Your cart is currently empty!
Tag: Spanje
-
Voor een onafhankelijk onderzoek naar het bloedbad in Melilla

Beeld uit een video van de mensenrechtenorganisatie AMDH Op 24 juni kwamen minstens 37 migranten om bij hun poging de grens van Marokko naar Spanje over te steken. Er waren honderden gewonden. Velen werden verpletterd tussen hekken van drie meter hoog toen Marokkaanse grenswachten wapenstokken en traangas tegen hen gebruikten. Dit heeft geleid tot protests in de hele Spaanse staat.
Door John Hird (Alternativa Socialista, ISA in de Spaanse staat)
Melilla is de Spaanse enclave in Marokko, en één van de slechts twee landgrenzen tussen Afrika en Europa. De acties van de politiediensten, die tot een bloedbad hebben geleid, zijn aan het licht gekomen door de beelden die op sociale netwerken en in de media zijn verspreid. Deze doden zijn te wijten aan het beleid van de Europese Unie, dat door de Spaanse en de Marokkaanse staat in de praktijk wordt gebracht.
Wij steunen de oproepen van mensenrechtenorganisaties om onmiddellijk een onafhankelijk gerechtelijk onderzoek in te stellen, zowel in Marokko en Spanje als op internationaal niveau, om licht te werpen op deze tragedie. Bij een onafhankelijk onderzoek moeten vertegenwoordigers van de migranten, vakbonden en NGO’s worden betrokken.
De Spaanse premier, Pedro Sánchez, en de minister van Buitenlandse Zaken, José Manuel Albares, hebben op schandelijke wijze hun lof uitgesproken over de “samenwerking” van de Marokkaanse rijkswacht en de Guardia Civil bij het tegenhouden van de talrijke pogingen van migranten om over de omheining van Melilla heen te breken. De eerste reactie van Sánchez was om het gebeurde te omschrijven als een “goed opgeloste” operatie. Deze koelbloedigheid is niet alleen een schande, maar gaat ook volledig voorbij aan de wreedheid van de Spaanse en Marokkaanse strijdkrachten.
De verantwoordelijkheid voor deze gebeurtenissen ligt niet bij de migranten die oorlogen of verschrikkelijke hongersnoden proberen te ontvluchten, maar bij het EU-beleid van het sluiten van de grenzen, dat migranten geen andere optie laat dan over het hek te klimmen en daarbij hun eigen leven te riskeren. Een deel van het officiële verhaal bestaat erin de gebeurtenissen te rechtvaardigen met het vermeende geweld van migranten, wat niet overeenstemt met de realiteit, noch in dit geval, noch bij andere gelegenheden.
De regeringen van de EU zijn totaal hypocriet, aangezien zij de grenscontrole uitbesteden aan regeringen als die van Marokko via schandalige overeenkomsten. Het is ook hypocriet om Afrikaanse mensen zo anders te behandelen dan degenen die Oekraïne hebben moeten verlaten. Dit zijn racistische dubbele standaarden en de overlevende migranten aan de Spaanse kant van de grens protesteren tegen deze kwestie.
De Marokkaanse regering heeft snel gehandeld om het bloedbad in de doofpot te stoppen. In een macabere actie in het weekend gaven zij arbeiders de opdracht om putten te graven om de slachtoffers te begraven. De Marokkaanse vereniging voor de rechten van de mens (ADHM) heeft verklaard dat er geen autopsie is verricht en dat evenmin de identiteit is vastgesteld van degenen die bij de poging om over het hek te springen zijn omgekomen.
Aan de Spaanse kant vielen 106 lichtgewonden, 49 agenten van de Guardia Civil en 57 migranten, van wie er drie naar het regionale ziekenhuis moesten worden overgebracht. Tijdens de operatie werden duizend migranten aangehouden.
Volgens de beschikbare informatie werden de slachtoffers verpletterd en verstikt door de menigte nadat ze waren ingesloten in een opening voor het hek, aan Marokkaanse zijde, waar zich een grote menselijke massa vormde met mensen die nog aankwamen en degenen die van het hek vielen.
De ADHM publiceerde een video waarop te zien is hoe tientallen mensen op de grond liggen, op elkaar gestapeld, sommigen gewond, in de buurt van het hek en bewaakt en geslagen door Marokkaanse agenten.
Deze poging werd gekenmerkt door wijdverspreid politiegeweld, vooral aan Marokkaanse zijde, waar in de bergen in de buurt van Melilla tijdens de voorgaande dagen en ook in de buurt van het grenshek op vrijdagochtend gevechten hadden plaatsgevonden.
De afschuwelijke gebeurtenissen in Melilla en de ongevoelige houding van Sánchez leiden tot meer spanningen in de PSOE-UP coalitie. De UP vraagt om opheldering en onderzoek naar wat er werkelijk is gebeurd. Een UP-minister werd belet het woord te nemen op een persconferentie van de regering toen hem directe vragen werden gesteld over wat er in Melilla is gebeurd.
Er zijn talrijke acties geweest in de Spaanse deelstaat. Mensen hielden spandoeken vast met slogans als “Papieren voor iedereen”, “Straf de moordenaars van migranten”, “Black lives matter”, “Niemand is illegaal”, “Marokko en Spanje: moorddadige gendarmes van fort Europa” en “Regularisatie nu”.
De organisatoren van de protesten in heel Spanje stellen het huidige migratiebeleid terecht aan de kaak als een dodelijk beleid en hebben om die reden meer protesten gelanceerd tegen het bloedbad in Melilla met de slogan “niet nog meer doden aan de grenzen”.
Wij verwerpen het racistische en xenofobe beleid van de EU, dat door de Spaanse staat wordt uitgevoerd. Het is een beleid dat mensen ten zuiden van de Sahara straft voor de ‘misdaad’ arm en zwart te zijn. Gerechtigheid voor de slachtoffers in Melilla! In plaats van deze onmenselijke omstandigheden, geweld en onrechtvaardigheid pleiten wij voor internationalisme en socialisme in alle landen.
-
Spanje. Regionale verkiezingen in Castilla y León: een nieuwe waarschuwing voor links

De resultaten van de regionale verkiezingen in Castilla y León zijn opnieuw een waarschuwing voor links. Het extreemrechtse VOX boekte de grootste winst voor zo’n partij in Europa sinds het begin van de pandemie. De resultaten zijn grimmig. De Socialistische Partij (PSOE) verloor 115.621 stemmen en zeven zetels, met 30,05% stemmenaandeel.
Door John Hird, Alternativa Socialista – ISA in Spaanse Staat
De rechtse Volkspartij (PP) heeft de verkiezingen ‘gewonnen’ met 378.896 stemmen en een aandeel van 31,43%. Zij kregen echter 53.736 stemmen minder dan bij de verkiezingen van 2019. Dit is een persoonlijk fiasco voor PP-leider Pablo Casado die alles op een regelrechte overwinning had gezet, maar nu kan de PP alleen regeren met de gedoogsteun van het extreemrechtse Vox.
In 2019 haalde Vox in Castilla y León 75.331 stemmen (5,49 %) en één zetel. Vandaag hebben ze 13 zetels, met 212.605 stemmen (17,64 %). Ter vergelijking: de linkse partij Unidas Podemas behaalde toen 67.918 stemmen (4,95 %), maar vandaag slechts 61.290 stemmen (5,08 %) en amper één zetel.
Een ander aspect van de verkiezingen was de plotse groei van de regionale partij Soria ¡Ya!, die drie zetels in het regionale parlement behaalde. De partij verklaart zich onafhankelijk van ideologieën en voert campagne als een beweging tegen de verwaarlozing van het Spaanse platteland en het gebrek aan voorzieningen. Zij sluit zich aan bij het platform España Vaciada (Leeg Spanje) dat campagne voert voor investeringen in de ontvolkte en verlaten gebieden.
De verkiezingsuitslag dwingt de Volkspartij (PP) een pact te sluiten met extreemrechts, ondanks het feit dat zij tijdens de campagne zelfs ontkende deze mogelijkheid te overwegen. Als er geen akkoord komt, dreigen nieuwe verkiezingen. Op dit moment eist VOX-leider Abascal het vice-presidentschap op.
Het laatste nieuws is dat Pedro Sánchez heeft aangeboden zich bij de stemming over de installatie van de nieuwe regering in het regionale parlement van stemming te onthouden als PP-leider Casado “om hulp vraagt om VOX buiten te houden.” Ondertussen wil de PP-leider in Castilla y León zijn opties openhouden en verklaart de populistische PP-leider van Madrid dat ‘links’ niet kan dicteren met welke partij de PP pacten sluit. Wat de uitkomst van de achterbakse en gewetenloze onderhandelingen ook zal zijn, feit blijft dat de PP afhankelijk zal zijn van de stemmen van de ultrarechtse partij.
Velen ter linkerzijde zullen zich afvragen hoe het komt dat een openlijk extreemrechtse partij op het punt staat deel uit te maken van de regering in Castilla y León, gezien de diepe sociale problemen in de Spaanse staat?
Zoals Alternativa Socialista eerder heeft uitgelegd, maakt dit deel uit van het proces van polarisatie. Hieraan kan de teleurstelling van veel arbeiders en jongeren worden toegevoegd dat een zogenaamd ‘linkse’ regering van PSOE en Unidas Podemos geen maatregelen heeft genomen om de arbeidersklasse te steunen.
Voor de vorige algemene verkiezingen verklaarden PSOE en Unidas PODEMOS dat zij de arbeidswetten van 2012 zouden hervormen ten gunste van de arbeidersklasse. Er is veel propaganda hierover, maar ondertussen is het duidelijk dat de coalitie deze belofte niet nakomt en afziet van de volledige intrekking van de arbeidswetten die onder het PP-bewind werden doorgevoerd. In plaats daarvan stelt de regering wijzigingen voor die de centrale pijlers van de wetten, die werden gehandhaafd onder de regeringen van Jose Zapatero (PSOE) en Rajoy (PP), alleen maar legitimeren en versterken.
De nieuwe wet herstelt de ontslagvergoeding of het gederfde loon niet wanneer de rechter besluit dat een werknemer ten onrechte is ontslagen. Voorheen moesten bedrijven het onbetaalde loon opzijzetten vanaf het moment dat een werknemer een ontslag aanvocht. Ook wordt, in het geval van massaontslagen en collectieve ontslagen, de automatische garantie op bemiddeling en toegang tot de wettelijke ontslagvergoeding niet hersteld. De flexibiliteit voor de bazen om eenzijdig te ontslaan, blijft overeind en de voorrang van de sectorale overeenkomst op de bedrijfs-cao’s wordt niet hersteld, behalve inzake de lonen.
Zoals Aznar (ex-leider van de PP) en de voorzitter van de werkgeversorganisatie CEOE, Antonio Garamendi, erkennen, raakt dit akkoord niet aan de basispijlers van de vorige hervormingen, en kan het wat de werkende klasse betreft dus geenszins als een stap vooruit worden beschouwd.
De ‘niet echt een hervorming’ doet niets voor miljoenen werknemers met lage lonen en in onzekere jobs. In feite wekt de coalitie, ondanks mooie woorden, niet de indruk dat zij aan de kant van de arbeidersklasse staat. Het was deze regering die de nationale politie toestond tanquetas (gepantserde auto’s) in te zetten in de volkswijken van Cadiz in een poging de grote staking van metaalarbeiders eind vorig jaar in de stad neer te slaan.
Het is geen verrassing dat er een gebrek aan enthousiasme is voor de regering PSOE -Unidas PODEMOS. De opkomst in Castilla – León daalde met 7% ten opzichte van 2019 tot 63,44%.

Een momentopname van de verkiezingen laat deze verschuivingen zien:
- PSOE -116.616
- PP -54,768
- VOX +136.487
- UP -6.777
Dit is een nieuwe waarschuwing voor links om de strijd tegen extreemrechts ernstig te nemen. De aanhoudende tegenslagen van Unidas PODEMOS zijn geen uitdrukking van een gebrek aan populariteit voor linkse ideeën. De overwinning van VOX in Castilla y León was mogelijk omdat links geen duidelijk alternatief voor de arbeidersklasse biedt. Podemos is bezoedeld door haar deelname aan de PSOE-coalitie. Het had de PSOE van links moeten bekritiseren in het parlement, maar vooral op straat.
Zoals Alternativa Socialista zei ten tijde van de regionale verkiezingen in Madrid: “In het afgelopen jaar hebben arbeiders hun leven op het spel gezet en de economie en de samenleving draaiende gehouden, maar toch waren er in het parlement bijna geen authentieke stemmen die de behoeften en aspiraties van de arbeidersklasse verwoorden. Er zijn geen stemmen opgegaan tegen de banken, multinationals en grote bedrijven die profiteren van de pandemie en werknemers ontslaan. Ondanks de PSOE-UP coalitie is er in het parlement geen discussie geweest over een socialistisch programma om ons uit deze puinhoop te halen.”
Indien VOX deel uitmaakt van de regering in Castilla y León, wat een reële mogelijkheid is, zal de politieke situatie nog verder polariseren. Hun vrouwenhatende, homofobe, racistische en tegen de onafhankelijkheid gekante haatzaaiende taal zal vrouwen, jongeren en arbeiders nog verder radicaliseren. De nationale kwestie in Euskal Herria (Baskenland) en Catalonië zal erdoor verergeren.
Vrouwen, jongeren en de arbeidersklasse hebben de kans om hun antwoord te geven op de opkomst van VOX op de internationale vrouwendag op 8 maart!
-
Na de verkiezingen in Madrid. Offensief socialistisch programma nodig tegen rechts en extreemrechts

Pablo Iglesias. Foto vanop zijn Twitter-account De verkiezingen in Madrid waren bijzonder gepolariseerd. De conservatieve Volkspartij (Partido Popular, PP) haalde het ten koste van de rechts-populistische partij Ciudadanos en de voormalige linkse partij PSOE.
Artikel door John Hird (Socialismo Revolucionario – ISA in de Spaanse staat)
De duidelijke overwinning van de rechtse PP is een bittere pil voor de arbeiders, jongeren en al diegenen die het afgelopen jaar hebben geleden onder de COVID19-pandemie. Vooral de gezondheidswerkers, die dapper hebben geprobeerd om het abominabele en soms misdadige beheer van de crisis door de regionale regering van de PP, onder leiding van Isabel Diaz Ayuso, te boven te komen, zullen moeite hebben om te begrijpen hoe dit kon. Bij het begin van de crisis in maart vorig jaar werden bejaarde bewoners van geprivatiseerde bejaardentehuizen letterlijk aan hun lot overgelaten door de regering in Madrid.
De opkomst voor deze verkiezingen was hoog: 75,9%. Dat was 11% meer dan in 2019 en het is veel voor een regionale verkiezing. Dit is een uitdrukking van de gepolariseerde sfeer tijdens een campagne waarin Pablo Iglesias, leider van Unidas Podemos, ontslag nam als vicepremier in de Spaanse regering om de campagne van zijn partij te leiden. Linkse leiders kregen tijdens deze campagne te maken met intimidatie en doodsbedreigingen.
De verkiezingen leverden duidelijke winnaars en verliezers op. De PP won 35 zetels en zag haar stemmenaantal met 864.000 stijgen. Het rechts-populistische Ciudadanos verloor al haar 26 zetels en meer dan 500.000 stemmen, die wellicht grotendeels naar de PP gingen. Het neofascistische VOX haalde één extra zetel en komt daarmee op 13. Het won 35.000 stemmen. Ayuso en de PP zullen een regering kunnen vormen met de steun of onthouding van Vox.
De PSOE, de sociaaldemocratische partij die de Spaanse regering leidt, was de grote verliezer en ging van de grootste partij met de meeste stemmen en zetels in 2019 naar de derde partij achter Más Madrid, de gematigde afsplitsing van Podemos.
Ondanks een spraakmakende campagne onder leiding van Pablo Iglesias behaalde Unidas Podemos (UP) slechts drie zetels meer en een matige stijging van het aantal stemmen.
Verkiezingen zijn altijd slechts een momentopname van stemmingen en ontwikkelingen in de samenleving, maar de verkiezingen in Madrid werpen wel een aantal fundamentele vragen op waar marxisten zich serieus mee bezig moeten houden.
Schuiven Madrid en Spanje naar rechts op?
De PP en Vox stelden de verkiezingen voor als een keuze tussen “Vrijheid of Communisme”, terwijl Iglesias stelde dat het ging om “Democratie of Fascisme”. Zoals eerder vermeld kreeg Pablo Iglesias vier kogels in de post met een doodsbedreiging aan het adres van hem en zijn partner en ouders. In een radiodebat daagde hij de Vox-kandidate uit om de doodsbedreigingen te veroordelen. Toen zij dat weigerde, verliet hij het debat, gevolgd door de kandidaten van PSOE en Más Madrid.
Pablo Iglesias nam terecht ontslag als vice-premier en gooide zich op de verkiezingen in Madrid om de confrontatie met de PP en Vox aan te gaan. Zijn campagne heeft veel werkenden en vooral veel jongeren wakker geschud voor de dreiging van extreemrechts. Helaas was het te weinig en kwam het te laat. Bovendien was Iglesias bezoedeld door zijn betrokkenheid bij de coalitieregering.
Socialismo Revolucionario – ISA in de Spaanse staat – stelde ten tijde van de vorming van de coalitieregering van PSOE en Unidas Podemos dat UP beter de PSOE-regering van buitenaf had gesteund om rechts te blokkeren dan dat het er een onderdeel van werd. Hierdoor werd de politieke onafhankelijkheid van UP in de oppositie op het spel gezet. De partij raakte nog meer geïsoleerd van de werkenden en de strijd op straat. We stelden toen: “Deze terugtrekking uit de straten en volledige deelname aan het institutionele spel had er al voor gezorgd dat de UP veel stemmen en zetels had verloren tijdens de laatste verkiezingen. De steun kan nog verder afnemen ten gunste van andere krachten die worden gezien als meer ‘anti-systeem’. Vanuit dit oogpunt zou het extreemrechtse Vox zich kunnen positioneren als een anti-systeemkracht en nog meer steun kunnen verzamelen.”
Helaas is dit perspectief door de gebeurtenissen bevestigd en heeft Iglesias nu zijn ontslag aangekondigd uit de leiding van Podemos, en uit de politiek in het algemeen, vanwege het falen van zijn strategie.
Ayuso slaagde erin het schandaal van de sterfgevallen in de bejaardentehuizen, de gevolgen van de jarenlange onderinvestering van de PP in de Madrileense gezondheidszorg, waardoor het aantal COVID19-gevallen in de regio hoger ligt, en hun algemene wanbeheer van de crisis de baas te blijven. Ayuso stelde zich op als een soort Spaanse Trump, die de “vrijheid” verdedigde om de economie draaiende te houden tegen de beperkingen opgelegd door de PSOE-regering. Zich beroepend op de “vrijheid” van de Madrilenen, negeerde zij de aanbevelingen van de regering om het bruisende nachtleven van de hoofdstad te sluiten in reactie op de pandemie, en heeft zij erop aangedrongen bars en restaurants open te houden, ondanks enkele van de hoogste COVID-19-infectiecijfers van het land. Ayuso is er met de hulp van de pers in geslaagd een laag van kleine ondernemers rond zich te mobiliseren bij de verkiezingen.
Ayuso en de nationale leider van de PP, Pablo Casado, stellen hun overwinning voor als de eerste stap om zich te ontdoen van de Spaanse regering onder leiding van Pedro Sánchez. “¡Madrid es España!” (Madrid is Spanje) riepen ze op de verkiezingsavond toen ze de felicitaties van VOX in ontvangst namen.
VOX roept openlijk op tot het verbieden van alle partijen die het “uiteenvallen van de Spaanse staat” steunen, inclusief de pro-onafhankelijkheidspartijen in Catalonië en Baskenland. Het succes van rechts in Madrid zal de onopgeloste nationale vraagstukken nog verergeren.
De verkiezingen waren een kans en een test voor links. Aan het begin van de campagne stelde Iglesias aan Más Madrid voor om een gezamenlijke campagne te voeren en zich te verenigen tegen rechts. Zijn vroegere kameraad Iñigo Errejón, nu leider van Más Madrid, en de daarmee geassocieerde Mas Pais in het Spaanse parlement, en de Madrileense kandidate Mónica García weigerden. De verdeeldheid van links was een demoraliserende factor voor veel arbeiders en jongeren. Ondanks de hogere opkomst bij de verkiezingen hebben toch nog meer dan 1 miljoen mensen niet gestemd.
De verkiezingen van Madrid hebben een verdere polarisatie van de samenleving aan het licht gebracht, tussen klassen, regio’s en de historische naties. Zij hebben ook het werkelijke beleid van de PP en hun junior partners VOX op tafel gelegd.
VOX heeft zich verbonden tot een reeks eisen die de ultraconservatieve katholieke organisatie Hazte Oír vóór de verkiezingen had opgesteld. De lijst met zes punten omvat een toezegging om de toegang tot het recht op abortus en euthanasie te blokkeren, en om regionale wetten in te trekken die mensen beschermen tegen discriminatie op grond van hun seksuele geaardheid.
In 2019 financierde Hazte Oír een bus om door het land te toeren met een campagne tegen ‘feminazis’ en tegen de Spaanse wet op gendergeweld. De belangrijkste boodschap op de bus luidde: “Het is geen gendergeweld, het is huiselijk geweld.” Op de bus stond een afbeelding van Adolf Hitler met make-up op en een feministisch symbool op zijn militaire pet, met daarboven de hashtag “#StopFeminazis”.
Maar het is niet alleen VOX dat deze ultra-reactionaire ideeën steunt. Voordat Ayuso de eerste keer tot premier van Madrid werd benoemd, vertelde ze in januari 2019 aan de krant El País dat “abortus niet het recht van een vrouw is.” Haar andere uitspraken waren onder meer: “Ik maak me zorgen dat er nooit rekening wordt gehouden met de vader en dat het bijna wordt gebruikt als een anticonceptiemethode” en: “Ik criminaliseer niemand, maar een zeer hoog percentage [van de vrouwen die abortus plegen] zijn immigranten of vrouwen zonder middelen die het voor de tweede of derde keer doen.” Als Ayuso deze achterlijke standpunten werkelijkheid probeert te maken als premier van Madrid, dan zal dit leiden tot enorme reacties van vrouwen op straat.
Uitdagingen voor links
De verkiezingen van Madrid laten zien dat links voor heel wat uitdagingen staat. Rechts en extreemrechts zijn georganiseerd en hebben een visie op wat ze willen bereiken. Hun reactionaire discours is “genormaliseerd” in de pers en zelfs in de talkshows overdag op televisie.
Links moet activisten en leiders ontwikkelen die de moed hebben om de fascisten te bestrijden, maar die ook verder durven gaan dan een vage en vriendelijke verdediging van ‘democratie’. Er is nood aan een radicaal programma dat echte verandering brengt in het leven van mensen uit de arbeidersklasse. De ultra-rechtse en fascistische ideeën zullen worden verslagen door de eenheid van de arbeidersklasse rond een programma om de maatschappij te veranderen. Een oproep om de status quo te handhaven inspireert niet en zal de reactie alleen maar aanmoedigen. Vooral in het midden van de Covid-crisis moet de arbeidersklasse zich mobiliseren rond een programma dat opkomt voor gratis gezondheidszorg van goede kwaliteit voor iedereen, en voor een garantie dat inkomens en levensstandaarden worden beschermd.
De propagandatechnieken die VOX gebruikte, waren in Duitsland al beproefd door de nazi’s. De partij maakte op reusachtige billboards reclame voor de kosten die niet-begeleide minderjarige migranten voor de regio Madrid met zich meebrengen. De woorden die werden gebruikt om Pablo Iglesias te ontmenselijken, zoals “rat” en “gebochelde”, weerspiegelen de strategieën die de nazi-partij van Hitler gebruikte om miljoenen wanhopige Duitsers voor zich te winnen in hun streven om niet alleen de Joden, maar ook gehandicapten en zieken te vervolgen en uit te roeien.
De overwinning van rechts in Madrid is een ernstige waarschuwing. Links moet deze waarschuwing openlijk en dringend bespreken met alle geledingen van de samenleving die zich willen verzetten. Het is bijzonder dringend om te reageren op de vooruitgang van VOX in sommige volksbuurten. Dit vraagt om antiracistische en antifascistische campagnes, vooral onder de jongeren maar ook onder de werkenden. VOX lanceerde zelfs een reactionaire ‘vakbond’ onder de wel erg verkeerd gekozen naam Solidaridad.
Deze verkiezingen tonen een grote proteststem tegen het beleid van de regerende coalitie en tegen de aanpak van de Covid-19-crisis. Het afgelopen jaar hebben arbeiders hun leven op het spel gezet en de economie en de samenleving draaiende gehouden, maar toch waren er in het parlement bijna geen authentieke stemmen die de behoeften en aspiraties van de arbeidersklasse verwoordden. Er zijn geen stemmen opgegaan tegen de banken, multinationals en grote bedrijven die profiteren van de pandemie en werknemers ontslaan. Ondanks de PSOE-UP coalitie is er in het parlement niet gesproken over een socialistisch programma om ons uit deze puinhoop te halen. De nederlaag is ook de zware prijs die de linkerzijde rond de UP betaalt voor deelname aan de PSOE-regering op basis van een vage ‘nationale eenheid’. Dit betekende dat er geen echte politieke oppositie was tegen de aanpak van de Covid-19-crisis door de regionale regering van Ayuso in Madrid, ondanks de enorme woede van arbeiders, in het bijzonder uit de zorg.
Socialisten en mensen uit de arbeidersklasse kunnen de klassenstrijd niet ‘opgeven’. Velen zullen teleurgesteld zijn over wat er in Madrid is gebeurd, maar de omstandigheden dwingen ons om te blijven vechten. Een deel van die strijd bestaat uit het begrijpen van wat er gebeurt. Pablo Iglesias trekt zich terug uit de politiek, wij dringen er bij activisten op aan om net actiever te worden en aan te sluiten bij de strijd om de beweging te versterken met duidelijke socialistische ideeën.
-
Neen aan de vervolging van rapper Pablo Hasel
Pablo Hasel is een linkse rapper die al negen maanden in de gevangenis zit nadat hij anti-monarchistische teksten deelde en over terrorisme sprak. Er is een campagne gestart om hem vrij te krijgen. In de Spaanse staat zijn er grote protestacties tegen de vervolging van Pablo Hasel.Door Rob MacDonald (Socialisme Revolucionari, ISA in Catalonië)
Naarmate de crises van het kapitalisme zich verdiepen, neemt ook de repressie door de staat toe. De opsluiting van Pablo Hasel is de laatste aanval van de Spaanse staat op de fundamentele vrijheden die hij geacht wordt te beschermen. We moeten hierop reageren door te mobiliseren en ons te organiseren, maar ook door te begrijpen dat we moeten strijden voor het einde van het kapitalistische systeem als de enige manier om artistieke, economische en sociale vrijheid te verzekeren.
Pablo’s strijd gaat terug tot 2011, sindsdien is hij voortdurend lastiggevallen en werd hij regelmatig gearresteerd vanwege zijn opvattingen. Deze laatste aanval, die resulteert in een gevangenisstraf, volgt op zijn arrestatie in 2018, samen met de rapper Valtonyc, voor het delen van teksten en opmerkingen op sociale media tegen de monarchie en wegens het spreken over terrorisme. Pablo is een uitdagende rapper, die zijn mening blijft verkondigen en weigert het zwijgen opgelegd te worden.
Deze onderdrukking van het vrije woord heeft een lange lijst slachtoffers in de Spaanse staat: van de songteksten van Valtonyc, Pablo Hasél en César Strawberry tot de tweets van Cassandra, toneelstukken en onlangs nog het ontslag bij de publieke omroep TVE van de scenarioschrijver Bernat Berrachina wegens een grap over de monarchie.
Maar de repressie gaat verder en is gericht tegen de strijd van de arbeidersklasse. Tijdens de economische crisis die in 2008-9 begon, vroegen aanklagers plotseling tot 8 jaar gevangenisstraf voor degenen die deelnamen aan stakersposten. Vervolgens zag de hele wereld in oktober 2017 de brute aanval op vreedzame kiezers in Catalonië en de repressie tegen de onafhankelijkheidsstrijd in het algemeen.
De “Ley Mordaza” – de ‘knevelwet’ – die in 2015 werd goedgekeurd, is gebruikt om journalisten te vervolgen voor het informeren over de repressie door de politie, en om het recht om te protesteren en te demonstreren te onderdrukken. Het werd gebruikt om feministische activisten te vervolgen voor deelname aan stakersposten tijdens de feministische stakingen in 2018-2019.
Al deze aanvallen, vaak over relatief kleine incidenten, tonen de bereidheid van de kapitalistische staat om elke politieke strijd te beknotten die wordt gezien als een bedreiging voor de sociale orde die zij verdedigt. De autoriteiten willen ons in angst laten leven en de Francoïstische controlemethoden, die het regime na 1975 behield, in ere herstellen. Als we ons daar niet met al onze energie tegen verzetten, zullen ze reageren met meer en meer repressie totdat we monddood zijn gemaakt.
Het is absoluut hypocriet dat de overheid stemmen tegen de monarchie het zwijgen wil opleggen, terwijl niets wordt gedaan aan de diepgewortelde corruptie van dit feodale overblijfsel, of aan de vertegenwoordigers van het regime die zich schuldig maken aan grove schendingen van de mensenrechten. Kritische artiesten worden naar de gevangenis gestuurd voor hun teksten, terwijl de corrupte voormalige koning in luxueuze ballingschap leeft. Deze hypocrisie komt ook tot uiting in het stilzwijgen van de EU over dergelijke flagrante aanvallen op de vrijheid van meningsuiting, dezelfde EU die er niet voor terugschrikt lidstaten te vermanen omdat ze zich niet aan haar neoliberale regelgeving houden.
Vrijheid van kunst en de strijd om de samenleving te veranderen
De kapitalistische cultuur is doordrenkt van seksisme, de verheerlijking van geld en de cultus van het individualisme. De reclame maakt dagelijks gebruik van creatieve methoden om de winst te verhogen, zonder rekening te houden met de behoeften van de mens of het milieu. De cultuur van het kapitalisme is in wezen een middel om de winsten van de superrijken te vergroten.
We moeten protesteren en argumenteren tegen deze negatieve culturele mainstream, we moeten ons ook richten op het opbouwen van een alternatieve cultuur. We moeten de arbeidersklassecultuur versterken en spreken over eenheid, collectieve strijd en diversiteit.
We moeten niet vertrouwen op de kapitalistische staat om te kiezen wat goed en slecht, mooi en lelijk is. Uiteindelijk bestaat deze staat om het sociale en economische systeem te verdedigen dat de hoofdoorzaak is van de problemen waarmee we te maken hebben.
Kunst en cultuur worden vernietigd door de economische crisis die gepaard gaat met de Covid-pandemie. Al voor deze crisis wisten kunstenaars heel goed hoe onzeker het is om in deze sector te werken, zonder contracten, middelen of werkplekken. Vaak wordt van ons verwacht dat we gratis werken, alleen omdat ons werk voortkomt uit onze passie. Deze uitbuiting was al extreem, maar na deze laatste economische crisis vechten we nu voor het recht om te creëren. De strijd voor kunst en cultuur is de strijd om mens te zijn, vrij van de beperkingen van het winstsysteem.
We moeten niet alleen de vrijheid van meningsuiting verdedigen, we moeten verder gaan en het recht verdedigen om creatief te zijn, om zinvol werk te hebben en omstandigheden die ieder mens de waardigheid bieden om een vruchtbaar leven te leiden. Om dit te bereiken hebben we een volledige en democratische herverdeling van de rijkdom in de samenleving nodig. We moeten de strijd voor een socialistische samenleving op de agenda zetten.
Behoefte aan revolutionaire muziek
Tijdens het protest in Lleida op 10 februari stelde Pablo Hasel terecht de zelfgenoegzaamheid van de regering van PSOE en Unidas Podemos aan de kaak met betrekking tot deze laatste aanval en hij verdedigde de noodzaak van een volksbeweging om de samenleving te veranderen. De zogenaamd linkse regering heeft zich beperkt tot enkele vage beloften over de hervorming van de wet die artiesten momenteel kan straffen voor hun teksten. Hoewel we niet verbaasd hoeven te zijn over de passiviteit van de PSOE in deze kwestie, aangezien haar leiders al lang geleden de kant van de status quo kozen, roept het wel de vraag op hoe we ons moeten organiseren om de maatschappij te veranderen.
Zoals Pablo het formuleerde: “Ze voeren repressie uit. Repressie is geen individuele kwestie, het is een collectieve zaak. Als ze achter iemand als mij aangaan, is dat om de rest bang te maken. We moeten de boodschap overbrengen, op het internet maar ook op straat, het bewustzijn vergroten om een beweging te ontwikkelen die leidt tot massale afwijzing, kortom tot revolutionaire actie. We moeten solidariteit organiseren om vrijheid van meningsuiting te ontwikkelen. Alle vorige verworvenheden werden afgedwongen door revolutionaire actie… we hebben niet alleen een solidariteitsorganisatie nodig, maar een organisatie die strijd voert en verenigt voor alle rechten en vrijheden die we niet hebben, wat samengaat met het aanpakken van de wortel van het probleem.”
“Met organisatie en strijd op straat kunnen we verbeteringen bereiken. We kunnen veel bekomen, maar geen oplossing. We kunnen deze staat niet hervormen. We hebben diepgaande veranderingen nodig, door deze staat te vernietigen en een volksrepubliek af te dwingen waarin de arbeidersklasse de macht heeft en de rechten en vrijheden kan garanderen die ons vandaag met geweld worden ontzegd, en we kunnen bereiken wat we allemaal willen, namelijk een degelijk leven…”
Wij zijn het erover eens dat er een beweging met een openlijk revolutionair karakter nodig is, een beweging die zal worden gesmeed in de massale strijd op straat, op de werkplek en op school. Er zijn veel kwesties waarin we op gemeenschappelijke gronden kunnen samenwerken, één van de meest kritieke is de eenheid tegen staatsrepressie. De dringende taak is om werkenden en jongeren uit verschillende sectoren te verenigen in een niet-sektarische en democratische beweging om een antikapitalistisch, revolutionair socialistisch programma en actie te ontwikkelen die tegemoet komt aan de behoeften van de strijd.
-
Mobiliseer, agiteer en organiseer om Pablo Hasel en alle andere slachtoffers van de staatscensuur vrij te krijgen!
-
Verdedig de artistieke vrijheid van meningsuiting door te bouwen aan eenheid in de beweging om het kapitalistische systeem te bestrijden!
-
-
Video. John Hird (Socialismo Revolucionario) over de Coronacrisis in Spanje
In onderstaande video spreekt Natassa van Xekinima (onze Griekse zusterorganisatie) met John van Socialismo Revolucionario (Spanje). Engelstalige video. Lees ook het artikel dat John schreef.
-
Spanje. “Ouderen aan hun lot overgelaten terwijl virus toeslaat”

Verslag door John Hird, Socialismo Revolucionario (ISA in de Spaanse staat)
De COVID-19-crisis in Spanje kwam internationaal onder de aandacht op 6 maart, toen 60 gevallen in Haro, een kleine stad in het wijngebied van La Rioja, werden getraceerd naar een begrafenis in de nabijgelegen Baskische hoofdstad, Vitoria-Gasteiz. Iets meer dan twee weken later is het belangrijkste ziekenhuis in Gasteiz, Txagorritxu, bijna ingestort en zijn we in de tweede week van totale lockdown.
Op zaterdag 21 maart kondigde premier Pedro Sanchez een verlenging van de oorspronkelijke noodtoestand met 15 dagen aan, waardoor de lockdown tot in april wordt verlengd. Sanchez zei: “Het ergste moet nog komen….”. Voor de gezondheidswerkers en de bevolking in het algemeen is dit moeilijk voor te stellen, gezien wat ze al hebben meegemaakt.
In de 24 uur tussen 21 en 22 maart zijn 400 mensen gestorven aan het Covid-19-virus. Op het moment van schrijven zijn bijna 3.500 gezondheidswerkers besmet, wat neerkomt op 12% van het totaal van 28.572 bevestigde gevallen. Dit is een zorgwekkend teken en houdt verband met het gebrek aan beschermende kleding, maskers en veiligheidsmateriaal voor het personeel. Er zijn foto’s verspreid op de sociale media van personeel dat schorten improviseert met behulp van plastic zakken.
“Ik heb nog nooit zoiets meegemaakt. Op de intensieve zorgen werken, is effectief erg intensief. Maar nu we overweldigd zijn, kun je niet eens weggaan om te plassen,” zei een arts van een ziekenhuis uit de regio Madrid in El Pais. Die regio is het hardst getroffen door de uitbraak van het coronavirus. De intensieve zorgen liggen vol met ernstig zieke patiënten, sommigen in coma. Ze zijn allemaal aangesloten op verschillende slangen. Ze zijn alleen, in sommige gevallen tot hun dood. Ze hebben allemaal dezelfde diagnose: Covid-19, de ziekte veroorzaakt door het SARS-CoV-2 virus.
In de hele Spaanse staat is er een niet te stoppen lawine van patiënten, hoewel het de regio Madrid is, waar tot nu toe 60% van alle coronavirusdoden zijn gevallen. De Spaanse gezondheidsdienst wordt door elke autonome regio beheerd, wat betekent dat er grote verschillen zijn van regio tot regio. Madrid heeft tijdens de neoliberale overheersing van de rechtse PP-partij bijzonder zwaar te lijden gehad van harde besparingen en privatiseringen.
Zorgwerkers hebben zich erover beklaagd dat zij als gevolg van de privatisering en onderaanneming in Madrid regelmatig lakens en japonnen van wasserijen krijgen die “bevlekt zijn met stront, pis en bloed”.
Patiënten met het virus hebben over het algemeen veel tijd nodig om te herstellen en blijven gemiddeld twee tot drie weken in het ziekenhuis, wat een enorme druk legt op een overspannen gezondheidsdienst. De huidige realiteit toont bij miljoenen mensen aan dat de gezondheidszorg niet is voorbereid op een catastrofale noodsituatie van dergelijke omvang en dit is rechtstreeks te wijten aan de besparingen.
Patiënten hebben dezelfde pathologie: ernstige longontsteking die noodintubatie vereist en aansluiting op een beademingsapparaat dat voldoende personeel en natuurlijk ventilatoren vereist, waar een tekort aan is.
“Ze doen niet de testen die ze zouden moeten doen. Ze worden geconfronteerd met zieke mensen met een zeer hoge virusbelasting. Ze maken zich grote zorgen over het gebrek aan beschermende kleding”, zegt Guadalupe Fontán van de Spaanse Verpleegkundigenvereniging. Het gebrek aan tests is te wijten aan een gebrek aan middelen.
De situatie is schrijnend voor het personeel. Familieleden mogen geen zieke familieleden vergezellen. Ze krijgen audioboodschappen van het personeel, dat angst heeft om iemand volledig alleen te zien sterven tijdens hun dienst.
Txagorritxu was de eerste plaats van een uitbraak van het virus in de provincie Álava. Een keten van infecties onder gezondheidswerkers verergerde de situatie, totdat velen van hen gedwongen werden om in quarantaine te gaan. Het gebrek aan gezondheidswerkers wordt verlicht dankzij de solidariteit van en de enorme inspanningen van het personeel dat het virus momenteel bestrijdt, hoewel ze klagen over een gebrek aan beschermend materiaal en middelen.
De aantallen stijgen elke 24 uur, maar op zondag 22 maart waren er 111 meer gevallen in Gasteiz en de regio Alava, wat 72 meer was dan de stijging van de vorige dag. Txagorritxu is het ziekenhuis waar de helft van de Covid-19 patiënten in Baskenland wordt behandeld, met in totaal 326 gehospitaliseerde, 60 overleden en meer dan 900 geïnfecteerden met 31 op de intensive care. Van de 470 bedden in Txagorritxu zijn er ongeveer 270 bezet door coronaviruspatiënten.
Ambulances die patiënten naar de spoedgevallendienst brengen, passeren soms de uitvaartauto’s die de lichamen in de tunnel die naar het gebouw leidt, wegbrengen.
Crisis verergerd door besparingen en winstbejag
De vraag waarom het COVID-19-virus zich in Spanje zo snel verspreidt, moet worden beantwoord. Een belangrijke factor is de vergrijzing van de bevolking, maar dit had kunnen worden verzacht met een goed gefinancierde gezondheidsdienst met voldoende personeel. De hardnekkige manier waarop ouderen in verzorgingstehuizen zijn achtergelaten om te sterven is een gevolg van de privatisering en het winstbejag.
Dit was een ramp die op zich liet wachten en de schuld ligt recht voor de deur van de woekeraars en de kapitalistische aasgieren die de gezondheidszorg en de zorgsector hebben leeggezogen.
In 2018 werden in Spanje 270.000 mensen gediagnosticeerd met kanker, wat een persoonlijk trauma is, maar voor de farmaceutische bedrijven is het een bron van winst. De te dure medicijnen en behandelingen voor kanker hebben de farmaceutische bedrijven hun grootste bonanza in 100 jaar gegeven. Een echt collectief gezondheidssysteem zou werken met een genationaliseerde geneesmiddelenindustrie die ten dienste staat van de mensen en niet gericht is op winstbejag. Het zou ook preventie en gezond leven bevorderen en de medische zorg voor ouderen in de dienst integreren en hen niet louter als een bron van winst zien.
Er wordt niet vaak melding van gemaakt, maar veel gezondheidswerkers lijden aan ziekten en overlijden als gevolg van beroepsrisico’s. Alleen al in Baskenland zijn in de afgelopen tien jaar 578 gezondheidswerkers in de loop van en als gevolg van hun werk gestorven.
Het fundamentele punt is dat de sociale en medische crisis die we op dit moment doormaken niet alleen te wijten is aan COVID-19, maar een symptoom is van een ondergefinancierde en verwaarloosde gezondheidsdienst.
Bejaarden in zorgcentra achtergelaten om te sterven
“Als hij geïnfecteerd raakt, zal niemand iets doen om hem te helpen”, was de angstige opmerking van een dochter over haar vader die geïsoleerd zit in een Madrileens zorgcentrum. Er zijn 425 zorgcentra in Madrid en ouderen worden daar letterlijk achtergelaten om te sterven.
El Pais meldde dat ambulances niet naar bejaardentehuizen komen: “De hulpdiensten vertelden me dat ze ons niet konden helpen”, zei een familielid.
Ouders en grootouders worden achtergelaten om te sterven omdat ze worden beschouwd als een verloren zaak, omdat ze een eerdere medische aandoening hebben of omdat ze een hoge leeftijd hebben. Een hulpverlener zei dat ze iemand zochten om een 91-jarige man te helpen die een paar dagen lang moeite had om te ademen. Uiteindelijk bezocht een dokter hem en zei dat hij een “mogelijk geval van Covid-19” was, maar dat hij geen testkit had om de diagnose te bevestigen.
“We hebben de 112 [voor de hulpdiensten] zeven keer gebeld zonder antwoord. Na twee uur wachten vertelden ze me op een onvriendelijke toon dat ze ons niet konden helpen,” zei een anonieme hulpverlener.
Veel hulpverleners zijn zonder handschoenen of gezichtsmaskers blijven werken. De vakbond kondigde aan dat het een klacht ging indienen bij de Inspectie van het Werk tegen de directeuren van zorgcentra die het personeel niet voorzagen van het beschermende materiaal dat nodig is om besmetting te voorkomen.
Sommige personeelsleden zeiden dat ze keukenhandschoenen hadden gebruikt in de verzorgingstehuizen, terwijl anderen zeiden dat ze het weinige beschermend materiaal onderling hadden gedeeld. In één zorgcentrum werden 10 lijken in de kelder gelegd in afwachting van ophaling door een begrafenisondernemer.
De autoriteiten hebben weinig gedaan om ouderen te beschermen in de zorgcentra. Het virus doodt een generatie. En het ergste is niet alleen dat er geliefden sterven, maar ook hoe ze sterven. Veel ouderen sterven helemaal alleen. Dit zal niet worden vergeten of vergeven.
De kwestie van zorg voor bejaarden en ouderen is een belangrijke en schokkende kwestie voor de Spanjaarden. De hele sector is een geldverslindende herrie en wordt gekenmerkt door corruptie, slechte normen en vreselijke omstandigheden voor veelal allochtone werknemers. Ik woon boven een verzorgingstehuis en weet dat de bewoners meer dan €2.000 per maand betalen. De meesten worden gedwongen om hun huis te verkopen om zich de zorg te kunnen veroorloven.
In een particulier verzorgingstehuis in Tomelloso, Castilla-La Mancha, zijn vorige week 15 bewoners overleden. Het centrum werd beheerd door een ongekwalificeerd persoon en een PP-schepen die familieleden had verzekerd dat alles in orde was toen ze hun bezorgdheid uitten. Het centrum had niet eens de moeite genomen om een dokter in dienst te hebben, ondanks de winst die het ‘bedrijf’ maakte.
Het COVID-19 virus heeft een verrot zorgsysteem blootgelegd en families hebben het volste recht om onderzoek en vervolging van de schuldigen te eisen, maar we moeten verder gaan. De arbeidersbeweging moet eisen en campagne voeren om alle private zorgcentra in publieke handen te brengen. We hebben een zorgstelsel voor ouderen nodig dat echt voor oudere burgers zorgt en hen niet behandelt als een bron van snelle winst voor het bedrijfsleven. Ouderen zijn niet vervangbaar!
Snelle verandering van het bewustzijn
Aan het begin van de crisis in Gasteiz was er een debat op de radio met een ziekenhuismanager, een vertegenwoordiger van de Baskische overheid, een arts en een verpleegkundige die syndicaal actief is. Tijdens de discussie probeerde de presentatrice het programma te sturen in de richting van het veilige terrein van de ‘heldhaftige zorgwerkers’ en het idee dat we ‘hier allemaal samen door moeten.’ De jonge verpleegster en lid van de militante Baskische vakbond, ELA, stond erop haar stem te laten horen over de besparingen op de gezondheidszorg. Ze beschuldigde de ziekenhuisdirecties en de Baskische regering ervan tien jaar lang te besparen. ‘Je hebt nooit geluisterd toen we betoogden en in staking gingen. Deze crisis is nog erger door jou.’ De regeringsvertegenwoordiger had niets te zeggen…
Er zijn virale video’s van artsen en verpleegkundigen die de rondes doen en de besparingen op de gezondheidszorg in Madrid veroordelen. Op een van de belangrijkste praatprogramma’s in de ochtend werd een arts afgesneden tijdens een live interview door Ana Rosa Quintana, toen hij de PP veroordeelde voor “tien jaar van besparingen en privatiseringen, die de Madrileense gezondheidsdienst hebben geruïneerd”.
De regering en de Spaanse overheersende klasse willen via de pers hun verhaal over het feit dat de hele Spaanse natie “allemaal samen” in hetzelfde schuitje zit, wanhopig doordrukken. In een snel veranderende situatie verandert het bewustzijn echter voor onze ogen.
Gezondheidswerkers maken duidelijk dat het moeilijker is om het virus te bestrijden, omdat de investeringen in de gezondheidszorg aan het begin van de laatste economische neergang tien jaar geleden zijn gestopt. De omstandigheden en salarissen zijn slechter, het moreel is lager, er zijn minder bedden en langere wachtlijsten met een grotere en oudere bevolking.
Toen Sanchez voor het eerst de noodtoestand uitriep, zei hij dat de banken open zouden blijven, wat in miljoenen huishoudens een debat op gang bracht over wat een essentiële bedrijfstak is. Het Spaanse kapitalisme wilde er zeker van zijn dat de productie zou doorgaan. De georganiseerde arbeidersklasse had echter andere ideeën. In Vitoria-Gasteiz voerden de 5.000 arbeiders van de autofabriek van Mercedes een collectieve actie om de productie te sluiten.
Het vakbondscomité klaagde bij het management dat de arbeiders onveilige werkomstandigheden hadden, zoals te dicht bij elkaar moeten werken zonder dat er echte veiligheidsinstructies werden gegeven. De directie zei dat het hoofdkantoor van Mercedes in Duitsland had gezegd dat ze de productie van bestelwagens moesten voortzetten. Het comité nam contact op met het bureau van de arbeidsinspectie, dat niet reageerde en vervolgens werd de politie gebeld. De arbeiders verlieten uiteindelijk de lopende band en ze stopten productie zelf.
De volgende dag heeft Michelin, dat 3.000 arbeiders in dienst heeft, ook de productie stilgelegd. Mercedes heeft een ERTE aangevraagd, dat is een tijdelijke sluiting met enkele garanties en lonen voor de arbeiders. Andere kleinere bedrijven zijn nog steeds aan het werk en dat is een bron van conflicten. De gebeurtenissen in Mercedes hebben aangetoond dat het de macht van de georganiseerde arbeiders was die de grootste fabriek in Baskenland heeft gesloten. De bazen wilden winst blijven maken, maar de arbeiders bepaalden wat het beste was voor de maatschappij als geheel.
Alle macht aan de balkons (voorlopig toch)
Een traditioneel protest in veel Latijnse landen is de ‘cacerolada’, wanneer mensen met potten en pannen vanop hun balkon protesteren. Vanaf de eerste dag van de afsluiting hielden de mensen ‘cacerolada’s’ in solidariteit met de gezondheidswerkers en ze worden steeds politieker.
Vorige week kondigde de nieuwe Spaanse koning live op tv aan dat hij in feite ‘scheidt’ van zijn vader, de oude koning, Juan Carlos, nadat het nieuws bekend werd dat hij 100 miljoen dollar had gekregen van het theocratische en corrupte Saudische regime. Miljoenen mensen gingen op hun balkon staan en eisten dat Juan Carlos het geld zou doneren aan de strijd tegen het COVID-19 virus.
Een opiniepeiling in de krant La Vanguardia stelde de vraag: ‘bewijst Covid-19 dat het beter is om meer te investeren in volksgezondheid en onderzoek?’ Een verbazingwekkende 97,75% zei ja!
Tijdens deze crisis kijken brede lagen van de bevolking en de arbeidersklasse naar de gezondheidswerkers om de toon te zetten. De collectieve, geconcentreerde ervaring van de laatste weken zal niet snel vergeten worden. Werkenden weten instinctief wie leiding geeft, wie zich opoffert voor het algemeen belang en wiens schuld het gebrek aan apparatuur en materialen is. La Vanguardia meldde nog dat 81,65% van de bevolking denkt dat niet alles wordt gedaan om het virus te bestrijden.
Er is een wijdverbreid gevoel van solidariteit en de wil om samen te werken in de strijd tegen het virus, maar toch keert de Spaanse staat tijdens de crisis terug naar zijn wortels, waarbij hij dreigt met boetes en geweld als de centrale macht niet wordt gehoorzaamd.
Er zijn botsingen geweest tussen de Baskische en Catalaanse regering aan de ene kant en de centrale Spaanse regering aan de andere kant, waarbij het gezag beslist over cruciale kwesties als de sluiting van bredere sectoren van de industrie. De Catalaanse president, Quim Torra, werd in het openbaar aangevallen door Spaanse ministers omdat hij verder wilde gaan dan de Spaanse staat door Catalonië volledig af te sluiten.
Baskische politici hebben geklaagd dat het niet nodig is om Spaanse troepen in Euskadi (de Baskische autonome regio) in te zetten, wat duidelijk een gevoelige kwestie is. Baskische linkse nationalisten hebben de Spaanse regering ervan beschuldigd “in het geheim” het beruchte artikel 155 in te voeren, dat een centrale controle in de regio’s oplegt. Op langere termijn zullen de onderliggende nationale tegenstellingen onvermijdelijk weer losbarsten, hoewel ze tijdens deze crisis grotendeels in toom worden gehouden.
Economische gevolgen
Tussen 2014 en 2019 waren er 27.171 bedrijven die 36.141 ERTE (tijdelijke sluitingen) hebben aangevraagd, waarbij 409.548 werknemers getroffen waren. Alleen al in Catalonië en Andalusië zijn de afgelopen week bijna evenveel werknemers door ERTE’s getroffen!
Volgens een eerste schatting van het Centro Predicción Económica (Ceprede) van de Universidad Autónoma de Madrid voor de werkgeversvereniging Cepyme zouden in de komende twee tot drie maanden tussen de twee en 2,5 miljoen werknemers door een ERTE kunnen worden getroffen. Als dit ook maar gedeeltelijk waar is, zullen de sociale en economische gevolgen immens zijn. Zo’n verwoestende economische storm en verlaging van de levensstandaard zouden zich bovendien voordoen in een onstabiel politiek klimaat waarin de traditionele partijen maandenlang hebben geprobeerd een coalitieregering te smeden in een toch al sterk gepolariseerde samenleving.
Er zijn 3,2 miljoen zelfstandigen, waarvan veel ‘schijnzelfstandigen’, bijvoorbeeld laagbetaalde bezorgers en schoonmakers. Nu al komen er organisaties en groepen die eisen dat de overheid de huur van woningen en kantoren annuleert zolang de crisis voortduurt.
Laagbetaalde zelfstandigen worden hard getroffen omdat de hoge sociale uitkeringen in Spanje niet worden geannuleerd, maar alleen opgeschort (om later betaald te worden). Dit zou duizenden café-eigenaren en vele andere groepen werkenden kunnen ruïneren.
Een campagne van onderuit kondigde aan dat als de huurprijzen niet worden geannuleerd tijdens de crisis, ze de grootste huurstaking ooit in de Spaanse geschiedenis zal organiseren!
Wat gebeurt er nu?
Een brief ondertekend door 70 Spaanse wetenschappers heeft geëist dat de regering een onmiddellijke en totale opsluiting van de bevolking uitvoert, zonder toestemming om te werken en andere activiteiten, om te proberen de totale ineenstorting van het gezondheidssysteem in Spanje als gevolg van de coronacrisis te voorkomen.
De wetenschappers hebben drie mogelijke scenario’s geschetst:
Scenario 1: als er geen mobiliteitsbeperkingen zijn. De besmettingscurve groeit steeds meer. Dit zal onvermijdelijk leiden tot de ineenstorting van de meeste regionale gezondheidssystemen binnen de Spaanse staat.
Scenario 2: een gedeeltelijke mobiliteitsbeperking, waarbij arbeidsmobiliteit voor 50% is toegestaan, wat de huidige situatie in Spanje is. De besmettingscurve is veel zwakker dan in het eerste van de scenario’s, maar volgens het verslag is het niet voldoende om deze in te dammen en af te vlakken.
Scenario 3: Het document toont de besmettingscurve wanneer er sprake is van een “totale beperking van de mobiliteit (geen arbeidsmobiliteit toegestaan, behalve in essentiële diensten)” en dit is de situatie die wordt aanbevolen door de 70 wetenschappers die het document hebben ondertekend. Dit is het scenario dat de arbeiders van Mercedes en andere werkplaatsen hebben geprobeerd te implementeren, hoewel de Spaanse staat tot nu toe heeft geprobeerd de productie-industrie open te houden, wat, zoals de situatie in Italië heeft aangetoond, een criminele fout is met dodelijke gevolgen.
Er zal een “voor en na” de COVID-19-crisis van 2020 zijn. Een crisis die de werkelijke situatie van het Spaanse kapitalisme aan het licht heeft gebracht. Alle oude rotzooi, de corruptie en de hebzucht van het grootkapitaal die ze onder het tapijt proberen te vegen, is voor miljoenen mensen zichtbaar geworden. La Liga is afgelast en de praatprogramma’s op televisie en radio moeten het over de crisis hebben. Er is geen afleiding. Miljoenen mensen kijken en beslissen zelf over de grote vragen.
Natuurlijk duwt het kapitalisme zijn verhaal door de media en probeert het tegelijkertijd een beetje zaken te doen. De productie van chirurgische maskers is met maar liefst 8.000% gestegen, ondanks de vraagtekens over het nut ervan om de verspreiding van het virus tegen te gaan.
De centralisatie van de macht in de Spaanse staat tijdens de crisis is een weerspiegeling van de vooruitzichten van de kapitalistische klasse. Zij vrezen zowel de economische en sociale gevolgen van het virus als de solidariteit en de macht van de arbeidersklasse. Ze gebruiken angst en controle over belangrijke informatie als een manier om de mensen voor te bereiden om te accepteren dat de resulterende ‘realiteit’ van de komende economische crash en depressie op de een of andere manier even onvermijdelijk is als een verkoudheid of zelfs griep! Ze zijn ook voortdurend op zoek om iemand de schuld te geven van deze crisis. Toen het virus zich voor het eerst begon te verspreiden in Alava, wees de pers Roma uit Haro aan die op de een of andere manier “onverantwoordelijk” een familiebegrafenis in Vitoria hadden bijgewoond.
De vraag die deze crisis op tafel legt is in wat voor soort samenleving we willen leven. Zoals de meesten in Europa legt de Spaanse regering de verantwoordelijkheid op de schouders van het individu om passief thuis te blijven en de autoriteiten en deskundigen alles te laten regelen, terwijl ze tegelijkertijd vertrouwt op de opoffering en solidariteit van de gezondheids- en andere werknemers.
Een pandemie van deze omvang kan niet met succes en op lange termijn worden bestreden door een maatschappij die gebaseerd is op het egoïsme en de hebzucht van het winstbejag. Het feit dat regeringen door de gebeurtenissen gedwongen zijn om middelen te collectiviseren en in feite belangrijke diensten tijdelijk te nationaliseren, tegen hun ideologische overtuigingen in, zal niet verloren gaan tussen brede lagen van de samenleving.
De Europese Unie heeft weinig praktische solidariteit met Italië en Spanje getoond en heeft zich meer beziggehouden met de bescherming van het kapitalistische systeem dan met het geven van echte praktische hulp. Toch is de noodzaak van echte internationale solidariteit en samenwerking in de strijd tegen het COVID-19-virus voor iedereen zichtbaar. Er worden lessen getrokken.
Natuurlijk is er ook angst op dit moment en veel mensen voelen zich geïsoleerd, maar we zullen deze angst als klasse samen onder ogen zien, kritisch denkend en gezamenlijk handelend. De heersende klasse wil het vermogen ondermijnen om ons te organiseren tegen de economische ontberingen die volgens hen noodzakelijk zijn om hun verrotte systeem in stand te houden. Het zal hen niet lukken. De situatie begint al te keren.
Hieronder het programma van Socialismo Revolucionario:
- Besparingen op de gezondheidszorg en privatisering zijn dodelijk voor de ouderen! Voldoende zorg in alle verpleeghuizen!
- Nationaliseer, zonder compensatie en onder controle van werkenden, bewoners en gezinnen, alle particuliere zorgcentra en maak onmiddellijk een einde aan het privé-bestuur van degenen die in overheidshanden zijn. Maak een einde aan de oplichterij en laat onze senioren in waardigheid leven!
- Zorg onmiddellijk voor noodhulp op het gebied van de gezondheidszorg, zowel materieel als menselijk, zodat de verpleeghuizen niet worden afgestemd op begraafplaatsen!
- Na de COVID-19-crisis moet er een open en democratisch onderzoek komen dat kan leiden tot vervolging van alle bazen en politici die betrokken zijn bij de privatisering van de sociale diensten die tijdens deze COVID-19-crisis hebben geleid tot de dood van ouderen. Nationalisatie zonder compensatie van al hun bezittingen. Gebruik hun vermogen om het virus te bestrijden en voor de gezondheidszorg van de ouderen!
- Verdedigen en uitbreiden van de openbare gezondheidszorg. Alle besparingen en privatiseringen onmiddellijk terugdraaien en particuliere ziekenhuizen, leveranciers en middelen in het publieke systeem brengen. Nationaliseer alle particuliere uitbestede diensten zoals schoonmaak. Fatsoenlijk loon en contracten voor schoonmakers!
- Nationaliseer alle particuliere zorginstellingen om het openbare systeem te helpen de crisis het hoofd te bieden. Gezondheid voor winst!
- Onmiddellijke aanwerving van het nodige aantal gezondheidswerkers om deze crisis aan te pakken.
- Alle materiële middelen en veiligheidsuitrusting die nodig zijn voor gezondheidswerkers en andere essentiële werknemers onmiddellijk beschikbaar stellen.
- Onmiddellijke stopzetting van alle productieactiviteiten die niet essentieel zijn voor de bestrijding van de pandemie.
- Nationalisering van de farmaceutische sector.
- Nationalisering van de banken en multinationals onder democratische controle van de werkenden en de gemeenschap. Een productieplan opstellen dat de rechten van de bevolking en zijn gezondheid vooropstelt.
- Geen jobverlies als gevolg van de COVID-19-crisis.
- Alle hypotheek- en huurbetalingen voor de duur van de crisis annuleren voor werknemers die geen of een verlaagd loon hebben.
- Annuleer alle sociale bijdragen voor zelfstandigen en kleine bedrijven, zoals bareigenaren.
- De prijzen van essentiële producten die essentieel zijn voor het dagelijkse leven van werkende gezinnen verlagen. Geen winstbejag en speculatie!
- Democratische controle van de bestaande voorraden om hamsteren te voorkomen en ervoor te zorgen dat winkels voldoende essentiële voedsel- en sanitaire producten voor iedereen hebben. Oprichting van comités van consumenten en werknemers in de detailhandel om toe te zien op een eerlijke verdeling van levensmiddelen en essentiële goederen.
-
Spanje: coalitie van PSOE en Unidas Podemos, maar instabiliteit en polarisatie blijven

Alleen strijd op straat zal echte verandering voor de werkenden brengen!
Pedro Sanchez werd op bijna dramatische wijze premier van de Spaanse regering, met een verschil van slechts twee stemmen, na verschillende stemwijzigingen, bedreigingen en beledigingen per e-mail en het gebruik van fascistische graffitisymbolen tegen afgevaardigden die hadden aangekondigd dat ze van plan waren om voor Pedro Sanchez als premier te stemmen. Te midden van uitnodigingen om de partijgrenzen te overschrijden door Ines Arrimadas van Ciudadanos, was er nervositeit bij zowel de sociaaldemocratische PSOE van Sanchez als het linkse Unidas Podemos (de electorale alliantie van Podemos en Izquierda Unida), die de stemmen één voor één telden. Dit alles in het midden van een parlementaire zitting die de rechtervleugel probeerde te onderbreken met beledigingen en gejuich van “lang leve” de koning en Spanje.
Door Viki Lara, Socialismo Revolucionario (CWI in Spanje)
Dit alles weerspiegelt de groeiende politieke polarisatie in Spanje, het resultaat van een harde economische crisis en de enorme besparingen die de werkenden in de hele Spaanse staat hebben ondergaan op hun levensstandaard en sociale voorzieningen. Laten we niet vergeten dat de arbeidersklasse zich nog steeds niet heeft hersteld van de crisis van 2008, dat er nog steeds meer werkloosheid is en dat de arbeidsomstandigheden en de lonen verslechteren. Bovendien hebben de investeringen in openbare basisvoorzieningen zoals gezondheidszorg en onderwijs nog niet het niveau van voor de crisis van 2008 bereikt.
Bovenop deze polarisatie blijft er een enorme instabiliteit bestaan die het kapitalisme de afgelopen vier jaar niet heeft kunnen oplossen, met vier algemene verkiezingen, verschillende mislukte pogingen om een regering te vormen, een machtsgreep binnen PSOE om de sociaaldemocratie ertoe te bewegen zich te onthouden en een PP-regering te faciliteren, en moties van wantrouwen. De instabiliteit zal niet afnemen met deze nieuwe regering, die aan de macht komt met de krapste stemming sinds het regime van 1978 is gevormd. We gaan naar een moeilijke en krampachtige legislatuur, waarin de regering grote problemen zal hebben om belangrijke maatregelen, zoals begrotingen, aangenomen te krijgen en om de regering overeind te houden.
Coalitie van PSOE en Unidas Podemos
Veel werkenden hebben met een zucht van opluchting, en zelfs met vreugde, de resultaten van de laatste twee algemene verkiezingen onthaald. Hiermee werd immers een mogelijke coalitieregering van rechts en extreemrechts vermeden. Miljoenen mensen zijn blij dat Pedro Sánchez eindelijk premier is op basis van een regeerakkoord van PSOE en UP. Het akkoord wordt omschreven als progressief, feministisch en milieubewust.
De overeenkomst tussen PSOE en de UP bevat enkele maatregelen die door veel werkenden positief zijn ontvangen. Deze omvatten de intrekking van enkele aspecten van de arbeidshervorming van 2012, de verhoging van het minimumloon (dat volgens beide partijen zal oplopen tot 1200 euro), controles op de huurprijzen, pensioenverhogingen in lijn met de prijsindex en grotere verhogingen voor de minimum- en premievrije pensioenen, enz.
Bij een meer gedetailleerde lezing van het akkoord komt echter een programma aan het licht met tal van maatregelen die gericht zijn op de bedrijven, ook al gaan ze schuil achter termen als “jobcreatie”, “herindustrialisatie”, “Green New Deal” (met betrekking tot de ondersteuning van bedrijven tijdens de ecologische transitie), en een lange etcetera.
Bovendien zijn er veel beperkingen aan de voorgestelde maatregelen die rechtstreeks van invloed zijn op de arbeidersklasse. Zo zal het minimumloon maar erg geleidelijk worden verhoogd en zal het afhankelijk zijn van het rapport van een “adviesraad” verbonden aan het ministerie van Arbeid dat zich zal buigen over zaken als de “algemene economische situatie”. Zelfs als de verhoging van het minimumloon tot 1.200 euro per maand er komt, zal de grote onzekerheid waarin veel werkenden leven, met inbegrip van het kleine aantal uren per week dat formeel op hun contract staat, betekenen dat ze niet aan dit loon zullen komen.
De ‘hervorming’ van de arbeidswet van Zapatero (premier van een PSOE-regering tot 2011) uit 2010 zal van kracht blijven. Deze hervorming heeft de rechten van de werknemers al aanzienlijk aangetast, met maatregelen zoals de verlaging van de ontslagvergoeding tot 33 dagen per gewerkt jaar. Niet alle maatregelen uit de hervorming van de arbeidswet van de PP uit 202 zullen verdwijnen, enkel de punten die in het akkoord worden benadrukt. Er zullen nog veel maatregelen worden genomen om de arbeidsmarkt “flexibel” te maken. Bijvoorbeeld: bedrijven die zich om economische of technische redenen kunnen terugtrekken uit de CAO voor hun sector.
Regering van de continuïteit
Zoals we eerder opmerkten, verbindt UP zich ertoe om “de principes van fiscale discipline na te leven” waarbij de publieke schulden en het begrotingstekort worden teruggedrongen. Dat betekent dat in een scenario van een nieuwe crisis, die mogelijk niet lang op zich laat wachten, prioriteit wordt gegeven aan fiscale stabiliteit en het voldoen aan de criteria opgelegd door de EU, in plaats van maatregelen ten gunste van de werkende klasse of de openbare diensten.
Dit is een zeer gevaarlijk scenario voor de UP, dat zich in deze coalitie verbindt met een volledig kapitalistische partij als PSOE, die door veel werkenden wordt gezien als meer van hetzelfde en een partij van het establishment dat hun rechten en levensomstandigheden verplettert en hen doet opdraaien voor de economische crises. We hebben al eerder gesteld dat het toetreden tot de regering, in plaats van de vorming ervan van buitenaf te steunen om rechts te blokkeren en zich vervolgens politiek te verzetten tegen asociale maatregelen van een PSOE-regering, de UP dreigt te isoleren van de arbeiders en de strijd op straat. Deze terugtrekking van de straat en de volledige intrede in het institutionele spel hadden er al toe geleid dat de UP veel stemmen en zetels verloor bij de laatste verkiezingen, en dat haar draagvlak aftakelt ten gunste van andere krachten die als meer ‘anti-systeem’ worden gezien. Vanuit dit oogpunt zou het extreemrechtse Vox zich kunnen positioneren als een anti-systeemmacht en nog meer steun verwerven.
Zoals we al eerder hebben aangegeven, moet de basis van de UP aandacht hebben voor de regeringsmaatregelen, om actief op te komen voor maatregelen ten gunste van de werkende klasse en om de UP te dwingen om uit de regering te stappen als er wordt bespaard op onze levensvoorwaarden of openbare diensten.
Wittebroodsweken voor nieuwe regering?
Sommige van de door de regering aangekondigde maatregelen zullen ongetwijfeld een reactie uitlokken van zowel de markten als andere reactionaire krachten zoals de katholieke kerk, en harde aanvallen van de partijen die deze krachten in het parlement vertegenwoordigen: PP, Ciudadanos (Burgers) en Vox. Dit zal bijvoorbeeld gebeuren als er binnenkort maatregelen worden genomen, zoals de afschaffing van verplichte godsdienstvakken, de opgraving van slachtoffers van de Franco-dictatuur en een dag om hen te herdenken, een wet rond euthanasie, …
Door deze maatregelen en enkele beperkte economische maatregelen tegen de banken of de grote elektriciteitsbedrijven, kan de regering, althans voor een bepaalde periode, het gevoel geven dat ze strijdt tegen de krachten van de reactie en tegen de markten. Dit kan enige krijgen van de werkenden en jongeren. Natuurlijk vallen positieve hervormingen op economisch gebied en een verhoging van de middelen voor de openbare diensten toe te juichen.
Deze regering zal echter niet stabiel zijn en het politieke landschap zal sterk gepolariseerd blijven. In Baskenland wordt voor een algemene staking op 30 januari opgeroepen, gesteund door onder andere de vakbonden ELA, LAB en CNT. Deze organisaties eisen onder meer een minimum pensioen van 1.080 euro en een minimumloon van 1.200 euro per maand, een werkweek van 35 uur en pensionering op 65 jaar.
Socialismo Revolucionario verdedigt deze weg, die van de strijd, om echte veranderingen te bereiken, zoals het einde van de werkonzekerheid, investeringen in openbare diensten die ook degelijke jobs met bijhorende lonen creëren, en de onmiddellijke uitbreiding van sociale huisvesting vanuit de huidige leegstaande huizen. In het huidige scenario zal de burgerij zelfs tegen de meest beperkte maatregelen schreeuwen, hetzij rechtstreeks, hetzij via haar vertegenwoordigers in de instellingen. De Baskische werkenden wijzen de weg om te strijden voor onze lonen, arbeids- en democratische rechten en openbare diensten. We moeten ons blijven mobiliseren om te komen tot een staking in de hele staat, aangezien de leiders van de grootste vakbonden CCOO en UGT niet geneigd zullen zijn om iets te ondernemen tegen een “progressieve” regering. De enige manier waarop ze in actie zullen gaan, is als ze de druk van hun achterban en de bredere beweging voelen.
Bovendien moeten links en de vakbeweging waakzaam zijn en elke aanval van extreemrechts op vrouwen, immigranten, de LGBTQ-beweging en de arbeidersbeweging in het algemeen bestrijden. We mogen niet vergeten dat naast de nieuwe institutionele macht die Vox op staatsniveau heeft verworven, haar extreemrechtse ideeën en eisen worden doorgedrukt in de regeringen van verschillende autonome gemeenschappen, waaronder Andalusië, Madrid en Murcia.
Catalonië
Een andere belangrijke as van polarisatie zal de onderhandelingsronde zijn die is opgezet tussen de ERC (Catalaanse pro-onafhankelijkheidspartij) en PSOE. Aan de ene kant zullen PP, Ciudadanos, Vox en andere krachten, waaronder enkele van de zogenaamde ‘PSOE-baronnen’, zoals we tijdens de verkiezingen en de parlementaire stemming hebben gezien, de gelegenheid niet voorbij laten gaan om te verkondigen dat er een pact wordt gesloten met verantwoordelijken van een staatsgreep of zelfs terroristen, dat Spanje wordt opgebroken of, op een zogenaamd sociale toon, dat ‘gelijke rechten’ onder Spanjaarden worden afgepakt. Natuurlijk zwijgen al deze stemmen over de echte ongelijkheid tussen de arbeiders en de burgerij en dat deze ongelijkheid sinds het uitbreken van de crisis in 2008 niet is gestopt met groeien.
Tegen deze achtergrond is het heel goed mogelijk dat de onderhandelingen tussen de centrale regering en de Generalitat (Catalaanse regering), afgezien van het feit dat ze traag en obstructief zijn, alleen maar zullen leiden tot weinig enthousiaste overeenkomsten die op geen enkele manier tegemoetkomen aan de aspiraties van de beweging voor een onafhankelijke republiek. In plaats van de situatie in Catalonië te pacificeren en te kalmeren, kunnen deze onderhandelingen leiden tot nieuwe spanningen en opnieuw tot massale betogingen en stakingen, zoals we de afgelopen jaren herhaaldelijk hebben gezien.
Daar komt nog bij dat de laatste besluiten van de Europese Unie hebben geleid tot de erkenning van Junqueras (politieke gevangene) en Puigdemont en Comín (ballingen) als leden van het Europees Parlement, hetgeen duidelijk in strijd is met de besluiten van de Spaanse staat. Dit zet de hele rechtsgang die de Catalaanse politieke gevangenen tot zeer strenge gevangenisstraffen heeft veroordeeld op losse schroeven. Het lijdt geen twijfel dat de beweging zich moet blijven mobiliseren om belangrijke stappen voorwaarts te zetten in de situatie van de gevangenen, waaronder het eisen van de vrijlating van Junqueras om zijn positie als lid van het Europees Parlement uit te oefenen. (Ondertussen heeft het Europees Parlement de uitspraak van een Spaanse rechter aanvaard dat Junqueras geen openbaar ambt kan bekleden, Junqueras kondigde aan in beroep te gaan).
De rechtbanken tonen hun ware reactionaire en repressieve karakter, dat zich al bij vele andere gelegenheden heeft gemanifesteerd, met de gerechtelijke vervolging van rappers, tweeters (die linkse ideeën verdedigden) en vakbonds- of feministische activisten. Dit moet, samen met de gemeenschappelijke strijd van alle arbeiders voor onze rechten en levensomstandigheden, een element vormen dat heel links verenigt, met inbegrip van de basis van de vakbonden en de UP, de CUP en Bildu, in een strijd tegen het Spaanse kapitalistische regime en al zijn reactionaire instellingen. Dit betekent ook strijden voor het einde van de monarchie, maar ook en vooral tegen het economisch stelsel die door dit regime wordt in stand gehouden: het kapitalisme. Alleen door vastberaden strijd kunnen we echte democratische rechten afdwingen, waaronder het recht van Catalonië op zelfbeschikking, of echte sociale veranderingen zoals het nationaliseren van de belangrijkste sectoren van de economie zoals financiën, de energiesector, vervoer en communicatie om massale overheidsinvesteringen in openbare diensten te organiseren, voor hoogwaardige werkgelegenheid, om het huisvestingsprobleem op te lossen en om te strijden tegen de klimaatverandering.
-
Catalonië: Draconische gevangenisstraffen voor pro-onafhankelijkheidsleiders
Eerste reactie door Socialismo Revolucionario (CWI in Spaanse staat) zoals gisteren gepubliceerd – er komt in de loop van deze week een uitgebreider artikel.
De Spaanse staat heeft de leiders van de Catalaanse onafhankelijkheidsbeweging veroordeeld tot lange gevangenisstraffen voor “opruiing” en de “misdaad” van het organiseren van een democratisch referendum over Catalaanse onafhankelijkheid. Zeven pro-onafhankelijkheidsleiders en politici werden veroordeeld tot gevangenisstraffen van 10 tot 12 jaar elk, met 2 extra straffen tot 9 jaar, en 3 andere tot 1 jaar en 8 maanden gevangenisstraf elk!
Dit is een zeer ernstige gebeurtenis, die zich midden in een algemene verkiezingscampagne in de hele Spaanse staat afspeelt en die bijna ongekend is in de recente geschiedenis van West-Europa. De conservatieve PP-leider, Pablo Casados, roept nu al op tot een effectief verbod op Catalaanse onafhankelijkheidspartijen en andere antidemocratische, Spaans-nationalistische maatregelen.
De enige mogelijke reactie van de Catalaanse jeugd en arbeidersklasse is het organiseren van een algemene staking ter verdediging van de democratische rechten en het recht van het Catalaanse volk om over zijn eigen toekomst te beslissen.
Een nieuwe fase in de onafhankelijkheidsbeweging is bereikt en er is geen weg meer terug. De linkerzijde, de arbeidersbeweging en de sociale bewegingen moeten zich moeten verenigen en zich verzetten tegen het antidemocratische regime. Dit is niet het moment om te spreken over ‘respect voor de wet’, maar van een arbeiders- en volksopstand tegen het kapitalistische en Franquistische systeem.
De aanval op de democratische rechten van Catalonië is een aanval op de hele arbeidersklasse van de Spaanse staat en er moet een duidelijk antwoord komen: een algemene staking in Catalonië en een oproep aan alle organisaties van de arbeidersklasse van de Spaanse staat om solidariteit te betuigen – in actie, niet alleen in woorden.
De leider van de politievakbond bij de Mossos d’Esquadra (Catalaanse regionale politie) verklaarde dat “de politie zeer alert is.” De studenten hebben de klaslokalen al verlaten en blokkeren enkele hoofdwegen. De politie controleert tickets bij de ingang van de luchthaven omdat ze bang zijn voor een beweging die lijkt op die van Hongkong. Een driedaagse studentenstaking is uitgeroepen voor woensdag.
Helaas is het standpunt van Pablo Iglesias abstract en utopisch en vertegenwoordigt het een andere ernstige en historische fout: “Iedereen zal de wet moeten respecteren en het vonnis moeten aanvaarden.” Hij voegt eraan toe dat het van nu af aan “tijd is om de mouwen op te stropen en te werken aan het herbouwen van bruggen tussen een verdeelde Catalaanse samenleving en een deel van de Catalaanse samenleving en de Spaanse samenleving.” Hij heeft het over zoeken naar “de weg naar verzoening.”
Hoe kan er ‘verzoening’ zijn met rechtse politieke partijen die mensen opsluiten vanwege hun ideeën? De Spaanse staat probeert het Catalaanse volk en iedereen die het recht op zelfbeschikking en onafhankelijkheid verdedigt te criminaliseren. Dit is onaanvaardbaar en links en de vakbonden moeten zich tegen dit onrecht verzetten. Er kan geen respect zijn voor een rechtssysteem dat het volk onderdrukt.
Links moet een heel duidelijk beeld hebben van wat er in Catalonië op het spel staat. Antidemocratische en maatregelen uit de tijd van Franco worden nu al genomen tegen de jeugd van Altsasu en zullen in toekomstige gevechten tegen de hele arbeidersklasse worden gebruikt, tenzij er meteen een duidelijk antwoord komt.
Het is de Franco-staat die voor de rechter moet worden gebracht. Politieke gevangenen moeten vrijkomen, het recht op zelfbeschikking moet verdedigd worden. Daartoe moeten we ons voorbereiden op een strijd die op straat zal gevoerd worden.
- Steun de 72 uur durende studentenstaking!
- Voor een algemene staking in Catalonië!
- Organiseer solidariteitsacties in de hele Spaanse staat en internationaal!
- Bevrijd de Catalaanse politieke gevangenen!
- Verdedig democratische rechten!
- Voor het recht op zelfbeschikking!
- Voor een Catalaanse socialistische republiek!
- Voor een vrije en vrijwillige confederatie van de volkeren van de Spaanse staat en het Iberisch schiereiland, als onderdeel van een socialistische confederatie van Europa!
-
Spanje: verkrachters van ‘wolfsroedel’ veroordeeld door Hooggerechtshof

“Geen misbruik, maar verkrachting” en “Wij geloven je.” Jongerenprotest tegen de eerste uitspraak waarin de verkrachters van de ‘Wolfsroedel’ wel erg lichte straffen kregen. Het massaprotest heeft druk gezet om tot een andere uitspraak te komen. Verslag van deze actie van 10 mei vorig jaar Belangrijke overwinning voor massale feministische beweging
Het Spaanse Hooggerechtshof besliste om de veroordelingen in de zaak van de verkrachters van de ‘wolfsroedel’ in Pamplona zwaarder te maken. De vijf schuldige mannen krijgen 15 jaar gevangenisstraf. Het hof besliste verder dat de 18-jarige vrouw die slachtoffer was wel degelijk verkracht was en niet gewoon het slachtoffer van ‘gewoon’ seksueel misbruik.
Artikel door John Hird, CWI-lid uit Baskenland
De schandalige zaak duurde bijna drie jaar en veroorzaakte een massale beweging van vrouwen, en de werkenden en jongeren in het algemeen. Hun slogans “yo sí te creo” (ik geloof je) en “no es abuso, es violación” (geen misbruik, maar verkrachting) werden wereldwijd overgenomen.
De zaak benadrukte niet alleen het seksueel geweld waar vrouwen het slachtoffer van zijn, maar ook de onverschilligheid van een gerechtelijk systeem dat gedomineerd wordt door reactionaire rechters met achterhaalde seksistische opvattingen. Dit is in de Spaanse staat des te sterker omdat de staatsmachine een directe erfenis is van het Franquisme (de heerschappij van dictator Franco). Alle rechters die beslisten om de verkrachters van de wolfsroedel lichtere straffen te geven om ze uit de gevangenis te houden, zouden moeten afgezet worden en de arbeidersbeweging moet opkomen voor een volledige doorlichting van het Spaanse ‘on-rechtssysteem’. Het moet vervangen worden door een echt rechtssysteem dat beheerd en geleid wordt door de werkende klasse en de onderdrukten, met gekozen rechters die afzetbaar zijn.
Overwinning voor massabeweging
Het is duidelijk dat het Spaanse rechtssysteem niet plotseling ‘het licht heeft gezien’ en een vreselijke onrechtvaardigheid heeft gecorrigeerd omdat het systeem ‘werkt’ zoals de politici beweren. Nee, het establishment zag de massabeweging van vrouwen en arbeiders en is er bang voor. Er is gereageerd om nog grotere mobilisaties te voorkomen. Dit is de verdienste van groepen als Libres y Combativas en Sindicato de Estudiantes (studentenvakbond) die de jongeren opriepen om op straat te komen en te staken tegen de oorspronkelijke vonnissen, vooral tijdens de massale algemene studentenstaking van 10 mei 2018.
Dit is een grote overwinning voor de massabeweging, maar er zijn tal van andere gevallen van geweld tegen vrouwen in de Spaanse staat en daarom moeten de mobilisaties en campagnes worden voortgezet totdat het seksistische rechtssysteem van top tot teen veranderd is. Het is ook belangrijk om op te merken dat deze overwinning werd behaald ondanks de rol van de officiële leiders van de arbeidersbeweging, die onder onhoudbare druk van onderaf tot acties overgingen toen ze daartoe gedwongen werden, maar het toch beperkten tot symbolisch protest. Een massale strijdbare beweging van syndicalisten die van onderuit opgebouwd is en beschikt over een strijdbare revolutionaire leiding, had de situatie volledig kunnen veranderen en had van overwinningen tegen onderdrukking, besparingen en kapitalisme de dominante dynamiek van de klassenstrijd kunnen maken.
In de Spaanse staat heeft de verontwaardiging over het seksistisch geweld en de straffeloosheid die het rechtssysteem aan daders geeft, een belangrijke plaats ingenomen in de opkomst van de massale vrouwenbeweging. We moeten erkennen dat de overgrote meerderheid van het geweld tegen vrouwen plaatsvindt in het eigen huis of binnen het gezin, een dagelijkse nachtmerrie waar miljoenen mensen mee te maken hebben en die wordt verergerd door de gevolgen van de besparingen.
Er zijn belangrijke parallellen met andere landen, bijvoorbeeld met de #IBelieveHer-protesten in Ierland na het spraakmakende proces over de rugby-verkrachting in Belfast. In dat protest speelden de Socialist Party (CWI in Ierland) en de socialistisch feministische campagne ROSA een belangrijke rol.
De beweging in de Spaanse staat vormde het epicentrum van de vrouwenbewegingen in de wereld, zowel wat betreft haar omvang – met miljoenen mensen die herhaaldelijk de straat opgaan – als wat betreft de wijze waarop de verenigde actie van de werkenden en de strijdmethoden op de voorgrond staan. Dit blijkt vooral uit de twee prachtige feministische algemene stakingen van 8 maart 2017 en 2018, toen miljoenen vrouwen en mannen deelnamen aan stakingsacties en massabetogingen. Dit is van groot belang voor socialistische feministen in het buitenland en geeft aan hoe we stappen vooruit kunnen zetten.
Reactie
Er zijn nu reactionaire politici die kritiek geven op de uitspraak. Francisco Serrano, kopman van de extreemrechtse partij VOX in Andalusië, bekritiseerde de uitspraak als volgt: “De veiligste relatie tussen een man en een vrouw zal nu enkel door prostitutie zijn. Het verschil tussen gratis seks en ervoor betalen, is voortaan dat je voor gratis seks meer moet betalen.” De woordvoerder van VOX in de regio Murcia, Juan José Liarte Pedreño, plaatste op Facebook een bericht waarin hij minister van Justitie Dolores Delgado een “hoer” noemde.
De diepgaande politieke polarisatie in de Spaanse samenleving wordt nu duidelijk weerspiegeld in en door de massale vrouwenbeweging. Naast de retoriek tegen arbeiders en een rabiate Spaans-nationalistische opstelling, komt VOX ook met een uitgesproken antifeministische boodschap.
De massabeweging die de afgelopen jaren het pleit op straat heeft gewonnen, moet waakzaam blijven en de strijd tegen geweld op vrouwen, het onrechtvaardige rechtssysteem en alle reactionaire politici en rechters verderzetten. Een einde maken aan het achtergebleven karakter van Spaanse staatsinstellingen zoals het gerecht, vergt een breuk met het kapitalisme en strijd voor socialisme. De opbouw van een democratische, revolutionaire socialistische partij van de werkende klasse, die actief opkomt voor socialistisch feminisme, is een cruciale taak die voor ons ligt.
-
Spanje: het gevaar van een reactionair blok van Vox, PP en Ciudadanos

Foto: Wikimedia Commons Sinds de dood van Franco in 1975 was extreemrechts niet meer openlijk aanwezig als electorale of sociale kracht in Spanje. Een vereniging van rechtse krachten in 1989 leidde tot het ontstaan van de PP (Volkspartij), een partij die eerder liberaal en centrum was. Extreemrechts was niet volledig verdwenen, maar was ofwel versplinterd in groepjes die nostalgisch waren naar het Franco-tijdperk, ofwel was het ondergedoken in de PP.
Artikel door Marisa (Brussel)
Toen de crisis hard toesloeg in Spanje, werd zowel door de PP als de sociaaldemocratische PSOE een hard besparingsbeleid gevoerd. Het algemene ongenoegen tegenover de instellingen en de gevestigde partij leidde tot een golf van intensieve klassenstrijd en tot een regeringscrisis waarbij geen van beide grote partijen, die jarenlang afwisselend aan de macht waren, nog een meerderheid haalde.
Binnen de PP waren bepaalde elementen het niet eens met de koers onder premier Mariano Rajoy. Ze vonden dit beleid te zacht. Enkele van deze elementen verlieten de PP om een nieuwe partij op te zetten: Vox, een harde extreemrechtse formatie.
Bij de Europese verkiezingen van 2014 kwam Vox voor het eerst op met eigen lijsten. Het resultaat was erg beperkt en dat was ook het geval in de daaropvolgende lokale, regionale en nationale verkiezingen. Op hetzelfde ogenblik kende Podemos een sterke groei in de verkiezingen en werden nieuwe antibesparingscoalities opgezet in steden als Madrid en Barcelona.
Tijdens het Catalaanse referendum van 1 oktober 2017 en de daaropvolgende algemene staking van 3 oktober, werden de Spaanse en Catalaanse kapitalisten bang voor de mogelijkheid van een republiek afgedwongen door massale acties. Een foute politiek maakte dat Podemos geen gebruik van de situatie kon maken. PSOE steunde het opheffen van de Catalaanse autonomie. De PP en Ciudadanos (een nieuwe rechtse populistische formatie) voerden een Spaans-nationalistisch opbod om de beweging af te remmen. Samen met de armoede, corruptieschandalen en antipolitiek onder de bevolking, ontstond er hierdoor ruimte voor een formatie als Vox.
Vox is openlijk antifeministisch en homofoob. De rode draad in het publieke discours van de partij is de verdediging van de Spaanse eenheid tegenover migratie en territoriale conflicten. Het is een xenofobe, racistische en anti-Catalaanse partij. Het maakt dat Vox-leider Santiago Abascal niet opgezet is met verkozenen van N-VA of het Vlaams Belang die gele lintjes dragen om de vrijlating van de onafhankelijkheidsgezinde Catalaanse politici te eisen.
Abascal kondigde overigens aan dat hij bij zijn eedaflegging in het Europees Parlement, indien hij verkozen raakt, een badge van de ‘IJzeren’ Hertog van Alva zal dragen, symbool voor het Spaanse bezettingsleger in Vlaanderen. Vox werkt samen met de Europese fractie van Conservatieven en Hervormers (ECR), waartoe ook N-VA behoort… Het toont het gebrek aan coherentie van N-VA wat de nationale kwestie betreft.
Achter het complexloze ultrarechtse en extreem conservatieve discours van Vox schuilt een programma dat compatibel is met dat van PP en Ciudadanos: repressie tegen migranten, verbod op abortus, privatisering van onderwijs, zorg en openbare diensten, lagere belastingen voor bedrijven, lagere sociale bijdragen, privatisering van grond, behoud van kernenergie, … De drie partijen vormen een reactionair blok met een programma in dienst van de rijksten en hun belangen.
In de verkiezingen in Andalusië eerder dit jaar maakte Vox een verrassende doorbraak met 11% van de stemmen en 12 zetels. De PP vormde een minderheidsregering met Ciudadanos die bijzonder snel van buitenaf gesteund werd door Vox. Het extreemrechtse Vox zorgt ervoor dat een rechtse regering ook in tijden van politieke instabiliteit overeind kan blijven. Komende zondag zijn er parlementsverkiezingen. Dat resultaat is erg onvoorspelbaar gezien het grote aantal onbesliste kiezers. Maar er is een reëel gevaar dat Vox een doorbraak kent in het parlement. Erger nog: het reactionaire blok kan mogelijk een regering vormen die een frontale aanval op de werkenden zal inzetten.
Zoals we zagen tijdens de jongerenacties voor het klimaat en de stakingsdag op 8 maart, is er op straat een gunstiger krachtsverhouding voor de werkende klasse. De vooruitgang van de reactionaire krachten zal leiden tot een golf van protest en internationaal verzet. Wij zullen daaraan bijdragen met de anti-NSV betoging in Leuven op 9 mei. No Pasarán!
