Tag: Zweden

  • Zweden en Finland. Nee tegen de NAVO!

    Op een ondemocratische manier en met behulp van een cynische “shock doctrine” gaat Zweden toetreden tot de NAVO, een militaire alliantie die is gevormd en wordt geleid door het VS-imperialisme. Afgelopen weekend werd formeel duidelijk dat de leiding van de sociaaldemocratische regeringspartij achter toetreding van het land staat.

    Door Per Olsson (Rättvisepartiet Socialisterna)

    “De partij heeft op haar Nationaal Comité van 15 mei 2022 besloten dat de partij zich ervoor zal inzetten dat Zweden het lidmaatschap van de NAVO aanvraagt,” aldus de sociaaldemocraten in een verklaring. De volgende dag besloot de regering het lidmaatschap van de NAVO aan te vragen.

    Het besluit van de sociaaldemocraten en de regering werd genomen in volledige overeenstemming met alle rechtse partijen, waaronder de racistische ‘Zweedse Democraten’, de kapitalisten en het leger, die al lang campagne voeren voor lidmaatschap van de NAVO.

    De sociaaldemocratische kopstukken overstemden het zwakke intern verzet in hun eigen partij. Misschien meer dan wat ook heeft deze NAVO-coup onthuld dat de sociaaldemocraten een door en door burgerlijke partij zijn geworden. In een poging te verhullen dat de beslissing al was genomen werd er in de partij een zogenaamde “dialoog over het veiligheidsbeleid” gehouden, maar de vermeende dialoog was een aanfluiting van de democratie. In de vergaderingen die werden gehouden, mochten alleen de partijleiders het woord voeren.

    “De zogenaamde ‘dialoog’ in de sociaaldemocratische partij over de NAVO heeft vanavond met alle duidelijkheid laten zien dat het al besloten is door de partijleiding,” schreef een kritisch lid na het bijwonen van één van de slechts drie gehouden bijeenkomsten.

    Toen het sociaaldemocratische Nationaal Comité afgelopen zondag bijeenkwam, was er maar één voorstel voor een beslissing: ja aan NAVO-lidmaatschap.

    Degenen die zich willen verzetten tegen toetreding tot de NAVO moeten zich niet laten ontmoedigen. Het komt er nu op aan snel te reageren op de ‘coup’ van de heersende elite en de opkomst van het militarisme. Dit moet gebeuren met protesten, acties en tegenargumenten, maar tegelijk met het besef dat dit een lange strijd zal zijn, waarbij we ons verzetten tegen zowel de NAVO als Poetin. We verzetten ons tegen elke imperialistische macht en alle kapitalistische regeringen en we komen op voor een onmiddellijke militaire ontwapening, een verbod op kernwapens en een alliantie van arbeiders en onderdrukten van onderaf tegenover de allianties en blokken van verschillende elites en machten.

    Er is dringend behoefte aan een sterke socialistische linkse oppositie. In de strijd tegen de NAVO kunnen de kiemen worden gezaaid voor de socialistische wedergeboorte van de arbeidersbeweging – een nieuwe arbeiderspartij en democratische strijdbare vakbonden.

    De strijd voor vrede – tegen oorlog en militarisme – loopt als een rode draad door de geschiedenis van de arbeidersbeweging. “De strijd tegen het militarisme, met andere woorden het verduidelijken van de principiële basis van deze strijd: de economische band van het militarisme met de kapitalistische ontwikkeling en zijn politieke band met de klassenheerschappij van het kapitaal, is de voornaamste taak van de socialisten,” schreven de auteurs van “Het versterkte armenhuis – Antimilitaristisch handboek” dat in 1913 werd gepubliceerd door de Sociaaldemocratische Jeugdliga, de ruggengraat van de socialistische linkerzijde in die tijd. De socialistische linkerzijde heeft herhaaldelijk betoogd dat het militarisme nooit kan worden overwonnen als de basisoorzaak ervan, het kapitalisme en de klassenmaatschappij, niet wordt vervangen door een socialistische maatschappij.

    Nog in maart van dit jaar stelde premier Magdalena Andersson dat het Zweedse lidmaatschap van de NAVO Europa verder zou destabiliseren. Andere ministers zeiden dat er geen reden was om zich aan te melden. Maar het duurde niet lang of de sociaaldemocratische leiding en de regering sloten zich aan bij hun ‘meesters’, de heersende Zweedse miljardairsklasse en de rest van het burgerlijke establishment, in hun poging om de oorlog in Oekraïne te gebruiken als voorwendsel om het oude zogenaamde neutrale en “alliantievrije” beleid op te geven. Een beleid dat nooit echt ongebonden is geweest, maar lange tijd de steun genoot van een overweldigende meerderheid van de bevolking en beschouwd werd als een middel om de vrede te bewaren. (Officieel heeft Zweden sinds 1814 niet meer actief aan een oorlog deelgenomen).

    Het werd ook spoedig duidelijk dat de heersende klasse in Zweden en alle grote partijen er de voorkeur aan gaven dat Finland, een land dat aan Rusland grenst en door een door sociaaldemocraten geleide coalitie wordt geregeerd, een soort doorgeefluik voor de NAVO zou worden, waarbij de Finse regering als eerste zou aankondigen dat zij voornemens was direct tot de NAVO toe te treden.

    Zoals het Zweedse dagblad Expressen op 11 april berichtte: “De Zweedse minister van Financiën, Mikael Damberg, en een aantal Zweedse bedrijfsleiders, waaronder Jacob Wallenberg, hebben vorige week in Helsinki een bijeenkomst op hoog niveau over de NAVO bijgewoond met de Finse president en Finse bedrijfsleiders. De boodschap aan de Zweedse regering, die geen informatie over de bijeenkomst heeft vrijgegeven, was duidelijk: Zweden moet Finland steunen en het vermogen om buitenlandse investeringen aan te trekken zou negatief kunnen worden beïnvloed als wij niet tot de NAVO toetreden.”

    Dramatische verschuivingen in de publieke stemming

    In de nasleep van de Russische inval in Oekraïne was er een forse toename van de Finse steun voor NAVO-lidmaatschap. Een onmiddellijk effect van de oorlog was dat een meerderheid van de Finnen het NAVO-lidmaatschap begon te steunen. Een week na het begin van de oorlog bleek uit een opiniepeiling dat voor het eerst een meerderheid (53%, bijna het dubbele van een maand eerder) voorstander was en na drie weken oorlog was de steun voor toetreding tot de NAVO gestegen tot 62%, terwijl 16% tegen was. In Zweden veranderde de stemming ook, maar in een veel langzamer tempo. Het duurde twee maanden van oorlog voordat eind april uit opiniepeilingen bleek dat een meerderheid voorstander was van toetreding van Zweden tot de NAVO. Als Finland echter tot het bondgenootschap zou toetreden, verklaarde 64% van de ondervraagde Zweden voor toetreding te zijn.

    Binnen enkele weken spraken alle partijen in Finland zich uit voor toetreding tot de NAVO. De Linkse Alliantie, die in de regering zit en zich van oudsher verzet tegen lidmaatschap van militaire allianties, deed alsof ze nog steeds in de oppositie zat, maar het partijbestuur was voor. Toen de Linkse Alliantie in 2019 in de regering kwam, zei ze dat ze zou vertrekken als er een lidmaatschapsaanvraag werd ingediend, maar begin mei besloot de partij dat ze niet uit de regering zou stappen vanwege de NAVO en het parlement stemde over de aanvraag, waarbij een meerderheid van de parlementsleden van de partij voor stemde.

    De regering, de rechtse oppositie en de kapitalisten profiteerden ten volle van deze tijdelijke omslag in de stemming en lanceerden een propagandacampagne zonder weerga, waarin werd beweerd dat na Oekraïne Finland en Zweden aan de beurt konden zijn en dat toetreding tot de NAVO noodzakelijk was om een Russische aanval te voorkomen. Intussen beloofden de leiders van het Westerse imperialisme dat de aanvragen (om tot de NAVO toe te treden) “versneld” zouden worden behandeld. De redenen om de stap van Finland en Zweden om toe te treden tot de NAVO te omarmen waren hoofdzakelijk van politieke aard, maar er is natuurlijk ook een militaire dimensie. Rusland deelt momenteel een landgrens van 1.215 kilometer met de NAVO-leden. Als Finland toetreedt, wordt dat 2.600 kilometer.

    Maar zoals Harry Nedelcu, NAVO-deskundige en beleidsdirecteur bij Rasmussen Global, een internationaal politiek adviesbureau, tegen het Duitse Deutsche Welle zei: “De eerste boodschap van deze naties die toetreden tot de NAVO is politiek en gericht op Rusland. Ten tweede gaat het voor de NAVO om de werkelijke capaciteiten die Finland en Zweden op tafel kunnen leggen. Terwijl alle andere landen in Europa hun militaire capaciteiten na de Koude Oorlog hebben afgebouwd, hebben Finland en Zweden hun militaire capaciteiten uitgebreid, wat het bondgenootschap heel wat kan opleveren.”

    Zweden en Finland waren al de belangrijkste partners van de NAVO. Maar lidmaatschap is niet alleen het hoogtepunt van nauwe samenwerking, het is een kwalitatieve verandering die een systematische verschuiving in het burgerlijke buitenlands en veiligheidsbeleid voltooit. Zweden en Finland treden toe tot een militair bondgenootschap dat van meet af aan berust op de strategische kernwapens van het VS-imperialisme. Het is ook de heersende klasse van de VS die, volgens de NAVO, de “absolute controle” over kernwapens moet hebben. Dit markeert een historische verandering.

    Alle beweringen dat het lidmaatschap van de NAVO “conflictvermijdend” is (zoals de Zweedse minister van Buitenlandse Zaken Ann Linde zei) en gecombineerd zou worden met ontwapening en verzet tegen kernwapens zijn vals. Het is juist het tegenovergestelde: ter voorbereiding van het NAVO-lidmaatschap hebben de Zweedse en Finse regeringen zich aangesloten bij de regeringen van de NAVO-landen en geweigerd het VN-verdrag inzake het verbod op kernwapens te onderschrijven, dat de regeringen van 60 landen hebben onderschreven. Dat verdrag maakt geen einde aan de wapenwedloop en kernwapens, maar de reden waarom de Zweedse sociaaldemocratische regering weigerde te ondertekenen is om de NAVO en het VS-imperialisme een plezier te doen. Al in 2017 werd gemeld dat de toenmalige Amerikaanse minister van defensie, James Mattis, Zweden waarschuwde dat als het land een VN-verdrag ondertekent dat kernwapens verbiedt, het een risico loopt op verminderde militaire samenwerking met de VS en een kleinere kans op Amerikaanse hulp in het geval van een aanval.

    Militaire uitgaven rijzen de pan uit

    “Zweden kan een krachtige stem in de wereld blijven voor ontwapening,” beweert de Zweedse premier Magdalena Andersson. Maar het is lang geleden dat militaire ontwapening iets was waar de sociaaldemocraten voor opkwamen. In plaats daarvan hebben ze samen met rechts hun stem verheven voor militaire herbewapening, hebben ze volledige steun gegeven aan en deelgenomen aan de oorlogsinspanningen van de NAVO. De Zweedse wapenexport is sinds het begin van de jaren 2000 meer dan vervijfvoudigd. De grootste afnemer is de Verenigde Arabische Emiraten, één van de landen die deel uitmaken van de door Saoedi-Arabië geleide oorlogscoalitie in Jemen. Het is een goed gedocumenteerd feit dat Zweedse wapens zijn gebruikt in deze door Saudi-Arabië geleide oorlog, die wordt gesteund door het VS-imperialisme.

    Hoe positiever de regering is geworden over het NAVO-lidmaatschap, hoe meer zij heeft geïnvesteerd in het leger. Als onderdeel van de shockdoctrine besloot de regering in maart, met de steun van alle parlementaire partijen, inclusief de Linkse Partij, de militaire uitgaven te verhogen tot 2% van het BBP, wat het minimumdoel van de NAVO is. Maar zelfs daarvoor was de regering al begonnen aan de grootste militaire opbouw in de moderne tijd, door de defensie-uitgaven tussen 2014-2025 met in totaal 85% te verhogen.

    Zoals Dagens Nyheter op 10 maart schreef: “Voorafgaand aan de aankondiging van vandaag besloot de Riksdag (het parlement) dat de defensie-uitgaven geleidelijk zouden stijgen tot 2025. In dat plan zouden de defensie-uitgaven stijgen van 71 miljard SEK in 2021 tot 94 miljard SEK in 2025. Het aandeel van de uitgaven zou dan gelijk zijn aan 1,5% van het BBP. Een verhoging van de uitgaven tot 2% van het BBP zou een budget betekenen van 127 miljard Zweedse kronen in 2028, tegenover de 90,3 miljard kronen die voor datzelfde jaar waren gepland.”

    Deze gigantische herbewapening betekent nieuwe besparingen op de sociale zekerheid en een excuus om maatregelen tegen de klimaatverandering uit te stellen, maar ook belastingverhogingen voor de gewone man. Bovendien zullen nog meer jongeren gedwongen worden in militaire dienst te gaan en deel te nemen aan de militaire regelingen en oorlogsoperaties van de NAVO.

    De leugen dat de bewapening van vandaag de vrede van morgen waarborgt, is niet waar, hoe vaak die ook wordt herhaald. De wereldwijde militaire opbouw maakt de wereld gevaarlijker en verhoogt de risico’s op oorlog. De oorlog in Oekraïne werd voorafgegaan door een militaire opbouw en herbewapening in zowel Rusland als de NAVO-landen, en in de nasleep van de oorlog zullen Oost-Europa en het Oostzeegebied meer gemilitariseerd dan ooit zijn. Europa is minder veilig dan op enig ander moment sinds 1945.

    Het lidmaatschap betekent dat Zweden nog meer zal bijdragen aan de militaire opbouw van de NAVO in Oost-Europa en het Oostzeegebied, wat zal leiden tot grotere spanningen en een toenemend risico op oorlog, maar ook, zoals het Zweedse dagblad Dagens Nyheter op 14 mei schreef, tot een rol in de oorlogsvoorbereiding die het Zweedse leger naar verwachting onmiddellijk zal spelen binnen de NAVO in het geval van lidmaatschap.

    “Afgezien van de geostrategische situatie trekken elementen van Zweden ook de belangstelling van andere NAVO-leden. Met name de Zweedse luchtmacht wordt naar voren geschoven als een positieve versterking in Noord-Europa. De Zweedse strijdkrachten beschikken over meer dan 90 Jas 39 Gripen-vliegtuigen en zijn daarmee de grootste luchtmacht in de Noordse regio.”

    “Ook de Baltische staten, die in principe geen eigen luchtmacht hebben, kijken positief naar de manier waarop het Zweedse leger de luchtmacht in de regio kan versterken. Dit geldt ook voor de marine en de rol van speciale marine-eenheden. Zweedse onderzeeërs worden tot de beste ter wereld gerekend en kunnen de relatief zwakke positie van de Baltische staten versterken.”

    “Met het Oostzee-eiland Gotland als basis kan het de Oostzee domineren en de communicatie over zee en door de lucht controleren, merken ook de Zweedse strijdkrachten op. Maar Zweedse eenheden kunnen ook een belangrijke rol spelen in het noorden in het kader van een toekomstig NAVO-lidmaatschap.”

    In ruil voor steun aan het NAVO-lidmaatschap van Zweden en Finland wil Erdoğan wapens, geld en nog meer steun in zijn oorlog tegen Koerden en oppositieleden. Uit de opmerkingen van de Zweedse regering blijkt dat zij bereid is hem enigszins tegemoet te komen. Of zoals de bekende Koerdische activist Kurdo Baksi in Expressen van 16 mei terecht waarschuwt: “de Koerden dreigen de bloedige rekening te betalen voor het Zweedse en Finse lidmaatschap van de NAVO.”

    Tot de voorwaarden die Erdoğan en het op macht beluste Turkse regime stellen om het Zweedse en Finse NAVO-lidmaatschap te steunen, behoren de uitlevering van Koerden en andere oppositieleden en bijvoorbeeld de sluiting van Koerdische kantoren. De mythe dat de NAVO een voorvechter van de democratie is, wordt hiermee eens te meer onderuitgehaald.

    Valse garanties

    Een veelgehoord argument voor het lidmaatschap van de NAVO is dat “we er dan niet alleen voor staan als de Russen komen.” Het is ook dit zogenaamde argument dat doorklinkt in de “veiligheidsanalyses” die in opdracht van de regering en de rechtse oppositie zijn gemaakt om ja te kunnen zeggen tegen het NAVO-lidmaatschap.

    Maar het is bijna onmogelijk zich een scenario voor te stellen waarin een buitenlandse mogendheid een niet-gebonden Zweden zou aanvallen. Aan de andere kant houdt het lidmaatschap van de NAVO de verplichting in om te trainen voor, uit te rusten van en deel te nemen aan oorlogen waar elk ander NAVO-land bij betrokken zou raken. Hoe dichter Zweden bij de NAVO is gekomen, hoe meer militaire operaties waarbij Zweden betrokken is geweest, zoals de 20 jaar durende NAVO-oorlog in Afghanistan en de bombardementsoorlog tegen Libië.

    Hoe zou de vrede erbij gebaat zijn als Zweden ook onder de nucleaire paraplu van de NAVO komt te vallen?

    Zoals Rolf Ekéus, voormalig ambassadeur en hoofd van het VN-wapeninspectieprogramma voor Irak, het samenvatte: “De enige echte bedreiging voor de veiligheid van Zweden is een conflict tussen grootmachten in Europa en in onze omgeving. Lidmaatschap van de NAVO zou betekenen dat we dan een directe partij in het conflict worden.”

    De sociaaldemocraten stellen met hun ja-stem dat ze zullen aandringen op “eenzijdige voorbehouden tegen de inzet van kernwapens en permanente bases op Zweeds grondgebied,” verwijzend naar het feit dat zowel Denemarken als Noorwegen garanties zouden hebben gekregen tegen kernwapens op hun grondgebied en een vrijstelling van buitenlandse bases.

    “Maar dat is uitgehold. Twee jaar geleden heeft de Noorse regering ermee ingestemd dat onder andere gebieden in het noorden van Noorwegen als basis kunnen worden gebruikt en dat de Amerikaanse voorschriften daar van toepassing zijn. De Deense regering heeft besloten om buitenlandse bases op Bornholm toe te staan.” (Dagens Arena, 11 mei).

    Ook voorstanders van de NAVO stellen dat zelfs als Zweden garanties zou krijgen tegen de plaatsing van kernwapens in vredestijd, dit niet zou gelden in crisis- en oorlogssituaties en dat we als NAVO-lid “moeten verwachten dat bijvoorbeeld Amerikaanse schepen gewapend met kernwapens Zweedse havens kunnen aandoen,” zoals een NAVO-aanhanger het formuleerde.

    Kapitalistische en imperialistische belangen

    Het Amerikaanse imperialisme juicht de toetreding van Finland en Zweden tot de NAVO toe, onder meer omdat “het ook de invloed van de NAVO in Noord-Europa zou uitbreiden tot aan het Noordpoolgebied, een gebied dat in geopolitiek opzicht steeds belangrijker wordt vanwege de natuurlijke grondstoffen, de strategische ligging en de talrijke territoriale aanspraken.” (CNN, 10 mei).

    Het Zweedse kapitalisme en vooral de oorlogsindustrie van het land zien nieuwe winsten als Zweden toetreedt tot de NAVO. De oorlog in Oekraïne en het jawoord van de regering aan de NAVO hebben ervoor gezorgd dat de waarde van de aandelen van Saab met 80% is gestegen. De NAVO is goed voor het bedrijfsleven, concluderen het Verbond van Zweedse Ondernemingen en zijn Finse tegenhanger in een gezamenlijke verklaring.

    De NAVO is een imperialistische militaire alliantie die in de eerste plaats werd opgericht om de belangen van het Amerikaanse kapitalisme te dienen en het Westen te verenigen in een alliantie tegen zijn rivalen op het wereldtoneel. Aangezien de belangrijkste rivaal van het VS-imperialisme China is, bereidt de NAVO zich ook voor op een wending tegen de Indo-Pacifische regio en China.

    Dit betekent een escalatie, met de actieve deelname van de Zweedse regering, van de imperialistische machtsstrijd en militaire opbouw die de oorlog in Oekraïne heeft veroorzaakt en die de wereld in brand dreigt te zetten.

    Wij zeggen

    • Nee tegen het Zweedse en Finse NAVO-lidmaatschap.
    • Noch Poetin, noch de NAVO: strijd tegen alle imperialisme.
    • Investeer in sociale welvaart, niet in wapens.
    • Stop wapenexport. Nationaliseer de wapenindustrie onder democratische controle en bestuur van de werkende klasse. Reconversie van de oorlogsindustrie naar sociaal nuttige productie.
    • Wereldwijde strijd tegen de plundering en het militarisme van het imperialisme. Onmiddellijke militaire ontwapening en een verbod op kernwapens. Bouw een massabeweging tegen oorlog, terreur en geweld – voor een socialistische wereld.
  • Rellen in Zweden. Racisme, ongelijkheid en geweld

    Rasmus Paludan tijdens een eerdere provocatie

    De rellen van het paasweekend hebben ruime aandacht gekregen en zijn verontrustend. De bewoners van ‘kwetsbare wijken’ zijn het slachtoffer geworden van geweld en vernielingen, aangewakkerd door de koranverbranding van de extreme racist Rasmus Paludan.

    Door Per-Ake Westerlund, Rättvisepartiet Socialisterna (ISA in Zweden)

    De “oplossingen” die door de politici en de politie worden voorgesteld, zijn meer van dezelfde maatregelen die tot de huidige situatie hebben geleid. Zij verdedigen ook het “recht” van Paludan op racistische provocaties, waarbij hij wordt beschermd door grote en dure politieoperaties. Gelukkig zijn er ook veel mensen die zich zorgen maken om de provocaties van Paludan. Zij vragen zich af hoe het groeiende racisme te stoppen.

    Na het weekend is de bezorgdheid groot onder de bewoners van de plaatsen waar de rellen plaatsvonden. 14 burgers en 26 politieagenten raakten gewond in arme buitenwijken in zes steden (Linköping, Norrköping, Stockholm, Örebro, Malmö en Landskrona). 44 mensen zijn door de politie gearresteerd, drie van hen met schotwonden door waarschuwingsschoten van de politie. Politiewagens en auto’s van burgers zijn vernield en in brand gestoken.

    Politie en repressie

    Strengere straffen en meer politieagenten met krachtigere wapens: dat is wat de politici en de media voorstellen. Premier Magdalena Andersson vatte het als volgt samen: “De verantwoordelijken moeten worden gearresteerd, veroordeeld en hun straffen uitzitten.” Minister van Binnenlandse Zaken Morgan Johansson verdedigt zich door te zeggen dat er de afgelopen jaren al fors geïnvesteerd is in de politie.

    Racisten op sociale media juichen en intensiveren hun campagne voor deportaties en hun haat tegen iedereen die een humaan vluchtelingen- en migratiebeleid verdedigt.

    Verslechtering van levensstandaard en criminaliteit

    Dit is allemaal niet nieuw. De 61 gebieden die door de politie als ‘kwetsbaar’ zijn aangemerkt, worden al jaren geconfronteerd met een gestage verslechtering en een toename van de criminaliteit. De enige positieve stappen zijn plaatselijke initiatieven, netwerken en organisatie.

    De politieagenten van Morgan Johansson hebben degenen die vandalisme plegen of drugs dealen niet aan banden gelegd. De meest effectieve maatregelen zijn genomen door lokale gemeenschapsorganisaties, bijvoorbeeld in het Husby-district in Stockholm, Jordbro in Haninge en Hammarkullen in Göteborg. Vorig weekend brachten media verslagen van initiatieven in Örebro en Jönköping. In Rosengård hebben buurtbewoners verschillende branden geblust.

    Mensen die in achterstandswijken wonen, hebben er niet voor gekozen om armer te zijn, hebben minder zekere jobs en een lager opleidingsniveau. De dramatische toename van de ongelijkheid in Zweden is het resultaat van weloverwogen beleid. Aan de ene kant staan de miljardairs, aan de andere kant jongeren zonder toekomst.

    De rellen van het paasweekend begonnen in Skäggetorp in Linköping. Daar ligt het percentage inwoners met een “lage economische standaard” op 47,4%, tegen 15,3% in de rest van de stad. Het aandeel van de bevolking met een hoge economische standaard is 0,4% vergeleken, tien keer minder dan in Linköping als geheel. De werkloosheid in Skäggetorp bedraagt meer dan 20%. Op een bevolking van iets meer dan 10.000 zijn er 1.778 kinderen die in relatieve armoede leven.

    Werkende klasse met migratie-achtergrond

    Kwetsbare gebieden hebben een hoog percentage mensen die in het buitenland geboren zijn of twee ouders hebben die in het buitenland geboren zijn. Hierachter zit geen “etnische verklaring”, het is een kwestie van klasse. Laagbetaalde gastarbeiders en werklozen wonen in de buitenwijken.

    Van de 556.000 mensen die in achterstandswijken wonen, hebben er 411.000 een buitenlandse achtergrond. Meer dan de helft woont er al 10 jaar of langer en 76% is Zweeds staatsburger (‘buitenlandse achtergrond’ omvat in het buitenland geboren zijn of twee in het buitenland geboren ouders hebben. Er wonen 2.543.420 mensen met een buitenlandse achtergrond in het hele land).

    Politie aangevallen

    Op verschillende plaatsen lijkt de politie, en niet de Deense racistische Paludan, het doelwit te zijn geweest van gemaskerde groepen. Een ooggetuige vertelde aan ons weekblad Offensiv: “Tussen de 25 en 50 jongere mannen, gekleed in het zwart met capuchons, stonden in een groep. Ze verzamelden stenen en stoeptegels op een hoop, maar stonden gewoon stil. Wij waren er met een groep bewoners die aan de kant stonden, in de hoop dat alles rustig zou blijven. Na een tijdje kwamen er twee politiebussen aan. De groep gemaskerden viel toen direct de politieagenten aan. Toen de politie zich verspreidde, trok de groep zich terug naar hun ‘basis’. De confrontatie duurde enkele uren.”

    De gewelddadige groep leek geen politiek of religieus doel te hebben – er werd geen informatie verspreid, noch mondeling, noch schriftelijk.

    Verdeelde samenleving

    Magdalena Andersson waarschuwt voor “verminderde cohesie.” De verdeeldheid is echter niet dit weekend ontstaan, ze bestaat al tientallen jaren. Een rapport van de Raad voor Criminaliteitspreventie vat samen: “In sommige buurten is de criminaliteit en onveiligheid groter dan in de rest van het land. Dit zijn vaak gebieden die ook worden gekenmerkt door andere sociale problemen, zoals een lage sociaaleconomische status, hoge werkloosheid, een laag opleidingsniveau en een hoge mate van slechte gezondheid.”

    De onderzoekers trokken de volgende conclusies over het politieoptreden:

    • De resultaten zijn beter wanneer politiegebruik van geweld wordt gecombineerd met acties van sociale aard.
    • Louter afschrikkende en bestraffende maatregelen tegen jongeren door het gerechtelijk apparaat kunnen eerder negatieve effecten hebben.
    • Politieoptreden op basis van lokale dialoog, in samenwerking met anderen, kan het vertrouwen van de bewoners in de politie vergroten.

    Racistische provocateur

    Rasmus Paludan is een racistische provocateur, met een programma van etnische zuivering door gedwongen uitzettingen. Maar degenen die, zoals de leider van de Linkse Partij Nooshi Dadgostar, de rellen omschrijven als “precies waar Paludan op uit was”, bieden geen alternatief voor wat er had moeten gebeuren. De verantwoordelijkheid om op te treden wordt bij de politie gelegd, dezelfde politie die hem toestemming gaf en beschermde.

    De racisten voelen zich ongetwijfeld gesterkt en gaan nu verder dan voorheen. Er is een ernstige dreiging van toenemend racistisch geweld, ook van de kant van de staat, en een voortzetting van de rechtse politiek met nog grotere verdeeldheid.

    Tegen racisme en zinloos geweld

    Links, antiracisten en vakbonden hebben een verantwoordelijkheid om op te treden tegen zowel Paludan als het zinloze geweld. Het in brand steken van voertuigen en gebouwen, en gemaskerd en gewelddadig optreden is een grotere bedreiging voor de omwonenden dan voor “de democratie van het land,” zoals de politici het voorstellen. Er is nood aan actief en georganiseerd antiracisme.

    Er moet een volledige koerswijziging komen rond de eisen van kwalitatief hoogstaand en gelijkwaardig onderwijs, echte investeringen in buurten, welzijn en zekere jobs voor iedereen. Er zijn middelen als nooit tevoren: laat de miljardairs en de banken betalen.

    Een beweging voor een dergelijke koerswijziging moet de strijd tegen racisme en seksisme hoog op haar agenda hebben staan. Alle pogingen om migranten en moslims tot zondebok te maken, moeten worden tegengegaan. De rol van de racisten is ons ‘hier beneden’ te verdelen ten voordele van de één procent van de bevolking die de economische macht heeft.

    Protestacties en betogingen met een duidelijke boodschap tegen het rechtse beleid, tegen racisme en tegen het geweld van het paasweekend zijn de weg voorwaarts.

  • Zweedse regering valt over aanval op huurprijzen

    Foto: Natalia Medina

    Maandag 21 juni 2021 werd een historische dag in Zweden. Voor het eerst in de geschiedenis van het land viel een minister-president nadat de Riksdag, het parlement, voor een motie van wantrouwen had gestemd. Het is de strijd van onderaf tegen de aanval op de huurprijzen (die sterker onderhevig zouden worden aan de markt), die de regering de genadeslag toebracht.

    Door Elin Gauffin, nationaal woordvoerder van de campagne ‘Neen tegen markthuren’ en lid van Rättvisepartiet Socialisterna (ISA in Zweden)

    Al vanaf 8 uur maandagochtend verzamelden activisten van de campagne ‘Neen tegen markthuren’, de protestbeweging die voorop liep in het verzet, zich op het plein voor het parlement in Stockholm om steun te betuigen aan de motie van wantrouwen. Er waren toespraken en slogans als ‘Stop de markthuurprijzen nu’ en ‘Onze huur is te duur, weiger de markthuur’ weerklonken voor het parlement terwijl de motie van wantrouwen werd behandeld. Er was een strijdbare sfeer onder de aanwezigen en het gevoel dat we een belangrijke overwinning konden behalen.

    De belangrijkste liberale krant, Dagens Nyheter, merkte op: “Vandaag viel de belangrijkste hervorming van de huisvesting van het decennium.” In deze strijd speelden de socialisten van Rättvisepartiet Socialisterna een belangrijke rol.

    Het januari-akkoord

    Deze regering van sociaaldemocraten en groenen, onder leiding van premier Stefan Löfven, werd pas gevormd na 131 dagen van onderhandelingen na de verkiezingen van september 2018. De regering was gebaseerd op het zogenaamde januari-akkoord van 73 punten waarmee de steun van twee liberale partijen werd verzekerd. Daaronder verschillende neoliberale en asociale aanvallen, zoals het gemakkelijker maken van ontslag, het afschaffen van een speciale taks op de hoogste inkomens, een akkoord om private bedrijven volledige toegang tot de welzijnssector te geven, het toestaan van de privatisering van de openbare arbeidsvoorziening, het verhogen van subsidies voor huishoudelijke diensten voor de rijken …

    Rättvisepartiet Socialisterna (RS) heeft vanaf de eerste dag campagne gevoerd tegen het akkoord en de nieuwe regering die op deze basis werd gevormd. We pleitten voor nieuwe verkiezingen. We riepen de huurdersbond op om initiatief te nemen voor massale bijeenkomsten in opbouw naar een nationale actiedag. De Linkse Partij stemde helaas niet tegen de nieuwe regering, met het argument dat een sociaaldemocratische regering een minder kwaad was dan een regering van rechts, mogelijk met de extreemrechtse Zweedse Democraten. Nochtans stond in het januari-akkoord uitdrukkelijk bepaald dat de Linkse Partij geen invloed mocht hebben op de Zweedse politiek tijdens de ambtstermijn van de regering. De partij werd niet geraadpleegd over dat januari-akkoord.

    De regering begon op basis van het akkoord een beleid te voeren dat rechts stond van dat van de rechtse regeringen in 2006-2014. Naast de genoemde punten werd het budget voor defensie drastisch verhoogd, het stakingsrecht beperkt en het antivluchtelingenbeleid (inclusief massadeportaties) werd voortgezet.

    De druppel die de emmer deed overlopen

    Huisbazen, vastgoedeigenaars en rechtse partijen wilden al langer de huurprijzen aanpakken en volledig op de markt afstemmen. Het huisvestingsbeleid van de hervormingsjaren 1945-80 is geleidelijk losgelaten. Een groot deel van de volkshuisvesting is geprivatiseerd, de staatsplanning is afgeschaft en de subsidies verdwenen. Toch zijn er nog steeds beperkingen op de huurprijzen, op basis van onderhandelingen tussen de huurdersbond, de vastgoedfederatie en de openbare huisvestingsmaatschappijen.

    Het januari-akkoord bepaalde dat er voor nieuwe woningen marktprijzen worden ingevoerd, met name het recht van verhuurders om zonder onderhandelingen de huurprijs vast te stellen die zij willen. Dit zet de deur open voor markthuren voor alle huisvesting.

    Rättvisepartiet Socialisterna heeft er al vroeg op gewezen dat hierrond campagne en mobilisatie nodig was. De groeiende onvrede onder de oppervlakte van de samenleving – tegen de snel toenemende ongelijkheid en de voortdurende verslechtering van de omstandigheden door besparingen en privatiseringen – zou op deze kwestie kunnen worden gekanaliseerd. Er waren al huurverhogingen van 40-60 procent in gebieden waar private vastgoedbedrijven zogenaamde ‘renovaties’ uitvoerden. Tegelijkertijd hadden door onze leden georganiseerde campagnes op lokaal vlak, in delen van Göteborg en Stockholm, huurders gemobiliseerd en overwinningen behaald.

    Al in het voorjaar van 2019 waren wij de drijvende kracht achter grote mobilisaties in Göteborg en Stockholm tegen de nieuwe voorstellen voor markthuren.

    Toen de huurdersbond nationaal weigerde om zich bij de campagne aan te sluiten of een serieus verzet op te zetten, en zelfs de voorzitter van de bond in West-Zweden, RS-lid Kristofer Lundberg, afzette, nam de onafhankelijke campagne nieuwe initiatieven.

    Begin 2021 werd de campagne opgevoerd. We wisten dat het officiële rapport van de Zweedse regering over de markthuren eind mei zou worden gepresenteerd. Veel lokale huurdersbonden en activisten sloten zich bij de campagne aan, evenals het grootste deel van links, inclusief afdelingen van de Linkse Partij.

    De campagne is uitgegroeid tot de sterkste nationale oppositie tegen de regering, met lokale comités in heel het land. Vanaf januari werden massabijeenkomsten op Zoom gehouden. Op 18 april werden 160 lokale protesten georganiseerd, beperkt in omvang door Covid-beperkingen, maar met veel aandacht in de lokale pers en op de sociale media.

    Op 3-5 juni werden opnieuw protestdagen georganiseerd na de presentatie van het verslag. Dit keer besteedden ook de nationale media aandacht aan de kwestie. Heel veel huurders werden zich bewust van de dreiging. Feiten zoals de huurstijgingen in het Finse Helsinki met meer dan 40% na de invoering van markthuren raakten bekend.

    De campagne en de stemming oefenden druk uit op de Linkse Partij en de huurdersbond, onder meer in Stockholm. De regionale afdeling van de Linkse Partij in Stockholm sloot zich bij de campagne aan, net als belangrijke afdelingen van de huurdersbond in de stad. In andere grote steden, waaronder Göteborg, heeft de Linkse Partij niet actief deelgenomen. De mate van activiteit en de mate waarin de partij is geïntegreerd in het gevestigde establishment varieert sterk in het land.

    De druk van onderaf en met de volgende geplande verkiezingen over iets meer dan een jaar in het verschiet, maakten dat de Linkse Partij een kans zag om zich te verzetten tegen de vernederende positie van ‘deurmat van de regering’. De partij hield vast aan haar “rode lijn” en dreigde haar steun aan de regering op te zeggen als markthuren werden voorgesteld.

    Manoeuvres op het laatste moment

    De poging van de regering om dit af te schilderen als een “beperkt voorstel” dat alleen betrekking had op nieuwe woningen mislukte. Iedereen begreep dat het slechts de eerste stap was. En als het zo beperkt was, waarom riskeerde de regering dan haar toekomst?

    Na eerdere compromissen om de regering te steunen, stond de Linkse Partij eindelijk op. Velen doorzagen ook een tweede poging van de regering om onderhandelingen tussen de huurdersbond en de vastgoedmaatschappijen over de kwestie voor te stellen, aangezien dergelijke “onderhandelingen” zouden plaatsvinden onder de dreiging van markthuren.

    De motie van wantrouwen werd gesteund door rechtse oppositiepartijen – de Gematigde Partij, de Christendemocraten en de racistische Zweedse Democraten. Dit is in de media gebruikt om te zeggen dat links deze partijen steunde of de weg vrijmaakte voor de vorming van een nieuwe regering.

    Het is nochtans net het beleid van de huidige regering dat de deur opent voor rechts. Deze partijen hebben de ontevredenheid uitgebuit door van migranten en arme arbeiderswijken in het algemeen zondebokken te maken, terwijl de echte schuld voor de aftakelende welvaart bij de banken, de rijken en hun politieke partijen ligt.

    Rechts stoppen, kan met het soort campagne dat we van onderuit hebben opgebouwd. Deze overwinning in de eerste rond tegen de markthuren moet het begin zijn van een massale campagne tegen de hele rechtse agenda.

    De strijd gaat door

    Ex-premier Stefan Löfven heeft nu een week de tijd om aan te kondigen of er onderhandelingsrondes komen of nieuwe verkiezingen, wat in Zweden slechts één keer eerder is gebeurd: in 1958.

    Strijd van onderuit heeft het januari-akkoord de doodsteek gegeven en als Stefan Löfven wil terugkeren, moet het voorstel voor markthuren worden ingetrokken.

    De focus in deze regeringscrisis lag op klassenkwesties en het hele establishment is door elkaar geschud. Markthuren was de druppel die de emmer deed overlopen. In tegenstelling tot alle rechtse partijen, kijken wij uit naar verkiezingen.

    Het verzet tegen markthuren en klassenjustitie, en de gebeurtenissen van maandag 21 juni hebben het zelfvertrouwen vergroot en hoop gegeven. Het beste resultaat zou nu een verkiezing zijn die de partijen die tegen markthuur en rechtse politiek in het algemeen zijn versterken. De ‘Campagne tegen de markthuur’ zou dan gedeeltelijk worden omgevormd tot een verkiezingscampagne voor de Linkse Partij, maar nog steeds de massaprotesten organiseren die we voor september plannen. De Linkse Partij heeft op dit moment meer steun onder activisten en veel mensen waarderen het dat er eindelijk iemand voor de arbeiders opkomt en bereid is zich te verzetten.

    De rustige periode in de Zweedse politiek is definitief voorbij. De bredere arbeidersklasse heeft een lange periode van heel weinig strijd achter zich en is tot hiertoe nog niet echt in actie gekomen. De klasse was vooral toeschouwer van de ontwikkelingen. Wat er nu gebeurt, schept wel belangrijke openingen.

    Rättvisepartiet Socialisterna stelt dat er een doorlopende lijn nodig is tussen strijd en het noodzakelijke socialistische politieke alternatief. De beweging moet verder verbreed worden. De belangrijke kwestie van huisvesting is verbonden met andere, even cruciale kwesties zoals onderwijs, zorg en klimaat. Samen met International Socialist Alternative zal RS de politieke ontwikkelingen op de voet blijven volgen en bekijken we hoe we, met behoud van onze onafhankelijke positie, onze oriëntatie op de Linkse Partij kunnen uitbreiden.

  • Klimaatprotest in Zweden. “Hier heb ik het gevoel dat ik nodig ben”

    “We zitten allemaal vast in het systeem: werken, slapen, sterven. In de schoolstaking is het anders: hier heb ik het gevoel dat ik nodig ben.”

    Deze woorden komen van één van de 15-jarige demonstranten voor het parlement in Stockholm. Voor de 21ste vrijdag op rij wordt daar geprotesteerd voor het klimaat. De schoolstaking is verspreid naar minstens 17 landen. Greta Thunberg, die de beweging begon in de aanloop naar de parlementsverkiezingen afgelopen najaar in Zweden, werd een wereldwijd symbool van een nieuwe en meer radicale klimaatbeweging.

    Artikel door Jonas Brännberg, gemeenteraadslid van Rättvisepartiet Socialisterna in Lulea (Zweden)

    Het gevoel dat er iets moet gebeuren rond het klimaat, wordt versterkt door de combinatie van steeds meer alarmerende rapporten over milieu en klimaat, samen met een terughoudendheid van gevestigde politici en grote bedrijven om effectief iets te doen hierrond.

    Het IPCC (VN Klimaatpanel) wees in een recent rapport op de mogelijkheid van een rampzalige opwarming met 3,5 graden indien de landen hun inspanningen voor het verminderen van de uitstoot niet opvoeren om deze te halveren tegen 2030 en tot zo goed als nul te herleiden tegen 2050. Op hetzelfde ogenblik wijzen nieuwe verslagen op de reeds vernietigende gevolgen van klimaatverandering. Zo is er het recent rapport over het uitsterven van insecten waarmee de voedselproductie wordt bedreigd.

    Velen waren geschokt toen de VS, Saoedi-Arabië, Rusland en Koeweit zich op de klimaattop in Polen opstelden als ontkenners van klimaatverandering waarbij ze het laatste IPCC-rapport weigerden te ‘verwelkomen’ en er enkel ‘akte van namen.’ Toen Greta Thunberg op de bijeenkomst sprak – ze was uitgenodigd door de klimaatorganisatie Climate Justice Now – wees ze op de klassenbelangen van deze rijke leiders: “Onze beschaving wordt opgeofferd voor de mogelijkheid voor een zeer klein aantal mensen om door te gaan met het verdienen van een enorme hoeveelheid geld. Onze atmosfeer wordt opgeofferd zodat rijke mensen in landen als de mijne, in luxe kunnen leven. Het is het lijden van velen, die betalen voor de luxe van enkelen.”

    In de klimaatdiscussie in Zweden is er veel aandacht voor de temperatuur. Dat kwam na het extreme weer van afgelopen zomer. Toen steeg de temperatuur boven de 30 graden in gebieden boven de Noordpoolcirkel. Er waren zowat 80 vernietigende bosbranden als gevolg van de droogte.

    “De uitstootgassen zijn als doping voor het weer. Dit is het resultaat en er komt nog meer.” Dat schreef meteoroloog en klimaatexpert Martin Hedberg. Volgens Hedberg tonen statistieken van de NASA aan dat hittegolven in de noordelijke hemisfeer vandaag 100 keer meer waarschijnlijk zijn dan in de jaren 1950, 1960 en 1970. Daarbij wordt het bovendien een pak warmer.

    Niet alleen het klimaat zorgt voor een groter bewustzijn rond milieu en toenemende strijd. Twee belangrijke strijdbewegingen hebben de aandacht gevestigd op de vervuilende mijnindustrie. De blokkade van een nieuwe kalkput in Ojnareskogen op Gotland zorgde ervoor dat het project vorig jaar gestopt werd. De strijd en blokkade van een nieuwe ijzerertsmijn in Gallok, midden in het Sami-land, toonde een groeiende strijdvaardigheid onder de Sami jongeren.

    In andere gevallen werden nieuwe mijnen geopend door kapitalistische speculanten. Daarbij werd grond vernietigd voor de komende honderden jaren. Een aantal van deze bedrijven gaat na enkele jaren failliet: de kosten worden naar de gemeenschap doorgeschoven. Er zijn momenteel meer conflicten rond minstens tien nieuwe mijnbouwprojecten. Dit kan in 2019 tot nieuw protest leiden.

    Het politieke establishment probeert Zweden voor te stellen als een pionier op vlak van klimaatactie. Als we die bewering van dichterbij onderzoeken, blijft er niets van overeind. Volgens de officiële statistieken nam de uitstoot in Zweden in 2017 met 0,4% toe. Het klimaatdoel van Zweden is niet gebaseerd op wat het aandeel van het land moet zijn in de wereldwijde vermindering van koolstofdioxide. Met de huidige uitstoot zal alles wat het land nog zou mogen uitstoten binnen de zes tot twaalf jaar effectief uitgestoten zijn. Een groot deel van de uitstoot is onderdeel van het neoliberale stelsel van emissiehandel in de EU. Het resultaat is bijvoorbeeld dat olieraffinaderij Preemraffs de operaties in Zweden wil uitbreiden waardoor de uitstoot zou verdubbelen en het bedrijf de grootste bron van uitstoot in het land wordt. Dit wordt niet in vraag gesteld bij de milieuvergunning voor het bedrijf, de uitstoot wordt immers ‘beheerd’ door de neoliberale handel in uitstootrechten.

    De groene partij in Zweden is volkomen verantwoordelijk voor dit stelsel van ‘greenwashing.’ De partij zit mee in de regering. De dubbele opstelling van de regering werd vorig jaar helemaal duidelijk toen beslist werd om de uitstoot van koolstofdioxide tot nul te herleiden in 2045. De nieuwe regering die in januari aantrad na vier maanden van politieke crisis na de verkiezingen, kwam met een variant van Macron’s ‘klimaatbeleid’ waarbij de klimaatkosten naar de werkenden worden doorgeschoven met hogere taksen, terwijl de grote bedrijven enkele voordelen krijgen.

    De kloof tussen wat nodig is en de ontoereikende en onrechtvaardige maatregelen van het establishment is bijzonder groot. Dit kan overigens in de kaart spelen van rechtse ontkenners van klimaatverandering. Het leidt tot de frustratie die Greta Thunberg in elk interview naar voren brengt: waarom behandelen de politici de klimaatcrisis niet als de crisis die het is?

    Dat inzicht maakt dat de jongeren vandaag zich niet laten tevreden stellen door lege beloften door de kapitalistische elite. “We zijn hier niet gekomen om de wereldleiders te smeken of ze zich (om ons) willen bekommeren. Jullie hebben ons in het verleden genegeerd en jullie zullen ons weer negeren. We zijn hier gekomen om jullie te laten weten dat verandering eraan komt, of jullie dat nu leuk vinden of niet. De echte macht behoort toe aan het volk. Aangezien onze leiders zich als kinderen gedragen, moeten wij de verantwoordelijkheid opnemen die zij al lang geleden hadden moeten opnemen,” zei Greta Thunberg op VN-klimaattop in Katowice.

    Momenteel zijn de schoolstakingen uitgebreid tot 108 steden in Zweden. In de meeste gevallen zijn het kleine acties. Een andere uitdrukking van een meer strijdbare klimaatbeweging in ‘Extinction Rebellion’, een reactie op de massale uitroeiing van soorten. De actiegroep heeft met directe actie straten en een steenkoolcentrale geblokkeerd.

    De traditionele milieubeweging is in rep en roer over de alarmerende situatie. De bekendste klimaatwetenschapper van het land, Johan Rockström, was op de klimaattop van Parijs in 2015 nog optimistisch: “Een nieuwe wind waait door de wereld als het gaat om onderhandelingen en acties voor duurzaamheid, het beheer van onze planeet, ons klimaat en onze ecosystemen.” (Sydsvenskan 15.12.2015). Drie jaar later moet hij het hebben over het falen van de politieke leiders en de groeiende invloed van rechtse ontkenners van klimaatverandering. “Simpel gezegd zijn er te veel verliezers in het liberale markttijdperk.” (DI 15.12.2018).

    Radicalere leden van de groene partij, zoals Carl Schlyter, hebben de partij verlaten uit protest tegen de steun van de partij voor een regering die de kloof tussen arm en rijk verder laat toenemen en die bovendien de kost van klimaatacties naar de werkende klasse doorschuift. “Als we vier jaar in de regering blijven op basis van het beleid dat nu beslist is, dan zullen we uit het parlement verdwijnen. Dat zou nog aanvaardbaar geweest zijn als we daarmee de planeet hadden gered. Maar dit regeringsakkoord zal de uitstoot niet verminderen tot wat nodig is.”

    Op basis van de nieuwe bewegingen zijn er nu plannen voor grote klimaatacties. Op 1 februari is er een actiedag van alle groepen van ‘FridaysForFuture’ in alle noordelijke landen. Dit wordt gevolgd door de globale schoolstaking van 15 maart. Die actiedag kan de werkenden tonen wat nodig is om de kapitalistische leiders te bestrijden. In april komen er nog actiedagen en is er een wereldwijde actieweek van Extinction Reellion. Een ander initiatief dat aan belang kan winnen, is #EarthStrike. Dat initiatief pleit voor een wereldwijde algemene staking op 27 september met voorbereidende actiedagen op 27 april en 1 augustus .In tegenstelling tot veel andere klimaatacties benadrukt #EarthStrike dat het belangrijk is om op lokaal vlak samen te werken met vakbonden en andere organisaties van de arbeidersbeweging. “Tot de regeringen en bedrijven verantwoording afleggen aan de bevolking, weigeren we deel te nemen aan het systeem dat hun zakken vult. Er zullen geen banken, kantoren vol bedienden, scholen vol kinderen, zijn tot onze eisen worden ingewilligd.”

    Een belangrijke stap vooruit de afgelopen jaren was het toenemend gebruik van methoden van de arbeidersbeweging in de strijd. We zagen dit met stakingen en blokkades. Deze methoden versterken ook het inzicht in het feit dat de werkende klasse een cruciale rol speelt in maatschappijverandering.

    Veel bewegingen zijn nog erg los georganiseerd. Dat kan een voordeel zijn op een ogenblik dat bureaucratische leiders, bijvoorbeeld in de vakbonden, de neiging hebben om bewegingen van onderuit af te remmen. Maar het gebrek aan democratische organisatie in de vorm van bijvoorbeeld grootschalige vergaderingen, verkozen vertegenwoordigers, … kan er ook toe leiden dat bewegingen gekaapt worden door zelf aangestelde leiders. Bovendien beperkt het de ruimte voor discussie over hoe we de strijd kunnen vooruit brengen en wat het uiteindelijke doel is.

    In de klimaatbeweging is er een strijd tussen de ideeën die decennialang dominant waren, waarbij het vooral ging om de ‘macht van de consumenten’, en de steeds meer duidelijke realiteit dat onze individuele keuzes niet volstaan om de planeet te redden. Zolang we in een kapitalistische economie leven, waarbij alles in dienst staat van de belangen van enkele grote bedrijven en hun eindeloze winsthonger, is er geen oplossing mogelijk.

    Het ontbreekt nog aan een link tussen het groeiende inzicht in het falen van het kapitalisme om de klimaat- en milieuproblemen aan te pakken aan de ene kant en de nood aan een andere, democratisch socialistische samenleving, aan de andere kant. In zo’n samenleving moet de controle op de economie en de grote bedrijven in handen van de bevolking komen, zodat de samenleving democratisch kan gepland worden volgens de behoeften van mens en milieu.

    Het is een uitdaging voor socialisten om de klimaatbeweging te verbinden met andere sociale bewegingen en vakbonden, waarbij we iedereen ervan overtuigen dat niet ‘wij’ het probleem zijn, maar dat het kapitalistisch systeem aan de basis van alle problemen ligt. Voor marxisten is het belangrijk om niet vanop de zijlijn te zeggen wat nodig is, maar om helemaal deel te zijn van bewegingen en acties. Het is door strijd dat de klimaatbeweging breder kan worden en vakbonden en andere sociale bewegingen kan meetrekken.

    Onder het kapitalisme zal echte klimaatactie steeds botsen op de winsthonger van de kapitalisten, kapitalistische handelsovereenkomsten, neoliberale begrotingsmaatregelen, valse oplossingen zoals emissiehandel en investeringsstakingen als de kapitalistische winsten en invloed bedreigd worden. We moeten de beweging versterken met een socialistisch overgangsprogramma dat de grote investeringen en vereiste planning voor een duurzame samenleving verbindt met de democratische controle en bezit van de banken en andere sleutelsectoren.

    In de ‘perfecte storm’ van ecologische, sociale, politieke en economische crisis waarmee het kapitalisme vandaag geconfronteerd wordt, zal er een herleving van socialistische ideeën zijn, een inzicht dat we de controle en het bezit van de banken en strategische bedrijven uit handen van de kapitalisten moeten halen om een democratisch geplande transitie naar een duurzame socialistische samenleving mogelijk te maken.

  • Zahid Baloch vanuit Zweden naar Noorwegen uitgewezen. Dreiging van deportatie naar Pakistan

    Stuur protestmails!

    Onze kameraad Zahid Baloch werd enkele weken geleden in Göteborg opgepakt en vastgezet. Zahid komt uit het Pakistaanse deel van Balochistan waar hij voor zijn politieke activiteiten vervolgd en gemarteld werd. Nog voor hij een nieuwe asielaanvraag in Zweden kon indienen, werd hij naar Noorwegen uitgewezen.

    Door Kristofer Lundberg

    Zahid Baloch zit nu in een vluchtelingengevangenis in het Noorse Trandum. We bezochten hem op 14 maart. Pas een dag eerder kregen we informatie over waar Zahid zich bevond. Daarvoor probeerden we een week tevergeefs contact te leggen met Zahid. De Zweedse migratiedienst en de grenspolitie hebben hem naar Noorwegen uitgewezen in schending van de wetten en regels. Zo werd zijn advocaat niet eens op de hoogte gebracht.

    De uitwijzing gebeurde ondanks ernstige waarschuwingen van de dokter van Zahid over diens gezondheid. De telefoon van Zahid werd in beslag genomen en hij werd met handboeien aan om 7 uur ’s ochtends weggehaald. Nu zit hij in een cel in Trandum waar hij slechts 15 minuten per dag even een luchtje kan scheppen.

    In Noorwegen heeft hij een week om in beroep te gaan tegen een beslissing van drie jaar geleden om hem uit te wijzen naar Pakistan.

    Er is protest nodig tegen het risico dat hij naar Pakistan wordt gestuurd, een land dat hij ontvluchtte om aan martelingen en de dood te ontsnappen.

    Meer info over de zaak van Zahid, zie ons eerder artikel.

    Voorbeeld van een protest brief (in het Engels), uiteraard zelf vrij aan te passen!

    Stop the expulsion of Zahid Baloch

    Zahid Baloch requires asylum. He is one of the world’s most well-known critics of the regime in Baluchistan, where the Pakistani military kills with impunity and brutally oppresses all opposition. Zahid Baloch’s case and reports of the oppressive conditions in Baluchistan were reported several times to the UN Human Rights Council in Geneva (OHCHR).

    Zahid Baloch described the situation in Baluchistan with gave speeches at many demonstrations and meetings, as well as in newspaper articles and on the internet.

    Zahid Baloch’s life has been threatened. His father was beaten so badly that he almost died, because of Zahid’s activities.

    Zahid Baloch is an active socialist and defender of women’s rights, which has led to his receiving threats from right-wing extremists in Pakistan.

    In addition, Zahid, has had two heart attacks. He also needs regular care for post-traumatic stress following imprisonment and torture.

    We demand:

    – Stop the expulsion of Zahid Baloch!

    – Asylum for Zahid Baloch!

     

    Stuur deze mails naar de Noorse migratiedienst: udi@udi.no

    Met kopie aan: rs.gbg@socialisterna.org

  • Zweden: laat Zahid Baloch vrij! Politieke activist met deportatie bedreigd

    Solidariteit met Zahid op de betoging van gisteren tegen het asielbeleid van de Belgische regering

    Zahid Baloch is een politieke vluchteling en martelslachtoffer uit Balochistan (Pakistan). Hij is actief lid van Rättvisepartiet Socialisterna, de Zweedse zusterorganisatie van LSP. Hij werd op 15 februari in Göteborg opgepakt tijdens een ‘interne grenscontrole.’

    Door Kristofer Lundberg vanuit Göteborg

    In Pakistan is Zahid op vreselijke wijze gemarteld door het leger. Hij werd zo hard aangepakt dat ze dachten dat hij dood was. De verwondingen door de brutale repressive en het seksueel geweld door het Pakistaanse leger zijn allemaal gedocumenteerd.

    De zaak van Zahid Baloch is erg bekend onder mensenrechtenactivisten in Balochistan en internationaal. Hij is ook in Zweden bekend als politieke activist en zijn zaak werd besproken in de VN Mensenrechtenraad.

    Nu heeft hij na een eerdere weigering in Noorwegen slechts drie weken om zijn recht op asiel in Zweden aan te vragen onder de regels van de ‘Dublin conventie’.

    Zahid is actief bij Rättvisepartiet Socialisterna en algemeen bekend onder activisten in Zweden. Hij sprak op tal van betogingen, onder meer op acties in het teken van ‘Black Lives Matter’, betogingen voor asielrecht, tegen racisme en bij solidariteitsacties voor verschillende internationale strijdbewegingen. Hij is actief in de huurdersbond in zijn buurt en erg populair in zijn wijk.

    De arrestatie van Zahid is onderdeel van een intensieve campagne waarbij de politie in Zweden naar ‘illegale’ migranten zoekt om het aantal uitwijzingen op te voeren. Een dag na zijn arrestatie moest Zahid normaal langs bij een hartspecialist. Hij had de afgelopen drie jaar twee hartaanvallen als gevolg van de martelingen die hij onderging. Zahid moet elke dag 15 verschillende pillen nemen.

    Rättvisepartiet Socialisterna organiseerde twee betogingen voor het asielcentrum waar Zahid vastzit. De eerste was onmiddellijk na zijn arrestatie. We eisten zijn vrijlating en de mogelijkheid om hem zijn medicamenten te bezorgen alsook toegang tot een dokter. De verantwoordelijke van het asielcentrum besliste dat Zahid geen bezoek mag ontvangen. We bleven met de betoging voor het centrum en na drie uur mochten we dan toch zijn medicamenten aan het centrum overhandigen.

    Op maandag 19 februari waren er opnieuw 60 betogers voor het asielcentrum om te eisen dat Zahid het recht zou hebben om de psycholoog te bezoeken die hij de afgelopen drie jaar wekelijks raadpleegde in het verwerkingsproces van zijn trauma’s.

    Op zaterdag 17 februari waren we voor het eerst in de mogelijkheid om Zahid te bezoeken. Hij vertelde dat hij gedurende 35 uur niet geslapen had. Hij is erg bang en vreest voor zijn toekomst. “Opgesloten zitten in een kleine ruimte is erg angstaanjagend. Het doet me terugdenken aan die martelcellen,” zei Zahid. “Ik herinner me telkens het misbruik, seksueel geweld en elektrische schokken.”

    “Ze lieten me in Pakistan volledig uitkleden, verpletterden mijn enkels en braken mijn vingers. Ik heb 32 hechtingen op mijn rug, littekens in mijn gezicht en op mijn hoofd. Enkel iemand die dit meegemaakt heeft, kan het begrijpen. Het waren de donkerste dagen uit mijn leven. Maar ik heb het overleefd. Mijn twee omen en drie neven hebben dat geluk niet gehad.”

    Johannes Lundberg die met Zahid sprak, zei ons: “Zahid stortte verschillende keren in elkaar tijdens ons twee uur durend gesprek. De enorme steun en solidariteit van zijn vrienden en de internationale steun doen hem nochtans erg goed.”

    De asielaanvraag van Zahid in Noorwegen werd geweigerd. Er was een nieuw asieldossier opgemaakt in Zweden. Dat dossier komt op 9 maart voor. Als Zahid naar Noorwegen wordt uitgewezen, vormt dit een groot gevaar voor zijn leven. Noorwegen wijst immers uit naar Pakistan.

    De Pakistaanse autoriteiten zijn volledig op de hoogte van de politieke activiteiten van Zahid Baloch in ballingschap. Een jaar geleden werd zijn vader hardhandig aangepakt door het leger dat vragen stelde over zijn zoon nadat Zahid had gesproken op een betoging van Balochi in Zweden.

    Solidariteit gevraagd

    We roepen op om Zahid te ondersteunen. Neem solidariteitsfoto’s, verspreid het nieuws over zijn arrestatie. We hebben drie centrale eisen: Geen uitwijzing! Laat Zahid nu vrij! Geef Zahid asiel in Zweden!

    Stuur protestberichten naar:

    Met kopie aan Rättvisepartiet Socialisterna: rs.gbg@socialisterna.org

  • Zweedse scholierenstaking tegen deportaties

    Stockholm

    Voor de vakantie was er in Zweden een historische scholierenstaking tegen de deportatie van vluchtelingen. Op 12 december gingen om 12 uur ’s middags (12.12.12) scholieren uit het hele land – van Boden in het noorden tot Ystad in het zuiden – in actie. Er waren minstens 50 scholen in 19 steden betrokken. Het gevoel van kracht en samenhang was overweldigend.

    Verslag door Liv Shange Moyo, Rättvisepartiet Socialisterna

    Deze actie kan het begin zijn van een scherpere strijd tegen het verdeel-en-heersbeleid en de uitwijzingen door deze regering.

    Globala Gymnasiet in Stockholm was de middelbare school (met 16-18 jarigen) waar het initiatief voor de staking van 12 december werd genomen. De school was bijna helemaal leeg, enkel diegenen die op die dag nationaal examen wiskunde hadden bleven binnen. Op de speelplaats begonnen de scholieren van Globala Gymnasiet met een meeting van uur met toespraken. Daarna sloten ze aan bij betogers uit 20 andere scholen op de Medborgplatsen. Daar waren er 2.000 aanwezigen die anderhalf uur actie voerden, ondanks de sneeuw, wind en de koude.

    Zoals Globala in Stockholm speelde Gymnasiebyn in Luleå de rol van organisatiecentrum van de staking. De scholieren van “Laat ons leven – Jong in Zweden’ begonnen de discussie over een scholierenstaking in september en de voorbereiding begon in oktober. Het feit dat scholieren uit twee steden samenwerkten, maakte een nationale actiedag mogelijk. De twee actiecentra moedigden elkaar aan.

    Lulea

    Opbouw

    De lange voorbereiding versterkte de betrokkenheid van jonge activisten die het voortouw namen in de staking. Het maakte dat het initiatief een eigen leven ging leiden, zeker in de laatste dagen voor 12 december toen nieuwe scholen en locaties aansloten bij de oproep – onder meer in Tranås, Östersund, Ystad, Gävle en Umeå. Er was een infopakket voor de organisatie van de staking, met onder meer pamfletten, mobilisatielijsten, to-do lijstjes, … Dat was een grote hulp.

    Uiteindelijk namen 4.000 scholieren aan de staking deel: 2.000 in Stockholm, 500 in Göteborg, 300 in Borås, 200 in Uppsala en telkens 150 in Lund, Luleå, Boden en Piteå. Er waren acties in 50 scholen in 19 steden van noord tot zuid, oost tot west. Dat is indrukwekkend en een historische stap in de opbouw van verzet tegen het brutale migratiebeleid van de coalitieregering van sociaaldemocraten en groenen.

    Belangrijker nog dan het aantal deelnemers, is het gewicht van een staking als actiemiddel. Het feit dat veel scholieren ‘hun werkmiddelen neerlegden’ als protest, is een voorbode voor de actiemethoden die zullen opgenomen worden eens de strijd aangroeit.

    Göteborg

    Vluchtelingen en jongeren organiseren zich

    In 2015 kwamen meer dan 35.000 niet-begeleide minderjarigen als vluchteling naar Zweden. Pas dit jaar begonnen ze nieuws te krijgen over hun toekomst: sommigen mogen blijven, de meesten worden uitgewezen. Begin augustus begonnen jonge Afghaanse vluchtelingen wat een 58 dagen durende zitstaking zou worden in Stockholm. Dit initiatief verspreidde zich ook naar andere steden. De zitstaking gebeurde onder de naam ‘Ung i Sverige’ (Jong in Zweden). Op het hoogtepunt telde de actie een duizendtal deelnemers en een groeiende steun, wat ook druk zette op de politici.

    De sfeer tegen uitwijzingen werd versterkt door provocaties door zowel de staat als de neonazi’s. Er was een succesvolle antifascistische mobilisatie in Göteborg op 30 september waarmee een neonazi-optocht werd gestopt. Dit was een inspiratie voor nieuwe acties en tegelijk een waarschuwing voor de vernietigende krachten die door het staatsracisme in beweging worden gezet.

    Er raakten gevallen bekend van willekeurige leeftijdsinschattingen en het aantal negatieve beslissingen nam toe. De geloofwaardigheid van de migratiedienst bereikte een dieptepunt, wat de vastberadenheid voor de voorbereiding van de acties versterkte. We zagen het begin van een nationale organisatie: als velen samenwerken, kunnen ze de situatie keren.

    Boden

    Rättvisepartiet Socialisterna

    Leden van Rättvisepartiet Socialisterna en ‘Scholieren tegen Racisme’ speelden een actieve rol in de voorbereiding van de staking. Ons weekblad ‘Offensiv’ bracht verslagen en analyses, wat erg goed onthaald werd door de activisten. Op de stakingsdag had RS sprekers op de betogingen in Stockholm, Göteborg, Borås, Luleå en Boden.

    Op de betoging in Stockholm waren er toespraken van vluchtelingen, diverse organisaties en individuen: ‘Scholieren tegen racisme’, ‘Scholieren tegen uitwijzingen’, ‘Jong in Zweden’, en anderen. Natalia Medina sprak namens RS: “We hebben nooit iets zomaar gekregen. Geen enkel recht is bekomen omdat de heersers plots beseften dat het een goed idee was. Argumentatie en druk op politici en heersers werkt niet. Het zijn grote massabewegingen, stakingen en protestacties die een verschil maken,” merkte Natalia onder enthousiast applaus op.

    Er waren solidariteitsberichten van stakende scholieren in Kasse, Duitsland, en van Tamil vluchtelingen uit Groot-Brittannië. Op een voorbereidende vergadering voor de staking werd via Skype gesproken met activisten van de Spaanse Sindicato Estudiantes over hoe scholierenstakingen het best georganiseerd kunnen worden.

    Stockholm

    Toekomstige acties

    Het is positief dat de staking van 12 december niet alleen keek naar de acties op die dag zelf, maar ook nadruk legde op toekomstige strijd. De oproep voor een actiedag met stakingen en betogingen in januari-februari is een mooi initiatief dat navolging verdient bij de vakbonden, culturele organisaties, sociale huurders, … Nauwere samenwerking tussen verschillende actiecentra en discussies over alternatieven op het huidige asielbeleid zijn eveneens belangrijk.

    De overheid en het establishment zijn bezorgd. Twee weken voor de staking kondigde de regering aan dat een aantal beslissingen tot uitwijzing worden herzien en tot 8.000 vluchtelingen wel mogen blijven. Dit is echter aan een reeks voorwaarden verbonden. Enkel wie voor 25 november 2015 in Zweden kwam, maakt kans. De jonge vluchtelingen moeten hun middelbaar onderwijs afwerken en daarna een job vinden. Dit alles moet lukken “voor de zomer.”

    Ondertussen blijft het negatieve beslissingen en uitwijzingen regenen. Op de maandag voor de scholierenstaking werd een groep jonge vluchtelingen uitgewezen. Een aantal vluchtelingen pleegde zelfmoord. De regering hoopte dat de aankondiging van de 8.000 vluchtelingen die mogen blijven de beweging zou kalmeren. Het tegenovergestelde is waar: de beweging trekt steeds radicalere conclusies en gebruikt bijhorende methoden, zoals een staking.

    De pogingen om de beweging te stoppen, zijn ingegeven door angst. Jongeren die het voortouw nemen in een snel groeiende beweging kunnen steeds meer anderen meetrekken in een beweging tegen het brutale asielbeleid van de sociaaldemocraten en de groenen.

    De strijd van de voorbije maanden heeft de hypocrisie van de Zweedse regering aangetoond. De echte ‘wij’ en ‘zij’ zijn de jongeren en werkenden van alle afkomsten aan de ene kant en de kleine elite aan de andere kant. Die elite gebruikt verdachtmakingen tegen mensen op de vlucht om de aandacht af te leiden van de echte tegenstellingen in de samenleving.

    De scholierenstaking is een escalatie van de strijd. De komende maanden zullen vele anderen meegetrokken worden in een strijd voor een ander asielbeleid, maar ook voor een andere samenleving, een socialistische samenleving.

  • Crisis van de EU. Grenzen tussen Zweden en Denemarken dicht, het einde van Schengen?

    Standpunt door Per-Ake Westerlund, Rättvisepartiet Socialisterna (Zweden)

    oresundDe beslissing van de Zweedse regering om identiteitscontroles in te voeren aan de grensovergang van de Öresund brug die het land met Denemarken verbindt – en die centraal staat in de bekende televisiereeks ‘The Bridge’ – bevestigt de crisis van de Europese Unie. De groeiende spanningen tussen de twee Scandinavische landen zijn een uitdrukking van het drama dat zich afspeelt en van de wijze waarop letterlijk grenzen worden opgetrokken tussen verschillende Europese landen.

    De grootste Zweedse krant, het sociaaldemocratische Aftonbladet, had het in december over hoe “de vluchtelingencrisis de enorme tegenstellingen binnen de EU blootlegt”. De krant stelde vast: “Europa was nog nooit zo bedreigd.”

    De nieuwe Zweedse maatregelen hebben als doel om zoveel mogelijk vluchtelingen tegen te houden. In het station Kastrup in Kopenhagen, op weg naar Malmö in Zweden, worden 150 bewakingsagenten van het privébedrijf Securitas ingezet om de identiteitspapieren van elke reiziger te controleren. Zonder idententiteitskaart mag je Zweden niet binnen. Van alle vluchtelingen die vorig jaar naar Zweden kwamen, hadden vier op de vijf geen identiteitskaart. Van de 25.000 Afghaanse kinderen die het land binnenkwamen, hadden er 18 identiteitspapieren bij. Zweden wil met de Afghaanse regering tot een akkoord komen om vluchtelingen terug te sturen.

    De brug tussen Denemarken en Zweden kende jarenlang de meest open grensovergang ter wereld. Elke dag reizen 15.000 mensen tussen hun huis in Kopenhagen en hun werk in Malmö of vice versa. Met de nieuwe controles dreigt hun reistijd een uur langer te worden.

    Zweden kende lange tijd het grootste aantal vluchtelingen per inwoner van het land. Denemarken daarentegen voerde een erg strikt beleid om vluchtelingen buiten te houden. De rollen lijken nu omgekeerd te zijn. De rechtse Deense regering verwijt de Zweedse regering van sociaaldemocraten en groenen dat ze het recht op asiel afschaft. Tegelijk is de Deense regering overgegaan tot gelijkaardige controles aan de grens met Duitsland.

    In beide landen wordt gesproken over een noodtoestand om de beslissingen te rechtvaardigen. Er wordt verwezen naar de “veiligheid van het land” en de “openbare orde” als redenen voor de drastische maatregelen. De Zweedse regering overweegt zelfs om desnoods de brug een tijdlang volledig af te sluiten.

    De nieuwe regels in Zweden werden voorbereid met een propagandacampagne door politici, te beginnen met de racistische SD maar gevolgd door de conservatieven en sociaaldemocraten. Ze zeggen allemaal dat “Zweden dicht bij een ineenstorting van het systeem” staat. Er worden echter geen details gegeven: welk systeem en waar dreigt de ineenstorting? De werkenden en vrijwilligers die instaan voor de opvang van vluchtelingen staan onder zware druk, maar zij doen geen dergelijke uitspraken.

    Terwijl de banken en grote bedrijven recordwinsten boeken en zelfs de overheidsfinanciën er volgens de regering beter voor staan, zouden er geen middelen zijn om te voorzien in voldoende huisvesting, onderwijs, gezondheidszorg, … In plaats daarvan dreigt de regering zelfs om over te gaan tot meer besparingen op basis van akkoorden met de traditionele rechtse partijen.

    Crisis van de Europese Unie

    De vluchtelingencrisis is uitgegroeid tot een crisis van de Europese Unie. Top na top waren er scherpe meningsverschillen of werden akkoorden gesloten die nooit werden toegepast.

    De EU “moet de vluchtelingenstroom stoppen, zoniet dreigt ze hetzelfde lot te ondergaan als het Romeinse Rijk.” Zo waarschuwde de Nederlandse premier Mark Rutte in een stelling die de houding van enkele leidinggevende politici weergeeft. Vanaf 1 januari is Nederland overigens voorzitter van de EU.

    De komst van een miljoen vluchtelingen naar Europa heeft de samenhang tussen de heersers van deze “grote en democratische unie” van 508 miljoen Europeanen neergehaald. Het Schengen-akkoord dat 20 jaar geleden tot stand kwam om een Europa zonder grenzen te creëren, is steeds meer ondermijnd. Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker verklaarde in november nog dat Schengen “een van de steunpilaren van de Europese constructie is.” Hij voegde er nog aan toe dat er “geen eengemaakte munt meer is indien Schengen wegvalt.”

    Twee tot drie maanden voordien protesteerden Europese leiders en politici tegen de bouw van een grenshekken in Hongarije aan de grens met Servië, meteen ook een buitengrens van de EU. Hongarije bouwde een gelijkaardige grensmuur aan de grens met EU-lid Kroatië. Sindsdien heeft het ene land na het andere dit voorbeeld gevolgd en werden grenzen gesloten.

    Duitsland stopt alle wagens die uit Oostenrijk komen om ze te controleren. Tot vorige zomer was de grens tussen Duitsland en Oostenrijk een van de minst gecontroleerde. Oostenrijk versterkt de controles aan de grens met Slovenië. Macedonië, dat niet tot de EU behoort, bouwt een muur aan de grens met Griekenland. De Beierse CSU dreigde ermee om de grenzen van Beieren volledig af te sluiten.

    De pogingen van de EU om maatregelen te nemen om 160.000 vluchtelingen die via Griekenland en Italië in Europa aankwamen te verdelen onder de lidstaten, hebben tot niets geleid. Er zijn nog meer een goede honderd vluchtelingen effectief verspreid over lidstaten. De Europese Commissie besloot tegelijk om Griekenland, Kroatië en Italië te vervolgen omdat deze landen vluchtelingen niet voldoende indentificeren, zo wordt niet van iedereen binnen de 72 uur vingerafdrukken genomen. De redenen waarom deze landen dit niet doen, zijn zowel het grote aantal vluchtelingen als de bepaling van de conventie van Dublin waarmee landen als Zweden vluchtelingen kunnen terugsturen naar het land waar ze het eerst geregistreerd werden.

    Nieuwe grenspolitie en Erdogan

    De Europese Commissie wil een nieuwe grenspolitie, zowel voor de landgrenzen als de zeegrens. Deze zou in de plaats van het huidige Frontex komen. De nieuwe grenspolitie zou in tegenstelling tot Frontex niet alleen in alle Schengen-landen ingezet worden, maar ook in Noorwegen (dat niet tot de EU behoort) en in grenslanden als Servië en Macedonië. Het doel is om de grenzen te sluiten. De nieuwe grenspolitie zou kunnen optreden zonder dat de verschillende regeringen ingelicht worden.

    De EU heeft tegelijk Erdogan drie miljard euro aangeboden om vluchtelingen te stoppen zodat ze niet verder doortrekken. In de onderhandelingen met Erdogan bleef de EU bewust blind voor de escalatie van gewapende aanvallen en geweld tegen de Koerdische bevolking en de linkerzijde in het land. Het enige doel is om ervoor te zorgen dat de twee miljoen Syrische oorlogsvluchtelingen in Turkije blijven.

    Een aantal traditionele rechtse en voormalige sociaaldemocratische partijen zijn sterk naar rechts opgeschoven. De eisen van extreemrechts worden nu effectief besproken door de gevestigde partijen die stappen zetten om deze eisen uit te voeren. In de Franse verkiezingscampagne kopieerde Sarkozy delen van de retoriek van FN-leider Marine Le Pen. In Slovakije zegt de heersende sociaaldemocratische partij dat het alle moslims uit het land weg wil.

    De nieuwe Poolse regering gaat in de richting van wat Orban in Hongarije doet. In beide gevallen werden rechtbanken, administratie en media gezuiverd van stemmen die kritisch tegenover de regering staan. Orban haalde eerder vooral uit naar Joden en Roma, maar nu houdt hij zich meer bezig met islamofobe uitspraken. Als Polen dezelfde weg opgaat, is de impact groter omdat Polen dat de zesde grootste EU-lidstaat is, zowel op vlak van bevolking als economie. De regeringen in Tsjechië en Slovakije staan op een gelijkaardig standpunt. Dit blok kan Europese beslissingen in de praktijk gewoon negeren.

    Ergste jaar voor de EU wordt gevolgd door nog erger…

    2015 was het slechtste jaar voor de Europese Unie sinds lange tijd. Het belangrijkste doel van de EU is nu voor iedereen duidelijk: het makkelijker maken voor banken en multinationals, het coördineren van besparingen, aanvallen op vakbondsrechten en recent ook een stimulans van militaire uitgaven. De recente moeilijkheden, zoals de eurocrisis, geven echter aan dat de EU niet als een echte unie kan optreden. De wijze waarop het kapitalisme functioneert, betekent dat de natiestaat de basis blijft en dit leidt tot spanningen die overeind blijven.

    Er zijn gelukkig ook nieuwe politieke bewegingen ter linkerzijde en er is strijd van werkenden en jongeren. Dit is nodig om in te gaan tegen het Europese beleid, maar ook tegen de dreiging van racistische rechtse partijen. In de herfst van vorig jaar waren er overal in Europa solidariteitsacties met vluchtelingen. In Zweden en Denemarken zijn er nieuwe acties gepland. Het alternatief op de EU bestaat niet uit nationalisme, maar uit eenheid van onderdrukten en gewone werkenden over de grenzen heen.

     

  • Toename racistisch geweld en poging tot brandstichting tegen linkse activisten in Zweden

    zwedenIn drie appartementen waar leden van Rättvisepartiet Socialisterna (RS) in Göteborg wonen, waren er zondagnacht rond 3u ’s ochtends brandstichtingen. Twee dagen eerder was er in in Zweden een incident met een racistische jongere die op school twee mensen doodstak en twee anderen ernstig verwondde. In dezelfde week werden vijf gebouwen waar vluchtelingen verblijven of zullen verblijven in brand gestoken op verschillende plaatsen in het land. Wat is er aan de hand in Zweden?

    Brandaanslagen in Göteborg

    De brandaanslagen tegen socialistische activisten in Göteborg vonden plaats in de wijk Hammarkullen, waar RS sterk staat. Er werd onder meer brand gesticht in het appartement van Kristofer Lundberg, voorzitter van RS in West-Zweden en tevens voorzitter van de huurdersbond in het noordoosten van Göteborg. RS staat in Göteborg bekend voor lokale campagnes rond huisvesting en tegen besparingen, maar ook voor een actieve rol in de strijd tegen racisme en in de solidariteitsbeweging voor de Koerdische strijd.

    De aanvallers probeerden vuur te stichten in drie appartementen. Ze deden dit via de brievenbus en afval dat in de trappenhal in brand werd gestoken. Een van de branden werd onmiddellijk opgemerkt en ook de andere brandjes werden geblust. Er werden 35 brandweerlieden gedurende 3,5 uur ingezet.

    Een groep leden van RS kwam onmiddellijk bijeen en riep een vergadering voor de volgende middag bijeen. Alle bewoners van de wijk werden geïnformeerd over wat er gebeurde en uitgenodigd naar de bijeenkomst. Meer dan 70 mensen kwamen naar die vergadering en velen gaven aan dat ze iets willen doen tegen het geweld. Sommigen namen het initiatief om ‘s nachts de straten te bewaken, anderen gaven zich op om meteen opgeroepen te kunnen worden. Dinsdag wordt een meeting in open lucht gehouden en woensdag volgt een grote protestactie.

    De regionale media berichtten over deze aanval en de politie bevestigde informeel dat het om een politieke aanslag gaat in navolging van de eerdere brandstichtingen tegen opvangplaatsen voor vluchtelingen.

    Geweld tegen vluchtelingen, aanslag op school

    Sinds maart waren 17 asielcentra of toekomstige asielcentra het doelwit van brandstichtingen en gewelddadige aanvallen. Een derde daarvan vond vorige week plaats. In drie gevallen werd brand gesticht nadat was aangekondigd dat de huizen dienst zouden doen als opvangplaats voor vluchtelingen. Het antiracistische magazine Expo wees erop dat de faciliteiten voor vluchtelingen met kinderen bijzonder kwetsbaar zijn.

    Op donderdag 22 oktober was er dan een racistische terreurdaad op een school in Trollhättan in het westen van Zweden. Anton Lundin Pettersson ging verkleed als een soort ridder naar de school, het deed denken aan de wijze waarop de Noor Anders Behring Breivik zich voordeed. Pettersson had een Duitse legerhelm uit de Tweede Wereldoorlog opgezet en bracht twee wapens mee, een zwaard en een lang mes.

    In zijn afscheidsbrief schreef hij dat “vreemdelingen” het doelwit van zijn aanval waren en dat Zweden “niet zoveel migranten kan opnemen.” Hij koos een school waar veel migranten onderwijs genieten en zijn slachtoffers werden gekozen op basis van hun huidskleur. Een 20-jarig personeelslid werd vermoord terwijl hij de aanvaller wilde tegenhouden toen die de 15-jarige Ahmed Hassan vermoordde. Twee andere slachtoffers raakten ernstig gewond.

    De moordenaar had een YouTube-account waarop zijn politieke voorkeur duidelijk werd. Er stonden films op die Hitler en nazi-Duitsland verheerlijken, maar ook racistisch materiaal tegen de islam en tegen de Joden. Op sociale media volgde hij hedendaagse nazi’s, zo deelde hij veel materiaal van een blog die opkomt voor “het belang van ras in de samenleving.” Net zoals Breivik stelde ook Pettersson dat multiculturalisme een “hels project” is.

    Racistische haat

    Deze vreselijke terreurdaad gebeurde tegen de achtergrond van een groeiende polarisering in het land. Vluchtelingen worden steeds meer als zondebokken gebruikt en er wordt gezegd dat er geen nieuwe vluchtelingen bij kunnen. De racistische haat op het internet neemt toe. De aanslagen op asielcentra worden op sociale media door anonieme racisten opgehemeld. Een lokale politicus van de extreemrechtse Sverigedemokraterna (SD) vroeg zich enkele weken terug op het internet af waarom er geen gewapende controleposten worden opgetrokken aan de brug die Zweden met Denemarken verbindt.

    Vorige week riep SD op om acties te ondernemen tegen vluchtelingen en nieuwe asielcentra. De Scandinavische landen hebben een lange geschiedenis van racisme en terreur. In 1991-92 was er een zes maanden durende campagne van ‘Laserman’ John Ausonios waarbij 11 aanslagen werden gepleegd met een dode en heel wat gewonden. In 2009-10 werd Malmö opgeschrikt door Peter Mang die twee mensen vermoordde en minstens zes anderen probeerde te doden. Anders Behring Breivik vermoordde 77 jongeren, vooral jonge sociaaldemocraten op hun zomerkamp in Utoya.

    Er was telkens sprake van racistische motieven. Ausonios, Mang en Breivik waren er alle drie van overtuigd dat migratie leidde tot een invasie van minderwaardige mensen. Hiernaast waren neonazi’s in Zweden sinds midden jaren 1980 verantwoordelijk voor minstens 30 moorden.

    Dit is geen kwestie van geestelijke gezondheid of ‘gekken’ zoals sommigen beweerden na de aanslagen door Breivik. Het gaat om politieke en racistische moorden en terreur, telkens verbonden met het milieu van extreemrechts en neonazi’s. Er wordt van uitgegaan dat de plegers van de aanslagen en aanvallen niet georganiseerd zijn, maar ze haalden hun ideeën bij georganiseerde racisten die hen soms ook daadwerkelijk ondersteunden.

    Sverigedemokraterna

    SD voert campagne met de slogan ‘Een totaal verbod op asielmigratie’. Dat wordt aangevuld met nationalistische eisen zoals meer aandacht voor de nationale vlag, de koning en het volkslied.

    Wij dienen hen van antwoord door nadruk te leggen op hun voorstellen tot besparingen en privatiseringen. Zo stelt SD voor dat de middelen voor de gemeenten afnemen van 9 miljard tot 4 miljard euro. Dat betekent dat 100.000 jobs zouden verdwijnen. Zelfs vandaag wil SD de staatssteun aan gemeenten voor de opvang van nieuwe asielzoekers afschaffen.

    SD verspreidt de leugen dat een lager aantal vluchtelingen middelen zou vrijmaken voor gepensioneerden en de sociale zekerheid. Maar de afgelopen 20 jaar was er, los van het aantal vluchtelingen, steeds een afbouw van de sociale zekerheid. En dit werd bovendien gesteund door SD.

    Gevestigde rechtse politici proberen nu steeds meer samenwerking met SD op te zoeken. Tegelijk zorgt de racistische retoriek voor een toevloed aan steun uit neonazikringen.

    Antiracisme en solidariteit

    Er komen vandaag meer vluchtelingen in Zweden aan dan op gelijk welk ogenblik sinds de Tweede Wereldoorlog. Er zullen dit jaar naar schatting 140.000 tot 190.000 nieuwkomers zijn. Aanvankelijk merkten de gevestigde politici de sterke solidariteitsgevoelens onder de bevolking op. De sociaaldemocratische premier Stefan Löfven was zelfs een van de sprekers op de eerste betoging van ‘Refugees Welcome’ waarop 15.000 aanwezigen waren.

    Maar net als de andere Europese politieke leiders stemde de Zweedse regering van sociaaldemocraten en groenen samen met de rechtse oppositie in met een meer restrictief beleid. Zo worden slechts tijdelijke verblijfsvergunningen toegekend, zijn er strengere voorwaarden voor gezinsherenigingen, komen er sneller uitwijzingen, kunnen vluchtelingen naar andere EU-landen doorverwezen worden en vluchtelingen kunnen tot laagbetaalde jobs verplicht worden.

    Onder de werkenden en gewone mensen was er zoals elders in Europa een scherpe verandering in het bewustzijn over vluchtelingen. Eind september zeiden 44% van de Zweden dat het land meer vluchtelingen moest binnenlaten, in februari was dat nog maar 28%. 31% stelde zelfs bereid te zijn om een vluchteling in huis te nemen. Duizenden mensen zijn actief als vrijwilligers in stations en geïmproviseerde opvangplaatsen. Er werd geld opgehaald op de werkplaatsen, in de scholen, …

    Maar deze sfeer van solidariteit wordt ondermijnd door de aanhoudende besparingen op de sociale zekerheid waardoor de gemeenten minder middelen hebben, de huisvestingscrisis toeneemt en er meer ruimte ontstaat voor de propaganda van zowel racisten als de gevestigde politici over hoe duur migratie zou zijn.

    Ons organiseren!

    Er is nood aan een antiracistische beweging die tegen alle gevallen van racisme ingaat. In Trollhättan was er de dag na de aanval in de school een betoging met 5.000 aanwezigen. Er was een gemengd gevoel van zowel verdriet voor de slachtoffers als een sterk antiracisme. De afgelopen decennia werd aangetoond dat racisme en extreemrechts kunnen teruggedrongen worden door grote mobilisaties, campagnes en activiteiten op de werkvloer, in de scholen en in de wijken.

    Tegelijk benadrukken we dat antiracisme moet gekoppeld worden aan verzet tegen besparingen en neoliberalisme, het beleid dat een voedingsbodem vormt voor racistische vooroordelen. Vakbonden, actiegroepen en lokale organisaties moeten opkomen voor werk, huisvesting, gezondheidszorg en onderwijs voor iedereen. Lokale besturen moeten meer middelen krijgen om de besparingen te stoppen en integendeel meer te investeren in sociale diensten, waaronder opvang van asielzoekers.

    Deze strijd moet ook het recht op asiel opnemen, wat betekent dat we moeten ingaan tegen het akkoord van de regering en de rechtse partijen. De uitwijzingen en het strengere asielbeleid moedigen racisten aan in hun idee dat minder vluchtelingen een oplossing zou zijn.

    Het kapitalisme en zijn politici willen groep per groep aanpakken. In Zweden gaan de aanvallen op vluchtelingen gepaard met besparingen in gezondheidszorg. Als socialisten komen we op tegen alle varianten van het besparingsbeleid. We komen op voor gezamenlijke strijd tegen racisme, kapitalisme en imperialisme en voor rechtvaardigheid en socialisme.

     

    Zondag was er in Keulen een grote antifascistische betoging met 15.000 aanwezigen tegen een poging van Pegida om in de stad te betogen. Activisten van SAV, onze Duitse zusterorganisatie, droegen een spandoek mee uit solidariteit met de Zweedse kameraden
    Zondag was er in Keulen een grote antifascistische betoging met 15.000 aanwezigen tegen een poging van Pegida om in de stad te betogen. Activisten van SAV, onze Duitse zusterorganisatie, droegen een spandoek mee uit solidariteit met de Zweedse kameraden
  • Zweedse regering valt. Nieuwe verkiezingen in maart

    Rechtse alliantie was afhankelijk van racistische partij om begroting weg te stemmen

    Artikel uit Offensiv, weekblad van Rättvisepartiet Socialisterna

    zweedsparlementDe nieuwe ‘roodgroene’ minderheidsregering in Zweden heeft het maar twee maanden vol gehouden. Op 3 december werd de begroting in het parlement weggestemd door de rechtse partijen die een alliantie vormen. Ze kregen de steun van het racistische SD (Zweedse Democraten). Er komen nieuwe verkiezingen op 22 maart.

    Zulke vervroegde verkiezingen kwamen in Zweden niet meer voor sinds 1958, toen de sociaaldemocraten terug aan de macht kwamen met beloften van een nieuw en beter pensioenstelsel. Vandaag vinden de nieuwe verkiezingen plaats in een totaal ander politiek landschap.

    De vier partijen van de rechtse alliantie waren sinds 2006 aan de macht maar verloren de verkiezingen in september van dit jaar. Ze verloren alle vier stemmen en haalden samen minder dan 40%. Er was een sterke afkeer tegenover het neoliberale beleid van de alliantie. Deze afkeer is overigens nog steeds aanwezig. Het privatiseringsbeleid heeft venture kapitalisten grote winsten opgeleverd bij het beheren van scholen, gezondheidszorg en transport. De ongelijkheid in Zweden nam bijzonder snel toe, de toename van ongelijkheid was de grootste in alle OESO-landen. Er is een hoog niveau van langdurige werkloosheid.

    Na zes jaar van neoliberale aanvallen, haalde de sociaaldemocratische oppositiepartij maar 31,2% van de stemmen, het tweede slechtste resultaat ooit. De groene bondgenoot haalde minder dan 7%, een grote ontgoocheling nadat de Groenen bij de Europese verkiezingen vier maanden eerder 15,4% haalden. De Linkse Partij, die gedoogsteun geeft, haalde 5,7%.

    De grootste schok was dat de racistische partij SD (Zweedse Democraten) 12,8% haalde, een verdubbeling van het resultaat van 2010. Er was een sterke antiracistische sfeer in de verkiezingscampagne met betogingen in elke stad waarop duizenden mensen aanwezig waren. De racistische aanhangers wisten nooit meer dan 50 mensen te verzamelen voor hun lokale meetings. Het sterke protest dwong alle partijen om te verklaren dat ze niet met SD zouden samenwerken. Het maakte het de sociaaldemocraten en Groenen mogelijk om een nieuwe regering te vormen. Met de gedoogsteun van de Linkse Partij hadden ze meer zetels dan de vorige regering.

    Een nieuw politiek landschap

    Maar daar kwam verandering in. De vier rechtse partijen hadden de steun van de Zweedse Democraten nodig om de begroting weg te stemmen. De racisten kregen een sleutelrol toebedeeld in de Zweedse politiek. Iedereen wachtte af om te zien welke begroting ze zouden steunen of afkeuren: die van de regering of die van de rechtse oppositie.

    De persconferentie van SD was een schandalige gebeurtenis. De media slikten alle verklaringen voor zoete koek en stuurden live verslagen de wereld in van wat eigenlijk een laag bij de grondse propagandashow was. SD zet alles op het thema van racisme. “We leggen alle andere zaken naast ons neer”, stelde partijleider Mattias Karlsson, om van de verkiezingen “een referendum over migratie” te maken.

    Door de begroting van de rechtse alliantie te steunen, heeft SD heel wat eigen populistische verkiezingsbeloften gebroken. De begroting van de sociaaldemocraten zou gepensioneerden 22 euro extra per maand opgeleverd hebben, de werkloosheidsuitkering en een aantal andere uitkeringen bij ziekte verhoogd hebben, gratis geneeskunde voor kinderen ingevoerd hebben naast enkele andere beperkte hervormingen. Bij onderhandelingen met de Linkse Partij over de begroting werd ingestemd met een onderzoek naar een beperking van de winst op onderwijs, gezondheidszorg en ouderenzorg.

    SD besloot om alle mediabelangstelling te gebruiken om uit te halen naar vluchtelingen. De partij beweert in te gaan tegen de vervreemding in de voorwijken, omschreven als ‘parallelle samenlevingen’ waar de politie niet durft te gaan. Maar tegelijk wordt de verantwoordelijkheid hiervoor bij migranten gelegd. Er werd niets gezegd over de enorme belastingvoordelen voor de allerrijksten die voorgesteld worden door de rechtse partijen. De verhoging van de middelen voor defensie, onder meer voor de aankoop van nieuwe straaljagers, is voor SD geen punt. De grote winsten van de banken evenmin.

    De racistische partij SD is nooit echt opgekomen voor meer middelen voor gezondheidszorg en sociale zekerheid. Het enige doel is klassiek racisme: verschillende groepen in de samenleving tegen elkaar opzetten om verdeeldheid te creëren en obstakels op te werpen die een verenigde strijd van onderuit moeilijker maken.

    De Zweedse Democraten staan voor het beleid dat leidt tot de snelle toename van ongelijkheid in Zweden. In de gemeenteraden stemmen ze voor besparingen op openbare diensten. Dat is overigens de reden voor de stijgende werkloosheid en de besparingen in de armste wijken. In het parlement stemde SD van 2010 tot 2014 met de meeste voorstellen van de rechtse alliantie in, zo was er steun voor de belastingverlagingen voor de allerrijksten en de besparingen op sociale diensten. Tegelijk was er kritiek op onrechtvaardige belastingen voor gepensioneerden en de slechte kwaliteit van de ouderenzorg. Op deze manier combineert SD steun aan besparingen met een eigen vorm van populisme die inspeelt op het verzet tegen die besparingen.

    Vakbonden en sociaaldemocratie

    Hoe was deze ommekeer in de Zweedse politiek mogelijk? De belangrijkste verantwoordelijkheid ligt bij de vakbondsleiding die vaak nauwe banden heeft met de sociaaldemocratie. Als de Zweedse vakbonden de moed hadden om een beetje leiding te geven aan het verzet tegen de rechtse aanvallen op de werkloosheidsuitkeringen en de gezondheidszorg toen er in 2006 een strijdbare sfeer begon te ontwikkelen op de werkplaatsen, dan had de situatie er vandaag anders uitgezien.

    Na de lange periode van ontrafeling van de eigen hervormingen met een gebrek aan oppositie tegen de rechtse partijen en een herhaaldelijk verraad van de arbeiders en de belangen van de gezinnen met lage inkomens, is de sociaaldemocratie zijn historische basis in de arbeidersbeweging verloren.

    Voor en na de verkiezingen in de herfst voerde partijleider en premier Stefan Löfven een koppige campagne om de rechtse alliantie te breken met een poging om twee partijen uit de alliantie los te weken, de liberalen en de centrumpartij. Löfven verdedigde het idee van winst in de sociale zekerheid en zegt dat over alles kan gediscussieerd worden. Het lijkt erop dat dit gebeurde met steun van de vakbondsleiding. De Groenen en de Linkse Partij, die voor de begroting stemden, bleven volgen en benadrukten dat ze hun ‘verantwoordelijkheid’ zouden nemen.

    De partijen van de rechtse alliantie reageerden negatief op het initiatief van Löfven tot samenwerking. De belangrijkste reden voor hun afwijzing is dat ze iedere kleine toegeving willen afblokken. Elke toegeving kan de latente brede oppositie tegen de historische afbraak van de sociale zekerheid aanmoedigen.

    Het blijft afwachten wat de sociaaldemocraten kunnen doen in de nieuwe verkiezingen. Ze heeft als voordeel dat er angst is voor wat de rechtse partijen zullen doen. Er zijn beperkte maar toch duidelijke verschillen in de voorgestelde begrotingen, zelfs indien ook de begroting van de sociaaldemocratie gericht is op besparingen. De steun voor de sociaaldemocratie wordt evenwel nog steeds ondermijnd door de aanhoudende pogingen tot samenwerking met rechtse partijen.

    Samenwerking met racisten

    In verschillende gemeenteraden werken gevestigde partijen samen met de Zweedse Democraten. Dit werd aangemoedigd door opinieschrijvers in de belangrijkste kranten. Anderen stellen dat ook de gevestigde partijen moeten overgaan tot discussies over het beperken van migratie, terwijl er al heel wat beperkingen bestaan. Er wordt gesuggereerd dat enkel tijdelijke verblijfsvergunningen zouden gegeven worden. En er wordt ook gediscussieerd over het ‘volume’, het aantal vluchtelingen dat toegelaten wordt. SD stelt dat 90% van alle migranten niet meer binnen zou mogen.

    In alle discussies over samenwerking met de racisten heeft Rättvisepartiet Socialisterna erop gewezen dat dit de steun voor de racisten niet zal verminderen, wel integendeel. In Denemarken hebben alle andere partijen, met uitzonder van de Roodgroene Alliantie, het programma van de Deense Volkspartij overgenomen. Die partij staat nu vooraan in de peilingen. In Noorwegen maakt de populistische en racistische Vooruitgangspartij deel uit van de regering.

    Samenwerking tussen de gevestigde partijen werkt evenmin. Als de sociaaldemocraten en de rechtse alliantie samenwerken om een besparingsbeleid te voeren, zal SD daar garen van kunnen spinnen. De gevestigde partijen kunnen racisme niet stoppen, hun beleid en hun systeem ligt immers aan de basis ervan. Er is nood aan een strijdbare beweging van onderuit met een duidelijk programma tegen besparingen.

    Linkse socialisten

    Rättvisepartiet Socialisterna bereidt een campagne voor tegen racisme en alle neoliberale maatregelen. We zijn goed geplaatst in campagnes tegen de winst in sociale zekerheid, in lokale strijd tegen besparingen en in verschillende antiracistische netwerken.

    Tienduizenden namen deel aan betogingen na een aanval door neonazi’s in Kärrtorp vorig jaar en bij verkiezingsmeetings van SD. Er is een zoektocht naar een nieuw radicaal alternatief. De boodschap dat het rechtse beleid van de gevestigde partijen een voedingsbodem voor racisme vormt, krijgt een groeiend gehoor.

    Ook onder vakbondsleden groeit het ongenoegen tegen het feit dat de vakbonden en de roodgroene partijen geen open strijd voeren tegen de rechtse alliantie en SD. Er is nood aan een nieuwe beweging van onderuit, gebaseerd op het recente protest en waarbij de strijd tegen racisme wordt gekoppeld aan de strijd tegen alle besparingen. Een campagne voor de nieuwe verkiezingen kan een eerste stap daartoe vormen.

    Wij verdedigen de nood aan eengemaakte actie met vakbonden en netwerken tegen racisme, besparingen en privatiseringen. We staan voor een nieuwe arbeiderspartij met een socialistisch programma.

    Bij deze verkiezingen zal Rättvisepartiet Socialisterna deelnemen aan elke strijd tegen racisme en het rechtse beleid. We zijn echter niet voldoende nationaal ingeplant om deel te nemen. Er is maar een nationale kiesomschrijving. We roepen op om voor de Linkse Partij te stemmen, ondanks de kritiek op het niet bestaande antikapitalisme van de partij, de toegevingen aan de sociaaldemocratie en de zwakke deelname aan strijd van onderuit.

    De situatie vereist een nieuwe socialistische linkerzijde. Daar willen wij mee aan bouwen.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop