Your cart is currently empty!
Tag: energie
-
Energie in private handen: drama voor onze portemonnee, ramp voor onze planeet

Zijn de stijgingen van de energieprijzen een simpel gevolg van vraag en aanbod in de nasleep van de heroplevende economie en een uitzonderlijk koude lente en zomer? Aan de oppervlakte lijkt dat zo, maar er is meer aan de hand. In laatste instantie is het de productiewijze die de schaarste of overvloed van producten bepaalt. Die wordt beheerst door de wetten van de vrije markt waarin de winst allesbepalend is en niet de noden van mens en planeet.
dossier door Michael Bouchez uit maandblad De Linkse Socialist
Stijgende prijzen voor vervuilende energie
De stijging van de energieprijzen beheerst de actualiteit en de rekeningen van de werkende klasse. Met uitzondering van diegenen die een inkomen hebben als dat van ministers, heeft iedereen de voorbije weken al eens stilgestaan bij de stijgende energieprijzen. Een heel groot deel zal zich ook al de vraag gesteld hebben of ze deze winter de temperatuur in huis wat lager zullen zetten. Voor diegenen die vandaag met een uitkering of minimumloon leven is de vraag stellen, ze onmiddellijk ook beantwoorden. De vraag daarbij is hoe ver de thermostaat al onder de comforttemperatuur stond.
Zoals zo vaak worden dergelijke gebeurtenissen met een zware impact op de levensstandaard van mensen afgedaan als zaken die ‘nu eenmaal tot de economie en de maatschappij behoren’. Wereldvreemde economen en journalisten, die de neoliberale dogma’s blind herhalen, zien in die menselijke drama’s dan weer een stimulans of ‘incentive’ om minder energie te verbruiken en dus een positieve ontwikkeling voor de klimaatcrisis. We komen hier later op terug.
Het is om te beginnen interessant in herinnering te brengen dat er tijdens de maanden van de wereldwijde lock-down euforisch hoopvol werd gedaan over de dalende vraag naar fossiele brandstoffen. Toen de prijs van een vat olie onder nul dook, in april 2020 (omdat er geen vraag naar olie was en de opslagkosten dus hoger lagen dan wat het vat opleverde), koesterden sommige commentatoren de illusie dat Big Oil wel verplicht zou zijn om van koers te veranderen en meer in te zetten op hernieuwbare energie. Onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen zou door COVID eindelijk doorbroken zijn.
Vandaag zijn die commentatoren opnieuw een illusie rijker. De economische heropleving na de lockdown baseert zich uiteraard op de productiemiddelen die voorhanden zijn en waren. De kapitalisten hebben tijdens de lockdown, wanneer de economie stilviel, hun winsten niet massaal geïnvesteerd in hernieuwbare energie. Dergelijke vooruitziendheid is niet besteed aan de chaos van de markt. Enkel korte termijn winst telt. De noden van mens en planeet zijn daar helemaal aan ondergeschikt.
Dat gebrek aan vooruitziendheid ligt ook mee aan de basis van de tekorten in gasreserves die vandaag de prijzen de lucht in jagen. In de kapitalistische winsteconomie bepalen vraag en aanbod uiteraard mee de prijs van de producten. De combinatie van de herneming van de economie, de relatief koude lente en zomer speelt mee. De realiteit is echter dat de kapitalisten de productie zelf aanpassen aan de winstmarges. Dat is wat de OPEC (Organisatie van olie-exporterende landen uit het Midden-Oosten en Afrika plus Venezuela) doet wanneer het de productie van olie bewust laag houdt om de prijzen de hoogte in te duwen. Hetzelfde geldt voor de aanvoer van gas uit Rusland, dat bovendien haar gasreserves gebruikt om geopolitieke redenen. Op basis van de prijsstijgingen van de fossiele brandstoffen gaat ook de elektriciteitsprijs omhoog: de kapitalisten uit de sector gebruiken de hoge prijzen om hun eigen zakken nog meer te vullen. De PVDA berekende dat Engie/Electrabel op die manier 120 miljoen euro per maand extra winst boekt. Dat is anderhalf miljard op jaarbasis. Kortom, de prijsstijgingen van gas en elektriciteit zijn vooral een resultaat van de winsthonger.
Taksen op CO2 zijn niet alleen asociaal, maar ook bijzonder inefficiënt in de strijd tegen de klimaatcrisis. De CO2-prijs steeg in Europa begin september voor de allereerste keer boven de 60 euro per ton, een verdubbeling tegenover begin dit jaar. De emissies die de energieproducenten uitstoten, worden gecompenseerd door de aankoop van emissierechten via het Europese ETS-handelssysteem. Deze kosten worden doorgerekend in de elektriciteitsprijs. Kortom: onze factuur stijgt zonder dat er meer groene energie voor in de plaats komt.
De CO2 die minder uitgestoten wordt door mensen simpelweg te dwingen om hun huis minder te verwarmen en minder te koken is niet alleen een druppel op een hete plaat, het treft bovendien enkel de consument en de armsten in het bijzonder. Bij gebrek aan massale investeringen in echte, betaalbare hernieuwbare energie leidt dit tot verdere druk op de energiefacturen van de gezinnen en toenemende energiearmoede voor de armsten. De stimulans die de productie zou ondervinden om meer in te zetten op hernieuwbare energie, wordt volledig teniet gedaan doordat ook de CO2-arme energie, die verre van altijd hernieuwbaar is, meestijgt in de marktprijzen. Dat is overigens wat duidelijk wordt in de prijsstijging voor elektriciteit opgewekt met kernenergie.
De liberalisering van de energiemarkt in België (2003 in Vlaanderen en 2007 in Brussel en Wallonië) heeft ons niet de beloofde betaalbare energie gebracht. Er is geen planning op lange termijn en enkel de winsten tellen, waardoor we betalen voor de winsten van de energiebedrijven en overgeleverd zijn aan de chaos van de markt.
Daarnaast is er nog een factor die meespeelt in de impact van de energieprijzen. De lonen stijgen niet mee. De prijzen aan de pomp worden al sinds 1994 niet meer meegerekend in de indexering. Dat is de gezondheidsindex. De automatische indexering doet dus niets aan de hogere prijzen voor diesel of benzine. Andere manipulaties van de index hebben ervoor gezorgd dat de verhoging van onze lonen en uitkeringen altijd ver onder de reële stijging van de levensduurte blijft. Die jarenlange onderindexering (gezondheidsindex vs reële index) en de indexsprong van 2016 hebben onze lonen stelselmatig uitgehold. Voor de regering en de patroons was er bovendien slechts 0,4% loonsverhoging mogelijk dit en volgend jaar.
Gascentrales of kernenergie? Een vals dilemma
De urgentie waar we vandaag voorstaan, is niet uit de lucht komen vallen. 30 jaar geleden was er al nood aan een fundamentele transitie. 30 jaar lang heeft het neoliberalisme er alles aan gedaan om de verantwoordelijkheid op de consument af te schuiven, terwijl de energieproducenten en Big Oil ongestoord verder konden doen. Vandaag blijven alle neoliberale politici en commentatoren in hetzelfde bedje ziek en beperken ze de uitdaging tot een vals dilemma tussen kernenergie en fossiele brandstoffen.
De logica van Groen en in het bijzonder minister van Energie Tinne Van Der Straete is wraakroepend. De bouw van gascentrales als alternatief om kerncentrales te sluiten, is hetzelfde als vuur bestrijden met vuur. Elektriciteitsproductie maakt 18% uit van de totale uitstoot (2019) in België. Volgens het Planbureau zou de elektriciteitsproductie bij een vervanging van de kerncentrales door nieuwe gascentrales tussen de 3 en de 4,4 miljoen ton extra uitstoot veroorzaken tegen 2030. Dat betekent een toename van 2,5 tot 3,8% van de totale uitstoot (116,7 Mt) van België in 2019.(1) In de huidige context is dat allesbehalve een “verwaarloosbare stijging” zoals het Planbureau dat noemt. Het is onwaarschijnlijk dat een groene minister de terechte en noodzakelijke eis van de klimaatbeweging voor de sluiting van kerncentrales diametraal tegenover de belangen van onze planeet zet.
Groen geeft zo aan de nucleaire lobby en een deel van het establishment een stok om mee te slaan. Kernenergie is zo stilaan het kapitalistische antwoord op de klimaatcrisis geworden. Een poging om zich in het debat verantwoord op te stellen en tegelijk de logica van het systeem te vrijwaren. Energiebedrijven kunnen immers monsterwinsten boeken met kernenergie, onder meer door een enorme overdracht van publieke middelen naar de zakken van de aandeelhouders. Ondanks de torenhoge kostprijs, is kernenergie voor kapitalisten uit de energiesector bijzonder lucratief: het is de gemeenschap, de belastingbetaler, die de kerncentrales rechtstreeks en onrechtstreeks subsidieert. De opslag van afval, de problemen die dat in de toekomst kan opleveren, de ontmanteling van centrales, het herstel van centrales en ook het risico op een kernramp. Dat alles wordt doorgeschoven naar de samenleving, terwijl de winsten van de verkoop van elke kWh naar de multinationals gaan. Het is trouwens alleszeggend dat kerncentrales altijd onderverzekerd zijn omdat geen enkele verzekeringsmaatschappij wil opdraaien voor het gigantische risico van een kernramp. In de wet staat dat eigenaren van kerncentrales een verzekering moeten sluiten met een dekking van 700 miljoen euro. Dat is een lachwekkend bedrag als je bedenkt dat de schade van de ramp in Tsjernobyl wordt geschat op 430 miljard euro.(2)
Centraal in de campagne om kernenergie te promoten staat de poging om het af te schilderen als een klimaatneutrale energiebron. Kernenergie is verre van een CO2-neutrale energiebron en uranium is een eindige grondstof. Kerncentrales stoten CO2 uit door de voortdurende winning en raffinage van het uranium dat nodig is. Volgens een studie van Mark Z. Jacobson, Professor burgerlijke & milieuingenieurswetenschappen aan de universiteit van Stanford stoten alle centrales ook 4,4g-CO2equivalent/kWh uit door de waterdamp en warmte die ze afgeven. Dit in tegenstelling tot zonnepanelen en windturbines, die de warmte- of waterdampfluxen naar de lucht met ongeveer 2,2 g-CO2e/kWh verminderen, wat voor deze factor alleen een nettoverschil oplevert van 6,6 g-CO2e/kWh.(3)
Diegenen die pleiten voor het bouwen van nieuwe kerncentrales vergeten erbij te zeggen dat “kernreactoren er 10-19 jaar of meer over doen tussen planning en opstart, in tegenstelling tot 2-5 jaar voor zonne- of windenergie. Daardoor veroorzaakt kernenergie de uitstoot van nog eens 64-102 g-CO2/kWh meer dan wind- en zonne-energie over 100 jaar op basis van de periode waarin we wachten tot ze actief worden.”(4)
Samengevat, concludeert Mark Z Jacobson, kosten nieuwe kerncentrales per kWh 2,3 tot 7,4 maal zoveel als windmolenparken op het vasteland of zonnecellen. In vergelijking met zonne-, wind- of water-energie duurt het 5 tot 17 jaar langer tussen planning en exploitatie, en ze produceren op die manier 9 tot 37 keer zoveel emissies per kWh als wind.(5)
Omwille van die kostprijs en lange opstartduur wordt nu steeds meer gesproken over SMR (Small modular reactors), zogenaamde kleine reactoren, gebaseerd op de militaire uitvoeringen zoals in nucleaire duikboten. Het wordt voorgesteld als veiliger, maar het is vooral een manier om de bouw en de exploitatie draaglijker te maken door de kosten te spreiden en sneller tot een afgewerkte productie-eenheid te komen. Dit verandert echter niets aan de gevolgen van een mogelijke kernramp of aan het afval. De reusachtige kostprijs die de samenleving betaalt voor elke kWh energie opgewekt met kernenergie, blijft bestaan, in plaats van die middelen op hernieuwbare energie in te zetten.
De keuze beperken tussen fossiele brandstoffen en kernenergie is volledig te wijten aan de logica van het kapitalisme. Indien alle langetermijnkosten of -voordelen meegerekend worden in de zoektocht naar alternatieven, zou de keuze snel gemaakt zijn: elke euro die geïnvesteerd wordt, levert het meest op in het onderzoek, de productie en de uitrol van volledig duurzame energieproductie en -distributie. Vandaag worden de kosten echter afgeschreven op de samenleving, de planeet en de toekomstige generaties, terwijl de winsten naar de aandeelhouders gaan.
- https://www.lesoir.be/397036/article/2021-09-27/sortir-du-nucleaire-ecornera-peine-notre-empreinte-carbone
- Greenpeace, Kernenergie, weggegooid geld, 2010
- Evaluation of Nuclear Power as a Proposed Solution to Global Warming, Air Pollution, and Energy Security In Jacobson, M.Z., 100% Clean, Renewable Energy and Storage for Everything, Cambridge University Press, New York, 427 pp., 2020
- Ibidem
- Ibidem
Nationalisatie van de energiesector
We leven in een maatschappij waarin we instant kunnen communiceren met de andere kant van de wereld, met zelfrijdende auto’s, waarin individuen zichzelf in de ruimte kunnen lanceren … maar om onze energieproductie te vergroenen zijn we machteloos?
Het Apollo programma dat in de VS liep van 1961 tot 1972 en dat op 8 jaar tijd de eerste man op de maan zette, betrof op haar hoogtepunt 5% van de publieke uitgaven in de VS. Dat zou vandaag voor de VS gaan over 350 miljard dollar per jaar. De vergelijking gaat uiteraard niet volledig op en België is de VS niet, maar het illustreert de mogelijkheden.
De Britse columnist George Monbiot stelt dat er voor het klimaat een even drastische actie vereist is als de wijze waarop de VS na de aanval op Pearl Harbour (1941) in oorlogsmodus schoten. De overheidsuitgaven vertienvoudigden waarbij alles op de oorlogsinspanning gericht was. Volledige sectoren schakelden op enkele weken tijd hun productie om. Monbiot stelt terecht dat het niet om een wonder ging, maar om “de uitvoering van een goed uitgedokterd plan.” Vandaag is inderdaad hetzelfde nodig: niet om oorlog te voeren en vernielingen aan te richten, maar om de planetaire bedreigingen het hoofd te bieden.
Hoe kunnen we de middelen mobiliseren die het mogelijk maken om een investeringsplan op lange termijn te lanceren dat zich niet laat saboteren door de zoektocht naar winsten op korte termijn? Op het parlementaire politieke terrein is de PVDA de enige partij die zich consequent tegen zowel kernenergie als fossiele brandstoffen verzet. Het is belangrijk voor links om zich niet te laten meeslepen in het valse dilemma dat het kapitalisme ons voorschotelt. De PVDA kaart terecht aan dat elke investering in gas of nucleaire energie een desinvestering is in duurzame energie. Ook de vermindering van BTW van 21% naar 6% op energie is een eis die voor tienduizenden gezinnen een slok op de borrel zou schelen.
Tegelijk lijkt de PVDA haar antwoord te beperken tot maatregelen die de private energiesector niet aantasten. In een interview op LN24 werd David Pestieau, ondervoorzitter van de PVDA, gevraagd of zijn partij voor de nationalisatie van de energiesector is. Het antwoord van Pestieau is “neen”. De controle over de energiesector verkrijgen kan volgens Pestieau door de oprichting van een publiek energiebedrijf dat naast de private bedrijven bestaat.
Als zo’n publieke energiemaatschappij niet enkel de productie en distributie van energie wil controleren, maar ook de investeringen en het onderzoek naar nieuwe, milieuvriendelijke technologieën wil coördineren, kan ze zich echter niet permitteren om in concurrentie te moeten gaan met de private sector. De urgentie is vandaag zo groot dat de investeringen veel hoger moeten zijn dan de directe inkomsten.
Wij denken dat een publiek energiebedrijf in een zee van kapitalisme uiteindelijk verplicht zal zijn om mee te stappen in de concurrentie als het niet wil verdrinken. De noodzakelijke massale investeringen in groene energieproductie en -distributie, gecombineerd met betaalbare prijzen voor energie kunnen onmogelijk rendabel zijn als de private bedrijven hun concurrentieduivels ontbinden. Zij schrijven de vervuiling van onze planeet af op de gemeenschap en toekomstige generaties. Dat is een waanzinnig groot concurrentievoordeel ten opzichte van een publiek energiebedrijf. Enkel een volledige publieke controle over de energiesector, een nationalisatie onder controle en beheer van de werkende klasse dus, is in staat om een langetermijninvestering te vrijwaren en alle werkelijke kosten in rekening te brengen, de kernuitstap onvoorwaardelijk uit te voeren in combinatie met een plan om de CO2-uitstoot van de energiesector naar 0 te herleiden.
De betaalbaarheid van energie en de transitie naar volwaardig duurzame productie zijn dus twee kanten van dezelfde medaille. Het is duidelijk dat zo’n scenario binnen een kapitalistische economie een krachtsverhouding vereist waarin de werkende klasse samen met de klimaatbeweging de eisvan nationalisatie bediscussieert en opneemt. Het zou een veel sterkere beginpositie zijn, die beantwoordt aan de urgentie. De volledige arbeidersbeweging moet zich achter de eis van energie in publieke handen scharen om zo de klimaatbeweging te versterken. Om de nodige transitie te plannen en uit te voeren, zal al het beschikbare personeel in de sector nodig zijn en mogelijk verder uitgebreid worden. Geen enkele job mag verloren gaan!
De discussie over de nationalisatie van de energiesector is deel van een veel bredere discussie over de maatschappij waarin we willen leven. Het mobiliseren van de enorme rijkdommen, technologieën en productiecapaciteit om ze te investeren in hernieuwbare energie, maar ook in onderwijs, gezondheidszorg, openbaar vervoer, sociale zekerheid, wetenschap en technologie zou een enorme sociale en technologische vooruitgang teweegbrengen voor de hele wereldbevolking. Laten we komaf maken met het kapitalistisch systeem dat zoiets verhindert, en gaan voor een democratisch socialisme, waarin dat eindelijk mogelijk wordt!
-
Stop de hoge facturen, breng energie in publieke handen

De prijzen voor gas en elektriciteit schieten de hoogte in. Een modaal gezin betaalt nu voor gas 1609 euro per jaar, tegenover 824 euro een jaar geleden (en 1031 euro in 2019). In Wallonië ligt de factuur het hoogst: 1.760 euro per jaar. De jaarlijkse elektriciteitsrekening is sinds 2019 van 891 euro gestegen tot 1014 euro. Dat zijn de cijfers van energieregulator Creg dat de aanbiedingen van de verschillende energieleveranciers bijhoudt. Het kluwen aan bedrijven en tarieven maakt dat het niet gemakkelijk is om exacte cijfers te vergelijken. Wel duidelijk is dat we nu fors meer betalen, terwijl onze koopkracht al onder druk stond. Sociaal protest zoals dat van de gele hesjes in Frankrijk kan snel terug op de agenda staan.
De stijgende prijzen worden toegeschreven aan een beperkte opslag van gas in Europa, de stijgende vraag door het economisch herstel, beperktere leveringen uit Rusland (dat druk zet om de vergunning van de aardgasleiding Nord Stream 2 naar Duitsland erdoor te krijgen) en aan milieumaatregelen, waarbij CO2-heffingen op onder meer gas geheven worden. Als je klimaatbeleid overlaat aan traditionele politici, dan wordt de factuur doorgeschoven naar de werkende klasse in plaats van naar de vervuilende multinationals en hun aandeelhouders.
Een groot deel van onze energiefactuur bestaat uit belastingen en accijnzen: voor elektriciteit gaat het om 45%. Op energie betalen we 21% BTW alsof het een luxeproduct is. Om de gevolgen van de prijsstijgingen te drukken, besliste de Spaanse regering al om de BTW van 21 naar 10% te verlagen. In Frankrijk is er een energiecheque van 150 euro voor ongeveer 6 miljoen mensen. Bij ons wil minister van Energie Tinne Van der Straeten (Groen) het sociaal energietarief verlengen: een vaststaand tarief voor bijna 1 miljoen gezinnen met een laag inkomen. De Europese Commissie kondigde al snel aan dat er richtlijnen komen om vast te leggen welke maatregelen lidstaten mogen nemen. De prijzen in toom houden of iets doen voor de 3 miljoen Europeanen die hun verwarming niet kunnen betalen, dat is voor de Europese Commissie dan weer geen prioriteit.
De Vivaldi-regering beloofde in september 2020 dat de energiefactuur niet zou stijgen. Het breken van die belofte schrijven de politici toe aan de evolutie van de markt, waar ze zelf niets aan kunnen doen. Het is problematisch dat zoiets belangrijk als energie wordt overgelaten aan de grillen van de markt, waardoor een gebrek aan planning leidt tot onbetaalbare prijzen. Het is schandalig dat het gebrek aan investeringen in groene energietransitie wordt misbruikt om de werkende klasse allerhande milieubelastingen op te leggen. Mike Writh, de ceo van Chevron, gaf in een interview met Bloomberg toe dat energiemultinationals genoeg middelen hebben om te investeren. Waarom ze dat niet doen? “De aandelenmarkt stuurt ons het signaal dat we dat niet moeten doen.” Op korte termijn hogere winsten boeken, vinden die aandeelhouders interessanter.
De volledige energiesector moet in publieke handen komen zodat niet de winsten van een klein groepje kapitalisten centraal staat, maar het voorzien in de noden van de bevolking. Energie is te belangrijk om het aan winstbejag te onderwerpen. Het moet in publieke handen komen onder democratisch beheer en controle van het personeel in de sector en de gemeenschap, zodat een democratische planning kan opgesteld worden. Dit zou een betaalbare factuur mogelijk maken, maar ook de noodzakelijke investeringen in groene transitie.
-
Marktchaos zorgt voor Britse energiecrisis – socialistische green deal nodig!

De media waarschuwen voor een winter van ontevredenheid. De brandstofcrisis maakt het moeilijk voor boze automobilisten om aan benzine te komen. Tankstations zijn leeg. Essentiële werkenden, zoals het personeel in de zorg, het onderwijs of de sociale sector, hebben moeilijkheden om op het werk te geraken. Premier Johnson reageerde door tijdelijke werkvisa aan te bieden aan 5000 vrachtwagenchauffeurs uit de EU en dit voor drie maanden tot aan kerstmis. Misschien is hij de lange rij vrachtwagens in Dover vorig jaar vergeten? Toen hadden duizenden chauffeurs moeite om thuis te geraken voor kerstmis.
Door Mike Forster (Socialist Alternative, onze zusterorganisatie in Engeland, Wales en Schotland)
Operatie Escalon
De regering zette het leger standby en startte ‘operatie Escalon’ waarbij 80 legertrucks worden ingezet. De concurrentie tussen de oliemaatschappijen werd versoepeld zodat alle tankstations meer brandstof kunnen krijgen. De eigenaars van de olieraffinaderij Stanlow, goed voor een zesde van de Britse brandstof, zijn in crisisonderhandelingen met de regering verwikkeld over een onbetaalde BTW-factuur van 223 miljoen pond. Die factuur kan tot de ondergang van het bedrijf leiden. Wellicht zal de regering tussenkomen om het bedrijf te redden. Dat deed de regering eerder ook met het Amerikaanse bedrijf FC Fertilisers, dat goed is voor een grote CO2-uitstoot.
Natuurlijk is er nu sprake van woekerwinsten met brandstofprijzen die tot 1,40 pond per liter kosten. Dit zal nog verder toenemen nu een vat olie 80 dollar kost, in vergelijking met minder dan 40 dollar een jaar geleden. De media voorspellen een ‘perfecte storm’ voor de conservatieve regeringspartij die nu geconfronteerd wordt met meerdere tekorten en crises.
Oorzaken brandstofcrisis
De Tories proberen de schuld te geven aan “paniekaankopen”, wat misschien een tijdelijke factor is, maar in werkelijkheid broeit deze crisis al jaren. De Road Haulage Association (RHA) schreef Johnson al in juni om hem aan te sporen “beslissende stappen te ondernemen om het tekort van 100.000 vrachtwagenchauffeurs aan te pakken,” en beschreef de toeleveringsketens als “fijn uitgebalanceerd.” Vorige week probeerde de regering de RHA ervan te beschuldigen paniekaankopen uit te lokken. In werkelijkheid is het aantal gekwalificeerde vrachtwagenchauffeurs de laatste vijf jaar stelselmatig gedaald.
Voormalige chauffeurs blijven op sociale media onmenselijke arbeidsomstandigheden beschrijven. De voorzitter van de Nederlandse vakbond zei in een radio-interview dat “chauffeurs uit heel Europa alle vertrouwen verloren hebben in deze bedrijfstak die al ziek was en geplaagd werd door uitbuiting.” Chauffeurs moeten in hun eigen cabine slapen, vaak zonder sanitaire voorzieningen, benzinestations zijn veel te duur en hebben geen basisvoorzieningen, en van chauffeurs wordt verwacht dat zij voor hun eigen onderdak betalen. Geen wonder dat 25.000 Europese chauffeurs na Brexit naar huis zijn teruggekeerd om te werken.
Covid
Natuurlijk is Covid ook een factor die meespeelt. De Driver & Vehicle Licensing Agency (DVLA) heeft een enorme achterstand bij het uitvoeren van rij-examens die tijdens de pandemie zijn geannuleerd. De Tories proberen deze nu versneld uit te voeren, maar in werkelijkheid zullen de problemen niet opgelost geraken door de snelle oplossingen die Johnson nu bedenkt. Hij heeft zelfs gesuggereerd dat chauffeurs langer zouden mogen werken, wat zeer onveilig zou zijn en een mogelijk recept voor verdere rampen.
Meer in het algemeen laat deze crisis zien dat grote delen van de economie nog steeds afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen, die de vernietiging van het klimaat in de hand werken. Zij legt de oppervlakkige aard bloot van de groene retoriek van de regering. Die retoriek dient als een dun laagje groen vernis boven een beleid dat weigert in te gaan tegen de belangen van de grote kapitalistische monopolies die een bedreiging vormen voor de leefbaarheid van de planeet.
Winter van ontevredenheid?
De afgelopen dagen stonden de media vol berichten over de dreiging van een tekort aan gas. Er zijn al 13 energiebedrijven failliet gegaan en er gaan geruchten dat één van de zogenaamde ‘Big Six’ in de sector op de rand van het faillissement staat. De prijs hiervoor wordt doorgeschoven naar de werkende mensen, die het al moeilijk hebben om rond te komen met een karig budget. Het Verenigd Koninkrijk is in de greep van een koopkrachtcrisis door het einde van steunmaatregelen, de verlaging van de uitkeringen, de verhoging van de sociale bijdragen die mensen zelf moeten betalen, de aanhoudende bevriezing van de lonen en de stijgende brandstof- en voedselprijzen. Een oud-minister van de Britse conservatieven voorspelde “zeer moeilijke tijden voor honderdduizenden mensen.”
Al deze elementen vragen om een vastberaden en strijdbare reactie van werkenden en jongeren voor wie de maat meer dan vol is.
Socialist Alternative zegt:
- Maak een einde aan de woekerwinsten, nationalisatie onder controle van het personeel en de gemeenschap van de grote brandstof-, energie- en transportbedrijven.
- Een einde aan de bevriezing van de lonen in de publieke sector en een onmiddellijke verhoging van het minimumloon tot 15 pond per uur, met een jaarlijkse stijging van de lonen op basis van de kosten van levensonderhoud
- Gratis accommodatie en opleidingen voor alle vrachtwagenchauffeurs
- Een socialistische “Green New Deal” – een democratisch economisch plan voor de onmiddellijke overgang weg van fossiele brandstoffen, onder meer via massale investeringen in echt groene infrastructuur en technologie
- Voor een massale campagne om de Tories van de macht te verdrijven en te strijden voor een regering die zich inzet voor de belangen van de werkende mensen
-
Vlaamse regering opnieuw in de mist rond energie

Foto: Pixabay De crisis rond de zonnepanelen ondermijnt eens te meer het energiebeleid van de Vlaamse regering en bij uitbreiding de volledige Vlaamse regering. Die was niet in staat om de woonzorgcentra te beschermen tegen de pandemie, faalt al jaren in de zorgsector en ook rond het energiebeleid. Er is de noodzaak van vergroening, maar de regering weigert om dit op planmatige wijze te doen en bovenal is er een weigering om ook maar een beetje aan de belangen van de grote bedrijven te raken.
De Vlaamse regering stimuleerde de plaatsing van zonnepanelen door middel van subsidies en nadien met een stelsel van terugdraaiende teller. Dat stelsel werd in het leven geroepen om de bevolking te overtuigen om zonnepanelen te plaatsen. Velen deden dit uit ecologische overwegingen, maar natuurlijk spelen financiële aspecten ook mee bij dergelijke investeringen. Dat de regeling van de Vlaamse regering omtrent de terugdraaiende teller mogelijk geen stand zou houden voor het Grondwettelijk Hof, was van bij het begin duidelijk. De Vlaamse regering zette toch door: een sterke uitbreiding van het aantal zonnepanelen was noodzakelijk bij gebrek aan voldoende andere maatregelen om de energie te vergroenen. De vernietiging van de maatregel van de Vlaamse regering rond de terugdraaiende teller treft tienduizenden gezinnen die dachten dat de beloften van de regering ook effectief zouden gehouden worden.
De Vlaamse regering trekt een half miljard euro uit om de eigenaars van zonnepanelen te compenseren. Dit komt bovenop de 30 miljard die al geïnvesteerd zijn in groene energie. Een groot deel van die middelen ging naar de eigenaars van megaparken met zonnepanelen (zoals Fernand Huts en tal van andere bedrijfsleiders) en de grote elektriciteitsproducenten. Dat is tekenend voor het falen van het ‘groene kapitalisme’: vergroening van energie zonder dat de gemeenschap zeggenschap heeft over de volledige energiesector, leidt tot gegraai door sommigen en accidenten bij de rest. Heel wat mensen zijn dan ook terecht kwaad omdat ze belazerd werden.
Er zijn verschillende initiatieven om naar de rechtbank te stappen om een volledige schadeloosstelling van de Vlaams eregering te bekomen. Dat is nuttig, maar het wordt best gekoppeld aan de eis van een energiesector in publieke handen. Dan is een democratische planning mogelijk om op basis van de technologische mogelijkheden, de bereidheid van brede lagen van de bevolking om een rol te spelen en de noden rond zowel energie als milieu centraal te stellen. We mogen ons niet laten verdelen tussen mensen die zonnepanelen plaatsten en zij die dit niet deden (of er niet de middelen voor hebben). Het probleem zit niet bij onze buren met zonnepanelen, maar bij een energiesector waarin private winsten alles bepalen en een overheid die een steeds groter deel van de elektriciteitsfactuur bepaalt.
-
Vier klimaatvoorstellen voor system change
1/ Gratis en degelijk openbaar vervoer
Eén van de populairste eisen onder jonge klimaatactivisten is die voor gratis en degelijk openbaar vervoer. Deze eis gaat in tegen pogingen van gevestigde politici om klimaatmaatregelen tegenover koopkrachteisen te plaatsen.
Openbaar vervoer is de afgelopen jaren steeds duurder geworden voor gebruikers. Dat is onderdeel van de voorbereiding op het liberaliseren en privatiseren van alle elementen van het openbaar vervoer. Tot wat dit leidt, zien we bij internationaal reizigersverkeer per spoor of nog bij het vrachtverkeer per spoor. Het internationaal reizigersverkeer is geliberaliseerd met erg hoge prijzen als gevolg. Waar onze grootouders nog regelmatig voor de trein kozen om naar het buitenland op reis te gaan, is dit vandaag bijna onbetaalbaar. Een ticketje heen en terug van Antwerpen naar Amsterdam kost al gauw 70 euro! Het goederenvervoer per spoor werd geliberaliseerd waardoor het aandeel van het spoor in dat goederenvervoer tussen 2000 en 2015 daalde van 10% naar 7%. Resultaat: meer vrachtwagens op de weg! Het huidige beleid maakt de mobiliteitsproblemen groter en is nefast voor ons milieu.
Er wordt al jarenlang bespaard op openbaar vervoer. Op vijf jaar tijd is de publieke dotatie voor de NMBS met 663 miljoen euro per jaar afgenomen. Het aantal personeelsleden is op vijftien jaar met een kwart gedaald. Bij De Lijn is 110 miljoen euro ingeleverd. De totale overheidsbijdragen aan NMBS, De Lijn, MIVB en TEC bedroegen vorig jaar 2,4 miljard euro. Dat is veel, maar slechts de helft van wat bedrijfswagens de gemeenschap kosten. Niet dat we voorstellen om dat voordeel in natura voor werkenden zomaar af te schaffen: afbouw van overheidssubsidies aan bedrijfswagens moet gekoppeld worden aan de omzetting van dit voordeel in natura in nettoloon voor werkenden (de hogere ‘kost’ van het brutoloon is voor de werkgever). Het algemene beeld is duidelijk: het beleid investeert vandaag niet in meer en beter openbaar vervoer.
Het is logisch dat er onder het personeel van het openbaar vervoer veel wrevel is. Het gebrek aan middelen wijst op een gebrek aan respect voor de inspanningen van het personeel. Bovendien komen er allerhande maatregelen bij zoals verhoging van pensioenleeftijd, afbouw brugpensioen, inleveringen op loon, … Degelijk openbaar vervoer is niet mogelijk als er geen respect is voor het personeel. De strijd voor alternatieven op de wagen gaat hand in hand met de belangen van het personeel van openbaar vervoer. Zoals Naomi Klein opmerkte: “Stakende spoorwerknemers zijn de klimaatactivisten van de 21ste eeuw.”
In plaats van individuele bestraffing is er nood aan collectieve alternatieven. Gratis en degelijk openbaar vervoer is daar een essentieel onderdeel van. Het vereist strijd om meer publieke middelen en het is noodzakelijk voor een rationele planning van mobiliteit.
2/ Energie in publieke handen
De energiesector speelt een enorme rol in de ecologische crisis. De 100 bedrijven die sinds 1988 verantwoordelijk zijn voor 71% van de wereldwijde uitstoot, zijn zo goed als exclusief gas-, steenkool-, olie- en andere energiebedrijven! In de EU-landen is 78% van de uitstoot van broeikasgassen afkomstig van de energiesector. Wetenschappers zijn dan ook unaniem: er is nood aan een radicale verandering van ons energielandschap. De manier waarop we vandaag energie opwekken, onder andere door het verbranden van fossiele brandstoffen, zorgt voor een te grote uitstoot van broeikasgassen.
Het is een illusie om te denken dat we energiegiganten met “rationele argumenten” zullen kunnen veranderen. Alle beursgenoteerde olie- en gasmaatschappijen samen, voorzagen vorig jaar slechts 1,3 procent van hun totale investeringsbudget voor groene energie.
In België is de stroomvoorziening voor 85% in handen van vier Europese energiereuzen: GDF Suez (Electrabel), EDF (Luminus), ENI en RWE (Essent). Het zijn deze bedrijven en hun aandeelhouders die bepalen op welke manier energie geproduceerd wordt. De gemeenschap heeft hier niets over te zeggen, maar draait wel op voor de nefaste gevolgen van de milieuvervuilende productiemethoden van energiegiganten.
Tussen 2007 en 2017 steeg de prijs van elektriciteit voor een gewoon gezin in België met 71,8%. Deze prijsstijging kwam er niet opdat er geïnvesteerd zou kunnen worden in duurzame energie. Noch was deze prijsstijging er om te investeren in de noodzakelijke infrastructuur voor de productie van energie. Dreigingen van stroomtekorten worden gebruikt om de prijzen voor gezinnen verder op te trekken. Eén op de vijf Belgische gezinnen leeft hierdoor in energiearmoede.
Tussentijdse maatregelen als een BTW-verlaging of prijscontroles kunnen de prijzen drukken. Om de mindere inkomsten voor de overheid op te vangen, moet het geld gezocht worden waar het zit. Een vermogensbelasting als progressieve belasting kan daartoe bijdragen. We zullen dit soort maatregelen niet zomaar bekomen: multinationals zullen zich met hand en tand verzetten. Denk maar aan de campagnes van de kernlobby of het verzet van een bedrijf als Amazon toen een beperkte taks op het bedrijf werd voorgesteld in Seattle. De private bedrijven vragen om groener en socialer te worden, werkt niet. Dat zagen we in Barcelona waar de openbare aanbesteding voor elektriciteitsvoorziening een sociale clausule meekreeg. Geen enkel bedrijf deed een bod! Er werd ook meteen een procedure gestart toen de stad een eigen energiebedrijf opzette. De winsten zijn heilig, wie daaraan raakt wordt meteen op alle mogelijke manieren bestreden.
3/ Meer publieke middelen voor democratisch en onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek
Het favoriete argument van rechtse politici en andere cynici tegen de jonge klimaatactivisten is dat ze beter wel naar school zouden gaan om voldoende kennis te verzamelen om de klimaatproblematiek aan te pakken. Nochtans is er op zich nu al geen gebrek aan technologie en wetenschap. De centrale vraag is echter wie deze controleert en hoe wetenschappelijk onderzoek gefinancierd wordt.
Onderzoek gebeurt doorgaans enkel in functie van de winst. Ontdekkingen die een positieve bijdrage kunnen leveren in de strijd tegen klimaatverandering worden bovendien vaak opgekocht door ondernemingen die de toepassing ervan willen voorkomen. Zo liggen er patenten voor duurzame batterijen en efficiënte energieopslag in de kluis bij bedrijven als Exxon Mobil. Zij hebben er belang bij dat elke druppel olie wordt opgeboord alvorens de alternatieven op de markt gebracht worden.
Erger nog: multinationals investeerden de afgelopen jaren miljarden in ‘onderzoek’ om klimaatverandering te ontkennen of te minimaliseren. Zo weten oliebedrijven al sinds eind jaren 1970 dat er een verband is tussen fossiele brandstoffen en de vergiftiging van onze atmosfeer. Deze informatie werd achtergehouden en toen het toch bekend raakte, werd vooral geïnvesteerd in allerhande denktanks die deze informatie betwistten.
Daarnaast werd geïnvesteerd in lobbywerk om vervuilende praktijken te behouden of mogelijk te maken. Onder het kapitalisme worden miljarden verspild aan de vernietiging van ons leefmilieu, socialisten willen deze miljarden inzetten voor de ontwikkeling van milieuvriendelijke alternatieven.
Momenteel hebben we geen volledig zicht op welke maatregelen nodig en mogelijk zijn om onze leefomgeving te redden. Vaak is het ook geen prioriteit van onderzoek. Zelfs aan de universiteiten is onderzoek steeds meer afhankelijk van wie het betaalt. Grote bedrijven hebben daarbij uiteraard vooral interesse in onderzoeksprojecten die hen extra winsten kunnen opleveren. Daarom wordt via de privatisering van het hoger onderwijs geprobeerd om een grotere controle op universiteiten te krijgen.
Uiteraard komt er interessant onderzoek van universiteiten en hun laboratoria, ook al gebeurt dit vaak zonder enige werkelijke coördinatie en mondt het vaak uit in ontdekkingen die opgekocht worden door ondernemingen om te voorkomen dat de ontdekkingen toegepast worden. Er is dus al heel wat kennis aanwezig. Maar om een vollediger zicht te kunnen hebben op de situatie en de oplossingen, moeten de hefbomen van onze economie en onze kennis in publieke handen komen.
Elke inmenging van de industrie en de private sector moet uit het wetenschappelijk onderzoek weg. We eisen dat wetenschappelijk onderzoek onafhankelijk is en niet onderhevig aan winstbejag. Een afschaffing van patenten en massale investeringen in onderzoek naar duurzame technologie is noodzakelijk om alle kennis ten dienste te stellen van mens en planeet. Dit betekent dat alle technologie en kennis waarover we vandaag beschikken in de strijd tegen de opwarming van de aarde ingeschakeld kan worden!
4/ Voor een ecologisch en democratisch geplande economie
Het kapitalistische winstbejag staat haaks op onze belangen en die van onze planeet. De grote multinationals die verantwoordelijk zijn voor het leeuwendeel van de uitstoot zijn in handen van een klein groepje rijken. De 26 rijkste mensen bezitten evenveel als de 3,8 miljard armsten. Als we klimaatverandering willen bestrijden, moeten we de verantwoordelijken ervoor aanpakken. Regels opleggen volstaat niet, die grote bedrijven vinden duizenden achterpoortjes en hebben voldoende lobbyisten en andere gevestigde politici in hun zak om nieuwe achterpoortjes open te zetten.
Wat we niet bezitten, kunnen we niet controleren. Het leidt onder al wie iets wil doen tot de begrijpelijke reactie om de focus niet op de productie, maar op de consumptie te leggen. De media doen er alles aan om dit te versterken: zowat elk interview met een jonge klimaatactivist draait rond de vraag naar inspanningen door die jongere zelf. Soms wordt het doorgetrokken naar asociale maatregelen zoals koolstof- of ecotaksen. Het resultaat van dergelijke taksen is geen toename van milieuvriendelijke productie. Het tast enkel de koopkracht van gewone werkenden en jongeren aan. Hiermee wordt de essentie uit de weg gegaan: de productie die in handen is van een klein aantal grote bedrijven. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat een bedrijf als ExxonMobil voorstander is van een CO2-taks.
Het gebrek aan democratische planning leidt tot een enorme verspilling. Zo gaat een kwart tot een derde van het geproduceerde voedsel verloren: minstens 1,3 miljard ton per jaar! En dan hebben we het nog niet over de verspilling als gevolg van investeringen in reclame, lobbywerk en het tegenhouden van productie van duurzamere goederen met een langere levensduur.
Er is een grote omslag nodig in de productie, onder meer om de 2.400 miljard dollar per jaar in hernieuwbare energie te investeren die volgens het IPCC nodig is. Deze middelen kunnen gemakkelijk gevonden worden: waarom de 1.700 miljard dollar die jaarlijks naar wapens gaan niet inzetten voor een sociaal nuttig doel? Ongetwijfeld is een grote meerderheid van de bevolking daar voorstander van. Maar indien we de economische hefbomen niet in publiek bezit nemen, is er geen democratische controle en beheer mogelijk.
Daarom komen we op voor de nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie onder democratische controle van de gemeenschap. Dat moet de basis leggen om tot een rationele planning te komen waarbij de beschikbare middelen worden afgestemd op de noden en behoeften van de mens en de planeet. Het kapitalisme ondergraaft zowel de menselijke arbeidskracht als de natuur, de twee bronnen van alle rijkdom. Een rationeel en democratisch geplande economie maakt het mogelijk om verspilling te stoppen, de beschikbare kennis te benutten en een groene transitie op te starten. Dat is wat wij socialisme noemen.
Meer lezen? Bestel ons boek ‘Socialisme of ecologische catastrofe’ (108 pagina’s) voor 8 euro (verzendkosten inbegrepen)
-
Wij betalen ons blauw aan energie, Engie/Electrabel deelt miljarden uit aan aandeelhouders
Breng energie in publieke handen!
Er is een verband tussen de hoge energiefacturen die wij moeten betalen en het beleid van de top van Engie/Electrabel waarbij stelselmatig miljarden worden doorgesluisd naar de aandeelhouders. Eerder raakte bekend dat Electrabel in 2017 een dividend in natura van 1,641 miljard euro aan het Franse moederbedrijf uitkeerde. Nu maakte de Franse beursanalist OFG Recherche bekend dat Engie tussen 2009 en 2015 maar liefst 19,5 miljard euro aan de aandeelhouders gaf, een pak meer dan de uiteindelijke nettowinst. Het beeld is duidelijk: alles staat in het teken van de inhaligheid van de aandeelhouders.Electrabel maakte in het eerste decennium van deze eeuw mooie winsten in ons land. In 2006 bijvoorbeeld was er sprake van een nettowinst van 3,6 miljard euro. De afgelopen jaren was dit officieel niet langer het geval. Boekhoudkundige operaties zijn daar de oorzaak van. Ondertussen stelt zich een probleem met de kost van de sluiting van de reeds lang afgeschreven kerncentrales. De regering voerde een nucleaire spaarpot in, Synatom, om die kost op te vangen. Het bedrag voor die spaarpot was echter van bij het begin betwist. Bovendien is vastgelegd dat de rest van de kosten door Electrabel zelf moet gedragen worden. Engie zal er alles aan doen om deze kosten te vermijden: het kan Electrabel proberen te verkopen of het bedrijf volledig ontmantelen zodat het niet in staat is om de kost van de kernuitstap te betalen. Dat zou passen in het fenomeen dat we ook bij de bankencrisis van 2008 zagen: de winsten waren voor de privé, de kosten achteraf voor de gemeenschap.
Nochtans is het duidelijk dat Engie/Electrabel geld genoeg heeft. Als er op zes jaar tijd 19,6 miljard euro aan de aandeelhouders kan uitgekeerd worden, dan zijn er voldoende miljarden aanwezig! De grote winsten van de afgelopen jaren werden niet geïnvesteerd in alternatieve duurzame energiebevoorrading. Er werd evenmin voldoende provisie aangelegd voor de kosten van het kernafval en de sluiting van de centrales. De aandeelhouders gingen met de winsten op basis van onze hoge energiefacturen lopen. Ondertussen bleef onze energie afhankelijk van kerncentrales met reactoren die dateren uit de jaren 1970 en 1980 die al lang moesten gesloten zijn. Wij worden kaalgeplukt door de hoge facturen en bovendien wordt onze veiligheid in het gedrang gebracht door oude kernreactoren in werking te laten en door ons op te zadelen met het probleem van het kernafval.
Als antwoord op deze situatie stelt Groen voor om sterkere garanties van Engie/Electrabel te eisen: de reserves voor de atoomspaarpot zouden bij de Nationale Bank moeten ondergebracht worden in plaats van het grotendeels in beheer van Engie zelf te laten (waarbij een groot deel door het bedrijf aan zichzelf wordt uitgeleend). Engie/Electrabel heeft de afgelopen jaren nochtans getoond dat het enkel de belangen van de aandeelhouders dient en elke poging tot strengere regelgeving weet te omzeilen. Het antwoord van Groen volstaat dan ook niet. De volledige energiesector moet in publieke handen komen, zodat de winsthonger uitgeschakeld wordt en er voldoende ruimte is voor onderzoek naar en investeringen in groene energie. Wat de gemeenschap niet bezit, kan ze niet ernstig controleren. Energie is te essentieel om het aan private bedrijven over te laten. Energie moet niet alleen in publieke handen komen om een groene transitie mogelijk te maken, maar ook om iets te doen aan de facturen die steeds zwaarder op het gezinsbudget wegen.
-
Energie. Besparen op dienstverlening tot het licht uitgaat
- Onze factuur steeg de afgelopen tien jaar met 71,8% en toch werd niet in energiebevoorrading geïnvesteerd
- Breng energie in publieke handen!
Jarenlang is er onvoldoende geïnvesteerd in energiebevoorrading. Telkens weer werd de levensduur van oude kerncentrales verlengd. Tot ook daar de problemen zo groot worden dat er een stroomtekort dreigt in de winter. Iedereen schuift de verantwoordelijkheid hiervoor naar iedereen door: Engie/Electrabel, de regering, de netbeheerder, het controle-orgaan. Het ergste is dat ze een punt hebben: alle spelers zijn mee verantwoordelijk.De liberalisering en privatisering van energie heeft op het begin van deze eeuw tot megawinsten voor Electrabel en moederbedrijf Suez/Engie gezorgd. De voorbije jaren werden de grote winstcijfers van Electrabel enkel onderuit gehaald door boekhoudkundige operaties, zo werd vorig jaar nog een dividend in natura van 1,6 miljard euro uitgekeerd aan het Franse moederbedrijf. In 2006 maakte Electrabel in ons land een nettowinst van 3,6 miljard euro of ongeveer 330 euro per inwoner van dit land. Officieel maakte het bedrijf de afgelopen jaren verlies, wat onder meer toegeschreven werd aan de nucleaire provisies: het spaarpotje dat aan de kant gehouden moet worden voor een kernuitstap. Het bedrag daarvan staat echter niet in verhouding tot de grote winsten die de jaren voordien geboekt werden met de reeds lang afgeschreven centrales.
De grote winsten die ook officieel werden behaald de afgelopen jaren werden niet geïnvesteerd in alternatieve energiebevoorrading. De winsten verdwenen in de zakken van de aandeelhouders, terwijl onze energie afhankelijk bleef van kerncentrales met reactoren die dateren uit de jaren 1970 en 1980 en bedoeld waren om nu reeds gesloten te zijn. De kerncentrales kampten de afgelopen jaren met tal van problemen zoals scheurtjes en nu ook betonrot. Hierdoor liggen vijf van de zeven reactoren stil en straks nog een zesde. Normaal komt ongeveer de helft van de elektriciteit in ons land van kerncentrales.
Het probleem van energiebevoorrading werd de voorbije jaren niet aangepakt: er was geen ambitieus plan van investeringen in duurzame energie. De regering keek naar het geprivatiseerde Electrabel, waar enkel naar de winsten voor de aandeelhouders werd gekeken. Energie overlaten aan de private sector leidt tot dit soort situaties: in plaats van vooruit te gaan, wordt nu al gesproken over een afschakelplan waarbij volledige gemeenten een tijdje zonder stroom zullen zitten. In landen als Pakistan of Nigeria gebeurt dat wel vaker, maar in België?!
We zien hetzelfde fenomeen als bij de publieke infrastructuur: een jarenlang gebrek aan investeringen zorgt voor aftakeling en leidt tot problemen. We zagen het met de Brusselse tunnels of de Morandi-brug in Genua. Dit is wat nu ook in de energiesector gebeurt, met die bijkomende opmerking dat ongevallen in kerncentrales bijzonder rampzalig zouden zijn. Daar zullen we toch niet op wachten?
De regering en de private spelers zullen ons zeggen dat een overgang naar andere energiebevoorrading erg duur is. Ze zullen dreigen met nog meer prijsstijgingen. Maar waar zijn de prijsstijgingen van de afgelopen jaren naartoe gegaan? Van 2007 tot 2017 was er een stijging van de elektriciteitsprijzen voor particulieren van 71,8% (met in Vlaanderen de hoogste stijging: +114,7% of meer dan een verdubbeling). Wij hebben de afgelopen jaren betaald voor de liberalisering en privatisering van de energiemarkt. We betalen een pak meer, maar de dienstverlening wordt niet langer gegarandeerd, laat staan dat geïnvesteerd is in veiliger dienstverlening.
Energie is te belangrijk om over te laten aan de winsthonger van de private sector. Om zowel naar veilige en schone energie te evolueren als de prijzen onder controle te houden, moet energie in publieke handen komen. Dan wordt het mogelijk om massaal te investeren in onderzoek naar en ontwikkeling van schone energie.
-
Kernuitstap zonder ons blauw te betalen kan: breng energie in publieke handen!
De kerncentrales van Doel en Tihange zullen volgens het energiepact sluiten tegen 2025. N-VA en de werkgevers liggen dwars: een kernuitstap zou de bevoorrading bedreigen. Over de veiligheid van de omwonenden wordt niet gerept. Wel wordt meteen gedreigd om de ‘kosten’ voor de kernuitstap op de werkende bevolking te verhalen. Om de energiemultinationals buiten schot te houden wordt de keuze beperkt tussen het gevaar op kernrampen en ons blauw betalen voor energie.Artikel door Sander (Gent) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Ook het energiepact dat overeengekomen werd door de vier energieministers die dit land rijk is, zal vooral doorgerekend worden aan de burger. De afgelopen jaren maakten de energiemultinationals, in de eerste plaats Electrabel, fenomenale winsten. Het uitstel van de kernuitstap – normaal hadden de laatste centrales in 2005 moeten sluiten – droeg daaraan bij. De superwinsten werden niet of onvoldoende geïnvesteerd in alternatieven. In het energiepact blijven de energiemultinationals buiten schot. Ze krijgen zelfs geen maximumvolume opgelegd wat de uitstoot betreft.
Het was al duidelijk dat de “inspanningen” die gedaan werden om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5°C meer dan onvoldoende zijn. Op de voorpagina van De Standaard prijkte in november de harde realiteit: met het huidige beleid halen we de al extreem lage quota van Parijs 2015 niet. De vier energieministers kwamen niet verder dan een teleurstellend pact. De kernuitstap in 2025 werd herbevestigd en er wordt een raming gemaakt over wat die “ons” zou kosten. Er wordt niet voorgesteld om echt te investeren in alternatieve energie, er is hooguit een aansporing van de privésector door middel van subsidies. Dit energiepact valt met andere woorden wel heel erg licht uit.
Tussen 2007 en 2016 zijn de energieprijzen voor Vlaamse gezinnen met 112% gestegen. De beperkte daling van de elektriciteitsprijs door de afschaffing van de Turteltaks zal ongetwijfeld snel tenietgedaan worden door nieuwe taksen en andere prijsstijgingen. Volgens de PVDA zou de CO2-taks die in het energiepact voorzien wordt gemiddeld 270 euro per jaar kosten. Ondertussen kondigde Tommelein wel kortingen aan voor de industrie en de grootverbruikers.
Wat is het alternatief van N-VA op het energiepact? De kracht van verandering betekent dat alles bij het oude blijft, namelijk geen sluiting van de kerncentrales. Het belangrijkste argument is dat het “te veel kost” om de kerncentrales te sluiten. Dat is stuitend na jaren van grote energiewinsten door bedrijven als Electrabel. Grote bedrijven betalen amper belastingen, maar zijn wel de belangrijkste veroorzakers van de huidige klimaatcrisis.
Zowel de N-VA als de andere regeringspartijen verdedigen de winsten en de belangen van de energiemultinationals en andere grote bedrijven. De werkelijke problemen worden niet aangepakt. Dat vereist namelijk dat de winstdrijfveer wordt uitgeschakeld. Door de energiesector in publieke handen te nemen onder controle van de bevolking en de mensen die er werken, is het mogelijk om een versnelde transitie naar klimaatvriendelijke energie te realiseren.
Energie en het klimaat zijn te belangrijk om over te laten aan grote aandeelhouders die er alle belang bij hebben om hun winsten op basis van vervuilende productie te behouden. In plaats van subsidies voor privé-initiatieven moeten er echte investeringen komen in klimaatvriendelijke alternatieven. De weg naar groene en veilige energie botst op het kapitalistisch bestel. Fundamentele verandering kan niet onder dit systeem. Rijk worden in een halfvergane wereld is blijkbaar te belangrijk.
-
Ontslag Turtelboom volstaat niet. Energiesector te belangrijk om in privéhanden te laten

foto: wikipedia Na veel discussie en enorme verontwaardiging onder de bevolking, is het onvermijdelijke dan toch gebeurd: minister van Energie Annemie Turtelboom (Open Vld) heeft ontslag genomen. Dat is na de aanhoudende problemen met de Belgische kerncentrales, het schandalige belastingbeleid voor Electrabel en het voorstel van de gehate Turteltaks, niet meer dan normaal. Het ontslag van de minister betekent echter geenszins dat deze problemen nu opgelost zijn; dezelfde maatregelen liggen nog steeds op tafel. Enkel een energiesector in publieke handen, onder democratische controle van de bevolking, kan een oplossing bieden.
Artikel door Jarmo (Antwerpen) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
De Turteltaks is een asociale belasting die iedereen – rijk of arm – 100 euro extra kost op de energiefactuur, vanaf maart wordt dit door de energieleveranciers in de factuur doorgerekend. Volgens Turtelboom moest ze aftreden omdat de discussie niet meer over de taks zelf ging, maar over haar persoon, wellicht omdat de media het woord ‘Turteltaks’ in de mond namen. Die analyse is volledig fout: het probleem ligt bij het rampzalige energiebeleid dat deze regering, maar ook de voorgaande regeringen, gevoerd hebben. In die zin betekent het opzij schuiven van de ene neoliberale minister ten voordele van de andere (in dit geval Bart Tommelein) absoluut geen oplossing.
De aanleiding voor de Turteltaks was het gebrek aan investeringen in groene, hernieuwbare energie. Het is vreemd om die desinvestering aan te klagen nadat je zelf decennia lang gepleit hebt voor een liberalisering van de energiemarkt, en uiteindelijk ook meegewerkt hebt aan de uitverkoop ervan. Dan is het nogal cynisch om achteraf op te merken dat er niet in groene energie geïnvesteerd werd. Via de Turteltaks wordt geprobeerd om de werkende bevolking voor het gefaalde beleid en de woekerwinsten van de privé op te laten draaien. Het is logisch en nodig dat dit op onstuitbaar verzet onthaald wordt. Nu blijkt dat de aanleg van nieuwe biomassacentrales goed is voor het grootste deel van de Turteltaks valt overigens ook het oude excuus dat ingeroepen werd, met name de subsidies voor zonnepannelen, weg. Niet de buren die zonnepannelen hebben, maar de energiesector waar de winsten niet in hernieuwbare energie geïnvesteerd werden, liggen aan de basis van deze taks.
De problemen met de kerncentrales rusten op hetzelfde fundament. Hoewel Electrabel in de afgelopen jaren 20 miljard euro winst geboekt heeft – waarvan het dankzij het gunstige fiscaal regime dat voor haar op maat gemaakt werd zo goed als alles kon bijhouden – werd er totaal niet geïnvesteerd in het onderhoud van de kerncentrales, laat staan in onderzoek naar hernieuwbare energie. Het is de waanzin voorbij om de illusie te koesteren dat een privébedrijf met enkel het winstmotief als drijfveer, de verantwoordelijkheid voor een degelijk energiebeleid zou opnemen. Wie de energiemarkt liberaliseert, moet achteraf niet komen klagen dat dat desastreuze gevolgen heeft.
Het is overduidelijk dat energie een veel te belangrijke sector is om in privéhanden te laten. Enkel een volledig genationaliseerde energiesector kan het hoofd bieden aan de uitdagingen die de komende jaren en decennia op ons afkomen, indien ze onder democratische controle van de werkende bevolking wordt geplaatst.
-
Turtelboom stapt op, nu protest opvoeren om heel beleid weg te krijgen
Turteltaks vervangen door Tommeltaks is geen alternatief, heel energiebeleid moet anders: breng energie in publieke handen!
Ongetwijfeld waren velen blij toen ze hoorden dat de liberale minister Turtelboom ontslag neemt. Met de extra heffing op energie, een vlaktaks van 100 euro per jaar die voor rijk en arm even hoog is, maakte ze zich uiteraard niet populair. Iedereen sprak over de Turteltaks, naar de verantwoordelijke minister.
Nu stelt Turtelboom het voor alsof de discussie te gepersonaliseerd werd. Was dat maar het probleem, dan was de oplossing inderdaad eenvoudig en volstond het aftreden van de minister. Maar het probleem zit dieper: heel het energiebeleid is fout. De uitverkoop van de energiesector aan de privé heeft geleid tot woekerwinsten maar ook tot een compleet gebrek aan investeringen in duurzame groene energie. Dat gebrek aan investeringen wil de regering compenseren door er ons voor te laten betalen. Nadat we de woekerwinsten van Electrabel en co betaalden, moeten we nu ook nog eens betalen voor toekomstige energiewinsten.
In de eerste tien jaar van deze eeuw heeft Electrabel minstens 20 miljard euro winst gemaakt, waarop overigens amper belastingen betaald werden. De afgelopen jaren zijn de cijfers opgesmukt waardoor een groot deel van de winst rechtstreeks naar moederbedrijf Engie doorvloeit en de officiële winstcijfers lager liggen. Omdat Electrabel de miljardenwinsten niet heeft geïnvesteerd in alternatieven op kernenergie, zitten we nu vast: de kerncentrales zijn verouderd en worden een steeds groter gevaar voor onze veiligheid, investeringen in groene stroom worden gesubsidieerd maar hiervoor worden de middelen niet bij de energiewinsten gezocht.
Volgens Turtelboom en de Vlaamse regering was er geen andere keuze dan een heffing om de schuldenberg voor de groene energiecertificaten af te bouwen. Tegelijk wordt erkend dat de hoogte van de Turteltaks in grote mate bepaald wordt door nieuwe projecten zoals biomassacentrales. De pogingen om een buurman met zonnepanelen als zondebok naar voor te schuiven, waren wel erg doorzichtig. Temeer aangezien het overgrote deel van de subsidies voor zonnepanelen naar de grote velden van zonnepanelen in bedrijfshanden gaan.
Het vertrek van Turtelboom volstaat niet om tot een ander beleid te komen. Of het nu een Turteltaks of een Tommeltaks is, doet er in wezen niet toe. Heel het beleid moet anders: niet de gewone mensen moeten opdraaien voor de winsthonger in de energiesector. Milieuvriendelijke energie is te belangrijk om het aan de private sector over te laten. Heel de energiesector, van productie tot distributie moet in publieke handen komen. Dan kunnen eindelijk de scheurtjescentrales dicht en kan de gevaarlijke kernenergie plaats maken voor duurzame groene energie. Dan moeten wij niet betalen voor de winsthonger van diegenen die vandaag onze energiesector uitmelken om grote winsten te boeken en deze meteen naar de aandeelhouders doorsluizen in plaats van te investeren. Energie én milieu zijn van levensbelang, de gemeenschap moet dit kunnen controleren en dus ook zelf bezitten zodat het kan afgestemd worden op de behoeften en noden van de gemeenschap.
Het vertrek van Turtelboom bevestigt dat de rechtse regeringen niet zo sterk zijn als ze zich graag voordoen. Ongenoegen heeft een invloed op de ministers. Het bestaande ongenoegen organiseren in een krachtige beweging zoals eind 2014 kan ervoor zorgen dat de instabiele regeringen en hun beleid niet alleen wankelen maar ook vallen. De rechtse regeringen en hun besparingsbeleid wegstaken, is nu de boodschap!

