Tag: Zweden

  • Zweedse conservatieve regering verliest, extreemrechts wint

    Linkse socialisten behouden vier gemeenteraadszetels

    Analyse door Per Olsson, Rättvisepartiet Socialisterna

    zweden1De Zweedse verkiezingen van 14 september waren rampzalig voor de zittende rechtse coalitieregering. De roodgroene ‘oppositie’ deed er nochtans alles aan om de verkiezingsoverwinning nog uit handen te geven. Het feit dat het extreemrechtse Sverige Demokraterna (SD) zijn stemmenaantal kon verdubbelen, zorgde voor een schok en protest. In de gelijktijdige gemeenteraadsverkiezingen behield Rättvisepartiet Socialisterna haar twee zetels in Haninge (in het zuiden van Stockholm) en ook twee zetels in Luleå (in het noorden van Zweden).

    Het verkiezingsresultaat is eens te meer een uitdrukking van een toenemende polarisering in Zweden en het versterkt de reeds diepe politieke crisis. De strijd tegen racisme en tegen het rechtse beleid moet nu opgevoerd worden.

    De campagne van Rättivsepartiet Socialisterna

    zweden2Onze verkiezingscampagne was gericht op de twee gemeenten waar we zetels hebben en op Göteborg in het zuiden. In de campagne benadrukten we wat onze partij heeft bereikt in tal van lokale campagnes en strijdbewegingen, maar we wezen evenzeer op ons internationalistisch en socialistisch programma. We organiseerden verschillende acties en betogingen tegen de lokale besparingen en tegen racisme.

    In de zes weken van de verkiezingscampagne verkochten we meer dan 4.500 verkiezingsmanifesten (geen enkele andere partij verkocht politiek materiaal). We maakten tientallen nieuwe leden en er zullen er nog volgen.

    Onze resultaten in de gemeenteraadsverkiezingen:
    – Haninge: 1.308 stemmen (in 2006: 1.248 en in 2010: 1.464 stemmen)
    – Luleå: 1.848 stemmen (in 2006: 1.862 en in 2010: 2.211 stemmen)
    – Göteborg: nog niet bekend

    Het gaat om voorlopige resultaten die nog lichtjes zullen toenemen. Het is een goed resultaat ondanks een lichte afname van het aantal stemmen en een verlies van één van de drie zetels in Luleå. De campagne werd gevoerd tegen de achtergrond van een snel wijzigende stemming onder de kiezers.

    Rechtse partijen verliezen

    De verkiezingen van 2014 vormen vooral een nederlaag voor de rechtse alliantie van vier partijen die sinds 2006 de regering vormden. Nooit voorheen haalden de vier traditionele kapitalistische partijen zo’n slecht resultaat. Samen komen ze aan minder dan 40% van de stemmen. Het stemmenverlies komt overeen met het aantal kiezers van een grote stad als Göteborg, het gaat om 470.000 stemmen minder in vergelijking met 2010.

    Alle vier de partijen verloren en de grootste rechtse partij, de Gematigden, staan dicht bij het rampzalige verkiezingsresultaat van 2002. Dat leidde tot een nieuw leiding en het project “de Nieuwe Gematigden” waarbij ze zich zelfs een nieuwe ‘arbeiderspartij’ noemden.
    De christendemocraten haalden hun slechtse resultaat en 20 jaar en de liberalen blijven achteruitgaan. Ook de Centrumpartij verloor, ondanks de pogingen van de gevestigde media in de eindfase van de campagne om de partij en haar leider Annie Lööf te ondersteunen.

    Op de verkiezingsavond kondigde premier Fredrik Reinfeldt het ontslag van zijn regering aan en nam hij ook ontslag als partijvoorzitter van de Gematigden. De dag nadien kondigde minister van Financiën Anders borg aan dat hij de politiek zou verlaten. Het project van de ‘Nieuwe Gematigden’ ligt in duigen. Andere rechtse partijen zullen mogelijk ook nieuwe partijleidingen verkiezen na de rampzalige resultaten. Mogelijk zullen er barsten komen in de alliantie tussen de rechtse partijen.

    Grote veranderingen

    De verkiezingen vonden plaats tegen de achtergrond van een sterke verandering in de publieke opinie die zich keerde tegen de regering en tegen het rechtse beleid. Acht jaar Reinfeldt was meer dan genoeg. Het zag er in de peilingen lange tijd naar uit dat de rood-groene oppositie (de sociaaldemocraten en de Groene Partij met de steun van de Linkse Partij) een duidelijke overwinning zou boeken. De Groene Partij stond lange tijd op winst waarbij het uitstekende resultaat van de Europese verkiezingen eerder dit jaar kon herhaald worden.

    Naarmate de verkiezingen dichterbij kwamen, smolt de voorsprong van de rood-groene oppositie. Er zijn verschillende redenen hiervoor. De belangrijkste zijn het gebrek aan een strijdbare en levendige arbeidersbeweging waarbij de gevestigde partijen naar rechts opschoven en steeds meer op elkaar lijken. Dat bleek onder meer uit de verkiezingscampagne die nog nooit zo Amerikaans was met een grote nadruk op televisiereclame en optredens.

    Er werd soms harde taal gebruikt door zowel de regering als de oppositie, maar ze benadrukten ook steeds dat er over de grote lijnen een consensus is en dat samenwerking mogelijk is. De officiële campagne en de mediaberichtgeving hadden het op geen enkel ogenblik over thema’s die voor de gewone bevolking van belang zijn: privatiseringen, gezondheidszorg, de toekomst van het onderwijs, sociale zekerheid, werk, arbeidsvoorwaarden, aanvallen op zieken en werklozen, pensioenen of het klimaat en de milieucrisis.

    De sociaaldemocratische leiders Stefan Löfven kwam eerder over als een technocraat die onderhandelt met rechtse partijen. Hij kwam niet zozeer over als een oppositieleider. Toen Frederik Reinfeldt de besparing op de middelen voor sociale zekerheid rechtvaardigde met het argument dat de overheidsinkomsten afnemen, bleef een groot aantal sociaaldemocraten gewoon zwijgen. In de officiële sociaaldemocratische verkiezingscampagne leek het alsof de groteske kloof tussen arm en rijk niet bestaat.

    De rood-groene alliantie bracht geen antikapitalistisch project naar voor of zelfs maar suggesties die kunnen geïnterpreteerd worden als een poging om een deel van de middelen te zoeken bij de superrijken, de grote bedrijven of de banken die allen op een berg geld zitten. Er is geen gebrek aan middelen en geld, maar om deze effectief in het belang van de werkende bevolking te gebruiken is er iets anders nodig dan het pro-kapitalisitsche perspectief van de rood-groene partijen die zich ook inschakelen in de besparingsagenda. De Linkse Partij probeerde zich te onderscheiden als consequente tegenstander van aanvallen op de sociale zekerheid, maar dat botste met de algemene poging van de partijleiding om deel te nemen aan de nieuwe regering.

    Parlementsverkiezingen

    De regeringspartijen verloren allen: Gematigden 23,2% (30% in 2010), Centrumpartij 6,1% (6,6%), Liberalen 5,4% (7,1%), Christendemocraten 4,6% (5,6%)

    De oppositiepartijen gingen amper vooruit: sociaaldemocraten 31,2% (30,9%), groenen 6,8% (7,2%), Linkse Partij 5,7% (5,6%)

    Het racistische en rechts-populistische SD ging van 5,7% naar 12,9%.

    Het Feministische Initiatief haalde 3,1% (0,4%) en bleef daarmee onder de kiesdrempel van 4%.

    Extreemrechts

    De zwakke oppositie van links liet ruimte voor extreemrechts om te scoren met een mengeling van populisme en racisme. SD stemde de afgelopen jaren in zeven tot acht op de tien gevallen met de regering mee, maar probeerde zich nu voor te doen als oppositie tegen de regering. Dat werd gecombineerd met aanvallen op de vermeende ‘massale immigratie’ die ‘teveel kost’.

    Ondanks de neoliberale traditie van SD speelde de partij in op het verzet tegen de pogingen om winst te maken op het onderwijs of op de weigering van de sociaaldemocraten om de privatiseringen ongedaan te maken. Volgens een onderzoek was het verzet tegen de vermarkting van het onderwijs het sterkst aanwezig onder kiezers van de Linkse Partij en SD.

    De vooruitgang van SD wordt mee veroorzaakt door het feit dat het politieke bewustzijn nog ver achterop loopt. Daarnaast is er een volatiele publieke opinie en verwarring als gevolg van de algemene bocht naar rechts bij het politieke establishment. SD kon profiteren van de groeiende kloof tussen de gewone bevolking en de elite.

    Deze politieke verwarring bleek ook op straat in de verkiezingscampagne. Zo sprak ik tijdens de campagne in Haninge met een man die stelde: “Ik vind dat de sociaaldemocratie te ver naar rechts is opgeschoven en dus zal ik voor SD stemmen.” SD wordt gezien als een partij die ingaat tegen het establishment, zelfs indien de partij deel uitmaakt van het establishment. Het is een combinatie van ontevreden kiezers van verschillende partijen die nu naar SD trokken, waaronder een groot aantal vroegere kiezers van de Gematigden.

    Sociaaldemocraten

    De sociaaldemocraten haalden een resultaat dat amper beter was dan het rampzalige resultaat van 2010. Het voorlopige cijfer is 31,2% tegenover 30,9% in 2010. De crisis van de sociaaldemocraten blijkt uit het feit dat de partij na acht jaar rechts bewind bijna vier procent minder haalt dan bij de verkiezingsnederlaag van 2006.

    De verzwakte sociaaldemocratie zal nu een regering proberen te vormen met de groenen, die ook verloren in vergelijking met 2010. Ze kunnen slechts een regering vormen als ze steun krijgen van verschillende andere partijen. Als zo’n regering kan gevormd worden, zal het de deur openzetten voor een bredere coalitie. Maar dat is niet waarschijnlijk op korte termijn. Op de verkiezingsavond bleek dat er minstens van de Liberale Partij bereidheid tot samenwerking is. De leider van de Linkse Partij, Jonas Sjöstedt, had het over een bredere samenwerking om SD te isoleren. De sociaaldemocraten stelden zoals verwacht werd dat ze niet willen dat de Linkse Partij tot de nieuwe regering toetreedt, maar ze willen wel gedoogsteun van de partij in het parlement.

    Het is nog te vroeg om te voorspellen hoe de regering er zal uitzien. Angst van nieuwe vervroegde verkiezingen en een regeringscrisis kan leiden tot de creatie van nieuwe allianties. Dat wordt versterkt door het verkiezingssucces van extreemrechts ondanks de grote antiracistische protestacties en de onthullingen over het racisme bij SD. Mogelijk zal er de illusie zijn dat SD kan teruggedrongen worden door met de andere parlementaire partijen samen te werken.

    Een dergelijke samenwerking rond een rechts beleid zal SD niet stoppen. Het kan zoals in andere landen ertoe leiden dat een of meer rechtse partijen stellen dat de tijd is aangebroken om met SD samen te werken. Dat zagen we in verschillende buurlanden. De Deense Volkspartij was gedurende tien jaar een belangrijke partner in de rechtse regering en deze partij kon vorm geven aan het migratiebeleid in Denemarken. In Noorwegen vormt de conservatieve partij een regering met extreemrechts. Deze regering combineert aanvallen op de rechten van de werkenden met striktere regels voor migratie en aanvallen op abortusrechten.

    Zowel ‘isolatie’ als ‘samenwerking’ zullen SD niet stoppen en zullen evenmin een einde maken aan de economische, sociale en politieke crisis die leidt tot ongenoegen waar de racistische rechtse partijen op kunnen groeien. Een ander risico van de vooruitgang van SD is een toename van activiteiten door gewelddadige neonazi’s. Wat de gevestigde partijen nu ook mogen zeggen, ze zullen niet aarzelen om desnoods met SD samen te werken en ze zijn bereid om een harder anti-migratiestandpunt in te nemen.

    Op de verkiezingsavond stelde de vroegere leider van de Centrumpartij, Maud Olofsson, dat de partijen moeten “luisteren naar het signaal van de SD-kiezers”. Dit kan enkel geïnterpreteerd worden als een oproep tot een scherper antimigratiebeleid.

    De strijd tegen racisme is een strijd tegen het rechtse beleid. Het striktere vluchtelingenbeleid sinds eind jaren 1980 was een onderdeel van de bocht naar rechts van de sociaaldemocratie en de verburgerlijking van deze formatie. Sindsdien hebben alle regeringen het asielrecht verder beperkt en heeft het Zweedse politieke establishment over de partijgrenzen heen steun gegeven aan een versterking van ‘Fort Europa’.

    De werkvloer is een belangrijke plaats om de strijd tegen SD te voeren. Vakbonden moeten het verzet tegen racisme ondersteunen en ervoor opkomen dat de collectieve akkoorden gelden voor alle werkenden, ook migranten.

    Feministisch Initiatief

    Met een versterkte SD in de peilingen en de verkiezingen, is er ook een roep naar actie tegen racisme, seksisme en ongelijkeid. Dat bleek uit deels uit de verkiezingsnederlaag voor de rechtse partijen en de regeringsverandering. Maar het blijkt ook uit de hoge score voor het Feministisch Initiatief (FI), dat bijna aan de kiesdrempel raakte. FI is een nieuw feministisch en links initiatief. De formatie raakte in 13 van de 21 gemeenteraden waarvoor het kandidaten had verkozen. Onder de 18 tot 21 jarigen halen de Linkse Partij en FI opvallend meer stemmen dan bijvoorbeeld extreemrechts.

    Linkse socialisten

    De campagnes van Rättvisepartiet Socialisterna in Haninge, Luleå en Göteborg geven aan dat een duidelijk socialistisch alternatief op steun kan rekenen.

    Er is meer dan ooit nood aan verzet van onderuit tegen de vermarkting van de sociale zekerheid, voor degelijke jobs,… De verkiezingsresultaten kunnen leiden tot een nieuwe discussie over een arbeiderspartij met een socialistisch programma. Dat kan leiden tot een georganiseerde en verenigde strijd en een programma tegen kapitalisme, het rechtse beleid en racistische verdeeldheid. Daartegenover plaatsen wij strijd voor werk, welvaart voor iedereen en duurzame ontwikkeling.

  • 20.000 antifascisten betogen in Zweden

    Geweld van neonazi’s beantwoord met massaal protest

    Zondag werd in Kärrtorp, in het zuiden van Stockholm, massaal betoogd. Het was de grootste antiracistische betoging uit de geschiedenis van het land met maar liefst 20.000 aanwezigen. Die kwamen op straat als antwoord op een gewelddadige aanval van gewapende neonazi’s op een antiracistische betoging in november.

    Verslag door Offensiv, weekblad van Rättvisepartiet Socialisterna

    In november ging een gewelddadige groep neo-nazi’s, SMR (Zweedse Verdedigingsbeweging), over tot activiteiten in deze buurt. Er verschenen swastika-symbolen in de buurt, migranten werden lastig gevallen en de groep dook op een pleintje op de buurt op waar aan sport kan gedaan worden.

    De lokale afdeling van Rättvisepartiet Socialisterna (de tegenhanger van LSP) besprak de noodzaak van een antifascistische campagne met een zo breed mogelijke betrokkenheid van de lokale bevolking en jongeren. Anderen wilden ook campagne voeren en dus werd een netwerk opgezet. Er werd een betoging opgezet voor 15 december.

    Op die betoging waren er 800 aanwezigen, een stevig lokaal antwoord op de aanwezigheid van een groepje neonazi’s. Tijdens deze vreedzame betoging kwam er een aanval door neonazi’s. Ze kwamen met een 40-tal mensen in militaire stijl op de betoging afgevlogen, ze gooiden flessen en voetzoekers, gebruikten stokken en stenen. Dat was tegen een betoging waar ook ouders met kinderen aanwezig waren.

    Na de eerste schok die voor wat chaos zorgde, organiseerden de ordedienst en betogers een menselijke ketting om de betoging te verdedigen. Meteen hierna begonnen de betogers op te rukken naar de neonazi’s die de aftocht moesten blazen. Ze werden achtervolgd door de hele wijk en moesten uiteindelijk de stad verlaten en in een bos dekking zoeken.

    Het was een spectaculaire overwinning. De politie kreeg harde kritiek omdat ze de betogers niet beschermde tegen de neonazi’s, maar nadien de neonazi’s wel in bescherming nam tegen de woedende betogers. Een moeder die snel haar kinderen in veiligheid had gebracht, schreeuwde naar de politie waarom de neonazi’s niet werden opgepakt. Een agent antwoordde: “Jullie zijn niet veel beter.”

    De politie en sommige media probeerden het af te doen al seen rel en een confrontatie tussen twee groepen. Het duurde enkele dagen vooraleer de politie toegaf dat ze over informatie beschikte dat er een aanval zou komen en dat alle 26 arrestanten neonazi’s waren.

    Het netwerk diende klacht in tegen de politie en kreeg daar enige aandacht voor. “In plaats van diegenen die flagrant geweld plegen op te pakken, werden ze beschermd door de politie”, verklaarde Ammar Khorshed van het lokale netwerk tegen racisme. Ammar is ook lid van de lokale afdeling van Rättvisepartiet Socialisterna en verscheen de voorbije dagen op tal van nationale media.

    Er werd besloten om op 22 december een nieuwe antifascistische betoging te houden. Deze oproep kreeg een enorm gehoor. Via Facebook gaven 15.000 mensen aan dat ze zouden deelnemen. Lokale activiteiten zorgden ervoor dat iedereen van de betoging op de hoogte was. Er werd ook een lokale studentengroep tegen racisme opgezet.

    Wat volgde was een golf van antiracisme en antifascisme. In zowat 25 steden en dorpen waren er betogingen met 3.000 aanwezigen in Göteborg, 2.000 in Umeå, 1.000 in Malmö,…

    De betoging in Kärrtorp was de grootste betoging tegen racisme en fascisme uit de Zweedse geschiedenis. Plots kondigden alle partijen in het parlement, met uitzondering van de racistische ‘Zweedse Democraten’, aan dat ze zouden deelnemen. De voorzitters van de sociaaldemocraten en de linkse partij en de voorzitter van het parlement waren allen aanwezig.

    Het netwerk ging in tegen de druk om deze politieke ‘bekende Zweden’ te laten spreken. Er werd voor gekozen om de lokale activisten die de campagne hadden gevoerd aan het woord te laten. Er waren ook tal van artiesten die wilden optreden om hun verzet tegen racisme en hun kritiek op het systeem te uiten.

    Op 22 december kwamen er duizenden betogers, in de buurt zelf was de opkomst overweldigend. De enorme opkomst toont de sterke steun voor antiracisme en de woede tegenover het fascistisch geweld. Veel betogers waren ook erg tevreden dat het initiatief van onderuit kwam en dat karakter benadrukte.

    De betogers verzamelden onder het geluid van de drums van Riot Samba, Sambomban en Yakumbe. Er volgde een sterke mars naar het sportterrein. Daar werden de betogers verwelkomd door Enzo Costa van de studentenbeweging tegen racisme en Zandra van Linje 17, het lokale netwerk tegen racisme.

    “We staan nu op het sportterrein waar we voor het eerst activiteiten van neonazi’s in de buurt opmerkten. Ze trainden hier op militaire marsen en brachten de Hitlergroet op dit terrein. We nemen het terrein terug in. En we zullen het blijven innemen en fascisme geen enkele ruimte geven”, verklaarde Enzo Costa onder luid applaus.

    De eerste spreker was Petri Myllykoski, een lid van Rättvisepartiet Socialisterna en verantwoordelijk voor de ordedienst. “De neonazi’s vielen ons aan in een gewapende en geplande aanval. Het waren wij – alle betogers samen – die de nazi’s weg dreven. Dat was een enorme overwinning”, zei Petri.

    Hij ging ook in op de kritiek op de politie naar aanleiding van de betoging een week eerder: “Jullie weten dat we een klacht hebben ingediend hebben tegen de politie. Die had het gevaar onderschat, trad niet op toen ze over informatie beschikte en beschermde uiteindelijk de neonazi’s. We willen nu een antwoord van de politie en het gerecht: zullen de nazi’s gestraft worden? Dat 23 van de 26 arrestanten meteen werden vrijgelaten, is geen goed teken. Dat ze vervolgd worden voor relschoppen terwijl het een moordpoging was al evenmin.”

    De volgende spreker was Lena Ezelius van de lokale afdeling van de vakbond van gemeentepersoneel. Lena had het over hoe racisme wordt gebruikt om onrechtvaardigheid onder de mat te vegen. “Het is niet de schuld van migranten dat kinderen in armoede leven en dat de ongelijkheid in Zweden toeneemt. Het zijn niet de migranten die Zweedse bedrijven hebben aangezet om goedkopere buitenlandse arbeidskrachten aan te trekken onder slechtere omstandigheden. Het zijn niet de migranten die ervoor zorgen dat er onvoldoende middelen zijn voor de scholen en de ouderenopvang terwijl ons belastingsgeld in de zakken van de grote bedrijfseigenaars verdwijnt.”

    Er waren tal van sprekers van het lokale netwerk Linje 17 en jongeren tegen racisme. Er volgde muziek van bekende hiphopartiesten als Little Namo, Carlito , Amsei Brown, Mohammed Ali, Ison & Fille Dani M, Sebbe Staxx, Adam Tensta, Adam Ray, Dida, Nebay Meles, Large, Linda Pira en Labyrinth. Andere bekende artiesten waren Jenny Wilson en Hoffmaestro.

    Petri Myllykoski sloot de dag af met een samenvatting van de betoging: “Kärrtorp heeft aangetoond dat antiracisme van onderuit komt, van de gewone mensen. Velen zagen in dat het belangrijk is om ons in heel het land lokaal te organiseren tegen neonazi’s en tegen racisme. Om racisme en neonazisme te stoppen, moeten we samen strijden tegen onrechtvaardigheid en tegen alle pogingen om de gewone bevolking te verdelen.”

    Op de betoging verkochten we 400 exemplaren van ons weekblad ‘Offensiv’ en 25 abonnementen. Veel leden waren betrokken bij de praktische organisatie en de ordedienst. Er was een grote interesse in onze ideeën omdat iedereen weet dat onze lokale afdeling de campagne tegen de neonazi’s van Kärrtorp is opgestart en een cruciale rol speelde in de betoging. Enkel een rechtse journaliste schreef nadien dat ze de betoging “angstig en teleurgesteld” verliet omdat er zo’n linkse atmosfeer was.

    De betogingen in de rest van het land wijzen erop dat er een mogelijkheid is om een nieuwe brede antiracistische beweging op te zetten, gericht tegen zowel de Zweedse Democraten als de neonazi’s en op basis van een campagne die regelrecht ingaat tegen het neoliberale beleid dat een voedingsbodem voor racisme creëert.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop