Tag: Syrië

  • Neen aan het Turks offensief tegen Rojava

    Koerdisch protest tegen de oorlog. Foto: Natalia Medina

    Systeem in crisis versterkt de instabiliteit

    Terwijl een nieuwe wereldwijde economische recessie dreigt, zijn er dit jaar al massale opstanden uitgebroken in onder meer Hongkong, Algerije, Soedan, Ecuador, Catalonië, Libanon, Irak, Chili, Egypte, …. Geconfronteerd met de groeiende economische en sociale crisis en de daaruit voortvloeiende instabiliteit overwegen de heersende elites steeds meer om risicovolle avonturen aan te gaan. Zoals het spreekwoord zegt: een kat in het nauw maakt soms rare sprongen. De Turkse militaire agressie tegen Rojava in het noordoosten van Syrië is een waarschuwing voor de sprongen die we van wanhopige leiders mogen verwachten.

    Artikel door Nicolas Croes

    Export van een interne crisis

    De gemeenteraadsverkiezingen van april jongstleden waren een belangrijke tegenslag voor de conservatieve islamistische partij van president Erdogan, de AKP, die sinds 2002 aan de macht is. De partij verloor de hoofdstad Ankara, maar ook Istanbul en de belangrijke steden Antalya en Adana. Het resultaat was des te opmerkelijker gezien het quasi-monopolie van de partij op de media en de arrestatie van duizenden tegenstanders onder het voorwendsel van de mislukte staatsgreep van 2016. De partij van de president haalde nationaal slechts een meerderheid van de stemmen (51,67%) dankzij een alliantie met de extreemrechtse partij MHP.

    Als de AKP sinds 2002 steeds opnieuw de verkiezingen won, kwam dit vooral door de sterke economische groei in het land. Dit keer waren de belangrijkste thema’s de economische recessie (de eerste sinds 2009), de waardevermindering van de Turkse munt en de plotse stijging van de werkloosheid. Tegen de achtergrond van grote economische, sociale en politieke uitdagingen, koos Erdogan ervoor om de aandacht af te leiden in de richting van Syrië en meer bepaald de Koerden in het noorden van Syrië.

    Heldhaftige Koerden nogmaals verraden

    De Koerden vormen een staatloze natie, verdeeld tussen Irak, Iran, Syrië en Turkije. Dat is het geval sinds de Sykes-Picot-akkoorden waarmee de imperialistische machten het Midden-Oosten na de Eerste Wereldoorlog verdeelden. Na de instabiliteit die volgde op de invasie van Irak in 2003, werd in het noorden van dat land een Koerdische autonome zone gecreëerd. Dit was ook het geval in het noorden van Syrië toen de volksopstand van 2011 in een burgeroorlog veranderde en de troepen van Bashar al-Assad naar het zuiden trokken. Deze Syrische gebieden vormen Rojava, een gebied waar verschillende etnische groepen (Koerden, Arabieren en Turkmenen) en verschillende geloofsgemeenschappen zonder conflicten samenleven.

    Toen ISIS terrein won, vochten Koerdische milities hard om deze extreemrechtse kracht te stoppen. Dit was vooral in Syrië het geval waar de Volksbeschermingseenheden (YPG, de gewapende vleugel van de Democratische Uniepartij PYD) ISIS terugdreven. Een groot gebied in Noord-Syrië kwam hierdoor onder Koerdische controle, tot groot ongenoegen van het Turkse regime, dat vreesde voor de gevolgen voor de strijd voor het zelfbeschikkingsrecht van de Koerden in Turkije.

    Niemand twijfelt aan de heldhaftigheid van de Koerdische strijders in hun strijd tegen ISIS. Geconfronteerd met het gevaar van islamistische terroristen, werd uit wanhoop een alliantie gesloten met de VS en Rusland om luchtsteun te verkrijgen.

    LSP had begrip voor de wanhoop van deze situatie, maar verwees onder meer naar de gebeurtenissen van 1991. De VS moedigden toen een Koerdische opstand tegen Saddam Hoessein in Irak aan, maar lieten vervolgens toe dat Saddam overging tot het afslachten van de Koerden. De Koerdische strijders werden opnieuw gebruikt als kanonnenvoer en bij de eerste gelegenheid verraden. Toen ISIS, de gemeenschappelijke vijand, verdreven was, wilden de imperialistische en regionale machten hun belangen beschermen. Geen enkele van die machten willen dat strijdbare Koerden die voor hun recht op zelfbeschikking opkomen daarin tussenkomen.

    Zodra ISIS teruggedrongen was, gaven de VS en Rusland groen licht aan Turkije om Syrië binnen te vallen. Ze deden dit in de hoop hun eigen betrekkingen met het Turkse regime te stabiliseren. Pas in 2016 begon het Turkse leger bases van ISIS in Syrië te bombarderen. Onder het mom van de ‘oorlog tegen het terrorisme’ werden meteen ook Koerdische gebieden in Rojava gebombardeerd. In datzelfde jaar beëindigde Erdogan eenzijdig het ‘vredesproces’ met de Koerden in Turkije en ontketende hij een ware oorlog tegen de Koerden in eigen land. In 2018 viel Turkije Afrin binnen, één van de drie autonome kantons van Rojava. De volgende fase van het plan om Rojava te bestrijden, werd in oktober opgestart.

    Erdogan wil naar eigen zeggen de Syrische vluchtelingen in Turkije overbrengen naar Noord- en Oost-Syrië waar hij bufferzones wil tussen de Koerdische regio’s door de samenstelling van de bevolking te veranderen en Arabieren en Koerden tegen elkaar op te zetten. Tegelijk gebruikt hij dit om in eigen land te zeggen dat de druk van de aanwezigheid van 3,5 miljoen Syrische vluchtelingen hierdoor zal verlicht worden en diezelfde vluchtelingen worden als chantagemiddel gebruikt tegen de EU.

    Het resultaat is een oorlog tegen de meest efficiënte strijders tegen ISIS en er is de mogelijkheid dat die reactionaire groep zichzelf kan reorganiseren. Neen, het is niet de rechterzijde in Turkije, de VS, Rusland of de EU die het terrorisme zal stoppen!

    Bouwen aan een brede anti-oorlogsbeweging

    De VS en Rusland hebben Rojava al laten vallen. De Europese Unie is een gevangene van het eigen migratiebeleid. Erdogan dreigde sinds 2017 regelmatig om een einde te maken aan de overeenkomst die bepaalt dat elke migrant die na een doorreis door Turkije op de Europese kusten aankomt naar Turkije kan teruggestuurd worden. Afgelopen zomer keurde de Europese Commissie nogmaals voor 1,4 miljard euro steun aan Turkije goed. Sinds de aanstelling van Turkije als grenswachter voor de EU werd al 5,6 miljard euro beloofd en 2,3 miljard euro effectief betaald. Meteen na het begin van het offensief op Rojava verklaarde Erdogan: “Beheers u, Europese Unie. Ik zeg het nog één keer: als u probeert onze huidige operatie als een bezetting te bestempelen, dan hebben we gemakkelijk spel. Dan zetten we de deuren open en sturen we u 3,6 miljoen vluchtelingen.”

    De enige betrouwbare partner voor Rojava is een brede anti-oorlogsbeweging die het recht op zelfbeschikking van onderdrukte volkeren in haar strijd integreert. In deze beweging kan meteen de discussie gevoerd worden over welk soort staat en samenleving nodig is om een einde te maken aan oorlog en uitbuiting. Op korte termijn is het moeilijk om in Turkije een anti-oorlogsbeweging uit te bouwen, onder meer door het gebrek aan democratische rechten en de invloed van de stormvloed aan nationalistische oorlogspropaganda. Maar desondanks moeten alle linkse krachten, waaronder de vakbonden, standpunt innemen en het verzet tegen de oorlog stimuleren.

    Zoals Sosyialist Alternatif, onze Turkse zusterorganisatie, opmerkt: “De omstandigheden zullen veranderen naarmate de oorlog voortsleept en alle tegenstrijdigheden en gevolgen ervan duidelijk worden voor de arbeidersklasse. Het zal duidelijk worden dat het Erdogan-regime de oorlog gebruikt om de aandacht af te leiden van de politieke realiteit, waarin de verarming van de arbeidersklasse, de hoge kosten van levensonderhoud en de werkloosheid alleen maar toenemen.”

    In verschillende Europese landen, waaronder België, waren er vanuit de Koerdische gemeenschap al anti-oorlogsacties. Vakbonden, vredesbeweging en linkse organisaties moeten daaraan deelnemen en tegelijk aandacht besteden aan oproepen aan Turkse arbeiders en armen om hen los te maken van de propaganda van Erdogan.

    Vandaag zit het Midden-Oosten in een dodelijk kluwen waar arbeiders, armen en onderdrukten gedwongen worden elkaar af te slachten te midden van hongersnood, ziekte, dood, armoede en migratie. Het tegengif voor dat bloedbad is strijd tegen imperialisme en kapitalisme, en voor een echt alternatief op basis van de eenheid van de werkende klasse zonder enig onderscheid op basis van etnische achtergrond, religieuze strekking of gender; voor een samenleving zonder uitbuiting of nationale onderdrukking, met andere woorden een democratische en vrijwillige socialistische confederatie van het Midden-Oosten. Hoewel dit vandaag bijzonder moeilijk lijkt, is er geen andere weg vooruit.

  • Nee tegen de oorlog in Noord- en Oost-Syrië!

    Een internationale anti-oorlogsbeweging is nodig!

    Het regime van Erdo?an, dat groen licht kreeg van het Amerikaanse imperialisme, heeft een massale invasie in Noord- en Oost-Syrië op gang gebracht. Op 9 oktober zijn oorlogsvliegtuigen van de Turkse strijdkrachten begonnen met het bombarderen van de regio. De heersende elite heeft bewezen dat er geen grenzen zijn aan hun cynisme en heeft deze oorlog “Operatie Fontein van de Vrede” genoemd. Een golf van internationale protest kan een einde maken aan de acties van deze uitbuiters, die de rechten van de werkende massa’s en armen van Turkse, Koerdische, Arabische en andere nationaliteiten met de voeten te treden en opnieuw bommen en tanks inzetten tegen gewone mensen.

    Verklaring van Socialistisch Alternatief – onze Turkse zusteroganisatie. PDF van deze tekst

    Het Erdo?an-regime en zijn aanhangers gebruiken de term “veilige zone” om de aanval van de op een na grootste militaire macht van de NAVO, vergezeld door jihadisten uit de regio, op Noord- en Oost-Syrië te rechtvaardigen. Zoals de VS en andere imperialistische krachten hun oorlogen tegen Afghanistan, Irak en andere landen hebben gerechtvaardigd als “het brengen van democratie”, zo beschrijven het regime van Erdo?an en zijn aanhangers deze oorlog als noodzakelijk voor de “grensbeveiliging”. Zij verwachten dat wij hun leugens geloven. Dit is slechts en niet meer dan demagogie, zoals blijkt uit de meer dan 100.000 mensen die al ontheemd zijn geraakt door het offensief van het Turkse leger. Tijdens de Syrische oorlog zijn honderdduizenden mensen om het leven gekomen, miljoenen mensen zijn hun huizen ontvlucht en hele steden zijn verwoest. Maar tot nu toe was de noordoostelijke regio van Syrië, tot aan de Turkse grens, relatief stabiel.

    Het regime van Erdo?an heeft nooit een vinger uitgestoken toen ISIS mensen levend verbrandde, onthoofde en tot slaaf maakte. De eerste en laatste operatie tegen ISIS nabij de Turkse grens werd in augustus 2016 uitgevoerd door de Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF – voornamelijk bestaande uit de Koerdische YPG/YPJ). Zij trokken naar het westen van de Eufraat, met dien verstande dat zij ISIS zouden verdrijven, maar de controle over de regio niet zouden overnemen.

    De belangrijkste reden voor deze door het regime van Erdo?an geïnitieerde oorlog is de vrees dat de Koerden in Syrië hun aanspraken op democratische rechten zullen realiseren. Hij is bang dat dit een aanmoediging zal zijn voor de meer dan 20 miljoen Koerden die binnen de grenzen van Turkije wonen, die zelfs de minste democratische rechten missen in vergelijking met de rechten die ze de afgelopen acht jaar in het noordoosten van Syrië hebben verworven. Dit verklaart waarom alle partijen en alle geledingen van het regime in Turkije, van de kemalisten tot de neo-Ottomanen, de islamisten tot de ultranationalisten, in de rij staan om de nationaal-chauvinistische lijn van Erdo?an te steunen. Allemaal hebben ze deze militaire operatie in het parlement goedgekeurd, waardoor het Turkse leger de grens over kan gaan.

    Imperialistische ambities

    Het regime vermeed bij de operatie om Afrin in januari 2018 te veroveren zorgvuldig het gebruik van de term ‘oorlog’, maar nu laat Erdo?an alle media klaar en duidelijk verklaren dat dit een oorlog is.

    Deze operatie is bedoeld als een veroveringsoorlog door het Erdo?an-regime. Het is gericht tegen het zelfbestuur van de Koerden, maar het moet ook nieuwe mogelijkheden scheppen voor Turkije om een imperialistische mogendheid te worden, door het noorden en oosten van Syrië over te nemen. Het regime verwijst voortdurend naar de territoriale integriteit van Syrië, maar dit is slechts een tactiek. Als het Erdo?an-regime alleen maar geïnteresseerd was in maatregelen om de Koerden te blokkeren, zou het met het Assad-regime een gemeenschappelijke aanpak zijn overeengekomen, in plaats van het risico te lopen op een onzekere uitkomst.

    Het regime heeft nog een ander zeer duidelijk doel: het wil delen van de vluchtelingen die in Turkije wonen terugsturen naar de verschillende delen van Noord- en Oost-Syrië en bufferzones tussen de Koerdische gebieden creëren, ze opheffen door de bevolkingsstructuur te veranderen en door Arabieren en Koerden tegen elkaar op te zetten. Dit werd eerder gedaan door het regime van Hafez al Assad om de zogenaamde ‘Arabische gordel’ te creëren. Het regime wil bovendien de jihadistische groepen die nu vastzitten in Idlib, in het westen van Syrië, verder naar het oosten overbrengen om hun aanwezigheid in het land voor de middellange en lange termijn te consolideren. Uiteraard wordt de regio ook opengesteld voor Turkse bedrijven, met name in de bouwsector, om de teruglopende Turkse economie nieuw leven in te blazen.

    Hypocrisie van het Amerikaanse imperialisme

    Het Amerikaanse imperialisme heeft in zijn campagne tegen Assad in Syrië in eerste instantie rechtstreeks wapens en luchtsteun verleend aan de YPG (Volksbevrijdingseenheden) tijdens de kritische belegering van Kobane tegen ISIS, nadat deze laatste een groot gebied had ingenomen en een ‘islamitische staat’ had uitgeroepen. Maar de relatie van de VS met de YPG heeft gevolgen voor de verhouding met het Turkse regime, een belangrijke partner van de VS in de NAVO. Het regime van Erdo?an, dat zich verbonden voelde met de VS tegen het Assad-regime, gebruikte de aankoop van S-400 raketten uit Rusland om defensieve tactische betrekkingen met het Kremlin te ontwikkelen. Dit hield de VS onder constante druk om aan Erdo?an’s belangrijkste eis te voldoen: de band met de Koerdische strijdkrachten doorknippen. Het lijkt erop dat de recente beslissing van Trump om deze operatie toe te staan bedoeld was om aan deze eis te voldoen, nadat het door ISIS gecontroleerde gebied praktisch tot niets was gereduceerd.

    Dit volgt, minder dan een maand geleden, op de inspanningen van de VS om de SDF over te halen zich verder terug te trekken, in het kader van een overeenkomst rond een zogenaamd ‘beveiligd gebied’ met Turkije.  Het Amerikaanse imperialisme bedroog de SDF vooraleer het licht op groen te zetten voor Erdo?an’s operatie.

    Russische en Syrische berekeningen

    De operatie om Noord- en Oost-Syrie binnen te vallen, zou niet mogelijk zijn zonder de goedkeuring van het Syrische regime en dat van Assad’s grote broer – het regime van Poetin. De berekeningen van Rusland en Syrië zijn relevant als het gaat om de invloed van Turkije op de jihadistische groepen.

    Toen Turkije in 2016 het gebied tussen Kobane en Afrin binnenviel, zorgde dit ervoor dat de jihadistische troepen van Aleppo naar Idlib trokken. Dit was zo’n voordeel voor Syrië en Rusland dat ze de andere kant op keken. Ook lieten ze begaan toen het Turkse leger Afrin binnenviel en jihadisten van Zuid-Damascus naar Idlib verhuisden. Als gevolg van deze operaties werden alle jihadistische groeperingen die voorheen verspreid waren over Syrië verzameld op één plaats: Idlib.

    Nu Turkije het noorden en oosten van Syrië bezet houdt, is het waarschijnlijk dat het de jihadistische troepen uit Idlib zal verdrijven en verder naar het noorden en oosten van Syrië zal duwen. De Syrische en Russische regimes hebben met hetzelfde doel een uitgebreide militaire operatie in dat gebied gepland. Uit de laatste militaire rapporten blijkt dat de Russische luchtaanvallen op Idlib, indien deze bevestigd worden, ongetwijfeld kaderden in dit proces.

    Daarnaast is het regime van Assad ook geïnteresseerd in het beëindigen van de democratische en sociale aspiraties van het Koerdische volk en laat Assad graag toe dat de Koerden onder Turkse onderwerping worden geplaatst, voordat ze gedwongen worden om zich opnieuw onder zijn regime te onderwerpen.

    David tegen Goliath

    De SDF hebben aangekondigd dat ze op alle fronten tot de finish zullen vechten, maar het is onduidelijk hoe lang ze tegen een van de grootste legers van de NAVO kunnen vechten. Anders dan in Afrin is het grondgebied ten oosten van de Eufraat vlak. Dit betekent dat een open front-oorlog tegen een goed uitgeruste militaire machine niet gemakkelijk te onderhouden zal zijn. De Afrin-operatie heeft twee maanden geduurd, maar toch kan deze oorlog langer duren.

    Op korte termijn is het moeilijk om in Turkije een anti-oorlogsbeweging te ontwikkelen, vanwege het gebrek aan democratische rechten en vrijheid van meningsuiting, en met grote delen van de arbeidersklasse die beïnvloed zijn door nationalisme en oorlogspropaganda. Toch moeten alle linkse en socialistische krachten, inclusief de vakbonden, onmiddellijk actie ondernemen. De omstandigheden zullen veranderen naarmate de oorlog voortsleept en alle tegenstrijdigheden en gevolgen ervan duidelijk worden voor de arbeidersklasse. Het zal duidelijk worden dat het Erdo?an-regime de oorlog gebruikt om de aandacht af te leiden van de politieke realiteit, waarin de verarming van de arbeidersklasse, de hoge kosten van levensonderhoud en de werkloosheid alleen maar toenemen.

    In eerste instantie is het waarschijnlijker dat er op internationaal niveau, met name in Europa, een effectieve reactie op de invasie ontstaat. De Europese arbeidersklasse is zich terdege bewust van deze kwestie, met name vanwege de rol die de Koerdische strijders in de oorlog tegen ISIS speelden. Vakbonden, niet-gouvernementele organisaties en links kunnen een internationale anti-oorlogsbeweging op gang brengen. Maar het is cruciaal dat er een beroep wordt gedaan op Turkse arbeiders en armen, want in Turkije stelt Erdo?an internationale reacties tegen de oorlog voor als louter ‘imperialistische druk’.

    De invasie van Noord- en Oost-Syrië zal geen van de problemen van de Turkse arbeidersklasse oplossen. Het ontzeggen van het recht van de Koerden op zelfbeschikking in hun woonplaats, in gelijkheid met andere mensen, zal geen positieve bijdrage leveren aan de levensomstandigheden van de arbeidersklasse. Integendeel, deze oorlog zal de macht van de heersende klasse versterken, meer haat onder de mensen veroorzaken en nieuwe etnische en sektarische conflicten uitlokken.

    Vandaag zit het Midden-Oosten in een dodelijk kluwen waar arbeiders, armen en onderdrukten worden afgeslacht te midden van hongersnood, ziekte, dood, armoede en migratie. Het tegengif voor dat bloedbad is strijd tegen imperialisme en kapitalisme, en voor een echt alternatief op basis van de eenheid van de werkende klasse zonder enig onderscheid; voor een samenleving zonder uitbuiting of nationale onderdrukking, met andere woorden een democratische en vrijwillige socialistische confederatie van het Midden-Oosten. Hoewel dit vandaag bijzonder moeilijk lijkt, is er geen andere weg vooruit.

    • Nee tegen de oorlog tegen de Koerden!
    • Stop onmiddellijk de operatie ‘Fontein van de Vrede’!
    • Vakbonden, NGO’s en links, in Turkije en internationaal, moeten overgaan tot anti-oorlogsprotest!
    • Stop alle steun aan jihadistische groepen, of het nu gaat om het Vrije Syrische Leger of het Syrische Nationale Leger!
    • Alle imperialistische krachten uit het Midden-Oosten!
    • Verdedig het zelfbeschikkingsrecht van de Koerden en van alle onderdrukte groepen!
    • Alle arbeiders, boeren, jongeren en vrouwen uit het Midden-Oosten moeten zich verenigen tegen discriminatie op grond van religie, taal of en geslacht. Dit kan onder de vlag van het socialisme!
    • Leve de internationale solidariteit van de arbeiders!
    • Voor een democratische en vrijwillige socialistische confederatie van het Midden-Oosten.
  • Rojava: nee tegen de Turkse invasie!

    Artikel door Claus Ludwig SAV (CWI in Duitsland) PDF van dit artikel

    Er begint een nieuwe fase in de oorlog in Syrië, nu president Recep Tayyip Erdogan bevel gaf aan Turkse troepen om de Koerdische regio Rojava in het noorden van Syrië aan te vallen en te bezetten. De eerste golf van troepen heeft de grens overgestoken. Dit ging gepaard met grootschalige luchtaanvallen waardoor de bevolking van de regio in een staat van grote paniek is geraakt. Dit gebeurt slechts drie dagen nadat Donald Trump in een telefoontje met Erdogan beloofde dat Amerikaanse troepen uit Noord-Oost Syrië worden terug getrokken.

    Turkse eenheden, die in 2018 al zijn binnengevallen in Afrin, de geografisch geïsoleerde westelijke provincie van de Koerdische regio, kregen tijdens dit telefoontje met Trump in wezen groen licht om Rojava over te nemen.

    Dit is het begin van de volgende fase van de oorlog tussen de wereldmachten en de regionale mogendheden, een oorlog die op Syrisch grondgebied wordt uitgevochten tegen een vreselijke prijs voor het Syrische volk.

    De uitkomst is onzeker. President Erdogan zal gebruik maken van de verpletterende superioriteit van het Turkse leger, maar hij heeft herhaaldelijk bewezen een stuntelende strateeg te zijn. De Koerdische Volksbevrijdingseenheden (YPG) en Vrouwen Beschermingseenheden (YPJ) die momenteel de controle hebben over Rojava hebben niet het militaire potentieel om zich te verzetten tegen de Turkse tanks en luchtmacht. Hun bewezen heldenmoed, gemotiveerd door de verdediging van hun huizen, zal niet volstaan om de Turkse vuurkracht te weerstaan. Maar ondanks dit alles zal Erdogan niet in staat zijn om de regio te “pacificeren”. Zelfs als hij al vroeg bloedige overwinningen boekt, zal hij niet in staat zijn om zijn bewind af te dwingen zonder verder geweld. De Koerdische eenheden zullen, net als in Afrin, doorgaan met het voeren van een guerrillaoorlog.

    Naarmate het verzet in Zuidoost-Turkije, Noord-Irak en Noord-Syrië toeneemt, zal het oorlogsgebied zich uitbreiden. Hoe langer het verzet tegen de invasie en de daaropvolgende guerrillastrijd duurt, des te sterker zal dit effect hebben op het Koerdische conflict in Turkije zelf. Het nieuwe verstoorde machtsevenwicht binnen Syrië zal nog verwarrender worden. De Amerikaanse regering stelde bij de terugtrekking van de troepen dat deze niet langer nodig zijn omdat het kalifaat van ‘Islamitische Staat’ verslagen is. Maar IS werd op de grond verslagen door Koerdische eenheden. Duizenden islamistische militanten en hun familieleden bevinden zich momenteel in Koerdische interneringskampen. De Turkse invasie kan ertoe leiden dat zij vrijkomen.

    Een nederlaag voor de Koerdische strijdkrachten zal onmiddellijk een vacuüm creëren, waarin reactionaire islamistische krachten kunnen inbreken. Het Erdogan-regime heeft in het verleden IS-troepen rechtstreeks gebruikt om de bevolking te terroriseren. Nu worden islamistische milities in Afrin ingezet als grondtroepen onder controle van het Turkse leger. Maar of Erdogan nu rechtstreeks op de islamisten leunt of hen in bedwang probeert te houden – zij zullen zich hergroeperen met als doel Koerdistan te vernietigen.

    Als Turkije zijn belofte nakomt om veel Syrische vluchtelingen – meestal van Arabische afkomst – van Turkije naar de Koerdische gebieden te verhuizen, zal het de weg vrijmaken voor nieuwe etnische uitzettingen en slachtingen. Deze oorlogsslachtoffers krijgen een nieuwe ‘thuis’ aangeboden, waaruit anderen eerst worden verdreven. Dit zal islamistische milities en allerlei soorten gangsters in staat stellen de herverdeling van invloedssferen en handelsroutes in eigen hand te nemen. Op basis hiervan kan IS of een vervolgorganisatie zelfs opnieuw een offensief tegen het Assad-regime starten.

    Tegelijkertijd kan niet worden uitgesloten dat het Assad-regime de Turkse invasie zal uitbuiten en zijn troepen tegen het Koerdische gebied zal gebruiken om twee vliegen in één klap te slaan: door de omverwerping van het Koerdische zelfbestuur te versnellen en er tegelijkertijd voor te zorgen dat de door de Koerden gevangengenomen IS-strijders door het Assad-regime worden afgeslacht of gevangen genomen.

    Medeplichtigheid van Europese leiders

    Enkele dagen geleden heeft de Duitse bondspresident Steinmeier een bezoek gebracht aan Turkije. Hoewel hij waarschijnlijk zijn “zorgen” of “bekommernissen” heeft geuit over een Turkse invasie in Noord-Syrië, heeft hij niet geprobeerd Erdogan tegen te houden of te dreigen met enige actie. De Duitse regering gaf ook groen licht met een openbare maar tandeloze waarschuwing. Als Turkse eenheden Rojava binnenvallen, doen ze dat met behulp van Duitse technologie, tanks, vrachtwagens en automatische wapens die onder licentie worden geproduceerd. Duitse Tornado-vliegtuigen die door Duitse piloten van de luchtmacht worden gevlogen, opereerden tot 2017 vanaf de Turkse militaire luchthaven Incirlik en sindsdien vanuit Al-Asrak (Jordanië).  Zij houden de situatie in het grensgebied in de gaten en beschermen zo de Turkse operaties, omdat hun inlichtingen worden verzameld om te worden gebruikt “tegen andere actoren” en “tegen terrorisme”. Turkije is natuurlijk een NAVO-partner.

    Hoewel de Koerden in Europa actief zijn in protest tegen aanvallen op hun regio, hebben ze vaak geen bredere steun, bijvoorbeeld tegen het Erdogan-regime zelf. Maar als dit aspect, dat van de betrokkenheid van de Europese mogendheden en wapenbedrijven, naar voren zou komen en men zich realiseert hoeveel winst er werd gemaakt met de dood van mensen in Syrië, kan de basis van de protesten verbreed worden. Als die moedige Koerdische organisaties, die nu al bereid zijn om zich in Europa uit te spreken, een open oproep doen aan linkse organisaties, vakbonden en sociale bewegingen, dan kan dit bredere steun krijgen.

    Tijdens de strijd om Kobane in 2014/15 waren de Koerdische eenheden van de YPG en YPJ zeer gemotiveerd en vastberaden, maar de Amerikaanse luchtsteun was van cruciaal belang voor hun succes. Door op deze manier met het Amerikaanse imperialisme samen te werken, kreeg de Koerdische beweging tactisch voordeel, maar kwam ze in een strategische impasse terecht. De Koerdische beweging deed dit ten koste van een deel van haar grootste troef, haar principiële positie om te strijden voor een multi-etnisch, multireligieus, democratisch Syrië, waarbij ze afstand deed van territoriale voordelen en onderdrukking.

    Reactie van de VS

    De verklaring van Trump over de terugtrekking van Amerikaanse troepen was niet alleen een schok voor het Koerdische volk, maar kreeg ook veel weerstand binnen de VS zelf, zelfs binnen de Republikeinse partij. Critici beschrijven het als een geschenk voor Rusland en Iran, omdat het hun bondgenootschap met Assad zal versterken. Er wordt nu gesuggereerd dat een deel van de Koerdische leiders naar Rusland kijkt om een soort overeenkomst met Assad te sluiten, wat zou betekenen dat de Koerdische autonomie wordt opgeofferd om verdere Turkse aanvallen te stoppen.

    Maar noch de regionale machten, noch de Amerikaanse imperialisten noch het Rusland van Poetin kunnen echte bondgenoten zijn. Voor het Amerikaanse imperialisme was hun bondgenootschap met de Koerden slechts een tactische maatregel, niet voor strategische belangen. Als gevolg daarvan was het duidelijk dat eerder vroeg dan laat die steun voor de YPG/YPJ-eenheden zou worden opgegeven om de strategische lange termijn belangen van het Amerikaanse imperialisme te dienen. Uiteindelijk kunnen de Koerden hun democratische rechten alleen veiligstellen door te strijden in alliantie met de onderdrukten en andere uitgebuite naties in de regio voor gemeenschappelijke belangen en vooral tegen de kapitalistische machten die niet bereid zijn om hun politieke en economische rechten te waarborgen.

    Jarenlange sektarische conflicten en oorlogen hebben er echter toe geleid dat de nationale en religieuze verschillen zeer groot zijn. Het is noodzakelijk om een begin te maken met het zeer moeilijke en soms politiek gevoelige werk om deze scheidslijnen te overwinnen en een werkelijk multi-etnische kracht in de regio op te bouwen.

    De gezamenlijke verovering van de soennitische stad Raqqa door de YPG en de Amerikaanse strijdkrachten heeft niet bijgedragen aan deze belangrijke strategische taak, maar heeft de Koerdische beweging teruggeworpen. Vanuit militair oogpunt zou men kunnen stellen dat het noodzakelijk was om bepaalde door Arabieren bewoonde gebieden over te nemen om een defensieve zone rond Rojava te creëren. Maar Raqqa, een duidelijk soennitische Arabische stad, ligt ver van de Koerdische nederzettingsgebieden. Ook daar verwelkomde een deel van de bevolking het einde van het IS-terrorisme – dit had de basis kunnen leggen voor een zekere eenheid met de Koerdische bevolking. In plaats daarvan zijn veel burgers omgekomen tijdens de Amerikaanse bombardementen op de stad. Nieuwe wonden werden opengereten, nieuwe haat gezaaid. Het gevaar bestaat nu dat de eenheden van YPG en YPJ, anders dan in 2014, niet zullen worden gezien als een bevrijdingsmacht, maar als een van de etnisch gedefinieerde milities in de Syrische oorlog, die bereid zijn zich in hun eigen belang te verenigen met andere krachten en daarbij verantwoordelijkheid nemen voor meer dood en terreur in het land.

    De situatie in het Midden-Oosten kan alleen veranderen als er een multi-etnische, socialistische beweging van onderdrukten van alle landen wordt opgebouwd. De Koerdische beweging kan hier een belangrijke rol spelen, vanwege haar geografische ligging, haar socialistische wortels en vanwege haar verzet tegen etnische verdeeldheid en voor gelijkwaardig democratisch zelfbestuur. Maar het heeft een weloverwogen strategie nodig om Turkse, Arabische en Iraanse arbeiders en boeren te bereiken. Het heeft een programma nodig om de eenheid van werkende en onderdrukte mensen te bevorderen. Daarom moet het volledig onafhankelijk zijn van de kapitalistische klasse en elke alliantie met de criminele bendes van de heersende elites afwijzen.

    In het donkere uur van de Turkse invasie zijn er gebeurtenissen zoals de massale sociale protesten in Irak en de staking van leraren in Jordanië, die een ander perspectief voor de regio laten zien. De Koerdische beweging zou er goed aan doen om te kijken naar haar eigen ervaringen, naar de manier waarop vrouwen hebben gevochten, naar de manier waarop zij het milieu verdedigt en naar de ondersteuning van directe democratie – en om verder te kijken dan de Koerdische horizon. Het moet duidelijk zijn dat er geen vooruitgang mogelijk is op basis van het kapitalisme in het Midden-Oosten, gemeenschappelijke klassenstrijd over nationale en religieuze grenzen heen is de sleutel: gemeenschappelijke strijd voor de omverwerping van alle regimes, voor een vrijwillige socialistische federatie van het Midden-Oosten.

  • Hoe vermijden we dat oorlogsretoriek en militair opbod leiden tot een rechtstreekse confrontatie tussen de grootmachten?

    Nog maar goed een jaar is Donald Trump de verkozen president van de VS. Toch is hij er al minstens twee keer in geslaagd de wereld de stuipen op het lijf te jagen. In augustus 2017 door de Noord-Koreaanse ‘raketman’ Kim Jong-un af te dreigen met zijn ‘grotere en krachtigere nucleaire knop’ en opnieuw in april 2018 door Rusland te verwittigen dat zijn raketten – “mooi, nieuw en slim” – eraan komen. De grootmachten zijn niet uit op een directe confrontatie; daarvoor is de inzet te groot en bestaat geen maatschappelijke draagkracht. Maar de spanning loopt wel op, lokale conflicten nemen toe en het risico op een aaneenschakeling van acties en tegenreacties ook. De enige manier om dat tegen te gaan, is het opbouwen van een krachtige, internationale anti-oorlogsbeweging.

    Artikel door Eric Byl uit maandblad ‘de Linkse Socialist’

    De Westerse leiders zijn zich bewust van het potentieel van zo een beweging. Ze herinneren zich nog de wereldwijde massale mobilisaties tegen de inval in Irak van 2003. Dat heeft de Golfoorlog niet gestopt. Maar intussen zijn we 15 jaar later. De beloofde democratisering kwam er niet en het land verkeert nog steeds in chaos, net zoals Somalië (inval 1993), Afghanistan (2001) en Libië (2011). Met dit in gedachten trachten ze hun tegenstanders te diaboliseren in de publieke opinie. Dat Kim Jong-un een dictator is en Assad een brutale moordenaar, helpt daarbij.

    Trump, Macron en May verkochten het afschieten van 105 raketten op drie doelen in de nabijheid van Homs en Damascus op 14 april jongstleden als een vergelding voor een gifgasaanval de week tevoren op Douma. Ze beschuldigen de troepen van Assad en zouden met de vergelding willen verduidelijken dat het inzetten van chemische wapens de rode lijn is die niet mag overschreden worden.  Ze hoedden zich er wel voor geen slachtoffers te maken en al zeker geen Russische. Ze beweren een labo waar mogelijk chemische wapens werden ontwikkeld, een bunker en een andere opslagplaats voor chemische wapens te hebben vernietigd.

    Dat Assad niet verlegen zit om een gifgasaanval heeft hij al bewezen. Maar dat de VS, Frankrijk en het VK een dubbele standaard hanteren ook. De VS gebruikte zelf witte fosfor in Mosoel en Raqqa tijdens de strijd tegen IS. Haar bondgenoot Saoedi-Arabië mag in Jemen een bloedbad aanrichten en de bevolking uithongeren. In de VN-Veiligheidsraad blokkeert de VS een veroordeling van het inzetten van scherpschutters door Israël, die ongewapende Palestijnen in Gaza neerschieten.

    Assad en zijn Russische bondgenoten beweren dat de rebellen de gifgasaanval uitvoerden. Het zou hun eerste leugen niet zijn. Maar ook de VS, Frankrijk en het VK zijn niet te beroerd voor fake news. We herinneren ons de verontwaardiging over de troepen van Saddam die in 1990 tijdens hun bezetting van Koeweit in een ziekenhuis pasgeboren baby’s op de grond gooiden. Dat werd door Bush Sr. in 1991 aangegrepen voor een inval in Irak, Desert Storm. Achteraf bleek dat in scène gezet. Is dat opnieuw het geval? We weten het niet. Aangezien Douma zo goed als ingenomen was, zou het inzetten van chemische wapens door Assad vreselijk dom geweest zijn.

    Oorlog is verderzetting van politiek met andere middelen

    De verleiding kan groot zijn om oorlog te verklaren aan de hand van waanzinnige of bloeddorstige politici. In werkelijkheid is oorlog de verderzetting van politiek met andere middelen, een weerspiegeling van nationale belangen en klassentegenstellingen, zowel op nationaal als op internationaal vlak. Dat kan de indruk wekken dat politici door waanzin gegrepen worden of als ze de job niet aankunnen, vervangen worden door ‘meer geschikte’.

    De Grote Recessie van 2007-2009 heeft wereldwijd geleid tot een enorm offensief van de kapitalisten tegen de arbeidsvoorwaarden en levenscondities van arbeiders en jongeren. Na een moment van verlamming zijn in verschillende landen grote bewegingen ontstaan. Het ongenoegen over de sociale catastrofe leidde in 2011 in Tunesië tot de Jasmijnrevolutie. Die bracht  een golf van revoluties in heel Noord-Afrika en het Midden-Oosten op gang. Ben Ali uit Tunesië en Moebarak uit Egypte werden gedwongen af te treden. Helaas beschikte de arbeidersbeweging niet over een revolutionaire partij, bereid om die revoluties naar socialisme te leiden, waardoor de oude regimes zich na verloop van tijd konden herstellen.

    In tegenstelling tot Moebarak en Ben Ali beschikten Khadafi en Assad wel nog over steun onder een kleine tot de tanden gewapende minderheid, voldoende om die revoluties te doen verzanden in burgeroorlog. Libië werd door de NAVO platgebombardeerd en overgeleverd aan rivaliserende krijgsheren. Dat zou ook met Syrië zijn gebeurd indien Rusland, Iran en Hezbollah Assad niet in het zadel hadden gehouden. Rusland wil zo haar enige bondgenoot in het Midden-Oosten overeind houden en duidelijk maken dat ze een militaire grootmacht blijft ondanks haar economische zwakte. Iran wil een corridor van Teheran tot Damascus. Hezbollah hoopt zich door de nabijheid van bondgenoot Iran te versterken.

    Voor de soennitische regimes rond Saoedi-Arabië is de versterking van Iran onaanvaardbaar, vandaar de oorlog tegen de eveneens sjiitische Houthi’s in Jemen. Netanyahu van Israël is evenmin gediend met een sterker Iran; hij kan bovendien afleiding gebruiken van het corruptieschandaal waarin hij betrokken is. De verzwakking van Assad kwam Erdogan, die een dubbelzinnige rol speelde in de strijd tegen IS, goed uit. Zolang IS een gevaar betekende verdwenen de imperialistische rivaliteiten naar de achtergrond. Zelfs de Koerden werden ingeschakeld, zij het als kanonnenvlees.

    Geen vrede na einde IS

    Nu de gemeenschappelijke vijand verdreven is, trachten alle betrokken partijen hun belangen te beveiligen. Assad door zoveel mogelijk grondgebied te heroveren, en met de steun van Rusland en Iran incontournable te worden. Turkije door met Rusland en Assad vrije doorgang te onderhandelen om af te rekenen met de Koerden in Rojava. Maar ook Frankrijk en het VK, de voormalige koloniale heersers van de regio, en het VS-imperialisme dat na de oorlog in Irak aan invloed in het Midden-Oosten inboette, willen niet met lege handen achterblijven. Ook dat verklaart de rakettenregen van 14 april. Bovendien kunnen zowel Trump als May en Macron buitenlandse afleiding gebruiken voor hun problemen in eigen land.

    Wie dacht dat na IS een tijdperk van vrede zou aanbreken, vergist zich. Er is geen uitweg op kapitalistische basis uit de impasse in de regio. De Syrische bevolking is verlamd door contrarevolutie en oorlog. Maar in landen als Iran, Turkije en Egypte is er wel een sterke arbeidersklasse. Samen met de armen en de onderdrukten in de regio en met steun van de broodnodige anti-oorlogsbeweging in het Westen, zou die kracht met een democratisch socialistisch programma een uitweg bieden uit de nachtmerrie in Syrië en heel het Midden-Oosten.

  • Neen aan bombardementen op Syrië! Voor een massabeweging tegen de oorlog!

    De regering-Trump maakt zich op voor de mogelijkheid van een nieuwe reeks raketaanvallen op doelwitten van het Syrische regime. Dit kan leiden tot een explosieve situatie met mogelijk een grotere militaire confrontatie tussen grootmachten en regionale machten in het Midden-Oosten. Moskou reageerde op Trump’s openlijke dreigementen met de stelling dat het Amerikaanse eenheden die betrokken zijn bij aanvallen op Syrische bodem als doelwit zou beschouwen.

    Analyse door Serge Jordan, CWI

    Zowel Trump als de Britse premier Theresa May kennen woelige politieke tijden en hebben nood aan iets om de aandacht af te leiden van de blunders van hun regeringen. In Groot-Brittannië kwam het May bijzonder goed uit dat de beweerde aanval met gifgas, waarvoor geen concreet bewijs geleverd wordt, plaatsvond in aanloop naar deze crisis. Samen met Frankrijk, waar president Macron geconfronteerd wordt met een nieuwe golf van arbeidersstrijd, en Saoedi-Arabië dat faciliteiten aanbiedt aan de drie andere landen, laten ze hun spierballen rollen tegen het regime van Assad en zijn medestanders in het Kremlin. Ze maken daartoe cynisch gebruik van het excuus van de beweerde chemische aanval in Douma, de belangrijkste stad van Oost-Ghouta in de buurt van Damascus.

    Deze vreselijke aanval die tientallen doden zou gemaakt hebben, wordt vooralsnog zonder enig ernstig bewijs aan het regime van Bashar al-Assad en zijn buitenlandse bondgenoten toegeschreven. Het regime van Assad heeft zijn corrupt bewind jarenlang effectief in stand gehouden op basis van het bloed van onschuldige mensen. Het CWI geeft geen enkele steun aan dit brutale reactionaire regime en evenmin aan de Russische en Iraanse bondgenoten van Assad. Maar waarom zou het Syrische regime nu een chemische aanval inzetten en zich de woede van de westerse imperialistische machten op de hals halen? Het is niet uitgesloten, maar de tactische logica achter zo’n beslissing is niet duidelijk. Een militaire overwinning van het regime in Oost-Ghouta lag binnen handbereik, waardoor Assad de controle zou hebben over de meeste stedelijke centra van Syrië. Sommige commentatoren speculeren dat de recente aanval misschien het werk is van jihadistische ‘rebellen’ met als doel om het VS-imperialisme dieper in het conflict te trekken.

    Los van wie verantwoordelijk is voor deze aanval, moeten we het gebruik ervan als excuus voor een nieuwe imperialistische interventie in het Midden-Oosten verwerpen en er openlijk tegen protesteren. Vijftien jaar na de invasie en bezetting van Irak zijn miljoenen mensen de leugens van de heersende politici en hun vrienden van de gevestigde media destijds nog niet vergeten. Die leugens moesten de vreselijke oorlog in Irak rechtvaardigen. Het maakt dat veel mensen vandaag niet zomaar bereid zijn om de officiële versie van de westerse regeringen en de massamedia te aanvaarden. Andere westerse interventies in Afghanistan, Libië, … waren bovendien erg rampzalig voor de mensen in de regio en hebben de crisis enkel verergerd.

    De oorlog in Irak heeft geleid tot een afname van de invloed van het VS-imperialisme in het Midden-Oosten. De aanhoudende oorlog in Syrië bevestigt dit verder, wat ruimte opent voor Rusland en Iran om hun regionale invloed uit te breiden. Samen met de bocht van de regering-Trump naar een meer openlijke en blinde steun voor de aartsvijanden van Iran, namelijk Israël en Saoedi-Arabië, zorgt dit ervoor dat de regionale spanningen hoog oplopen.

    De spanningen tussen de belangrijkste machten werden voorheen nog onder controle gehouden door de strijd tegen ISIS. Met het verbrokkelen van de proto-staat van ISIS komen die spanningen met vernieuwde kracht op de voorgrond. Er was de voorbije periode al een escalatie van militaire spanningen op Syrisch grondgebied met een grotere betrokkenheid van Israël, Turkije, Iran en anderen.

    De luchtaanvallen van Trump zullen wellicht een kortdurend machtsvertoon zijn naar het voorbeeld van wat er in april 2017 gebeurde. Toen vuurde de Amerikaanse marine 59 Tomahawks af op een Syrische luchtmachtbasis. Andere opties, zoals een volledige oorlog voor ‘regimeverandering’, zouden niet alleen de hele regio dreigen mee te sleuren in een grote oorlog, maar kunnen ook leiden tot nog meer politieke en sociale onrust in Westerse steden en de rest van de wereld. Maar een oorlog heeft een eigen logica en nieuwe Amerikaanse luchtaanvallen kunnen in zo’n ontvlambare situatie onbedoelde gevolgen met zich meebrengen.

    Hypocrisie

    De inter-imperialistische spanningen in het Midden-Oosten en de rest van de wereld nemen toe. Tegelijk nemen de hypocrisie en de dubbele standaarden van de heersende klassen enorme proporties aan. Trump, May en Macron beschuldigen Assad van “minachting voor mensenlevens,” maar ze hebben allemaal de rode loper uitgerold voor de Saoedische kroonprins Mohammad Bin Salman, de architect van het bloedbad en de bewuste uithongering van Jemen waarbij er gemiddeld om de tien minuten een kind sterft. Ze haastten zich allemaal om de contrarevolutionaire slachter al-Sisi te feliciteren met zijn recente ‘herverkiezing’ in Egypte. Alle drie gaven ze in de praktijk groen licht aan de Turkse president Erdogan voor diens operatie van etnische zuivering in Afrin, en ook aan de Israëlische scherpschutters die ongewapende Palestijnen in Gaza neerschieten. Een veroordeling van die laatste acties botste in de VN Veiligheidsraad op een Amerikaans veto.

    De commentatoren die nu het gebruik van chemische wapens aanklagen om een nieuwe militaire agressie in Syrië te rechtvaardigen, hebben nog geen wenkbrauw opgetrokken toen het Amerikaans leger witte fosfor gebruikte in dicht bevolkte gebieden in Mosoel en Raqqa toen daar tegen ISIS gestreden werd. In naam van de ‘oorlog tegen terreur’ werden honderden burgers aan hun lot over gelaten en werden steden vernield. Dezelfde logica wordt door Assad en de aanhangers van Poetin gebruikt in een poging om moordende belegeringen en brutale bombardementen op burgerbevolkingen te rechtvaardigen in regio’s van Syrië die in handen zijn van gewapende rebellengroepen, hoofdzakelijk van fundamentalistisch-Islamistische strekking, zoals de salafisten van ‘Jaysh al-Islam’ die tot voor kort Oost-Ghouta controleerden.

    Het moorddadige beleid van Assad en zijn bondgenoten, het aanrichten van burgerdoden bij de westerse imperialistische ‘bevrijding’ en de massale armoede en vervreemding van miljoenen mensen, zal wellicht leiden tot de ontwikkeling van nieuwe extremistische Soennitische gewapende groepen, tenzij dit gestopt wordt door een echt alternatief. De acties van meedogenloze gewapende benden van Salafisten en jihadisten hebben Assad tegelijk toegelaten om op basis van angst de controle over belangrijke delen van de bevolking te behouden. Een nieuwe ronde van imperialistische luchtaanvallen zou hetzelfde effect hebben. Assad stelt zijn regime voor als een fort dat verdedigd wordt tegen binnenlandse en externe terroristen en buitenlandse vijanden. Deze voorstelling zal aan kracht winnen.

    Het CWI verzet zich tegen alle militaire aanvallen in Syrië, tegen alle buitenlandse interventies en inmenging. De bloedvergieten en vernielingen zijn de afgelopen zeven jaar bijna nooit gestopt. In plaats van het geweld op te voeren, moet het gestopt worden. Alle kapitalistische en imperialistische machten die betrokken zijn in een strijd om macht, prestige en winsten in de regio hebben aangetoond dat ze daar absoluut niet toe in staat zijn. Er is op basis van dit rotte systeem geen oplossing mogelijk voor de horror waar de Syrische bevolking onder gebukt gaat.

    De Syrische bevolking is verlamd door de slagen van de contrarevolutie en de oorlog. Maar er is wel een belangrijke en sterke arbeidersklasse in landen als Iran, Turkije en Egypte. Samen met de armen en onderdrukten in de regio, en ondersteund door de broodnodige anti-oorlogsbeweging in het Westen, zou een dergelijke kracht met een democratisch socialistisch programma een uitweg bieden uit de nachtmerrie die Syrië en het Midden-Oosten doormaken.

    Wij zeggen:

    • Stop de aanvallen van Trump op Syrië. Voor de terugtrekking van alle buitenlandse troepen uit Syrië, neen aan de inmenging van buitenlandse machten!
    • Voor een massale internationale beweging tegen de oorlog!
    • Voor de opbouw van eengemaakte multi-etnische en niet-sectaire verdedigingscomités in alle delen van Syrië om de werkenden en armen te beschermen tegen alle vormen van sectair en militair geweld!
    • Voor de opbouw van onafhankelijke vakbonden en massale arbeiderspartijen, met een programma van verdeling van de grond aan de massa’s en van de fabrieken aan de arbeiders.
    • Weg met dictatuur, kapitalisme en imperialisme – voor arbeiderseenheid en socialisme.
    • Voor een democratische socialistische confederatie van het Midden-Oosten en Noord-Afrika, met respect van de rechten van alle minderheden!
  • Stop de aanval op Rojava!

    BEZETTING, PLUNDERING EN ETNISCHE ZUIVERING IN AFRIN

    Een delegatie op de manifestatie tegen racisme afgelopen zaterdag protesteerde tegen de oorlog in Afrin. Foto: Liesbeth

    Turkse troepen en door Turkije gesteunde soennitische rebellen van het zogenaamde Vrije Syrische Leger, het Al-Nusra Front en andere jihadistische huurlingen, zijn op 18 maart het centrum van Afrin binnen getrokken en aan het plunderen geslagen. Tijdens het 58 dagen durende offensief dat eraan vooraf ging, vielen minstens 289 doden onder de burgerbevolking en zijn 150.000 inwoners op de vlucht geslagen. De Turkse president-dictator Erdogan kondigde sindsdien aan zijn offensief verder te zetten en de ”terroristen” ook uit de gebieden rond Manbij, Kamishli, Kobani en Ras al-Ayn te willen verdrijven. Bovendien sluit hij niet uit ook tegen Koerdische strijders in Noord-Irak te zullen optreden.

    Artikel door Eric Byl uit de aprileditie van ‘De Linkse Socialist’ (die vrijdagavond van de drukker komt)

    Het is niet duidelijk of Erdogan zich daarmee aan zijn afspraken met het regime van Assad en Rusland houdt. “Operatie Olijftak”, de invasie van Afrin, was enkel mogelijk omdat Rusland, dat het luchtruim boven Afrin controleert, Turkije liet begaan. Dat kwam door een akkoord waarbij Turkije de Syrisch-Koerdische Volksbeschermingseenheden (YPG) uit Afrin mocht verdrijven mits het zweeg over het offensief van het Assad-regime en Rusland in Oost-Ghouta. Die landelijke enclave in de buurt van Damascus is sinds 2013 in handen van fundamentalistische rebellen. De bevolking zit er gevangen tussen de terreur van de fundamentalisten en het tegenoffensief van de troepen van Bashar Al-Assad en Rusland, waarbij ook vatenbommen en chemische wapens worden ingezet, waardoor het aantal burgerslachtoffers nauwelijks bij te houden is.

    Met het oog op de machtsdeling van Syrië na het verdrijven van IS, komt de verzwakking van de YPG Assad goed uit. Hijzelf en Rusland konden zich dat niet veroorloven, want het zou hen in conflict gebracht hebben met de VS die de YPG als grondtroepen hadden gebruikt in de strijd tegen IS. Ze gokten erop dat NAVO-bondgenoot Turkije daar wel mee weg zou komen. Het Witte Huis en de Europese regeringen protesteerden in woorden, maar staken geen vinger uit om het Turks offensief te stoppen. Tot daar hebben Assad en Rusland de situatie juist ingeschat. Turks vicepremier Bekir Bozdag kondigde trouwens aan dat de Turkse soldaten Afrin zouden verlaten en het teruggeven aan de “rechtmatige eigenaars”, waaronder we moeten begrijpen dat Turkije er haar Syrische vluchtelingen wil hervestigen, twee vliegen in één klap. Maar nu kondigt Erdogan aan dat hij meteen heel het Noorden wil bezetten, waarop Syrië in een brief aan de Verenigde Naties eist dat de Turkse eenheden zich onmiddellijk terugtrekken.

    Afrin was één van de drie zelfbestuurde kantons in Noord-West Syrië of Rojava die sinds 2012 hoofdzakelijk gecontroleerd worden door de Syrisch-Koerdische Volksbeschermingséénheden (YPG). Het gebied ligt afgezonderd van de grotere oostelijke gebieden waar de YPG als onderdeel van de Syrische Democratische Krachten (SDF) regeert. Het gebied bleef jarenlang buiten het Syrisch conflict en was een toevluchtsoord voor veel vluchtelingen. De bevolking bestaat naast Koerden uit Arabieren en Turkmenen en is op enkele jaren tijd verdubbeld tot 4 à 500.000. Het gebied en haar bevolking wordt nu opgeofferd aan de strategische belangen van de lokale en internationale grootmachten, wier honger naar macht en winst het Syrisch conflict na IS dreigt uit te breiden naar heel de regio.

    LSP heeft zich de voorbije maanden actief ingezet in de solidariteitsbeweging met Afrin. We namen deel aan talloze activiteiten waaronder een concentratie op 27 januari aan Brussel Centraal, het vijfdaagse Afrin-kamp (19-23 maart) aan het Europees parlement en de betoging van 27 maart. LSP militanten leggen aan hun vakbondsdelegaties en/of -centrales solidariteitsmoties voor en mobiliseren. Imperialistische overheersing en het schrappen van democratische en sociale rechten heeft immers niet alleen een catastrofaal effect in de betrokken regio, maar zal ook gebruikt worden om de rechten van alle werkenden en jongeren, waar ook ter wereld, af te bouwen.

     

    Lees ook: analyse van de oorlogen in Syrië 

  • Voor massaal verzet tegen de Turkse aanval op Afrin!

    Foto: Mario

    Honderdduizenden mensen, zowel strijders als burgers, verloren het leven in de strijd tegen het ‘kalifaat’ van de Islamitische Staat in Irak en Syrië. Daarbovenop zijn er de slachtoffers in Jemen, het Midden-Oosten en elders in de wereld. Duizenden Jezidi-vrouwen werden ontvoerd om als seksslaven ingezet te worden. Het leven van honderdduizenden mensen werd in gruwel en chaos ondergedompeld. Die chaos zal jammer genoeg niet samen met het zogenaamde ‘kalifaat’ verdwijnen.

    Artikel door Nicolas Croes uit maandblad ‘De Linkse Socialist’ – geschreven voor de val van Afrin

    Als er een term is die de huidige staat van de kapitalistische wereld goed samenvat, dan is het wel ‘explosief’. Sinds het uitbreken van de economische crisis zijn de politieke en sociale crisis nog intenser geworden. De concurrentie – en de conflicten – tussen de verschillende grootmachten en hun bondgenoten nam eveneens toe. Bij het begin van deze eeuw wierpen de Verenigde Staten zich op als de ‘politie-agent van de wereld.’ Twintig jaar later blijft daar niet veel van over.

    Onoplosbare vraagstukken en kopzorgen voor de grootmachten

    Op 20 maart is het exact 15 jaar geleden dat Irak werd binnengevallen door een coalitie onder leiding van de VS. Wij namen toen actief deel aan de beweging tegen deze oorlog en tegen de invasie (wat uiteraard niet betekende dat we Saddam Hoessein steunden). We stelden in de anti-oorlogsbeweging van 2003 dat de bezetting van Irak de weg zou openen voor “meerdere Saddams.” De ontwikkelingen sindsdien hebben aangetoond dat de anti-oorlogsbeweging gelijk had.

    Op 12 mei zijn er in Irak de eerste parlementsverkiezingen na de nederlaag van ISIS. Deze vinden plaats in een verwoest land. In het noorden van het land, in Iraaks Koerdistan, zijn de luchthavens gesloten en krijgen de ambtenaren geen loon meer uitbetaald als straf voor het onafhankelijkheidsreferendum van september 2017. (In dat referendum stemde 92,7% van de Koerden in Irak voor onafhankelijkheid en was er een opkomst van 72%).

    De Franse minister van Buitenlandse Zaken ging naar Bagdad om premier Haïder Al-Abadi te ondersteunen bij zijn moeilijke poging om een tweede mandaat te behalen na de verkiezingen van 12 mei. Deze Franse minister verklaarde: “Als het proces van stabilisatie niet snel begint, zijn de kiemen er reeds voor de opkomst van andere vormen van terrorisme.” De heropbouw van het land zou minstens 71 miljard euro kosten. De bondgenoten van Irak hadden zich op 14 februari slechts geëngageerd voor 24,5 miljard euro. Wat er van de grote beloften effectief zal gerealiseerd worden, blijft onduidelijk. Wel zeker is de begerige aandacht van bedrijven uit Frankrijk, de VS, Turkije, Saoedi-Arabië, Qatar, Koeweit, … voor de Iraakse grondstoffen.

    Na decennia van chaos die actief uitgelokt en onderhouden werd door de westerse mogendheden, zoeken alle aanwezige krachten naar een zekere stabiliteit. Maar hun belangen lopen sterk uiteen. In mei 2017 was er een top in Riyad waar Trump, de Saoedische koning Salman, de Egyptische president al-Sissi en andere Arabische leiders akkoord gingen om samen te werken in de ‘strijd tegen terrorisme.’ Op 23 november was er een top van drie landen: Rusland, Iran en Turkije. Die twee laatste landen kennen een zekere toenadering, onder meer op basis van hun gezamenlijk verzet tegen het onafhankelijkheidsreferendum in Iraaks Koerdistan.

    Frankrijk en de VS hebben een grote bocht gemaakt in hun houding tegenover het regime van Assad in Syrië. Nu wordt dat regime gezien als deel van de oplossing in het tijdperk na ISIS. Het Syrische regime zelf probeerde samen met zijn bondgenoten Rusland, Hezbollah, Iran en de pro-Iraanse sjiitische milities uit Irak zoveel mogelijk terrein te bezetten, ook aan de Iraakse grens. Daarmee wil het regime na de nederlaag van ISIS een zekere legitimiteit in heel het land verkrijgen. De Amerikanen probeerden de Iraakse premier ertoe aan te zetten om toenadering te zoeken tot de Saoedi’s, maar op een bijeenkomst van de Arabische Liga midden november weigerde de Iraakse regering om Hezbollah en Iran te veroordelen. Die opstelling is verbonden met de aanwezigheid van door Iran gesteunde sjiitische milities in de strijdkrachten van Irak.

    De indirecte strijd tussen Iran en Saoedi-Arabië wordt momenteel onder meer in Jemen uitgevochten. Er is altijd het gevaar dat dit ook in Irak zal gebeuren. Daarnaast zijn de soennitische regimes verdeeld over het roekeloze ongeduld van Trump. De Golfstaten, vooral Saoedi-Arabië en Egypte, verwijten Qatar dat het steun geeft aan de Moslimbroeders, Al Jazeera en Iran.

    De Koerden betalen het gelag

    Het machtsevenwicht in de hele regio is erg fragiel en instabiel. De strijdende partijen bijeenbrengen voor een stabiele machtsdeling in Syrië, Irak en bij uitbreiding in heel het Midden-Oosten, lijkt vandaag verder weg dan ooit.

    Vanuit het westen werd een tijdlang gehoopt dat het regime van Erdogan in Turkije een voorbeeld zou vormen van een moderne en gematigde islamitische democratie die de invloed van de Koerdische Arbeiderspartij (PKK) kon terugdringen en als model zou dienen voor de hele regio. Deze illusies werden weggeveegd door de militaire overwinningen van de Syrische Koerden, de verkiezingsoverwinning van de partij HDP (Democratische Volkspartij, pro-Koerdisch) in 2015, het einde van de economische groei en vervolgens de mislukte staatsgreep in de zomer van 2016 die gevolgd werd door enorme repressie, een permanente noodtoestand en tenslotte een referendum over een presidentiële dictatuur in Turkije.

    Sinds 20 januari voert Turkije een bloedig offensief tegen de Koerden in Afrin, in het noorden van Syrië. Dit volgt op een vernietigend offensief in 2016 in de Koerdische regio’s in Turkije. Het is trouwens pas in 2016 dat Turkse bommenwerpers voor het eerst ingezet werden tegen basissen van ISIS in Syrië. Het excuus van de zogenaamde ‘oorlog tegen het terrorisme’ door de westerse machten werd door het regime van Erdogan vooral aangegrepen om de Koerdische krachten die ISIS op het terrein bestreden te bombarderen. De Turkse staat zag liever een overwinning van ISIS dan van de Koerden.

    De Koerden vormen een natie zonder staat. Ze leven verdeeld in Irak, Iran, Syrië en Turkije. Na de Eerste Wereldoorlog maakten de imperialistische machten een nieuwe kaart van de regio waarbij er geen plaats was voor een Koerdische staat. De instabiliteit als gevolg van de oorlog in Irak in 2003 leidde tot de ontwikkeling van autonome regio’s in Irak en nadien ook in Syrië. Het Turkse regime vreest de gevolgen hiervan voor Turkije.

    De Koerdische strijders waren heldhaftig in het gevecht tegen ISIS. Maar een groot deel van de opmars was mee mogelijk door luchtaanvallen door de Russen en de Amerikanen. LSP en haar internationale organisatie CWI hebben er meermaals voor gewaarschuwd dat de VS en Rusland geen vrienden van de Koerdische bevolking zijn. Ze gebruiken Koerdische strijders wanneer het hun belangen uitkomt en ze laten hen nadien evengoed terug vallen. Dit gebeurde ook al in 1991 toen George Bush een opstand tegen Saddam Hoessein aanmoedigde en vervolgens toeliet dat de Koerden afgeslacht werden. Hetzelfde dreigt nu in Afrin te gebeuren: zodra ISIS teruggeslagen was, lieten de VS en Rusland Turkije toe om zijn oorlogsmachine in te zetten.

    Voor massaal verzet!

    De Koerden hebben uiteraard het recht om zichzelf te verdedigen. LSP roept op voor democratische, niet-sectaire, multi-etnische verdedigingscomités waarin de bevolking een actieve rol speelt. Het gebied dat nu onder Koerdische controle staat wordt bevolkt door Arabieren en Turkmenen, naast Koerden. Het is belangrijk om de massa’s op te roepen om zich samen te organiseren. Door de rechten op zelfbeschikking te verdedigen, kan een beweging opgebouwd worden die ingaat tegen het Turkse geweld en die steun vindt onder werkenden en armen doorheen de hele regio.

    Het is ook belangrijk om een oproep te doen naar de werkende bevolking in Turkije. In de huidige vreselijke situatie kan dat niet evident lijken. Maar zo’n oproep met een programma dat de democratische rechten verdedigt en opkomt voor jobs en huisvesting, voor democratische controle en bezit van de enorme middelen in de regio zodat ze in het voordeel van de volledige bevolking gebruikt worden, kan door de angst en de haat breken. Werkenden en armen in Turkije hebben niets te winnen bij de aanhoudende onderdrukking van de Koerden, waarmee enkel de regering en de werkgevers versterkt worden met de bijhorende onderdrukking en uitbuiting.

    De grootste angst van de rijken, grote bazen en grootgrondbezitters en hun politieke vertegenwoordigers, is een eenheid van Koerdische, Iraakse, Turkse, Syrische en Iraanse werkenden in een beweging die de lokale en imperialistische regimes en het kapitalisme in het algemeen bestrijdt.

    Wij verdedigen het recht van de Koerdische bevolking op zelfbeschikking, met inbegrip van volledig autonome democratische rechten en de vestiging van onafhankelijke staten of een gemeenschappelijke staat van alle Koerden, naargelang de bevolking het wil. Een vrijwillige socialistische confederatie van het Midden-Oosten zou alle volkeren toelaten om vrij en democratisch over hun eigen lot te beslissen.

    Op Twitter reageerde een jonge Syriër op de bombardementen van het Syrische regime op Ghouta: “Wat is dit voor een mensheid die ruimtetuigen naar Mars stuurt maar niets kan doen om mensen die vermoord worden te redden?” Het kapitalistisch systeem berust op dit soort tegenstellingen. Vrede en het respect voor mensen bekomen, zal gemakkelijker bereikt worden door het systeem omver te werpen dan door binnen de grenzen ervan te blijven.

  • Syrië: geen staakt-het-vuren in “hellegat” oostelijk Goutha

    Foto: Wikimedia

    Oostelijk Goutha, buiten Damascus, is volgens VN-topman Antonio Guterres “de hel op aarde.” Een dag na de VN-beslissing om een staakt-het-vuren te organiseren, bleven de bommen vallen. Een dokter verklaarde aan de BBC dat zijn ziekenhuis “geen elektriciteit, geen medicatie, geen zuurstof, geen verdoving, geen pijnstillers en geen antibiotica” heeft.

    Artikel door Per-Ake Westerlund

    Tegen maandag 26 februari waren 541 mensen, waaronder meer dan 150 kinderen, vermoord in oostelijk Goutha. Er vielen ook meer dan 2500 gewonden. Verschillende ziekenhuizen werden aangevallen door Syrische bommenwerpers. De VN Veiligheidsraad besliste om een onmiddellijk staakt-het-vuren van 30 dagen op te leggen, maar dit had weinig effect. Het Assad-regime in Syrië en zijn bondgenoot Rusland verklaren dat de voorwaarden voor een staakt-het-vuren niet duidelijk zijn en dat ze het recht hebben om “terroristen aan te vallen.”

    De westerse machten tonen eens te meer hun hypocrisie. De Amerikaanse troepen hebben de afgelopen tien jaar massale militaire aanvallen uitgevoerd tegen Iraakse steden, waaronder Fallujah, en meer recent, in 2017, vernietigden ze Mosoel. De grootmachten steunen vandaag de Saoedische luchtaanvallen op Jemen, waar veel burgers omkomen en chronische hongersnood algemeen is.

    Oostelijk Goutha werd sinds het begin van de oorlog in Syrië in 2011 gecontroleerd door verschillende islamistische rebellengroepen. Sinds 2013 is het gebied wordt het gebied met iets minder dan 400.000 inwoners belegerd door het Syrische leger met de steun van Rusland en Iran. Naast constante militaire aanvallen, resulteerde de bezetting in een totaal gebrek aan medicijnen en een breed verspreide voedselcrisis door een gebrek aan voedsel en extreem hoge prijzen voor het voedsel dat er wel is. Dit alles in een regio die voorheen een erg productieve landbouw kende.

    De VN-resolutie heeft het over een onmiddellijk staakt-het-vuren tenzij er geweld is door ISIS, al-Qaeda en al-Nusra. Die laatste groep was voorheen al-Qaeda in Syrië maar treedt nu op onder de naam Hayat Tahrir al-Sham (HTS). De belangrijkste gewapende groepen in oostelijk Goutha zijn twee andere milities: Jaysh al-Islam en Faylaq al-Rahman. Deze jihadistische groepen hebben regelmatig woonwijken van Damascus aangevallen waarbij burgerslachtoffers vielen. Dit was wel op een beperktere schaal dan bij de aanvallen door het regime.

    In plaats van vrede te bekomen na de terugtocht van ISIS onder druk van de troepen van Assad, Rusland en Iran aan de ene kant en de VS en bondgenoten aan de andere kant, komt Syrië nu in een nieuwe, mogelijk zelfs bloediger, fase van de oorlog. Diegenen die vrede moesten garanderen, zijn nu de oorlog aan het opdrijven.

    De kern van het conflict is een strijd van de wereldmachten en regionale machten om hun posities in het toekomstige Syrië veilig te stellen. Het is bovenal een confrontatie rond macht, invloed en prestige tussen de VS en Rusland, met Turkije en Iran als actieve deelnemers. Israël is ook in actie gekomen met gevechtsvliegtuigen tegen Iraanse troepen in Syrië de voorbije weken. Rusland heeft zijn positie versterkt door Assad te steunen, terwijl andere regimes zoals dat van Erdogan in Turkije dachten dat Damascus zou vallen. Moskou voert vandaag bombardementen uit tegen de overblijvende troepen van de gewapende oppositie in oostelijk Goutha en Idlib in het noordwesten. Het VS-imperialisme ging na de ervaringen van Irak en Afghanistan niet over tot het sturen van een groot aantal grondtroepen.

    Aanvankelijk steunde Washington dezelfde islamistische groepen die door Turkije en Saoedi-Arabië werden ondersteund. Maar de opkomst van ISIS, dat in 2014 een ‘kalifaat’ opzette, dwong de VS ertoe om nieuwe bondgenoten te vinden. De belangrijkste bondgenoten op het terrein de afgelopen jaren waren die van de Syrische Democratische krachten met de Koerdische YPG/YPJ in de leiding. De focus op de strijd tegen ISIS en de Russische militaire interventie in Syrië sinds de herfst van 2015 hebben het regime van Bashar al-Assad gered. ISIS is niet helemaal verslagen en heeft nog de capaciteit om individuele aanslagen uit te voeren, maar het verloor zijn hoofdstad Raqqa en belangrijke geografische gebieden.

    Andere krachten in de oorlog zullen het feit dat ISIS nog een beperkte aanwezigheid heeft gebruiken om militaire actie te rechtvaardigen. De Turkse propaganda rond de oorlog in Afrin heeft het steeds over de Koerdische PYD en ISIS alsof het om één kracht gaat. De beperkte aanwezigheid van ISIS komt ook de VS goed uit om op deze basis troepen in het noordoosten van Syrië te houden. De Amerikaanse acties zijn in werkelijkheid gericht op het beperken van de Russische en de Iraanse invloed. De ‘stabilisering’ die zowel de VS als Rusland naar eigen zeggen nastreven, zal verre van stabiel zijn.

    Voor de opstand van 2011 en de daaropvolgende oorlog werd de Syrische dictatuur al door elkaar geschud door een reeks crisissen. Vandaag is het land volledig ingestort met meer dan 500.000 doden en meer dan 10 miljoen mensen die hun huis ontvlucht zijn. Dit is het resultaat van imperialistische oorlogen, kapitalistische uitbuiting en de dictatuur van Assad. Om nieuwe oorlogen  en een terugkeer van ISIS of gelijkaardige groepen te vermijden, is er nood aan een revolutionaire socialistische beweging die opkomt voor alle werkenden en onderdrukten.

    Turkije: oorlog of akkoord met Assad?

    De Turkse oorlog tegen Afrin startte een maand geleden. Volgens de Koerdische PYD vielen er daarbij al 176 burgerdoden, waaronder 27 kinderen, naast 484 gewonden, waaronder 60 kinderen. Socialisten veroordelen de oorlog van Turkije. Het doel van het Turkse regime is om elk Koerdisch bewind in Afrin en Rojava in het noorden van Syrië de kop in te drukken, terwijl tegelijk het Turkse nationalisme in eigen land wordt opgejut om zo een verenigde arbeidersbeweging tegen het autoritaire bewind tegen te gaan.

    Het Turkse regime zag een kans om een aanval te lanceren toen de directe afhankelijkheid van Koerdische troepen voor de VS in de strijd tegen ISIS aan belang verloor. Het feit dat het ‘Vrije Syrische Leger’ samenwerkt met Turkije in de aanval op de Koerdische gebieden, bevestigt dat het slechts optreedt als steungroep van het Turkse regime. Eind februari leek het erop dat het Turkse regime zowel openstaat voor het opvoeren van de oorlog als voor een vorm van akkoord met het regime van Assad in Syrië.

    Ondanks de harde opstelling van Erdogan, die de VS beschuldigt van enige betrokkenheid in de poging tot staatsgreep in de zomer van 2016 en die Washington verwijten maakt wegens de samenwerking met de PYD in Syrië, heeft het Witte Huis er alles aan gedaan om een direct conflict met Turkije te vermijden. De VS verklaart dat de samenwerking met de PYD tijdelijk was en de ‘veiligheidskracht’, waaronder Koerdische troepen, die langs de grens tussen Syrië en Turkije gepland was, werd afgebouwd. McMaster, een veiligheidsadviseur van Trump, trok naar Ankara om Erdogan gerust te stellen.

    Maar de VS hebben de vraag van Turkije om Manbij, in het noordoosten van Syrië, te verlaten of om de PYD uit de stad te verdrijven niet opgevolgd. De Amerikaanse minister Rex Tillerson was bereid om die laatste optie in overweging te nemen. Maar het is gemakkelijker gezegd dan gedaan. De PYD had de afgelopen 18 maanden een beslissende invloed in de stad en bouwde een basis uit onder de Arabische meerderheidsbevolking, in het bijzonder onder de vrouwen die hun rechten er drastisch op zagen vooruitgaan, onder meer met het recht om te scheiden.

    Het regime van Erdogan beweert dat de oorlog in Afrin volgens plan verloopt. Er wordt gezegd dat de beruchte speciale troepen, de JÖH die gebruikt worden tegen de Koerden in het oosten van Turkije, zullen ingezet worden als de oorlog in Afrin het stedelijk gebied nadert. Maar de Turkse troepen zijn nog niet in de stad Afrin en hebben weinig bondgenoten onder de zowat 100.000 inwoners van het gebied. Het Turkse leger stelde dat de VN-resolutie over een staakt-het-vuren geen betrekking had op zijn activiteiten omdat dit een “oorlog tegen terreur” is. Dit geldt volgens Ankara ook voor de luchtbombardementen.

    Rusland, dat het luchtruim boven Afrin controleert, gaf groen licht aan Turkije om bombardementen uit te voeren. Dit versterkt de theorie dat Erdogan uit is op een vorm van akkoord met het regime van Assad. Rusland heeft troepen uit de regio weggehaald voor het begin van de Turkse militaire actie. Gewapende krachten die het Syrische regime steunen, kwamen midden februari in Afrin aan. Turkije stelde dat deze troepen welkom zijn indien ze de PYD bestrijden, maar niet als de Afrin komen verdedigen. Dit kan geïnterpreteerd worden als onderdeel van een akkoord met Assad, met Rusland als tussenpersoon. Er werden echter ook enkele schoten uitgewisseld tussen Turkse en Syrische krachten. Wat er effectief zal gebeuren, is dus nog onzeker.

    Nouri Mahmoud, woordvoerster van de gewapende krachten van de PYD, vroeg de Syrische regering om troepen te sturen om de grens met Turkije te bewaken. Maar er is geen reden waarom de Koerden in Afrin troepen van Assad zouden vertrouwen. Het regime in Damascus stuurt troepen omdat Turkije dat vraagt, maar ook om zelf de controle te heroveren in het noorden van Syrië dat nu onder Koerdisch bewind staat. De Koerden blokkeren, is ook voor de Iraanse bondgenoot van Assad een prioriteit. De YPG deed toegevingen aan de centrale macht, na Russische bemiddeling. Of het Syrische leger in staat is om verder te gaan, is een open vraag. De PYD en YPG, en de vrouwelijke strijdkrachten van de YPJ, hebben hun slagkracht getoond met de verdediging van Kobane tegen ISIS en zijn een kracht waar rekening mee moet gehouden worden. Het waren de politieke acties en beloften van democratische rechten en een degelijk leven die de basis legden voor de militaire sterkte van de PYD.

    De Koerdische troepen begingen een vergissing toen ze beroep deden op Amerikaanse en Russische luchtbombardementen, waarmee de mogelijkheid tot een bredere steun voor hun strijd onder de gebombardeerde bevolking moeilijker werd. Desalniettemin botst het Turkse leger op sterk verzet, wat nog versterkt wordt door de Koerdische troepen die terugkeren na de overwinning in Raqqa.

    De Koerdische strijd voor onafhankelijkheid en de klassennoden van de werkenden en armen in het Midden-Oosten zal nooit bondgenoten vinden bij het imperialisme of de regionale pro-kapitalistische regeringen. Achter de diepe crisis in de regio ligt de crisis van het kapitalisme en de historische zwakte van de arbeidersbeweging, terwijl de strijd van die arbeidersbeweging voor democratisch socialisme de enige weg vooruit is.

    [divider]

    LSP ondersteunt de oproep voor een betoging tegen de oorlog in Afrin. Deze betoging vindt morgen (zaterdag 3 maart) plaats in Brussel. Afspraak om 14u aan het Poelaertplein. Facebook evenement. 

  • Brusselse actie toont solidariteit met Afrin

    Op zaterdag 27 januari was er een grote actie in Brussel tegen de Turkse inval in Afrin. Na de nederlaag van ISIS in Syrië proberen verschillende machten hun positie te versterken en die van andere spelers te ondermijnen. Het Turkse regime wil een grotere regionale invloed en tegelijk de mogelijkheid van een Koerdisch zelfbestuur in het noorden van Syrië ondergraven. De VS en Rusland kijken toe en willen bondgenoot Turkije niets in de weg leggen. De grootste slachtoffers zijn eens te meer de gewone mensen, in de eerste plaats de bevolking van Afrin.

    De actie in Brussel was geen alleenstaand gegeven. In tal van landen kwamen Koerden op straat uit solidariteit met de bevolking van Afrin en tegen de agressie-oorlog van het Turkse regime van Erdogan. In Brussel kregen de Koerdische betogers solidariteit van onder meer VZW Vrede en andere partners, waaronder LSP. Naar goede gewoonte kregen alle aanwezige organisaties de mogelijkheid om hun standpunt toe te lichten in een open micro. Wij verdeelden onderstaand pamflet.

    [divider]

    #SolidariteitMetAfrin
    • Stop de oorlog tegen de Koerden • Voor massaal verzet

    De Turkse staat valt de Koerden in Afrin aan met bombardementen en grondtroepen. Dit volgt na vernietigende aanvallen op Koerdische gebieden in Turkije in 2016, toen president Erdogan een einde maakte aan het ‘vredesproces’ en een oorlog begon waarbij anti-Koerdisch nationalisme in Turkije werd aangewakkerd.

    In 2016 bombardeerde Turkije voor het eerst ISIS-basissen in Syrië. Het excuus van de zogenaamde ‘oorlog tegen het terrorisme’ werd gebruikt om Koerdische gebieden te bombarderen. Het ging om dezelfde Koerdische krachten die op de grond tegen ISIS vochten! De Turkse staat zag liever een overwinning van ISIS dan een Koerdische overwinning.

    De Koerden zijn een natie zonder staat, verspreid over Irak, Iran, Syrië en Turkije na het akkoord tussen de imperialistische machten bij het einde van de Eerste Wereldoorlog over de verdeling van de regio.

    De instabiliteit sinds de oorlog in Irak in 2003 heeft geleid tot de ontwikkeling van autonome gebieden in Irak en Syrië. De strijd tegen ISIS maakte het mogelijk om de door het imperialisme getrokken grenzen te doorbreken.

    Als gevolg van de opmars door de Koerdische Volksverdedigingsmacht (YPG) in Syrië, de strijdkrachten van de linkse PYD – Democratische Uniepartij, staat er nu een groot aan elkaar grenzend gebied in zowel noord-Syrië als Irak onder Koerdische controle. Het Turkse regime vreest de gevolgen hiervan voor Turkije zelf.

    Verraden

    De Koerdische strijders waren heldhaftig in de strijd tegen ISIS. Maar een groot deel van de opmars was mee mogelijk door luchtaanvallen door de Russen en de Amerikanen.

    LSP en haar internationale organisatie CWI hebben er meermaals voor gewaarschuwd dat de VS en Rusland geen vrienden van de Koerdische bevolking zijn. Ze gebruiken Koerdische strijders wanneer het hun belangen uitkomt en ze laten hen nadien evengoed terug vallen.

    Zodra ISIS teruggeslagen was, lieten de VS en Rusland Turkije toe om zijn oorlogsmachine boven te halen. Ze deden dit om hun verhouding met het Turkse regime niet in gevaar te brengen.

    De verschillende imperialistische machten, waaronder de VS en Rusland, vertrokken nooit van de belangen van de Koerdische bevolking. Ze zijn enkel geïnteresseerd in hun eigen macht en economische belangen. Er was tot hiertoe slechts steun aan Koerdische krachten voor zover dit niet botste met die macht en economische belangen.

    Dit bleek erg duidelijk in 1991 toen George Bush een opstand tegen Saddam Hoessein aanmoedigde en vervolgens toeliet dat de Koerden afgeslacht werden.

    Noch de westerse machten noch de repressieve regimes in de regio willen dat de vastberadenheid van de Koerden in de strijd voor onafhankelijkheid in andere regio’s nog meer toeneemt. Dat zou immers leiden tot instabiliteit en het mogelijk opbreken van Turkije.

    De regionale kapitalistische machten zijn bereid op etnische en nationale verdeeldheid in de hand te werken en om mensen tegen elkaar op te zetten, bijvoorbeeld Arabieren tegen Koerden. Ze doen dit naargelang het hen zelf goed uitkomt.

    Voor massaal verzet

    De Koerden hebben uiteraard het recht op zichzelf te verdedigen. LSP roept op voor democratische, niet-sectaire, multi-etnische verdedigingscomités waarin de bevolking een actieve rol speelt.

    Het gebied dat nu onder Koerdische controle staat wordt bevolkt door Arabieren en Turkmenen, naast Koerden. Het is belangrijk om de massa’s op te roepen om zich samen te organiseren.

    Door de rechten op zelfbeschikking te verdedigen, kan een beweging opgebouwd worden die ingaat tegen het Turkse geweld en die steun vindt onder werkenden en armen doorheen de hele regio.

    Het is ook belangrijk om een oproep te doen naar de werkende bevolking in Turkije. In de huidige vreselijke situatie kan dat niet evident lijken. Maar zo’n oproep met een programma dat de democratische rechten verdedigt en opkomt voor jobs en huisvesting, voor democratische controle en bezit van de enorme middelen in de regio zodat ze in het voordeel van de volledige bevolking gebruikt worden, kan door de angst en de haat breken.

    Werkenden en armen in Turkije hebben niets te winnen bij de aanhoudende onderdrukking van de Koerden, waarmee enkel de regering en de werkgevers versterkt worden met de bijhorende onderdrukking en uitbuiting.

    De grootste angst van de rijken, grote bazen en grootgrondbezitters en hun politieke vertegenwoordigers, is een eenheid van Koerdische, Irakese, Turkse, Syrische en Iraanse werkenden in een beweging die de lokale en imperialistische regimes en het kapitalisme in het algemeen bestrijdt.

    Wij verdedigen het recht van de Koerdische bevolking op zelfbeschikking, met inbegrip van volledig autonome democratische rechten en de vestiging van onafhankelijke staten of een gemeenschappelijke staat van alle Koerden, naargelang de bevolking het wil.

    Een vrijwillige socialistische confederatie van het Midden-Oosten zou alle volkeren toelaten om vrij en democratisch over hun eigen lot te beslissen.

    Socialisten en arbeidersorganisaties in België moeten bewegingen opbouwen tegen de oorlog tegen de Koerden en tegen imperialistische interventie, waarbij democratische rechten en degelijke omstandigheden voor vluchtelingen worden geëist.

    [divider]

    Fotoreportage door Liesbeth
    #SolidarityWithAfrin // Liesbeth

  • Zaterdag betoging tegen Turkse inval in Afrin

    Komende zaterdag is er in Brussel een actie tegen de Turkse inval in Afrin, een enclave in Noord-Syrië. Deze inval is gericht tegen de Koerdische bevolking, zowel in Afrin als daarbuiten. Bovendien wil het Turkse regime zich positioneren in Syrië na de val van het ‘kalifaat’ van ISIS. We komen in de loop van vandaag of morgen terug op de situatie in Afrin met een artikel door onze Turkse zusterorganisatie. Hieronder de oproep voor de betoging zaterdag georganiseerd door onder meer VZW Vrede. LSP onderschrijft deze oproep en zal aanwezig zijn.

    -> Facebook evenement

    [divider]

    Stop de Turkse agressie-oorlog tegen Afrin!

    Het Turkse AKP-regime is samen met zijn milities op 20 januari een oorlog gestart tegen Afrin, een enclave in Noord-Syrië met een democratisch, multicultureel en gendergelijk zelfbestuur. Afrin heeft de Turkse staat nooit bedreigd. Als gevolg van deze agressie zijn er al tientallen burgerdoden en -gewonden gevallen. Afrin behoorde tot een van de rustigste gebieden in Noord-Syrië en was een veilige plek voor honderdduizenden vluchtelingen uit andere delen van de Syrische staat.

    De bevolking van Afrin en de vele aanwezige vluchtelingen zijn het slachtoffer van een pervers geopolitiek spel van de Turkse staat en de internationale en regionale machten. Nochtans hebben eenheden van de Syrische Democratische Strijdkrachten en de Koerdische Zelfbeschermingseenheden met internationale steun de zogenaamde Islamitische Staat uit Noord-Syrië verdreven. Nu worden ze aan hun lot overgelaten.

    We vragen aan België, de EU en de internationale gemeenschap om:

    • de oorlog van het Turkse regime te veroordelen
    • de wapenhandel met Turkije stop te zetten
    • dringend maatregelen te nemen die een einde maken aan de vijandelijkheden en die leiden tot de terugtrekking van de Turkse troepen
    • diplomatieke initiatieven op te starten die resulteren in een duurzaam bestand en politieke onderhandelingen
    • de vrijheid van meningsuiting en vereniging in de Turkse staat te helpen garanderen

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop