Tag: regeringsvorming 2019

  • Geen terugkeer naar business-as-usual van koehandel en asociaal beleid

    PS-voorzitter Magnette. Foto: Wikimedia Commons

    In tegenstelling tot wat De Standaard op 13 augustus titelde was het niet de socialistische vakbond die de vorming van een federale regering “onder spanning” zette. Neen, het jarenlange besparingsbeleid waarvan het falen zo hard werd aangetoond in de gezondheidscrisis, samen met het begin van de golf van afdankingen en bijhorende onzekerheid zorgden daarvoor.

    Artikel door Geert Cool uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Voor een terugkeer naar hoe het was, met communautaire koehandel als onderdeel van een voortdurende sociale afbraak, is er amper draagvlak. Hoe hard de politieke reclamebedrijven het ook in de markt probeerden te zetten! De ABVV-top waarschuwt terecht dat er niet aan de sociale zekerheid mag geraakt worden. Het mag echter niet bij woorden blijven. Waarop wachten de vakbondsleiders om een brede campagne op te starten om een krachtsverhouding uit te bouwen om onze eisen af te dwingen?

    Terug naar af voor coalitie van PS en N-VA

    Sinds de verkiezingen van mei 2019 klonk zowel bij PS als N-VA, met de regelmaat van de klok, dat het onmogelijk was om met de andere samen te werken. De gezondheidscrisis en de spectaculaire economische ineenstorting veranderden de situatie en zorgden voor een opening. In maart werd het momentum voor een regering van nationale eenheid niet gegrepen, waarna een gedrocht van een minderheidsregering met volmachten volgde. Ook nu volstond de opening niet om tot een regering van PS en N-VA te komen. 

    Meer nog dan de liberalen beseft Bart De Wever (N-VA) dat het in de huidige omstandigheden niet mogelijk is om gewoon verder te besparen op de zorg. De N-VA is bereid om de groeinorm in de zorg terug naar 2,5% op te trekken. Voor het uitbreken van de pandemie verklaarde de partij nochtans dat er enkel in de sociale zekerheid nog kon bespaard worden. Vanuit bezorgdheid over de druk van de economische achteruitgang op de winsten, lijkt de N-VA bereid om iets hogere minimumlonen en het optrekken van het minimumpensioen te aanvaarden. Zo hoopt de partij de vraag en de economie aan te trekken. 

    Er waren heel veel obstakels om op basis van deze nieuwe positie van N-VA een regering te vormen. N-VA eiste een staatshervorming waarbij ook delen van de sociale zekerheid en de zorg gesplitst worden, wat onaanvaardbaar is voor de vakbonden en voor heel wat zorgpersoneel dat beseft dat de regionalisering van de ouderenzorg het nefaste proces van commercialisering heeft versneld.

    Daarnaast blijft de vraag wie uiteindelijk zal betalen voor de extra uitgaven. Het Monitoringcomité voorziet een begrotingstekort van 12,3% van het BBP dit jaar. In de eerste helft van 2020 namen de belastinginkomsten met 10 miljard euro af: van 57 naar 47 miljard. Wie zal dat betalen? Het geld bij de rijken zoeken, is taboe in rechtse Vlaams-nationale en liberale kringen.

    Midden augustus gaven Magnette en De Wever er de brui aan. Bij onderhandelingen over andere opties, zoals de Vivaldi-coalitie, blijven echter heel wat problemen overeind, niet in het minst de vraag of er sociale maatregelen komen en hoe die gefinancierd worden. 

    Als niets lukt, dreigen uiteindelijk nieuwe verkiezingen. Dat zou zeker in Vlaanderen een avontuur zijn met de traditionele partijen die de rode loper uitrollen voor het Vlaams Belang. Dat racisme meer ingang vindt als er tekorten zijn, werd deze zomer erg scherp aangetoond. Extreemrechts haalde niet uit naar de oprukkende privatisering van de openbare ruimte en het gebrek aan investeringen in openbare ontspanningsmogelijkheden. Neen, met de vinger wijzen naar jongeren met een migratie-achtergrond is gemakkelijker en het leidt de aandacht af van de verdeeldheid over de coronamaatregelen aan de eigen basis. Voor een antwoord op extreemrechts kunnen we niet op de traditionele partijen rekenen. Bij elke crisis komen ze niet verder dan een opbod van autoritaire repressie en weinig verhuld racisme bij de verdeling van de tekorten onder de gewone bevolking. Het Vlaams Belang hoeft slechts honderdduizenden euro belastinggeld aan Facebook te geven om een migratiestroom van kiezers binnen te halen. 

    Non, neen! 

    “Als het is om twee symbolen binnen te halen (hogere pensioenen en minimumlonen), zonder dat het duidelijk is hoe dit gefinancierd wordt, in ruil voor een staatshervorming die we niet willen. Als het is om een regering te hebben die geen duidelijke linkse hervormingen doet, is het neen.” Zo reageerde de nieuwe ABVV-voorzitter Thierry Bodson op de regeringsvorming. Eerder nam het ABVV van Charleroi standpunt in tegen een verdere opsplitsing van de sociale zekerheid. 

    Tegen de achtergrond van een golf van afdankingen en het falende gezondheidsbeleid door de jarenlange besparingen en commercialisering van de volledige sector (van woonzorgcentra over ziekenhuizen tot farmaceutische sector), moet de arbeidersbeweging positie innemen. Er is een brede steun voor een massaal plan van publieke investeringen in openbare diensten (waarbij de volledige zorg een openbare dienst moet worden), een hoger minimumloon van 14 euro per uur, een minimumpensioen van 1500 euro per maand, de intrekking van de aanvallen op de pensioen- en brugpensioenrechten, arbeidsduurvermindering zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen, de nationalisatie van bedrijven die afdanken en versterking van de sociale zekerheid. Rond deze eisen is geen koehandel mogelijk. We zullen ze evenmin afdwingen door er vriendelijk om te vragen in interviews: er zal een krachtsverhouding in strijd voor nodig zijn. 

    In een diepe recessie is het niet uitgesloten dat de gevestigde politici beperkte toegevingen doen, zoals de voorstellen rond het minimumpensioen of de extra middelen voor zorg die nu op tafel liggen. De kapitalisten aanvaarden dit enkel om de economie aan te trekken, niet omdat ze om onze levensstandaard bekommerd zijn. Zodra ze een mogelijkheid zien, zullen ook deze beperkte toegevingen opnieuw bedreigd zijn. In de vorige grote depressie in de jaren 1930 was het op basis van arbeidersstrijd dat verregaandere toegevingen en verworvenheden werden afgedwongen. De opgang van arbeidersstrijd in de VS dwong Roosevelt in zijn tweede New Deal tot de invoering van elementen van sociale zekerheid, de mijnwerkersstaking van 1932 in ons land dwong 1% loonsverhoging af, de algemene staking van 1936 bekwam onder meer betaalde vakantie voor iedereen, de 40-urenweek en de invoering van een federaal minimumloon. 

    Een diepe recessie kan in eerste instantie een verlammend effect hebben op de werkende klasse, zeker indien de strijd niet of amper wordt georganiseerd op syndicaal en politiek vlak. De golf van afdankingen die ingezet is, waarbij vooral onder jongeren de werkloosheid toeneemt, versterkt de onzekerheid. Het ongenoegen bouwt zich echter op en zal onvermijdelijk tot uiting komen. Het kapitalisme faalt op alle vlakken: het is niet in staat om antwoorden te bieden op de gezondheidscrisis, de economische recessie of de ecologische crisis. Het is nodig om dit systeem omver te werpen en te bouwen aan een socialistische samenleving waarin de noden van de werkenden en hun gezinnen het centrale uitgangspunt zijn. Zij vormen de overgrote meerderheid van de bevolking en zijn in staat om ‘de hemel te bestormen’. Onze krachten daartoe organiseren en het programma ontwikkelen dat hiervoor nodig is, zijn de taken waar we nu voor staan.

     


    Neen aan een verdere splitsing van de zorg en de sociale zekerheid!

    Negen ministers van gezondheid is niet efficiënt, daarover is een groot deel van de bevolking het eens. Vooral de commercialisering van de sector en het gebrek aan middelen leiden tot tekorten. Dat is erg duidelijk in de woonzorgcentra, het onderdeel van de zorg dat volledig geregionaliseerd is en waarin de commercialisering het verst gaat. Een verdere regionalisering van de zorg dreigt te leiden tot een versterking van de commercialisering, zeker in Vlaanderen waar dit proces sterker is dan in Brussel of Wallonië. 

    In januari betoogden 20.000 vakbondsleden nog voor een federale en sterke sociale zekerheid. De gezondheidscrisis heeft het belang hiervan enkel versterkt. We mogen de strijd die toen begonnen was, niet stoppen. In de strijd voor meer middelen – de beloofde één miljard extra volstaan niet eens om de 2,3 miljard euro besparingen onder De Block goed te maken – staan we ééngemaakt sterker. De brede solidariteit met het zorgpersoneel is na het overwaaien van het applaus misschien niet meer zo zichtbaar, maar het is niet vergeten. Mobilisatie en strijd voor een sterkere zorgsector en sociale zekerheid zijn nodig!

  • Geen regering die ons de crisis doet betalen

    “Waar de mensen zich zorgen over maken, dat is hun koopkracht!” Aldus ABVV-topman Thierry Bodson naar aanleiding van de recente regeringsonderhandelingen tussen N-VA en PS. Hij heeft gelijk!

    door Els Deschoemacker

    We hebben zowat alle mogelijke combinaties zien passeren in onderhandelingen. Paars-geel, paars-groen, Arizona, Vivaldi, lopende zaken, volmachten … Geen illusies! Als ze er in slagen een nieuwe regering te vormen, zal het een combinatie zijn van dezelfde partijen die ons in de eerste plaats in deze malaise brachten.

    Allemaal hebben ze hun duit in het zakje gedaan door te besturen in het belang van het kapitalisme. Het is hun afbraakpolitiek van zo weinig mogelijk staat en bescherming, die de werkende klasse zo kwetsbaar heeft gemaakt, zowel voor de effecten van de gezondheidscrisis als voor de economische depressie.

    Van VOKA tot VBO: de organisaties van de bazen zetten natuurlijk druk. Vorm een regering om de uitdagingen die op ons afkomen de baas te kunnen, zeggen ze. Maar wij zijn niet stom. Hun uitdagingen zijn de onze niet. De zorgen van de werkende klasse zijn niet dezelfde als die van de bezittende klasse. Dat heeft de coronaviruscrisis wel heel duidelijk gemaakt.

    Als er van hun zijde al een bereidheid is om terug wat meer te investeren in zorg – 1 miljard euro extra is ruim onvoldoende in vergelijking met wat de afgelopen jaren is weggesneden – dan is dat alleen maar omdat hun economie niet kan functioneren zonder gezonde werkkrachten. Een minimale gezondheidszorg is voor hen nodig om het systeem te doen draaien. Wij willen geen minimale, maar maximale gezondheidszorg!

    De extra middelen komen er ook omdat het establishment aanvoelt dat besparingen niet meer gepikt worden. Het was Verherstraeten die dit het best uitdrukte: “Sociale vrede in die sector mag een prijs hebben.” Dat komt van een CD&V’er, de partij die in de Vlaamse regering steevast de minister van Welzijn levert en zowel op Vlaams als federaal niveau mee verantwoordelijk is voor harde besparingen in de zorgsector. Federaal kwam er een miljard extra, de Vlaamse regering van Jan Jambon had wat meer overtuiging nodig, al lijkt ook daar een akkoord te zijn om dezelfde voorwaarden te bieden aan de Vlaamse zorgverleners.

    Er is maar één taal die ze begrijpen: die van strijd en organisatie!

    De waarschuwing van de socialistische vakbondstop kwam niets te vroeg. Het wantrouwen tegenover de N-VA is terecht. Er was tegelijk een boodschap aan de onderhandelaars van SP.a en PS. Zoals Miranda Ulens van het ABVV opmerkte, willen we na de Zweedse afbraak “opnieuw kunnen onderhandelen over meer koopkracht. De uitkeringen moeten boven de armoededrempel, een collectieve arbeidsduurvermindering moet mogelijk zijn, precaire staturen zoals die van freelancers moeten beter, er moet geïnvesteerd worden in openbare diensten.”

    Woorden zijn belangrijk, maar die moeten we omzetten in organisatie van de strijd voor onze noden.

    De kaarten liggen meer dan voordien in ons voordeel. De maatschappelijke waardering en het inzicht in de essentiële rol die de werkende klasse vervult in het functioneren van de maatschappij zijn gegroeid in de coronaviruscrisis. Vooral de collega’s in de essentiële sectoren tonen wat ze waard zijn: veel meer dan ze betaald worden! Terwijl de CEO’s en grote bonzen van thuis uit in hun villa veilig hun zaken overzien, staan wij met de werkende klasse in de frontlinie.

    Het zorgpersoneel van de actiegroep ‘De Zorg in Actie’ (La Santé en Lutte) gaf het voorbeeld door in mei reeds de datum van 13 september naar voren te schuiven als actiedag voor meer middelen, meer collega’s en meer zorg. De gezondheidssituatie beperkt de mobilisatiemogelijkheden nog steeds, maar actie en strijd zijn nodig. Waarom de actiedag van het zorgpersoneel niet aangrijpen als startpunt van een actieplan over de verschillende vakbonden en de taalgrenzen heen, met concrete data voor mobilisaties?

  • Syndicalisten pleiten voor solidariteit, geen regionalisering van onder meer de zorg

    De onderhandelingen tussen PS en N-VA laten uitschijnen dat er een akkoord tussen deze partijen mogelijk is op basis van erg beperkte sociale maatregelen (die in crisistijden verre van volstaan) in ruil voor institutionele hervormingen waarbij onder meer de zorg verder zou geregionaliseerd worden. In januari betoogden syndicalisten nog voor een sterkere federale sociale zekerheid. De gezondheidscrisis toonde aan dat het commerciële zorgmodel, dat in de geregionaliseerde ouderenzorg het verst is opgerukt, leidt tot meer doden. De economische neergang en bijhorende golf van afdankingen vereist verregaande sociale maatregelen, geen koehandel met aalmoezen in ruil voor grote cadeaus aan de private winstbelangen. Er zijn verschillende open brieven van syndicalisten die hun bezorgdheid uiten. Hieronder de oproep van het ABVV van Charleroi en de open brief van honderden delegees en militanten onder de noemer ‘Verenigde syndicalisten – syndicalistes unis’.


    FGTB Charleroi is sterk gekant tegen elke institutionele hervorming die tot meer verdeeldheid zou leiden in ons land.

    De eerste elementen die uit de huidige onderhandelingen tussen PS en N-VA naar voren komen, moeten alle syndicalisten van het land alarmeren. Voor FGTB Charleroi kan er geen sprake zijn van een nieuwe staatshervorming die de solidariteit verbreekt tussen de werknemers van het hele land.  Beleidsmaatregelen die een antwoord bieden op de sociale urgentie, dat is wat bovenaan op de agenda moet staan.

    Het is nu meer dan één jaar dat we wachten op de vorming van een regering. Meer dan één miljoen werknemers bevonden of bevinden zich nog altijd in tijdelijke werkloosheid als gevolg van de coronacrisis. De wachtrijen voor het uitdelen van de voedselpakketten worden week na week langer. Er zijn alsmaar meer aankondigingen tot sluiting en herstructurering van bedrijven en in sommige sectoren ligt de activiteit ook vandaag nog altijd stil. De urgentie zit hem duidelijk in het sociale, maar wat stellen Bart De Wever en Paul Magnette ons voor bij het verlaten van het Koninklijk Paleis? Een zoveelste institutionele hervorming in heel brede domeinen als werkgelegenheid, justitie en gezondheid.

    FGTB Charleroi wil niet weten van een nieuwe staatshervorming die de solidariteit verbreekt tussen de werknemers van het hele land. We willen niet weten van een hervorming die de arbeidswereld nog wat meer verdeelt en zodoende vor nog meer onderlinge concurrentie zorgt. De kracht van de arbeidswereld, dat is aantal en eenheid. De verdelingspolitiek verzwakt de arbeidswereld, ze speelt het patronaat in de kaart”, legt Antonio Cocciolo, Voorzitter van FGTB Charleroi-Sud Hainaut, uit.

    Zes staatshervormingen hebben geleid tot het droevig schouwspel van een door de eerste golf van de pandemie verlamd België. Iedereen is het erover eens: de versnippering van de bevoegdheden heeft het rampzalige resultaat dat we op het terrein hebben vastgesteld (inzake mondmasker- en testingbeheer, het crisisbeheer in de wooncentra …) nog verergerd. “Maar waarover discussiëren PS en N-VA terwijl we voor een tweede golf staan? Over nieuwe transfers, meer versnippering en minder solidariteit. Dit is totaal ongepast” verklaart Vincent Pestieau, Gewestelijk Secretaris van FGTB Charleroi-Sud Hainaut.

    De Voorzitter, Antonio Cocciolo, verduidelijkt: “ We stellen de huidige onderhandelingen tussen PS en N-VA aan de kaak. Die willen de financiering van de gezondheidszorg federaal houden maar ze willen tegelijkertijd aparte enveloppes organiseren met een mogelijks verschillend beheer tussen de Gemeenschappen/Gewesten. Een heel droevig voorbeeld hiervan is de hervorming van de kinderbijslag, met verschillende bijdragen naargelang de woonplaats van de rechthebbenden.

    Voor FGTB Charleroi kan er geen sprake van zijn dat er aan enig onderdeel van de sociale zekerheid en van het beheer ervan zou worden geraakt! We laten ons geen zand in de ogen strooien, dit is opnieuw de voorbode van de “confederalisering” van de sociale zekerheid”, legt Vincent Pestieau uit.

    Het ABVV verdedigt alle werknemers (met of zonder job) van het land. Niet de “Vlamingen” aan de ene kant en de “Walen en Brusselaars” aan de andere kant. Het ABVV verdedigt alle werknemers en werkneemsters van het land. In tegenstelling tot de nationalisten, streeft het ABVV naar eenheid, niet naar verdeeldheid, en sluit de arbeidswereld niet op binnen steeds nauwere communautaire grenzen. Aldus aanvaarden wij geenszins de recente politieke verklaringen die een grotere verdeeldheid van het land en van de arbeidswereld proberen te rechtvaardigen.

    Het komt er integendeel op aan om het te hebben over de herfinanciering van de sociale zekerheid, een belasting op grote vermogens, 14 € minimumloon, het terugbrengen van de pensioenleeftijd naar 65 jaar, 1.500 euro netto minimumpensioen en de afschaffing van de loonblokkeringswet van 1996. Sociaal beleid moet de absolute prioriteit krijgen. Solidariteit tussen de mensen en eenheid van de werknemers vormen de sleutels om deze prioriteit te verwezenlijken”, besluit Vincent Pestieau.


    Open brief ‘Verenigde syndicalisten – syndicalistes unis’

    Wij zijn allemaal enthousiaste en geëngageerde syndicalisten. Werknemers, militanten, leden van het ACV, het ABVV en de ACLVB. Wij zijn trots op onze vakbond, op de arbeidersbeweging en alles wat zij heeft verwezenlijkt.

    De huidige onderhandelingen over een nieuwe federale regering stemmen ons uitermate ongerust. De onderhandelende partijen lijken duidelijk van plan om nog meer bevoegdheden te regionaliseren. In de gezondheidszorg en op andere domeinen, denk aan het arbeidsmarktbeleid, om één gebied te noemen dat zeer relevant is voor de belangen van de werkende bevolking en voor de vakbondswerking.

    De onderhandelaars organiseren een grote koehandel die volgens ons niet in het belang is van de Belgische bevolking. In de voorbije decennia waren er al heel wat van die koehandels en politieke deals. Wat de bevolking echt wenste, was daarbij zeer vaak van géén tel of van ondergeschikt belang.

    Uit recent wetenschappelijk onderzoek en ernstige opiniepeilingen blijkt dat een meerderheid van de Belgen de versnippering en verbrokkeling van bevoegdheden beu is. Zeer zeker als het gaat om onze gezondheidszorg, maar ongetwijfeld ook als het gaat om andere domeinen (1) (2).

    Wij vrezen voor een nieuwe federale regering die nog meer zaken regionaliseert. Mogelijk als voorbode van nog méér en nog erger. Als syndicalisten vinden wij de versplintering van ons land nefast en zeer kwalijk voor de werknemers en hun rechten en belangen.

    Wij zijn Belgische syndicalisten en willen als dusdanig werken en in het werk staan. Alle in België werkende mensen hebben dezelfde belangen, hebben dezelfde rechten en verdienen onze steun. Wij willen ons niet laten verdelen, zeker niet door deze politieke manoeuvres.

    In vakbondskringen werden al duidelijke vraagtekens gezet bij de huidige versnippering van onze gezondheidszorg. De coronacrisis illustreerde reeds hoe deze versnippering zeer kwalijk is en leidt tot minder efficiëntie en verlies van mensenlevens. Wat we nu meer dan ooit nodig hebben is één centraal beslissingsniveau bevoegd over een volledig geherfederaliseerde gezondheidszorg.

    Verbinding en verbondenheid

    Onze vakbonden en de arbeidersbeweging moeten ijveren voor verbinding en verbondenheid onder alle werknemers en werkzoekenden. Dit is de essentie van ons syndicale DNA. Waarom zouden wij onderscheid willen of moeten maken tussen werknemers, werkzoekenden, jobstudenten, gepensioneerden, volgens de landstaal die zij spreken of de plaats waar ze wonen? Dit is compleet in strijd met alle vakbondswaarden en -idealen, en wij wijzen dit dan ook resoluut van de hand.

    Wat zijn werknemers en werkzoekenden gebaat met verdeeldheid? Dit speelt alleen in de kaart van andere ‘belangen’ die ingaan tegen de verzuchtingen en tegen de rechten van werknemers en werkzoekenden. Vakbonden halen hun impact uit hun aantallen en uit de kracht van onze overtuiging. Ons uit elkaar laten spelen is dus niet wat we nu nodig hebben.

    Eenheid, geen verdeeldheid

    Wij vakbonden verdedigen alle werknemers, met of zonder job, in België. Wij verdedigen niet ‘de Vlamingen’ of ‘de Walen’ of ‘de Brusselaars’. Wel iedere werknemer en werkneemster en elke werkzoekende in België. Anders dan sommigen in ons politieke bestel streven wij naar eenheid, niet naar verdeeldheid.
    Wij sluiten de wereld van de arbeid niet op binnen communautaire grenzen die steeds enger worden. In die zin aanvaarden wij in géén geval eender welk politiek plan dat mikt op nog grotere verdeeldheid in ons land en in de wereld van de arbeid.

    Daarom richten wij vakbonden en syndicalisten deze oproep tot u, onze leiders: zeg nu met overtuiging JA voor méér België, voor herfederalisering, voor meer verbondenheid, meer sociale keuzes en meer sociaal beleid.

    Iedere nieuwe regering moet aan deze criteria voldoen om onze steun te verdienen. En wij moeten ons duidelijk en openbaar verzetten tegen verdere regionalisering. Op zowat alle domeinen is het beleid net gebaat bij een centrale aansturing en herfederalisering.

    We willen met deze open brief een duidelijk signaal geven aan onze vakbondsleiders. We beseffen dat de vakantieperiode en de coronacrisis het u niet altijd makkelijk maken om te overleggen met de vakbondsachterban.

    Daarom willen we zeer uitdrukkelijk deze oproep tot jullie richten. Wacht niet af, maar spreek nu, in het belang van de miljoenen werknemers en mensen die moeten toekomen met een uitkering en ons meer dan ooit nodig hebben. Zij rekenen op ons.

    Spreek nu asjeblief, met kracht en overtuiging.

    In het belang van dit land, zijn bevolking en al zijn werkende en werkzoekende medemensen.

    We rekenen op jullie!

    (1) Negen ministers bevoegd voor Volksgezondheid: daar ziet bijna niemand het nut van in. Om dat aan te pakken, willen 6 op de 10 Belgen de gezondheidszorg herfederaliseren. Dat blijkt uit de Grote Peiling van ‘Het Laatste Nieuws’, VTM Nieuws, RTL en ‘Le Soir’. Zelfs een meerderheid van de kiezers van N-VA en Vlaams Belang is daar voorstander van.

    Bron: Grote Peiling van ‘Het Laatste Nieuws’, VTM Nieuws, RTL en ‘Le Soir’, gepubliceerd in juni 2020

    (2) Onderzoek wijst uit dat de publieke opinies in diverse delen van België eerder gelijklopend zijn. We verwijzen naar onderzoek van vijf Belgische universiteiten dat aangeeft dat ‘de verschillen’ helemaal niet zo groot zijn als sommige politieke partijen beweren.

    Bron: VRT NWS, 5 juni 2019.

    Wil je deze oproep mee ondertekenen: mail je volledige naam en de naam van de vakbond waar jij actief bent naar Verenigdesyndicalisten@gmail.com
    We sluiten af op vrijdag 14 augustus 2020 om 12.00u, maar handtekeningen die daarna binnenkomen, houden we uiteraard ook bij voor onszelf.

  • Traditionele politiek: wie gelooft die mensen nog?

    De Covid-19 crisis leverde geen stabiele nieuwe regering op. De zwakke minderheidsregering onder Wilmès vroeg en kreeg volmachten, maar die waren in de tijd beperkt. Samen met de versoepeling van de coronamaatregelen kwam de politieke crisis terug op de voorgrond.

    De snuffelronde van Magnette (PS) en Rousseau (SP.a) leverde geen regering op, maar vestigde het idee van een minderheidsregering. Voor Magnette is de keuze duidelijk: een klassieke tripartite van sociaaldemocraten, liberalen en christendemocraten of nieuwe verkiezingen. Het idee van een minderheidsregering werd door Bouchez (MR), Coens (CD&V) en Lachaert (Open VLD) opgepikt in een poging om een minderheidsregering rond de voormalige Zweedse partners te vormen. De kansen op succes daarvan zijn beperkt. SP.a losweken van de PS kan misschien nog lukken: een vooruitgang met 1,7% in de peiling van juni volstond voor euforie rond het ‘Conner-effect’. Maar dan nog blijft het probleem dat de PS nodig is om een Franstalige meerderheid op de been te brengen, terwijl zowel N-VA als PS al meer dan een jaar stelselmatig zeggen dat ze niet met elkaar in een coalitie willen.

    Nieuwe verkiezingen zien de Vlaamse partijen niet zitten: ze krijgen bijna allemaal klappen terwijl het Vlaams Belang piekt in de peilingen. De partijen die de Vlaamse regering vormen, moesten in de peiling van juni al 10% prijsgeven tegenover de verkiezingen van mei 2019. Hiermee zou de Vlaamse regering haar meerderheid kwijtspelen. Dit ondermijnt het idee van een ‘Vlaams front’ rond de Vlaamse regering en het bevestigt dat de kiezers het geklungel rond Vlaamse bevoegdheden zoals de woonzorgcentra hebben opgemerkt. Het ondergraaft meteen ook het argument dat N-VA noodzakelijk is voor een Vlaamse meerderheid op federaal vlak. Door deze elementen wordt een minderheidsregering effectief een mogelijkheid. Dat een tripartite van de drie traditionele politieke families geen meerderheid oplevert, is een uitdrukking van de politieke instabiliteit en de zwakte van de traditionele partijen. Dit kan voor verrassingen zorgen en mogelijk uiteindelijk nieuwe verkiezingen op de agenda plaatsen.

    De uitdagingen voor de volgende regering zijn groot. Welk antwoord op de problemen in de zorgsector die door Covid-19 zijn blootgelegd? Hoe reageren op de golf van afdankingen? Wat met het begrotingstekort en de staatsschuld, zelfs indien de Europese normen in de praktijk losgelaten zijn? De dalende inkomsten en extra uitgaven zorgen voor een fors begrotingstekort en dan zijn er nog geen structurele middelen voor onder meer de zorgsector vrijgemaakt. Pierre Wunsch van de Nationale Bank waarschuwde dat het huidige tekort aanvaardbaar is, maar dat de volgende regering wel een plan moet hebben om dat tekort aan te pakken. Econoom Gert Peersman stelde dat er beter niet in zorg of armoedebestrijding wordt geïnvesteerd omdat dit terugkerende uitgaven zijn. Vincent Van Quickenborne (Open VLD) haalde uit naar het voorstel van SP.a om het federale zorgpersoneel een eenmalige horecacheque van 300 euro te geven: “De uitgavenregen blijft maar duren. Wij zouden daar perfect mee kunnen leven als dat budgettair was afgedekt.”

    In de huidige context komt ‘budgettair afdekken’ neer op harde besparingen. De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten becijferde bijvoorbeeld dat de steden en gemeenten 280 miljoen euro extra moeten besparen, hetgeen zal gebeuren door minder investeringen in infrastructuur en directe besparingen. Dezelfde discussie stelt zich op alle beleidsniveaus en maakt een regeringsvorming niet gemakkelijker.

    Een offensieve mobilisatie rond de eisen van het zorgpersoneel of een sterke campagne voor een hoger minimumloon van minstens 14 euro per uur of 2.300 euro per maand, zouden de positie van de arbeidersbeweging versterken. Overigens is het opvallend dat veel ‘helden van de coronacrisis’ vandaag een lager inkomen hebben! De PVDA die vooruitgaat in de peilingen, zeker in Wallonië maar gestaag ook in Vlaanderen, kan daar een belangrijke rol in spelen. Het is door strijd dat sociale verworvenheden bekomen zijn, het is door strijd dat we er nieuwe zullen afdwingen!

  • Corona-crisis heeft een (soort van) federale regering gebaard

    Sophie Wilmès. Foto: Wikimedia Commons

    We stelden na de verkiezingen dat een immense externe druk zou nodig zijn om tot een federale regering te komen: een no-deal Brexit, een aanzettende economische crisis aangewakkerd door de handelsoorlog tussen VS en China, … Uiteindelijk was een ernstige bedreiging van de volksgezondheid nodig om een regering te vormen, maar zelfs nu gaat het niet verder dan het geven van volmachten aan de reeds bestaande minderheidsregering van lopende zaken, die de steun krijgt van een grote parlementaire meerderheid, maar nog steeds geen meerderheid van de Vlaamse zetels.

    Door Anja Deschoemacker

    Terwijl de straten zo goed als leeg zijn, zelfs in de drukste plaatsen in de hoofdstad die normaal broeien van het leven, zal de regering-Wilmès deze namiddag het vertrouwen vragen in de Kamer. Naar alle verwachting zullen alle partijen behalve Vlaams Belang, N-VA en PVDA/PTB dat vertrouwen ook geven. Van N-VA wordt verwacht dat het enkel steun geeft aan de volmachten.

    Het is tot stand gekomen door een voorlopig laatste aflevering van puur Belgisch politiek theater. N-VA-voorzitter Bart De Wever – die op 8 maart nog stelde dat men geen drastische maatregelen mocht nemen omdat de economische gevolgen erger zouden zijn dan het coronavirus zelf en die als burgemeester weigerde de eerste, (te) zeer beperkte aanbevelingen van de federale regering uit te voeren – wierp zich voor het weekend ineens op als kandidaat eerste minister voor een noodregering.

    Zijn manoeuvre werd beantwoord door een samenbundeling van krachten rond PS en MR, gesteund door Open VLD en de groene partijen. De “noodregering” werd herleid tot een doorstart van de bestaande minderheidsregering – slechts 38 van de 150 zetels – met steun van de oppositie. Om dit vehikel enige slagkracht te geven, krijgt die minderheidsregering volmachten om te kunnen omgaan met de corona-crisis, maar ook met de economische gevolgen ervan. Ook de Waalse regering en de regering van de Franstalige Gemeenschap (de federatie Wallonië/Brussel) hebben zich al volmachten aangemeten, verwacht wordt dat ook de Brusselse, de Vlaamse en de Duitstalige Gemeenschapsregering in de komende weken op dat pad zullen volgen.

    Nationale eenheid is slechts een façade

    Daadkracht, nationale eenheid, … het zijn geen woorden die spontaan opkomen als men aan de Belgische regeringen denkt. Solidariteit en algemeen belang zijn dan weer woorden die men best wantrouwt als ze uitgesproken worden door politici van partijen die de laatste decennia er alles aan hebben gedaan om alle solidariteitsmechanismen af te bouwen die in het verleden door de strijd van de arbeidersbeweging werden afgedwongen. Als ze uitgesproken worden door die partijen die er voor hebben gezorgd dat de sociale zekerheid deze crisis moet aanvatten met een reeds historisch groot gat in het budget en met een gezondheidssector die kampt met enorme tekorten, vooral op het vlak van voldoende personeel.

    Ondanks de passage van het virus in China en later in Italië was de voorbereiding minimaal: niet voldoende testmateriaal, mondmaskers, … En zelfs niet voldoende middelen om het materiaal snel uit te breiden. Vandaag zijn we getuige van ziekenhuizen die oproepen tot publieke giften om meer beademingsmateriaal aan te kopen – hun gewone budgetten reiken immers niet ver genoeg om dat te doen! Tandartsen, kinesisten, brandweer/ambulanciers, huisartsen, thuisverplegers, … allemaal hebben ze moeite om voldoende materiaal te hebben om zichzelf en hun personeel voldoende te beschermen.

    Hoeveel communautaire spelletjes de N-VA en co ook spelen, die tekorten zijn er niet door een gebrek aan nationale eenheid op communautair vlak. De grote partijen aan beide zijden van de taalgrens hebben allemaal dezelfde neoliberale politiek gesteund die de openbare diensten en de sociale politiek uitkleedden om steeds meer middelen te verschuiven naar de aandeelhouders van de grote bedrijven. Ook de “linkse partijen” zoals N-VA ze consequent noemt  – de sociaaldemocratie en de groenen – zijn in hetzelfde bedje ziek, zelfs als zij dat daarvoor een andere retoriek aanhielden en dat feit eerder verborgen wilden houden.

    De façade waarvoor wij willen waarschuwen heeft niet zozeer met communautaire zaken te maken, maar met klassenverschillen. Buiten de PVDA/PTB zit er in het parlement geen enkele partij die bereid is de gezondheidscrisis niet te laten betalen door de grote meerderheid van de bevolking i.p.v. door de rijksten en de grote bedrijven die de economie leegzuigen om hun kapitaal te doen groeien.

    Inspanningen voor bedrijven – maar allerarmsten blijven in de kou staan

    De economische gevolgen van de coronacrisis zullen enorm zijn. Het land ligt meer en meer stil, reeds meer dan 400.000 werkenden komen terecht in tijdelijke werkloosheid en dat is slechts het begin. Na de horeca, waar veel van de 158.000 werknemers geen vaste contracten hebben en dus gewoon werkloos worden, worden alle handelszaken die geen voeding aanbieden stilgelegd. Een hele reeks industriële bedrijven stoppen noodgedwongen de productie door een combinatie van tekorten aan materiaal om mee te produceren en de druk van de werkenden voor bescherming die in de huidige productiemethodes niet geboden kan worden.

    Van daadkracht van de politieke overheden is feitelijk geen sprake: constant lopen ze achter op wat mensen zelf doen. Het stilleggen van bedrijven die niet kunnen voorzien in bescherming voor hun personeel wordt geïnitieerd vanuit vakbonden, in het beste geval vanuit vakbonden in overleg met directies. Decathlon, JBC, … hebben zelf beslist de deuren te sluiten, net als Bombardier, zonder op beslissingen van de overheden te wachten. In de supermarkten eisten de vakbonden beschermingsmaatregelen voor het personeel vooraleer de frank viel in regeringskringen. “De burger lijkt het ernstiger te nemen dan de politiek”, de titel van het edito van De Standaard op dinsdag 17 maart, is een understatement van jewelste!

    Maar waar de daadkracht van de politiek in ons land zeer beperkt, zelfs grotendeels onbestaand is om de nodige maatregelen te nemen om de verspreiding van het virus tegen te gaan, zal die daadkracht een stuk groter zijn als het gaat om ons allemaal voor de economische gevolgen te doen opdraaien. De ene na de andere sector vraagt nu al om staatssteun, in verschillende Europese landen staan nationalisaties van bedrijven die dreigen failliet te gaan op de agenda. Zelfs de meest gehaaide neoliberale economisten stellen nu dat budgettaire bekommernissen even van tafel moeten worden geveegd. De grote bedrijven die hun bijdragen aan de lonen, sociale zekerheid en belastingen in de laatste decennia stelselmatig hebben afgebouwd ten voordele van hoge dividenden en beurswinsten, zijn de eersten om de door hen uitgeklede staat aan te spreken voor steun.

    De respons van de staat op deze vragen staat in schril contrast met de reactie op de situatie waarin de meest kwetsbare groepen in de samenleving zich bevinden. In de daklozenopvang komen de tekorten nu scherp tot uiting – de aftandse opvang kan geen bescherming voorzien en verschillende centra sluiten dan ook de deuren. Vluchtelingen kunnen geen asiel meer aanvragen en komen gewoon op straat te staan. Sans papiers en andere groepen die op onze door de privé gedomineerde huisvestingsmarkt als enige optie dakloosheid of woonst bij huisjesmelkers hebben, moeten het zelf maar zien te rooien. Dat deze kwetsbare groepen nergens terecht kunnen, zal niet enkel voor hen zelf een drama zijn, maar hoe hou je dit virus tegen door in je kot te blijven als je geen kot hebt of als dat kot door teveel mensen gedeeld moet worden?

    Ons voorbereiden voor wanneer de rekening komt!

    Nu al zijn de economische gevolgen zodanig dat het effect ervan groter is dan de crisis in 2008 – ter herinnering: we betalen er nog steeds voor door alle besparingsmaatregelen op de rug van werkenden en gewone mensen terwijl de winstcijfers bleven stijgen en bedrijven en de rijksten hun geld parkeerden in belastingparadijzen.

    De rekening zal komen, eerder vroeger dan later. En die rekening zal in ons land dus gepresenteerd worden door een regering die met volmachten werkt. Ter herinnering: volmachten zijn in de Belgische politiek in het verleden steeds gebruikt om “de bevolking” in tegenstelling tot tot de rijksten en de grote bedrijven de rekening voor allerlei crisissen te presenteren. We kunnen ons niet permitteren hier enige illusies over te hebben.

    Maar zijn die illusies er wel? Veel commentatoren wijzen erop dat het nu “anders” is dan tijdens de crisis van 2008 toen het financiële systeem onderuit ging door onverantwoordelijke risico’s die genomen werden door banken en andere financiële instellingen. Nu gaat het immers om een fataliteit, niemand is schuldig voor het virus. Ze gaan ervan uit – of hopen ons dat aan te praten – dat er minder verzet zal zijn tegen het “redden van de economie” door nogmaals de grote meerderheid van de bevolking te verarmen om de kapitalistische economie recht te houden. Ze worden tegengesproken door vele honderden en duizenden gesprekken tussen mensen die tonen dat een groot deel van de bevolking er bewust van is dat de rekening bij hen en niet bij de rijksten en de grote bedrijven zal terechtkomen.

    Vandaag gaat alle aandacht van de gewone mensen terecht naar het gezondheidsrisico en naar hoe zich te organiseren om het in te perken. Ze doen dat niet op aanzetten van enige regering, het is eerder zo dat hun acties de regeringen dwingen tot verdergaande maatregelen. Als het dodenaantal in België beperkt zal blijven, zal het door hun acties zijn en de opofferingsgezindheid van het personeel in sectoren zoals de gezondheidszorg – een opofferingsgezindheid die er in deze crisis is ondanks het feit dat deze sector al jarenlang vecht voor betere personeelsomkadering, lonen en werkvoorwaarden en meer middelen om hun werk correct te kunnen doen. Het applaus van de gewone mensen is dan ook voor de helden uit die sector, niet voor de regeringen van dit land.

    Er is geen nationale eenheid. De regeringen van dit land zijn zich aan het voorbereiden op hoe ze de economische crisis die hieruit zal voortvloeien zal doen betalen door ons, door gewone werkenden, werklozen en gepensioneerden. Als de N-VA uit de federale regering wordt gehouden, is dat niet omdat die regering niet bereid zou zijn het vuile werk van de kapitalisten te doen, maar omdat ze dat willen doen zonder een stoorzender die het hen moeilijk maakt om een sociaal masker op te zetten terwijl ze het geld uit onze zakken halen. Dat was voordien al de reden waarom de PS – geen ‘linkse partij’ zoals de N-VA ons wil doen geloven, maar een partij die al sinds de tweede helft van de jaren 1980 trouw de politiek van de burgerij uitvoert door het zoveel als mogelijk een menselijk gelaat te geven – absoluut weigerde met de N-VA in een regering te stappen. Hoe het vakbondsverzet tegen de sanering van zowel de overheidsbudgetten als de sociale zekerheid kalmeren indien je moet regeren met figuren als Francken, Jambon en De Wever die er trots op zijn de grote meerderheid van werkenden, in hun miljoenen georganiseerd in de vakbonden, frontaal aan te vallen?

    Geen illusies! De federale regering die nu is opgezet, zal waarschijnlijk niet stoppen nadat het ergste van de eerste besmettingsgolf voorbij is. De economische gevolgen ervan zullen aangegrepen worden om met deze regering – in een noodsituatie die niemand zal ontkennen – verder te gaan. Via een omweg hebben we nu in realiteit een proces in gang gezet naar een Vivaldi-coalitie, een coalitie van “nationale eenheid”, die er is om een nieuwe grote besparingsgolf op vooral de sociale zekerheid in te zetten.

    De arbeidersbeweging, de sociale organisaties, de ziekenfondsen, … moeten nu al de aanwezige technische middelen aangrijpen om de nodige discussies te voeren, naast de strijd die moet gevoerd worden om te voorkomen dat het besmettingsrisico groeit door het vooropstellen van de belangen van de bedrijven op de noodzakelijke beschermingsmaatregelen. We moeten ons voorbereiden op de rekening die eraan komt om te vermijden dat deze gezondheidscrisis aangegrepen wordt om de meerderheid van de bevolking nog verder te verarmen, om de openbare diensten, sociale zekerheid en de gezondheidszorg nog verder af te bouwen. Als de coronacrisis ons iets toont, is het immers dat we het ons simpelweg niet kunnen permitteren dat de samenleving verder wordt leeggezogen door de rijke elite!

  • Treuzelen en onenigheid, gevolgd door halfslachtige maatregelen. Wie vertrouwt die mensen nog?

    Europa is het epicentrum geworden van de corona-epidemie. De Europese landen gedragen zich alsof de grenzen het virus tegenhouden: ze treden op in gespreide slagorde, efficiëntie is nihil. Hetzelfde kan gezegd worden over België. Krachtige maatregelen blijven uit, ook al omdat de Vlaamse rechtse politici, N-VA op kop, stevig op de rem staan.

    door Anja Deschoemacker uit de speciale editie van ‘De Linkse Socialist’ die vandaag naar de abonnees wordt verstuurd

    Op 8 maart riep Bart De Wever op VTM Nieuws nog op vooral “geen draconische maatregelen” te nemen. Eerder dan in te zitten met de volksgezondheid, toonde BDW dat hij vooral oog had voor de economische belangen: “Je kan je de vraag stellen of onze reactie op het coronavirus op den duur niet erger wordt dan het virus zelf.” Hij weigerde als Antwerps burgemeester de eerste federale aanbevelingen uit te voeren. Nauwelijks twee dagen later pleitte hij voor een federaal rampenplan. Ook die bocht was ingegeven door centenkwesties: de vraag was wie de economische schadevergoedingen zou ophoesten. Hypocrisie troef!

    Ondanks dat ook taalgrenzen het virus niet tegenhouden en dat communautaire onenigheid een adequate reactie op de situatie uitstelden, vinden zowel N-VA, Vlaams Belang als figuren binnen CD&V als Geens en Coens dat de crisis gebruikt moet worden voor hun agenda van verdergaande staatshervormingen en confederalisme.

    Cynische politieke spelletjes bovenop de gevolgen van 40 jaar besparen op alle publieke uitgaven

    Covid-19 is 1,7 keer zo besmettelijk als een gewoon griepvirus en vooral voor bejaarden en zieken zeer gevaarlijk. Toch gebeurde het verbieden van bezoek aan de woonzorgcentra in gespreide slagorde: na Wallonië en Brussel volgde Vlaanderen pas schoorvoetend. En zelfs nu is het verbod niet algemeen: vrijwilligers en mantelzorgers blijven toegelaten, ook al hebben zij geen medische opleiding en dus ook geen grondige kennis van hygiënemaatregelen. Decennialange besparingen en verregaande commercialisering van de sector – met een te laag personeelskader – hebben er immers voor gezorgd dat deze niet-professionele hulp noodzakelijk is.

    Het advies om grote evenementen af te lasten, gebeurde bijzonder voorzichtig. Terwijl experten pleitten voor het verbieden van evenementen tot 500 deelnemers, werd dat aantal willekeurig opgevoerd tot 1000 deelnemers. De druk van een toenemend aantal besmettingen en de eerste doden waren nodig om tot slagkrachtige maatregelen te komen, ondanks dat men uit de situatie in China en Italië lessen had kunnen trekken om preventief op te treden.

    En dan zijn er de scholen: lessen worden opgeschort, maar bieden verplicht opvang. Mensen blijven dus hun kinderen afzetten aan school, met alle bijkomende heen en weer verkeer. De reden is vooral economisch: mensen moeten kunnen gaan werken, of dat werk nu noodzakelijk is of niet.

    In plaats van leiding te geven, liepen de verschillende regeringen achter op de beslissingen die door scholen en o.a. de culturele sector zelf werden genomen om de deuren te sluiten. Het toont eens te meer hoe gewone werkende mensen in staat waren samen beslissingen te nemen, terwijl de leiders van de grote partijen gevangen bleven in hun politieke spelletjes en vooral de rechtse partijen de economische belangen lieten voorgaan op mensenlevens.

    Vandaag is de grote vraag of de ziekenhuizen de toevloed van opnames zullen aankunnen. In Italië zit te sector op zijn knieën en moet ziekenhuispersoneel kiezen wie ze wel en niet behandelen! De bewegingen van de laatste jaren van het ziekenhuispersoneel in zowel Frankrijk en België, waarbij vooral meer handen in de sector werden geëist, doen vermoeden dat ook in die landen de plat bespaarde sector in de problemen zal komen, ondanks de enorme inzet van het personeel.

    De verantwoordelijkheid van de politieke partijen die de laatste decennia voorrang gaven aan stijgende winsten van de grote bedrijven en de financiële sector en daarvoor o.a. de middelen voor gezondheidszorg hebben afgebouwd – na decennialange onderfinanciering bespaarde de rechtse regering Michel nog eens 1 miljard euro – is verpletterend!

    Blijven werken met een zware verkoudheid is in die periode normaal geworden, wou je als tijdelijke werkkracht je job niet verliezen. Politiek werd de toon gezet door de strijd tegen “ziekteverzuim”, waarbij ziek zijn gelijkgesteld werd aan luiheid. De stijgende prijs voor gezondheidszorg in combinatie met lage lonen en uitkeringen maakte van het uitstellen van gezondheidszorg een “normaal” fenomeen. En wat met daklozen en de armste lagen die voor hun woonst afhankelijk zijn van huisjesmelkers die mensen letterlijk opeenstapelen? Zij zullen zich niet kunnen beschermen tegen besmetting. Voor dat alles zal nu een zware prijs worden betaald in de vorm van mensenlevens.

    Niemand is verantwoordelijk voor het virus. Maar de capaciteit om met een dergelijke gezondheidscrisis om te gaan, is een belangrijke factor in het beperken van de gevolgen. Daarvoor zijn alle regeringspartijen van de laatste decennia wel degelijk verantwoordelijk.

    De rechtse Vlaamse partijen zijn zelfs niet in staat om maar de indruk te wekken dat welzijn voorgaat op bedrijfsbelangen. Maar ook de andere partijen dragen een verpletterende verantwoordelijkheid. Een centrum-links sausje gieten over een besparingsplan is niet voldoende om een dergelijke crisis aan te kunnen! Ook nu geven de sociaaldemocratische en groene partijen steun aan de minderheidsregering in lopende zaken om bij de crisisbestrijding vooral middelen te voorzien die de economische schade voor bedrijven inperken.

    Men zal deze crisis willen aangrijpen om een federale regering te vormen. Koen Geens zegt het zelfs expliciet: “Never waste a good crisis” in zijn pleidooi voor o.a. de splitsing van het luik gezondheidskosten in de sociale zekerheid. Maar we hebben niet gelijk welke regering nodig, we hebben er één nodig die de logica van het neoliberalisme afwijst en het welzijn van de brede bevolking voorop stelt op de winsten van zij die vorig jaar – volledig legaal – 172 miljard euro (172 keer het bedrag dat door de regering Michel werd bespaard in de gezondheidszorg!) naar belastingparadijzen hebben versluisd.

  • Politieke crisis: dit systeem is rot tot op het bot

    “Dit asociaal beleid maakt me woest.” Foto vanop de ‘Grote Colère’ van de PVDA (foto door Liesbeth)

    “Niemand weet het nog”, titelde Het Nieuwsblad nadat Koen Geens op 14 februari stopte als Koninklijk Opdrachthouder. Het politieke stelsel zit muurvast. Velen maken er zich niet druk om: geen regering lijkt soms beter dan een zoveelste besparingsregering. Waar er begin 2011 nog 45.000 mensen deelnamen aan de ‘Shame’-betoging, heerst nu gelatenheid. Ondertussen groeit de afkeer van de traditionele politiek.

    Artikel door Geert Cool uit maandblad ‘De Linkse Socialist’ (geschreven eind februari)

    Niet typisch Belgisch

    Analisten zoeken de redenen voor het vastlopen van het politieke stelsel doorgaans bij zaken als de verschillen tussen Vlaanderen en Wallonië (waarbij Brussel al eens over het hoofd wordt gezien), de opbouw van het federale stelsel, het grote aantal politieke partijen of nog de particratie. Ongetwijfeld zijn dit factoren die de politieke crisis complexer maken, maar ook in landen met minder partijen of een beperktere greep van partijleiders, zijn er dezelfde tekenen van politieke crisis.

    In de VS zijn er slechts twee grote partijen en loopt het ook vast: Trump was niet de favoriete kandidaat van het Republikeinse partij-establishment en bij de Democraten weet het establishment niet meer wat het moet doen om de populariteit van Bernie Sanders te beantwoorden. Een ‘nieuw model’ als La République en Marche (LREM) van de Franse president Macron vertoont na nog geen vier jaar mogelijk fatale slijtage. Bovendien werd duidelijk dat een ‘nieuwe vorm van politiek’ daarom niet beter is voor de levensomstandigheden van werkenden en hun gezinnen: na de acties van de gele hesjes houdt nu ook het protest tegen de pensioenmaatregelen van Macron al maanden aan. Ooit onaantastbaar geachte traditionele partijen zoals de Duitse christendemocratie ontsnappen evenmin aan de instabiliteit: Annegret Kramp-Karrenbauer, de opvolgster van Merkel aan het hoofd van de CDU, nam na enkele maanden ontslag als gevolg van een politieke crisis in de deelstaat Thüringen.

    De wel erg moeizame regeringsvorming en het vastlopen van het politieke bestel in ons land is onderdeel van een veel breder fenomeen van ondermijning van de traditionele politiek. Diegenen die oplossingen zoeken bij louter een hervorming in de structuur van het politieke stelsel zullen daar geen antwoord op bieden.

    Politieke crisis uitdrukking van systeem in crisis

    Het probleem zit veel dieper: het politieke stelsel is een uitdrukking van het onderliggende productiesysteem. Kapitalisme leidt vandaag tot een nooit geziene ongelijkheid met een fenomenale concentratie van rijkdom bij een kleine elite, terwijl er voor de meerderheid van de bevolking zelfs geen kruimels meer van tafel vallen. Het kapitalisme is erop gericht om het egoïsme van die kleine elite te laten botvieren op de kap van de meerderheid van de bevolking.

    Het gebrek aan marge voor sociale maatregelen leidt tot een algemene aanvaarding van het besparingsbeleid door alle traditionele partijen. Als democratie beperkt wordt tot stemmen voor wie de beste reclamecampagne voert om vervolgens slechts enkele punten en komma’s in het besparingsbeleid te veranderen, is het niet verwonderlijk dat er weinig enthousiasme is onder de bevolking.

    De ervaring leert dat opeenvolgende regeringen ondanks hun verschillende samenstelling in essentie hetzelfde beleid voerden. Het resultaat is een toename van sociale problemen: elk jaar wordt een nieuw record gevestigd inzake het aantal mensen dat van voedselbanken afhankelijk is (in 2019 opnieuw een stijging met ongeveer 6%!), de zorgcrisis loopt uit de hand, wonen wordt onbetaalbaar, openbare diensten krijgen het door een gebrek aan middelen niet meer gebolwerkt. Onder de regering-Michel was het erg, maar ook in de jaren ervoor werd fors bespaard op onze levensstandaard.

    Afbraak niet aanvaarden

    Als er in het verleden toegevingen werden afgedwongen – zoals sociale zekerheid, betaald verlof, arbeidsduurvermindering, algemeen enkelvoudig stemrecht, … – was dit steeds op basis van strijd. Pas als de kapitalisten vrezen voor de toekomst van hun systeem en dus van hun winsten, zijn ze bereid tot toegevingen. Anders geformuleerd: zelfs de minste hervormingen vereisen dreiging van revolutionaire verandering.

    De arbeidersbeweging heeft daar in het verleden steeds een doorslaggevende rol in gespeeld en heeft ook vandaag een groot potentieel. Mobilisaties tonen dit steeds opnieuw aan. Op 28 januari was er nog de ABVV-betoging met 20.000 deelnemers voor het behoud en de uitbreiding van de sociale zekerheid. Straks zijn er de sociale verkiezingen met meer dan 100.000 kandidaten. Om deze kracht effectief in te zetten, is actieve strijd nodig en een programma dat vertrekt van de noden van de meerderheid van de bevolking.

    Linkse socialisten spelen daar een rol in met analyses, inzichten en voorstellen tot strijd. We koppelen dit zoveel mogelijk aan actieve betrokkenheid op de werkvloer, onder jongeren, … Voorbeelden van offensieve campagnes, zoals tegen seksisme of tegen racisme maar ook rond een hoger minimumloon, versterken het zelfvertrouwen van de werkende klasse. Dat is nodig om een perspectief van socialistische maatschappijverandering te populariseren.

  • Voor een front van strijd tegen asociaal beleid

    Waarom de regering-Michel/De Wever werd afgestraft: gewone werkenden en hun gezinnen gaan erop achteruit

    De regeringsvorming zit muurvast. Zoals wij al sinds mei vorig jaar schrijven, is zowel de optie van paarsgroen als die van paarsgeel bijzonder moeilijk tot onmogelijk. De politieke crisis leidt vandaag niet tot protest, maar wordt eerder gelaten onthaald. Wellicht denken velen dat geen regering beter is dan een besparingsregering. Er zijn uiteraard veel dringende zaken die moeten aangepakt worden: de zorgcrisis, gebrek aan middelen voor sociale zekerheid, investeringen in openbare diensten, betaalbaar wonen, … Maar daar zijn de traditionele partijen niet mee bezig. Om onze eisen en bekommernissen op de agenda te plaatsen, zal een front van strijd nodig zijn.

    De traditionele politici zijn niet bezig met onze noden. Ze zijn daarvoor te druk bezig met het slecht toneel van de afgelopen dagen en maanden. Plots kwam CD&V-kopstuk Geens tot de vaststelling dat de PS niet met N-VA in zee wil, een boodschap die de PS al sinds de verkiezingen met de regelmaat van de klok heeft gebracht. Blijkbaar heeft Geens de media enkele maanden niet gevolgd, zoniet had hij niet vol verbazing gesproken over een ezelstamp toen Magnette herhaalde wat hij al meermaals zei.

    De Wever en diens N-VA stelden al meteen na de verkiezingen dat ze niet met PS en Ecolo in de regering wilden, maar proberen nu verongelijkt de zwartepiet door te spelen. Het lijkt alsof De Wever nog steeds een heruitgave van de Zweedse regering wil, ook al werd die weg gestemd in mei. Gesterkt door de wel erg zwakke opstelling van SP.a, dat in Antwerpen beste matekes is met De Wever, werd opgeroepen tot een ‘Vlaams front’. Om wat te doen? Geen regering vormen en het onpopulaire beleid van de Vlaamse regering verdedigen? Het is niet dat de asociale maatregelen tegen onder meer de culturele en de sociale sector op zoveel enthousiasme kunnen rekenen in Vlaanderen… Ondertussen wijst alles in de richting van nieuwe besparingen bij De Lijn, eveneens een Vlaamse bevoegdheid.

    De arbeidersbeweging mag politiek niet aan de politiekers overlaten. Er is een front van verzet en strijd nodig rond de verdediging van de sociale zekerheid, leefbare pensioenen van minstens 1.500 euro netto, hogere minimumlonen van 14 euro per uur, degelijke zorg en onderwijs, nationalisatie van bedrijven die afdanken, … De betoging van het ABVV voor het behoud van de sociale zekerheid op 28 januari toonde het potentieel: de opkomst was groter dan verwacht. Ook bij ACV-leden is er bereidheid om actief op te komen voor sociale eisen. Zelfs bij de ACV-top moet het stilaan duidelijk zijn dat er bij CD&V meer kritiek op het ACV is dan op de rechtse N-VA… De linkse PVDA kan een rol spelen in de strijd: de partij brengt onze bekommernissen naar het parlement en neemt deel aan acties waar deze plaatsvinden. Laten we niet gewoon toekijken, maar zelf de politieke agenda bepalen door een ernstige strijd te organiseren rond onze eisen.

    LSP wil daaraan bijdragen en bouwt momenteel onder meer aan de campagne naar de nationale betoging op 8 maart (internationale vrouwendag) en daaraan gekoppeld de lokale betoging voor ‘equal pay’ en een minimumloon van 14 euro per uur een week later in Gent. We doen dit met ons socialistisch programma van maatschappijverandering om een einde te maken aan de ellende en de chaos van het kapitalisme. Doe mee!

  • Politieke crisis: geen enkele regering zal sociale crisis aanpakken tenzij onder massale druk

    Joachim Coens. Foto: Wikimedia

    Eventjes leek het erop dat een uitweg gevonden was met het in de steigers zetten van een vierkleurenregering of Vivaldi-coalitie. In de dagen vlak voor de informateurs Coens en Bouchez naar de koning moesten, maakte Bart De Wever enkele uitspraken die geïnterpreteerd werden als een “opening” naar paars-geel. En dus zijn we terug bij af.

    Door Anja Deschoemacker uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    De bekommernissen van werkenden en armen in ons land

    Op 28 januari betogen we voor een sterke sociale zekerheid. Deze “kathedraal van de Belgische arbeidersklasse” staat er immers slecht voor: het tekort zou bij ongewijzigd beleid tegen 2024 oplopen tot 6,4 miljard euro. En dat terwijl leven van een uitkering na dertig jaar van besparingen gelijk staat aan armoede.

    Zo kan een groot deel van de gepensioneerden enkel van hun pensioen leven indien ze eigenaar zijn van hun eigen woonst. Het gemiddelde pensioen bedroeg volgens AXA 1.065 euro per maand (17/04/2018), terwijl men voor een rusthuis al snel 1800 per maand betaalt.

    Zo heeft de decennialange jacht op de werklozen ertoe geleid dat mensen met het statuut van samenwonende (vooral vrouwen en jongeren) veroordeeld zijn tot afhankelijkheid van de partner of de ouders. Studies toonden aan dat 27% van de Waalse vrouwen zich in zo’n situatie bevindt (tegenover 12% van de mannen).

    Als je om één of andere reden buiten de sociale zekerheid valt, is de situatie nog erger. Het bestaansminimum voor alleenstaanden bedraagt slechts 940,11 euro/maand, voor samenwonenden 626,74 euro/maand. Met een kind ten laste is dat bedrag nog steeds slechts 1270,51 euro/maand. Ter vergelijking: de gemiddelde huurprijs voor een appartement in Vlaanderen en Brussel ligt rond 700 euro/maand, in Wallonië rond 500 euro/maand.

    Het kan dan ook niet verwonderen dat de OCMW’s overstelpt worden met aanvragen voor bijkomende hulp en dat het aantal gezinnen dat nood heeft aan voedselhulp constant blijft stijgen. Volgens Europese cijfers leeft net geen 20% van de Belgische bevolking in armoede. Redenen genoeg om te betogen voor een herstel van de sociale zekerheid. Maar blijkbaar niet voldoende om de verkozen partijen enige zin voor urgentie bij te brengen…

    Verlenging opdracht Coens en Bouchez: rondjes draaien voor perceptie

    Wat centraal staat in de federale regeringsvorming is niet die sociale crisissituatie, maar de posities van de partijen die erin betrokken zijn. En nu is die regeringsvorming opnieuw beland bij discussies over een coalitie die in alle eerdere pogingen van tafel werd geveegd.

    Deze krant stelde het van in het begin: voor zowel N-VA als voor PS zou paars-geel politieke zelfmoord betekenen. Beide partijen hebben voldoende signalen gegeven dat ze dat begrepen hebben. Le Soir overliep hun verklaringen sinds de verkiezingen (13 en 14 januari).

    Magnette zei reeds op 13 juni zeer duidelijk: “de PS zal niet regeren met de N-VA.” Op 3 oktober luidde het: “We hebben elkaar veel gezien, we zijn nergens en over niets akkoord met de nationalisten.” Op 17 december verklaarde Rudy Demotte: “Men is bezig mensen te doen geloven dat een coalitie met de N-VA mogelijk is. Dat is een leugen. Het is geen optie.”

    Bij de N-VA wordt wat meer warm én koud geblazen, maar de verklaringen die ingaan tegen een dergelijke samenwerking zijn veel talrijker. Zo hebben we de verklaringen van Ben Weyts op 8 november: “De Vlamingen willen een rechtse socio-economische politiek. Het zijn de Vlamingen die de meeste belastingen betalen. Men moet hen niet sanctioneren.” Of Bart De Wever op 9 december: “De facturen overdragen aan een ander is gemakkelijk. In Vlaanderen moet je dan uitleggen aan je kiezers – die een andere migratie- en veiligheidspolitiek willen, de creatie van jobs – dat je dat niet kunt voorzien. Want je moet miljarden aan belastingen ophalen om passieve kiezers in het zuiden van het land te onderhouden.”

    Het idee dat N-VA niet de kans heeft gekregen om die piste te onderzoeken, is een argument dat voorbijgaat aan de passage van preformateurs Bourgeois en Demotte, in wier verslag we het volgende kunnen lezen: “De fundamentele verschillen zijn van die aard dat ze niet toelaten een volgende fase in te gaan die gebouwd is rond die twee partijen.”

    De reden waarom we dan toch nog twee weken rondjes zullen draaien, ligt in de existentiële crisis van CD&V. Die partij ontwikkelde in de vorige eeuw van katholieke establishmentpartij naar volkspartij en de machtsfactor bij uitstek in de grootste gemeenschap in het land en met institutionele banden met de grootste vakbond van het land. Vandaag blijft daar nog slechts een schijntje van over.

    In totale paniek maakt deze partij steeds opnieuw de foute keuzes: in plaats van haar band met haar grootste sociale basis te herstellen, kiest ze steeds opnieuw voor een rechtse en Vlaamse koers, waarbij de breuk met de christelijke arbeidersbeweging steeds dieper wordt. Haar handelingen in de Vlaamse regering hebben er in de recente maanden toe geleid dat voor het eerst in de geschiedenis een golf van protest opkwam tegen de Vlaamse regering zelf. Het lijkt weinig waarschijnlijk dat CD&V die breuk met haar sociale basis, het befaamde middenveld in Vlaanderen, nog zal kunnen overkomen. Dat zal zeker niet gebeuren met haar geduw en getrek om op federaal niveau eenzelfde koers aan te houden en uit alle macht te werken tegen een federale regering met een socialer gelaat.

    Na sociale kaalslag onder Zweeds zullen een paar sociale toegevingen niet volstaan

    Elders in deze krant leggen we uit hoe het gat in de sociale zekerheid bewust is gecreëerd door de inkomsten systematisch af te bouwen. Marc Reynebeau gaat in De Standaard (15 januari) in op een aantal elementen van de afbouw van de inkomsten voor de federale overheid.

    Zo stelt hij: “Het was al bekend dat de fiscale voordelen die de nu aflijvige ‘Zweedse’ coalitie aan de bedrijven heeft gegeven budgettair onvoldoende waren ‘gedekt’ – ze slaan een gat in de begroting. En dan bleek eind december dat vooral daardoor de federale overheid in 2019 nog dik 2 miljard minder aan fiscale inkomsten boekt dan voorzien door toenmalig minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA). Ongeveer tezelfdertijd bevestigde de Nationale Bank wat de Gentse econoom Gert Peersman eerder al had berekend: dat bedrijven de opbrengst van de taxshift en de indexsprong minder gebruikten om hun concurrentiekracht te verbeteren, maar vooral om hun winstmarges te verhogen.” Hij vermeldt ook dat België, op Luxemburg, Zwitserland en Slovenië na, het enige land in Europa is dat geen belasting heft op vermogenswinsten (meerwaarden van aandelen).

    De arbeidersbeweging kan enkel op haar eigen mobilisatiekracht rekenen

    De nota-Magnette kon de indruk wekken – en dat was zeker de bedoeling ervan – dat de PS toch nog steeds de arbeiderspartij is waar ze historisch is uit voortgekomen. Dat de goedkeuring van die nota door ABVV-leider Verteneuil er kwam met een ernstige waarschuwing – ‘dit mag geen nota zijn waarop nog veel toegevingen volgen na onderhandelingen met de liberale partijen’ – toont gelukkig dat daarover in syndicale middens ernstige scepsis bestaat. De PS is een burgerlijke partij geworden, ondanks haar electorale basis onder werkenden, en was sinds de tweede helft van de jaren ’80 absoluut centraal in de omschakeling naar een neoliberaal beleid.

    Haar huidige “sociale gelaat” gaat niet verder dan de vaststellingen in kapitalistische instellingen dat gewoon verder gaan met neoliberaal beleid, zonder sociale tegemoetkomingen, het kapitalisme zelf dreigt te ondergraven. Het debacle van links in Vlaanderen wordt misschien nog het best duidelijk door de huidige openingen door partijtoppers binnen SP.a naar paars-geel omdat ze ook in die formule opgenomen wordt. Zelfs op haar doodsbed – want dat is de situatie van de laatste jaren – slaagt de partij er niet in zich te differentiëren van VLD of CD&V. Over Groen kan feitelijk hetzelfde worden gezegd.

    Er is gelukkig de electorale opgang van de PVDA/PTB, maar om tot andere krachtsverhoudingen te komen, zal enkel de sociale mobilisatie en de ontwikkeling van een eisenplatform van structuurhervormingen in die strijd uitweg kunnen bieden. Als de PVDA een rol kan spelen in het ontstaan van een formatie die, via democratisch debat en het betrekken van iedereen die wil vechten, de huidige krachtsverhoudingen kan keren, zou dat een uitweg bieden. Puur electorale verschuivingen afwachten, doet dat echter niet.

  • Depenalisering abortus – geen overwinning mogelijk zonder strijd

    Betoging op 28 september 2017 voor toegang tot abortus. Foto: Liesbeth

    Voor de tweede maal in twee jaar tijd lijkt het wetsvoorstel om abortus te depenaliseren en de periode te verlengen tot 18 weken het slachtoffer te worden van politieke berekening. In 2018 kozen de liberale partijen op het laatste moment toch voor een akkoord binnen de Zweedse regering, dat slechts een status quo betekende, i.p.v. verder steun te betonen aan het voorstel voor depenalisering dat op tafel lag. Vandaag is het Magnette die in Le Soir te kennen heeft dat hij “bereid is erover te praten in een regering eerder dan in het parlement” in een poging CD&V te overhalen in een paars-groen-oranje regering te stappen.

    Door Anja Deschoemacker

    Het wetsvoorstel dat de laatste weken besproken werd, kreeg de steun van PS/Spa, Open VLD/MR, Groen/Ecolo, PVDA/PTB en Défi – partijen die samen een meerderheid in de Kamer vertegenwoordigen. Maar de geschiedenis lijkt zich te herhalen. Met CD&V “in een regering praten” i.p.v. in het parlement een meerderheid te zoeken, betekent dat het wetsvoorstel op de schop gaat. Enkel PVDA/PTB lijkt op dit moment nog een stemming te verdedigen om te voorkomen dat dit wetsvoorstel geslachtofferd wordt in de vorming van een federale regering zonder N-VA.

    Het wetsvoorstel in kwestie is voor een depenalisering van abortus, een verlenging van de periode tot 18 weken en een inkorting van de bedenkperiode van een week tot 48u. Zo willen de partijen die het ingediend hebben een einde maken aan de situatie dat elk jaar honderden vrouwen voor een abortus naar het buitenland moeten trekken, een ingrijpende, maar vooral ook dure oplossing die voor armere lagen van vrouwen niet toegankelijk is. Campagne ROSA juichte dit initiatief toe, maar net als in 2018 lijkt het op een sisser uit te zullen draaien.

    Campagne ROSA steunt dan ook de PVDA/PTB in haar pogingen om het wetsvoorstel nog gestemd te krijgen vooraleer de paars-groene partijen het van de agenda halen om tot een regering met de CD&V te kunnen komen. We denken dat de enige manier om stappen vooruit te zetten in deze kwestie – zoals in andere – het organiseren is van reële druk waardoor partijen als PS en Spa en Open VLD en MR er niet zomaar komaf kunnen mee maken. Zolang de discussie beperkt blijft tot het parlement, zonder reële mobilisatie op straat, zullen dergelijke vrouwenrechten geofferd worden op het altaar van de politieke berekening.

    Campagne ROSA roept de PVDA/PTB, alle vrouwenorganisaties en andere voorstanders van depenalisering op tot de opbouw van een actieve campagne, met acties en betogingen, die de druk op de paars-groene partijen – en de electorale prijs voor hun verraad – opdrijft. Het is de enige manier om te voorkomen dat deze partijen blijven cynische politieke spelletjes te spelen met een fundamenteel vrouwenrecht, namelijk het recht om zelf over je eigen lichaam te beslissen.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop