Your cart is currently empty!
Tag: repressie
-
Federale troepen in de VS terug geduwd in Portland en Seattle

Het massaprotest in Portland (VS) boekte een eerste overwinning. De federale overheid moest ermee instemmen om alle federale troepen vanaf vandaag geleidelijk uit de stad terug te trekken. De burgemeester van Seattle, Jenny Durkan, kondigde dinsdagavond aan dat de federale troepen zich ook uit Seattle terugtrekken.
Door Steve Edwards, Socialist Alternative (VS)
Trump’s minister van Binnenlandse Veiligheid, de voormalige Republikeinse lobbyist Chad Wolf, beweerde dat er enkele federale troepen in Portland zullen blijven om federale gebouwen te beschermen. Maar desondanks is dit een scherp keerpunt in de poging van Trump om Portland en andere steden voor te stellen als verderfelijke oorden in de ban van gewelddadige anarchisten. Tegelijkertijd blijft Trump troepen sturen naar andere door Democraten bestuurde steden, waaronder Detroit, Cleveland en Milwaukee. Dit gebeurt het mom van “strijd tegen de misdaad”, maar eigenlijk gaat het vooral om het stoppen van betogers.
Federale troepen in Portland
De populariteit van Trump is onder het gecombineerde gewicht van de pandemie en de economische crisis gekelderd. In een schaamteloze poging om zich te positioneren als de ultieme “law and order” president, stuurde hij in juli federale politie naar Portland. Lang voordat de federale politie kwam opdagen, had de politie van Portland al buitensporig veel geweld gebruikt, waaronder enorme hoeveelheden CS-gas, dat illegaal is in oorlogstijd maar nacht na nacht werd gebruikt tegen ongewapende massa’s demonstranten. Dit lag in de lijn van de geschiedenis van de politie van Portland die nooit aarzelde om betogers tegen racisme aan te vallen, terwijl op andere ogenblikken agressieve en gewapende blanke supremacisten werden beschermd. In de politiedienst zelf worden openlijke racisten en minstens één openlijke nazi-sympathisant getolereerd.
Om de aandacht af te leiden van zijn criminele nalatigheid in de strijd tegen de pandemie en om de politieke illusie te creëren van een crisis van steden die in anarchie vervallen, zette Trump vanaf begin juli de federale politie in als zijn eigen politieke privémilitie. Met 60.000 manschappen is de Department of Homeland Security groter dan de FBI, DEA en ATF samen. Trump en zijn aangestelde marionetten hebben deze politieke politie naar een reeks steden gestuurd, of gedreigd om dat te doen. Dit was het geval in onder meer Seattle, Chicago en Detroit, steden bestuurd door Democraten. Het gebeurde zonder overleg met die lokale besturen. Dit schaamteloze en sinistere autoritaire machtsspel is al wekenlang aan de gang.
De federale troepen terroriseren betogers
Tot deze federale interventie waren de protesten in Portland beperkt tot een zeer klein gebied rond het gerechtsgebouw en hadden ze na het eerste weekend geen noemenswaardige materiële schade aangericht. De regering van Trump stelde dat het sturen van federale troepen nodig was om federale gebouwen te beschermen, maar medio juli begonnen deze troepen in camouflagepak zonder insigne dat hen identificeert in de binnenstad van Portland in het midden van de nacht rond te rijden, waarbij betogers werden opgepakt. Meerdere online geposte video’s toonden hoe individuen op straat, zonder enige identificatie, mensen in ongemarkeerde bestelwagens duwen en meenemen.
De eerste reactie van de activisten was het opvoeren van de nachtelijke protesten, maar naarmate de video’s van de aanpak door de federale troepen circuleerden, raakten meer en meer inwoners van Portland betrokken bij een aangroeiende verzetsbeweging van duizenden mensen, met een reeks haastig georganiseerde groepen die samenkwamen om de jeugdige betogers te verdedigen en om de angstaanjagende excessen van de federale troepenmacht van Trump te stoppen.
Dit is een creatieve, geweldloze beweging die begon met de moedige “Muur van Moeders” die een menselijk schild vormde tussen de gewelddadige agenten van Trump en de demonstranten. Het heeft sindsdien vertakt naar de “Leaf Blower Dads” die met bladblazers het CS-gas wegblazen en nu met een door veteranen geleide “Wall of Vets” en groepen van werkenden die per beroepsgroep georganiseerd zijn: “Teachers Against Tyrants” (leraars tegen tirannen), pizzabezorgers, zorgpersoneel en ‘Advocaten voor Black Lives’ die in pak en das naar de acties komen.
Verkozenen in Oregon maakten sinds de komst van de troepen duidelijk dat deze niet gewenst waren. Tal van grondwetsexperts en zelfs de Republikein Tom Ridge, G.W. Bush’s eerste minister van Binnenlandse Veiligheid, zijn het erover eens dat de manier waarop ze zijn gebruikt ongrondwettelijk is. Meerdere rechtszaken zijn aangespannen tegen hun aanwezigheid, maar in plaats van zich terug te trekken, heeft dit een expliciete dreiging van het Witte Huis opgeleverd dat andere door Democraten bestuurde steden dezelfde ongrondwettelijke invasie kunnen verwachten.
Gealarmeerde deskundigen wijzen erop dat wat gebeurt “eruit ziet en klinkt als de minister van Binnenlandse Veiligheid en de Procureur-generaal die langs een achterdeur gaan om een veiligheidsdienst te creëren die 18 jaar geleden expliciet werd afgewezen door het parlement en nog steeds niet is toegelaten.” (Carrie Cordero, senior fellow van het Center for a New American Security en CNN-medewerker, geïnterviewd door The New Yorker).
Zoals de New York Times aangaf: “Trump lokt verontwaardiging uit in een cascade die ontworpen is om alarm te slaan. Hij stopt reacties door middel van volume en herhaling. Maar het recente gebruik van ongemarkeerde auto’s en federale agenten zonder duidelijke identificatie die demonstranten vasthouden, stoppen elke neiging om gewoon de schouders op te halen. In oorlogstijd vereist de Derde Conventie van Genève, ondertekend door de Verenigde Staten, dat zelfs onregelmatige troepen ‘vanop afstand herkenbaar zijn’. Wanneer paramilitaire eenheden geen herkenbare insignes hebben, is er geen transparantie, geen verantwoording, en dat betekent straffeloosheid.” (‘American Catastrophe Through German Eyes’ New York Times opiniepagina 24 juli)
Hoe ver kan Trump gaan?
Als klap op de vuurpijl voert Trump eerdere dreigementen op en zegt hij dat hij de legitimiteit van de verkiezingen in november misschien niet zal erkennen als het niet op zijn manier verloopt. Op de officiële website van het Witte Huis wordt Trump geciteerd: “Nou, ik ga iets doen. Dat kan ik je wel vertellen. Omdat we New York en Chicago en Philadelphia en Detroit en Baltimore en dit alles niet gaan toestaan – Oakland is een puinhoop. We gaan dit niet laten gebeuren in ons land. Allemaal bestuurd door liberale Democraten… dit is erger dan Afghanistan, veruit. Dit is erger dan alles wat iemand ooit heeft gezien. Allemaal beheerd door dezelfde liberale democraten. En weet je wat? Als Biden verkozen wordt, zal dit voor het hele land gelden. Het hele land zou naar de hel gaan. En we laten het niet naar de hel gaan.”
Trump kan inderdaad fantaseren over een staatsgreep. Zijn autoritaire neigingen zijn al zichtbaar vanaf het moment dat hij het Witte Huis binnentrad. Maar de Amerikaanse heersende klasse als geheel, inclusief het grootste deel van het militaire leger, lijkt niet geïnteresseerd in het volgen van deze weg. De kapitalistische democratie heeft hen zeer goed gediend als middel om hun bewind te handhaven en het dreigement van Trump om de kapitalistische democratische procedure naar buiten toe te dwarsbomen zou waarschijnlijk niet welkom zijn. Hun opvattingen zouden echter kunnen veranderen naarmate we dieper wegzakken in de ergste depressie in honderd jaar en naarmate de sociale onrust zich verder ontwikkelt. Trump is een uiterst onheilspellend voorproefje van wat er aan de horizon zou kunnen komen als we geen massale partij van de werkende klasse opbouwen als onderdeel van een strijdbare arbeidersbeweging die de belangen van alle onderdrukten behartigt. Zoals het nu is, zullen Trump en de Republikeinen elke denkbare vorm van onderdrukking van de kiezers gebruiken om een eerlijke stemming in november te voorkomen.
Massa-actie nodig om Trump te stoppen
Trump stuurde troepen naar Seattle. Gesterkt door een federale rechter die een stadsverordening introk die het politiegebruik van wapens om een menigte te controleren verbood, leidde dit tot een weekend van scherpe confrontaties. Net als voorheen gebruikte de politie van Seattle buitensporig veel geweld en richtte zich op journalisten en juridische waarnemers, dit ondanks eerdere uitspraken die dit gedrag specifiek verboden. Nu heeft Trump ook de federale troepenaanwezigheid van Seattle moeten intrekken.
Hij heeft gedreigd federale troepen naar Chicago te sturen, iets wat de protesten zou doen oplaaien, ondanks de verklaring van de Democratische burgemeester, Lori Lightfoot, dat ze de politie van Trump zou verwelkomen als deze de stroom van illegale wapens uit Indiana zouden helpen verminderen. Trump dreigt ook tegen Detroit, waar federale troepen klaar zouden staan. Dit heeft al protest uitgelokt met betogers die bordjes dragen met slogans als: ‘We hebben federale middelen nodig, geen federale troepen.’
Er zijn meerdere rechtszaken aangespannen tegen de acties van Trump. Maar als de laatste drie en een half jaar iets hebben bewezen, is het dat de rechtbanken Donald Trump niet zullen tegenhouden. Zijn eerste nederlaag was het gevolg van een massale directe actie op de luchthavens, begonnen door de Taxi Workers Alliance in New York tegen het inreisverbod voor moslims in januari 2017.
Deze actie inspireerde de bezettingen van de luchthavens in heel het land, waaronder de luchthaven van Seattle-Tacoma, en het stopte het moslimverbod. Tragisch genoeg gaf de beweging toen toe aan de druk van de ACLU en de Democraten die het in de veilige kanalen van het rechtssysteem leidden, dat uiteindelijk met Trump instemde en het verbod toestond.
Drie en een half jaar van ineffectieve Democratische en juridische oppositie hebben Trump herhaaldelijk zien winnen, aangemoedigd om zijn programma van massale belastingverlagingen voor de rijken en massale aanvallen op de rechten van de arbeidersklasse uit te voeren. Hij heeft zich specifiek gericht op migranten, zwarten, inheemse en andere gekleurde mensen, vrouwen, LGBTQ+ en transseksuelen. Zijn regering heeft de vakbondsrechten aangevallen en de milieuregelgeving geschrapt.
Tot de massale opstand voor gerechtigheid voor George Floyd was de belangrijkste nederlaag van Trump ook te danken aan de massale actie van de arbeiders, toen uitgeputte luchtverkeersleiders en vliegpersoneel de stakingsoproep van vakbondsleider Sarah Nelson opvolgden en zo een einde maakten aan de federale shutdown in januari 2019.
Een jaar later stond de populariteit van Trump al onder druk toen de coronaviruspandemie toesloeg. Vandaag wordt hij door zijn criminele aanpak van de pandemie alom gezien als verantwoordelijk voor een enorm sterftecijfer dat al over de 145.000 is gegaan met meer dan vier miljoen besmette mensen en geen einde in zicht. Samen met de enorme schade aan de economie heeft dit zijn steun ondergraven tot het punt waarop elke peiling hem achter de weinig inspirerende Democraat Joe Biden plaatst.
De op video opgenomen politiemoord op George Floyd heeft de grootste en meest aanhoudende protestbeweging in de Amerikaanse geschiedenis op gang gebracht. Dit heeft het massale verzet tegen racisme op straat gebracht. De heersende klasse werd gedwongen toegevingen te doen, waaronder het vervolgen van de moordenaars maar ook enkele beperkte verplichtingen om de middelen voor de politie een andere bestemming te geven. In Seattle, waar de druk van de beweging politiek is versterkt door de aanwezigheid van het socialistische gemeenteraadslid Kshama Sawant, zag de raad zich verplicht om de politiebegroting te verlagen en werd een maatregel genomen om Amazon en andere grote bedrijven te belasten om te investeren in betaalbare huisvesting en sociale voorzieningen. Het kantoor van Kshama Sawant leidde ook de aanklacht tegen het eerste verbod op het gebruik van crowd control wapens door de politie. Overal in het land zijn racistische symbolen zoals standbeelden van de Confederatie en van slavenhandelaars neergehaald vanwege deze massabeweging.
Het gebruik van federale troepen door Trump is een poging om dat alles terug te draaien.
Waar is de arbeidersbeweging?
Wat onvergeeflijk ontbreekt aan deze groeiende massabeweging om democratische rechten te verdedigen, is de leiding van de georganiseerde arbeidersbeweging. De arbeidersbeweging heeft de kracht om belangrijke delen van de economie te sluiten. Georganiseerde aanwezigheid op de protesten zou bovendien de marge van de federale en lokale politiediensten beperken.
Zoals we hierboven hebben aangegeven, en zoals zelfs de New York Times destijds toegaf, was het keerpunt in het einde van de shutdown in 2019 een oproep van een verantwoordelijke van de georganiseerde arbeidersbeweging.
Op een kleinere maar nog steeds significante schaal, was er bij het begin van de protesten voor gerechtigheid voor George Floyd de weigering van buschauffeurs in Minneapolis om gearresteerde demonstranten te vervoeren en dit werd gevolgd door buschauffeurs in New York en andere steden, gesteund door hun nationale vakbond, de ATU.
Alleen de massale actie van de werkende klasse kon een einde maken aan de impasse in de straten van Portland en voorkomen dat deze zich uitbreidde naar Seattle, Chicago en andere steden. Dit kan de weg wijzen naar de verdediging van ons stemrecht in november. Concreet moet er in andere steden die met de dreiging van een federale bezetting worden geconfronteerd, onmiddellijk worden gediscussieerd over stakingsacties, waarbij wordt voortgebouwd op lokale algemene stakingen waarin de terugtrekking van de federale troepen wordt geëist en onmiddellijk actie wordt ondernomen om de middelen voor de politie af te bouwen en onderwijs en andere noodzakelijke sociale voorzieningen te financieren.
Arbeidsleiders en vakbondsverantwoordelijken klagen eindeloos over de lage organisatiegraad in de Amerikaanse vakbonden: nu zijn minder dan 10% van de werkenden in een vakbond georganiseerd. Dat percentage is nog groter als werkenden zonder papieren of werkenden in de groeiende informele sector worden meegerekend. Maar de officieel erkende vakbonden vertegenwoordigen nog steeds meer dan 14 miljoen werkenden, velen van hen georganiseerd in sleutelsectoren van de economie. Het voorbeeld van het transportpersoneel, zonder wie de meeste steden tot stilstand zouden komen, is al gegeven, maar er zijn er nog veel meer. De enorme torens in het centrum van Portland en elke andere stad kunnen alleen functioneren door het werk van elektriciens, liftexploitanten, onderhoud van gebouwen, schoonmaak- en beveiligingspersoneel. Deze arbeiders zijn overweldigend in vakbonden georganiseerd, net als de arbeiders die deze gebouwen bouwen – en de bouw is gedurende de hele pandemie doorgegaan. De manier om de vakbondsmacht weer op te bouwen is door de enorme kracht van de georganiseerde arbeidersbeweging effectief te laten zien.
Portland is een testgebied voor Trump’s gebruik van niet alleen onherkenbare federale politie om demonstranten te ontvoeren en te intimideren, maar ook om een verhaal te creëren dat de situatie uit de hand loopt en het land niet zal overleven zonder sterke leider.
In het licht van deze dreiging starten de Democraten rechtszaken, terwijl de vakbondsleiders de verdediging van de zwarte levens en van de democratische rechten overlaten aan jonge betogers en hun ouders. Dit is onaanvaardbaar. De vakbondsleiders hebben de plicht om stakingsacties te organiseren om een einde te maken aan de aanval op de democratische rechten.
Tienduizenden werkende mensen zijn wanhopig op zoek naar de weg vooruit in de strijd tegen het kapitalisme en de racistische politie. De arbeidersklasse is de enige kracht in de samenleving die deze eisen kan waarmaken.
Zoals Socialist Alternative in Minneapolois eind mei, slechts enkele dagen na het begin van de demonstraties, stelde: “Om #JusticeForGeorgeFloyd te winnen hebben we massale, gecoördineerde protesten nodig en actiedagen waarbij we pogingen van het leger en de politie om betogingen te onderdrukken kunnen stoppen. De bredere arbeidersklasse, en vooral de arbeidersbeweging, zou moeten mobiliseren voor deze acties… De vakbonden moeten ook onmiddellijk voorbereidingen treffen voor een algemene staking. Zo’n staking zou wijdverspreide sympathie zou genieten van de bredere gemeenschap en zelfs van kleine bedrijven die al solidair zijn met de beweging.”
Voortbouwend op de terugtrekking van de troepen in Portland en Seattle, zouden de vakbondsraden, de lokale bevolking en de regionale vakbondsfederaties, in elke stad die bedreigd wordt met federale interventie, dringend moeten discussiëren over het oproepen tot lokale algemene stakingen om de democratische rechten te verdedigen tegen de onberekenbare politie van Trump.
-
Democratische rechten niet in quarantaine plaatsen!

Minister Pieter De Crem was er snel bij om een algemeen verbod op protestacties te eisen nadat duizenden mensen in Brussel protesteerden tegen racisme en politiegeweld in zowel de VS als bij ons. Vlaams minister-president Jan Jambon had een plotse opwelling van bezorgdheid om onze gezondheid. De Aalsterse burgemeester D’Haese (N-VA) verbood meteen elke betoging in zijn stad tot het einde van de zomer.
Artikel uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Laat het duidelijk zijn: als deze politici die niet voorbereid waren op de gezondheidscrisis na het protest tegen racisme plots roepen dat collectieve actie onverantwoord is, dan gaat het om dat protest en niet om onze gezondheid. Bij sommige politici speelt ongetwijfeld mee dat het om antiracistisch protest ging. Het is even hypocriet als de politici die op cultuur besparen maar tegelijk beweren dat er niet aan standbeelden van kolonialen mag geraakt worden omdat het cultureel erfgoed is.
De Covid-19 crisis is gebruikt om een aantal democratische rechten aan te vallen. Zo waren er de volmachten waarbij de minderheidsregering niet langer langs het parlement moest passeren. Over het protest van het zorgpersoneel dat de rug naar premier Wilmès toekeerde in mei kon de regering niet veel zeggen: het zorgpersoneel op dat ogenblik daarop aanvallen, zou niet aanvaard worden door brede lagen van de bevolking. Een antiracistisch protest daarentegen werd wel meteen aangegrepen om te pleiten voor een verbod op protest. Daarbij wordt misbruik gemaakt van de bekommernissen van de bevolking rond gezondheid, die op zich versterkt zijn door het falende geknoei van de verschillende regeringen in de aanpak van de pandemie.
Op 1 juni organiseerden campagne ROSA, ALS en Blokbuster in Gent een eerste protestactie tegen racisme en politiegeweld. Alles verliep perfect volgens de gezondheidsmaatregelen: iedereen stond op minstens anderhalve meter van elkaar, iedereen droeg een mondmasker en er was handgel. Toch deelde de stad Gent GAS-boetes van 350 euro uit aan twee organisatoren. Het doel was om de drempel voor protest hoger te maken. Terwijl iedereen terug aan het werk ging en het opnieuw toegelaten was om op een overvolle bus of tram plaats te nemen, was het dus verboden om op veilige afstand van elkaar te protesteren!
Dat is gevaarlijk: in heel wat gevallen waren er collectieve acties op de werkvloer nodig om veiligheidsmaatregelen af te dwingen bij het begin van de pandemie. Werkenden legden het werk neer of gingen zelf over tot het invoeren van maatregelen. Een verbod op acties ondermijnt op deze manier de mogelijkheid om gezondheidsmaatregelen te nemen. De meest efficiënte wijze om gezondheidsmaatregelen algemeen door te voeren, is niet repressie maar het overtuigen van de overgrote meerderheid van de bevolking van maatregelen zoals sociale afstand.
De noodwetgeving wordt ook gebruikt om collectief protest tegen afdankingen te stoppen. Een vakbondsactie tegen de ontslagen bij Swissport op de luchthaven van Zaventem werd verboden. Op die manier kan de brede solidariteit met de getroffen werkenden niet gemobiliseerd worden en is het moeilijker om een krachtsverhouding op te bouwen om afdankingen tegen te houden.
Afbreuk democratische rechten is niet op gezondheid gericht
Vanaf 1 juli is collectief protest opnieuw toegelaten, maar beperkt tot 400 aanwezigen (en vanaf 1 augustus mogelijk 800 aanwezigen) voor acties die verplicht statisch moeten zijn. Betogingen blijven verboden.
We begrijpen en delen de bezorgdheid van velen over de volksgezondheid. Maar een afbreuk van democratische rechten, zoals het recht op collectief protest, is niet ingegeven uit bekommernis voor gezondheid. Het gaat om de macht van het establishment en het beschermen van de belangen van de superrijken. Onze rechten verdedigen doen we zoals we ze afgedwongen hebben: door mobilisatie en door onze afgedwongen rechten effectief te gebruiken.
-
Covid-19 wordt wereldwijd aangegrepen om repressie op te voeren

The Economist (28 maart 2020) had het over “de meest dramatische uitbreiding van de staatsmachten sinds de Tweede Wereldoorlog.” Overal ter wereld hebben regeringen elementen van draconische wetgeving ingevoerd vergelijkbaar met die van politiestaten. Dit gebeurde met het argument van de bescherming van de samenleving tegen de verspreiding van het COVID-19 virus.
Door Stephen Boyd, International Socialist Alternative
Voor velen is de wereldwijde lockdown op brute wijze geïmplementeerd. Op het ogenblik dat Nigeria slechts zes doden had geregistreerd door COVID-19, hadden het leger en de politie al 13 mensen gedood bij het afdwingen van de lockdown. In Rwanda waren de eerste slachtoffers van de crisis twee mensen die door de politie werden doodgeschoten. In Kenia schoot de politie een 13-jarige jongen dood. In de neokoloniale wereld staan honderden miljoenen mensen, vooral migrantenwerknemers en mensen in de informele economie, voor een moeilijke keuze: de lockdown trotseren – hun huis verlaten om de kost te verdienen om hun familie te voeden en het risico lopen het virus op te lopen of het slachtoffer te worden van een brute staatsrepressie – of thuis blijven en sterven van de honger.
In India zijn migrerende werknemers besproeid met natriumhypochloriet, een bleekmiddel dat schade aan de huid, de ogen en de longen veroorzaakt. In Paraguay zijn de armen die de quarantaine doorbreken met tasers aangevallen. In de Filippijnen zijn overtreders van de avondklok in hondenkooien gestopt: 17.000 mensen zijn er gearresteerd en in overvolle detentiecentra geplaatst. In Mombasa, Kenia, heeft de politie traangas en knuppels gebruikt in een operatie die volgens hen bedoeld was om mensen te beschermen tegen de verspreiding van het virus.
De ANC-regering van Cyril Ramaphosa in Zuid-Afrika heeft het gebruik van de sjambok, een zweep die een symbool was van wreedheid tijdens het Apartheidstijdperk, weer doen opleven en de politie heeft ook rubberen kogels afgevuurd op verpleegkundigen die protesteerden tegen het gebrek aan beschermende uitrusting.
In Israël heeft premier Benjamin Netanyahu de bevoegdheid gekregen om per decreet te regeren zonder dat beroep op de rechtbanken of het parlement mogelijk is. In Hongarije heeft het parlement nieuwe wetten aangenomen, waaronder gevangenisstraffen, voor het verspreiden van verkeerde informatie. De rechtse premier Viktor Orban kreeg bevoegdheid om per decreet te regeren in het kader van een noodtoestand zonder tijdslimiet. Orban verklaarde: “We vechten een oorlog uit op twee fronten: het ene front heet migratie, het andere is dat van het coronavirus. Er is een logisch verband tussen de twee, zoals beide zich verspreiden met beweging.” (France24.com, 13 maart 2020).
Crisiswetgeving die nooit afloopt
Terwijl de meerderheid van de mensen momenteel gunstig aankijkt tegen wetgeving die de verspreiding van het COVID-19-virus moet voorkomen, moeten de werkenden, vakbondsactivisten en socialisten alert zijn voor de inherente gevaren. De traditioneel repressieve wetgeving die in tijden van crisis is ingevoerd, blijft meestal in de wetboeken staan om later te worden gebruikt tegen stakende werknemers en arbeidersgemeenschappen die campagne voeren voor hun rechten. In Frankrijk werd in 2015 de noodtoestand afgekondigd na een terroristische daad, maar dit werd vervolgens gebruikt tegen de betogingen in het kader van de VN-top rond klimaatverandering.
The Guardian Weekly (10 april) citeert Shoshana Zuboff, auteur van ‘The Age of Surveillance Capitalism’, die zegt dat de Amerikaanse regering vóór 9/11 regelgeving had ontwikkeld om de persoonlijke informatie van webgebruikers te beschermen. “Op een paar dagen tijd verschoof de aandacht van regels voor bedrijven die informatie misbruiken naar het beschermen van deze bedrijven zodat ze data voor de overheid kunnen verzamelen.”
In China zoeken drones naar mensen zonder mondmasker, terwijl in Duitsland, Oostenrijk, Italië en België overheden gegevens van grote telecommunicatiebedrijven gebruiken (of willen gebruiken) om de beweging van mensen te volgen. In Israël heeft de nationale veiligheidsdienst toegang tot de telefoongegevens van besmette mensen. Zuid-Korea stuurt tekstberichten naar het publiek waarin potentieel besmette personen worden geïdentificeerd en waarin informatie wordt gedeeld over waar ze zijn geweest.
De Coronaviruswet in het Verenigd Koninkrijk geeft de politie en de immigratiedienst de bevoegdheid om de komende twee jaar mensen die ervan verdacht worden besmet te zijn op te pakken en vast te houden. Het Amerikaanse Ministerie van Justitie heeft een verzoek ingediend bij het parlement voor een nieuwe regel die het mogelijk maakt dat rechters een rechtszaak opschorten, zelfs indien dit er mogelijk toe leidt dat mensen in de gevangenis zitten zonder dat ze daar formeel bezwaar tegen kunnen aantekenen. Zoals Kevin Blowe van Netpol opmerkte: “Deze bevoegdheden worden ingevoerd, en het klinkt op dit moment redelijk. Maar dan worden ze heel snel toegepast voor andere doeleinden die niets te maken hebben met de democratie en niets te maken hebben met de openbare veiligheid.”
Hoe worden deze wetten gebruikt?
Tijdens de historische Britse mijnwerkersstaking van 1984-85 werden duizenden mijnwerkers gearresteerd, beschuldigd van overtredingen zoals samenzwering en oproer. De wetgeving die zogenaamd bedoeld was voor nationale noodsituaties werd gebruikt om de verplaatsing van mijnwerkers van het ene deel van het land naar het andere te beperken. Tijdens de staking werden 11.291 mensen gearresteerd, meestal wegens schending van de openbare orde of het belemmeren van de wegen tijdens stakersposten. Van deze opgepakte mensen werden er 8.392 aangeklaagd en tussen de 150 en 200 gevangen gezet. 9.000 mijnwerkers werden ontslagen nadat ze tijdens de protestacties waren gearresteerd, zelfs als er geen aanklacht werd ingediend.
Uit documenten die uit het Nationaal Archief zijn vrijgegeven, blijkt dat premier Margaret Thatcher zich in het geheim voorbereidde op het inzetten van troepen en het uitroepen van de noodtoestand op het hoogtepunt van de mijnwerkersstaking. In wat bekend is geworden als de ‘Slag bij Orgreave’ hebben duizenden mijnwerkers uit het hele land de site op 18 juni 1984 bezet. Ze werden opgewacht door 6.000 politieagenten onder het bevel van een adjunct-hoofd van de politie van Zuid-Yorkshire en werden uiteengejaagd door politieagenten te paard, waarbij velen op brute wijze werden aangevallen en geslagen. Vijfennegentig mijnwerkers werden gearresteerd en 55 werden vervolgd voor het delict van oproer, wat kon leiden tot levenslange gevangenisstraf.
In 2019 gebruikte de politie artikel 14 van de Public Order Act van 1986 om betogingen van Extinction Rebellion in Londen te verbieden. Zes ESB-stakers (werknemers in de elektriciteitsvoorziening) in Ierland werden in 1985 gearresteerd met behulp van artikel 30 van de Offences Against the State Act, wetgeving die oorspronkelijk tegen het terrorisme was uitgevaardigd.
Tijdens de huidige crisis werden in het zuiden van Ierland in maart door het Dail (parlement) drastische nieuwe noodbevoegdheden aan de staat toegekend. Deze bevoegdheden omvatten de mogelijkheid om iemand te dwingen in zijn huis te blijven, om iemand te dwingen binnen een bepaalde afstand van zijn huis te blijven, om bijeenkomsten in een privé-woning te verbieden en om bijeenkomsten in het openbaar te verbieden (wat ook protesten inhoudt).
De Sunday Business Post omschreef de bevoegdheden als “maatregelen die vergelijkbaar zijn met een politiestaat.” Deze bevoegdheden kunnen tot 9 november van kracht blijven als de regering daarvoor kiest en kunnen na die datum door de Dáil (het Ierse parlement) worden verlengd. In het parlementair debat heeft Mick Barry van de Socialist Party en International Socialist Alternative zich verzet tegen deze noodbevoegdheden.
Mick Barry wees erop dat de noodwetgeving van COVID-19 in andere landen al was gebruikt om afwijkende meningen te onderdrukken en wees op de aanvallen op de gele hesjes door de politie in Frankrijk. Hij zei ook dat noodbevoegdheden in het verleden in Ierland zijn gebruikt voor andere doeleinden dan die waarvoor ze officieel werden ingevoerd, met name bij de Offences Against the State Act, die was ingevoerd om “terrorisme” te bestrijden, maar vervolgens vele malen is gebruikt tegen collectieve acties van werkenden.
Repressie ondermijnt veiligheid
In plaats van de strijd tegen het coronavirus te ondersteunen, kan repressieve wetgeving dit juist belemmeren. In Italië is een cruciale bijdrage aan de strijd tegen het virus geleverd door werkenden die in staking gingen om de sluiting te eisen van niet-essentiële industrie die door hun bazen werd opengehouden om de winst te maximaliseren. Nu kan de noodwetgeving die stakingen verbiedt, worden gebruikt als een afschrikmiddel tegen dergelijke acties.
In Hongarije zullen de dictatoriale maatregelen die door de uiterst rechtse premier Victor Orban zijn genomen (waaronder uitstel van alle verkiezingen) de openheid en transparantie ondermijnen die volgens de Wereldgezondheidsorganisatie een belangrijk onderdeel vormen van het winnen van massale steun van de bevolking in de strijd tegen de epidemie.
De krachtigste factor in het afremmen van de verspreiding van het virus is de discipline van de grote massa van gewone mensen die vrijwillig richtlijnen voor het wassen van de handen en sociale afstand invoeren of naleven. De vrijwillige inspanningen van de massa de bevolking zijn in de strijd tegen de pandemie een veel krachtiger instrument dan repressie.
Helaas heeft links zich internationaal over het algemeen niet principieel verzet tegen het verlenen van noodbevoegdheden aan de kapitalistische staat. Dat is in Portugal erg duidelijk: het Links Blok stemde voor een stakingsverbod terwijl de Communistische Partij zich onthield. De pandemie en de situatie na de pandemie zullen voor links veel nieuwe uitdagingen, gevaren en kansen met zich meebrengen. Het innemen van een principieel standpunt over de kwestie van de noodtoestand is en blijft een belangrijk punt voor links.
De rol van de staat
In kapitalistische samenlevingen is de staat geen neutrale scheidsrechter die alleen maar bestaat om de goede werking van de samenleving te waarborgen en om “rechtvaardigheid” en “democratie” te handhaven. Friedrich Engels beschrijft in zijn boek ‘De oorsprong van het gezin, de particuliere eigendom en de staat’ (1884) de staat als “een product van de maatschappij op een bepaalde trap van ontwikkeling; hij is de erkenning van de onoplosbare tegenspraak met zichzelf waarin deze maatschappij verward is geraakt, van de onverzoenlijke tegenstellingen waarin zij zich heeft gesplitst en die zij niet bij machte is te bezweren. Opdat echter deze tegenstellingen, klassen met tegenstrijdige economische belangen, zichzelf en de maatschappij niet in een vruchteloze strijd vernietigen, is een in schijn boven de maatschappij staande macht nodig geworden, die het conflict moet temperen, het binnen de perken van de “orde” moet houden.”
De staat, zoals Engels het uitdrukte, kan in laatste instantie worden opgevat als “gewapende lichamen van mannen die handelen ter verdediging van privé-eigendom.” Daarom moet alle nieuwe wetgeving die door regeringen over de hele wereld wordt ingevoerd, worden bekeken vanuit het perspectief van hoe het de burgerlijke staat versterkt en het vermogen van de kapitalistische klasse en hun politieke volgelingen om de arbeidersklasse te onderdrukken als deze strijdt en campagne voert om het leven van werkenden te verbeteren.
IMF-directeur Kristalina Georgieva zegt dat de pandemie de ergste recessie sinds de Grote Depressie van de jaren dertig zal ontketenen. In totaal werd de werkplek van 81% van de 3,3 miljard werknemers in heel de wereld gedeeltelijk of deels gesloten. De Internationale Arbeidsorganisatie schat dat er mogelijk 200 miljoen werklozen zullen bijkomen. Er zal de komende jaren een politieke afrekening plaatsvinden, aangezien kapitalistische regeringen proberen de arbeidersklasse en de arme massa’s te laten betalen voor de economische impact van COVID-19. Ze zullen niet aarzelen om de volledige macht van hun staten te gebruiken, inclusief de nieuwe macht die ze onlangs hebben verworven, als de arbeidersklasse vecht voor jobs, degelijke gezondheidszorg, betere lonen en tegen de toenemende gevolgen van de klimaatverandering.
Wijlen Peter Hadden, een van de oprichters van de Socialist Party in Ierland en onze internationale organisatie, schreef in een artikel met de titel “Northern Ireland: Marxism and the State” (1985): “Marxisten baseren hun eisen niet op wat op een bepaald moment populair kan zijn. Er ontstaan vaak tijdelijke gemoedstoestanden, waarin de klassenrealiteit voor de ogen van de arbeidersklasse kan worden verdoezeld. Onder dergelijke omstandigheden is het de verantwoordelijkheid van de marxisten om zich niet te laten meeslepen door de heersende stroming van de populaire opinie, maar om hun programma te verdedigen en de arbeidersklasse de waarheid te vertellen.”
Dit is vandaag het geval – in het midden van de pandemie, wanneer de heersende stemming onder velen is dat de staat nieuwe bevoegdheden krijgt om ons allemaal te beschermen tegen het COVID-19 virus. Het is onze plicht om de waarheid te vertellen: deze nieuwe bevoegdheden zijn een gevaar voor alle werkende mensen.
-
Covid-19: democratische inspraak van de werkende klasse is geen obstakel maar noodzaak

De Covid-19 pandemie leidt tot forse aanvallen op democratische rechten. In januari werden de maatregelen van het autoritaire Chinese regime door heel wat commentatoren aangeprezen, ook al was dat regime net verantwoordelijk voor de verspreiding van de pandemie. Toen het virus Europa bereikt had, riepen verschillende regeringen op tot een ‘heilige unie’ achter een sterke regering om de gezondheidscrisis aan te pakken. Er werd zelfs oorlogsretoriek bovengehaald.
Door Jeremy (Namen)
Deze retoriek moest vooral verbergen dat de regeringen zowel inzake voorbereiding als beheer van de crisis tekortschoten. Er wordt meteen ook van de situatie gebruik gemaakt om een besparingsoffensief voor te bereiden. De Franse regering kwam met noodmaatregelen op maat van de bazen: een deel van het betaald verlof en de 35-urige werkweek liggen onder vuur. De oorlogsretoriek wordt gebruikt om elke poging tot protest in het beste geval als ongepast af te doen. Ook repressie wordt opgevoerd: dat is bijzonder sterk het geval in de neokoloniale wereld, maar ook in Europa en de VS waar vooral in arme wijken hardhandig wordt opgetreden.
Populistische en autoritaire figuren ontkenden wereldwijd lange tijd de ernst van de situatie. Trump had het over dat ‘Chinese virus’, Johnson weigerde maatregelen te nemen en Bolsonaro maakte het zo bont dat zelfs Twitter zijn oproepen om vooral wel buiten te komen van het internet gooide. Ondertussen telt de VS officieel meer dan 15.000 doden. Na het negeren van de aanbevelingen van de Wereldgezondheidsorganisatie, wees Trump met beschuldigende vinger naar die instantie. Eerder zette Trump een wetenschappelijk onderzoeksprogramma naar virussen stop. Nu besloot hij niet langer financieel bij te dragen aan de Wereldgezondheidsorganisatie.
Democratie van de werkende klasse is geen hindernis, maar net een oplossing voor de crisis. Het zijn werkenden die weten welke productie essentieel is en het zijn werkenden die alles doen draaien. Zij hebben bescherming afgedwongen en weten best wat nodig is. In plaats van democratie als een obstakel te zien in de aanpak van de pandemie, moet deze net uitgebreid worden zodat de werkenden en de gemeenschap ook kunnen beslissen over wat en hoe er wordt geproduceerd en hoe de distributie verloopt.
-
Principiële veroordeling van recht op protest: massale campagne nodig!
Het kwam als een verrassing: de rechtbank heeft Antwerps ABVV-voorzitter Bruno Verlaeckt principieel veroordeeld wegens ‘kwaadwillige belemmering’ van de weg. Zijn ‘persoonlijk aandeel’ in dit ‘misdrijf’ bestaat uit zijn voorzitterschap van het Antwerpse ABVV en het feit dat hij aanspreekpunt voor de politie was. De tweede beklaagde, ABVV-militant Tom Devoght, werd vrijgesproken omdat zijn persoonlijk aandeel in de belemmering van de weg niet aangetoond was. Het principiële karakter van de uitspraak blijkt uit het feit dat geen straf wordt opgelegd, Bruno Verlaeckt wordt enkel veroordeeld tot betaling van de helft van de proceskosten.
Door Geert Cool
‘Kwaadwillige belemmering’ van de weg
De rechter oordeelde dat artikel 406 van het Strafwetboek over ‘kwaadwillige belemmering van de weg’ wel degelijk in het kader van vakbondsacties kan toegepast worden, ook al was dat bij de voorbereiding van het artikel destijds uitdrukkelijk uitgesloten. De rechter stelde dat er grenzen zijn aan de vrijheden van meningsuiting en betoging, maar ook aan het stakingsrecht. Meer bepaald werd zwaar getild aan het feit dat geen toestemming was gevraagd en de blokkade niet op voorhand was meegedeeld aan de politie. Dat is natuurlijk absurd: het recht op collectieve actie omvat ook niet-aangevraagd protest. Moeten we aan de overheden waartegen geprotesteerd wordt vragen of dit protest mag en welke vorm het mag aannemen?
Achteraf merkte Miranda Ulens van het ABVV terecht op dat deze redenering erg gevaarlijk is omdat elke vorm van protest tot een veroordeling kan leiden. Ze wees op de acties van ouders, leerkrachten en kinderen aan de scholen. Ook daar wordt een deel van de straat bezet. Als dit spontaan gebeurt, kan het volgens de rechtbank die Bruno Verlaeckt veroordeelde tot een straf leiden. De rechter stelde dat het opwerpen van een blokkade leidt tot files, wat steeds een “potentieel gevaarlijke omstandigheid” is. Waar blijft de veroordeling van de regeringen in ons land die met hun mobiliteitsbeleid de dagelijkse files op onder meer de Antwerpse en Brusselse ring organiseren?

De zaal was opnieuw te klein voor de vele aanwezigen die het recht op protest kwamen verdedigen. ABVV-militant Tom Devoght werd vrijgesproken omdat zijn persoonlijk aandeel in de wegblokkade niet bewezen was. De rechter merkte op dat hij enkel verzet pleegde tegen het politie-optreden en slechts als ‘onruststoker’ kan gezien worden. Er waren volgens de rechter geen foto’s of camerabeelden waaruit een persoonlijke rol in de wegblokkade kan opgemaakt worden. Opmerkelijk: het persoonlijk aandeel van Bruno Verlaeckt in de blokkade werd volgens de rechter aangetoond door het feit dat de lokale ABVV-topman betrokken was bij voorbereidende vergaderingen en ter plaatse het aanspreekpunt was. Hij zou aangezet hebben tot de blokkade en deze georganiseerd hebben. Dit is een gevaarlijk precedent waarbij strafrechtelijke verantwoordelijkheid wel bijzonder breed wordt geïnterpreteerd. Oproepen tot een actie volstaat om als crimineel weggezet te worden. Stop de criminalisering van sociaal verzet!
Er zijn twee grote problemen met dit vonnis: (1) het toepassen van artikel 406 Strafwetboek waarbij belemmering van het verkeer tijdens een collectieve actie tot een veroordeling kan leiden en (2) het feit dat een verantwoordelijke functie uitoefenen en betrokken zijn bij de organisatie van een actie leidt tot een vorm van ‘objectieve strafrechtelijke aansprakelijkheid.’ Na de uitspraak kondigde advocaat Jos Van der Velpen aan dat er tegen deze principiële uitspraak een principieel hoger beroep komt.
Doel: vakbondsverzet monddood maken
Het doel van het politie-optreden tegen de stakers op 24 juni 2016 was duidelijk: vakbondsprotest tegen het beleid van de rechtse regering de kop indrukken. Het proces dat volgde, was eveneens van politieke inslag. Het dossier bleef lange tijd liggen, maar werd uiteindelijk toch opgediept om tot een principiële rechtszaak te komen. Wie had daar belang bij? Uiteraard het politieke establishment en het rechtse Antwerpse bestuur van De Wever (N-VA) in de eerste plaats. Nu laat een rechtbank zich hiervoor lenen. De rechter erkende overigens dat de redelijke termijn werd overschreden, maar stelde dat dit in deze zaak de beklaagden niet benadeeld heeft.
De rechterzijde wil vakbonden die braaf “meedenken in de logica van het bezuinigingsbeleid,” merkte Bruno Verlaeckt na afloop van het proces op. Hij voegde eraan toe dat een aanval op het recht op protest al diegenen treft die door de vakbonden verdedigd worden: werkenden, uitkeringstrekkers, gepensioneerden, … Het monddood maken van vakbondsverzet, en dus van de vakbonden zelf, mag niet aanvaard worden.
Uiteraard is hoger beroep noodzakelijk. Dit moet gekoppeld worden aan een syndicale strategie van mobilisatie voor het recht op collectief protest. Bij de zittingen in hoger beroep kan gemobiliseerd worden, maar misschien kan het protest ook directer tegen de politieke architecten van de repressie en het bijhorend proces gericht worden: het Antwerps stadsbestuur en meer bepaald de N-VA.
Achteraf werd terecht opgemerkt dat het ABVV deze veroordeling en de inbreuken op het recht op protest niet aanvaardt. Om onze rechten af te dwingen, zullen we ze moeten gebruiken. Daarvoor kunnen we enkel op onze eigen krachten rekenen: mobilisatie en brede betrokkenheid in de opbouw van een krachtsverhouding waar het Hof van Beroep niet aan voorbij kan.
[divider]
Stream Media bracht een live verslag van de reacties na het vonnis:
-
Protestactie aan Antwerpse rechtbank: handen af van het stakingsrecht!

Twee Antwerpse ABVV’ers, waaronder lokaal voorzitter Bruno Verlaeckt, worden vervolgd wegens deelname aan een stakerspost tijdens de staking van 24 juni 2016. Ze worden beschuldigd van kwaadwillige belemmering van de weg (artikel 406 Strafwetboek), een artikel waarvan alle voorbereiding en interpretatie achteraf meldt dat het niet van toepassing is op stakersposten. In het ergste geval riskeren de twee een celstraf van 6 maanden.De twee werden opgepakt tijdens een blokkade van de Scheldelaan, zoals er tijdens stakingsacties de afgelopen jaren steeds blokkades werden opgezet. Plots werd besloten om de gangbare wijze van stakersposten zetten – de raadsmannen van de twee merkten terecht op dat er sprake is van een verworven recht – niet langer te tolereren. Dat werpt de vraag op wie deze beslissing tot koerswijziging nam. Het antwoord is duidelijk: het Antwerpse stadsbestuur en burgemeester De Wever in het bijzonder. Die verklaarde zelf dat het politie-optreden er anders had uitgezien moesten er enkele honderden dokwerkers aan de stakerspost gestaan hebben. Dat weerlegt de stelling dat het hier gaat om een juridische discussie over het al dan niet belemmeren van het verkeer, laat staan over de vraag of dit kwaadwillig gebeurde. Dit was een aanval op het recht op actievoeren, een bewuste politieke zet die bovendien gevolgd werd door een politieke vervolging.
Het proces kwam nu pas ten gronde voor, bijna twee jaar na de feiten. Opmerkelijk dat het zo lang duurde voor het parket om de zaak rond te krijgen. Blijkbaar raakte het dossier een tijdlang verloren. Het was immers niet dat de tussenliggende tijd benut werd om extra opsporingswerk te verrichten. De enige getuigenverklaringen door mensen ter plaatse werden toegevoegd door de verdediging van de twee ABVV’ers, het parket vond het niet nodig om andere aanwezigen te spreken.
Blijft een erg dubieuze vervolging over van twee militanten. Verlaeckt wordt eigenlijk vervolgd omdat hij als Antwerps ABVV-voorzitter de ‘aanstoker’ van het protest was. De tweede militant, Tom, wordt vervolgd omdat hij weerstand zou geboden hebben. “Zou” schrijven we, want feiten daaromtrent brengt de politie of het parket niet aan. Is dat tegenwoordig niet meer nodig om het vermoeden van onschuld te weerleggen? Wat overblijft is dat de twee zouden aangezet hebben tot een collectieve actie. Dat is niet verboden. Meer nog, het wordt internationaal erkend als een mensenrecht. In deze zaak lijkt het parket er alles aan te doen om die mensenrechten te omzeilen omdat het gaat om syndicalisten die zich collectief verzetten tegen het asociaal beleid van de rechtse regering. Dit is een politiek proces waarbij de krijtlijnen lijken uitgezet te worden door de N-VA.
Bij de zitting vandaag waren er honderden militanten aanwezig om de twee te ondersteunen. Positief was de solidariteit uit heel het land, zelfs vanuit Wallonië en, ook bijzonder belangrijk, van een groep ACV-militanten en enkele ACLVB-leden. Die solidariteit is belangrijk: wie aan één van ons raakt, raakt ons allen. Vandaag werd de zaak gepleit, uitspraak volgt op 29 juni. Mogelijk volgt nadien een beroepsprocedure (de kans dat het establishment het bij een vrijspraak hierbij laat, is wellicht beperkt en bij een veroordeling moet uiteraard verder geprocedeerd worden). Daarbij zullen nieuwe mobilisaties aan de orde zijn. Het stakingsrecht verdedigen, betekent het recht op protest en sociaal verzet tegen het asociaal beleid verdedigen.
Foto’s door Liesbeth:
[embed-google-photos-album https://photos.app.goo.gl/8PacX7J4gQthGqNa7] -
Nooit geziene aanval op het recht op collectieve actie

Stop criminalisering sociale actie! Op 15 juni komt de correctionele zaak voor tegen Antwerps ABVV-voorzitter Bruno Verlaeckt en een militant van de Algemene Centrale. Ze worden vervolgd wegens deelname aan een collectieve actie tijdens de staking van 24 juni 2016. Een veroordeling kan leiden tot gevangenisstraf. Het hele proces is politiek gekleurd: het door rechts gedomineerde establishment wil verzet aan banden leggen door een voorbeeld te stellen.
Tijdens de staking van 24 juni 2016 werden de toegangswegen tot de Scheldelaan afgezet door stakersposten. Het ging om blokkades die zo georganiseerd waren dat de veiligheid in de petrochemische bedrijven langs de Scheldelaan gegarandeerd was. Dergelijke stakersposten worden al jarenlang bij collectieve acties opgezet. Op 24 juni 2016 werden echter zware middelen ingezet om met de politie de stakersposten weg te ruimen.
Met het politie-optreden maakte het N-VA-bestuur duidelijk dat het geen weerstand tegen het beleid duldt. Dit werd verdergezet met een gerechtelijke vervolging, wat de afgelopen decennia zelden gebeurde. Aan de strafrechtelijke vervolging van collectieve organisatie van de werkenden, de zogenaamde wet-Le Chapelier, maakte de protestbeweging na de Eerste Wereldoorlog in ons land een einde. Die protestbeweging zorgde ook voor de erkenning van sociaal overleg, de invoering van de 8-urendag en elementen van sociale zekerheid. Dit alles ligt vandaag opnieuw onder vuur, inclusief het recht op collectieve actie.
De vorige poging om vakbondsverantwoordelijken te veroordelen op basis van het ‘kwaadwillig belemmeren van het verkeer’ mislukte toen het Antwerpse Hof van Beroep in 2004 stelde dat een vakbondsactie wel verkeershinder meebrengt, maar dat het doel is om “ruchtbaarheid te geven aan bepaalde ideeën.”
Op 13 april voerden tijdens de inleidende zitting een 350-tal militanten actie. De zaak werd toen zoals verwacht meteen uitgesteld naar 15 juni. De actie was heel snel georganiseerd, maar toch was er een mooie aanwezigheid. Voor de zitting van 15 juni is er een grote mobilisatie nodig: het recht op collectieve actie kunnen we het best verdedigen op de wijze dat onze overgrootouders het afgedwongen hebben: door er gebruik van te maken.
Dit proces belangt alle vakbondsmilitanten en leden aan: niet enkel ABVV’ers uit Antwerpen. In april waren er enkele ACV-militanten aanwezig, wat erg belangrijk was. Er waren ook solidariteitsdelegaties uit andere regio’s. Daar moet verder op gebouwd worden. Wie aan één van ons raakt, raakt ons allen!
-
Protest tegen criminalisering sociale actie

Deze morgen verzamelden enkele honderden vakbondsmilitanten aan het Vlinderpaleis in Antwerpen. Het zal niet de laatste actie voor het justitiepaleis zijn: vandaag was de inleidende zitting, de effectieve pleidooien volgen in juni. Aanleiding was de zaak tegen twee ABVV-militanten die vervolgd worden wegens deelname aan een syndicale actie. De twee worden verweten dat ze de weg ‘kwaadwillig blokkeerden’ en riskeren daar zware straffen voor, inclusief gevangenisstraf. (zie ons eerder artikel hierover)Op de actie deze morgen waren er militanten uit verschillende sectoren en regio’s, er waren ook Franstalige militanten en enkele ACV-leden. Deze aanval op het recht op sociaal verzet belangt immers iedereen aan. Als dit passeert, kan straks elke vorm van verzet tegen het asociale beleid afgedaan worden als misdrijven. Dat is uiteraard ook de bedoeling van de rechtse regering: actieve oppositie op straat monddood maken.
Verzet tegen deze aanval op het recht op collectieve actie is noodzakelijk. Als de zaak in juni gepleit wordt, moet er een grote mobilisatie komen die nationaal door alle vakbonden wordt gevoerd. Wie aan één van ons raakt, treft ons allemaal. Tegenover deze aanval op onze rechten is solidariteit in actie ons sterkste wapen.
Enkele foto’s:
-
Stop criminalisering sociale actie! Antwerps ABVV-voorzitter vervolgd wegens protest tegen rechtse regering
Solidariteit met de vervolgde kameraden: vrijdag 13 april om 8u aan het justitiepaleis te Antwerpen (Bolivarplaats)

Het antwoord van de rechtse regering op het democratisch recht op collectieve actie: repressie. Foto van het politie-optreden op 24 juni 2016. Tijdens een staking in juni 2016 haalden de autoriteiten de grote middelen boven om enkele stakersposten te breken. Het doel was om de blokkades op de Antwerpse Scheldelaan weg te krijgen. De repressie van toen krijgt nu een staartje: twee ABVV-militanten, waaronder de voorzitter van ABVV Antwerpen, Bruno Verlaeckt, moeten voor de rechter verschijnen. De tenlastelegging: ‘kwaadwillig belemmeren van het verkeer.’
De politieke verantwoordelijkheid voor het politie-optreden, de repressie en de daaropvolgende vervolging ligt bij het door de N-VA gedomineerde stadsbestuur. De voorbije dagen kwam de rechtse N-VA nog in de media met een voorstel om partijen die tegen mensenrechten ingaan te kunnen verbieden. De partij is evenwel selectief in de keuze van mensenrechten die aanvaard worden: het democratisch recht op collectieve actie, een internationaal erkend mensenrecht, hoort er duidelijk niet bij. Europese rechtspraak bevestigt dat het plaatsen van stakersposten onderdeel van dat democratisch recht is. In bepaalde gevallen omvat het recht ook het opwerpen van wegblokkades. Deze sociale rechten, afgedwongen door strijd van de werkende bevolking, liggen onder vuur. De rechtse regering met de N-VA van De Wever op kop wil elk verzet tegen het asociale besparingsbeleid de mond snoeren. Dat is de context van het politie-optreden op 24 juni 2016.
Als het van de N-VA afhangt, is protest tegen het gevoerde beleid enkel mogelijk indien niemand het opmerkt. Als er toch zichtbaar protest is, volgt harde repressie. Een land waar de voorzitter van een vakbond die staakt tegen het regeringsbeleid wordt opgepakt, doet eerder aan een dictatuur denken. Dat een sociaal conflict, mogelijk op aansturen van dezelfde regeringspartijen waartegen geprotesteerd werd, bovendien als een strafrechtelijke zaak wordt behandeld, is nog een stap verder. Het betekent dat protest tegen deze regering gecriminaliseerd wordt. Al wie het niet eens is met de verhoging van de pensioenleeftijd, het onderuit halen van onze lonen door de indexsprong en bijkomende taksen, de aanvallen op pensioenen en sociale zekerheid, het gebrek aan publieke investeringen in infrastructuur, zorg en onderwijs, … moet maar zwijgen en ja-knikken als het van de bende van De Wever afhangt.
Bij de repressieve operatie van 24 juni 2016 werden twee ABVV’ers opgepakt, waaronder de Antwerpse voorzitter Bruno Verlaeckt. Ze werden in februari 2018 – anderhalf jaar later – opgeroepen om komende vrijdag voor de correctionele rechtbank te verschijnen. De tenlastelegging luidt als volgt: “Kwaadwillig het verkeer op de spoorweg, de weg, de binnenwateren of op zee te hebben belemmerd.” Er wordt aan toegevoegd dat dit gebeurde “bij wijze van vakbondsactie” met het “organiseren van en deelnemen aan niet-toegelaten wegblokkades op de grote toegangswegen tot de Antwerpse haven.” Er wordt verwezen naar een artikel uit het Strafwetboek dat valt onder een hoofdstuk over opzettelijk doden en toebrengen van lichamelijke letsels. Een eerdere poging om dit artikel te gebruiken tegen een vakbondsactie werd afgewezen door het Antwerpse Hof van Beroep.
De afgelopen jaren werd de havenzone in Antwerpen meermaals afgezet in het kader van collectieve acties. Dit gebeurde door personeel dat opgeleid is om de veiligheid in deze industriezone te garanderen. De blokkades worden dermate opgesteld dat het verkeer ongehinderd rechtsomkeer kan maken waardoor er geen files ontstaan. Op 24 juni 2016 ontstonden er pas grote verkeersproblemen toen de politie met het oog op de repressieve aanpak van de stakersposten deze organisatie van het verkeer onmogelijk maakte. Door het optreden van de politie ontstonden lange files. Om het verkeer was het dus niet te doen, enkel om het breken van het stakingsrecht.
Deze methode van repressie tegen sociaal verzet is niet nieuw of modern. Het doet eerder denken aan de wijze waarop 125 jaar geleden tegen de beweging voor stemrecht werd opgetreden. Op 18 april 1893 werd de haven afgezet door rijkswacht en leger en werd vervolgens in Borgerhout op stakende arbeiders geschoten waarbij vijf doden vielen.
Met de huidige vervolging van onder meer de Antwerpse ABVV-voorzitter Bruno Verlaeckt wordt een provocatieve aanval ingezet op het stakingsrecht en het recht op actieve oppositie in het algemeen. Hierop reageren we best met mobilisatie en solidariteit. Al onze democratische rechten zijn afgedwongen door strijd en solidariteit. Dat is ook hoe we ze zullen verdedigen. Een eerste afspraak is komende vrijdag om 8u aan het Justitiepaleis aan de Bolivarplaats.
-
[Foto’s] Betoging tegen politierepressie

Foto: PPICS Naar aanleiding van de internationale dag tegen politiegeweld was er op 15 december een gezamenlijke betoging van de campagne ‘Stop Répression’ en de Coördinatie van mensen-zonder-papieren.
Door Rabia (Brussel)
Op deze internationale dag tegen politiegeweld namen leden van LSP en ALS deel aan de betoging van de mensen-zonder-papieren en de JOC (Jeunes Organisés et Combatifs). Dit jaar werd de nadruk gelegd op het geweld tegen mensen-zonder-papieren, een groep in de samenleving die vaak vergeten en bijgevolg genegeerd wordt.
Met de slogan ‘We leven hier, we werken hier en dus blijven we hier’ trokken we door de straten van Brussel. De betogers waren zowel mensen met als mensen zonder papieren. Er werd samen geprotesteerd tegen het repressieve beleid. Mensen-zonder-papieren worden hard uitgebuit door werkgevers, politici houden hen in de illegaliteit om de sociale dumping beter te organiseren.
Daartegenover is het tijd om de beweging terug te mobiliseren in een gezamenlijke strijd voor sociale rechtvaardigheid en gelijke rechten voor iedereen. Stop het dagelijkse bloedbad van sociale rechten en het groeiende aantal regels tegen migranten en vluchtelingen! Wij zeggen: pak de multinationals aan, niet hun slachtoffers! En: rechtvaardigheid, vrijheid en gelijkheid voor iedereen!
Foto’s van PPICS
Foto’s van Nico














