en de vrijheid van debat en netwerken aan banden te leggen. De arbeidersbeweging is geen leger dat op bevel van generaals aangevuurd en teruggetrokken wil worden. Het is een maatschappelijke klasse, waarin diverse opinies via democratisch debat tot een gemeenschappelijk standpunt omgesmeed worden. Op sommige plaatsen worden personeelsvergaderingen gehouden, in een aantal gewesten af en toe een militantenvergadering, maar dat gebeurt te weinig en is dikwijls louter informatief zonder echt debat.

    Bij de cipiers, het spoor maar ook elders is er een toename van het aantal personeelsvergaderingen. Die omvatten niet altijd alle collega’s, maar ze vormen een stap om op democratische wijze de discussie aan te gaan, de redenen voor stakingsacties uit te leggen en de eisen uit te werken zodat ze voor iedereen duidelijk zijn. Het laat ook toe om te beslissen over de acties zodat deze breder gedragen worden. Zo kunnen we opbouwen naar volgende stappen in de strijd.

     

    ONZE EISEN

    • Stop de besparingen en de asociale maatregelen tegen de werkenden en hun gezinnen
    • Volledig herstel van de index, vrije loonsonderhandelingen en een minimumloon van 15€ bruto/uur
    • Geen ondermijning van de arbeidscontracten door onderaanneming, interim of andere precaire banen
    • Handen af van het statuut van de openbare ambtenaren, geen afbouw van de openbare diensten, geen privatisering en liberalisering
    • Herstel brugpensioen, handen af van het vervroegd pensioen en eindeloopbaansystemen met ADV
    • Optrekken van de pensioenen tot minimum 75% van het laatst verdiende loon met een minimum van 1500€ per maand
    • Stop jacht op werklozen, geen degressiviteit, geen gemeenschapsdienst voor leefloners, neen aan de 45-urenweek! Volledige tewerkstelling door een veralgemeende arbeidsduurverkorting tot 30u/week zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen
    • Voor het onmiddellijk opheffen van het bankgeheim en de vestiging van een vermogenskadaster.
    • Voor een sterkere strijd tegen de grote fraude en belastingontduiking.
    • Voor de volledige terugbetaling van de 942 miljoen euro van de Excess Profit Rulings en van andere fiscale cadeaus aan de multinationals.
    • Haal het geld waar het zit: bij de superrijken en in de belastingparadijzen.
    • Wat we niet bezitten, kunnen we niet controleren: nationalisatie van de sleutelsectoren (financiewezen, energie, staal, …) onder controle en democratisch beheer van de werkenden en gebruikers, nationalisatie met enkel compensaties op basis van bewezen behoeften.
    • Voor een rationeel beheer van de natuurlijke grondstoffen en de economische productie op basis van een democratische planning van de industrie en de diensten. Enkel dan kunnen we ervoor zorgen dat de economie gericht is op de sociale behoeften van de bevolking.
    • Voor een socialistische samenleving
  • Jongeren: voor onze toekomst moeten we strijden!

    jongeren1De toekomst van jongeren is bedreigd door het Thatcheriaanse beleid van de rechtse regering die de superrijken verder wil bedienen. De besparingen treffen alle machtsniveaus, van het lokale terrein tot Europa. De federale regering kiest wel voor een sneller ritme van besparingen. Zowel in Frankrijk als in België zijn er hervormingen van de arbeidsmarkt die verregaande gevolgen hebben voor jongeren. Een superflexibele toekomst van laagbetaalde en onzekere jobs is het beste scenario, langdurige werkloosheid en armoede is de realiteit voor veel jongeren. Op straat is er een toename van verzet. De Franse jongeren staan vooraan in het protest tegen de hervorming van de arbeidswet. Ook bij ons is er potentieel.

    Artikel door Emily (Namen) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Waarom is die hervorming van de arbeidswet belangrijk voor jongeren? Vandaag zijn 70% van de interimmers jonger dan 30 jaar en 36% ervan zijn studenten die werken om te kunnen studeren. De regering wil het onzekere interimstatuut uitbreiden, straks is het mogelijk om je hele leven lang met een interimcontract van onbepaalde duur te werken. Dit betekent dat je soms niet weet of en wanneer je morgen zal werken. Een sociaal leven wordt dan erg moeilijk, maar ook op financieel vlak is een planning dan quasi onmogelijk. Het tekort aan beschikbaar werk weegt zwaar door. In Brussel is er per 17 ingeschreven werkzoekenden slechts 1 openstaande vacature. Werkenden worden tegen elkaar opgezet, wie zich het hardste laat uitpersen, krijgt af en toe een laag betaalde tijdelijke job. De rest moet maar zijn plan zien te trekken.

    Ook op andere vlakken zijn er maatregelen die het leven van jongeren raken. Denk maar aan de verhoging van het inschrijvingsgeld. Er wordt meteen al verder gekeken: voor Master-na-Masteropleidingen is een volgende verhoging voorlopig deels afgewend aan de Ugent. Langs Franstalige kant is er het plan om het inschrijvingsgeld voor buitenlandse studenten op te trekken. Nationaal is er over de verschillende onderdelen van het onderwijs bijna een miljard euro bespaard. Besparen op onderwijs betekent besparen op de toekomst van de jongeren en de samenleving.

    Wat kunnen jongeren doen?

    Informeren

    Veel jongeren weten nog niet wat er op hen afkomt en wat de besparingen betekenen. Informeren en discussies in onze omgeving zijn belangrijk. Met deze krant willen we daar een bijdrage aan leveren. In Frankrijk wordt er ook veel gebruik gemaakt van alle mogelijke communicatiemiddelen om ideeën en informatie verspreid te krijgen. Dat kan hier ook. We kunnen van de zomer gebruik maken om vrienden te overtuigen van de noodzaak om te protesteren zodat we in september op de campussen en in de scholen voorbereid zijn om acties te organiseren.

    Organiseren

    Na de vakantie kunnen we op school of op de campus bijeenkomsten houden, bijvoorbeeld tijdens de middag, om de maatregelen voor te stellen en actieplannen te doen waarbij iedereen zijn of haar inbreng kan hebben. Een dergelijke vergadering kan leiden tot het opzetten van een actiecomité tegen de besparingen waaraan iedereen die dit wil deelneemt. Zo kunnen we acties voorbereiden door materiaal te maken: pamfletjes, spandoeken, video, afbeeldingen, …

    Actie

    Hoe begin je aan een actiecomité? Pols bij wat klasgenoten of zij weten wat de maatregelen inhouden en of ze willen meedoen met acties. Als je een tweede, derde, … medestander gevonden hebt, kan je als groep naar de andere klassen kijken. Zo kan je een eerste kern vormen waarmee acties kunnen georganiseerd worden. Met een petitie of een enquête onder alle scholieren of studenten van je faculteit kan je de kern laten groeien.

    Je kan steun opbouwen door een spandoek te maken met een slogan op en daarna iedereen op de campus of de school te vragen om zijn of haar naam op het spandoek te zetten. Waarom geen korte sit-in organiseren voor het begin van de lessen of in een pauze? Je kan pamfletten uitdelen om zoveel mogelijk jongeren te informeren en een bijeenkomst te organiseren. Er kan gemobiliseerd worden naar de vakbondsacties. Waarom geen video in elkaar steken met reacties van verschillende jongeren over wat de maatregelen betekenen maar ook over wat jongeren willen voor hun toekomst?

    Met spandoeken en slogans kunnen we deelnemen aan de grote vakbondsbetoging van 29 september waarop er een jongerenblok zal zijn. Veel personeelsleden uit het onderwijs zullen aan de betoging deelnemen, we kunnen samen met leerkrachten en docenten naar Brussel trekken. Op de grote vakbondsbetoging van 6 november 2014 waren er duizenden jongeren van honderden scholen, vanuit Gent alleen waren er meer dan honderd scholieren na een reeks acties tegen de verhoging van het inschrijvingsgeld.

    Op de algemene staking van 7 oktober kunnen we op onze school of campus deelnemen aan het opzetten van een levendige stakerspost voor de ingang. Daar kunnen we samen met het personeel spreken over wat het huidige beleid betekent en hoe we er verder tegenin zullen gaan. We kunnen vanop de stakerspost naar andere piketten gaan om er solidariteit te tonen. De stakingsdag kan afgesloten worden met een algemene vergadering waarop een evaluatie van de dag wordt gemaakt en de volgende stap wordt voorbereid.

    Allemaal samen in verzet!

    De actiecomités mogen zich niet beperken tot de school of de campus. Het beleid treft iedereen: jongeren, werklozen, werkenden, … We moeten dan ook samen in actie gaan. We kunnen contact leggen met de vakbondsvertegenwoordigers op onze school of onderwijsinstelling maar ook met omwonenden.

  • Eeuwige loonstop en meer flexibiliteit, maar toch wil patronaat meer. Peeters’ plannen stoppen met massaprotest

    Betoging tegen de antisociale regering. Foto: MediActivista
    Betoging tegen de antisociale regering. Foto: MediActivista

    In volle vakantieperiode kwam minister Kris Peeters met wetsvoorstellen rond ‘Werkbaar wendbaar werk’ en de loonontwikkeling. Kort samengevat komt het neer op wat we al wisten: het opvoeren van de flexibiliteit voor werknemers die inzetbaar moeten zijn wanneer het de werkgevers uitkomt. En Peeters heeft meteen ook een bedanking klaar voor die extra flexibiliteit van de werkenden: een eeuwige loonstop. Stank voor dank dus. Deze asociale voorstellen gaan voor zowel de liberalen in de regering (zowel van Open VLD als N-VA) als hun bazen bij de werkgeversfederaties niet ver genoeg. Op hun inhaligheid staan geen grenzen.

    Horrorcatalogus in wetsontwerpen gegoten

    Het zelfverklaarde ‘sociaal gezicht’ van de regering maakte zijn voorstellen onverwacht bekend op een ogenblik dat er geen sociaal overleg mogelijk is wegens de vakantie. Overleg hierover is ook niet meteen de bedoeling, de voorstellen zijn te nemen of te laten.

    Peeters wil zijn voorstellen op snel tempo doorvoeren, nog voor de onderhandelingen over een volgend Interprofessionaal Akkoord (IPA). Zo’n IPA bepaalt de loonnorm voor de komende twee jaar en wordt normaal gezien in het najaar besproken. De opgedreven flexibiliteit wil hij grotendeels vanaf 1 januari 2017 doorvoeren.

    Met de voorstellen van Peeters worden IPA-onderhandelingen een lege doos, behalve de indexering van de lonen zit er niets in. Aanpassingen van de lonen aan de index en baremieke verhogingen uit de voorbije periode van twee jaar worden immers meegerekend in de becijfering van de loonmarge. Verschillende cadeaus aan de werkgevers worden daarentegen niet meegerekend in het bepalen van de ‘loonhandicap’, onder meer de lastenverlagingen voor ploegenarbeid. Sectoren of bedrijven die toch hoger willen gaan, krijgen zware sancties. Anders geformuleerd: de fictief opgestelde loonsvergelijking met de buurlanden (fictief want verschillende elementen zoals de lastenverlaging voor ploegenarbeid worden niet meegerekend) wordt gebruikt om een eeuwige loonstop op te leggen waarbij de index een steeds dwingendere maximumgrens wordt. Dit betekent dat de reële koopkracht niet kan stijgen, de lonen volgens in het beste geval de stijgende prijzen. Volgt straks in het kader van de begrotingsbesprekingen nog een voorstel tot tweede indexsprong?

    Het wetsontwerp inzake flexibiliteit van de werknemers voorziet in de annualisering van de arbeidstijd vanaf 1 januari 2017. Dit is de afschaffing van de 38-urenweek met een flexibele invulling van de wekelijkse arbeidstijd. Alleen voorziet Peeters bepaalde voorwaarden met een beperkte vergoeding voor elk uur boven de 40 uur per week. De werkgevers vinden dat onaanvaardbaar. Ze willen de cadeaus zonder enige voorwaarden.

    Vanaf 1 januari zou de dagelijkse arbeidsduur kunnen opgetrokken worden tot 9 uur en de wekelijkse tot 45 uur. Het aantal ‘vrijwillige’ overuren (lees: overuren zonder overloon) zou maximum 100 uur per jaar bedragen. Anders gezegd: de gemiddelde arbeidstijd per week kan opgetrokken worden van 38 tot 40 uur per week. En dit kan nadien verder uitgebreid worden. In sectoren kan de arbeidstijd opgetrokken worden tot 11 uur per dag of 50 uur per week. Bij gebrek aan een akkoord in de sector, kan het op bedrijfsniveau doorgevoerd worden. De referentieperiode voor de berekening van de gemiddelde wekelijkse arbeidstijd kan onder bepaalde voorwaarden uitgebreid worden van 1 tot 6 jaar.

    Verder blijft er het voorstel van een interimcontracten van onbepaalde tijd zodat interimkantoren hun personeel als dagloners kunnen inzetten. Bij deeltijdse arbeid moeten de uurroosters vijf dagen op voorhand bekend gemaakt worden, maar via een sectorovereenkomst kan dit naar minstens 1 werkdag herleid worden. Dan weet je dus pas een dag op voorhand wanneer je moet werken. Het combineren van twee deeltijdse jobs wordt hierdoor onmogelijk.

    Kortom, Peeters heeft de horrorcatalogus waartegen al maandenlang actie gevoerd werd nu in wetsvoorstellen gegoten.

    Zwakheid langs onze kant leidt tot agressie van de overkant!

    Voor de werkgevers gaat het allemaal niet ver genoeg. “Er verandert immers niets aan de automatische koppeling van de lonen aan de index,” aldus Hans Maertens van VOKA. Voor de werkgevers moet ook de indexering van de lonen weg, zodat hardere aanvallen op onze levensstandaard mogelijk worden.

    Dat er voorwaarden aan de flexibiliteit worden gekoppeld, vinden de liberale regeringspartners onaanvaardbaar. Zuhal Demir (N-VA) sprak over een “lege doos”, haar Thatcheriaanse collega Egbert Lachaert (Open VLD) wil dat Peeters volledig opnieuw begint van een wit blad.

    Wellicht hopen de werkgevers en hun politieke marionetten op verregaandere maatregelen. Ook de krant De Tijd hoopt op meer, in een edito stelt Bart Haeck: “We moeten hopen dat er in de tweede helft van de regeerperiode een tempoversnelling komt.” Er wordt al uitgekeken naar een verlaging van de vennootschapsbelasting en nieuwe besparingsmaatregelen voor 2,4 miljard euro de komende maanden.

    Elke onduidelijkheid langs onze kant wordt meteen gevolgd door agressie van de overkant. Het ontbreken van een strategie om het actieplan na de zomer – met een betoging op 29 september en staking op 7 oktober – nu al voor te bereiden met een informatiecampagne die zich overigens niet tot de werkvloer moet beperken, maakt dat het publieke debat over de voorstellen grotendeels beperkt blijft tot de asociale voorstellen van Peeters versus de nog asocialere eisen van zijn collega-Thatcherianen.

    Het ontbreken van een zomerse informatiecampagne is een uitdrukking van het feit dat het actieplan van bovenaf werd aangekondigd zonder dit van onderuit op te bouwen, te bespreken en te beslissen. Inzetten op personeelsvergaderingen om de verdere acties en de eisen te bespreken en uit te werken, is noodzakelijk om op elk ogenblik te kunnen reageren op aanvallen. Deze regering staat voor een confrontatiemodel, ons antwoord moet daaraan aangepast zijn. We moeten ons verzet ernstig organiseren, de betoging van 29 september en de staking van 7 oktober moeten we nu al voorbereiden.

    Onze arbeid zorgt voor hun recordwinsten, maar we krijgen stank voor dank!

    Volgens de neoliberale politici en de werkgevers is er geen alternatief: de ‘loonkost’ moet naar beneden zodat ‘wij’ concurrentieel zijn met de buurlanden. Wat ze eigenlijk bedoelen is dat de winsten zo hoog mogelijk moeten zijn zodat hun dividenden hoger zijn dan die van concurrenten.

    Vorig jaar boekten alle Bel20 bedrijven samen een nettowinst van 17,7 miljard, waarvan meteen 9,9 miljard (+7%) werd weggeschonken aan de aandeelhouders. Het gemiddelde loon van de CEO’s ervan steeg vorig jaar met 20%! ‘Concurrentieel zijn’ betekent voor ons dat we zo weinig mogelijk moeten verdienen, voor hen betekent het zoveel mogelijk opstrijken.

    Al wat de grote aandeelhouders aan dividenden verdienen, is het resultaat van onze arbeid. In België zijn de werknemers gemiddeld productiever dan in de buurlanden, maar daar wordt uiteraard geen rekening mee gehouden in berekeningen van ‘loonhandicaps’. De berekening wordt beperkt tot die elementen die een pleidooi voor ‘loonmatiging’ onderbouwen. De lonen volgen de productiviteitsgroei niet. Dit draagt bij tot de steeds groter wordende kloof tussen arm en rijk.

    De ongelijkheid leidt tot wantoestanden zoals we zagen bij de Panama Papers, LuxLeaks, SwissLeaks, … De snelheid waarmee de onthullingen over belastingparadijzen elkaar opvolgen, heeft vooral te maken met de omvang van die belastingontduikingen. Topmanagers worden steeds meer betaald om dit systeem in goede banen te leiden. Ze verdienen daarom steeds meer: in de VS ging het loon van een topmanager van 20 keer een gemiddeld loon in 1973 tot 257 keer zo’n loon in 2007.

    Verzet nodig!

    De maatregelen die Peeters nu voorstelt en de besparingen die na de zomer zullen volgen om 2,4 miljard euro te vinden voor de begroting van volgend jaar, moeten doeltreffend beantwoord worden. We mogen ons niet laten paaien met kleine ‘toegevingen’ van Peeters, zoals de beperking van telewerk tijdens stakingen. Die ‘toegevingen’ hebben vooral tot doel om het ‘debat’ te beperken tot de marge die er is tussen ‘heel hard inhakken op onze arbeidsvoorwaarden’ en ‘nog harder gaan.’ Nadat de marge voor debat daartoe beperkt is, wordt een breed ‘democratisch’ debat toegelaten. Uiteraard is dat onaanvaardbaar, we moeten vertrekken van wat nodig is voor de meerderheid van de bevolking.

    Stabiele jobs met degelijke lonen; leefbare uitkeringen; massale publieke investeringen in infrastructuur, onderwijs en gezondheidszorg; … zijn slechts enkele van de zaken die vereist zijn om een leefbaar leven te leiden. Dit botst meteen op hun winsthonger en het maakt dat zelfs beperkte hervormingen in het voordeel van de meerderheid van de bevolking meteen botsen op de beperkingen van het kapitalisme. LSP verdedigt een programma van socialistische breuk met het besparingsbeleid en het hele systeem.

  • De inzet van het actieplan: de regering doen inbinden of ten val brengen?

    Foto: PPICS
    Foto: PPICS

    We moeten al teruggaan tot Dehaene I (1992-95) om een regering te vinden die meer stakingen heeft uitgelokt dan Michel I. Het lijkt er bovendien sterk op dat Michel dat record nog dit jaar breekt. Van stakers vergt dat pijnlijke financiële opofferingen, van sommigen zelfs regelrechte aderlatingen. Om wat te bereiken? Inbinden strookt niet met de bestaansreden van die regering, enkel haar val beantwoordt aan de geleverde inspanningen.

    Edito door Eric Byl uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Destijds wou Dehaene de sociale relaties herschikken met een nieuw sociaal pact. Het Globaal Plan was veel minder gunstig voor de werknemers, maar bleef wel een compromis. Tijdens de stakingen tegen het Globaal Plan klonk de roep om de regering ten val te brengen steeds luider. Met het argument dat ieder alternatief nog rechtser zou zijn dan de zittende coalitie deden de toenmalige vakbondsleiders de beweging echter landen. De huidige regering is niet uit op een verdere herziening van het compromis, maar wil een totale omslag waarbij compromissen plaats moeten ruimen voor regelrechte confrontatie.

    De regering werpt zich op als voorhoede van de sociale afbraak, de leidende fractie om de politiek van het patronaat gestalte te geven. Ze wil volgens  Michel “het DNA van de Belgische werknemers veranderen.” Zelfs de minste patronale toegeving in de Groep van 10 wijst ze af. Als we er toch in zouden slagen haar op een aantal punten en komma’s te doen inbinden, dan zal ze daar zo snel mogelijk op terugkomen. Ze heeft niet het risico genomen een regering te vormen die in het zuiden van het land slechts door een op vijf kiezers gesteund wordt, om genoegen te nemen met cosmetische veranderingen.

    Sommige vakbondsleiders zijn echter zo aan compromissen vastgeklonken dat ze steevast de confrontatie trachten te ontlopen. Dat ondermijnt de actiebereidheid, vooral in Vlaanderen. Hoewel zowat ieder alternatief deze keer linkser moet zijn dan de zittende coalitie, lijkt dat onmogelijk. Sociaaldemocraten en Groenen zijn niet gehaast om over te nemen. Zij verkiezen dat de regering haar termijn vol maakt en zoveel mogelijk vuil werk opknapt. In Frankrijk voeren hun zusterpartijen immers krak hetzelfde afbraakbeleid als Michel en wekken niet minder weerstand op.

    De PVDA/PTB, in het parlement de enige echt linkse oppositiepartij, blijft herhalen dat we de regering niet ten val moeten brengen. Een regering die aantreedt nadat haar voorganger door sociale strijd gevallen is, zou nochtans ongeacht haar samenstelling flink gas moeten terugnemen. De PVDA wil daarentegen Michel doen inbinden in afwachting van ‘een volksfront’ van haarzelf met SP.a en Groen binnen 10 à 15 jaar. LSP begrijpt het verlangen naar linkse eenheid, maar wel om te breken met de besparingspolitiek, niet om het verzet in te tomen of om zoals Hollande of Tsipras een rechts beleid te voeren.  Op die manier wordt de indruk versterkt dat de arbeidersbeweging geen alternatief heeft op het programma van rechts.

    Dat is er nochtans wel: een samenleving gebaseerd op solidariteit. Het vergt geen front, maar juist een breuk met de traditionele partners van de Belgische vakbonden, die een kordaat politiek initiatief zouden moeten nemen dat open staat voor nieuwe sociale bewegingen, de PVDA en andere krachten van radicaal links, ook LSP. Wij zijn ervan overtuigd dat een dergelijk initiatief een enorm enthousiasme kan opwekken. Als de arbeidersbeweging echter geen alternatief biedt, dan zullen rechtse populisten en extreemrechts, zoals in Oostenrijk, het ongenoegen aanwenden om zich te versterken. Peilingen wijzen nu al op een terugkeer van het Vlaams Belang.

  • Politieke aanval op stakingsrecht in Antwerpse haven

    Gewapende macht van het patronaat ingezet door rechts stadsbestuur

    27842623786_0835f738bb_z
    Het antwoord van Bart De Wever op het democratisch recht van collectieve actie: repressie.

    Het democratisch recht op collectieve actie, dat volgens Europese rechtspraak ook het zetten van stakersposten en zelfs van wegblokkades omvat, werd vandaag met harde politiehand gebroken in de Antwerpse haven. De grote middelen werden ingezet: verschillende ploegen robocops, waterkanon en ander materieel. Het doel? Het stakingsrecht breken.

    Verslag en foto’s door Geert Cool

    Het rechtse stadsbestuur en gelijkaardig samengestelde regering wil al langer in het offensief gaan tegen het stakingsrecht. Dat de Antwerpse havenzone bij stakingsacties telkens geblokkeerd wordt – op een georganiseerde wijze door personeel dat opgeleid is om de veiligheid in deze industriezone te garanderen – is een doorn in het oog van De Wever en co. Er werd beslist om van de ABVV-staking van 24 juni gebruik te maken om deze blokkade repressief te breken. Voorlopig is dit gelukt, een evaluatie onder syndicalisten dringt zich op om dit bij volgende acties te vermijden.

    27776034422_2ff439f847_z

    Alle vier de piketten van de Algemene Centrale in het havengebied werden één voor één door een indrukwekkende politiemacht gebroken. Het ging duidelijk om een grondig voorbereide actie. Wie heeft bevel gegeven tot deze voorbereiding en uitvoering? Wie draagt de politieke verantwoordelijkheid voor deze inbreuk op het recht op collectieve actie? Om het repressieve punt helemaal duidelijk te maken, werd de voorzitter van ABVV Antwerpen, Bruno Verlaeckt, opgepakt en vier uur vastgehouden. Een land waar de voorzitter van een vakbond die staakt tegen het regeringsbeleid wordt opgepakt op bevel van de regering waartegen wordt geprotesteerd, doet eerder aan een dictatuur denken. Deze regering laat niet alleen geen enkele ruimte voor overleg, ze wil ook nog zelf beslissen hoe het protest tegen haar beleid er moet uitzien: stilletjes en op plaatsen waar niemand het merkt. In een politiecel bijvoorbeeld.

    Het stakingsrecht omvat het zetten van stakersposten. Zelfs het opwerpen van wegblokkades kan onderdeel zijn van het recht op collectieve actie. In de Antwerpse haven wordt al tientallen jaren gewerkt met stakersposten die de vier toegangspunten tot de Scheldelaan afzetten. Op 24 juni was het niet anders. De beslissing om dit te doorbreken is politiek en gericht tegen het stakingsrecht. Met het vrijmaken van de weg had het in de praktijk niets te maken. Het verkeer verliep een pak vlotter toen de politie nog niet tussengekomen was. De stakers zorgden ervoor dat iedereen netjes terug kon rijden, de files vielen mee. Tijdens de politietussenkomst, die heel wat tijd in beslag nam om onder meer elk vuurtje aan elke stakerspost te laten blussen door opgevorderde brandweer, liep het verkeer compleet in de soep met lange files en wachttijden tot gevolg. Om het verkeer was het dus niet te doen, enkel om het breken van het stakingsrecht.

    We moeten hierop antwoorden. Na de zomer volgen nog stakingsacties en betogingen. Laat ons van de zomer al gebruik maken om die goed voor te bereiden en de mobilisatie drastisch op te voeren. Laten we ook nadenken over actiemiddelen waarmee we het volledige havengebied kunnen platleggen zonder dat dit relatief eenvoudig wordt gebroken met een politie-optreden zoals vandaag. Vier stakersposten met elk een 50-tal aanwezigen kunnen vrij snel gebroken worden, wat met tientallen dergelijke stakersposten? Ons belangrijkste wapen is ons aantal, laten we dat ook optimaal mobiliseren.

    Het is op basis van mobilisatie en organisatie dat we democratische rechten hebben afgedwongen, we zullen ze op eenzelfde manier verdedigen tegen de gewapende macht van het patronaat en diegenen die beslissen om deze macht in te zetten.

    Enkele foto’s:
    24 juni - repressie in Antwerpse haven

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop