Tag: Jeremy Corbyn

  • Labour en Jeremy Corbyn: welk type van partij voor werkenden en jongeren?

    Foto: socialistparty.org.uk
    Foto: socialistparty.org.uk

    De Britse Labour Party is het middelpunt geworden van een hevige strijd tussen links en rechts. In heel Europa en zelfs daarbuiten wordt reikhalzend uitgekeken naar de uitkomst van deze krachtmeting. Slaagt Jeremy Corbyn, de linkse partijvoorzitter, erin om de Labour Party uit de klauwen van het rechtse, pro-big business partijapparaat te halen? Kan hij een nieuw model van arbeiderspartij ontwikkelen, gecontroleerd door de instromende basis?

    Artikel door Peter Delsing uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Maar liefst 183.000 mensen waren bereid om het lidgeld van 25 pond te betalen. Het was door het partij-apparaat, dat door neoliberalen gedomineerd wordt, opgetrokken vlak nadat het nieuwe voorzittersverkiezingen uitlokte. Geen enkele partij van links of rechts in Europa kende de laatste jaren zo’n instroom. Opvallend zijn de massale meetings en betogingen overal waar Corbyn spreekt. In Liverpool kwamen er meer dan 10.000 mensen op straat.

    Zal Corbyn een nieuw model ontwikkelen, of zal hij integendeel een schadelijke “eenheid” proberen te behouden met neoliberale tegenstanders van de werkende klasse? Dan kan de bureaucratische fractie – gesteund door de media – er in een bepaald stadium in slagen om hem uit het zadel te wippen. Indien niet nu tijdens de nieuwe voorzittersverkiezingen tegen Owen Smith, dan eventueel later.

    Revanche van de geschiedenis

    Het kapitalisme zit sinds midden jaren 1970 in een uitgerokken crisis. De post-stalinistische periode, na 1989, leidde echter tot het verder afstand nemen van de sociaal-democratie van socialistische ideeën. De leiders omarmden de “vrije markt”, privatiseringen en neoliberaal snijden in lonen, uitkeringen en pensioenrechten. Bij gebrek aan een duidelijk klassekompas, zagen we de opkomst van rechts populisme en soms zelfs van extreemrechts.

    Vooral sinds de crisis van 2008 braken er ook nieuwe linkse stromingen door. Er was de opgang en val van Syriza in Griekenland, de opkomst van Podemos in Spanje en natuurlijk ook de indrukwekkende beweging rond Bernie Sanders. Deze politieke ontwikkelingen bouwden verder op sociale strijd: de indignado’s, pleinbezettingen, Occupy in de VS, … De strijd tegen de 1% en hun superuitbuiting zoekt onvermijdelijk een weg vooruit. Soms ook op een niet altijd eenduidige manier, zoals met het Brexit referendum, in essentie een revolte van de werkende klasse tegen het establishment.

    Tijd voor keuze: afslag naar links of rechts?

    Uitdager Owen Smith probeert zich natuurlijk een links gezicht aan te meten. In werkelijkheid vertegenwoordigt hij de strekking die Labour “veilig” moet stellen voor de heersende klasse en de carrièrepolitici. Wellicht zal Corbyn de voorzittersverkiezingen opnieuw winnen. Reeds 234 van de 275 lokale Labour Party meetings die een kandidaat aanduidden midden augustus, kozen voor Corbyn.

    Van meet af aan organiseerde de rechterzijde sabotage rond meer en minder belangrijke zaken: droeg hij een das? Zong Corbyn patriottisch het volkslied? Toonde hij niet te weinig enthousiasme voor de neoliberale EU? De rechterzijde wil nieuwe leden uitsluiten door het lidgeld aanzienlijk te verhogen en sluit effectief tienduizenden uit als blijkt dat ze op sociale media kritiek hadden op de neoliberale en pro-oorlogsvleugel van de partij. Ze verbiedt zelfs elke lokale partijmeeting en discussie, tenzij die om een kandidaat-voorzitter te nomineren.

    Helaas toonde Corbyn aanvankelijk te veel verzoeningsgezindheid met de rechtervleugel. Zijn positie veranderde naar pro-EU. Hij was tegen de herselectie van parlementairen als ze het democratische meerderheidsstandpunt van hun achterban niet vertolken en meedoen aan besparingen. Hij stelde ook niet dat Labour gemeenteraden besparingen op diensten en personeel moeten verwerpen en moeten mobiliseren om een behoeftenbudget af te dwingen door meer middelen te eisen van de regering en de rijkste 1%.

    Desondanks vindt zijn programma voor hernationalisatie van het spoor, voor een degelijk minimumloon en vakbondsrechten massale weerklank. Wat ook de capriolen zijn van de rijke mediagroepen die op elke slak – en soms zelfs dat niet – zout proberen te leggen. Maar een politieke burgeroorlog tussen twee vleugels die onverzoenlijke klassenbelangen vertegenwoordigen, kan niet kunstmatig in de diepvries worden gestoken of simpelweg weggewenst worden. De groep rond Corbyn vertrok totnutoe teveel van een zuiver electoraal perspectief. Wat onbegrijpelijke pogingen tot verzoening met de immer ontketende neoliberale rechterzijde naar verluidt nodig maakte. Een verkiezingsoverwinning in 2020 zou dan alles moeten veranderen. Dit blijkt geen realistisch perspectief.

    Democratisch instrument voor de arbeidersklasse

    Wat het kapitaal en de Labour bureaucratie diep van binnen vrezen, is een electorale overwinning van een hernieuwd, op de arbeidersklasse en haar behoeften gericht Labour. Ze huiveren voor een geradicaliseerde Labour Party, zonder de buffer van de Blairisten om hen te beschermen. En dat in de reeds onzekere situatie van de Brexit, waarvan ze de gevolgen voor zich uit proberen te duwen.

    Volgens de zusterpartij van LSP, de Socialist Party, mag het breed gedragen enthousiasme voor Corbyns programma niet door bureaucratische obstakels worden afgeremd. Een herlancering van Labour, een grote conferentie, is nodig om iedereen – alle stromingen en individuen – die zich tegen het neoliberalisme verzet te verenigen. Zo’n partij zou best federaal (in plaats van strak centralistisch), open en inclusief zijn, met een beslissende stem van haar actieve massabasis in de centrale politieke en organisatorische kwesties. Zoals de Co-operative Party nu reeds, zou ook de Socialist Party van zo’n nieuw en democratisch project deel willen zijn. Door de ervaring met de sociaaldemocratische en stalinistische bureaucratieën van het verleden, en de topdown benadering van veel vakbondsleiders, zou een niet-inclusieve benadering vandaag niet meer werken en niet worden aanvaard door partij- of syndicale militanten.

    Zou dit leiden tot een splitsing binnen Labour? Ja, maar wat dient de belangen van de werkende klasse? Een Labour Party met honderden parlementairen die voor besparingen, privatiseringen en oorlog stemmen? Of een hernieuwde partij, die aanvankelijk enkele tientallen parlementairen telt, maar met een propere lei en een echt links programma zeker een doorbraak kan forceren? Als zo’n partij zich steunt op tussenkomst in vakbondsstrijd, campagnes in scholen en wijken, … kan ze snel uitgroeien tot een partij van miljoenen werkenden en jongeren, in de plaats van de rijkste 1%. Zo’n massapartij zou een gigantisch laboratorium zijn voor ideeën en de strijd voor een democratische, socialistische samenleving enorm vooruithelpen.

    Spook van trotskisme waart door burgerlijke media

    Ook de zusterpartij van LSP, de Socialist Party, werd deel van de lastercampagne om Jeremy Corbyn te treffen vanuit de kapitalistische massamedia. Rechtse Labour-figuren, versterkt door kranten en TV, putten zich uit in pogingen om “trotskistische infiltratie” aan te tonen. Op die manier moest Corbyn worden geraakt door vermeende “schuld door associatie”.

    In tegenstelling tot de beweringen van de rechterzijde waren en zijn de methodes van de Socialist Party (en vroeger Militant) nooit gebaseerd op intimidatie of complotten. De heftigheid van de anti-trotskistische spokenjagers komt voort uit de successen van onze organisatie in het verleden: de massale strijd in Liverpool onder leiding van Militant die nieuwe woningen, jobs en kinderopvang opleverde. En natuurlijk de 18 miljoen sterke anti-Poll Tax campagne die de politieke carrière van Thatcher brak. Waar het reformisme faalde, kwam en komt de verdachtmaking tegen de marxistische trend goed van pas. Trotski vocht tegen bureaucratie en voor een herinstellen van de vrije sovjetdemocratie, een meerpartijensysteem maar steunend op de geplande economie en de strijd voor internationaal socialisme. Hij was samen met Lenin de voornaamste leider en theoreticus van de Russische revolutie.

    Die erfenis van het hoog houden van de rode vlag en de beste tradities van de arbeidersbeweging mag door nieuwe generaties blijkbaar niet worden herontdekt. De reden daarvoor is eenvoudig: het zijn ideeën en een organisatie die de wereld kunnen veranderen.

    Boekentips:

    • ‘History of Militant’ door Peter Taaffe. 558 pagina’s. 14 euro + verzending
    • ‘Liverpool: a city that dared to fight’ door Peter Taaffe en Tony Mulhearn, 497 pagina’s. 14 euro + verzending.
  • #KeepCorbyn. Voor een Labour partij van de werkende klasse!

    Editoriaal van The Socialist, weekblad van de Socialist Party (voorheen Militant)

    socialistHull, Leeds, Liverpool, Bristol, Merthyr Tydfil. Overal in Groot-Brittannië zien we de grootste linkse meetings in jaren. Het gaat om meetings die de leiding van Jeremy Corbyn bij Labour verdedigen. De poging tot coup door de rechtse Blairisten heeft geleid tot de mobilisatie van een tweede golf van steun aan Corbyn, een tweede golf die nog groter is dan de eerste golf die hem elf maanden geleden tot voorzitter van Labour deed verkiezen. Opmerkelijk is de open houding en de roep naar eenheid en democratie.

    Tegenover de beweging die Jeremy steunt staan alle krachten van het kapitalistische establishment, zowel binnen als buiten Labour. Het is dan ook verkeerd om nu al gerust te zijn in het resultaat van de nieuwe voorzittersverkiezingen. Maar tot hiertoe is elke poging van de rechterzijde om de voorzittersverkiezingen op een ander spoor te brengen minstens deels mislukt en heeft dit vooral aanleiding gegeven tot mobilisatie van onderuit.

    Toen de leiding van Labour, het National Executive Committee (NEC), eiste dat sympathisanten en leden die na 12 januari aansloten een grote som van 25 pond betaalden op 48 uur tijd om te kunnen deelnemen aan de voorzittersverkiezingen, deden maar liefst 187.000 mensen dit ook effectief. Er wordt gezegd dat daarvan 40.000 tot 50.000 mensen weerhouden werden in een verdere wanhopige poging om de verkiezingen te vervalsen. Al wie bijvoorbeeld de 172 parlementsleden die een stem van wantrouwen tegen Corbyn uitbrachten omschreef als ‘verraders’ werd uitgesloten. Het Hooggerechtshof besliste nadien dat de 130.000 nieuwe leden sinds 12 januari wel degelijk mogen stemmen. Er is nog een beroep hiertegen. Maar het ziet er naar uit dat de pogingen om de uitsluitingen en vervalsing van de verkiezingen niet zullen lukken. Het is zelfs niet volledig uitgesloten dat Owen Smith zich uit de verkiezingen terugtrekt met het excuus dat de beslissing van het Hooggerechtshof teveel administratiewerk meebrengt.

    De gevestigde media doen alles wat mogelijk is om de voorheen onbekende Owen Smith te promoten en zelfs voor te stellen als een ‘socialist.’ Zijn verleden als lobbyist voor farmabedrijf Pfizer wordt onder de mat geveegd. Smith hoopt dat het volstaat om in de media een ‘socialist’ genoemd te worden en om een oproep te doen voor een tweede Brexit-referendum. Zonder enige grondige argumenten daartoe beweert hij dat hij onder een meer passieve laag van kiezers gemakkelijker verkiezingen kan winnen dan Corbyn.

    Tegen besparingen

    Het beste antwoord dat Corbyn kan brengen, is een oproep naar potentiële kiezers op basis van een duidelijk anti-besparingsprogramma op basis van de eisen waarmee hij vorig jaar als voorzitter verkozen werd. Een aantal recente verklaringen van Corbyn, zoals de belofte om 500.000 sociale woningen te bouwen in zijn eerste termijn, het invoeren van controle op de huurprijzen en de stopzetting van de privatisering van de gezondheidszorg, zijn erg positief en blijken erg populair te zijn. Jammer genoeg waren er ook enkele stappen achteruit op de eerder gemaakte beloften in de eerste voorzittersverkiezing, ongetwijfeld bedoeld om verzoening met de rechterzijde te bekomen. De nationalisatie van de energiesector wordt gesteund door een meerderheid van de bevolking, maar is nu uit het verkiezingsprogramma van Corbyn verdwenen. Het is ook onaanvaardbaar dat de eerdere eis van gratis onderwijs (met de afschaffing van het inschrijvingsgeld en invoering van een leefbare studiebeurs) nu afgezwakt is tot het ‘verlagen’ van het inschrijvingsgeld zonder aan te geven in welke mate dit moet gebeuren.

    De brede steun voor Jeremy is er omdat hij gezien wordt als een breuk met de pro-kapitalistische, pro-besparingen en pro-oorlogspolitici die het parlement de voorbije 20 jaar domineerden. In plaats van terug te komen op zijn oorspronkelijk programma, moet hij erop verder bouwen en kan hij zo een brede steun winnen. Hij moet bijvoorbeeld opkomen voor de nationalisatie van de staalsector. Een oproep aan de gemeenteraden die door Labour gecontroleerd worden om geen besparingen door te voeren in de openbare diensten, zou ook erg populair zijn. Dit is ook het standpunt dat goedgekeurd werd op de recente conferenties van de vakbonden Unite en GMB.

    Een van de grootste meetings ter verdediging van Corbyn was in Liverpool waar tot tienduizend mensen samenkwamen om hem te horen spreken. Dit is geen toeval. Het is verbonden met de geschiedenis van arbeidersstrijd in de stad, een strijd waarin Militant – nu de Socialist Party – een belangrijke rol speelde. Het was verkeerd dat Corbyn in zijn toespraak wel historische voorbeelden naar voor bracht, maar niet verwees naar de strijd van het gemeentebestuur van Liverpool in de jaren 1980 toen het 60 milljoen pond afdwong van Thatcher. Destijds steunde Corbyn deze strijd nochtans.

    Econoom David Blanchflower keerde zich tegen Corbyn met de stelling dat hij “geen geloofwaardig economisch plan” heeft omdat zijn programma “de realiteit van het kapitalisme en de moderne markt niet erkent.” De meest efficiënte wijze om daarop te antwoorden, is door te stellen dat Labour ingaat tegen de ‘realiteit van het kapitalisme’ die neerkomt op ellende voor miljoenen mensen. Om er echt tegen in te gaan, is het nodig om de grote banken en bedrijven die de economie domineren te nationaliseren onder democratische arbeiderscontrole en –beheer zodat een democratische socialistische samenleving kan uitgebouwd worden in het belang van de meerderheid van de bevolking in plaats van de winsten van enkelen.

    Dit zijn belangrijke kwesties, niet alleen voor de voorzittersverkiezingen maar ook daarna. Zelfs in het beste en meest waarschijnlijke scenario dat Jeremy de verkiezingen opnieuw wint met een grote meerderheid, blijven dit discussiepunten. De burgeroorlog in Labour wordt nu openlijk gevoerd en zal niet gewoon verdwijnen. Het is voor de rechterzijde van Labour niet moggelijk om Jeremy Corbyn als partijleider te erkennen, dat heeft die rechterzijde erg duidelijk gemaakt.

    Een Blairistisch parlementslid, Wes Streeting, verklaarde bijvoorbeeld: “We zijn de Rubicon overgestoken, er is geen weg terug. Dit is niet mogelijk zolang Jeremy voorzitter blijft.” Owen Smith zelf stelde: “Ik denk dat het waarschijnlijk is dat de partij zal splitsen indien Jeremy de verkiezingen wint. Ik denk niet dat het een risico is, ik denk dat het een waarschijnlijk scenario is.” Uiteraard wordt in dit stadium door niemand erkend dat een splitsing wordt voorbereid. Maar het is zoals bij oorlogsvoering: alle partijen spreken over vrede tot op het ogenblik dat ze de oorlog verklaren.

    Het is niet zeker dat de rechterzijde op korte termijn deze weg zal volgen. Het is duidelijk dat ze op hun manier geschokt zijn door het feit dat een radicaliserende arbeidersklasse zich durft te bemoeien met ‘hun’ partij en daardoor ook hun carrières op het spel zet. Het is mogelijk dat ze zullen twijfelen en afwachten in de hoop dat ze Corbyn in de toekomst kunnen afzetten of dat sommige zullen afsplitsen terwijl anderen blijven. Zoals George Eaton stelde in New Statesman: “Veel [parlementairen] denken dat de interne partijstrijd enkel door parlementsverkiezingen kan opgelost worden.” Eigenlijk bedoelen ze daarmee dat Theresa May het voor hen moet oplossen door vervroegde verkiezingen uit te roepen en Corbyn te verslaan. Ze denken dat Corbyn dan wel ontslag moet nemen.

    Hoe verder?

    De rechterzijde zit in het slop. De taken voor de linkerzijde zijn duidelijk. Het resultaat voor de verkiezing van zes plaatsen in het NEC tonen de toegenomen kracht van links binnen Labour. De kandidatenlijst verdedigd door Momentum, de organisatie die Corbyn steunt, haalde het onder het grotere aantal kiezers. Ze haalden elk ongeveer drie keer zoveel stemmen als in 2014. Dat is een belangrijke stap vooruit. Maar niet alle kandidaten die door Momentum gesteund werden, zijn even consequent links. Ook de leiding van Momentum zelf is dat spijtig genoeg niet. Ook de rechtse kandidaten haalden meer stemmen dan in 2014, ze verdubbelden hun resultaat ongeveer. Bovendien is de structuur van Labour op dit ogenblik nog steeds erg ondemocratisch.

    Als Jeremy het haalt, zou hij een grote fout maken indien hij tot verzoening met de Blairisten wil komen. Er is integendeel nood aan een ernstige campagne om de overwinning te consolideren en Labour om te vormen in een oprechte anti-besparingspartij, een socialistische partij. Dit betekent een strijd tegen de belangrijkste steunpunten van het establishment in Labour: de parlementaire fractie, het nationale partij-apparaat en op lokaal vlak de meeste gemeenteraadsleden.

    De nationale structuren van Labour moeten geopend en gedemocratiseerd worden. Om zoveel mogelijk steun te mobiliseren, moet er teruggekeerd worden naar de structuren bij de oprichting van Labour met verschillende afzonderlijke socialistische partijen die samenwerkten met vakbonden en sociale bewegingen zoals de suffragettes en de coöperatieve beweging. Die federale benadering zou vandaag betekenen dat politieke partijen die zich achter het antibesparingsprogramma zetten, deel kunnen worden van Labour. De Co-op Party is overigens tot op vandaag deel van Labour.

    Er moet onmiddellijk een strijd gevoerd worden voor een herselectie van de parlementsleden zodat lokale afdelingen hun parlementair kunnen vervangen bij de komende parlementsverkiezingen. De vakbondsconferentie van Unite keurde een motie in deze zin goed. De motie werd ingediend door een lid van de Socialist Party. Unite moet dit voorstel nu actief verdedigen in de volgende conferentie van Labour. Tegelijk is er meer beslissende actie nodig om de parlementaire fractie in de pas te laten lopen. Parlementsleden zouden enkel onder de naam en de fractie van Labour mogen werken indien ze het nieuwe mandaat van Corbyn en zijn antibesparings- en antioorlogsbeleid aanvaarden.

    Voor de rechtse parlementsleden is een dergelijke redelijke democratische eis een argument om te splitsen. George Eaton haalde één van hen aan die stelde: “Als de radicale linkerzijde een proces van herselectie doorvoert, dan zullen diegenen die van de macht verdreven worden zich wellicht geroepen voelen om een afzonderlijke partij te vormen, wat een rampzalige splitsing zou zijn.”

    Laat hen maar vertrekken! Diegenen ter linkerzijde die bang zijn voor een splitsing van Labour moeten nagaan hoe ze de rechterzijde aan boord kunnen houden: enkel door een volledige capitulatie voor de pro-kapitalistische elementen van Labour. Voor minder doet die rechterzijde het niet. Enkel indien ze hun volledige zin krijgen, indien hun carrières beschermd zijn en indien Labour zich volledig houdt aan het kapitalistische kader van besparingen, privatiseringen en oorlog, zullen ze bereid zijn om samen met links een partij te vormen. De enige wijze waarop de Blairisten met links in de partij kunnen leven, is indien er slechts een handvol socialistische verkozenen zijn die eigenlijk gevangenen in Labour zijn die af en toe eens een briefje uit hun cel kunnen smokkelen maar ook niet meer dan dat.

    Angst

    Veel aanhangers van Labour vrezen dat een splitsing de partij zal verzwakken. Het tegendeel is waar. Een afsplitsing van de Blairisten zou effectief, althans in een eerste fase, het aantal parlementsleden van Labour drastisch doen afnemen. Maar een groep van 40, of zelfs 20 of 30, parlementsleden die consequent ingaan tegen besparingen en de werkenden in strijd verdedigen, zou meer bijdragen aan de strijd tegen de Tories dan 232 ‘Labour’ verkozenen die gewoon meestemmen voor besparingen, privatiseringen en oorlog.

    Een heropgerichte antibesparingspartij zou snel electorale groei kennen. Een peiling van YouGov gaf aan dat Labour onder leiding van Corbyn na een rechtse splitsing 21% van de stemmen zou halen. Indien de rechterzijde de naam Labour kan behouden, zou een partij onder leiding van Corbyn nog steeds 14% halen. Beide scenario’s geven een sterke electorale basis die snel verder kan opgebouwd worden. Vergeet niet dat het Griekse Syriza op twee jaar tijd op basis van een programma tegen besparingen van minder dan 5% uitgroeide tot de grootste partij. Podemos in Spanje is op nog kortere termijn uitgegroeid tot een partij die om de macht kan strijden.

    De beweging ter verdediging van Corbyn zorgt voor een nieuwe belangrijke kans voor de werkenden in Groot-Brittannië. Het creëert de mogelijkheid van de creatie van een nieuwe radicale arbeiderspartij die in staat is om alle werkenden en jongeren die tegen het kapitalisme willen strijden te verenigen.

    [divider]

    Media over de Socialist Party

    De afgelopen dagen verschenen tal van mediaberichten over de Socialist Party. Tom Watson, aanvoerder van de rechterzijde in Labour, haalde uit naar de “trotskistische entristen” die Labour willen overnemen. Hij wees in het bijzonder op de Socialist Party en ontleedde onder meer een video van Peter Taaffe. Er waren berichten in zowat alle gevestigde media, bijvoorbeeld dit artikel in The Guardian. Op BBC kon Peter Taaffe antwoorden, via deze link kan je een fragment daarvan beluisteren. Naar aanleiding van de uitspraken van Tom Watson publiceerde de Socialist Party dit uitstekend artikel over wat trotskisme is.

    Waarom halen de Blairisten zo uit naar Militant en de Socialist Party? Ook daarop werd gevat geantwoord met onderstaande afbeelding.

    militant join

  • Tot 10.000 op meeting van Corbyn in Liverpool

    corbynliverpoolTot 10.000 mensen kwamen bijeen in Liverpool voor een grote openluchtmeeting van Jeremy Corbyn als onderdeel van zijn reeks meetings voor de nieuwe voorzittersverkiezingen. Wat een verschil met de meeting van Owen Smith enkele dagen voordien. Toen kon het publiek voor de meeting van Smith makkelijk verward worden met de rij voor een ijskarretje.

    Verslag door Hugh Caffrey

    Corbyn haalde uit naar “Tory Britain”, een land van armoede, dakloosheid, uitbuiting op de werkvloer en grote winsten voor de grote bedrijven die amper belastingen betalen. Hij schetste enkele goede basismaatregelen om de ergste effecten van het kapitalisme aan te pakken.

    In plaats van de “politiek van de elite”, door en voor de elite, is er nood aan “de politiek van de gewone mensen die hun standpunten en verzuchtingen naar voor brengen.” Corbyn sprak zich uit tegen het nieuwe jobverlies bij de lokale scheepshersteller Cammell Lairds. Hij vergeleek dit met de schandalen bij BHS en Lloyds waar de winsten toenemen terwijl jobs verloren gaan. Corbyn stelde: “Het zou beter omgekeerd zijn.”

    In zijn toespraak wees Corbyn op de tegenstelling tussen de enorme winsten en extreme uitbuiting onder de Tories aan de ene kant en zijn eigen programma aan de andere kant met een wettelijke verplichting voor bedrijven met meer dan 250 werknemers om te onderhandelen met erkende vakbonden, het stopzetten van de nulurencontracten, volledige rechten voor interimmers, inspanningen voor rechten op de werkvloer en eenheid van alle werkenden tegen uitbuiting.

    De toegang tot rechtvaardigheid moet algemeen zijn, verklaarde Corbyn. Hij haalde uit naar de besparingen op de juridische bijstand waardoor armen geen toegang meer hebben tot het gerecht. Ook eiste hij een publiek onderzoek naar het politiegeweld in Orgreave tijdens de mijnwerkersstaking van de jaren 1980.

    De ongelijkheid op vlak van gezondheid en de lagere levensverwachtingen voor wie niet rijk is, zijn gevolgen van de armoede en slechte huisvesting. We moeten ook mensen met mentale gezondheidsproblemen helpen in plaats van hen te veroordelen. Dit vereist publieke investeringen in de gezondheidszorg, terwijl die sector vandaag met privatisering bedreigd is. Sociale zorg moet voor iedereen toegankelijk zijn, los van de “omvang van hun portemonnee.”

    In plaats van de huidige wooncrisis wil Corbyn “tegen het einde van de eerste termijn van een Labour-regering iedereen degelijke huisvesting kunnen aanbieden.” Lokale autoriteiten zouden hypotheekleningen kunnen geven aan wie een eerste woning koopt. Dit soort beleid zou ook goede jobs creëren. En “als iemand denkt dat dit te duur of te extreem is, betekent dit dan dat dakloosheid en ongelijkheid OK zijn?”

    Onderwijs moet voor iedereen een recht zijn, de hele samenleving haalt er immers voordeel bij. Jongeren verdienen een betere toekomst zodat ze hun hoop en verwachtingen kunnen inlossen. Er moet ook geïnvesteerd worden in infrastructuur doorheen het hele land, niet alleen in het rijkere zuidoosten.

    Labour zal niet opnieuw de partij worden die zich onthield bij de aanval op de sociale zekerheid een jaar geleden, verklaarde Corbyn. Om de vooringenomen gevestigde media te omzeilen, moeten we gebruik maken van sociale media en campagnes in onze wijken waarbij we allemaal leiders kunnen zijn in het begeleiden van het denkproces over hoe de samenleving er anders kan uitzien.

    Als antwoord op de beschuldiging van een utopische visie, wees Corbyn op de 540.000 nieuwe leden en de 183.000 geregistreerde aanhangers die zich op enkele dagen tijd gemeld hebben voor Labour. De jaarlijkse conferentie van Labour vindt later dit jaar in Liverpool plaats. Corbyn kondigde aan dat deze conferentie de boodschap moet brengen van “een zelfvertrouwde en sterke Labour-partij en arbeidersbeweging die in staat is om de ongelijkheid en de narigheid van Tory Britain aan de kant te schuiven.”

    Verworvenheden uit het verleden zijn door strijd bekomen, stelde Jeremy Corbyn. We hebben ook vandaag nood aan een zelfvertrouwde en hoopvolle beweging om tot verandering te komen, tot een wereld van rechtvaardigheid, hoop en mensenrechten.

    De meeting werd ook toegesproken door lokale gemeenteraadsleden, een verpleegster die een groot applaus kreeg, een vertegenwoordiger van de scheepsherstellers die in de jaren 1980 gevangen genomen werden tijdens een strijdbeweging, een linkse kandidaat voor de Labour-leiding en een lokaal parlementslid.

    De politici hadden het over de persoonlijke kwaliteiten en verkiesbaarheid van Jeremy, alsook de nood aan eenheid en kracht. Ze kregen vooral applaus toen ze uithaalden naar de aanhangers van Blair, de Tories en de besparingen. Verwijzingen naar socialisme en Corbyn als premier, waren eveneens populair.

    De opkomst voor de bijeenkomst is ongeveer even groot als het volledige lidmaatschap van Labour in de regio Merseyside voor het aantreden van Corbyn. Er was een grote honger naar ideeën, er vormden zich rijen om ons weekblad ‘The Socialist’ te kopen. We verkochten 250 exemplaren en verdeelden meer dan 2.000 pamfletten. Onze ideeën en voorstellen zijn steeds populairder onder de massabeweging die zich ontwikkelt rond Jeremy Corbyn.

  • Verdedig Corbyn – mobiliseer de volledige arbeidersbeweging! Video met Hannah Sell

    De rechterzijde probeert Corbyn weg te krijgen als voorzitter van Labour, een eengemaakte campagne tegen alle besparingen kan de verdediging van Corbyn opnemen en stappen zetten in de richting van een anti-besparingspartij op basis van het programma waarmee Corbyn zo populair werd. In onderstaande video licht Hannah Sell het standpunt van de Socialist Party toe.
    (indien de ondertitels niet meteen verschijnen: onderaan rechts kan je ‘Nederlands’ selecteren bij de ondertitels).

  • [Video] Organiseer het verzet tegen rechts binnen Labour

    Deze week hield de Socialist Party in Londen een publieke meeting. Algemeen secretaris Peter Taaffe sprak er over het belang van de solidariteit met Jeremy Corbyn tegen de rechterzijde binnen Labour. Zijn inleiding werd gefilmd en kan je hieronder bekijken. Er zijn geen ondertitels voor deze video beschikbaar.

  • Corbyn zo populair… dat hij onverkiesbaar is?

    Jeremy Corbyn werd als een held onthaald door de 100.000 aanwezigen op het Durham Miners' Gala. Foto: Paul Mattson
    Jeremy Corbyn werd als een held onthaald door de 100.000 aanwezigen op het Durham Miners’ Gala. Foto: Paul Mattson

    Vandaag in De Standaard: “Zwarte ridder Corbyn rijdt Labour in vernieling.” Het artikel erkent dat er sinds het Brexit-referendum bijna 130.000 nieuwe leden bijkwamen, “een meerderheid daarvan zijn corbynista’s.” Binnen Labour wordt gevreesd dat het moeilijk wordt om de zetelende voorzitter weg te stemmen, zeker indien de leden kunnen meestemmen. De conclusie van de gevestigde media, blindelings gevolgd door de Belgische kranten, is verrassend: Corbyn is wel populair, maar onverkiesbaar omdat hij te links is.

    Een voorzitter die eerst in zijn campagne om voorzitter te worden meer dan 100.000 nieuwe leden aantrekt en vervolgens op een paar weken tijd nog eens 130.000 nieuwe leden weet te winnen, rijdt volgens De Standaard zijn partij dus in de vernieling? Het geeft aan dat er verschillende opvattingen zijn over wat een partij betekent: een machine geleid door en voor de aristocratische mandatarissen die allemaal overtuigd zijn van het neoliberale eenheidsdenken of een organisatie van honderdduizenden mensen die actief op zoek zijn naar een alternatief op de aanhoudende afbraak van hun levensstandaard?

    De tweede optie komt volgens de gevestigde media neer op een “totaal irrelevante protestpartij.” Alles wat buiten het neoliberale eenheidsdenken valt, is niet relevant voor de spreekbuizen van datzelfde eenheidsdenken. Dat is doorzichtig. Deze commentatoren kunnen alvast niet voorbij aan één verkiezing die Corbyn met verve heeft gewonnen: de voorzittersverkiezingen binnen Labour. Er is één eenvoudige vraag waar de gevestigde media geen antwoord op bieden: hoe komt het dat Corbyn zo populair is en hoe verbinden ze dat met hun conclusie dat hij onverkiesbaar is?

    Tony Blair was eerlijker, het was wellicht even wennen voor deze oorlogsstoker om de waarheid te zeggen. Hij verklaarde dat een regering onder leiding van Corbyn rampzalig zou zijn. Rampzalig voor wie? De belangen van de grote bedrijven en de 1% rijksten. Diegenen die Tony Blair en zijn kornuiten met zoveel inzet verdedigen. Het dwingt de rechtse partijmachine er nu toe om alles boven te halen om Corbyn weg te krijgen. De eigen statuten naast zich neerlegen en Corbyn de toegang tot nieuwe voorzittersverkiezingen ontzeggen, lukte nipt niet. Met 18 tegen 14 stemmen werd dit op het partijbestuur weggestemd. Opmerkelijk dat 14 bestuursleden het interessanter vonden om de eigen statuten aan de kant te schuiven dan om Corbyn kiesbaar te laten zijn. Blijft enkel de optie over om zo weinig mogelijk leden stemrecht te geven. Want beeld je in dat leden van een partij zouden beslissen over wie hun voorzitter is!

    De populariteit van Corbyn toont het potentieel voor een antibesparingspartij. De reactie van de rechtse parlementairen van Labour en hun partijmachine toont aan dat zij geen vehikel zijn waarmee die partij kan ontwikkelen. De situatie van twee partijen in één wordt onhoudbaar. Corbyn moet doorzetten en alle tegenstanders van het besparingsbeleid, zowel binnen als buiten Labour, op democratische wijze organiseren. Dit moet gekoppeld worden aan een consequent verzet tegen alle besparingen.

    Op 13 juli schreef Harvard-econoom Dani Rodrik in De Tijd een opiniestuk onder de titel “Links heeft geen excuus om een tweede keer te capituleren.” Daarin stelt hij onder meer dat een zwakte van links bij het programma ligt, “het gebrek aan een programma dat het kapitalisme en de globalisering herschept voor de 21ste eeuw. Van het Griekse Syriza tot de Braziliaanse Arbeiderspartij slaagt links er niet in ideeën te produceren die economisch deugen en politiek populair genoeg zijn. Die moeten verder gaan dan verzachtend beleid, zoals herverdeling. Een groot deel van de schuld ligt bij linkse economen en technocraten. Ze hebben zich veel te gemakkelijk gewonnen gegeven aan marktfundamentalisme. Erger nog, op cruciale momenten hebben zij de hyperglobalisering zelfs geleid.”

    Rodrik heeft een punt: de kwestie van een alternatief op de waanzin van het kapitalisme stelt zich bijzonder scherp en het gebrek aan een duidelijk alternatief leidt tot capitulaties. Dat zagen we deze week nog met Bernie Sanders. Maar Rodrik gaat uiteraard niet zo ver om te erkennen dat er geen tussenweg is tussen marktfundamentalisme en een volledige breuk met dit systeem. Dat heeft de ervaring met Syriza voldoende aangetoond. Breken met het kapitalisme is waar socialisten voor gaan. Steun ons daarin en sluit je vandaag nog aan!

  • Verdedig Corbyn: doorzetten tegen de rechtse machtsgreep in Labour

    Corbyn en zijn medestander McDonnell op een protestactie. Foto: Socialist Party
    Corbyn en zijn medestander McDonnell op een protestactie. Foto: Socialist Party

    Standpunt van de Socialist Party, onze zusterorganisatie in Engeland en Wales

    Vierduizend betogers in Liverpool, 1.000 in Manchester, 800 in Leeds, duizenden in Londen. In heel het land kwamen mensen op straat om hun steun aan Jeremy Corbyn te tonen en om te protesteren tegen de 172 parlementsleden van Labour die een oorlog voeren om Jeremy Corbyn tot ontslag te dwingen. Ze houden er geen rekening mee dat Corbyn amper negen maanden geleden met een overweldigende steun van de leden werd verkozen. De rechtse partijmachine wil Corbyn ten alle prijze weg en is bereid om daar alle mogelijke middelen voor in te zetten. De stemming van wantrouwen in de parlementaire fractie werd gevolgd door nieuwe uithalen van parlementsleden die Corbyn ten onrechte antisemitisme verwijten.

    Er waren openlijke oproepen van verschillende rechtse Labour-figuren, waaronder auteur Robert Harris in de Tory Times, om “lid te worden van Labour om Corbyn weg te krijgen.” Ondanks deze inspanningen heeft het overgrote deel van de tienduizenden mensen die de afgelopen week lid werden van Labour dit net gedaan om Corbyn te verdedigen. Zoals we eerder opmerkten, is het probleem van de rechterzijde van Labour haar gebrek aan sociale basis. Hoe zouden ze ook kunnen mobiliseren met een programma tegen gratis onderwijs, tegen sociale huisvesting en voor het platbombarderen van nog meer landen?

    Dat kan niet gebruikt worden en dus wordt het ongestaafde argument gebruikt dat een rechtsere partijleider meer kans maakt om verkiezingen te winnen. De echte reden voor de campagne tegen Corbyn is niet dat hij onverkiesbaar is, maar dat de rechterzijde net vreest dat hij de verkiezingen zou winnen. Volgens Tony Blair himself zou een bewind onder premier Jeremy Corbyn “een erg gevaarlijk experiment” zijn. Hij en zijn aanhangers zijn vastberaden om dit te voorkomen.

    Jeremy Corbyn won de voorzittersverkiezingen in wat een opstand tegen het besparingsbeleid was. Als hij de parlementsverkiezingen wint, dan vreest het establishment dat dit de hoop van miljoenen werkende mensen op verandering zou versterken waardoor de regering onder druk van onderuit tot radicale maatregelen moet overgaan die het systeem en de winsten bedreigen. Dat is de fundamentele reden waarom de aanhangers van Blair, de vertegenwoordigers van de 1% rijksten in Labour, zo vastberaden zijn om Corbyn weg te krijgen. Ze hadden gehoopt om dit te doen voor de publicatie van het Chilcot-rapport dat vernietigend is voor zowel Blair als alle andere parlementsleden van Labour – waaronder kandidaat-voorzitter Angela Eagle – die de oorlog in Irak steunden.

    Er is nu een openlijke oorlog in de parlementaire fractie van Labour. Het slechtst mogelijke antwoord hierop is een capitulatie. Het spreekt voor Corbyn dat hij totnutoe heeft doorgezet. Len McCluskey, de algemeen secretaris van de vakbond Unite (de grootste vakbond die met Labour verbonden is), sprak zich uit voor Corbyn. Maar vervolgens suggereerde hij dat de vakbonden een akkoord kunnen zoeken tussen Corbyn en zijn aanhangers aan de ene kant en de 172 parlementsleden die Corbyn een mes in de rug willen steken aan de andere kant. Een principieel compromis met parlementsleden die Labour willen splitsen om Corbyn weg te krijgen, is echter niet mogelijk.

    Compromis

    De afgelopen negen maanden leidden pogingen tot compromissen met de rechterzijde tot een aantal grote toegevingen. Zo werd beslist om niet te gaan voor het deselecteren van rechtse parlementsleden en kwam er geen oproep aan door Labour geleide gemeenteraden om de besparingen in de openbare diensten te stoppen. De poging tot compromis met de rechterzijde leidde er ook toe dat Momentum, de organisatie opgezet om Corbyn te ondersteunen, besloot om de Socialist Party en anderen buiten te houden.

    Nu is het duidelijk dat de strategie van het compromis niet werkt. Het zal erop aankomen om vastberaden door te zetten en te bouwen op de brede steun waarmee Jeremy Corbyn tot voorzitter van Labour werd verkozen en die zich nu ook op straat laat zien. Er is nood aan een conferentie van de arbeidersbeweging met al wie Corbyn steunt: de vakbonden (zowel diegenen die met Labour verbonden zijn als de andere), afdelingen van Labour en alle linkse en socialistische organisaties en militanten, zowel binnen als buiten Labour.

    De rechterzijde gaf al aan dat een afsplitsing overwogen wordt indien ze er niet in slaagt om Corbyn weg te krijgen. Deze optie was eigenlijk al aanwezig van de dag dat Corbyn verkozen werd als voorzitter. In september schreef de Sunday Times al: “Steungevers zijn bereid om miljoenen ponden in de nieuwe partij te pompen die voorlopig de Progressieve Democraten wordt genoemd. Dit zou Labour achterlaten met alle schulden.” Voor de rijke vrienden van de rechterzijde zou een dergelijke afsplitsing, net zoals die van de SDP begin jaren 1980, niets anders zijn dan een nieuwe cynische poging om te vermijden dat er een linkse Labour-regering verkozen raakt.

    Veel aanhangers van Labour vrezen dat zo’n scenario de partij zou verzwakken. Nochtans is het tegendeel waar. Een afsplitsing van de rechterzijde zou aanvankelijk zeker leiden tot een dramatische afname van het aantal parlementsleden in Westminster. Maar een groep van 40, of zelfs maar 20 of 30, parlementsleden die consequent ingaan tegen het besparingsbeleid en de kant van de werkenden in strijd kiezen, zou efficiënter zijn voor het verzet tegen de conservatieven dan 232 ‘Labour’ verkozenen die steevast meestemmen met besparingen, privatiseringen en oorlogen. Een hersticht Labour als anti-besparingspartij zou snelle electorale groei kennen. Dit zagen we eerder in andere landen, onder meer de verkiezing van Syriza in Griekenland in 2015 op een anti-besparingsprogramma of de groeiende steun voor links in Spanje.

    Een hersticht Labour zou een open, democratische federale structuur moeten aannemen, naar het voorbeeld van de structuren van Labour bij de oprichting ervan begin 20ste eeuw. Op deze manier zou al wie zich tegen de besparingen verzet, waaronder de Socialist Party of activisten van de groenen en andere krachten, kunnen deelnemen. Deze partij zou met het programma waarmee Corbyn als voorzitter verkozen werd als startpunt een campagne tegen het besparingsbeleid kunnen starten. Dit zou gericht zijn tegen al wie besparingen doorvoert, of het nu Brussel, Westminster of de lokale gemeentebesturen zijn.

    Een dergelijk programma – met onder meer de eis van een minimumloon van 10 pond per uur, nationalisatie van het spoor en de energiesector, massale bouw van sociale huisvesting, … – met een actieve campagne ervoor, zou miljoenen mensen enthousiasmeren. Het zou ook velen die hun woede toonden door voor een exit te stemmen in het EU-referendum meetrekken. Het zou eigenlijk de vorming van een nieuwe radicale arbeiderspartij zijn die werkenden en jongeren die tegen het kapitalisme willen ingaan kan organiseren.

  • Ierse parlementsleden roepen op tot solidariteit met Jeremy Corbyn

    keepcorbynDe socialistische verkozenen Ruth Coppinger en Paul Murphy namen het in het Iers parlement op voor Jeremy Corbyn tegen de poging van de aanhangers van Tony Blair om hem voetje te lichten. De twee Ierse linkse socialisten spraken zich uit tegen de poging tot coup binnen Labour en ze hadden het ook over de impact van de Brexit.

  • [Video] Reactie van Peter Taaffe (Socialist Party) op de open oorlog tegen Corbyn

    De rechterzijde van Labour, de Blairisten, vrezen vervroegde verkiezingen waarin de anti-besparingsboodschap van Jeremy Corbyn de agenda kan zetten. Ze keren zich daarom tegen hun voorzitter die verkozen werd met een revolte van onderuit. Peter Taaffe van de Socialist Party reageert.
    (indien de Nederlandstalige ondertitels niet meteen verschijnen: onderaan rechts op het filmpje staat een icoon om de ondertitels op te zetten).

  • Revolte in referendum. Establishment in de touwen

    Toriesout-620x330De Britse stemming om uit de EU te stappen heeft de gevestigde instellingen – zowel in Groot-Brittannië als op internationaal vlak – geschokt. Het is een nieuwe uitdrukking van de woede als gevolg van de toenemende armoede en de harde besparingen, alsook van een anti-establishmentgevoel. De politieke naschokken beginnen nu naar boven te komen. Een analyse door PETER TAAFFE.

    De strategen van het kapitaal werden geconfronteerd met een revolte van onderuit. Het leidde achter de schermen tot reacties die aan een uitspraak van een voormalige politicus uit Californië doen denken: “Het volk heeft gesproken… de smeerlappen!” Na het EU-referendum was er een enorme publieke furie van het gevestigde ‘commentariaat’ waarbij nauwelijks onderdrukt neergekeken werd op diegenen die het aandurfden om de gevestigde orde tegen te spreken en ‘Leave’ te stemmen. Polly Toynbee uitte in de ‘progressieve’ krant Guardian haar woede tegen de “ongeschoolde” kiezers die zich massaal tegen de EU keerden. De Poolse voorzitter van de Europese Raad, Donald Tusk, verklaarde dat de Britse beslissing “niet alleen het begin van de vernietiging van de EU betekent, maar van de hele westerse politieke beschaving” (Financial Times).

    De overwinning van het Leave-kamp in het referendum heeft verregaande gevolgen voor de toekomst van Groot-Brittannië en in het bijzonder voor de Britse en Europese arbeidersbeweging. Het resultaat van 52 tegen 48% vertegenwoordigt in essentie een revolte van voornamelijk gewone werkenden tegen de besparingen en tegen de conservatieve miljonairsregering van David Cameron en George Osborne. Hun beleid heeft de levensstandaard naar beneden getrokken en hele arbeidersgemeenschappen verwoest.

    Het is compleet verkeerd om bijzonder pessimistische conclusie te trekken zoals sommige kleine linkse groepen dit doen als ze het hebben over een “hoogdag van reactie” in Groot-Brittannië waardoor extreemrechts overal in Europa zal gestimuleerd worden. Ongetwijfeld zal de Europese rechterzijde het resultaat proberen te gebruiken om zich te versterken. Maar verslagen van het congres van het Links Blok in Portugal onmiddellijk na het referendum tonen dat vertegenwoordigers van de arbeidersbeweging in Griekenland, Frankrijk en Spanje zich gesterkt zagen door het resultaat van het referendum.

    Het is niet zeker dat reactionaire krachten zoals Boris Johnson of Michael Gove zomaar het bewind van Cameron zullen overnemen en een stevige basis leggen voor een volgende regering zonder nieuwe verkiezingen te moeten organiseren, verkiezingen die ze kunnen verliezen. Een dag voor het referendum beslisten de leraars om in actie te gaan tegen het regeringsplan voor de hervorming van het onderwijs, maar liefst 90% stemde voor een staking op 5 juli. Er is zelfs sprake van een kleine stakingsgolf in het land, met onder meer acties bij Southern Railways en stakingen in de voedingsector.

    Tegen het establishment

    Veel werkenden die in verzet gaan tegen het regeringsbeleid grepen de kans van het referendum om de belangrijkste vijand – de gehate Cameron en zijn regering – een zware slag toe te brengen. Dit betekent niet dat het een uiting van steun aan Johnson was. Integendeel, een dag na het referendum werd Johnson uitgejouwd en dat was niet alleen door mensen van het Remain-kamp.

    In de dagen onmiddellijk na het referendum kwamen militanten van de Socialist Party op straat veel mensen tegen die Remain stemden maar op basis van discussie overtuigd werden van onze klassenargumenten voor een vertrek op socialistische basis. Dit geeft een beeld van wat mogelijk was indien de arbeidersleiders zich niet achter besparingskampioen Cameron hadden geschaard. Cameron is nu overigens zelf op weg naar de uitgang.

    De krachtsverhouding tussen de georganiseerde arbeidersklasse en haar bondgenoten aan de ene kant en de regering aan de andere kant kan keren in het voordeel van de vakbonden en de arbeidersbeweging. Maar dan moeten er wel strijdbare conclusies uit het resultaat van het referendum worden getrokken. Zonder de verschillende krachten in het Leave-kamp beter te willen voorstellen dan ze zijn, moeten we in het resultaat van het referendum vooral een opstand van gewone werkenden tegen de heersende elite zien.

    Het klopt dat een beperkte binaire keuze – ja of neen, in of uit de EU – ertoe leidt dat kiezers plots aan dezelfde kant van de keuze staan als mensen met bijzonder verschillende en zelfs tegenstrijdige klassenbelangen en –standpunten. Dit kan de politieke uitkomst onduidelijker maken waardoor het niet evident is om algemene conclusies te trekken. Maar dat is nu niet het geval. Traditionele Labour-regio’s en gebieden stemden in grote getale tegen de regering. Enkel Noord-Ierland, Schotland en Londen stemden voor het behoud van het EU-lidmaatschap. Zelfs waar Remain het haalde, was er een onmiskenbare arbeidersstem om ‘hen’ – de Tories en de elite – eens te laten zien dat de maat vol is.

    Dat anderzijds naar schatting drie kwart van de jongeren voor Remain stemden, vormt een verwrongen maar begrijpelijke uitdrukking van een internationalistische benadering. Ze zagen de EU ten onrechte als een progressieve factor, als een uitdrukking van openheid naar Europa en de wereld. Daar werd op cynische wijze op ingespeeld door de conservatieve ‘Remainers’ en hun aanhangers. Zoals de Socialist Party consequent heeft opmerkt, is de EU een neoliberale instelling, een kapitalistische en imperialistische uitbuitingsmachine die zich niet alleen tegen de Europese arbeidersklassen keert maar doorheen handelsverdragen ook tegen de massa’s in de neokoloniale wereld.

    Er was in veel arbeidersbuurten een vastberaden sfeer om te gaan stemmen en om voor ‘Leave’ te kiezen. Er was nochtans een nooit geziene angst- en haatcampagne met een reeks burgerlijke economen die over elkaars voeten vielen met voorspellingen van economische ineenstortingen of zelfs van een derde Wereldoorlog indien de mensen niet ‘juist’ zouden stemmen en dus voor Remain. Er was een vastberadenheid om de elite een lesje te leren, zij moeten immers niet in de ontbering leven die aangericht is door de Tories en het kapitalisme. In sommige arbeiderswijken, onder meer in wijken met veel sociale woningen, was er een indrukwekkende opkomst. Met 72% was de algemene opkomst een pak hoger is dan bij parlementsverkiezingen .

    Speelt dit in de kaart van rechts?

    Het klopt dat de racistische UK Independence Party (UKIP) opriep voor ‘Leave’, net als de het brutale conservatieve duo Johnson en Gove. Zij benadrukten hun afkeer tegen migranten. Sommige werkenden zijn ongetwijfeld verleid door de antimigrantenboodschap van deze reactionaire krachten. Dit was vooral het geval omdat de officiële leiding van de arbeidersbeweging, zoals bij Labour als de vakbonden, dit in de hand werkte door zelf geen enkele onafhankelijke positie op basis van een internationalistisch klassenstandpunt in te nemen. De Socialist Party nam wel zo’n benadering aan, zowel in dit referendum als in dat van 1975 toen Jeremy Corbyn nog een gelijkaardig anti-EU standpunt innam.

    Jammer genoeg zat Jeremy Corbyn nu gevangen achter vijandige linies, ingesloten door de rechtse Blairisten die voor Remain opkwamen. Ze bedankten Corbyn achteraf door met Hilary Benn en andere samenzweerders een aanval op hem in te zetten. De rechterzijde van Labour zou hem van alles beschuldigen, los van wat hij doet. Desnoods verwijten ze hem het slechte weer. Ze dwongen Corbyn tot een – duidelijk aarzelend – Remain-standpunt. Achteraf werd hij toch aangevallen door de rechterzijde, moest hij geen Remain-standpunt ingenomen hebben, zou dat nog meer het geval geweest zijn.

    Wij merkten tijdens de campagne op dat Corbyn duidelijk had moeten ingaan tegen de EU en dit op een socialistische en internationalistische basis. Een oproep voor een socialistisch Groot-Brittannië verbonden met het idee van Verenigde Socialistische Staten van Europa, had hem in een sterkere positie geplaatst.  De keuze zou dan niet beperkt zijn tussen twee conservatieve bendes, maar het had kunnen leiden tot parlementsverkiezingen om heel de conservatieve kliek buiten te gooien. De krachtsverhoudingen als resultaat van zo’n campagne zou geleid hebben tot een gunstige positie.

    Veel werkenden verwerpen het racistische programma van verdeeldheid, maar zijn terecht bezorgd om de druk die op arbeidersbuurten wordt gelegd met een tekort aan middelen, geen plaats op school, gebrek aan betaalbare huisvesting, … Er is een reële angst voor een neerwaartse spiraal naar nog lager betaalde jobs en nulurencontracten. Dit wordt niet beantwoord door uit te halen naar migranten, maar door op te komen voor een programma dat meer middelen eist, onder meer voor de bouw van sociale huisvesting, nieuwe scholen die meer kwaliteitsvol onderwijs aanbieden, … In Londen alleen staan 50.000 woningen leeg, in de EU zijn dat er 11 miljoen.

    Van de leiding van de arbeidersbeweging kwam er geen enkele hint in de richting van zo’n programma tijdens de campagne. Ze gaven er de voorkeur aan om samen met brutale klassenvijanden samen te werken in ofwel het Remain-kamp ofwel het Leave-kamp. We zagen hoe de Londense burgemeester Sadiq Khan samen met Cameron inging tegen Johnson om de kapitalistische EU te verdedigen. In de burgemeesterverkiezingen nam hij al de verdediging op van de miljardairs in Londen – de stad telt er al 141, het grootste aantal ter wereld. Het liet Johnson toe om zich demagogisch af te zetten tegen de ongelijkheid in de EU en zich op te werpen als de verdediger van de “gewone man en vrouw.”

    De mythe van een ‘sociaal Europa’

    Tony Blair, de voormalige premier die er tijdens de oorlog in Irak van beschuldigd werd dat hij loog zodra hij zijn mond opende, wierp zich verrassend op als verdediger van de vakbondsrechten. In de krant Daily Mirror durfde hij het aan om te schrijven: “Laat de arbeidersrechten niet achterwege.” Hij was 13 jaar aan de macht, maar dat volstond blijkbaar niet om zelfs maar één van de antivakbondsmaatregelen van Margaret Thatcher af te schaffen. De nationale algemene secretaris van de vakbondskoepel TUC, Frances O’Grady, stelde dat werkenden tot 38 pond per week zouden verliezen tegen 2030 indien ze zich niet achter de EU stellen.

    Plots werd de EU, en niet de strijdbare tradities van de vakbonden, voorgesteld als een progressief instrument om de levensstandaard van werkenden te verdedigen en op te trekken. Kan het failliet van de leiding van de grootste arbeidersorganisatie in Groot-Brittannië nog scherper aangetoond worden?

    De vakbondsleiding kwam tot deze oncomfortabele positie omdat ze de kapitalistische EU heeft omarmd. In 1988 bood EU-commissaris Jacques Delors de vakbondsleiders een uitweg aan om de vreselijke nederlagen van de jaren ervoor – de mijnwerkerstaking, Wapping, de ineenstorting van de strijd tegen de besparingen in de lokale besturen, … – te vergeten. Hij verkocht hen het idee van een ‘sociaal Europa.’ Dat was altijd een illussie. Elke wetgeving die rechten voor werkenden oplegt, kan enkel behaald en behouden blijven op basis van strijd en een krachtsverhouding. Maar de vakbondsleiders bedankten Delors en grepen de kans om schijnbaar pijnloos arbeidersrechten te behouden.

    Het leidde tot een beleid van klassensamenwerking op basis van overleg. In een periode van economische groei kon dit beperkte voordelen voor de werkenden opleveren. Maar toen de economische crisis toesloeg – in het bijzonder sinds 2007-08 en de daaropvolgende historisch zwakke groei – keerde dit zich in zijn tegendeel: er was in het beste geval een stagnatie van de levensstandaard en er kwamen aanvallen op alle vroegere verworvenheden.

    Het is schandalig dat het recente offensief van Cameron en Osborne op vakbondsrechten niet heeft geleid tot een sterk antwoord van de vakbonden. Ze gingen over tot een terugtocht met een voorstel van compromis: de vakbondsleiders zouden voor Remain campagne voeren als de regering bepaalde toegevingen zou doen op de geplande nieuwe antivakbondswetten. De regering beloofde dit te doen.

    Een neoliberaal project

    De argumenten van Blair en O’Grady dat de EU de rechten van werkenden zou beschermen doorheen maatregelen zoals de richtlijn over arbeidstijd, zijn van de pot gerukt. Elke wetgeving die in het voordeel van de werkenden werd doorgevoerd, was in laatste instantie het resultaat van de kracht en organisatie van de vakbonden en niet van een of ander ‘progressieve’ inzicht van de werkgeversorganisaties, waaronder de EU.

    Tijdens de campagne voor het referendum toonden enkele meer brutale werkgevers – zoals luchtvaartmaatschappijen EasyJet en Ryanair – hoever ze bereid zijn te gaan om stakingen te breken als het hen uitkomt. Ze doen dat los van gelijk welke Europese regelgeving. Ze eisten van de EU gecoördineerde acties in de zomer indien de acties van de Franse luchtverkeersleiders zouden doorgaan. Ze vroegen om toe te laten dat Duitse luchtverkeersleiders de plaats van de stakers zouden innemen. Het doet denken aan Ronald Reagan die in de VS met het donkere tijdperk van het neoliberalisme begon door eerst de luchtverkeersleiders in 1981 aan te pakken. Dat werd de norm voor alle werkgevers in de VS. Het feit dat dergelijke maatregelen nu geëist worden in de EU wijst op het neoliberale karakter van die EU.

    Het zou moeten volstaan om te wijzen op wat de EU betekent op vlak van privatiseringen, denk maar aan de privatiseringen in Griekenland, om op basis van een vakbondsstandpunt tegen een Remain-stem te pleiten. De EU verplichtte Griekenland om maar liefst 71.000 eigendommen en bedrijven te verkopen, waaronder de regionale luchthavens. Het idee van een ‘progressieve’ EU is voor elke werkende Griek tegengesteld aan de eigen ervaringen met die EU. Miljoenen mensen moeten proberen te overleven met kleine pensioentjes van een familielid.

    De strijd van de Griekse werkenden heeft ongetwijfeld kracht geput uit het verzet van de Britse werkende klasse in dit referendum. Er wordt ook al gesproken over een mogelijk domino-effect waarbij de Brexit gevolgd wordt door gelijkaardige operaties in andere landen, zoals Nederland en Zweden of zelfs Italië. Zij kunnen de Britse werkenden volgen en de basis leggen voor echte solidariteit onder de werkenden van Europa op syndicaal en politiek vlak waarbij dit verbonden wordt met het perspectief van socialisme.

    Natiestaten

    Van bij het totstandkomen van de voorloper van de EU – de Europese Gemeenschap – stelden we dat het kapitalisme ondanks alle inspanningen niet in staat is om tot een echte eenmaking van Europa te komen. Sommige marxisten betwistten dat standpunt en verwezen nu tijdens de referendumcampagne naar teksten van Leon Trotski om hun steun voor Remain te onderbouwen. Ze stellen dat het kapitalisme de historische taak van eenmaking kan doorvoeren en dat dit ‘progressief’ zou zijn. Een dergelijke conclusie – zogezegd op basis van wat Trotski schreef – is compleet verkeerd.

    De noodzaak om het continent een te maken komt voort uit de noden van productie en techniek in dit tijdperk. De productiekrachten zijn de enge grenzen van het privaat bezit door een handvol kapitalisten enerzijds en van de natiestaat anderzijds ontgroeid. De moderne industrie – in het bijzonder de grote monopolies, multinationals, …  – wordt niet enkel in termen van de markt van een land gepland, maar ook op continentaal niveau. De grootste bedrijven doen dit zelfs op wereldvlak. Het leidt tot een tendens van afbouw van nationale drempels, beperkingen op productie, heffingen, … samen met het ontwikkelen van gigantische handelsblokken zoals het Noord-Amerikaans Vrijhandelsverdrag (NAFTA) of nu het Trans-Atlantisch partnerschap voor handel en investeringen (TTIP).

    Dit proces kan in een periode van economische groei vrij ver doorgetrokken worden, dit was het geval met de EU. Dit gebeurde in de jaren 1990. Het zorgde ervoor dat delen van de kapitalisten en, jammer genoeg, ook enkele marxisten ervan begonnen te dromen dat het kapitalisme de nationale beperkingen kon overstijgen en stappen zette in de richting van een eengemaakte Europese kapitalistische klasse.

    Om hun standpunt te onderbouwen, wordt naar volgende uitspraak van Trotski verwezen: “Indien de kapitalistische Europese staten erin slagen om op te gaan in een imperialistische eenheidsstaat, dan zou dit een stap vooruit zijn in vergelijking met de bestaande situatie. Het zou eerst en vooral een eengemaakte Europese basis vormen voor de arbeidersbeweging. De arbeidersklasse zou in dit geval niet moeten strijden voor een terugkeer naar ‘autonome’ nationale staten, maar voor de omvorming van de imperialistische eenheidsstaat in een Europese federatie van republieken.” (Het vredesprogramma, mei 1917).

    Trotski had het duidelijk over een hypothetische situatie waarvan hij niet verwachtte dat die ooit zou gerealiseerd worden. Het is ook geen beschrijving van de EU die de natiestaten van Europa niet heeft gefusioneerd. In hetzelfde artikel werpt Trotski op dat “de democratische eenmaking van Europa, een unie die in staat is om de vrijheid van nationale ontwikkeling te garanderen, enkel mogelijk is op basis van revolutionaire strijd met opstanden in individuele landen en de daaropvolgende fusie van deze opstanden in een algemene Europese revolutie.”

    Toenemende woede

    Voor het referendum en zeker voor de bekendmaking van de resultaten was er in Groot-Brittannië al een groeiende woede van de werkende klasse tegen de regering van Cameron en Osborne. Dit biedt een unieke kans om de situatie in het voordeel van de arbeidersklasse te veranderen. Nog voor het referendum moest de regering minstens 20 volledige of gedeeltelijke bochten maken waardoor de wielen onder de conservatieve kar dreigden los te komen. De regering blijft op alle vlakken belegerd worden. De economie gaat in de richting van een nieuwe crisis met het grootste handelstekort sinds 1948, ondanks recente kleine verbeteringen. De werkloosheid neemt toe en de rampzalige huisvestingscrisis in Londen en andere grote steden gaat onverminderd door.

    In de Londense wijk Waltham Forest stegen de huizenprijzen met 25% op een jaar tijd. De inwoners van de buurt Butterfields dreigen uit hun huis gezet te worden waarna ze tot een vorm van ‘interne ballingschap’ veroordeeld worden en honderden kilometers verder moeten gaan wonen. De redenen hiervoor moeten gezocht worden bij de pogingen van huiseigenaars om hun eerder bescheiden woningen door te verkopen aan de rijken die op zoek zijn naar nieuwe huizen en mogelijkheden om projecten te ontwikkelen.

    Er is ook een opborrelende woede rond de lonen die in reële termen met 8% afgenomen zijn sinds 2007. We kunnen er Frances O’Grady van het TUC aan herinneren dat dit gebeurde op een ogenblik dat Groot-Brittannië deel uitmaakte van de EU! Er is een groeiende revolte in de vakbonden, zo bleek tijdens enkele recente congressen. Zo besloot het congres van TUC Wales onder druk van leden van de Socialist Party om een reeks moties aan te nemen die pleiten voor begrotingen op basis van behoeften of nog voor de nationalisatie van de staalsector. Deze moties werden quasi unaniem goedgekeurd met heel wat nieuwe jonge militanten die voor het eerst aan een vakbondscongres deelnamen. Op het congres van de vakbond GMB was er voor het eerst sinds lang een motie die opriep tot nationalisaties.

    Op het congres van de vakbond Unison in de publieke sector werd een nieuwe organisatie van basismilitanten opgezet met als doel om de vakbond van een slome machine om te vormen tot een strijdbare en militante vakbond die het verzet van de leden mobiliseert. Dit alles wijst op een nieuwe strijdbaarheid.

    Politieke burgeroorlogen

    Na het referendum zijn de twee politieke burgeroorlogen – één bij de Tories en één in Labour – intenser geworden. Zoals kon voorspeld worden – en ook effectief gedaan werd door de Socialist Party – is de poging om de rechterzijde van Labour te bedaren door met Corbyn en zijn aanhangers van Momentum voor Remain op te roepen op een sisser uitgedraaid. Het heeft het verzet tegen Corbyn niet doen afnemen, maar net verder versterkt. Enkele uren na de bekendmaking van het resultaat kwam parlementslid Margaret Hodge al met een brief aan de parlementaire fractie voor een motie van wantrouwen en nieuwe verkiezingen voor de partijleiding. Hilary Benn werd uit het schaduwkabinet gezet en andere leden van dat kabinet namen ontslag.

    De Labour Party blijft vastzitten tussen twee stoelen met een aanhoudende burgeroorlog tussen de rotte krachten van de Blairisten en het potentieel van een antibesparingskracht met potentieel ook socialistische krachten rond Jeremy Corbyn. Veel kansen zijn gemist door de linkse kleinburgerlijke krachten die de Corbyn-gezinde organisatie Momentum leiden. Er werd aanvankelijk beloofd dat het een open en democratische heropbouw van de arbeidersbeweging moest worden waarbij de oude gecentraliseerde bureaucratische structuur zou verdwijnen. Deze beloften verdwenen snel naarmate de leiding probeerde om tot compromissen met de rechterzijde te komen. Deze toegeeflijkheid tegenover de rechterzijde heeft de vastberadenheid om Corbyn en zijn aanhangers aan de kant te schuiven enkel versterkt.

    Het wantrouwen tegenover de rechterzijde zorgde ervoor dat een motie op het congres van de ambtenarenbond PCS voor hernieuwd lidmaatschap van Labour het niet haalde. Het feit dat de Blairistische rechterzijde de partijmachine en in het bijzonder de parlementaire fractie nog steeds controleert, was daar de belangrijkste reden voor. Tijdens de campagne voor het referendum werden door de partijleiding van Labour 71 voltijdse personeelsleden vrijgemaakt om voor het Remain-kamp te werken. Leden van de PCS vreesden dat een hernieuwd lidmaatschap ertoe zou leiden dat ze deze partijmachine zouden financieren. Het is overigens dezelfde partijmachine die optreedt als filter om strijdbare werkenden die terug lid willen worden buiten te houden.

    Als de rechterzijde daar niet in slaagt, is ze eens te meer bereid om de partij te splitsen. Het referendum gaf daar al een indicatie van met een nauwe samenwerking tussen ‘linkse’ conservatieven en de rechterzijde van Labour. Dit leidde zelfs tot een niet uitgevoerd voorstel om parlementsleden van regering en oppositie door elkaar te laten zitten tijdens de speciale parlementszitting na de moord op Labour parlementslid Jo Cox.

    In de Remain-campagne was er een element van een nationale coalitie met de rechterzijde van Labour die met veel plezier samenwerkte met de ‘linkse’ of meer ‘progressieve’ conservatieven en de Liberal Democrats. De partijleider van de Liberal Democrats, Tim Farron, ging onmiddellijk na de bekendmaking van het resultaat heel hard op Corbyn die hij verweet onvoldoende voor de Remain-campagne gedaan te hebben. De burgeroorlog binnen Labour sinds de verkiezing van Cobyn gaat dus onverminderd door, er is gaat amper een dag voorbij zonder een aanvan op hem.

    De strijd binnen de Tories heeft ook geleid tot een diepe interne kloof tussen de vleugel van Cameron en Osborne aan de ene en Johnson en Gove aan de andere kant. De verkiezingsstrijd voor de opvolger van Cameron als partijvoorzitter kan deze tegenstellingen uitdiepen en leiden tot een openlijke splitsing, mogelijk een aanzet tot een vorm van alliantie met de rechterzijde van Labour en de Liberal Democrats.

    Het referendum heeft hetzelfde effect als het gooien van een rots in een meer waarbij de golven in het water blijven uitdeinen. Er zijn al gevolgen doorheen Europa en het kan uiteindelijk leiden tot de ineenstorting van de euro en het opbreken van de EU. Het stelt de kwestie van een nieuw Schots referendum dat kan leiden tot een opdeling van het Verening Koninkijk. De gevolgen zijn ook verregaand voor Ierland, in het bijzonder Noord-Ierland waar Sinn Fein een nieuwe ‘grenspeiling’ eist, wat kan leiden tot meer sectaire tegenstellingen.

    Maar in alle ontwikkelingen die uit het referendum voortkomen, moet de arbeidersbeweging socialistische conclusies trekken en op die basis strijden met een onafhankelijk arbeidersprogramma. De eerste onmiddellijke eis is voor een democratisch bijeengeroepen noodconferentie van de arbeidersbeweging die open staat voor al wie Corbyn steunt. Het doel moet zijn om de positie van Jeremy Corbyn te verdedigen tegen de poging tot machtsgreep van de parlementaire fractie van Labour. Dat kan met een socialistisch beleid en democratische structuren, waaronder een federale vorm van organisatie.

    Het referendum over de EU was een aardbeving voor de heersende klasse en haar schaduw in de arbeidersbeweging. De naschokken zullen nog even blijven duren. Tegelijk is er een grote kans om de arbeidersbeweging opnieuw op te bouwen op democratische en socialistische wijze.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop