Tag: Jeremy Corbyn

  • Ja, Corbyn moet een nieuwe linkse partij opzetten. Maar welk soort partij?  

    Socialist Alternative is verheugd over het nieuws dat voormalig Labour-leider Jeremy Corbyn overweegt een nieuwe linkse partij op te richten. Hij zou zich namens die partij kandidaat stellen bij de volgende parlementsverkiezingen, aangezien Labour zich tegen hem afkeert.

    Door Hugh Caffrey (Socialist Alternative – ISA in Engeland, Wales en Schotland)

    Er is geen tekort aan steun voor linkse ideeën. Tot een half miljoen mensen zijn onder het leiderschap van Corbyn lid geworden van Labour, waarvan ongeveer de helft vertrok sinds Starmer zijn plaats heeft ingenomen. Labour behaalde in 2017 2 miljoen stemmen en zou de verkiezingen hebben gewonnen als de campagne langer had geduurd, of eerder was begonnen.

    Nieuwe partij

    Socialist Alternative meent dat het oprichten van een nieuwe partij al eerder had moeten gebeuren. Sommigen vrezen dat hierdoor de stem tegen de Tories zou ‘verdeeld’ geraken. Een nieuwe partij moet zeker als doel hebben om de zetel van Corbyn te verdedigen als startpunt. Maar het mag niet alleen, en zelfs niet in eerste instantie, gaan over kandidaten bij verkiezingen. Het moet een middel zijn om de honderdduizenden die zichzelf als socialist beschouwen te organiseren, te betrekken in politieke discussies, te mobiliseren en samen te brengen met de talrijke recente bewegingen tegen de gevolgen van het kapitalisme voor de arbeidersklasse en de jongeren.

    De volgende verkiezingen zijn gepland voor mei 2024, maar kunnen ook eerder plaatsvinden als de Tories imploderen. Er mag geen tijd verloren gaan met de voorbereidingen om de zetel van Corbyn te verdedigen. Er is dus geen tijd te verliezen bij het oprichten van een politiek vehikel om dat te doen. De ‘Partij voor Vrede en Rechtvaardigheid’ is niet de beste naam, maar de naam is niet het belangrijkste. Waar het om gaat is wat voor soort partij het is, en op dit punt moet er een totale breuk zijn met de slechtste aspecten van Labour, oud en nieuw. Een echte socialistische partij is een vehikel voor massale strijd.

    Democratie

    Dat betekent dat de partij open en democratisch moet zijn, gebaseerd op massabijeenkomsten, gekozen organisatoren en leiders, een democratische stem voor de vakbonden, en duidelijke socialistische beginselen. Bovendien zou zo’n organisatie aanwezig moeten zijn bij elke betoging en stakerspost, actief in elke strijd van de arbeidersklasse, jongeren en onderdrukte mensen. Uiteraard zou Corbyn de natuurlijke keuze zijn als leider, maar er mag geen herhaling komen van de ervaring met Momentum, een organisatie die was opgezet als een naamloze vennootschap die werd geleid door een geheimzinnige en grotendeels zelfbenoemde kliek.

    Er is een duidelijke politiek nodig. Na de algemene verkiezingen van 2017 hadden we de mist van Brexit. Daarna kwam de pandemie en de pogingen van rechts om angst en reactionaire attitudes aan te wakkeren. We hebben echter ook de opleving van de klimaatbeweging, massale protesten tegen gendergerelateerd geweld, en een nieuwe opleving van stakingen. Als reactie op de vele crises hebben de Tories de overheidsuitgaven massaal moeten verhogen, volledig in het belang van het grootkapitaal.

    Socialistisch beleid nodig

    Een nieuw alternatief kan de verwarring doorbreken en jongeren en mensen uit de arbeidersklasse aanspreken. Er zijn duidelijke eisen nodig, zoals een minimumloon van 15 pond, veilige huurcontracten en betaalbare huisvesting, degelijke arbeidscontracten, een einde aan seksisme en racisme, de wederopbouw van de zorgsector (NHS) met voldoende middelen en een terugdraaiing van alle besparingen en uitverkopen, de wederopbouw van de sociale zorg door deze in handen van de overheid te brengen en door zowel de financiering en als de lonen voor het personeel te verhogen, volledige publieke eigendom van alle geprivatiseerde diensten, te beginnen met de energiesector, en een socialistische Green New Deal om het klimaat te beschermen.

    Verdedig Corbyn’s zetel

    Corbyn moet snel een online bijeenkomst organiseren om te verklaren dat hij een nieuwe partij zal oprichten, bewegingen en vakbonden om steun en betrokkenheid vragen, en individuen oproepen om zich als actieve aanhangers te registreren. Follow-up organisatiebijeenkomsten van degenen die betrokken willen zijn, kunnen bewegingen aan boord brengen, lokaal organiseren, enzovoort. Een nieuwe partij moet een georganiseerde kracht zijn op elke staking en elk protest, met pamfletten om steun op te bouwen voor links beleid en het verdedigen van Corbyn bij de volgende verkiezingen.

    In Islington, het district waar Corbyn verkozen is, zal een zo sterk mogelijke campagne op het terrein nodig zijn als antwoord op de media en de Labour-machine, die alles in het werk zullen stellen tegen Corbyn. Vanaf nu moet er een organisatie worden opgebouwd in elke hoek van het kiesdistrict, met openbare bijeenkomsten op het niveau van wijken, woonblokken en grote werkplekken, over het opbouwen van campagnes om overwinningen te behalen op de directe kwesties en dat te koppelen aan het verdedigen van Corbyn’s zetel.

    Dit samenvoegen met een massabijeenkomst in het kiesdistrict over een paar maanden zou de springplank zijn voor het lanceren van regelmatige massacampagne-activiteiten waarmee enorme steun kan worden opgebouwd en er ruim voor de verkiezingen al aan stemmenwerving wordt gedaan.

    Massale aanpak

    Als Corbyn nu een nieuwe partij opricht, kan hij ook buiten zijn kiesdistrict grote steun verwerven, die hij kan mobiliseren voor regelmatige campagnes in Islington als de verkiezingen naderen. Na het winnen van de zetel zou Corbyn een nationale conferentie kunnen bijeenroepen om zijn steun te bundelen in een grote en potentieel krachtige nieuwe linkse partij.

    Op deze manier hebben onze politieke medestanders in de Verenigde Staten, ook onder de naam Socialist Alternative heten, zojuist Kshama Sawant als gemeenteraadslid in Seattle bevestigd gekregen, in haar vierde verkiezingsoverwinning. Kshama’s raadszetel vertegenwoordigt een vergelijkbaar aantal kiezers als veel Britse parlementaire kiesdistricten.

    Socialist Alternative nam het in Seattle niet alleen op tegen ‘normale’ media en politici. Ze stonden tegenover Jeff Bezos en Amazon, de kapitalistische titanen van de 21e eeuw, en ze wonnen! Massale organisatie en een duidelijk linkse politiek met een compromisloze inzet voor strijd kunnen door de meest gemene rechtse campagnes heen breken.

    Potentieel

    Er is ruimte om een nieuwe linkse partij op te bouwen die veel verder gaat dan Corbyns eigen kiesdistrict. Honderdduizenden waren bereid om Corbyn actief te steunen tegen rechts in Labour toen hij geconfronteerd werd met een poging om hem af te zetten. In de samenleving bestaan de krachten om een nieuwe linkse strijdbare massapartij op te bouwen, en Corbyn behoudt de autoriteit om een centrale katalysator te zijn in het samenbrengen van een dergelijke partij.

    Als er een nieuwe partij rond Corbyn wordt opgericht, zou het logisch zijn dat de weinige echt linkse parlementsleden die nog in Starmer’s Labour zitten, zich daarbij aansluiten. Toch is het mogelijk dat sommigen zich kandidaat willen stellen tegen de ergste Blairisten binnen Labour en tegen de Tories. Sommigen zullen linkse Labour-kandidaten in bepaalde districten willen steunen. Een vriendelijke benadering tegenover alle linkse formaties en militanten is belangrijk, maar naar buiten uit moet links zich vooral richten op strijd en niet zozeer op de details van de interne structuren van Labour, die nationaal door rechts worden gedomineerd.

    Een cruciale taak van een nieuwe partij is om de herverkiezing van Corbyn veilig te stellen. De strategische taak is om een nieuwe massapartij op te bouwen die geworteld is in strijd en die zich organiseert om te vechten voor verandering. Socialist Alternative zal deelnemen aan alle ernstige discussies en stappen in de richting van het bouwen van een levensvatbaar massaal links alternatief. We zullen marxistische ideeën over politiek, strategie en tactiek naar voren brengen binnen dat proces. Als je het met ons eens bent, sluit dan aan!

  • Rechterzijde zet Corbyn uit Labour. Tijd voor een nieuwe linkse partij!

    Veroordeel de schorsing van Corbyn! Organiseer je voor socialistische verandering en om een politieke stem op te bouwen die een echte oppositie vormt tegen de Tories!

    Reactie door het Politiek Comité van Socialist Alternative

    Jeremy Corbyn is niet antisemitisch. Hij heeft een levenslange geschiedenis in de strijd tegen racisme in al zijn vormen. Het is een schande dat hij is geschorst omdat hij heeft gezegd dat het verslag over antisemitisme binnen Labour door de Equality and Human Rights Commission het probleem “overdreven” heeft. In werkelijkheid was dit een typisch mild understatement van Corbyn!

    Dit is niet om de ernst van het antisemitisme in de samenleving of de noodzaak om het te bestrijden waar het zich ook voordoet, naast islamofobie en alle vormen van racisme, te verwerpen. Socialist Alternative heeft hier al eerder in detail over geschreven, waarbij het pleitte voor een internationalistische benadering vanuit de werkende klasse als antwoord op antisemitisme. De realiteit is dat het onderzoek, het rapport en de schorsing van Corbyn weinig te maken hebben met antisemitisme en veel meer met de vastberaden campagne van de aanhangers van Blair tegen het Corbynisme en het potentieel dat het vertegenwoordigde voor een heel ander soort Labour-partij.

    Manoeuvres tegen Corbyn

    De schorsing van Corbyn door de nieuwe partijleider Starmer is de laatste zet in een vijf jaar durende oorlog tegen het succes van de linkerzijde waarbij Corbyn twee keer verkozen werd als partijvoorzitter en voor vooruitgang zorgde in de parlementsverkiezingen van 2017. Corbyn trok als leider honderdduizenden nieuwe leden naar Labour op basis van zijn programma tegen besparingen. Duizenden mensen kwamen naar de massabijeenkomsten die tijdens de voorzittersverkiezingen werden georganiseerd; jongeren hingen letterlijk aan de vensterbanken om een glimp op te vangen van de man die ideeën als gratis onderwijs en nationalisatie van de spoorwegen naar voren bracht. Er waren weinig andere evenementen de afgelopen jaren die de heersende klasse en hun vertegenwoordigers, ook in de partijmachine van Labour, meer angst aanjoegen dan de vakbondsleden en jongeren die samen ‘oh Jeremy Corbyn’ zongen. Deze beweging dreigde de geslaagde volledige overname van Labour door de kapitalistische klasse teniet te doen. Labour was destijds opgericht door de vakbonden en door socialisten, maar was een instrument van de burgerij geworden.

    Dit is de reden waarom Keir Starmer zijn voorganger als Labour-voorzitter koste wat het kost weg wilde. Het is een manoeuvre dat tot doel heeft om de mogelijkheid van actief verzet tegen het besparingsbeleid de kop in te drukken. Onder Starmer is Labour er enkel op achteruit gegaan. Er waren tal van schorsingen van Corbyn-aanhangers. Labour spreekt over ‘nationale eenheid’ met de regering-Johnson die er nochtans niet in slaagt om enig antwoord te bieden op de Covid-19 pandemie. Starmer probeert nu op bijna wanhopige wijze de laatste restjes van het Corbynisme in Labour te verpletteren, zowel inzake politieke voorstellen als mensen.

    De opkomst en de val van het Corbynisme

    Hoe was het mogelijk dat de linkerzijde in Labour van zo’n objectief gezien sterke positie zo snel bijna totaal verpletterd werd? Het is grotendeels een gevolg van ernstige fouten door de leiders van de Corbyn-stroming en dit vanaf de eerste dag.

    Ten eerste waren Corbyn en de Socialist Campaign Group volledig onvoorbereid op het daadwerkelijk winnen van de leiding van Labour. In eerste instantie verwachtten maar heel weinig mensen dat ze succes zouden hebben. Het was deels de verandering in de verkiezingsregels die niet-leden in staat stelde te stemmen, maar vooral ook de massale woede die in de samenleving bestond en waaraan Corbyn uitdrukking gaf, die hem in de leidende positie dreef. Ondanks de verpletterende overwinning en de explosieve groei van het aantal leden van Labour – dat de grootste politieke partij van Europa werd – is deze enorme potentiële kracht nooit benut door Corbyn en zijn aanhangers. Het was duidelijk dat de Blairistische vleugel, als politieke vertegenwoordigers van de kapitalistische klasse, geen enkele zinvolle verandering in een linkse richting zou tolereren en zich vastberadenheid hiertegen zou organiseren.

    De benadering dat de rechterzijde binnen Labour wel zou overtuigd worden door ‘logische’ of ‘morele’ argumenten was fout en leidde tot meerdere capitulaties van Corbyn voor de rechterzijde. Hoeveel toegevingen er ook gedaan werden aan rechts, geen enkele volstond om de ‘vrede’ in de partij te bewaren. De rechterzijde bestaat uit pro-kapitalistische parlementsleden die geen politieke eenheid willen die gebaseerd is op een anti-besparingsprogramma zoals dat van Corbyn. Helaas heeft de leiding van het Corbynisme op geen enkel ogenblik die les geleerd. Ze bleven maar proberen om te verzoenen waar dit eigenlijk niet mogelijk was.

    Twee voorzittersverkiezingen, twee parlementsverkiezingen, meerdere conferenties en initiatieven werden allemaal gesaboteerd door de rechtervleugel. In een uitgelekt rapport werd zelfs aangetoond dat medewerkers van Labour actief betrokken waren bij het ondermijnen van Corbyn en het opzetten van een collectief vertrek van enkele parlementsleden tijdens de kiescampagne van 2017. Toch nam Corbyn ontslag als voorzitter en nam hij verantwoordelijkheid op voor de verliezen. Een deel van links trok de conclusie dat er een gematigder leider nodig was om te winnen tegen de Tories. Toen Starmer als voorzitter werd verkozen, waarschuwden wij dat dit het begin was van een verschuiving naar rechts, tenzij het ernstig bestreden zou worden. Rebecca Long-Baily moest al gauw weg als schaduwminister van onderwijs en sindsdien werden meerdere aanhangers van Corbyn uit hun posities verwijderd.

    Waar was het verzet hiertegen? Het meest verregaande was dat van de vakbond Unite die een deel van zijn financiële steun aan Labour heeft geschrapt. Het gaat evenwel slechts om 10% van die steun en er werden geen voorwaarden gesteld voor de resterende 90%. Niets van dit alles was onvermijdelijk. Als de honderdduizenden Labourleden die Corbyn hebben gesteund, niet alleen waren gemobiliseerd om bij de verkiezingen van deur tot deur te gaan, maar ook om actief campagne te voeren om de steun voor het reeds populaire beleid in de manifesten te organiseren en vervolgens ook brede lagen van de bevolking hiervoor te mobiliseren, dan had dit de verkiezingsresultaten in 2017 en 2019 kunnen veranderen en had dit een overwinning van Corbyn kunnen opleveren. Als er een verplichte herverkiezing was geweest van de Labour-kandidaten bij de verkiezingen, wat slechts neerkomt op democratische controle van de leden op wie hen vertegenwoordigt, dan had dit de aanhangers van Blair massaal richting exit uit het parlement kunnen duwen om plaats te maken voor linkse verkozenen die Corbyn steunden. Als Corbyn verder was gegaan dan het steunen van acties en stakingen op persoonlijke titel, maar de volledige kracht van de arbeidersbeweging had gemobiliseerd om solidariteit te concretiseren, dan had dit geleid tot veel grotere acties, ook ter ondersteuning van de voorstellen van Corbyn. Dit zou niet alleen de rechterzijde binnen Labour, maar de hele kapitalistische klasse, onder zware druk gezet hebben.

    Links blijft dezelfde fout maken

    In plaats van deze conclusies te trekken, blijven onder meer linkse vakbondsleiders zelfs nu nog dezelfde fouten maken. De Socialist Campaign Group van linkse Labour-leden heeft zich beperkt tot de verklaring dat ze zich “stevig verzetten tegen de beslissing om Jeremy te schorsen” en “onvermoeibaar zullen opkomen voor zijn heropname.” Momentum verklaarde: “Deze schorsing riskeert de reactie van Labour op antisemitisme te politiseren.” Zowel Corbyn als zijn medestander John McDonnell riepen de Labour-leden op om “kalm te blijven.” De commentaren op sociale media onder deze schuchtere verklaringen worden gedomineerd door aanhangers van Corbyn die deze leiders oproepen om geen hoop meer te stellen in Labour en de mogelijkheid om die partij te veranderen. De antwoorden van de officiële linkerzijde volstaan helemaal niet en dragen ertoe bij dat veel Labour-leden de partij nu verlaten, nadat heel wat andere aanhangers van Corbyn dit eerder deden na de verkiezing van Starmer als partijvoorzitter.

    Hoe zal het verzet tegen de schorsing verlopen? Via dezelfde structuren die de heksenjacht hebben geïnitieerd en uitgevoerd? Door een beroep te doen op de logica en de rede en door te hopen dat de Blairisten die de machtshefbomen binnen Labour beheersen, overtuigd worden om het “nodige” te doen?

    Op basis van de ervaringen van de afgelopen vijf jaar lijkt het zo goed als uitgesloten dat deze linkse leiders bereid en in staat zullen zijn om de campagne van massamobilisatie, vastberaden strijd en beslissende politieke actie tegen de Blairisten te voeren die nodig is om enige kans te maken om te winnen.

    Het moet duidelijk zijn dat er geen enkele kans is op een “eerlijk proces” of een echt onafhankelijk onderzoek naar Corbyn in Labour. Zelfs als de schorsing van Corbyn wordt teruggetrokken, op welke basis zal dit dan gebeuren? Op basis van een verontschuldiging waarin hij ten onrechte erkent een antisemiet te zijn, of op basis van een belofte om het nooit meer oneens te zijn met Starmer? Dat is niet de strijd die gevoerd moet worden.

    Moet links zich richten op Labour?

    De vele duizenden mensen die de Corbyn-beweging vooruit stuwden, zijn grotendeels verdwenen uit Labour of toch alleszins niet meer actief in die partij. De besten onder hen zoeken andere middelen om de strijd tegen de Tories en het kapitalisme te voeren. Ze doen dit door zich op hun werkplek te organiseren, huurstakingen aan de universiteiten op te zetten, campagne te voeren voor gratis schoolmaaltijden, te protesteren tegen racisme, en nog vele andere acties te ondernemen. De inspanningen van links, binnen en buiten Labour, kunnen nu best niet worden besteed aan eindeloze oproepen en manoeuvres binnen de partijmachine van Labour, maar aan het mobiliseren van die arbeiders en jongeren die de strijd willen aangaan en aan het verenigen van deze verschillende bewegingen. Er is dringend behoefte aan een nationale conferentie van het verzet om vakbondsleden, socialisten en activisten bijeen te brengen om te discussiëren over een manier om vooruit te komen.

    Corbyn en de andere linkse leden van Labour zouden het initiatief kunnen nemen tot een dergelijk evenement – als ze dat zouden doen, zouden ze het potentieel hebben om enorme aantallen medestanders te betrekken. Als ze evenwel daartoe niet bereid zijn, zoals waarschijnlijk lijkt, kunnen werkenden en jongeren het zelf doen. Vakbonden zouden ook een belangrijke rol kunnen spelen. Zij zouden hun financiële bijdragen aan Labour onmiddellijk moeten opschorten als reactie op de schorsing van Corbyn en tegelijk een proces van democratisch overleg opstarten in hun organisaties om na te gaan hoe de politieke vertegenwoordiging van de werkende klasse moet worden aangepakt. Op basis van de ervaring lijkt het onwaarschijnlijk dat de vakbondsleiders een dergelijke stap zullen zetten, tenzij ze ertoe gedwongen worden door een sterke beweging van hun basis. De woede die op dit ogenblik bestaat onder werkenden en in de hele maatschappij maakt dit soort strijd echter mogelijk.

    Deze discussies zullen zich moeten richten op de voor de hand liggende vraag hoe een nieuwe massale linkse partij op basis van strijd kan worden gevormd. De strijd die werkenden en jongeren nu voeren, en de nog grotere die komen, hebben een politieke stem nodig om hen vooruit te helpen. Er is een schreeuwende behoefte aan een politieke vertaling van deze bewegingen die deze strijd kan verenigen rond een programma voor echte verandering, die kan spreken in stadhuizen en het parlement, en die een forum kan zijn om te debatteren over welk soort programma een samenleving kan bekomen om tegemoet te komen aan de behoeften van al diegenen die strijden voor een betere wereld.

    De noodzaak van een socialistisch alternatief

    Socialist Alternative zegt dit alles niet als toeschouwers of met het voordeel van een oordeel dat achteraf wordt geveld. We herhalen elementen die we stelselmatig naar voren brachten onder het voorzitterschap van Corbyn. Heel wat van onze leden werden lid van Labour en stemden op Corbyn, zowel bij interne verkiezingen als tijdens de parlementsverkiezingen. We voerden actief campagne met leden van Labour. We hebben echter in elk stadium naar voren gebracht wat we nodig achtten voor een overwinning van Corbyn.

    Maar de zaken zijn nu kwalitatief veranderd. Toen Rebecca Long-Bailey werd ontslagen, zeiden we: “Degenen die ervoor kiezen om in Labour te blijven, moeten nu harde conclusies trekken: de weg van verzoening, terugtocht en stilte in de naam van ‘eenheid’ kan alleen maar leiden tot de ‘eenheid’ van het kerkhof.” Dit is nu nog meer waar.

    Wat de afgelopen vijf jaar vooral is gebleken, is dat halfslachtige maatregelen niet zullen slagen. De politieke, economische en sociale crises zijn alleen maar toegenomen sinds Corbyn voor het eerst werd verkozen. De pandemie van Covid-19 en het wanbeleid van de regering, heeft het falen van het kapitalisme nog duidelijker gemaakt. Elke dag trekken werkenden en jongeren de conclusie dat dit systeem fundamenteel moet worden veranderd. Socialist Alternative zal actief en enthousiast deel uitmaken van oprechte pogingen om een nieuwe massale linkse strijdpartij op te bouwen – iets wat dringend nodig is. Wij zullen ervoor pleiten dat zo’n nieuwe partij een politieke benadering kiest die gebaseerd is op het mobiliseren van de arbeidersklasse en het voeren van campagne voor een socialistisch alternatief voor het kapitalisme. Wie daar mee wil voor strijden en wie wil opkomen voor een socialistische wereld, vragen we om vandaag nog bij Socialist Alternative aan te sluiten.

     

    Wil je meer weten? Vanavond om 20u Belgische tijd is er een publieke meeting van Socialist Alternative via Zoom.

  • Was Corbyn “te links”? Lessen van de Britse verkiezing voor links in de VS

    Voor socialisten die rechts en hun agenda willen verslaan, is de overwinning van de reactionaire Boris Johnson en zijn Conservatieve Partij in de Britse verkiezingen een ernstige tegenslag. De gevestigde media en de leiding van de Democratische Partij verspreiden het idee dat de nederlaag van Labour in belangrijke mate te wijten was aan Jeremy Corbyn’s “extreem linkse socialistische” platform. Zoals Joe Biden zei: “Kijk wat er gebeurt als Labour zo ver naar links gaat.” De niet zo subtiele boodschap: als de Democraten voor Sanders kiezen, wint Trump een tweede termijn.

    Door Tom Crean, Socialist Alternative (VS)

    Rode schrik

    De echte lessen voor de linkerzijde in de VS en vooral voor de campagne van Bernie Sanders, die door Socialist Alternative wordt ondersteund, zijn heel anders. Ten eerste: de gevestigde media met inbegrip van zowel de ‘respectabele’ BBC als de schaamteloze roddelbladen voerden een venijnige campagne tegen Corbyn. Ze beschuldigden hem ervan een antisemiet te zijn, een aanhanger van het Ierse Republikeinse Leger, en een “gevaar voor de nationale veiligheid.” Ze gooiden zoveel mogelijk modder in de hoop dat een deel ervan zou blijven hangen.

    De eindeloos herhaalde beschuldiging van antisemitisme in Labour is gebaseerd op zeer weinig en het grootste deel daarvan bestaat dan nog uit het samenvoegen van kritiek op het Israëlische beleid met antisemitisme. Donald Trump, wiens presidentschap blanke nationalisten en regelrechte neonazi’s heeft aangemoedigd, hekelt ook elke kritiek op zijn reactionaire bondgenoot Benjamin Netanyahu als ‘antisemitisch’. De echte racist bij de Britse verkiezingen was Boris Johnson die ooit zwarte mensen “pickanninies” (een racistische term voor donkergekleurde kinderen) noemde in een artikel dat hij schreef als journalist.

    Maar terwijl de respectabele media zich graag als antiracist presenteren, is hun echte prioriteit het beschermen van de winst en de belangen van het grootkapitaal. Ze zullen niet aarzelen om de meest verachtelijke leugens te verkopen en om racisten te steunen in hun strijd tegen links.

    De Britse verkiezingen geven aan hoe wreed de media en het democratische bedrijfsleven zullen zijn als Bernie Sanders in de buurt komt van het winnen van de democratische nominatie. In 2016, tijdens de New Yorkse voorverkiezing die Hillary Clinton absoluut moest winnen, ging de progressieve krant van New York, de Daily News, zo ver dat de schietpartij op de school Sandy Hook aan Sanders werd gekoppeld. De letterlijke kop was: “Bernie’s Sandy Hook schande: verdedigt hardnekkig de wapenmakers.”

    Dieperliggende oorzaken

    De brutale aanvallen op Corbyn speelden een reële rol, maar het was niet onvermijdelijk dat dit zou volstaan om Labour een nederlaag toe te brengen. Het echte probleem van Corbyn was zijn verlies aan geloofwaardigheid na vier jaar als Labour-leider waar hij er niet in slaagde om de neoliberale rechterzijde in de partij echt van antwoord te dienen of om ernstig een massabeweging voor verandering buiten het parlement op te bouwen.

    Onder Tony Blair en “New Labour” deed Labour afstand van Clausule 4, die bepaalde dat de partij ervoor opkwam om de belangrijkste sectoren van de economie in democratisch openbaar bezit te brengen. De partij zuiverde links weg, verminderde de invloed van de vakbonden, voerde massale besparingen door op sociale voorzieningen op zowel nationaal als lokaal vlak. Als kers op de taart werd gretig deelgenomen aan de invasie en bezetting van Irak in samenwerking met George Bush. Margaret Thatcher, Tory-premier gedurende 11 jaar, voerde een onverbiddelijke campagne tegen de belangen van de arbeidersklasse. Zij verklaarde ooit dat haar grootste prestatie “New Labour en Tony Blair” was.

    Ironisch genoeg won Corbyn de leiding van de partij omdat de aanhangers van Blair het in een overmoedige bui gemakkelijker maakten voor mensen om lid te worden of om minstens voor de partijleider te stemmen. Dat was bedoeld om de invloed van de vakbonden te ondermijnen. Zodra Corbyn democratisch werd gekozen door de leden, probeerde de rechtse meerderheid van de Labour-leiding hem te ondermijnen en te verwijderen. Ze werden daarin volledig ondersteund door de gevestigde media.

    In feite waren er ‘twee partijen in één’: Corbyn’s partij gebaseerd op een beleid voor de werkende klasse, en een andere partij die stevig verbonden was met besparingen en de neoliberale agenda. De aanhangers van Blair modelleerden zich uitdrukkelijk op de Democraten in de VS. Onze Britse kameraden hebben van bij de verkiezing van Corbyn als partijleider verdedigd dat hij de strijd met de rechterzijde moest aangaan. Zo had een verplichte herverkiezing voor parlementaire kandidaten kunnen doorgevoerd worden zodat de leden hun kandidaat voor de volgende verkiezingen konden kiezen. Dit zou de vele nieuwe leden die Corbyn steunden in staat gesteld hebben om de ergste aanhangers van Blair weg te krijgen en hen stevig in het defensief te zetten.

    De partijleiding had ook duidelijk kunnen maken dat het niet langer acceptabel was om een gemeenteraadslid van Labour te zijn en te stemmen voor besparingen op sociale voorzieningen. Degenen die weigerden deze basiseis te accepteren, hadden als Labour-kandidaat kunnen worden afgezet.

    Dit had moeten gecombineerd worden met een actieve campagnebenadering, die het lidmaatschap mobiliseert en die samen met de vakbonden massademonstraties organiseert tegen asociale aanvallen zoals die tegen de gezondheidszorg (NHS). Helaas, Corbyn en zijn bondgenoten in de partij, zoals John McDonnell en de Momentum-groep zochten steeds weer naar een compromis met de rechterzijde. De uitzondering hierop was de verkiezingscampagne van 2017 toen Corbyn een gedurfd programma naar voren bracht en in het hele land grote bijeenkomsten hield om steun te mobiliseren. Dat leidde tot enthousiasme, zeker onder de jongeren. Maar het werd nadien niet opgevolgd door nieuwe mobilisaties.

    “Vage boodschap”

    Een duidelijk voorbeeld van hoe Corbyn er niet in slaagde een voldoende duidelijk onderscheid te maken met de rechterzijde in Labour was rond de Brexit. Brexit domineerde de Britse verkiezingen. Johnson had een eenvoudige boodschap: “Brexit tot een goed einde brengen.” Dit speelde in op het feit dat veel mensen genoeg hebben van het steeds zuurder wordende debat in de Britse samenleving over de stemming om de EU te verlaten in 2016. Velen zijn gefrustreerd door de pogingen van het establishment om het resultaat van dat referendum terug te draaien in plaats van het uit te voeren.

    In progressieve media en onder veel links-denkenden wordt Brexit afgeschilderd als een racistische, anti-immigrantenstem, een beetje vergelijkbaar met de latere stem voor Trump. De arbeidersklasse die voor Brexit stemde, zeker in de ex-industriële steden van het noorden van Engeland, worden gezien als de dezelfde naar verluidt onverbeterlijke achterlijke laag die Trump steunde in de VS.  Maar af en toe vertellen de media de waarheid over iets belangrijks. In een artikel over de wereldhandel maakte de New York Times de volgende opmerking: “In Groot-Brittannië gebruikten mensen die het moeilijk hadden het referendum van juni 2016… als een proteststem tegen de bankiers in Londen die een catastrofale financiële crisis hadden veroorzaakt, en die vervolgens gewone mensen dwongen om de kosten te dragen door besparingen.”

    Het historische standpunt van Corbyn, dat teruggaat tot de jaren zeventig, was om zich te verzetten tegen de toetreding van Groot-Brittannië tot de Europese Unie. Dat was niet om nationalistische redenen, maar omdat het een “bazenclub” was. Deze karakterisering was en blijft naar onze mening correct. De EU is een zeer ondemocratisch geheel van structuren dat in alle fasen heeft getracht de belangen van de werkenden tegen te gaan. In de nasleep van de economische ineenstorting van 2008 heeft de Europese Commissie, samen met de Europese Centrale Bank en het IMF (de “trojka”) het Griekse volk en anderen een wilde besparingspolitiek opgelegd door hen te dwingen leningen aan Franse en Duitse banken terug te betalen.

    Helaas heeft Corbyn tijdens het Brexit-referendum en sindsdien geen duidelijk verzet tegen de EU geuit. Hij had dit kunnen doen terwijl hij oproept tot een echte eenheid van werkende mensen in heel Europa op basis van klassensolidariteit die zou wijzen op een democratische socialistische federatie. Hoewel de stemming in Brexit niet gereduceerd kan worden tot racisme of anti-immigranten sentiment, opende het falen van Labour om het voortouw te nemen in de strijd voor een internationalistische “socialistische Brexit” de deur naar rechts om de kwestie op een nationalistische basis te framen.

    In werkelijkheid zal op basis van het kapitalisme geen van de fundamentele problemen waarmee de werkende bevolking in Engeland, Wales, Schotland of Noord-Ierland wordt geconfronteerd, worden opgelost door het vertrek uit of het verblijf in de EU. Naarmate het Brexit-debat in Groot-Brittannië zich concentreerde binnen zeer nauwe parameters werd het steeds meer demoraliserend voor grote delen van de samenleving.

    We erkennen ten volle dat velen in Groot-Brittannië in 2016 voor Remain en tegen Brexit hebben gestemd om zeer begrijpelijke redenen, waaronder de wens om het vrije verkeer van mensen in heel Europa te handhaven. Het is ook waar dat de basis van Labour verdeeld was tussen meer pro-Brexit arbeiderswijken in het noorden van het land en een meer pro-Remain basis in de steden. Maar terwijl Corbyn langzaam naar een meer pro-Remain positie dreef, kon hij niemand meer tevreden te stellen. Zoals Socialist Alternative in Engeland en Wales in een recente verklaring uitlegt:

    “Om deze verkiezing te winnen, moest Corbyn kiezers verenigen die zowel Leave als Remain steunden op basis van een onafhankelijke, arbeidersbewuste benadering van deze kwestie – en van alle anderen. Het uitblijven daarvan heeft de deur geopend naar rechts populisme om het vacuüm op te vullen.”

    Proberen het debat te verschuiven

    Corbyn probeerde de discussie in de verkiezingscampagne weg te halen van Brexit om het te richten op het terugdraaien van de massale aanvallen op de werkende bevolking de afgelopen twintig jaar. Hij wees op de aan de gang zijnde aanvallen op de gezondheidszorg en onthulde de gesprekken van Johnson met Trump over het openstellen van NHS voor een verdere kruipende privatisering als deel van een toekomstige post-Brexit-handelsovereenkomst. Corbyn daarentegen stelde voor om nutsvoorzieningen en de spoorwegen terug in openbare eigendom te brengen en daarnaast om publieke breedband te installeren.

    Er is geen bewijs dat zijn platform “te radicaal” was voor de meeste werkenden of jongeren. In feite groeide de steun voor Corbyn naarmate de campagne vorderde. In 2017 koos Corbyn in wezen voor dezelfde aanpak en won hij 40% van de stemmen, de grootste vooruitgang ooit van het aantal stemmen van Labour. En zelfs in deze verkiezingen, terwijl het percentage voor Labour daalde tot 32%, deed Corbyn het nog steeds beter dan zijn neoliberale voorgangers Ed Miliband in 2015 of Gordon Brown in 2010.

    Het echte probleem was niet het programma van Corbyn maar het nalaten om er werkelijk voor te vechten de afgelopen jaren. Dat zou betekend hebben: bouwen aan een massabeweging tussen verkiezingen door en het nemen van een veel vastere lijn tegen de rechterzijde in Labour met inbegrip van die lokale verkozenen die voor besparingen stemden en de parlementairen die op de meest schandelijke manieren probeerden om Corbyn telkens te ondermijnen.

    Het nemen van de nodige maatregelen tegen de saboteurs van de aanhangers van Blair had Labour in parlementaire termen misschien tijdelijk kunnen verzwakken als de Blairisten massaal met de partij hadden gebroken, maar het zou de partij op een veel stevigere politieke basis hebben gezet. Het zou duidelijk geweest zijn dat Labour bereid was om de strijd voor de belangen van de werkende bevolking effectief aan te gaan.

    Bouwen aan een sterke linkerzijde in de VS

    De belangrijkste lessen die we uit de nederlaag van Corbyn moeten trekken, gaan over hoe we een politieke kracht kunnen opbouwen om de agenda van rechts te verslaan en een beslissende verandering voor de werkende mensen te winnen. De dominante trend aan de Amerikaanse linkerzijde de afgelopen jaren was om de Democratische Partij naar links te duwen of, zoals Sanders zegt, haar te veranderen in een “partij van werkende mensen”. Het is begrijpelijk dat veel mensen dit zien als de gemakkelijkste weg om links te bouwen. Het lijkt alleszins gemakkelijker dan het creëren van een nieuwe partij. Deze opvatting wordt versterkt door overwinningen zoals die van Alexandria Ocasio-Cortez.

    Maar het is ook heel duidelijk dat de nieuwe linkerzijde steeds weer op hevige weerstand stuit van het establishment in de partij. Kijk naar de aanvallen op de “squad”, de vier progressieve nieuw verkozen vrouwen in het Huis van Afgevaardigden eerder dit jaar. De Democratische leiding beschuldigde Ilhan Omar van “antisemitisme.” Omar, AOC, Rashida Tlabi en Ayanna Pressley gaven weerwerk tegen zowel Trump als Pelosi (fractievoorzitter van de Democraten). AOC en Tlabi geven openlijk steun aan Sanders, wat zeker niet goed is voor hun verdere loopbaan bij de Democraten.

    Om een ander voorbeeld te nemen: het lijdt geen twijfel dat de deelname aan de Democratische voorverkiezingen Bernie Sanders in 2016 een zeer groot publiek opleverde, maar het betekent ook dat hij akkoord ging met de uitkomst van een vervalst en zeer ondemocratisch proces. Hij accepteerde toen de nederlaag en steunde Hillary in plaats van door te gaan tot november. Als Sanders in de race was gebleven, had hij het kunnen gebruiken om de basis te leggen voor een nieuwe politieke kracht die de afgelopen drie jaar samen met arbeiders, immigranten en jongeren had kunnen strijden tegen Trump en de agenda van rechts. Nog meer progressieve en socialistische kandidaten hadden op lokaal en nationaal niveau en op een duidelijker basis gekozen kunnen worden.

    Wat is er eigenlijk nodig voor de Democraten om de partij te worden die we nodig hebben? Zoals we consequent hebben gesteld, zouden ze moeten stoppen met het aannemen van geld van de grote bedrijven, een programma voor de werkende klasse moeten aannemen en eisen dat hun vertegenwoordigers dit ondersteunen, en echte democratische structuren creëren waarbij de basis van de partij haar leiding kan controleren.

    Pelosi, Schumer en al hun tegenhangers op staats- en lokaal niveau zullen nog liever van de partij afsplitsen dan dit te accepteren, zoals de aanhangers van Blair in Groot-Brittannië dreigden te doen. Het verschil is dat Corbyn en links in de Labour wel mechanismen hebben die gebruikt kunnen worden om de zaken tot een goed einde te brengen, maar dat dergelijke middelen in de Democratische Partij grotendeels ontbreken.

    Rechts verslaan in 2020

    We staan nu voor de belangrijke uitdaging van de presidentsverkiezingen van 2020. Hoe overwinnen we wat een meedogenloze aanval zal zijn als Sanders in de buurt komt van het winnen van de nominatie?

    We moeten de sterkst mogelijke krachten mobiliseren om alles op alles te zetten voor een overwinning van Sanders. Hij heeft opgeroepen om een miljoen vrijwilligers te organiseren en dat is heel goed mogelijk. Maar we moeten nog een stap verder gaan. Het omvormen van zijn campagne tot een massale organisatie met lidmaatschap en democratische basisstructuren, zou de basis het vertrouwen geven dat deze campagne echt het begin is van een “politieke revolutie.” Dit kan starten met het organiseren van massabijeenkomsten in heel het land om te discussiëren over hoe eisen als gezondheidszorg voor iedereen, een Green New Deal en betaalbaar wonen kunnen afgedwongen worden.

    Wat gebeurt er als Sanders alle antidemocratische obstakels overwint en de nominatie wint? Wat gebeurt er als Sanders president wordt? De hevige aanvallen op Corbyn zouden verbleken in vergelijking met het verzet dat de heersende klasse van dit land en de gevestigde politici van beide partijen tegen Sanders zouden aanvoeren als hij zijn programma zou proberen uit te voeren. Sanders heeft verklaard dat hij als president de “hoofdorganisator” zal zijn, dat hij werkende mensen zal mobiliseren op alle gebieden waar politici nalaten om te doen wat in het belang van hun kiezers is. Dit is absoluut juist, maar om deze kracht op te bouwen die de politici onder druk kan houden, moet er ook een geloofwaardige dreiging zijn om hen te vervangen, met andere woorden een nieuwe partij.

    Sommige aanhangers van Sanders hebben geprobeerd de vergelijking tussen de VS en Groot-Brittannië te minimaliseren. Er is uiteraard geen directe tegenhanger voor de Brexit. Wat de uitkomst van de Britse verkiezingen ons echter sowieso toont, zijn de hindernissen die in het verschiet liggen. We mogen die niet minimaliseren, onderschatten of overschatten.

    We moeten ook niet concluderen dat alles verloren is voor de Britse linkerzijde. Johnson voerde een populistische campagne, maar met een ondiepe basis. Hij heeft beloofd een einde te maken aan de besparingen. Dat is een leugen. Massaal verzet kan zich snel ontwikkelen, zoals in de VS het geval was in 2017. Corbyn moet niet aftreden maar de strijd tegen rechts in zijn eigen partij tot een sluitstuk brengen, zich aansluiten bij de arbeiders, zoals de verpleegsters in Noord-Ierland die in staking zijn gegaan om de gezondheidszorg te verdedigen en de jongeren die tegen de klimaatverandering strijden. Met een gedurfde en vastberaden aanpak kan het reactionaire regime snel in het defensief worden gezet. Dit kan helpen om het soort strijd te inspireren dat we in de VS nodig hebben.

  • Britse verkiezingen: sterktes en beperkingen van het programma van Corbyn

    Vorige week lanceerde Jeremy Corbyn aan de universiteit van Birmingham het kiesprogramma van Labour. In zijn toespraak benadrukte hij de afgelopen negen jaar van besparingen. Hij stelde dat de beloften in het programma door de heersende elite als ‘onmogelijk’ zullen weggezet worden, omdat de elite nu eenmaal geen veranderingen wil aan een systeem dat “in hun voordeel is opgezet.” Hij wees erop dat één derde van de miljardairs financiële steun gaf aan de Tories en plaatste daar Labour tegenover dat “aan uw kant” staat.

    Door Paul Callanan, Socialist Alternative

    In vergelijking met de afgelopen tien jaar van besparingen en de afgelopen drie decennia van neoliberaal beleid van zowel Labour als Tories, is dit programma effectief radicaal. Net als het programma van 2017 is het een verdere breuk met de dogmatische opvatting dat er geen alternatief is voor de ongebreidelde vrije markt.

    Het klopt ook dat het programma vol staat met “populaire maatregelen.” Peilingen toonden meermaals aan dat maatregelen als de nationalisatie van spoor, post en diensten, het stoppen van besparingen en privatiseringen in de zorgsector en het schrappen van inschrijvingsgeld effectief brede steun genieten.

    De belofte om 1 miljoen groene jobs te creëren speelt in op de woede en de actiebereidheid van de jongeren die bleek in de recente klimaatstakingen. Het is ook positief dat het plan van Labour voor een economie zonder CO2-uitstoot gericht is op een “rechtvaardige transitie” waarbij personeel uit de gas- en oliesector alternatieve tewerkstelling aangeboden krijgt waarbij de bestaande kennis en vaardigheden gebruikt worden.

    De maatregel die de meeste media haalde, was die voor het gratis degelijk internet voor iedereen in het land. Ook deze maatregel is een indicatie van het radicale denken in het verkiezingsprogramma.

    Helaas toonde de toespraak van Corbyn ook enkele beperkingen. Hij stelde terecht dat “Johnson de Brexit wil kapen om een Thatcherisme op steroïden op de bevolking los te laten” en wees op de handelsgesprekken met de VS, waarbij de zorgsector zou geopend worden voor Amerikaanse bedrijven. Maar Corbyn bleef eens te meer onduidelijk over welk soort Brexit hij wil doorvoeren. Hij hield het op vage retoriek zoals “Brexit uit handen van de politici halen.”

    Corbyn sprak over een “investerintgsblitz” om infrastructuurprojecten te financieren. Het kiesprogramma herhaalt het idee van een nationale investeringsbank om deze projecten en openbare diensten te financieren. Zoals we eerder opmerkten, zal dit echter niet volstaan om de nodige middelen te mobiliseren.

    De grootste beperking in het kiesprogramma is het ontbreken van een eis rond de nationalisatie van de grote banken. Dit is niet alleen van cruciaal belang voor de financiering van de plannen van Labour. Corbyn sprak terecht over de vijandigheid die dit kiesprogramma zal opwerpen bij de rechterzijde en het establishment. Die vijandigheid zal zich niet tot woorden beperken.

    Alle instrumenten waarover zij beschikken, zullen worden gebruikt om te voorkomen dat er een radicaal, anti-besparingsbeleid wordt gevoerd en de banken zullen de sleutel daartoe zijn. Een Labour-regering zal moeten voorkomen dat haar programma wordt gesaboteerd, bijvoorbeeld door middel van investeringsstakingen van de rijken, waarbij het geld van die banken uit het land wordt weggehaald. Om dit te doen, moeten de banken worden genationaliseerd onder democratisch toezicht van de werkenden en is er kapitaalcontrole nodig om te voorkomen dat het geld verdwijnt.

    Het volstaat ook niet om te zeggen dat de bevoorradingskanalen van de zes grote energiebedrijven genationaliseerd worden. Dit laat de private bedrijven nog steeds de controle over een groot deel van de energiesector. Om een ander energiebeleid te kunnen voeren, moet de volledige sector in publieke handen komen. De grote bedrijven moeten daartoe meteen genationaliseerd worden.

    Wij roepen op om de 100 grootste monopolies die 80% van de economie in handen hebben te nationaliseren. Als ze in private handen blijven, zullen jobs naar het buitenland blijven gaan, zeker als Labour aan de macht komt en de grote bedrijven meer belastingen en betere lonen wil laten betalen. Deze bedrijven in publieke handen nemen, is essentieel om degelijke lonen te garanderen. We kunnen de beschikbare rijkdom en middelen bovendien gebruiken om de economie democratisch te plannen gericht op de noden en behoeften van de volledige samenleving.

    Tijdens zijn toespraak zei Corbyn: “Het enige wat je hoeft te doen, is stemmen.” Dat zal niet het geval zijn. Bij de vorige verkiezingen deed Labour het merkbaar beter dan verwacht op basis van mobilisatie naar massameetings en campagnemomenten. Dat is wat nodig is om ook nu verder vooruit te gaan.

    De syndicale acties bij de post (Royal Mail), het onderwijs en laagbetaalde schoonmakers die voor een minimumloon van 15 pond per uur opkomen, laten zien wat nodig is om voor het programma van Corbyn te strijden. Net als de klimaatstakingen die dit jaar in Groot-Brittannië en de rest van de wereld plaatsvonden. Dit soort massamobilisaties zal ook na de verkiezingen nodig zijn, zowel indien Corbyn wint en de heersende klasse overgaat tot sabotage, als in het geval dat er opnieuw een Tory-regering komt met een rampzalig besparingsbeleid.

    We moeten nu in actie komen om de Tories op 12 december de deur uit te sturen. Het verkiezingsprogramma van Labour heeft het potentieel om enthousiasme te wekken en mensen op straat en in werkplaatsen aan te sporen om ervoor te vechten. Deze beweging zal ook een gedurfd socialistisch programma nodig hebben om de confrontatie met de bazen ook na de verkiezingen aan te gaan.

  • Beschuldigingen van antisemitisme tegen Corbyn zijn stormram van rechts

    • Organiseer de basis tegen de Blairisten!
    • Internationale arbeiderssolidariteit tegen alle vormen van onderdrukking en racisme!
    Foto: Paul Mattson

    De afgelopen weken kwamen de beschuldigingen van antisemitisme tegen Labour-leider Jeremy Corbyn opnieuw prominent naar buiten. Eens te meer blijkt uit de feiten die hiervoor gebruikt worden niet dat Labour een specifiek probleem met antisemitisme heeft, noch inzake het aantal zaken noch inzake de inhoud ervan.

    Edito van weekblad ‘The Socialist’

    Wat de aanvallen wel erg duidelijk aantonen, is dat de kwestie gebruikt wordt in een poging om de leiding van Corbyn schade te berokkenen. Het is een stormram van het kapitalistische establishment en de rechterzijde binnen Labour in een poging om Corbyn aan de kantte schuiven.

    De aanvallen komen niet vanuit de ‘Joodse gemeenschap’, zoals de gevestigde media het graag laat uitschijnen, maar van de anti-Corbyn leiding van enkele Joodse organisaties, waaronder de Jewish Leadership Council, de Board of Deputies en de Jewish Labour Movement. De Blairisten binnen Labour hebben zich verenigd in de strijd tegen Corbyn, in het bijzonder het 70-tal parlementsleden dat lid is van Labour Friends of Israel, een orgaan dat even onkritisch staat tegen de Israëlische regering van Netanyahu en de moorden in Gaza als de rechtse Labour partij in Israël zelf.

    Netanyahu verklaarde recent dat Corbyn “ondubbelzinnig moet veroordeeld worden door iedereen: links, rechts en alles ertussen in.” Onder de Blairisten die daar gevolg aan gaven, bevond zich het parlementslid Chuka Umunna die op de website van de krant Independent Corbyn verweet dat hij “institutioneel racisme” toelaat in Labour. Ook hiervoor werden evenwel geen steekhoudende bewijzen aangebracht.

    De aanwezigheid van Corbyn in Tunis in 2014 op een ceremonie voor vermoorde Palestijnen was niet antisemitisch. Het initiatief uit 2011 dat Umunna aanhaalde, met name het voorstel om Holocaust Memorial Day om te dopen tot Genocide Memorial Day, was evenmin antisemitisch. Het deed geen enkele afbreuk aan de erkenning van de vreselijke horror die de Joden ondergingen in de holocaust.

    Umunna wees ook op haatberichten die op sociale media waren verstuurd naar twee rechtse Labour verkozenen van Joodse afkomst. Er werd echter niet aangetoond hoe dit zou wijzen op ‘institutioneel racisme’ binnen Labour. Alle beledigende, racistische en antisemitische berichten moeten veroordeeld worden, maar wordt geen enkel bewijs aangevoerd dat er een disproportioneel aantal van deze berichten aan deze verkozenen vanuit de arbeidersbeweging of Labour kwam.

    Twee verschillende studies, door onderzoekers van de universiteit van Salford en door Amnesty, toonden aan dat de Corbyn-gezinde parlementsleden doorgaans meer haatberichten op sociale media krijgen dan diegenen die hen bekritiseren.

    De anti-Corbyn tirade van Umunna op de website van de krant Independent stond open voor commentaren van de lezers. Er was een erg lange reeks commentaren, vooral van mensen die het niet eens zijn met Umunna waarbij velen stelden dat rechtse figuren zoals Umunna beter uit Labour kunnen verdwijnen en niet de aanhangers van Corbyn.

    De grote campagne in de gevestigde media leidt er volgens de peilingen weinig verrassend toe dat meer mensen denken dat Labour een probleem van antisemitisme heeft. Een peiling van Opinium in The Observer gaf echter aan dat slechts 16% denkt dat Labour ‘bevooroordeeld is tegen Britse Joden.’ In maart toonde een peiling van YouGov onder Labour-leden aan dat 77% vond dat de beschuldigingen van antisemitisme bewust overdreven worden.

    In tegenstelling tot het grote aantal antisemitische incidenten bij extreemrechts, zijn er bij de veel grotere Labour-partij (met 550.000) leden tot op heden slechts 70 gevallen van klachten rond antisemitisme. Een aantal daarvan kan mogelijk bestaan uit het afkeuren van de acties van de Israëlische regering en niet uit vijandigheid tegenover het Joodse volk. Andere gevallen zijn mogelijk het resultaat van kwade reacties op de aanvallen tegen Corbyn. Deze reacties zijn mogelijk slecht geformuleerd, maar ze komen niet voort uit antisemitisme. Het gaat onder meer om de beschuldigingen tegen parlementslid Chris Williamson, gemeenteraadslid Jim Sheridan en Peter Willsman, een verkozene in de partijleiding.

    De Palestijnse strijd

    Netanyahy haalde rechtstreeks uit naar Corbyn nadat bekend raakte dat Corbyn in Tunis op een herdenking was geweest. Terecht reageerde Corbyn met een veroordeling van Netanyahu voor de dood van meer dan 160 actievoerders in Gaza sinds maart van dit jaar.

    Hij wees er ook op dat hij hulde had gebracht aan de Palestijnse burgers en de personeelsleden van de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) die in 1985 omkwamen door een Israëlisch bombardement van het PLO-hoofdkwartier. Zijn woordvoerder stelde: “Jeremy legde geen krans neer bij het graf van diegenen die zouden betrokken geweest zijn bij de organisatie ‘Zwarte September’ of de aanslagen van 1972 in München. Uiteraard veroordeelt hij die vreselijke aanslag, net zoals hij het bombardement van 1985 veroordeelt.”

    Het was belangrijk dat Corbyn terreurdagen tegen burgers veroordeelde. Deze hebben immers niet alleen gewone mensen om het leven gebracht, ze hebben evenmin de Palestijnse strijd vooruitgeholpen. Dergelijke daden worden gevolgd door het opdrijven van de repressie tegen de Palestijnen en ze dragen niet bij tot de opbouw van de massastrijd die de Palestijnse bevolking nodig heeft.

    De hypocrisie en de leugens in de aanvallen op Corbyn, waaronder de valse beschuldiging van antisemitisme, moeten ontmaskerd worden. Maar de linkerzijde moet ook een duidelijk klassenstandpunt innemen over de situatie in Israël-Palestina.

    Dat standpunt moet vertrekken van de belangen van de Palestijnse en Joodse werkende klasse waarbij steun gegeven wordt aan hun strijd en aan oprechte vertegenwoordigers van die belangen. Sommige linkse organisaties en individuen hebben ten onrechte steun gegeven aan Fatah – de belangrijkste partij binnen de PLO – toen deze overging tot terroristische acties, of in de decennia erna aan de rechtse islamistische partij Hamas. Deze partijen hadden nooit een programma waarmee de Palestijnse zaak echt vooruit geholpen wordt. Vandaag zijn ze pro-kapitalistisch met leiders die eigenlijk bang zijn voor massale democratisch georganiseerde strijd tegen de bezetting.

    Definitie van antisemitisme

    Drie bladen, de Jewish Chronicle, Jewish News en Jewish Telegraph, hebben op hun voorpagina dezelfde aanval ingezet tegen Corbyn. Ze eisen dat hij alle ‘voorbeelden’ aanvaard die door de International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA) in de definitie van antisemitisme werden opgenomen.

    Deze voorbeelden waren volgens één van de opstellers, de Amerikaanse advocaat Kenneth Stern, niet bedoeld als grens van wat aanvaardbaar is. Stern adviseerde het Amerikaanse parlement om de voorbeelden niet toe te passen aangezien ze kunnen gebruikt worden om de vrijheid van meningsuiting aan banden te leggen.

    Zo was er een toespraak die zou gegeven worden door Joodse overlevende van het ghetto van Boedapest. Deze toespraak aan de universiteit van Manchester had in maart 2017 moeten doorgaan. De ondertitel bevatte kritiek op de regering van Netanyahu: “Je doet met de Palestijnen hetzelfde als de nazi’s met mij.” De Israëlische ambassadeur klaagde aan dat dit een inbreuk was op de definitie van de IHRA waarna de universiteit beperkingen voor de bijeenkomst oplegde.

    Heel wat advocaten en academici hebben de definitie van de IHRA en de bijhorende voorbeelden bekritiseerd. Ze stellen dat deze definitie in de praktijk niet hanteerbaar is. Zelfs de parlementaire commissie binnenlandse zaken, met vertegenwoordigers van alle verkozen partijen, oordeelde in 2016 dat de definitie niet bruikbaar was omdat deze het recht op kritiek op de Israëlische regering beperkt. Umunna was toen overigens lid van die parlementaire commissie.

    De definitie legt ook beperkingen op voor Joden. Yair Wallach van het Centre for Jewish Studies aan de universiteit SOAS in Londen schreef: “De nadruk op een particularistische op Israël gecentreerde definitie heeft geleid tot een zwakke tekst die Joden een zwakkere bescherming biedt dan de bestaande Britse wetgeving inzake gelijke kansen.” (Israëlische website Haaretz 26 juli 2018).

    Het belangrijkste vandaag is niet zozeer een rationeel debat over de verdiensten en beperkingen van de definitie, maar wel de wijze waarop het gebruikt werd als instrument om delen van de linkerzijde en Corbyn in het bijzonder te treffen. De aanvallen werden zodanig opgevoerd dat mensen al een antisemiet genoemd worden als ze vragen stellen bij de omvang van het probleem of de motieven van diegenen die de aanval tegen Corbyn inzetten. Zelfs de zionist Kenneth Stern kan op basis van de methoden van de chargerende rechterzijde als een antisemiet weggezet worden.

    De Israëlische regering heeft een lange geschiedenis van antisemitisme-beschuldigingen tegen iedereen die zich tegen haar beleid verzet. De gecoördineerde standpunten van de drie hoger genoemde Britse Joodse bladen stellen nu dat kritiek op de Israëlische regering moet gezien worden als “politiek antisemitisme” en dat bijgevolg deze kritiek moet verboden worden.

    Enkele vakbondsleiders (Dave Prentis van Unison, Tim Roache van GMB en Paddy Lillis van Usdaw) zijn schandalig genoeg op de kar van de insinuaties tegen Corbyn gesprongen en herhalen de beschuldigingen. Ze eisen van Corbyn dat hij de definitie van de IHRA aanvaardt. Deze rechtse leiders stellen dat dit nodig is om eenheid in Labour te bekomen en om de steun van de ‘Joodse gemeenschap’ terug te krijgen.

    Len McCluskey van de vakbond Unite kwam gelukkig tussen met een erg welkom pro-Corbyn standpunt. Hij stelde dat Labour geen antisemitische partij is en wees op de manoeuvres van Blairistische verkozenen om een scheurpartij te vormen. McCluskey stelde terecht: “Hoe meer bruggen Corbyn probeerde te bouwen [met diegenen die hem aanvallen], hoe erger de retoriek [tegen hem] wordt.” De hoop op een nieuwe poging tot verzoening met rechts, bijvoorbeeld door de IHRA-definitie te aanvaarden, is onterecht.

    De benadering van Corbyn bestaat erin om regelmatig leugens te ontkrachten, maar doorgaans blijft hij wat op de vlakte en hij gaf vaak toe aan de eisen van rechts. Het is nu meer dan ooit duidelijk dat deze aanpak niet werkt. De druk van rechts zal blijven aanhouden. Het enige antwoord waarmee de arbeidersbeweging vooruit kan, is een stoutmoedig tegenoffensief.

    Daartoe moet Corbyn de motieven van de rechterzijde uitleggen en is er een campagne nodig voor een democratisering van Labour met een nieuwe verkiezing van kandidaten voor de parlementsverkiezingen om de pro-kapitalistische Blairisten aan de deur te zetten.

    Er moet in de arbeidersbeweging uiteraard ook opgetreden worden tegen echte gevallen van antisemitisme. Maar de beweging moet democratisch beslissen over eigen gedragsregels, los van de pro-kapitalistische organisaties en standpunten zodat het niet leidt tot toegevingen aan tegengestelde klassenbelangen.

    Jammer genoeg zijn er rond Corbyn weinig linkse leiders die pleiten voor een sterke, vastberaden en onafhankelijke benadering. De leiding van Momentum geeft toe aan druk van buiten de arbeidersbeweging en volgt een defensieve op toegevingen gerichte koers. Een van de meest recente voorbeelden was de intrekking van de steun voor de herverkiezing van Corbynista Peter Willsman in de nationale partijleiding na diens opmerkingen over de rechtse antisemitische aanvallen, opmerkingen die door de gevestigde media voorgesteld werden als antisemitisch.

    Corbyn kan en moet beroep doen op de steun van honderdduizenden leden van Labour en de miljoenen daarnaast die uitkijken naar verandering. Het is met die laag dat hij de strijd voor de verandering van zijn partij moet aangaan.

    Geen enkele valse eenheid met rechts zal dit bereiken. Als enkelen van hen afsplitsen om de Labour-stemmen te verdelen en de kans op een door Corbyn geleide regering te beperken – en om te vermijden dat ze afgezet worden als Labour-kandidaten – dan zitten ze niet langer in een positie waarmee ze een bocht naar links in Labour op directe wijze kunnen tegenwerken.

    Een dergelijke linkse bocht is cruciaal opdat Labour een programma kan aanbieden dat ingaat tegen de kapitalistische belangen en opkomt voor socialistische verandering. Het is enkel met concrete stappen in die richting dat een Labour-regering dichterbij komt, dat zal niet gebeuren door toegevingen en vrijspel voor de destructieve politiek van de rechterzijde in Labour.

  • Verzet tegen zionisme is niet hetzelfde als antisemitisme

    Linkse socialisten op 1 mei in Tel Aviv. Onze zusterorganisatie in Israël/Palestina komt in moeilijke omstandigheden op voor een socialistisch antwoord op het brutale regime.

    In Groot-Brittannië wordt op schandalige wijze uitgehaald naar Labour-voorzitter Jeremy Corbyn. Dit gebeurt met het argument dat hij ‘antisemitisch’ zou zijn omwille van zijn verzet tegen het brutale Israëlische regime. Deze campagne heeft nu ook een staartje in ons land gekregen. Er kwamen protestverklaringen uit rechtse hoek tegen het eredoctoraat voor Ken Loach aan de ULB in Brussel. Wij zijn het niet volledig eens met de benadering die Ken Loach inneemt (zie dit dossier met enkele bedenkingen bij de BDS-campagne). Maar het moet duidelijk zijn dat verzet tegen zionisme niet hetzelfde is als antisemitisme. Tevens is het duidelijk dat de huidige aanvallen op Corbyn vooral een excuus zijn om de linkerzijde te bestrijden. Hieronder twee artikels die in maart in weekblad ‘The Socialist’ verschenen.

    [divider]

    Beschuldiging van antisemitisme: nieuwe poging om Corbyn te bestrijden

    Edito van The Socialist 27 maart 2018

    Corbyn. (foto door Paul Mattson)

    De Blairistische meerderheid van Labour parlementsleden zal de leiding van Jeremy Corbyn nooit aanvaarden. Corbyn won de tweede voorzittersverkiezingen die de Blairisten hem in 2016 oplegden op overtuigende wijze, maar nu blijven ze uitkijken naar elke mogelijkheid om hem te ondermijnen, te beschadigen en uiteindelijk af te zetten.

    De laster over het ‘antisemitisme’ van Corbyn bouwt voort op een commentaar van twee lijnen die Corbyn in 2012 op Facebook maakte.

    Rechts parlementslid Luciana Berger voert de aanval aan. Ze suggereerde dat Corbyn zich had verzet tegen de verwijdering van een antisemitische muurschildering in oost Londen. Rechtse Labour-parlementsleden vielen over elkaars voeten om zo snel mogelijk de muurschildering aan te klagen. In 2015 stelde de Jewish Chronicle dat er een “antisemitische ondertoon” was in het werk. Deze parlementsleden proberen vooral de eigen zetels veilig te stellen. Zo wordt Luciana Berger bedreigd met afzetting door de basis van Labour in Liverpool Wavertree. Daartoe wordt niet geaarzeld om in te spelen op oprechte angst voor antisemitisme.

    Corbyn reageerde dat hij de verwijdering van de muurschildering “volledig” had ondersteund. Dat volstond niet voor de rechterzijde van Labour die vastbesloten was om samen met de Board of Deputies of British Jews en de Jewish Leadership Council de zaak zo hard uit te melken als mogelijk.

    Parlementslid John Mann weigerde op de BBC te verklaren dat Corbyn geen antisemiet is. De journaliste die hem interviewde las enkele verklaringen van Corbyn zelf die uitdrukkelijk en krachtig alle vormen van racisme en antisemitisme veroordeelt. Ze vroeg Mann: “Het lijkt alsof het er niet toe doet wat hij zegt, het is nooit goed genoeg voor mensen als u.”

    In zijn eigen studententijd was Mann zelfs geen voorstander van het recht van de Israëli’s op een eigen staat. Hij verzette zich sterk tegen de positie van Militant, onze voorloper, dat opkwam voor een socialistisch Israël naast een socialistisch Palestina. Mann stelde toen dat er één kapitalistische staat moest zijn waarin beide nationaliteiten samenleven.

    De rechtse woede tegen Corbyn werd nog groter toen hij een lid van het schaduwkabinet aan de deur zette. Het ging om Owen Smith die zich eerder kandidaat had gesteld als uitdager van Corbyn in de voorzittersverkiezingen. Smith was tegen het overeengekomen partijstandpunt ingegaan en gaf openlijke steun aan het idee van een tweede referendum over de EU.

    Het feit dat de BBC voor het programma waar Mann sprak naar eigen zeggen geen enkel parlementslid van Labour kon vinden dat Corbyn wenste te verdedigen, spreekt boekdelen over de samenstelling van de parlementaire fractie. Er zijn vooral rechtse parlementsleden die zich net als de gevestigde media niet laten tegenhouden door de feiten als ze een hysterische campagne tegen Corbyn kunnen voeren. Het uitgangspunt is dat als er genoeg modder wordt gegooid, er hier of daar wel iets zal blijven plakken. Corbyn wordt zelfs beschuldigd op basis van Facebook-berichten die niet van hem waren.

    De aanval moet beantwoord worden. Dit moet niet op een defensieve vergoelijkende wijze gebeuren, maar met een energiek tegenoffensief.

    Israël

    Diegenen die de linkerzijde van ‘antisemitisme’ beschuldigen, erkennen soms dat kritiek op het Israëlische regime niet hetzelfde is als antisemitisme. Maar ze halen bewust beide zaken door elkaar met de stelling dat kritiek op het Israëlische beleid een ‘dekmantel’ is voor antisemitisme.

    Dit is een poging om in te gaan tegen de linkerzijde die zich tegen de Israëlische bezetting van de Palestijnse gebieden verzet en die zich uitspreekt tegen alle vormen van racisme en antisemitisme. Sommigen ter linkerzijde hebben vanuit hun steun aan de Palestijnse zaak verkeerde politieke standpunten ingenomen over Israël (zie hieronder), maar dit betekent niet dat er sprake is van antisemitisme in de arbeidersbeweging.

    Een recente studie van het Institute for Jewish Policy Research gaf aan dat er onder mensen die zichzelf ‘rechts van het centrum’ situeren een hoger percentage is met “minstens één antisemitische opstelling.”

    Tijdens de brutale oorlogen van het Israëlische leger in Gaza werden Joodse groepen verwelkomd op de grote anti-oorlogsbetogingen en waren er ook sprekers van deze groepen. Op deze acties waren er een groot aantal moslims. Deze eenheid in actie versterkt de solidariteit met de oorlogsslachtoffers en onderdrukten, deze solidariteit versterkt ook de arbeidersstrijd in Groot-Brittannië zelf.

    Diegenen die Corbyn en de linkerzijde van antisemitisme beschuldigingen willen de arbeidersbeweging verdelen en verzwakken. Hun zoveelste poging om Corbyn aan de kant te schuiven is daar een onderdeel van.

    Hypocrisie van de Blairisten

    Antisemitisme komt vooral bij extreemrechts voor. Het zijn socialisten en syndicalisten die vooraan staan in de strijd tegen racisme, neonazisme en antisemitisme. De rechterzijde binnen Labour speelt daar amper of zelfs geen rol in.

    De leiding rond Corbyn heeft steun gegeven aan disciplinaire sancties in gevallen waar er mogelijk sprake is van antisemitisme, soms gebeurde dit zelfs op een bijzonder overdreven wijze. In 2016 heeft Momentum, de groep binnen Labour die Corbyn steunt, zijn eigen vicevoorzitter afgezet. Dat was Jackie Walker, zelf van Joodse afkomst. Ze werd afgezet na een harde mediacampagne tegen opmerkingen die ook volgens Momentum op zich niet antisemitisch waren. Walker werd ook geschorst als lid van Labour.

    De houding van de rechterzijde van Labour en van de Tories tegenover antisemitisme is helemaal anders als het uit een andere hoek komt. Waar blijft hun kritiek op Saoedi-Arabië waar “moskeeën en scholen al decennialang een antisemitisch venijn verspreiden dat niet meer gezien werd sinds de nazi’s,” om het in de woorden van het rechtse magazine Spectator te zeggen?

    Toen de schaduwminister van buitenlandse zaken Emily Thornberry in het parlement een motie voorstelde waarin de regering werd opgeroepen om de steun aan de Saoedische bombardementen van Jemen op te zeggen in afwachting van een VN-onderzoek, waren er meer dan 100 Labour-verkozenen die weigerden om voor deze motie te stemmen. Onder hen ook John Mann, Liz Kendall, Wes Streeting en Luciana Berger.

    Terwijl links beschuldigd wordt van antisemitisme, blijft rechts stil over de wetten die in het Israëlische parlement gestemd worden en die schokkend racistisch zijn tegen Palestijnen die in Israël wonen, om nog maar te zwijgen over de gedwongen verhuizingen van Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever en de racistische discriminatie die er schering en inslag is en niet moet onderdoen voor antisemitisme.

    Op het partijcongres van Labour werd vorig jaar ‘Jewish Voice for Labour’ opgezet tijdens een meeting met meer dan 300 afgevaardigden. De groep verzette zich tegen de aanvallen op Corbyn die ondersteund werden door de ‘Jewish Labour Movement’ en andere rechtse groepen. Jewish Voice for Labour kreeg amper aandacht in de massamedia, terwijl het protest tegen Corbyn breed uitgesmeerd werd. JVL verklaarde voorstander te zijn van een “open, democratische en inclusieve” partij en voor de “rechten van Joodse mensen en tegen de onrechtvaardigheden tegenover Palestijnen en andere onderdrukte volkeren.”

    Dergelijke standpunten zijn belangrijk en erg welkom. Ze moeten gepaard gaan met eisen en druk voor concrete maatregelen om Labour effectief te democratiseren, onder meer met een verplichte herselectie en verkiezing van kandidaten voor de parlementsverkiezingen.

    De nieuwe laster over ‘antisemitisme’ tegen Corbyn en de hysterie van beschuldigingen rond Russische spionage zullen wellicht niet pakken. Maar het zijn wel waarschuwingen van de dringendheid van een tegenoffensief.

    [divider]

    Verzet tegen zionisme is geen antisemitisme

    Door Bob Labi

    Noch de organisatoren van de ‘open brief’, de Board of Deputies (BDBJ), noch de Jewish Leadership Council (JLC), beweren dat ze alle mensen van Joodse afkomst of aanhangers van de Joodse religie in Groot-Brittannië vertegenwoordigen. Maar ze geven wel graag die indruk. Beide instanties zijn federaties van vertegenwoordigers van Joodse organisaties zoals synagogen, liefdadigheidsinstanties en politieke groepen. Ze vertegenwoordigen niet de mensen van Joodse afkomst die geen lid zijn van dergelijke organisaties op diegenen die tot de snel groeiende Charedi (ultra-orthodoxe) Joodse gemeenschap behoren. Die laatste is momenteel goed voor ongeveer 16% van de Britse Joden.

    Zowel BDBJ als JCL verdedigen het zionisme en proberen ten onrechte om elk verzet tegen zionisme gelijk te stellen met antisemitisme. Zoals de huidige JCL-voorzitter Jonathan Goldstein het vorig jaar stelde: “We benadrukken en zijn trots op onze historische band en onbreekbaar engagement voor het land van onze voorvaderen, de staat Israël.”

    Historisch waren veel Joden, mensen van Joodse afkomst en Joodse organisaties anti-Zionistisch. In 1917 schreef de toenmalige voorzitter van de BDBJ naar de Times om zich uit te spreken tegen zionisme omdat deze strekking “alle Joodse gemeenschappen ter wereld ziet als een thuisloze nationaliteit.”

    Deze standpunten worden door de huidige BDBJ-leiders niet afgedaan als antisemitisch, maar er wordt toch scherp afstand van genomen: “Met het voordeel van inzichten die een eeuw langer omvatten, zijn we zeker dat onze voorlopers” nu akkoord zouden zijn dat Israël “de ultieme beschermplaats voor de Joodse bevolking is en een plaats waar de Joden over hun eigen toekomst beslissen.”

    De massale slachtpartij van miljoenen Europese Joden in de holocaust van de nazi’s, het feit dat veel Joden die de nazi’s probeerden te ontvluchten geen visa kregen van andere landen, en de vele anti-Joodse rellen en pogroms in Europese en Arabische landen heeft er ongetwijfeld toe geleid dat veel Joden, waaronder ook niet-religieuze Joden, Israël effectief zien als een ‘ultieme beschermplaats.’ Dit is nochtans niet het geval.

    Onze voorlopers waren het eens met de waarschuwingen van Trotski in de jaren 1930 toen die stelde dat het opzetten van een specifieke Joodse staat op een grondgebied dat al bewoond wordt door niet-Joden een val zou zijn voor de Joden die hiernaar verhuizen. In Israël is er een constante vrees om een oorlog te verliezen en de ‘zee ingedreven’ te worden. Dat is een uitdrukking van het feit dat het opzetten van Israël geen oplossing was voor de dreigingen waarmee de Joden geconfronteerd werden. Dat was een belangrijk argument toen onze voorlopers zich verzetten tegen het opzetten van Israël.

    Naderhand erkenden we echter dat er in de decennia sinds 1948 een Israëlische natie en een Israëlische arbeidersklasse is ontwikkeld. Dat betekent dat we opkomen voor de volledige rechten van de Palestijnen, maar ook moeten ingaan op de sociale en nationale kwesties waarmee de Israëlische arbeidersklasse geconfronteerd wordt.

    Onder de oprichters van de JCL waren er een aantal Joodse kapitalisten die zich gezien hun klassenpositie uiteraard tegen socialisme verzetten. Tot voor kort werd JCL geleid door Sir Mick Davies die in juni 2017 aangesteld werd als topman van de Conservatieve Partij.

    Mensen van Joodse origine behoren zoals alle volkeren tot verschillende klassen: kapitalisten, middenklasse en werkende klasse. Ze hebben ook verschillende politieke standpunten. Internationaal hebben mensen van Joodse origine een prominente rol gespeeld in de arbeidersbeweging. De nazi’s vielen het marxisme zelfs aan als een ‘joodse samenzwering’, maar tegelijk waren er in fascistisch Italië een aantal Joden lid van de Zwarthemden van Mussolini, tot er ook daar vanaf 1938 anti-Joodse wetten werden ingevoerd.

    Vandaag zijn het kapitalistische en pro-kapitalistische elementen die zowel BDBJ als JLC domineren. Dat is waarom hun ‘open brief’ niet gewoon een kritiek op Corbyn is, het is ook gericht tegen socialisten in het algemeen die aangeklaagd worden omwille van wat “de obsessieve haat van radicaal links tegen het zionisme, zionisten en Israël.”

    Met dergelijke propaganda negeren de pro-kapitalistische BDBJ en JCL-leiders het standpunt van de Socialist Party, de sterkste linkse kracht in de vakbonden, en van onze zusterorganisatie in Israël/Palestina, de Socialistische Strijdbeweging. In plaats daarvan gebruiken ze fouten en stommigheden van sommige individuen en kleine groepen om wat ze ‘radicaal links’ noemen in het algemeen aan te vallen.

    We verzetten ons tegen de poging om verzet tegen zionisme met antisemitisme gelijk te stellen. Verzet tegen zionisme betekent niet antisemitisch verzet tegen de Joden, mensen van Joodse afkomst of de Israëlische arbeidersklasse. Zoals in alle kapitalistische landen is er ook in Israël klassenstrijd en we steunen de strijd van zowel de Israëlische als de Palestijnse werkenden tegen de kapitalisten en tegen onderdrukking.

    De Socialist Party en de Socialistische Strijdbeweging komen op voor een gezamenlijke oproep aan beide nationaliteiten voor het recht op hun eigen staten op socialistische basis, met volledige rechten voor alle minderheden in die staten. Dit is enerzijds een duidelijke verwerping van dwang zowel tegenover Palestijnen als Israëli’s. Tegelijk is het een oproep voor het omverwerpen van het kapitalisme om zo de levensstandaard van alle werkenden te kunnen optrekken.

    Het is niet uitgesloten dat een gezamenlijke strijd van Palestijnen en Israëli’s kan leiden tot de creatie van één staat die een socialistische maatschappijverandering doorvoert. Maar om daar te geraken, is het noodzakelijk om eerst de rechten van de twee volkeren te erkennen.

  • Linkerzijde rond Corbyn moet gunstige positie gebruiken in strijd binnen Labour

    Beperkte intrekking van uitsluitingen, referenda onder huurders, ‘gemeentelijk socialisme’

    De gevestigde media schreeuwen over een extreemlinkse coup binnen Labour. Dat is niet verwonderlijk. Onder Tony Blair vonden de grote bedrijven een veilig alternatief op de conservatieve Tories. Ze verlangen ernaar om Labour terug op een pro-kapitalistisch en pro-besparingsstandpunt te krijgen, zeker nu de Tories verdeeld zijn er het gevaar is om in de Brexit geen stabiele politieke formatie te hebben.

    Edito van weekblad ‘The Socialist’

    De gevestigde media hoopt op een storm die de rechtse Blairisten in Labour versterkt tegen de vooruitgang van de aanhangers van Corbyn. Veel mensen zijn enthousiast over de voorstellen van Corbyn en hopen dat de recente ontwikkelingen in Labour zullen leiden tot verandering waarbij Labour een antibesparingspartij, zelfs een socialistische formatie, wordt die voor de gewone bevolking opkomt en hun leven verbetert.

    Deze hoop is versterkt nu de aanhangers van Corbyn een kleine meerderheid gewonnen hebben in de nationale leiding van Labour, het National Executive Committee (NEC), en de voorzitterspositie van de geschillencommissie binnenhaalden. Het heeft er reeds toe geleid dat een aantal linkse activisten die eerder uitgesloten werden nu terug in Labour opgenomen zijn.

    Het NEC kwam tussen in Haringey [waar er een grote discussie is over grond van de gemeente die aan een privaat bedrijf wordt gegeven om te ontwikkelen], maar deed dit op erg milde wijze met slechts een oproep om de uitbesteding van de grond te ‘schorsen’ voor een ‘verzoening’ tussen de gemeenteraadsleden die zich onder druk van de grote lokale campagne tegen een privatisering keerden enerzijds en de rechtse voorstanders van privatisering anderzijds.

    Corbyn hield ook een toespraak waarin hij het had over het einde van de privatiseringen in de openbare diensten en over een terugkeer naar ‘gemeentelijk socialisme.’ In een toespraak voor gemeenteraadsleden stelde hij dat de lokale autoriteiten de privatisering van openbare diensten moeten omkeren. Er werd beloofd dat er een referendum onder sociale huurders moet komen vooraleer sociale blokken gerenoveerd worden, dat sociale huisvesting die verdwijnt vervangen wordt en dat er meer betaalbare huisvesting komt.

    De Labour-voorzitter stelde voor dat gemeenten de bevoegdheid krijgen om leegstaande woningen in beslag te nemen om er daklozen in onder te brengen. Schaduwminister van huisvesting John Healey stelde dat een Labour-regering een wet zou invoeren waardoor de overheid grond aan de nominale prijs ervan kan aankopen. Dit ‘gemeentelijk socialisme’ omvat ook het terug in publieke handen nemen van geprivatiseerde diensten en rechtstreekse tewerkstelling van gemeentepersoneel door de lokale overheden.

    De druk van verschillende campagnes rond betaalbaar wonen en tegen gentrificatie in Londen zorgde er al voor dat burgemeester Sadiq Khan aankondigde dat er voortaan referenda komen onder sociale huurders. Voorheen was hij daartegen. Deze koerswijziging geeft vertrouwen aan campagnes die opkomen voor een referendum, zoals de Save our Square campagne in Walthamstow die nu botst op onverkozen topambtenaren van de gemeente die zich zelfs verzetten tegen een petitie voor een referendum.

    Corbyn verklaarde dat deze maatregelen meteen moeten doorgevoerd worden en wees op enkele gevallen waar gemeenten “diensten terug in publieke handen nemen en dure publiek-private samenwerkingsverbanden stoppen.” Deze aankondigingen komen geen dag te vroeg. Labour-besturen gingen, ondanks de koers van Corbyn, gewoon verder met hun beleid van privatiseringen, sluiting van diensten, afbouw van jobs en lonen. Het spook van het einde van de nationale financiële ondersteuning van lokale besturen in 2020 maakt dat Labour-besturen zoeken naar mogelijkheden om publieke bezittingen en diensten te verkopen, luxehuisvesting aan te trekken en private ontwikkelaars hun gangen te laten gaan. Zo hopen ze de inkomsten te vergroten.

    Om de brede steun voor Corbyn niet te ondermijnen, is het noodzakelijk dat er een duidelijke instructie komt dat de lokale besturen hiermee moeten stoppen. De plannen moeten ook verder gaan. Er is nood aan een massaal programma van publieke investeringen in sociale huisvesting. Er is controle nodig op de huurprijzen in de private sector. En we moeten de besparingen stoppen en omkeren.

    Als Corbyn aarzelt om duidelijke richtlijnen te geven, komt dit door de nadruk van zijn omgeving in de leiding van Momentum op de pogingen om de ‘eenheid’ met de rechterzijde in de partij te bewaren. Corbyn verklaarde over Haringey dat de tussenkomst eenmalig was en dat het doel is “om mensen bijeen te brengen.”

    Rechts gebruikt elke kans

    De linkerzijde doet er alles aan om rechts niet voor het hoofd te stoten, maar rechts voert telkens een harde strijd als het een kans ziet. Na de brede steun voor Corbyn in de parlementsverkiezingen wist de rechterzijde dat het moeilijk was om steun te vinden en dus werden de openlijke aanvallen gestopt.

    Maar zodra er een kans is, wordt die gegrepen. Tony Blair begon het jaar met een campagne om het EU-referendum over te doen. De rechterzijde in de vakbond Unite probeert de verkiezing van Corbyn-aanhanger Len McCluskey als voorzitter teniet te doen. Het doel is telkens om Corbyn te ondermijnen.

    Parlementslid Chris Williamson, een aanhanger van Corbyn, werd binnen de fractie tot een kleinere rol veroordeeld nadat hij een voorstel deed rond gemeentetaksen. De meeste gemeenteraadsleden van Labour zijn tegenstanders van Corbyn. Zij ondermijnen hem elke dag met hun beleid van besparingen en privatiseringen. De milde interventie van de nationale partijleiding in Haringey werd door meer dan 70 voorzitters van gemeenteraden veroordeeld als “gevaarlijk en alarmerend.” Ze omschreven het als een “aanval op de basisprincipes van de democratie.” Daarmee maken ze het duidelijker dan ooit te voren: Labour bestaat nog steeds uit twee partijen in één.

    Momentum haalt regelmatig de media. De groep heeft naar eigen zeggen 35.000 leden en was bijzonder actief op de sociale media tijdens de parlementsverkiezingen. Momentum mobiliseerde activisten toen ook om op straat campagne te voeren in kiesdistricten waar Labour nipt een zetel kon winnen of verliezen. Maar in de cruciale kwestie van ingaan tegen de rechtse Blairisten in Labour faalt de leiding van Momentum. De overgrote meerderheid van de kandidaten bij de lokale verkiezingen in mei zullen tegenstanders van Corbyn zijn.

    Jon Lansman van Momentum blijft zich verzetten tegen de verplichte herselectie van parlementsleden door de partijleden in hun kiesdistrict. In een interview met The Independent stelde hij: “We hebben het duidelijk gemaakt dat we geen campagne zullen voeren voor gelijk welke herselectie.” Hij voegde eraan toe dat lokale afdelingen daar anders over kunnen beslissen. Maar door het zo te stellen, ontwapent hij de aanhangers van Corbyn.

    De aanhangers van Corbyn slaagden er niet in om rechtse zetelende gemeenteraadsleden van de kieslijsten te halen (behalve in Haringey waar linkse Labour-leden de benadering van Momentum verwierpen). De leden van Momentum zullen nu gemobiliseerd worden om steun te zoeken voor de besparingspolitici waar de mensen genoeg van hebben.

    Labour moet dringend gedemocratiseerd worden. Met een meerderheid in het NEC voor Corbyn is de zaak niet afgehandeld. Uitgesloten socialisten moeten terug in de partij aanvaard worden, niet enkel die paar linkse activisten die nu terug opgenomen worden. In november 2016 was er een brief van 75 uitgesloten socialisten – waaronder voormalig parlementslid Dave Nellist en voormalige gemeenteraadsleden uit Liverpool zoals Tony Mulhearn – met de vraag om terug lid te mogen worden. Deze brief werd ondersteund door honderden syndicalisten en activisten. De vraag werd echter verworpen door algemeen secretaris Iain McNicol.

    De Socialist Party schreef naar McNicol met het voorstel om socialistische organisaties zoals de SP te laten affiliëren bij Labour, net zoals dit vandaag het geval is met de Co-op Party. Ook dit voorstel werd verworpen.

    Wij denken dat de vakbondsrechten moeten hersteld worden en dat er nood is aan een democratische federale structuur. Op die basis kan Labour een massale antibesparingspartij worden die al wie zich verenigt tegen de conservatieven, de besparingen en de superrijken bijeenbrengt.

    Langs Blairisten heen naar leden stappen

    Zoals Corbyn dit deed met het verkiezingsmanifest, moet hij ook nu langs de Blairisten heen naar de leden stappen met een voorstel van nieuwe democratische structuur. De herselectie van parlementsleden kan niet op zich laten wachten. Met de Tories die zo verdeeld zijn en openlijk discussiëren over het vervangen van Theresa May, moeten de aanhangers van Corbyn voorbereid zijn op parlementsverkiezingen.

    De miljoenen mensen die voor het manifest van Corbyn stemden, deden dit omdat ze iets fundamenteel anders willen zien. Er wordt veel hoop gevestigd in de beweging rond Corbyn. Tegelijk zullen er harde aanvallen van de kapitalisten komen bij elke maatregel die hun winstmogelijkheden aan banden probeert te leggen. Corbyn mag zich niet laten gijzelen door vertegenwoordigers van de kapitalisten in zijn eigen partij.

    De Socialist Party zal er alles aan doen om mee te bouwen aan een massabeweging ter ondersteuning van het beleid waar Corbyn voor staat. We zullen dit verbinden met de nood om de grote banken en bedrijven onder democratisch publiek bezit te brengen, voor een socialistische samenleving.

  • Establishment tevreden met Brexit-bocht van Labour

    Corbyn moet verkeerde bocht rond de interne markt rechtzetten!

    Foto: Flickr/theo_reth

    “De aankondiging van Labour dat het wil dat het Verenigd Koninkrijk in alle structuren van de EU blijft in de jaren meteen na de Brexit, is het beste nieuws van de Britse politiek sinds lange tijd.” Dat was wat de Financial Times, een van de belangrijkste spreekbuizen van big business en de superrijken, op 28 augustus in een edito schreef. De lofbetuigingen van zowat alle gevestigde media, samen met de pro-EU-vleugel van de Tories en Blairistische Labour-politici, tonen wie voordeel haalt en tevreden is met deze verkeerde bocht.

    Standpunt van de Socialist Party

    Het standpunt werd vier weken voor de nationale conferentie van Labour bekend gemaakt. Partijleden en sympathisanten hadden gedacht dat ze daar hun zeg konden doen over de partijkoers. Miljoenen mensen die voor ‘Leave’ stemden, zullen ongetwijfeld woedend zijn. Dit dreigt de hard bevochten steun voor Jeremy Corbyn tijdens de verkiezingscampagne te ondermijnen. Die steun kwam er op basis van zijn manifest dat de belangen van de werkenden verdedigde.

    Het zou verkeerd zijn te denken dat dit tot tevredenheid zal leiden onder de Labour-kiezers die vooral Remain stemden uit afkeer van de reactionaire, racistische leiding van de gevestigde Leave-campagne en als uitdrukking van een wil om de rechten van EU-migranten te verdedigen. De nieuwe bocht lijkt een stap achteruit te zijn rond deze kwesties. De partij sluit niet uit dat het land permanent in de eenheidsmarkt en de douane-unie blijft – voor zover een akkoord mogelijk is om uit het vrij verkeer van personen te blijven. De boodschap wordt hierdoor dat het enige effect van de Brexit een beperking van migratie is.

    Waar blijft de ‘Brexit van de werkenden’ waar Jeremy Corbyn het over had tijdens de verkiezingscampagne? Waar is de belofte om de Europese regels te verwerpen die een obstakel zijn voor nationalisaties (zoals van de spoorwegen en de energiebedrijven zoals beloofd in het verkiezingsmanifest van Corbyn) of die bepalen dat het recht van bedrijven om winst te maken voorgaan op het stakingsrecht? Zoals we vorige week in weekblad ‘The Socialist’ stelden: “Van bij haar ontstaan, was het doel van de EU om neoliberale asociale maatregelen op te leggen om de winsten van de kapitalistische elite te maximaliseren.” Dit feit werd ook lange tijd naar voor gebracht door Jeremy Corbyn en John McDonnell.

    Enkele weken geleden verklaarde Corbyn nog dat een Brexit onder een Labour-regering zou betekenen dat de interne markt wordt verlaten. Twee maanden geleden was Corbyn na de massale steun voor zijn verkiezingsprogramma nog zelfvertrouwd genoeg om drie rechtse parlementairen aan de kant te schuiven toen die tegen de richtlijn van de partij in voor een amendement stemden om in de interne markt te blijven. Er is dringend nood aan een verklaring van Corbyn en McDonnell om in te gaan tegen de positie van Starmer en op te roepen tot een socialistische Brexit in het belang van de werkende klasse. Zoniet zal het lijken alsof Corbyn en McDonnell net zoals met hun akkoord om voor ‘Remain’ campagne te voeren in het referendum toegeven aan de rechterzijde.

    Dit is een fout die de positie van Corbyn en de linkerzijde in Labour verzwakken. Het ondermijnt hun positie onder de werkenden in het algemeen. Zoals de Socialist Party heeft opgemerkt sinds Jeremy voorzitter werd, zal elke toegeving in de burgeroorlog binnen Labour enkel leiden tot meer agressie en zal het onder werkenden leiden tot scepticisme over de standvastigheid van de linkerzijde om de partij te veranderen en het programma effectief te realiseren.

    De Blairisten waren verzwakt door het resultaat van de parlementsverkiezingen, maar ze gebruikten de kwestie van een ‘soft Brexit’ als belangrijkste punt om tegen Corbyn in te gaan. In dienst van de kapitalistische klasse wordt openlijk samengewerkt tussen pro-EU parlementsleden uit alle partijen, ook de conservatieve Tories. Als de aankondiging van Starmer niet beantwoord wordt, zal dit een belangrijke overwinning zijn voor deze pro-kapitalistische neoliberale krachten.

    Jeremy Corbyn en John McDonnell moeten dringend naar buiten komen om alle werkenden en jongeren te mobiliseren die bij Labour aansloten, aan meetings deelnamen of Corbyn steunden. Doorheen deze mobilisatie moet de partij helemaal omgevormd worden.

    De Socialist Party eist:

    • Verplichte herselectie van parlementskandidaten zodat leden een democratische zeg hebben in wie hen vertegenwoordigt – schop de Blairisten eruit!
    • Open de Labour partij. Herstel de rechten van de vakbonden binnen Labour. Laat de socialisten terug toe, met het recht om georganiseerd te zijn binnen een inclusieve federatie.
    • Geen besparingen meer door Labour-gemeenteraden! Laat de Tories de gemeenteraden die onze lokale diensten beschermen maar eens aanpakken…
    • Voor een socialistische Brexit. Organiseer een campagne met Europese socialisten en arbeidersorganisaties om de Brexit-onderhandelingen aan te grijpen voor verzet tegen het Europa van het kapitaal. Voor een nieuwe samenwerking van de bevolking in Europa op socialistische basis.
  • Mélenchon, Corbyn, Sanders, … Echte socialisten terug populair

    In juni waren er zowel in Frankrijk als Groot-Brittannië verkiezingen met opmerkelijke resultaten. In Frankrijk werd de ineenstorting van de PS bevestigd in de parlementsverkiezingen. Van de 287 verkozenen in 2012 (302 samen met bondgenoten van de PS) bleven er nog slechts 30 over (46 met de bondgenoten). “Dit is een nooit geziene neergang van de PS,” verklaarde de secretaris van de partij, Jean-Christophe Cambadélis. Enkele dagen eerder haalde Labour onder leiding van Jeremy Corbyn in Groot-Brittannië een veel beter dan voorspeld resultaat. De conservatieve meerderheid werd gebroken en er is een nieuwe groeiende steun voor oprecht socialistische ideeën.

    Artikel door Nicolas Croes uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Theresa May heeft gegokt en verloren

    Toen de Britse conservatieve premier Theresa May vervroegde verkiezingen uitriep, hoopte ze hiermee haar parlementaire meerderheid te vergroten. Labour lag in de peilingen 20 punten achter op de conservatieven en partijleider Jeremy Corbyn werd betwist in eigen rangen. Corbyn werd verkozen door tienduizenden nieuwe leden die enthousiast waren voor zijn programma dat ingaat tegen besparingen. Sinds hij voorzitter werd in 2015 heerst er een burgeroorlog in Labour. Er zijn twee partijen in één: die van de oude aanhangers van Blair die voor een neoliberaal besparingsbeleid staan en die van de nieuwe frisse lagen die met Corbyn het einde van dit beleid willen realiseren.

    In mei werd het verkiezingsprogramma van Labour bekend gemaakt. Het omvatte een pleidooi voor gratis hoger onderwijs, verhoging van de publieke middelen voor gezondheidszorg, hernationalisatie van spoor en energiesector, … De gevestigde media hoopte met dit programma Labour af te branden: “Het verkiezingsmanifest brengt ons terug naar de jaren 1970,” stelde de Daily Mail sarcastisch. Na jaren van harde besparingen die de levensstandaard van een groeiend deel van de bevolking terugbrengt naar de jaren 1870, was er een groeiend enthousiasme voor het verkiezingsprogramma van Labour.

    Uiteindelijk haalde Labour 40% van de stemmen, het beste resultaat in jaren en veel meer dan de 25% waarop de partij bij het begin van de campagne werd gepeild. Met 30 extra zetels was Corbyn de grote winnaar van de verkiezingen. De Tories van May verloren hun meerderheid en hebben nood aan een rechtse reactionaire homofobe partij uit Noord-Ierland, de DUP, om aan een meerderheid te komen. Onder de jongeren was de opkomst erg groot: 71% ging stemmen en volgens exitpolls stemden 72% van de jongeren voor de partij van Corbyn.

    “Ik wil de PS niet verzwakken, ik wil ze vervangen” – Jean-Luc Mélenchon

    Toen François Hollande in 2012 president werd, had de PS een meerderheid in beide kamers van het parlement, in twee derden van de departementen en in alle regio’s behalve één. Met uitzondering van de gelijke toegang tot het huwelijk (ook voor mensen van hetzelfde geslacht), bestond het beleid echter uit sociale achteruitgang. De hervorming van de arbeidswet leidde tot massaal protest. De PS werd afgestraft en quasi volledig van de kaart geveegd.

    Dit komt niet door een afkeer van een socialistisch beleid, maar net door het verzet tegen een neoliberale politiek opgelegd door de Parti ‘Socialiste.’ De steun voor oprecht linkse voorstellen bleek in het resultaat van France Insoumise en Jean-Luc Mélenchon in de presidentsverkiezingen. Bij de parlementsverkiezingen haalde France Insoumise 16 zetels en de PCF 11. Onder de verkozenen van France Insoumise onder meer François Ruffin, de hoofdredacteur van het blad ‘Fakir’ en realisator van de bekende documentaire ‘Merci Patron.’ Ruffin deed zijn intrede in het parlement met enkele opmerkelijke uitspraken: hij zal leven aan een minimumloon van 1.480 euro bruto per maand en stelt uitdrukkelijk dat hij afzetbaar is: “Als 25% van de kiezers in mijn district willen dat ik aftreed, wel, dan ben ik weg.”

    De partij van president Macron haalde een grote parlementaire meerderheid, maar de legitimiteit is beperkt na een bijzonder lage opkomst die kenmerkend was voor deze verkiezingen. In de tweede ronde stemde amper 57% en daar bovenop stemde in die tweede ronde 9,9% blanco of ongeldig. Jean-Luc Mélenchon merkte op dat die onthouding “een offensieve politieke betekenis” heeft. Hij had het over een “algemene burgerstaking.” De parlementsleden werden gemiddeld verkozen door 22,4% van de kiesgerechtigden in hun district. Voor Mélenchon komt het erop aan om deze onthouding om te zetten in een “sociaal, politiek en cultureel front” tegen het asociale beleid dat door Macron en co wordt voorbereid.

    Begin juni gaf een peiling van Ifop aan dat 39% van de ondervraagden vond dat France Insoumise het beste instrument van oppositie is. Daarmee kwam de beweging ver voor Marine Le Pen en het FN, ondanks de pogingen van extreemrechts om de woede en het ongenoegen onder de bevolking naar zich toe te trekken.

    Naar een rode oktober?

    Na de campagne van Bernie Sanders in de VS, toonden het enthousiasme en de dynamiek rond Corbyn en Mélenchon opnieuw aan hoe een gedurfde campagne en radicale eisen ingang vinden onder brede lagen van de bevolking. Het belangrijkste is ongetwijfeld dat dit vertrouwen geeft om de strijd te organiseren.

    De sociale stemming in Groot-Brittannië is bijna volledig veranderd door de campagne. Het grotere politieke bewustzijn en de bereidheid tot mobilisatie is niet gestopt na de verkiezingen. Er kwamen bijna meteen spontane betogingen om de strijd tegen de conservatieven en Theresa May verder te zetten. In de drie dagen na de verkiezingen sloten 150.000 mensen aan bij Labour dat hierdoor ondertussen 800.000 leden telt. John McDonnell van het schaduwkabinet van Corbyn (de voornaamste oppositiefiguren) zei dat er nood is aan een betoging van één miljoen mensen om nieuwe verkiezingen af te dwingen. Hij stelde dat alle vakbonden zich achter deze mobilisatie moeten zetten.

    Deze krant ging naar de drukker voor de grote nationale betoging van 1 juli. Die betoging kan een aanzet zijn voor een “zomer van woede” en een “rode oktober” waarin Corbyn premier kan worden.

    Dit werd nog versterkt door de dramatische brand in de Grenfell Tower in het westen van Londen. Bij die brand kwamen minstens 80, wellicht rond de 200, mensen om het leven. Theresa May durfde niet ter plaatse te gaan om de slachtoffers te steunen, Corbyn daarentegen werd er warm onthaald. Hij riep op om de vele leegstaande huizen in de wijk te gebruiken om slachtoffers op te vangen. Corbyn stelde zelfs dat deze huizen desnoods moeten bezet worden. Journalist Paul Mason van The Guardian merkte op dat het establishment “in complete paniek” verkeert.

    Het potentieel organiseren

    De Socialist Party heeft de campagne van Corbyn actief ondersteund. Daarbij benadrukte onze zusterpartij dat deze verkiezingen slechts een eerste stap zijn naar een strijd om de conservatieven en hun beleid weg te krijgen. In Frankrijk kwam Gauche Révolutionnaire op een gelijkaardige wijze tussen in de campagne van France Insoumise. In deze strijd moeten we de discussie aangaan over welk programma, welke methoden en welke strategie nodig is om een alternatief in het belang van de werkenden en armen uit te bouwen.

    In Groot-Brittannië komt het erop aan om de vele tienduizenden die lid werden van Labour of deelnamen aan de verkiezingsmeetings actief te organiseren zodat Labour kan omgevormd worden tot een democratische anti-besparingspartij, een partij van de werkenden en jongeren. De volgende verkiezingen kunnen er elk ogenblik komen, een ernstige vakbondsmobilisatie kan dit versnellen. We mogen niet toelaten dat Labour opnieuw campagne moet voeren terwijl de meeste kandidaten zich tegen de voorzitter en het populaire antibesparingsprogramma verzetten.

    France Insoumise kan een aanzet vormen voor de uitbouw van een nieuwe massale partij van werkenden en jongeren. In beide gevallen zou het bestaan van een nieuw democratisch instrument van strijd dat rekening houdt met verschillende gevoeligheden de politieke situatie en de strijd op straat veranderen. Politieke formaties die consequent tegen de besparingen ingaan en tegelijk een inclusieve benadering hebben met een vrij debat over hoe we die breuk met het huidige beleid kunnen maken en hoe ons alternatief eruit ziet.

    Strijden voor socialisme

    In Groot-Brittannië, Frankrijk en de VS staan nieuwe generaties op die het politieke terrein betreden en een alternatief zoeken. De ronduit vijandige opstelling door de media en het kapitalistische establishment wijst erop dat het niet gemakkelijk zal zijn om tot een links bestuur te komen. En dan hebben we het nog niet over de sabotage eens er toch zo’n bestuur is.

    Om het verzet van de rijken te breken, is er nood aan radicale socialistische maatregelen zoals de nationalisatie onder democratische controle en beheer van de grootste bedrijven en de banken die de economie vandaag domineren. Enkel zo is een democratische planning van de productie mogelijk. Een socialistische regering kan vervolgens een aanzet geven tot een geplande economie onder democratische controle en beheer van de werkenden en hun gezinnen.

  • Graaiende socialisten versterken rechts. Echte socialisten vechten voor een ander systeem

    De aanhoudende schandalen over graaiende politici treffen de PS hard. Terecht: wie verrijkt zichzelf nu op de kap van de allerzwaksten zoals daklozen? Dat dit gebeurt door mensen die zichzelf ‘socialist’ noemen, komt des te harder aan. Als de PS hiervoor afgestraft wordt, is het niet omdat de partij zich ‘socialistisch’ heeft opgesteld, maar net omdat er van socialisme geen sprake meer is.

    De neoliberale logica van winstgevendheid en toplonen voor de managers is doorgetrokken naar de publieke sector. Dat is niet verwonderlijk: alle gevestigde partijen, ook de sociaaldemocratie, hebben het neoliberalisme omarmd en doorgevoerd. Openbare diensten werden publieke bedrijven: dienstverlening maakte plaats voor een jacht op winst. Gevestigde politici vergeleken zich met managers in de private sector die voor de minste wind die ze laten een vergoeding krijgen.

    De woede tegenover de hoge vergoedingen wordt versterkt door het jarenlange besparingsbeleid waaronder de levensstandaard van de hardwerkende gewone bevolking gebukt gaat en waardoor de openbare dienstverlening is afgebouwd. Terwijl er voor ons minder diensten waren, kregen de toppolitici meer vergoedingen. Dat is een opstap naar een volledige privatisering waardoor de toplonen en winsten naar de grote bedrijven doorvloeien. N-VA wilde dit bijvoorbeeld doen door de Antwerpse daklozenopvang aan G4S over te dragen. Voorlopig is dit van de baan, maar de daklozenopvang kreeg een zware slag. Of het nu PS-politici of grote aandeelhouders zijn, wat ons betreft is verrijking op de kap van armen en daklozen altijd schandalig.

    Het probleem beperkt zich niet tot enkele figuren met ‘vuile handen.’ Het hele systeem zit fout. Het werkt groeiende ongelijkheid in de hand en dus ook excessen.

    De woede hiertegen groeit en maakt ‘oude socialisten’ zoals Bernie Sanders, Jean-Luc Mélenchon en Jeremy Corbyn populair. Terwijl de PS en SP.a in naam ‘socialistisch’ zijn, is de inhoud ervan al lang verdwenen. Door te vertrekken van de belangen van de meerderheid van de bevolking, het vertrekpunt van echte socialisten, was de aantrekkingskracht van Sanders, Mélenchon en Corbyn groot. Het lijkt tegenstrijdig, maar terwijl de PS in elkaar stort, is er net een heropleving van socialisme. De sociaaldemocratie kan daar niet op inspelen omdat ze niet meer weet wat socialisme is.

    Het programma van Jeremy Corbyn, Sanders of van Mélenchon werd door tegenstanders afgedaan als “onbetaalbaar”. Dat argument is nu steeds meer ook de laatste strohalm voor de neoliberale vertegenwoordigers in die sociaaldemocratische partijen. Belastingverminderingen en fiscale gunstregimes waren nooit onbetaalbaar. Degelijk en betaalbaar onderwijs, veilige huisvesting, goed werkend openbaar vervoer of echte jobs, zijn dat blijkbaar wel.

    Tegenover het decennialange mantra dat privatiseringen iedereen ten goede kwamen, staat nu de afschuwelijke realiteit: als sociale woningbouw overgelaten wordt aan de winstbelangen, vormen kwaliteit en veiligheid een “verliespost”. Het drama van de appartementsbrand in London is niet enkel dat deze of gene regeltjes met de voeten getreden werden of dat er in het Verenigd Koninkrijk andere veiligheidsnormen bestaan, het is ook dat neoliberale regeringen of besturen de fiscale gunstregimes organiseren met publieke middelen, voor onder andere bouwpromotoren, ten koste van veiligheidsvoorschriften of noodzakelijke investeringen in kwaliteitsvol en veilig wonen.

    De heropleving van socialistische ideeën is nog maar net begonnen. Het zijn net de eisen uit de “oude doos”, jarenlang afgedaan als “oubollig”, die enthousiasme opwekken. De (her)nationalisatie van industrieën en diensten, gratis onderwijs, … zijn populair. Wel blijven ze vaak nog voorwaardelijk of ontbreekt nog de strategie om deze af te dwingen. Zo wil Corbyn de spoorwegen pas hernationaliseren wanneer de huidige concessies aflopen. Zijn overstap naar duurzame energie zou gaan via een stapsgewijze uitbouw van publieke controle over energieproductie naast bestaande private spelers; Mélenchon concentreerde zich vooral op het argument dat hogere lonen de economie kunnen herlanceren en dat wettelijke voorzieningen nodig zijn om bedrijven te controleren.

    Zulke eisen zijn een goed begin, maar het enthousiasme voor zo’n programma is er net omdat het uitzicht geeft op een onmiddellijke ommekeer van de sociale afbraak en de uitwassen van het kapitalisme. Het klimaat, om maar één voorbeeld te geven, kan niet wachten op een geleidelijke overgang van marktgedreven naar massale publieke investeringen.

    Om de chantage en sabotage door kapitalistische beleidsmakers tegen te gaan, zal een standvastige houding nodig zijn. Het zal de nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie onder democratische controle van de werkende bevolking vereisen. De winsten in die sectoren kunnen dan gebruikt worden voor de investeringen in diensten en wetenschappelijk onderzoek, terwijl de democratische controle noodzakelijk is om genationaliseerde sectoren te behoeden van onderfinanciering en corruptie. Echte socialisten graaien niet, maar strijden actief voor een socialistische samenleving! Doe mee met LSP!

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop