Your cart is currently empty!
Tag: Syrië
-
Betoging tegen gevechtsvliegtuigen. Investeer in een degelijke toekomst, niet in oorlog
Regen en hagel tussen de meer zonnige perioden door, konden de betogers gisteren niet stoppen om hun woede tegen de aankoop van dure gevechtsvliegtuigen op straat te tonen. De media hadden het over 2.000 aanwezigen, de organisatoren spraken van 3.000 of 3.500. Alleszins was er effectief veel volk voor een geslaagde betoging. Terwijl er overal tekorten zijn en wij zogezegd boven onze stand leven, is er wel geld voor oorlog en oorlogsmachines zoals de F35’s die de regering wil aankopen. De miljarden die daaraan uitgegeven worden, dienen onder meer om oorlog te voeren in Syrië in het kader van de ‘oorlog tegen terreur’ die sinds 2001 vooral geleid heeft tot meer terrorisme, fundamentalisme en vluchtelingenstromen als gevolg van deze ellende. Ons standpunt is duidelijk: investeer in een degelijke toekomst voor iedereen, niet in vernietigende oorlogen.
=> Lees hier onze oproep voor de betoging
Een sfeerbeeld van onze delegatie:
-
Dossier: Een socialistisch antwoord op oorlog en vluchtelingencrisis

“Solidariteit met wie hier met de boot komt en wie hier uit de boot valt.” Het ontbrak in de gevestigde media niet aan artikels en reportages over de menselijke tragedie van vluchtelingen uit Syrië, Libië, Irak, Afghanistan of nog Somalië. Er werd ook gesproken over hun behandeling in verschillende Europese landen. Maar er wordt weinig ingegaan op de onderliggende redenen voor die wanhopige exodus. De cijfers zijn nochtans overduidelijk: van de asielzoekers die via Griekenland naar Europa komen (ondertussen meer dan de helft van alle asielzoekers) komt 85% uit Syrië, Afghanistan, Irak en Somalië. In al die landen hebben westerse militaire interventies bijgedragen aan de creatie van een nachtmerrie voor de lokale bevolking. Het is van deze nachtmerrie dat mensen proberen weg te vluchten. Ook in België komt meer dan 70% van de asielzoekers momenteel uit deze oorlogslanden.
Dossier door Nicolas Croes
De imperialistische interventies in Afghanistan (sinds 2001) en Irak (sinds 2003) worden gevoerd onder het mom van een “oorlog tegen het terrorisme”. Ze droegen bij tot een explosieve situatie in het Midden-Oosten. In april verscheen een studie onder de titel: “Body Count : Casualty Figures after 10 years of the ’War on Terror’.” In die studie wordt de naar eigen zeggen lage schatting gemaakt van minstens 1,3 miljoen doden in Irak, Afghanistan en Pakistan (waar vooral doden vielen door aanvallen met drones) tussen 2001 en 2013. Er wordt dan nog geen rekening gehouden met conflicten in andere landen, zoals Jemen, Somalië, Libië of Syrië. De organisaties die de studie opstelden, hebben het over “een misdaad tegen de mensheid, iets wat dicht bij een genocide komt.” Het rapport werd niet betwist, maar zoveel mogelijk genegeerd in alle propaganda rond het Midden-Oosten.
Samen met het gedeeltelijke falen van de massale opstanden tegen de dictatoriale regimes in de regio, die wel een einde maakten aan de heerschappij van Ben Ali in Tunesië en Moebarak in Egypte in 2011, openden deze vernielingen de weg voor sectair geweld en de opkomst van reactionaire krachten zoals Islamitische Staat. In Syrië zorgde de indirecte en ‘strategische’ steun van westerse machten aan fracties die hun belangen niet bedreigden ervoor dat de massabeweging tegen Bachar al-Assad kon degenereren in een bloedige burgeroorlog die ondertussen al vijf jaar duurt. Meer dan 250.000 Syriërs verloren het leven, 11 miljoen mensen zijn het land ontvlucht. Terreuraanslagen zijn een dagelijkse realiteit geworden in het Midden-Oosten. In 2015 kwamen 78% van de doden als gevolg van terrorisme uit Irak, Pakistan, Afghanistan, Syrië en Nigeria.
De huidige bombardementen op Syrië door een coalitie rond de VS zullen geen vrede in het land brengen. Het zal het aantal doden, de ellende en de vluchtelingencrisis enkel opdrijven. De Verenigde Staten hebben België formeel gevraagd om mee te werken aan de bombardementen in Syrië. Voorheen werden de Belgische operaties tot Irak beperkt. De Belgische regering wil ingaan op de Amerikaanse vraag.
Een bloedige traditie
De verantwoordelijkheid van het westerse imperialisme in de bloedbaden en onderdrukking in de regio gaat ver in de geschiedenis terug. Na het proces van dekolonisatie en uiteenvallen van het Ottomaanse Rijk werd elke kracht die de belangen van de verschillende westerse machten bedreigde geconfronteerd met interventies.
Toen de Egyptische nationalistische leider Nasser in 1956 de nationalisatie van het Suez-kanaal aankondigde, vormden de Franse en Britse regeringen een alliantie met Israël voor een rampzalige invasie van Egypte. Toen de Iraanse nationalist Mohammad Mossadegh de oliesector in zijn land nationaliseerde (en de Britse bedrijven die de sector controleerden onteigende), werd hij meteen door een staatsgreep aan de kant geschoven. In 1953 werd hij onder gedwongen huisarrest geplaatst en werd de macht overgenomen door generaal Fazlollah Zahedi, die de steun van het westen genoot. Dergelijke voorbeelden zijn schering en inslag in de regio.
Tegelijk werden reactionaire krachten ondersteund. De Wahhabistische doctrine van de politieke islam, een doctrine die gesteund wordt door de heersende elite van Saoedi-Arabië en Qatar maar ook door Islamitische Staat, werd na de Eerste Wereldoorlog door de Britten gesteund en na de Tweede Wereldoorlog door de VS. Het Saoedische regime kreeg groen licht voor de meest barbaarse handelingen zoals onthoofdingen of het rijverbod voor alle vrouwen. Dit vormt geen probleem zolang de VS toegang krijgt tot olie of tot bondgenoten zoals de moedjahedin (van waaruit de Taliban voortkwamen) in de strijd tegen de Russische inval in Afghanistan vanaf 1979. Het is overigens pas na de aanslagen van 11 september 2001 dat het VS-imperialisme zich tegen zijn vroegere bondgenoot keerde.
Welke benadering?
In Libië hadden de revoltes in Benghazi en Tripoli in 2011 aanvankelijk geen reactionair karakter. Ze maakten deel uit van wat de ‘Arabische Lente’ werd genoemd, de golf van opstanden in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Jongeren begonnen de revolutie met een duidelijke boodschap op hun spandoeken: “Dit is onze revolutie, we willen geen imperialistische interventie.”
Reactionaire krachten gebruikten de brutaliteit van het regime van Khadaffi en de angst voor zijn troepen die naar de stad optrokken om de leiding over de beweging in Benghazi naar zich toe te trekken. Voor Khadaffi vormde dat meteen een perfect excuus. Het ging niet meer over een revolutie maar om een beweging van reactionaire krachten. Voor de NAVO zette het de weg open voor bombardementen die het westers imperialisme toeliet om opnieuw op de voorgrond te treden in de regio.
De situatie had anders kunnen zijn. Een revolutionaire partij die opkwam voor de organisatie van de beweging van jonge revolutionairen, werkenden en armen door het vestigen van democratische verdedigingscomités die ook een solidariteitsoproep deden aan de troepen van Khadaffi en de massa’s van Tripoli, had een verschil kunnen maken. Het had een aanzet kunnen zijn tot een uitbreiding van de beweging naar de rest van het land. Maar dit gebeurde dus niet.
In Syrië verzetten we ons tegen de interventies van het imperialisme en haar bondgenoten. We eisen de terugtrekking van alle buitenlandse troepen en komen op voor het vestigen van democratische, eengemaakte en niet-sectaire verzetscomités om de werkenden, armen en andere onderdrukte lagen te beschermen tegen sectaire aanvallen. We verdedigen de garantie van democratische rechten voor iedereen, los van etnie, religie of nationaliteit. We pleiten voor het houden van eerlijke verkiezingen voor een revolutionaire grondwetgevende vergadering en een vrije socialistische confederatie van het Midden-Oosten en Noord-Afrika.
In een situatie die gedegenereerd is tot een burgeroorlog kan dit onwaarschijnlijk en iets voor een wel erg verre toekomst lijken. Er is een moeilijke situatie, maar dit betekent niet dat we geen uitweg voor de arbeidersbeweging moeten naar voor schuiven en verdedigen. De klassenstrijd op “pauze” zetten, betekent het initiatief overlaten aan reactionaire krachten. We moeten ons verzetten tegen de imperialistische interventie, maar het alternatief hierop zal niet komen van een ‘politieke oplossing’ tussen imperialistische krachten en dictatoriale regimes uit de regio. We kunnen niet rekenen op diegenen die mee verantwoordelijk zijn voor de burgeroorlog, zowel het regime van Assad als de rebellen die gewapend worden door het imperialisme, Saoedi-Arabië en Qatar.
Geen enkel gewapend conflict, waar ook ter wereld, kan op deze manier opgelost worden. Er zal slechts een ‘politieke oplossing’ komen om het conflict tijdelijk te beëindigen indien een van de strijdende partijen zodanig verzwakt is dat er geen andere optie meer is of indien alle kampen in het conflict uitgeput zijn. We kunnen jammer genoeg niet uitsluiten dat de Syrische bevolking met een dergelijk scenario zal geconfronteerd worden. Het zou gepaard gaan met veel ellende. Maar tegelijk zou iedere wapenstilstand ruimte creëren voor het geleidelijk herstellen van de arbeidersbeweging. We stellen niet voor om daarop te wachten. De sociale bewegingen moeten eigen onafhankelijke initiatieven ondernemen om het einde van het conflict te bespoedigen.
En in Europa?
De beweging tegen de oorlog in Irak in 2003 werd gekenmerkt door een massale omvang. Honderdduizenden mensen betoogden meermaals tegen die oorlog. Het protest was internationaal. Een generatie jonge militanten werd via deze acties politiek actief. Vandaag toont de brede solidariteit met de vluchtelingen – van betogingen tot inzamelacties – het potentieel voor een beweging. Het zal erop aankomen om geen louter humanitaire benadering te hebben en politieke kwesties naar voor te brengen zoals verzet tegen imperialistische avonturen, de noodzaak om de middelen voor een waardige opvang van alle vluchtelingen bij de kapitalistische elite te zoeken, een sterke sociale zekerheid, degelijke jobs, gratis en degelijk onderwijs voor iedereen, …
We moeten de middelen zoeken waar ze zitten, in de zakken van de kapitalisten in Europa en elders. De regimes in het Midden-Oosten doen niets om vluchtelingen te helpen. Ze krijgen zelfs geen asiel in deze landen. Er zitten enorm veel middelen bij de elite van miljardairs uit Saoedi-Arabië en andere regimes in het Midden-Oosten. Vaak hebben ze die middelen in Europa geïnvesteerd. Meer dan 80% van de Londense woningen die meer dan 2 miljoen pond waard zijn, kennen buitenlandse eigenaars, vaak uit het Midden-Oosten. De rijkdom van de elites uit het Midden-Oosten en Europa moet gebruikt worden om de slachtoffers die hun regimes en oorlogen proberen te ontvluchten een toekomst te bieden.
[divider]
Opvang van vluchtelingen en het failliet van het Europa van het kapitaal
De discussie over de vluchtelingencrisis dreigt de Europese Unie te verscheuren. Het toont aan hoe de gevestigde politici – in Europa en daarbuiten – niet in staat zijn om een oplossing aan te bieden voor de vluchtelingencrisis. Ze proberen allemaal om de problemen naar andere landen door te schuiven, terwijl ze ondertussen vluchtelingen tot vreselijk onmenselijke omstandigheden veroordelen.
De EU staat niet voor niets bekend als ‘Fort Europa’. De tragedie van de vluchtelingen die verdrinken in de Middellandse Zee is het resultaat van het beleid van de EU de voorbije jaren. De bouw van enorme muren die door gewapende soldaten bewaakt worden, stopt mensen die Europa over het land proberen te bereiken. Er werd daarop een vluchtroute over zee gezocht. De barbaarse logica hierachter was dat het sterven van vluchtelingen op zee deze route onaantrekkelijk zou maken en anderen zou overtuigen om niet naar Europa te komen. Het aantal doden op zee is als gevolg hiervan exponentieel toegenomen. In april 2015 kwamen naar schatting 1.308 vluchtelingen op deze manier op het leven, in april 2014 waren het er 42. Toen waren de schepen van operatie Mare Nostrum nog actief.
Afgelopen zomer veranderden de gevestigde politici tijdelijk hun opstelling. Een aantal landen, waaronder Duitsland, versoepelden hun grenscontroles en lieten meer vluchtelingen binnen. Dit heeft niet lang geduurd. Verschillende lidstaten van de EU begonnen te ruziën in een poging om zelf zo weinig mogelijk vluchtelingen te moeten opvangen. Het Schengen-akkoord over het vrij verkeer van personen in de EU werd in de praktijk opgeschort toen verschillende landen controles aan de nationale grenzen met andere lidstaten invoerden.
Het akkoord met Turkije
De laatste kunstgreep die voortkwam uit een Europese top was de poging om een akkoord te sluiten met Turkije in de hoop dat dit land zou optreden als de grenspolitie om vluchtelingen te stoppen als die naar Europa proberen te trekken.
In de wanhopige poging om de vluchtelingencrisis naar Turkije door te schuiven, heeft de EU de ogen gesloten voor het ondemocratische karakter van het Turkse regime en de oorlog tegen de Koerdische bevolking. De Turkse regering kwam recent nog tussen om de grootste krant van het land over te nemen nadat die kritiek op president Erdogan had durven te uiten. De president denkt er zelfs aan om de definitie van terrorisme uit te breiden tot journalisten.
De Turkse regering voert een brutale burgeroorlog tegen de Koerdische bevolking in het zuidoosten van het land. Er vielen daarbij al honderden doden. Er waren ook bombardementen op dorpen in Syrië die door Koerden gecontroleerd worden. Daarmee ondersteunt het Turkse regime in de praktijk IS. De Europese machten zwijgen hierover, hoogstens komen ze tot voorzichtige kritiek in woorden.
Alles wat ons verdeelt, verzwakt ons
De voorstellen van de EU zijn erop gericht om Griekenland om te vormen tot een mega-vluchtelingenkamp, in realiteit een gevangenis. Er zullen binnenkort ongeveer 70.000 vluchtelingen geblokkeerd zitten in Griekenland na het sluiten van de grens met Macedonië. Deze beslissing werd niet alleen door de Macedonische regering genomen: het was het resultaat van een ‘mini-top’ met onder meer Oostenrijk en andere landen uit Centraal- en Oost-Europa. Griekenland was er niet uitgenodigd.
De grote meerderheid van de vluchtelingen heeft niet de bedoeling om in Griekenland te blijven, maar wil doortrekken naar het noorden van Europa. Ze lijden honger en dwalen door de straten. Griekenland gaat al gebukt onder de gevolgen van een hard besparingsbeleid opgelegd door de EU. Onder de jongeren loopt de werkloosheidsgraad op tot meer dan 50%. Het gemiddelde loon is met meer dan een derde afgenomen. En nu moet het land maar zijn plan trekken met de vluchtelingen die naar het noorden van Europa willen trekken.
De controle op de beslissing om al dan niet asiel toe te kennen, kan niet aan de conservatieven of de asociale regeringen van de EU overgelaten worden. De arbeidersbeweging moet doorheen Europa opkomen voor verkozen comités van arbeiders met vertegenwoordigers van organisaties van migranten om asielaanvragen te onderzoeken en er beslissingen over te nemen.
Veel werkenden en armen – in Griekenland en elders – zijn geraakt door het lijden van de vluchtelingen. Maar tegelijk vrezen ze dat de openbare diensten en het aanbod van huisvesting in hun landen niet volstaan om iedereen een toekomst aan te bieden. Dat idee wordt versterkt door de rechtse politici die steeds benadrukken dat de tekorten op vlak van huisvesting en werkgelegenheid mee veroorzaakt worden door vluchtelingen en migranten.
De gevestigde politici stellen zich overal in Europa graag “ferm” op tegen migratie. Ze spelen in op de angsten van de werkenden, terwijl dezelfde kapitalistische politici jarenlang instonden voor een beleid van sociale afbraak en ontmanteling van openbare diensten.
Vluchtelingen en migranten zijn niet verantwoordelijk voor het eindeloze besparingsbeleid doorheen de EU. Als we toelaten dat de Europese regeringen de verantwoordelijkheid voor het besparingsbeleid op de kap van migranten afwentelen om de aandacht van het kapitalistische systeem in crisis en de profiterende bankiers en miljardairs af te leiden, dan zullen ze erin slagen om onze levensvoorwaarden verder af te breken. Het is van cruciaal belang dat de arbeidersbeweging een alternatief aanbiedt, zoniet krijgt extreemrechts meer ruimte.
Neen aan het Europa van het kapitaal!
Het feit dat de EU een diepe en existentiële crisis kent omdat ze niet in staat is om ongeveer een miljoen vluchtelingen op te vangen op een totale bevolking van 500 miljoen mensen, is een sterke veroordeling van het kapitalistische Europese project. Volgens de Britse krant The Guardian staan er nochtans 11 miljoen huizen leeg in de EU. Het aantal daklozen wordt op 4,1 miljoen geschat. In België zijn er weinig cijfers over leegstand. Maar volgens de Cel “Leegstaande Woningen” van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel zijn er ongeveer 48.000 wooneenheden niet bewoond op een totaal van 300.000 private adressen in de hoofdstad. Die verspilling aanpakken, zou de huisvestingscrisis van de bevolking oplossen en zou onderdak bieden voor vluchtelingen.
De EU is geen internationalistisch project. Het is in essentie een samenwerkingsverband van grote bedrijven doorheen Europa om de markten en de winsten te maximaliseren. In plaats van tot Europese samenwerking te komen, zien we in de huidige vluchtelingencrisis dat elk ernstig probleem leidt tot nationalistische spanningen waarbij ook de verschillende kapitalistische klassen in Europa de hete aardappel proberen door te schuiven.
De wetten en verdragen in de EU zijn gericht op de belangen van de superrijken ten koste van de werkenden en armen. Zelfs de meest bescheiden voorstellen die de 1% rijksten in de samenleving ook maar een beetje zouden laten betalen voor de crisis, botsen op de Europese regels en worden zelfs illegaal verklaard. Dit kan een socialistische regering die breekt met het besparingsbeleid uiteraard niet tegenhouden, maar het vormt wel een extra obstakel.
Een regering die een oprecht socialistisch beleid voert, zou niet geïsoleerd staan. Zo’n regering zou erg populair zijn, niet alleen in eigen land maar ook op internationaal vlak. Een internationale oproep om de steun van de werkenden doorheen Europa en de wereld te mobiliseren, zou een grote impact hebben.
De enige blijvende oplossing voor de vluchtelingencrisis bestaat uit strijd voor een democratisch socialistische samenleving waar de sleutelsectoren van de economie (zoals financiewezen, energie, chemie, staal, …) in publieke handen en democratisch collectief beheer komen. Zo’n samenleving zou de bestaande middelen, wetenschap en techniek inzetten met het oog op de behoeften en noden van de meerderheid van de bevolking doorheen de wereld. Enkel op deze basis wordt het mogelijk om tot een wereld te komen waar de mensen echt vrij zijn en bijgevolg naar gelijk welk land of regio kunnen trekken als ze dat willen en niet om een nachtmerrie te ontvluchten.
-
Midden-Oosten. De oude wereld is aan het sterven, de nieuwe wereld laat nog op zich wachten
In Turkije en Saoedi-Arabië is 2016 begonnen met bloedige repressie en geweld. Dit leverde de rechtse regimes van beide landen slechts voorzichtige verontwaardiging in de westerse media en onder gevestigde politici op. Tegenover barbarij gelden blijkbaar twee maten en twee gewichten: barbarij door “bevriende” regimes wordt door de vingers gezien.Artikel door Nicolas Croes uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Repressie tegen de oppositie
“Twee maten en twee gewichten” is ook de benadering van de Turkse president Erdogan rond terrorisme. Onder het voorwendsel van terrorisme werd overgegaan tot intensieve bombardementen op posities van Koerdische strijdkrachten in het noorden van Syrië, waar deze Koerdische strijders moedig verzet leverden tegen Islamitische Staat. Opmerkelijk genoeg werd Islamitische Staat gespaard bij de Turkse bombardementen.
Daarna werd een avondklok opgelegd aan de Koerdische bevolking in verschillende plaatsen in het zuidoosten van Turkije. Er kwamen dagelijkse vernederingen, massale arrestaties en willekeurige moorden door de ordediensten. Die hadden het over maatregelen tegen “terroristen”, maar er was willekeurig geweld tegen mensen van alle leeftijden. Toen een twintigtal Turkse academici een internationale petitie tegen het bloedbad door het leger ondertekenden, werden ze eveneens opgepakt.
In Saoedi-Arabië ging het regime over tot de executie van 47 gevangenen, die eveneens van “terrorisme” werden beschuldigd. Er zaten jihadisten tussen de 47, maar ook de sjiietische sjeik Nimr al-Nimr Baqr, een voortrekker van het politieke verzet tegen het rechtse Saoedische regime. Al-Nimr speelde onder meer een actieve rol in de massamobilisaties van 2011 in het kader van de golf van protest en revolutionaire opstanden in het Midden-Oosten en Noord-Afrika waarbij de dictators Ben Ali in Tunesië en Moebarak in Egypte ten val kwamen. De heersende kliek in Saoedi-Arabië heeft vorig jaar 151 mensen geëxecuteerd, doorgaans op dezelfde brutale wijze als executies door Islamitische Staat. Dit regime staat bekend voor de vervolging van alle dissidenten, zeker onder de sjiietische minderheid.
In beide landen heeft dit toenemende geweld uiteraard te maken met een groeiende bezorgdheid als gevolg van de slechter wordende economische situatie en de mogelijkheid van bewegingen en protest tegen de nieuwe asociale maatregelen. Saoedi-Arabië is voor 90% van zijn inkomsten afhankelijk van olie. De ineenstorting van de olieprijzen leidt tot een snel groeiend overheidstekort. Het regime ging al over tot besparingen in de publieke uitgaven; zo werd geknipt in de subsidies voor basisgoederen en stegen de prijzen voor brandstof, elektriciteit en water.
Regionale spanningen
Deze elementen versterken de cocktail van instabiliteit die de regio al stevig in zijn greep houdt: oorlog in Syrië; chaos in Irak; interventies door Rusland en westerse machten tegen Islamitische Staat; crisis in Jemen; sectaire spanningen in Libanon; miljoenen vluchtelingen in Jordanië, Libanon en Turkije; dalende olieprijzen; …
Onder de Saoedische leiders is er woede en paniek als gevolg van de toenadering tussen de westerse machten en de Iraanse dictatuur. Het sjiietische Iran is de belangrijkste regionale rivaal van Saoedi-Arabië. Na de recente executies werd de Saoedische ambassade in Teheran in brand gestoken en het Saoedische regime werd ervan beschuldigd dat het “opzettelijk” de Iraanse ambassade in de Jemenitische hoofdstad Sanaa had gebombardeerd. In Jemen voeren beide regionale rivalen een proxy-oorlog.
Saoedi-Arabië zet een honderdtal gevechtsvliegtuigen in om de sjiieten in Jemen te bombarderen. Tegen Islamitische Staat in Irak worden slechts 15 vliegtuigen ingezet, wat evenveel is als Nederland en Denemarken samen. Iran en Saoedi-Arabië zijn verder betrokken in indirecte confrontaties in Bahrein en Libanon.
Welk antwoord?
Onder meer als gevolg van de verschillende imperialistische interventies de afgelopen decennia werd een oncontroleerbaar monster van Frankenstein gecreëerd in de regio. De autoriteit en actiemogelijkheden van de westerse machten zijn bovendien sterk afgenomen. De toekomst is meer dan ooit onzeker. Wat indien de chaos zich verder uitbreidt tot Turkije? Wat indien de bloedbaden onder de Koerden leiden tot een burgeroorlog? Wat zal er dan gebeuren met de miljoenen Syrische vluchtelingen die nu in Turkije verblijven?
Vijf jaar geleden, in 2011, was er een golf van massaprotest en het begin van een proces van revolutie en contrarevolutie in de hele regio van het Midden-Oosten en Noord-Afrika. De val van de Tunesische dictatuur kreeg navolging met massabewegingen in andere landen. Maar nu zijn het de krachten van de contrarevolutie – zowel reactionaire regimes zoals die van Saoedi-Arabië en Turkije als groepen zoals Islamitische staat – die de overhand halen. De uitkomst van de strijd tussen barbarij en een nieuwe wereld staat nog niet vast.
Turkije kende de afgelopen jaren verschillende grote protestbewegingen en stakingen. Het leidde onder meer tot een sterke score van de linkse pro-Koerdische HDP in de parlementsverkiezingen: deze partij haalde de ondemocratische kiesdrempel van 10%. In Iran zorgt de economische recessie voor een groeiend gevaar van nieuwe massamobilisaties zoals die van 2009. In Tunesië waren er in januari nieuwe mobilisaties na een jongerenrevolte in de stad Kasserine. In 2011 zagen we hoe revolutionaire gebeurtenissen niet aan landsgrenzen stoppen, maar snel een regionale en internationale impact kunnen krijgen.
“De oude wereld ligt op sterven, de nieuwe wereld laat nog op zich wachten. En in deze schemerzone ontstaan monsters”, zei de Italiaanse revolutionair Gramsci over de jaren 1930. Een nieuwe golf van bewegingen in de regio op basis van strijd tussen sociale klassen is onvermijdelijk. Daarin moeten fouten uit vorige bewegingen vermeden worden. De werkenden en armen in de regio moeten hun eigen politieke en syndicale organisaties opzetten, los van de heersende klassen, om niet alleen tegen het imperialisme te strijden maar ook tegen de regionale heersende klieken. Dat zal de basis zijn waarop een einde kan gemaakt worden aan dit systeem van ellende, uitbuiting, terrorisme en oorlog.
-
[LSP Congres] Toenemende spanningen op wereldvlak
De afgelopen maanden werden gekenmerkt door toenemende internationale spanningen. Dit uit zich ook in proxy-oorlogen, zoals in Oekraïne, of in escalerende conflicten zoals in het Midden-Oosten. De vluchtelingencrisis en het milieuprobleem zitten inherent in deze situatie vervat.[divider]
Internationale spanningen lopen op
Er zijn wel meer indicaties van getouwtrek tussen de grootmachten. Tot groot ongenoegen van de VS zijn een aantal Europese landen in het kielzog van het Verenigd Koninkrijk uiteindelijk meegestapt in de Asian International Investment Bank (AIIB), een door China opgezette tegenhanger van de Wereldbank. China heeft ook formeel aan het IMF gevraagd de yuan op te nemen in het mandje van valuta waarmee het IMF rekent, de Special Drawing Rights. Die bestaan momenteel voor 49% uit dollars, voor 33% uit euro’s, voor 11% uit ponden en voor 7% uit yen. Door toe te treden tot de AIIB hoopt Londen de eerste beurs in Europa te worden waar in yuan verhandeld wordt.[62]De centendiplomatie die China verweten wordt, lijkt dus te werken. Sinds 2005 zou China al voor 870 miljard dollar geïnvesteerd hebben, niet alleen om zich van een wereldwijde aanvoer van energie en grondstoffen te verzekeren, maar ook om andere BRICS-landen aan zich te binden en haar positie in Europa en Latijns-Amerika te versterken.
Maar China probeert niet als enige grootmacht haar positie te versterken. Het transatlantische verdrag (TTIP) zou de relaties tussen de VS en Europa moeten vastklinken. Het moet de economische NATO worden, die vermijdt dat Europa aan economische relevantie verliest en het zwaartepunt verschuift van de Atlantische naar de Stille Oceaan. Het moet ervoor zorgen dat op beide continenten de markt aan dezelfde regels is onderworpen en dat de normen en regels die er afgesproken worden de standaard zetten voor heel de wereld. “Zoniet zullen de opkomende economieën het voor ons doen. En dan zullen de normen een stuk lager liggen”, beweert Anthony Gardner, de Amerikaanse ambassadeur bij de EU.[63] Dat is larie. Het is de bedoeling een vrijhandelszone te creëren met zo weinig mogelijk handelsbelemmeringen. In Europa worden mens, dier en natuur beter beschermd dan in de VS.[64]Amerikaanse landbouwbedrijven en andere ondernemingen willen de Europese regulering terugschroeven.[65]Volgens de vakbonden en ziekenfondsen zou het verdrag een negatief effect hebben op onderwijs, gezondheidszorg en sociale bescherming.[66]En dan is er nog de geschillenprocedure die buitenlandse investeerders toelaat nationale overheden voor een private abritragerechter te dagen. Voorlopig lopen de onderhandelingen daarop vast.
In de VS roept TTIP weinig tegenstand op. Daar is men meer begaan met het Trans Pacific Partnership (TPP) tussen de VS en een dozijn Aziatische landen, China niet inbegrepen. Dat verdrag zou bijna rond zijn. Van TTIP verwacht men in de VS dat het de normen voor bescherming van mens en milieu zal optrekken, terwijl TPP het tegenovergestelde effect zou scoren. Oppositie tegen dat verdrag komt van gezondheidswerkers, milieuactivisten, vakbonden, privacy-experts en een zeldzame politicus, o.a. Sanders. Zij maken vooral bezwaar tegen de geheimhouding bij de onderhandelingen en de draagwijdte van het verdrag. Deze controverse is gelijklopend met die ten aanzien van andere handelsverdragen waarbij de VS zijn betrokken, zoals TTIP, CETA, NAFTA, enz.
Tot open militaire conflicten tussen de grootmachten zal het voorlopig niet komen. Het zou teveel oppositie opwekken, ook al omdat een direct conflict tussen de grootmachten apocalyptische gevolgen kan hebben. Zolang de arbeidersbeweging geen reeks fundamentele nederlagen heeft opgelopen, is een derde wereldoorlog zo goed als uitgesloten. Wie daaraan twijfelt, zou beter eens terugdenken aan de massale internationale anti-oorlogsbewegingen tegen de interventies in Afghanistan en Irak. In alle andere gevallen kon het imperialisme pas ingrijpen nadat het erin geslaagd was dat te verkopen als een humanitaire interventie. Maar dat betekent niet dat de grootmachten laten betijen. Militaire afschrikking blijft een belangrijk verlengstuk van hun economische en politieke belangen. In 2014 besteedden de VS 580 miljard $ of 3,3% van het BBP aan defensieuitgaven: nog steeds net iets meer dan alle 9 andere landen uit de top tien samen. China besteedde 129 miljard $ of 1,2% van het BBP, Saoedi-Arabië stond met 80 miljard $ op de derde plaats, 10,7% van het BBP! De top tien wordt vervolledigd door Rusland, het VK, Frankrijk, Japan, India, Duitsland en Zuid-Korea, in die volgorde.[67]
Proxy-oorlog in Oekraïne
Sinds de onanfhankelijkheid in augustus 1991 werd het bestuur in Oekraïne gekenmerkt door corruptie en repressie. Onder Leonid Koutchma, president van 1994 tot 2005, werden opposanten vermoord, de pers aan banden gelegd en de economie geplunderd. Sociale voorzieningen werden geschrapt, hele delen van de economie ‘geprivatiseerd’ en een speciaal partnerschap met de NATO getekend, maar toen het Westen Koutchma omwille van de talloze schandalen moest laten vallen, zocht en kreeg hij steun bij Rusland. Wanneer diens premier Viktor Ianoukovytch de presidentsverkiezingen van 2004 wint, wordt die verdacht van verkiezingsfraude, breekt de oranje revolutie uit en moet die het uiteindelijk afleggen tegen Viktor Iouchtchenko, die trouwens ook al premier was geweest onder Koutchma. Iouchtchenko stelt teleur en in 2010 wordt Viktor Ianoukovytch dan toch verkozen. Tegen dan is de bevolking het moe de speelbal te zijn van oligarchen die nu eens aanleunen bij Rusland, dan weer bij het Westen. Het geloof in een oplossing in Oekraïne is ondermijnd en zo snel mogelijk toenadering tot de Europese Unie lijkt de kortste weg naar welvaart.
Wanneer Ianoukovytch weigert het trouwens anti-sociale associatieverdrag met de Europese Unie te tekenen, wordt dat geïnterpreteerd als een stap weg van Europese integratie. De protesten zijn massaal als ook het parlement op 21 november (2013) beslist om het geplande akkoord met de Europese Unie uit te stellen. Er zijn elementen van revolutie, nog aangevuurd door een poging om Maidan op 30 november te ontruimen waarbij talloze gewonden vallen. Bij gebrek aan grote arbeidersorganisaties met een onafhankelijk klassenstandpunt, zien reactionaire politici van de oppositie hun kans. Leden van Svoboda en de fascistische militie Rechtse Sector treden op als stoottroepen en verhinderen vakbondsmilitanten en linkse activisten het protest te vervoegen. Ianoukovytch krijgt Euromaidan niet meer onder controle. Eind februari 2014 wordt hij afgezet. Ondertussen wordt in Kiev de nieuwe pro-Westerse regering-Jatsenjoek gevormd. De anti-Russische retoriek en de betrokkenheid van extreemrechts, dat belangrijke ministerposten in handen heeft, leiden tot angst onder de etnisch Russische minderheid die vooral in het oosten en het zuiden van het land woont. Rusland speelt hierop in vanuit haar eigen economische en politieke belangen.
In de overwegend Russischtalige delen breken protesten uit. De Krim wordt feitelijk bezet door Russische troepen. In een door het Westen betwist referendum op 16 maart 2014 spreekt een overweldigende meerderheid zich er uit voor aansluiting bij Rusland. Vrije en democratische discussie was er inderdaad niet mogelijk: de Tataren en de Oekraïenstalige minderheid klaagden over intimidatie, maar wellicht was de meerderheid toch voor aansluiting bij Rusland omwille van het reactionaire karakter van de nieuwe regering. Dat zou de matige reactie van het Westen verklaren. In het oosten van Oekraïne (regio-Donbass) kwam het vervolgens tot een gewapende strijd tussen het Oekraïense leger en militieleden en separatisten, gesteund door Rusland.De spanning tussen de VS en Rusland liep op. Zo hielden de NATO en Rusland bijna gelijktijdig militaire oefeningen aan de Russisch-Europese grens, wil de VS zwaar militair materieel posteren in verschillende Oost-Europese en Baltische staten, dringt de VS aan wapens te leveren aan de Oekraïense overheid en dreigt Rusland met de uitbreiding van haar kernwapenarsenaal terwijl Russische vliegtuigen al een paar keer testten hoever ze kunnen binnendringen in het Noord-Amerikaanse en het Europese luchtruim.
Europa – Merkel en Hollande in het bijzonder – is wel bereid tot economische sancties tegen Rusland, maar wil het conflict niet laten escaleren. Het dringt aan op het uitwerken van het politieke hoofdstuk van de akkoorden van Minsk, een speciaal statuut voor de regio’s die gecontroleerd worden door de pro-Russen, wat voorlopig door de Oekraïense regering geblokkeerd wordt. Het verzet zich ook tegen wapenleveringen aan Oekraïne omdat voor elke levering, Rusland wellicht in staat is evenveel vuurkracht te leveren aan de separatisten. Merkel en Hollande willen de relaties met Rusland normaliseren. Maar intussen vermenigvuldigen de inbreuken op het staakt-het-vuren zich, waarbij beide kampen elkaar beschuldigen een militair offensief voor te bereiden.[68] In die omstandigheden kan de mogelijkheid van een proxy-oorlog tussen de VS en Rusland niet helemaal uitgesloten worden.
ISIL hertekent de kaart van het Midden-Oosten
Maar ook voor proxy-oorlogen is het enthousiasme bekoeld door de uitkomst van de militaire interventies van de voorbije decennia. Somalië, Afghanistan, Irak, Libië, Mali en Jemen zijn één na één ten prooi gevallen aan totale desintegratie. In zijn afscheidsspeech zei de pensioengerechtigde Amerikaanse stafchef van het landleger, generaal Ray Odierno, dat Irak best opgesplitst wordt.[69]Eigenlijk erkent hij hiermee de realiteit op het terrein. Destijds heette dat een doemscenario. Het bestaan van een onafhankelijke Koerdische oliestaat in Noord-Irak en van een sjiietische staat aan de westgrens van Iran zou het machtsevenwicht in heel de regio verstoren. Het zou de positie van NAVO-lidstaat Turkije aantasten en die van het sjiietische regime in Iran versterken ten nadele van de soennitische bondgenoot Saoedi-Arabië en ook van Israël.
Gedurende decennia is Noord-Afrika en vooral het Midden-Oosten de speelbal geweest van imperialistische belangen, waar oorlogen en proxy-oorlogen werden uitgevochten, religieuze en etnische tegenstellingen werden opgeklopt en de meest reactionaire dictaturen in het zadel gehouden werden. Dat in 2011 niettemin de hele regio overspoeld werd door massaprotesten en revoluties toont de capaciteit van de arbeidersbeweging om te herstellen van nederlagen. Reactionaire krachten konden helaas van de afwezigheid van voldoende ingeplante en voorbereide arbeidersorganisaties en -partijen gebruik maken om de beweging af te leiden naar contrarevolutie. Ook hier wordt nog maar eens aangetoond waarom het opbouwen van revolutionaire partijen absoluut noodzakelijk is. Nieuwe kansen zullen zich echter voordoen: dat wordt aangetoond door de massabeweging in Libanon naar aanleiding van de afvalcrisis[70], de massale beweging in Irak naar aanleiding van de moord door de politie op een jonge betoger die protesteerde tegen het gebrek aan openbare voorzieningen[71], en de toename van het aantal stakingen en arbeidersbetogingen in Egypte in de loop van augustus en september.[72] Officieel is het aftreden van de Egyptische regering te wijten aan een corruptieschandaal, maar wellicht is de heropleving van sociale strijd er niet vreemd aan.[73]
Tot dan hebben de massa’s voor de nederlaag van 2011 echter een zware prijs betaald, vooral in die landen waar de arbeidersbeweging het zwakst staat. Zelfs Tunesië, waar de heersende klasse de schijn van democratie tracht te bewaren omwille van de sterkte van de arbeidersbeweging, wordt geteisterd door terreuraanslagen. Egypte is verscheurd tussen religieus fanatisme en militaire dictatuur. De arbeidersbeweging en de revolutionaire jongeren zijn er jarenlang het initiatief kwijt geweest. In Jemen voeren Saoedi-Arabië en Iran een proxy-oorlog. Maar het is vooral ISIL (Islamitische Staat in Irak en de Levant) dat op een jaar tijd gigantische terreinwinst heeft geboekt in Syrië en Irak, met groepen jihadi in Libië, Afghanistan, Egypte en elders die zich beroepen op ISIL of een eigen kalifaat willen uitroepen zoals Boko Haram in het noordoosten van Nigeria.
Vroeger werd ervan uitgegaan dat op het einde van een gewapend conflict een vredesakkoord met de verliezer volgde. Die akkoorden waren doorgaans vernederend en plunderden de economie van de verliezer, maar men trachtte wel, al was het uit zelfbehoud, voor een maatschappelijke structuur te zorgen, als het moest een bezettingsmacht. Nu is de vernietigingskracht en de ongelijkheid in middelen zodanig dat er dikwijls geen spaander meer overeind blijft van een mogelijke structuur, terwijl een bezettingsmacht duur is en moeilijk te verdedigen in de westerse publieke opinie. Zowel in Irak, als in Afghanisten, Jemen of Libië is er ofwel geen, ofwel een zeer zwakke centrale macht die niet in staat is het hele grondgebied te controleren. Bovendien heeft het imperialisme het oorlog voeren deels geprivatiseerd, met huurlingen van privébedrijven die enkel geinteresseerd zijn in de buit, zoals Blackwater USA, Dyncorp of pakweg Kellogg, Brown & Root, het vroegere Halliburton. Die privéfirma’s ontsnappen aan elke controle en geven niet om een stabiele na-oorlogse structuur. Er moet opgemerkt worden dat de implosie van de staatsstructuren in die landen vooral te wijten is aan de crisis van de nationale burgerijen in die landen. In een context van zwakke economische groei op wereldvlak en hun eigen politieke diskrediet zijn ze niet meer in staat etnische of sectaire spanningen, die ze zelf mee hebben aangespoord, onder controle te houden. Dit proces werd verder verscherpt door de militaire interventies van het imperialisme. Met de verdere verzwakking en zelfs het uiteenvallen van de nationale burgerij verliest het imperialisme een belangrijk instrument om haar belangen te verwezenlijken.
ISIL heeft deze situatie op haar manier juist ingeschat. Het heeft gebruik gemaakt van de chaos in Irak en Syrië. Het speelde in op de haat over de brutaliteiten van het imperialisme en de dictators die het er decennialang in stand hield. Het koppelde dit aan de frustratie van talloze Maghrebijnse migranten overal ter wereld over de schrijnende en straffeloze onderdrukking van de Palestijnen, over de hypocrisie van de leiders van de Arabische landen en over de islamofobie in het Westen sinds 11 september 2001. Het instrumentaliseert de afwezigheid van enig ander perspectief, versterkt door de ontgoocheling over de uitkomst van de zogenaamde Arabische revolutie. Brutale stoerdoenerij en extreem geweld moeten tonen dat ISIL wél tot het einde wil gaan. Het uitroepen van het kalifaat was als een lokroep naar radicale moslims overal ter wereld.
Bovendien heeft ISIL geleerd van private oorlogsbedrijven. Het heeft zich tot op zekere hoogte omgevormd tot een bedrijf. Door inbeslagname van cruciale infrastructuur, bankovervallen, afpersing, de verkoop van kunstschatten, private schenkingen en vooral het uitbaten van olievelden, beschikte ISIL in augustus 2014 over naar schatting 1,13 miljard euro.[74] Met de inval in Irak benutte het niet alleen de frustraties over de communautaire politiek van Al-Maliki, maar trok het ook voormalige officieren van het Leger van Saddam aan en recupereerde het een modern wapenarsenaal op de Iraakse troepen. Een beslissingsmacht die dicht bij de lagere echelons ligt,maakt het moeilijk ISIL te onthoofden. [75]
Het imperialisme is stilaan de wanhoop nabij. De humanitaire en economische prijs die de VS moest betalen voor de interventies in Afghanistan en Irak zindert nog steeds na. Het mag er niet aan denken welk effect een conflict van die grootteorde zou hebben op een stagnerende economie. Destijds had het CWI gewaarschuwd dat het gemakkelijker is een oorlog te beginnen dan er één te eindigen; intussen wordt dat algemeen erkend. “No boots on the ground,” verklaarde Obama, of toch geen Amerikaanse. Wel door de Amerikanen bewapende Koerdische Peshmerga’s, Iraakse sjiietische milities en zelfs Iraanse Revolutionaire Wachten. Het nucleair akkoord van de 5 vetomachten van de VN en Duitsland met Iran heeft ongetwijfeld ook daarmee te maken. Netanyahu mag dan wel zijn duivels ontbinden tegen dat akkoord, maar ook hij kan niet anders dan de nieuwe situatie onder ogen zien. Zijn regering zou in het geheim onderhandelen met Hamas, tot groot ongenoegen van Abbas en de PLO. In Afghanistan zouden ook de Taliban in een strijd verwikkeld zijn met de lokale ISIL.
In de Koerdische provincies in Syrië is de PYD, de lokale tegenhanger van de PKK, er tot groot ongenoegen van Turkije in geslaagd ISIL met Amerikaanse luchtsteun te stoppen in Kobanê. LSP is het oneens met het programma van de PKK en de PYD, dat nog steeds gebaseerd is op de stalinistische tweestadiatheorie. We zijn het eveneens oneens met de methodes, met de aanslagen en met de idee dat de verdediging van Kobanê het werk moest zijn van milities terwijl de bevolking op de vlucht sloeg naar Turkije, in plaats van gewapende zelfverdedigingscomités te vormen. Maar Rojava en het expliciet seculiere model ervan vormen een directe bedreiging voor de reactionaire theocratische agenda van ISIL. Vrouwelijke strijders met AK-47’s in de strijd tegen een bijzonder vrouwonvriendelijke groepering, het is een beeld dat bij velen tot de verbeelding spreekt. De verworvenheden in Rojava en het verzet in Kobanê bieden een mogelijke brug op weg naar Koerdische zelfbeschikking en meer algemeen als mogelijk referentiepunt voor de heropleving van de strijd van arbeiders en jongeren tegen de horror van ISIL en de dictatoriale regimes in het Midden-Oosten.[76] Het heeft ongetwijfeld meegespeeld in de electorale doorbraak van HDP in de Turkse parlementsverkiezingen van 7 juni 2015. Hoe betrouwbaar het bondgenootschap met de VS wel was, ondervinden de Koerden nu Turkije met steun van de NATO groen licht heeft gekregen om niet alleen ISIL, maar ook de PKK en zelfs de PYD te bombarderen.
Migratiestromen en klimaatopwarming
Je zou verwachten dat de overwinnaar van een militair conflict tracht om zich van een sociale basis te voorzien door minstens een deel van de opbrengst van natuurlijke rijkdommen te laten terugvloeien naar de getroffen maatschappij, mogelijk door zelf te investeren in herstel van de infrastructuur. Zelfs Alexander de Grote en de eerder genoemde Manse Moussa hadden dat eeuwen geleden al begrepen. Maar onder het huidige imperialisme is de bereidheid daartoe omgekeerd evenredig met de opgebouwde vernietigingskracht. Voor heropbouw is er tijd noch middelen. De plundertocht door private aasgieren kan niet snel genoeg beginnen. Het gevolg is dat de getroffen landen maar niet gestabiliseerd raken en conflicten blijvend aanslepen. Dat stemt ook de imperialisten tot nadenken vooraleer ze zich in een nieuw avontuur storten. Het verklaart wellicht waarom het aantal gewapende conflicten wereldwijd tussen het begin van de crisis in 2008 en 2014 voortdurend is afgenomen, van 62 naar 42. Let wel, in diezelfde periode nam het aantal dodelijke slachtoffers nog veel sneller toe, van 56.000 in 2008 naar 180.000 in 2014.[77]
Het kan niet anders of dat brengt een vluchtelingenstroom op gang. De jongste maanden wordt Europa ‘overspoeld’. Als we de media moeten geloven zijn hele hordes vluchtelingen op weg naar West-Europa. Vluchtelingenorganisaties nuanceren dat. Voor 2014 meldde de VN een recordaantal van bijna 60 miljoen ontheemden of mensen op de vlucht voor oorlogsgeweld of vervolging. Daarvan vluchtten 38 miljoen binnen de grenzen van hun land. Van de 19,5 miljoen vluchtelingen die niet meer in hun eigen land zijn, is ruim vijf miljoen Palestijn. Van de 12 miljoen vluchtelingen van Syrië zijn goed vier miljoen hun land ontvlucht.[78] Van die 4 miljoen bevinden er zich 1,2 miljoen in Libanon dat zelf een bevolking heeft van 6,8 miljoen en een BBP van 48 miljard $ (vgl. België 528 miljard $), 1,7 miljoen in Turkijë en meer dan 600.000 in Jordanië. Het aantal Syrische vluchtelingen in Europa bleef tot nu toe al bij al beperkt tot 130.000, maar dat zou wel eens snel kunnen oplopen.
Het onvermogen van het imperialisme om de situatie te stabiliseren, het eindeloos aanslepen van conflicten, de totale vernietiging van huizen en infrastructuur, dooft voor velen de hoop om ooit nog terug te keren. Overleven in een tentenkamp is enkel draaglijk als er een perspectief is om weldra terug naar huis te kunnen. Naarmate dat perspectief zich verwijdert, zullen steeds meer vluchtelingen overwegen hun leven elders op te bouwen. Waarom dan het risico lopen om dat in een buurland te doen dat misschien weldra eveneens gedestabiliseerd wordt? Waarom niet meteen trachten het stabiele West-Europa te bereiken? Wat we nu zien, zou wel eens het begin kunnen worden van een massale doorstroming van vluchtelingen die nu in Turkije en Libanon verblijven. En wat zou vluchtelingen uit Irak, Somalië en talloze andere brandhaarden in de wereld kunnen tegenhouden om dezelfde weg te kiezen?
Dat dit in een omgeving van sociale afbraak, structurele werkloosheid en tekorten op zowat alle vlakken door velen wordt aangevoeld als een bedreiging voor hun levensstandaard, hoeft niet te verwonderen. Wie gelooft er nu dat de kapitalisten dit niet zullen aangrijpen om de lonen en arbeidscondities nog verder onder druk te zetten? Wie gelooft er dat de regeringen de uitgaven voor de opvang van de vluchtelingen niet zullen recupereren op andere sociale uitgaven? Rechtse politici grijpen dit aan om verplichte gemeenschapsdienst, een speciaal statuut voor vluchtelingen, etc. te promoten.“Bouw nu een muur rond je sociaal zekerheidssysteem of bouw een muur rond je land”,zegt N-VA kamerlid Sarah Smeyers in De Zevende Dag.[79] De grootste afbreker van de sociale zekerheid profiteert van de situatie om zich voor te doen als de grootste verdediger ervan.
Het klopt dat 350.000 vluchtelingen maar 0,07% vertegenwoordigen van de bevolking van de Europese Unie, maar dat wordt niet noodzakelijk zo aangevoeld door wie ermee in concurrentie gezet wordt in de zoektocht naar een job, een woning etc. Het is ook juist dat die mensen vluchten voor afschuwelijk geweld. Maar ondermijnen die ‘gemakkelijke’, moraliserende argumenten niet meteen onze argumentatie als de aantallen verder zullen toenemen? Als het morgen niet langer gaat om mensen die vluchten voor oorlog, maar ‘slechts’ voor extreme uitbuiting? Er is niets verkeerd aan medeleven, maar we moeten tegelijk begrijpen dat dit snel op de limieten van het kapitalisme zal stoten. Vandaar het belang van een klassenbenadering. Onze sociale zekerheid en al onze democratische en andere rechten zijn afgedwongen door gezamenlijke strijd van alle arbeiders, inclusief migranten. Die rechten vandaag verdedigen zal eveneens een programma vereisen van eenheid van de volledige arbeidersbeweging voor gelijke rechten en gelijke lonen, voor het recht op werk en huisvesting, voor een maatschappij waarin de productie gericht is op het welzijn van allen en niet op de winsten van enkelen.
Dat is dan nog gerekend zonder een ander gigantisch probleem dat op ons afkomt, dat van de leefbaarheid van onze planeet. Oceanograaf en klimaatwetenschapper Katherine Richardson is niet overtuigd door slogans als “save the planet” of “save the climate”. “De planeet redt zichzelf wel,” zegt ze, “we moeten de mens redden.” De planeet bevindt zich zo’n 12.000 jaar in een toestand van klimaatrust, waardoor de homo sapiens die al 200.000 jaar rondtrekt zich eindelijk kon settelen en de menselijke beschaving tot wasdom kon komen. Die periode kan zich nog zeker 15.000 jaar doorzetten, tenzij menselijke activiteit die staat van rust doorkruist. Onze voorouders konden tijdens heftige klimaatschommelingen nog rondtrekken, maar met 7 miljard wordt dat moeilijk. (Deze hypothese over klimaatrust wordt vandaag door wetenschappers echter als achterhaald beschouwd.) Volgens Richardson verstoren de aantasting van de biosfeer en de stikstof- en fosforvervuiling dat evenwicht nu al, wordt het gevaarlijk bedreigd door het landgebruik en de klimaatverandering en vormt ook de zoetwaterconsumptie, de verzuring van de oceanen, de concentratie van aerosol, de ozonlaag en de impact van nieuwe chemische stoffen en andere entiteiten op termijn een probleem.[80]
De discussie over de schadelijke impact van de menselijke activiteit op de capaciteit van de planeet om zich te herstellen, lijkt beslecht. Het tijdperk waarin tegenover iedere studie over verstoring van het klimaat een andere klimaatsceptische stond, doorgaans betaald door bedrijven of lobbyisten van bedrijven die daar belang bij hadden, is over haar hoogtepunt heen. Dat het klimaat sinds het begin van de industriële revolutie met 0,85°C is opgewarmd en de extreme droogtes en stormen die we recent ondervonden er een rechtstreeks gevolg van zijn, wordt niet meer betwist. Dat er nog dramatischere veranderingen op til staan evenmin. Een graad opwarming in de komende 50 jaar kan leiden tot een verhoging van de zeespiegel met 2 meter. Voor de dichtbevolkte kustgebieden is dit een ramp. Toch slagen politici er niet in om tot een akkoord te komen om de opwarming beperken.
De grootschalige uitbuiting van de landbouwgrond botst eveneens op haar grenzen: over 60 jaar zouden de belangrijkste landbouwgronden uitgeput zijn. “Binnenkort is het te laat (…) Onze consumptiepatronen zijn niet verenigbaar met de gezondheid van de planeet,” verklaarde Ban Ki-moon, algemeen secretaris van de VN,in een reactie op de studies van het Internationaal Klimaatpanel (IPCC).[81] Over wiens consumptiepatroon hij het had, lichtte hij niet nader toe, maar het is wel handig: zo wordt iedereen op gelijke voet verantwoordelijk gesteld. Veel milieuorganisaties en -activisten gaan daarin mee: als we onze levensstijl maar aanpassen en genoegen zouden nemen met een lagere levensstandaard, zouden de problemen opgelost zijn. Dat is een illusie. Twee derden van alle CH4- (methaangas) en CO2-uitstoot (koolstofdioxide) sinds het begin van de industriële revolutie werd veroorzaakt door slechts 90 bedrijven.[82] Zolang deze niet worden aangepakt, zal er wezenlijk niets veranderen.[83]
De echte inzet van de discussie bevindt zich niet op het vlak van consumptie, maar van de productie. ‘We kunnen vandaag nog de honger in de wereld oplossen’, beweert Hilal Elver, VN-rapporteur voor het recht op voedsel, ‘maar dan moeten we ingrijpen in de vrije markt.’[84]“We moeten de reden voor de aantasting van de planneet zoeken in de intrinsieke onrechtvaardigheid van ons ontwikkelingsmodel en de extreme en selectieve consumptie van een minderheid van de wereldbevolking”, adus de pauselijke encycliek over de obsessie van groei.[85]‘Het probleem is niet technisch, maar cultureel en ideologisch,’ beweert Naomi Klein. ‘Er valt nog teveel te verdienen aan de onontgonnen fossiele brandstoffen.’ Doet de uitstoot van broeikasgassen het ijs aan de Noordpool smelten, dan heeft dat alleen een rush veroorzaakt van meerdere landen die met elkaar strijden om daar als eerste naar petroleum te kunnen boren. “Ofwel redden we de aarde, ofwel het kapitalisme,” besluit Klein, “maar beide samen, dat zal niet lukken.”[86]
Enkel al de bestaande ideeën en mogelijkheden optimaal benutten, zou tot een grote vooruitgang leiden. Denk maar aan passiefhuizen, recyclage, hernieuwbare energie, versterking van openbaar vervoer, … Vandaag zijn veel ecologische mogelijkheden enkel toegankelijk voor wie voldoende middelen heeft en zich tegelijk een goed geweten kan kopen. Maar de uitdaging van de klimaatopwarming zal de mobilisatie van het volledige technische en wetenschappelijke potentieel vereisen. Dat kan enkel door de sleutelsectoren van de economie te nationaliseren en de productie democratisch te plannen. Enkel zo kan de overgang naar uitsluitend gebruik van hernieuwbare energie gerealiseerd worden. “Is het realistisch erop te hopen dat wie geobsedeerd is door winstmaximalisatie stil blijft staan bij de milieu-effecten die hij aan de volgende generaties zal nalaten?” vraagt paus Franciscus zich af in bovenvermelde encycliek.
[divider]
Voetnoten[62] China grijpt financiële wereldmacht tegen 2050, De Standaard 9 april 2015
[63] Trojaans paard of Marshallplan? De Standaard 1 maart 2015
[64] ‘Hier gaat iets gevaarlijk mis’, De Standaard 5 mei 2015
[65] ‘Publiek belang moet wijken voor winst’, De Standaard 2 april 2015
[66] ‘Gezondheid dreigt koopwaar te worden’, De standaard 5 februari 2015
[67] International Institute for Strategic Studies, Military Balance 2015 Press Statement 11 February 2015 http://www.iiss.org/en/about%20us/press%20room/press%20releases/press%20releases/archive/2015-4fe9/february-0592/military-balance-2015-press-statement-40a1
[68] Bras de fer décisifs en vue sur l’Ukraine, Le Soir 23 août 2015
[69]“Opsplitsen Irak mogelijk enige oplossing”, De Redactie 13 augustus 2015
[70] Le mouvement citoyen ne mollit pas, Le Soir 2 september 2015
[71] Révolution citoyenne inédite – Le Soir 28 aug 2015
[72]Egypt, Workers start to take action again, socialistworld.net September 9, 2015
[73]Egyptische regering neemt ontslag, De Standaard 12 september 2015
[74] Oorlogsatlas Syrië, vloedgolf IS, stromen vluchtelingen, De Morgen, 22 augustus 2015
[75] No boots on the ground, De Morgen 23 augustus 2014
[76]Koerdistan. Strijd voor Kobanê op een keerpunt, socialisme.be, 1 november 2014
[77] Meer slachtoffers, minder conflicten, De Tijd, 23 mei 2015
[78]VN meldt record aantal vluchtelingen, De Telegraaf, 18 juni 2015
[79] De zevende dag, Eén 12 september 2015
[80] ‘De planeet redt zichzelf wel. We moeten de mens redden’, De Standaard26 april 2015
[81]Ecologie: tegen de kapitalistische verspilling, socialistische planning, socialisme.be, 22 juli 2015
[82] Volgens een studie van Richard Heede, gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Climatic Change. Het gaat om de wereldwijde methaan en koolstofuitstoot tussen 1751 en 2010. Op 7 cementbedrijven na, zijn het alle energieproducenten (Gas, kolen, olie)
[83]Nieuwe technologie: redder of grafdelver van het kapitalisme?, socialime.be, 2 augustus 2015
[84] ‘We kunnen vandaag nog de honger in de wereld oplossen’, De Standaard 26 april 2015
[85] Le pape François prône un retour à la Terre, Le Soir, 19 juin 2015
[86] ‘Ofwel redden we de aarde, ofwel het kapitalisme’, De Standaard 26 november 2014
-
Turkije, de Koerden, Irak en Syrië
Na het neerhalen van het Russische gevechtsvliegtuig op 24 november 2015 lijkt het er (voorlopig) allerminst op dat de gemoederen kalmeren. Je kan het vergelijken met een steentje dat je in het water werpt, waarna de golven steeds verder uit deinen.Een correspondent in Turkije
1. Economische gevolgen:
De toeristische sector ontvangt jaarlijks 3 miljoen Russische toeristen, vooral in de streek rond Antalya. Als dit aantal fors wordt gereduceerd, dan gaat dit de toeristische markt enorm veel geld kosten, wat een weerslag zal hebben op de werkgelegenheid, maar ook op de binnenlandse economie. Dat het gedrag van vele Russische toeristen dikwijls beneden alle peil is, klopt, maar tegelijk is dit een ramp voor het grootschalige toerisme!
De landbouwsector: Omdat Turkije de Europese boycot van landbouwproducten niet volgt, is de landbouw een belangrijke exportmarkt naar Rusland geworden. Citrusvruchten, tomaten en in mindere mate andere groenten of fruit, staan in voor 20% van de import naar Rusland. Ook deze exportmarkt dreigt Turkije te verliezen.
Invoeren van visumplicht: Het afschaffen van de visumplicht tussen Rusland en Turkije, heeft bijgedragen tot een groei van de handelsbetrekkingen. Vele Turkse bedrijven zijn actief in Rusland. Ook voor hen is de toekomst onzeker.Tenslotte is er het afblazen van grote economische projecten (o.a. pijpleiding over Turks grondgebied en een kerncentrale, wat dat laatste betreft, voor mij zeker geen probleem). De pijpleiding zou er toch kunnen komen, maar Rusland eist dat Europa garant zou staan!
Turkije probeert (iets wat al veel langer nodig was) zijn import (hoofdzakelijk van gas) te diversifiëren. Nu heeft Rusland zeker deze inkomsten nodig (want ook daar zit de economie in een dal). De akkoorden zijn van die aard, dat zelfs als moest Turkije de mogelijkheid hebben elders genoeg gas kunnen betrekken, wat niet het geval is (ze hebben de opslagcapaciteit niet), de schadevergoedingen zullen enorm zijn! Iran, bondgenoot van Rusland, legt nu ook beperkingen op aan gasinvoer naar Turkije.
De gevolgen op het BNP, tussen de 0,5 en 0,8 procent.
Intussen lopen de spanningen verder op. Een Russisch schip vuurde waarschuwingsschoten af naar een Turkse vissersboot, Rusland stopt Turkse schepen en vice versa.
Het is dus duidelijk dat dit conflict, verre van opgelost is!
2. Buitenlandse politiek van Turkije.
Met betrekking tot Syrië.
Sinds de Russen op het Syrische strijdtoneel zijn verschenen en in afwachting van de conferentie in Genève, proberen alle betrokken partijen hun posities uit te bouwen.
Dat de Russen niet alleen IS bombarderen, klopt. Maar de bewering dat Rusland enkel de ‘gematigde’ oppositie bombardeert en de IS met rust laat, klopt niet. Neem het voorbeeld van de Turkmenen. Het wordt voorgesteld alsof de Turkmenen een ‘neutrale’ organisatie zijn die zowel de IS als Assad bestrijdt. Men ‘vergeet’ er wel bij te vertellen dat er een samenwerking bestaat tussen de Turkmenen, Al Nusra (afdeling van Al Qaida) en Ahrar Al-Sham. Deze organisaties zijn voorstanders van een islamitische staat gebaseerd op de sharia! Gematigd. Vergeet het!
Het Vrije Syrische Leger is een organisatie die om de haverklap van kamp wisselt. Zelfs de VS, die hier veel geld hebben ingepompt, geven toe dat het niet werkt!
De bedoeling van Turkije was van in den beginne, Assad ten val te brengen. Daarvoor hebben zij telkens een no-fly zone geëist, de grenzen opengelaten en dubieuze groeperingen gesteund.
Wat die no-fly zone betreft, toeval of niet, de Turken willen het kanton Afrin (Koerdisch) niet verbonden zien met Kobane en Hassakah. Maar door het neerschieten van het russische gevechtsvliegtuig kan Turkije geen vluchten uitvoeren over Syrië, en van een no-fly zone is allang geen sprake meer!
Opvallend is dat de VS steeds meer aandringt dat Turkije de grenzen met Syrië potdicht maakt!
Tegelijk blijft de VS bij haar standpunt dat de PYD een bondgenoot is (voor Turkije is dit een terroristische organisatie). De reden: de PYD heeft op de grond ISIS serieus teruggeslagen!
Met betrekking tot Irak.
Turkije beseft maar al te goed dat zij (hoewel coalitiepartners in de anti-IS-coalitie) steeds verder geïsoleerd komen te staan. De streek waar zij de beste relaties mee onderhouden (economisch en politiek) is de Autonome Koerdische Regio (AKR) in Noord-Irak, meer specifiek met Barzani en de KDP. Overigens, dit gebied bestempelen zij als ‘Koerdistan’!
Op het eerste zicht lijkt dit een tegenstrijdigheid. Waar zij iedere vorm van Koerdische autonomie in eigen land tegenwerken (zie ook verder), is de ‘gematigde’ KDP een volwaardige gesprekspartner voor Turkije. De tijd dat de KDP de grootste fraktie was in de Autonome Kurdische Regio is echter voorbij. Bovendien weet de KDP dat zij niet openlijk kunnen optreden tegen de PKK. Maar de economische belangen zijn enorm. 60% van de economie draait op Turkse bedrijven, daarnaast kan de KDP olie uitvoeren naar Turkije wat voor inkomsten zorgt.
Het verloren laten gaan van Sinjar (een Koerdische regio waar het centrum van Yezidis ligt) door de Koerdische peshmerga’s, heeft tot een humanitaire catastrofe geleid. En wie verdedigde de Yezidis, de PKK. Intussen is Sinjar gezuiverd van de IS, maar zowel Koerdische peshmerga’s als PKK zijn er prominent aanwezig en hebben elk delen van de stad onder controle.
Voor Turkije – eens te meer – een groot probleem. Want op deze manier ontstaan er bruggen tussen PYD en PKK (trouwens allebei behorend tot dezelfde strekking) in Irak en Syrië en komt de realiteit van een Koerdische autonome zone steeds dichterbij.
In dit kader moet de militaire ontplooiing van 400 Turkse troepen en 25 tanks in Bashaqi gezien worden. Volgens de Turken gaat het om ‘instructeurs’, in de praktijk gaat het om een samenwerking van soennitische groepen. De Iraakse regering reageerde furieus. Ze eiste de onmiddellijke terugtrekking van deze troepen omdat er nooit toestemming was gegeven voor deze militaire ontplooiing! De Turkse eerste minister beloofde een oplossing te zoeken, maar de president van Turkije stelde onmiddellijk dat er geen sprake kon zijn van terugtrekking! Dit is een schending van het territoriaal beginsel en daarom brengen Irak, Iran en Rusland dat naar de Veiligheidsraad! Nu eisen ook de Amerikanen de terugtrekking van de Turkse troepenmacht! Intussen zijn vier Turkse soldaten gedood in Bashaqi bij een aanval door IS.
Dat Turkije hier het internationaal recht flagrant overtreedt, is een feit. Bashaqi grenst aan Mosul (in handen van de IS) maar ook aan de olievelden van Kirkuk. De olievelden van Kirkuk behoren (volgens de Turken) aan de Turkmenen, de centrale Iraakse staat zegt dat dit gebied hun toebehoort en de Koerden van AKR zeggen dat dit hun gebied is. De kans is dus groot dat na het verdrijven de IS, opnieuw conflicten uitbreken!
– Een coalitie op de grond.
Ook de Saoudi’s willen hun invloed niet verloren gaan en willen troepen coördineren van 34 landen (waaronder Turkije). Al deze landen hebben een meerderheid aan Soennieten. Gisteren zei de minister van Buitenlandse Zaken van Pakistan dat zij ook ‘deel zouden uitmaken van deze coalitie’ zonder dat de vraag zelfs gesteld is!!!!
Als men de grote sponsor van het fundamentalisme dit initiatief ziet nemen, dan moet er toch een belletje gaan rinkelen.
Tegelijk voorziet Turkije een militaire basis in Qatar, zogezegd om de acties te coördineren! Realiteit is dat zowel Qatar als Saoudi Arabië betrokken zijn bij het sponsoren van terroristen!
3. En wat met de Koerden in Turkije?
Nadat de Turkse president het vredesproces afschoot voor de verkiezingen van juni, is de situatie alleen maar geëscaleerd. De PKK heeft haar wapenstilstand opgeheven en sindsdien gaat het van kwaad tot erger.
In de periode tussen 7 juni en 1 november nam het geweld toe, en de situatie lijkt uitzichtloos.
Het is duidelijk dat de Turkse regering (opnieuw) de militaire kaart heeft getrokken. Men wil de PKK vernietigen en daarvoor worden grote middelen ingezet! Dit keer speelt de strijd zich af in de steden met een overwegend Koerdische etnische bevolking.
De leerkrachten zijn teruggetrokken, vele mensen zijn de steden ontvlucht, daarna is het de realiteit van een burgeroorlog. Dat hierbij (vele) burgerslachtoffers vallen, kan niemand ontkennen! De beelden na ‘de noodtoestand’ spreken voor zich. Vernietigde huizen, duizenden mensen die hun job hebben verloren, geen elektriciteit, geen water, geen pers, geen internet, winkels gesloten. Enkel dood en vernieling. Nu is men zelfs zinnens militairen in te zetten in de scholen!
Hierbij worden twee – toch wel belangrijke – elementen vergeten.
a) De Koerdisch etnische gebieden zijn de armste van Turkije! Er is weinig of geen werk, klassen van 90 leerlingen of meer zijn eerder de regel dan uitzondering, er is maw geen perspectief voor de jongeren. Zij gaan in verzet.
b) Tot nu toe blijft het geweld beperkt tot de ‘Koerdisch etnische steden’. Maar vele Koerdische jongeren zitten in Istanbul, Antalya, Izmir… Hun families werden in de negentiger jaren verdreven uit de Koerdische etnische gebieden. De kans is dus reëel dat ook West-Turkije zal geconfronteerd worden met geweld.
IS VERANDERING MOGELIJK?
In de huidige politieke constellatie zie ik geen verandering komen (toch niet op korte termijn).
De neo-fascistische ultranationalistische MHP steunt de AKP-regering in haar strijd tegen de Koerden (zowel in Syrië, Irak als Turkije), steunt de AKP-regering in het uitroepen van de noodtoestand en is waarschijnlijk betrokken bij illegale milities!
De AKP heeft een comfortabele meerderheid en controleert steeds meer media. De steun van Europa is in die zin meer dan een echte schande. In het kader van de ‘vluchtelingencrisis’ doet Europa een zware knieval voor Turkije, en verdoezelt de mensenrechtensituatie!
De CHP zit zelf in een crisis. In januari houden zij hun congres, waar de ‘Turks nationalistische vleugel’ zal proberen terug de macht te grijpen. Of dit zal lukken is een andere zaak.
Ook de HDP zit in een crisis. De conservatieve vleugel probeert (in ruil voor het presidentieel systeem) terug een vinger in de pap te krijgen. De progressieve vleugel zit tussen hamer en aambeeld. Enerzijds willen zij dat het geweld stopt (en de PKK terug een vredesbestand uitroept), anderzijds is de reactie van de Turkse regering dermate erg, dat zij niet anders kunnen dan het verzet steunen!
En de arbeidersbeweging. Zij staan zwak. Bovendien zal door de verhoging van het minimumloon (van 1000 tot 1300 tl) de steun aan ‘gele’ vakbonden nog toenemen.
De tegenstelling ‘conservatieve moslims’ en ‘anderen’ zal toenemen. De ‘etnische conflicten’ zullen toenemen.
Maar je weet nooit in een land als Turkije. Krachtsverhoudingen kunnen snel veranderen. Toenemende werkloosheid en economische crisis zouden wel eens katalysatoren kunnen zijn.
Een partij (of organisatie) die zich boven de etnische conflicten en de ‘kunstmatige’ godsdienstconflicten zou plaatsen, met een duidelijk links programma, is meer dan ooit nodig. Maar daarvoor hebben we vakbondsvrijheid nodig, daarvoor moeten we de nadruk leggen op wat ons bindt (natuurlijk met etnische rechten en autonomie), daarvoor moeten we nadruk leggen op sociale zekerheid voor iedereen, daarvoor moeten we nadruk leggen op alle vrijheden (niet alleen godsdienstvrijheid, maar ook vrijheid van pers, vrijheid van meningsuiting, gelijke rechten voor iedereen, ook LGTBI).
Voorlopig zie ik het echter somber in!
TENSLOTTE NOG DIT
Herhaal het nogmaals. En zal het blijven herhalen. Dagelijks sterven nog altijd mensen die met gammele bootjes de oversteek wagen naar Griekenland! Dit is mijn ‘achtertuin’. En ben daar eerlijk gezegd niet goed van! Na het akkoord met Europa treedt Turkije veel harder op.
Volgens een rapport van Amnesty International heeft Turkije ‘duizend’ vluchtelingen tegengehouden. Volgens datzelfde rapport worden mensen in ‘concentratiekampen’ opgesloten. Worden mensen gefolterd. Worden mensen teruggestuurd naar oorlogsgebieden in Syrie en Irak! Na het akkoord (Europa beloofde 160.000 vluchtelingen voornamelijk in Griekenland, op te vangen) heeft Europa er 258 opgevangen. 258! Shame on you Europa!
Op 24 lidstaten is dit een gemiddelde van tien (10)!
De vluchtelingenkampen in Turkije zijn redelijk goed uitgerust, maar wie kiest voor een vluchtelingenkamp in Turkije kan nooit aanspraak maken op het statuut van erkende vluchteling. Daarom verblijven slechts 10 procent van de vluchtelingen in die kampen. Bovendien mag je niet werken en mag je je niet buiten het kamp begeven!
De overgrote meerderheid van de vluchtelingen verblijft buiten de kampen. Ook zij kunnen geen ‘reguliere’ arbeid verrichten. 90 procent werkt in het zwart. Kinderarbeid neemt toe in Turkije (zij werken voor 100 tot maximum 150 euro per maand), Turkse mannen nemen een tweede Syrische vrouw, huisarbeid gaat dikwijls gepaard met sexuele uitbuiting, prostitutie neemt toe aan dumpingprijzen (las een verhaal van Syrische vrouw die haar lichaam verkocht voor 2 tl, minder dan één euro). Maar Europa doet het goed! Zij hebben sinds de overeenkomst met Turkije gemiddeld TIEN vluchtelingen opgenomen! Proficiat.
En voor diegenen die zeggen, er zitten terroristen tussen die vluchtelingen. Zij hebben gelijk. Op honderdduizend vluchtelingen zal (of zullen) wellicht terroristen zitten! En er zullen ook economische vluchtelingen tussen zitten. Maar zien jullie de beelden van Syrie? Zou jij daar willen leven? Heb jij geen recht op opvang? Moeten wij voor enkelingen een humaan beleid tegen houden? Zijn wij mensen met respect voor mensenrechten, of gebruiken we dezelfde argumenten als fascisten?
Wat mij verwondert, weten jullie nog hoeveel miljarden euro’s wij (ja, ik en jij) hebben betaald om de banken te redden? Dat is maar een paar jaar geleden. En terwijl de bankiers weer hetzelfde spel spelen (met alle risico’s van dien) bouwt men onze welvaartsstaat af! De armoede neemt toe in Europa, maar de rijkdom ook.
Een menswaardig leven voor iedereen, dat is wat ik wil. Een halt aan de armoede, sociale woningen, goeie mobiliteit, goeie zorg. Ik pleit niet voor rijkdom, ik pleit voor een menswaardig leven! Een utopie. Dat klopt, in een wereld waar de rijkdom van enkelen steeds aangroeit, waar 81 mensen evenveel hebben als drie miljard mensen.
En dan zeg ik, het is genoeg geweest. Dit is niet de wereld die wij wensen voor onze kinderen! Wij zijn geen melkkoeien, onze uiers zijn leeg, maar onze regeringen blijven eraan trekken.
Een politiek pamflet, neen dit is geen politiek pamflet! Dit is een menselijk pamflet! Want ik ben net zoals jullie, de ene heeft wat meer dan de andere, daarover gaat het niet! Het gaat hem om rechtvaardigheid, het gaat hem om eerlijkheid, het gaat om menselijkheid.
En rechts of links, wees eerlijk, we maken ons allemaal zorgen over de toekomst! Want deze wereld maakt ons bang! Maar in een menswaardige wereld, met gelijkheid, solidariteit, in die wereld zal het terrorisme niet bloeien! Maar in een wereld van onderdrukking, uitbuiting, racisme, daar bloeit het terrorisme!
-
[Video] Nancy Taaffe (Socialist Party) op BBC over Labour en de oorlog in Syrië
Op BBC Daily Politics was er gisteren een debat over het goedkeuren van de oorlog in Syrië door 66 parlementsleden van Labour. Nancy Taaffe van de Socialist Party bracht een socialistisch standpunt naar voor, ze stelde voor om lokaal parlementslid Stella Creasy uit Walthamstow te deselecteren en het protest tegen de oorlog op te voeren. Een vertegenwoordiger van de rechterzijde in Labour, door Nancy de ‘Millionaire Tendency’ genoemd, stelde dat protest ongehoord is en neerkomt op chantage en geweld. -
Waarom 11 miljoen Syriërs op de vlucht gingen
Westerse strategie van interventies in Midden-Oosten compleet mislukt
Na meer dan vier jaar van bloedige burgeroorlog in Syrië is er nog geen einde in zicht. Er vielen een kwart miljoen doden en elf miljoen mensen sloegen op de vlucht. Het sectaire conflict in Syrië dreigt bovendien de rest van de regio mee te sleuren.Artikel op basis van een edito van weekblad The Socialist
De vluchtelingencrisis leidt tot hernieuwd debat over een mogelijke militaire interventie in Syrië. Wouter Beke (CD&V) vindt alvast dat dit moet overwogen worden. Dit zou geen einde maken aan de nachtmerrie van de Syrische bevolking. Nieuwe militaire interventies zouden het aantal doden onvermijdelijk doen oplopen en de vluchtelingenstroom zou enkel maar aanzwellen. De groeiende instabiliteit in Turkije kan eveneens tot nieuwe vluchtelingenstromen leiden, momenteel verblijven er 2,2 miljoen Syrische vluchtelingen in dat land.
Militaire tussenkomsten maken situatie erger
De rampzalige interventies in Irak, Afghanistan en Libië en de sterke anti-oorlogsstemming in Europa zorgden ervoor dat het nog niet eerder tot een Belgische betrokkenheid bij de Syrische oorlog kwam. De vluchtelingencrisis wordt nu op cynische wijze aangegrepen om daar verandering in te brengen. Het zou enkel dienen om het Amerikaanse imperialisme in Syrië en Irak te ondersteunen.
Maar zoals de Britse journalist Patrick Cockburn opmerkte in The Independent (3 oktober): “De door de VS geleide campagne tegen ISIS heeft niet gewerkt. De islamitische militanten zijn niet verdwenen door de luchtaanvallen. Doorheen de Syrische en Iraakse Koerdische gebieden houden ze stand of winnen ze nog terrein. Er is iets bizar aan de hand met het debat over het ondersteunen van een luchtcampagne in Syrië, namelijk het feit dat niet wordt opgemerkt dat deze campagne totnutoe compleet mislukt is.”
Meer dan een jaar van luchtaanvallen in Irak en Syrië heeft 2,7 miljard dollar gekost en tot honderden doden geleid. Na dit jaar controleert ISIS nog steeds minstens de helft van Syrië en een derde van Irak. Zo viel de Iraakse stad Ramadi in mei van dit jaar. In de maand voordien waren er 165 luchtaanvallen van de VS op posities van ISIS rond Ramadi. Vijf maanden later is de stad nog steeds in handen van ISIS.
De door sjiieten gedomineerde Iraakse regering probeerde de stad te heroveren door beroep te doen op sjiietische milities. Maar Ramadi is voornamelijk soennitisch en de bevolking vreest grootschalige sectaire wraakacties als de stad in handen van de regering valt. Deze vrees is op precedenten gebaseerd. Toen Tikrit eerder dit jaar door sjiietische milities op ISIS werd veroverd, waren er massale executies van soennieten die ten onrechte allemaal als ISIS-aanhangers werden bestempeld. Duizenden mensen sloegen op de vlucht.
Het imperialisme zorgt voor een nachtmerrie in de regio. Na decennia van militaire interventies, verdeel-en-heersmaatregelen, steun aan brutale dictaturen en geflirt met jihadistische krachten, liggen Irak en Syrië in puin. Dat versterkt de sectaire fragmentatie en burgeroorlog. Het bevestigt wat wij stelden toen Irak in 2003 werd binnengevallen. Deze oorlog zou niet leiden tot welvaart en vrede, maar tot een regionale oorlog met sectaire conflicten.
Massastrijd nodig
De opstand van 2011 in Syrië begon als een oprechte revolte tegen de dictatuur van Assad. Dit veranderde door de interventie van buitenlandse reactionaire krachten die een einde wilden maken aan de revolutionaire golf in de regio: de dictatoriale regimes van Saoedi-Arabië en Qatar maar ook de imperialistische krachten. ISIS is een van de vreselijke gevolgen van dit proces.
De pogingen om een pro-Westers Vrij Syrisch Leger op te zetten, zijn mislukt. De geleverde wapens kwamen meteen bij ISIS terecht. In realiteit heeft de VS geen betrouwbare partner in Syrië. De agressieve rol van ISIS maakte het voor de VS noodzakelijk om ertegen op te treden. Maar journalist Patrick Cockburn merkt op: “de VS bombardeert ISIS niet in gebieden van Syrië waar de jihadistische groep tegen het Syrische leger strijdt.” (Independent, 30 september).
Het VS-imperialisme blijft dan wel de machtigste kracht ter wereld, de macht ervan neemt af. Het falen om politieman over de hele wereld te spelen, wordt aangetoond in Syrië. Het gaf de Russische president Poetin voldoende zelfvertrouwen om luchtaanvallen op te zetten om Assad te ondersteunen. Het VS-imperialisme zit hierdoor gekneld tussen de soennitische regimes die strijders tegen Assad financieren en het sjiietische Iran dat 15.000 troepen stuurde om Assad te steunen waarbij nu ook Rusland tussenkomt.
Dit betekent niet dat ISIS niet kan verslagen worden. De onderliggende zwakte werd aangetoond door de militaire overwinningen van de voornamelijk Koerdische YPG en YPJ in het noorden van Syrië. Deze Koerdische strijders toonden aan dat het koppelen van militaire strijd met een oproep tot nationale bevrijding en sociale verandering tot overwinningen kan leiden. Deze successen waren echter vooral gebaseerd op heldhaftige guerrillastrijd en niet zozeer op democratische massale mobilisatie over etnische grenzen heen. Dit kan gevaren met zich meebrengen, zoals de beweringen van Amnesty International maar ook Patrick Cockburn over het verdrijven van niet-Koerden uit bepaalde gebieden aantoont. Deze beweringen worden ontkend door YPG, maar zonder breuk met het imperialisme en het kapitalisme zullen sectaire verdeeldheden steeds opnieuw de kop opsteken.
Er is nood aan eenheid van werkenden en arme boeren in Irak en Syrië, waarbij de Koerdische en andere volkeren enkel op hun eigen zelforganisatie kunnen rekenen om een einde te maken aan deze nachtmerrie. Eengemaakte comités van zelfverdediging zijn belangrijk om minderheden te beschermen. Ze kunnen bovendien een belangrijke hefboom zijn om te bouwen aan een beweging voor socialistische verandering. Door consequent in te gaan tegen alle imperialistische krachten, lokale reactionaire regimes en sectaire doodseskaders en door op te komen voor het recht op zelfbeschikking van alle gemeenschappen, zou zo’n beweging massale steun kunnen vinden onder de werkende bevolking in de regio en de rest van de wereld. Tegelijk moeten arbeidersorganisaties in de rest van de wereld de strijd tegen imperialistische interventies in het Midden-Oosten opnemen.
-
Rusland betreedt het Syrische moeras
Economische crisis in Rusland verdiept, Oekraïense crisis houdt aan
Russische vliegtuigen trekken sinds begin oktober over Syrië om bommen te werpen. Ze doen dat na een ‘verzoek’ van de regering-Assad. Er wordt officieel gebombardeerd op ISIS-posities. Op 7 oktober vuurden Russische marineschepen vanuit de Kaspische Zee 32 bommen af op doelwitten in Syrië. Volgens westerse bronnen raakten vier van die bommen niet voorbij Iran, maar zowel Rusland als Iran ontkennen dit.Analyse door Rob Jones vanuit Moskou
In Rusland zelf wordt het voorgesteld als een poging om een “zo breed mogelijke coalitie tegen extremisten en terroristen” te vormen. President Poetin gebruikt het spookbeeld van de terugkeer van 7.000 Russische strijders die nu met ISIS vechten. Russia Today, het internationaal media-orgaan van het Kremlin, schept evenwel openlijk op dat de interventie “op een paar weken tijd de krachtsverhoudingen in het Midden-Oosten heeft veranderd. Moskou nam het initiatief op militair vlak, maar ook op het diplomatieke front. Rusland heeft een nooit geziene stap gezet waardoor veel bondgenoten van de VS de conclusive trekken dat Washington aan belang verliest in de regio en bereid is om de groeiende invloed van Rusland en Iran te erkennen.”
De Russische media brachten uitgebreid verslag uit van de gevallen van ‘collateral damage’ bij Amerikaanse bombardementen, maar de eigen aanvallen worden als bijzonder doelgericht afgedaan waarbij tal van militaire bases van ISIS zouden verwoest zijn. ISIS is een reactionaire organisatie en de internationale arbeidersbeweging en socialisten zijn bijzonder hard tegen ISIS gekant, maar in de Russische media vernemen we nooit iets van de woede en wanhoop die mensen in het kamp van ISIS duwt.
Er is geen enkele indicatie dat de Russische campagne meer succes zal kennen dan de door de VS geleide campagne of dat er minder terreuraanslagen in Rusland of elders zullen zijn. In werkelijkheid is de Russische interventie ingegeven door bredere doelstellingen dan enkel het vernietigen van ISIS.
Het Kremlin neemt het initiatief over van het VS-imperialisme. In 2013 kwam Rusland tussen toen het westen beweerde dat Assad chemische wapens inzette. Rusland hield toen de geplande Amerikaanse luchtaanvallen tegen. De Amerikaans-Europese strategie baseert zich op het omverwerpen van Assad waarna de oppositiekrachten de controle overnemen. Deze strategie heeft tot een sectaire nachtmerrie geleid met meer dan tien verschillende elkaar bestrijdende groepen en milities die gesteund en gefinancierd worden door het westen en reactionaire Arabische regimes zoals die van Quatar en Saoedi-Arabië.
Rusland nodigde Assad naar Moskou uit om verdere stappen te bespreken. Syrië is al langer een bondgenoot en economische partner van Rusland. Bovendien wil Rusland de positie versterken van diegenen in het westerse imperialistische kamp die ervoor pleiten om Assad in de onderhandelingen te betrekken. De VS en Groot-Brittannië willen dat niet.
De meeste Russische luchtaanvallen zijn erop gericht om de posities van Assad te steunen, vooral rond Aleppo. Ook wil Rusland de zogenaamde “antiterreurcoalitie” steunen, dat is een hoofdzakelijk anti-VS coalitie in de regio. In deze situatie is de mogelijkheid van een proxy oorlog tussen Rusland en het Westen steeds aanwezig. Rusland wil echter geen significant aantal grondtroepen naar Syrië sturen. Het coördineert de aanvalllen niet alleen met de generaals van Assad maar ook met Iran en Hezbollah uit Libanon. Beiden stuurden een groter aantal grondtroepen. Volgens een commandant van het Vrije Syrische Leger uit Aleppo hebben de Russen “ook woongebieden gebombardeerd. Ze willen alles opruimen zodat de tanks en zelfs de soldaten van het regime kunnen optrekken.” De aanvallen versterken niet alleen het regime van Assad maar ook de positie van ISIS, zo beweert het Vrije Syrische Leger alvast. “Het regime en ISIS probeerden Aleppo het voorbije jaar in te nemen maar ze slaagden daar niet in. Nu wordt opnieuw geprobeerd met Russische steun. De Russen spelen in de kaart van ISIS. Terwijl de Russen vanuit de lucht aanvallen, kan ISIS ons vanop de grond aanvallen.”
Iran
De centrale commandant Soleimani van Iran begon in juli Moskou te bezoeken. Wellicht was dit deels om de Russische acties tegen de anti-Assadkrachten te versterken zodat deze niet in de richting van de kust van de Middellandse Zee zouden optrekken. Dat zou niet alleen het regime van Assad ondermijnen, maar het zou ook de Russische zeebasis van Tartus bedreigen. Russische vertegenwoordigers ontmoetten de Iraniërs en er waren verschillende diplomatieke bijeenkomsten, ook met een weinig waarschijnlijke bondgenoot als Saoed-Arabië. Beide kampen ondertekenden een akkoord rond nucleaire samenwerking en de Golfstaat zal 1 miljard dollar in Rusland investeren. Er is een ontmoeting op het hoogste niveau tussen president Poetin en koning Abdoellah gepland. Saoedi-Arabië vreest dat de opmars van ISIS te ver gaat en het regime heeft het ook moeilijk met het recente akkoord tussen de VS en Iran. De Saoedi’s vrezen een groeiende Iraanse invloed in de regio. Daarom wordt ook verder gegaan met de interventie in Jemen.
Een andere belangrijke factor die de vriendschap tussen Rusland en Saoedi-Arabië lijkt te smeren op dit ogenblik, is de lage olieprijs. Dit is deels een gevolg van de Saoedi’s die proberen om de concurrentie van Amerikaanse schalie-olie tegen te gaan. De Saoedi’s nodigden Rusland uit om de organisatie van olieproducerende landen, OPEC, te vervoegen. Het doel lijkt te zijn om een blok te vormen op basis van oliebelangen waarbij de Amerikaanse productie kan gestopt worden.
Rusland wil een verhoging van de olieprijzen. Het wil dat zo hard dat sommige commentatoren spreken over paniek in het Kremlin. Een voormalige insider, Gleb Pavlovskii, vergeleek het met “de muziek van een jazzgroep, de aanhoudende improvasatie is een poging om de meest recente crisis te overleven.” Een andere insider stelt dat de elite een crisis kent: “Ze kunnen niet leven met Poetin. En ze kunnen niet leven zonder hem.”
Rusland heeft geen duidelijke uitweg uit de huidige economische crisis. Het land is in recessie sinds januari, het BBP zal naar verwachting met 4 tot 5% afnemen tegen het einde van het jaar en de regering verwacht dat de recessie tot eind 2016 zal duren. De werkloosheidscijfers vormen een sterke onderschatting van de reële situatie, maar zelfs deze cijfers geven aan dat de werkloosheid dit jaar al met 13% is toegenomen. De inflatie blijft hoge toppen scheren. Voor het eerst in 17 jaar was er een afname van de reële inkomens, in de grote steden met 10% en op het platteland soms met 25%.
De staatsmedia probeert het te verbergen, maar er is ongenoegen. Onafhankelijke vakbonden slaagden er eind 2014 in om de woede rond de besparingen in de gezondheidszorg en het onderwijs te stoppen. Maar er waren vorig jaar toch meer protestacties dan in gelijk welk ander jaar sinds het begin van de wereldwijde crisis in 2008. De meeste protestacties vonden plaats zonder enige aanwezigheid van de zogenaamde oppositiepartijen zoals Rechtvaardig Rusland en de Communistische Partij of de bestaande vakbondsstructuren.
De Russische economie wordt naar beneden gehaald door zowel binnenlandse als buitenlandse factoren. De energiesector is goed voor 98% van alle bedrijfswinsten, ondanks sancties en dalende olieprijzen bleef de winst hoog. De devaluatie van de roebel heeft de verliezen gecompenseerd. Deze winsten worden niet geïnvesteerd in nieuwe productie omdat gevreesd wordt dat dit de prijzen verder zou drukken. De 700 grootste bedrijven in Rusland zijn goed voor 78% van de Russische productie. Hun schulden namen met twee derden toe gedurende dit jaar. De banken zijn terughoudend om te investeren omdat er geen vraag is. De instorting van de Chinese beurzen en de devaluatie van de munt eerder dit jaar zorgen ervoor dat de vooruitzichten voor de Russische economie niet bepaald rooskleurig zijn. Gazeta.ru voorspelt dat 2016 het jaar van “geen geld, geen groei” zal zijn. De heersende elite heeft geen antwoorden en valt terug op de strategie om gewoon af te wachten in de hoop dat de crisis niet te lang duurt.
Populariteit van het Kremlin
Het Kremlin geniet nog steeds een populariteit door de aanhechting van de Krim en de interventie in Syrië moet een nieuwe dosis verdoving bieden. In het verleden waren delen van de Russische samenleving bereid om beperkingen op de democratie te ‘aanvaarden’ in ruil voor betere levensstandaard. Maar nu de levensstandaard onder vuur ligt, komt er kritiek op de lagere echelons van de heersende elite. Volgens onderzoeksbureau Levada denkt meer dan de helft van de bevolking dat Poetin de echte situatie in het land niet kent of dat zijn entourage liegt om de waarheid voor hem verborgen te houden. De heersende elite is bezorgd en gaat over tot een sterkere anti-Amerikaanse en anti-Westerse retoriek.
Het Kremlin stelde aanvankelijk dat de coalitie tegen terreur mogelijk ook de VS zou omvatten. Dat was een illusie die meteen doorprikt werd toen de luchtaanvallen op de pro-Westerse oppositie begonnen. Het regime van Poetin hoopte dat deelname aan de campagne tegen ISIS de sancties tegen Rusland zou verzachten en de aandacht van Oekraïne zou afwenden.
De spanningen tussen de Oekraïense regeringstroepen en de opstandige republieken van Loegansk en Donetsk namen gevaarlijke proporties aan. Sinds begin september houdt het staakt-het-vuren min of meer stand. De oorspronkelijke strategie van het Kremlin was om “Novorossiya” te vormen, een uitbreiding van de opstandige republieken doorheen het zuiden en het oosten van Oekraïne. Die strategie werd verlaten in augustus 2014 toen Oekraïense troepen een opmars maakten in de richting van Donetsk. Sindsdien steunde Rusland de door rebellen gecontroleerde regio’s die onder Russische invloed staan. Die regio’s worden gebruikt om stappen van het regime in Kiev naar de NAVO of de EU af te blokken. De kost van het politieke en economische isolement, maar ook de angst voor een groeiende oppositie in eigen land hielden het Kremlin tegen om verder te gaan. In september was er een nieuwe zuivering onder de leiding van de republieken om zeker te zijn van een volgzame opstelling ten aanzien van Moskou.
De sociale en economische ramp in Oekraïne benadert steeds meer de dieptepunten die vlak na de ineenstorting van de Sovjet-Unie begin jaren 1990 werden bereikt. De Oekraïense munt hryvnia is de tweede slechtst presterende munt ter wereld, enkel de Wit-Russische roebel doet nog slechter. Dat was de situatie voor de Chinese crisis. De Oekraïense economie stort in elkaar, in het afgelopen jaar was er een daling van het BBP met 15%. Volgens de Wereldbank ging het BBP van Oekraïne met 35% achteruit sinds de onafhankelijkheid.
De steun voor president Porosjenko nam fors af. Hij werd een jaar geleden verkozen met 54% maar staat nu in de peilingen nog maar op 15%. De kiezers zijn ontgoocheld omdat hij de belofte om de problemen op te lossen niet hield en omdat hij zijn zakelijke belangen niet aan de kant schoof. Zijn voorstellen om de “decentralisatie” te versterken, gaan niet ver genoeg voor de leiders van de opstandige republieken en tegelijk worden ze door de havikken in Kiev gezien als een te verregaande toegeving.
Ondanks het staakt-het-vuren gaan er stemmen op voor hardere acties om de opstandige republieken te isoleren. De fractieleider van de partij van Porosjenko riep recent op tot een volledige blokkade van de twee republieken. Hij nam in de zomer ontslag. Leonid Koetsjma, president in de jaren 1990, riep het land op om “alle economische en politieke banden met deze door militanten en door Rusland gecontroleerde gebieden door te knippen.” Hij stelt in feite voor om de republieken uit te hongeren tot ze zich overgeven. Vervolgens kwam er nog een conflict naar buiten tussen extreemrechts en de regering. Er was een gewapende confrontatie tussen de Rechtse Sector en de politie in het westen van Oekraïne bij een betwisting over de controle over de zwarte markt en de weigering van extreemrechtse milities om zich uit het oosten van Oekraïne terug te trekken. Het wijst erop dat een blijvend compromis moeilijk zal zijn.
Potentieel om een alternatief op te bouwen
Op het eerste gezicht is de situatie in Oekraïne en die in Syrië erg verschillend, maar beide conflicten hebben veel gemeen. In Oekraïne en Syrië zijn er militaire acties van autoritaire regimes en lokale krijgsheren die gesteund worden door de NAVO, het westerse imperialisme en het Russische leger. Dit leidt steevast tot ellende voor de gewone bevolking. De economische crisis in Rusland wordt erger door de besparingen, de groeiende armoede, corruptie en wanhoop.
Maar er is potentieel voor een alternatief op deze nachtmerrie. De Oekraïense en Russische arbeidersklassen zijn bij de grootste van Europa en gaan gebukt onder harde aanvallen op hun rechten en levensstandaard. Als de arbeidersklasse in actie komt tegen jobverliezen en besparingen, dan zal ongetwijfeld ook tegen het autoritair beleid van de heersende elite moeten ingegaan worden. Zo’n strijd op basis van eengemaakte actie zou in de regio’s waar er militaire conflicten zijn de basis kunnen leggen voor gemeenschappelijke arbeiderscomités over nationale grenzen heen om samen in te gaan tegen imperialistische tussenkomsten en voor de terugtrekking van alle buitenlandse troepen. Het zou de werkende bevolking toelaten om zelf over hun lot te beslissen in vrije en eerlijke verkiezingen onder toezicht van democratisch verkozen arbeiderscomités. Ook zou dit de nationale en democratische rechten garanderen, waaronder het recht op zelfbeschikking. De opbouw van onafhankelijke vakbonden en massale arbeiderspartijen zou een kracht vormen om een programma van grond voor de massa’s en fabrieken voor de werkenden te realiseren als onderdeel van een programma voor een socialistische geplande economie met een democratische en vrijwillige socialistische confederatie van de regio.
-
Irak/Syrië. Complete mislukking van strategie van het VS-imperialisme
Miljoenen mensen in Irak en Syrië blijven gebukt gaan onder de vreselijke naschokken van de door de VS geleide inval in Irak in 2003. Zoals verwacht kon worden, leidde de bezetting tot een destabilisering vna de volledige regio. Het zorgde voor een nooit geziene sectaire verdeeldheid waarop tal van reactionaire gewelddadige krachten, zoals Islamitische Staat (IS), konden groeien. Een dossier door Serge Jordan van het CWI.Een jaar nadat de zelfverklaarde ‘Islamitische Staat van Irak en Syrië’ (ISIS) Mosoel veroverde en een ‘kalifaat’ uitriep, controleert de groep nu zowat de helft van Syrië en een derde van Irak. Dat is een groter gebied dan ooit tevoren. De erfenis van het imperialisme – met decennia van verdeel-en-heerspolitiek, machtstrijd, plundering van grondstoffen, steun aan brutale dictaturen, geflirt met jihadistische krachten en bloedige militaire interventies – laat beide landen in puin achter. De snelle sectaire opdeling kan daarop voortgaan.
Bestaande natiestaten als creaties van het kolonialisme worden ondermijnd. De kaart van het Midden-Oosten wordt met bloed hertekend. De oude imperialistische orde die werd gevestigd na de val van het Ottomaanse rijk honderd jaar geleden wordt radicaal gewijzigd door een sectaire strijd in een groot deel van de regio. De vooruitgang van ISIS is een symptoom van dit algemene proces. De strijd tegen deze groepering – een strijd die het voorbije jaar alle naties zogezegd verenigde – mislukt omdat de elkaar bekampende machten geen eengemaakte strategie aan de dag leggen.
Op 17 mei viel de stad Ramadi in handen van ISIS. De overname van Ramadi, de hoofdstad van Anbar (de grootste provincie van Irak), was de belangrijkste militaire overwinning van de rechtse soennitische islamistische groep sinds de val van Mosoel. Het deed denken aan het militaire debacle in Mosoel waar de Irakese elitetroepen een grote hoeveelheid door de VS geleverd militair materieel achterlieten. Meer dan 100.000 mensen zijn Ramadi ontvlucht. Ze kwamen in de woestijn terecht, sommigen stierven als gevolg van de hitte en uitputting. Er wordt verwacht dat er nog meer vluchtelingen zullen volgen. De anti-ISIS-krachten bereiden zich immers voor op een confrontatie om de stad te heroveren. Dit kan een lange en bloedige strijd worden met massale moorden en vernietigingen.
De sectaire verdeeldheid wordt tot nieuwe hoogtepunten gedreven. ISIS heeft de veroverde positie in Ramadi gebruikt om te dreigen met een aanval op de stad Karbala, voor sjiieten een van de heiligste steden. Veel soenniten die uit Ramadi wegvluchtten, werden de toegang tot Bagdad ontzegd. Er werd gevreesd dat er infiltranten van ISIS tussenzitten. Een dergelijke openlijke discriminatie en weigering van de centrale regering om gelijk welke hulp te bieden, kan ironisch genoeg wanhopige soennitische vluchtelingen in handen van ISIS brengen om toch maar iets van hulp te krijgen. Het geweld verspreidt zich verder doorheen Irak. De Internationale Vluchtelingenorganisatie schat het aantal vluchtelingen in het land sinds begin 2014 op 2,8 miljoen. Het aantal terreuraanslagen tegen burgers neemt toe, er vallen maandelijks honderden doden.
Ondanks de pogingen van Amerikaanse woordvoerders om het belang van de val van Ramadi te minimaliseren, is het een nieuwe nederlaag voor de imperialistische campagne om ISIS te bestrijden. Amerikaanse vliegtuigen bombardeerden ISIS-posities rond Ramadi maar liefst 165 keer in de maand voor de overname vna de stad door ISIS. Het mocht niet baten. De veronderstelling dat luchtaanvallen het momentum van ISIS kunnen stoppen, werd doorprikt.
In tegenstelling tot de stoere retoriek van het Amerikaanse leger over de luchtaanvallen die ISIS terugdringen, wijst deze nederlaag erop dat de bloedvergieten door de oorlogsstokers uit Washington geen resultaat opleveren en dat de gevoerde politiek faalt. Na de invasie in 2003 en de daaropvolgende bezetting werden bloedige veldslagen uitgevochten om Fallujah en Ramadi te heroveren op soennitische opstandelingen. Beide steden zijn nu in handen van ISIS, een reactionaire en dodelijkere groep dan de opstandelingen waar de VS destijds tegen vocht.
Sinds de val van Ramadi hebben de Amerikaanse en Irakese heersers elkaar beschuldigd over wie verantwoordelijk is voor de nederlaag. Iraanse woordvoerders verklaarden bij monde van generaal Soleimani dat de VS tot hiertoe “nog niets gedaan heeft” in de strijd tegen ISIS. Het Iraanse regime stelt zich steeds assertiever op in Irak.
Sjiietische milities
De Irakese regering kwam terug op een eerder beleid en besloot om sjiietische milities in te zetten in de poging om Ramadi te heroveren. Ramadi is een overwegend soennitische stad in een overwegend soennitische provincie. De sjiietische milities van de Eenheden van Volksmobilisatie zijn opgebouwd rond de kern van het Badr korps, de militaire vleugel van de Badr organisatie die als sjiietische partij werd opgezet door de Iraanse Revolutionaire Gardes in de jaren 1980.
De Iraakse premier Haider al-Abadi had deze sjiietische milities voorheen gevraagd om uit de provincie Anbar weg te blijven. Maar daar werd op teruggekomen omdat het corrupte Irakese leger, opgeleid en bewapend door Washington voor een bedrag van 25 miljard dollar, compleet in elkaar stort. De journalist Patrick Cockburn schat dat de sjiietische paramilitaire krachten in Irak goed zijn voor 100.000 tot 120.000 mannen. Het reguliere leger leed zware verliezen en deserties de afgelopen 18 maanden en zou nog goed zijn voor 10.000 tot 12.000 eenheden. De regering had geen andere opties meer.
Eerdere campagnes van sjiietische milities gingen gepaard met sectaire wraakacties tegen de soennitische bevolking die vaak gezien op willekeurige basis werd gelijkgesteld met ISIS. De sjiietische milities speelden een belangrijke rol in de poging van de regering om de noordelijke stad Tikrit te heroveren, de geboortestad van Saddam Hoessein. Na de herovering van de stad gingen de milities over tot plunderingen en massale executies waarbij honderden huizen werden platgebrand en duizenden soennieten op de vlucht moesten. Gelijkaardige scènes vonden plaats in Saladin, Diyala en andere plaatsen waar ISIS werd verdreven.
De door sjiieten aangerichte brutaliteiten tegen burgers doen denken aan hetzelfde geweld door ISIS. Het wijst op het gevaar van een nieuw sectair bloedbad in Irak. “Onze belangrijkste bekommernis is dat de veiligheidstroepen ons ervan zullen beschuldigen dat we ISIS steunen indien we in de stad blijven”, verklaarde een inwoner van Ramadi. Het maakt duidelijk dat veel soennieten bang zijn voor hun leven in het door ISIS gecontroleerde gebied.
Deze angst en de afkeer tegen de jarenlange discriminatie en vervolging door troepen van het door sjiieten gedomineerde regime worden door ISIS aangegrepen om een sociale basis uit te bouwen onder de meest vervreemde lagen van de soennitische bevolking, of toch minstens een vorm van passief aanvaarden van het bewind. Dit wordt versterkt door de militaire samenwerking tussen de sjiietische milities, de Irakese regering en de Amerikaanse luchtbombardementen.
Grondtroepen?
De Amerikaanse regering gaf toe dat het in het offensief om Ramadi te heroveren luchtsteun zou geven aan alle krachten die onder de controle van de Irakese regering werken. De toenemende afhankelijkheid van sjiietische milities die politiek verbonden zijn met het Iraanse regime, wijzen op het gênante dilemma waarmee Obama geconfronteerd wordt. Deze sjiietische groepen, zoals Kitaeb Hezbollah, waren verantwoordelijk voor honderden aanvallen op Amerikaanse soldaten na de inval in 2003 en staan nog steeds op de lijst van terroristische organisaties in de VS.
De poging tot toenadering met Iran heeft geleid tot spanningen tussen het VS-imperialisme en de monarchieën van de Golfstaten. Het leidt tot conflicten in de zogenaamde ‘coalitie van de bereidwilligen’ maar ook met de Israëlische regering, zeker in het kader van de onderhandelingen over een nucleair akkoord met Iran. Het leidt ook tot grotere verdeeldheid in het Amerikaanse politieke establishment. Het gebrek aan echte resultaten na een maandenlange campagne van luchtbombardementen tegen ISIS en de afwezigheid van betrouwbare grondtroepen – een vacuüm dat steeds meer gevuld wordt door een Iraanse aanwezigheid – zorgen voor verhitte debatten in de heersende kringen van Washington over mogelijke militaire interventies in Irak in aanloop naar de presidentsverkiezingen van 2016.
Onder druk verklaarde Obama dat er een nieuwe militaire basis komt in de provincie Anbar en dat er 400 extra Amerikaanse militaire instructeurs worden ingezet om de herovering van Ramadi te ondersteunen. De Britse premier Cameron kondigde aan dat er 125 Britse instructeurs worden ingezet. Het Pentagon verklaarde nadien dat het opnieuw een aanwezigheid in het noorden van Irak wil uitbouwen.
Toen Obama in 2008 aan de macht kwam, gebeurde dit na een campagne waarin hij beloofde om de oorlog in Irak te stoppen en de VS uit nieuwe militaire conflicten weg te houden. Dat verklaart zijn eerdere nadruk op het idee dat er geen grondtroepen zouden komen. Maar nu suggereren Amerikaanse militaire verantwoordelijken al maandenlang dat de VS een actievere rol moet spelen. In Groot-Brittannië riep voormalige legerleider Lord Dannat op tot een parlementair debat over het sturen van 5.000 Britse troepen.
Voorlopig vormen deze stemmen een minderheid. Obama en andere westerse leiders moeten rekening houden met hun bevolking die niet zit te wachten op nieuwe militaire avonturen in het Midden-Oosten, de fiasco’s uit het verleden zitten te vers in het publieke geheugen. De media doen er alles aan om het ruwe geweld van ISIS in beeld te brengen. Dit zorgde voor een groeiende steun voor het idee dat ‘iets moet gebeuren’ en steun aan een vorm van militaire interventie. Maar peilingen geven aan dat deze steun al afbrokkelt. De situatie zakt steeds dieper weg in een moeras en dat doet het enthousiasme voor een militaire interventie onder gewone mensen snel afnemen.
De Amerikaanse regering zoekt daarom opties waarin de eigen troepen zoveel mogelijk uit de vuurlinie blijven. Er werd nieuw materieel naar de Irakese regering gestuurd en er werd beloofd dat de beperkingen op Irakese toegang tot wapens zouden ingetrokken worden, zelfs indien eerdere bewapening uiteindelijk in handen van ISIS terecht kwam.
Er wordt veel gesproken over het leveren van wapens en bijstaan van soennitische stammen die tegen ISIS zouden ingaan in een nieuwe soennitische ‘Awakening’ opstand, zoals de opstand tegen de door al-Qaeda gedomineerde bezetting in 2006-07. Dit was enkel mogelijk omdat er ondersteuning was door 150.000 Amerikaanse soldaten en omdat de opstand gericht was tegen al-Qaeda dat een pak zwakker stond dan ISIS vandaag. Een sterkere Amerikaanse militaire aanwezigheid in Irak is mogelijk. Maar de gevolgen hiervan zouden de rampzalige situatie niet verbeteren, het zou slechts leiden tot nieuwe catastrofes. Dat werd de afgelopen jaren steeds opnieuw aangetoond.
Koerdisch verzet
ISIS heeft een aantal opmerkelijke militaire overwinningen behaald, maar de situatie blijft onzeker met ook problemen voor ISIS. Recent werden de inherente zwaktes erg duidelijk. De belangrijkste nederlaag van ISIS was het falen van de groep om de Koerdische stad Kobanê onder controle te houden ondanks een 134 dagen durende belegering. ISIS moest uiteindelijk terugtrekken. De onvermoeibare strijd door voornamelijk Koerdische groepen van de YPG (Volksbevrijdingseenheden) en YPJ (de vrouwelijke eenheden) met een basis in drie kantons in het noorden van Syrië, algemeen bekend als Rojava, zorgde daarvoor. Sinds begin mei hebben YPG en YPJ meer dan 200 Koerdische en christelijke dorpen in het noordoosten van Syrië heroverd naast een aantal strategische bergen.
Het verzet van YPG/YPJ in Kobanê en Rojava toont aan dat ISIS kan verslagen worden. Dit verzet baseert zich spijtig genoeg vooral op de heldenmoed van guerrilla-eenheden en niet zozeer op democratische massamobilisatie van de bevolking zelf. Maar ondanks de beperkingen wordt aangetoond dat vastberaden anti-ISIS strijders die een agenda van gewapende verdediging koppelen aan nationale bevrijding van onderdrukte minderheden en sociale verandering een verschil kunnen maken. De Koerdische strijders moedigen vrouwen aan om deel te nemen aan de strijd en ze krijgen steun van werkenden, arme boeren en jongeren. Daarmee kunnen ze zelfs de meest meedogenloze reactionaire groepen verdrijven.
Dit toont op een wat verwrongen wijze aan wat mogelijk zou zijn indien een grootschalige niet-sectaire verzetsbeweging van de werkende bevolking zou opgezet worden. Het geeft aan dat de militaire successen van ISIS elders vooral het resultaat zijn van een gebrek aan ernstige weerstand die in staat is om de bevolking te mobiliseren rond een programma van radicale maatschappijverandering. Die verandering is dringend nodig voor de mensen die in een regio leven die gebukt gaat onder armoede, oorlog, sectarisme en staatsterreur.
Het CWI heeft van bij het begin gewaarschuwd voor de beperkingen van de strategie en de methoden van de PYD (de politieke vleugel van YPG/YPJ). Er wordt gevreesd dat een politieke prijs aan het westerse imperialisme moet betaald worden. Socialisten verzetten zich daartegen. In april verklaarde PYD-leider Sinam Mohamad: “We willen goede banden met de VS”. YPG heeft contacten met de door de VS geleide coalitie en vraagt soms om luchtaanvallen op ISIS-posities die door YPG-strijders zijn vastgesteld.
De westerse machten hebben geen oog voor de diepgewortelde roep naar zelfbeschikking van de Koerden. Er is ook het gevaar dat indien het initiatief voor de strijd tegen ISIS aan de imperialistische machten wordt overgelaten – op een ogenblik dat die met sjiietische milities samenwerken om soennitische burgers uit te moorden – het potentieel van steun onder de werkende bevolking wordt ondermijnd. Dat zal des te meer het geval zijn onder de soennitische bevolking waar ISIS steun en strijders zoekt.
Kobanê is bovendien totaal verwoest door de bombardementen. De omvang van de vernielingen doorkruist de hoop op een snelle terugkeer van het normale leven. Dit komt deels door de tapijtbombardementen van de VS waarbij geen rekening wordt gehouden met de mensen en de woningen van de bevolking.
Wat nog meer zorgen baart, zijn de verslagen die wijzen op aanvallen op soennitische Arabische burgers door strijders van YPG/YPJ. Het gaat om geïsoleerde voorbeelden die zeker niet gesteund worden door aanhangers van de ‘Koerdische lente’ in Rojava, maar ze wijzen wel op een gevaarlijke ontwikkeling die de stappen vooruit bedreigen van de beweging waar veel werkenden en jongeren naar uitkijken in de regio en daarbuiten.
Implosie van Syrië
Het noorden van Syrië is momenteel de enige region waar ISIS aanzienlijke verliezen heeft geleden. Elders in Syrië heeft ISIS het offensief opgevoerd. De greep op het gebied dat al onder controle van de groep stond is sterker geworden en elders werd niet gebied vervoerd. Enkele dagen na de val van Ramadi werd de Syrische stad Palmyra veroverd door ISIS. De naburige gasvelden werden eveneens overgenomen. Dit ontzegt het regime van Bashar al-Assad een belangrijke bron van energie en inkomsten. Palmyra is een strategisch doel, in de stad zijn er militaire bases en een luchthaven. Het is een centrale verbindingspunt tussen de hoofdstad Damascus en het gebied in het oosten en westen. Er is ook een nieuw offensief bezig van ISIS in de noordelijke provincie Aleppo. Indien ISIS dit gebied verovert, zou het een groter gebied aan de Turkse grens controleren en kan het meer bevoorrading en buitenlandse strijders binnensmokkelen.
We zijn al vijf jaar ver in de Syrische oorlog en het einde is niet in zicht. De vredesonderhandelingen van de Verenigde Naties leveren zoals verwacht niets op. De schattingen van het aantal doden lopen uiteen, maar meestal gaat het om meer dan 300.000. De oorlog heeft geleid tot een wanhopige vluchtelingenstroom naar buurlanden Jordanië, Turkije en Libanon. Zowat de helft van de Syrische bevolking is uit zijn huis verdreven. Grote delen van het land zijn amper nog herkenbaar en de economie ligt in puin. De openbare diensten werken niet meer en er dreigen tal van ziektes. De Wereldgezondheidsorganisatie schat dat 57% van de publieke ziekenhuizen in Syrië schade opliepen. De willekeurige aanvallen op burgers, langs alle kanten in het conflict, nemen toe.
De beweging tegen de dictatuur van Assad in 2011 werd geïnspireerd door de revolutionaire opstanden in Tunesië en Egypte. Het gebrek aan een voldoende sterke onafhankelijke arbeidersbeweging die in staat was om het geweld en de sectaire propaganda van zowel de dictatuur van Assad als de soennitische fundamentalisten te beantwoorden, zorgde ervoor dat de progressieve en volkse elementen van de massabeweging naar de achtergrond verdwenen. Het gaf ruimte voor een sectaire burgeroorlog die het land uiteen trekt. Dit proces werd versterkt door de interventie van buitenlandse machten met tegenstrijdige belangen die elkaar bestrijden om meer regionale invloed te bekomen.
Oorlog met marionetten
Verschillende bondgenoten van de VS in de coalitie tegen ISIS hebben eerder bewust steun gegeven aan jihadistische groepen in Syrië. Ondanks eerdere spanningen hadden de regimes van Saoedi-Arabië, Turkije en Qatar de onderlinge relaties hersteld en bundelden ze de krachten om de strijd tegen Assad te steunen. Ze deden dit door een coalitie van hardleerse islamitische rebellengroepen zoals Jaish al-Fatah (Veroveringsleger) te steunen. Deze groep wordt gedomineerd door Jabhat al-Nusra, de Syrische afdeling van al-Qaeda. Deze coalitie slaagde er eind maart in om de stad Idlib en het grootste deel van de provincie Idlib te veroveren.
Het nieuwe politieke landschap in Turkije na de parlementsverkiezingen van juni kan de positie van Turkije en de alliantie met Qatar en Saoedi-Arabië in vraag stellen. Ook de steun aan jihadisten in Syrië kan betwist worden. Maar alleszins toont deze ontwikkeling aan in welk moeras het VS-imperialisme terechtgekomen is en in welke mate de formele coalitie tegen ISIS gebukt gaat onder groeiende meningsverschillen. Een aantal ‘bondgenoten’ werken samen om olie op het jihadistische vuur te gieten omdat ze de strijd tegen Assad en de sjiietische as belangrijker vinden dan de campagne tegen ISIS. De historische ondermijning van de Amerikaanse hegemonie in de regio heeft meer ruimte gegeven aan regionale machten om hun eigen politieke agenda’s – en tegenstrijdige belangen – centraal te stellen. De Amerikaanse regering kan niet anders dan als een koorddanser tussen deze agenda’s en belangen te maneuvreren.
Het Amerikaanse plan om een ‘gematigde’ rebellengroep te bewapenen en op te leiden is totaal mislukt. Volgens bronnen van het Pentagon hebben totnutoe amper 90 rebellen aan dit programma deel genomen. Sommige westerse commentatoren proberen dit te verdoezelen door de propaganda van Turkije en de golfstaten te herhalen met de stelling dat de zogenaamd meer gematigde jihadisten van al-Nusra een tegengewicht kunnen bieden voor zowel Assad als ISIS. De acties en de ideologie van al-Nusra verschillen echter amper van die van ISIS.
Turkije, Saoedi-Arabië en Qatar hebben hun coördinatie versterkt doorheen marionetten van al-Qaeda. Op hetzelfde ogenblik zou het Iraanse regime beslist hebben om 15.000 soldaten in te zetten om het Syrische leger te steunen. Deze escalatie zal de scherpe sectaire tegenstellingen verder op de spits drijven. Het land wordt verder opgedeeld en de Syrische bevolking wordt dieper in het moeras van ellende en horror meegesleurd. Het bedreigt bovendien de toekomst van de volledige regio door de dreiging van een bredere militair conflict.
Assad verliest terrein
De verschillende fracties van de gewapende oppositie hebben de afgelopen weken overwinningen geboekt op Assad. De clan van Assad staat nog sterk in het westen, maar kreeg zware klappen in het zuiden, noorden en oosten. Dat gebeurde niet enkel door ISIS en al-Nusra maar ook door andere gewapende soennitische groepen. Het komt na vier jaar van aanhoudende oorlog waarmee de positie van het regime ondermijnd wordt. Zowat de helft van de soldaten van het regime zijn gedood of gedeserteerd. Zowat een derde van de volwassen mannelijke Alewieten in Syrië zijn omgekomen in gevechten. Het maakt het moeilijker voor het regime om nieuwe strijders te vinden onder de Alewitische bevolking.
De nederlagen hebben Assad verplicht om meer beroep te doen op strijders van regionale bondgenoten: de Iraanse Revolutionaire Garde, de sjiietische Hezbollah uit Libanon maar ook vrijwillige sjiietische strijders en huurlingen uit Irak, Afghanistan, Pakistan en Jemen. Volgens militaire bronnen uit Libanon is het aantal Hezbollah-strijders in Syrië verdubbeld sinds 2013. De groep heeft zijn militaire activiteiten opgedreven en is de belangrijkste strijdkracht geworden naast het Syrische leger. In verschillende gevallen was Hezbollah betrokken bij de herovering van door soennieten bezette gebieden. Om het momentum te behouden, versterkt Hezbollah de recrutering van nieuwe strijders in Libanon. Daarbij wordt niet alleen op sjiieten gemikt, maar ook op andere minderheden zoals de druzen en de christenen. Het bevestigt het gevaar van een uitbreiding van het sectair conflict naar Libanon.
De nederlagen van het regime van Assad op het slagveld hebben geleid tot verdeeldheid in de Syrische regering en onder de machthebbers. Dit betekent niet automatisch dat Assad ten val zal komen, hij controleert nog steeds het grootste deel van de meest bevolkte gebieden van Syrië – volgens schattingen tot 60%. Maar de nederlagen geven aan dat het regime zich op zijn zwakste punt sinds het begin van de revolte in 2011 bevindt. De Alawieten zijn steeds minder bereid om hun zonen op te offeren om Assad in het zadel te houden en er waren al protestacties onder Alawieten tegen de militaire dienstplicht. De Syrische economie gaat gebukt onder de kost van de oorlog. Het regime is niet in staat om de subsidies voor voedsel en brandstof in stand te houden, waardoor de woede onder de bevolking in de door het regime gecontroleerde gebieden eveneens toeneemt.
De Iraanse economie kent problemen door de sancties en de dalende olieprijzen. Dit leidt tot de vraag hoe lang Iran miljarden dollars in Syrië kan blijven pompen om Assad overeind te houden. De moeilijkheden kunnen het Syrische regime ertoe aanzetten om de krachten te hergroeperen om de hoofdstad Damascus, de westelijke steden Homs en Hama en de kust te beschermen.
Een val van Assad, door een diplomatiek onderhandeld akkoord met zijn buitenlandse steunpunten of door een staatsgreep binnen het regime, is niet uitgesloten. De verwijdering van Assad zou geen einde maken aan grote delen van het bestaande staatsapparaat. En het zou ook geen einde maken aan de kracht van de soennitische jihadistische groepen en hun regionale steungevers. De oorlog zou verdergaan en de Syrische bevolking zou niet in een betere situatie terechtkomen. Stappen die het lijden van de gewone Syrische bevolking verlichten, zouden welkom zijn. Maar gelijk welk akkoord aan de top, al dan niet met Assad, zou enkel de belangen van deze machten dienen. Het zou de Syrische bevolking in ellende en sectaire verdeeldheid achterlaten.
In Irak en Syrië staat het sectarisme erg sterk en omwille van de sectaire tegenstellingen zullen geen van de bestaande gewapende groepen in staat zijn om deze landen terug te verenigen. De formele ‘nationale’ legers van beide staten zijn herleid tot een sectaire basis en zijn bovendien steeds minder efficiënt en afhankelijk van sectaire milities van buitenaf. Het is symptomatisch voor de bredere opdeling die bezig is, de vroegere natiestaten Irak en Syrië desintegreren en raken opgedeeld in sectaire enclaves onder de controle van elkaar bestrijdende gewapende groepen.
Het is het resultaat van een langdurige verdeel-en-heers-politiek van de imperialistische machten en de lokale heersers. Gemeenschappen werden stelselmatig tegen elkaar opgezet om rijkdom, macht en privileges voor zichzelf te bekomen. De bloedige imperialistische inval en bezetting van Irak heeft in het bijzonder geleid tot een nooit gezien sectair conflict. En dit werd verder gevoed door het Syrische conflict. Het monster ISIS is het resultaat van beide oorlogen.
De oorzaken aanpakken
Sinds het begin van de bombardementen in augustus vorig jaar heeft de VS meer dan 2,7 miljard dollar uitgegeven aan de oorlog tegen ISIS. Dat is 9 miljoen dollar per dag. De coalitie heeft meer dan 3.700 bombardementen uitgevoerd in Irak en Syrië, waarbij ook veel burgers gedood werden. Dit heeft de situatie op het terrein echter amper veranderd. Het is mogelijk dat er regelmatig veroveringen en verliezen zijn, maar de door de VS geleide coalitie is deze oorlog alleszins niet aan het winnen. Obama moest op 8 juni toegeven dat de VS geen ‘complete strategie’ heeft om ISIS te bestrijden. De enige duidelijke winnaars zijn de wapenhandelaars die hun verkoop zien boomen naarmate de oorlog blijft duren.
Er zal geen echte oplossing komen van de krachten die aanleiding gaven tot het ontstaan van ISIS en relgieus fundamentalisme. Het is natuurlijk niet uitgesloten dat de door het westen geleide coalitie uiteindelijk een beslissende militaire nederlaag aan ISIS kan toebrengen of de jihadisten kan terugdringen tot een beperkter gebied. Zelfs indien dit gebeurt, blijven de onderliggende voorwaarden die ISIS lieten groeien bestaan. Als deze niet aangepakt worden, kunnen gelijkaardige of nog barbaarsere groepen ontwikkelen. Het is de taak van de Irakese en Syrische bevolking om ISIS aan te pakken, niet van buitenlandse militaire krachten. De gebeurtenissen van vorig jaar toonden aan dat buitenlandse interventies de situatie voor de massa’s in de regio enkel erger maken.
Sommige verslagen stellen dat de jihadisten van ISIS er alles aan doen om de bevolking van Ramadi voor zich te winnen. Dat zou gebeuren door de basisdiensten in de stad te herstellen en door gratis voedsel en groenten uit te delen. In Mosoel waren er bericht dat de straten werden geveegd en dat straatlichten werden geïnstalleerd. Het lijkt een bewuste poging te zijn om de tanende populariteit op te krikken. Maar uiteindelijk zal het barbaarse bewind van ISIS veel soennieten tot verzet en openlijke opstand dwingen. ISIS staat voor een beleid dat een stap terug naar het verleden betekent met het stenigen en onthoofden van mensen, het inzetten van slaven, het vernietigen van geschiedenis en cultuur, verbod op films en muziek en op zelfs maar de meest bedekte kritiek op de verstikkende ultrareactionaire dictaten.
Het kapitalisme en imperialisme zijn verantwoordelijk voor wat in de regio gebeurt, zij geven aanleiding tot oorlog en massale armoede. De werkende bevolking, kleine boeren, werklozen, jongeren en vrouwen van Irak en Syrië kunnen enkel vertrouwen op hun zelforganisatie om een einde te maken aan deze nachtmerrie. Eengemaakte niet-sectaire zelfverdedigingscomités van bedreigde gemeenschappen en minderheden zijn van cruciaal belang. Het zou ook een belangrijke hefboom zijn om een beweging van onderuit voor democratische, economische en sociale verandering herop te bouwen.
Door consequent in te gaan tegen alle imperialistische krachten, lokale reactionaire regimes en sectaire doodseskaders en door op te komen voor het recht op zelfbeschikking van alle gemeenschappen, is het mogelijk om massale steun te vinden onder de regionale en internationale arbeidersklasse. De arbeidersorganisaties zouden vooraan kunnen staan in het verzet tegen imperialistische interventies in het Midden-Oosten. Ze moeten steun geven aan arbeidersstrijd in de regio, zoals de regelmatige protestacties in Irak voor de uitbetaling van de niet-betaalde lonen, tegen privatiseringen, voor vakbondsrechten en rond andere thema’s.
De bewegingen in Irak en Syrië na de revolutionaire massaprotesten in Noord-Afrika en het Midden-Oosten gaven aan dat oorlog en religieus extremisme niet het onvermijdelijke lot van de bevolking in de regio zijn. De lange geschiedenis en traditie van massale arbeidersstrijd in deze landen, maar ook het vroegere bestaan van machtige communistische partijen met een basis onder alle religieuze en etnische gemeenschappen, versterken dit argument. Het verkeerde beleid en het verraad van de stalinistische leiders van deze partijen die samenwerkten met delen van de heersende klassen, zorgden ervoor dat deze ooit zo machtige organisaties totaal verdwenen of irrelevant werden.
Het gebrek aan een massaal politiek alternatief op de rechtse religieuze krachten, de corrupte autoritaire heersers en de imperialistische inmenging, heeft de huidige nachtmerrie toegelaten. De vreselijke ervaringen van de oorlog en het sectaire gif kunnen echter niet vermijden dat de arbeidersbeweging terug zal opstaan en zich zal heropbouwen. Om tot een blijvend sterke arbeidersbeweging te komen, heeft ze nood aan een programma gericht op het respecteren van de rechten van alle mensen en gemeenschappen zodat die vrij en democratisch over hun lot kunnen beslissen en waarbij de enorme rijkdom van de regio onder de democratische controle van de bevolking wordt geplaatst. Een vrijwillige socialistische confederatie van de bevolking van het Midden-Oosten zou een blijvende basis vormen voor het einde van de oorlog en alle vormen van barbarij.
-
“De nieuwe heilige oorlog”. Patrick Cockburn over de opkomst van IS
Na de aanslagen van gisteren – onder meer in Tunesië, Frankrijk, Koerdistan, Koeweit en Somalië – is het duidelijk dat het gevaar van Islamitische Staat (IS) en aanverwante fundamentalistische groepen nog steeds bijzonder groot is. Diegenen die destijds de eersten waren om oorlogen in het Midden-Oosten te starten of te steunen, gebruiken dit nu op cynische wijze om hun beleid te rechtvaardigen. Dat hun oorlogsinspanningen mee aan de basis lagen van de chaos waarop groepen als IS sterker konden ontwikkelen, vergeten ze gemakshalve. Neen, ze hebben het over het gevaar van ‘de islam’ of nog over de nood aan strijd tegen terrorisme. De fundamentalistische dreiging kan het beste gestopt worden door een einde te maken aan het imperialistische beleid dat ellende en chaos creëert voor de meerderheid van de bevolking, de voedingsbodem waarop fundamentalisten steun vinden. Om meer inzicht te krijgen in de opmars van IS, is het boek ‘De nieuwe heilige oorlog’ van Patrick Cockburn een aanrader.
[divider]
Recensie door Geert Cool
Journalist Patrick Cockburn is een autoriteit inzake het Midden-Oosten. Hij brengt al jarenlang verslag uit en heeft tal van lokale bronnen, wat inzichten oplevert die verder gaan dan die van de gevestigde media. Het boek brengt een uitstekend verslag van de opkomst van Islamitische Staat en toont op overtuigende wijze aan hoe de strategie van het VS-imperialisme in de regio heeft gefaald.Vorige zomer werden we opgeschrikt door een razendsnelle opmars van IS in Irak en Syrië. De groep kon inspelen op het ongenoegen onder de soennitische bevolking in Irak tegen het door sjiieten gedomineerde regime van Bagdad dat steun genoot van zowel de VS als Iran. In Syrië zorgde de chaos van de burgeroorlog ervoor dat IS ruimte kreeg om te ontwikkelen. Cockburn verwijst naar een openhartige Joe Biden die toegaf dat Saoedi-Arabië, Turkije en de Verenigde Arabische Emiraten in Syrië een soennitisch-sjiitische oorlog op gang wilden brengen en dat het Amerikaanse beleid om ‘gematigde Syriërs’ te steunen totaal mislukt was omdat er geen dergelijke gematigde groep overblijft. Veel van de Amerikaanse steun en militaire middelen in Syrië komen uiteindelijk gewoon in handen van IS.
Cockburn wijst erop dat het Amerikaanse beleid al jarenlang faalt. Na de aanslagen van 11 september 2001 maakte de VS meteen duidelijk dat de ‘oorlog tegen het terrorisme’ niet tegen de bevriende regimes van Saoedi-Arabië of Pakistan zou gericht worden, “ondanks het feit dat 9/11 zonder de betrokkenheid van deze twee landen waarschijnlijk niet had plaatsgevonden.” Saoedi-Arabië speelt een cruciale rol in het conflict tussen sjiieten en soennieten. “Een opvallende ontwikkeling binnen de islamitische wereld in de afgelopen decennia is de manier waarop het wahabisme de reguliere soennitische islam overneemt. Zo steekt Saoedi-Arabië in het ene na het andere land geld voor de opleiding van predikanten en de bouw van moskeeën. Met als gevolg dat het conflict tussen soennitische en sjiitische geloofsgemeenschappen zich verder verspreidt.” Het aanwakkeren van het conflict in Syrië ontploft nu in het gezicht van Saoedi-Arabië maar ook Turkije en Jordanië die “nu verschrikt kijken naar het monster van Frankenstein dat zij mede hebben gecreëerd.” De gevolgen zullen niet beperkt blijven tot Irak en Syrië, maar zullen voelbaar zijn in de hele regio en de rest van de wereld.
Ongetwijfeld speelt Saoedi-Arabië met de verspreiding van het wahabisme een belangrijke rol, maar wij hebben de indruk dat Cockburn het belang daarvan overschat. Het speelt wellicht vooral een rol in het aantrekken van buitenlandse strijders, maar in zowel Irak als Syrië spelen andere elementen een centrale rol. De angst voor sjiitische wraakacties en sectair geweld zorgen er bijvoorbeeld voor dat de IS-barbarij door soennieten in Irak wordt getolereerd. IS is zoals Cockburn stelt een product van oorlog, het is geen project dat door ideologische aantrekkingskracht kan groeien.
Waar het aan de macht is, vestigt IS een barbaars en erg repressief bewind. Zelfs Al-Qaeda-leider Al-Zawahari hekelde IS omwille van het buitensporige geweld en sektarisme. Maar zelfs dat vinden veel soennieten in Irak beter dan een terugkeer van de sjiitische onderdrukking. “In een land van zware rokers zijn de door IS georganiseerde feestelijke verbrandingen van sigaretten niet populair. Maar het is heel gevaarlijk om IS te trotseren, en ondanks alle wreedheid heeft de groep de beknelde en vervolgde soennitische gemeenschap wel de overwinning gebracht. Zelfs soennieten in Mosul die hier niet blij mee zijn, zijn beducht voor de terugkeer van een wraakzuchtige, door sjiieten gedomineerde Iraakse regering.” Het bevestigt de stelling dat IS het product van oorlog en ellende is.
Islamitische Staat is “het product van oorlog”, schrijft Cockburn, de beweging “hanteert een giftig maar krachtig mengsel van extreem-religieuze overtuigingen en militaire vaardigheden dat het resultaat is van de oorlog in Irak sinds de Amerikaanse invasie in 2003 en de oorlog in Syrië sinds 2011.” IS aanpakken zonder antwoord op de voedingsbodem waarop het groot kan worden, is niet mogelijk. De barbaarse dreiging van IS wordt vandaag aangegrepen om ons te overtuigen dat er toch ‘iets’ moet gebeuren door de westerse machten, waarmee meteen de verantwoordelijkheid van de imperialistische interventies in het creëren van de barbarij onder de mat wordt geveegd. Terecht benadrukt Cockburn het falen van de imperialistische interventies. “De oorlog tegen het terrorisme, waaraan honderden miljarden dollars zijn uitgegeven en waarvoor burgerlijke vrijheden zijn beknot, is jammerlijk mislukt.” Al Qaeda en afsplitsingen zijn vandaag een pak sterker dan in september 2001.
Barbarij bestrijden met het creëren van nog meer ellende, zal geen stap vooruit betekenen. Dat de Koerdische strijders erin slaagden om IS een nederlaag in Kobani toe te brengen, is een lichtpuntje in de regio. Maar er zal meer nodig zijn om de spiraal van sectair geweld en barbarij te stoppen. Een eengemaakte beweging van onderuit, van werkenden en armen over religieuze en andere grenzen heen, is nodig om tot een breuk met imperialisme en kapitalisme te komen en zo de opmars van barbarij te stoppen.



