Your cart is currently empty!
Tag: Koerdistan
-
Erdoğan bereidt nieuwe oorlog in Rojava voor. Solidariteit met Koerdische bevolking nodig!
Dossier Serge Jordan (ISA)
Er dreigt een nieuwe grote landoperatie van het Turkse leger tegen Rojava – het de facto autonome en overwegend Koerdische gebied in het noorden van Syrië. Het aftakelende bewind van dictator-president Recep Tayyip Erdoğan, in de greep van een groeiende oppositie en een economische crisis in eigen land, zoekt militaire successen in het buitenland om de aandacht af te leiden van zijn binnenlandse falen. Sinds vorige maand heeft het Turkse leger al uitgebreide luchtaanvallen en beschietingen uitgevoerd binnen Rojava en in Zuid-Koerdistan (de Koerdische regio in Noord-Irak), waarbij tientallen doden vielen. Een eventuele grondaanval zal alleen maar meer bloedvergieten en massale verplaatsing van mensen tot gevolg hebben – en mogelijk etnische strijd en een heropleving van jihadistische groeperingen in de hand werken.
Begin december riep de Turkse minister van Defensie Hulusi Akar de VS op om “begrip” te tonen voor een waarschijnlijk nieuw militair offensief in Noord-Syrië, net nadat Amerikaanse functionarissen hun “sterke verzet” tegen een dergelijke stap hadden geuit. Dit verzet is echter grotendeels retorisch, gecombineerd met verklaringen dat Turkije het “recht heeft zichzelf te verdedigen.” Tijdens een tweedaags bezoek aan Ankara zei de Duitse minister van Binnenlandse Zaken Nancy Faeser ook dat de Duitse regering “achter Turkije staat” in zijn strijd tegen het terrorisme, hoewel er werd aangedrongen op “proportionaliteit”.
De verschuiving in de geopolitieke prioriteit van de belangrijkste imperialistische mogendheden als gevolg van de Nieuwe Koude Oorlog, en de hefboom die Turkije momenteel in handen heeft om tussen beide partijen te manoeuvreren, creëren een kans die Erdoğan wil benutten.
De regering van Biden en zijn NAVO-partners zijn zeker ongerust over de plannen van Erdoğan. Er zijn vandaag verschillende Amerikaanse basissen in het noordoosten van Syrië en ongeveer 900 Amerikaanse troepen werken nog steeds samen met de Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF), waarvan de Koerdische YPG/YPJ (Volksverdedigingseenheden / Vrouwenbeschermingseenheden) de ruggengraat vormen. Eind november raakte een Turkse droneaanval een Koerdische basis op minder dan 300 meter van de daar gestationeerde Amerikaanse troepen. De westerse imperialistische leiders zijn ook bezorgd over de openbaarheid van hun hypocrisie: vanuit hun perspectief hebben de misdaden van het regime van Erdoğan tegen de Koerden geen geostrategische voordelen, in tegenstelling tot de misdaden van Vladimir Poetin in Oekraïne.
Maar als puntje bij paaltje komt hebben die mogendheden Turkije aan hun zijde nodig, in de eerste plaats voor hun project van NAVO-uitbreiding via de nieuwe kandidaat-leden Finland en Zweden; en ze zullen niet toestaan dat Koerdisch bloed dat in de weg staat. Erdoğan is toevallig ook één van de weinige NAVO-leiders die nog steeds een communicatielijn met Poetin onderhoudt – een nuttige troef voor de VS en de EU, zoals toen hij deze zomer het voortouw nam bij een overeenkomst die de hervatting van de Oekraïense tarwe-export via de Zwarte Zee mogelijk maakte. In de praktijk zijn de westerse imperialistische machten dus niet van plan Erdogans plan om de Koerden nog eens hard aan te pakken, te dwarsbomen.
Erdoğan heeft zich ook tot Poetin gewend en hem onlangs verteld dat Rusland absoluut moet helpen om de Koerdische troepen uit Noord-Syrië te verwijderen. Het Russische leger zit vast in zijn oorlogscampagne in Oekraïne, en kan het zich niet veroorloven Turkije – het enige NAVO-lid dat zich niet heeft geschaard achter de ingrijpende economische sancties die westerse mogendheden Rusland hebben opgelegd – van zich te vervreemden. Turkije heeft zijn handel met Rusland in 2022 meer dan verdubbeld ten opzichte van het jaar daarvoor. Hoewel Turkije het Oekraïense leger met drones heeft gesteund, heeft het al die tijd sterke militaire banden met Rusland onderhouden. Poetin wil ook dat Turkije een nieuwe ‘gashub’ wordt die een alternatieve route zou kunnen vormen voor zijn gasexport naar de EU, na de schade aan de twee Nord Stream-pijpleidingen in de Oostzee en het besluit van de Duitse regering sinds februari om Nord Stream 2 stil te leggen.
De verschuiving in de geopolitieke prioriteit van de belangrijkste imperialistische mogendheden als gevolg van de Nieuwe Koude Oorlog, en de hefboom die Turkije momenteel in handen heeft om tussen beide partijen te manoeuvreren, creëren een kans die Erdoğan wil benutten.
Escalatie
Erdoğan dreigt al maanden met een nieuwe grondinvasie in Rojava. Nadat op 13 november bij een bomaanslag in een winkelstraat in Istanbul zes mensen omkwamen, zijn deze dreigementen openlijker geworden en zijn enorme Turkse versterkingen langs de grens verzameld. Het Turkse regime schreef die aanslag meteen toe aan de PKK (Koerdische Arbeiderspartij) en aan haar Syrische zustergroep de PYD (Democratische Uniepartij, de politieke tak van de YPG/YPJ), hoewel beide elke betrokkenheid ontkennen. Sindsdien bestookt het Turkse leger Koerdische posities in Noord-Syrië en Irak met een dodelijke mix van lucht- en artillerieaanvallen.
De bomaanslag in Istanbul is geen reden voor deze oorlog, maar slechts een voorwendsel voor de Turkse regering om plannen die al voor deze aanval bestonden, te versnellen. De Turkse heersende klasse koestert al lang het idee om de Koerden militair te verpletteren en een einde te maken aan hun streven naar zelfbestuur. Het regime van Erdoğan heeft al drie grensoverschrijdende offensieven tegen Koerdische troepen in Noord-Syrië uitgevoerd – in 2016, 2018 en 2019 – en daarbij twee grote happen uit het grondgebied van Rojava genomen, waaronder het strategische district Afrin in het noordwesten (waar het Turkse leger nu optreedt als scheidsrechter tussen concurrerende islamistische en jihadistische milities die het heeft gepromoot) en een belangrijke strook langs de grens met landbouwgronden.
De inspanningen van de Turkse dictator-president hebben nog een andere, meer directe drijfveer: proberen zijn bewind te verlengen en de aandacht afleiden van de diepe politieke, economische en sociale crises waarmee hij in Turkije zelf wordt geconfronteerd. Dit is met het oog op de parlements- en presidentsverkiezingen van juni aanstaande. De officiële inflatie in Turkije bedraagt meer dan 80% en is daarmee de op drie na hoogste ter wereld, terwijl volgens een nieuwe studie van de Vereniging voor consumentenrechten van het land meer dan 76,5 miljoen mensen onder de armoedegrens leven – dat is meer dan 90% van de Turkse bevolking. Deze explosieve sociale omstandigheden hebben geleid tot verschillende stakingsgolven in het afgelopen jaar en een gestage daling van de steun voor de regerende Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling (AKP), die nu een historisch dieptepunt heeft bereikt.
Volgens een enquête van augustus 2022 van opiniepeiler Metropoll is Erdoğan achterop geraakt bij alle potentiële presidentskandidaten van het belangrijkste pro-kapitalistische oppositiefront, de ‘Nationale Alliantie’. Aangezien alle partijen in deze alliantie stilzwijgend de aanvallen van Turkije op Rojava steunen en geen van hen voorstander is van het zelfbeschikkingsrecht van de Koerden, hoopt Erdoğan dat het aanwakkeren van verdere nationalistische razernij en polarisatie de Koerdische stem voor oppositie zal ondermijnen. De Koerden vormen immers een cruciaal stemblok. Een nieuwe oorlog zou zelfs de opmaat kunnen zijn voor een algeheel wettelijk verbod op de linkse en pro-Koerdische Democratische Volkspartij (HDP), die ondanks zware repressie (met haar leider Selahattin Demirtaş in de gevangenis sinds 2016) nog steeds een grote aanhang heeft onder de Koerdische bevolking. Een dergelijke stap zou, indien succesvol, de regerende partij een electoraal voordeel kunnen opleveren.
Ook de timing van deze nieuwe Turkse militaire campagne, in het kielzog van de enorme revolutionaire opstand in Iran, is geen toeval. De Koerdische massa’s hebben een leidende rol gespeeld in die strijd, als een bemoedigend baken voor de Koerden van Turkije, Irak en Syrië, en voor de arbeidersklasse van de regio als geheel om in opstand te komen tegen het repressieve bewind en de schrijnende armoede. Voor de Turkse heersende elite betekent dit een extra stimulans om de Koerden “een lesje te leren” en verdeeldheid te zaaien.
Dit zijn allemaal dwingender redenen voor het regime om op te treden dan een vermeende veiligheids- of militaire dreiging van Koerdische groepen. Toch hebben sommige recente acties van de YPG de propaganda van het Turkse regime helaas in de hand gewerkt. Raketten van de YPG als vergelding voor bombardementen van de Turkse staat hebben aan de Turkse kant van de grens het leven gekost aan een aantal burgers. Op 21 november trof één van deze raketten een school in Karkamış, waarbij ten minste twee doden vielen, onder wie een vijfjarig jongetje. Als ze enkele minuten eerder waren geland, hadden tientallen mensen gedood kunnen worden. Dit soort willekeurige raketbeschietingen komt de verdediging van Rojava niet ten goede, maar wordt door het regime aangegrepen om nationalisten in eigen land te mobiliseren en steun op te trommelen om het militaire offensief op te voeren.
Er moet massaal verzet komen om de oorlogsmachine van Erdoğan en zijn nieuwe afslachting van het Koerdische volk te stoppen, onder meer door de democratisch georganiseerde en multi-etnische gewapende zelfverdediging van Rojava door zijn bevolking tegen elke agressie van het Turkse leger of zijn jihadistische voetsoldaten. Maar om dit effectief te doen, mag men zich geen illusies maken over het lobbyen bij de imperialistische machten, die het Koerdische volk vaker in de rug hebben gestoken dan men zich kan herinneren. Vragen om een ‘sterkere’ boodschap van de VS om een Turkse aanval te stoppen, zoals sommige leiders van de SDF en de PYD momenteel doen – ondanks het feit dat het Turkse leger het grondgebied van Rojava al verschillende keren is binnengevallen zonder dat de VS een vinger heeft uitgestoken – zal de weg vrijmaken voor verdere desillusies, verraad, isolatie en nederlaag. Dergelijke oproepen aan het imperialisme verspreiden niet alleen illusies over steun van Washington, maar oliën tevens de propagandamachine van regimes zoals de Iraanse theocratie die zich verbergen achter een anti-imperialistisch laagje vernis om hun eigen bloedige onderdrukking van de Koerdische beweging te rechtvaardigen.
Andere hoge PYD-figuren, die zich baseren op de onbetrouwbaarheid van het Witte Huis, hebben aangedrongen op een soort verzoening met de Syrische president Bashar al-Assad zelf en zijn Russische helpers, waardoor Rojava onder voogdij en bescherming van Damascus zou komen te staan. Dit zou praktisch neerkomen op een “kus des doods” met een regime dat de Koerden binnen zijn grenzen decennialang brutaal heeft onderdrukt. In feite probeert Erdoğan zelf de betrekkingen met al-Assad te normaliseren. Er zijn stappen gezet in de richting van een detente tussen de twee regimes; een mogelijke basis hiervoor is een herleving van de Adana-overeenkomst van 1998, waarin Syrië beloofde geen PKK-activiteiten op zijn grondgebied toe te staan (waar de PKK tot dan toe haar basis had), en Koerdische activisten weg te houden van de Turkse grens. Verre van een bondgenoot van de Koerden zou al-Assad graag met Erdoğan samenspannen over hun lijken.
Het moet nu duidelijk zijn dat de Koerden in hun verzet tegen de dreiging van nieuw Turks imperialistisch bloedvergieten niet kunnen rekenen op enige externe of regionale macht en hun valse beloften. Hun enige objectieve bondgenoten zijn de arbeiders en onderdrukten in de regio en in de hele wereld. De revolutionaire opstand die de Iraanse moellahs al meer dan vier maanden aan het wankelen brengt en waarin Koerdische vrouwen, jongeren en arbeiders een drijvende kracht zijn, geeft een inspirerend voorbeeld van het soort strijd dat het regime van Erdoğan een toontje lager kan laten zingen en uiteindelijk verslaan. Die opstand toont ook welke bondgenoten de Koerden van Rojava echt nodig hebben om de komende aanval te weerstaan, maar ook om het streven naar zelfbestuur, echte democratie, vrede, vrouwenbevrijding en sociale rechtvaardigheid te verwezenlijken. Door stoutmoedig een echt democratisch socialistisch programma voor te staan waarbij de belangrijkste grondstoffen van de regio onder controle van arbeiders en arme boeren worden geplaatst, en door op die basis bewust een beroep te doen op de massa’s van de regio, zouden de mensen van Rojava de sympathie voor hun strijd versterken en de steun voor de oorlog in Turkije zelf ondermijnen, ook onder de vele arme dienstplichtige Turkse soldaten die geen belang hebben bij de strijd.
De bevolking in Turkije draagt de lasten van het beleid van de AKP en de kapitalistische crisis met torenhoge prijzen, lage lonen en stijgende jeugdwerkloosheid. Het defensiebudget van het land zal in 2023 naar verwachting 15,8 miljard dollar bedragen, met een jaarlijkse groei van 8,36%, volgens een rapport van de Strategic Defence Intelligence. Dit oorlogsbudget zal worden afgewenteld op de miljoenen mensen die nu al honger lijden en moeite hebben om hun huur te betalen. Hieruit blijkt dat de strijd tegen de militaristische agenda van de Turkse regering en de strijd van de arbeidersbeweging tegen armoede en uitbuiting nauw met elkaar verbonden zijn.
Koerden liggen langs verschillende kanten onder vuur
Er is momenteel in de hele regio van het Midden-Oosten een reactionaire aanval op de Koerdische bevolking. Het Iraanse regime heeft de afgelopen maanden een groot aantal luchtaanvallen uitgevoerd op Koerdische gebieden in Noord-Irak, in een poging het verhaal van ‘buitenlandse inmenging’ in de massaprotesten te kopiëren. Terwijl dit gebeurt, vindt een escalatie van de aanvallen op de Koerden plaats in Turkije, waar de staatsrepressie tegen de HDP en Koerdische activisten toeneemt, en nog meer in Iran zelf – waar ook andere etnische en religieuze minderheden (Arabieren, Balochi’s, Azeri’s, Turkmenen, soennieten) bijzonder hard worden aangevallen.
Meer dan een kwart van de betogers die tot dusver bij de onderdrukking van de revolutionaire beweging in Iran zijn gedood, behoren tot de Koerdische gemeenschap. In de provincie Koerdistan (of Oost-Koerdistan), het epicentrum van de opstand, hebben de zogenaamde Islamitische Revolutionaire Garde, de paramilitairen van de Basiji, de politie en het leger allemaal hard geweld tegen de plaatselijke bevolking ontketend, waardoor Koerdische steden in bijna-oorlogszones zijn veranderd. Pro-regime propaganda beschrijft het gebied als een nest van sympathisanten van “separatistische groepen.” De Iraanse dictatuur wil een bloedig voorbeeld stellen aan de Koerden en daarmee de massa’s in andere delen van Iran intimideren; maar zij hoopt ook de massastrijd te doen ontsporen in een gewapende etnische confrontatie om de revolutionaire beweging te verdelen en het Iraanse volk van de straat te drukken.
Kortom, de Koerdische kwestie komt scherp terug op de agenda in elk deel van Koerdistan – maar ook daarbuiten. In feite is het in een aantal jaren niet in die mate geïnternationaliseerd. Naast de verstrekkende gevolgen van de revolutionaire strijd in Iran is dit ook te danken aan de manoeuvres van het regime Erdoğan binnen de NAVO. De Turkse president gebruikt zijn positie als hoofd van het op één na grootste leger van de militaire alliantie en de belangrijke geostrategische positie van Turkije om via chantage concessies te krijgen nu de NAVO wil uitbreiden. In deze context gedragen andere NAVO-staten met een aanzienlijke Koerdische diaspora zich steeds meer als handlangers van de Turkse staat door op te treden tegen Koerdische activisten in hun eigen land. Het is in Zweden, dat op de deur van de NAVO klopt en net een nieuwe rechtse regering heeft gekregen, waar dit proces het scherpst tot uiting komt. Zweden heeft de antiterreurwetgeving aangescherpt, het wapenembargo tegen Turkije opgeheven en de deportaties van Koerden versneld, allemaal na uitdrukkelijke verzoeken van de Turkse regering.
Maar deze situatie beperkt zich geenszins tot Zweden. Ook het Verenigd Koninkrijk heeft de wapenleveringen aan Turkije hervat, ook al zullen die ongetwijfeld tegen Koerdische burgers worden gebruikt, en Finland is waarschijnlijk de volgende. In Duitsland zijn fans van de voetbalclub Bayern München bij een regionale competitiewedstrijd door de politie in elkaar geslagen omdat zij een spandoek omhoog hielden met het opschrift “FC Bayern Fanclub Kurdistan”. Deze voorbeelden zijn het zoveelste bewijs dat de NAVO en de kapitalistische westerse staten, ondanks hun geschreeuw over de verdediging van democratische waarden, geen vrienden van de Koerden zijn en hen opnieuw zonder enige wroeging een mes in de rug zullen steken om hun imperialistische ambities na te streven.
Aan de andere kant delen de arbeidersklasse en de jongeren een gemeenschappelijke vijand met het Koerdische volk: hun eigen kapitalistische regeringen die in dienst staan van de Turkse dictatuur, de levensstandaard van de meerderheid in hun eigen land ondermijnen en militaristische drijfveren bevorderen die met hernieuwde besparingen zullen worden betaald. Daarom moeten de linkerzijde en de arbeidersbeweging internationaal actief de strijd van het Koerdische volk steunen voor zijn bestaansrecht en zijn democratisch beslissingsrecht over zijn eigen toekomst, zich verzetten tegen alle antidemocratische en racistische aanvallen op de Koerdische gemeenschap, zich verzetten tegen elke stap in de richting van meer imperialistische oorlogen en NAVO-uitbreiding, en solidariteit opbouwen met de heldhaftige strijd van de Iraanse massa’s.
- Stop de oorlog van Turkije en Iran tegen de Koerden in alle delen van Koerdistan. De Turkse troepen moeten nu weg uit Noord-Syrië!
- Internationale solidariteit met het verzet van de Koerden van Rojava, met de revolutionaire beweging in Iran en met alle arbeiders, jongeren en onderdrukte volkeren die in de hele regio strijden!
- Steun voor het recht op zelfbeschikking in elk deel van Koerdistan – alle Koerden moeten vrij zijn om een democratische beslissing te nemen over het karakter van de staat waarin zij willen leven! Verdedig gelijke politieke, economische en sociale rechten voor alle minderheden en onderdrukte groepen!
- Alle democratische rechten herstellen en politieke gevangenen in Turkije en Iran vrijlaten!
- Geen wapenhandel met de oorlogsmachine van Erdoğan – stop het oorlogsbudget van de Turkse regering – gebruik de middelen in plaats daarvan voor het welzijn van werkende en arme mensen!
- Voor een gezamenlijke actie van Koerdische en Turkse arbeidersorganisaties tegen de oorlog en de crisis van de kosten van levensonderhoud!
- Nee tegen de NAVO en tegen een nieuwe wapenwedloop!
- Stop de deportaties van Koerdische activisten uit Europa, verdedig het recht op asiel!
- Weg met het regime van Erdoğan, weg met de moellahs en met alle onderdrukkende en uitbuitende regimes in de regio!
- Voor een massale, verenigde strijd tegen het kapitalisme en het imperialisme!
- Voor een vrijwillige, democratische en socialistische confederatie van alle arbeiders en onderdrukte volkeren in de Levant en het Midden-Oosten in ruimere zin!
Koerdisch protest in Brussel in 2016, maar nog steeds actueel. Wat zal de Belgische regering doen indien het Turkse regime overgaat tot een oorlog in Rojava? -
Neen aan het Turks offensief tegen Rojava

Koerdisch protest tegen de oorlog. Foto: Natalia Medina Systeem in crisis versterkt de instabiliteit
Terwijl een nieuwe wereldwijde economische recessie dreigt, zijn er dit jaar al massale opstanden uitgebroken in onder meer Hongkong, Algerije, Soedan, Ecuador, Catalonië, Libanon, Irak, Chili, Egypte, …. Geconfronteerd met de groeiende economische en sociale crisis en de daaruit voortvloeiende instabiliteit overwegen de heersende elites steeds meer om risicovolle avonturen aan te gaan. Zoals het spreekwoord zegt: een kat in het nauw maakt soms rare sprongen. De Turkse militaire agressie tegen Rojava in het noordoosten van Syrië is een waarschuwing voor de sprongen die we van wanhopige leiders mogen verwachten.
Artikel door Nicolas Croes
Export van een interne crisis
De gemeenteraadsverkiezingen van april jongstleden waren een belangrijke tegenslag voor de conservatieve islamistische partij van president Erdogan, de AKP, die sinds 2002 aan de macht is. De partij verloor de hoofdstad Ankara, maar ook Istanbul en de belangrijke steden Antalya en Adana. Het resultaat was des te opmerkelijker gezien het quasi-monopolie van de partij op de media en de arrestatie van duizenden tegenstanders onder het voorwendsel van de mislukte staatsgreep van 2016. De partij van de president haalde nationaal slechts een meerderheid van de stemmen (51,67%) dankzij een alliantie met de extreemrechtse partij MHP.
Als de AKP sinds 2002 steeds opnieuw de verkiezingen won, kwam dit vooral door de sterke economische groei in het land. Dit keer waren de belangrijkste thema’s de economische recessie (de eerste sinds 2009), de waardevermindering van de Turkse munt en de plotse stijging van de werkloosheid. Tegen de achtergrond van grote economische, sociale en politieke uitdagingen, koos Erdogan ervoor om de aandacht af te leiden in de richting van Syrië en meer bepaald de Koerden in het noorden van Syrië.
Heldhaftige Koerden nogmaals verraden
De Koerden vormen een staatloze natie, verdeeld tussen Irak, Iran, Syrië en Turkije. Dat is het geval sinds de Sykes-Picot-akkoorden waarmee de imperialistische machten het Midden-Oosten na de Eerste Wereldoorlog verdeelden. Na de instabiliteit die volgde op de invasie van Irak in 2003, werd in het noorden van dat land een Koerdische autonome zone gecreëerd. Dit was ook het geval in het noorden van Syrië toen de volksopstand van 2011 in een burgeroorlog veranderde en de troepen van Bashar al-Assad naar het zuiden trokken. Deze Syrische gebieden vormen Rojava, een gebied waar verschillende etnische groepen (Koerden, Arabieren en Turkmenen) en verschillende geloofsgemeenschappen zonder conflicten samenleven.
Toen ISIS terrein won, vochten Koerdische milities hard om deze extreemrechtse kracht te stoppen. Dit was vooral in Syrië het geval waar de Volksbeschermingseenheden (YPG, de gewapende vleugel van de Democratische Uniepartij PYD) ISIS terugdreven. Een groot gebied in Noord-Syrië kwam hierdoor onder Koerdische controle, tot groot ongenoegen van het Turkse regime, dat vreesde voor de gevolgen voor de strijd voor het zelfbeschikkingsrecht van de Koerden in Turkije.
Niemand twijfelt aan de heldhaftigheid van de Koerdische strijders in hun strijd tegen ISIS. Geconfronteerd met het gevaar van islamistische terroristen, werd uit wanhoop een alliantie gesloten met de VS en Rusland om luchtsteun te verkrijgen.
LSP had begrip voor de wanhoop van deze situatie, maar verwees onder meer naar de gebeurtenissen van 1991. De VS moedigden toen een Koerdische opstand tegen Saddam Hoessein in Irak aan, maar lieten vervolgens toe dat Saddam overging tot het afslachten van de Koerden. De Koerdische strijders werden opnieuw gebruikt als kanonnenvoer en bij de eerste gelegenheid verraden. Toen ISIS, de gemeenschappelijke vijand, verdreven was, wilden de imperialistische en regionale machten hun belangen beschermen. Geen enkele van die machten willen dat strijdbare Koerden die voor hun recht op zelfbeschikking opkomen daarin tussenkomen.
Zodra ISIS teruggedrongen was, gaven de VS en Rusland groen licht aan Turkije om Syrië binnen te vallen. Ze deden dit in de hoop hun eigen betrekkingen met het Turkse regime te stabiliseren. Pas in 2016 begon het Turkse leger bases van ISIS in Syrië te bombarderen. Onder het mom van de ‘oorlog tegen het terrorisme’ werden meteen ook Koerdische gebieden in Rojava gebombardeerd. In datzelfde jaar beëindigde Erdogan eenzijdig het ‘vredesproces’ met de Koerden in Turkije en ontketende hij een ware oorlog tegen de Koerden in eigen land. In 2018 viel Turkije Afrin binnen, één van de drie autonome kantons van Rojava. De volgende fase van het plan om Rojava te bestrijden, werd in oktober opgestart.
Erdogan wil naar eigen zeggen de Syrische vluchtelingen in Turkije overbrengen naar Noord- en Oost-Syrië waar hij bufferzones wil tussen de Koerdische regio’s door de samenstelling van de bevolking te veranderen en Arabieren en Koerden tegen elkaar op te zetten. Tegelijk gebruikt hij dit om in eigen land te zeggen dat de druk van de aanwezigheid van 3,5 miljoen Syrische vluchtelingen hierdoor zal verlicht worden en diezelfde vluchtelingen worden als chantagemiddel gebruikt tegen de EU.
Het resultaat is een oorlog tegen de meest efficiënte strijders tegen ISIS en er is de mogelijkheid dat die reactionaire groep zichzelf kan reorganiseren. Neen, het is niet de rechterzijde in Turkije, de VS, Rusland of de EU die het terrorisme zal stoppen!
Bouwen aan een brede anti-oorlogsbeweging
De VS en Rusland hebben Rojava al laten vallen. De Europese Unie is een gevangene van het eigen migratiebeleid. Erdogan dreigde sinds 2017 regelmatig om een einde te maken aan de overeenkomst die bepaalt dat elke migrant die na een doorreis door Turkije op de Europese kusten aankomt naar Turkije kan teruggestuurd worden. Afgelopen zomer keurde de Europese Commissie nogmaals voor 1,4 miljard euro steun aan Turkije goed. Sinds de aanstelling van Turkije als grenswachter voor de EU werd al 5,6 miljard euro beloofd en 2,3 miljard euro effectief betaald. Meteen na het begin van het offensief op Rojava verklaarde Erdogan: “Beheers u, Europese Unie. Ik zeg het nog één keer: als u probeert onze huidige operatie als een bezetting te bestempelen, dan hebben we gemakkelijk spel. Dan zetten we de deuren open en sturen we u 3,6 miljoen vluchtelingen.”
De enige betrouwbare partner voor Rojava is een brede anti-oorlogsbeweging die het recht op zelfbeschikking van onderdrukte volkeren in haar strijd integreert. In deze beweging kan meteen de discussie gevoerd worden over welk soort staat en samenleving nodig is om een einde te maken aan oorlog en uitbuiting. Op korte termijn is het moeilijk om in Turkije een anti-oorlogsbeweging uit te bouwen, onder meer door het gebrek aan democratische rechten en de invloed van de stormvloed aan nationalistische oorlogspropaganda. Maar desondanks moeten alle linkse krachten, waaronder de vakbonden, standpunt innemen en het verzet tegen de oorlog stimuleren.
Zoals Sosyialist Alternatif, onze Turkse zusterorganisatie, opmerkt: “De omstandigheden zullen veranderen naarmate de oorlog voortsleept en alle tegenstrijdigheden en gevolgen ervan duidelijk worden voor de arbeidersklasse. Het zal duidelijk worden dat het Erdogan-regime de oorlog gebruikt om de aandacht af te leiden van de politieke realiteit, waarin de verarming van de arbeidersklasse, de hoge kosten van levensonderhoud en de werkloosheid alleen maar toenemen.”
In verschillende Europese landen, waaronder België, waren er vanuit de Koerdische gemeenschap al anti-oorlogsacties. Vakbonden, vredesbeweging en linkse organisaties moeten daaraan deelnemen en tegelijk aandacht besteden aan oproepen aan Turkse arbeiders en armen om hen los te maken van de propaganda van Erdogan.
Vandaag zit het Midden-Oosten in een dodelijk kluwen waar arbeiders, armen en onderdrukten gedwongen worden elkaar af te slachten te midden van hongersnood, ziekte, dood, armoede en migratie. Het tegengif voor dat bloedbad is strijd tegen imperialisme en kapitalisme, en voor een echt alternatief op basis van de eenheid van de werkende klasse zonder enig onderscheid op basis van etnische achtergrond, religieuze strekking of gender; voor een samenleving zonder uitbuiting of nationale onderdrukking, met andere woorden een democratische en vrijwillige socialistische confederatie van het Midden-Oosten. Hoewel dit vandaag bijzonder moeilijk lijkt, is er geen andere weg vooruit.
-
Nee tegen de oorlog in Noord- en Oost-Syrië!

Een internationale anti-oorlogsbeweging is nodig!
Het regime van Erdo?an, dat groen licht kreeg van het Amerikaanse imperialisme, heeft een massale invasie in Noord- en Oost-Syrië op gang gebracht. Op 9 oktober zijn oorlogsvliegtuigen van de Turkse strijdkrachten begonnen met het bombarderen van de regio. De heersende elite heeft bewezen dat er geen grenzen zijn aan hun cynisme en heeft deze oorlog “Operatie Fontein van de Vrede” genoemd. Een golf van internationale protest kan een einde maken aan de acties van deze uitbuiters, die de rechten van de werkende massa’s en armen van Turkse, Koerdische, Arabische en andere nationaliteiten met de voeten te treden en opnieuw bommen en tanks inzetten tegen gewone mensen.
Verklaring van Socialistisch Alternatief – onze Turkse zusteroganisatie. PDF van deze tekst
Het Erdo?an-regime en zijn aanhangers gebruiken de term “veilige zone” om de aanval van de op een na grootste militaire macht van de NAVO, vergezeld door jihadisten uit de regio, op Noord- en Oost-Syrië te rechtvaardigen. Zoals de VS en andere imperialistische krachten hun oorlogen tegen Afghanistan, Irak en andere landen hebben gerechtvaardigd als “het brengen van democratie”, zo beschrijven het regime van Erdo?an en zijn aanhangers deze oorlog als noodzakelijk voor de “grensbeveiliging”. Zij verwachten dat wij hun leugens geloven. Dit is slechts en niet meer dan demagogie, zoals blijkt uit de meer dan 100.000 mensen die al ontheemd zijn geraakt door het offensief van het Turkse leger. Tijdens de Syrische oorlog zijn honderdduizenden mensen om het leven gekomen, miljoenen mensen zijn hun huizen ontvlucht en hele steden zijn verwoest. Maar tot nu toe was de noordoostelijke regio van Syrië, tot aan de Turkse grens, relatief stabiel.
Het regime van Erdo?an heeft nooit een vinger uitgestoken toen ISIS mensen levend verbrandde, onthoofde en tot slaaf maakte. De eerste en laatste operatie tegen ISIS nabij de Turkse grens werd in augustus 2016 uitgevoerd door de Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF – voornamelijk bestaande uit de Koerdische YPG/YPJ). Zij trokken naar het westen van de Eufraat, met dien verstande dat zij ISIS zouden verdrijven, maar de controle over de regio niet zouden overnemen.
De belangrijkste reden voor deze door het regime van Erdo?an geïnitieerde oorlog is de vrees dat de Koerden in Syrië hun aanspraken op democratische rechten zullen realiseren. Hij is bang dat dit een aanmoediging zal zijn voor de meer dan 20 miljoen Koerden die binnen de grenzen van Turkije wonen, die zelfs de minste democratische rechten missen in vergelijking met de rechten die ze de afgelopen acht jaar in het noordoosten van Syrië hebben verworven. Dit verklaart waarom alle partijen en alle geledingen van het regime in Turkije, van de kemalisten tot de neo-Ottomanen, de islamisten tot de ultranationalisten, in de rij staan om de nationaal-chauvinistische lijn van Erdo?an te steunen. Allemaal hebben ze deze militaire operatie in het parlement goedgekeurd, waardoor het Turkse leger de grens over kan gaan.
Imperialistische ambities
Het regime vermeed bij de operatie om Afrin in januari 2018 te veroveren zorgvuldig het gebruik van de term ‘oorlog’, maar nu laat Erdo?an alle media klaar en duidelijk verklaren dat dit een oorlog is.
Deze operatie is bedoeld als een veroveringsoorlog door het Erdo?an-regime. Het is gericht tegen het zelfbestuur van de Koerden, maar het moet ook nieuwe mogelijkheden scheppen voor Turkije om een imperialistische mogendheid te worden, door het noorden en oosten van Syrië over te nemen. Het regime verwijst voortdurend naar de territoriale integriteit van Syrië, maar dit is slechts een tactiek. Als het Erdo?an-regime alleen maar geïnteresseerd was in maatregelen om de Koerden te blokkeren, zou het met het Assad-regime een gemeenschappelijke aanpak zijn overeengekomen, in plaats van het risico te lopen op een onzekere uitkomst.
Het regime heeft nog een ander zeer duidelijk doel: het wil delen van de vluchtelingen die in Turkije wonen terugsturen naar de verschillende delen van Noord- en Oost-Syrië en bufferzones tussen de Koerdische gebieden creëren, ze opheffen door de bevolkingsstructuur te veranderen en door Arabieren en Koerden tegen elkaar op te zetten. Dit werd eerder gedaan door het regime van Hafez al Assad om de zogenaamde ‘Arabische gordel’ te creëren. Het regime wil bovendien de jihadistische groepen die nu vastzitten in Idlib, in het westen van Syrië, verder naar het oosten overbrengen om hun aanwezigheid in het land voor de middellange en lange termijn te consolideren. Uiteraard wordt de regio ook opengesteld voor Turkse bedrijven, met name in de bouwsector, om de teruglopende Turkse economie nieuw leven in te blazen.
Hypocrisie van het Amerikaanse imperialisme
Het Amerikaanse imperialisme heeft in zijn campagne tegen Assad in Syrië in eerste instantie rechtstreeks wapens en luchtsteun verleend aan de YPG (Volksbevrijdingseenheden) tijdens de kritische belegering van Kobane tegen ISIS, nadat deze laatste een groot gebied had ingenomen en een ‘islamitische staat’ had uitgeroepen. Maar de relatie van de VS met de YPG heeft gevolgen voor de verhouding met het Turkse regime, een belangrijke partner van de VS in de NAVO. Het regime van Erdo?an, dat zich verbonden voelde met de VS tegen het Assad-regime, gebruikte de aankoop van S-400 raketten uit Rusland om defensieve tactische betrekkingen met het Kremlin te ontwikkelen. Dit hield de VS onder constante druk om aan Erdo?an’s belangrijkste eis te voldoen: de band met de Koerdische strijdkrachten doorknippen. Het lijkt erop dat de recente beslissing van Trump om deze operatie toe te staan bedoeld was om aan deze eis te voldoen, nadat het door ISIS gecontroleerde gebied praktisch tot niets was gereduceerd.
Dit volgt, minder dan een maand geleden, op de inspanningen van de VS om de SDF over te halen zich verder terug te trekken, in het kader van een overeenkomst rond een zogenaamd ‘beveiligd gebied’ met Turkije. Het Amerikaanse imperialisme bedroog de SDF vooraleer het licht op groen te zetten voor Erdo?an’s operatie.
Russische en Syrische berekeningen
De operatie om Noord- en Oost-Syrie binnen te vallen, zou niet mogelijk zijn zonder de goedkeuring van het Syrische regime en dat van Assad’s grote broer – het regime van Poetin. De berekeningen van Rusland en Syrië zijn relevant als het gaat om de invloed van Turkije op de jihadistische groepen.
Toen Turkije in 2016 het gebied tussen Kobane en Afrin binnenviel, zorgde dit ervoor dat de jihadistische troepen van Aleppo naar Idlib trokken. Dit was zo’n voordeel voor Syrië en Rusland dat ze de andere kant op keken. Ook lieten ze begaan toen het Turkse leger Afrin binnenviel en jihadisten van Zuid-Damascus naar Idlib verhuisden. Als gevolg van deze operaties werden alle jihadistische groeperingen die voorheen verspreid waren over Syrië verzameld op één plaats: Idlib.
Nu Turkije het noorden en oosten van Syrië bezet houdt, is het waarschijnlijk dat het de jihadistische troepen uit Idlib zal verdrijven en verder naar het noorden en oosten van Syrië zal duwen. De Syrische en Russische regimes hebben met hetzelfde doel een uitgebreide militaire operatie in dat gebied gepland. Uit de laatste militaire rapporten blijkt dat de Russische luchtaanvallen op Idlib, indien deze bevestigd worden, ongetwijfeld kaderden in dit proces.
Daarnaast is het regime van Assad ook geïnteresseerd in het beëindigen van de democratische en sociale aspiraties van het Koerdische volk en laat Assad graag toe dat de Koerden onder Turkse onderwerping worden geplaatst, voordat ze gedwongen worden om zich opnieuw onder zijn regime te onderwerpen.
David tegen Goliath
De SDF hebben aangekondigd dat ze op alle fronten tot de finish zullen vechten, maar het is onduidelijk hoe lang ze tegen een van de grootste legers van de NAVO kunnen vechten. Anders dan in Afrin is het grondgebied ten oosten van de Eufraat vlak. Dit betekent dat een open front-oorlog tegen een goed uitgeruste militaire machine niet gemakkelijk te onderhouden zal zijn. De Afrin-operatie heeft twee maanden geduurd, maar toch kan deze oorlog langer duren.
Op korte termijn is het moeilijk om in Turkije een anti-oorlogsbeweging te ontwikkelen, vanwege het gebrek aan democratische rechten en vrijheid van meningsuiting, en met grote delen van de arbeidersklasse die beïnvloed zijn door nationalisme en oorlogspropaganda. Toch moeten alle linkse en socialistische krachten, inclusief de vakbonden, onmiddellijk actie ondernemen. De omstandigheden zullen veranderen naarmate de oorlog voortsleept en alle tegenstrijdigheden en gevolgen ervan duidelijk worden voor de arbeidersklasse. Het zal duidelijk worden dat het Erdo?an-regime de oorlog gebruikt om de aandacht af te leiden van de politieke realiteit, waarin de verarming van de arbeidersklasse, de hoge kosten van levensonderhoud en de werkloosheid alleen maar toenemen.
In eerste instantie is het waarschijnlijker dat er op internationaal niveau, met name in Europa, een effectieve reactie op de invasie ontstaat. De Europese arbeidersklasse is zich terdege bewust van deze kwestie, met name vanwege de rol die de Koerdische strijders in de oorlog tegen ISIS speelden. Vakbonden, niet-gouvernementele organisaties en links kunnen een internationale anti-oorlogsbeweging op gang brengen. Maar het is cruciaal dat er een beroep wordt gedaan op Turkse arbeiders en armen, want in Turkije stelt Erdo?an internationale reacties tegen de oorlog voor als louter ‘imperialistische druk’.
De invasie van Noord- en Oost-Syrië zal geen van de problemen van de Turkse arbeidersklasse oplossen. Het ontzeggen van het recht van de Koerden op zelfbeschikking in hun woonplaats, in gelijkheid met andere mensen, zal geen positieve bijdrage leveren aan de levensomstandigheden van de arbeidersklasse. Integendeel, deze oorlog zal de macht van de heersende klasse versterken, meer haat onder de mensen veroorzaken en nieuwe etnische en sektarische conflicten uitlokken.
Vandaag zit het Midden-Oosten in een dodelijk kluwen waar arbeiders, armen en onderdrukten worden afgeslacht te midden van hongersnood, ziekte, dood, armoede en migratie. Het tegengif voor dat bloedbad is strijd tegen imperialisme en kapitalisme, en voor een echt alternatief op basis van de eenheid van de werkende klasse zonder enig onderscheid; voor een samenleving zonder uitbuiting of nationale onderdrukking, met andere woorden een democratische en vrijwillige socialistische confederatie van het Midden-Oosten. Hoewel dit vandaag bijzonder moeilijk lijkt, is er geen andere weg vooruit.
- Nee tegen de oorlog tegen de Koerden!
- Stop onmiddellijk de operatie ‘Fontein van de Vrede’!
- Vakbonden, NGO’s en links, in Turkije en internationaal, moeten overgaan tot anti-oorlogsprotest!
- Stop alle steun aan jihadistische groepen, of het nu gaat om het Vrije Syrische Leger of het Syrische Nationale Leger!
- Alle imperialistische krachten uit het Midden-Oosten!
- Verdedig het zelfbeschikkingsrecht van de Koerden en van alle onderdrukte groepen!
- Alle arbeiders, boeren, jongeren en vrouwen uit het Midden-Oosten moeten zich verenigen tegen discriminatie op grond van religie, taal of en geslacht. Dit kan onder de vlag van het socialisme!
- Leve de internationale solidariteit van de arbeiders!
- Voor een democratische en vrijwillige socialistische confederatie van het Midden-Oosten.
-
Rojava: nee tegen de Turkse invasie!
Artikel door Claus Ludwig SAV (CWI in Duitsland) PDF van dit artikel
Er begint een nieuwe fase in de oorlog in Syrië, nu president Recep Tayyip Erdogan bevel gaf aan Turkse troepen om de Koerdische regio Rojava in het noorden van Syrië aan te vallen en te bezetten. De eerste golf van troepen heeft de grens overgestoken. Dit ging gepaard met grootschalige luchtaanvallen waardoor de bevolking van de regio in een staat van grote paniek is geraakt. Dit gebeurt slechts drie dagen nadat Donald Trump in een telefoontje met Erdogan beloofde dat Amerikaanse troepen uit Noord-Oost Syrië worden terug getrokken.
Turkse eenheden, die in 2018 al zijn binnengevallen in Afrin, de geografisch geïsoleerde westelijke provincie van de Koerdische regio, kregen tijdens dit telefoontje met Trump in wezen groen licht om Rojava over te nemen.
Dit is het begin van de volgende fase van de oorlog tussen de wereldmachten en de regionale mogendheden, een oorlog die op Syrisch grondgebied wordt uitgevochten tegen een vreselijke prijs voor het Syrische volk.
De uitkomst is onzeker. President Erdogan zal gebruik maken van de verpletterende superioriteit van het Turkse leger, maar hij heeft herhaaldelijk bewezen een stuntelende strateeg te zijn. De Koerdische Volksbevrijdingseenheden (YPG) en Vrouwen Beschermingseenheden (YPJ) die momenteel de controle hebben over Rojava hebben niet het militaire potentieel om zich te verzetten tegen de Turkse tanks en luchtmacht. Hun bewezen heldenmoed, gemotiveerd door de verdediging van hun huizen, zal niet volstaan om de Turkse vuurkracht te weerstaan. Maar ondanks dit alles zal Erdogan niet in staat zijn om de regio te “pacificeren”. Zelfs als hij al vroeg bloedige overwinningen boekt, zal hij niet in staat zijn om zijn bewind af te dwingen zonder verder geweld. De Koerdische eenheden zullen, net als in Afrin, doorgaan met het voeren van een guerrillaoorlog.
Naarmate het verzet in Zuidoost-Turkije, Noord-Irak en Noord-Syrië toeneemt, zal het oorlogsgebied zich uitbreiden. Hoe langer het verzet tegen de invasie en de daaropvolgende guerrillastrijd duurt, des te sterker zal dit effect hebben op het Koerdische conflict in Turkije zelf. Het nieuwe verstoorde machtsevenwicht binnen Syrië zal nog verwarrender worden. De Amerikaanse regering stelde bij de terugtrekking van de troepen dat deze niet langer nodig zijn omdat het kalifaat van ‘Islamitische Staat’ verslagen is. Maar IS werd op de grond verslagen door Koerdische eenheden. Duizenden islamistische militanten en hun familieleden bevinden zich momenteel in Koerdische interneringskampen. De Turkse invasie kan ertoe leiden dat zij vrijkomen.
Een nederlaag voor de Koerdische strijdkrachten zal onmiddellijk een vacuüm creëren, waarin reactionaire islamistische krachten kunnen inbreken. Het Erdogan-regime heeft in het verleden IS-troepen rechtstreeks gebruikt om de bevolking te terroriseren. Nu worden islamistische milities in Afrin ingezet als grondtroepen onder controle van het Turkse leger. Maar of Erdogan nu rechtstreeks op de islamisten leunt of hen in bedwang probeert te houden – zij zullen zich hergroeperen met als doel Koerdistan te vernietigen.
Als Turkije zijn belofte nakomt om veel Syrische vluchtelingen – meestal van Arabische afkomst – van Turkije naar de Koerdische gebieden te verhuizen, zal het de weg vrijmaken voor nieuwe etnische uitzettingen en slachtingen. Deze oorlogsslachtoffers krijgen een nieuwe ‘thuis’ aangeboden, waaruit anderen eerst worden verdreven. Dit zal islamistische milities en allerlei soorten gangsters in staat stellen de herverdeling van invloedssferen en handelsroutes in eigen hand te nemen. Op basis hiervan kan IS of een vervolgorganisatie zelfs opnieuw een offensief tegen het Assad-regime starten.
Tegelijkertijd kan niet worden uitgesloten dat het Assad-regime de Turkse invasie zal uitbuiten en zijn troepen tegen het Koerdische gebied zal gebruiken om twee vliegen in één klap te slaan: door de omverwerping van het Koerdische zelfbestuur te versnellen en er tegelijkertijd voor te zorgen dat de door de Koerden gevangengenomen IS-strijders door het Assad-regime worden afgeslacht of gevangen genomen.
Medeplichtigheid van Europese leiders
Enkele dagen geleden heeft de Duitse bondspresident Steinmeier een bezoek gebracht aan Turkije. Hoewel hij waarschijnlijk zijn “zorgen” of “bekommernissen” heeft geuit over een Turkse invasie in Noord-Syrië, heeft hij niet geprobeerd Erdogan tegen te houden of te dreigen met enige actie. De Duitse regering gaf ook groen licht met een openbare maar tandeloze waarschuwing. Als Turkse eenheden Rojava binnenvallen, doen ze dat met behulp van Duitse technologie, tanks, vrachtwagens en automatische wapens die onder licentie worden geproduceerd. Duitse Tornado-vliegtuigen die door Duitse piloten van de luchtmacht worden gevlogen, opereerden tot 2017 vanaf de Turkse militaire luchthaven Incirlik en sindsdien vanuit Al-Asrak (Jordanië). Zij houden de situatie in het grensgebied in de gaten en beschermen zo de Turkse operaties, omdat hun inlichtingen worden verzameld om te worden gebruikt “tegen andere actoren” en “tegen terrorisme”. Turkije is natuurlijk een NAVO-partner.
Hoewel de Koerden in Europa actief zijn in protest tegen aanvallen op hun regio, hebben ze vaak geen bredere steun, bijvoorbeeld tegen het Erdogan-regime zelf. Maar als dit aspect, dat van de betrokkenheid van de Europese mogendheden en wapenbedrijven, naar voren zou komen en men zich realiseert hoeveel winst er werd gemaakt met de dood van mensen in Syrië, kan de basis van de protesten verbreed worden. Als die moedige Koerdische organisaties, die nu al bereid zijn om zich in Europa uit te spreken, een open oproep doen aan linkse organisaties, vakbonden en sociale bewegingen, dan kan dit bredere steun krijgen.
Tijdens de strijd om Kobane in 2014/15 waren de Koerdische eenheden van de YPG en YPJ zeer gemotiveerd en vastberaden, maar de Amerikaanse luchtsteun was van cruciaal belang voor hun succes. Door op deze manier met het Amerikaanse imperialisme samen te werken, kreeg de Koerdische beweging tactisch voordeel, maar kwam ze in een strategische impasse terecht. De Koerdische beweging deed dit ten koste van een deel van haar grootste troef, haar principiële positie om te strijden voor een multi-etnisch, multireligieus, democratisch Syrië, waarbij ze afstand deed van territoriale voordelen en onderdrukking.
Reactie van de VS
De verklaring van Trump over de terugtrekking van Amerikaanse troepen was niet alleen een schok voor het Koerdische volk, maar kreeg ook veel weerstand binnen de VS zelf, zelfs binnen de Republikeinse partij. Critici beschrijven het als een geschenk voor Rusland en Iran, omdat het hun bondgenootschap met Assad zal versterken. Er wordt nu gesuggereerd dat een deel van de Koerdische leiders naar Rusland kijkt om een soort overeenkomst met Assad te sluiten, wat zou betekenen dat de Koerdische autonomie wordt opgeofferd om verdere Turkse aanvallen te stoppen.
Maar noch de regionale machten, noch de Amerikaanse imperialisten noch het Rusland van Poetin kunnen echte bondgenoten zijn. Voor het Amerikaanse imperialisme was hun bondgenootschap met de Koerden slechts een tactische maatregel, niet voor strategische belangen. Als gevolg daarvan was het duidelijk dat eerder vroeg dan laat die steun voor de YPG/YPJ-eenheden zou worden opgegeven om de strategische lange termijn belangen van het Amerikaanse imperialisme te dienen. Uiteindelijk kunnen de Koerden hun democratische rechten alleen veiligstellen door te strijden in alliantie met de onderdrukten en andere uitgebuite naties in de regio voor gemeenschappelijke belangen en vooral tegen de kapitalistische machten die niet bereid zijn om hun politieke en economische rechten te waarborgen.
Jarenlange sektarische conflicten en oorlogen hebben er echter toe geleid dat de nationale en religieuze verschillen zeer groot zijn. Het is noodzakelijk om een begin te maken met het zeer moeilijke en soms politiek gevoelige werk om deze scheidslijnen te overwinnen en een werkelijk multi-etnische kracht in de regio op te bouwen.
De gezamenlijke verovering van de soennitische stad Raqqa door de YPG en de Amerikaanse strijdkrachten heeft niet bijgedragen aan deze belangrijke strategische taak, maar heeft de Koerdische beweging teruggeworpen. Vanuit militair oogpunt zou men kunnen stellen dat het noodzakelijk was om bepaalde door Arabieren bewoonde gebieden over te nemen om een defensieve zone rond Rojava te creëren. Maar Raqqa, een duidelijk soennitische Arabische stad, ligt ver van de Koerdische nederzettingsgebieden. Ook daar verwelkomde een deel van de bevolking het einde van het IS-terrorisme – dit had de basis kunnen leggen voor een zekere eenheid met de Koerdische bevolking. In plaats daarvan zijn veel burgers omgekomen tijdens de Amerikaanse bombardementen op de stad. Nieuwe wonden werden opengereten, nieuwe haat gezaaid. Het gevaar bestaat nu dat de eenheden van YPG en YPJ, anders dan in 2014, niet zullen worden gezien als een bevrijdingsmacht, maar als een van de etnisch gedefinieerde milities in de Syrische oorlog, die bereid zijn zich in hun eigen belang te verenigen met andere krachten en daarbij verantwoordelijkheid nemen voor meer dood en terreur in het land.
De situatie in het Midden-Oosten kan alleen veranderen als er een multi-etnische, socialistische beweging van onderdrukten van alle landen wordt opgebouwd. De Koerdische beweging kan hier een belangrijke rol spelen, vanwege haar geografische ligging, haar socialistische wortels en vanwege haar verzet tegen etnische verdeeldheid en voor gelijkwaardig democratisch zelfbestuur. Maar het heeft een weloverwogen strategie nodig om Turkse, Arabische en Iraanse arbeiders en boeren te bereiken. Het heeft een programma nodig om de eenheid van werkende en onderdrukte mensen te bevorderen. Daarom moet het volledig onafhankelijk zijn van de kapitalistische klasse en elke alliantie met de criminele bendes van de heersende elites afwijzen.
In het donkere uur van de Turkse invasie zijn er gebeurtenissen zoals de massale sociale protesten in Irak en de staking van leraren in Jordanië, die een ander perspectief voor de regio laten zien. De Koerdische beweging zou er goed aan doen om te kijken naar haar eigen ervaringen, naar de manier waarop vrouwen hebben gevochten, naar de manier waarop zij het milieu verdedigt en naar de ondersteuning van directe democratie – en om verder te kijken dan de Koerdische horizon. Het moet duidelijk zijn dat er geen vooruitgang mogelijk is op basis van het kapitalisme in het Midden-Oosten, gemeenschappelijke klassenstrijd over nationale en religieuze grenzen heen is de sleutel: gemeenschappelijke strijd voor de omverwerping van alle regimes, voor een vrijwillige socialistische federatie van het Midden-Oosten.
-
Platform ‘Laat Leyla leven’ protesteert tegen politieke repressie in Turkije
Standpunt van het platform ‘Laat Leyla leven’
De groeiende politieke repressie in Turkije treft alle segmenten van de samenleving, maar vooral ook het Koerdische volk.
Het dictatoriale regime van president Erdogan en zijn AKP partij heeft de voorbije 3 jaar tienduizenden mensen gearresteerd, anderen zijn omgebracht door de veiligheidsdiensten omdat zij anders dachten dan Erdogan. Duizenden mensen zijn gearresteerd omwille van hun berichten op sociale media. Mishandelingen in detentiecentra en gevangenissen zijn routine geworden. Ongeveer 150 duizend mensen zijn ontslagen door uitzonderingswetten onder de staat van beleg en dit zonder mogelijkheid om deze beslissingen aan te vechten. Duizenden mensen hebben het land moeten verlaten omwille van de repressie en velen zijn naar Europa gekomen.
Ondanks deze zware aanvallen op de democratische rechten en de pogingen om de gehele gemeenschap het zwijgen op te leggen, gaan de volkeren van Turkije vastberaden in verzet en buigen niet voor het regime. Vrouwen staan zelfs op de voorgrond in deze strijd. Tienduizenden vrouwen gingen op 8 maart de straat op om hun recht op leven en bestaan op te eisen tegen het mannelijk geweld. De politie heeft geweld gebruikt tegen hen. Terwijl Erdogan blijft beweren dat hij niet gelooft in gendergelijkheid, zien we dat in ‘zijn’ Turkije elke dag 4 vrouwen omgebracht worden door mannen.
Leyla Güven is één van de vrouwen die moedig weerstand bieden tegen dit regime. Zij is één van de 67 parlementariërs van Turkije’s derde grootste partij, de Democratisch Partij der Volkeren (HDP). Zij werd verkozen tijdens de verkiezingen van 24 juni 2018. Ze kandideerde vanuit de gevangenis en geraakte vanaf haar kiesomschrijving verkozen met 90% van de stemmen.
De HDP ijvert voor een democratische en vreedzame oplossing van Turkije’s grootste probleem, namelijk de Koerdische kwestie. De vroegere co-voorzitters van die partij, Figen Yüksekdag en Selahattin Demirtas, samen met nog 11 andere verkozenen, zitten nu in de gevangenis. Meer dan 3000 leden van die partij, van de basis tot de top, zitten vast, evenals 96 verkozen burgemeesters uit de Koerdische regio’s.
Leyla Güven was gearresteerd op 31 januari 2018, en na de verkiezingen in juni had ze vrijgelaten moeten worden omdat de Turkse wetten dat voorschrijven. Maar dat werd haar geweigerd. Het Turks regime overtreedt zienderogen zijn eigen wetten. Haar gevangenschap vond plaats onder moeilijke omstandigheden zoals bv. bemoeilijkte communicatie met de buitenwereld. Daarop startte ze op 4 november 2018 een hongerstaking om de opsluiting van alle politieke gevangenen aan te klagen.
Leyla Güven wou duidelijk maken dat de dictatuur van Turkije zich bouwt op basis van een massale arrestatie van opposanten en hun isolatie van de rest van de samenleving, en door het onderdrukken van zelfs de meest minimale democratische eisen van de Koerdische gemeenschap. Ze gelooft dat de beste manier om deze onderdrukking op te heffen en een weg te openen voor democratisering, kan door te blijven eisen dat de Koerdische kwestie op een democratische en vreedzame manier opgelost wordt.
Leyla Güven zegt dat om tot zo’n oplossing te komen, de isolatie van de Koerdische volksleider Abdullah Öcalan dringend opgeheven moet worden. Sinds de lente van 2015 kunnen zijn familie, advocaten en politici hem niet meer bezoeken. Leyla klaagt deze isolatie-politiek aan die volgens vele internationale conventies een vorm van mishandeling is. Eigenlijk zegt Leyla dat Turkije zijn eigen grondwet en de geratificeerde verdragen moet volgen, en dat dit al volstaat om de isolatie van dhr. Öcalan te stoppen.
Het doorbreken van de isolatie-politiek tegen de politieke gevangenen, op de eerste plaats tegen Öcalan, is de hoofd voorwaarde om tot een vreedzaam en democratisch proces te komen. De democratisering van Turkije en de oplossing van de Koerdische kwestie beïnvloeden ook de dynamieken in het Midden-Oosten en zelfs Europa. De voorbije jaren zagen we dat, als de Koerdische kwestie niet op een democratische manier opgelost kan worden, Turkije massaal investeert in jihadistische groepen en de Syrische burgeroorlog aanvuurt. Dit veroorzaakt migraties en crises elders.
Leyla Güven strijdt niet enkel voor de volkeren van Turkije, maar ook voor alle volkeren in het MiddenOosten, voor hun gelijkheid en voor een vreedzame co-existentie op hun eigen gronden. Nu IS bijna verslagen is, is het tot stand brengen van zo’n vrede zeer belangrijk. De kans voor een echte vrede moet gegrepen worden.
Leyla Güven is niet alleen. Duizenden andere politieke gevangenen voeren dezelfde strijd tegen deze politieke repressie en isolatie, en roepen ons allemaal op om deze strijd voor vrede en democratie te steunen. De protestbeweging van de hongerstakers werd in gang gezet door Leyla en werd vanaf 16 december bijgetreden door 30 andere gevangenen, en sinds 1 maart zijn zo’n tienduizend gevangenen in hongerstaking, onder andere ook de ex-verkozenen die in de gevangenis zitten. Sinds 3 maart zijn ook 3 huidige HDP verkozenen aan het hongerstaken in Amed (Diyarbakir). En sinds 17 december zijn er ook 14 mensen, waaronder politici en journalisten, in een hongerstaking in Straatsburg. Er zijn nog tal van hongerstakers in andere Koerdische en Europese steden. Allen verzetten zich tegen het regime met niks anders dan hun lichaam. En allen hebben één boodschap: Stop de isolatie, laat Öcalan spreken met zijn advocaten en geef vrede een kans.
Wij zien de eisen van Leyla en de andere hongerstakers als democratische basis eisen en deze eisen zijn ook onze eisen. Wij zien ons verantwoordelijk om de strijd van het Koerdische volk en de democratische krachten in Turkije voor democratie, mensenrechten, gerechtigheid en vrede, te ondersteunen.
Wij zijn burgers en organisaties, uit Turkije, Koerdistan en België, wij zijn progressieve, antifascistische en solidaire burgers en organisaties. En wij hebben ons verenigd in het platform Laat Leyla Leven. Wij verdedigen Leyla’s en al de andere politieke gevangenen hun recht om te leven en steunen hun eisen. Wij roepen de Belgische en Europese instituties en politici op om de stem van Leyla te horen en concrete stappen te ondernemen tegen de Turkse regering. Wij roepen het Belgische publiek op om deze strijd voor democratie en vrede te steunen en solidair te zijn.
Eerste handtekeningen:
Arzu Demir (journalist)
Ashley Vanderkerckhove (vrouwenrechtenactivist)
Aynur Tasdemir (SPA-gemeenteraadslid Leuven)
Baharak Bashar (voorzitser Plasactie)
Bernard Daelemans (hoofredacteur Meervoud)
Chris Den Hond (video-journalist)
David Baele (syndicalist ABVV AC Oost-Vlaanderen)
Dirk Pauwels (activist)
Dogan Özgüden (journalist)
Egbert Rooze (doctor in de theologie)
Eric Byl (activist, LSP)
Erwin Vanhorenbeeck (Vlaams activist)
Evie Embrechts (vrouwenrechtenactivist)
Fariba Amirkhizi (8 march women organization)
Gert Verwilt (Vlinks)
Hafid Kaddouri (mensenrechtenactivist Antwerpen)
Jan Beghin (voorzitter IPWK, ex-parlementslid)
Jean Paul Martens (Leef-Zaventem)
Jeroen Reypens (activist)
Jimmy Crispeyn (syndicalist ABVV-Metaal)
Jo De Leeuw (activist)
Johan Bosman (Vlaams activist)
Johan Velghe (Vlinks)
Jozef Deville (filmmaker)
Karin Verelst (filosoof, Brussel)
Ludo Abicht (filosoof, Masereelfonds)
Ludo De Brabander (schrijver, Vrede VZW)
Ludo De Witte (auteur)
Marijke Colle (Feminisme Yeah, SAP)
Michel Vanhoorne (emeritus professor, Links Ecologisch Forum)
Miel Dullaert (redacteur Rode Vaan, Nieuw Links, Meervoud)
Orhan Kilic (NavBel)
Paul De Belder (Aan de Ijzer museum)
Peter Ceulemans (IDSP-Leuven)
Peter Terryn (activist)
Ramon Emmaneel (IDC-Gent)
Robrecht Vanderbeeken (algemeen secretaris, ACOD Cultuur)
Roger Jacobs (publicist)
Ruth Kevers (PhD KULeuven)
Sakine Demir (vrouwenrechtenactiviste SKB)
Stephen Bouquin (academicus Université Evry-Parissud)
Thomas weyts (SAP)
Toon Lambrechts (journalist)
Vicky De Wolf (Priester Daensfonds)
Willy Kuijpers (ere-Vlaams volksvertegenwoordiger)
Zeynep Görgü (Ecolo gemeenteraadslid Wezembeek-Oppem)Verenigingen:
8 March Women
’s Organisation
Aan de Ijzer museum
Afrin Solidarity Platform
ATIK (European Workersfederation of Turkey)
Belgium Coalition to Stop Uranium Weapons
Belgium Kurdish women’s organization
Comité des Femmes Djiboutiennes Contre les Viols et l’Impunité (COFEDVI)
Emek ve Özgürlük Cephesi/Avrupa Insiyatifi
Ernest Mandel Fonds
HDP Brussels office
Inclusief en Democratisch Comité Gent (IDC-Gent)
Info-Turk
Intercultural Democratic Studentplatform Leuven (IDSP-Leuven)
Koerdisch Instituut
l’Association d’Armeniens Democrate de Belgique
Links Ecologisch Forum (LEF)
Linkse Socialistische Partij (LSP/PSL)
Maison Du Peuple Bruxelles/Brüksel Halk Evi
Meervoud
NavBel
Peoples Democratic Congress-Brussels (HDK)
Priester Daensfonds
Revolutionary Party Europe/Devrimci Parti Avrupa
SAP/Gauche Anticapitaliste
Secours Rouge
Socialist Women’s Union (SKB)
Solidarity For All
Vlaams-Socialistische Beweging (V-SB)
Vlinks
VOS (Vlaamse Vredesvereniging)
Vrede VZW -
Brusselse protestactie tegen Turkse invasie in Afrin
Zaterdag werd in Brussel actie gevoerd om te protesteren tegen de Turkse invasie in Afrin. Er was eerder al een actie in Brussel, maar ondertussen duurt de oorlog al meer dan een maand. De Turkse oorlog is gericht op de verdeling van Syrië na de val van ISIS, het onmogelijk maken van Koerdische autonome regio’s in Syrië die als voorbeeld kunnen dienen voor de Koerdische bevolking in Turkije en president Erdogan probeert met de oorlog de nationalistische stemming in eigen land te versterken. We publiceerden afgelopen vrijdag een uitgebreide analyse van de situatie in Syrië waarin onder meer op Afrin wordt ingegaan.
Hieronder een video van de bijdrage van Eric Byl (LSP) op de actie deze zaterdag. Daaronder een reeks foto’s. Zowel de video als de foto’s zijn het werk van Mario uit Brussel.
-
Iraaks Koerdistan. “25 jaar kapitalistische autonomie tonen dat Koerdische bevolking socialisme nodig heeft”
Interview met Peshraw Mohammed, leidinggevende activist van het Socialist Review Centre in Iraaks Koerdistan
Peshraw Mohammed is een leidinggevende activist van het Socialist Review Centre in Iraaks Koerdistan. Hij is momenteel als vluchteling in Duitsland actief. Sascha Stanicic van SAV, de Duitse afdeling van het CWI, sprak met hem over de situatie in Iraaks Koerdistan.
Westerse regeringen en de media stellen de situatie in de Koerdische autonome regio van Noord-Irak graag voor als één van vrijheid en democratie. Jij moest uit die regio vluchten als socialistische activist. Wat is er aan de hand in die regio?
“De Koerdische bevolking in Irak werd decennialang brutaal onderdrukt door het regime van Saddam Hoessein. In de nasleep van de door de VS geleide oorlog tegen Irak in 1991 vestigde de Koerdische regio in Irak autonomie, waardoor de twee pro-kapitalistische partijen KDP en PUK de macht kregen. In de verkiezingen van 1992 haalden deze twee partijen samen zowat alle zetels in het parlement. De KDP wordt geleid door Massoud Barzani en de PUK door Jalal Talabani. Er ontstonden vrij snel conflicten rond de besteding van het geld van de douane aan de grenzen met Iran en Turkije. Er begon een burgeroorlog die drie jaar duurde. Onder leiding van Bill Clinton kwam er in 1997 een akkoord waarbij de regio Suleimaniyah onder controle van de PUK kwam en de rest van het gebied aan de KDP van Barzani werd toegewezen.
“Na de oorlog in Irak van 2003 vormden Talabani en Barzani een nieuwe gezamenlijke regering waarbij de macht werd gedeeld. Toen Talabani de president van de Iraakse republiek werd en zijn invloed in heel Irak probeerde uit te bouwen, concentreerde Barzani zich op het verwerven van vollediger controle op de olievelden en het onderwijs in de Koerdische regio.
“Het resultaat is dat de PUK verzwakt is met heel wat interne spanningen, terwijl de KDP eigenlijk de economie controleert en probeert om een economisch stelsel naar het voorbeeld van Dubai uit te bouwen, een economie gebaseerd op olie-inkomsten. Barzani had volgens de grondwet in 2013 moeten stoppen, maar hij weigerde de macht af te staan. In 2015 sloot hij het parlement. Parlementsvoorzitter Yussuf Mohammed, van de kleine partij “Veranderingsbeweging”, moet in Suleimaniyah blijven en kan niet naar de hoofdstad Erbil omdat hij het stempel van ‘vijand van de KDP’ kreeg.”
Zijn er acties en betogingen van onderuit?
“Er waren acties tegen het ondemocratisch karakter van het regime. Zo waren er in 2011 grote betogingen die begonnen op 17 februari. Het protest hield twee maanden aan. In 2014 begon er een economische crisis die negatieve gevolgen had op de sociale positie van de werkenden. Een flinke hap van het lonen ging verloren, heel wat werkenden zagen hun loon gehalveerd worden en velen werden gewoon niet betaald. Ik was in 2015 zelf tewerkgesteld aan de universiteit van Suleimaniyah en kreeg dat jaar slechts acht maandlonen uitbetaald, waarbij telkens slechts de helft van het loon werd betaald. Sindsdien waren er meer betogingen van werkenden, leraars, ambtenaren, … uit diverse sectoren.
“In Erbil zijn betogingen momenteel helemaal verboden. Deze maand was er een poging om te betogen tegen het legeroffensief tegen de Jezidi-bevolking. Iedereen werd opgepakt. Heel wat journalisten werden vermoord door regeringstroepen.
“In Suleimaniyah is de situatie een beetje anders en zijn betogingen toegelaten. Maar deze worden vaak aangevallen door gewapende troepen van de PUK en de Peshmerga, die zowel tegen ISIS vecht als tegen het eigen volk.
“De familie-Barzani heeft heel veel macht in handen. Familieleden van president Barzani hebben tal van centrale posities ingenomen.”
Het regime van Barzani wordt voorgesteld als een bondgenoot in de strijd tegen ISIS/Daesh. Kan het op dat punt gesteund worden?
“Barzani is een bondgenoot van Erdogan in Turkije. Er is een strategische overeenkomst met het Turkse leger dat in Iraaks-Koerdistan opereert om Barzani te steunen in zijn strijd tegen de Jezidi. Barzani verkocht ook heel wat licenties voor de uitbating van olievelden aan Turkse bedrijven. De samenstelling van het personeel in de oliesector is sinds 2003 sterk veranderd. Nu zijn er vooral migranten actief en is nog slechts ongeveer 20% Koerdisch.
“Het is een schande dat de Duitse regering en zelfs sommigen ter linkerzijde de Peshmerga steunen omdat ze denken dat deze tegen Daesh vecht. Toen Daesh de Jezidi aanviel in Sengal, waren het strijders van de YPG en de PKK die er gingen strijden tegen Daesh. De Jezidi-bevolking heeft zich daarop georganiseerd in eigen gewapende krachten, de Jezid Khan, die verbonden zijn met de YPG en de controle over de regio overnamen. Barzani begon toen een nieuw leger onder de naam ‘Rojava Peshmerga’ met als doel om een burgeroorlog tegen de Jezidi te beginnen. Ze bekampen de Jezidi met Duitse wapens, zo onthulde Der Spiegel. Gezien het strategisch belang van de regio Sengal is deze oorlog een groot cadeau voor Erdogan.”
Wat zijn de activiteiten van de politieke groep waartoe je behoort?
“Twee jaar geleden begonnen er betogingen in Suleimaniyah, maar er was geen leiding. Islamitische en burgerlijke krachten probeerden tussen te komen om het protest te controleren. In 2016 kwam het IMF naar Koerdistan en adviseerde het de regering om meer te privatiseren. De elektriciteitssector, hoger onderwijs en de landbouw zouden geprivatiseerd worden. De regering stelt dat de elementen van publiek bezit in deze sectoren “socialistisch” zijn en de oorzaak van de economische problemen.
“We kwamen tussen in de acties, organiseerden meetings en deden interviews op televisie. Maar dan werden we aangevallen door de KDP en de PUK. Ik moest spreken op een bijeenkomst in Erbil, maar de politie had de zaal gesloten. In Suleimaniyah werden al onze activiteiten verboden en we konden niet langer aan betogingen deelnemen omdat de politie ons persoonlijk tegenhield.
“We hadden toen geen politieke organisatie, enkel een cultureel en politiek centrum van marxisten: Socialist Centre Review. We proberen nu een nieuwe organisatie op te zetten, maar kunnen niet openlijk werken. Ik kreeg het advies van de veiligheidsdiensten om alle politieke activiteiten te stoppen of om het land te verlaten.
“Het Socialist Centre Review publiceert socialistische boeken, zoals klassiekers van Trotski en Luxemburg. We hebben heel wat materiaal in het Koerdisch vertaald, ook marxistische boeken die dicht bij onze politieke doelstellingen staan. Sommige boeken zijn aan hun tweede of derde druk toe, wat betekent dat er meer dan 1.000 van verkocht werden. Zo verkochten we meer dan 3.000 exemplaren van ‘Het Communistisch Manifest’ en zijn er van alle boeken van Trotski tussen 1.000 en 3.000 exemplaren verkocht. We hielden heel wat meetings voor studenten en werkenden en probeerden daarnaast in betogingen tussen te komen om zo te bouwen aan een nieuwe leiding. Nu proberen we een nieuwe politieke organisatie op te zetten. Er is een website en een magazine onder de titel ‘Alternatief.’ De eerste editie van het magazine moet volgende maand uitkomen. Via leden in ballingschap proberen we banden te creëren met socialisten in landen als Australië, Nederland, Groot-Brittannië en Duitsland.”
Jullie zijn de eersten die Trotski naar het Koerdisch vertalen. Waarom Trotski?
“Ik heb veel gelezen over de geschiedenis van het marxisme en de Russische Revolutie en stelde vast dat Trotski nooit in het Koerdisch was verschenen. Nochtans bood Trotski mij antwoorden op vragen als wat de bureaucratie was, waarom socialisme in één land niet werkt, waarom de Sovjet-Unie in elkaar stortte, … Maar ook voor de taken van socialisten in het Midden-Oosten geeft Trotski heel wat antwoorden. Zo begreep ik na het lezen van Trotski waarom de stalinistische politiek tot rampen leidde zoals de Iraanse revolutie van 1979.
“Door Trotski te bestuderen begreep ik dat de taken voor de revolutie gecombineerd worden. We hebben nu kapitalistische landen in het Midden-Oosten. Maar zonder democratische rechten voor de bevolking. We moeten opkomen voor democratische rechten en ook voor socialisme, beiden zijn met elkaar verbonden. De ervaring van 25 jaar kapitalistische autonomie van de Koerdische regio in Irak toont aan dat zelfbeschikking op kapitalistische basis niets oplost voor de massa’s. Er is socialistische verandering nodig met arbeidersdemocratie. Trotski geeft ideeën over hoe dit kan. Dat is waarom ik besloot om Trotski te vertalen. Zelf vertaalde ik als vijf boeken van Trotski en nu werk ik aan zijn ‘Geschiedenis van de Russische Revolutie,’ ‘Marxisme in onze tijd’ en ‘De Verraden Revolutie.’”
In Duitsland werk je samen met SAV, de Duitse afdeling van het CWI. Waarom?
“Toen ik in Duitsland aankwam, zocht ik contact met SAV. Ik nam deel aan het nationaal congres van SAV en kon er spreken. Dit is een nieuwe ervaring voor mij. SAV en het CWI staan dicht bij onze ideeën en politieke doelstellingen. Ik hoop dat we kunnen samenwerken aangezien we beiden socialisme en internationale revolutie willen. Hopelijk kunnen socialisten in Duitsland solidariteit organiseren voor ons en onze strijd voor verandering in Koerdistan.”
-
Europese betoging tegen Erdogan en het AKP-regime in Turkije
Vandaag trokken duizenden mensen door Brussel in een Europese betoging waartoe opgeroepen was door de linkse partij HDP (Democratische Volkspartij) en Koerdische organisaties in ons land. ER waren deelnemers uit verschillende Europese landen. De mobilisatie kwam er na de arrestatie van verschillende HDP-leiders en parlementsleden in Turkije terwijl de repressie tegen mensenrechtenorganisaties, journalisten en de media, vakbonden, … verder wordt opgedreven. Verschillende Koerdische dorpen en steden worden bezet door het leger.
Zoals onze Turkse kameraden van Sosyalist Alternatif opmerken: “De HDP staat in de vuurlinie omdat het de belangrijkste oppositiepartij in het land is en niet meestapt in de zogenaamde ‘nationale consensus’ na de mislukte poging tot militaire staatsgreep op 15 juli. Erdogan ziet in de HDP het belangrijkste politieke obstakel op de weg naar een presidentiële dictatuur. Na de mislukte staatsgreep deze zomer volgde een oprukkende tegenstaatsgreep met aanvallen op democratische rechten in het land. Alle stemmen van oprechte oppositie worden onder vuur genomen. Tal van academici, journalisten en politieke activisten werden opgepakt. Duizenden werknemers uit de publieke sector verloren hun job. Kritische media werden op willekeurige wijze het zwijgen opgelegd. (…) Tegelijk escaleert de oorlog en wil Erdogan zijn prestige en regionale ambities versterken. Het vergroot het gevaar op meer bloedvergieten en onveiligheid voor de volledige bevolking van Turkije, Koerdistan en de bredere regio.”De betoging werd ondersteund door verschillende Koerdische organisaties, maar ook door onder meer LSP dat een pamflet uitdeelde in het Frans, Nederlands, Duits en Engels. De zwakke aanwezigheid van de Belgische linkerzijde in deze beweging – er waren naast LSP ook militanten van Vrede, Solidarity for All en het Rojavacomité – laat helaas ruimte voor een rechtse partij als N-VA. Verschillende parlementsleden van die partij stapten op, ook al steunt de N-VA tegelijk het akkoord dat de EU sloot met het dictatoriale Turkse regime inzake de vluchtelingen. De N-VA spreekt zich uit tegen de repressie van Turkije tegen de Koerden en tegen de linkse HDP. Zal de N-VA dit standpunt van verzet tegen repressie doortrekken als het over Belgische activisten gaat? Of zal De Wever de politie blijven uitsturen om stakersposten op te breken zoals hij dit in juni in Antwerpen deed? Het lijkt erop dat de N-VA enkel deelnam om eigen politieke redenen (zoals een zeker ongenoegen bij een traditionele Vlaams-nationalistische achterban over het sluiten van akkoorden met Erdogan). Als beleidspartij houdt de N-VA het ondertussen gewoon bij die deals met Erdogan, het protest ertegen is tot woorden beperkt. N-VA deed eerder hetzelfde rond Palestina. Wie opkomt voor een toekomst zonder nationale of sociale onderdrukking heeft aan de reactionaire rechterzijde geen bondgenoot.
De aanvallen op de Koerdische bevolking en de volledige linkerzijde in Turkije moeten beantwoord worden. Solidariteit en eenheid van werkenden en jongeren tegen repressie, terreur en oorlog zijn noodzakelijk.
- Laat alle opgepakte HDP-parlementsleden en leiders vrij
- Heraanstelling van alle democratisch verkozen burgemeesters
- Stop de noodtoestand en de vervolging van dissidente stemmen
- Voor volledige democratische rechten, waaronder het recht op organisatie en protest
- Voor vrije meningsuiting en vrijheid van media
- Neen aan nieuwe oorlogen en bezettingen, haal de troepen terug
- Voor eengemaakt protest doorheen Turkije en de rest van de wereld als startpunt voor het verzet tegen het bewind van Erdogan
- Weg met Erdogan en het kapitalistische AKP-regime
-
Donderdag Europese betoging tegen dictator Erdogan

Affiche voor de betoging. Afspraak: donderdag 17 november om 10u aan Brussel Noord Komende donderdag is er in Brussel een Europese betoging tegen het dictatoriale bewind van Erdogan in Turkije. Het initiatief voor de betoging komt van de HDP, de linkse partij die vervolgd wordt in Turkije (eerder deze maand werden 11 parlementsleden en de voorzitters van de partij opgepakt). De betoging wordt ondersteund door Koerdische organisaties.
LSP roept op tot deelname aan deze betoging en steun aan het protest tegen dictator Erdogan. Turkije glijdt af naar een dictatoriale politiestaat waarin elke vorm van oppositie gewelddadig de kop wordt ingedrukt. Tegelijk neemt de instabiliteit toe, zowel regionaal als in Turkije zelf. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij het beleid van Erdogan en zijn conservatieve AKP-kliek.
In de strijd tegen het dictatoriale bewind van Erdogan zal internationale solidariteit een belangrijke rol spelen. De toenemende repressie en het geweld in Turkije en Koerdistan, waar volledige dorpen platgegooid worden door het leger, maken het steeds moeilijker om het verzet in dat land te organiseren. Om dit toch tot op zekere hoogte te kunnen doen, zal het cruciaal zijn om een benadering te vinden die aansluit bij de gewone Turkse werkenden en hun gezinnen. Ook zij gaan gebukt onder het beleid van Erdogan maar staan tegelijk onder invloed van de aanhoudende propagandamachine. De sociale problemen van dalende koopkracht, gebrek aan werk en onveiligheid zijn niet veroorzaakt door de Koerdische bevolking, maar door het asociale regime van Erdogan die meer bezorgd is om zijn eigen machtspositie en prestige dan om het lot van de gewone Turkse bevolking.
Er is een grote diaspora van Koerdische activisten in Europa. Zij neemt het voortouw in het protest, maar we zullen de progressieve Koerden toch niet alleen laten strijden? Afgelopen weekend was er in het Duitse Keulen een grote betoging tegen Erdogan, nu donderdag volgt Brussel. In Keulen namen ook delegaties van verschillende linkse organisaties deel, waaronder onze Duitse zusterorganisatie. We hopen donderdag in Brussel eveneens delegaties en vertegenwoordigers van Belgische linkse organisaties en partijen te zien.
De eisen die wij daarbij zullen verdedigen zijn:
- Laat alle opgepakte HDP-parlementsleden en leiders vrij
- Heraanstelling van alle democratisch verkozen burgemeesters
- Stop de noodtoestand en de vervolging van dissidente stemmen
- Voor volledige democratische rechten, waaronder het recht op organisatie en protest
- Voor vrije meningsuiting en vrijheid van media
- Neen aan nieuwe oorlogen en bezettingen, haal de troepen terug
- Voor eengemaakt protest doorheen Turkije en de rest van de wereld als startpunt voor het verzet tegen het bewind van Erdogan
- Weg met Erdogan en het kapitalistische AKP-regime
-
Steun het protest tegen de arrestatie van de HDP-leiders in Turkije
Vorige week werden de twee co-voorzitters en tien parlementsleden van de oppositiepartij HDP, een linkse en pro-Koerdische partij in Turkije, opgepakt. Twee van de gearresteerden werden op borgtocht vrijgelaten, maar de tien anderen zitten nog steeds vast. De afgelopen dagen waren er verschillende protestacties. Volgende week komt er wellicht een grote betoging in Brussel waarvoor ook LSP zal oproepen. Tegenover deze repressie en poging tot monddood maken van elke vorm van oppositie is actieve internationale solidariteit noodzakelijk. Hieronder publiceren we het standpunt dat gepubliceerd werd door Sosyalist Alternatif, onze Turkse zusterorganisatie.
[divider]
In de nacht van 3 november werden verschillende leiders en parlementsleden van de linkse en pro-Koerdische HDP (Volksdemocratische Partij) van hun bed gelicht door de Turkse politie. De twee co-voorzitters van de partij, Selahattin Demirtas en Figen Yuksekdag, werden samen met nog tien andere parlementsleden opgepakt en gevangen gezet.
Ook het secretariaat van de partij in Ankara werd op gewelddadige wijze binnengevallen. Deze invallen gebeurden in het midden van de nacht en gingen gepaard met de gebruikelijke methode van de Turkse overheid om de sociale media af te sluiten. Dat wordt gedaan om woedende reacties van de mensen te stoppen.
De arrestaties komen bovenop de gevangenneming van de twee co-burgemeesters van de Koerdische stad Diyarbakir, eveneens leden van de HDP. De afgelopen maanden werden tal van democratisch verkozen Koerdische burgemeesters op willekeurige wijze afgezet en vervangen door bestuurders die de wil van de centrale regering volzaam uitvoeren. Dit alles gebeurt onder het mom van strijd tegen ‘terrorisme’, een uitdrukking die willekeurig gebruikt wordt door dit regime om elke oppositiestem het zwijgen op te leggen.
De nieuwe arrestaties zijn gericht tegen invloedrijke figuren van de HDP en de Koerdische beweging. Dit is een nooit geziene stap. Het vormt een nieuwe stap in de repressie die opgedreven wordt tegen al wie in de weg staat van president Erdogan en zijn heersende partij, de AKP.
De HDP staat in de vuurlinie omdat het de belangrijkste oppositiepartij in het land is en niet meestapt in de zogenaamde ‘nationale consensus’ na de mislukte poging tot militaire staatsgreep op 15 juli. Erdogan ziet in de HDP het belangrijkste politieke obstakel op de weg naar een presidentiële dictatuur.
Na de mislukte staatsgreep deze zomer volgde een oprukkende tegenstaatsgreep met aanvallen op democratische rechten in het land. Alle stemmen van oprechte oppositie worden onder vuur genomen. Tal van academici, journalisten en politieke activisten werden opgepakt. Duizenden werknemers uit de publieke sector verloren hun job. Kritische media werden op willekeurige wijze het zwijgen opgelegd. Vorige week werden verschillende medewerkers van Cumhuriyet, een van de belangrijkste oppositiekranten, nog opgepakt.
Tegelijk escaleert de oorlog en wil Erdogan zijn prestige en regionale ambities versterken. Het vergroot het gevaar op meer bloedvergieten en onveiligheid voor de volledige bevolking van Turkije, Koerdistan en de bredere regio.
Sosyalist Alternatif en het volledige CWI veroordelen de arrestaties en eisen de onmiddellijke vrijlating van de opgepakte HDP-vertegenwoordigers. We steunen de acties en oproepen tot massamobilisaties. Het is belangrijk om niet in de val van de provocaties te stappen met individuele gewelddaden. Een bomauto in Diyarbakir onmiddellijk na de arrestaties doodde minstens acht mensen, dit is het soort van contraproductieve antwoorden die de repressie en verdelende acties van het regime makkelijker maakt. Het ondermijnt de opbouw van een sterke beweging van verenigd verzet tegen het bewind van Erdogan.
Meer dan ooit is er nood aan arbeiderseenheid en solidariteit tegen repressie, terreur en oorlog. De werkenden en jongeren en de linkerzijde, los van hun etnische achtergronden, moeten samen antwoorden op de acties van de Turkse staat. Massabetogingen en stakingen doorheen het land zijn nodig. De internationale solidariteit moet opgevoerd worden. Dit kan leiden tot een sterke en vastberaden strijd die een einde maakt aan het beleid van Erdogan.
- Laat alle opgepakte HDP-parlementsleden en leiders vrij
- Heraanstelling van alle democratisch verkozen burgemeesters
- Stop de noodtoestand en de vervolging van dissidente stemmen
- Voor volledige democratische rechten, waaronder het recht op organisatie en protest
- Voor vrije meningsuiting en vrijheid van media
- Neen aan nieuwe oorlogen en bezettingen, haal de troepen terug
- Voor eengemaakt protest doorheen Turkije en de rest van de wereld als startpunt voor het verzet tegen het bewind van Erdogan
- Weg met Erdogan en het kapitalistische AKP-regime
Stuur protestmails naar het Turkse ministerie van Justitie: info@adalet.gov.tr met een kopie aan cwi@worldsoc.co.uk






