Tag: Zuid-Afrika

  • Zuid-Afrika. Clover-staking staat na bijna drie maanden op keerpunt

    Op 22 november begon bij het Zuid-Afrikaanse Clover een staking. Deze bracht vakbonden, politieke partijen, burgerorganisaties en activisten bijeen in een gezamenlijke strijd tegen de sluiting van vestigingen en tegen jobverlies. Het bedrijf werd in 2019 overgenomen door Milco SA, een consortium in Israëlische handen dat profiteert van de bezetting van Palestijnse gebieden. De nieuwe eigenaar wil een sociaal bloedbad aanrichten via herstructureringen en onhoudbare werkomstandigheden voor wie blijft. De staking is na 12 weken op een kritiek keerpunt terechtgekomen. Hoe moet het nu verder?

    Standpunt van de Workers and Socialist Party (WASP, ISA in Zuid-Afrika)

    Waar staat de staking nu?

    WASP stond volledig achter het besluit om de stakingsactie in januari te escaleren en heeft, samen met andere progressieve formaties, actief georganiseerd om een zo breed mogelijke solidariteit op te bouwen voor de staking. Deze inspanningen resulteerden in één van de meest verreikende solidariteitscampagnes die sinds het einde van de Apartheid in Zuid-Afrika is gevoerd. Naast de steun die internationale activisten, vakbondsleden en -organisaties hebben betuigd door de solidariteitsverklaring van de stakingscampagne te onderschrijven, waren er in januari massamobilisaties en doorlopende acties op lokaal en internationaal niveau.

    De massabijeenkomsten en meetings bereikten hun hoogtepunt met de internationale actiedag die aantoonde hoeveel steun de stakende arbeiders van Clover genieten. De vakbondsfederatie SAFTU heeft zich ook volledig achter de stakers geschaard en heeft haar leden opgeroepen om hetzelfde te doen. Er waren solidariteitsacties ondernomen bij Zuid-Afrikaanse en Israëlische ambassades en consulaten, en bij het hoofdkantoor en de fabrieken van Coca Cola, in Oostenrijk, Brazilië, België, Engeland, Israël, Nigeria, Zweden, de VS en Canada. Bovendien betuigden vele werkende activisten en syndicalisten hun steun door solidariteitsselfies te nemen en de staking in hun vakbondsafdelingen en organisaties te bespreken. Ook de Palestijnse Nieuwe Vakbonden en de Palestijnse Boerenbond hebben hun steun toegezegd. In Zuid-Afrika vonden overal in het land acties plaats – in Johannesburg, Tshwane, Kaapstad, Durban en Polokwane. Werknemers van Ladismith Cheese, georganiseerd door de CSAAWU, hielden een solidariteitspiket ter ondersteuning van de stakingsactie en hebben het gebruik van hun fabriek door Clover geblokkeerd, toen het bedrijf probeerde om haar producten tijdens de staking daar te produceren. Dit is een goed voorbeeld voor andere vakbonden en werkplekken.

    De acties van januari hebben ertoe geleid dat de directie van Clover wat terugkrabbelde en het ontslag van 800 arbeiders van de City Deep fabriek in Johannesburg heeft ingetrokken. Dit is een duidelijke overwinning, het resultaat van een principiële strijdbare opstelling in januari. Het is de internationale solidariteit die dit mee mogelijk heeft gemaakt. De campagne zette bovendien druk op de ANC-regering en haar bondgenoten, COSATU en de SACP, om de vastgelopen onderhandelingen terug op te starten.

    De door de regering georganiseerde overlegmomenten bleken echter niets op te leveren. Er werd niet gewerkt aan een eerlijke en constructieve regeling om de staking te beëindigen. De verantwoordelijken van de regering traden vooral op als woordvoerders van de Clover-directie die blijft aandringen op het schrappen van jobs, lagere lonen en het sluiten van fabrieken. De arbeiders die vertegenwoordigd worden door de vakbonden GIWUSA en FAWU blijven vastbesloten om jobs te redden en het brutale besparingsoffensief van de bazen te stoppen.

    Dat Clover/Milco SA onder druk staat, blijkt ook uit de wanhopige anti-stakingsacties die ondernomen worden. Zo trok Clover naar de rechtbank in een onsuccesvolle poging om de staking onwettig te laten verklaren en de boycotcampagne te laten stoppen. Dit zijn typische methoden van de bazen om de middelen en de tijd van de vakbonden en de arbeiders te verspillen.

    De arbeiders maakten ook melding van intimidatie en brutale repressie, onder meer door private bewakingsagenten van Clover die betogende arbeiders mishandelden. Een recent incident toont hoe het bedrijf nog steeds tot geweld tegen de staking overgaat. John Appolis, algemeen secretaris van GIWUSA, meldde dat er op 7 februari drie voertuigen zonder kentekenplaat naar de fabriek in Clayville trokken en daar een staker mishandelden, terwijl twee stakers werden meegenomen en vervolgens ook mishandeld. Ze raakten ernstig gewond en één van hen ligt nog in het ziekenhuis. Dergelijke methoden zijn onaanvaardbaar en een inbreuk op het stakingsrecht.

    Ondanks videobeelden van het geweld ondernam de overheid geen actie tegen de Clover-bazen. Het toont nog maar eens dat de staat niet neutrale bemiddelaar is, maar een instrument om de belangen van de bazen te verdedigen terwijl onderhandelingen dienen om de klassenstrijd door de werkende klasse af te remmen. Wanneer ze door de werkende klasse in de hoek geduwd worden, aarzelen de bazen niet om hun beleid met geweld op te leggen en vervolgens het staatsapparaat in te schakelen om hun bewind in stand te houden. Het is een reden te meer om het volledige systeem, de facto een dictatuur van de heersende klasse, omver te werpen en de macht over te dragen aan de werkende klasse.

    Wat is de weg vooruit?

    Clover vertrouwt op intimidatie, stakingsbrekers en verspilling van vakbondsmiddelen om de stakers uit te putten en af te schrikken. Het gaat om wanhopige methoden van bazen die onder druk staan van de massale acties in januari en het momentum dat de staking en boycotcampagne creëerden. De beste manier om op het geweld en de intimidatie te reageren, is een verdere escalatie van een gedisciplineerde massa-actie door de werkende klasse van het hele land. Daarin zal de organisatie en strijdbaarheid van de Clover-arbeiders essentieel zijn. Deelname van arbeiders in fabrieken over het hele land is nodig.

    De arbeiders moeten centraal blijven staan in het protest, waarbij bange collega’s overtuigd worden om mee te doen. Militante acties geleid en georganiseerd door arbeiders vormen de basis voor het momentum van de staking. Bijkomende acties, zoals de boycot van Clover-producten, werden versterkt door de acties op de werkvloer. Het protest moet geleid worden door een stakerscomité dat door de arbeiders verkozen is, zodat ervaringen opgedaan worden met organisatie, strijdbaarheid en vertrouwen in toekomstige strijd.

    Als marxisten weten we dat de macht van de arbeidersklasse berust op ons vermogen om arbeid terug te trekken. Deze wereld draait niet zonder arbeiders. Het volhouden van een goed georganiseerde staking die een aanzienlijke daling van de productie kan garanderen zal essentieel zijn in de toekomst. Strategische secundaire stakingen gericht op de distributienetwerken van Clover kunnen verder een effectieve tactiek blijken om te voorkomen dat producten geproduceerd door stakingsbrekers of anderszins de schappen in de winkels bereiken. Fabrieksbezettingen, met steun van de omliggende gemeenschappen, moeten ook ernstig overwogen worden om het gebruik van stakingsbrekers te voorkomen. De bazen zullen er alles aan doen om de staking te ontmoedigen, omdat ze weten dat elke overwinning de arbeiders in alle fabrieken en de hele arbeidersklasse vertrouwen zal geven. Hoe lang deze staking zal duren, is afhankelijk van de druk die de arbeidersklasse kan uitoefenen op Clover en de ANC-regering. Er is daarbij geen tijd te verliezen.

    WASP stelt voor dat het gezamenlijke comité van delegees van GIWUSA en FAWU samenwerkt met al wie de staking ondersteunt, zowel lokaal als nationaal, om alle werkplekken van Clover en aanverwante te bezoeken om solidariteitsstakingen te bespreken en geld in te zamelen voor de stakerskas.

    Het probleem van de massale jongerenwerkloosheid is nauw verbonden met het schrappen van jobs bij Clover en andere bedrijven. Deze crisis heeft een onevenredig grote impact op de arme en arbeidersgemeenschappen waar de arbeiders van Clover vandaan komen. Er is een mobilisatie van de gemeenschap, in het bijzonder de jongeren, nodig. Dit kan door het opzetten van steuncomités voor de staking die op democratische wijze massale acties en solidariteit met de stakers organiseren.

    De werkende klasse moet de druk op de ANC-regering opvoeren. Die regering liet de vijandige overname door Milco zomaar passeren. De voorgestelde herstructurering zal niet alleen een negatieve impact hebben op de lokale zuivelproductie en het personeel. Milco deze positie laten opbouwen, is ook een verraad aan de solidariteit met het Palestijnse volk. De vakbond SAFTU en haar leden moeten een rol spelen door ondersteunende stakingsacties op te zetten. Dit kan helpen om op te bouwen naar een massale actiedag op de dag dat de regering haar begroting aankondigt, met name 23 februari. Daarnaast is er nood aan acties aan ANC-kantoren, het hoofdkwartier van Clover en andere strategische locaties. Elke actie is tevens een gelegenheid om steun op te halen voor de stakerskas.

    We moeten een massale arbeiderspartij opbouwen

    De staking vindt plaats in een context van groeiende werkloosheid en toenemende economische moeilijkheden voor de arbeidersklasse. Terwijl februari wordt gekenmerkt door de politieke pracht en praal van de State of the Nation Address en de Begrotingstoespraak, wordt er lippendienst bewezen aan de valse beloften van “het scheppen van jobs”, terwijl er geen einde in zicht is van de besparingen die aan de armen en de arbeidersklasse worden opgelegd. Bijna drie decennia van neoliberaal beleid en besparingen hebben ertoe geleid dat extreme ongelijkheid en armoede in het hele land zijn blijven bestaan en verergerd. De arbeidersklasse kan het zich niet veroorloven om de valse logica van het kapitalistische systeem en het imperialisme te accepteren – dat overnames zoals die van Clover en uitbreidingen in de neokoloniale wereld omwille van de winst “onvermijdelijk” zijn en dat er niets aan te doen is. We mogen niet geloven in de anti-arbeiderspropaganda dat de economie zich zal “herstellen” als de arbeid flexibeler wordt (wat betekent dat het gemakkelijk is om mensen te ontslaan, nul-urencontracten in te voeren – waarmee tientallen jaren van moeizaam bekomen verworvenheden worden teruggedraaid). Deze begrippen vormen een directe aanval op de rechten en de arbeidsomstandigheden van werknemers. Het enige “herstel” in deze omstandigheden zal bestaan in een toename van de winsten ten koste van de bestaansmiddelen van de arbeidersklasse.

    De georganiseerde arbeidersklasse kan revolutionaire macht uitoefenen. Het is aan de arbeidersklasse om het voortouw te nemen, aangezien de heersende klasse er niet in geslaagd is de maatschappij te verbeteren. Eisen zoals het nationaliseren van Clover onder democratische arbeiderscontrole biedt een levensvatbaar alternatief, niet alleen voor Clover maar ook voor andere bedrijven en sectoren die met ontmanteling bedreigd worden.

    De Clover-stakingscampagne heeft de potentie om de basis te worden voor een veel bredere campagne die de arbeidersklasse kan verenigen tegen besparingen en rond de eis om de sleutelsectoren van de economie te nationaliseren onder democratische arbeiders- en gemeenschapscontrole. Nationalisatie onder deze voorwaarden is een scherp alternatief voor de zich verdiepende kapitalistische crisis en de corruptie van staatsbedrijven. De burgerlijke partijen hebben geen antwoord op de crises van armoede, werkloosheid en groeiende ongelijkheid. Het toestaan van het besluit van Clover om fabrieken te sluiten, arbeiders massaal te ontslaan en de lonen van arbeiders te verlagen, terwijl de CEO R40 miljoen per jaar aan salaris en R107 miljoen aan rentevrije leningen krijgt, toont duidelijk aan dat de ANC machteloos staat en medeplichtig is aan het sociaal bloedbad. Om de arbeidersklasse te verenigen rond een programma voor nationalisatie, moeten we de strijd bij Clover koppelen aan de campagne voor de oprichting van een massale arbeiderspartij om steun te mobiliseren voor de staking bij Clover, en om arbeiders die actief zijn in belangrijke gevechten bij onder andere PetroSA, SA Breweries, de Universiteit van Pretoria, de Universiteit van Zuid-Afrika (UNISA) en RUA Construction aan elkaar te koppelen.

    Terwijl de partijen van de heersende klasse, inclusief de EFF, het vuur van de vreemdelingenhaat aanwakkeren om hun mislukkingen te verbergen achter zondebokken, heeft de werkende klasse geen eigen politieke partij. Bij de verkiezingen van 2021 kwamen heel wat nieuwe kleine partijen op, velen gebaseerd op de kleinburgerij en met de bewering een alternatief te vormen voor het ANC, de DA en de stagnerende EFF. Zonder een revolutionair socialistisch programma slagen veel van deze partijen er niet in om de werkende klasse en de bredere samenleving te overtuigen. De erg lage opkomst toont dat velen hun ongenoegen lieten blijken door niet te stemmen. Het politieke vacuüm aan de linkerzijde is duidelijk in deze stakingscampagne. Meer dan ooit moeten we een massale arbeiderspartij opbouwen, waarbinnen de arbeidersklasse op democratische wijze de strijd tegen kapitalistische uitbuiting kan bespreken en organiseren. Deze partij kan dan een revolutionair programma naar voren brengen dat een einde maakt aan de ongelijkheid.

    In plaats van opgepot te worden door een kleine minderheid, moet de rijkdom die door arbeiders in sectoren als landbouw, industrie, mijnbouw en detailhandel wordt gecreëerd, democratisch worden gecontroleerd door de werkende klasse. Deze rijkdom kan worden gebruikt om degelijke jobs voor iedereen te creëren, gezondheidszorg en onderwijs te verbeteren, een betaalbaar openbaar vervoersysteem van wereldklasse te bouwen, en alle industrieën en energieproductie op duurzame wijze te ontwikkelen om de huidige rampzalige gevolgen van de klimaatverandering te keren. Uiteindelijk is de nationalisatie van het grootkapitaal een essentiële overgangseis om de arbeidersklasse te wapenen voor een volledige socialistische transformatie van de economie. Superuitbuiting, jobverlies en besparingen zijn het gevolg van het kapitalistische systeem, maar een andere wereld is mogelijk. Doe met ons mee in de strijd tegen het kapitalisme en laten we nu samen bouwen aan een socialistische toekomst!

  • Zuid-Afrika: 5000 arbeiders voedingsbedrijf Clover staken sinds 22 november

    In Zuid-Afrika is er bij het voedingsbedrijf Clover een belangrijke staking bezig. Het bedrijf produceert melkproducten, snacks en drankjes en heeft een aantal merken die in Zuid-Afrika erg bekend zijn. Het bedrijf telt over alle vestigingen en fabrieken heen ongeveer 50.000 werknemers. In een aantal vestigingen, waar er 5.000 arbeiders werken, is er sinds 22 november een staking tegen afdankingen en voor hogere lonen. Ze protesteren ook tegen de overname van Clover door het Israëlische bedrijf Milco SA, dat een meerderheidsbelang van het bedrijf kocht. In de staking speelt de Workers and Socialist Party (WASP), onze Zuid-Afrikaanse zusterorganisatie, een actieve rol. Hieronder een artikel van WASP.

    WASP is solidair met de 5.000 arbeiders van Clover die sinds 22 november in staking zijn. Wij staan volledig achter de eisen van de werknemers en roepen op tot een escalatie van betogingen, zowel door de werknemers als door al wie solidair met hen is – hier in Zuid-Afrika en internationaal.

    Op 8 januari was er een massabijeenkomst in Cathedral Hall, Johannesburg, en Community House, Kaapstad om de solidariteit te versterken. Alle vakbonden, gemeenschaps- en jongerenorganisaties en andere progressieve groeperingen moeten van deze strijd een prioriteit maken. In de context van deze voortdurende pandemie, de versnelling van de economische crisis en een bloedbad inzake jobs, is er een verenigde strijd van de werkende klasse nodig tegen het neoliberale door besparingen gedreven systeem dat wordt voorgestaan door de ANC-regering en de bazen.

    Milco SA investeert om de winst te verhogen, niet de werkgelegenheid

    De overgrote meerderheid van de arbeiders van Clover verdient geen leefbaar loon, ondanks de enorme winsten waar Clover de afgelopen jaren prat op is gegaan. Milco SA, een consortium onder leiding van de Israëlische Central Bottling Company, kocht in 2019 een meerderheidsbelang in het zeer winstgevende Clover. Ondanks het bezwaar van de arbeiders hiertegen, gebaseerd op solidariteit met het Palestijnse volk in hun strijd tegen het Israëlische imperialisme, keurden de Zuid-Afrikaanse staatsautoriteiten de fusie goed op basis van het “creëren van jobs” als onderdeel van het zogenaamde Masakhane-project. Nadien werd de belofte van 500 nieuwe jobs ingetrokken. Bovendien zet een besparingsoperatie tot 2000 jobs op de helling. Clover zou 300 jobs verliezen. Daarnaast zouden vier filialen sluiten, waardoor nog eens 350 jobs bedreigd zijn, bovenop het personeel dat ‘vrijwillig’ ontslag nam. De vakbond GIWUSA meldde dat het bedrijf de vestiging van City Deep wil verplaatsen naar Boksburg, wat nog eens 812 jobs bedreigt.

    Volgens de propaganda in de media kan Clover zijn activiteiten niet voortzetten als gevolg van de aanhoudende pandemie en door het gebrek aan dienstverlening op verschillende locaties. Clover was in 2020 goed voor een omzet van 10,8 miljard Rand (610 miljoen euro), in vergelijking met 7,4 miljard Rand (420 miljoen euro) in 2019. Ondanks het aangekondigde jobverlies weigert de Zuid-Afrikaanse regering, die de laatste verkiezingen nipt won met de belofte van nieuwe jobs, om Clover ter verantwoording te roepen.

    De overname door Milco SA was nooit in het belang van investeringen in de groei van Clover en de werkzekerheid. Het ging louter om toegang tot de Zuid-Afrikaanse markt, op termijn mogelijk met producten die door een Israëlisch bedrijf in bezet Palestina zijn gemaakt. Het asociale en uitbuitende karakter van het bedrijf Milco wordt benadrukt door de medeplichtigheid aan landroof in bezet Palestina, waar het verschillende fabrieken exploiteert. Het blijkt ook uit het feit dat het personeel van Clover sinds de overname in 2019 elk jaar moest staken voor de meest elementaire en redelijke eisen inzake leefbare lonen, behoud van jobs en arbeidsvoorwaarden.

    Voortbouwen op eerdere strijd om staking uit te breiden

    In oktober 2020 legden de arbeiders van Clover het werk al eens neer in een staking die duurde tot 9 december van dat jaar. Er werden toegevingen afgedwongen zoals een loonsverhoging met 6,5% en de insourcing van bijna 400 collega’s. Dit was mogelijk op basis van dagelijkse acties aan de depots van het bedrijf, stakersposten en acties voor het hoofdkantoor. Er werd een solidariteitsactie opgezet met een nationale oproep om producten van Clover te boycotten. In tal van winkels in heel het land werden stickers met de boodschap ‘Boycot Clover’ op producten aangebracht. Daarnaast waren er acties aan de Israëlische ambassade in Pretoria en was er een solidariteitsactie aan een vestiging van Milco SA in Breni Brak, Tel Aviv, georganiseerd door leden van de Socialistische Strijdbeweging (ISA in Israël en Palestina). Zoals we toen voorspelden, probeert Milco SA de toegevingen van dan terug te draaien. We moeten lessen van eerdere bewegingen als deze gebruiken om de huidige strijd te versterken en zo efficiënt mogelijk uit te breiden.

    De strijd heeft tot dusver opgeleverd dat Clover zich akkoord verklaarde om bijna 800 collega’s die tijdens de staking illegaal waren afgedankt terug in dienst te nemen. Tegelijk weigert Clover toe te geven op de andere redelijke eisen van de arbeiders, waaronder:

    • Stopzetting van besparingen
    • Een loonsverhoging van 10%
    • De desinvestering van MILCO/CBC
    • Nationalisatie van Clover op basis van democratische arbeiderscontrole en beheer als een alternatief voor een vijandige en imperialistische MILCO overname en het uiteenrijten van Clover, fabriekssluitingen en jobverlies.

    Als marxisten weten we dat bedrijven, om concurrerend te blijven in een kapitalistisch systeem, altijd hun winsten moeten verhogen om hun marktaandeel uit te breiden. Voor de arbeidersklasse, die te lijden heeft onder zowel de loonsverlagingen/jobverlies als de gestegen prijzen van consumptiegoederen, betekent dit een race naar de bodem en een verergering van de ongelijkheid. Daarom wordt de eis om Clover te nationaliseren een belangrijke opstap naar de controle van de arbeiders over de hele economie; om dit zieke kapitalistische systeem dat winst boven mensen stelt af te schaffen en te vervangen door een socialistische economie gebaseerd op behoefte.

    De situatie bij Clover is kritiek en vereist dat alle arbeidersorganisaties serieuze druk uitoefenen op de ANC-regering om in te grijpen. De vakbonden GIWUSA en FAWU hadden de afgelopen week ontmoetingen met de minister van Handel en Industrie, Ebrahim Patel, en de mededingingscommissie. Het antwoord was dat zij niets kunnen doen behalve onderzoeken of de vage voorwaarden voor de overname van Clover worden nageleefd. Het is geen verrassing dat het neoliberale, bedrijfsvriendelijke ANC lijdzaam zal toezien hoe de grootste producent van melkproducten en drankjes van Afrika wordt gesloten. In de context van de escalerende werkloosheid – die nu de helft van de bevolking benadert – druist dit in tegen de belofte van de ANC-regering om zo veel mogelijk jobs te behouden.

    Voedsel- en werkzekerheid

    Het moet duidelijk zijn dat als deze fabrieken op een brute manier sluiten en herstructureren, de gevolgen ook hard zullen aankomen bij de plaatselijke melkveehouderijen en de landbouwsector in zijn geheel. Het zal het begin van het einde betekenen van de Zuid-Afrikaanse zuivelindustrie, die sinds 1996 gebukt gaat onder de druk van de deregulering van de landbouwsector ten gunste van de internationale anarchie van de vrije markt. Dit heeft verwoestende gevolgen voor kleine boeren, hun werknemers en gemeenschappen.

    We hebben de gevolgen gezien van de ‘dumping’ van kippen in Zuid-Afrika: de praktijk waarbij het overaanbod van kippen in landen als de VS in Zuid-Afrika wordt verkocht tegen prijzen die onder de marktprijs liggen, om in andere landen hogere prijzen te kunnen handhaven. Er zijn duizenden jobs verloren gegaan in de pluimvee- en graanteelt (die pluimveebedrijven van voer voorziet), en gaat er volgens de South African Poultry Association jaarlijks R6,1 miljard euro het land uit als gevolg van de invoer van pluimvee. De lokale productie van pluimvee en granen wordt stopgezet omdat zij niet kan concurreren met de internationale invoer. En dus worden de lonen van de werknemers verlaagd, gaan jobs definitief verloren en wordt de productie verder ontmanteld. Zodra alle lokale productie verloren is gegaan, zullen de prijzen aanzienlijk stijgen omdat er geen concurrentie meer is.

    In het kapitalisme leidt concurrentie tot een monopolievorming. Dit en vijandige overnames zoals door Milco, die de concentratie van kapitaal versnellen in de periode van economische crises, zijn ingebouwd in het kapitalisme. Dezelfde toekomst wacht vele industrieën in de gehele economie, zoals duidelijk is bij SA Breweries en andere waar ook duizenden werknemers bedreigd worden met jobverlies als gevolg van overnames. Uiteindelijk zijn het de arbeidersklasse en de armen die hiervoor betalen, niet de kapitalistische eigenaars. Bij Clover wordt dit duidelijk geïllustreerd door het feit dat de CEO R107 miljoen ‘geleend’ kreeg om aandelen in Milco te kopen, terwijl de arbeiders met geweld worden aangepakt om R300 miljoen aan arbeidskosten ‘terug te verdienen’.

    Zoals we al eerder hebben gesteld, is dit ook een kwestie van voedselzekerheid in Zuid-Afrika. De Covid-pandemie heeft ernstige zwaktes in een op de markt gebaseerde economie blootgelegd en heeft aangetoond hoe mondiale toeleveringsketens die niet democratisch gepland zijn, snel in chaos kunnen vervallen. Het is een ernstig risico om in toenemende mate afhankelijk te zijn van invoer om het land te voorzien van de voeding die het nodig heeft om te leven en productief te zijn.

    De eis van de arbeiders tot nationalisatie houdt correct in dat heel Clover en zijn distributielijnen onder democratische arbeiderscontrole komen. Dit zou een cruciale eerste stap zijn in de nationalisering van de hele zuivelindustrie om de toekomst veilig te stellen van de werknemers en gemeenschappen die ervan afhankelijk zijn. Het is van vitaal belang dat alle werknemers die betrokken zijn bij de zuivelindustrie solidair zijn met hun collega’s van Clover. Vakbonden die zich organiseren in deze industrie, zoals NUMSA bij NAMPAK, moeten aandringen op escalerende solidariteitsacties zoals lunchpiketten, secundaire stakingen en bezettingen.

    Eenheid van de arbeidersklasse essentieel

    De eenheid tussen de arbeiders die georganiseerd zijn in de vakbonden GIWUSA en FAWU bij Clover laat een kwalitatief verschil zien in de voortdurende strijd. Dit is lovenswaardig. Waar deze verdeeldheid voorheen de kracht van collectieve strijd ondermijnde, vergroot deze op de klasse gebaseerde eenheid het potentieel voor een overwinning aanzienlijk. Het gezamenlijke comité van delegees van FAWU en GIWUSA is een belangrijke structuur die ervoor kan zorgen dat de onderhandelingen collectief worden gevoerd en niet via afzonderlijke bijeenkomsten per vakbond.

    Dis de eenheid van de arbeidersklasse waar de WASP compromisloos voor heeft gevochten. Het is ook belangrijk om deze eenheid te gebruiken om te vechten voor een heraansluiting van GIWUSA bij de federatie SAFTU, waardoor het potentieel voor een militante strijd van de arbeidersklasse kan worden vergroot. Een injectie van een militante benadering, zoals die van de arbeiders van Clover, kan een essentieel tegengif zijn voor de bureaucratische verlamming die de SAFTU teistert en haar weer op weg helpen om een actieve en strijdbare federatie te worden.

    SAFTU moet ook actief leiderschap op zich nemen in deze staking en campagne voeren om de strijd uit te breiden naar SA Breweries. WASP roept de kameraden van de FAWU op om nu een staking uit te roepen om de kans op een overwinning zo groot mogelijk te maken met gecoördineerde stakingen en een verenigd front van arbeiders die hun job dreigen te verliezen.

    Uiteindelijk is dit niet alleen een zaak voor de arbeiders van Clover, of zelfs voor de arbeidersbeweging in bredere zin, maar een zaak die alle jongeren en arbeidersgemeenschappen aangaat. We moeten allemaal stelling nemen tegen deze voortdurende aanval van Milco SA en vechten voor de onteigening van Clover om de controle over de zuivelindustrie uit handen van de internationale kapitalistische klasse te halen en deze onder democratische controle van de arbeiders te brengen.

    Zoals WASP-lid en GIWUSA-voorzitter, Mametlwe Sebei, verklaarde: “Er is geen ander alternatief voor jobverlies en massale fabriekssluitingen in dit land.” De regering en de mededingingscommissie zullen de bazen dienen, zoals ze tot nu toe met Clover hebben gedaan, totdat er genoeg druk op hen wordt uitgeoefend om toegevingen af te dwingen. Alleen de arbeidersklasse heeft de kracht om dit te doen, en we moeten die kracht op een democratisch georganiseerde en strategische manier gebruiken om de verworvenheden van voorbije gevechten te verdedigen, maar ook om meer overwinningen in de klassenstrijd te behalen.

    De machteloosheid van de regering legt het failliet van het ANC bloot in het licht van de ergste crisis in decennia. SAFTU moet dringend concrete stappen zetten in de richting van de oprichting van een massale arbeiderspartij met een socialistisch programma, wat voor de WASP betekent dat er onmiddellijk een campagne moet worden gestart om pre-partij structuren op te zetten om gemeenschappen te mobiliseren voor vitale stakingen zoals die van Clover. Meer dan ooit moeten we deze gevechten gebruiken om een strijdbare arbeidersbeweging op te bouwen tegen het kapitalistische systeem als geheel, en om een socialistische wereld op te bouwen die gebaseerd is op een economie die gepland is naar behoefte.

  • Voedselrellen in Zuid-Afrika: arbeidersklasse moet zich organiseren in strijd tegen criminele kapitalistische klasse

    Standpunt van het Nationaal Comité van de Workers and Socialist Party – ISA in Zuid-Afrika

    Zuid-Afrika wordt overspoeld door voedselrellen. Beelden uit KwaZulu-Natal (KZN), Gauteng, Oost-Kaap en het Noord-Westen tonen massa’s mensen die zich haasten om het weinige dat ze kunnen bemachtigen uit winkelcentra, supermarkten en andere winkels in veiligheid te brengen. Veel gebouwen zijn in brand gestoken. Op het moment van schrijven zijn meer dan 70 mensen omgekomen in de chaos, en zijn meer dan 1200 arrestaties verricht. Het is vrijwel zeker dat met de inzet van de Zuid-Afrikaanse Nationale Defensiemacht (SANDF) en een politiemacht die steeds wanhopiger probeert “de wet en de orde te herstellen”, deze aantallen de komende dagen aanzienlijk zullen stijgen.

    De protestacties begonnen nadat het Grondwettelijk Hof de voormalige president Jacob Zuma had bevolen zich aan te melden in een penitentiaire inrichting om zijn straf van 15 maanden te ondergaan. Zuma was eerder schuldig bevonden aan minachting van het hof. De mobilisaties voor de vrijlating van Zuma namen een kwalitatieve wending in de vroege uren van zondag 11 juli toen meer dan 20 vrachtwagens in brand werden gestoken rond het Mooi River-gebied in KZN. De betogers gingen over tot brandstichting en plundering in verschillende delen van KZN en later in Johannesburg, toen de onrust zich nationaal uitbreidde. Op maandag sloeg dit over naar delen van Pretoria, waar winkelcentra in Mamelodi in brand werden gestoken. In een openbare toespraak op maandagavond riep president Ramaphosa op tot kalmte. Hij kondigde aan dat het Zuid-Afrikaanse leger zou worden ingezet om de overrompelde politiemacht te versterken.

    Rellen voor voedsel, niet voor Zuma

    Zondag was het al duidelijk dat deze protesten zich hadden ontwikkeld tot voedselrellen, ondanks het feit dat de media ze bleven bestempelen als “pro-Zuma” of “Free Zuma”. De aanhangers van Zuma maakten opportunistisch gebruik van de situatie om olie op het vuur te gieten. De kinderen van Zuma stonden vooraan in de aanvallen op sociale media. De schade door plunderingen, het in brand steken van vrachtwagens en infrastructuur in KZN alleen al bedraagt momenteel meer dan R100 miljoen. De Special Risks Insurance Association (Sasria) verwacht dat de claims als gevolg van de huidige onrust in de miljarden zullen lopen. Durban, Umbilo, Umhlanga, Springfield Park behoren tot de zwaarst getroffen gebieden in KZN. Ook delen van Gauteng zijn getroffen, waaronder Soweto, Berea, Katlehong, Jeppestown, Daveyton, Benoni, Tembisa en Mamelodi. Nieuwsverslaggevers die probeerden commentaar over Zuma te krijgen, werden volledig genegeerd door mensen die zich haastten om voedsel voor hun gezinnen te grijpen of artikelen die later verkocht of verhandeld konden worden.

    De motiverende factoren van de voedselrellen hebben weinig te maken met de eis om Zuma vrij te krijgen. Veel betogers geven de regering de schuld van de economische crisis. Massale werkloosheid, gebrek aan kansen voor de jeugd en corruptie in de regering zijn enkele van de grieven die de betogers uiten. Veel mensen hebben zich uit pure wanhoop bij de rellen aangesloten. Het feit dat vooral supermarkten het doelwit waren, wijst erop dat deze rellen gaan over het veiligstellen van de basisbehoeften om te overleven.

    Met de inzet van het leger om de politie bij te staan, gaf de regering te kennen dat zij de controle kwijt was. Benadrukt moet worden dat dit werd gedaan om private eigendommen en winsten te beschermen, niet om gewone mensen en gemeenschappen te beschermen. In plaats van de infrastructuur en de middelen van de SANDF in te zetten om de ongelijkheid en de honger aan te pakken door levensmiddelen te verdelen onder de behoeftigen, nam Ramaphosa – in overeenstemming met zijn reactie op de pandemie – zijn toevlucht tot het inzetten van staatstroepen met hun wapens gericht op de massa’s. Zij hebben de bevolking gewaarschuwd om hen “niet te provoceren” en dat zij “ongedisciplineerd gedrag” niet zullen tolereren.

    Het geweld van het kapitalistisch systeem

    Het is misschien verleidelijk om de huidige onrust af te doen als daden van ‘zinloos geweld’, maar het is belangrijk om het voortdurende systemische geweld te begrijpen dat de kapitalistische klasse en hun marionetten in de Zuid-Afrikaanse regering jarenlang hebben uitgeoefend op de arbeidersklasse en de armen. De bijna 500 dagen van lockdown en beperkende maatregelen hebben de economische neergang, die in 2019 al duidelijk was, versneld.

    In de afgelopen 10 maanden zijn de kosten van levensonderhoud omhoog geschoten met ongebreidelde inflatie: voor voedsel betaalt een huishouden gemiddeld 7,1% meer. De elektriciteitsprijzen zijn aan het begin van de maand met maar liefst 17,8% gestegen, ondanks de aanhoudende stroomonderbrekingen in het hele land. Dit gebeurde na een inkrimping van de Zuid-Afrikaanse economie met 7% in 2020 en een stijging van het uitgebreide werkloosheidscijfer tot een historische 43,2%. Meer dan 1,5 miljoen mensen verloren hun job door de pandemie. De gevolgen van deze economische verwoesting zijn doorgedrongen tot alle lagen van de arbeidersklasse, aangezien de Zuid-Afrikanen steeds meer consumentenschulden aangaan om in hun levensonderhoud te voorzien.

    Meer dan een jaar geleden werd Ramaphosa nog geprezen voor zijn aanpak van de COVID-crisis, met de invoering van een harde lockdown en een stimuleringspakket van 500 miljard Rand om de gevolgen tegen te gaan. Een jaar later is minder dan een derde van het stimuleringspakket daadwerkelijk gebruikt, ondanks de aanhoudende precaire situatie als gevolg van de pandemie. Eind april werden de maandelijkse SRD-subsidies (Social Relief of Distress) van 350 Rand voor werklozen stopgezet, terwijl het ANC het verhaal de wereld in hielp dat de Zuid-Afrikaanse economie op weg was naar herstel. Dit komt nog bovenop het feit dat het ministerie van Financiën zegt de begroting de komende drie jaar te zullen afvlakken. Wanneer rekening wordt gehouden met een groeiende bevolking en stijgende inflatie, komt dit neer op een daling van de uitgaven per persoon met 10%.

    We zien ook steeds ernstiger infectiegolven, ondanks het feit dat de regering consequent voorbarige aankondigingen doet over hoe de economie op weg is naar herstel. Dit wordt in het geheel niet geholpen door een falende campagne voor de aanschaf en verspreiding van vaccins, waardoor slechts 2,3% van het land volledig is gevaccineerd, één van de laagste ter wereld op dit moment.

    ANC-fracties: twee zijden van dezelfde kapitalistische munt

    De fractievorming heeft decennialang een diepe wig gedreven binnen het ANC. Ramaphosa begon zijn ambt met de onmogelijke taak om het ANC te bevrijden van corruptie, een taak waarvan wij voorspelden dat die zou leiden tot de volledige vernietiging van de partij. Hoe diep de corruptie gaat in het ANC blijkt uit de schandalen die sinds vorig jaar blijven opduiken. In plaats van het ANC te bevrijden van corruptie, heeft Ramaphosa’s gebrekkige aanpak van de pandemie juist meer mogelijkheden gecreëerd. De tegenstrijdigheden waarin het ANC verkeert, zijn misschien wel het duidelijkst als de grootste plunderaars in de samenleving de wanhopigen en armen oproepen om niet te plunderen!

    Noch de fractie van Zuma, noch die van Ramaphosa heeft de steun van de massa’s. Veel betogers uiten hun woede over het ANC als geheel. Er is een scherp wantrouwen in de verhouding tussen de arbeidersklasse en het ANC. Honger, wanhoop en ongelijkheid blijven de geloofwaardigheid van het ANC ondermijnen. Dit wordt versterkt omdat het ANC de kosten van de pandemie en eerdere recessies met brute besparingen op de schouders van de arbeidersklasse blijf leggen. In 2019 bracht voor het eerst sinds 1994 minder dan de helft van de stemgerechtigde bevolking zijn stem uit, en het ANC had zelfs moeite om een meerderheid te behalen. Het toonde een enorme ontgoocheling in het politieke establishment.

    Terwijl de RET-brigade [RET – Radical Economic Transformation] onder leiding van Jacob Zuma dit moment aangrijpt om hun agenda naar voren te schuiven en Ramaphosa in diskrediet te brengen door anarchie en verwarring te zaaien, zal de president er alles aan doen om de belangen van de private sector te behartigen. Het neerschieten van de mijnwerkers in Marikana in 2012 gaf slechts een glimp van de maatregelen die Ramaphosa kan nemen om de belangen van de kapitalistische klasse te verdedigen. Geen van beide fracties zal de wortel van de huidige omwentelingen aanpakken: de mislukkingen van het kapitalistische systeem en het gezamenlijke besparingsproject van het ANC. Beide fracties zijn getrouwd met het kapitalistische systeem dat hen toegang geeft tot de macht. De pandemie heeft ons in een nieuw politiek tijdperk gestort en het vertrouwen in het ANC om de aanhoudende stormen te doorstaan, brokkelt sneller af dan ooit.

    Een situatie van een steeds meer in nood verkerende arbeidersklasse samen met een totaal verraad van de regeringspartijen bij de aanpak van de pandemie werpt de vraag op waarom dergelijke explosieve gebeurtenissen het afgelopen jaar nog niet plaatsvonden. Als marxisten erkennen wij dat er eerst een vonk moet zijn. De gebeurtenissen van de afgelopen dagen laten zien dat de arbeidersklasse niet te stoppen is als alle angsten eenmaal opzij zijn gezet. De beschuldigingen van politieminister Bheki Cele dat ‘aanstichters’ de rellen hebben veroorzaakt, slaan de plank volledig mis.

    Chaos en anarchie zijn niet het antwoord

    De kapitalistische economie is een bloedige misdaad tegen de arbeidersklasse en moet worden omvergeworpen. Maar de destructieve en ongeorganiseerde aard van de rellen blijft de massa’s vervreemden. Dit ondanks het feit dat de meerderheid van de arbeidersklasse dezelfde frustraties deelt met degenen die zich tot deze tactieken hebben gewend.

    De werkenden en hun gezinnen maken zich ernstige zorgen over de voedselonzekerheid en het verdere banenverlies als gevolg van de vernieling van eigendommen. De blokkering van aanvoerlijnen en het in brand steken van voorzieningen in de gezondheidszorg vormen een nog ernstiger probleem, zeker op een ogenblik dat Zuid-Afrika in de greep is van zijn derde en ergste golf van COVID-19 tot nu toe. Winkels en winkelcentra in het hele land halen hun voorraden uit de winkel en sluiten hun deuren bij wijze van preventieve maatregel, waarbij personeel wordt opgedragen om thuis te blijven en dus ook geen loon krijgt. De verzekering van de grote ketens zal de schade en de verloren voorraden vergoeden, terwijl de kleine bedrijven de ergste gevolgen zullen ondervinden. Niet alleen zal dit de overdracht van rijkdom en kapitaal naar de grote bedrijven versnellen, maar het houdt ook een ernstig risico in dat gemeenschappen nog verder verdeeld raken.

    Hoewel deze rellen op korte termijn effectief kunnen zijn om in de basisbehoeften te voorzien, is dit niet zo op langere termijn. Daartoe moet de parasitaire kapitalistische economie worden omgevormd tot een democratisch geplande economie. De werkende klasse moet de controle over de economie in handen nemen. In plaats van brood uit de schappen te stelen, moeten we de bakkerijen, de molens en de commerciële boerderijen in beslag nemen! In plaats van vernietiging van werkplekken en diensten, hebben we georganiseerde en gedisciplineerde massastrijd nodig om de fabrieken, distributielijnen en essentiële infrastructuur onder democratische arbeiders- en gemeenschapscontrole te brengen! Alleen door de bazen uit deze vitale sectoren te verwijderen, kunnen we garanderen dat voedsel en eerste levensbehoeften voor iedereen toegankelijk zijn en niet verkocht worden met winstoogmerk. In plaats van brood te stelen voor één dag, kunnen we dan garanderen dat dat brood blijft komen en de honger volledig beëindigen.

    Georganiseerde, gedisciplineerde en democratische massastrijd voor het socialisme nodig

    Georganiseerde lagen van de arbeidersklasse moeten een leidende rol op zich nemen in het geven van politieke sturing die kan leiden tot tastbare oplossingen, zoals het eisen van massale investeringen in openbare infrastructuur, jobs en diensten, en een degelijk inkomen om de ellende te verlichten die steeds meer doordringt in alle lagen van de arbeidersklasse.

    De heersende klasse is niet in staat een einde te maken aan het lijden. De noodzaak om een politiek alternatief op te bouwen, een massale arbeiderspartij die voor en door de arbeidersklasse en de armen is, is dringender dan ooit. Wij roepen de (Zuid-Afrikaanse Federatie van Vakbonden) SAFTU en de Working Class Summit op om onmiddellijk formaties van de arbeidersklasse, georganiseerde jongeren, burgers en vakbonden bijeen te roepen in een Nationale Vergadering van  de werkende klasse om een weg voorwaarts te bespreken. De legitieme frustraties en woede van de arbeidersklasse en de armen moeten worden gekanaliseerd in constructieve acties die dit kapitalistische systeem en zijn uitvoerders – de heersende partijen – aan de kaak stellen. Terwijl de media en het ANC het verhaal opdringen van verdeeldheid in de arbeidersklasse, tussen plunderaars en arbeiders, stammen, nationaliteiten en ras, is het aan de georganiseerde lagen van de arbeidersklasse om een verenigd front te vormen dat de woede van de massa kanaliseert in acties die verworvenheden voor de arbeidersklasse kunnen afdwingen. We kunnen niet genoeg benadrukken hoe gevaarlijk de verdeeldheid tussen rassen, stammen en nationaliteiten is voor de bevrijding van de arbeidersklasse.

    We moeten onze strijd ook verbinden met de militante lagen in eSwatini (het vroegere Swaziland) die in opstand komen tegen de laatst overgebleven absolute monarch in Afrika. Die opstand is mee aangedreven door een soortgelijke ongelijkheid als die in Zuid-Afrika. We kunnen inspiratie halen uit de opstanden in Latijns-Amerika, zoals in Colombia, waar een eendaagse algemene staking uitgeroepen door de vakbondsleiding, een massale anti-regeringsbeweging ontketende met prominente slogans als ‘We zijn het overleven beu, we willen leven’. Deze aanhoudende protesten hebben geleid tot de intrekking van belastinghervormingen die tegen de arbeidersklasse waren gericht en tot het aftreden van de minister van Financiën. Het heeft de wereld laten zien dat zelfs in wanhopige en pandemische omstandigheden de arbeidersklasse kan en moet terugvechten. Bovenal moeten we een massale arbeidersbeweging opbouwen die ervoor zorgt dat deze onvermijdelijke opstanden democratisch georganiseerd zijn, geleid worden door de arbeidersklasse, en zich inzetten om te strijden voor een internationaal, socialistisch programma.

     

    Wij zeggen:

    • Mobiliseer de hele arbeidersbeweging, de lokale gemeenschappen en de jongeren voor een nationale actiedag.
    • Eis een degelijk inkomen voor alle werklozen en behoeftigen; een verhoging en uitbreiding van de uitkeringen voor alle werknemers die door de lockdown getroffen zijn, ook die in de informele sector; een grootschalig banenprogramma voor de publieke sector met een gegarandeerd leefbaar loon voor iedereen; en een moratorium op banenverlies, loon- en uitkeringsverlagingen. Verhoog nu de minimumlonen tot minstens 12.500 Rand per maand voor alle werkenden!
    • Bouw georganiseerde en democratische zelfverdedigingscomités in plaats van te vertrouwen op de repressieve tactieken van SAPS en SANDF; wij zijn tegen elke inzet van het leger in onze gemeenschappen!
    • Kleine bedrijven moeten overheidssteun krijgen om te helpen bij hun herstel na plunderingen en de gevolgen van de lockdowns.
    • Maak zo snel mogelijk een einde aan de pandemie! Nationaliseer de farmaceutische bedrijven, testlaboratoria, privéziekenhuizen en verzekeringsmaatschappijen om ervoor te zorgen dat alle middelen naar het beëindigen van de pandemie gaan, in plaats van naar winst. Schort octrooirechten op en mobiliseer de middelen die nodig zijn voor een snelle vaccinatie van iedereen – voor een massale upgrade van de medische industrie om vaccins te produceren; laat grote bedrijven en de superrijken betalen. Distributie en productie van alle vaccins, inclusief het Johnson&Johnson vaccin dat in Gqeberha verpakt wordt, moet democratisch gecontroleerd worden door de werkende klasse om groepsimmuniteit te bereiken.
    • Nationaliseer de commerciële boerderijen en de grote detailhandel onder democratische controle van de arbeiders. Dit zal ervoor zorgen dat niemand die in dit land woont honger lijdt!
    • De echte plunderaars zijn diegenen in de regering en de bazen. Een zetel in de regering zou geen ticket moeten zijn om rijkdom op te bouwen via connecties met bedrijven en het plunderen van publieke fondsen! Gekozen ambtenaren zouden slechts het gemiddelde loon van een geschoolde arbeider moeten krijgen. Bouw een massale arbeiderspartij op met een socialistisch programma.
  • Kaapstad in brand. Winshonger wakkert het vuur aan

    In de ochtend van zondag 18 april keken de inwoners van Kaapstad geschokt toe hoe een kleine brand op de Duivelspiek snel uit de hand liep. Aangewakkerd door sterke wind en droge struiken, verspreidde het vuur zich naar de Tafelberg en bedreigt het de wijk City Bowl.

    Door Carmia Schoeman, Workers and Socialist Party in Zuid-Afrika

    De omvang van de schade en het aantal gewonden is op dit moment nog onbekend, maar het is duidelijk dat de Universiteit van Kaapstad (UCT) zware verliezen heeft geleden doordat verschillende gebouwen, waaronder de bibliotheek en enkele studentenwoningen, door de vlammen zijn overspoeld. Ten minste vier brandweerlieden worden behandeld voor verwondingen die zij bij hun dappere inspanningen hebben opgelopen. Op dit moment is er groot alarm in de gebieden rond de Tafelberg en worden sommige wijken geëvacueerd.

    De oorsprong van de brand is nog niet bevestigd, maar branden zijn een natuurlijk verschijnsel dat vaak onvermijdelijk is en zelfs noodzakelijk aangezien sommige soorten in dit gebied branden nodig hebben voor de kieming van de zaden. Een andere zekerheid is het negatieve effect van de aanhoudende besparingen op de diensten die de natuurgebieden onderhouden en beheren, alsook op de diensten die ons moeten beschermen bij natuurrampen. Gecombineerd met de hete en droge omstandigheden, versterkt door de escalerende wereldwijde klimaatcrisis, leidt dit tot onnodige verwoesting en doden. Dit was te voorkomen indien de rijkdom van de samenleving collectief in plaats van privaat bezit was geweest. Dan zou de rijkdom ingezet worden op basis van de behoeften en niet met het oog op de winsten voor een kleine minderheid.

    Huisvesting voor iedereen een centrale kwestie

    Branden zijn niet ongewoon in Zuid-Afrika, maar de gevolgen ervan zijn grotendeels te voorkomen. In de afgelopen jaren zijn verschillende arme wijken verwoest door branden die te voorkomen waren, zoals de brand die in januari van dit jaar 152 huizen verwoestte in de informele nederzetting Taiwan in de township Khayelitsha.

    Krappe levensomstandigheden, een hoge bevolkingsdichtheid, geen toegang tot basisbehoeften zoals veilige elektriciteitsaansluitingen en stromend water, en een gebrek aan fatsoenlijke betaalbare huisvesting voor de arbeidersklasse zijn allemaal factoren die bepalend zijn voor de omvang van de verspreiding van woningbranden. Wanneer huisvesting geen prioriteit is voor de overheid, is het brandveilig maken van woningen nog minder belangrijk.

    In haar meest recente begrotingsvoorstel heeft de stad Kaapstad (COCT) amper 17 miljoen Rand uitgetrokken voor de ontluikende daklozencrisis. De totale bezoldiging van de raadsleden ligt meer dan tien keer zo hoog: 189 miljoen Rand. Eén van deze raadsleden, JP Smith (in 2019 goed voor een jaarloon van meer dan 1 miljoen Rand), suggereerde dat de verantwoordelijkheid voor de brand bij daklozen moet gezocht worden. Er is echter nog geen afgerond onderzoek naar de oorzaak van deze brand. De lokaal regerende Democratic Alliance blijft dakloosheid criminaliseren en tegelijkertijd beleid doordrukken dat de crisis verergert.

    Of uiteindelijk wordt vastgesteld dat de brand onmiddellijk door een dakloze werd veroorzaakt, is volgens ons van geen belang. Het is de criminele verwaarlozing door de regering van de allerarmsten in onze samenleving die de daklozen in gevaarlijke situaties dwingt.

    Neoliberaal beleid verergert klimaatcrisis

    Klimaatdeskundigen voorspellen dat Kaapstad op de lange termijn heter en droger zal worden. De gemiddelde temperatuur in deze regio is in slechts 50 jaar met bijna 1 graad Celcius gestegen. De gevolgen van de klimaatverandering bedreigen de regio.

    Dit betekent dat investeringen in bosbeheer en brandpreventie van cruciaal belang zijn als we levens, sociale infrastructuur en de natuurlijke omgeving in stand willen houden. De watercrisis van Kaapstad in 2017/18 heeft aangetoond dat zowel de nationale ANC-regering als de lokale DA-regering alleen geïnteresseerd zijn in kortetermijnoplossingen. In plaats van de verouderde infrastructuur te moderniseren en te investeren in droogtebeheer en preventie op lange termijn, wordt het initiatief overgelaten aan de winstmotieven van de private sector.

    Ondertussen blijft de Zuid-Afrikaanse regering voorstander van projecten zoals de met steenkool aangedreven speciale economische zone Greater Musina-Makhado. Dit zal de uitstoot van broeikasgassen doen toenemen en de winsten van bedrijven bevorderen ten koste van de dringende behoefte van de samenleving om over te schakelen op duurzame energie.

    Private bedrijven profiteren van openbare diensten

    Momenteel moeten we vertrouwen op de moed van de eerstelijnshulp. Deze hulpverleners zetten hun leven en gezondheid op het spel om de lokale gevolgen van de milieucrisis tegen te houden. Sinds 2018 heeft WASP steun gegeven aan brandweerlieden die opkomen voor meer middelen in de strijd tegen bos- en veldbranden en voor hogere lonen. Vandaag krijgen ze een erbarmelijk loon van 11,42 Rand per uur voor brandweerlieden aangeworven op basis van het EPWP-programma (een overheidsprogramma om werklozen aan het werk te zetten) ‘Working on Fire’. Het onderscheid tussen EPWP-lonen en ‘gewone’ lonen moet weg! Het is een onderdeel van verdeel-en-heers.

    De regering beweert dat programma’s als ‘Working on Fire’, waarin naar verluidt meer dan 5000 brandweerlieden werkzaam zijn, de armoede verlichten en de levensomstandigheden van de ‘begunstigden’ van het programma verbeteren. Er wordt over ‘begunstigden’ gesproken om te voorkomen dat wie in dit programma tewerkgesteld is, zou gezien worden als werknemer met bijhorende rechten.

    ‘Working on Fire’ ontvangt ongeveer 700 miljoen euro Rand overheidsgeld, waarvan het ministerie van Milieuzaken (DEA) beweert dat “54% … wordt besteed aan lonen en nog eens 24% aan indirecte personeelskosten zoals opleiding, persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) en vervoer.” De commissie Milieuzaken stelde op 26 februari 2019 echter vast dat slechts 36% van de middelen werd besteed aan de armsten, terwijl een groot deel van de middelen ging naar partnerbedrijven van Kishugu Holdings. Via een uitgebreid netwerk van dochterondernemingen profiteert die holding van de middelen voor ‘Working on Fire’. De commissie vermeldde niet waar de resterende 22% van niet-verantwoorde overheidsfinanciering naartoe gaat.

    In 2018 meldde de General Industries Workers Union of South Africa (GIWUSA), de vakbond waarmee WOF-werkenden georganiseerd zijn, dat leidinggevenden van het bedrijf salarissen van meer dan R1,5 miljoen per jaar verdienden en ook aandelen in het bedrijf bezaten. Tegelijkertijd verdienden de brandweerlieden slechts R23.000 per jaar voor een 12-urige werkdag, zonder loon voor overwerk als de noodsituatie zich tot ‘s nachts uitstrekte.

    Uit deze cijfers blijkt duidelijk dat de echte begunstigden van het uitbestede programma voor openbare werken de bazen van private bedrijven als Kishugu zijn. Deze ‘tenderpreneurs’ vullen hun zakken met overheidsgeld terwijl ze bij hun vrienden in de regering lobbyen om de legale extreme uitbuiting van arbeiders voort te zetten. Dit is een kernelement van het neoliberalisme: privatisering van openbare diensten in het niet aflatende streven naar winst.

    Toen deze brandweerlieden in 2016 werden ingezet om in Canada te helpen bij natuurbranden, kreeg het bedrijf 1900 Rand per brandweerman per dag betaald. De brandweerlieden zelf kregen daar slechts 220 Rand per dag van, terwijl het toch om risicovol werk in het buitenland ging. Toen de brandweerlieden van ‘Working on Fire’ zich aansloten bij GIWUSA en in 2018 staakten tegen hun arbeidsomstandigheden en leefbare lonen eisten, botsten ze meteen op sancties door het management en een antivakbondscampagne via spraakberichten op WhatsApp.

    De campagne voor betere arbeidsvoorwaarden en leefbare lonen moet nieuw leven ingeblazen worden in samenwerking met zorgpersoneel en al wie in de EPWP-programma’s werkt. Het overheidscontract voor brandbestrijding wordt momenteel herzien. Dit is een uitstekend moment om de eis van insourcing en een leefbaar loon van 12.500 Rand te verdedigen met massamobilisaties en acties op de werkplek.

    Openbare infrastructuur en middelen afgebouwd

    De omvang van de schade voor de universiteit UCT is op dit moment onduidelijk. Het vrijwel zekere verlies van onvervangbare archieven in de UCT-bibliotheek, waarschijnlijk met inbegrip van de unieke collecties Afrikaanse en Zuid-Afrikaanse studies, is een harde klap. Ook politiek materiaal uit de anti-apartheidsstrijd was in deze bibliotheek ondergebracht. Dit zijn allemaal bronnen die ons helpen de geschiedenis, verschillende culturen en de samenleving als geheel te analyseren, te begrijpen en ervan te leren. Als marxisten betreuren we deze vernietiging van historische schatten.

    Dit onderstreept ook de noodzaak om met spoed te investeren in de langetermijnbewaring van dergelijke bronnen. Massale digitalisering, bijvoorbeeld, zou als bijkomend voordeel kunnen hebben dat deze bronnen toegankelijk worden voor een breder publiek dat gewoonlijk van universiteiten wordt uitgesloten. De langdurige onderfinanciering van universiteiten, als gevolg van het bredere neoliberale beleid van de ANC-regering om publieke diensten en sectoren te weinig te financieren, is een factor die dergelijke kritische interventies heeft vertraagd.

    Slechts één dag voor de brand in Kaapstad was het Charlotte Maxeke Academic Hospital in Johannesburg gedwongen meer dan 700 patiënten te evacueren als gevolg van een brand. De omstandigheden rond de brand worden nog steeds betwist, maar de tijdelijke sluiting van een cruciaal ziekenhuis tijdens een crisis in de openbare gezondheidszorg en een wereldwijde pandemie zal ook verwoestend blijken te zijn.

    Tenzij we ons als arbeidersklasse voorbereiden en voldoende financiering van onze onderwijsinstellingen eisen, zullen de kosten van de wederopbouw van de verloren gegane en beschadigde infrastructuur op ons worden afgewenteld via hogere inschrijvingsgelden, belastingen op de arbeidersklasse en verdere financiële uitsluitingen.

    De wortel van de crises

    Zoals de Covid19-pandemie aan het licht heeft gebracht, hebben besparingen ons in een situatie gebracht die vatbaar is voor extreme crises. We beschikken over de wetenschap, de middelen en de menselijke capaciteit die nodig zijn om deze crises te verzachten, zo niet te voorkomen.

    De gevolgen van de klimaatverandering, de aanhoudende pandemie, de economische gevolgen, het sociaal bloedbad zijn allemaal lasten waar de arbeidersklasse onevenredig zwaar onder te lijden heeft, en die rechtstreeks geworteld zijn in de werking van het kapitalistische systeem. Terwijl de bazen over de hele wereld meerdere huizen – en zelfs bunkers – hebben om aan de gevolgen van dit systeem te ontsnappen, beschikt de arbeidersklasse niet over dergelijke luxe. Meer dan ooit moeten we ons verenigen als arbeiders, studenten, jongeren en gemeenschappen om de crises aan te pakken waarmee de mensheid wordt geconfronteerd. De enige manier om dit te doen is op basis van een socialistisch programma dat strijdt voor de volledige transformatie van de maatschappij, die democratisch gepland moet worden op basis van de behoeften van mensen in evenwicht met onze natuurlijke omgeving.

    We moeten heel duidelijk zijn: de arbeidersklasse mag niet slechts de as erven van een wereld die verwoest is door kapitalistische hebzucht; we moeten als klasse strijden om de bestaande rijkdom in al zijn vormen in beslag te nemen om deze te gebruiken voor het welzijn van alle mensen en onze planeet.

  • Zuid-Afrika. Ongelijkheid en geweld verdwijnen niet met zwarter kapitalisme, maar met socialisme

    Foto vanop Wikimedia

    De extreemrechtse studentenclub NSV kwam op 22 maart in Gent op straat voor de blanke boeren in Zuid-Afrika. De kwestie van moorden op blanke boeren – een 70-tal vorig jaar op een totaal van 18.000 doden als gevolg van geweld in Zuid-Afrika – wordt ook door N-VA opgepikt. Peter Luykx hield er een lezing over in het parlement. Wat is er echt aan de hand in Zuid-Afrika?

    door Tina vanuit Zuid-Afrika

    Extreme ongelijkheid

    Onder het Brits koloniaal bestuur over Zuid-Afrika werd 87% van de grond aan blanken toegewezen. Na de onafhankelijkheid kwam er een apartheidsregime waarbij de blanke ‘Afrikaners’ het bewind overnamen en hun racistisch systeem vestigden. Enkel blanken behoorden tot de kapitalistische klasse en de blanke minderheid (goed voor 9% van de bevolking) controleerde tot aan de val van het apartheidssysteem in 1994 87% van de grond.

    De verwachtingen van de meerderheid van de bevolking waren in 1994 hooggespannen. Maar het Afrikaans Nationaal Congres (ANC) weigerde te breken met het kapitalisme. Er kwam enkel een kleine zwarte aanwezigheid in de kapitalistische klasse en onder de middenklasse. Maar de ongelijkheid bleef. Meer nog: volgens de Gini-coëfficiënt (die zegt hoeveel huishoudens afwijken van het gemiddelde inkomen) is Zuid-Afrika het meest ongelijke land ter wereld. Vandaag zit 27% zonder werk, onder jongeren loopt dit op tot meer dan 50%. Er zijn ongeveer 200.000 daklozen en 15 miljoen mensen leven onder de armoedegrens. De drie rijkste Zuid-Afrikanen bezitten evenveel als de 50% armsten. Op de lijst van de 20 rijkste Zuid-Afrikanen staan er amper zwarten, de nieuwe president Cyril Ramaphosa staat met een persoonlijk vermogen van 500 miljoen euro op de 14de plaats.

    De blanken bezitten wellicht geen 87% van het land meer. Van de 70% in private handen zit het overgrote deel wel in blanke handen. Het gaat om de meest vruchtbare grond met de beste landbouwmachines en de meeste kennis van zaken. Zowat 30.000 blanke grootgrondbezitters beheren elk gemiddeld 1500 hectare landbouwgrond.

    Epidemie van geweld

    Tegen de achtergrond van extreme ongelijkheid is er een epidemie van agressie, verslavingen en criminaliteit. Met jaarlijks tot 18.000 moorden vallen veel slachtoffers van geweld. De hoop op verandering is niet waargemaakt door het ANC. De populistische Economic Freedom Fighters (EFF) van voormalig corrupt ANC’er Julius Malema spelen in op het vacuüm. De EFF eisen gedeeltelijke nationalisaties van de mijnbouw en de bankensector, maar gaan niet voor een breuk met het kapitalisme. De privatisering van elektriciteit maakt dat velen er slechter aan toe zijn dan onder de apartheid. De dreigende privatisering van water (onder het mom dat dit een antwoord zou zijn voor de droogte in Kaapstad) zal dit nog versterken.

    De ongelijke verdeling van rijkdom en grond leidt tot terechte woede. De eis van de EFF om boeren te onteigenen zonder compensatie vindt brede steun. Het gebrek aan programma van radicale maatschappijverandering wordt verborgen achter een nationalistische benadering waarbij blanken vereenzelvigd worden met de kleine kapitalistische klasse. Het ANC besliste in december 2017 om onteigening zonder compensatie mogelijk te maken, maar wil nu eerst een breed debat organiseren vooraleer concrete maatregelen worden genomen. Mogelijk blijft alles bij het oude, hoogstens worden enkele grootgrondbezitters vervangen door andere met een andere huidskleur.

    Wij verzetten ons tegen het geweld – ook tegen de blanke boeren in de zogenaamde ‘plaasmoorde’ – en verdedigen een programma dat ingaat tegen de enorme ongelijkheid die tot geweld leidt. De ellende van de grotendeels zwarte arbeidersklasse in Zuid-Afrika zal enkel stoppen als de greep van de kapitalisten op de economie wordt gebroken. Dit geldt ook voor de grootgrondbezitters, die kleine elite die 95% van de Zuid-Afrikaanse landbouwgrond gebruikt om torenhoge winsten te genereren op de kap van de gemeenschap.

  • Ongelijkheid leidt tot geweld in Zuid-Afrika. Extreemrechts heeft enkel oog voor blanke slachtoffers

    Enorme armoede in townships. Ongelijkheid
    leidt tot meer geweld in Zuid-Afrika.
    Extreemrechts klaagt enkel het geweld tegen
    blanke boeren aan en heeft al helemaal geen antwoord
    op de onderliggende ongelijkheid.

    Donderdag 22 maart organiseert de extreemrechtse studentenvereniging NSV opnieuw haar jaarlijkse haatmars. Deze keer is Gent aan de beurt en werden de plaasmoorden als thema gekozen. Het thema is op zich niet belangrijk: het feit dat extreemrechts een haatmars wil houden, moet beantwoord worden. Maar ook de themakeuze is opmerkelijk. De NSV hoopt dat een verhoogde aandacht voor Zuid-Afrika binnen de alt-right beweging zijn doodbloedende betoging kan redden. Bovendien is het een thema waarop al jaren wordt ingezet door de neofascistische vrienden van Voorpost. Een relatief klein aantal moorden op blanke boeren wordt aangegrepen om het pro-apartheidsverleden nog eens van onder het stof te halen. Het is niet toevallig dat de NSV in 2014 zijn mars in Antwerpen afsloot door ‘Ons Vir Jou, Suid-Afrika’ aan te heffen.

    Door Kenzo (Gent)

    Plaasmoorden zijn moorden op blanke boeren in Zuid-Afrika. Het is een triest gegeven dat er plaasmoorden plaatsgrijpen. De NSV geeft echter geen reële verklaring voor die moorden en negeert achterliggende problemen die niet in hun politieke agenda passen. De boeren in kwestie zijn voormalig kolonisten van Zuid-Afrika. Hoewel ze maar 8 tot 9% van de bevolking uitmaken, bezitten ze 83% van de grond. De 70 plaasmoorden per jaar zijn een kleine fractie van de 18.000 moorden die het land jaarlijks telt. Bovendien vinden ze plaats in een context van gigantische ongelijkheid. Zuid-Afrika is één van de meest ongelijke landen ter wereld, ongeveer de helft van de bevolking moet rondkomen met minder dan 2 dollar per dag. De kloof tussen arm en rijk valt daarenboven nog steeds grotendeels samen met een raciale verdeling. Slechts 7% van de witte bevolking is werkloos, terwijl dat bij de zwarte bevolking 40% is. Heel wat mensen werken niet met een officiëel arbeidscontract, maar proberen te overleven als straatverkoper of zelfs waterflesvuller. Deze context is voor NSV niet belangrijk, noch de 17.930 andere moorden die ieder jaar gebeuren. Zij zijn enkel geïnteresseerd in het gebruiken van die 70 plaasmoorden om een racistische agenda naar voor te schuiven met termen als ‘anti-blank racisme’. De apartheid is 25 jaar geleden officieel verdwenen, maar in de praktijk is de ongelijkheid gebleven.

    De gigantische ongelijkheid in Zuid-Afrika is gebleven en versterkt door het neoliberale beleid van het Afrikaans Nationaal Congres (ANC) en haar partners van de ‘Communistische’ Partij (SACP) en vakbondsfederatie COSATU sinds het einde van de Apartheid voert. Deze drie organisaties waren de voornaamste strijdorganen in het gevecht tegen de Apartheid. Kort voor het einde van de Apartheid werden veel ANC-leden zoals Mandela uitgenodigd in de VS en in Europa. Daar werden de leden van het ANC overtuigd om hun sociaal programma te laten vallen voor een neoliberaal programma. Na het einde van de apartheid in 1991, in dezelfde periode van de val van de Sovjet-Unie, werd Mandela in 1994 verkozen tot de eerste zwarte president van Zuid-Afrika.

    Maar er veranderde bijna niets aan de sociale en economische situatie van de zwarte bevolking. De regeringen privatiseerden de nutsvoorzieningen, flexibiliseerden de arbeid en bouwden quasi geen sociale zekerheid uit. Miljoenen mensen wonen in townships in golfplaten huisjes, waar ze continue te maken krijgen met de dreiging onteigend te worden en enkel toegang hebben tot stromend water via prepaid kaarten. Typisch aan de neoliberale aanpak van ongelijkheid is het zetten van quota. Zo kwam de regering met Black Economic Empowerment op de proppen. Raden van bestuur in privé en overheid moeten een verplicht aantal zwarten hebben en men tracht uit de topfuncties zoveel mogelijk blanken te verwijderen. Maar de nieuw gevormde zwarte burgerij gebruikt nog steeds hetzelfde economische systeem als de witte burgerij voorheen: het kapitalisme. Er is bijna geen enkele maatregel om de toestand van de zwarte bevolking te verbeteren. De heersende klasse in Zuid-Afrika bestaat uit miljonairs en corrupte politici die niet de belangen van de Afrikaanse arbeidersklasse maar hun eigen winstbelangen verdedigen. Dit werd overduidelijk toen in Marikana mijnwerkers van de Lonmin (een Britse multinational) platinummijn staakten en de politie, onder orders van Lonmin-aandeelhouder en ANC-minister Ramaphosa, het vuur opende. 34 stakers verloren toen het leven. Verdient men het om te sterven omdat je als mijnwerker een hoger loon eist? Dit terwijl de winsten van de kapitalisten en regeringsleiders steeds groter worden. Hier zwijgt de NSV uiteraard over, extreemrechts is immers enkel geïnteresseerd in de blanke slachtoffers van geweld. Het toont ook aan welke kant de regering in Zuid-Afrika staat: niet die van de blanken of de zwarten, maar van die van de belangen van de grote bedrijven en hun winsten.

    Extreemrechts heeft geen oplossing voor de problemen in de Zuid-Afrikaanse staat. Liefst zou het terugkeren naar de apartheid met privileges die enkel voor de blanken gelden. Dat wordt al aangetoond door in een situatie van duizenden doden door geweld het protest te beperken tot “slegs vir blankes.”

    Er stelt zich een probleem van ongelijkheid, ook inzake de enorme grondrijkdom van Zuid-Afrika. Die rijkdom moet onder controle van de werkenden komen in plaats van de kapitalisten, grootgrondbezitters en hun corrupte politieke marionetten. Enkel dan kan er begonnen worden met het investeren in publieke projecten, zoals de watervoorzieningen in Kaapstad (deze stad dreigt zonder water te vallen door het neoliberale wanbeleid), de bouw van sociale woningen en sociale zekerheden. De enige manier om de enorme criminaliteit- en moordcijfers in Zuid-Afrika te doen dalen, is door de ongelijkheid in het land aan te pakken. Om dit te verwezenlijken heeft de arbeidersklasse nood aan eigen strijdorganisaties. Hierbij steunen we met onze zusterpartij, de Workers’ and Socialist Party, de broodnodige oproep van de nieuwe vakbondsfederatie SAFTU voor het oprichten van een nieuwe massale arbeiderspartij. De situatie in Zuid-Afrika zal alleen maar slechter en slechter worden als de arbeidersklasse niet opstaat tegen zijn onderdrukkers: de burgerij en de westerse kapitalisten!

    In onze strijd voor maatschappijverandering vormen haat en verdeeldheid een obstakel. Het ondermijnt de noodzakelijke eenheid van alle onderdrukten. Vandaar ook ons actief verzet tegen extreemrechts met onder meer een betoging tegen de haatmars van NSV op 22 maart. Met onze mars tegen racisme nemen we het op voor alle slachtoffers van kapitalisme en imperialisme. We komen op voor de miljoenen mensen die van honger sterven in een wereld waar vijf keer meer voedsel wordt geproduceerd dan nodig om iedereen te voeden. We komen op voor de burgerslachtoffers die in Afrin vallen als gevolg van de Turkse invasie in Noord-Syrië. We komen op voor de mensen die als slaaf in Libië leven nadat de EU lokale milities financierde om migranten tegen te houden. We komen op voor alle slachtoffers van het enorm ongelijke kapitalisme, niet slechts voor slachtoffers met een bepaalde huidskleur en economische machtspositie. Extreemrechts is hypocriet en wil vooral apartheid en racisme stimuleren. Tegenover die verdeeldheid plaatsen wij internationale solidariteit met werkenden, jongeren en onderdrukten.

  • Na Zuma is Ramaphosa van het ANC een veilige keuze voor het kapitalisme

    Cyril Ramaphosa, foto Erfan Kouchari/CC

    Twee maanden na zijn verkiezing als voorzitter van het ANC (Afrikaans Nationaal Congres) op het partijcongres van december 2017 maakt Cyril Ramaphosa nu ook zijn ambitie waar om president te worden.

    Analyse door Weizmann Hamilton, Workers and Socialist Party (WASP), Zuid Afrika

    Zijn overwinning in de voorzittersverkiezingen van het ANC was helemaal niet duidelijk. Hierdoor leek het weinig waarschijnlijk dat hij zo snel na het partijcongres Jacob Zuma tot ontslag zou dwingen. Het presidentschap van Ramaphosa is gebaseerd op een 50-50 splitsing doorheen de topstructuren van het ANC.

    Nog verrassender voor Ramaphosa was dat zijn promotie tot president het resultaat was van het verraad van Mpumalanga Premier David Mabuza, het machtigste lid van de Zuma-gezinde zogenaamde ‘Premier League.’ Deze alliantie van corruptie leiders had de provinciale congresverkiezingen gemanipuleerd waardoor de geloofwaardigheid van het nationaal congres ondermijnd was en eerder een parade van corrupte afgevaardigden werd.

    Door zijn afgevaardigden in naam van de ‘eenheid’ te vragen om hun stem niet te geven aan de door Zuma aangestelde opvolger, zijn ex-vrouw Nkosazana Dlamini-Zuma, maakte Ramaphosa duidelijk dat hij kanshebber is voor de titel van de meest corrupte van de drie. Tegen de avond van 14 februari werd duidelijk dat de krachtsverhoudingen in het ANC na de overwinning van Ramaphosa op het partijcongres voldoende gewijzigd waren om Zuma finaal aan de kant te schuiven.

    Vernedering

    Het is de tweede keer op tien jaar tijd dat het ANC zijn voorzitter vernedert door hem zijn termijn niet te laten uitzitten. Het drama van het afzetten van Zuma is rijk aan ironie. Hij werd slachtoffer van hetzelfde proces waarmee hij ervoor zorgde dat Thabo Mbeki zijn termijn negen jaar geleden niet kon afmaken. Ook Mbeki werd afgezet.

    Zuma en zijn omgeving waren zo gediscrediteerd dat zijn afzetting gesteund werd door zo goed als elke laag in de samenleving, waaronder de grote bedrijven. De tsunami van de publieke opinie was overweldigend voor het ANC. Hierdoor lieten voormalige bondgenoten van Zuma hem vallen zoals ratten die een zinkend schip verlaten.

    Het regime van Zuma werd gekenmerkt door schandalen en kleptocratie. De regering werd een crimineel bedrijf gericht op de verrijking van zijn familie en zijn naaste medestanders. Er wordt geschat dat hierdoor 100 miljard Rand (7 miljard euro) aan publieke middelen is verloren gegaan. Onder Zuma kwam de economie in ademnood. 55% van de bevolking leeft in armoede, negen miljoen mensen zijn werkloos en 15 miljoen mensen gaan elke nacht met honger slapen. De economie kende twee recessies.

    Splitsingen

    Onder Zuma kende het ANC twee afsplitsingen: het Volkscongres in 2008 en de Economische Vrijheidsstrijders in 2012. De Tripartite Alliantie van ANC, Communistische Partij en de vakbondsfederatie COSATU is alle geloofwaardigheid verloren.

    COSATU heeft de 340.000 leden tellende metaalvakbond Nationale Union of Metal Workers uitgesloten toen die vakbond in 2013 besliste om het ANC niet te steunen in de verkiezingen van 2014.

    Het politieke bankroet van COSATU en de Communistische Partij wordt helemaal duidelijk door het feit dat ze er alles aan gedaan hebben om campagne te voeren voor de miljardair Ramaphosa, een van de rijkste mannen in het land en de ‘slachter’ van de mijnwerkers van Marikana.

    Het is begrijpelijke dat de overwinning van Ramaphosa door veel mensen werd verwelkomd, ook door werkenden. Ze hopen dat hij woord zal houden en zal ingaan tegen corruptie, de economie terug op gang zal brengen, jobs zal creëren, armoede bestrijden en de levensstandaard zal optrekken.

    Sinds de verkiezing van Ramaphosa als ANC-voorzitter hebben politie-eenheden een actievere campagne tegen corruptie gevoerd. Er werden een aantal mensen opgepakt. Het volledige management van het elektriciteitsbedrijf Eskom werd vervangen. De openbare aanklagers staan onder druk om de corruptieklachten tegen Zuma te heropenen. Dit alles geeft de indruk dat het Ramaphosa menens is. Hij kan hierdoor rekenen op de hoop van alle delen van de samenleving.

    Daarin zit meteen een tegenstrijdigheid vervat. De verwachtingen van de kapitalistische klasse en die van de werkende klasse kunnen niet met elkaar verenigd worden.

    Miljardair

    Ramaphosa is de kandidaat van de grote bedrijven. Zijn volledige loopbaan bestond uit voorbereiding op de rol die de kapitalistische heersende klasse voor hem beoogde en hij heeft zich enthousiast ter beschikking gesteld.

    Hij heeft al in de jaren 1980, na de nederlaag van de mijnwerkersstaking in 1987 toen hij voorzitter van de vakbond van mijnwerkers was, nauwe banden aangegaan met de grote bedrijven. Dat gebeurde in de Urban Foundation, opgezet om de basis te leggen voor de ontwikkeling van een zwarte kapitalistische klasse toen de strategen van het kapitaal steeds meer gealarmeerd waren door het socialistisch bewustzijn dat zeker in COSATU een opgang kende.

    Ramaphosa was verbitterd omdat hij over het hoofd werd gezien toen Mandela in de eerste regering na het einde van de apartheid een vicepresident aanstelde. Hij verliet de politiek en werd een zakenman die miljardair werd.

    Hij komt nu aan de macht op een ogenblik dat alle financiële instanties harde besparingen eisen om een verdere neerwaartse herziening van de kredietwaardigheid van het land te vermijden. Gezien de staat van de wereldeconomie en het gebrek aan vraag in de nationale economie als gevolg van de enorme armoede, ziet het er niet naar uit dat de kapitalisten in eigen land zullen investeren en is er evenmin een uitweg op de wereldmarkt.

    De hoop in Ramaphosa zal dan ook niet lang standhouden. Het is hierdoor niet uitgesloten dat Ramaphosa vervroegde verkiezingen zal uitroepen.

    Het ontstaan van een nieuwe vakbondsfederatie, South African Federation of Trade Unions (Saftu), in 2017 was een belangrijke eerste stap om met de arbeidersklasse opnieuw een eigen politieke en klassenonafhankelijkheid te vestigen. Het debat in de vakbonden over het vestigen van een eigen arbeiderspartij moet nu dringend gevoerd worden en leiden tot een nieuwe partij. De leiding van Saftu kan aan het uitstel van deze kwestie een einde maken. Het kan een datum prikken voor de lancering van een nieuwe massale arbeiderspartij op een socialistisch programma waarmee de strijd in de wijken, onder jongeren en op de werkvloer kan verenigd worden.

  • Wanbeheer leidt tot watercrisis in Kaapstad

    Kaapstad wordt geconfronteerd met haar droogste periode in bijna 100 jaar. De regenval was twee jaar op rij het minst in 100 jaar. De dammen die 98% van het drinkbaar water in Kaapstad voorzien, zijn momenteel slechts voor 26% gevuld. De grootste, Theewaterskloof Dam, staat op slechts 13%. Wanneer een dam voor minder dan 10% gevuld is, wordt het moeilijk om er nog water uit te halen. Dat is voor Kaapstad vandaag de realiteit.

    Door Rose Lichtenstein, Workers and Socialist Party Kaapstad

    De stad Kaapstad zegt dat ‘Day Zero’ eraan zit te komen, en dat individueel waterverbruik minderen de enige manier is om het te vermijden. ‘Day Zero’ is de dag waarop er geen water meer uit de kranten zal komen omdat er geen water meer is in de dammen. Vier miljoen Kapenaars zullen een dagelijkse bedeling van 25 liter moeten afhalen bij minder dan 200 ophaalpunten. Scholen, ziekenhuizen en de binnenstad zullen wel nog water krijgen.

    Wat niet in het nieuws komt, is het feit dat Kaapstad vorig jaar 106 miljoen liter water per dag verloor als gevolg van infrastructuurproblemen. Dat is 20 miljoen liter per dag méér dan in 2015 en 2016. Het komt neer op 19,3% van de huidige vraag van ongeveer 550 miljoen liter per dag. Als we daarbij het waterverbruik tellen voor landbouw, zien we dat er slechts 63 liter water per persoon per dag gaat naar residentieel gebruik.

    Hoewel de inwoners dus aanzienlijk op water besparen, blijft de regering angst zaaien met verwijzingen naar ‘Day Zero’ en beschuldigt ze de mensen er onterecht van niet genoeg hun best te doen. Chantage wordt gebruikt om waterbeheer-apparaten – die het waterverbruik van een gezin beperken tot 200 liter water per dag – te installeren, met valse beloften om lekken te repareren en torenhoge waterrekeningen te vereffenen. Wanneer de lekken niet gemaakt worden, is die 200 liter binnen een paar uren bereikt, waardoor het water automatisch afgesloten wordt. Het gezin heeft dan geen water meer tot 4 uur ‘s ochtends de volgende dag. Merk op dat deze beperking is berekend op de duidelijk verkeerde veronderstelling van de stad dat een “gemiddeld” gezin bestaat uit vier individuen – een zoveelste bewijs voor het feit dat de stad veraf staat van de mensen die zij zogezegd dient.

    Al in de jaren ’90 waarschuwden wetenschappers Kaapstad dat een afname van regen en een toename van de populatie zou leiden tot een tekort aan water. De oorzaak van deze crisis is dan ook een gebrek aan planning voor alternatieve voorzieningen en opslagmogelijkheden, in combinatie met het verwaarlozen van de bestaande gemeentelijke infrastructuur voor het watertoevoersysteem. Dit wijst erop dat alle bestuurslagen tekortschieten. Momenteel zijn zowel de stad als de provincie en de nationale overheid zodanig bezig met politieke spelletjes dat ze geen tijd hebben voor een zinvol, openbaar debat om tot rationele, betaalbare en duurzame oplossingen te komen.

    Lucratieve ramp

    Het enige wat de kibbelende gevestigde politici verbindt, is een wenkende lucratieve publiek-private samenwerking rond ontzilting. Vergis u niet: het ‘publiek’ onderdeel in deze samenwerking moet enkel zorgen voor meer winst voor de private sector. Dat gebeurt door middelen in te zetten die aan de mensen toebehoren. De stad Kaapstad schat dat het plaatsen van een grootschalige fabriek 14,9 miljard Rand zal kosten en nog eens 1,2 miljard Rand per jaar voor het beheer ervan. De regering wil de crisis gebruiken om de aanbesteding er snel door te krijgen, terwijl dit generaties lang een impact zal hebben. De enige vraag voor de politici lijkt te zijn wie de lucratieve aanbesteding mag toekennen…

    Ongeacht de milieu-impact, de massieve energiebehoefte en de onbetaalbaarheid van het winnen van vers water uit de zee, duurt het twee tot drie jaar om zulke fabrieken te bouwen, wat zorgt voor een verschrikkelijke overlast in tijden van droogte. We kijken beter naar zaken die nu onmiddellijk kunnen gebeuren: weg met water verspillende buitenlandse vegetatie rond de toevoerdammen en hun stroomgebieden, het repareren van alle lekken op zowel openbare als particuliere grond, het moderniseren en onderhouden van de infrastructuur, grondwater duurzaam extraheren door middel van kunstmatige aanvulling, het recycleren van afvalwater en het benutten van het water van de Camissa-bronnen dat momenteel onder het stadscentrum door de riolering in de oceaan stroomt. Deze zaken hebben het potentieel om niet alleen de watervoorziening op enkele weken tijd te vergroten, maar zorgen ook voor jobs en opleidingsmogelijkheden voor de bewoners.

    Kom in verzet

    WASP bracht meer dan 70 organisaties van verschillende achtergrond bijeen in de Water Crisis Coalition (WCC). De WCC verwerpt de privatisering van ons water en de angstcampagne rond ‘Day Zero’ en onderzoekt duurzame en rationele opties voor waterbeheer. In minder dan een maand tijd is de WCC gegroeid tot een coalitie met verschillende wijkcomités. De coalitie zette AB Inbev (het vroegere SABmiller) succesvol onder druk om de bron waarop zij zogezegd ‘erfgoedrechten’ heeft 24/7 te openen voor het publiek, ze gemakkelijker toegankelijk te maken en ‘s nachts betaalde beveiliging te voorzien. Momenteel dringt de WCC aan op het uitdelen van het bronwater aan wijken die er geen toegang toe hebben.

    Op 28 januari organiseerde de WCC een protest tegen het wanbeheer van het water door alle bestuurslagen. Honderden bezorgde burgers uitten er hun frustraties, hun strijd eigen aan bepaalde gemeenschappen, en overhandigden het memorandum van de WCC aan de minister van water en sanitaire voorzieningen. De eerste minister van de Westkaap en de burgemeester van Kaapstad negeerden de uitnodiging van de coalitie.

    De inspanningen om alle bestuurslagen te ontmoeten bleken tijdverspilling. De kabinetsmedewerkers van het nationaal departement voor water en sanitaire voorzieningen gaven aan dat er eensgezindheid moet zijn tussen de stad en de provincie die door de DA (Democratic Alliance) geleid worden en de nationale overheid die door het ANC (African National Congress)  geleid wordt alvorens een openbaar consultatieproces kan plaatsvinden. Terwijl de regering en de lokale overheden in achterkamers de schuld op elkaar afschuiven en onderhandelen over hun deel van de ontziltings-“taart”, wordt duidelijk dat de energie van de WCC beter gebruikt wordt om comités op te zetten in wijken, scholen en op de werkplaats, en zo te bouwen aan een echte massabeweging tegen de privatiseringsdrang.

    Waar wij voor staan:

    • Gratis, voldoende en toegankelijk water voor iedereen: stop afsluitingen, metingen, boetes en waterbeheer-apparaten!
    • Een rationeel waterplan, beheerd door democratisch verkozen comités uit de getroffen wijken
    • Het verantwoordelijk gebruik, hergebruik en herstel van onze waterinfrastructuur om de gezondheid ervan te verzekeren voor de komende generaties
    • NEEN AAN PRIVATISERING – stop met de arbeidersklasse en armen te beroven van hun water. Weg met de aanbestedingsondernemers!
    • REPAREER DE LEKKEN – investeer in onderhoud en infrastructuur met overheidsinitiatieven die waterverspilling voorkomen en zorgen voor duurzame, goedbetaalde jobs
    • STOP HET PLUNDEREN: Private bottelarijen en brouwerijen moeten betalen om ons water te betalen! Een luxetaks voor onnodige waterverspillers als golfbanen en wijnexporteurs
    • Bescherm klokkenluiders! Personeelsvertegenwoordigers moeten erop toekijken dat de industrie zich houdt aan de waterbeperkende maatregelen. Geen loon- of jobverlies als gevolg van stiptheidsacties.
    • NEEN AAN PANIEKZAAIERIJ – democratische controle op rampenbestrijding. Wijkcomités verkiezen verantwoordelijke en permanent afzetbare vertegenwoordigers om de rampenbestrijdingen in hun wijk te controleren
    • Nationaliseren van commerciële boerderijen – die 95% van de landbouwgrond bezitten – en implementeren van duurzame waterpraktijken in de landbouw. Boerderijen moeten in harmonie zijn met de gemeenschap, niet in competitie met ons voor de middelen
  • Zuid-Afrika: ANC meer dan ooit verdeeld

    Cyril Ramaphosa. Foto: Wikicommons

    De 54ste nationale conferentie van de heersende Zuid-Afrikaanse partij ANC (van 16 tot 20 december) vormde de aanleiding voor een bikkelharde fractiestrijd tussen zittend president Jacob Zuma en partijbons Cyril Ramaphosa. Waar het congres de plooien had moeten gladstrijken, was het integendeel het toneel voor een gevecht in de rechtszaal waar verschillende facties de resultaten van regionale conferenties aanvochten.

    Door Koerian

    Uiteindelijk was het Ramaphosa die het pleit won. Na een Zuma-leglislatuur vol corruptie en schandalen en een electorale afstraffing bij lokale verkiezingen in 2016 wist zijn anticorruptiecampagne een kleine meerderheid van de afgevaardigden te bekoren. Hij zal komende weken onder stijgende druk komen te staan om Zuma af te zetten. Het beleid van Ramaphosa zal echter niet fundamenteel anders zijn. Beiden dienen de belangen van een agressieve kapitalistische klasse. Waar die toe in staat is, zagen we bij de slachting van 34 stakende mijnwerkers bij de Marikanasite in 2012, waartoe Ramaphosa (ironisch genoeg ex-voorzitter van de door het ANC gecontroleerde National Union of Mineworkers) mee de opdracht gaf.

    Oude wijn in oude zakken

    Het ANC heeft tijdens haar 23 jaar aan de macht steeds een neoliberaal beleid gevoerd. Doorheen verschillende programma’s werden nutsvoorzieningen als water en elektriciteit geprivatiseerd, werden massale uithuiszettingen georganiseerd in de townships, kregen bedrijven enorme cadeaus terwijl ze mensen tegen een hongerloon konden tewerkstellen etc. Dit beleid werd vergoelijkt door het Black Economic Empowerment programma, waarbij een deel van de aandeelhouders van bedrijven zwart moest zijn. Eerder dan een betere levensstandaard te creëren voor de meerderheid van de Zuid-Afrikanen, zorgde dit beleid ervoor dat een elite van ANC-mandatarissen aandelen en postjes in bedrijven kon verwerven. De strijd vandaag is er één tussen de twee machtigste groepen binnen het ANC om de geprivilegieerde toegang tot die vetpot. Aan de ene kant president Jacob Zuma en de Gupta’s, de rijkste familie van het land en aan de andere de Ramaphosa’s, zelf steenrijk na 23 jaar graaien.

    Terwijl corruptieschandalen en uitgesproken verrijking door ANC-politici elkaar in ijl tempo opvolgden, gleed Zuid-Afrika verder de armoede in. Vandaag is de gemiddelde Zuid-Afrikaan armer dan onder de Apartheid en is het land volgens GINI-maatstaven het meest ongelijke ter wereld. Bedrijven als Steinhoff en MTN miljarden vergaren grote winsten op de kap van extreem lage lonen, onzekere contracten en onveilige arbeidsomstandigheden in eigen land en de rest van Afrika. Ondertussen wonen miljoenen mensen in sloppenwijken zonder toegang tot stromend water.

    Groeiend verzet

    De laatste jaren groeide het verzet tegen de heersende elite snel, met de eerder vernoemde slachting in Marikana als keerpunt. De laatste jaren werden overwinningen geboekt door een beweging tegen een verhoging van inschrijvingsgeld aan universiteiten, door protesten tegen outsourcing en in stakingen voor loonsverhoging. De dominantie van het ANC over de Zuid-Afrikaanse maatschappij is tanende. Het drama van Marikana doorprikte definitief de radicale retoriek en het bevrijdingsaura van de partij in de ogen van de massa’s. De electorale alleenheerschappij van het ANC wordt gecontesteerd door de populisten van de Economic Freedomfighters en de liberalen van Agang. Op straat organiseren honderden verzetsbewegingen zich rond verschillende thema’s. Zuid-Afrika’s grootste vakbond, NUMSA, verbrak haar banden met het ANC, richtte haar eigen federatie op (South African Federation of Trade Unions) en zet (voorzichtige) stappen richting een eigen strijdpartij.

    Dat het ANC er niet in slaagt haar eenheid te bewaren is tekenend voor de politieke instabiliteit en de crisis van de Zuid Afrikaanse heersende klasse. De overwinning van deze of gene zijde van de kapitalistische klasse betekent echter geen stap voorwaarts voor de modale Zuid-Afrikaan. De arbeidersklasse moet er dringend haar eigen strijdinstrument uitbouwen om de verschillende bewegingen te verenigen en slagkracht te geven. Weizmann Hamilton, lid van onze zusterpartij Workers and Socialist Party zei in een reactie op de desastreuze conferentie:

    “De werkende klasse heeft elk recht de implosie van het ANC te vieren. Eén van de hoekstenen van de legitimering voor de voortzetting van onze slavernij na de apartheid kalft af. Dit is een crisis voor de heersende klasse, maar ook voor de arbeidersklasse […] De arbeidersklasse mag niet aan de zijlijn blijven terwijl deze crisis zich verder ontplooit. Voorbereidingen voor een massale arbeiderspartij op basis van een socialistisch programma zijn dringender dan ooit. Een socialistische arbeiderspartij moet worden gebouwd in massastrijd die arbeiders, gemeenschappen en studenten verenigt om Zuma af te zetten en de ANC-regering ten val te brengen. […] De South African Federation of Trade Unions moet dringend Numsa’s resolutie voor de lancering van een nieuwe arbeiderspartij in de praktijk omzetten. Zo’n partij zou vechten voor de creatie van een arbeidersregering die op haar beurt poogt een socialistische samenleving uit te bouwen. Dit door de banken, de mijnen, de commerciële boerderijen, grote fabrieken en bedrijven onder de democratische controle van arbeiders en gemeenschappen te plaatsen. Enkel zo kan de macht van alle fracties van de kapitalistische klasse worden gebroken. Op deze basis kunnen lonen worden verhoogd, kwaliteitsvolle woningen worden gebouwd, basisdiensten worden verleend, jobs worden gecreëerd en kan eindelijk een einde worden gemaakt aan armoede en ongelijkheid.”

  • Zuid-Afrika: de arbeidersbeweging terug opbouwen

    Een bijzonder interessante commissie op onze zomerschool was deze over Zuid-Afrika. Daar heeft de arbeidersbeweging een lange en strijdbare traditie. De afgelopen jaren voerde het ANC een neoliberaal beleid wat leidde tot de zoektocht naar alternatieven en tot grote strijdbewegingen. Onze Zuid-Afrikaanse afdeling, de Workers and Socialist Party (WASP), speelt daar een actieve rol in.

    Verslag door Tina (Brussel)

    Het leven in Zuid-Afrika is hard voor de arbeidersklasse: de officiële werkloosheidsgraad bedraagt 26%, in werkelijkheid is het wellicht eerder 35-40%. De armoede neemt toe. Er is desindustrialisering en in de mijnen zorgt de mechanisatie en automatisering voor jobverlies. De syndicalisatiegraad onder de werkenden bedraagt 26%.

    Het heropbouwen van de arbeidersbeweging gebeurt door deze te politiseren. De vakbond is de coördinator van de arbeidersbeweging in de brede zin: niet alleen op de werkvloer, maar ook mensen in de townships of de strijd van de studenten.

    De vakbondsbeweging ontstond in Zuid-Afrika in de politieke strijd van 1985 na een proces van ondergronds bouwen tijdens de Apartheid. Onder de apartheid gingen de beste posities en bijhorende lonen steeds naar de blanken. De laagste lonen waren voorde zwarten. De strijd voor hogere lonen en de strijd voor een ander regime, voor democratie, gingen hand in hand.

    Een belangrijke beperking van de vakbondsbeweging was de dominantie door communistische/stalinistische elementen. Die verdedigden het idee van een tweestadiatheorie: er zou eerst een periode van kapitalisme nodig zijn om de arbeidersbeweging op te bouwen waarna kan gevochten worden voor socialisme. In 1994 verdween de apartheid en kwam er formele democratie. Maar 23 jaar later gelooft niemand nog dat de vroegere communistische leiding nog naar het tweede stadium van socialisme streeft.

    De breuk tussen delen van de arbeidersbeweging en de zwarte regering van onder meer ANC ondersteund door de vakbondsfederatie COSATU en de Communistische Partij (SACP) kwam op verschillende manieren tot uiting. Zo was er het bloedbad in Marikana in 2012: een opstand van mijnwerkers voor hogere lonen en betere arbeidsvoorwaarden. Wij speelden een grote rol in deze beweging, de leiding van de vakbonden liet het afweten. De leden van de NUM (National Union of Miners) vormden de ruggengraat van COSATU en dus ook van het ANC. De strijd van mijnwerkers tegen jobverlies en lage lonen botste op harde repressie vanwege de regering, wellicht op bevel van ANC-politici. Er werden 34 mijnwerkers doodgeschoten. De kleine vakbond AMCU (Association of Mineworkers and Construction Union) nam de verdediging van de mijnwerkers op en kende een grote toevloed van leden. Alleen was AMCU verre van democratisch – op vijf jaar tijd is er nog geen enkel congres geweest – en waren er geen structuren. De vakbondsleiding van AMCU voerde al gauw een heksenjacht tegen de activisten.

    Eind 2013 beslisten de metaalarbeiders om geen campagne te voeren voor het ANC. De metaalarbeiders zaten met NUMSA (National Union of Metalworkers of South Africa) in COSATU en waren zo verbonden met het ANC. Het oude debat over de nood aan een eigen partij van de werkenden laaide opnieuw op. Er volgde een interne strijd tussen diegenen die in het ANC willen blijven (vooral voor de postjes en privileges) en de anderen. De leiding wilde niet het risico lopen dat de leden zouden vertrekken – zoals in 2012 met de uittocht van NUM naar AMCU – en besloot om officieel te pleiten voor een nieuwe partij. COSATU besloot in 2015 om NUMSA uit de confederatie te zetten. Er volgde een traag proces om een beweging onafhankelijk van het ANC op te zetten. Dat gebeurde uiteindelijk met een stichtingscongres in april 2017.

    Naast de vijf bestaande vakbondsfederaties ontstond de SAFTU (South African Federation of Trade Unions) met NUMSA en voormalig COSATU-voorzitter Vavi. SAFTU richt zich vooral op de 74% van de werkenden die vandaag geen lid zijn van een vakbond en wil strijdbare elementen uit andere bonden overwinnen. Met 700.000 leden is het na COSATU (1,5 miljoen leden) de tweede grootste vakbond. Naast NUMSA is er ook een bond van landarbeiders (130.000), een bond in de voedingssector (300 à 400.000 leden). SAFTU heeft het over een algemene staking van 24 uur. Wij hebben daar bedenkingen bij: de officiële aanleiding is beperkt en het lijkt erop dat de actie vooral dient om stoom af te laten. Toen NUMSA een vijfdaagse staking hield, bleef het teveel op de vlakte wat politieke eisen betreft.

    WASP was aanwezig op het oprichtingscongres van SAFTU. Die vakbond stelt dat ze geen politieke partij is, maar ook niet apolitiek. Wij kunnen die houding deels steunen: het zou fout zijn om de vakbond te verbinden met een kapitalistische partij als het ANC. Maar dat mag SAFTU niet tegenhouden om een rol te spelen in de opbouw van een nieuwe formatie, een nieuwe arbeiderspartij.

    Een belangrijke campagne de afgelopen jaren was #OutSourcingMustFall. Dat was in feite een campagne opgezet door WASP. Ondertussen gaat de campagne al twee jaar mee en wordt ze opgenomen door tal van werkenden. Er is in Zuid-Afrika zoals in andere landen een groot probleem van deregulering en uitbesteding. Zeker onder schoonmakers, veiligheidsagenten en groendiensten is dit het geval. Bij autobedrijven als BMW en Toyota worden arbeiders tewerkgesteld via interim. Drie tot vijf miljoen werkenden zitten in dergelijke omstandigheden. Het maakt delokalisatie gemakkelijker waarbij duizenden jobs verdwijnen.

    Een bijkomende complicerende factor is dat er op basis van het akkoord van 1994 over het einde van de apartheid van uitgegaan werd dat er ook een (kleine) ‘zwarte kapitalistische klasse’ zou ontstaan. Die klasse heeft geen controle op de economie, maar een deel van de aandeelhouders moet wel zwart zijn. Op de ‘zwarte kapitalistische klasse’ te stimuleren, wordt beroep gedaan op uitbesteding en privatiseringen (elektriciteit, transport, …). Het ANC gebruikt aanbestedingen om eigen pionnen economische macht te geven. Waar het ANC de gemeenteraadsverkiezingen verloor en anderen aan de macht kwamen, had dit massaal jobverlies tot gevolg: de andere gevestigde partijen willen hun eigen pionnen. Er is een zwarte kapitalistische klasse die snel aan rijkdom won, vooral via het ANC. Tegelijk blijft de kapitalistische klasse voornamelijk blank. Zuma en het ANC gebruiken dat om sociale woede om te zetten in protest tegen racisme.

    De #OutsourcingMustFall-campagne werd in 2015 gelanceerd aan de universiteiten. Het had een begeesterend effect op de arbeiders en de hele maatschappij (ook de mijnwerkers). De studenten waren bezig over hun inschrijvingsgelden en begonnen zo ook de outsourcing (uitbesteding van bepaalde jobs aan de universiteit) aan te klagen. Er was een opportuniteit voor de campagne om nog méér te eisen en zelfs de NUMSA-leiders konden ons niet negeren. Wij waren extreem moedig, begonnen de campagne door te flyeren met twee kameraden op 20 campussen van 4 universiteiten. Wij riepen op voor een openluchtmeeting en vroegen een minimumloon van R10.000 (€700) – de huidige lonen liggen rond R2.500, onze eis was dus een verviervoudiging van het minimumloon.

    Op de meeting was de samenstelling divers. Sommigen zaten nog in COSATU, sommigen hadden illusies in de Economic Freedom Fighters (populistisch links). Na de meeting werden er stakerscomités opgezet. Dit alles gebeurde buiten de officiële structuren. Begin 2016 volgde een illegale staking die bijzonder veel steun vond. Stakingen in Zuid-Afrika zijn in principe altijd van onbepaalde duur: je gaat pas terug aan het werk als er iets bekomen is. Na enkele dagen capituleerde de eerste universiteit: alle personeelsleden werden “geïnsourced” (terug opgenomen als personeel van de universiteit zelf) en het minimumloon van R10.000 zou geleidelijk ingevoerd worden. Na tien dagen volgde een tweede, rijkere, universiteit: ook hier werd al het personeel terug naar de universiteit zelf overgeheveld en werd het minimumloon opgetrokken. Na zes weken – en veel pogingen om de staking te breken, onder meer door studenten te organiseren met het ANC, bier voor de stakers te kopen en hen weg te halen van het piket, repressie met waterkanon en traangas, … – gaf de derde universiteit toe wat de outsourcing betrof. In andere universiteiten werd het personeel nadien “geïnsourced” via gerechtelijke weg.

    De campagne bereidde snel uit naar andere sectoren. Zo kwam het personeel van de distributiesector naar ons. In Bloemfontein en Kaapstad werd de campagne opgenomen door personeel dat voorheen voor de gemeente of het spoor werkte. In Johannesburg was er een betoging met 3.000 aanwezigen. WASP speelt daar overal een rol in. Dat geeft soms de visuele illusie dat WASP erg groot is, er zijn soms drie verschillende acties op dezelfde dag. Maar het is vooral een resultaat van het succes van de campagne. Sommige vakbondsleiders zeggen dat we ons moeten organiseren, met een campagne als #OutsourcingMustFall gebeurt het.

    Een groot aantal “uitbestede” arbeiders is op ons aangeven lid geworden van de kleine onafhankelijke vakbond GIWUSA (General Industries Workers Union of South Africa) die hierdoor groeide van 500 naar 4.000 leden. De satelliet-afdeling in Pretoria werd een echte afdeling geleid door activisten die de stakerscomités van #OutsourcingMustFall geleid hebben. We willen GIWUSA overtuigen om afdelingen op te zetten en om deel te worden van de federatie SAFTU.

    De campagne #OutsourcingMustFall toont de enorme zwakte van de huidige leiders. Terwijl het land erg rijk is aan grondstoffen, slagen organisaties als COSATU of het ANC er niet in om de bevolking een betere toekomst aan te bieden. Er is integendeel een scherpe toename van corruptie, waartegen al grote betogingen werden gehouden. De campagne komt ook actief op voor een loonsverhoging: 23 jaar democratie heeft geen oplossing geboden voor de erg lage lonen. Het volstaat niet om werkenden te organiseren, we moeten immers ook opboksen tegen de vakbondsbureaucratie. Zelfs in de SAFTU-federatie stelt dit probleem zich.

    Door #OutsourcingMustFall verder op te bouwen en eventueel via de positie van deze campagne binnen GIWASU kunnen we binnenkort mogelijk een grote rol spelen binnen SAFTU. De campagne #OutsourcingMustFall kan acties in de publieke sector winnen, interim is daar immers officieel niet toegelaten. We hebben al bekomen dat het interimbureau na drie maand interimwerk niet meer tussen het personeelslid en de werkgever staat maar dat er een direct contract komt. We willen interim echter volledig weg, zowel in de publieke als de private sector.

    Met dit soort campagne sluiten we aan bij een traditie van radicale strijd van onderuit. Na de val van het Oostblok brak de leiding in de vakbonden niet met het stalinisme, maar tegelijk was er een arbeidersklasse die zelf revolutionaire socialistische conclusies had getrokken. Zo wilde 85% van de bevolking in 1992 de nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie en 75% wilde werken onder de controle van revolutionaire comités. Delen van de leiding van onder meer NUMSA vrezen dat ze de controle over een nieuwe arbeiderspartij zouden verliezen, onder meer aan krachten zoals WASP. Dat houdt hen tegen om sneller stappen te zetten. Tegelijk blijft het potentieel groot. Wij bouwen nu vooral aan een sterker kader om de enorme mogelijkheden verder in grote strijdbewegingen om te zetten en van daaruit zelf te groeien. Op die manier kunnen we de strijd voor een socialistisch alternatief in Zuid-Afrika versterken, maar ook in de rest van de regio.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop