Your cart is currently empty!
Tag: Turkije
-
Interview met een socialist in Turkije. “Vrijheid is hier echt een relatief begrip geworden”
Het referendum over de presidentiële macht in Turkije werd nipt gewonnen door Erdogan. Die grijpt dat aan om zijn macht effectief verder uit te bouwen. Dit gebeurt op een ogenblik dat Turkije door een erg moeilijke periode gaat: economisch gaat het slecht, er zijn miljoenen vluchtelingen uit Syrië en alle voorheen bestaande tegenstellingen zijn hierdoor enkel groter geworden. We spraken met een Belgische syndicalist die al enkele jaren in Turkije woont.Kwam het resultaat van het referendum als een verrassing of lag dit op voorhand vast?
“Ja, een verrassing in die zin dat de officiële uitslag vervalst is. Bij een normaal verloop van de verkiezingen had HAYIR (“Neen”) gewonnen. De fraude is enorm geweest. Dat wordt overigens ook bevestigd door de Organisatie van Samenwerking en Vrede in Europa. Als je meer dan 2,5 miljoen stembiljetten toelaat waarop geen officiële stempel staat, want dat heeft de (uitgezuiverde) nationale verkiezingscommissie gedaan, dan sjoemel je met de resultaten. Met alle gedocumenteerde gevallen van fraude (die de verkiezingscommissie verwerpt) blijkt overduidelijk dat vanaf nu geen eerlijke verkiezingen meer mogelijk zijn in Turkije. De man die altijd verwijst naar de ‘verkiezingsurnes’ kan nog enkel overleven door grootschalige fraude. En dat was, zeg het ironisch, nog één van de laatste ‘democratische’ restanten van een land dat bijna een jaar onder de noodtoestand verkeert.”
De beperkte ‘meerderheid’ van Erdogan wijst op een probleem: in de steden is een deel van de steun verdwenen en ook op het platteland zullen gevolgen van de economische crisis duidelijk worden. Hoe reageert Erdogan en zijn regime hierop?
“Het is inderdaad opvallend: de vijf grootste steden van Turkije (Istanbul, Ankara, Izmir, Adana en Antalya) hebben HAYIR gestemd. Istanbul is de stad waar Erdogan voor het eerst aan de macht kwam (in 1994 als burgemeester) en hij beschouwt dit als zijn achtertuin. Opvallend was dat bijvoorbeeld in Eyup, een van de meest conservatieve delen van Istanbul, er stembureaus waren waar er HAYIR werd gestemd. Dit is een probleem voor de AKP. Ondanks dat de media totaal werden gemanipuleerd, blijkt duidelijk dat de economische crisis (waar niet over werd gesproken) de kiezersbasis van de AKP doet twijfelen. Het probleem is dat het Nieuwe Turkije met explosieve groei, zonder werkloosheid, met weinig of geen inflatie en zonder aanslagen, verder af is dan ooit (hoewel men dit telkens voorhoudt aan de kiezers).
“De Turkse economie zit in het slop. De luchtballonnen die zijn gecreëerd staan op ontploffen. Ondanks het feit dat Turkije zeker economische troeven heeft (onder andere een jonge bevolking), een centrale ligging, is men juist die troeven aan het vernietigen. Het onderwijs (voorheen al een ramp) is nu een totale catastrofe geworden. Komt daarbij dat door de voortdurende zuiveringen diegenen die het kunnen het land ontvluchten. In sommige faculteiten kan zelfs geen les meer gegeven worden omdat bijna alle profs en assistenten zijn uitgezuiverd.
“De inflatie, vooral van voedselprijzen, is abnormaal. De agro-industrie speculeert, maar iedereen klaagt. Het dolgedraaide kapitalisme en liberalisme steekt enorm in de schulden en de grootschalige projecten zijn niet houdbaar. Maar om de Erdolobby tevreden te stellen, gaat men verder op de ingeslagen weg.
“Eigenlijk reageert Erdogan slechts op één manier: de repressie nog versterken. Onmiddellijk na de verkiezingen werd de noodtoestand verlengd en grepen weerom massale arrestaties plaats. Het hele staatsapparaat is ontregeld, men plaatst AKP-getrouwen op die plaatsen, maar ook daar begint men alweer met zuiveringen.
“Het is duidelijk dat Erdogan nu ook binnen de eigen partij opkuis gaat houden. Maar geen regime overleeft een zware economische crisis en die is op komst.”
Er wordt in België al eens beweerd dat Erdogan ook in Koerdisch gebied steun geniet. Ondanks arrestaties en een eenzijdige campagne tegen de Koerdische bevolking werden hier de hoogste neen-scores behaald. Gaan we naar een escalatie van de nationale kwestie?
“Die steun is heel relatief. Feit is dat HDP en BDP nog steeds enorm sterk staan ondanks het feit dat meer dan 80 van de verkozen burgemeesters in de gevangenis zitten. Wie nauwgezet de verkiezingsuitslagen analyseert (een monnikenwerk) stelt enorme verschillen vast.
“Vooral in de Koerdisch etnische streken is zwaar gesjoemeld. In Urfa (met een Koerdische minderheid) is dit het meeste duidelijk. Daar krijg je uitslagen van 100% EVET (“Ja”), geen enkele onthouding, alle stemmen zijn geldig. Toch niet normaal.
“Ik denk dat de Koerden, terecht overigens, het vredesproces opnieuw op gang willen brengen. Ik hoop alleen dat zij hierdoor geen banden gaan doorknippen met de HDP. De HDP blijft een belangrijke kracht, ook in West-Turkije. De aanhang daar bestaat meestal uit linkse socialisten of progressieven. Samen met de Koerden pleiten die voor een oplossing. Deze eenheid is belangrijk.
“Ook de Koerden zullen moeten kiezen. Wil men het project van de HDP, wat ik overigens ten volle steun, doorzetten, moet men voor progressieven kiezen zoals Demirtas en Yuksedag, de nieuwe verkiezingen voor het voorzitterschap zullen hier uitsluitsel over geven. Maar vandaag is het oorlog!”
Wat is de impact van de honderdduizenden Syrische vluchtelingen op de arbeids- en leefomstandigheden?
“Het is een dubbele situatie. Het gaat trouwens over meer dan 2,5 miljoen vluchtelingen. Dat is meer dan honderdduizenden. De overgrote meerderheid verblijft niet in vluchtelingenkampen, want dan kan je geen statuut als politiek vluchteling aanvragen. Zij zijn vooral actief in de ‘zwarte’ economie.
“Omdat in Turkije een groot deel van de economie, zeker in bepaalde sectoren, enkel of voornamelijk, in het zwart plaatsgrijpt (denk aan de seizoensarbeid) krijg je hier een enorme instroom van Syriërs. Zij werken nog goedkoper dan het bestaande ‘lompenproletariaat’. Ook in de textielindustrie zie je dat. De prostitutie neemt enorm toe. Om te overleven gaan vele jonge meisjes in deze industrie, voor bijna geen geld. Daar zou eens een reportage over moeten gemaakt worden, wat ik hierover hoor grenst aan het ongelofelijke. Ik bedoel uiteraard geen sensatiereportage maar een poging om de vreselijke omstandigheden waaronder deze vrouwen leven duidelijk te maken.”
Economisch gaat het slecht, steeds meer komt daar politieke instabiliteit bij gekoppeld aan repressie. Zijn er lichtpuntjes in deze duistere periode: op syndicaal en politiek vlak? Kan de HDP standhouden tegen de enorme repressie?
“Het gaat economisch inderdaad slecht. De inflatie van de voedselprijzen is ongelooflijk. Voor een kilo tomaten betaal ik drie keer de prijs van een jaar geleden, vlees is niet meer betaalbaar voor gewone mensen, de prijzen van doorsnee groenten zijn verdubbeld, net zoals die van eieren (toch basisgoederen). Men schat (volgens officiële cijfers) de inflatie op 15% voor voedselprijzen, de lonen zijn slechts met 8% gestegen.
“Er zijn – dat is positief – stakingen aan de gang in de metaalsector. De DISK steunt die tenvolle. Is het een begin of is het een zwaluw die de lente niet maakt? Ik weet het niet. De noodtoestand maakt alles zo gecompliceerd. Je leeft onder een angstklimaat. ‘Vrijheid’ is hier echt een relatief begrip geworden.
“De HDP, de partij die wij steunen omwille van hun standpunten – het is een linkse sociaaldemocratische partij – staat onder zware druk. De leiding (parlementairen, burgemeesters) zit voor een groot stuk in de gevangenis, zeker het progressieve deel ervan. Ik vrees dat de nieuwe leiding wel eens een stuk conservatiever zou zijn. Als dat gebeurt, dan valt het progressief deel van West-Turkije af. Hopelijk vergis ik me, maar ik vrees ervoor. Met alle respect voor Osman Baydemir, Leyla Zayna en Ahmet Turk, als zij de binding met de HDP verbreken door ‘conservatieve’ standpunten, dan verliezen zij de progressieve en linkerzijde in Turkije! En dan staan we terug op nul! Dan heeft Erdogan weer gewonnen.”
Hoe zie jij de toekomst?
“Het politieke bewustzijn in Turkije stond al op een laag pitje. Wij (mijn vrouw en ikzelf) hebben altijd onze volledige steun gegeven aan de HDP, omdat het een enorm potentieel had en zullen dit blijven doen zolang het potentieel blijft. Het is vandaag geen tijd om compromissen te sluiten. Tegenover een dictatuur moet je een duidelijk alternatief stellen. Zonder dat belandt je in het moeras!”
-
Turks referendum: Pyrrusoverwinning van Erdogan
In het Turkse referendum over de hervorming van de grondwet haalde president Erdogan 51% voor zijn ja-kamp. Deze overwinning stelt hem in staat zijn autoritaire macht uit te breiden in alle takken van het staatsapparaat. Tenzij deze strategie op haar grenzen botst…Artikel door Pierre (Namen) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
De campagne voor het referendum werd gekenmerkt door politieke manoeuvres, intimidatie en desinformatie in het voordeel van een ja-stem. Terwijl de tegenstanders van de hervorming fysiek werden geïntimideerd of door de politie werden aangehouden, werd het volledige staatsapparaat gemobiliseerd om de ja-campagne te voeren.
Erdogan maakte gebruik van de noodtoestand die uitgeroepen werd na de mislukte staatsgreep vorige zomer. Hij ondermijnde de geloofwaardigheid van zijn tegenstanders door ze af te schilderen als “verraders”, “verdelers” of “terroristen.” Die mislukte staatsgreep in juli 2016 was een uitstekende gelegenheid voor de heersende macht om zich te ontdoen van tegenstanders en elke democratische discussie te ondermijnen. Honderdduizenden ambtenaren, soldaten, journalisten, rechters of procureurs werden uit hun functie ontzet of gevangen genomen. Ze werden ervan beschuldigd aanhanger te zijn van Fethullah Gülen, de in ongenade gevallen voormalige medestander van Erdogan met een grote invloed die er van beschuldigd werd achter de staatsgreep van vorig jaar te zitten.
In Koerdistan heeft Erdogan elke ernstige neen-campagne tegengehouden. Tal van afgevaardigden van de linkse pro-Koerdische partij HDP werden opgepakt. Onder hen meer dan 80 burgemeesters en verschillende parlementsleden. Het hernieuwde opvoeren van repressie en oorlog door het Turkse regime heeft de hoop op hervormingen voor de Koerdische bevolking de kop ingedrukt.
Overal in het land werd de neen-campagne door de gevestigde media genegeerd. Op de dag van de verkiezingen verklaarde de Hoge Verkiezingsraad plots dat de niet-verzegelde stembiljetten ook zouden meetellen, een flagrante schending van de kiesprocedures.
Een stap naar de dictatuur
De nieuwe grondwet laat de president toe om veel functies te cumuleren (partijvoorzitter, hoofd van het leger en de geheime diensten, …), hij kan ministers naar goeddunken benoemen en afdanken, tussenkomen in gerechtelijke procedures, heersen op basis van decreten, … Deze concentratie van macht in handen van één enkele persoon is een stap in de richting van een dictatoriale macht. Erdogan eigende zich reeds zo’n macht toe en kan dit nu ook op legale wijze. Is dit een opstap naar het presidentschap voor het leven?
Maar ondanks de zuiveringen, het angstklimaat en de onregelmatigheden in de stembusgang, haalde het ja-kamp maar 51,4% van de stemmen. De partijen die hiervoor campagne voerden – Erdogans AKP (islamitisch-conservatief) en de extreemrechtse MHP – haalden bij de laatste parlementsverkiezingen 60%. In de drie grootste steden van het land (Istanbul, Ankara en Izmir) stemde een meerderheid ‘neen’. Nochtans won de AKP de laatste parlementsverkiezingen in zowel Istanbul als Ankara. De steun voor Erdogan is dus afgenomen.
Erdogan baseerde zijn positie de afgelopen jaren op een economische groei die ook ruimte liet voor sociale toegevingen aan de armste lagen van de bevolking. De groei stokt echter. Bovendien is er een hoge inflatie en neemt de werkloosheid sterk toe. Hierdoor heeft Erdogan nood aan een autoritaire positie en een oorlogsretoriek om aan de macht te blijven. De steun voor Erdogan onder de bevolking brokkelt immers af. Het resultaat van het referendum doet dan ook denken aan een Pyrrusoverwinning.
In verschillende Turkse steden werd op de avond van het referendum al spontaan betoogd. Een groeiende laag van de bevolking weigert toe te laten dat het land in de richting van een dictatuur evolueert. De grootste oppositiepartij, de sociaaldemocratische CHP, heeft een lange geschiedenis van verwevenheid met het staatsapparaat. Vanuit die hoek moeten we geen alternatief verwachten. Er is nood aan een eengemaakte arbeidersbeweging die opkomt voor democratische rechten, de rechten van alle minderheden verdedigt, en strijd voert voor sociale rechtvaardigheid en herverdeling van de rijkdom.
-
Koerden betogen in Brussel om hongerstakers te steunen en voor NEEN in Turks referendum
Vandaag was er in Brussel een betoging van Koerden die het opnamen voor de politieke gevangenen die in hongerstaking zijn. De repressie door het Turkse regime is bijzonder hard voor de Koerdische bevolking: meer dan 80 verkozen burgemeesters zijn afgezet en/of gevangen genomen. Het regime voert een eenzijdige oorlog. En nu wil Erdogan nog dictatoriale machten ook – eigenlijk extra dictatoriale machten bovenop diegene die hij vandaag al heeft. Een dag voor het referendum in Turkije was dit natuurlijk het gespreksonderwerp van de dag. LSP was op deze betoging aanwezig en ondersteunt op actieve wijze de campagne voor een sterk NEEN in het Turkse referendum.
-
Turks referendum. Pyrrusoverwinning voor Erdogan
Op zondag 1
6 april kende Turkije een van de meest controversiële en betwiste referenda uit zijn geschiedenis. De wijzigingen voor de grondwet zijn erop gericht om president Erdogan dictatoriale bevoegdheden te geven, onder meer het recht om het parlement te ontbinden. Officieel won het ja-kamp nipt met 51% van de stemmen.Artikel door een lid van Sosyialist Alternatif (Turkije)
Met het referendum wilde Erdogan zichzelf dictatoriale macht toekennen om zo de macht te behouden nu het op democratische wijze steeds moeilijker werd. Het referendum werd gekenmerkt door bijzonder ondemocratische praktijken. Na de mislukte poging tot staatsgreep in juli 2016 werden honderdduizenden ambtenaren, hooggeplaatste militairen, rechters, openbaar aanklagers, politie-officiers en academici afgedankt – dit gaat overigens nog steeds door. Tevens werden journalisten, politieke activisten, syndicalisten en zelfs enkele parlementsleden opgepakt.
De overheidsdruk en de intimidatie kenmerkten de aanloop naar het referendum. De campagne vond plaats onder een noodtoestand. Erdogan en zijn omgeving deed er alles aan om de neen-campagne te onderdrukken. Activisten die voor ‘neen’ campagne voerden, werden fysiek aangevallen en opgepakt door de politie. Erdogan en zijn medestanders veroordeelden het neen-kamp als “verraders”, “verdeeldheidzaaiers” en “terroristen.” Activisten die probeerden stands te zetten om voor neen op te komen, eindigden vaak in een politiecel. De neen-campagnes werden grotendeels genegeerd door de media.
Terwijl de neen-campagnes onderdrukt werden, was de ja-campagne overal aanwezig. Deze campagne werd in de praktijk door de overheid zelf gevoerd. Alle mogelijke middelen van de overheid (reclameborden, media, overheidsmiddelen, politiediensten, …) werden hiervoor ingezet. Parlementsleden van de HDP (Volksdemocratische Partij, een pro-Koerdische en linkse partij die als enige politieke organisatie een neen-campagne in het noorden van Koerdistan organiseerde) vlogen in de gevangenis. Ondertussen werden toespraken van vertegenwoordigers van de regeringspartij AKP live uitgezonden op televisie in prime time.
Ondanks al deze maatregelen bleef een overwinning voor het ja-kamp moeilijk. Op de dag van het referendum kondigde de verkiezingsraad YSK aan dat ook niet-afgestempelde stembiljetten zouden erkend worden. Dit is een inbreuk op de kieswet en een indicator van fraude die moeilijk kan ontkend worden. Naar verluidt werden op deze manier 1,5 miljoen stembiljetten geteld. Er kan dus gerust gezegd worden dat het referendum vervalst werd. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat Erdogan de verkiezingsraad uitdrukkelijk bedankte in zijn toespraak na de bekendmaking van de resultaten.
Pyrrusoverwinning
Ondanks de ondemocratische campagne van het ja-kamp en de fraude, werd het referendum ‘gewonnen’ met slechts 51%. Dat kan een overwinning lijken, maar het is een uitstekend voorbeeld van een Pyrrusoverwinning (Pyrrus, de koning van Epirus versloeg het Romeins leger in de slag van Asculum. Maar het leger van Pyrrus leed daarbij zoveel doden dat hij de troon niet kon opeisen. De prijs van de overwinning op het slagveld was de politieke macht die Pyrrus wilde verwerven.) Erdogan heeft dan wel deze verkiezing gewonnen, maar hij zal uiteindelijk mogelijk meer verliezen.
Eerst en vooral heeft de helft van het land tegen Erdogan gestemd en dit ondanks de sfeer van een de factor dictatuur. Dit is een uitdrukking van de woede tegen hem en zijn regime, ook onder een aantal traditioneel conservatieve AKP-kiezers. De twee partijen van het ja-kamp, de AKP en het extreemrechtse MHP, haalden in de laatste parlementsverkiezingen samen ongeveer 60%. In het referendum was het ja-kamp goed voor 51% en dit na fraude. In de drie grootste steden van het land, Istanbul, Ankara en Izmir, stemde een meerderheid neen. Dit is des te opvallender gezien de AKP de vorige verkiezingen in zowel Istanbul als Ankara won. Het verlies van de twee grootste steden van Turkije is een groot nadeel voor Erdogan in de aanloop naar de lokale verkiezingen van 2018.
De situatie onder de Koerdische kiezers was eveneens belangrijk. Bij het begin van de verkiezingscampagne voor het referendum werden parlementsleden van de HDP, waaronder de twee co-voorzitters, opgepakt. Heel wat HDP-vertegenwoordigers in Noord-Koerdistan werden eveneens gearresteerd. Bovendien was de AKP de tweede grootste partij in Koerdistan na de HDP. De HDP was de enige politieke organisatie die een efficiënte neen-campagne kon organiseren onder de Koerdische kiezers en zo tegen de heersende partij kon ingaan. Dat is waarom Erdogan probeerde om deze partij van bij het begin van de campagne te verlammen.
Het resultaat van het referendum is daar een uitdrukking van. Erdogan gaat er procentueel op vooruit in vergelijking met de vorige parlementsverkiezingen. In Diyarbakir, de grootste Koerdische stad in Turkije, haalden de AKP en de MHP bij de laatste verkiezingen 22%. In het referendum stemde nu 32% ‘ja’. In Van waren deze proporties 30% en 43%, in Hakkari 14% en 32%. Onder invloed van de staatsrepressie, de gedwongen ballingschap van tienduizenden mensen als gevolg van de oorlog en de belegering waaronder veel Koerdische steden gebukt gaan, en in afwezigheid van de HDP als georganiseerde electorale kracht, kon Erdogan een hoger percentage halen. Maar dit is geen indicatie van een echte sociale dynamiek achter de AKP en een ja-stem.
“Er is altijd hoop”
Dit referendum heeft een ‘de facto’ dictatuur in Turkije omgevormd tot een wettelijke dictatuur. Maar onder het vernis van de overwinning, bevestigen de resultaten dat Erdogan sociale steun verliest en dat de woede in de samenleving diepgaander wordt. Het referendum is zeker een nagel aan de doodskist van de fragiele burgerlijke democratie in het land. Wanhoop zou echter een nagel aan de doodskist van de hoop van de werkenden en armen zijn. We zien al de eerste reacties op straat. In onder meer Istanbul en Noord-Cyprus en elders waren er spontane betogingen op de avond van het referendum. Het geeft aan dat een laag van de bevolking niet zal toelaten dat het land verder tot een dictatuur afglijdt zonder hiertegen te strijden.
Dit zijn de zaden van wat een massaal verzet kan worden tegen de poging van het regime om de grondwetswijzingen effectief op te leggen. Dit verzet moet meteen georganiseerd worden en zich ook richten op de ja-kiezers onder de armen, jongeren en werkenden. We moeten uitleggen dat de wijzigingen hun lot niet zullen verbeteren en de beperkte stappen vooruit op basis van de economische groei de afgelopen jaren niet kunnen veiligstellen. Die economische groei was de belangrijkste reden voor de sociale reserve die de AKP genoot. Maar nu wordt de economische situatie slechter. Het opleggen van autoritaire maatregelen moet het regime toelaten om het groeiende ongenoegen en uitbarstingen van klassenwoede de kop in te drukken.
Onder deze omstandigheden biedt de sociaaldemocratische oppositie van de CHP geen alternatief voor de massa’s. De partij verzet zich wel tegen Erdogan en voerde campagne voor een neen-stem, maar het blijft een nationalistische partij met een economisch programma dat erg gelijkaardig is als dat van de AKP. De CHP baseert zich ook op een verderzetting van het kapitalisme en dus van de economische uitbuiting van de meerderheid van de bevolking. De CHP vertegenwoordigt slechts een andere vleugel van de Turkse burgerij.
De politieke polarisatie in de Turkse samenleving tussen de AKP en de CHP lijkt zich vooral te richten op elementen van levensstijl (conservatief of seculier). Maar beiden baseren zich op het bestaande systeem en de huidige sociale structuren. Een eengemaakte arbeidersbeweging is de enige remedie voor deze twee pro-kapitalistische polen en het beste antwoord op het gif van de verdeeldheid dat door Erdogan wordt verspreid. Er is nood aan een alternatieve partij, waarbij de HDP een belangrijke rol kan spelen. Zo’n partij moet een klassenstrijd voeren tegen zowel het afglijden naar dictatuur als voor degelijke jobs en een hogere levensstandaard, openbare diensten, sociale rechtvaardigheid en de rechten van Koerden en andere nationale minderheden, en voor arbeiderseenheid en socialisme. Tegen de achtergrond van een oprukkende dictatuur kunnen we enkel vertrouwen op onze eigen kracht!
-
‘Wat u niet mag weten over Turkije’ – een andere kijk op Erdogan
De afgelopen jaren heeft Gents professor Dries Lesage zich opgeworpen als een Turkije-expert die vooral erg kritisch staat tegenover de oppositiekrachten in dat land. Naar eigen zeggen staat hij ook kritisch tegenover president Erdogan, maar de grote lijnen van diens retoriek worden overgenomen en voorgesteld als een kritische blik op het land. Dictatoriale elementen bij Erdogan worden met de mantel der liefde toegedekt met het steeds terugkerende argument van de brutaliteit van de oppositiekrachten. Wie daar bedenkingen bij heeft, getuigt van westerse arrogantie.Geert Cool
Natuurlijk zijn de gevestigde media – ook in Turkije – niet neutraal. Maar voor Lesage is er in het geval van de Turkije-berichtgeving in het Westen sprake van wat niet anders omschreven kan worden dan een samenzwering. Vandaar de titel van zijn boek: “Wat u niet mag weten over Turkije.” Zijn eigen visie zou ‘eerlijker’ zijn en meer overeenstemmen met die van de Turkse bevolking. De electorale resultaten van Erdogan worden gebruikt om dat standpunt te staven.
Het grootste probleem met dit boek is dat er geen onafhankelijke rol voor de massa’s wordt weggelegd. Er wordt naar de geschiedenis en de actualiteit gekeken vanuit de bril van het establishment. De gewone bevolking komt hoogstens aan bod als het stilzwijgend voor conservatieve politici stemt. Protesten van onderuit, zoals rond het Gezipark in 2013, worden stelselmatig geminimaliseerd – Lesage heeft het consequent over ‘Gezirellen’ – en toegeschreven aan extreemlinkse manipulatie. Het recht op zelfbeschikking voor de Koerdische bevolking verdedigen, wordt meteen gelijkgesteld met steun aan terroristen. Dat de organisatie van Koerden in ons land een dekmantel is van de PKK leidt voor Lesage geen enkele twijfel.
De bron voor de jarenlange politieke instabiliteit in het land lijkt Lesage te zoeken bij buitenlandse inmenging en bij het karakter van de huidige oppositiekrachten. Hij legt geen verband met de vrij late ontwikkeling van het kapitalisme waardoor ook de kapitalistische klasse minder sterk in het zadel zat – wat gecompenseerd werd met een sterk uitgebouwd leger in een gecentraliseerde staat die van bovenaf een industrialisering doorvoerde, wat nieuwe tegenstellingen creëerde tussen stad en platteland. Turks nationalisme was noodzakelijk als bindmiddel tussen verschillende bevolkingsgroepen en als rechtvaardiging voor de gecentraliseerde staat. Lesage ziet het anders: voor hem was het Kemalisme een ideologisch project van ‘social engineering’ waarbij de Turkse bevolking naar westers model moest gekneed worden en waarbij de politieke islam werd bestreden. Hij beperkt zich met andere woorden tot enkele symptomen zonder tot de kern van de zaak door te dringen en hij doet dit vanuit een kader dat overeenstemt met dat van de conservatieve strekking waar Erdogan en zijn AKP een uitdrukking van zijn.
Dat Lesage geen onafhankelijke rol voor de arbeidersklasse weggelegd ziet, bevestigt hij in zijn opmerkelijke beschrijving van de militaire staatsgreep van 1980. Hij stelt dat deze staatsgreep er kwam om een einde te maken aan de “onlusten van eind jaren 1970” waarbij “een groot deel van de bevolking” de coup verwelkomde omdat die “rust bracht.” Dat er een opstand van de arbeidersklasse bezig was en dat het leger een einde wilde maken aan de linkse beweging – eerst door provocaties zoals het (laten?) schieten op betogers op het Taksimplein, nadien door een wel erg bloedige staatsgreep – wordt aan de kant geschoven. Net zoals het protest rond het Gezipark in 2013 wordt de beweging eind jaren 1970 weggezet als “onlusten.” Zou Lesage hetzelfde schrijven over pakweg de militaire staatsgreep van Pinochet in Chili in 1973 waarmee een einde kwam aan de “onlusten” die het land in de greep hielden en waarna er “rust” kwam?
Het is op de puinhopen van de neoliberale hervormingen sinds de staatsgreep van 1980 dat conservatieve krachten, zoals de AKP en haar voorlopers, terrein konden winnen. Ze werden daarbij geholpen door de harde aanvallen op de arbeidersbeweging vanaf 1980. Hierdoor was er amper concurrentie onder de meest onderdrukte lagen in de steden die als tweede bron van steun werden aangeboord na de plattelandsbevolking. Ook over de harde anti-vakbondswetten in Turkije krijgen we in het “eerlijk debat” van Lesage overigens niets te lezen. Als er dan bewegingen ontstonden zoals het Gezi-protest in 2013 worden ze weggezet als gemanipuleerd door Kemalisten en extreemlinks om het democratisch verkozen regime op gewelddadige wijze aan de kant te schuiven…
Tegen die achtergrond schrijft Lesage dat hij begrip heeft voor “Erdogans onfrisse machtsopbouw”: “Ik wist dat de AKP in de voorgaande jaren tegen onwaarschijnlijke tegenkrachten had moeten vechten: het dreigende leger, de kemalistische aanvallen, de gewapende groepen PKK en DHKP-C. Erdogan had samen met zijn bondgenoten, waaronder de islamitische Gülenbeweging, de macht van het leger teruggedraaid, wat op zich een uitstekende zaak was. Daarnaast had hij tegenover het kemalistische establishment binnen de staat, het gerecht, de zakenwereld en de media een eigen, reusachtig en veelkoppig machtsblok uitgebouwd. Hier kon hij onmogelijk een prijs voor democratie mee winnen, maar misschien was het wel nodig om de eerlijke verkiezingsoverwinningen veilig te stellen.” (p. 79) Zo komt Lesage tot de conclusie dat een heel klein beetje dictatuur wel eens beter zou kunnen zijn…
De Koerdische kwestie wordt wel heel eenzijdig benaderd: al wie opkomt voor het recht op zelfbeschikking krijgt het etiket ‘PKK-terrorist.’ De voorzichtige openingen in de eerste jaren van AKP-bewind waren mogelijk door de zoektocht naar Koerdische stemmen en tegen de achtergrond van economische groei. Maar toen de pro-Koerdische partij HDP nationaal doorbrak, was het hek van de dam. Bovendien was het Koerdisch verzet tegen IS in Syrië efficiënt en dreigde een Koerdische regio met grote mate van autonomie te ontwikkelen aan de Turkse grens, in een gebied dat Erdogan graag als eigen invloedssfeer had gezien. Erdogan begon een bloedige eenzijdige burgeroorlog tegen de Koerdische bevolking. Burgemeesters en gemeentebesturen werden afgezet, wijken platgegooid. Maar Dries Lesage ziet het anders: voor hem had de PKK dit allemaal uitgelokt… Rond de steun van het Turkse regime aan IS eist Lesage sluitende bewijzen, zoniet blijft deze bewering op het niveau van de vermeende aanwezigheid van massavernietigingswapens in Irak in 2003. Voor zijn beweringen rond de rol van de PKK geldt een gelijkaardige bewijslast niet. Voor alle duidelijkheid: wij hebben nooit de PKK verdedigd en hebben onze kritieken op deze beweging nooit onder stoelen of banken gestoken. Toch worden we met ons standpunt dat het recht op zelfbeschikking van de Koerdische bevolking (en alle minderheidsgroepen binnen het Koerdisch gebied!) verdedigt in het kader van een strijd voor een socialistische samenleving met open armen onthaald bij de Koerden in België.
Om het “draagvlak voor een autoritaire politiek in Turkije” te verkleinen, stelt Lesage voor om “andere accenten te leggen in de discussies over de persvrijheid, de PKK, de repressie na de coup, de immuniteit van de HDP-parlementsleden, Syrië, de vluchtelingen, de Armeense kwestie, …” Dit boek dient niet om “bruggen te herstellen,” het leest als een apologie voor Erdogan en een poging tot rechtvaardiging van een meer dictatoriaal stelsel.
-> Over de achtergrond van de politieke situatie in Turkije, raden we dit dossier aan. De voorbije week publiceerden we dit standpunt over het Turkse referendum van volgende week.
-
Turkse socialisten: “Stem Neen om dictatuur te stoppen”
Als het referendum van de Turkse AKP-regering op 16 april tot ‘Neen’ (Hayir’) leidt, zal dit een zware slag zijn voor het regime en zal het de strijd van de jongeren en armen versterken. Het zou het begin van het einde van het corrupte en polariserende regime van Recep Tayyip Erdogan betekenen. Dit regime is gebaseerd op repressie, chaos en angst.Artikel door Sosyalist Alternatif, onze zusterorganisatie in Turkije
Het referendum van 16 april is geen gewone stembusslag. Het kan integendeel ook het begin van de door Erdogan gewenste dictatuur betekenen. Dat is waarom een Neen-stem zo belangrijk is: het kan dit proces doorkruisen voor het te laat is.
Erdogan en zijn AKP-top verklaren vaak dat ze het slachtoffer zijn van de Gülen-beweging (een islamitische religieuze en sociale beweging onder leiding van de predikant Fethullah Gülen die sinds 1999 in de VS leeft). Gülen wordt er door de Turkse regering van beschuldigd dat hij achter de onsuccesvolle militaire staatsgreep van 15 juli vorig jaar zat.
De waarheid is dat het politieke bewind van de AKP de afgelopen 15 jaar uit valse hoop bestond. Op 16 april hopen Erdogan en de AKP onbeperkte macht te krijgen.
Kruimels voor de armen
De arme massa’s staan bovenaan op de lijst van wie Erdogan hoopt te misleiden. Zijn AKP kwam aan de macht na een economische crisis en zorgde ervoor dat de eigen aanhangers miljoenen dollars op hun rekening kregen dankzij economische groei. De werkenden en de armen moesten zich tevreden stellen met kruimels. De heersende klasse wist overigens perfect hoe het de kruimels van de armen kon terugpakken: inflatie, hypotheken, indirecte belastingen, …
De armen zorgden voor een enorme rijkdom en de AKP zorgde ervoor dat deze middelen naar de rijken gingen in de vorm van subsidies, belastingvoordelen, … In het huidige Turkije betaalt een bediende meer belastingen dan een kapitalist. De AKP wees op het economisch falen van de vorige regeringen om de hoge inflatie af te doen. Tegelijk benadrukte de partij de kruimels voor de armsten waarmee het zichzelf voorstelde als ‘de partij van de armen.’
De AKP probeerde ook de Koerdische bevolking te misleiden. Op basis van kleine toegevingen, zoals het opzetten van een Koerdische staatstelevisie, en door zich voor te doen als een partij die een vreedzame oplossing voor de Koerdische kwestie wil, kon de AKP in noordelijk Koerdistan de tweede partij worden na de pro-Koerdische HDP (Volksdemocratische partij). De Koerdische stemmen zorgden ervoor dat de AKP 15 jaar aan de macht kon blijven. Maar toen de HDP besliste om als partij op te komen en niet als individuele onafhankelijke kandidaten en daarbij nog eens de ondemocratische kiesdrempel van 10% oversteeg, gingen de meeste AKP-zetels in noordelijk Koerdistan naar de HDP. Dit doorkruiste de plannen van Erdogan. Hij reageerde door het vredesproces te stoppen en door de militaire repressie tegen de Koerden op te voeren.
Een ander deel van de bevolking dat misleid werd door Erdogan bestaat uit de linkse liberalen, waarvan er nu veel in de gevangenis zitten of vervolgd worden. Veel van deze mensen speelden een belangrijke rol in het referendum van 2010 toen Erdogan zijn overwinning uitriep op de militaire dominantie. Ook heel wat leidinggevende partijkaders van de AKP werden op een zijspoor gezet en wachten nu om terug een rol te kunnen spelen.
De AKP en Erdogan hebben in samenwerking met Gülen de Kemalistische militaire bureaucratie een nederlaag toegebracht. Dit gebeurde met alle mogelijke legale en illegale methoden. De AKP en Erdogan aarzelden niet om rechtbanken te manipuleren. Veel mensen werden vervolgd, of ze nu wel dan niet betrokken waren bij de Kemalistische fractie binnen de staatsbureaucratie. Op deze manier kon de AKP-regering een ‘overwinning’ uitroepen op de andere fractie van de heersende klasse. Veel van de Gulenisten die de politie en het gerecht geïnfiltreerd waren, speelden een centrale rol in de zuiveringen. Veel van hen zitten nu zelf in de gevangenis nadat in 2010 een machtsstrijd begon tussen Erdogan en de Gulenisten.
Vandaag is er een nieuwe alliantie tussen Erdogan en de extreemrechtse partij MHP van Devlet Bahceli. Toekomstige allianties zijn nog niet duidelijk, maar indien Erdogan het referendum wint heeft hij wel onbeperkte macht.
Het referendum vindt plaats op 16 april en is voor Erdogan van cruciaal belang om zijn politieke macht te behouden. Momenteel loopt die macht leeg zoals een batterij. Erdogan kan zijn politieke macht niet op democratische wijze behouden en dus wordt een virtuele dictatuur de enige optie voor hem. De grondwettelijke amendementen die uit 18 artikels bestaan, zijn een weg naar de dictatuur.
Als deze artikels doorgevoerd worden, dan komen alle machten (wetgevend, uitvoerend en gerechtelijk) in handen van één man: president Erdogan. De president zal dan de regering, het gerecht en het parlement zijn. Hij kan het parlement ontbinden, waardoor de mening van Erdogan als een zwaard van Damocles boven het hoofd van de parlementsleden zal hangen. De parlementairen zullen hun functies verliezen. Ministers kunnen aangesteld worden zonder parlementslid te zijn. De president kan zijn familieleden aanstellen, zoals Aliyev, de president van Azerbeidjan, recent zijn vrouw als vice-president aanduidde. De president zal bovendien partijvoorzitter zijn, waardoor het staatsapparaat kan omgevormd worden tot een partijstaat. Wie geen lid is van de heersende partij dreigt een tweederangsburger te worden. De president of een minister kan enkel afgezet worden indien 400 tot 600 parlementsleden hiervoor stemmen. Zelfs indien zo’n mirakel gebeurt, kan het Hooggerechtshof het ongedaan maken. Het Hooggerechtshof wordt dan uiteraard ook door Erdogan gecontroleerd. Anders gezegd: de president zou geen enkele verantwoording moeten afleggen en het regime zou in de praktijk een dictatuur zijn.
Echte polarisatie is tussen arm en rijk
De Turkse economie kent al even een vertraging waardoor de ruimte voor het vroegere populistische beleid van de AKP-regering er niet langer is. De ultranationalistische benadering en het gebruik van militaire repressie tegen de Koerden leidde tot verlies van AKP-stemmen in Koerdische steden. Dat is waarom de enige strategie van het regime van Erdogan in dit referendum bestaat uit het opvoeren van paranoia onder de massa’s rond het idee van “iedereen is tegen ons” en met het aanklagen van al wie Neen stemt als “terroristen”. Tenslotte worden de overheidsmiddelen gebruikt voor hun campagne.
De campagne van Erdogan in dit referendum bestaat uit provocaties en cynisme. Israël was een tijdje de belangrijkste vijand, daarna speelde de Syrische president Assad deze rol. Rusland werd ervan beschuldigd een put voor Turkije te graven door Assad in Syrië te steunen. Maar nu Rusland en Syrië het ‘Eufrates schild’ van Turkije (de militaire operatie van Turkije in Syrië met lokale bondgenoten) oogluikend toelaten, neemt de AKP-regering gas terug. Nu richt de AKP de kritiek vooral op de VS omdat deze samenwerken met de Koerdische YPG (Volksbeschermingseenheden)/PYD (Democratische Eenheidspartij) in het noorden van Syrië. Op basis van conflicten met Duitsland en Nederland rond het houden van Ja-bijeenkomsten onder de Turkse bevolking in die landen, probeert het regime van Erdogan de steun te vergroten op basis van een slachtofferrol en nationalisme.
Ondanks al deze inspanningen door de AKP wijzen zowat alle peilingen erop dat het Neen-kamp nog steeds voorop ligt. Er is echter een gevaar dat mensen (met reden!) denken dat Erdogan een overwinning van het Neen-kamp sowieso zal stoppen en dat stemmen bijgevolg niet nuttig is. Dit kan in handen van Erdogan spelen.
Elke Neen-stem is een nederlaag voor Erdogan en zijn poging om een dictatoriaal regime te vestigen. De Neen-stemmen zullen niet alleen een stem zijn tegen de nooit geziene aanvallen op democratische rechten en tegen een almachtige president, maar ook tegen de armoedige minimumlonen en pensioenen, tegen de lange rijen in de ziekenhuizen, tegen de werkloosheid en de inflatie, tegen de opeenhoping van kredieten. Anders gezegd: een neen-stem is een stem tegen dictatuur en tegen onderdrukking en uitbuiting.
De afgelopen twee jaar werden gekenmerkt door onderdrukking, angst, terreur en chaos. Een land waar kranten en uitgevers van bovenaf gesloten worden, waar journalisten, academici en ambtenaren afgedankt en opgepakt worden. Een land ook waar stakingen verboden zijn. Turkije is een land geworden waar iedereen dezelfde vraag stelt: ‘Wie is de volgende?’
Elke Neen-stem op 16 april zal bijdragen aan het gezamenlijke verzet dat nodig is tegen de onmenselijke omstandigheden waarin we leven. Verschillende delen van de samenleving organiseren Neen-campagnes, elk met de middelen die zij hebben. Een overwinning van het Neen-kamp op 16 april zou een fantastische opstap zijn naar de heropleving van strijd tegen het pro-kapitalistische en autoritaire bewind van Erdogan. Een overwinning van het Ja-kamp zou een nederlaag zijn, maar zou niet leiden tot een periode van rust. De massale woede onder de bevolking en de economische crisis waarmee het Turkse kapitalisme geconfronteerd wordt, zullen er immers niet mee verdwijnen.
Wat ook het resultaat zal zijn op 16 april: de enorme frustratie en de woede moeten een uitweg vinden in de opbouw van een verenigde arbeidersbeweging met een socialistisch programma, waaronder de verdediging van het recht op zelfbeschikking voor de Koerdische bevolking, maar ook de nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie onder democratisch publiek bezit en beheer van de gemeenschap om in dienst te staan van de werkende klasse en de armen.
-
Turks referendum. Enkel gezamenlijke strijd van alle progressieven en de vakbonden kan presidentieel regime stoppen
Erdogan vs. Rutte en Merkel

Foto vanop wikipedia De brutale onderdrukking van minderheden, de sterke invloed van het leger en het exporteren van Turkse politieke conflicten naar Europa heeft nooit opgewogen tegen de Turks/Europese gemeenschappelijke economische, militaire en politieke belangen. Toch heeft het ervoor gezorgd dat de Europese elites zich nooit relaties met het Turks regime konden veroorloven zonder af en toe kritische geluiden te laten horen. Die geladen relatie is met het referendum in Turkije op 16 april over een grondwetsherziening, die feitelijk neerkomt op een presidentiële coup, omgeslagen naar een regelrechte scheldpartij en een opeenvolging van represailles en tegenmaatregelen.
Artikel door Eric Byl uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Het zag er voor het Westen nochtans even beloftevol uit. In 2009 nam de AKP-regering het Koerdisch Initiatief. Men leek het Koerdisch te gaan gedogen. Er volgde een zesde net op de staatstelevisie dat in het Koerdisch uitzendt. De regering beloofde investeringen in de regio en er werden zelfs gratis koelkasten uitgedeeld. Ze haalde daarmee de Koerdische Partij (DTP) de wind uit de zeilen. Reeds in de parlementsverkiezingen van 2007 werd AKP ook in de Koerdische gebieden de grote overwinnaar. Bovendien leken de AKP en Erdogan zich ten tijde van de revoluties in Noord-Afrika en het Midden-Oosten (2011-2012) te profileren als de vertegenwoordigers van een gematigde en moderne Islam, door het Westen maar al te graag opgevoerd als alternatief op de meer fundamentalistische strekkingen.
Toch viel Erdogan ook toen al regelmatig door de mand. “Een moslim kan geen genocide plegen,” zei hij over Omar al-Bashir (Soedan) toen die door het Internationaal Strafhof vervolgd werd. In 2012 stelde hij anticonceptie gelijk aan landverraad. Wat in mei 2013 begon met een kleine sit-in in Istanboel voor het behoud van het Gezipark, werden massale protesten tegen Erdogan. Er vielen doden en vele duizenden gewonden door politierepressie. Eind 2014 werd het paleis geopend dat Erdogan zich voor 600 miljoen dollar liet bouwen in een beschermd natuurgebied in Ankara. Hij is in meerdere corruptieschandalen verwikkeld en legt hoogstpersoonlijk censuur op aan de Turkse media. Erdogan ging zelfs op de vuist met de nabestaanden van de mijnramp in Soma.
Maar het waren vooral de militaire successen van de Syrische Koerden en de vrees voor een onafhankelijke Koerdische staat, plus het feit dat de AKP in de verkiezingen van 2015 haar absolute meerderheid miste door het succes van de HDP, die voor een ommekeer zorgden. Bovendien viel de forse economische groei van soms meer dan 10% eind 2015 stil. De inflatie bedraagt 8%, de werkloosheid bijna 13%. Er is een massale kapitaalvlucht. De mislukte staatsgreep van 15 juli heeft Erdogan het excuus bezorgd voor een permanente noodtoestand. Meer dan 45.000 mensen waarvan 59 volksvertegenwoordigers van de HDP en 162 journalisten werden in de gevangenis gegooid en 130.000 ambtenaren afgedankt. Tegelijk werden 2100 onderwijsinstellingen en 149 kranten gesloten. Voor 10 miljard dollar aan aandelen werden in beslag genomen en verdeeld onder Erdogan-getrouwe oligarchen. Via het referendum wil hij een presidentieel regime instellen om zijn greep te consolideren.
Als dit lukt, kan Erdogan voortaan per decreet regeren, zelf de begroting bepalen, de noodtoestand uitroepen en persoonlijk benoemen wie hij wil. Hij wordt dan hoofd van het leger en van de geheime diensten. Ministers zullen enkel aan hem verantwoording moeten afleggen en het parlement zal buitenspel staan. Rechtbanken, ook het Grondwettelijk Hof, verliezen alle onafhankelijkheid. In zijn eigen bewoordingen: “Het is een historische kans. Dankzij een sterke macht zal ons land bevrijd zijn van elke voogdij, van drukkingsgroepen en van staatsgrepen.”
Voor de linkerzijde zou dat een ernstige nederlaag betekenen. Tot voor een maand leidde het neen-kamp in peilingen echter met 45,7% tegen 43,7% en 10,6% onbeslisten. Dat is waarom Erdogan de circa 2 miljoen Turkse kiezers in Europa wil mobiliseren die hem doorgaans gunstiger gezind zijn en de balans in zijn voordeel kunnen doen doorslaan. Maar zijn machtsgreep is zo een openlijke schending van alles waarvoor de EU beweert te staan, dat de EU-regeringen er niet gewoon over kunnen zwijgen. Het verbod van meetings met Turkse regeringsvertegenwoordigers in het Duitse Gaggenau en Hamburg en later het verbod in Rotterdam en de uitwijzing om zuiver electorale redenen door de Nederlandse premier Rutte van een Turkse minister die dat wou omzeilen, zijn echter koren op de molen.
Het is begrijpelijk dat sommige progressieve Turken en Koerden hopen dat sancties en inreisverboden voor Turkse regeringsvertegenwoordigers de democratische oppositie in Turkije versterken. Ze vergissen zich. Hij kan daardoor integendeel inspelen op een terechte scepsis onder de Turkse bevolking over het Westers imperialisme en haar nabije-Oosten politiek. Hij zal erop wijzen dat met twee maten en gewichten gewogen wordt als Trump, Poetin of pakweg de Saoedi’s geen strobreed in de weg worden gelegd. Als ‘slachtoffer van de Westerse belangen’ kan hij zo de aandacht afleiden van de verslechterende economie en het falen van zijn Syrië-politiek.
De linkerzijde mag niet in de val lopen van wederzijds opbod tussen de Westerse regeringen en die van Turkije en daardoor in het kamp terecht komen van één van de kapitalistische machten. Deze verboden zouden wel eens een precedent kunnen worden voor soortgelijke beperkingen later op de activiteiten van Koerden, progressieve Turken en anderen. De Turks-Koerdische oppositie moet integendeel beroep kunnen doen op de arbeidersbeweging en alle progressieven. Solidariteit met de gevangen HDP-politici, de vrouwenbeweging en stakingen met protesten voor democratische rechten zijn cruciaal om nationale en religieuze verdeeldheid van de bevolking van Turkije tegen te gaan. Grote gezamenlijke mobilisaties van linkse Turken, Koerden, de Europese linkerzijde en de vakbonden en een gezamenlijke campagne in de wijken en de bedrijven voor een ‘neen’ in het referendum, zijn de enige juiste antwoorden op de bijeenkomsten van het regime in Turkije en erbuiten.
-
Turkse ambassade: geen ‘rellen’ maar bewust geweld tegen Koerdische kiezers

Foto: NavBel Gisteren was het onrustig aan de Turkse ambassade in Brussel. Momenteel kunnen alle mensen met de Turkse nationaliteit in ons land stemmen voor het Turkse referendum over de uitbreiding van de presidentiële macht. President Erdogan wil zijn macht versterken, maar heeft de stemmen van de Europese Turken nodig om het te halen. In eigen land voorspellen de peilingen namelijk een nipt resultaat.
Bij de laatste parlementsverkiezingen stemden 63% van de Belgische Turken voor de AKP van Erdogan, in Vlaanderen was dit zelfs 68%. Met een grotere steun voor Erdogan onder migranten van Turkse afkomst in België en Nederland, werd vanuit de Turkse regering aandacht gegeven aan de campagne bij ons. Er waren echter ook activisten die campagne voerden om ‘neen’ te stemmen. Onder meer in Brussel was er een actieve neen-campagne.
Bij het kieslokaal aan de Turkse ambassade in Brussel kwam het gisteren tot geweld. Er was een agressieve aanval op Koerden die kwamen stemmen in het referendum. De daders waren extreemrechtse Turken die als doel hadden om de neen-kiezers te intimideren. Bij de aanval kreeg een 60-jarige vrouw verschillende messteken. Zij moest naar het ziekenhuis voor verzorging.
De Koerdische vereniging Navbel stelde in een persbericht: “Volgens ons is deze agressie geen toevallige ‘opstoot’ tussen voor- en tegenstanders zoals de Belgische media doen uitschijnen. Er is sprake van een doelbewuste provocatie. Al een paar dagen hing het in de lucht dat er ‘iets’ ging gebeuren. Al een paar dagen hingen verdachte mensen rond in de nabijheid van de ambassade. De stembusgangers hadden er hun beklag over gedaan. De voorzitter van NavBel, Mustafa Kumral, tevens ook HDP-vertegenwoordiger en gemachtigd om de stembusgang bij te wonen en te controleren, heeft de voorbije dagen herhaaldelijk contact gehad met de Brusselse politie om hen hiervoor te waarschuwen. Op donderdagochtend stonden deze mensen er weer en heeft de voorzitter van NavBel direct de ambassadeur gewaarschuwd. Zij heeft laconiek gereageerd en de dreiging weggelachen. Vervolgens heeft Mustafa contact gehad met de vertegenwoordigers van de overige Turkse politieke partijen, inclusief de AKP, om in te grijpen. Maar niemand heeft iets gedaan.”
Er is geen sprake van ‘rellen’ in een ‘geïmporteerd conflict’, zoals de media en de regering het laten uitschijnen. Koerdische kiezers werden bewust aangevallen en geïntimideerd als onderdeel van de campagne vanuit het Turkse regime om de eigen macht te vergroten. Die campagne heeft een impact op de migranten van Turkse afkomst en het versterkt de polarisatie. Tegelijk is het algemeen geweten dat Koerdische activisten een rol spelen in de neen-campagne. De linkse partij HDP was bij de vorige parlementsverkiezingen de tweede partij onder de kiesgerechtigden in België, maar toch wordt ze uitgesloten bij de controle op de stembusgang voor dit referendum.
NavBel roept op om niet aan de intimidatie toe te geven en in alle rust en waardigheid aan het referendum deel te nemen om daarin neen te stemmen aan een presidentieel regime. In een persbericht benadrukt NavBel: “De Koerdische strijd is er één voor democratie, mensenrechten, nationale rechten en socialisme. Het is een strijd voor emancipatie van alle onderdrukten, een strijd die samen en internationaal gevoerd moet worden. We kunnen niet lijdzaam toekijken hoe Turkije afglijdt in een dictatoriale theocratie. We zullen onze politieke strijd voor een alternatieve, basis-democratische, feministische en socialistische maatschappij verderzetten.”
Zoals we in de aprileditie van maandblad ‘De Linkse Socialist’ opmerken, is er solidariteit nodig. “De oppositie tegen een dictatoriaal presidentieel regime in Turkije moet beroep kunnen doen op de arbeidersbeweging en alle progressieven. Solidariteit met de gevangen HDP-politici, de vrouwenbeweging en stakingen met protesten voor democratische rechten zijn cruciaal om nationale en religieuze verdeeldheid van de bevolking van Turkije tegen te gaan. Grote gezamenlijke mobilisaties van linkse Turken, Koerden, de Europese linkerzijde en de vakbonden en een gezamenlijke campagne in de wijken en de bedrijven voor een ‘neen’ in het referendum, zijn de enige juiste antwoorden op de bijeenkomsten van het regime in Turkije en erbuiten.” Na het geweld aan de Turkse ambassade in Brussel is dit enkel des te meer het geval.
-
Turkije glijdt af naar dictatuur

Koerdisch protest in Brussel vorige maand. Foto: Liesbeth In de nacht van 3 op 4 november 2016 arresteerde de Turkse politie Selahattin Demirta? en Figen Yüksekda?, de twee co-leiders van de linkse oppositiepartij HDP. Samen met hen werden nog 10 andere HDP-parlementsleden opgepakt. Deze arrestaties zijn opnieuw een voorbeeld van hoe president Erdogan alle oppositie tegen zijn autoritair beleid monddood wil maken.
Artikel door Tim (Gent) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Erdogan probeert machtspositie te herstellen
De verkiezingen van juni 2015 maakten duidelijk dat de onbetwiste politieke hegemonie van Erdogans AKP voorbij was. Voor het eerst sinds 2002 verloor de partij toen haar absolute meerderheid. Een decennium van neoliberale aanvallen, een autoritair bewind met steeds verdergaande repressie tegen de arbeidersbeweging en andere oppositiekrachten, en het uitblijven van de door de AKP beloofde verbetering van de levensstandaard bij brede lagen van de bevolking hebben de autoriteit van Erdogan in Turkije aangetast.
De verkiezingsnederlaag was dan ook een wake up call: Erdogan maakte gretig gebruik van de aanslagen in zijn land om democratische rechten verder aan banden te leggen. Dat was onder meer zo bij de aanslag in juli 2015 tegen een groep socialistische jongeren in Suruç, en de aanslagen in Ankara en tegen de luchthaven van Istanboel in juni 2016. Op basis van die strategie en van een nationalistisch discours wist de AKP bij de verkiezingen van november 2015 een deel van haar electoraal verlies te recupereren, en opnieuw een absolute meerderheid in het parlement te behalen.
Na de mislukte militaire staatsgreep in juli 2016 ging de repressie tegen de oppositie nog een versnelling hoger: duizenden journalisten, academici en oppositiefiguren vlogen in de gevangenis. De AKP maakte handig gebruik van de situatie door vele bedrijven en bedrijfjes over te nemen die in handen waren van de Gülenbeweging, die ervan verdacht werd de staatsgreep te hebben georganiseerd. Die bedrijven konden goedkoop doorverkocht worden aan zakenlui met banden met de AKP, om zo de tanende sociale basis van de partij enigszins te herstellen.
Een specifiek onderdeel van deze repressie is de oorlog die Erdogan voert tegen de Koerdische bevolking en haar politieke organisaties. De aanklacht tegen de aangehouden HDP-leiders is dat zij niet actief genoeg zouden meewerken met het politieonderzoek naar terroristische elementen binnen de Koerdische beweging. Hoewel bepaalde individuen en organisaties binnen de brede Koerdische nationale beweging inderdaad nog steeds individueel terrorisme tegen het Turkse leger en de politie als strategie aanhangen, is er geen enkele formele band tussen deze organisaties en de HDP. Integendeel: de HDP is opgericht als een linkse kracht die breder is dan de Koerdische nationale beweging. Hoewel de partij vooral sterk staat binnen de Koerdische gebieden, haalt ze ook veel stemmen in andere delen van Turkije, vandaar haar grote succes in de verkiezingen in juni 2015.
Regime kan intrinsieke zwakte niet overstijgen
Erdogans pogingen om de HDP te linken aan terrorisme hebben als doel om de steun voor die partij te ondermijnen, vooral in de niet-Koerdische delen van Turkije. In Koerdistan zelf is de repressie ondertussen uitgebreid naar een regelrechte burgeroorlog tegen de Koerdische bevolking. De AKP en Erdogan blijven verwoede pogingen doen om koste wat het kost aan de macht te blijven in Turkije, onder Tywin Lannisters motto “Een leeuw laat geen slaap over de mening van een schaap.” Hoe hard ze echter probeert, het Turkse regime slaagt er niet in haar intrinsieke zwakte te overstijgen: steeds minder mensen laten zich als schapen leiden door de Turkse leider.
Zo heeft Erdogan zich heel verdienstelijk opgesteld tegenover de Europese politieke leiders in de vluchtelingencrisis: in ruil voor vele miljarden heeft hij grote delen in zijn land herschapen in grote vluchtelingengetto’s waar zijn leger op grote schaal de mensenrechten van de Syrische en Iraakse vluchtelingen schendt. Hoewel de Europese leiders tevreden zijn dat hij de vluchtelingenstroom via zijn land naar Europa heeft gestopt en ze graag een oogje dichtknijpen bij het feit dat dit op de meest schandalige en onmenselijke manier gebeurt, toont de afwachtende houding van de meeste Westerse landen bij de staatsgreep van 2016 duidelijk aan dat hun relaties met Erdogans regime niet erg hartelijk zijn.
Ondanks de repressie slaagt het Turkse leger er niet in om terug controle te krijgen over de Koerdische gebieden in zuidoostelijk Turkije, laat staan dat ze een poot krijgen in de burgeroorlog in Syrië. Het Turkse leger is verzwakt, slaagt er niet in om grote overwinningen te boeken, en het gevaar van een nieuwe poging tot militaire staatsgreep is geenszins weg.
Tegelijk blijft de Turkse economie het barslecht doen, en zijn er dagelijks protesten tegen het neoliberale beleid en de repressie. De beweging in het Gezi Park en op het Taksimplein in 2013 toont het potentieel voor een massabeweging in Turkije. De Turkse zusterorganisatie van LSP, Sosyalist Alternatif, propageert de noodzaak van dergelijke massa-actie tegen het asociaal beleid en de repressie van Erdogan. Ze komt in deze beweging tussen met een programma gebaseerd op klasseneenheid tussen de verschillende bevolkingsgroepen in de regio, en de noodzaak van een socialistisch programma om de rijkdommen in de regio te gebruiken voor de noden van de hele bevolking, los van etnische of religieuze achtergrond. Enkel zo is er een basis voor een duurzame vrede en stabiliteit in het Midden-Oosten.
-
Donderdag Europese betoging tegen dictator Erdogan

Affiche voor de betoging. Afspraak: donderdag 17 november om 10u aan Brussel Noord Komende donderdag is er in Brussel een Europese betoging tegen het dictatoriale bewind van Erdogan in Turkije. Het initiatief voor de betoging komt van de HDP, de linkse partij die vervolgd wordt in Turkije (eerder deze maand werden 11 parlementsleden en de voorzitters van de partij opgepakt). De betoging wordt ondersteund door Koerdische organisaties.
LSP roept op tot deelname aan deze betoging en steun aan het protest tegen dictator Erdogan. Turkije glijdt af naar een dictatoriale politiestaat waarin elke vorm van oppositie gewelddadig de kop wordt ingedrukt. Tegelijk neemt de instabiliteit toe, zowel regionaal als in Turkije zelf. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij het beleid van Erdogan en zijn conservatieve AKP-kliek.
In de strijd tegen het dictatoriale bewind van Erdogan zal internationale solidariteit een belangrijke rol spelen. De toenemende repressie en het geweld in Turkije en Koerdistan, waar volledige dorpen platgegooid worden door het leger, maken het steeds moeilijker om het verzet in dat land te organiseren. Om dit toch tot op zekere hoogte te kunnen doen, zal het cruciaal zijn om een benadering te vinden die aansluit bij de gewone Turkse werkenden en hun gezinnen. Ook zij gaan gebukt onder het beleid van Erdogan maar staan tegelijk onder invloed van de aanhoudende propagandamachine. De sociale problemen van dalende koopkracht, gebrek aan werk en onveiligheid zijn niet veroorzaakt door de Koerdische bevolking, maar door het asociale regime van Erdogan die meer bezorgd is om zijn eigen machtspositie en prestige dan om het lot van de gewone Turkse bevolking.
Er is een grote diaspora van Koerdische activisten in Europa. Zij neemt het voortouw in het protest, maar we zullen de progressieve Koerden toch niet alleen laten strijden? Afgelopen weekend was er in het Duitse Keulen een grote betoging tegen Erdogan, nu donderdag volgt Brussel. In Keulen namen ook delegaties van verschillende linkse organisaties deel, waaronder onze Duitse zusterorganisatie. We hopen donderdag in Brussel eveneens delegaties en vertegenwoordigers van Belgische linkse organisaties en partijen te zien.
De eisen die wij daarbij zullen verdedigen zijn:
- Laat alle opgepakte HDP-parlementsleden en leiders vrij
- Heraanstelling van alle democratisch verkozen burgemeesters
- Stop de noodtoestand en de vervolging van dissidente stemmen
- Voor volledige democratische rechten, waaronder het recht op organisatie en protest
- Voor vrije meningsuiting en vrijheid van media
- Neen aan nieuwe oorlogen en bezettingen, haal de troepen terug
- Voor eengemaakt protest doorheen Turkije en de rest van de wereld als startpunt voor het verzet tegen het bewind van Erdogan
- Weg met Erdogan en het kapitalistische AKP-regime
