Your cart is currently empty!
Tag: Zuid-Afrika
-
Wereldwijde opflakkering van studentenstrijd voor toegankelijk en degelijk onderwijs
Eind september zwengelde Luc De Schepper, rector van de Universiteit Hasselt, het debat rond de toegankelijkheid van onderwijs opnieuw aan door in De Standaard te stellen dat de democratisering van het hoger onderwijs mislukt is: “De universiteiten blijven elitair, we missen veel jong talent.”
Artikel door Fabian (Gent) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Cijfers van de OESO tonen aan dat het percentage hoogopgeleide jongeren met ouders die enkel een diploma secundair onderwijs hadden, in de jaren 1980 steeg van 42% naar 51%. Vandaag is dit opnieuw gedaald naar ongeveer 40%. Slechts 20% van jongeren met laagopgeleide ouders haalt een hoger diploma. Ons onderwijs wordt opnieuw ondemocratischer en reproduceert de sociaal-economische ongelijkheid in de maatschappij harder.
In dezelfde week kwam de Vlaamse regering met haar begrotingsakkoord. Met enige trots pakte ze zelfs uit met extra budget voor scholenbouw: 50 miljoen euro! Een peulschil in vergelijking met de 814 miljoen die deze regering reeds bespaarde op onderwijs en al helemaal in vergelijking met de Vlaamse investeringsachterstand op scholenbouw van meer dan 3 miljard euro.
Winstgericht onderwijs
Het aantal nieuwe inschrijvingen in het hoger onderwijs blijft stijgen, maar de laatste jaren is er een vertraging en bij de universiteiten een stagnatie. De verhoging van de inschrijvingsgelden heeft het voor jongeren uit armere gezinnen moeilijker gemaakt om hoger onderwijs te betalen. Onder druk van een onzeker toekomstperspectief kiezen steeds meer jongeren voor ‘marktgerichte’ opleidingen die de meeste werkzekerheid opleveren. Daarnaast moeten velen nog een job zoeken naast hun studies om toch een beetje comfortabel kunnen leven, wat meteen ook hun slaagkansen vermindert.
De neoliberale doctrine blijft het onderwijsbeleid beheersen. Onderwijs wordt niet gezien als een basisrecht maar een ‘individuele toekomstinvestering’. Door het perspectief van een veralgemeende jongerenstrijd is het inschrijvingsgeld ‘maar’ tot 900 euro gestegen in plaats van de geplande 1500, maar het doel blijft om uit te komen op een Angelsaksisch model waarin jongeren zelf moeten opdraaien voor de kosten van hun opleiding, met vaak gigantische studieschulden als gevolg. De totale studieschuld van studenten in de VS bedraagt ondertussen meer dan 1300 miljard dollar.
They say ‘cut back’, we say ‘fight back!’
Wereldwijd zien we sinds de financiële crisis van 2007 steeds meer aanvallen op het recht op democratisch onderwijs, in de vorm van besparingen en stijgende kosten voor de studenten. Deze worden echter ook steeds meer beantwoord door enorm verzet van jongeren zoals in Chili waar deze zomer nog betogingen werden georganiseerd voor gratis hoger onderwijs, in Taiwan waar een grote studentenbeweging in juli een verhoging van inschrijvingsgelden wist te stoppen en de voorbije weken ook in Spanje en Zuid-Afrika.
De groeiende woede bij jongeren over het gebrek aan toekomstperspectief begint zich steeds meer te uiten op het politieke terrein. De paradox dat niet bepaald jonge figuren als Corbyn of Sanders een enorm enthousiasme bij jongeren opwekken, valt te verklaren door het feit dat ze, als ‘old school’-socialisten, offensieve eisen rond het afschaffen van inschrijvingsgelden en hogere minimumlonen in hun programma opnemen.
In Antwerpen zien we reeds een eerste fase van solidaire strijd van studenten sociaal werk samen met de sociaal werkers tegen de besparingen en vermarkting van sociale zorg. We moeten op dit voorbeeld verder bouwen in andere sectoren en de strijd aanbinden tegen de besparingsregeringen, van en voor de rijken, in solidariteit met werkenden. Om een echt democratisch en kwalitatief onderwijs te garanderen, moeten we het geld halen waar het zit: bij de banken en grote bedrijven die hun kapitaal nu liever op belastingsparadijzen plaatsen dan er een beetje belastingen op te betalen, laat staan het investeren in de enorme maatschappelijke noden.
De Spaanse regering bespaart al jarenlang op onderwijs waardoor de toegang voor wie geen rijke ouders heeft steeds meer beperkt wordt. De Spaanse studentenvakbond Sindicato de Estudiantes hield op 26 oktober een staking met betogingen in meer dan 70 steden. Er kwam steun van lerarenvakbonden en ouderverenigingen. Er waren in de aanloop naar deze studentenstaking heel wat solidariteitsacties in de rest van de wereld. Ook de Actief Linkse Studenten betuigden hun solidariteit, op 26 oktober waren er acties aan de Spaanse ambassade in Brussel en enkele Spaanse consulaten.
Studenten van gewone afkomst lijden het meest onder de afbouw van de middelen voor kwaliteitsvol onderwijs, onderwijzend personeel, studiebeurzen en hogere inschrijvingsgelden (die met tot 66% stegen). De regering wil nu bovendien een reeks algemene examens voor alle scholieren opleggen. Deze maatregel werd na de val van de dictatuur van Franco afgevoerd, maar nu komt dit terug. Het doel is om studenten van gewone afkomst vroeger de doorgang naar hogere studies te ontzeggen. Honderdduizenden jongeren dreigen de mogelijkheid tot hogere studies te verliezen.
-
Zuid-Afrikaanse studentenbeweging groeit aan
De strijd voor gratis onderwijs in Zuid-Afrika staat op een keerpunt. De afgelopen drie weken waren er geslaagde studentenstakingen en activisten zien het binnenhalen van hun eis van gratis onderwijs binnen handbereik. Maar tegelijk zijn er de repressie door de politie, de leugens van de regering en de negatieve mediaberichtgeving die stelt dat gratis onderwijs ‘onbetaalbaar’ is. De frustraties onder studentenactivisten neemt toe, er wordt gezocht naar tactieken om de beweging vooruit te stuwen. Op dit belangrijke ogenblik komt het erop aan om te gaan naar een grotere eenheid, organisatie en coördinatie.Standpunt door Workers and Socialist Party en de Socialist Youth Movement, Zuid-Afrika. Voor de achtergrond van deze strijd: zie ons eerder artikel
De regering, politie en al wie zich tegen gratis onderwijs verzet, wil de beweging dezelfde fouten laten maken als vorig jaar. We veroordelen de politierepressie en het geweld, de militarisering van de campussen en het gebruik van private veiligheidsbedrijven, de beperkingen van het recht op protest en andere maatregelen die door de tegenstanders van gratis onderwijs ingezet worden in de hoop dat een minderheid van studenten tot geweld en wanhoopsacties overgaat uit frustratie. Dergelijke acties helpen de beweging niet vooruit, ze duwen ons achteruit. Dat is wat het establishment wil om de studenten te verdelen en het protest in het algemeen van zijn legitimiteit te ontdoen om zo ook de eis van gratis onderwijs aan de kant te schuiven. Er zijn ongetwijfeld provocateurs actief in de beweging om het zo ver te laten komen. Enkel organisatie en discipline kunnen die provocateurs neutraliseren.
Er is een bijzonder brede steun voor gratis onderwijs. We moeten dit omzetten in een massale beweging voor gratis onderwijs die zowel studenten organiseert als de werkende klasse, de lokale gemeenschap en scholieren. Het opbouwen van zo’n beweging vereist planning, zorgvuldige voorbereiding en dus ook discipline.
In Tshwane was er op 1 oktober een meeting van studentenactivisten en vertegenwoordigers van de werkenden en de lokale gemeenschap. Ze hebben samen de beweging ‘Occupy Tshwane’ opgezet om op te komen voor gratis onderwijs en dit te verbinden aan de eisen van de arbeidersstrijd en de lokale bevolking voor een hoger minimumloon van 10.000 R, het einde van de outsourcing van jobs, degelijke jobs en diensten. We roepen studenten elders op om zich ook te richten op werkenden en de lokale gemeenschap om zich samen te organiseren.
- Voor een nationale actiedag met betogingen naar lokale parlementen of kantoren van de regering
- Voor het organiseren van een nationale studentenvergadering met afgevaardigden van alle campussen en alle studentenbewegingen die voor gratis onderwijs opkomen, alsook van werkenden op de campussen en scholieren, om een nationale en massale beweging voor gratis onderwijs op te zetten met een verkozen leiding die verantwoording moet afleggen en strategische leiding aan de beweging kan geven.
- Voor het opbouwen van banden met werkenden, de lokale gemeenschap en scholieren door het opzetten van massale ‘Occupy’-bewegingen in elke regio.
-
Solidariteit met de strijd van de Zuid-Afrikaanse studenten voor gratis onderwijs
Er is een tweede ronde bezig in de strijd voor gratis onderwijs. Campussen doorheen Zuid-Afrika lagen dinsdag plat door protestacties na de aankondiging van de ANC-regering dat de universiteiten volgend academiejaar het inschrijvingsgeld mogen optrekken. Eind 2015 was er een grote beweging onder de naam #FeesMustFall. De regering moest toen toegeven met een bevriezing van de inschrijvingsgelden voor 2016 en de belofte van een onderzoek naar de eis van gratis onderwijs.Standpunt door het Uitvoerend Bureau van de Workers’ And Socialist Party (WASP)
De aankondiging van de mogelijke verhoging van de inschrijvingsgelden in 2017 wijst op de zwakte en de onzekerheid van de regering. Het snelle antwoord van de studenten met een nieuwe golf van protest toont de potentiële kracht van de beweging. Maar die kracht moet ingezet worden in een gedisciplineerde en gecoördineerde massabeweging. Dan is het mogelijk om de regering een nieuwe nederlaag toe te brengen.
Verdeel en heers
De ANC-regering heeft duidelijk op voorhand beslist dat ze niet instemt met gratis onderwijs. De commissie rond de inschrijvingsgelden kreeg een mandaat om de haalbaarheid van gratis onderwijs te onderzoeken. Dit is slechts een rookgordijn om verwarring te zaaien en ‘bewijzen’ te verzamelen waarmee aangetoond moet worden dat gratis onderwijs niet haalbaar is. De algemeen secretaris van de ‘communistische’ partij, Blade, verklaarde op televisie dat de studenten nu eenmaal moeten aanvaarden dat we in een kapitalistische samenleving leven. Als de regering ernstig was rond de kwestie van gratis onderwijs, dan kon ze een speciale belasting heffen op de vele miljarden die op de rekeningen van de grote bedrijven slapen bij gebrek aan winstgevende investeringsmogelijkheden. Of de regering kon eindelijk actie ondernemen tegen de fiscale fraude van bedrijven die hun winsten verstoppen. De regering zou ook kunnen beslissen om geen miljardeninvestering in kernenergie te doen.
Om een tweede nederlaag van de regering rond deze kwestie te vermijden, wordt meteen geprobeerd om verdeeldheid te zaaien en de beweging op een zijspoor te zetten. Sinds de nederlaag in 2015 werd veel aandacht geschonken aan de structuren van de PYA (Progressive Youth Alliance), waarmee de vakbondsfederatie Cosatu aan de regering werd gebonden en de regering zich op hypocriete wijze als pro-arbeidersklasse kon voordoen.
Minister van Hoger Onderwijs Blade Nzimande heeft vorig jaar de autonomie van de universiteiten aan de kant geschoven om een bevriezing van de inschrijvingsgelden op te leggen. Nu ontdekte hij plots opnieuw dat de besturen van de universiteiten de bevoegdheid hebben om de inschrijvingsgelden op te trekken. De regering wil de verantwoordelijkheid naar de universiteiten doorschuiven in de hoop dat de studenten zich tegen hen richten. Dit moet de aandacht van de regering afleiden en de studentenorganisaties die deel uitmaken van de PYA argumenten geven om de regering te verdedigen, de strijd te isoleren en te vermijden dat het tot een nationale massabeweging komt. Studenten hebben hier door gekeken. Met zijn standpunt dat een verhoging met 8% het maximum is, ondersteunt Blade in de praktijk de universiteiten die tussen de 6 en de 8% wilden.
Het cynisme werd nog groter toen Blade aankondigde dat de regering de verhoging van het inschrijvingsgeld voor de beursstudenten en voor studenten uit gezinnen met een laag inkomen voor haar rekening zal nemen. Het gaat naar schatting om 70 tot 80% van de studenten die volgend jaar de verhoging niet zelf moeten betalen. Met deze preventieve toegeving geeft de regering aan dat ze weet dat ze niet alle studenten tegelijk kan aanpakken. Er wordt geprobeerd om de mobilisaties moeilijker te maken door bewust verdeeldheid te zaaien. De regering leerde ook lessen uit de vorige beweging die in november vorig jaar massaal werd, maar nadien door een reeks verkeerde tactieken en methoden (zoals brandstichtingen in gebouwen) de meeste studenten afschrok.
Juiste tactieken
Het verdeel-en-heersbeleid van de regering heeft protestacties niet kunnen vermijden. Er zijn echter inspanningen nodig om zoveel mogelijk studenten te bereiken en te betrekken in een massabeweging voor gratis onderwijs. Ook de studentenactivisten moeten lessen trekken uit de voorbije jaren.
De meeste studenten betogen vreedzaam. Slechts een kleine minderheid ging over tot vernielingen aan gebouwen en materiaal van de universiteiten. De frustraties die tot geweld leiden, zijn begrijpelijk. Sommige studenten reageren tegen het gebrek aan inspraak in de commissie die onderzoek doet naar gratis onderwijs, ze proberen wanhopig om gehoord te worden. Maar het voorbije jaar zagen we dat vreedzame massaprotesten efficiënter zijn. Geen enkele brandstichting van een gebouw heeft geleid tot massasteun. Het had een omgekeerd effect en legde de basis voor verdeeldheid waardoor het in de handen van de tegenstrevers speelde.
Een activist aan de universiteit UKZN beloofde ‘massale vernielingen’. Dit is bijzonder contraproductief. De media spelen natuurlijk een reactionaire rol in het opblazen van de kleine minderheid van protestacties die gewelddadig zijn, dergelijke acties hebben blijkbaar meer ‘nieuwswaarde’ dan grotere vreedzame acties. De vele standpunten van de verschillende studentenorganisaties geven voldoende aan waaorm actie gevoerd wordt, maar dit komt zelden in de media. Er wordt niet ingegaan op het feit dat private veiligheidsbedrijven op de campussen losgelaten worden voor geweld dat doet denken aan de tijd van de apartheid. Deze private veiligheidsbedrijven moeten onmiddellijk teruggetrokken worden.
Eenheid van studenten en werkenden
Een ander belangrijke ontwikkeling die gunstig is voor de studenten is de strijd van het personeel op de campussen na de nederlaag van 2015. Schoonmakers, keukenpersoneel, veiligheidsagenten, groenwerkers, … kwamen doorheen het land op verschillende campussen in actie. Dit gebeurde vaak onder de noemer #OutsourcingMustFall, een campagne waarin wij bijzonder actief waren. Er werden aan verschillende universiteiten toegevingen afgedwongen met insourcing van diensten en substantiële loonsverhogingen. Deze beweging zag zich gesterkt door #FeesMustFall en het personeel erkent in grote mate dat hun strijd en die van de studenten dezelfde is.
De werkenden weten dat het de studenten waren die de eis van insourcing in 2015 naar voor brachten. Ze zullen niet aarzelen om hun solidariteit met de studentenstrijd te betuigen. Veel studenten hebben deze steun terecht verwelkomd. Maar zoals in alle aspecten van de strijd moet goed over tactieken nagedacht worden. In 2015 waren de eisen van de werkenden (tegen outsourcing, voor hogere lonen en betere arbeidsvroowaarden) bijkomend, nu moeten ze als centrale eis naast die van de studenten naar voor gebracht worden. De studentenbeweging van 2015 moedigde eenheid met de werkenden aan. We moeten deze eenheid consolideren om een brede betrokkenheid van werkenden te bekomen, zodat individuele werkenden er niet kunnen uitgepikt worden voor sancties of zelfs ontslag. Als de meest politiek bewuste werkenden van de campus verdwijnen, is dat niet goed voor zowel de strijd van het personeel als die van de studenten.
Er zijn spontane bijeenkomsten van werkenden om na te gaan hoe ze de studentenstrijd kunen steunen. Op veel campussen zijn er comités en andere fora. Werkenden en studenten moeten elkaars meetings bezoeken als afgevaardigden die nadien verslag uitbrengen in hun eigen structuren om zo tot eengemaakte beslissingen en georganiseerde eenheid te komen. #OutsourcingMustFall mobiliseert actief op deze basis zodat er een blijvende eenheid van werkenden en studenten komt.
Politieke conclusies trekken
Het uitbreken van protest ondanks de pogingen van de regering om verdeeldheid te zaaien, wijst erop dat politieke lessen getrokken worden. Voor veel studenten is de eis van gratis onderwijs niet enkel belangrijk om zelf te kunnen studeren, het is ook een veroordeling van de corruptie en de ongelijkheid in de samenleving. Velen trekken anti-kapitalistische conclusies, vele anderen zullen dit doen.
Begin 2015 lanceerde de Socialust Youth Movement de beweging #Occupy in Tshwane waarbij de Reserve Bank werd geviseerd en de eis voor gratis onderwijs centraal werd gesteld. Nog voor de aankondiging door Blade werd de #Occupy beweging nieuw leven ingeblazen. Dit voorbeeld werd gevolgd door een massameeting van studenten aan de universiteit van Wits waar voorgesteld werd om te betogen naar de beurs van Johannesburg. De studenten zijn steeds duidelijker over het feit dat de overgrote meerderheid van de rijkdom in handen is van een kleine kapitalistische elite. Dit biedt een antwoord op de vraag die velen stellen over waar het geld voor gratis onderwijs zal gezocht worden.
Wij hebben altijd gesteld dat de strijd voor gratis onderwijs moet verbonden worden aan de strijd voor socialisme, de strijd voor de nationalisatie onder arbeiderscontrole van de banken, mijnen, commerciële boerderijen, grote fabrieken en de grote bedrijven in het algemeen. Steeds meer studenten komen tot gelijkaardige conclusies.
Nood aan nieuwe nationale beweging
In 2015 konden de aan het ANC verbonden structuren van de PYA, in het bijzonder de studentenorganisatie SASCO, zich in de nationale leiding van de beweging manoeuvreren en slaagden deze erin omp de studenten te demobiliseren en de regering overeind te houden. Ze moesten toen onder druk van onderuit spreken over betaalbaar en zelfs gratis onderwijs. Dat excuus laten ze nu vallen. We veroordelen de verklaring van de nationale leiding van SASCO die de regering steunt op het vlak van het inschrijvingsgeld. Terwijl enerzijds op anti-kapitalistische gevoelens wordt ingespeeld, wordt anderzijds steun gezocht voor de pro-kapitalistische ANC-regering. We roepen de basis van SASCO op om de positie van de leiding te verwerpen en samen met andere studenten te bouwen aan een verenigde beweging rond een gemeenschappelijk project met anti-kapitalistische en socialistische eisen.
Op vele campussen is SASCO duidelijk overstapt naar de andere kant in de strijd. Er worden gewelddadige tegenbetogingen gehouden als de studenten protesteren. Eerder dit jaar werd SASCO al ingezet bij een poging om een staking van personeel op de campus TUT tegen outsourcing te breken. Oprechte studenten bij SASCO mogen niet aanvaarden dat ze gebruikt worden als gewelddadige groep die strijd van studenten en werkenden breekt.
Een splitsing in SASCO is mogelijk als de structuren moeten kiezen aan welke kant van de barricades ze staan. De strijd voor gratis onderwijs moet zo’n splitsing aanmoedigen en daarmee een belangrijk obstakel in de ontwikkeling van een nieuwe nationale studentenbeweging uit de weg ruimen.
Dit is een belangrijke taak voor een succesvolle massabeweging voor gratis onderwijs. Er worden al veel belangrijke stappen in deze richting gezet, zo zijn er zaterdag [vandaag dus] regionale meetings gepland. We zijn solidair met de studenten en de strijd voor gratis onderwijs. De eerste taak voor de studenten is nu het opzetten van een nationale beweging voor gratis onderwijs met een socialistisch programma.
-
ANC zwaar afgestraft in lokale verkiezingen in Zuid-Afrika
Voor het eerst sinds het einde van de apartheid valt ANC onder de 60%
De vernedering van het ANC kwam helemaal tot uiting in de toespraak van president Zuma bij de officiële aankondiging van de resultaten. Vier jonge vrouwen, moedige anti-verkrachtingsactivisten, stonden voor het podium tegenover Zuma en de volledige partijleiding van het ANC. Ze hielden protestborden omhoog waarin ze het land en de wereld herinnerden aan de beschuldigingen van verkrachting tegen Zuma die tien jaar geleden verworpen werden.Artikel door Weizmann Hamilton, Workers and Socialist Party
De veiligheidsagenten waren verlamd en konden pas tussenkomen toen een nietsvermoedende Zuma zijn toespraak beëindigde en van het podium stapte. Hij was even onwetend over wat er recht onder zijn neus gebeurde als over de politieke ramp die zijn bewind aan het land en zijn partij heeft toegebracht. Met hun goed getimede actie werden deze activisten het centrale aandachtspunt van de live uitzending, ze overschaduwden de toespraak van Zuma maar ook de poging van de Economic Freedom Fighters (EFF) om de aandacht te krijgen met een collectief vertrek uit de ceremonie.
Resultaten
Voor het eerst sinds het einde van de apartheid in 1994 haalde het ANC minder dan 60%. De partij haalde 54% van de uitgebrachte stemmen of 8% minder dan in de verkiezingen van 2014. In vergelijking met de parlementsverkiezingen van 2014 verloor het ANC 3,3 miljoen stemmen. In vijf van de acht grote steden verloor het ANC de meerderheid, waaronder in alle drie de grote steden in Gauteng. In de zuidelijke provincie van Westkaap verloor het de controle over Beaufort West aan de Democratische Alliantie en over Modimolle en Thabazimbi in de noordelijke provincie Limpopo. Nationaal zijn er 27 gemeenteraden waar geen enkele partij een meerderheid heeft, een nooit geziene situatie in het land.
Het ANC blijft de grootste partij, de oppositiepartij Democratische Alliantie haalde 27%. Maar dit resultaat was niet zozeer een overwinning, het was een nederlaag die de arrogante machtspositie van het ANC doorprikte. Zuma zelf had het over een ANC-bewind “tot Jezus komt.” Nu is het aura van electorale onoverwinnelijkheid doorbroken.
Voor de verkiezingen werd vooral uitgekeken naar het stedelijk gebied van de Nelson Mandela Bay (NMB) in de Oostkaap. Er werd gehoopt dat het ANC daar zou standhouden, maar dit was geen zekerheid. Uiteindelijk draaide het uit op een nederlaag in het grootste stedelijk gebied van de Oostkaap dat gezien wordt als de spirituele roots van het ANC, de thuisprovincie van zowel Mandela, Oliver Tambo als de Mbeki’s. Dit was erg symbolisch en zelfs historisch op zijn manier.
Het belang van de vernedering in NMB wordt overtroffen door de nederlaag aan de Democratische Alliantie in de hoofdstad Tshwane en het falen om ondanks een nipte voorsprong op DA een meerderheid te halen in de twee andere stedelijke gebieden van Gauteng: het economische hart van Johannesburg en het industriële East Rand in Ekurhuleni.
De lokale regeringen moeten binnen de 90 dagen gevormd worden, zoniet komen er nieuwe verkiezingen. De minister van lokale besturen heeft al gewaarschuwd dat hij de wetten zal gebruiken die hem toelaten om gemeenten die geen bestuur vormen onder direct bewind van de nationale regering te plaatsen. Ook dat zou nooit gezien zijn.
Zware klap voor ANC
Het effect van deze nederlagen en het beeld van het ANC dat een zware klap kreeg en dus kwetsbaar is, kan ertoe leiden dat de partij in de parlementsverkiezingen van 2019 zijn meerderheid verliest. Dat vooruitzicht beperkt zich niet langer tot de fantasie en de retoriek van de Economic Freedom Fighters (EFF).
Een aspect van de neergang van het ANC werd door professor Susan Booysen (Business Day, 4 augustus) als volgt omschreven: “Twee tectonische platen van politieke veranderingen bewegen snel langs elkaar en dit leidt tot electorale opstoten. De ene plaat is de sterke band tussen het ANC, strijd en het bewustzijn rond de bevrijding. De andere plaats is de uitholling van het vertrouwen in het ANC en de erkenning dat het ANC wel roots in de bevrijding heeft maar nu rekenschap moet brengen voor het beleid na de bevrijding.” Wat de platen doet bewegen, is de onverzoenbare botsing tussen klassenbelangen tussen het pro-kapitalistische ANC en de zwarte arbeidersklasse die steeds meer vervreemd raakt van het ANC terwijl de partij ervan uitgaat dat het op historische basis recht heeft op die stemmen.
Alsof het was om zout in de wonde te strooien, werd het ANC waar het tweede partij werd verslagen door de Democratische Alliantie. Dat is een rechtse pro-kapitalistische partij met een historische afkomst die ver teruggaat in het koloniale verleden en de apartheid. De eerste incarnatie na de apartheid (als ‘Democratische Partij’) was amper goed voor 1,7% van de stemmen in de historische verkiezingen van 1994. Zuma probeerde op wanhopige wijze het verleden van DA uit te spelen met veroordelingen van elke zwarte die voor zo’n partij zou stemmen. Hij herhaalde de stelling van Mandela dat DA een partij van de blanke geprivilegieerden is waarbij de zwarte leden slechts marionetten van de blanke leiding zijn. Deze retoriek ging echter verloren in de algemene politieke sfeer.
Het kon er alleszins niet voor zorgen dat de neergang van het ANC werd gestopt, een uitdrukking van het feit dat de partij steeds minder kan teren op de rol in de bevrijdingsstrijd. De vergelijking die Zuma trok tussen de helden van het ANC en de voorstanders van apartheid die de voorlopers van de DA vormden, werd door een kiezer als volgt beantwoord: “We willen een regering die de samenleving vooruit brengt, we hebben geen lessen over het verleden nodig.” Ondanks alle retoriek is het niet uitgesloten dat het ANC zal proberen om coalities met de DA te vormen in een wanhopige poging om de macht te behouden.
ANC glijdt weg
Sommigen ter linkerzijde zijn wanhopig naar aanleiding van dit resultaat. Ze veroordelen de zwarte kiezers voor het steunen van “hun eigen onderdrukkers.” Sommigen kwamen zelfs met het absurde perspectief dat de DA in staat zou zijn om het land terug te brengen tot apartheid. Dit resultaat is niet zozeer een resultaat van een groeiende steun voor DA, maar wel van een verwerping van het beleid van het ANC. Miljoenen mensen toonden deze verwerping door niet te gaan stemmen. Wij wezen eerder al op de drastische afname van het aantal kiezers sinds 2004. In 2014 haalde het ANC 62% in de parlementsverkiezingen, maar slechts 35% van de kiesgerechtigden ging effectief stemmen. Bijna twee derden daarvan kwam uit het platteland. Nu waren er 26 miljoen geregistreerde kiezers waarvan er 15 miljoen gingen stemmen. Het ANC haalde 11,4 miljoen stemmen in 2014 en nu nog 8,1 miljoen. Van de kiesgerechtigden heeft dus 31% voor het ANC gestemd.
Het belang van deze verkiezingen wordt versterkt door het feit dat het ANC zowel in de steden als op het platteland werd afgestraft. In Gauteng verloor het ANC 14% in vergelijking met de lokale verkiezingen van 2011. In de minder stedelijke provincies was er een gelijkaardige daling, met een achteruitgang van 13% in Limpopo, 16% in het Noordwesten, 9% in de Vrijstaat en 8% in Mpumalanga. Enkel in KwaZulu-Natal was er vooruitgang van amper 1%. Het ANC behield de meerderheid in de plattelandsprovincies, DA is immers vooral een stedelijk fenomeen van de middenklasse die amper ingang vindt in de zwarte townships.
Democratische Alliantie
De DA haalde het grootste aandeel van de stemmen in Tshwane en Nelson Mandela Bay. Met uitzondering van Kaapstad, waar DA al sinds 2006 aan de macht is en DA nu 67% haalde tegenover amper 27% voor het ANC, kon DA nergens een overtuigende overwinning op het ANC halen. Lokale verkiezingen zijn natuurlijk niet meteen vergelijkbaar met nationale verkiezingen, maar ze vormen toch een indicator. In de parlementsverkiezingen van 2014 bleek de kwetsbaarheid van het ANC reeds in NMB, Tshwane, Johannesburg en Ekurhuleni.
Met 4.028.637 stemmen blijft de DA overigens onder het hoogtepunt in 2014 toen het 4.091.584 stemmen haalde. DA was overtuigd dat het een momentum achter zich had en dat het rampzalige beleid van Zuma automatisch tot stemmenwinst zou leiden. DA stelde zichzelf tot doel om 30% te halen, maar het bleef steken op 27%.
Een voormalige medewerker van DA en columnist van Business Day, Gareth van Onselen, stelde dat DA in 2014 “volgens eigen berekeningen 760.000 zwarte stemmen haalde (minder dan 20%). Die hebben niet allemaal gestemd in 2016, de partij haalde enkele nieuwe zwarte stemmen maar in het algemeen haalde de partij ongeveer evenveel kiezers (4 miljoen), waarbij het erg onwaarschijnlijk is dat het aandeel van zwarte kiezers groter geworden is. In sommige regio’s is DA gegroeid maar de hoge opkomst (DA-kiezers gaan sneller stemmen) kan dat verklaren, niet zozeer een groei onder nieuwe zwarte kiezers. Het verschil in opkomst tussen de grote steden en de townships (tot 18% verschil) maakt dat DA op het ANC kon inlopen.” (Business Day 8 augustus)
DA had de illusie dat het de macht kon grijpen in enkele grote stedelijke gebieden. Maar er zal daar nog heel wat onderhandelingswerk zijn met kleinere partijen om tot coalities te komen, onder meer in Nelson Mandela Bay en Tshwane. Het ANC zal hetzelfde moeten doen in Ekurhuleni en Johannesburg. In Tshwane kan geen enkele van de kleine partijen voldoende zetels aanbrengen om DA aan een meerderheid te helpen, daar zou de steun van EFF nodig zijn. Dat kan enkel indien de EFF politieke zelfmoord plegen. In het korte bestaan van de Economic Freedom Fighters (EFF) heeft deze formatie steun opgebouwd met een boodschap van radicaal zwart nationalisme en links populisme waarbij DA afgedaan wordt als een racistische partij van het blanke monopoliekapitaal.
EFF
De EFF haalde 8,2% en werd daarmee de derde partij, een positie die het ook al haalde in 2014 toen de EFF een sterke doorbraak maakte. Het is de tweede partij in Limpopo. Kopman Julius Malema moest op een voor hem ongewoon bescheiden wijze de ‘nederlaag’ erkennen. De EFF-leiding had als doel om het stemmenaantal te verdriedubbelen en de meerderheid te halen in een reeks gemeenteraden. Uiteindelijk haalde de EFF geen enkele meerderheid. De EFF kon kapitaliseren op de ontgoocheling in het ANC, maar dit was onvoldoende om opnieuw sterk vooruit te gaan.
In de aanloop naar de verkiezingen had de EFF opgeschept dat het de meerderheden in de gemeenteraden zou gebruiken om te onderhandelen met het ANC, waarbij wederzijdse steun zou gegeven worden in gemeenteraden waar ze net niet aan een absolute meerderheid kwamen. De EFF ging uit van een veel grotere steun in de steden dan het uiteindelijke resultaat. Workers and Socialist Party (WASP) waarschuwde van bij het begin voor de politieke gevolgen van een dergelijk beleid van akkoorden sluiten. We riepen de basis van de EFF op om er zich tegen te verzetten.
De EFF neemt na de verkiezingen een ander standpunt in. De partij heeft aanzoeken van de DA in Tshwane verworpen maar heeft zich ook uitgesproken tegen coalities met het ANC. EFF zal geen coalities vormen met partijen “die geen beleid hebben om de Afrikaanse kinderen te helpen.” Dit sluit een akkoord met DA uit maar ook de mogelijkheid om het ANC langs de achterdeur terug aan de macht te brengen.
Maar de EFF is voorzichtig om de deur voor akkoorden toch open te houden. De partij is volgens Malema bereid om “coalities van de oppositie” te overwegen. Er is nochtans niets radicaal laat staan socialistisch aan de politiek van de kleinere partijen in het parlement. Akkoorden van enig politiek belang zijn enkel mogelijk met het ANC of DA. De sterke afkeuring van beide partijen – de sleutel voor de steun van de EFF onder de lagen die aangetrokken werden – maakt echter dat gelijk welk akkoord met een van die partijen fataal kan zijn voor de EFF en de electorale ambities voor de parlementsverkiezingen van 2019 kan doorkruisen.
Ondanks de nadruk op “principiële posities” staat de EFF steeds meer onder druk van zowel de anti-Zuma fractie van het ANC als van de burgerij zelf. De strategen van de burgerij worden aangemoedigd door de toenemende ‘politieke maturiteit’ van Malema die wel de eis voor de onteigening van grond zonder compensatie herhaalt, maar ondertussen naar het centrum opschuift. In dit proces zal de EFF zich moeten ontdoen van de radicale socialistische retoriek. Op belangrijke kwesties zoals nationalisaties heeft de EFF al signalen gegeven dat het bereid is om af te zwakken. De EFF stelt zich steeds meer voor als een partij van “democraten” en verdedigers van de burgerlijke grondwet van het land.
De verleiding om akkoorden te sluiten, zal toenemen naarmate de crisis in het ANC erger wordt. En dat is onvermijdelijk na de rampzalige resultaten in deze lokale verkiezingen.
Interne strijd
De geruchten voor de verkiezingen komen nu al aan de oppervlakte. Zuma liet er geen gras over groeien en lanceerde meteen een aanval op enkele afvalligen in een toespraak in Kwa-Zulu Natal. Daar haalde hij uit naar voormalig president Kgalema Motlanthe en vooramalig minister Frank Chikane – twee kritische stemmen tegenover Zuma. De president vroeg hen hoe hij als ANC-lid onbetrouwbaar kon zijn.
Zuma reageerde op de luider wordende roep om ontslag te nemen. De dominante pro-Zuma fractie in het ANC, geleid door de premiers van de Noordwestelijke provincie, Mpumalanga en Kwa-Zulu Natal, zal het argument gebruiken dat het ANC in hun provincies wel een meerderheid behield terwijl dit in de Oostkaap en Gauteng niet het geval was. Ze halen ook kracht uit het feit dat de betogingen #ZumaMustFall – betogingen nadat bleek dat Zuma publieke middelen had aangewend voor zijn thuisstad Nkandla – geen massale deelname kenden.
Nog voor de verkiezingen waren er geruchten dat de provinciale leiding van het ANC in Gauteng zou ontbonden worden na een nederlaag. De leiding in Gauteng is erg kritisch over Zuma en eiste na de uitspraak van het Grondwettelijk Hof over de publieke middelen voor Nkandla dat de president uit de verkiezingscampagne zou wegblijven. Zuma hield daar geen rekening mee en slaagde erin om de structuren van het ANC in Gauteng zijn hypocriete verontschuldiging voor Nkandla te laten aanvaarden.
Maar ook in de provincies waar de pro-Zuma fractie sterk staat, is er verdeeldheid. In Mpumalanga waren er fysieke confrontaties tussen de SACP (Communistische Partij) en het ANC. In Kwa-Zulu Natal is er een scherpe verdeeldheid met een rechtszaak tussen verschillende delen van de partij. In het Noordwesten verloor het ANC stemmen aan ontgoochelde ANC-leden die als onafhankelijke kandidaten opkwamen.
De verkiezingscampagne van het ANC in 2016 leek recht uit de handleiding ‘hoe kiezers vervreemden en verkiezingen verliezen’ te komen. Zuma deed het corruptieschandaal rond Nkandla gewoon af als een detail. Partijsecretaris Gwede Mantashe beledigde de kiezers van Soweto omdat ze zich als Amerikanen zouden gedragen die het belang van stemrecht niet kennen. De strijd voor posities van gemeenteraadslid en burgemeester was niets anders dan een strijd voor toegang tot middelen en postjes. Er waren moordpartijen die zorgden voor een nieuw dieptepunt van barbarij. Rellen in de hoofdstad kostten vijf mensen het leven nadat het hoofdkwartier van het ANC een eigen kandidaat had opgelegd om de ruzies te stoppen.
De voorzichtigheid van de anti-Zuma fractie zorgde ervoor dat het gezicht van de ANC-campagne de corrupte en door schandalen geteisterde president was. De man die zijn medestanders bij de televisiemaatschappij een verbod op beelden van protest tegen de regering liet uitvaardigen. Dit verbod werd door de rechters ingetrokken. Onder het bewind van Zuma kende het ANC vier opeenvolgende verkiezingsnederlagen en mogelijk komt er in 2019 zelfs het verlies van de meerderheid in de parlementsverkiezingen.
Zuma weet dat hij vervolgd kan worden wegens corruptie en mogelijk de cel in zal moeten. Hij heeft dan ook niet de minste intentie om van koers te wijzen. Hij zal publieke middelen blijven misbruiken en probeert elke rechtszaak uit te stellen tot na zijn termijn als ANC-voorzitter (tot in 2017) en als president (2019). Er zullen ongetwijfeld nieuwe interne conflicten zijn en de strijd voor de opvolging van Zuma zal escaleren.
Het blijft onzeker of de anti-Zuma fractie in staat zal zijn om te groeien in het vooruitzicht van een nederlaag in 2019 en bijhorend verlies van controle over middelen en mogelijkheden om het land te plunderen. Zuma behoudt zijn greep over de politie, de veiligheidsdiensten en de overheidsbedrijven. De anti-Zuma fractie is net zoals de Zuma-fractie verbonden met het neoliberale beleid waar het ANC voor staat. Zonder alternatief en niet in staat om zelfvertrouwen uit te stralen, zowel binnen als buiten het ANC, kan de anti-Zuma fractie de partij wellicht niet redden van een implosie.
Wat ook het resultaat zal zijn van de interne fractiestrijd bij het ANC, de partij is collectief verantwoordelijk voor het bloedbad van Marikana, de snel toenemende kloof tussen rijk en arm, de massale werkloosheid en de groeiende armoede. De voorwaarden waaronder de massa’s leven gaan erop achteruit nu de economie amper nog groeit, voor dit jaar wordt een groei van 0,1% voorzien. Mogelijk zal de kredietwaardigheid van het land herzien worden. De wereldeconomie raakt bovendien niet uit het slop van de Grote Recessie van 2008 met de mogelijkheid van een nieuwe en ergere neergang. Zuma zal niet alleen een verdeeld ANC achterlaten, maar ook een rampzalige economische situatie in het land.
-
Linkse socialiste uit Zuid-Afrika gezet door regering
Vandaag moet Liv Shange van de Zuid-Afrikaanse Workers and Socialist Party noodgedwongen het land verlaten. Liv woonde 12 jaar in het land en heeft er drie kinderen. Ze werd een prominente voortrekker van de arbeidersbeweging, onder meer in de verdediging van de mijnwerkers tegen het politiegeweld in Marikana. De regering weigert haar langer in het land toe te laten waardoor ze noodgedwongen tijdelijk naar Zweden terugkeert. Daar was Liv Shange eerder jarenlang actief bij de linkse socialisten, onder meer als gemeenteraadslid in Lulea. De Workers and Socialist Party publiceerde een Engelstalig artikel over het gedwongen vertrek van Liv Shange en diverse media hadden hier eveneens aandacht voor. Hieronder een video van zo’n nieuwsitem.
-
[Video] Arbeidersbeweging, racisme en klassenstrijd in Zuid-Afrika
Onderstaande video bevat een toespraak door Weizman Hamilton van de Workers and Socialist Party (WASP), onze Zuid-Afrikaanse zusterorganisatie. Weizman heeft het over racisme en het antwoord van de arbeidersbeweging hierop. Aanleiding is onder meer het geweld tegen migranten uit landen als Zimbabwe.
-
Zuid-Afrika. Metaalbond NUMSA uit COSATU gezet
Op 7 november besliste de Zuid-Afrikaanse vakbondsfederatie COSATU (Congress of South African Trade Unions) om de strijdbare metaalbond NUMSA (National Union of Metal Workers of South Africa) uit te sluiten. NUMSA was met 340.000 leden de grootste vakbond binnen COSATU. In onderstaand artikel brengt Moses Mayekiso zijn visie. Moses is voorzitter van de Workers and Socialist Party (WASP) en werd in 1987 vanuit de gevangenis verkozen als de eerste algemeen-secretaris van de pas opgerichte NUMSA. Onderstaand artikel werd voor de beslissing op 7 november geschreven.
[divider]
De beslissing van het centrale uitvoerende comité van COSATU is uitgesteld tot 7 november 2014, maar het staat zo goed als vast dat de 340.000 leden tellende metaalbond NUMSA wordt uitgesloten. NUMSA is de grootste vakbond binnen COSATU en de grootste vakbond op het Afrikaanse continent. De uitsluiting van NUMSA is een nieuwe aardbeving, een naschok van het bloedbad in Marikana met de moord op 34 stakende arbeiders die voor een loonsverhoging van 12.500 Rand opkwamen. Dat epicentrum van de aardbeving blijft het politieke landschap in Zuid-Afrika veranderen.
Voor de geplande uitsluiting heft NUMSA opnieuw bevestigd dat het de uitsluiting voor de rechtbank zal trekken en dat het een buitengewoon congres van COSATU eist. In de loop van de zowat twee jaar dat dit drama zich aan het voltrekken is, hebben verschillende nevenverhalen de aandacht afgeleid van de kern van de zaak: de ineenstorting van de fundamenten van het politieke akkoord van het post-apartheidssysteem. Zo was er het nevenverhaal van de schorsing van de algemeen secretaris van COSATU, Zwelinzima Vavi, en de oproep voor een speciaal COSATU-congres hiervoor. Er was ook het protest tegen de elektronische tol die gehoffen wordt voor snelwegen in Gauteng, het economische centrum van het land, waarbij het protest werd geleid door de ANC-gezinde COSATU-leiding tegen de door Zuma geleide ANC-regering.
De krant Financial Mail (30 oktober) bracht haar standpunt aan de hand van een zogenaamde “D Matrix” waarop het de verschillende politieke spelers plaatste. De matrix werd in vier delen ingedeeld met bovenaan ‘Discerning’ (kritisch) gevolgd door ‘Delightful’ (verrukkelijk), ‘Dumb’ (dom) en ‘Despicable’ (verachtelijk) . De algemeen secretaris van NUMSA, Ivin Jim, wordt middenin tussen Discerning en Despicable geplaatst. De afbeelding van Financial Mail had minstens de verdienste om een eerlijk beeld te brengen van de houding van de kapitalistische heersende klasse over de ontwikkelingen in COSATU en NUMSA. In plaats van blij te zijn over een mogelijke neergang van COSATU – waar ze steeds enige angst voor hadden – zijn de kapitalisten gegrepen door een voorgevoel dat er niet goed uit ziet. Dat is waarom ze de acties van NUMSA tegelijk ‘kritisch’ en ‘verachtelijke’ vinden.
De kritiek van NUMSA op COSATU geeft aan dat de steun aan de pro-kapitalistische ANC een ooit zo’n machtige tegenstanders van de bazen op de knieën heeft gekregen, maar waarbij er meteen een nieuwe en veel gevaarlijker dreiging opkomt, die van een massale arbeiderspartij met een socialistisch programma.
We zien hoe het conflict tussen onverzoenbare klassenbelangen tot uiting komt. Er is een confrontatie tussen de barbarij van een kapitalisme in verval aan de ene kant en de hoop van de arbeidersklasse op een samenleving zonder armoede, werkloosheid, honger, milieuproblemen, tegenstellingen op basis van religie of afkomst, oorlog,…
Als de Financial Mail de opstelling van NUMSA tegelijk kritisch en verachtelijk vindt, weerspiegelt dit twee zaken: (1) de heersende economische en politieke elite heeft een diepe haat tegenover NUMSA en (2) ze erkennen het falen van de propaganda van het ANC en haar bondgenoten die laten uitschijnen dat de opstelling van NUMSA het resultaat is van de ambities van een principeloze vakbondsbureaucratie die een machtsstrijd voert tegen een andere bureaucratie waarbij de politieke en ideologische argumenten slechts een rookgordijn zijn.
Toen COSATU in 1985 werd opgezet, werd dit door de arbeidersklasse gezien als een “revolutionaire, socialistische, militante federatie die los van alle vormen van cultureel mannelijk chauvinisme en racistische discriminatie, opkwam als verdediger van de arbeidersklasse en dit op basis van een vertrouwen in de macht van de arbeidersklasse en opkwam voor arbeiderscontrole, niet alleen voor de progressieve vakbondsbeweging maar voor de volledige samenleving”. Zo stelde de verklaring van NUMSA van 27 oktober laatstleden.
Tussen het COSATU van 1985 en de huidige versie van COSATU zijn er vele lichtjaren verschil. Het apartheidsregime in 1985 kende een gedeeltelijke noodtoestand en werd geleid door de vingerwijzende premier PW ‘Groot Krokodil’ Botha. Maar dat regime moest wel inbinden toen de stichtende voorzitter van COSATU Elijah Barayi eiste dat de passenwet (waarbij elke Afrikaan in stedelijke gebieden een bewijs moest bij hebben om aan te tonen dat hij of zij het recht had om in de stad te verblijven) binnen de zes maanden werd afgeschaft of dat het anders door massaprotest zou afgeschaft worden. Het huidige COSATU slaagde er zelfs niet in om een deftige mobilisatie op te zetten tegen de tolheffing op de wegen, ondanks het feit dat er een breed gedragen haat tegenover is en ondanks de grootste onofficiële campagne van burgerlijke ongehoorzaamheid sinds het ANC aan de macht kwam. Het was een gênante publieke bevestiging van de erosie van de ooit zo sterke politieke autoriteit van COSATU.
De Workers and Socialist Party (WASP) steunt de opstelling van NUMSA en het verzet tegen de uitsluiting uit COSATU. Het is correct om niet zomaar weg te gaan, zelfs niet na een uitsluiting. De uitsluiting gebeurt door een leiding die aan de macht bleef door de eigen regels van COSATU met de voeten te treden, het doet denken aan een machtsgreep. Deze leiding is bang van de eigen leden en van de mogelijkheid om aan de kant geschoven te worden in een speciaal congres waarop NUMSA mogelijk een brede steun zou krijgen. Wat ooit een sterke federatie was, is nu gebroken. Er zijn niet langer voldoende vakbondscentrales die deel uitmaken van COSATU en alle verplichtingen nakwamen om de leiding in vraag te stellen. Een aantal centrales is verdeeld. Er is immers een groeiende opstand van onderuit in een poging om de vakbonden uit de greep van de corrupte leiders te halen. Dat is onder meer het geval bij de Commercial Paper Wood and Allied Workers Union (Ceppawu), Police and Civil Rights Union (Popcru) , de South African Democratic Teachers union (Sadtu) en ook de South African Municipal Workers Union (Samwu). Er kan elk ogenblik een nieuwe vakbond in de publieke sector opgezet worden. Het maakt dat COSATU afsterft.
We hopen dat NUMSA zich zal richten tot de basis van de acht vakbondscentrales in COSATU die steun geven aan de opstelling van NUMSA. Voor de terugkeer van Vavi aan het hoofd van COSATU verklaarde de raad van delegees van COSATU in Gauteng dat de steun aan NUMSA niet beperkt was tot de kwestie van Vavi (wiens seksuele verhouding met een medewerkster werd aangegrepen om zijn kritiek op de corruptie van de overheid aan de kant te schuiven) of de oproep tot een buitengewoon congres, maar dat ze alle politieke resoluties van het congres van NUMSA in december 2013 steunden.
We denken dat de alliantie binnen COSATU moet uitgebreid worden buiten de grenzen van de vakbondsfederatie end at er een politiek initiatief moet komen in de voorbereiding van een arbeiderspartij. NUMSA stelde voor dat het Vrijheidscharter (in 1955 opgemaakt door het Volkscongres en nadien geassocieerd met het ANC, een charter met radicale hervormingen zoals de nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie, maar zonder een expliciete oproep om het kapitalisme omver te werpen en te vervangen door socialisme) zou dienen als mogelijk programma voor het Verenigd Front. De bondgenoten van NUMSA in COSATU moeten uitgenodigd worden om deel te nemen aan het Verenigd Front in opbouw en ze moeten ook kunnen discussiëren over hoe het Vrijheidscharter kan aangepast worden om er een uitdrukkelijk socialistisch programma van te maken om als basis te dienen voor een massale arbeiderspartij die opkomt voor de socialistische omvorming van de samenleving.
NUMSA moet een initiatief nemen om een socialistisch vakbondsnetwerk op te zetten als voorbereiding op een nieuwe federatie. Dit netwerk kan de volledige vakbeweging binnen en buiten COSATU verenigen om strijdbewegingen te verenigen, zowel tegen tolwegen als voor degelijke inkomens, tegen de stijgende prijzen voor brandstof, voedsel, transport en basisgoederen.
De verwerping door NUMSA van de hypocriete en oneerlijke op zelfbelang gerichte tussenkomst van het ANC in de verzoening is volledig terecht. Het is consistent met de historische resoluties van het congres eind 2013 waarop de historische band met de generatie van 1993, een jaar voor de eerste democratische verkiezingen, opnieuw werd aangehaald door een oproep te doen om een nieuwe arbeiderspartij te vormen en niet langer steun te geven aan het ANC. De ervaring van de eerste twee decennia van ‘vrijheid’ heeft het perspectief van de generatie van 1993 bevestigd. WASP wil samenwerken met NUMSA naar het historische doel van een massale arbeiderspartij met een socialistisch programma.
-
Zuid-Afrika. Harde repressie na lokaal protest tegen corruptie
In de buurt Ga-Nchabeleng (deel van Fetakgomo in Limpopo) is een protestactie tegen corruptie en een gebrek aan dienstverlening uitgegroeid tot een brede beweging waaraan honderden lokale mensen en jongeren deelnemen. De Socialist Youth Movement (SYM), verbonden aan Workers and Socialist Party (WASP), staat vooraan in deze strijd.Het protest begon tien dagen geleden naar aanleiding van het gebrek aan transparantie en de corruptie bij het toekennen van gemeentegrond aan ontwikkelaars die er nieuwe kantoren voor het minister van binnenlandse zaken willen bouwen. Het gaat om grond in het centrum van Ga-Nchabeleng, maar toch beginnen er kantoren op te duiken tot op enkele kilometers van deze plaats. De gemeenschap wil weten wie hiervoor toelating gaf en wat de plannen zijn om ook de lokale bevolking toegang tot dienstverlening te bieden.
Onder leiding van militanten van de WASP heeft de lokale gemeenschap een memorandum opgesteld voor de autoriteiten. Daarin wordt gevraagd om iets te doen aan de massale werkloosheid in de buurt, het gebrek aan degelijke wegen, water en sanitaire voorzieningen.
De omvang van het protest dwong niet alleen de gemeentelijke autoriteiten om te reageren, maar ook vertegenwoordigers van de provinciale regering moesten de activisten ontmoeten om naar hun bekommernissen te luisteren. De gemeenschap verwierp het voorstel om een ‘gemeenschapsforum’ op te zetten, ze heeft immers zelf al eigen democratische structuren opgezet om de strijd te coördineren en om haar belangen te verdedigen. Dit was duidelijk een poging om de strijd af te remmen en de gemeenschap te ontwapenen door vertegenwoordigers van de autoriteiten – en dus van het ANC – te betrekken.
Omdat de lokale gemeenschap dit voorstel afwees, werd met repressie geantwoord. Zwaar bewapende militaire politie verscheen plots in de buurt. Deze krachten moeten op voorhand gemobiliseerd zijn, ze waren immers wel bijzonder snel ter plaatse na de ontmoeting met de vertegenwoordigers van de provinciale regering. Het bevestigt eens te meer de oneerlijke en cynische aanpak van het ANC. Als het niet lukt om het protest te recupereren, wordt gewelddadig gereageerd. Er werden helikopters ingezet, maar ook een waterkanon, traangas en rubberkogels. Tientallen lokale inwoners, waaronder organisatoren van WASP, werden opgepakt.
Het protest gaat evenwel door. De gemeenschap laat zich niet doen. De mensen zijn de werkloosheid en onderontwikkeling beu. Als antwoord op het geweld volgde een algemene staking van de gemeenschap. De scholen gingen dicht, winkels sloten de deuren en wegen werden geblokkeerd.
-
Documentaire over Zuid-Afrikaanse mijnstaking
2012. Bij een staking van mijnwerkers in Marikana, Zuid-Afrika, vallen tientallen doden en veel meer gewonden toen de politie en het leger overgingen tot een aanval tegen de mijnwerkers van Lonmin. Bij eerdere confrontaties vielen er minstens zes doden onder de mijnwerkers. Het dodelijke geweld vormt een keerpunt in Zuid-Afrika. De ANC-regering die al jarenlang de kant van het patronaat koos, doet dit nu op wel erg bloedige wijze. Twintig jaar na de val van de apartheid, blijkt uitbuiting en onderdrukking nog steeds niet verdwenen te zijn.
Op deze site hebben we bijzonder veel aandacht gehad voor wat er gebeurde in Marikana en de syndicale en politieke radicalisering die erop volgde. Dit heeft vandaag nog steeds gevolgen voor de herontwaakte arbeidersklasse die instrumenten zoekt om haar strijd te organiseren en te versterken.
Begin augustus toonde de Nederlandse televisie de documentaire ‘Mijnwerkers onder Vuur’ met niet eerder gepubliceerd beeldmateriaal.
Deze documentaire is een aanrader en nog steeds online te bekijken: http://www.ikonrtv.nl/ikondocumentaire/documentaire.asp?oId=2779
-
Zomerschool van het CWI. De opbouw van een politiek alternatief in Zuid-Afrika
Artikel door Koerian (Gent) onder meer gebaseerd op de discussie over Zuid-Afrika op de zomerschool van het CWI.

Weizmann Hamilton van de Workers and Socialist Party (WASP) op de internationale zomerschool van het CWI.
Foto: PPICSOp 7 mei waren er verkiezingen in Zuid-Afrika. De Workers’ and Socialist Party, WASP, een brede linkse partij voor arbeiders, socialisten en vakbondsactivisten die was ontstaan op initiatief van onafhankelijke stakerscomités en onze zusterpartij Democratic Socialist Movement, nam ook deel.
Gesticht na het bloedige neerslaan van een mijnwerkersstaking in Marikana, genoot WASP vooral een grote autoriteit bij mijnwerkers. Maar door vele interventies en acties had zij ook de steun van fabrieksarbeiders en straatverkopers. Na jaren van neoliberaal beleid door het ANC en de SACP (Zuid-Afrikaanse ‘Communistische’ Partij) waren de Zuid-Afrikanen de armoede en werkloosheid beu. Er ontstond, met het drama van Marikana als katalysator, voor het eerst sinds het einde van de apartheid een golf van georganiseerd politiek protest tegen de heersende klasse en hun parlementaire vertegenwoordigers. WASP stond in het voorfront hiervan.
Vooraf waren de verwachtingen dan ook hoog gespannen. WASP werd vervoegd door vakbondsboegbeeld Moses Mayekiso en transportvakbond MTN, een afscheuring van vakbondsfederatie COSATU, leidende figuren als Liv Shange hadden een gigantisch publiek profiel in Zuid-Afrika en na een dispuut met de vakbondsbureaucratie van COSATU (die al sinds 1994 het ANC steunt) verbrak metaalvakbond NUMSA de banden met het ANC. De WASP had heel wat steun verworven onder de vakbondsvertegenwoordigers van deze NUMSA. Er werd minstens één parlementszetel voorspeld.
Met 8331 stemmen over heel het land scoorde WASP ver onder de verwachtingen. Geen enkele zetel werd behaald, noch provinciaal, noch nationaal. Dat terwijl Economic Freedom Fighters, de links populistische partij van de corrupte ANC-banneling Julius Malema met 6,35% van de stemmen nationaal de derde grootste partij werd. Wat zijn de oorzaken hiervan?
Ten eerste werd WASP in de aanloop naar de verkiezingen afgesneden van haar basis in de mijnen door de vakbond AMCU. De Association of Mineworkers and Construction Union wierp zich in 2012 in de mijnen van Marikana op als alternatief voor de National Union of Mineworkers. Deze laatste, gelieerd aan COSATU, was medeplichtig aan de slachting van 34 mijnwerkers op 12 augustus aldaar. Met steun van WASP-militanten verwierf ze al snel een grote aanhang en verving ze NUM als grootste vakbond in de hele mijnregio. Vorig jaar begon ze zich echter tegen WASP te keren.
Vakbondsleider en demagoog Joseph Mathunjwa begon een heksenjacht binnen zijn rangen tegen WASP en sprak zich publiekelijk uit tegen de arbeiderspartij. Dit viel samen met een sterk vergrote controle van de leiding op de vakbondsleden, geen enkele vorm van “dissidentie” werd of wordt nog geduld. De vakbond begint steeds meer dezelfde corrupte en autoritaire trekken te vertonen waarvoor haar leden NUM verlieten.
Dit betekende dat WASP voor een groot deel werd afgesneden van haar geboortegrond en grootste steunpilaar. Mijnwerkers konden en mochten onder controle van AMCU niet meer militeren met of hun steun betuigen voor WASP. Zeker gezien de staking in de platinumsector die op het moment van de verkiezingen al ongeveer drie en een halve maand aan de gang was (en nog tot 25 juni heeft voortgeduurd) was dit een cruciale factor.
Ten tweede werd de steun van NUMSA, die leefde onder een deel van de vertegenwoordigers en die geïmpliceerd werd door haar nieuwe programma, niet omgezet in daadwerkelijke steun. Het lanceren van een arbeiderspartij werd uitgesteld tot 2016. NUMSA weigerde kleur te bekennen en haar programma in daden om te zetten. Zo werd een cruciale stap in de Zuid-Afrikaanse klassenstrijd uitgesteld. Bovendien spraken een aantal individuele leiders van de metaalvakbond zich in het openbaar uit tegen WASP.
De energie en tijd die in de noodzakelijke oriëntatie op NUMSA werd gestoken, betekende enerzijds dat WASP zoals gezegd een factor van betekenis werd onder haar leden. Verder heeft de druk die WASP uitoefende de vakbond in de radicale richting gedwongen waarin ze zich nu bevindt. De eis van een brede arbeiderspartij is door ons op tafel gelegd en kan niet meer uit de hoofden van de arbeiders worden gewist. Anderzijds heeft de keuze om tijd en energie hieraan te besteden ervoor gezorgd dat groepen van mijnwerkers en arbeiders, de basis van WASP, niet voldoende werden geconsolideerd. Daarvoor werd een prijs betaald in het stemhokje.
Er zijn in deze situatie een aantal factoren die het EFF een electoraal voordeel gaven. Zo kreeg deze partij een gigantische kapitaalinjectie van verscheidene sponsors van onbekende oorsprong. Zeker is dat het een verkiezingscampagne van ongeziene proporties kon opzetten, met billboards in alle grote Zuid-Afrikaanse steden. WASP steunde enkel op ledenbijdragen en internationale solidariteit van het Committee for a Workers’ International. Zo blijft ze onafhankelijk van elk ander belang dan dat van de arbeidersklasse, maar krijgt ze ook niet de miljoenen bij elkaar die het EFF binnen rijfde. Deze bedrijfssponsoring hangt samen met het ambigue karakter van het EFF. Het partijprogramma kent een aantal linkse elementen maar barst ook van nationalistische punten. Daarenboven lijkt de partij meer in de richting van een nieuwe zwarte kapitalistische klasse te bewegen en te ageren dan in de richting van democratisch socialisme. Zolang er echter geen nieuwe arbeiderspartij wordt opgericht en er een vacuüm bestaat op links zullen mensen op het EFF blijven stemmen.
Hoewel de socio-economische omstandigheden gunstig waren, heeft een samenspel van politieke factoren het electoraal potentieel van WASP de das omgedaan. Het verraad van de leiding van AMCU, het populisme van EFF en het talmen van NUMSA zorgden voor een onverwachte opdoffer in het stemhokje. Dit betekent echter niet dat alle inspanningen tevergeefs waren. Perspectieven opmaken is niet hetzelfde als in een glazen bol kijken, de kwestie van een zoektocht naar een politiek alternatief bleek effectief uit het resultaat van EFF en dit blijft op de agenda staan. Het laten voorbijgaan van de kansen zonder een poging te doen om er op in te spelen, zou fout geweest zijn.
Bovendien heeft WASP sterk gewogen op het politiek debat. Dat eisen als het onder arbeiderscontrole plaatsen van de sleutelsectoren en het oprichten van een nieuwe arbeiderspartij voor het eerst sinds jaren weer op tafel liggen, is de verdienste van WASP. Het publiek profiel van WASP is enorm. Het is nu zaak de strijd verder te voeren. Het is zaak de basis die op 53 verschillende onderwijsinstellingen verspreid over het hele land is uitgebouwd te consolideren, het is zaak de talloze nieuwe militanten die vanuit alle hoeken van Zuid-Afrika aansluiting zoeken bij WASP te organiseren. De staking in de platinumsector eindigde met een overwinning en ook de daarop volgende staking in de metaalsector behaalde na vier weken een zege. Elementen van een prerevolutionair klimaat zijn aanwezig. Om een duurzame en brede politieke overwinning te boeken is er nood aan een alternatief, een arbeiderspartij, en hierin kan WASP een cruciale rol spelen.

