Your cart is currently empty!
Tag: front van verzet
-
Tegen besparingen. Niet alleen strijd, ook alternatief nodig
Artikel door Els Deschoemacker uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Een half jaar na de vorming van Michel I is het tijd voor een evaluatie van de regering en van de strijd ertegen. Dit mogen we niet overlaten aan de burgerlijke media. Die zullen in het beste geval de regering en de tegenbeweging evalueren aan de hand van wat nodig is om de continuïteit van het Belgische kapitalisme te vrijwaren. Onze krant en onze partij evalueren deze regering en het sociaal verzet vanuit een andere invalshoek. Wat kan ze bijdragen aan het welzijn van de meerderheid in deze maatschappij, de werkende klasse?Deze regering wordt terecht de regering van de rijkste 1% genoemd. Ze zal dit uiteraard ontkennen, maar als we objectief kijken naar wie inlevert, druipt het er af. Ook de tax shift zal in dat licht beoordeeld worden. De betogers van het eerste uur, al op straat nog voor de regering goed en wel gevormd was, waren woedend omdat men de besparingen altijd bij dezelfden zoekt. De media en de politici leidden dit gevoel af naar een tax shift. Als de vermogens dan toch belast moeten worden, laat ons dat dan gebruiken om de lasten op arbeid te doen dalen, denken ze. Zo kan men de competitiviteit van het kapitalisme en dus van het vermogende deel van de Belgische bevolking vrijwaren. De mantra dat belastingen op arbeid te hoog zijn, wordt nagenoeg door iedereen nagepraat, helaas ook de vakbondsleidingen. Het kadert in de wedloop tussen de Europese landen en internationale handelsblokken om arbeid, direct en indirect loon, zo goedkoop mogelijk te maken, onder meer ten koste van de openbare diensten en de sociale zekerheid.
De idee achter de traditie van 1 mei als dag van strijd is opnieuw actueel. De internationale arbeidersbeweging wilde destijds een zo goed mogelijke sociale bescherming afdwingen om de gevolgen van de periodieke crisissen van het kapitalisme voor het gros van de bevolking te verlichten. Ondanks beperkingen was de sociaaldemocratie met haar sterke achterban bij de brede arbeidersbeweging een belangrijk instrument in die strijd. Vandaag verschillen de sociaaldemocratische partijen nog nauwelijks van de burgerlijke partijen. Dat hebben ze aan zichzelf te danken. Ze hebben de logica van de vrije markt, van het kapitalistische systeem, helemaal overgenomen en meteen elk mogelijk antwoord op de sociale afbraak die ermee gepaard gaat, overboord gegooid. De ‘socialistische’ parlementaire oppositie vandaag is vooral ongeloofwaardig, want zoals Di Rupo zelf verklaarde: “70 procent van de maatregelen [van deze regering] waren al beslist door de vorige regering”.
Strijd tegen deze regering en het hele besparingsbeleid kan slechts slagen mits een ernstig alternatief. Overal in Europa boeken nieuwe linkse partijen vooruitgang. De ene is wat minder nieuw dan de andere, maar het gaat steevast om radicalere versies dan de sociaaldemocratie. Essentieel in de steun die ze krijgen, is het afwijzen van het besparingsbeleid en de belofte om een einde te maken aan het gunstbeleid voor de klasse van rijken die overal mee wegkomt. Beloftes maken is een zaak, ze realiseren een andere. Het Griekse Syriza kan ervan meespreken. Het Griekse en het Europese kapitalisme deinzen voor niets terug om de linkse regering op de knieën te dwingen.
De weigering van het kapitaal om zelfs maar de ergste nood te lenigen voor de verarmde bevolking, uit schrik voor ‘besmetting’, bewijst dat er tegen het kapitalisme geen andere remedie bestaat dan het voeren van een echte socialistische politiek, met als inzet de controle over de economische en financiële hefbomen. De boodschap van 1 mei vandaag moet daarom de strijd voor elke hervorming opnieuw koppelen aan de nood om de maatschappij fundamenteel te veranderen!
-
Tweede ronde van verzet nodig. Strijden om te winnen!
Artikel door Tim (Brussel) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

Foto: MediActivista De nationale betoging van 6 november en de stakingsdagen van december 2014 waren historisch. De algemene staking van 15 december was de grootste stakingsdag sinds decennia, misschien zelfs de grootste uit de Belgische geschiedenis. Honderdduizenden werkenden staakten mee, velen voor de eerste keer. Tienduizenden hielpen mee met het organiseren van acties en stakingspiketten. Overal was een grote actiebereidheid merkbaar. De centrale vraag die velen zich echter stelden is: wat nu? Is een tweede actieplan nodig, en zo ja, hoe moet zo’n plan er dan uitzien?
De regering-Michel I morrelt langs alle kanten, systematisch komen nieuwe akkefietjes en conflicten tussen excellenties van de verschillende partijen in de media. Het massale karakter van de acties weerklinkt tot in de Wetstraat. Vooral CD&V zit in een oncomfortabele positie tussen haar engagementen in de regering enerzijds en het steeds luidere protest langs haar ACW-zijde anderzijds. N-VA deed zich voor de verkiezingen liberaler voor dan Open Vld waarop die laatste de partij van De Wever er nu toe dwingt om de liberale besparingskelk tot op de bodem te ledigen. Nog nooit werd zo systematisch en zo openlijk de mogelijke val van een Belgische regering breed bediscussieerd.
De vakbondsleiders legden de bal in het kamp van de regering. De maneuvreerruimte is echter klein. Bovendien was het verzet in het najaar niet beperkt tot de vraag om de besparingen “eerlijker” te verdelen. We weten allemaal dat de grote bedrijven telkens nieuwe achterpoortjes vinden om aan hun inspanningen voor de gemeenschap te ontlopen terwijl pakweg BTW-verhogingen voor ons wel concreet zijn. De fiscale geschenken aan de grote bedrijven blijven eveneens overeind, wat de inkomsten van de overheid en de sociale zekerheid verder onder druk zet. Er werd evenmin actie gevoerd voor een onderhandelde looninlevering met een beperkte loonstijging die niet volstaat om de indexsprong te compenseren.
Rond fundamentele twistpunten als de indexsprong, de verhoging van de pensioenleeftijd, de afbraak van de openbare diensten, en het ontbreken van een échte vermogensbelasting kan niet gediscussieerd worden. Het stemmen van de programmawet en de begroting vlak voor de kerstvakantie heeft dat punt nog eens verduidelijkt. “Alea iacta est”, stelde Julius Caesar toen hij de Rubicon overstak en zo elke mogelijkheid voor een compromis in zijn conflict met de Romeinse Senaat onmogelijk maakte. Dat is ook de kernstelling van de regering Michel I, toegeven op de meest fundamentele eisen van de beweging van november en december is onmogelijk. Verder dreigen er bij de begrotingscontrole in maart al nieuwe pijnlijke maatregelen te komen. Waar is de ruimte voor sociaal overleg dat iets oplevert?
Bij het sociaal overleg wil Marc Leemans (ACV) naar eigen zeggen de regering “als het moet wat opjagen.” En als dat niet volstaat volgen nieuwe acties. Indien dit betekent dat de acties afgeblazen worden, zonder dat de actievoerders bij de beslissing hierover betrokken werden, zal het bijzonder moeilijk worden om ze terug op gang te trekken. Dan riskeert de rechtse regering haar slag thuis te halen en zal het niet bij de huidige besparingen stoppen. Ook als te lang gewacht wordt met de aankondiging van een tweede actieplan dreigt het momentum verloren te gaan. Denken de vakbondsleiders dat er een aan- en uitknop of een pauzeknop op ons ongenoegen zit? Het is aan de militanten en leden die van de algemene staking zo’n succes gemaakt hebben om te beslissen of het resultaat volstaat of een nieuw actieplan nodig is.
Wij denken dat wat vandaag op tafel ligt ruim onvoldoende is en een tweede actieplan nodig is. We strijden niet voor een beperkte afzwakking van de aanval op onze levensstandaard, maar voor een breuk met het asociale beleid van deze regering. De inzet van zo’n actieplan? Het besparingsbeleid wegstaken is onlosmakelijk verbonden met het wegstaken van deze regering.
In de vorige editie van De Linkse Socialist gaven we reeds ons voorstel voor zo’n tweede actieplan dat groter en harder moet zijn. Met een nieuwe militantenconcentratie, een nationale betoging, regionale actiedagen en tenslotte een 48-urenstaking kunnen we de regering wegstaken. Het enthousiasme dat bij velen leeft, kunnen we gebruiken om naar buiten te treden en nog breder te mobiliseren: markten bezoeken, vakbondsstands organiseren aan supermarkten, … zodat we de beweging verder opbouwen. We kunnen hiermee ook diegenen bereiken die nog niet overtuigd zijn of die nog twijfelen over zelf meedoen aan acties. Om deze mensen te overtuigen, is het belangrijk dat we het actieplan en de eisen van de beweging democratisch opstellen. Open militantenvergaderingen in alle regio’s en sectoren moeten beslissen over hoe en waar er actie wordt gevoerd, en wat de minimumeisen zijn.
Terwijl wij een besparingslawine over ons krijgen, zijn er steeds nieuwe fiscale achterpoortjes voor de superrijken. Dat de 85 rijksten ter wereld evenveel bezitten als de armste helft van de wereldbevolking geeft aan hoe groot de ongelijkheid is. We leven in een maatschappij waar meer rijkdommen zijn dan ooit tevoren, maar waar die rijkdom ook nog nooit zo ongelijk verdeeld was. Besparen op de meerderheid van de bevolking is een politieke keuze, geen wetmatigheid. Om dit te keren, zal in de eerste plaats een nieuw actieplan nodig zijn met de ambitie om de regering en het besparingsbeleid weg te krijgen.
-
2014: groeiend verzet tegen asociaal beleid. 2015: strijden om te winnen!

Foto: MediActivista Het voorbije jaar was opmerkelijk, niet alleen in België. Er was wereldwijd een toename van strijd en polarisering. Doorheen Europa bleek geen enkele regering stabiel te zijn, laat staan populair. Van Griekenland tot Zweden waren er regeringscrisissen. De Italiaanse regering van Renzi leek stabieler, maar botste in het najaar eveneens op massaal verzet. Er waren heuse revoltes tegen het asociale besparingsbeleid met in Schotland een grote beweging rond het onafhankelijkheidsreferendum en in Ierland tegen de gehate waterbelasting.
Tegen die achtergrond vormt de instabiliteit van de Belgische regering geen uitzondering. Van de euforie bij de rechterzijde na de verkiezingen van 25 mei en na de relatief snelle regeringsvorming al gauw geen sprake meer. Een eerste syndicaal actieplan later heeft iedereen het over een zwakke regering die zich dringend moet herpakken of zelfs over een tijdelijke oplossing, een tussenregering. De Wever erkent dat er een probleem is. “Morgen kan het weer de andere kant uitgaan, als de PS weer aan de macht komt. Al wat je daarvoor nodig hebt, is dat CD&V morgen flipflopt naar links.” Als de liberalen problemen kennen, staat Karel De Gucht steeds klaar om extra zout in de wonde te gooien. “Deze regering is niet goed bezig”, verklaarde hij aan al wie het wilde horen.
Toen premier Charles Michel voor een zaal van Franstalige ondernemers werd bekogeld met frieten en mayonaise, zag geen enkele ondernemer zich geroepen om de premier ter hulp te schieten. Ze leken vooral bang te zijn dat ook hun maatpak onder de mayonaise zou raken. Dit beeld vat de positie van de regering goed samen. Hier en daar komt er zelfs kritiek dat de maatregelen zoals de indexsprong onvoldoende opwegen tegen de sociale onrust die ze teweegbrengen.
Het is duidelijk dat frieten noch mayonaise op een maatpak van de premier voor verandering zullen zorgen. Daarvoor zal meer nodig zijn. Het eerste actieplan van de vakbonden heeft al een zware slag toegebracht. De omvang en hysterie van de antistakingspropaganda was een goede graadmeter van de angst in het andere kamp. Moest het effectief om geïsoleerde acties zonder enige steun gaan, ze zouden er niet zoveel woorden aan vuil maken. Moesten ze denken dat ze het sociale verzet gemakkelijk de kop kunnen indrukken, ze zouden zelf in de aanval gaan in plaats van hun zonen en dochters van Jong Vld of KVHV het vuile werk te laten opknappen.
Het eerste actieplan heeft de regering al wat doen wankelen, ze lag even in de touwen. Maar er zal een tweede ronde nodig zijn om ze volledig knock-out te krijgen. Doorheen het eerste actieplan hebben duizenden mensen voor het eerst in hun leven betoogd en/of gestaakt. Ze maakten ook kennis met de wijze waarop de gevestigde media bewust kant kiest voor het establishment. Het actieplan vormde ook een enorme leerschool voor een hele nieuwe generatie.
Daarop verder bouwen is nu de uitdaging. Wij stelden eerder voor dat er een tweede actieplan zou komen met eerst een nieuwe syndicale meeting in Brussel met pakweg 10 tot 20.000 aanwezigen, gevolgd door een nationale betoging waarop we proberen 200.000 mensen bijeen te krijgen. En als dat niet volstaat nieuwe stakingsacties met een 48-urenstaking als hoogtepunt. We kunnen met het tweede actieplan best niet te lang wachten. Waarom zouden we de regeringspartijen toelaten om recht te kruipen en de ergste wonden te likken, vooraleer we aan de tweede ronde beginnen?
Als de positie van de regering vandaag wordt vergeleken met de euforie van 25 mei, dan is het duidelijk dat we de regering kunnen wegstaken. Maar de grote vraag is dan wat er in de plaats komt. Die vraag dook in 2014 meermaals op en het gebrek aan duidelijk antwoord erop heeft de impact van sommige bewegingen verzwakt. In Schotland was een overgrote meerderheid van de bevolking tegen het besparingsbeleid van de conservatief-liberale regering uit Londen, het referendum over onafhankelijkheid was ook een afrekening met de erfenis van Thatcher. Maar de vrees dat het economisch slechter zou gaan onder een door de SNP geleid onafhankelijk Schotland was groot en wellicht een belangrijke factor om net niet tot een overwinning te komen in het referendum. De SNP staat voor een zelfde besparingsbeleid dat de werkenden vraagt om voor de crisis te betalen.
In Ierland is de regering eveneens erg instabiel. Waar het land voorheen als de beste leerling in de besparingsklas werd gepromoot, bleek er wel degelijk verzet te bestaan. Een nieuwe belasting op water was de druppel die de emmer letterlijk en figuurlijk deed overlopen. De woede hieromtrent zorgde voor een historische verkiezingsoverwinning van Sinn Fein in de regionale en Europese verkiezingen. Waar Sinn Fein in het noorden zelf een neoliberaal beleid voert, heeft ze in het zuiden van Ierland nog een anti-establishmentimago. Dat de partij weigert om een niet-betalingscampagne te ondersteunen zegt veel over hoe ernstig ze het verzet tegen de waterbelasting meent. Het is niet uitgesloten dat Sinn Fein na de volgende verkiezingen in een Ierse regering zal zitten. Gelukkig groeit er vanuit de beweging een nieuwe politieke kracht waarin de Socialist Party een actieve rol speelt. Dat Paul Murphy bij een tussentijdse verkiezing in Dublin South West, een bastion van Sinn Fein, verkozen raakte, was een teken aan de wand.
Met een opmars van nieuwe linkse krachten in onder meer Spanje, waar Podemos de populairste partij geworden is, of Griekenland waar Syriza de tussentijdse verkiezingen kan winnen, komt de vraag wat een linkse regering zou doen. Hetzelfde besparingsbeleid maar wat afgezwakt doorvoeren, zou een afknapper zijn. Er is nood aan een volledige breuk met het huidige beleid, waarna de behoeften van de werkende bevolking centraal kunnen gesteld worden in plaats van de winsten van de grote bedrijven. Het niet afbetalen van de publieke schulden, investeren in jobs en diensten en het breken van de heerschappij van de 1% rijksten door de sleutelsectoren van de economie in publieke handen te brengen, zijn maatregelen waarmee een breuk mogelijk wordt om de samenleving op democratisch socialistische wijze te reorganiseren.
In ons land wordt die discussie nog niet gevoerd. Maar de uitdaging waar we voor staan is groter dan enkel deze rechtse regering wegkrijgen. Een terugkeer van de vorige regering zou een afknapper zijn na de enorme vertoning van onze kracht en de inspanningen die tienduizenden leverden aan deze strijd. De vorige regering ging ook over tot besparingen, maar op een trager ritme. Voeren we enkel strijd om het ritme van de aanvallen te beperken? Neen, een terugkeer van een tripartite onder Di Rupo of Peeters is geen alternatief.
Er staat langs onze kant nog geen politiek alternatief klaar. De vooruitgang van PVDA bij de verkiezingen van 25 mei was significant en een belangrijke stap voorwaarts. Maar sindsdien is iedere discussie over openheid en samenwerking op pauze gezet, de GO uit PTB-GO lijkt volledig verdwenen te zijn. Het is echter niet uitgesloten dat de beweging tegen de rechtse regering en de syndicale discussies over de bundeling van krachten links van de sociaaldemocratie en de groenen (in het kader van de oproep van ABVV Charleroi en Zuid-Henegouwen) de druk opvoert om tot een aanzet van een brede open strijdpartij te komen.
Tegelijk moet de beweging tegen het rechtse beleid niet wachten tot er een politiek alternatief ontstaat om er zelf aan te werken. Als wij steeds nadruk legden op het belang van personeelsvergaderingen was dit niet alleen om de beweging beter te organiseren en voor te bereiden op volgende stappen, maar ook om een plaats te hebben waar we onze eisen kunnen bespreken en verfijnen. Kortom, waar we ons alternatief uitwerken.
In de Ierse beweging tegen de waterbelasting stelt de Socialist Party voor dat de lokale comités zelf kandidaten naar voor schuiven bij de volgende Ierse verkiezingen. Mogelijk kan de Socialist Party op zich van drie naar vijf of zes verkozenen gaan, maar de uitdaging van een beweging die honderdduizend mensen op straat bracht is groter dan dat. Zo’n beweging moet zelf bouwen aan een eigen politiek verlengstuk.
De traditie om politiek niet aan politici over te laten is de afgelopen decennia sterk op de achtergrond geraakt. In de gevestigde partijen hebben de reclamebureaus meer te zeggen dan de militanten. Het resultaat is ernaar: nietszeggende campagnes die ons zoals de reclame voor waspoeder allemaal beloven witter dan wit te wassen, maar uiteindelijk allen uit dezelfde neoliberale stal komen. We kregen met ons verzet het ‘verwijt’ dat we ‘politieke stakingen’ hielden. Natuurlijk is het protest tegen een asociaal beleid politiek. Hoe zou het niet politiek kunnen zijn? En waarom zouden we zelf ons alternatief niet verder uitwerken en structureren?
De uitdagingen voor 2015 zijn groot. Een linkse regering die breekt met de vicieuze cirkel van steeds hardere aanvallen op onze levensstandaard om de allerrijksten steeds rijker te maken, zou een internationaal voorbeeld stellen en snel navolging krijgen. Alle linkse krachten zullen in deze periode sneller uitgetest worden. Wie geen stap vooruit kan bieden, kan heel snel terug van het politieke toneel verdwijnen. Dat kan tijdelijk tot demoralisatie leiden, maar het kan ook de weg vrijmaken voor consequente socialisten die zich niet beperken tot kritiek op het kapitalisme maar ook ideeën en tactieken aanreiken om te bouwen aan een democratisch socialisme. Dat is alleszins waar LSP van overtuigd is en een rol in wil spelen. Doe mee, sluit aan!
-
Strijden om te winnen!
Artikel door Geert Cool uit de stakerseditie van ‘De Linkse Socialist’
“Er is geen alternatief,” blijft Bart De Wever zijn grote liefde Margaret Thatcher napraten. Fors snoeien in de levensstandaard van de meerderheid van de bevolking is voor de neoliberalen de enige optie. Van de rechtse regering moeten we niets anders verwachten. Om de aanvallen te stoppen moet deze regering weg. Maar wat komt er dan in de plaats?Er is een alternatief
De toenemende kloof tussen arm en rijk, met een handvol superrijken, stoot velen tegen de borst. De roep naar herverdeling van de rijkdom weerklinkt luid. Het kan toch niet dat de 85 rijksten ter wereld evenveel bezitten als de helft van de wereldbevolking? Ook in ons land zijn de 1% rijksten goed voor evenveel vermogen als de 60% armsten. Om de grote aandeelhouders en kapitaalgroepen verder te verrijken, betalen grote bedrijven nauwelijks belastingen.
Een belasting op de grote vermogens en het afschaffen van fiscale cadeaus zoals de notionele intrestaftrek, zouden stappen vooruit zijn. Maar dan moeten we het ook kunnen afdwingen en kapitaalvlucht of delokalisaties effectief aan banden durven leggen. Dat kan enkel als we er ook controle over hebben door de sleutelsectoren van de economie (zoals financiewezen maar ook energie, transport, distributie, …) in publieke handen te nemen onder arbeiderscontrole en -beheer.
De eis van Femma (voorheen KAV) voor een arbeidsduurvermindering zonder loonverlies tot 30 uur per week, is volgens Unizo-topman Karel Van Eetvelt “te gek voor woorden”. Hij heeft ‘berekend’ dat het staat voor een loonlastenverhoging van 21%. Door allerhande deeltijdse contracten werken we vandaag gemiddeld nog maar 31 uur per week. Vorige arbeidsduurverminderingen werden door de werkgevers betaald ter compensatie voor de toegenomen productiviteit. Nu steekt de patroon de productiviteitswinst liever in eigen zak en draaien wij daarvoor op. Om de groeiende werkdruk aan te kunnen en het beschikbare werk te verdelen, is er nochtans nood aan een drastische arbeidsduurvermindering met loonbehoud en evenredige aanwervingen. Op die manier zou volledige tewerkstelling mogelijk worden.
Volgens de regering moet de indexsprong ademruimte geven aan de bedrijven. Die beschikken nu al over enorme reserves – 240 miljard euro! – die ze niet investeren. Zelfs de regering erkent dat van de indexsprong 850 miljoen euro, volgens het Rekenhof zou het zelfs dubbel zo veel zijn, rechtstreeks in de bedrijfswinst van de werkgevers zal verdwijnen en niet zal aangewend worden voor jobcreatie. Het wordt tijd dat de gewone werkenden en uitkeringstrekkers eens wat ademruimte krijgen. Dat kan door een verhoging van het minimumloon tot 15 euro bruto per uur, een minimum pensioen van 1500 euro netto per maand, optrekking van de pensioenen tot 75% van het laatst verdiende loon, volledig herstel van de index, vrije loononderhandelingen, …
In plaats van de openbare sector steeds verder af te bouwen ten koste van personeel en dienstverlening, is er nood aan een offensief programma van investeringen in publieke diensten. Gratis en degelijk openbaar vervoer, voldoende sociale huisvesting, betaalbare kinderopvang, gratis onderwijs op alle niveaus, … De noden zijn groot, maar daar hebben de besparingspolitici geen oog voor. Zij denken vooral na hoe ze nog meer openbare diensten aan de privé kunnen verkopen om de dienstverlening volledig aan het winstprincipe te onderwerpen. We weten allemaal tot wat dat leidt: minder diensten die ons meer kosten.
Als van de werkgevers in ruil voor de vele fiscale cadeaus een garantie op jobcreatie wordt gevraagd, luidt het antwoord van de rechtse regeringspartners steeds dat dit niet mogelijk is omdat we nu eenmaal geen planeconomie kennen. Dat betekent zoveel als dat een planeconomie wel garanties kan bieden. LSP is het daarmee eens, op voorwaarde dat het democratisch georganiseerd wordt en niet van bovenaf opgelegd zoals destijds in het Oostblok. LSP is voor een democratische opgestelde en door de gemeenschap gecontroleerde planeconomie, voor een modern en democratisch socialisme!
Dit zijn enkele punten die we verdedigen. Doorheen personeelsvergaderingen in de bedrijven kunnen we onze eisen en bekommernissen, ons alternatief, verder uitwerken en verfijnen
Hoe verandering afdwingen?
Na 15 december zullen we een tweede actieplan nodig hebben om de regering ten val te brengen. Een herhaling van het eerste actieplan op grotere schaal kan de nog niet overtuigden verder over de streep trekken. Deze beweging kan verder groeien. Dat bleek ook uit de peiling van La Libre en RTBF over de regeringen in dit land: slechts 20% staat positief tegenover de regering-Michel, tegenover 43% negatief en 39% onbeslist. Ook tegenover de Vlaamse regering staan meer mensen negatief (29%) dan positief (28%). Amper 33% van de CD&V-kiezers is tevreden met de regering en ook bij N-VA is het al gezakt tot 57%. Met een tweede actieplan moeten we twijfelaars overtuigen om zo de regering ten val te brengen.
Maar de rechtse regering laten opvolgen door een tripartite, Di Rupo II of Peeters I, vormt geen alternatief. Als een dergelijke regering aan de macht komt nadat ons protest de rechtse regering ten val bracht, zal de besparingsruimte ervan beperkt zijn. Maar alle gevestigde partijen stappen mee in de logica die ons laat opdraaien voor de crisis, Di Rupo verklaarde dat 70% van de maatregelen van de rechtse regering al door zijn regering werden genomen of voorbereid.
Voor de Vlaamse begroting stelde John Crombez het ‘alternatief’ van SP.a voor: “We spreiden de besparingen over de legislatuur, maar met hetzelfde eindresultaat.” Erg geloofwaardig is de SP.a-oppositie tegen de regering-Michel niet als ze tegelijk op Vlaams niveau voorstelt om “hetzelfde pad te volgen als Bart De Wever gekozen heeft voor de federale begroting”, met name een uitstel om tot een begroting in evenwicht te komen. (De Tijd, 25 november 2014). Als we met het huidige actieplan slechts komen tot een andere spreiding van hetzelfde besparingsbeleid, is dat een afknapper.
We hebben een andere regering nodig, een die de belangen van de werknemers verdedigt. Het ABVV van Charleroi-Zuid-Henegouwen roept al twee jaar op om wie zich links van de sociaaldemocratie en de groenen bevindt te verenigen in een brede linkse strijdpartij. Zo een linkse strijdpartij die alle activisten en militanten verenigt, open staat voor verschillende stromingen en standpunten en tegelijk ons verzet op een offensieve wijze vooruit zou stuwen, zou snel kunnen uitgroeien tot een massapartij die in staat is heel het besparingsbeleid onderuit te halen.
Hoewel PTB-GO (Gauche d’Ouverture) slechts een eerste stap in die richting was, bevestigde haar uitslag bij de verkiezingen van 25 mei dat potentieel. Maar in plaats van dat verder uit te breiden, alle stromingen rond de tafel te brengen en te zien hoe we samen verder kunnen, lijkt het erop dat GO naar de achterbank wordt verwezen en de idee van een brede strijdpartij moet wijken voor de omvorming van PVDA/PTB tot electorale machine.
Het is niet omdat de geesten voor een strijdpartij nog niet gerijpt zijn, dat we niets kunnen ondernemen. Op onze personeelsvergaderingen kunnen we naast de evaluatie en voorbereiding van de acties ook bijdragen een het uitwerken van een eisenplatform per bedrijf en per sector. Dat zou het alternatief van de arbeidersbeweging stilaan tot leven brengen. Ongelijkheid en crisis zijn eigen aan het kapitalisme. Dat systeem is ziek en kan niet bijgeschaafd worden. We willen een systeem dat vertrekt van de noden en behoeften van de meerderheid van de bevolking die zelf haar eigen lot democratisch in handen neemt.
Het kapitalisme heeft ons enkel crisis en ellende te bieden, laat ons bouwen aan een socialistisch alternatief. Sluit aan bij LSP om die strijd te versterken!
[divider]
Rol van een offensief programma
Uiteraard is het belangrijk dat we ons verzetten tegen de aanvallen van de rechtse regeringen. Maar door ons daar niet tot te beperken en meteen onze eigen offensieve eisen naar voor te schuiven, kunnen we de mobilisaties versterken. Dat zagen we in verschillende eerdere bewegingen. Ondanks de beperkingen ervan, speelde het Plan De Man een rol in de beweging die uiteindelijk met de algemene staking van 1936 verworvenheden als 8% loonopslag, de invoering van een minimumloon, 40-urenweek in een aantal sectoren of betaald verlof afdwong. De programma’s van structuurhervormingen van het ABVV en de sensibiliseringscampagne ‘Operatie Waarheid’ speelden eveneens een rol in de beweging van 1960-61.
Ook vandaag zijn offensieve eisen mobiliserend. In de VS dwong een campagne van socialisten en syndicalisten in Seattle een verhoging van het minimumloon tot 15 dollar per uur af. Dit werd niet bekomen door het braafjes te vragen, maar door een beweging uit te bouwen. De verkiezingscampagne van Kshama Sawant die leidde tot de eerste socialistische verkozene in Seattle sinds 100 jaar zette het thema van 15 dollar op de agenda, verder protest door actiecomités zorgde ervoor dat het werd afgedwongen. Als dit in de VS mogelijk is, waarom hier dan niet?
-
Deze beweging heeft ook politiek alternatief nodig
Politiek niet overlaten aan de klassieke partijen

Standpunt door Bart Vandersteene, woordvoerder van LSP Er is geen alternatief op de besparingslogica. We hebben “allen” boven onze stand geleefd en nu moeten we de tering naar de nering zitten. Zo eenvoudig wordt de huidige regeringspolitiek verkocht, het is een kwestie van logisch redeneren. Een probleem, de bevolking pikt deze uitleg niet. Want hoe kan je van de werkende bevolking de ene na de andere opoffering eisen terwijl keer op keer wordt bewezen dat de rijken en grote bedrijven niet enkel vrijuit gaan, maar ook nog eens de rode loper krijgen uitgerold.
De algemene staking van 15 december is wel degelijk een politieke daad. Een aanzienlijk deel van de bevolking legt het werk neer met als boodschap dat ze de politieke keuzes niet langer wil overlaten aan het kransje verkozenen. Door het werk neer te leggen laten de werkenden duidelijk zien en voelen wie er de welvaart produceert. De boodschap aan de stakersposten weerklinkt luid: de besparingspolitiek betekent het straffen van de werkende bevolking en hen doen betalen voor de fouten en de hebzucht van de rijken. En dit pikken we niet langer.
Volgens een onderzoek gepubliceerd in Knack vindt 78% van de Vlamingen dat de besparingen niet eerlijk verdeeld zijn. 85% steunt een belasting op vermogens boven 1 miljoen. Volgens een andere peiling wordt de regering door slechts 20% van de Belgen gesteund. Deze regering heeft gekozen voor een expliciet pro-werkgevers en pro-rijken beleid. En dit stuit op verzet, sterk verzet. De acties, betogingen en stakingen zijn in die zin politiek dat ze het huidige beleid verwerpen. Maar wat moet er in de plaats komen. Een terugkeer naar de vorige coalitie? Of bouwen we aan een alternatief?
SP.a en PS proberen hun besmeurd blazoen op te poetsen door zich verontwaardigd aan de kant van de stakers op te stellen. Weinig geloofwaardig weliswaar aangezien de sociaaldemocratie meer dan 25 jaar lang in de regering zaten. Ze kreeg er dus ruimschoots de kans om een vermogensbelasting in te voeren, de fiscale cadeaus aan grote bedrijven terug te schroeven of een taxshift als voorwaarde voor regeringsonderhandelingen naar voor te schuiven. Het is weinig realistisch te denken dat de terugkeer naar de vorige regering een fundamenteel ander beleid met zich mee zou brengen. Misschien zouden de hervormingen wat langer in de tijd gespreid worden, zou er hier en daar een suikertje worden gevonden om de bittere pil door de bevolking te laten slikken. Is dit het beste waar we op mogen hopen?
Recente peilingen tonen een eerste deuk in de populariteit van N-VA en Bart De Wever. De populist uithangen zonder beleidsverantwoordelijkheid te nemen kon voldoende zand in de ogen strooien bij een kiespubliek dat zich meer en meer distantieerde van de klassieke politiek. Alle regeringspartijen lijken verlies te zullen leiden en Groen/Ecolo lijkt als enige echt te winnen. 10 jaar oppositie heeft de bittere nasmaak van de paarsgroene regeringen doen verwateren.
Maar zoals de peilingen ook aangeven is er een groot potentieel voor een echt links alternatief. PTB-GO (Gauche D’Ouverture) in Brussel en Wallonië was een eerste stap in die richting, beloond met duidelijk betere scores dan die van PVDA+. Maar ook de opening van PTB-GO blijkt nog onvoldoende om het volle potentieel te benutten. 85% van de bevolking is gewonnen voor een vermogensbelasting, maar PTB-GO kan dat in de peilingen slechts in beperkte mate vertalen en PVDA+ zelfs helemaal niet. Een echte brede strijdpartij zou dat beter kunnen. Velen hebben trouwens PVDA+ of PTB-GO gestemd vanuit de veronderstelling dat de partij verder die weg zou inslaan, maar het lijkt er helaas eerder op dat de PVDA de pauzeknop van de verbreding en de diversiteit heeft ingedrukt.Alle grote bewegingen tegen de Europese besparingspolitiek hebben de voorbije jaren voor belangrijke politieke aardverschuivingen gezorgd. In Griekenland, Spanje en Portugal worden de klassieke partijen uitgedaagd door linkse politieke bewegingen die voortkomen uit het verzet. Ook in België leeft een debat binnen de vakbonden en in de brede samenleving over de nood aan een politiek alternatief. Op het recente congres van de Algemene Centrale (11-13 december), de grootste centrale van het ABVV, werd een amendement op de congresteksten gestemd dat in die richting gaat. Het amendement verwijst naar het debat dat het ABVV van Charleroi heeft gelanceerd om de krachten links van SP.a/PS en Groen/Ecolo te bundelen.
Tot op vandaag blijkt de grootste speler ter linkerzijde PVDA/PTB geen oren te hebben naar een oproep om krachten te bundelen. Voor de PVDA kan een derde of vierde parlementszetel bij de volgende verkiezingen een belangrijke stap vooruit zijn. Voor deze beweging is dit echter een heel matige ambitie. De vakbonden hebben gezamenlijk 3,5 miljoen leden, organiseren de werkenden op de werkplaats en in de samenleving. De bijeenkomsten, acties en discussies binnen deze organisaties vormen de vruchtbare bodem waar een nieuwe politieke beweging uit kan groeien.
Personeelsvergaderingen om de stakingsacties te evalueren en volgende stappen voor te bereiden, kunnen ook een ideaal forum vormen om onze eisen, ons alternatief, uit te werken en te verfijnen. Sectoriële discussies tussen militanten en intersectorale militantenbijeenkomsten kunnen zorgen voor een coherent programma dat rekening houdt met alle invalshoeken voor een maatschappelijk alternatief.
Welk programma zal LSP verdedigen?
Zestig grote multinationals genieten reeds 20 jaar lang van geheime deals die ze sloten met de Belgische overheid, die hen onnoemelijk lage belastingen garandeert. 20 jaar hebben alle traditionele partijen op de ene of de andere manier aan deze constructies meegeholpen. De woede en frustratie bij de bevolking gaat hem niet om het ene of het andere nieuwsartikel. Het gaat om de dominante politieke logica en de daaruit voortvloeiende praktijk om het de werkgevers steeds naar hun zin te maken: weinig tot geen belastingen betalen, een goeie wegeninfrastructuur aanbieden, goedkope, flexibele maar wel geschoolde arbeidskrachten aanbieden en als het kan nog een berg subsidies uitreiken voor het ‘geven van werk’. In verschillende varianten hanteren alle klassieke partijen deze logica.
Een politiek alternatief kan dan ook niet anders dan de essentie van dit beleid in vraag te stellen, de afhankelijkheid van het privé-initiatief om te ondernemen. Winstmaximalisatie is de enige drijfveer in de vrije markt. Jean Tirole, Nobelprijswinnaar economie, stelt deze week in Knack dat het corrigeren van de gebreken van de vrije markt fundamenteel is “om de nefaste gevolgen voor de maatschappij te vermijden”. Meer en meer economen en commentatoren geven toe dat een ongebreidelde vrije markt desastreuze gevolgen heeft, zoals we de afgelopen jaren in de financiële sector konden vaststellen en waar we vandaag met de gemeenschap dik voor betalen.
Meer dan ooit heeft de vrije markt een greep gekregen over de belangrijke onderdelen van de samenleving. Maar de honger is nog niet gestild, onze gezondheidszorg, openbaar vervoer, onderwijs en andere publieke diensten, zelfs de politietaken, staan op het lijstje om geprivatiseerd te worden. Hoe meer het kapitalisme haar wetten kan dicteren over ons leven, hoe groter de schade voor de samenleving en hoe groter de winsten voor een steeds kleinere minderheid. Iedere werkende kan daar voorbeelden van geven uit de eigen werkomgeving of het dagelijkse leven.
LSP wil mee strijden voor de verdediging van onze loon-en arbeidsomstandigheden, voor de vele rechten die we de afgelopen honderd jaar konden opbouwen. Waar mogelijk strijden we mee voor elke stap vooruit zoals een vermogensbelasting. Maar elke stap in de goede richting zal worden beantwoord door de kapitalistische elite. Ze dreigen nu reeds investeringen uit ons land weg te halen als we niet tegemoet komen aan hun eisen. Ze zullen dreigen met kapitaalsvlucht als we proberen hun vermogens te belasten. Ze zullen dreigen met jobverlies als we deftige lonen eisen of een leefbare combinatie van werk en gezin. Als gemeenschap mogen we geen keuzes maken die ingaan tegen hun belangen of ze bedreigen ons met de door hen opgelegde miserie. Zij hebben de touwtjes in handen en ze laten het ons ook voelen. Een politiek alternatief zal de touwtjes in andere handen moeten plaatsen, zodat er wel plaats is voor keuzes in het belang van de meerderheid, de werkenden, jongeren, gepensioneerden en werklozen.
Zwakheid zet aan tot agressie. Elke mogelijke verbetering voor ons zal beantwoord worden met agressieve dreigementen door VOKA, Unizo, VBO en hun politieke vertegenwoordigers. Het kapitaal zal het land uit vluchten als je vermogens probeert te belasten, is de dooddoener die telkens opnieuw wordt gebruikt. Enkel een offensief programma kan deze agressie beantwoorden. Vermogens die proberen te vluchten kunnen worden aangeslagen, fabrieken die men wil verhuizen kunnen worden overgenomen door de werknemers en de gemeenschap, een weigering om te investeren kan beantwoord worden met een massaal investeringsprogramma van de gemeenschap. Met zo’n offensief programma toont de werkende bevolking dat ze helemaal niet afhankelijk is van het ‘privé-initiatief’ om welvaart en jobs te creëren. Ze creëert zelfs de mogelijkheid om maatschappelijk zinvolle keuzes te maken los van de drang naar maximale winsten voor een meerderheid. Zo’n beweging van onderuit vormt de basis om de hele samenleving op socialistische wijze te organiseren.
-
Nationale betoging: de kracht van ons aantal! Sterke start van syndicaal actieplan
Dat er meer dan 100.000 betogers waren, daar zijn alle media het over eens. Het was een massale vakbondsbetoging. De betoging vertrok rond 10u30 aan Brussel Noord en om 14u30 pas vertrokken daar de laatste betogers. Ongetwijfeld is het cijfer van 100.000 een forse onderschatting, de vakbondsleiding had het over 120.000 aanwezigen en wellicht waren het er nog een pak meer.
Tienduizenden betogers kwamen uit alle hoeken van het land. Mensen moesten soms drie treinen laten voorgaan omdat er geen plaats was. Sommige treinen reden maar tot Brussel-Zuid omdat het Noord-station overvol was. Dit was geen doordeweekse vakbondsbetoging, dit was een uitdrukking van massaal verzet tegen een gehate regering. Tienduizenden collega’s van betogers vonden het spijtig dat ze er niet bij waren. Hier zagen we de kracht van ons aantal.
Natuurlijk waren de media er snel bij om alle vormen van zogenaamde overlast naar voor te brengen. Mensen die tevergeefs op een bus wachtten, de verkeerschaos die werd aangekondigd in en rond de hoofdstad (maar om één of andere reden uitbleef, was het omdat zoveel betogers met de trein kwamen?). Wat politieprovocaties die door dokwerkers beantwoord werden, volstonden om het over rellen te hebben en uiteraard om dat als hoofdpunt naar voor te brengen. Als in de mediaberichtgeving achteraf zoveel aandacht werd gegeven aan de relletjes, is dat onderdeel van een wanhopige poging om de brede steun voor het verzet tegen de rechtse regering te stoppen of te isoleren. We mogen ons daar niet aan laten vangen.
De verdelende retoriek, de antisyndicale propaganda,… hadden vandaag overigens minder impact dan anders. De redenen zijn evident: de rechtse regering richt zich tegen alle werkenden en uitkeringstrekkers. Langer werken voor minder loon, minder openbare diensten, meer betalen voor zowat alles. Het treft ons allemaal en de woede is groot. Van jong tot oud, de betoging liet zich opmerken door een veelzijdige aanwezigheid. Er waren niet alleen grote groepen werkenden, er kwamen ook honderden scholieren en studenten mee betogen. Vanuit alle hoeken van het land namen vele duizenden mensen voor het eerst in hun leven aan een betoging deel.
Als begin van het syndicaal actieplan kan dit tellen. Als we erin slagen om deze dynamiek verder te versterken in de regionale en nationale stakingsdagen, dan zit de regering met een serieus probleem. Na 15 december zal dit ook niet zomaar kunnen gestopt worden zonder verregaande toegevingen van de rechtse regering.
De rechtse regering en het patronaat zetten eens te meer de afgezette plaat op met het refrein dat er geen alternatief is en dat er harde maar noodzakelijke maatregelen worden getroffen. Net op hetzelfde ogenblik raakte bekend dat grote bedrijven voor miljarden euro aan belastingen ontdoken via Luxemburg. Gisteren schreef Trends.be dat de Belgische bedrijven op een berg cash van 240 miljard euro zitten, geld dat niet geïnvesteerd wordt in productie omdat het niet genoeg opbrengt. En dan zouden wij moeten besparen?
Neen, er zijn wel alternatieven op dit harde besparingsbeleid. Van pakweg Di Rupo en co moeten we dat niet verwachten, die stelde al dat 70% van de huidige maatregelen door de vorige regering op gang werden gezet. De rechtse regering van Michel wegstaken om naar Di Rupo terug te keren, is geen oplossing. Daar waren veel betogers het over eens.
Na deze fenomenale betoging is het duidelijk: het is mogelijk dat we met massaal verzet de rechtse regering ten val brengen. Laat ons in de verdere opbouw van het actieplan meteen de discussie starten over wat we in de plaats willen. Een alternatief moeten we zoeken in een regering die breekt met het anti-werknemerbeleid, een arbeidersregering die de behoeften van de meerderheid van de bevolking centraal stelt in plaats van de winstmaximalisatie van een kleine minderheid. Dat is wat wij onder een democratisch socialistisch alternatief verstaan.
- Fotoreportages vanop de betoging
- Fotoreportages van de jongerendelegatie
- Ons pamflet op de betoging
-
Michel I wegstaken!
Artikel door Jarmo (Antwerpen) uit de novembereditie van ‘De Linkse Socialist’.
De federale regering is gevormd en tot een akkoord gekomen. Het is een openlijke oorlogsverklaring aan alle werkenden, werklozen, uitkeringsgerechtigden, studenten, … in ons land. Michel I zal de geschiedenis ingaan als de regering die een totale aanval op alle fronten tegen de Belgische bevolking inzette. Aan de arbeidersbeweging om voor een gepast antwoord te zorgen door de regering weg te staken.
Dat de federale regering er één van de patroons zou worden, en niet van de werkende bevolking, was al op voorhand duidelijk. Daarin zou ze niet fundamenteel van de vorige regeringen verschillen. Maar de diepte en het tempo van de aanvallen kunnen bij velen toch nog als een verrassing aankomen. De woede die momenteel in de samenleving heerst, moet omgezet worden in een kracht die de politiek van en voor de rijken effectief kan bestrijden.
De aanvallen van deze regering zijn van een ongeziene strengheid en bevinden zich op alle niveaus: verhoging van de inschrijvingsgelden in het hoger onderwijs, harder werken voor minder loon, optrekken van de pensioenleeftijd naar 67, optrekken van de bijdrage aan de zorgverzekering, gemeenschapsdienst voor werklozen, … Alle horrorverhalen uit landen die eerder al door een extreem besparingsbeleid werden getroffen, worden tegelijkertijd op ons afgevuurd. Het oplopend actieplan van de vakbonden, met na de betoging van 6 november provinciale stakingen en een algemene staking op 15 december, is een goede eerste stap. Het kan een begin zijn voor een hete winter, lente en zomer zoals we die al lang niet meer gezien hebben.
De aanvallen bijschaven, is geen optie. De regering geeft ook aan daar niet bereid toe te zijn. Toch niet om de aanvallen op de gewone werkenden en uitkeringstrekkers bij te stellen. De enige maatregel die de werkgevers echt pijn deed (de betaling van een tweede maand gewaarborgd loon bij arbeidsongeschiktheid) werd bij de minste bedenking van werkgeverszijde met een jaar uitgesteld. Op zoveel inschikkelijkheid kunnen wij niet rekenen.
We zullen ervoor moeten gaan om de regering weg te krijgen. Dat is een eerste noodzakelijke en dringende stap om onze levensstandaard te verdedigen. Daar ophouden zal echter niet volstaan. Hoewel Bart De Wever vrolijk in de media verkondigde dat hij hoopt de socialisten nooit meer in een regering terug te zien, hoeft hij op ideologisch vlak van de gevestigde sociaaldemocratische partijen niets te vrezen. Wouter Beke (CD&V) stelde dat het regeerakkoord ook met de socialisten kon gesloten worden. Di Rupo (PS) verklaarde dat 70% van de asociale maatregelen in dit akkoord voortbouwen op het beleid van de vorige regering. Michel I inruilen voor Di Rupo II zou geen stap vooruit betekenen. De aanvallen op de arbeidersklasse zouden – eventueel aan een gewijzigd tempo – gewoon doorgaan en de maatregelen die nu genomen worden, zouden niet teruggedraaid worden.
Dat de actiebereidheid onder grote delen van de werkende bevolking groot is, werd de afgelopen weken duidelijk aangetoond. Bij het spoor, maar ook bij de politie, waren er al acties voor de betoging van 6 november. Het enthousiasme voor het actieplan van de vakbonden is groot. Als dit omgezet wordt in een efficiënte organisatie van de strijd, dan zit de rechtse regering met een probleem. De wanhopige campagne van politici, beroepsklagers zoals Van Eetvelt (Unizo) en hun media, zullen steeds minder aansluiting vinden bij brede lagen van de bevolking die hard getroffen worden door de aanvallen.
De regering Michel I weg krijgen, zal niet volstaan. Het hele besparingsbeleid moet van tafel. Onze strijd moet vandaag beginnen en leiden tot de val van de regering. De ervaringen die we daardoor opdoen, moeten onmiddellijk gebruikt worden om verder te gaan en het pad te effenen voor een effectieve tegenmacht van de arbeidersklasse. Het anti-werknemerbeleid moet uiteindelijk vervangen worden door een arbeidersregering.
LSP zal er alles aan doen om mee te mobiliseren en organiseren om van de stakingsdagen deze herfst een succes te maken. We roepen eveneens op om vandaag al verder te kijken naar welke methoden geschikt zijn om deze regering effectief te doen vallen en onze strijd voor een socialistisch alternatief verder te zetten!
-
Strijdbare ABVV-meeting in Gent
Verslagje: Thomas B, Foto’s: Jean-Marie Versyp
Gisteravond vond ook in Gent een militantenconcentratie plaats ter voorbereiding van 6 november, 1 december en 15 december. De zaal zat en stond afgeladen vol. Er werd begonnen met een inleiding door Katrien Neyt over wat deze rechtse regeringen nu juist voor ons in petto hebben. Hierna was er slechts kort tijd voor tussenkomsten uit de zaal, maar de teneur was duidelijk: hoe krijgen we deze regering weg? Wat is ons alternatief op deze rechtse regering? De strijdvaardigheid onder de militanten werd op het einde nog eens onderlijnd door het zingen van de Internationale.
-
“DJ Jos, verlos ons van zagende bazen”
Zowat 150 militanten van de Algemene Centrale en Horval (ABVV) in Antwerpen trokken naar de kantoren van Unizo om er het eeuwige geklaag en gezaag van de werkgevers aan te klagen. Nieuw is het natuurlijk niet, al van in de 19de eeuw worden arbeiders die voor hun rechten opkomen afgedaan als een onverantwoordelijk bierzuipend zootje ongeregeld dat uit luiheid staakt. Al van in de 19de eeuw wordt geklaagd dat looneisen of gewoon de roep naar een degelijke levensstandaard nefast is voor de ondernemingen. De hedendaagse vertaling van het oude afgezaagde refrein horen we vooral van Karel Van Eetvelt en co die met iedere syndicale actiedag een ongezien platform in alle media krijgen.Het ongenoegen tegenover het huidige besparingsbeleid wordt nochtans breed gedragen. Op de actie deze morgen werd gesteld dat Unizo samen met VOKA mee het regeerakkoord had geschreven. Ze beweren alle zelfstandigen te vertegenwoordigen, terwijl de aanval op de koopkracht van de bevolking eveneens negatieve gevolgen heeft voor die zelfstandigen. De regering zit in de portemonnee van alle werkenden. De Morgen titelde vandaag nog dat deze regering iedere Belg gemiddeld 336 euro per jaar zal kosten. Redenen genoeg voor protest dus. Als de werkgevers iets dwars zit, volstaat het dat Van Eetvelt wat twittert opdat de ministers aan hun wensen tegemoet komen. Voor werknemers geldt dat niet. Met een symbolische actie aan Unizo zetten de Antwerpse ABVV-militanten de toon van de hete herfst, DJ Jos was er bij om voor de toonvastheid te zorgen. Een van de spandoeken stelde: “DJ Jos, verlos ons van zagende bazen.” Maar ook: “Wij komen op straat voor de koopkracht van de klanten”.
-
Jongeren in actie tegen besparingen

Foto: USE 
Emily (ALS) De oproep van de ABVV-Jongeren voor een protestactie aan de Beurs in Brussel leidde tot een actie met ongeveer 250 aanwezigen, vooral leden van verschillende linkse jongerenorganisaties. De jongeren kwamen op straat tegen de plannen van de regering-Michel. Vertegenwoordigers van verschillende organisaties namen het woord. Emily van ALS-Namen sprak in naam van de Actief Linkse Studenten.
Er werd niet alleen opgeroepen tot eenheid onder de jongerenorganisaties maar ook eenheid in de strijd van jongeren en werkenden tegen alle besparingsmaatregelen. Als jongeren een toekomst willen, zullen ze ervoor moeten strijden. Op alles wat jongeren vandaag belangrijk vinden, wordt bespaard. Maar ook op hun toekomst is dat het geval. Langer werken, minder rechten op uitkeringen, lagere lonen, minder openbare diensten,… zijn maatregelen die voor jongeren des te harder aankomen.
In de strijd voor een betere toekomst is de kwestie van degelijke jobs met goede lonen erg belangrijk. Dat de oproep voor de actie gisteren de eis van arbeidsduurvermindering naar voor bracht was dan ook belangrijk. In plaats van de miserie te verdelen onder een groeiende laag van de bevolking, kunnen we beter het beschikbare werk verdelen. Een 32-urenweek zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen zou daar een goede stap in zijn.
Jongeren kunnen in de komende strijd een belangrijke rol spelen. Dat zagen we ook al in het verzet tegen de vorige rechtse regeringen. De Jongerenmarsen voor Werk in 1982 en 1984 speelden toen een rol. In 1984 werden maar liefst 40.000 jongeren gemobiliseerd tegen de rechtse regering. De eis van een 32-urenweek zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen stond ook toen centraal.
Het zal belangrijk zijn om ons te organiseren in lokale actiecomités tegen de besparingen, zoals dit ook in de jaren 1980 het geval was of zoals we nu al zien in een aantal scholen in Vlaanderen waar actiecomités tegen de besparingen in het hoger onderwijs zijn opgezet. Met jongeren moeten we er mee voor zorgen dat het actieplan van de vakbonden een succes wordt. De oproep van de Gentse scholieren om het syndicale actieplan te vervoegen, was alvast een goede stap.
Met een sterke jongerenaanwezigheid op de betoging van 6 november en de stakingen die daarna zullen plaatsvinden, kunnen we mee strijden voor onze toekomst. Onze kracht ligt in onze organisatie en ons aantal. Doe mee met de acties die de komende weken zullen plaatsvinden!
- 6 november: vakbondsbetoging tegen de regering-Michel: 11u Brussel Noord
- 9 november: antifascistische betoging op initiatief van de Griekse antifascistische comités. 15u Brussel Zuid
- 15 december: algemene staking in heel het land
Fotoreportage door René Andersen:

