Your cart is currently empty!
Tag: actieplan 2016
-
Betoging tegen de 45-urenweek
Nog voor het actieplan van de vakbonden aangekondigd was, beslisten enkele jongerenorganisaties en syndicalisten om het protest tegen de wet-Peeters op te voeren. In het kader van de Franse oproep voor een actiedag in het kader van Nuit Debout op 15 mei werd in Brussel betoogd tegen de afschaffing van de 38-urenweek. Hierdoor wordt een grotere flexibiliteit opgelegd met arbeidsweken tot 45 uur op ogenblikken dat de werkgever dit wenst. In plaats van extra werkkrachten aan te werven voor piekmomenten, zal het bestaande personeel flexibeler ingezet worden. Op een ogenblik dat er zoveel werklozen zijn en zoveel werkenden met stress en burn-outs kampen, is het onverantwoord om de werkenden langer te laten werken voor hetzelfde loon. Een arbeidsduurvermindering zou veel logischer zijn, ook al omwille van de toegenomen productiviteit die maakt dat we gemiddeld veel meer produceren op kortere tijd.De betoging tegen de 45-urenweek werd georganiseerd door het collectief ‘Blokkeer de 45 uren’ met vooral jonge activisten maar ook enkele syndicalisten. Er was een eerste actie op 1 mei met een betoging, dit was de tweede betoging. Ook nu waren er enkele honderden aanwezigen met onder meer syndicale vlaggen en affiches van ACOD LRB (Lokale en Regionale Besturen) en CNE (de Franstalige tegenhanger van LBC, de christelijke bediendencentrale). Verder ook syndicale jongerengroepen zoals JOC en USE, naast militanten van politieke organisaties (waaronder LSP) en activisten van onder meer de mensen-zonder-papieren of Nuit Debout. De betoging trok van het Centraal Station naar St Gillis, we passeerden onder meer de kantoren van werkgeversorganisatie VBO en die van de Franstalige liberale partij MR. Er werd geëindigd met een algemene vergadering in St Gillis. Tegelijk begon aan de Kunstberg een bijeenkomst van Nuit Debout.
Het protest is bij ons nog niet zo groot als in Frankrijk waar de gehate hervorming van de arbeidswet leidt tot massale acties. Maar de aanvallen gaan in dezelfde richting: de gewone werkenden verder als citroenen uitpersen terwijl ze al lang uitgeperst zijn om zo de winsten van de grote bedrijven veilig te stellen zodat de grote aandeelhouders nog wat meer in Panama en andere belastingparadijzen kunnen ‘investeren’. Het protest tegen de 45-urenweek en de bijeenkomsten van Nuit Debout zijn een goede eerste stap in de opbouw naar het syndicale actieplan dat op 24 mei van start gaat met een grote betoging in Brussel. Gevolgd door een staking op 24 juni en nieuwe acties na de zomer, kan het protest tegen onder meer de wet-Peeters bij ons snel aansluiting vinden bij de Franse beweging. Als het in Parijs regent, druppelt het in Brussel. Dat zagen we met de acties van zondag. Maar met het actieplan van de komende maanden kunnen we voor storm in België zorgen, een storm waarmee we de regering en het besparingsbeleid wegstaken. Dat is noodzakelijk voor zowel onze levensstandaard als onze levenskwaliteit.
-
Antwerpse interprofessionele ABVV-meeting: acties moeten lukken
Op 12 mei hield het ABVV in Antwerpen een interprofessionele vergadering met voorzitter Rudy De Leeuw als spreker over de aanvallen van de regering en het verzet ertegen. Met een indrukwekkend actieplan de komende maanden en een rechtse regering die aangeeft dat er enkel nog meer aanvallen zullen komen, is de inzet groot. De zaal in het Bondsgebouw zat niet zo afgeladen vol als voor het eerste actieplan in 2014, maar ondanks de drukke bezigheden van veel militanten in het kader van de sociale verkiezingen was er toch een goede aanwezigheid en een strijdbare stemming.Verslag: Geert, foto’s: Liesbeth
De Leeuw benadrukte dat de werkenden met deze regering niets zullen bekomen. Stappen die in het nabije verleden gezet zijn rond de harmonisatie van arbeiders en bedienden, worden nu al opnieuw in vraag gesteld door de werkgevers die terug een proeftijd willen invoeren. De werkgevers willen steeds meer en kunnen daarvoor rekenen op de populisten in de regering die niet aarzelen om op basis van kiezersbedrog (of hadden ze op voorhand aangekondigd dat ze de pensioenleeftijd zouden optrekken en dat ze onze lonen naar beneden wilden?) een asociaal beleid te voeren. “Wij laten dit niet gebeuren,” stelde De Leeuw.Rond de gehate wet-Peeters gaven regering en werkgevers aan dat er enkel over punten en komma’s kon onderhandeld worden. Dat is geen overleg, het is schijnoverleg. Het ABVV blijft bij het standpunt dat de wet-Peeters moet ingetrokken worden. Controle op de arbeidstijd betekent immers recht op rust en recht op een sociaal en privé-leven. Met de wet-Peeters gaan we in de omgekeerde richting met de mogelijkheid van een 45-urenweek of met alle overuren en zo erbij eigenlijk zelfs 47,5. Met een indexsprong van 2% moeten we eigenlijk een week extra per jaar voor niets werken. De enige manier waarop de regering aan onze koopkracht tegemoet wil komen, is door ons een week langer per jaar te laten werken voor hetzelfde loon als voorheen. Het ABVV stelt daartegenover dat de koopkracht de productiviteit en winsten moet volgen. In plaats van werkbaar werk, worden zieken gesanctioneerd en zullen we meer burnouts krijgen. Waardige pensioenen na een werkbare loopbaan, kunnen voor deze regering niet. “Het probleem is niet dat de publieke pensioenen te hoog zijn, die in de privésector zijn te laag,” merkte De Leeuw op.
Inzake alternatieven hield De Leeuw het op de nood aan meer publieke investeringen, onder meer in infrastructuur wat ook het milieu ten goede komt. En daarnaast op de lonen die de productiviteit volgen met de noodzaak van een Europees offensief voor betere lonen. De ABVV-voorzitter merkte op dat de vakbonden onder vuur liggen, maar dat we de tegenaanval moeten organiseren.
Hoe dit de komende weken zal gebeuren, werd duidelijk gemaakt door Bruno Verlaeckt die het actieplan toelichtte: grote betoging op 24 mei gevolgd door een algemene staking op 24 juni. Na de zomer moeten we verdergaan, deze regering zal geen toegevingen doen, ook van Kris Peeters moeten we niets verwachten. De actiekalender is zwaar, maar het is noodzakelijk dat we in verzet gaan.Vanuit de zaal werd de toon meteen gezet. Een van de eerste sprekers kreeg een uitgebreid applaus toen hij stelde dat het doel van de acties moet zijn om deze regering weg te krijgen. De spreker daarna voegde eraan toe dat niet alleen de regering maar ook hun maatregelen weg moeten. Er werden vragen gesteld bij de manier waarop het vorige actieplan werd gestopt. “We stonden sterk, we waren aan het winnen, maar toen werd het zonder inspraak gestopt,” stelde een militant die voorstelde dat de militanten zelf moeten kunnen beslissen over de afloop van de acties. Vanuit de zaal werd ook opgeworpen dat we onze alternatieven en positieve eisen moeten uitwerken, onder meer rond arbeidsduurvermindering en een echte vermogensbelasting.
In zijn conclusie stelde De Leeuw dat het doel van de acties onder meer moet zijn om de wet-Peeters weg te krijgen. Hij merkte op dat er overal in Europa aanvallen zijn op de arbeidswet – al vergat hij het Franse voorbeeld te vermelden terwijl er daar een massale beweging bezig is, kwam de vergetelheid voort uit het feit dat de PS in de Franse regering zit? Op vlak van alternatieven hield De Leeuw het op het stoppen van de wet-Peeters en controle op de arbeidstijd als eerste stap om nadien over een arbeidsduurvermindering te kunnen spreken. De opmerking over de afloop van het actieplan van 2014 beantwoordde hij met de stelling dat het stopzetten van de acties “misschien wel een vergissing was.”
De interprofessionele vergadering toonde een strijdbare maar ook kritische stemming. De roep om met onze acties te gaan voor het wegstaken van regering en besparingen, weerklonk duidelijk vanuit de zaal. De vraag naar wie over de acties beslist, leefde eveneens. In ons pamflet benadrukten we met LSP onder meer het belang van personeelsvergaderingen en de opbouw van een brede betrokkenheid van onderuit bij het actieplan. Dat moet ons toelaten om een offensieve beweging uit te bouwen. Het recordaantal kandidaten bij de sociale verkiezingen, de groei van het aantal vakbondsleden, peilingen over steun aan de vakbonden, … zijn allemaal indicaties van de kracht van de arbeidersbeweging. De ploeg staat er en er is bereidheid om een offensieve strijd te voeren, de enige manier om met onze acties ook effectief tot overwinningen te komen.
-
Op 24 mei opnieuw met 100.000+? Tweede actieplan: weg met regering en besparen
LSP-pamflet dat op de interprofessionele vergadering van ABVV-Antwerpen deze avond zal verspreid worden. PDF
We zitten volop in de sociale verkiezingen. Hoe groot wordt de deelname? Welke delegatie gaat erop vooruit? Hoe zal de verhouding zijn tussen de bonden? Dat is allemaal nog onbekend. Voor de patroons en de politici zijn onze militanten egoïsten en weten onze kandidaten niet wat er leeft op de vloer. In de massamedia worden vakbonden dag in dag uit platgebrand. Toch zijn we er sterker op geworden. Nooit eerder waren er 132.750 (!) kandidaten. Het aantal vakbondsleden is sinds 2006 met 200.000 toegenomen. 75% van de Vlaamse en 81% van de Franstalige kiezers vindt dat de vakbonden van groot belang zijn om onze sociale rechten te verdedigen. Dit enorme reservoir aan steun voor een alternatief op het neoliberale afbraakbeleid mobiliseren, wordt de inzet van het actieplan van de vakbonden. Een geslaagde interprofessionele militantenvergadering is daar de beste aanzet toe.
Het actieplan dat de vakbondsleiding vandaag voorlegt, is niet min (Zie kader). Het kon moeilijk anders: de tussentijdse ‘vingeroefening’ van Kris Peeters is meer dan één brug te ver. Dat hij daar in een context van Panama Papers aan toevoegt dat we met zijn allen boven onze stand leven, is waanzinnig arrogant. Binnenkort staan ook de loonwet en de omkadering van het stakingsrecht op de agenda en dan moet volgens Peeters het echte snoeiwerk deze zomer nog beginnen. Het zou ons niet verbazen dat daar opnieuw een indexsprong tussen zit. Door zoveel strijdlust aangestoken, doet ook het VBO een duit in het zakje door de bescherming van de delegees te betwisten.
Premier Michel wil ‘deze unieke coalitie aangrijpen om het DNA van de samenleving te wijzigen’. Versta: de regering gaat voor een krachtmeting. Haar houding tegenover de staking van de cipiers toont hoever ze wil gaan. Heel het jaar door moeten gevangenen in overvolle cellen in het zicht van hun medegevangenen hun behoefte doen, maar als de cipiers ten einde raad in staking gaan, dan stuurt de regering het leger op ‘humanitaire’ missie. Als de regering dezelfde middelen inzet tegen stakingen als tegen aanslagen, hoeft het dan te verbazen dat de patronale extremist Van Eetvelt die logica doortrekt en ons terroristen noemt?
Leger of geen leger, als we op 24 mei terug met 100.000+ in Brussel betogen, zal dat de regering dooreen schudden. Met die boodschap moeten we van hieruit vertrekken naar onze bedrijven: onze acties kunnen wel degelijk resultaat opleveren. We mogen niet wachten tot na de sociale verkiezingen, de beste verkiezingscampagne is die welke inspeelt op de actuele thema’s. Onze affiches moeten omhoog, onze pamfletten uitgedeeld, maar we moeten vooral de tijd gebruiken om met de hele militantenkern collega na collega te overtuigen om deze keer mee te doen. Waarom geen mobilisatielijst opstellen die we dag na dag aanvullen? Iedere sector, ieder bedrijf, iedere werknemer wordt door minstens één maatregel extra geraakt. We moeten hen daarop aanspreken en waar mogelijk personeelsvergaderingen organiseren. Waarom het actieplan er niet ter stemming voorleggen om de betrokkenheid te maximaliseren?
Zal niemand naar zo’n personeelsvergadering komen? Dat weet je pas als je het geprobeerd hebt, maar zelfs al valt de aanwezigheid tegen, dan kan je er tenminste op wijzen dat je iedereen de kans geboden hebt om mee te beslissen. De patroon wil het niet? Deze krachtmeting overstijgt het bedrijf, het gaat over het behoud van onze sociale rechten en daarvoor zullen zijn particuliere belangen even moeten wijken. Je durft niet spreken voor zoveel volk? Vraag je secretaris of desnoods een ervaren delegee uit je sector als gastspreker. Je bedrijf ligt in of bij een woonwijk? Waarom de buren niet vragen om de mobilisatieaffiche aan hun raam te hangen? Maak voor 24 mei concrete afspraken, als het kan aan de ingang van het bedrijf. Neem megafoon, vlaggen, koffie en een radio mee. Zorg voor animatie aan het vertrekpunt.
Eén betoging en één staking zullen niet volstaan, daarvoor is de inzet te groot. Het ABVV heeft gelijk om nog voor de zomer uit te pakken met een 24-urenstaking op 24 juni. Zoniet dreigt de aanval op de 38-urenweek, op de overheidspensioenen en de toegenomen flexibiliteit ondergesneeuwd te worden onder nieuwe maatregelen. Zo hebben ook een aantal beroepscentrales van het ACV het begrepen. Maar het is uiteraard geen toeval dat de regering het echte snoeiwerk deze zomer plant. Ze hoopt op minder aandacht en meer toegeeflijkheid. Dat is waarom waarom de vakbonden het actieplan over de zomer tillen. We kijken ernaar uit wat federaal voorzitter De Leeuw ons daarover zal vertellen. De sterkte van de vakbonden zijn echter de militanten. Zij zullen het actieplan in de bedrijven en als het enigszins kan ook in de wijken errond gestalte moeten geven. Hopelijk wordt op de interprofessionele militantenvergadering ook tijd uitgetrokken voor hun commentaar.
Een actieplan dat loopt over 5 maand kan heel sterk zijn. We krijgen de nodige tijd om de collega’s te bestoken met argumenten. Maar we gaan dat deze zomer toch niet afzwakken? We gaan ons toch niet opnieuw laten rollen met een taxshift die op een aanslag op onze koopkracht uitdraait? Uit het actieplan van 2014 hebben we geleerd dat deze regering niet wil matigen, dat ze enkel ‘onderhandelt’ over pietluttigheden. Waarom niet zeggen waar het op slaat: deze regering lanceert een politieke krachtsmeting, haar ten val brengen is het enige gepaste antwoord. Een politieke staking? Niet de vakbonden, maar de regering plaatst ieder sociaal conflict op de politieke agenda. Wat is er trouwens mis met een politieke staking? Het leverde ons de 8-urendag, het algemeen stemrecht en het jaarlijks verlof op. De regering koketteert graag met ‘westerse waarden’, maar wil ons wel de middelen ontzeggen waarmee die werden afgedwongen.
Deze regering is niet krachtig, maar zwak. Haar economisch beleid faalt. De groei van de Belgische economie is teruggevallen van een koppositie naar de staart van Europa. Het begrotingstekort bevindt zich opnieuw in de Europese gevarenzone. De nationale schuld neemt toe ondanks de lagere rentenlasten. Met Finland is ons land het enige in Europa waar de tewerkstellingsgraad terugloopt. Wat als morgen de olieprijzen opnieuw stijgen? Wat als de Europese Centrale Bank haar beleid van geldcreatie en lage rentevoeten bijstelt? Wat als de Chinese economie echt wegglijdt in recessie? Wat als Cameron morgen het referendum over een Brexit verliest? Bij wie denk je dat de regering dan zal komen aankloppen? Twee ministers moesten al vertrekken uit de ‘kibbelcoalitie’: Galant (MR) uit de federale en Turtelboom (Open Vld) uit de Vlaamse regering. Jambon en Geens hadden er beter ook al de brui aan gegeven. Het ‘sociaal gezicht’ Kris Peeters is ontmaskerd. Als we deze regering ten val brengen, zal gelijk welke regering die erna komt uit een ander vaatje moeten tappen. Ze zal immers met een meer zelfbewuste arbeidersklasse geconfronteerd worden.
Een beweging om de regering en de besparingen weg te staken, zal onvermijdelijk leiden tot discussie over een politiek alternatief. Gewoon terugkeren naar centrumlinkse coalities die het besparingsbeleid aan een trager ritme verderzetten, zou een enorme teleurstelling zijn. De vakbonden zijn de grootste ledenorganisaties van het land. Hun oproepen worden massaal opgevolgd. Talloze jongeren, ook niet-gesyndiceerden, proberen op hun manier de sociale strijd te versterken, in Hart Boven Hard, Nuit Debout en andere spontane mobilisaties. Een tweede actieplan mag zich niet beperken tot het stoppen van de besparingen en al evenmin tot de val van de regering, maar moet in de bedrijven, op de straat, in de wijken, de krachten bundelen waarmee we een andere politiek zullen afdwingen.
Elders in Europa dagen nieuwe linksere partijen zoals de Spaanse coalitie van IU en Podemos de sociaaldemocratie uit. Sinds Corbyn voorzitter werd, is er binnen het Britse Labour een burgeroorlog aan de gang tussen rechtse Blairisten en linkse Corbynisten. De voorcampagne van Sanders in de VS illustreert het potentieel voor een partij die volledig breekt met de politiek van Wall Street. Een breuk van de vakbonden met de traditionele ‘partners’ en een kordaat initiatief dat openstaat voor nieuwe sociale bewegingen, de PVDA en andere krachten van radicaal links, zou een verpletterend enthousiasme opwekken en op enkele maanden tijd het politieke landschap in ons land kunnen hertekenen. LSP wil daaraan bijdragen, tegelijk blijven opkomen voor een einde aan dit voorbijgestreefd systeem van privaat bezit en winstbejag en ijveren voor een modern democratisch socialisme met vrij gebruik van kennis en middelen ten behoeve van allen.
[box type=”info” align=”alignright” width=”300″ ]
- 24 mei: betoging in gemeenschappelijk vakbondsfront
- 31 mei: betoging van de openbare diensten
- 25 mei- 17 juni: thematische acties
- 20-24 juni: sensibilisering in de bedrijven
- 24 juni: algemene staking van het ABVV (en mogelijk verschillende ACV-centrales)
- 29 september: betoging in gemeenschappelijk vakbondsfront
- 7 oktober: algemene staking in gemeenschappelijk vakbondsfront
[/box]
-
Regering-Michel wil ‘moderniseren’… door terug te keren naar situatie voor 1936

“Een significant deel van de bevolking pikt dit beleid niet meer.” Foto vanop de ABVV militantenconcentratie van 19 april (foto door Liesbeth) De regering-Michel had niet veel tijd nodig om op kruissnelheid te komen. De regering van rijken zette zich meteen aan het werk om asociale maatregelen op te leggen. Toen duidelijk werd dat de gigantische beweging van sociaal verzet eind 2014 niet doorgezet werd, aarzelde de regering niet om verdere stappen in de sociale afbraak te zetten. Op arrogantie en besparingsdrift wordt niet bespaard.
Artikel door Simon (Luik) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
De regering-Michel koos ervoor om enkele van de meest kwetsbare lagen eerst aan te pakken: oudere werklozen verliezen hun toeslag op basis van anciënniteit en de uitkeringen voor tijdelijke werkloosheid werden vanaf januari 2015 beperkt. Tegelijk werd het vervolgen van ‘sociale fraude’ een prioriteit. Dat is immers makkelijker dan de strijd tegen fiscale fraude.
Ook werden de voorwaarden voor vervroegd pensioen moeilijker gemaakt en werd bepaald dat bruggepensioneerden kunnen gevraagd worden om terug aan de slag te gaan. Als kers op de taart werd beslist om de pensioenleeftijd geleidelijk op te trekken naar 66 en vervolgens 67 jaar. Werkenden kregen een indexsprong opgelegd. Op drie maanden tijd voerde de rechtse regering dus een hele reeks asociale maatregelen door.
Een Thatcheriaanse regering heeft niet de neiging om te stoppen. “Zwakheid zet aan tot agressie,” schreven we in onze pamfletten eind 2014. Na het stilvallen van de acties ging de regering over tot nieuwe offensieven. De tax shift werd aanvankelijk voorgesteld als een syndicale eis, maar het werd omgevormd tot een bijkomende aanval op de werkenden en hun gezinnen. De verhoging van de BTW op elektriciteit is daar een goed voorbeeld van. In april 2015 werd de indexsprong toegepast waardoor onze koopkracht een forse knauw kreeg.
En nu wordt een belangrijke sociale verworvenheid van de arbeidersbeweging onder druk gezet met de wet-Peeters die de achturendag wil afschaffen zodat we terug 45 uur per week kunnen werken. De liberale partners wilden zelfs verder gaan. Tegelijk worden in de openbare diensten met de regelmaat van de klok nieuwe aanvallen doorgevoerd.
Wie kan er nog twijfelen aan de bedoelingen van deze regering? Ze zal niet vanzelf stoppen met het besparingsbeleid. We zullen de regering moeten wegstaken met een grote beweging van de werkenden en hun medestanders. De regering bereidt zich daar overigens op voor met een toenemende repressie tegen de vakbonden. Denk maar aan de wijze waarop Jordan Croeisaerdt, een strijdbare spoorman uit Brussel, een dwangsom van ongeveer 1.700 euro opgelegd kreeg omdat hij begin januari aan een staking deelnam. Deze concrete aanval op een spoorman geeft aan hoe regering en patronaat het belangrijkste obstakel voor het asociale beleid uit de weg willen ruimen. Vandaar ook het debat over rechtspersoonlijkheid voor vakbonden, het ‘omkaderen’ van het stakingsrecht of de discussies over een nieuw “herenakkoord” om de “sociale vrede” te garanderen. Al deze maatregelen die ons regelrecht naar de 19de eeuw terugsturen, worden dan voorgesteld als “vooruitgang”!
Er wordt gesproken over de “modernisering van de publieke sector” of nog van het “flexibiliseren van de arbeidsmarkt om deze aan de huidige vereisten aan te passen.” Deze neoliberale regering probeert de besparingsagenda voor te stellen als vernieuwend en aangepast aan deze tijd. Elke maatregel van deze regering krijgt in de officiële communicatie het etiket “modern” mee. En dat terwijl de afschaffing van de vaste wekelijkse arbeidstijd betekent dat we terugkeren naar de situatie van voor 1936!
In dezelfde gedachtengang wordt elk onderdeel van onze strijd stelselmatig voorgesteld als achterhaald en oubollig. Michel en co worden daarbij enthousiast bijgestaan door de gevestigde media die aanhoudend deze retoriek over de vakbonden naar voor brengen. Deze propaganda heeft zelfs gevolgen binnen onze eigen rangen.
Linkse militanten moeten ertegen ingaan. We moeten niet alleen een tegengewicht bieden maar ook onze eigen analyses en voorstellen naar voor brengen om onze strategie tegen de werkgevers en hun marionetten in de regering uit te werken.
Tegenover de sociale achteruitgang van deze regering plaatsen wij vooruitgang zoals de collectieve arbeidsduurvermindering met behoud van loon en bijkomende aanwervingen. We verdedigen moderne openbare diensten. Dit betekent diensten waarvan de financiering aangepast is aan de sociale behoeften zodat iedereen er gebruik van kan maken.
De klassenstrijd wordt intensiever. Deze regering is immers het scherpste instrument van het patronaat sinds 30 jaar. Deze stormram zal niet stoppen, tenzij wij haar stoppen. Het is doorheen strijd dat de werkende bevolking verworvenheden heeft bekomen, we moeten er vandaag ook gebruik van maken in onze strijd voor het behoud van deze verworvenheden en om er nieuwe af te dwingen. Dit veronderstelt vandaag de uitbouw van een beweging die een einde maakt aan deze regering van de rijken.
[divider]
Voor een actieplan naar het model van dit eind 2014!
Op 19 april waren er maar liefst 3.500 ABVV-militanten in Brussel bovenop 2.500 in Luik, 2.000 in Charleroi en enkele honderden in Namen. Een dag later betoogden 10.000 militanten van het ACV door Brussel. “De speeltijd is voorbij,” verklaarde Marie-Hélène Ska, de algemeen secretaris van het ACV. We moeten de strijd tegen de “bende rotzakjes” van deze regering verderzetten, verklaarde Marc Goblet van het ABVV. Er werd een grote nationale vakbondsbetoging eind mei aangekondigd.
We moeten alle kansen aangrijpen om tijdens de acties, maar ook in de bedrijven via algemene personeelsvergaderingen op de werkvloer, in de scholen en in de wijken een sociaal klimaat te creëren waardoor een tweede actieplan van dezelfde grootteorde of nog groter dan dat van het najaar 2014 mogelijk wordt.
Interprofessionele algemene vergaderingen en opnieuw een nationale betoging eind mei, zoals die op 6 november 2014, zouden een geschikte aanzet zijn. Het zou de regering flink van haar stuk brengen. Als we daar na de zomer opnieuw provinciale stakingsdagen, gevolgd door een nationale 48-urenstaking aan koppelen, kunnen we aan deze horrorregering een einde maken. Elke regering die daarna aan de macht komt, zou wel uit een ander vaatje tappen.
De vakbonden zijn de grootste ledenorganisaties van het land. Iedere ernstige oproep wordt massaal opgevolgd. Talloze jongeren, ook niet-gesyndiceerden, proberen op hun manier de sociale strijd te versterken, in Hart Boven Hard, Nuit Debout en andere spontane mobilisaties. Het wordt tijd dat de vakbonden meehelpen om dat verzet ook politiek te organiseren. Tijd dat we die praatbarak van een parlement open breken met echte vertegenwoordigers van de werkenden, de jongeren, de gepensioneerden, de zieken, … Een tweede actieplan mag zich niet beperken tot het stoppen van het besparingsbeleid en al evenmin tot de val van de regering, maar moet in de bedrijven, op de straat, in de wijken de krachten bundelen waarmee we een andere politiek zullen afdwingen.
[divider]
Ondanks mediacampagnes blijft er veel vertrouwen in vakbonden
Na de verkiezingen van 2014 was er een peiling van IPSO-KUL (*) rond de mening van de bevolking over de vakbonden. De conclusie is duidelijk: ondanks de mediacampagnes en de hysterie tegen onze acties, staat een groot deel van de bevolking, zowel in Vlaanderen als langs Franstalige kant, positief tegenover de vakbonden. Het toont het enorme potentieel voor mobilisatie.
- 75% van de Vlaamse kiezers en 81% van de Franstaligen vinden dat vakbonden van groot belang zijn om sociale rechten te verdedigen
- 75% van de Franstaligen en 64% van de Nederlandstaligen vinden dat het stakingsrecht nodig is om de belangen van de werkenden te verdedigen
- 68% van de Franstaligen en 57% van de Nederlandstaligen vinden dat het gerecht niet tegen stakingen mag optreden
- De openbare sector moet een belangrijke plaats innemen in sectoren zoals openbaar vervoer, energie en water: 79% van de Nederlandstaligen en 78% van de Franstaligen steunt dit standpunt
- De helft van de Franstalige kiezers en bijna 42% van de Nederlandstaligen denken dat werklozen aan hun lot zouden overgelaten worden indien er geen vakbonden waren
- “Omdat ik wil meewerken aan een solidaire en democratische samenleving” is een belangrijke ideologische reden om lid te zijn van een vakbond, bevestigden 40% van de Vlaamse en 54% van de Franstalige vakbondsleden.
* Het onderzoek omvatte een peiling waarbij 1.183 Vlaamse kiezers werden bevraagd tussen 2 oktober 2014 en 16 maart 2015 en 719 Franstalige kiezers tussen 9 oktober 2014 en 6 juni 2015.
-
Ambtenarenpensioenen zijn niet te hoog, de pensioenen in privésector zijn te laag!

Foto: PPICS Kris Peeters moet ongetwijfeld geweten hebben dat reeds in de 16de eeuw Machiavelli de politici van zijn tijd de goede raad gaf: “Verspil nooit de gelegenheid geboden door een goede crisis”. Terwijl de meeste mensen rouwden om de slachtoffers van de aanslag van 22 maart, en dus minder op sociale acties gericht waren, misbruikte de regering de aanslagen om een hele resem antisociale maatregelen door te voeren. Daaronder een nieuwe, harde aanval op de ambtenarenpensioenen.
Artikel door Tim, militant ACOD-Onderwijs
België behoort in Europa tot het groepje landen met de laagste pensioenen. Een gemiddeld wettelijk pensioen bedraagt nauwelijks 1.100 euro per maand, ruim onvoldoende voor een degelijke levensstandaard en ruim onder de kostprijs voor een verblijf in een rusthuis. De veel te lage pensioenen zijn de oorzaak voor veel armoede bij ouderen.
Ambtenarenpensioenen liggen bruto gemiddeld een duizendtal euro hoger, zo liet ook de pers de voorbije weken veelvuldig weten. Dat in dat gemiddelde ook de hoge pensioenen van topambtenaren zitten, dat er ook sociale lasten worden afgedragen, en dat veel ambtenaren een “gemengde” loopbaan hebben en dus een aantal jaren ambtenarenpensioen combineren met lagere pensioenstelsels, wordt hierbij vergeten. De meerderheid van de ambtenaren in België heeft een pensioen tussen 1.500 en 1.700 euro per maand: een bedrag dat ongeveer op het Europese gemiddelde ligt. Het zijn dus niet de ambtenarenpensioenen die te hoog zijn, de pensioenen in de privésector zijn veel te laag om een menswaardig leven te leiden.
Die discussie wil de regering echter niet voeren, dus organiseert ze een heksenjacht op wat zij de “privileges” van de ambtenarenpensioenen noemt. Het gaat dan over de zogenaamde “gunstige tantièmes”, systemen waar men na minder dan 40-45 jaar een volledig pensioen kan opbouwen. Of de “diplomabonificatie” waardoor studiejaren soms meetellen in het aantal jaren waarvoor pensioen wordt voorzien. In één beweging worden ook tal van gelijkstellingen aangevallen die moeten maken dat ambtenaren die jarenlang als contractueel hebben gewerkt en pas op latere leeftijd statutair werden niet gediscrimineerd worden tegenover hun statutaire collega’s.
Dat de pensioenwetgeving – zeker die bij ambtenaren – ingewikkeld is, zal niemand ontkennen. Ze is immers vaak organisch gegroeid vanuit de specifieke omstandigheden waarin bepaalde beroepsgroepen werken. Gunstige tantièmes of diplomabonificatie komen vaak voor bij die jobs waar iemand pas op latere leeftijd toegang toe krijgt. Veel van die regels bestonden vroeger ook in de privésector, maar zijn bij vorige besparingsrondes gesneuveld. De regering wil dit werk nu afmaken en ook de laatste correcte pensioenen afschaffen.
LSP vertrekt van een totaal ander uitgangspunt: ongeacht hoe een pensioen berekend wordt, iedereen heeft recht op een leefbaar pensioen: 1.500 tot 1.700 euro is vandaag het bedrag dat men maandelijks nodig heeft om dat te garanderen. Wij verzetten ons tegen de pogingen van de regering om iedereen naar een hongerpensioentje te herleiden en tegen de pogingen om verdeeldheid te zaaien tussen verschillende delen van de arbeidersklasse. De vakbondsleiding moet hierop reageren door een algemene campagne voor een leefbaar pensioen voor iedereen te organiseren, en voor de uitbreiding van de beschermende elementen van het ambtenarenstatuut naar iedereen, eerder dan het af te schaffen. In een wereld van Panamamiljardairs en een 1% van fiscale fraudeurs is er meer dan rijkdom genoeg om dit waar te maken!
-
Inzet van actieplan: bouwen aan massabeweging die regering doet vallen
De nieuwe bijkomende besparingen en aanvallen door deze regering van rijken leiden tot nieuw sociaal verzet. De vakbondsleidingen konden na de afschaffing van de 38-urenweek en het overloon voor overuren, de aanval op de pensioenen in de publieke sector, de bijkomende taksen en de uitbreiding van interimarbeid niet meer wachten tot na de sociale verkiezingen om acties aan te kondigen. Er werd een nieuw actieplan aangekondigd in opbouw naar een algemene staking op 7 oktober, de tweede verjaardag van de Thatcheriaanse regering.
De kalender van acties ziet er veelbelovend uit:
- 24 mei: betoging in vakbondsfront
- 31 mei: betoging van de openbare diensten
- 25 mei- 17 juni: thematische acties
- 20-24 juni: sensibilisering in de bedrijven
- 24 juni: algemene staking van het ABVV (en mogelijk verschillende ACV-centrales)
- 29 september: betoging in vakbondsfront
- 7 oktober: algemene staking
Deze agenda biedt een nieuwe kans om een klimaat van sociaal verzet op te bouwen. Evident zal dit uiteraard niet zijn, geen enkele krachtsverhouding wordt ons zomaar in de schoot geworpen. Strijdbare delegaties kunnen het actieplan aanwenden om collega’s te informeren, te overtuigen en te mobiliseren. Personeelsvergaderingen waar de actieplannen worden voorgelegd kunnen de betrokkenheid bij de acties maximaliseren waarna een democratische beslissing kan genomen worden. Interprofessionele regionale vergaderingen met spreekrecht aan de basis kunnen mee de toon helpen zetten in de richting van een een offensieve beweging die in staat is andere lagen mee op sleeptouw te trekken, denk maar aan jongeren of aan mensen die geïsoleerder staan op hun werkvloer.
Sommigen zullen klagen dat het te snel gaat, anderen dat het niet snel genoeg gaat of geven zich op voorhand gewonnen omdat de leiding de beweging toch zal uitverkopen. Door onze strijd zelf te organiseren, onder meer via personeelsvergaderingen, en door gebruik te maken van de aangekondigde acties om onze krachten te versterken, kunnen we volgens LSP bijdragen aan het omzetten van het breed gedragen ongenoegen in een actieve beweging waarmee we de regering wegstaken.
De propaganda van de rechtse regering en haar papegaaien in de gevestige media over ‘onverantwoorde’ vakbonden die ‘niemand vertegenwoordigen’ heeft een zekere impact, maar wordt steeds meer betwist door brede lagen. Onderzoeken geven aan dat een overgrote meerderheid van de bevolking, ook in Vlaanderen, het belang van de vakbonden erkent. Ook is de betrokkenheid bij de vakbond toegenomen, een studie van Randstad gaf aan dat 53% van de werkenden zich betrokken voelt bij de vakbond tegenover 44% bij de vorige sociale verkiezingen vier jaar geleden. In bedrijven waar zeker sociale verkiezingen zouden volgen, gaf 72% aan zeker te zullen stemmen. Dit is mee het resultaat van het actieplan eind 2014.
Het nieuwe actieplan kan verder bouwen op de lessen van het vorige plan. De actieve basis van de vakbond is verder aangegroeid, dat zagen we ook al op de verschillende betogingen waaronder die van 7 oktober vorig jaar die veel groter was dan door iedereen verwacht. Tegelijk is de regering verzwakt, het ‘kibbelkabinet’ vecht niet alleen tegen onze levensstandaard maar ook tegen elkaar. Het breed gedragen ongenoegen speelde een rol in het feit dat reeds twee ministers moesten vertrekken: Galant (MR) uit de federale en Turtelboom (Open Vld) uit de Vlaamse regering. Kris Peeters (CD&V) kan zich bezwaarlijk nog voordoen als het ‘sociaal gezicht’ binnen de regering, zijn uitspraak dat we allemaal boven onze stand leven heeft nog meer olie op het vuur gegoten. Op de ACV-betoging van 20 april stond het protest tegen de wet-Peeters over de 45-urenweek centraal. Dit zijn elementen die het voor de vakbondsleiders moeilijker zullen maken om een op gang getrokken beweging opnieuw stil te leggen.
Peeters verklaarde dat wie staakt niet aan de onderhandelingstafel thuishoort. Maar wat valt er aan die onderhandelingstafel nog te bekomen? De regering legt er de patronale eisen voor en eist van de vakbondsleidingen dat ze daarin meestappen. Dat zijn geen onderhandelingen, het is patronaal eenrichtingsverkeer. Uiteraard schreeuwt Peeters’ opvolger bij Unizo, Karel Van Eetvelt, zijn woede tegen de aangekondigde acties uit. Deze acties vergelijken met terrorisme is echter schandalig en compleet ongevoelig. Protest tegen een ondermijning van onze levensstandaard is een democratisch recht. Net als andere democratische waarden en normen, is ook het recht op collectieve actie afgedwongen door politieke stakingen en dit tegen de wil van het establishment in.
De inzet van de acties moet duidelijk zijn. We mogen ons niet opnieuw met een kluitje in het riet laten sturen, zoals na het actieplan van eind 2014. De beloften van resultaten door onderhandelingen werden toen niet gerealiseerd. Integendeel! De tax shift werd geen stap naar meer rechtvaardige belastingen, het werd een nieuwe aanslag op onze koopkracht. Als we deze regering haar termijn laten uitzitten, krijgen we enkel nog meer en hardere besparingen te slikken. Het doel van ons protest moet de val van de regering zijn. Gelijk welke regering hierna komt, zal uit een ander vaatje moeten tappen. Zo’n regering zal immers met een meer zelfbewuste arbeidersklasse geconfronteerd worden.
Een beweging om de regering en het besparingsbeleid weg te staken, zal onvermijdelijk leiden tot een discussie over een politiek alternatief. Wij denken dat het potentieel voor een politiek alternatief vanuit de arbeidersbeweging groot is en pleiten voor een breed initiatief waarin al wie zich tegen het besparingsbeleid verzet een plaats vindt: zowel vakbondsmilitanten als linkse activisten waaronder uiteraard ook de electoraal groeiende PVDA/PTB. Vanuit een actieve beweging die de regering wegstaakt, kan een politieke kracht ontstaan waarvan de ambitie groter is dan die van een kleine zweeppartij die anderen naar links moet duwen. De ambitie moet het realiseren van een fundamentele breuk met het neoliberale besparingsbeleid zijn.
De regering kiest voor een confrontatiemodel met een regelrechte aanval op onze levensstandaard. De werkgevers duwen de regering verder in die richting, ze hopen nog wat extra graantjes mee te pikken zolang dit kibbelkabinet het volhoudt. Laat ons van de aangekondigde acties gebruik maken om ook onze krachten te organiseren. Wij kunnen niet rekenen op de gevestigde media, die staan aan de kant van wie hen financiert. Onze kracht bevindt zich bij ons aantal en ons potentieel om terug te vechten. Het ongenoegen omzetten in een massabeweging die de regering en het asociale beleid kan wegstaken, is de uitdaging.
-
1 mei 2016: ‘business as usual’ of strijddag tegen besparingsbeleid?
Er gaapte op 1 mei een kloof tussen de enorme woede tegen het asociale beleid van de rechtse regering en de al bij al makke optochten en toespraken, gelukkig waren er toch enkele strijdbare spandoeken van syndicalisten. De militantenconcentraties van de vakbonden de voorbije weken toonden een groot potentieel voor een volgende ronde van verzet en vlak voor 1 mei raakte bekend dat onder meer de Algemene Centrale nog voor de zomer een algemene staking wil. De regering kan zich niet bepaald sterk en verenigd laten uitschijnen. Na Galant moest ook Turtelboom ontslag nemen. Maar op 1 mei kwam dit alles amper tot uiting.
Een voorname reden hiervoor is natuurlijk de impact van de sociaaldemocratie op de vieringen. SP.a-voorzitter Crombez pleitte voor meer eerlijkheid. Alsof de rechtse regeringen niet eerlijk zijn: ze beloven om onze levensstandaard af te breken om meer cadeau’s aan de rijksten te geven en ze doen dit ook. De vorige regering met SP.a en PS was op dat vlak achterbakser. In Antwerpen hoorden we Van Brempt aanklagen dat de stad slechts een halftijdse burgemeester heeft, terwijl de vorige SP.a-burgemeester naast dit mandaat ook onder meer parlementslid was. De kritieken vanuit de SP.a pakken niet echt. Een breuk met het besparingsbeleid valt er vanuit die hoek immers niet te verwachten.
Vanuit de PVDA werd wel opgeroepen om de mobilisatie naar de vakbondsbetoging eind mei en naar een algemene staking te ondersteunen met de boodschap dat protest de regering kan doen buigen. De nadruk bij PVDA lag sterk op de Turteltaks en meer specifiek op de juridische procedure ertegen. Het vertrek van Turtelboom toonde effectief dat deze regeringen niet zo sterk staan als ze graag laten uitschijnen, maar om de rechtse regeringen en hun beleid weg te krijgen zal er meer nodig zijn.
Onder syndicalisten was daar veel discussie over. De aanvallen op de arbeidstijd en de pensioenen in de publieke sector (maar ook nog altijd de optrekking van de pensioenleeftijd) kwamen prominent aan bod in de discussies. Dit leidt meteen tot de vraag hoe we de rechtse regeringen kunnen stoppen. De betoging eind mei biedt een kans om het sociale klimaat te creëren waarmee een nieuw actieplan kan opgebouwd worden. Het zal erop aankomen om het breed gedragen ongenoegen in massale acties om te zetten. Een massabeweging kan niet alleen enkele koppen in de regering doen rollen, maar de volledige regering ten val brengen. Elke regering die daarop volgt, zal wel uit een ander vaatje moeten tappen.
1 mei is de afgelopen jaren steeds meer verworden tot een feestdag in plaats van een strijddag. In veel steden gaat het om een kleiner wordend feest. De actualiteit geeft nochtans aan dat er nood is aan een strijddag. Hét symbool waarrond 1 mei als internationale dag van strijd ontstond, de 8-urendag, ligt immers onder vuur. Als we deze regering zijn termijn laten uitdoen, zullen we op het einde van de rit geen 8-urendag meer kennen. Dit zou één van de redenen moeten zijn om van 1 mei terug een strijdbare dag met offensieve eisen te maken. De aanvallen op de arbeidswet in Frankrijk en elders geven aan dat ook het internationale karakter van deze strijddag terug aan belang kan winnen.
LSP was uiteraard op tal van activiteiten in het kader van 1 mei aanwezig. Onze militanten verkochten 561 exemplaren van ons maandblad (tegenover 615 vorig jaar en 486 het jaar daarvoor). Luik was opnieuw koploper, daar werden alle 130 de beschikbare exemplaren verkocht en kroonde Clément zich tot topverkoper met 50 verkochte kranten. In Brussel werden er 128 verkocht, Gent was goed voor 85, Aalst 56, Antwerpen 48 en Henegouwen 25. In West-Vlaanderen verkochten we 54 kranten en in Vlaams Brabant en Limburg 25. Er werden ook 26 nieuwe abonnementen op onze krant gemaakt. Verder werden honderden euro’s strijdfonds opgehaald. Zo was er veel vraag naar onze badges voor de 30-urenweek, tegen de verhoging van de pensioenleeftijd en tegen terreur en haat.
[divider]
1 mei in beeldEen reeks foto’s uit Antwerpen waar LSP een internationale delegatie vormde met activisten van diverse afkomsten. Foto’s door Liesbeth:

In Brugge verkochten onze militanten 38 exemplaren van ons maandblad. Foto door Pol:

Militanten probeerden Ambiorix in Tongeren te overtuigen, zonder resultaat. Andere aanwezigen op de Limburgse 1 mei viering waren wel geïnteresseerd in ons politiek materiaal.

In Gent verkochten we 85 kranten en haalden we meer dan 500 euro steun op voor ons strijdfonds. Foto door Jean-Marie:

Op de ABVV-actie in Charleroi waren onze militanten traditiegetrouw ook aanwezig. Hier verkochten we ruim 20 kranten, maakten we een abonnement en een aanwezige beloofde een ledenbijdrage te storten en daarmee zijn lidmaatschap van LSP te formaliseren.

In Brussel was er eerst een betoging tegen de 45-urenweek, nadien volgde de traditionele viering. Een reeks foto’s van de betogin. Foto’s door PPICS:

-

Wordt 1 mei opnieuw een strijddag voor 8-urendag?
Door de maatregelen van vice-premier Kris Peeters krijgt 1 mei dit jaar wel een heel bittere betekenis. Sinds 1890 is 1 mei de strijddag voor de achturendag. Acht uur werk, acht uur rust en acht uur slaap was tientallen jaren de centrale eis van de arbeidersbeweging. Het moest werk werkbaar maken, maar Kris Peeters en de regering Michel zien dat anders. Zij maken een 9-urige werkdag en een 45-uren werkweek mogelijk, zonder dat daarvoor overloon betaald wordt.Edito door Eric Byl, lid Uitvoerend Bureau LSP
Het eerste “statuut van de arbeiders”dateert van 1349 na de grote pestepidemie. Om voldoende mensen aan het werk te krijgen, werden redelijke lonen en grenzen aan de arbeidsdag wettelijk vastgesteld. Het vergde de uitbuiters eeuwen om dat ongedaan te maken en de werkdag terug naar 12 uur per dag te krijgen. Met de opkomst van machines vanaf 1770 moest de arbeidstijd ‘mee evolueren’ tot 14 of 16 uur per dag, ook voor kinderen. Toen al werden problemen ‘benoemd’. Zo werd kinderarbeid verdedigd in 1848: “werkzaam onder de blik van hun ouders kunnen ze zo geen gewoontes van luiheid en schelmerij verwerven.”
De invoering van de 10-uren werkdag in Engeland op 1 mei 1848 was een eerste grote overwinning. Maar het waren de bouwvakkers van Sydney en Melbourne in Australië die op 21 april 1856 met een mars op het parlement als eerste de 8-urige werkdag afdwongen. Ontdekking van goud, een bloeiende economie, een instroom van geschoolde arbeiders uit Groot-Brittannië met ervaring in de Chartistenbeweging, maakten dat mogelijk. In de Verenigde Staten gingen op 1 mei 1886 zo’n 340.000 arbeiders in staking voor de 8-urendag. Op sommige plaatsen werd dat ingevoerd, maar elders werden de leiders vervolgd. In Chicago werden 8 arbeiders veroordeeld, 4 ervan opgehangen. Enkele jaren later besloot de Amerikaanse vakbondsfederatie om de actie voor de 8-urendag te hervatten.
Op het Internationale Arbeiderscongres van 1889 in Parijs werd de eis van een 8-urendag centraal gesteld. Toen de afgevaardigde van de Amerikaanse arbeiders wees op de beslissing om te staken op 1 mei 1890, nam het congres die datum over. Maar pas toen de kapitalisten vreesden voor hun voortbestaan, tussen de Russische Oktoberrevolutie in 1917 en de radenrepublieken in Beieren, Hongarije en Slovakije in 1919, voerden 15 landen de achturendag in. In België werd de 8-urenwet gestemd in juni 1921. Het zou nog tot 1928 duren vooraleer hij algemeen van toepassing werd. In 1964 werd de 45-urenweek, in 1970 de 40-urenweek en in 2003 de 38-urenweek ingevoerd.
Peeters zet dat allemaal op de helling. Door de voortdurende wettelijke uitbreiding van overuren was het al langer mogelijk de 8-urendag en de 38-urenweek te omzeilen, maar enkel na sociaal overleg en mits compensatie in loon of inhaalrust. Door de arbeidstijd op jaarbasis te berekenen, hoeft de patroon niet langer rekening te houden met collectieve onderhandelingen. Hij kan wanneer hem dat uitkomt de individuele arbeider ‘vragen’ tot 9 uur per dag en 45 uur per week te presteren, zonder overloon, zolang de werktijd op jaarbasis het gemiddelde van 38 uur per week maar niet overschrijdt. Als er minder bestellingen zijn en het werk wat draaglijker, kan hij je gewoon thuis zetten, ook als je dat niet uitkomt. Dat zou dan op vrijwillige basis zijn, maar met duizenden werklozen die staan aan te schuiven voor een job, zou je het maar eens aan moeten durven om neen te zeggen.
Denk je dat de regering het daarbij zal laten? Volgens Kris Peeters is dit maar een vingeroefening en moet het echte (afbraak-)werk nog beginnen. Zolang het kapitalisme bestaat, is geen enkele verworvenheid definitief. Het is tijd dat we aansluiten bij de tradities van onze voorlopers en van 1 mei opnieuw een internationale strijddag maken.
-
ACOD-concentratie: strijdbare woorden, nu doorzetten!
Op de militantenconcentratie van ACOD woensdag (27/4) in Leuven verzamelden iets meer dan 1000 militanten uit de verschillende sectoren van de openbare diensten. Na de flyeractie van maandag en de staking van het federale overheidspersoneel dinsdag was dit de derde etappe in de actieweek van de openbare diensten.
Verslag door Kristof, militant ACOD Onderwijs
De sfeer was strijdbaar en de sprekers oogstten tijdens hun speeches meerder malen applaus. Algemeen secretaris Guido Rasschaert stak van wal. De vakbonden zijn de kracht van het verzet tegen de kracht van verarming. Deze rechtse regering is niet zomaar een herhaling van Martens-Gol uit de jaren ’80, ze bespaart niet alleen maar doet een nooit geziene aanval op de openbare diensten op zich. De samenleving wordt fundamenteel ondermijnd. Rasschaert stelt vast dat bepaalde actiemiddelen in de media in vraag gesteld worden, maar uit onderzoek blijkt wel dat de rol van de vakbond breed aanvaard is. Zonder een stevig conflict is er in dit land nog nooit significante vooruitgang geboekt. Sociale verworvenheden zijn nooit definitief verworven. Handen af van ons stakingsrecht!
Nadat alle sectoren de problemen en besparingen in hun sector hadden toegelicht, was het de beurt aan voorzitter Chris Reniers. Ze benadrukte dat de ambtenaren niet alleen opkomen voor hun eigen job en inkomen, maar voor elke burger die kan gebruik maken van de openbare diensten. De taxshift gaf een blanco cheque aan de werkgevers zonder 1 extra job in ruil. Gevolg: een gat in de begroting die wordt gedicht met de pensioenen van de ambtenaren. Het alternatief is volgens Reniers een faire belastingen die het geld haalt waar het zit. Na 22 maart beweerde de regering fier te zijn op de zorgverstrekkers, de reddingsdiensten en het openbaar vervoer. Dikke leugenaars! Hen uitpersen als citroenen doen ze. Samen met de burgerbeweging en het ABVV zullen we vechten. Opnieuw voor de achturendag en de sociale zekerheid. Eind mei volgt een interprofessionele massabetoging, en we doen verder in juni én september. Reniers concludeert dat we ons geen tweede termijn van deze regering kunnen permitteren.
Vraag rijst dus of ACOD en bij uitbreiding alle vakbonden deze regering haar termijn zullen laten uitdoen? Kan de vakbond zich deze massamobilisaties zonder resultaat nog lang permitteren? Aan een gebrek aan strijdbare militanten zal het in elk geval niet gelegen zijn.
[divider]
Charleroi: 3.000 op ACOD-concentratie
Er werd niet alleen in Leuven actie gevoerd. In Charleroi waren er ongeveer 3.000 militanten van ACOD op een concentratie. Hieronder enkele foto’s daarvan door Emily.
-
Hoezo, “vakbonden blazen sociaal overleg op”?
Het klinkt nogal gewelddadig en negatief als de vakbonden verweten worden dat ze het sociaal overleg “opblazen.” Helemaal vreemd is het dat de verantwoordelijkheid voor het falen van het sociaal overleg bij de vakbonden wordt gelegd als de regering eerst de maatregelen beslist en vervolgens enkel ruimte laat voor overleg over de toepassing van wat al beslist is. Het enige wat opgeblazen wordt, is onze levensstandaard.De maatregel over de arbeidsduur is een regelrechte aanval op alle werkenden. De afschaffing van de vaste werkweek die plaats moet maken voor een arbeidsduur op jaarbasis, betekent dat we teruggeslingerd worden naar het begin van de 20ste eeuw. De regering besliste en vroeg vervolgens aan de sociale partners om een advies te geven over deze beslissing. De werkgevers waren uiteraard razend enthousiast over deze nieuwe voorstellen van hun regering, het mocht nog een pak verder gaan. Waarom de werkweek tot 45 uur beperken, leek in die hoek de enige vraag te zijn.
Hoe kan er overleg zijn op deze basis? Hoe kan er overleg zijn als het resultaat op voorhand wordt vastgelegd? Wie blaast er dan eigenlijk het overleg op? Deze regering staat niet voor een overlegmodel, ze gaat voor een confrontatiepolitiek. Elk schijnoverleg dient slechts om de confrontatie des te harder te kunnen spelen. Na een indexsprong, verhoging van de pensioenleeftijd, tal van nieuwe taksen en accijnzen, aanvallen op de openbare diensten en nu een aanval op de arbeidsduur en de pensioenen in de publieke sector, is het opmerkelijk dat het zo lang geduurd heeft vooraleer de conclusie werd getrokken dat er enkel sprake is van “schijnoverleg.” Het ‘overleg’ heeft maanden boven zijn stand geleefd.
Deze regering van rijken verstaat de taal van het overleg niet, ze begrijpt enkel de taal van actie. Vandaar de hysterische reacties zodra de vakbonden tot acties overgaan en de pogingen om het stakingsrecht aan banden te leggen. Ondertussen genieten de vakbonden meer vertrouwen dan de politici en is een grote meerderheid in alle delen van het land overtuigd van de rol van de vakbonden als verdediger van sociale rechten.
Nu is het aan de vakbonden om de confrontatie ook langs onze kant te organiseren, de andere kant is al georganiseerd. De eerste militantenconcentraties waren veelbelovend, een nieuw actieplan dringt zich op. Een grote betoging eind mei (ondertussen circuleert de datum van 24 mei) gevolgd door een actie in juni en oplopende acties na de zomer met ook algemene stakingsdagen, kan een einde maken aan deze regering en het volledige besparingsbeleid.










