Tag: sp.a

  • Te koop: politici en hun invloed. Prijs o.t.k. (vanaf paar duizend euro)

    Foto: Jean-Marie Versyp

    Het opengooien van de mesthoop van vetbetaalde functies in allerhande semi-publieke bedrijven en intercommunales maakt duidelijk dat de politici in ons land te koop zijn. Momenteel wordt in Roemenië massaal betoogd tegen corrupte politici die achteraf hun misstappen probeerden te legaliseren. Bij ons was van het bij het begin al legaal.

    Zoals we in onze eerste reactie vaststelden, gaat het niet om personen en zelfs niet om één of twee partijen. Het systeem van voormalige intercommunales die aan de principes en praktijken van de private sector overgegeven worden, is al langer bezig. De afgelopen decennia werd dit aan de bevolking verkocht met het argument dat de privé op die manier mee investeert in onder meer water, energiedistributie, sportfaciliteiten, … Vandaag moeten we vaststellen dat deze vroegere openbare diensten bijzonder duur geworden zijn voor de gebruikers. We stellen vast dat in die dure prijs ook riante vergoedingen zitten voor politici die op deze manier voor zichzelf en hun partij bijklussen.

    Louis Michel klaagde vorige week nog dat 4.800 euro netto per maand een te laag loon zou zijn om mensen aan te trekken met “motivatie, talent, intelligentie en opleiding.” Hij stelde dat dit zou leiden tot een “wereldvreemd parlement bevolkt door ambtenaren en leerkrachten.” Laat staan dat er flexi-jobbers uit de horeca nog zouden bijklussen in dit parlement. “Welke ondernemer zal zijn weekends, zijn avonden en zijn vakantie willen opofferen voor 4800 euro netto per maand?” vroeg Michel senior zich af.

    Zijn kompaan De Wever volgde gisteren met een uitspraak dat het populistisch ‘stielbederf’ is om de verloning van politici in vraag te stellen. “Er begint een race to the bottom. Mensen zullen wellicht pas tevreden zijn als je het gratis doet.” Wellicht onbedoeld sluit die uitspraak van De Wever aan bij wat veel mensen denken over hun sector en job. Voor alle duidelijkheid: we spreken hier niet over sectoren waar een loon van 4.800 euro netto per maand als armtierig wordt gezien. Maar in sectoren als de horeca, de bouw, de transportsector, … is er effectief al jarenlang een race to the bottom inzake lonen. Meer nog: deze neerwaartse spiraal wordt aangemoedigd en georganiseerd door De Wever en co. Wat onaanvaardbaar is voor de eigen toch wel hoge lonen, moet in een veel sterkere mate kunnen voor anderen hun loon? Hypocrisie is zacht uitgedrukt.

    Laten we er even wat cijfers bijhalen: het basisbedrag voor een flexi-job in de horeca is 9,5 euro per uur. Bruto is er gelijk aan netto. Met een brutojaarloon van 186.000 euro zou Antwerps schepen Koen Kennis omgerekend 53 uur per dag moeten werken als hij betaald zou worden aan het loon waarvoor hij en zijn partijgenoten uit de regering flexi-jobbers in de horeca laten werken. Dat lijkt ons niet erg haalbaar, maar misschien kunnen Homans, Van Overtveldt en Muyters het samen even narekenen en in een statistiekje gieten? Ja maar, zullen ze zeggen, netto komt Kennis maar 7.700 euro per maand. Ja, na onder meer aftrek van 1.500 euro beroepskosten per maand. Maar dan nog komen we aan 810 te werken uren onder het flexi-loon of minstens 26 uur per dag. En dat ze niet komen zeggen dat de mensen in horeca niet hard werken. Alleszins harder dan de krant lezen of kaarten in het parlement, zoals De Wever het doet voor enkele duizenden euro’s per maand.

    Nu we toch even bij De Wever zitten: was hij niet de man die met zijn stadsbestuur de afvalophalers verbood om in januari de mensen om een nieuwjaarsfooi te vragen? Met het argument dat de afvalophalers al betaald worden voor de job die ze uitoefenen… Ook op dit punt vragen die politici van anderen wat ze zelf niet bereid zijn toe te passen. Vanuit een betaalde functie andere mandaten opnemen en daarvoor betaald worden, vinden zij evident. ‘In de privé zouden we veel meer kunnen verdienen’, luidt het dan. Alsof ze nog een extra argument nodig hadden om hun wereldvreemdheid ten aanzien van de meerderheid van de bevolking aan te tonen…

    Doorheen het kluwen van mandaten – hoe slagen die mensen erin om vijf of zes betaalde jobs te combineren? Iemand in het onderwijs die tot 50 à 60 uur per week werkt voor nog geen vijfde van het loon van zo’n schepen als Koen Kennis zou het gewoon fysiek niet kunnen qua tijd! – blijken bovendien heel wat tegenstrijdige petjes. De kampioen op dat vlak is uiteraard Siegfried Bracke, een man die er destijds als journalist reeds een geheime tweede job als politiek commentator op nahield. De Kamervoorzitter is aangesteld door een regering die in Proximus zit, maar klust bij als adviseur van concurrent Telenet. Als voormalig journalist was hij tot in 2015 werknemer van de VRT – op ‘politiek verlof’ – maar hij kluste dus bij als adviseur van Telenet dat in de zenders Vier, Vijf en Zes zit. Niet moeilijk dat Bracke zoveel commentaar gaf op de VRT, was dat onderdeel van zijn betaalde adviezen aan Telenet? Tijdens zijn verlof voor de concurrentie gaan werken, zou in andere bedrijven gezien worden als een reden tot dringend ontslag. Maar Bracke kan zich blijkbaar meer permitteren dan een gewone werkmens. Een detail: de telecommunicatie in ons land is een pak duurder dan in de buurlanden en geen politicus die daartegen protesteert. Uiteraard niet, ze worden door de sector betaald om te zwijgen.

    Politici die vanuit hun verkozen en betaalde functie mandaten uitoefenen, zouden de extra verloningen voor die mandaten moeten terugbetalen aan de instanties van waaruit ze afgevaardigd worden in die mandaten. Meer fundamenteel moet er een einde komen aan de praktijk van tot kapitaalfondsen omgebouwde openbare diensten waarin dienstverlening aan de bevolking nog slechts iets is dat conform de marktvereisten zo duur mogelijk verkocht wordt. Openbare diensten moeten toegankelijke en goedkope diensten aan de bevolking organiseren. Dat vereist een breuk met de neoliberale logica, wat ook de SP.a de voorbije decennia niet bereid was om te doen. Het resultaat van een kapitalistische logica in de ‘publieke sector’ is dat alles handelswaar wordt. Ook politici, hun adresboekje en hun invloed zijn koopwaar. De meest biedende bedrijven spelen daar handig op in. Maar het gaat wel ten koste van de meerderheid van de bevolking.

    Misschien hebben we hier een protestbeweging zoals in Roemenië nodig?

  • Het Gentse progressieve masker smelt weg

    Intercommunale diensten moeten onder democratisch beheer komen!

    Het Gentse stadsbestuur lijkt niet los te komen uit de crisis-en schandaalsfeer. Deze keer zijn het schepenen Tom Balthazar van SP.a en Christophe Peeters van Open VLD die in het oog van de storm staan. Ze krijgen al jaren een riante vergoeding voor hun zitje in de raad van bestuur van Publipart, een kleindochter van de intercommunale Publifin. Balthazar nam ontslag als schepen en als lijsttrekker voor het SP.a-Groen kartel voor 2018. Daarmee is zeker het laatste woord nog niet gezegd over de intercommunales en de zelfverrijking van de politieke kaste. Misschien struikelt het SP.a-Groen kartel wel over dit schandaal.

    door Bart Vandersteene PDF

    Voor de Gentse SP.a-afdeling is dit, na de Optima-affaire, het tweede schandaal op één jaar tijd. En ook in deze is er meer dan waarschijnlijk niets onwettelijk gebeurd. Beide voorbeelden tonen echter wel aan waarom een groot deel van de bevolking haar vertrouwen is verloren in de klassieke politiek. Het vertrouwen in het parlement staat op een historisch dieptepunt van 12%. De traditionele politiek wordt meer en meer gezien en gehaat als een wereldvreemde kliek die zichzelf rijkelijk bedient en die de belangen van de rijken en de machtigen dient.

    Optima heeft blootgelegd dat er een heel nauw netwerk bestaat van politici, bouwpromotoren, louche zakenfiguren en ontwikkelaars die, buiten het oog van de gewone bevolking, de stad boetseren naar de belangen van diegenen die winst kunnen maken met stadsontwikkeling op maat van een rijk publiek. Het progressieve aura waarmee Termont zich tot de meest linkse burgemeester van Vlaanderen kroonde, verloor in deze affaire veel van haar schijn.

    Met de Publipart-affaire valt ook Termonts opvolger, Tom Balthazar, door de mand. Hij zag de storm al enkele weken geleden aankomen en nam ontslag uit de raad van bestuur van Publipart toen bleek hoe de Publifin-affaire in Franstalig België huishield. Maar het was te laat. Het was slechts een kwestie van tijd vooraleer een journalist het verhaal zou brengen dat Gentse en andere politici al meer dan 10 jaar poen scheppen in deze constructie die voor 65% in handen is van Publilec (met o.a. Siegfried Bracke een tijdlang als commissaris), dat op zijn beurt voor 60% in handen is van Publifin.

    De Gentse schepenen worden nochtans goed vergoed door de gemeenschap. Ze kunnen perfect een gezin onderhouden, zelfs met de stijgende woningprijzen in de stad. Ze ontvangen 8.290,12 euro bruto per maand, plus onkostenvergoedingen. Toch blijken ze het normaal te vinden dat ze vanuit hun functie als vertegenwoordiger van de lokale overheid in een beheerraad van een intercommunale of een gemengd bedrijf, daar nog eens extra voor vergoed worden. Alsof een gewone werknemer die namens zijn dienst deelneemt aan een overleg met een andere dienst, daarvoor bovenop het loon ook een extra vergoeding zou mogen verwachten.

    Alle Gentse schepenen ontvangen dit soort vergoedingen voor hun zitje in verschillende raden van bestuur. Burgemeester Termont is lange tijd kampioen geweest van de betaalde mandaten. Hij ontvangt bijvoorbeeld jaarlijks 25.161,15 euro als voorzitter van de raad van bestuur van Fluxys. De jackpot was weggelegd voor diegenen die bij EDF Luminus mochten aanschuiven. Daar werd 39.000 euro per jaar uitgedeeld, waar ook in het verleden Balthazar, Peeters en Van Rouveroy van profiteerden. Voormalig burgemeester Frank Beke zat namens de steden en gemeenten in de raad van bestuur van Dexia en ontving daarvoor een mooie schnabbel van 32.000 euro per jaar. Of het nu bij Publigas, Eandis, Farys of FINIWO is, je vindt er Gentse en andere politici. De verdeling van deze posten, die beschouwd worden als een mooie aanvulling op het loon, is zelfs onderdeel van de coalitiebesprekingen.

    Politieke cultuur vloeit voort uit politiek beleid

    Hoeveel kreeg Christophe Peeters per vergadering? Blijkbaar niet genoeg om ontslag te nemen… Foto: Jean-Marie Versyp

    Christophe Peeters van Open VLD ziet geen enkele reden om ontslag te nemen, waarom zou hij? De liberalen hebben het nooit onder stoelen of banken gestoken wiens belangen zij verdedigen. Dat ze als politiek personeel daarvoor vergoed willen worden volgens de normen van de privé, is geen verrassing. Ze beschouwen hun officiële loon als een soort mager basisinkomen waar ze graag nog enkele lucratieve bijverdiensten aan toevoegen.

    Het wordt natuurlijk pas een schandaal wanneer politici op een hypocriete houding worden betrapt. Wanneer blijkt dat je als zelfverklaarde socialist graag meeschuift aan de tafel met de vetpotten, liefst buiten het zicht van het grote publiek, ontstaat terecht een schandaalsfeer.

    Een socialist die een neoliberaal beleid voert, zal zich ook in een neoliberale cultuur wentelen. Wanneer je de private markt als motor voor economische ontwikkeling beschouwt, stap je mee in het wereldje van ons kent ons waar alles een prijs heeft. ‘You scratch my back and I’ll scratch yours’ zeggen ze in het Engels. Ze gaan samen eten in de sterrenrestaurants, ontmoeten elkaar in de business seats op de voetbal, op de bals en feestjes van de high society en maken deel uit van dezelfde sociale netwerken. Maar in tegenstelling tot de CEO’s in de privé staat er wel een plafond op de lonen in de politieke sfeer. Vandaar dat er wat moet bijgeklust moet worden.

    Groen levert geen trendbreuk in het beleid

    Met grote verwachtingen en nog grotere aankondigingen trad Groen eind 2012 toe tot de bestuurscoalitie. Ze beloofden met hun bijdrage een stad op mensenmaat te realiseren. Van een trendbreuk in de politiek van citymarketing en private stadsontwikkeling is er echter geen sprake. Zoals de paarsgroene regering tussen ‘99 en ‘04 geen trendbreuk teweeg bracht in de nationale politiek, zo leverde ook de paarsgroene coalitie in Gent geen fundamentele verandering van beleid. De reden daarvoor is dat Groen zoals de SP.a meestapt in het sprookje van de vrije markt als unieke motor voor ontwikkeling in onze samenleving. Deze creëert vandaag een duale samenleving waar enkel wie het zich kan permitteren kan genieten van een door de privé opgekuiste stad. Gent wordt op sommige plaatsen leefbaarder, maar enkel voor diegenen die het zich kunnen permitteren om er te wonen.

    Voor democratisch beheer van onze diensten

    Zowel SP.a als Groen zijn meegestapt in de neoliberale logica waar gemengde intercommunales beheerd worden als private bedrijven en volledig gericht zijn op de winsthonger van de private aandeelhouders. Open VLD gebruikt deze crisis vandaag om tot een volledige privatisering te kunnen overgaan van deze intergemeentelijke diensten.

    Wij denken dat energiedistributie en andere diensten wel degelijk kunnen en moeten in handen zijn van steden en gemeenten en dus ten dienste van de gemeenschap staan. Maar dan niet in de vorm van semi-publieke ondernemingen die net op dezelfde winsthonger en buitensporige verloningen draaien als private bedrijven. Ook niet als instanties die een onoverzichtelijk kluwen vormen van uit te delen jobs en postjes.

    Neen, er is nood aan intercommunales of stedelijke openbare diensten die democratisch beheerd worden door vertegenwoordigers van de stad of gemeente, werknemers van de dienst en haar gebruikers. Deze verkozen vertegenwoordigers van de overheid, van het personeel en de consumenten moeten permanent afzetbaar zijn en mogen geen privileges genieten op basis van hun functie en enkel de belangen van de gemeenschap voor ogen hebben.

    SP.a-voorzitter Crombez stelt vandaag voor dat burgemeesters en schepenen geen bijverdiensten meer zouden mogen hebben. Dit is een noodzakelijke stap maar deze moet ook gevolgd worden door een consequente keuze voor publieke openbare diensten en tegen verdere privatiseringen. En deze diensten moeten onder democratisch beheer en controle van de gemeenschap zijn.

    Een politieke cultuur in een stad als Gent zal slechts fundamenteel wijzigen wanneer er drastisch andere politieke prioriteiten worden gesteld: wanneer betaalbaar wonen het prestigeproject wordt, wanneer een massale investering in openbaar vervoer de fietsvriendelijke stad creëert en het fijn stof doet dalen, wanneer werkbaar werk voor iedereen gebruikt wordt om het armoedeprobleem echt aan te pakken.

    [divider]

    Voor een brede consequent linkse lijst in 2018

    Hoe de politieke kaarten zullen worden geschud in 2018 is moeilijk te voorspellen. Bracke en de N-VA proberen met man en macht de crisis aan te grijpen om zich op te werpen als een alternatief. In de praktijk blijkt dat de N-VA-politici minstens evenveel aan de vetpotten zitten als ze daartoe de kans krijgen. In 2018 zullen veel Gentenaars voor een moeilijke keuze staan. Het stadsbestuur heeft haar beloftes niet waargemaakt, maar in de rechtse oppositie kan je geen vertrouwen hebben.

    Als we willen verhinderen dat een grote groep Gentenaars gelokt wordt door de leugens en de hypocrisie van de N-VA,  moet er een sterk links alternatief worden aangeboden. Een sterk links alternatief waarvan de kandidaten garanderen dat ze van hun vergoedingen niet meer voor zichzelf zullen houden dan een gemiddeld werknemersloon, zoals de PVDA-verkozenen vandaag doen. Een links alternatief moet een plan van sociale stadsontwikkeling naar voor schuiven en de middelen halen daar waar ze zitten. Als zo’n links alternatief de verscheidenheid van de linkse en sociale bewegingen in Gent volop benut, kan ze zelfs een beslissende politieke kracht worden.

    LSP is voorstander van zo’n brede linkse lijst in 2018.Tom De Meester en de PVDA hebben zich de voorbije jaren opgeworpen als diegenen die de leidende kracht kunnen vormen in zo’n proces. Ook vandaag stellen ze terecht de wantoestanden van de Gentse politieke kaste aan de kaak. Wij, en naast ons ook vele onafhankelijken, steunen hen daarin. We stellen voor dat zij de consequente linkerzijde samenbrengen in een grote Gentse conferentie waaruit de sterkst mogelijke campagne voor 2018 kan worden gedistilleerd.

  • Laat ons niet naïef zijn: het rechtse beleid zorgde voor oorlog, vluchtelingencrisis en sociale spanningen

    En in plaats van daar tegenin te gaan, deed de ‘officiële linkerzijde’ gewoon mee!

    Foto: Flickr (labourparty)
    Foto: Flickr (labourparty)

    John Crombez meent dat de ‘linkerzijde’ naïef is geweest. Dat is een verbloeming van de realiteit van een ‘officiële linkerzijde’ die decennialang meegestapt is in het neoliberale opbod en nu geen antwoord meer heeft op de gevolgen van dat beleid.

    Laat er geen onduidelijkheid over bestaan: consequent links heeft zich steeds verzet tegen de oorlogen in Afghanistan, Irak, Syrië en elders, niet toevallig de landen van waaruit het meeste vluchtelingen komen. Consequent links gaat in tegen de afbraak van het sociaal weefsel in onze wijken en gemeenschappen als gevolg van het besparingsbeleid. Consequent links heeft een programma om overal vreedzaam samen te kunnen leven met respect voor elkaars eigenheid: een programma van werk, diensten, huisvesting, … Kortom van een degelijke toekomst voor iedereen, niet alleen de superrijken zoals vandaag het geval is. Wij koppelen dat aan een socialistische samenleving die breekt met het kapitalisme.

    Maar zo ver kijken de gevestigde politici, inclusief de sociaaldemocratische, niet meer. Zelfs de stap van de vluchtelingencrisis naar de oorlogen die ze mee voeren, gaat te ver. En dus wordt de verantwoordelijkheid voor de sociale problemen geïndividualiseerd: het zijn jonge moslims die het probleem zijn. Niet alle moslims, de meesten zijn volgens Crombez “moderne Vlamingen.” Zo maakt Crombez toch nog een klein onderscheid met de N-VA.

    Elk debat over vluchtelingen maar ook over terrorisme wordt tegenwoordig wel bijzonder eng gevoerd en overspoeld met dooddoeners. Het idee dat ‘links naïef’ is, vormt zo’n cliché dat door rechts naar voor gebracht wordt en nu al niet meer tegengesproken wordt door de SP.a-voorzitter. Het wordt voorgesteld alsof links verantwoordelijk is voor de komst van vluchtelingen. Dat het oorlogsbeleid van de afgelopen jaren de rechtstreekse verantwoordelijke is voor het huidige vluchtelingenprobleem en de totstandkoming van extremistische reactionaire, ja extreemrechtse, groepen zoals de Taliban of ISIS, wordt gemakshalve vergeten. Het beleid van sectaire verdeeldheid in Irak na de invasie van 2003 heeft het fundament gelegd waarop ISIS groot kon worden. De steun aan dubieuze rechtse groeperingen en bondgenoten uit Saoedi-Arabië en Pakistan, legde de eerste stenen voor de opbouw van de Taliban en Al Qaeda. Laten we niet naïef zijn: het rechtse beleid in het Westen heeft een belangrijke rol gespeeld in de creatie van monsters van Frankenstein.

    Is links daarvoor verantwoordelijk? Het is natuurlijk maar wat je links noemt. Indien voormalig Labour-kopstuk Tony Blair bij ‘links’ wordt gerekend, is het antwoord uiteraard positief. Maar het probleem met Tony Blair en co was net dat zij volledig in de neoliberale logica meestapten en internationale oorlogen voerden terwijl ze in eigen land de sociale zekerheid verder afbouwden. Dat is ook de reden waarom de sociaaldemocratie electoraal afgestraft werd. Het Griekse PASOK bijvoorbeeld is niet van de kaart verdwenen omdat het te links was…

    Links stond vooraan in de anti-oorlogsbeweging van 2003 en waarschuwde toen al dat een nieuwe oorlog zou leiden tot chaos en sectair geweld. Wie dacht dat dit geweld zich zou beperken tot Irak en de regio van het Midden-Oosten was inderdaad in het beste geval naïef. Populistisch rechts speelt nu in op de gevolgen van het rampzalige rechtse beleid. Als remedie voor alles wat fout loopt, wordt voorgesteld om nog meer van hetzelfde te doen. De weigering om het volledige beleid en het volledige systeem te bekijken en te bekritiseren, getuigt van een struisvogelpolitiek. Voor een leuke kop in een kranteninterview is dat nuttig, om tot oplossingen en antwoorden te komen niet.

    Er is bij ons heel wat racisme en er zijn spanningen in sommige wijken. Dit alles is toegenomen door de vreselijke terreuraanslagen. Die aanslagen leidden overigens niet alleen tot meer racisme, er was ook een sterke solidariteit in het verzet tegen terreur en haat. Maar de toename van racisme kan niet ontkend worden. Dat ministers op televisie verkondigen dat moslims dansten na de aanslagen, zal dat racisme ongetwijfeld niet verminderd hebben. Het is een klassiek verdeel-en-heersbeleid: het falen van het eigen beleid – ook op vlak van veiligheid – wordt verstopt achter een hetze tegen een minderheid van de bevolking. Als dit vervolgens bijdraagt aan grotere spanningen, wordt het ingeroepen als ‘bewijs’ van het eigen gelijk.

    Er zijn wijken in dit land met heel veel problemen: een jongerenwerkloosheid die tot 50% oploopt, bouwvallige huisvesting, gebrek aan ontspanningsmogelijkheden, onvoldoende middelen voor onderwijs om jongeren echt te begeleiden, … De besparingspolitiek maakt de bestaande sociale problemen enkel nog groter. Samen met het hypocriete oorlogsbeleid in onder meer het Midden-Oosten vormt dit een context waarin sommige van onze jongeren ten prooi vallen aan extremistische groeperingen. De context wordt door alle gevestigde politici vergeten. Maar hoe kan een dokter een patiënt behandelen indien er slechts oog is voor enkele symptomen en niet voor de oorzaak van een ziekte?

    Ook de sociaaldemocratie doet dit: Crombez wijst de spanningen wel erg eenzijdig toe aan de komst van vluchtelingen. Na jaren van deelname aan een asociaal beleid is dat niet verwonderlijk. De context vergeten, was overigens ook makkelijker bij het recruteren van verkiezingskandidaten op basis van afkomst in plaats van politieke overtuiging. Dat een fervente aanhanger van de rechtse dictator Erdogan het hierdoor tot provincieraadslid van SP.a kon schoppen, is geen toevallige misser.

    Er is nood aan een linkerzijde die zegt waar het op staat: het huidige systeem leidt tot een steeds grotere ongelijkheid en bijhorende sociale spanningen, de oorlogspolitiek leidt niet tot vrede maar creëert steeds meer geweld en terreur. Dit systeem is in crisis en de gevolgen daarvan zijn niet mooi om te zien. Daar tegenover is er nood aan een breuk met de besparingspolitiek en het volledige systeem. Een socialistische samenleving vormt een alternatief op de neoliberale logica die ons tot de huidige chaos en problemen gebracht heeft. Maar daar horen we Crombez niet over, een Vlaamse Corbyn is hij immers niet.

  • Man die GAS-boetes in Antwerpen introduceerde straks voorzitter SP.a?

    SP.a op de 1 mei optocht in Antwerpen. Foto: Jente
    SP.a op de 1 mei optocht in Antwerpen. Foto: Jente

    Voor de media is het al beklonken, enkel de leden van SP.a moeten in een stemming begin oktober nog goedkeuren wat ze via de media vernamen: Tom Meeuws wordt de nieuwe voorzitter van SP.a-Antwerpen. Dat is geen onbelangrijke functie: SP.a hoopt in 2018 als grootste oppositiepartij De Wever van zijn troon te stoten.

    In de zoektocht naar een nieuw kopstuk komt de SP.a-leiding terecht bij een kopie van Patrick Janssens, de laatste burgemeester van SP.a in Antwerpen. De verschillen zijn beperkt: waar Janssens in de privé actief was als manager, ging het bij Meeuws om de publieke sector. Maar het gaat telkens om managers die voorheen niet bij de partijwerking betrokken waren. Janssens benadrukte steevast een discours van ‘rechten en plichten’ (denk aan zijn boekje ‘Voor wat hoort wat’, zie onze kritiek daarop). Meeuws was als topman bij de stad Antwerpen verantwoordelijk voor het invoeren van de beruchte GAS-boetes die hij blijft verdedigen.

    Als bezieler van het Antwerpse GAS-beleid stelde Tom Meeuws destijds: “Steden zoals Antwerpen ontvangen de komende jaren meer volk dan ooit. De spanning tussen arm en rijk, nooddruft en welstand, zal alleen maar toenemen en daarmee ook de vraag naar ordehandhaving en overlastbeteugeling.” Meeuws was ook voorstander van het verlagen van de leeftijd voor GAS-boetes tot 12 jaar.

    De ongelijkheid bestrijden met repressie zal niet lukken. Dit is de methode die onder Janssens gestart werd met Tom Meeuws in een belangrijke functie. Het is dezelfde methode die vervolgens onder De Wever werd voortgezet. Die continuïteit in het beleid waarbij elke onpopulaire of betwiste maatregel van het stadsbestuur onder De Wever meteen kon verbonden worden met gelijkaardige maatregelen onder het vorige bestuur, is overigens een van de redenen waarom SP.a zoveel moeite heeft om zich als geloofwaardige oppositiepartij op te werpen.

    Een offensief socialistisch antwoord is niet wat we van Meeuws moeten verwachten. Hij is geen Antwerpse variant van Corbyn, maar een kopie van Janssens die verloor van De Wever. In een uitgebreid interview met Knack deze week heeft Meeuws het welgeteld éénmaal over socialisme: “Ik hou niet van afgunstsocialisme.” Doorgaans is dat een dooddoener om het neoliberale status quo te verdedigen of te verbloemen. Alleszins biedt het geen antwoord op de vele bestaande sociale problemen.

    Een krachtig links beleid zou niet vertrekken van een door managers uitgetekend repressief beleid of een politieke koers die de neoliberale dogma’s steeds minder in vraag stelt (wat ook bij Groen het geval is). Er zijn heel wat sociale tekorten in de stad Antwerpen en enorme uitdagingen: van kinderopvang over onderwijs, mobiliteit, ontspanningsmogelijkheden, werkgelegenheid en huisvesting tot gezondheidszorg en bejaardenopvang. Er is nood aan een programma van massale publieke investeringen in openbare diensten. Dit zou meteen bijkomende jobs creëren, eveneens een belangrijk probleem in Antwerpen waar de werkloosheidscijfers ook onder Vlaams-nationalistisch bewind meer aanleunen bij de cijfers in Waalse steden dan bij die van de rest van Vlaanderen.

    Voor SP.a lijkt de kwestie van de Antwerpse oppositie tegen De Wever vooral een probleem van figuren te zijn. De interne strubbelingen waardoor Yasmine Kherbache plaats moest ruimen, maakten dat er een nieuwe voortrekker nodig was. Hiervoor werd eens te meer gezocht in het kringetje van ‘ons kent ons’ binnen het establishment. Over inhoud wordt amper gepraat, tenzij in electorale termen. Dat Meeuws tegen het hoofddoekenverbod is, moet extra stemmen onder migranten opleveren, zo klinkt het dan. Voor het overige blijft het bij vage slogans als ‘de stad is van iedereen.’

    Over de mogelijkheid van samenwerking met Groen en PVDA blijft Meeuws op de vlakte, hij geeft aan dat er met Groen kan gesproken worden maar ook met CD&V en Open Vld. De PVDA vermeldt hij niet, maar hij looft het Borgerhoutse bestuur en de PVDA-schepen daar. Een kartel is op dit ogenblik weinig waarschijnlijk. Groen gaat ervan uit dat het zelf goed kan scoren, onder meer op basis van de discussie over mobiliteit en de Oosterweelverbinding. Daarna kan het de handen vrijhouden om met gelijk wie een coalitie te vormen, de beslissing om in het district Deurne met N-VA in zee te gaan is daar getuige van. PVDA pleit voor een progressief kartel in de aanloop naar de verkiezingen, maar doet dit op een puur electoralistische basis – onder meer in de wetenschap dat SP.a en Groen geen dergelijk kartel willen waardoor het niet PVDA is die gezien wordt als de partij die dwarsligt.

    Een sterke linkse oppositie baseert zich op verzet en strijd van onderuit en niet op maneuvres aan de top. Er is de beweging rond mobiliteit die spijtig genoeg niet verder gaat dan voorstellen tot andere trajecten voor de sluiting van de Antwerpse Ring of het overkappen ervan (waar blijft die offensieve campagne voor gratis en degelijk openbaar vervoer?). Er is een groeiend verzet tegen de vermarkting van een deel van de sociale sector met recent twee acties hiertegen. Er zijn de vakbondsacties tegen de rechtse regering die ook in Antwerpen, onder meer bij het stadspersoneel, op veel steun kunnen rekenen. Het ongenoegen en de strijd tegen het huidige beleid organiseren en versterken, is de uitdaging voor een sterke linkse oppositie. Van daaruit moet een programma naar voor gebracht worden dat breekt met het besparingsbeleid en niet gewoon wat scherpe kantjes afvijlt. Zo’n breuk met het besparingsbeleid kan bijzonder populair zijn, kijk maar naar Jeremy Corbyn in Groot-Brittannië. Maar dat is niet de richting die SP.a-Antwerpen onder Meeuws zal uitgaan…

  • Paarse bank ‘Optima’ failliet

    Sociaaldemocratische poging om het systeem te ‘hervormen’ door het zelf mee te besturen, loopt faliekant af. Nogmaals.

    Foto vanop Wikipedia
    Foto vanop Wikipedia

    SP.a-voorzitter John Crombez moet erkennen dat het failliet van Optima niet goed is voor het imago van zijn partij. Hij probeert de schade te beperken tot voormalig kopstuk en voormalig Optima-bestuurder Luc Van den Bossche, maar het probleem zit dieper.

    Zelf ging Crombez in 2013 vlot op de foto met de toplui van Optima, ook al waren er toen al opmerkingen over de werking ervan. Dat Optima eerder de bankdivisie van Ethias had overgenomen, op aangeven van SP.a-kopstuk Steve Stevaert, zal er wel voor iets tussengezeten hebben. Optima had in Gent goede contacten met zowel SP.a als Open VLD, die al jarenlang een coalitie vormen in de Arteveldestad. Ook burgemeester Termont werkte meermaals samen met Optima-topman Piqueur.

    Toen Optima in 2011 een banklicentie kreeg, werd Luc Van den Bossche voorzitter van het directiecomité. De raad van bestuur werd voorgezeten door voormalig SP.a-senator Herman Verwilst (tevens voormalige topman van Fortis Bank). In de raad van bestuur zat verder ook lokaal VLD-kopstuk Geert Versnick. De Standaard schreef dat de regeringscommissaris van de Ugent en UZ Gent, Yannick De Clercq, toelating gaf aan UZ Gent om 10 miljoen te storten aan Optima. De Nationale Bank stelde een veto. Maar voor de liberale regeringscommissaris en voorzitter van basketclub Gent Hawks, voorheen Optima Gent, was er geen vuiltje aan de lucht voor een investering in Optima Bank…  ‘Ons kent ons’ in de kringen van het Gentse paarse establishment.

    Dat verschillende SP.a-kopstukken zoveel inspanningen deden voor Optima bank is opmerkelijk aangezien de groep zich vooral op een laag van rijken richtte en bovendien weinig zorgvuldig omging met personeelsleden die blijkbaar als schijnzelfstandige werden ingeschreven. De grootheidswaanzin van topman Piqueur die graag zijn rijkdom etaleert, maakt het helemaal af.

    Is dit hoe de SP.a’ers denken de bankwereld te ‘hervormen’? Is dit wat er van het ‘meest progressieve’ stadsbestuur langs Vlaamse kant kan verwacht worden? Natuurlijk probeert Crombez de banden tussen SP.a en Optima te minimaliseren en af te doen als “perceptie”, maar er kan niet aan voorbijgegaan worden dat Optima een wel erg paarsgekleurd bedrijf was. Met Van den Bossche, samen met Guy Verhofstadt de architect van de eerste paarse coalitie in Gent in 1988 (vlak nadat Verhofstadt uit de regering verdwenen was wegens onaanvaardbaar Thatcheriaans…), die mee aan het roer van Optima stond, werd dit symbolisch bevestigd.

    Na het Arco- en Dexia-débâcle is nu ook de opvolger van de bankdivisie van Ethias in een schandaalsfeer terechtgekomen. Wordt hieruit de les getrokken dat de pogingen van de ‘linkerzijde’ en de arbeidersbeweging om het bankensysteem beter te beheren dan de kapitalisten mislukt zijn? Dat ze in plaats van de bankenwereld te hervormen, zelf hervormd werden tot kapitalisten die niet anders waren dan de andere bankiers?

    De linkerzijde moet energie steken in het bestrijden van een systeem dat leidt tot een nooit geziene kloof tussen rijk en arm. Het moet daarbij consequent de kant kiezen van de armste meerderheid van de bevolking in plaats van aan te pappen met omhooggevallen ‘nouveaux riches’ als Piqueur. Socialisten kunnen beter opkomen voor een financiële sector in publieke handen met een democratische controle op het financiewezen. Pogingen om het systeem te hervormen door het mee te besturen (en “betere” kapitalisten te zijn dan de kapitalisten) mislukken keer op keer. Tijd om te breken met dit systeem.

  • Actie: “Doel? Sluiten die boel!”

    fotokleinGisteren was er in Antwerpen een actie tegen de kerncentrale van Doel. Dit gebeurde onder de slogan ‘Doel? Sluiten die boel’. Er was opgeroepen via facebook, ook al was niet helemaal duidelijk van waar het initiatief kwam. Dat bleek op de actie zelf, de volledige lokale SP.a-top – we zagen onder meer Monica De Coninck, Yasmine Kherbache, Bart Martens, Kathleen Van Brempt, ondervoorzitster Stephanie Van Houtven, … – was van de partij met vlag en wimpel. De spreker was eveneens iemand van SP.a, maar dan in de hoedanigheid van “bezorgde burger”. Er waren kleinere delegaties van andere partijen en organisaties, waaronder Groen en PVDA maar ook ’11 maartbeweging’ (een initiatief om de kernramp van Fukushima te herdenken) en enkele LSP’ers. Er werd een paar keer ‘Doel, sluiten die boel’ geroepen waarna iedereen terug huiswaarts keerde. Een betoging zat er niet in.

    Er komen nog enkele acties, op 12 maart onder de noemer ‘Geen Fukushima aan de Schelde’ en op 26 april in Doel zelf. Onze mening: breng energie in publieke handen, het is te gevaarlijk en te belangrijk om het aan de aasgieren uit de privé over te laten!

    Enkele foto’s door Liesbeth:

    Doel, sluiten die boel // Foto's door Liesbeth

  • Sociaal verzet niet laten gijzelen door gebrek aan alternatief

    PS en sp.a in de touwen ondanks beweging tegen regering

    Recente peilingen geven aan dat N-VA en MR geen serieuze klappen zouden krijgen als er vandaag verkiezingen plaatsvonden. Sterker nog: oppositiepartijen PS en sp.a kunnen niet eens profiteren van de enorme afkeer aan beide kanten van de taalgrens over de besparingsregering. Hoe is dat mogelijk?

    Artikel door Jarmo uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Postelectoraal onderzoek na de verkiezingen van 25 mei vorig jaar, uitgevoerd door ISPO (Instituut voor Sociaal en Politiek Opinie-onderzoek), toonde een aantal opmerkelijke cijfers aan in vergelijking met voorgaande verkiezingen. Zo blijkt dat slechts 6% van de kiezers hun stem door communautaire overwegingen liet bepalen. In 2007 en 2010 was dat nog respectievelijk 13,3 en 19,7%. Na 8 jaar crisis was het communautaire echter resoluut naar de achtergrond geschoven om plaats te ruimen voor een aantal fundamentelere sociaal-economische thema’s: 43% koos voor jobcreatie als belangrijkste thema, 37% voor gezondheidszorg en 32% voor pensioenen. Niet bepaald een recept voor de overwinning van rechtse electorale krachten, zou je denken.

    Nochtans mag het niet verwonderen dat de (Belgische) sociaaldemocratie rond deze thema’s niet weet te scoren. Na jaren machtsdeelname zijn het immers voornamelijk sp.a en PS die in grote mate verantwoordelijk zijn voor de afbouw van sociale diensten en voorzieningen. Dan is het niet onlogisch dat voor een alternatief elders gekeken wordt. Indien er zich geen reële linkse kracht ontwikkelt die een zeker vertrouwen onder bredere lagen kan opbouwen, is overwinning van wat zich rechts bevindt en als ‘alternatief’ voorstelt, onvermijdelijk. N-VA behaalde op 25 mei geen overwinning op basis van haar core business – het communautaire – maar op basis van het gebrek aan een betrouwbaar alternatief op de traditionele partijen.

    PS en sp.a houden zich dan weer voornamelijk met zichzelf bezig. Geen van beide partijen lijkt van plan ooit nog een verkiezing te winnen. De voorzittersverkiezingen bij sp.a, die in juni plaatsvinden, zijn een populariteitswedstrijd waarbij het er – volgens Frank Vandenbroucke – vooral om gaat niet de indruk te geven dat men een ruk naar links zou willen maken. De PS zoekt naar vernieuwing met haar ‘12 bouwwerven’, maar beperkt zich daarbij tot een mediacampagne die het gebrek aan inhoudelijke vernieuwing moet verhullen.

    Ook in Groot-Brittannië slaagden de gehate Tories er tegen alle verwachtingen in om de verkiezingen te winnen en de Britten op te zadelen met nog 5 jaar rechts beleid. Ook daar ging het niet zozeer om een overwinning van de rechterzijde, als wel om een nederlaag van Labour, dat er niet meer in slaagt de bevolking te overtuigen van haar bestaansreden, laat staan dat het zichzelf als een alternatief op een rechtse regering kan voorstellen.

    Dit is een ontwikkeling die verregaande gevolgen heeft voor onze strijd tegen de besparingen. Vakbondsleidingen die met handen en voeten aan besparingspartijen zoals de sociaal- en christendemocratie gebonden zijn, kunnen geen weg vooruit zien uit deze patstelling. Zij beschouwen de strijd als zinloos als N-VA blijft vooruitgaan en de – ten dode opgeschreven – sociaaldemocratie niet groeit. Tegelijkertijd lijken ze blind voor de enorme slag die de arbeidersbeweging de regering in het najaar toebracht. Ook toen stelden we dat een terugkeer naar een regering van traditionele partijen geen stap vooruit zou betekenen. Om onze strijd succesvol verder te zetten, zullen we de strijdbeweging moeten koppelen aan de nood aan een politiek alternatief dat wel bereid is om de regering ten val te brengen en de belangen van de werkende bevolking politiek te vertegenwoordigen.

  • SP.a. Niet voorzitter maar vooral programma is het probleem

    Voorzittersverkiezingen SP.a: als lemmingen in de ravijn van de neoliberale perceptiepolitiek

    We worden al enkele maanden om de oren geslagen met de saga van de voorzittersverkiezingen bij de SP.a. De partij doet het niet denderend, als oppositiepartij, in de peilingen en lijkt intern een moordkuil voor aspirant-carrièrezoekers. Soms zijn ook nog gewone vakbondsmilitanten lid van de SP.a, maar zelden met een groot enthousiasme over hun vermogen om die partij naar links te duwen. Als de reeks die De Morgen publiceerde over John Crombez, de uitdager, en de vermaledijde Bruno Tobback, huidig SP.a-voorzitter, een indicatie is van de sfeer binnen de partij, dan kunnen we zeggen: een kerkhof bij valavond ademt meer levenslustige ambiance uit. Maar dat heeft de partij, helaas, vooral aan zichzelf te danken.

    Artikel door Peter Delsing

    Niet voorzitter, maar vooral programma is het probleem

    In de reeks van De Morgen, en al een tijdje in de rest van de pers, wordt het proces gemaakt van Bruno Tobback. Dat doen de huidige of gewezen “toppers” of “kaderleden” dan wel anoniem en op fluistertoon. Wat een principeloze krabbenmand, ben je geneigd te denken. Wat zeggen deze methodes over het niveau van de discussie en de interne partijdemocratie bij de SP.a? Behalve dat het inhoudelijk debat bij de SP.a zo goed als uitgestorven is en het gespin reeds lang de macht heeft overgenomen?

    De redenering lijkt te zijn dat Bruno Tobback met zijn eigengereid optreden iedere herleving van de SP.a in de weg staat. Tobback is bruut en cynisch. De afgelopen maanden hoorden we ook dat hij “minder tussen de mensen staat” dan Crombez. Op zich is tussen de mensen staan misschien niet zo’n verdienste. Dat doen handelsreizigers in tafelbier ook, zonder dat we daar al veel vlijmscherpe socialistische analyses van mochten vernemen. Over Crombez leerden we dat hij volgens deze of gene “ex-topper” dan wel “kaderlid” “slechts lalala zou moeten zingen, en nog zouden we op hem stemmen”. Als Tobback cynisch is, dan kunnen de anonieme Brutussen er alvast ook wat van. Verder vernamen we van de erfgenamen van het Charter van Quaregnon dat Tobback het om de zoveel zinnen over “kloten en ballen” heeft. Die overdreven masculiene fascinatie zou hem volgens de kroniekschrijvers van de sociaaldemocratie parten spelen. Het is allemaal best mogelijk. Maar is het de essentie wel?

    In de reeks van De Morgen probeerden sommige waarnemers ook wat dieper te graven. Een waar gamma aan “mogelijke redenen voor de neergang van de SP.a” passeerde de revue. Sommigen stelden dat het deels een gevolg was van de overgang van een overwegend industriële naar een grotendeels dienstensamenleving. Maar waarom zou een call centre medewerker minder geneigd zijn om op een socialistische partij te stemmen – gezien de niet zo denderende lonen in die sector? In vergelijking met een industriearbeider die dikwijls meer zal verdienen, vooral omwille van de sterkere vakbondstraditie in die sector. Wellicht niet omdat die call centre medewerker minder hard wordt uitgebuit, maar een stuk jonger is en zich van de sociaaldemocratie de laatste 30 jaar geen enkele progressieve maatregel kan herinneren, die zijn loon of sociale zekerheid fundamenteel vooruithielp?

    Effectief, tussen de pleiade aan “mogelijke redenen voor de neergang” opperen sommigen dat de SP.a teveel met “de liberalen” heeft meegedaan de laatste decennia. Wat ben je met een sociaaldemocratie die mee de herverdeling naar de rijkste 1% organiseert? Zo’n partij verlaat haar core business. Waarom dan niet stemmen – als loontrekkende die er net iets beter voorstaat – op de echte liberalen, of de NVA, in plaats van diegenen die “links lullen en rechts de zakken vullen”?

    Langs de ene kant wordt geopperd dat de SP.a te liberaal is geworden. Langs de andere kant menen anderen “niet liberaal” genoeg: de zonen en dochters van werkende mensen die SP.a stemden, zouden dat niet meer doen vanaf het moment dat ze denken hogerop op de maatschappelijke ladder te kunnen klimmen. De sociaaldemocratie als slachtoffer van haar eigen “succes”? Daar kan wel wat over worden gezegd. Het is altijd onder druk van strijd geweest dat onderwijs, lonen en sociale zekerheid stappen vooruit hebben gezet. Een echte socialistische partij zou die lagen onder de werkende bevolking die een zekere reserve hebben opgebouwd, wijzen op het instabiele karakter van onze opgebouwde welvaart onder het kapitalisme. Ze zou erop wijzen waar we vandaan komen, en waar we zoals het er nu voorstaat naartoe gaan met dat systeem. Dat het kapitalisme sinds de jaren ’80 enkel tijd heeft gekocht, met immense schuldenbergen als gevolg, en de winstmarges heeft hersteld ten koste van de koopkracht. Dat zoiets het systeem zelf opvreet. En dat de huidige reserves snel weg zullen zijn als de nieuw gevormde zeepbellen van na 2008 tot ontploffing komen. Jazeker, dat Marx hier wel interessante dingen over te zeggen had, en dat de liberale weg voor loontrekkenden enkel naar een Grieks of Spaans sociaal kerkhof leidt. Frank Vandenbroucke – de beste liberaal die Open VLD nooit heeft gehad – denkt dat hij “harde waarheden” van de burgerij omtrent de pensioenen de wereld moet insturen. Waarom stuurt een echte socialistische partij – die de SP.a al lang niet meer is – geen batterij van feiten over het kapitalistisch verval de wereld in? Uit de huidige perikelen bij de SP.a blijkt een hopeloze obsessie met dagjespolitiek van carrièrezoekers die de partij enkel zien als kiesmachine, in de plaats van bezig te zijn met de levensstandaard van de werkende bevolking en hoe die kan worden hersteld en verhoogd.

    In Griekenland en Spanje zijn er nieuwe linkse formaties, weliswaar zonder echt socialistisch programma en nog te weinig betrokken in de dagelijkse strijd, die in de verkiezingen de oude sociaaldemocratie volledig voorbijstreven, of zeer snel electoraal bijbenen. Dat doen ze vooral door zich tegen de besparingen en dalende levensstandaard af te zetten. Zoiets is voor veel “realistische” – het realisme van een sociaal kerkhof – yuppies geen optie. Maar een SP.a die zich blijft profileren als beheerder van het kapitalisme, kan alleen maar eindigen als Pasok in Griekenland, of Labour in Schotland: in de vuilnisbak van de geschiedenis. Alleen zal de SP.a van een lager electoraal niveau dan Pasok de trek naar de politieke ondergang mogen inzetten.

    In De Morgen wordt erop gewezen dat Syriza zijn programma ook niet kan realiseren. Inderdaad. Maar dat is geen vrijgeleide om verder te gaan met neoliberale besparingen die de sociaaldemocratie in een electorale vergeetput zullen doen verdwijnen. Het is mogelijk dat Crombez met een iets linksere koers naar komende verkiezingen wil gaan, onder meer omtrent de vermogenswinstbelasting. En daar enkele procenten mee wint. Maar dat is cosmetica waarmee de bittere besparingspil zal worden verguld. Wat nodig is, is een programma dat opnieuw een socialistisch antwoord formuleert en radicaal de middelen gaat zoeken waar ze zitten: in de zakken van een kleine groep grote aandeelhouders en kapitalisten.

    De klassentegenstellingen zijn niet “vager” geworden. Ze werden dat tijdelijk in de hoofden van de mensen, niet in de materiële realiteit, omdat de leidingen van SP.a en PS, de vakbondsleiders en grote delen van de linkse intellectuelen de witte vlag voor het neoliberale kapitalisme hebben gehesen. Dat proces van verrechtsing aan de top van de arbeidersbeweging en de linkerzijde heeft ons op achterstand gespeeld. Maar zoals de zeer brede stakingsbeweging eind vorig jaar, door de vakbondsleiders op een dwaalspoor gezet achteraf, heeft geleerd: de potentiële kracht van de arbeidersbeweging is nog volledig intact. Het probleem is de leiding, het gebrek aan een alternatief, aan organisatie en een echt socialistisch programma.

    Elk “links” programma dat de illusie creëert dat belangrijke sociale hervormingen mogelijk zijn binnen het kapitalisme, heeft de huidige faze van crisis niet begrepen en zal plat op de neus vallen, geconfronteerd met de chantagepolitiek van het kapitaal en haar medestanders. Dat is de les die Griekenland in ons collectieve geheugen plant. Je moet breken met het kapitalisme, om zelfs maar een minimale sociale herstelpolitiek te kunnen voeren.

    Perceptiepolitiek van spin doctors vervangt verdediging loontrekkenden

    Volgens marxisten is de neergang van de sociaaldemocratie – een Europees fenomeen – een direct gevolg van de neergang van het kapitalisme. In de jaren ’70 al werd dat systeem geconfronteerd met dalende winstgevendheid en overproductiecapaciteit in verschillende sectoren. Sindsdien is er een groei geweest van de structurele werkloosheid naar ongeveer 10% in België en het dubbele daarvan in landen die al een faze verder zitten in de crisis. Al deze fenomenen werden door Marx, met verbijsterende precisie, voorspeld. De kapitalisten hebben door de neoliberale politiek de winstvoeten grotendeels hersteld, maar ten koste van een verergering van de tendens naar overaccumulatie van kapitaal. Vandaag pot het kapitaal op in plaats van te investeren. Of het blaast financiële kaartenhuisjes op op de beurs. De verrotting gaat steeds dieper. Robotisering is een gevaar voor jobs, maar zal ook de winstgevendheid opnieuw uithollen: enkel de uitbuiting van levende arbeidskracht – wist Marx – kan meerwaarde en winst – de motor van het systeem – opleveren.

    Het is juist dat het kapitalisme nieuwe markten kan creëren, zoals de telecommunicatie, Apple, Google, en alle markten die ermee verbonden zijn. Maar zelfs die meer dan gemiddeld groeiende sectoren hebben de groeicrisis van het systeem niet verhinderd, mogelijk enkel wat vertraagd. Het kapitalisme zit in een langgerekte depressie die het maatschappelijke weefsel al 30 jaar onderuithaalt. En dat wordt in duurdere en slechtere dienstverlening, uitgeholde lonen en pensioenen,… vandaag voor alle lagen van de bevolking duidelijk. Sinds de crisis van 2008, die eerst naar een nieuwe fatale catastrofe ging zoals in 1929-33, hebben de kapitalisten de meubelen enkel kunnen redden door er een nieuwe, massieve schuldenberg tegenaan te gooien. Dat heeft gezorgd voor enkele jaren van trage, kunstmatige groei en de illusie dat “het ergste voorbij is”. In de werkelijkheid heeft het de zeepbellen op de beurs nog verder uitgerokken. Maar de waardewet – dat de geldfetisj de hoeveelheid arbeid opgehoopt in reële productie moet weerspiegelen – heeft altijd het laatste woord. Een volgende crisis, of reeks van crisissen, zal heftiger en dieper zijn dan de vorige en de burgerij zal minder middelen hebben om ze te bestrijden. Ze zullen al onze verworvenheden overboord gooien zoals in Griekenland en Spanje. Maar de arbeidersklasse zal ook talloze kansen krijgen om zich herop te bouwen en voor een andere samenleving te vechten.

    De idee dat de SP.a zogezegd tegenstrijdige kiespublieken – armere “ethisch conservatieve” Belgen, intellectuelen, tweeverdienende “bakfiets-Vlamingen”, atheïsten en gelovige migranten – moet bedienen, is extreem oppervlakkig. Dat soort sociale filosofie van de koude grond kan nooit de basis zijn voor een socialistische partij. Het toont de volledige ideologische uitholling van de sociaaldemocratie. Enkel de verdediging van de materiële belangen van al deze groepen, tegen het kapitalisme in, kan de gemeenschappelijke noemer zijn voor een socialistische partij met toekomst.

    In dat opzicht is het tekenend dat de SP.a analisten achterover vallen van het succes van Hart boven Hard, dat 20.000 mensen op straat brengt op een natte regendag. Terwijl ze zelf op hun familiedagen maar enkele duizenden bereiken. Dat toont inderdaad het potentieel van verzet tegen de neoliberale politiek. Iets wat velen niet meer herkennen in de SP.a, die als partij van “staatsmannen en -vrouwen” van het establishment nu moeilijk de rebel kan uithangen.

    Maar nog tekenender is dat de SP.a apparatsjiks in hun wildste verbeelding enkel de vergelijking met Hart boven Hard kunnen maken en daarbij, doelgericht, de historisch grote betoging van begin november – van de vakbonden, samen met Hart boven Hard en een laag jongeren – helemaal vergeten en voorbijfietsen. Zo hard als ze kunnen. Daar waren er geen 20.000, wat zeer goed is van Hart boven Hard, maar 150.000 betogers! Totaal in de mist van de geschiedenis verdwenen en genegeerd door de SP.a bureaucratie, die met evenveel misprijzen naar de arbeidersbeweging kijkt als de andere neoliberale partijen. Hoe lang kunnen die 150.000 mensen, waaronder het socio-culturele middenveld maar met de vakbondsbasis als ruggengraat, nog wachten op een eigen politieke vertegenwoordiging? Een die openstaat voor elke nuance en stroming binnen het verzet tegen de neoliberale afbraak. Voor ABVV’ers, voor ACV’ers, voor mensen uit de socio-culturele sector, leden van de PVDA en kleinlinkse stromingen als LSP, ex-SP.a’ers, en ecologisten die menen dat Groen zich op het syndicaal verzet moet baseren en niet op liberaal gepruts in de marge. Daarvoor zal een kritische laag binnen de vakbonden moeten breken met de traditionele partijen. Hoe langer dat die breuk op zich laat wachten, hoe meer we zullen blijven inleveren zonder onze strijd serieus te organiseren en te bediscussiëren. Maar zoals de ervaring van Syriza in Griekenland aantoont: binnen een bredere formatie moeten we bouwen aan een stevige linkerzijde, om de meerderheid van zo’n actieve massapartij – wat zelfs Syriza nog niet is – te winnen voor fundamentele, socialistische verandering.

  • 1 mei: onduidelijkheid over alternatief op rechtse regering

    1mei
    1 mei in Gent. Foto: Jean-Marie Versyp

    Een jaar na de verkiezingen waar N-VA als grote winnaar uitkwam en zes maanden van rechtse regering en strijd ertegen, concentreerde de SP.a zich op 1 mei op zichzelf en de voorzittersverkiezingen. Halfslachtige oproepen om het verzet verder te zetten, zoals door Freya Vanden Bossche in Gent, gingen gemakshalve voorbij aan de vraag waarom het verzet na het momentum van 15 december is stilgevallen en de rol van de sociaaldemocratie daarin. In heel wat steden was de aanwezigheid vanuit syndicale hoek beperkter als vorige jaren.

    Wie daaruit pessimistische conclusies trekt, vergist zich. Deze 1e mei had eigenlijk in het teken moeten staan van de prachtige beweging die we in het najaar gevoerd hebben tegen de rechtse regering. We gingen daarbij in tegen de stortvloed aan propaganda en banbliksems van werkgevers, hun politici en hun media. Onze beweging van sociaal verzet slaagde erin om niet alleen de arbeidersbeweging mee te trekken, maar ook jongeren, de culturele sector en zelfs een aantal kleine zelfstandigen. Dit alles was mogelijk op basis van de strijdbare tradities van de arbeidersbeweging die ook de essentie van de traditie van 1 mei vormen. Een goed omlijnd actieplan om de strijd te voeren en een opbouw van de bredere solidariteit.

    Maar het ontbrak wel aan een duidelijk alternatief op het gevoerde beleid. Ja, we zijn tegen de indexsprong, de verhoging van de pensioenleeftijd of de vele besparingen op onze levensstandaard. Maar wat stellen we in de plaats? Een terugkeer naar de regering-Di Rupo, de regering die de wachtuitkering (inschakelingsuitkering) in de tijd beperkte en eerder het brugpensioen aanpakte?

    Het gebrek aan alternatief vanwege SP.a werd uitstekend verwoord door de bijna ex-voorzitter Bruno Tobback die op cynische wijze – ook al kon dat cynisme op verschillende manieren geïnterpreteerd worden – zijn hoop vestigde op niemand minder dan Kris Peeters. Als een voormalige Unizo-man de kastanjes van de arbeidersbeweging uit het vuur moet halen, dan zijn we niet goed bezig. De volgende SP.a-voorzitter, John Crombez, pleitte voor een taxshift naar vermogens om een verlaging van de lasten op arbeid met 10% te financieren. Een taxshift in de vorm van een vermogensbelasting om de vele sociale noden te financieren (extra sociale huisvesting, hogere uitkeringen, openbare diensten, …), dat zou pas een een wervend voorstel zijn. Maar van SP.a valt zoiets dus niet te verwachten.

    Net zoals SP.a was ook de PS op 1 mei vooral met zichzelf bezig. Marcourt in Luik stelde dat de partij zich moet herpakken en Magnette verklaarde in Charleroi dat het een “lange en moeilijke strijd” wordt waarbij de PS “eens moet kijken naar wat we niet goed gedaan hebben in het verleden.” Niet dat er aanzet was om het omarmen van de neoliberale logica in vraag te stellen. Neen, van deze sociaaldemocratie valt geen alternatief te verwachten.

    Op de verschillende vieringen van 1 mei was ook PVDA sterk aanwezig. Centraal stond daar het pleidooi voor een 30-urenweek. Eindelijk neemt de PVDA de eis van arbeidsduurvermindering opnieuw op als antwoord op de werkloosheid en als broodnodige maatregel om de werkdruk te verlagen. Eerder werd onder meer vanuit Femma, de katholieke vrouwenbeweging, voor een collectieve arbeidsduurvermindering gepleit. Met het voorstel van de 30-urenweek wil de PVDA benadrukken dat het een positief voorstel doet. Een evaluatie van de zes maanden van strijd tegen de rechtse regering kwam er jammer genoeg niet van PVDA dat bang lijkt te zijn om ook maar de minste kritiek op de vakbondsleiding te geven, zelfs indien een deel van die leiding gegijzeld wordt door het gebrek aan alternatief dat zo manifest is bij de sociaaldemocratie. Het resultaat was dat 1 mei niet aangegrepen werd om terug te komen op een van de grootste stakingsbewegingen uit de afgelopen decennia. Als de strijddag 1 mei geen gelegenheid is voor een evaluatie van ons sociaal verzet, wanneer gaan we het dan wel doen?

    Met LSP benadrukten we op 1 mei hoe de beweging van sociaal verzet de rechtse regering in het najaar aan het wankelen kreeg, maar merkten we ook op dat het daarbij bleef. Na 15 december ging ons momentum verloren. Dit betekent echter niet dat het ongenoegen verdwenen is, de provocaties blijven elkaar opvolgen en de besparingsmaatregelen worden stilaan steeds concreter en voelbaarder. Op 1 mei bijvoorbeeld ging de minimumbijdrage voor kinderopvang van 1,56 naar 5 euro per dag. De boodschap van N-VA en co is: ‘help uzelf’ ofte ‘trek uw plan’. Dit beleid zal ongetwijfeld tot nieuwe golven van verzet leiden. Om daar een succes van te maken, is het essentieel dat we de eerste golf van sociaal verzet evalueren en tegelijk de grootste zwakte, het gebrek aan een breed uitgebouwd politiek alternatief op de rechtse partijen, aanpakken.

    Foto door Jean-Marie Versyp
    Foto uit Gent door Jean-Marie Versyp

    Onze militanten kwamen tussen in heel het land en verkochten daarbij 605 exemplaren van ons maandblad of 120 meer dan vorig jaar. Zo verkochten we in Luik 148 kranten, in Brussel 124, in Gent 87, in Brugge 60 en in Aalst 55. Enkele jongeren verkochten in Gent voor ruim 300 euro aan badges. In Antwerpen vormden we een delegatie met onder meer activisten van Tamil-afkomst die met de actieve steun van ABVV Horval proberen om de vakbond onder de meest onderdrukte werkenden uit te bouwen, pionierswerk dat perfect in de traditie van 1 mei past. In de komende weken plannen we in verschillende steden open vergaderingen om een collectieve evaluatie van zes maanden rechtse regering en verzet ertegen te maken. Ga mee in debat zodat we sterker staan voor de strijd die voor ons ligt!

    Fotoreeks uit Antwerpen (door Liesbeth):

    [divider]

    Zes maanden rechtse regering en strijd ertegen. Niet alleen strijd, ook alternatief nodig!

    • Antwerpen: donderdag 7 mei om 19u30 in café Multatuli (Lange Vlierstraat). Met Eric Byl, syndicaal verantwoordelijke LSP, en Wouter Gysen, afgevaardigde ACOD Spoor (in eigen naam)
    • Gent: vrijdag 8 mei om 19u30 in het Geuzenhuis (Kantienberg). Met Jo Coulier, hoofdafgevaardigde ABVV VUB (in eigen naam), en Thomas Bayens, afgevaardigde ABVV Albert Heijn (in eigen naam)
    • Brussel: woensdag 20 mei om 19u in de Pianofabriek (Fortstraat 35, St Gillis)
  • Tegenover de Belgische Thatchers: welk alternatief op deze regering?

    15706535696_755ae2c29a_z

    Artikel door Nicolas Croes uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Waar staat de linkse oppositie in het verzet tegen de rechtse regering? Er zijn natuurlijk de syndicale acties, maar het is ook nuttig om te kijken naar wat de officiële oppositiepartijen voorstellen. Langs Nederlandstalige kant bleef het op dat vlak redelijk stil. Uiteraard haalden sp.a en Groen uit naar de regering, maar veel indruk maakt het niet. Ze kwamen niet veel verder dan voorstellen om anders te besparen, iets minder lastenverlagingen door te voeren, …

    Fractieleider Kristof Calvo van Groen: “De schuld niet doorschuiven naar de volgende generaties, daar ben ik heel gevoelig voor. Maar de manier waarop het gebeurt is onevenwichtig. Deze regering komt helemaal niet op voor mensen die werken. Deeltijds werken en tijdskrediet worden aangepakt, de trein naar het werk zal duurder worden en we krijgen een indexsprong.” Zijn alternatief op de indexsprong: “Je moet de loonlasten aanpakken, niet de lonen.” Het besparingsbeleid op zich wordt niet in vraag gesteld, wel de wijze waarop het gebeurt.

    Bruno Tobback verklaarde dat de verhoging van de pensioenleeftijd tot 67 jaar de eerste maatregel zou zijn die sp.a ongedaan maakt als ze terug in de federale regering stapt. Dat hij amper een jaar geleden nog in de media verklaarde dat we nu eenmaal langer zullen moeten werken of dat zijn partijgenoten destijds aan de wieg van het Generatiepact stonden, maken dat die stoere taal weinig geloofwaardig klinkt. Blijkbaar ook niet in eigen rangen, want bij sp.a wordt vooral gediscussieerd over wie er Tobback moet opvolgen als voorzitter.

    De zwakke oppositie langs Nederlandstalige kant maakt dat er ook in Vlaanderen heel wat aandacht was voor de oppositie van de PS.

    PS: harde woorden meteen ondermijnd door Di Rupo

    De PS zorgde meteen voor de luidruchtigste parlementaire oppositie tegen de rechtse regering. Met de website injuste.be en een bijhorende campagne stelt de partij dat de “regering van MR en N-VA in uw portemonnee zit. 400 euro minder per persoon per jaar. Ze schorsen de indexatie van uw loon.” De PS weet natuurlijk waarover ze praat na 25 jaar regeringsdeelname en georganiseerde sociale afbraak. Op regionaal vlak (in Wallonië en Brussel) zet de PS dit besparingsbeleid overigens gewoon verder.

    Maar de PS zet een oppositiestrategie uit die moet doen vergeten dat de partij toezag op een besparing van 22 miljard euro onder Di Rupo. Dat betekende onder meer de beperking van de wachtuitkering in de tijd, waardoor duizenden werklozen vanaf 1 januari hun  uitkering zullen verliezen. Dat wordt allemaal opzij geschoven om over te gaan tot een scherpe oppositie met een retoriek die we de afgelopen 25 jaar amper nog hoorden bij de PS. Laurette Onkelinx verklaarde in de Kamer dat het regeringsproject “een slag in het gezicht van alle werkenden in dit land is”. Ze vervolgde in de media: “De inbreuken op de sociale rechtvaardigheid gaan erg ver. We moeten dat aanklagen.”

    De retoriek werd al snel door de PS zelf weerlegd. Op een persconferentie vond Di Rupo het nodig om te verduidelijken dat 70% van de maatregelen die de regering-Michel nu neemt al werden beslist door de vorige regering onder zijn leiding. Zo werd de oppositie van Onkelinx meteen in de voet geschoten. De centrale vraag is of we de “verregaande inbreuken op de sociale rechtvaardigheid” gewoon moeten vervangen door inbreuken die iets minder verregaand zijn?

    De PS zou natuurlijk geen probleem hebben met de val van de regering-Michel. De partij steunt – in woorden – de betoging van 6 november in Brussel. Maar is dat enkel om nadien zelf te kunnen terugkeren in de regering om het besparingsbeleid verder te zetten? Wordt over een regering ‘MR-N-VA’ gesproken om de vrienden van CD&V niet te schofferen? De voorzitter van die laatste partij, Wouter Beke, herinnerde er overigens aan dat de middelen voor gezondheidszorg onder Onkelinx in 2013 met amper 0,9% toenamen terwijl de huidige regering 1,5% voorstelt.

    Natuurlijk is de huidige regering anders dan de vorige. De rechtse regering wil verder en sneller gaan met de besparingen. Er wordt geprobeerd om de krachtsverhoudingen tussen arbeid en kapitaal om te gooien. De PS wil een minder directe confrontatie om tot hetzelfde doel te komen: de werkenden en hun gezinnen laten betalen voor de crisis door een transfer van rijkdom naar de allerrijksten. Bij het gemeentepersoneel van Charleroi, waar Paul Magnette burgemeester is, wordt actie gevoerd tegen het verlies van honderden jobs. In het Franstalig onderwijs waren er op 22 en 23 oktober de eerste werkonderbrekingen.

    Jean-Marc Nollet van Ecolo had gelijk toen hij verklaarde dat de huidige regering op sociaaleconomisch vlak verder bouwt op de vorige regering van Di Rupo. Hij had er nog aan kunnen toevoegen dat ook de huidige Waalse regering verder bouwt op de vorige, waar Ecolo wel nog in zat, die onder meer voor het rampzalige Europese besparingsverdrag stemde.

    Een Cactusplan?

    De reactie van De Wever op Onkelinx was veelzeggend: “Moet ik het geschreeuw van Onkelinx belonen met een antwoord? Ik ga liever een koffie drinken tot het gedaan is.” Parlementaire tussenkomsten, verklaringen in de media of op Facebook zullen inderdaad niet volstaan om de besparingslawine te stoppen.

    Op dat vlak was de PVDA alvast consequenter. Die partij zorgde voor de eerste mobilisatie tegen het besparingsbeleid na de regeringsverklaring. Op de Protest Parade van 19 oktober waren er maar liefst 7.000 aanwezigen. We betreuren wel dat elke afwijkende vlag, pankarte, … manu militari naar het einde van de betoging werd verwezen om achter een forse ordedienst verborgen te worden.

    De betoging had vooral als doel om het Cactusplan van de PVDA naar voor te brengen. Die cactus staat symbool voor het alternatief van PVDA: “prikkels voor een sociale, ecologische en democratische vernieuwing.” Hopelijk getuigde de organisatie van de Protest Parade niet van de “democratische vernieuwing” die de partij beoogt.

    Het plan wil 22 miljard euro ophalen met onder meer een miljonairstaks, een correcte belasting van de bedrijven, een harde strijd tegen fiscale fraude, een speculatietaks, … Dit geld zou gebruikt worden voor een verhoging van de pensioenen, de bouw van scholen, de creatie van sociale huisvesting, een verlaging van de prijs voor geneesmiddelen, … Het doet deugd om een afwijkende stem te horen die zich niet neerlegt bij het dogma dat er geen alternatief op de besparingen mogelijk is. Dat is een goed begin. Het plan wijs er op dat er vorig jaar 12.000 miljonairs bij kwamen in ons land of nog dat de 20 rijkste Belgen goed zijn voor een vermogen van 500 miljard euro. Het is niet voor iedereen crisis.

    Het Cactusplan klaagt het kapitalisme als systeem wel aan – daarvoor wordt naar een citaat van Naomi Klein teruggegrepen – maar er wordt uiteindelijk slechts een verschuiving binnen het systeem voorgesteld met meer evenwichtige belastingen. Het complete bankroet van een economie die uitgaat van het private bezit van de productiemiddelen wordt niet naar voor gebracht.

    Het voorstel van een belasting op speculatie is op zich goed, maar aanvaarden we speculatie? Waarom wordt in het Cactusplan voorgesteld om 4,5 miljard euro te besteden aan de terugbetaling van de publieke schulden, terwijl de partij voor de verkiezingen nog stelde dat het de schulden aan de speculanten niet zou terugbetalen? Welk antwoord wordt geboden op de onvermijdelijke pogingen tot kapitaalvlucht na een wijziging van het fiscale regime? Zonder de financiële sector volledig in publieke handen en onder democratische controle te nemen, wordt geen antwoord geboden.

    Een andere samenleving is nodig!

    Tegenover het sociale bloedbad van de kapitalistische crisis, wijst het Cactusplan in de goede richting. Maar angst om te ver te springen kan er voor zorgen dat we toch in de afgrond vallen. Wij willen met LSP aan het debat over een alternatief op het besparingsbeleid deelnemen met een programma dat verder gaat. We pleiten ervoor om de sleutelsectoren van de economie, zoals financiewezen, staal, de grote distributiebedrijven, … onder democratische beheer in publieke handen te nemen.

    Enkel dan beschikken we over de middelen die ons toelaten om niet alleen de ergste uitwassen van het uitbuitingssysteem ongedaan te maken, maar ook om een alternatieve samenleving uit te bouwen op basis van solidariteit en menselijke ontwikkeling. Dat alternatief verdedigen, de weg naar een democratisch socialistische samenleving, is moeilijker dan de beweging achterna te hollen, maar het is de enige manier om de sociale beweging voor te bereiden op de echte inzet van onze strijd.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop