Your cart is currently empty!
Tag: Zuid-Afrika
-
Zuid-Afrikaanse metaalvakbond breekt historische band met ANC
In wat de geschiedenis zal ingaan als het belangrijkste Zuid-Afrikaanse vakbondscongres sinds de oprichting van Cosatu in 1985, besloten afgevaardigden van het congres van de metaalvakbond NUMSA (National Union of Metalworkers of South Africa) om de historische banden met het ANC door te knippen. De financiële en logistieke steun wordt opgezegd door de grootste en politiek meest invloedrijke vakbond binnen Cosatu.
Dit kan verregaande gevolgen hebben voor het ANC. In de verkiezingen van 2014 dreigt het ANC niet alleen de steun te verliezen van de 340.000 leden van NUMSA maar ook van andere leden van Cosatu waar de NUMSA een grote autoriteit kent. Dit kan het ANC enorm verzwakken bij de verkiezingen. Voor het ANC is een score van minder dan 50% een nachtmerriescenario, maar nu wordt dit ook door de eigen verkiezingsstrategen niet uitgesloten.
De naschokken van Marikana hebben de politieke fundamenten van de post-apartheidsperiode in Zuid-Afrika dooreen geschud. Geleidelijk aan leidt dit tot nieuwe uitdrukkingen op politiek vlak. De politieke commentator Allister Spark sprak van Zuid-Afrika als een veranderd land. De tralies van de politieke gevangenis waar de werkende bevolking de afgelopen 20 jaar in vast zat, werden doorbroken en het proces van klassenemancipatie en politieke onafhankelijkheid van de werkende bevolking is van start gegaan.
NUMSA stopt ook met de financiële ondersteuning van de Zuid-Afrikaanse Communistische Partij, SACP, dat deel uitmaakt van een alliantie met het ANC. De vakbond heeft hij bij monde van algemeen-secretaris Irvin Jim over een “ideologisch bankroet” van de SACP.
De woede en het gevoel van verraad dat de afgevaardigden voelen als het over de leiding van het ANC en de SACP gaat, bleken erg sterk tijdens het congres. Op geen enkel ogenblik was er ook maar een poging om te pleiten voor het behoud van de steun aan het ANC. De leden van NUMSA zien het ANC en de SACP als partijen van de kapitalisten. Al hun daden van de afgelopen 20 jaar wijzen daar op. De volgende door het ANC geleide regering zal het neoliberale National Development Programme als centraal beleidsdocument volgen. Het zal een regering zijn die bewust tegen de werkende bevolking ingaat. Zo’n regering verdient onze steun niet.
Op dit ogenblik heeft NUMSA nog geen beslissing genomen over steun aan een alternatieve partij in 2014. Er werd enkel gesteld dat de leden van NUMSA als individuen naargelang hun overtuiging moeten stemmen. Er werd beslist om een ‘verenigd front’ op te zetten naar het model van het United Democratic Front van de jaren 1980 waarin strijdbewegingen van werkenden en lokale wijken werden samengebracht in een poging om er een “beweging voor socialisme” van te maken.
In een open brief stelde de Workers and Socialist Party (WASP) voor dat de NUMSA een oproep zou doen om een socialistisch netwerk van syndicalisten op te zetten om de verdeeldheid onder de werkende bevolking te overstijgen en om het gebrek aan eengemaakte strijd als gevolg van de crisis binnen Cosatu weg te werken. We riepen ook op tot een bijeenkomst voor arbeiderseenheid om een actieplan voor massastrijd op te maken. De beslissing van NUMSA om een Verenigd Front en een Beweging voor Socialisme op te zetten, komt daar aan tegemoet.
Met de nationale en provinciale verkiezingen binnen enkele maanden vroegen we NUMSA om “een plaats in de leiding van WASP in te nemen.” De Workers and Socialist Party werd opgezet om strijd van de werkende bevolking, lokale gemeenschappen en jongeren te verenigen en democratisch te organiseren. Dat zou NUMSA toelaten om de koepel van WASP te gebruiken om eigen kandidaten naar voor te brengen, kandidaten geselecteerd volgens de eigen procedures van NUMSA. Hierdoor zou de vakbond het verzet tegen het National Development Plan in het nationale parlement naar voor kunnen brengen als verlengstuk voor de strijd die op de werkvloer wordt gevoerd.
Op het congres besloot NUMSA om criteria vast te leggen waaraan een politieke partij moet voldoen om steun van de vakbond te krijgen. Deze criteria werden door de afgevaardigden goedgekeurd. Wij denken dat WASP eraan voldoet. De partij komt voort uit de strijd van de mijnwerkers en baseert zich op de werkende bevolking, WASP eist de nationalisatie van de mijnen, banken, commerciële boerderijen en andere grote bedrijven op basis van arbeidersbeheer en –controle als onderdeel van de strijd voor een socialistische samenleving. WASP is democratisch georganiseerd. De leiding van NUMSA kreeg van het congres een mandaat om “alert” te zijn voor “een partij die socialisme verdedigt en aan verkiezingen deelneemt.” We herhalen onze oproep aan NUMSA om een plaats in de leiding van WASP in te nemen en kandidaten naar voor te brengen bij de verkiezingen van 2014 als onderdeel van de opbouw van een nieuwe beweging voor socialisme.
Er zijn beperkingen aan de positie van NUMSA voor de verkiezingen van 2014, maar het belangrijkste is de historische beslissing om de banden met de regering door te knippen. Het opbreken van het politieke landschap dat in 1994 tot stand kwam, is een verder ontwikkeld en de werkende bevolking is de weg naar politieke onafhankelijkheid opgegaan. De beslissing van NUMSA versnelt het proces dat door de mijnwerkers in 2012 werd gestart. De gewijzigde politieke situatie na Marikana wordt erkend, met het congres van NUMSA werd dit tot een meer bewust niveau opgetild.
Op het congres was er een brede steun voor de overlevenden en familieleden van het bloedbad in Marikana. Er was een financiële oproep voor hen waarmee maar liefst 200.000 Rand onder de afgevaardigden werd opgehaald. NUMSA doet er zelf nog eens 500.000 Rand bovenop. De aandacht die aan de mijnwerkersstrijd van 2012 werd gegeven en ook aan het bloedbad van Marikana vormde een erkenning door NUMSA van de rol van de mijnwerkers als voorhoede van de werkende bevolking in het doorbreken van de gevangenis van de tripartite alliantie (van ANC, SACP en Cosatu). De grote uittocht uit de National Union of Mineworkers (NUM) betekende ook een breuk met de politieke band met het ANC. Het was hieruit dat de WASP kon ontstaan. Nu sluit NUMSA aan bij de strijd die de mijnwerkers begonnen.
NUMSA gaf een duidelijk signaal aan de mijnwerkers en andere werkenden dat ze hen niet zullen overlaten aan de pro-kapitalistische ‘leiding’ van vakbonden die aan het ANC blijven vasthangen. Irvin Jim verklaarde dat NUMSA voortaan open staat voor alle werkenden, waarmee hij regelrecht inging tegen de officiële opstelling van Cosatu van “één vakbond per sector”. Jim stelde dat hij betreurde dat NUMSA deze houding nog niet innam ten tijde van Marikana. Alleszins zal de vakbond hiermee in confrontatie gaan met de rechtse pro-ANC-leiding van Cosatu, mogelijk kan het leiden tot het opbreken van Cosatu. De beslissing om de maandelijkse bijdrage van 800.000 Rand voor Cosatu stop te zetten tot er een bijzonder congres van de vakbondsfederatie komt, is daar een uitdrukking van.
Het congres besliste om begin 2014 een reeks massa-acties te organiseren en om de solidariteit met de mijnwerkers op te voeren. Die mijnwerkers zullen ongetwijfeld opnieuw in strijd gaan rond lonen en arbeidsvoorwaarden. NUMSA zal hiermee een centrum van arbeidersstrijd worden. De geplande conferentie over socialisme zal het debat verderzetten over de opbouw van een politiek alternatief voor de werkende bevolking. NUMSA heeft de eerste stappen in het nieuwe politieke landschap gezet. Samen met WASP en de mijnwerkers neemt de vakbond de historische taak van de heropbouw van de politieke onafhankelijkheid van de werkende bevolking op. We verwelkomen die opstelling van de NUMSA-leiding en de grote steun die hiervoor leeft onder afgevaardigden van NUMSA.
-
Mandela’s strijd om de macht en het tragische lot van zijn partij
[Interview]
Mandela’s strijd om de macht en het tragische lot van zijn partij
Deze week overleed Nelson Mandela. De man zelf en zijn haast heroïsche strijd hoeven geen introductie, wel zijn rol in de politieke ontwikkelingen in Zuid-Afrika rond het einde van de apartheid. Weizmann Hamilton, de voorzitter van de Democratic Socialist Movement – de Zuid-Afrikaanse zusterpartij van LSP, was vóór de val van apartheid in 1994 jarenlang lid van de Marxist Workers’ Tendency. Deze tendens werkte als een radicale vleugel binnen het ANC. Voor zijn oppositie tegen apartheid en zijn betrokkenheid bij de vakbondsstrijd liep Weizmann een gevangenisstraf op. De partij van Mandela bestuurt ondertussen al twintig jaar het land.
Voor zijn kritiek op de problemen die het bestuur met zich mee zou brengen, werden Weizmann en zijn kameraden in 1995 buiten de partij gezet. Nadat de politie in augustus vorig jaar 34 mijnwerkers in Marikana had neergeschoten, stichtten Weizmann, de DSM en een aantal leden van de onafhankelijke stakerscomités uit de mijnen WASP op. De Workers and Socialist Partij vecht voor een nieuwe partij van de arbeidersklasse in Zuid-Afrika, nadat gebleken is hoeveel het ANC zich aan de macht had verbrand. We spraken met Weizmann over de rol van Mandela in de ontwikkeling van het ANC en de politieke situatie in Zuid-Afrika.
De rol van Mandela
Welke rol meet het ANC zich aan in de ontwikkeling van de strijd tegen onder meer apartheid in Zuid-Afrika? Wat was zijn verhouding tot de vakbondsfederatie COSATU in die tijd?
WH: “Eerst moet ik dit verduidelijken: de ontwikkeling van de vakbondsbeweging, en ook die van de jongerenbewegingen die in de Soweto-opstand van 1976 zijn uitgemond, gebeurde haast volledig los van de ontwikkeling van het ANC. Ondanks de wanhopige pogingen van het ANC om de geschiedenis van de strijd te herschrijven alsof zij achter de Soweto-opstand stonden, en te doen alsof zij achter de geboorte stonden van wat het Congres van de Zuid-Afrikaanse Vakbonden (COSATU) werd genoemd. Dat was feitelijk gegroeid uit de onafhankelijke vakbonden die hun opwachting maakten tijdens de strijd die in Durban in 1973 had plaatsgevonden. De stakingen van 1973 vormden een belangrijke mijlpaal in de herleving van de beweging van de arbeidersklasse in Zuid-Afrika, want tot dat moment was er een periode van kalmte als gevolg van de oplegging van de noodtoestand door het apartheidsregime in 1960.”
Wat was de rol die Mandela in vroege jaren negentig speelde toen er veranderingen plaatsvonden? Wat deed hij bij de totstandkoming van het GEAR-programma, eentje van privatiseringen dat een einde maakte aan veel zaken uit het beroemde Freedom Charter?
“Ik denk niet dat hij als het ware de auteur was van dat beleid. Tijdens zijn eerste termijn als president was het Thabo Mbeki die het land in de praktijk leidde. Mandela was min of meer een symbolische figuur, maar hij was ook wel meer dan een symbool. Zijn autoriteit was zeker belangrijk om een omgeving te scheppen in het ANC en in de tripartite-alliantie in haar geheel, die de aanvaarding mogelijk moest maken van de toewijding van het ANC aan een kapitalistisch beleid en meer specifiek van het beleid van GEAR.”
“Mandela deed wel het dagelijks werk en hij kreeg de reputatie een soort filosofenkoning te zijn of een intellectueel. Dat staat in contrast met de huidige president Zuma. Mandela ging bijvoorbeeld naar universiteiten enzovoort. Hij werkte erg hard en het schijnt dat, als er bijeenkomsten van de kabinetten waren, hij elke minuut vragen stelde over wat er in de kabinetten gebeurden en hij vragen stelde op basis van verslagen en rapporten die hij las. Zuma echter schijnt als het ware te slapen tijdens deze bijeenkomsten.”
“De rol van Mbeki daarentegen was het bijeenhouden van de middelen om het neoliberale beleid mee uit te kunnen voeren. Mandela gaf dat zijn zegen met zijn politieke en persoonlijke autoriteit. Lange tijd zei Mandela bijvoorbeeld niks over het beleid dat Mbeki voerde tegenover HIV. Het was een ontkenning van het HIV-probleem. Na een hele poos brak hij de kwestie en sprak hij zich uiteindelijk uit tegen Mbekis beleid – daar krijgt hij krediet voor. Het was een teken van een reflectie van de invloed binnen het ANC van de rebellie daartegen in de samenleving.”
“Zijn politieke autoriteit was een belangrijk gegeven. Als Mandela ergens tegen was, dan was het haast onmogelijk om dat beleid aan te nemen.”
U sprak over zijn interpretatie van zaken zoals nationalisatie, een eis uit het Freedom Charter (1955) van het ANC. Was Mandela ooit een vertegenwoordiger van de belangen van de zwarte armen?
“Enkel als er sprake was van een eenheid van de belangen van de zwarte arbeidersklasse en de opkomende zwarte kapitalistische klasse in de kwestie van wat te doen met de heerschappij van de blanke minderheid en hun raciale onderdrukking. Daar waar die belangen samenvallen en enkel daar kon hij gezien worden als iemand die de belangen van al de zwarte werkers in het kader van de kwestie van nationale zelfbeschikking heeft verdedigd. Maar dus niet in het kader van het klassenvraagstuk.”
“Over die kwestie was Mandela heel duidelijk. Zelfs duidelijker, durf ik stellen, dan de meeste ANC-leiders. Ze waren toegewijd, zei Mandela, aan het behoud van het kapitalisme en niet zijn afschaffing. Zoals hij zei tijdens de Treason Trial (het landverradersproces van 1956 dat tegen 156 ANC-leiders was gehouden, nvdr.), was het ANC bereid tot twee toegevingen. Zaken die de meeste commentatoren vandaag vergeten. Ten eerste zei hij dat de eis tot nationalisaties gemodelleerd was naar het nationalisatiebeleid van de Nationale Partij.”
“Dat beleid was erop berekend een staat te creëren, die welzijn kon scheppen voor de blanke middenklasse en een afrikanerkapitalisme te ontwikkelen. Dat komt door de historisch gegroeide tegenstelling in Zuid-Afrika tussen de Afrikaners en de Britten. De eerste concentratiekampen van de wereld waren door de Britten opgezet om Afrikaners erin gevangen te zetten tijdens de Boerenoorlog tussen 1899 en 1902. Wanneer de Afrikaners de macht veroverden in 1948 ontstond voor hen de mogelijkheid om een deel van de macht uit Britse handen te nemen. Zij gebruikten de staat voor dat doeleinde. Dat was het model waar Mandelas generatie zich op inspireerde.”
“Ten tweede was het ANC bereid compromissen te sluiten over de kwestie van democratie, over de slogan van “een persoon, een stem”. Mandela zei dat ze bereid waren van de blanke minderheid een bepaald aantal zetels in het parlement te aanvaarden, en dat erover gepraat kon worden om na vijf jaar – ik veronderstel nadat bewezen zou zijn dat de zwarten zich konden gedragen – deze parlementaire oppositie een groter aantal zetels toe te bedelen.”
“De tendens die zich vandaag in het ANC laat zien, waarbij leiders steeds vijandiger staan tegenover bepaalde aspecten van de grondwet, is een direct gevolg van een kapitalisme in crisis dat druk uitoefent op hen om de democratisch verwezenlijkingen weg te nemen die de werkers hadden gewonnen. Meer dan eens hebben ze tijdens de stakingen in de openbare diensten in 2007 en 2010 gedreigd deze diensten als essentieel te verklaren waardoor stakingen verboden zouden worden. Ze spraken niet over het bannen van kleine of wilde stakingen, maar een algemene staking zou illegaal worden.”
“Daarom introduceren deze ANC-leiders de Protection of State information Bill die in feite de corruptie beschermt. Als je in het bezit bent van niet-geautoriseerde informatie, dan kun je voor jaren in de gevangenis vliegen. Daarom is oude wetgeving uit de apartheidsperiode zoals de National Key Points Act, dat de regering in staat stelde informatie over gevoelige regeringsgebouwen te beschermen, ingevoerd om de corrupte toestand rond de private woning van de president weg te moffelen. Ze nemen ook de democratische rechten van vrouwen in de plattelandsregio’s weg, vrouwen die nu vertegenwoordigd worden door dieven en die niet in de rechtbanken mogen spreken.”
“Ze hebben ook gedebatteerd over de zogenaamde “doctrine of common purpose” na de slachting in Marikana. Toen wilden ze de mijnwerkers die het overleefd hebben, betichten van de omstandigheden gecreëerd te hebben die tot de slachting en dus de dood van hun collega’s geleid hebben. Dat allemaal, de manier waarop het ANC zich inlaat met repressieve wetgeving, is een teken dat uiteindelijk democratie en kapitalisme niet samengaan. Naarmate de crisis zich verdiept, worden zelfs burgerlijke vrijheden onverdraaglijk voor het ANC.”
Was er dan een verschil tussen de Mandela als strijder tegen apartheid en de Mandela als president? Mandela en het ANC lijken haast heilig. Zoals COSATU het zegt: staak tegen de (ANC-)regering niet tegen het ANC.
“Mandela is een heel getalenteerde politicus. Hij deed eens de beroemde uitspraak dat, als de ANC-regering er niet in slaagt dingen te verwezenlijken, de mensen verplicht zijn tegen de regering op te trekken. Daarom is zijn autoriteit die van het ANC aan het overleven, door de houding die hij aanneemt. Hij is een heel bescheiden individu en als mensen hem zeggen dat hij het land bevrijd heeft, dan zegt hij: “dat was ik niet, het waren de massa’s – de mensen hebben zichzelf bevrijd”.”
“Hij is een uitzonderlijk begaafde politicus. En ik denk dat dit het mogelijk maakte voor COSATU om te zeggen dat we tegen de regering maar niet tegen het ANC moeten staken. Ik was eens uitgenodigd om te spreken voor de grootste vereniging van leerkrachten in de provincie Gauteng (waarin Johannesburg en Pretoria liggen, nvdr.). Die bijeenkomst ging door in Soweto en ik vertelde hen over de bijscholing van Mandela (van “terrorist” naar de aanvaardbare figuur die hij later werd, nvdr.): de aanwezigen hadden enorme reservaties. Maar ik volhardde.”
“Ik heb ook ooit eens gesproken in een bijeenkomst van vakbondsvertegenwoordigers van COSATU en ik bekritiseerde er de rol van Mandela. De organisator van de bijeenkomst eiste van mij dat ik mijn stellingen zou intrekken (lacht). Echt, zijn autoriteit is kolossaal. Daarom moeten we zorgvuldig nadenken over de benadering van Mandela in ons materiaal. Je kunt geen frontale aanval inzetten op zijn verwezenlijkingen. Het zou betekenen dat je op de mensen hun dromen trapt.”
De “bijscholing” van Mandela
Een deel van de bijscholing waarover u spreekt gebeurde tijdens zijn lange gevangenschap op het Robbeneiland. Was het een bewuste keuze van het regime om er van hem een geloofwaardige gesprekspartner van te maken?
“Dat denk ik niet. Ik denk dat de blanke minderheid werkelijk haar propaganda van de blanke superioriteit geloofde. Daardoor ondernam het de beslissing om elke poging tot bevrijding van het regime met geweld te beantwoorden. Mandela ontsnapte ter nauwer nood aan de doodstraf. Hij was dapper, maar het was het talent van zijn advocaat dat ervoor zorgde dat Mandela zijn stelling introk dat hij bereid was te sterven voor zijn idealen. Hij liet hem zeggen: “if needs be” (als het moet, nvdr.). Hij was van plan te zeggen dat hij zou sterven, maar zijn advocaat raadde hem aan het niet zo bot uit te drukken. En ik denk dat dit de zaak deed overhellen naar een levenslange gevangenisstraf.”
“Hoewel ook toen al de internationale druk een rol speelde in de beslissing van het apartheidsregime. Ik denk werkelijk dat het regime zijn propaganda geloofde en dat was het grote probleem van dat regime: ze konden al eerder (dan 1994, nvdr.) een onderhandelde oplossing hebben bedacht. Maar tegen de tijd dat de onderhandelingen plaatsvonden, kon de ANC-leiding niets anders dan de positie innemen die ze toen had ingenomen: één persoon, één stem.”
“Had Mandela toen naar voren geschoven wat hij gezegd had tijdens de Treason Trial, dat zij bereid waren zich akkoord te verklaren met een bepaald aantal zetels, dan zou dat hem volledig hebben gediscrediteerd. De mensen waren gekeerd tegen het idee van een gedeeltelijke vertegenwoordiging in het parlement en een special tegemoetkoming voor de zwarte bevolking. Er was een massale revolte aan de gang in het land en dat duwde het ANC in de richting van een radicalere positie. Daarom werd hem de mogelijkheid aangeboden om uit de gevangenis te worden ontslagen.”
“Mandela had heel nauwe banden met de traditionele leiders in het land. Mandela was zelf lid van een soort koninklijke familie. Hoewel hij nooit het hoofdmanschap op zich had genomen, was de relatie tussen Mandela en de Mandelaclan nog heel sterk. Die banden hebben ervoor gezorgd dat als deel van de tegemoetkomingen later, hij het Huis van de Traditionele Leiders had opgezet. Dat domineert nu de Tweede Kamer in het parlement. Daardoor heeft hij vanaf 1994 ook traditionele leiders aangeduid als ministers, zelfs van de meeste corrupte regio’s.”
“Nog zoiets: de Inkatha Freedom Party (IFP, Inkatha Vrijheidspartij, nvdr.). Zij heeft het bloed van honderden mensen aan haar handen, maar de partij was het resultaat van de houding van het ANC. (In de conflicten die vanaf de jaren tachtig tussen het ANC en de IFP uitbraken werden mensen gedood en gefolterd door ze in brand te steken, nvdr.) Op de conferentie in 1995, waar mijn kameraden en ik uit de ANC waren gegooid na geschorst te zijn geweest wegens het propageren van socialistische opvattingen en arbeiderseenheid, gaf een leider zelf toe dat de creatie van het IFP de fout was van het ANC. (De IFP is geboren uit de beweging uit 1975 van Buthelezi, voormalig jeugdleider van het ANC, nvdr.) De aanmoediging kwam van het ANC, want zij zagen het IFP een tijd lang als een vleugel in de beweging die tegen de apartheid vocht. Maar het IFP is door en door een reactionaire organisatie. Met het talent van Mandela is het ANC erin geslaagd die zaak wat weg te moffelen, en dat met de hulp van hun Freedom Charter (het ANC-programma tot 1996, nvdr.).”
“Dus er was niks bewust aan deze politieke ontwikkeling. Het minderheidsregime dacht het zelfs te kunnen onderdrukken. Maar de vooruitziende delen van het blanke kapitaal aanvaardde de realiteit wel. Eén van de hoofden van de inlichtingendienst in die tijd maakte het punt tijdens de uitroeping van de noodtoestand in 1985 en 1986 dat – zelfs al zouden er tijdens een burgeroorlog in Zuid-Afrika een miljoen zwarten om het leven komen – de zwarte bevolking nog steeds de meerderheid zal vormen. Hoe zou een victorieuze blanke minderheid kunnen besturen in zo’n situatie?”
“Ook de situatie in heel zuidelijk Afrika begon te veranderen. De ineenstorting van het Portugees kolonialisme resulteerde in de onafhankelijkheid van Angola en Mozambique. Het cordon sanitair rondom Zuid-Afrika in de vorm van minderheidsheerschappijen in Namibië (tot 1990), Zimbabwe (1980) en Angola en Mozambique verdween. Het tij van de bevrijding spoelde aan op de kusten van de minderheidsheerschappij in Zuid-Afrika. Al deze factoren overtuigden de imperialistische landen (die banden hadden met Zuid-Afrika, nvdr.) en de meer vooruitziende delen van de Zuid-Afrikaanse elite om naar de onderhandelingstafel te gaan.”
“Daarom was er iemand als de Klerk (president van Zuid-Afrika van 1989 tot 1994, nvdr.). De Nationale Partij was zelf verdeeld over de Verligtes en de Verkramptes, dus de progressieven en de conservatieven. Hoewel de Klerk van de conservatieven kwam, was hij de persoon op wie druk uitgeoefend kon worden om de koppige apartheidswetten zoals de Morality Act af te schaffen net als andere vormen van exclusiviteit voor de blanken. Hij liet ook Mandela vrij.”
“Er was geen alternatief en als ze het niet hadden gedaan dan was er het probleem dat de gevolgen van een burgeroorlog niet te overzien waren. Het regime was bevreesd voor de omstandigheden, voor het bewustzijn onder de zwarte arbeidersklasse waarin socialistische ideeën werden gesteund. Het zou dan niet stoppen bij de omverwerping van de minderheidsheerschappij: het kapitalisme zelf zou bedreigd worden.”
Wat was de rol van dat buitenlands kapitaal in de bijscholing van Mandela en de ontwikkeling van het ANC voor en na het einde van de apartheid?
“Wat de creatie van het ANC betreft: dat kwam voort als gevolg van de politieke situatie in het land. Het ANC ontstond uit de omstandigheden van de Jaren veertig. Er was de invloed van de beginnende antikoloniale strijd en van de Tweede Wereldoorlog.”
En wat kan u zeggen over hun recente ontwikkeling?
“Ik bedoel maar: het ANC zoals het in 1912 was gesticht had nooit de bedoeling het kapitalisme ten val te brengen. Het wilde deel uitmaken van het kapitalistisch bestel en was bijgevolg bereid toegevingen te doen op het vlak van democratie. Tegen de achtergrond van de ineenstorting van de Sovjetunie en de terugtrekking van socialistische ideeën, was de leiding van het ANC veel gevoeliger voor de druk van buitenlands en binnenlands kapitaal om sneller naar rechts op te schuiven. Een deel van de radicale standpunten van het ANC zoals de voortdurende promotie en verdediging van het Freedom Charter en zijn radicale eisen, was mogelijk gemaakt door de financiële en morele steun van de Sovjetunie en van het Oostblok.”
“In zekere mate was er toen ook steun vanuit het Westen, maar lang niet zo veel als vanuit het Oosten. Een groot deel van het Amerikaans imperialisme had zich voorgenomen het ANC op afstand te houden en zich te bezigen met een constructieve verhouding ten opzichte van het apartheidsregime – zoals Reagan de beruchte uitdrukking van Reagan heet. Dat deel karakteriseerde Mandela als een terrorist en het ANC als een terroristische organisatie. Begrijpelijker wijs was het ANC daardoor de Sovjetunie en Oost-Europa meer genegen. Die laatste hadden ook invloed nodig over de bevrijdingsbewegingen.”
“Maar door de implosie van de Sovjetunie, het wegsmelten van de steun en de crisis waarin de Zuid-Afrikaanse economie zich bevond, verdampte al snel de pogingen van het ANC om zich met radicale ideeën in te laten. Onder deze omstandigheden, en op basis van de contacten die Mandela onderhield vanuit de gevangenis, realiseerden de vooruitziende delen van de blanke elite zich iets. Het apartheidsregime was namelijk het slachtoffer geworden van zijn eigen propaganda, door Mandela te karakteriseren als een communist en dergelijke meer. Het was een grote maar aangename verrassing dat zij met deze man wel zaken konden doen.”
“Alle partijen werkten eraan. Het ANC deed dat door heel selectief te zijn met wie zijn betrokken en wie niet, zoals met Mandela. Heel wat beslissingen zijn achter de rug van het bredere lidmaatschap van het ANC genomen. Hani bijvoorbeeld (de voorzitter toen van de Communistische Partij van Zuid-Afrika), die als banneling in het buitenland zat, was de leider van de paramilitaire vleugel van het ANC en was zeer radicaal. Ondanks zijn status was hij nauwelijks geraadpleegd in de beslissing de gewapende strijd stop te zetten.”
“Het ANC moest heel voorzichtig handelen in de onderhandelingen over de grondwet. Deze onderhandelingen vormden de sleutel tot de verzekering dat welke druk het ANC ook maar zou ondervinden – zelfs niet onder druk van de massa’s -, het ANC zou niet in staat zijn iets fundamenteels te veranderen. (Hoewel het land al jaren door een zwarte meerderheidsregering wordt bestuurd, domineert een blanke minderheid de Zuid-Afrikaanse economie nog steeds, nvdr.)”
“De eigendomswetten bijvoorbeeld. Welke grondwetexpert je ook spreekt: deze bepalingen kunnen niet worden gewijzigd zonder dat er een tweederdemeerderheid is. Er is zelfs de mening dat een meerderheid van honderd procent de eigendomsbepalingen niet kan veranderen die de huidige kapitalistische dictatuur in stand houden. Die instandhouding was heel belangrijk. Tijdens de eerste verkiezingen in 1994 behaalde het ANC iets meer dan 62%. Dat is complete nonsens wat mij betreft.”
“Ik was aanwezig tijdens de stemming in 1994 want ik was de voorzitter van een ANC-afdeling en een fulltime ANC-organisator. Ik was aanwezig tijdens de telling en toen de stemmen voor het ANC toenamen tot ongeveer tweederde, vielen plots de lichten uit. De telling stopte voor een paar uur. Toen de telling werd voortgezet, was het ANC-resultaat al tot 59% gezakt. Het groeide daarna terug tot 62%. In de provincie Kwazoeloe-Natal waar er een staat van virtuele burgeroorlog was, was er een mogelijkheid het IFP te verslaan. Maar die partij won, wat het ANC in staat stelde aan de juiste zijde van de tweederdelimiet te staan. Nu konden ze naar de mensen gaan en zeggen: jullie hebben ons niet genoeg stemmen gegeven om deze grondwet verder te veranderen.”
Bedankt voor het interview
De gelijkenis tussen het leven van Mandela en zijn partij
Dus het was niet zozeer Mandela zelf, maar vooral de omstandigheden die een invloed op hem en het ANC hadden uitgeoefend. De ANC-leiding was nooit bereid om de Zuid-Afrikaanse samenleving ten gronde te veranderen. Niet alleen de fundamenten va de kapitalistische samenleving bleven overeind, de partij deed zichzelf te goed aan corruptie en andere excessen van dat systeem. Verre van een strijd te voeren tegen het kapitalisme, trachtte de partij zich ermee te vereenzelvigen.
Nu de grootste crisis sinds de jaren dertig door het land raast, wordt de onmogelijkheid van de opeenvolgende ANC-regeringen om aan de noden van de bevolking te voldoen steeds acuter. De crisis laat zich nu ook in de rangen van het ANC zien. Er is een symmetrie zichtbaar in de levenscyclus van de partij die hij heroïsch heeft geleid en het leven van Mandela zelf. De geschiedenis lijkt bepaald te hebben dat Mandela’s aftakeling en dood overeenkomen met de teloorgang van het ANC en de opkomst van nieuwe partijen die de kapitalistische ANC-politiek in vraag stellen.
Er bestaat weinig twijfel over: de dood van Mandela zal gevolgen hebben voor de cohesie van het ANC en zijn beleid. Samen met Mandela verliest het ANC de laatste uitstraling die de partij had als verdediger van de belangen van de zwarte massa’s en van de bevrijding van het apartheidsregime. Sinds een paar jaar neemt het sociaal conflict in Zuid-Afrika grote proporties aan en in 2014, na twintig jaar onafgebroken ANC-bestuur, kunnen we aannemen dat die strijd zich zal voortzetten. De overtuiging dat de arbeidersklasse een nieuwe, eigen partij nodig heeft, geraakt steeds meer verspreid.
-
Na Nelson Mandela, de strijd voor vrijheid en gelijkheid verderzetten
Nelson Rolihlahla Mandela wordt terecht wereldwijd gezien als een historische staatsman die net als bijvoorbeeld Martin Luther King geschiedenis heeft geschreven. Hij wordt erkend voor zijn rol in de nederlaag van een van de meest gehate regimes op de planeet en een van de brutaalste vormen van onderdrukking en uitbuiting. Hij kreeg een heldenstatus, niet in het minst omdat hij in de praktijk een enorme zelfopoffering aan de dag legde voor een nobel doel, de nationale bevrijding van de zwarte meerderheid. Die zelfopoffering werd samengevat in zijn verklaring tijdens de Treason Trial toen Mandela veroordeeld werd. Hij verklaarde toen dat de strijd tegen racisme voor hem een principe was waar hij “indien nodig” voor wou sterven.
De bereidheid van Mandela om de ultieme zelfopoffering te maken voor de geode zaak, beperkte zich niet tot woorden. Hij was persoonlijk betrokken bij het opzetten van de gewapende vleugel van het ANC, de Umkhonto we Sizwe (MK), en trok in het grootste geheim naar landen als Algerije om er steun te zoeken voor de gewapende strijd. Mandela werd de eerste commandant van de MK.
Hij weigerde koppig iedere vorm van compromis met het apartheidsregime in ruil voor zijn vrijlating. Hij bleef 27 jaar in de gevangenis. Dat versterkte zijn beeld als een man van principes en integriteit, van iemand die toegewijd was aan de bevolking. Dat staat overigens in een schril contrast met de huidige principeloze, corrupte politieke elite waarvan velen vinden dat ze de erfenis van Mandela besmeuren.
De huidige ANC-leiding stelt de nederlaag van het apartheidsregime ten onrechte voor als het min of meer onvermijdbare hoogtepunt van de honderdjarige strijd van de oudste bevrijdingsbeweging op het continent. Op vlak van betrokkenheid, politieke en ideologische posities, strategie en tactieken, was het ANC onder Mandela het sterkst ingeplant onder de massa’s.
Mandela verandert het ANC
Als deel van de nieuwe generatie van jonge leiders in de jaren 1940 waren Mandela en zijn kameraden, vooral Walter Sisulu en Oliver Tambo, geïnspireerd door de koloniale revolutie die het imperialisme op het einde van de Tweede Wereldoorlog op haar grondvesten deed daveren. De nieuwe generatie bracht een nieuwe wind in het ANC dat voorheen vastberaden was om dezelfde weg te blijven bewandelen, met name het opstellen van smeekbedes aan de Britse koningin om de zwarte onderdrukten te bevrijden. Daarbij werd steeds trouw gezworen aan de koningin en het Britse rijk.
Van een organisatie waarvan de actiemethoden beperkt waren tot smeekbedes en petities, vormden Mandela en zijn kameraden die de controle over de ANC Youth League verkregen het ANC om tot een organisatie die zijn doelstellingen wilde bereiken op basis van massale acties – campagnes van burgerlijke ongehoorzaamheid, het boycotten van bussen, protestacties tegen de paspoortcontroles, stakingsacties,…
Van hieruit werd het Freedom Charter aangenomen. Dat programma omvatte radicale eisen die uitdrukking gaven van de klassenbenadering en betrokkenheid van de arbeidersbeweging in het ANC, terwijl de leiding voor Mandela zich ver van de arbeidersbeweging weg hield. Vanaf dan tot aan de bevrijding in 1994 was het mogelijk om de tegengestelde klassenbelangen van de werkende bevolking en die van de middenklasse – die klaar stond om de rol van zwarte kapitalistische klasse op te nemen – te verenigen in een organisatie omdat beide groepen onderdrukt werden door de blanke minderheid. Ze werden verenigd door een programma en gezamenlijke betrokkenheid in de strijd tegen het blanke minderheidsregime. De klassenverschillen waren niet van belang… tot het wel van belang was. Dat was op het moment dat het erop aankwam om het Freedom Charter ook effectief in de praktijk om te zetten.
Bij de komende verkiezingen in 2014 zal het twintig jaar geleden zijn dat de apartheid ten einde kwam. De historische verkiezingen van 1994 stonden symbool voor de triomf van de nationale bevrijdingsstrijd. Het juk van de raciale onderdrukking werd verworpen en de deuren gingen open voor een samenleving waarin zwarte mensen op gelijke hoogte werden geplaatst als de blanken. Gerustgesteld door de belofte van een beter leven voor iedereen en door de kracht van hun aantal, ging de zwarte meerderheid mee met de genereuze opstelling van Mandela tegenover de blanke minderheid. De leiding van Mandela werd gezien als verantwoordelijk voor het vermijden van de raciale burgeroorlog die velen voor onvermijdelijk hadden gehouden.
Met een leiding die zich had bewezen en schijnbaar aan één zeel trok om de bevolking naar de vrijheid te brengen, werd er niet aan getwijfeld dat de belofte voor een beter leven effectief zou waargemaakt worden. Onder Mandela’s leiding werd een nieuwe democratische structuur opgezet die omschreven wordt als de meest progressieve grondwet die de wereld kende. Op die basis zou er een nieuwe ‘regenboognatie’ ontstaan zonder raciale onderdrukking en wat daarmee gepaard ging – armoede, analfabetisme, ziektes, dakloosheid,… Dat alles zou tot de geschiedenis behoren. In het nieuwe Zuid-Afrika zou iedereen gelijke kansen hebben en het zou een land zijn dat ‘verenigd is in haar diversiteit’.
De werkelijkheid zag er anders uit
Nu Zuid-Afrika bijna 20 jaar democratie kent, ziet de werkelijkheid er anders uit dan wat beloofd werd ten tijde van het onderhandelde politieke akkoord begin jaren 1990. Het racistische bewind van FW De Klerk moest de baan ruimen voor de politieke macht van het ANC en sindsdien haalde het ANC telkens opnieuw grote meerderheden bij de verkiezingen. Maar voor de overgrote meerderheid van de bevolking is er weinig verandering gekomen.
Bij de eerbetonen aan Mandela nu hij overladen is, wordt geprobeerd om de tegengestelde klassenbelangen te overstijgen in wat wordt voorgesteld als een gezamenlijk eerbetoon van een verenigde natie. De ‘natie’ die Mandela heeft achtergelaten, is nog steeds even onafgewerkt als ze was voor het einde van de apartheid. Er zijn twee centrale sociale krachten, de arbeidersklasse aan de ene kant en de kapitalistische klasse aan de andere kant. Zuid-Afrika staat bekend als een van de meest ongelijke samenlevingen ter wereld. Er zijn maar liefst 8 miljoen werklozen, 12 miljoen mensen gaan met honger naar bed, miljoenen mensen hebben geen toegang tot degelijk onderwijs, gezondheidszorg en huisvesting.
De heersende ANC-elite vertoont dezelfde kenmerken als de elite die het verving, er is corruptie en de elite is niet in staat om de onstilbare honger voor zelfverrijking en macht aan banden te leggen. Erger nog is dat de vertegenwoordigers van de elite het apartheidsregime terecht bekritiseerden voor de misdaden tegen de mensheid, maar zelf steeds meer overgaan tot gelijkaardige methoden. Het regime verstopt zich achter repressieve wetgeving als de Secrecy Act, de National Key Points Act en de Traditional Courts Bill om de greep op de macht in stand te houden en gelijkaardige repressie toe te passen als in de donkere dagen van de apartheid.
De dromen van gelijkheid en welvaart voor de massa’s werden niet gerealiseerd, de voordelen van de democratie bleven beperkt tot een erg kleine minderheid. In plaats van de beloofde regenboognatie van gelijken, lijkt Zuid-Afrika vandaag volgens Gwede Mantashe, de algemeen-secretaris van het ANC, meer op een ‘Irish Coffee’. Onderaan is het zwart en bovenaan is er een dun laagje van blanke slagroom met wat chocoladeschilfers.
Ook in de gevestigde media wordt gesteld dat de opvolgers van Mandela aan de top van het ANC veraf staan van waar Mandela voor stond en in zekere zin afbreuk doen aan de erfenis van Mandela. Ze willen ons laten geloven dat Zuid-Afrika misschien niet het land van onze dromen zou geweest zijn, maar toch alleszins een betere plaats dan vandaag, indien de opvolgers van Mandela in zijn voetsporen waren gestapt. In werkelijkheid is dat nochtans wat ze deden, toch inzake de fundamentele elementen van het beleid waar het 20-jarige ANC-bewind zich op heeft gebaseerd.
Mandela en GEAR
Mandela speelde een beslissende rol in het verlaten van het Freedom Charter en alles wat voorheen heilig was voor het ANC. Een beslissende breuk kwam er met het Growth, Employment and Redistribution (Gear) programma in 1996. Gear zou de ANC-regering naar een openlijke confrontatie met de arbeidersklasse brengen, zowel op de werkvloer, in de townships, in de krottenwijken en in de scholen. Het zorgde voor de eerste ernstige strubbelingen in de Tripartite Alliantie (van ANC, vakbondsfederatie COSATU en de communistische partij SACP). Het verschil tussen het bewind onder Mandela en dat onder zijn opvolgers is er vooral een van stijl en niet zozeer van inhoud.
Het is niet volledig terecht dat vooral Mbeki, die zichzelf trots een aanhanger van Thatcher verklaarde, persoonlijk met Gear werd geassocieerd. Gear werd aangenomen toen Mandela president was. Mbeki stond vooraan in het toepassen van Gear, maar hij deed dit met de volle steun van Mandela en de rest van de ANC-leiding, met inbegrip van de SACP.
In de periode tussen zijn vrijlating in 1990 en het aan de macht komen van het ANC vier jaar later, veranderde het standpunt van Mandela van het strikt volgen van het Freedom Charter met een herbevestiging van de eisen inzake nationalisatie die centraal stonden in het ANC-programma tot een verklaring dat privatiseringen voortaan het centrale uitgangspunt van het ANC vormden. Dit gebeurde nog voor het ANC in het parlement kwam en nog voor er van Gear sprake was. Mandela bracht het ANC aan de macht met de belofte van jobs voor iedereen. Dezelfde Mandela verklaarde in het parlement nadat Gear werd aangenomen dat de ANC-regering geen ‘werkgelegenheidsbureau’ was.
Bij deze fundamentele verandering, in feite een harttransplantatie, heeft dokter Mandela de patiënt niet geraadpleegd. Het aannemen van het Freedom Charter was het resultaat van het meest democratische proces in de geschiedenis van het ANC, het aannemen van Gear gebeurde bijzonder ondemocratisch.
Het Freedom Charter was het resultaat van de inbreng van duizenden arbeiders in de steden en op het platteland. Het bevatte de bekommernissen van duizenden mensen die voorstellen deden, dit op papier zetten en indienden op een volkscongres zodat het in het uiteindelijke programma kon komen. Gear daarentegen werd achter de schermen ontwikkeld. Niet alleen gebeurde dit zonder betrokkenheid en inspraak van de leden, zelfs de meeste ANC-ministers waren er niet bij betrokken. Het werd aangenomen en doorgevoerd in 1996, maar pas op de ANC-conferentie van 1997 in Mafikeng werd het besproken. Toen was het een voldongen feit dat al was opgelegd door de grote bedrijven.
Ronnie Kasrils, een vroegere leider van de MK, lid van het centraal comité van de SACP en minister van veiligheid, erkende in een bijzonder eerlijke uitlating dat het ANC onder de leiding van Mandela de ‘armsten van de armsten’ heeft verraden aan het binnenlandse kapitaal en het imperialisme.
Zaken doen met Mandela
Kasrils verwijst ook naar Sampie Terreblanche van de Stellenbosch universiteit: “tegen eind 1993 werd de strategie van de big business – waarvan de eerste plannen in 1991 werden opgemaakt in de residentie van de mijnbaas Harry Oppenheimer in Johannesburg – gefinaliseerd in geheime nachtelijke discussies op de Ontwikkelingsbank van Zuid Afrika. Onder de aanwezigen de leiders van de mineralen en energiesectoren, de bazen van Britse en Amerikaanse bedrijven met een Zuid-Afrikaanse vestiging…”
Wat was het resultaat van deze nachtelijke discussies? Kasrils onthult: “De nationalisatie van de mijnen en de top van de economie, zoals vooropgesteld in het Freedom Charter, werd achterwege gelaten.” Kasrils beschrijft hoe de ANC-leiding toegaf aan het binnenlandse kapitaal en het imperialisme: “Het ANC aanvaardde verantwoordelijkheid voor een grote publieke schuld van het apartheidsregime… Een vermogenstaks op de superrijken om ontwikkeling te financieren werd naar de vergeethoek verbannen, binnenlandse en internationale bedrijven die zich verrijkten onder de apartheid moesten geen financiële compensatie betalen. Er werden bijzonder strakke begrotingsverplichtingen opgelegd waarbij iedere toekomstige regering met de handen op de rug zou gebonden worden. Er waren verplichtingen om een vrijhandelsbeleid te voeren en alle vormen van tariefbescherming af te schaffen, de neoliberale fundamenten van de vrijhandel werden aanvaard.”
Als de ANC-leiding nadien ontgoocheld was door de grondwet en zelfs een groeiende ergernis vertoonde tegenover de parlementaire democratie zelf, dan lag de basis hiervoor bij de manier waarop ze hun eigen interne democratie aan de kant hadden geschoven. In tegenstelling tot de propaganda van het oude regime was de ANC-leiding, ondanks de nauwe banden met de SACP, nooit aangetast door de “ziekte” van het communisme.
Ten onrechte wordt het voorgesteld als zou de ideologische positie van Mbeki fundamenteel anders zijn dan die van Mandela. Mbeki wees erop dat Mandela en het ANC niet voor een socialistisch programma stonden, zo stelde hij dat Mandela benadrukte dat het Freedom Charter “zeker geen blauwdruk voor een socialistische staat is.” En nog: “Het roept op voor de herverdeling, maar niet de nationalisatie, van de grond. Het komt op voor de nationalisatie van de mijnen, banken en de industriële monopolies omdat die grote bedrijven slechts door een ras gecontroleerd worden. Zonder de nationalisatie zou de raciale dominantie verdergaan, zelfs indien de politieke macht werd gedeeld.” Dit standpunt van Mandela werd meermaals herhaald, dat gebeurde al in 1956, amper een jaar nadat het Freedom Charter werd aangenomen.
De eis van het ANC voor de nationalisatie was nooit onderdeel van een programma om het kapitalisme af te schaffen. Het werd gezien als een manier om met de staat de ontwikkeling van een zwarte kapitalistische klasse te versnellen, net zoals dat voorheen gebeurde voor de ontwikkeling van een Afrikaner burgerij.
Zoals Mandela verklaarde toen hij in 1964 voor de rechtbank verscheen: “Het beleid van het ANC [inzake nationalisatie] stemt overeen met het oude beleid van de huidige Nationale Partij die in haar programma jarenlang opkwam voor de nationalisatie van de goudmijnen omdat die in handen waren van buitenlands kapitaal.”
Mandela voor de verkiezingen
Het ANC is niet op het huidige punt gekomen omdat de partij op een zijspoor van het historische pad werd gezet, maar wel omdat dit is waar het gezien de geschiedenis, het sociale karakter en de historische doelstellingen altijd naar toe is gegaan. Het feit dat het ANC het mandaat van het volkscongres en het Freedom Charter achter zich heeft gelaten, was daar geen afwijking van. Het was de vervulling van het historische doel van het ANC.
Dat was al aanwezig in de toespraak van Mandela tijdens de Treason Trial toen hij aangaf dat de leiding bereid was om toe te geven op het fundamentele principe van één stem per persoon in de vorm van slechts een beperkt aantal voorbehouden zetels voor zwarten gedurende een bepaalde periode waarna dit aantal gedurende volgens een vast ritme zou kunnen toenemen.
Het werd ook bevestigd toen er al in 1985 geheime onderhandelingen waren met de veiligheidsdiensten van het apartheidsregime, onderhandelingen waar Mandela geen mandaat voor had van zijn eigen organisatie. De “onderhandelingen over onderhandelingen” die daarop volgden, kwamen er na gesprekken met leden van het politieke establishment in 1987 in Dakar, Senegal. De gewapende strijd werd stopgezet zonder enige raadpleging van de kaders van de MK en zelfs niet met Chris Hani. Deze plotse stopzetting bevestigde dat de gewapende strijd slechts werd gezien als een tactiek om het regime aan de onderhandelingstafel te dwingen.
De Nobelprijs werd aan Mandela en De Klerk toegekend om de mythe te vestigen dat het onderhandelde akkoord het resultaat was van plotse bekering van het door Afrikaner geleide kapitalistische establishment en de ANC-leiding onder Mandela die grootmoedig was in haar overwinning. Maar zelfs Mandela moest toegeven dat het land niet door hem of de ANC-leiding werd bevrijd, maar wel door de werkende massa’s zelf.
Het imperialisme en het Zuid-Afrikaanse kapitalistische establishment zetten grote druk op het apartheidsregime om met het ANC te onderhandelen. Dat was omdat ze begrepen dat de massastrijd – van de stakingen in Natal in 1973 tot de jongerenopstand van 1976 of de opstandige beweging van de jaren 1980 met een socialistisch bewustzijn onder de arbeiders van Cosatu – een dodelijke bedreiging voor hun systeem vormde.
Indien het blanke minderheidsregime was omvergeworpen door een opstand van de massa’s, dan was de toekomst van het kapitalisme zelf bedreigd. De onderhandelingen achter de schermen overtuigden bovendien de meer vooruitkijkende strategen van het kapitaal. Ze beseften dat Mandela een man was met wie ze zaken konden doen. Mandela had nooit gezegd dat hij voor de afschaffing van het kapitalisme was. Zijn probleem was niet het kapitalisme op zich, maar wel een kapitalisme dat het ene ras boven het andere plaatst. De ANC-leiding had nooit als doel om de Zuid-Afrikaanse samenleving volledig te veranderen. In plaats van het kapitalisme omver te werpen, werd gezocht naar een manier om er deel van te worden.
Nu het kapitalisme zich in een van de diepste crises sinds de jaren 1930 bevindt, wordt steeds duidelijker dat deze kapitalistische regering de verwachtingen van de bevolking niet kan inlossen. De crisis van het kapitalisme komt nu ook tot uiting in het ANC zelf.
Nieuwe arbeiderspartij
Het toeval wil dat er een zekere symmetrie zit in de levenscyclus van de partij die hij zo heldhaftig heeft geleid en zijn eigen leven. Het heengaan van Mandela lijkt samen te gaan met de implosie van het ANC zelf. De cohesie van de partij brokkelt snel af, na het overlijden van Mandela zal dit enkel sneller gaan. Met Mandela worden de laatste overblijfselen van het ANC als bevrijdingsorganisatie ten grave gedragen.
De kapitalistische klasse vreest politieke onstabiliteit. De werkende klasse werd wakker met geweerschoten in Marikana. De partij die de werkende bevolking zo lang zag als haar partij, bleek een partij van de bazen te zijn.
Wat in feite gebeurde met het einde van de apartheid was een verandering van de politieke kapiteins van het kapitalisme. De racistische blanke regering werd vervangen door een niet-racistische democratisch verkozen regering die zich op de zwarte meerderheid baseerde.
De vestiging van de Workers and Socialist Party (WASP) vandaag is een historische stap vooruit. De werkende klasse eist haar politieke afhankelijkheid op en bevrijdt zich van de ideologische en politieke gevangenis van het ANC en de tripartite alliantie die bijna 20 jaar geleden werd opgezet.
De mars naar een socialistisch Zuid-Afrika werd na 1994 op een zijspoor gezet, maar vandaag hervatten we deze mars. De kapitalisten en hun woordvoerders hebben gelijk als ze bezorgd zijn omwille van de dood van Mandela. Sommigen van hen blinken nu uit in het laten van krokodillentranen, maar ze zijn erg bang omdat hun systeem steeds meer in vraag wordt gesteld.
Het ANC is bijna twintig jaar aan de macht. In die periode hebben we de brutaliteit van het kapitalisme gezien met enorme armoede, werkloosheid en ongelijkheid. De ANC-leiding bestempelt die drie elementen als de drievoudige uitdaging. Maar onder het kapitalisme kunnen ze er geen antwoord op bieden.
Enkel onder het socialisme kunnen de arbeiders de samenleving hiervan bevrijden. De arbeiders en jongeren kunnen daarbij best het voorbeeld van Mandela volgen inzake zelfopoffering en vastberadenheid in de strijd. Maar we moeten ook leren dat in onze strijd een compromis met de klassenvijand ontoelaatbaar is omdat het steeds leidt tot het verraad van de massa’s aangezien het kapitalisme hun hoop en verwachtingen niet kan inlossen.
We moeten ook de les trekken dat de arbeidersklasse zich moet baseren op een eigen onafhankelijke politieke leiding, organisaties en een programma gericht op maatschappijverandering in het belang van de werkende bevolking en de armen. Dat is onderdeel van de strijd voor een socialistisch Zuid-Afrika en een socialistische wereld.
-
Anderhalf jaar na Marikana: de enorme uitdagingen van WASP
In Zuid-Afrika bereiden de politieke partijen zich stilaan voor op de parlementsverkiezingen van 2014. Het twintig jaar oude electoraal monopolie van het ANC, de traditionele partij van de zwarte bevolking, vertoont stevige barsten. De Workers’ and Socialist Party (WASP), die door de Democratic Socialist Movement (DSM, de zusterpartij van LSP) is opgezet, is één van de nieuwe partijen die het kapitalistische crisisbeleid van het ANC uitdaagt. Weizmann Hamilton, voorzitter van de DSM, geeft uitleg bij de politieke ontwikkeling rond WASP.
WASP is ondertussen meer dan een half jaar oud en staat her en der bekend als de Marikana-partij. Velen zijn al vertrouwd met de naam Marikana, het stadje waar de politie in augustus 2012 34 stakende mijnwerkers had doodgeschoten. De weinige leden die de DSM toen rijk was, hebben de mijnwerkers gesteund bij het opzetten van onafhankelijke stakerscomités en solidariteitscampagnes. Meer dan een jaar later ondersteunt de DSM de strijd van de mijnwerkers en andere arbeiders nog steeds, ditmaal door aan een arbeiderspartij te bouwen: WASP.
In een context van politieke en economische aardverschuivingen, voert WASP campagne voor op z’n minst één verkozene. Maar meerdere verkozenen behoren ook tot de mogelijkheden. Post Marikana staan de media bol van verhalen over corruptieschandalen van ANC-leiders en analyses die bevestigen hoe breekbaar de almacht van deze partij is. Al enkele jaren gaan delen van de arbeidersbeweging over tot protestacties en stakingen die zich ook tegen het ANC-beleid richten. 2014 heeft het potentieel historisch te worden.
Toch kan WASP niet achteroverleunen, veel hangt af van een stevige politieke campagne. Een succesvolle verkiezingsdeelname vergt onder meer honderden, duizenden leden en bijna twee miljoen Rand (142.000 euro). In Zuid-Afrika vroegen we Weizmann Hamilton, de voorzitter van de DSM, om uitleg over de politieke ontwikkelingen in en rond WASP.
Hoe is het mogelijk een partij als DSM met zulke geringe krachten de ruggengraat van WASP vormt? Zijn er geen andere spelers beter voor deze rol weggelegd? En wat zegt dat over de politieke en sociale ontwikkelingen in Zuid-Afrika?
WH: “Dat we veel te groot zijn voor onze schoenen? (Lacht) Kijk, ik denk dat de verhouding die je schetst goed uitbeeldt in welke mate de politieke situatie in Zuid-Afrika, onder invloed van de economische crisis, voldoende is gerijpt voor de ontwikkeling van een andere partij. En voor de herleving van de oude tradities van strijd en een diepere verankering van de steun voor socialistische ideeën. In de jaren tachtig zagen werkende mensen doorheen hun ervaring met de antiapartheidsstrijd voor zelfbeschikking dat zij daar dezelfde staatsmacht op hun weg tegenkwamen als tijdens hun stakingsacties voor hogere lonen enzovoort. Toen was het idee duidelijk dat de verschillende conflicten met elkaar waren verstrengeld.”
“Kijken we naar de periode tussen 1994 [de vorming van de eerste ANC-regering] en 2012 [het jaar van Marikana], dan zien we een periode waarin in de gedachten van de massa’s de zaken vertroebelden. Dan had je een zwarte meerderheidsregering en was er dus aanvankelijk geen reden om te denken dat het ANC de massa’s in de steek zou laten. Ik denk dat de ervaring van het bloedbad, en vooral het feit dat Marikana het toneel vormde waar alle sleutelfiguren die aan de verkiezingen deelnemen hun ware gelaat moesten tonen, heel wat heeft verduidelijkt.”
“Doordat de DSM jarenlang geduldig gewaarschuwd heeft voor het klassenkarakter van het ANC, en door onze tactiek om in het ANC te werken en er de socialistische ideeën te promoten, zijn we in staat geweest een politieke autoriteit en een werkwijze neer te zetten die ons in staat heeft gesteld om zowel kritisch te zijn voor het ANC als gevoelig te zijn voor het respect van velen voor wat het ANC historisch heeft bereikt. Heel belangrijk was de moed die we tentoonspreidden om een minderheid binnen de beweging te blijven die het ANC op basis van zijn beleid en klassenkarakter bekritiseerde. Want uiteindelijk komt uit huidige ervaring van de arbeidersklasse naar voren dat onze positie juist was.”
“Een klein rad kan een groot wiel doen draaien en dat schets een beeld van de mogelijkheid die we hebben, dat is waarom we in de rol verzeild geraakt zijn die we nu spelen. We vormen bijvoorbeeld een grotere factor in de hoofden van de heersende elite dan we in de praktijk zijn.”
Wat wilt u op korte termijn met WASP bereiken?
WH: “Wel, we willen uiteraard de volgende regering vormen (lacht). We aanvaarden de realiteit dat de electorale positie van het ANC serieus is verzwakt. Dat heeft volgens mij de crisis in COSATU [de vakbondsfederatie die bevoorrechte banden heeft met het ANC] versneld. Het ANC vreest dat haar stemresultaat onder vijftig procent zou kunnen vallen. We zouden zoveel als mogelijk munt willen slaan uit die zwakte.”
“We zouden in het parlement een platform voor socialistische ideeën willen aanbieden met als doel de propaganda voor socialisme en de steun aan de strijd van werkende mensen. We willen met WASP een rol spelen in de herwaardering van de oorspronkelijke tradities, de oorspronkelijke opvattingen van COSATU. We willen WASP een organisatorische uitdrukking laten zijn van het constante streven van de massa’s om zich te verenigen rond de ideeën die COSATU ooit heeft gevestigd.”
“Wat bijvoorbeeld eigen is aan de situatie in dit land, dat zijn de protestacties in de sector van de dienstverlening. Zij breiden dagelijks uit. Niet zo lang geleden was er een meisje van zeventien doodgeschoten in zo’n protest toen de politie met scherp schoot. Al deze conflicten zouden we moeten verbinden onder een gemeenschappelijk actieprogramma, een gemeenschappelijk manifest en een gemeenschappelijke leiding.”
“Hetzelfde stellen we voor in de arbeidersbeweging. In de mijnsector bijvoorbeeld hebben veel mijnwerkers de NUM [Nationale Vereniging van Mijnwerkers, een deel van COSATU] achtergelaten in ruil voor AMCU [Vereniging van Mijnwerkers- en Constructievakbond, in 1998 van de NUM gescheurd]. Maar door de ideologische beperkingen van de AMCU-leiding en de politieke houding van de NUM trekken de mijnwerkers op in dezelfde strijd tegen hun bazen, maar dan verdeeld.”
“Bovendien is er het falen van de jongerenorganisaties die gelieerd zijn aan de Communistische Partij en het ANC. Maar ook van het PAC [Het Pan-Afrikaans Congres]. Zij zijn niet in staat geweest om de mensen te verenigen. Zij hebben een gemeenschappelijk programma als het op studieschulden, de betaalbaarheid van studentenwoningen, inschrijvingsgelden, betaalbaar onderwijs, enzovoort.”
“WASP stelt zichzelf dus voor als een soort paraplu waaronder elke strijd zich kan verenigen terwijl het ook bewust ideeën over socialisme promoot.”
WASP staat nog steeds in haar kinderschoenen. Ze moet nog op veel plaatsen en in veel sectoren worden neergepoot. Wat beïnvloedde dan de beslissing om aan nationale verkiezingen deel te nemen?
WH: “Wij hebben er vertrouwen in. Op basis van wat ik al heb uitgelegd, op basis van de bevragingen die onder vakbondsvertegenwoordigers van COSATU zijn gehouden [een studie uit september 2013 toonde aan dat 65% van de leden van COSATU een arbeiderspartij zouden steunen geleid door COSATU], en op basis van de veronderstelling dat het ANC ondertussen een minderheidsregering is geworden.”
“Van de 27 miljoen mensen die in 2009 mochten stemmen, hebben 12 miljoen niet gestemd. 5 miljoen stemgerechtigden hebben niet eens de moeite gedaan om zich te registreren. De mensen zoeken naar iets anders maar geen enkele van de parlementaire oppositiepartijen kan dat bieden. Veel mensen zijn betrokken bij een vorm van passief protest en houden hun stem voor zichzelf.”
“Ik moet denken aan wat een kameraad mij had verteld over mensen die graag bewust een boycot zouden willen organiseren en over hoe dat de verandering in mentaliteit toont. Dat is echter niet genoeg. De mensen moeten actief worden. We hebben het in het verleden al gezegd dat, hoewel wij het kunnen begrijpen dat mensen thuisblijven, de mensen toch naar de stemhokjes moeten komen.”
“Het is beter dat mensen hun stem ongeldig uitbrengen door bijvoorbeeld een kruis te maken of op hun papier een arbeiderspartij of socialisme te eisen. Het toont op een actieve manier aan in welke mate je oppositie voert tegenover het ANC. Natuurlijk heeft deze tactiek limieten en in een situatie waarin we de bereidheid zien om naar alternatieven te zoeken moesten we wel het initiatief nemen om zo’n alternatief te creëren.”
“Wij gaan ervan uit dat ondanks de geringe grootte van de partij het proportioneel kiessysteem in dit land ons de mogelijkheid geeft om door middel van zelfs maar honderdduizend stemmen toch een zetel in het parlement te halen. Dat zou een grote stap vooruit voor het socialisme in dit land betekenen. Het zou ons namelijk in staat stellen het parlement als platform te gebruiken voor de promotie van zulke ideeën.”
”Het zou ons ook de nood aantonen om de arbeidersklasse zichzelf te laten organiseren, want het parlement zal niet de route zijn waarlangs het socialisme zich in dit land zal vestigen. We moeten dus de beperkingen van het parlement blootleggen en socialistische opvattingen verspreiden zoals de verantwoordingsplicht en de democratische controle over vertegenwoordigers. Dat is een reden waarom wij besloten hebben WASP op te zetten en deel te nemen aan de verkiezingen van 2014.”
“Een voorbeeld: tijdens de grootste afsplitsing van het ANC tot nog toe, dat was in 2007 met de totstandkoming van COPE (Congres van het Volk), zagen we een partij die al na zes maanden een miljoen stemmen wist te behalen. De partij is jammer genoeg in elkaar gevallen. Of ik zou moeten zeggen: gelukkig maar, want deze partij was nog rechtser dan het ANC en dat verklaart waarom het nergens heen ging. Maar wij gaan ervan uit dat, als wij in staat zouden zijn een van de grote vakbonden die aan COSATU gelieerd zijn te overtuigen WASP te steunen, een miljoen stemmen niet onmogelijk zou zijn.”
Onlangs hebben ook de Economic Freedom Fighters (EFF) van Julius Malema zich tot partij gevormd. Veel werkloze jongeren kijken naar zowel WASP als het EFF. Hoe kijkt u naar het EFF?
WH: “Na de breuk met het ANC en de stichting van COPE in 2007, was de uitsluiting van Julius Malema vermoedelijk het belangrijkste teken van een implosie die gaande is in het ANC. De uitsluiting van Malema ging gepaard met de ontbinding van de jongerenvereniging van het ANC [waar Malema voorzitter van was]. Dat heeft bovendien ook bijgedragen aan het aan de macht komen van president Zuma. Het heeft volgens mij de crisis in het ANC gevoelig versneld en dat heeft de situatie nog rijper gemaakt voor een alternatief.”
“Waar Malema erg behendig in is, is de herkenning van de diepe steun die er onder de arbeidersklasse is voor socialistische maatregelen zoals nationalisaties. Hij maakt gebruik van die situatie door zichzelf te associëren met ideeën die voor barsten zorgen in de tripartite-alliantie [het ANC, de Communistische Partij en COSATU]. Maar ook binnen COSATU waar NUMSA vooraan staat in de roep om nationalisaties en de verdediging van het Freedom Charter [de belangrijkste principes van het ANC als anti-apartheidspartij tussen 1955 en 1996]. Malema heeft zich daarop geënt.”
“Hij is zich ook bewust van de frustratie onder zwarte Zuid-Afrikaanse kapitalisten. Als je een blik werpt op het aandeelhouderschap op de beurs van Johannesburg, dan zie je dat slechts vier procent in handen is van zwarten. De meerderheid is dus nog steeds in handen van buitenlanders of blanke Zuid-Afrikanen. Er is frustratie onder zwarte kapitalisten omdat zij hadden gedacht dat op basis van de politieke visie van het ANC de omvang van het zwarte deel van de kapitalistische klasse op en dag proportioneel zijn aan de zwarte bevolking in het land.”
”In realiteit is de minderheidsheerschappij van de blanke economische elite voortgezet. Sommige zwarte kapitalisten zien daardoor in nationalisaties een instrument om een zwarte kapitalistische klasse te ontwikkelen. Dat verklaart waarom Patrice Motsepe, de rijkste zwarte man in het land, de enige ooit die als zwarte man bovenaan de ranglijst van de Sunday Times heeft gestaan, niet principieel tegen nationalisatie is.”
“Malema is in staat geweest om alles voor allen te worden als je het met een Bijbelse uitdrukking wil uitleggen. Hij is in staat beroep te doen op de radicale tradities van de arbeidersklasse, een bewuste steun te uiten aan socialistische ideeën en nationalisaties, net zoals hij beroep doet op een sectie van de kapitalistische klasse die voorstander is van nationalisaties in hun eigen belang.”
“Hij is ook in staat geweest een beroep te doen op de oppositie van Mandiba [Nelson Mandela] tegen president Zuma die geassocieerd wordt met voortschrijdende armoede en de ontbering van de massa’s. Zo vergroot hij zijn geloofwaardigheid. Hij is ook in staat geweest munt te slaan uit de indruk die mensen hebben dat hij moedig is. Hij was zo moedig om toe te geven op de radio dat hij fout was geweest in zijn steun aan Zuma. Hij zei dat het een verschrikkelijke fout was en dat hij daarom een antwoord biedt.”
“Het EFF is in staat geweest munt te slaan uit de snelheid waarmee de ANC-leiding in hun bocht naar rechts het concept van nationalisatie heeft laten vallen. Twintig jaar geleden verwerd nationalisatie tot iets dat men misschien zou kunnen overwegen. Nu hebben ze het helemaal afgeschreven. Malema buit dat uit.”
Zijn Malemas voorstellen socialistisch net als die van WASP?
“Wij denken niet dat het EFF voor socialisme staat. Maar de meerderheid van de jongeren die naar het EFF kijken, ook een deel van de werkende mensen trouwens, zullen hun steun aan het EFF als alternatief niet laten vallen. Zelfs niet door beschuldigingen van corruptie. Het is ook buiten Zuid-Afrika geen nieuw gegeven dat nóg rechtsere partijen electoraal kunnen profiteren van het gevoel bij de massa’s om hun traditionele partijen te straffen.”
”Een deel van wie op het EFF wil stemmen, doet dat zeker om het ANC te straffen. Er zijn er ook die denken dat het EFF en WASP voor hetzelfde staan. Ze praten beide over nationalisatie, gratis onderwijs, gratis gezondheidszorg, enzovoort. Dus waar ligt het verschil? Waarom werken zij niet samen?”
“Daarom hebben wij het EFF met een positief antwoord benaderd. We hebben hen aangesproken voor overleg over samenwerking in de verkiezingen. Spijtig genoeg heeft de houding van het EFF in dit overleg een samenwerking belemmerd. We denken dat we dat ook naar buiten moeten brengen zodat we niet beschuldigd kunnen worden van sektarisme in de ogen van velen die voorstander zijn van eenheid.”
”Daarom hebben wij benadrukt dat er ondanks de politieke verschillen er voldoende basis is voor samenwerking. Dus laten we samenwerken op basis van een eenheidslijst. Op basis van het proportioneel kiessysteem kunnen we bepalen die aan het hoofd van de lijst zal staan enzovoort.”
“Het EFF eist spijtig genoeg dat wij hen zouden vervoegen. We mogen onze eigen organisatie wel behouden, maar onze leden zouden ook lid van het EFF moeten worden en een aantal van onze leiders zouden opgenomen moeten worden in een centraal bestuur bij het EFF om er programmapunten van het EFF te verdedigen in plaats van het beleid van de organisatie waar zij voor staan.”
“In de realiteit is dat de politieke liquidatie van onze organisatie en dat kunnen we niet aanvaarden. We hebben hen de mogelijkheid gegeven om een antwoord te formuleren op onze brief tot samenwerking. We vroegen hen om een antwoord voor 21 september, maar dat hebben ze niet gedaan. We volgen dit verder op met een hernieuwde oproep ten gepasten tijde maar we zouden onze brief moeten publiceren zodat het duidelijk wordt voor de sympathisanten van het EFF dat die partij niet voor echte eenheid staat.”
Nieuwe ontwikkelingen
Sinds een paar maanden regent het nieuwe onthullingen over het bloedbad in Marikana. Hoewel de politie dit aanvankelijk had willen vermijden, komen tijdens het onderzoek naar de gebeurtenissen steeds meer bewijzen naar voren die duiden op wat de mijnwerkers en WASP eerder al wisten: dat de politie uit was op vergelding en met opzet een heel aantal mijnwerkers had neergeschoten.
Ondertussen wordt in de nationale metaalvakbond (NUMSA), dat deel uitmaakt van COSATU, hevig gedebatteerd over de verkiezingen. Onlangs kwam aan het licht dat de vakbondsleiding overweegt de steun aan het ANC op te zeggen. Interne discussiedocumenten hebben het ook over de mogelijkheid een nieuwe arbeiderspartij te steunen (zoals WASP) of op te zetten. Ook een nieuwe vakbondsfederatie los van het ANC wordt bediscussieerd.
-
Ontwikkelen van het klassenbewustzijn, strijden voor het socialisme
Financiële oproep
Met alle mogelijke middelen proberen het klassenbewustzijn van de arbeiders en jongeren te ontwikkelen en tegelijk een revolutionaire partij opbouwen als onvermijdelijk middel om komaf te maken met het kapitalistisch systeem en een socialistische maatschappij te installeren. Dat is de dubbele taak die duizenden leden van het Committee for a Workers’ International wereldwijd op zich nemen. De afgelopen maanden hebben enkele afdelingen van het CWI enorme stappen vooruit gezet.
Meer dan een jaar na het vreselijke bloedbad onder de Zuid-Afrikaanse mijnwerkers van Marikana zette de Workers and Socialist Party (WASP) zijn eerste stappen om de sociale strijd te verenigen en is er de uitdaging om deze nieuwe partij te consolideren. Deelname aan de komende verkiezingen in april zal een cruciale stap in deze richting zijn, maar er liggen vele valkuilen op deze weg. Ook en vooral van financiële aard. De kameraden van de Democratic Socialist Movement (DSM) liggen mee aan de basis van de WASP. Jarenlang moesten ze met een kleine groep tegen de stroom in gaan. Deze inspanningen en het geduld van de DSM hebben geloond. De rol die DSM vandaag kan spelen, is een bron van inspiratie voor alle socialistische revolutionaire militanten in de wereld.
Een andere belangrijke ontwikkeling in de subjectieve situatie is het werk van Socialist Alternative in ‘het hol van de leeuw’, in de VS. Met de campagnes in Seattle, Minneapolis en Boston werd aangetoond dat het verdedigen van een openlijk socialistisch programma geen belemmering voor succes is. De mogelijkheden om onze afdeling op te bouwen zijn zeer groot en onze kameraden slagen erin om veel sympathisanten te betrekken. Hun werk wordt ook breed gewaardeerd.
In België doen de traditionele partijen er alles aan om een sociale beweging voor de verkiezingen van mei 2014 te voorkomen. Terwijl deze zomer snel een reeks dringende besparingsmaatregelen werd doorgevoerd, trachtten de volledige politieke klasse en haar bondgenoten iedereen te doen geloven in de economische gezondheid van het land. Dat gebeurt ook met elementen die er niets mee te maken hebben: het succes van de Rode Duivels, de Nobelprijs voor de Natuurkunde, Filip als opvolger van Albert II,… De kapitalisten hebben hun besparingsambities in België echter niet opgeborgen. Ze hopen dat een uitstel tot na de verkiezingen van mei 2014 hen toelaat om de invloed van onpopulaire maatregelen op de resultaten te beperken. Of dat nu gaat om de versterking van de rechts-nationalistische elementen gebaseerd op de Vlaamse kleinburgerij of van radicaal-links, waarbij de PVDA goed gepositioneerd is om zijn eerste grote electorale succes te oogsten en radicaal-links na een afwezigheid sinds 1985 terug in het parlement te loodsen.
In deze eerder ‘stille’ en niet noodzakelijk gunstige objectieve situatie in België, hebben we door enorme inspanningen de werking van LSP verzekerd en onze invloed versterkt in een aantal wijken, in syndicale middens en onder jongeren. Het succes van de TegenGAS-betoging van 26 oktober, een betoging waarin wij een belangrijke rol speelden, beloont het harde werk van de afgelopen maanden en positioneert ons uitstekend in de laag van de meest geradicaliseerde jeugd. Dat is een positie die erg belangrijk is, de crisis van het kapitalistische systeem zal ongetwijfeld leiden tot nieuwe massale bewegingen onder jongeren.
Door de verspreiding van ons politiek materiaal en onze deelname aan activiteiten proberen we het bewustzijn van werkenden en jongeren te versterken. Tegelijk bouwen we aan een revolutionaire partij. De Zuid-Afrikaanse ervaring leert ons dat we geduldig moeten bouwen, onze posities behouden en daar waar mogelijk uitbreiden en ons klaar houden voor beslissende momenten. De Amerikaanse ervaring leert ons ook dat we hard moeten vechten voor elke kans die de situatie ons biedt en ons programma met vertrouwen moeten verdedigen.
We willen onze structuren en verworvenheden van de afgelopen periode consolideren en een stevige basis leggen voor de uitdagingen waar we voor staan. Daartoe vragen we aan leden en sympathisanten om ons de middelen te geven om deze dubbele taak wereldwijd te vervullen.
Maandelijkse bijdragen zijn de ruggengraat van de financiering van LSP, ze laten toe de maandelijkse kosten te betalen, met inbegrip van onze bijdrage aan het CWI. Ter gelegenheid van de regionale congressen van LSP doen wij een oproep aan al onze leden en sympathisanten:
- Aan niet-leden die geïnteresseerd zijn in de uitbouw van de LSP vragen we om zich bij onze strijd voor een socialistische samenleving aan te sluiten. Word lid en betaal een maandelijkse bijdrage!
- Aan leden die moeite hebben hun maandelijkse bijdrage te betalen vragen we om hun bijdragen van de afgelopen maanden te regelen en desnoods de bijdrage te beperken maar wel elke maand te betalen.
- Aan leden die een maandelijkse bijdrage betalen vragen we om te overwegen of ze hun bijdrage kunnen verhogen, rekening houdend met hun mogelijkheden en zonder zichzelf in de problemen te brengen.
- Aan de sympathisanten van LSP vragen we om ons te steunen met een maandelijkse bijdrage van minstens 2 euro. We sturen je dan ook onze krant op.
We willen met de giften in het kader van onze regionale congressen 10.000 euro verzamelen. Meer dan de helft van dit bedrag gaat rechtstreeks naar onze internationale, vooral ter ondersteuning van het werk in Zuid-Afrika en voor de organisatie van de bijeenkomst van ons Internationaal Uitvoerend Comité begin december. Iedere bijdrage is welkom. Er zijn geen ‘kleine’ bijdragen of giften, elk bedrag is nodig en is waardevol.
Stort op rekeningnummer BE69 0012 2603 9378 van LSP/PSL met vermelding “gift”
-
Zuid-Afrikaanse arbeiders en jongeren laten opnieuw hun politieke stem klinken!
Mametlwe Sebei, één van de leidinggevende figuren van de ‘Workers And Socialist Party’ (WASP) en ‘Democratic Socialist Movement’ (DSM – onze CWI-afdeling in Zuid-Afrika), sprak met ons over het werk van WASP en de stakingsgolf die op dit moment in Zuid-Afrika plaatsvindt.
Interview uit weekblad ‘The Socialist’, vertaald door Emma
Waarom werd WASP gelanceerd?
WASP werd opgericht om de politieke onafhankelijkheid van de arbeidersklasse en de armen te bevestigen. Het bloedbad in Marikana [op 16 augustus 2012 had de politie 34 mijnwerkers vermoord] heeft op brutale wijze het kapitalistisch karakter van het ANC kenbaar gemaakt.
Deze gebeurtenis heeft, meer dan enig ander, het besef van de kloof, die het ANC-leiderschap van de massa’s van de arbeidersklasse scheidt, aangescherpt. Massa’s die telkens opnieuw met een overweldigende meerderheid voor het ANC hadden gestemd sinds de verkiezingen in 1994.
Het zorgde voor een zoektocht naar een alternatief. Voor de heersende klasse betekende dat de creatie van nieuwe partijen zoals AGANG, geleid door een van de ex-voorzitters van de Goldfields Consolidated Mining. Voor de arbeidersklasse, met de mijnwerkers voorop en de hulp van de DSM, werd dit verlangen naar een alternatief gerealiseerd via de lancering van WASP.
Het meest directe doel van de partij is om uitdrukking te geven, op het politieke niveau, aan het verzet van de arbeidersklasse tegen de kapitalistische aanvallen.
Dit verzet is gaan escaleren – in het bijzonder met het begin van de economische crisis in 2008 – aangegeven door een toename van de protesten in de openbare diensten met 289 % volgens politierapporten. En het werd gekenmerkt door een gebrek aan politiek leiderschap.
Dat was ook duidelijk zichtbaar aan het gebrek aan eenheid in de organisatie van deze strijd.
Het is al lang doorgedrongen tot de werkende klasse dat het neoliberale programma van het ANC geen huizen zal leveren – met een tekort dat gestegen is van 1,5 miljoen in 1994 tot 2,5 miljoen vandaag, en geen fatsoenlijke jobs, geen gratis onderwijs en dat deze zaken enkel bereikt kunnen worden door de strijd te organiseren.
Maar het gebrek aan een massale politieke partij die in staat is deze verschillende protesten te verenigen onder een gemeenschappelijk programma zorgt op dit moment nog voor het isolement van deze stakingen – de spontane uitbarstingen van strijd zijn niet aan elkaar gekoppeld. WASP beoogt het platform voor deze eenheid te worden.
WASP is erop gericht om de werkende mensen verder te doen kijken dan het kleinzielige gekibbel van de parlementaire partijen van de heersende klasse, om de bespreekbaarheid van de eisen van de arbeidersklasse af te dwingen en te strijden voor een socialistisch alternatief op de huidige crisis van het kapitalisme en de verwoestende gevolgen die deze crisis met zich meebrengt voor de werkgelegenheid en de levensomstandigheden van vele arbeiders en armen. <<p We stellen onze eisen tegenover het neoliberale beleid van alle kapitalistische partijen. Wij eisen de nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie, de mijnen, de banken, de grote boerderijen en fabrieken. Dit alles onder democratische arbeiderscontrole.
Kan je ons iets meer vertellen over de huidige stakingsgolf in Zuid-Afrika?
Analisten voorspellen een enorm banenverlies in de mijnindustrie, sommigen spreken over 200 000 jobs, anderen spreken over 250 000 jobs die verloren zullen gaan in de volgende vijf jaar. Volgens een officieel rapport zijn reeds 23 000 jobs verloren gegaan sinds vorig jaar.
Anglo-Platinum, die daarin de leiding nam toen het aan het begin van dit jaar zijn plannen bekend maakte om 14.000 werknemers te ontslaan, was de eerste die de hete adem van het arbeidersprotest voelde toen de laatste drie weken meer dan 98% van zijn werknemers in actie ging tegen de geplande ontslagen.
De staking zelf was een hoogtepunt van de vele schermutselingen tussen de werknemers en het bedrijf, die sinds de aankondiging van de ontslagen plaats hadden gevonden en de stakingen van vorig jaar, waarin Anglo-Platinum werknemers een belangrijke rol hadden gespeeld.
Ondanks de verschillende tactische en strategische fouten die gemaakt werden door de vakbondsleiders, was de staking een overwinning voor de arbeiders, al was het maar omdat het hun georganiseerde kracht en vastberadenheid om te vechten heeft aangetoond.
Het bedrijf heeft enkele van de cruciale onderdelen van de oorspronkelijke plannen terug moeten intrekken. Tot nu toe is geen enkele van de vaste werknemers gedwongen tot ontslag. Maar de vakbondsleiders hebben wel tijdelijke-en contractarbeiders opgeofferd, die de eenheid die werd bereikt onder de werknemers vorig jaar ernstig zal ondermijnen.
Er waren ook andere stakingen onder andere in de goud-, diamant- en koolmijnen, transport- en auto-industrie. In het algemeen zijn deze stakingen succesvol geweest. In de auto-industrie zullen werknemers een loonsverhoging van 10,5 % krijgen dit jaar, en soortgelijke resultaten werden bereikt in de goudmijnen, enzoverder.
WASP en DSM zijn actief tussengekomen in deze stakingen. Vooral de gewone werknemers werden door ons bereikt door het verdelen van pamfletten, de verkoop van ons blad, etc. terwijl we ook ons publiek profiel verhoogden door het afleggen van verklaringen en interviews in de kapitalistische media.
In tegenstelling tot de stakingen van vorig jaar, worden deze stakingen wel door de vakbond geleid. De rol van WASP was hierdoor die van het geven van revolutionaire politieke steun aan werknemers en kritische steun aan de vakbondsbureaucraten die hen leiden.
De stakingen van vorig jaar hebben de arbeidersbeweging zeker geradicaliseerd. Zelfs stakingen georganiseerd door de aan het ANC -gekoppelde NUM (National Union of Mineworkers) eisten loonstijgingen van 60%.
De politieke autoriteit en de geloofwaardigheid van DSM is verhoogd in de ogen van veel mijnwerkers. Onze steun en kameraadschappelijke kritiek werd zeer verwelkomd en heeft veel gewone werknemers aangetrokken tot WASP.
Wat zijn de volgende stappen in de strijd in Zuid-Afrika?
Vandaag zijn we zo gepositioneerd dat we een georganiseerde basis kunnen vestigen in de mijnen en andere industrieën. We willen met WASP een partij opbouwen die niet alleen er is voor de arbeidersklasse, maar er ook een is van de arbeidersklasse. Een partij die wortels heeft in de fabrieken, in de gemeenschappen en onder de jeugd.
Ondanks een ernstig tekort aan middelen, zijn er reeds verschillende WASP afdelingen opgericht in veel gemeenschappen.
We zijn nu ook WASP aan het opbouwen in de plattelandsdorpen van Limpopo. In één van deze gebieden, Fetakgomo, hebben we drie weken geleden een betoging geleid van mijnwerkers en een grote demonstratie van scholieren. De scholieren eisten dat een gesloten college terug zou worden heropend om terug banen te creëren en toegang tot onderwijs te voorzien. Honderden jongeren namen deel en bijna alle scholen in het gebied werden stilgelegd.
Vergaderingen van de SYM ( Socialist Youth Movement ) trekken een groot aantal jongeren aan die actie willen ondernemen. Deze week alleen al werden in twee scholen in het dorp Nchabeleng vergaderingen van de SYM bijgewoond door 54 en 62 studenten.
Veel jonge leden van Cosas, een jeugdorganisatie gebonden aan het ANC, zijn toegetreden tot de SYM. Sommige spelen daarnaast een leidende rol bij de opbouw van WASP. De SYM is fenomenaal aan het groeien in een toenemend aantal universiteiten en hogescholen. Vandaag is de SYM al georganiseerd in universiteiten, hogescholen en scholen in ongeveer zeven van de negen provincies van Zuid-Afrika.
De SYM heeft deelgenomen aan de verkiezingen aan de Tschwane University of Technology, één van de belangrijkste campussen wat studentenpolitiek betreft, ondanks het feit dat we er slechts sinds drie maanden actief zijn.
We wonnen twee vertegenwoordigers in de 12-koppige studentenraad, terwijl er meer dan 10 organisaties meededen. We zijn van plan een campagne te voeren om de verhoging van de inschrijvingsgelden voor volgend jaar af te schaffen en om gratis onderwijs te eisen.
Naast het bouwen van afdelingen op de werkvloer, in de gemeenschappen en het organiseren van de jongeren op de campussen, zijn we ook bezig met een aantal campagnes die vooral nog lokaal zijn vanwege logistieke en financiële beperkingen.
We verdiepen onze wortels onder de massa’s om de nationale campagnes voor te bereiden over de openbare diensten, tegen ‘labour brokers’, dit zijn bedrijven die grote bedrijven hun ingehuurde arbeidskrachten aanbieden aan slechtere arbeids- en looncondities, voor een nationaal minimumloon, gratis onderwijs en vele andere zaken.
Lees ook
- Een jaar na het bloedbad in Marikana (19.8.2013)
- Zomerschool. Massaal protest schokt Zuid-Afrika (30.7.2013)
- Zuid-Afrika. De eerste stappen van de Workers and Socialist Party in de eenmaking van strijd (25.4.2013)
-
Een jaar na het bloedbad in Marikana
Op 16 augustus 2012 werd in Zuid-Afrika een bloedbad aangericht. De politie schoot 34 arbeiders dood en er vielen 78 gewonden. De paar seconden van het bloedbad die gefilmd werden, haalden de zorgvuldig in stand gehouden illusies over de ANC-regering en de kapitalistische staat neer. De staat deed beroep op de meest brutale vorm van reactie tegen de stakende arbeiders van Lonmin. Het vormde het begin van een nieuwe periode van revolutie en contrarevolutie in het land. Nu bereiden de mijnbazen zich voor op een nieuw offensief. De lessen van Marikana staan op het netvlies van het bewustzijn van miljoenen arbeiders en jongeren gebrand.
Marikana herdenken
Het bloedbad van 16 augustus 2012 was een berekende en voorbereide operatie die tot doel had om de beweging van de arbeiders van Lonmin tegen de regering en de kapitalistische orde de kop in te druk. Duizenden arbeiders verzamelden aan de heuvel net buiten Marikana. Ze werden omsingeld en aangevallen, zowel langs achter als uit de lucht werd de aanval ingezet met waterbommen en automatische geweren. Ze werden naar een kleine opening in het politiehekken geduwd. Daar waren er ook televisieploegen. Hier werd een eerste groep mijnwerkers neergeschoten. Maar de meeste doden vielen niet hier. Zij werden buiten het bereik van de camera’s tussen de rotsen en de struiken vermoord. Velen werden van dichtbij neergeschoten, vaak werden ze in de rug geschoten of met de armen omhoog om zich over te geven. De politie probeerde de identificatie onmogelijk te maken door over de lijken heen te rijden. Het zogenaamde ‘onderzoek’ van de politie naar het drama was blijkbaar minder goed voorbereid, want dat ‘onderzoek’ bleek al gauw een stuntelige poging tot doofpotoperatie.
Het echte verhaal van Marikana kwam vooral naar buiten toen de arbeiders van Lonmin vastberaden doorgingen met hun strijd en uiteindelijk de hele sector meetrokken in een stakingsactie. In de dagen voor en na het bloedbad was er een stortvloed van de meest ranzige propaganda tegen de arbeiders van Lonmin en hun strijd. De arbeiders hadden door het verraad van de National Union of Mineworkers (NUM) geen keuze, ze moesten de strijd voor een degelijk leven zelf in handen nemen. Voor die ‘misdaad’ werden ze hard aangepakt. Ze botsten op bloedige repressie en werden zelf afgedaan als bloeddorstige criminelen en moordenaars, halve wilden of naïeve slachtoffers van manipulatie door ‘derden’. Jeremy Cronin van de South African ‘Communist’ Party (SACP) won de trofee voor de ergste opmerking toen hij de stakers afdeed als “wraakzuchtige maffia van Pondoland” [een verwijzing naar een etnische bevolkingsgroep]. De staat en haar marionetten herhalen steevast het refrein van de ‘zelfverdediging’ door de politie. Het geeft aan hoe ver ze van de realiteit staan met de onderzoekscommissie die eerder een showproces vormt. De aanvankelijke ‘waarheden’ werden immers krachtig weerlegd doorheen de arbeidersstrijd.
Bloedige repressie van arbeidersstrijd in het algemeen en van mijnwerkersacties in het bijzonder, begon natuurlijk niet in Marikana. Twee weken eerder, op 1 augustus 2012, werden vijf protesterende arbeiders door de politie neergeschoten aan de mijnschacht Aquarius K5 in de buurt van Rustenburg. Deze moorden haalden de media amper, ze waren slechts goed voor een kleine vermelding op de economische pagina’s van de zakenkranten. De omvang en de aandacht voor het geweld tegen de arbeiders van Lonmin waren geen toeval. Het was een berekend antwoord op de tot dan meest ernstige strijd die inging tegen de fundamenten van het bewind van het ANC (African National Congress). Dit was immers een opstand van de mijnwerkers tegen de NUM, de officiële mijnwerkersbond die in het democratische tijdperk een belangrijke rol speelde in het controleren van de mijnwerkers en de mijnsector, een ruggengraat van de economie in het land. Hierdoor werd de NUM ook een belangrijke kracht voor de vakbondsfederatie COSATU en de alliantie rond het ANC. Niet alleen de autoriteit van de NUM werd betwist, maar ook het vertrouwen van de kapitalistische heersende klasse in de mogelijkheid van het ANC om de ‘controle op de zwarte arbeidersklasse’ te behouden (dat is hoe een edito van de zakenkrant Business Day recent de rol van het ANC omschreef). Cyril Ramaphosa, ANC-leider en aandeelhouder van Lonmin, riep op tot krachtige actie om de beweging te stoppen. Dat gebeurde door met de regering beroep te doen op automatische geweren.
‘Dit is niet onze regering’
De poging om deze staking op een bloedige manier de kop in te drukken, heeft voor miljoenen mensen duidelijk gemaakt welke rol de ANC-regering speelt. Marxisten benadrukken dat de staat in laatste instantie bestaat uit ‘gewapende mannen en vrouwen’ die de heersende klasse verdedigen, ook al wordt er doorgaans beroep gedaan op ‘zachtere’ instellingen (zoals parlementen) en verlengstukken zoals vakbondsleiders, politieke partijen en de media die de onderdrukking van de meerderheid door een kleine minderheid goedpraten. Dat de kern van de staat echter bestaat uit gewapende repressie werd plots niet alleen door actieve socialisten begrepen. Marikana maakte duidelijk dat de ANC-regering er is om de belangen van de kapitalistische bazen te verdedigen en dat de NUM een belangrijk instrument daartoe is. De zogenaamd neutrale politie, de rechtbanken en de media zijn in feite niets meer dan de private veiligheidsdiensten en professionele lofbetuigers van de grote bedrijven.
Dit leidt meteen tot de zoektocht naar een alternatief voor de arbeidersbeweging. De mijnwerkers volgden eerst in de regio rond Rustenburg en daarna doorheen de rest van het land het voorbeeld van Lonmin om onafhankelijke stakerscomités op te zetten. De voltijdse vertegenwoordigers van de NUM, die vaak tien keer het loon van een normale mijnwerker verdienen, werden uit de vakbondslokalen verjaagd. Het verspreiden, verenigen en coördineren van de stakingsacties in de mijnen dwong de bazen en de regering ertoe om de arbeiderscomités te erkennen. Voor de stakende mijnwerkers gingen de acties van bij het begin ook om het verjagen van de vertegenwoordigers van de bazen uit hun vakbondslokalen en voor het uitbouwen van een politiek alternatief om tot een arbeidersregering te komen. De arbeiders wonnen het vertrouwen in hun capaciteiten om te organiseren, te strijden en te winnen. Het idee van een nieuwe partij, een arbeidersalternatief op het ANC en de gevestigde partij, werd gezien als een dringende noodzaak. De ontwikkeling van de stakerscomités tot een nationaal stakerscomité in oktober 2012 en de oprichting van de Workers and Socialist Party (WASP) in december 2012 waren daar het gevolg van.
Nieuwe strijd op het mijnwerkersfront
Marikana toonde een nieuw niveau van klassenbewustzijn in de Zuid-Afrikaanse arbeidersklasse. De arbeiders moeten dagelijks op verschillende fronten de strijd aangaan, zowel op de werkvloer als waar ze wonen. Als de strijd nu escaleert, is dat omdat het zo niet meer verder kan. Zowel in de arbeidersklasse als onder de kapitalisten zijn er velen die dat beseffen. De politieke en economische tegenstellingen komen opnieuw het sterkste tot uitdrukking in de mijnsector. De stakingsgolf van augustus tot december 2012 heeft geleid tot een verlies aan verkoop ter waarde van 15 miljard rand. Dat heeft de bazen zeker geen plezier gedaan, maar het is niet de oorzaak van de op til staande golf van afdankingen. De aanhoudende neergang van de wereldeconomie heeft al geleid tot een daling van de prijzen voor platinum en goud, dat zet de winsten van de mijnbedrijven onder druk. Die willen daar iets aan doen door het ‘overaanbod’ van mineralen te verminderen en zo de winstgevendheid terug te herstellen. Tegelijk willen ze de hervonden strijdbaarheid van de arbeiders breken.
Voor Marikana gingen de grote mijnbedrijven al na hoe ze de overproductie konden verminderen. Er werden een aantal mijnschachten rond Rustenburg gesloten. De bazen moesten daar omwille van de stakingsbeweging op terugkomen, maar na de stakingsacties werd het offensief verder gezet. Zo was er op nieuwjaarsdag 2013 een lock-out waarbij 6000 arbeiders van Harmony Gold in de mijn Kusasalethu in Carletonville de toegang tot hun werk werden ontzegd. De grootste producent van platinum ter wereld, Amplats, volgde twee weken later. Er werd aangekondigd dat vier schachten en een mijn zouden gesloten worden waardoor 14.000 arbeiders hun job verloren. Onder druk van de regering en de strijdbaarheid van de mijnwerkers werd dat voorlopig beperkt tot drie schachten en 6.000 arbeiders. De AMCU (Association of Mineworkers and Construction Union) is nog bezig met onderhandelingen over dit plan, maar tegelijk wordt het plan al toegepast en wordt erop gerekend dat tegen eind 2013 de volledige herstructurering rond is. Anglo Gold Ashanti wil op een jaar tijd bijna een derde van haar totale productie afbouwen. Het grootste deel van de productie bevindt zich in Zuid-Afrika.
Zoals Amplats is ook Glencore Xstrata een test voor de heersende klasse. Ze begrijpen ook dat een aanval op één groep arbeiders een aanval op alle werkenden is. In 2013 waren er korte spontane stakingen in de hele mijnsector. Bij de oostelijke chroom-mijn van Glencore Xstrata in Tubatse, Limpopo, gingen 2.000 arbeiders in mei in staking tegen het feit dat het bedrijf een blanke voorman verdedigde nadat die een zwarte arbeider racistische verwijten naar het hoofd had geslingerd. Het bedrijf reageerde direct door de staking illegaal te verklaren en de 2.000 arbeiders af te danken. Met de steun van de andere mijnbazen en de internationale speculanten wil Glencore Xstrata de arbeiders een nederlaag toebrengen. Zij vechten voor het behoud van hun jobs en krijgen daarbij de steun van de WASP en Democratic Socialist Movement. Burgerlijke analisten hebben het over de mogelijkheid dat er in de komende vijf (of drie!) jaar tot 200.000 jobs in de mijnsector kunnen verdwijnen. Met een val van de munt, een dalende economische groei, een afname van de inkomsten uit belastingen en stijgende inflatie, werkloosheid en overheidsschulden, kan de Zuid-Afrikaanse hierdoor op de rand van de afgrond balanceren. Pro-kapitalistische analisten vrezen dat dit een volledige sociale crisis kan veroorzaken.
Geen sociale vrede zonder rechtvaardigheid
Bovenop de aanvallen op de jobs in de mijnsector probeert de heersende klasse ook het systeem van collectieve onderhandelingen terug te dringen en er wordt geprobeerd om de repressie van Marikana algemeen mogelijk te maken. Er waren een reeks van ‘vredesakkoorden’ in de nasleep van het bloedbad. Het laatste is het ‘Framework Agreement for a Sustainable Mining Industry’, een document dat voortkwam in onderhandelingen tussen de regering en de officiële bonden waarbij de onderhandelingen werden geleid door vicepresident Kgalema Motlanthe (zelf een voormalige topman van de NUM). Zoals voorheen zal dit akkoord geen effect hebben, het beperkt zich immers tot vage beloften om de levensstandaard in de mijngemeenschappen te verbeteren terwijl de voorstellen om de orde en de tucht op te leggen wel concreet zijn, onder meer door een permanente aanwezigheid van politie en ‘andere veiligheidsdiensten’ aan alle mijnen. Arbeiders en vakbonden worden verantwoordelijk gesteld voor het behoud van de ‘vrede’ terwijl de bazen zich voorbereiden op oorlog. De dreigementen en het geweld (met inbegrip van moorden) tegen arbeidersleiders van de AMCU gaan intussen door. Dit leidt vaak tot bloedige wraakacties.
Het ‘Framework’ is onderdeel van de poging van de ANC-regering om aan de mijnbazen en de heersende klasse in het algemeen aan te tonen dat het de controle op de situatie kan houden. Het is geen toeval dat het akkoord werd opgemaakt op het ogenblik dat de loononderhandelingen in de goud- en platinumsector werden opgestart. Dat zijn al jarenlang de meest gepolariseerde onderhandelingen – met bvb een eis van een loonsverhoging met 120% terwijl de goudbazen slechts 5% willen geven. De aanval op de Democratic Socialist Movement en de poging om leden van de DSM verantwoordelijk te stellen voor de zogenaamde ‘anarchie’ in de mijnsector (met een poging om Liv Shange uit het land te houden), vormen eveneens onderdelen van de pogingen om de strijdbaarheid van de mijnwerkers te ondermijnen.
Ondanks alle pogingen van het ANC wijzen de interne scheuren erop dat het vertrouwen in de capaciteit van de partij om stand te houden nog moet hersteld worden. De fractie rond Zuma lijkt erg machtig, maar de paranoia van deze fractie geeft aan dat anderen (bvb rond vice-voorzitter Cyril Ramaphosa) eveneens een rol kunnen spelen. De heersende klasse is steeds meer op zoek naar een plan B buiten het ANC. Het opzetten van Agang-SA, een nieuwe partij onder leiding van voormalige mijnbaas en Wereldbank-directeur Mampela Ramphele, is zo’n experiment. De rechtse oppositiepartij Democratic Alliance doet er alles aan om andere partijen op te slorpen in een ‘super-oppositie’.
De uit het ANC gezette voormalige jongerenvoorzitter Julius Malema is nu de centrale leider van de ‘Economische Vrijheidsstrijders’. Deze kracht wil kapitaliseren op de huidige situatie en doet dat met een programma van radicale eisen. Er wordt verwacht dat het ANC volgend jaar bij de verkiezingen voor het nationale en de regionale parlementen zwaar zal verliezen.
Een jaar na Marikana is de Zuid-Afrikaanse arbeidersklasse net begonnen met de heropbouw van eigen organisaties. AMCU, de vakbond die in de mijnen van Rustenburg een groot deel van het lidmaatschap van NUM overnam, moet nog aantonen of het de test van de praktijk doorstaat. De afdankingen en sluitingen die nu op de agenda staan, zullen daar duidelijkheid over brengen. Het gebrek aan een strategie op basis van actieve strijd is echter verontrustend. Cosatu, de vakbondsfederatie waartoe NUM behoort, lijkt zich niet te kunnen herstellen na de historische capitulatie in Marikana. De leiders van COSATU hebben in de praktijk het bloedbad gedoogd en daarna meteen de verantwoordelijken ervoor bij het ANC ondersteund. De vakbondsfederatie heeft geen ernstige campagnes ondernomen. In plaats daarvan wordt de federatie gedomineerd door interne strijd.
Het wordt hoog tijd dat de arbeiders, werklozen, jongeren en studenten de centrale lessen van Marikana trekken. Een belangrijk element daarbij is dat er geen machtiger kracht is dan die van de onafhankelijk georganiseerde en verenigde arbeidersklasse. De Democratic Socialist Movement roept het nationale arbeiderscomité van de mijnwerkers op om een gezamenlijk actieplan op te maken om gecoördineerde acties doorheen de verschillende mijnbedrijven en vakbonden te verenigen tegen de geplande afdankingen en in de strijd voor degelijke lonen en jobs. Er is ook nood aan een nationale actiedag tegen jobverliezen, voor de nationalisatie van de mijnen, banken en grote bedrijven onder democratische controle en beheer van de arbeiders en de lokale gemeenschappen. Zo kunnen we degelijke jobs en leefomstandigheden bekomen met ook huisvesting en onderwijs voor iedereen. Wij komen op voor arbeiderseenheid en roepen alle strijdbare arbeiders op om samen te bouwen aan de WASP. De beste manier om de gevallen arbeiders van Marikana te herdenken, is door een politiek wapen te creëren waarmee we hun moordenaars voor eens en voor altijd kunnen stoppen. Dat wapen is een massale arbeiderspartij met een socialistisch programma.
-
Campagne leidt tot resultaat: Liv Shange is terug in Zuid-Afrika!
We wezen eerder op het feit dat de Zuid-Afrikaanse autoriteiten er alles aan deden om de linkse socialiste Liv Shange uit Zuid-Afrika weg te houden (zie ons artikel van eind juni). Liv heeft samen met haar Zuid-Afrikaanse partner kinderen en woont al jaren in het land. De reden voor de poging om haar buiten te houden, is de rol die Liv en de Democratic Socialist Movement spelen in het organiseren van het arbeidersverzet, onder meer bij de stakingsgolf in de mijnsector die bekend raakte met het bloedbad in Marikana. Na een solidariteitscampagne is Liv gisteren zonder problemen naar Zuid-Afrika kunnen terugkeren. We bedanken iedereen die Liv gesteund heeft met protestmails. Enkele foto’s van haar ontvangstcomité op de luchthaven.
Foto’s van de Democratic Socialist Movement (Zuid-Afrika)
-
Zuid-Afrika. Massaal jobverlies dreigt in mijnsector
De nieuwe Workers and Socialist Party (WASP), zelf mee voortgekomen uit het mijnwerkersprotest vorig jaar, verwerpt de plannen van Amplats om 6.000 jobs te schrappen en steunt de stakingsplannen van de arbeiders van Amplats. Dat bedrijf valt onder Anglo American, de grootste producent van platinum ter wereld. Tegenover de dreiging van jobverlies in de mijnsector is er nood aan een algemene 24-urenstaking.
Voor iedere arbeider van Amplats zijn er zes tot tien mensen die mee afhankelijk zijn van dit loon. Iedere job in de mijnsector leidt bovendien tot 26 andere jobs in de buurt. De geplande jobverliezen bij Amplats zijn dan ook rampzalig voor de mijnwerkers, hun families en arbeidersbuurten in het algemeen. De jobverliezen komen bijzonder hard aan omdat het duidelijk is dat de volledige mijnsector en de grote bedrijven in Zuid-Afrika Amplats als testcase zien. Als de arbeiders van Amplats neergaan, zullen anderen volgen. Het zou wellicht leiden tot massale jobverliezen doorheen de volledige economie.
De WASP roept de arbeiders van Amplats, de arbeiderscomités en de vakbonden in de sector op tot een mobilisatie voor een eengemaakte en goed georganiseerde strijd. We roepen de georganiseerde arbeiders, in het bijzonder de arbeidersfederaties, op tot een algemene 24-urenstaking als startpunt voor een campagne van opeenvolgende acties waarmee de volledige arbeidersklasse wordt verenigd in een strijd tegen de afdankingen bij Amplats en elders.
14.000 jobs bedreigd
Kapitalistische analisten haalden uit naar Amplats omdat het zou buigen voor het arbeidersprotest. Aanvankelijk werd immers aangekondigd dat 14.000 jobs bedreigd waren, maar dat werd terug gebracht tot 6.000. Investeerders zijn op wraak uit en willen terugkomen op de toegevingen die ze moesten doen na de stakingsgolf in de mijnsector in de tweede helft van 2012. Amplats is in feite niet terug gekomen op de beslissing om de productie te verminderen en 14.000 jobs te schrappen. Enkel de timing is veranderd. De eerste 6.000 jobs die verdwijnen, zijn slechts een eerste stap. Analist Peter Montalto stelde vast dat er “op langere termijn een zelfde aantal jobs verdwijnt als oorspronkelijk gepland” (iol.co.za, 13 mei 2013).
Als onderdeel van de herstructurering in de volledige sector, zouden er de komende vijf jaar tot 200.000 jobs kunnen verdwijnen. Het patronaat van de mijnen probeert op de kap van de arbeiders en hun gezinnen de winstmarges in stand te houden. Dat is waarom Anglo Gold Ashanti aankondigde dat de productie wordt gemechaniseerd en Sibanye Gold kondigde aan dat er in de mijnen van Gauteng 5.000 arbeiders “te veel” zijn, er zullen ook 3.000 ontslagen vallen bij het sluiten van de mijn Beatrix West. De scherpste val van de goudprijzen sinds 1983, de vertraging van de Chinese economie en het aanhoudende jobverlies in de VS, Europa en Japan zorgt ervoor dat verschillende mijnbedrijven het voorbeeld van afdankingen zullen volgen. Een snelle uitbreiding van de jobverliezen in de mijnsector en daarmee verbonden sectoren kan ertoe leiden dat het vooruitzicht van 200.000 bedreigde jobs nog een conservatieve inschatting is. En dat op een ogenblik dat de reële werkloosheid in het afgelopen kwartaal 38% bedroeg volgens cijfers van Stats SA. De officiële werkloosheidsgraad staat op 25,2%, maar dat cijfer omvat enkel diegenen die in de afgelopen twee weken optimistisch genoeg waren om naar werk te zoeken.
Ondanks de enorme rijkdom bij de bedrijven die decennialang recordwinsten incasseerden, wordt in de media een hevige campagne tegen de arbeiders gevoerd. In die propaganda worden de enorme winsten bewust verzwegen. Er wordt steeds gewezen op de afname van de winstgevendheid als gevolg van de dalende vraag en het bijhorende overaanbod aan platinum op een door crisis gekenmerkte wereldmarkt. De productie moet dan ook sterk worden verminderd.
Het ziet er niet naar uit dat de globale economische crisis snel ten einde zal komen. De bazen vrezen dan ook een verdere afname van de vraag. Ze stellen maatregelen voor om hun winsten te beschermen tegen een dalende vraag op korte, middellange en lange termijn. Ze willen uiteraard niet raken aan het paradijs voor henzelf waarbij een arbeider 300 jaar zou moeten werken om te verdienen wat een CEO op een jaar tijd verdient en waar de winsten van de negen grootste mijnbedrijven in 2011 zou volstaan om iedere mijnwerker een maandloon van 88.000 Rand te betalen (7300 euro).
De echte agenda van de bazen van Amplats, de mijnbazen en de volledige kapitalistische elite is om de rug van de arbeiderseenheid en het verzet te breken en de krachtsverhouding van voor Marikana te herstellen. De arbeiders hebben terecht gesteld dat de moorden van de afgelopen dagen, waaronder die op AMCU-leider Mawethu Steven, geen toeval waren. Het is dezelfde werkwijze als vorig jaar: duistere moorden door onbekende krachten die de politie niet kan identificeren, laat staan arresteren, om een klimaat van terreur en verdeeldheid te zaaien onder de arbeiders. Met een verdeelde arbeidersklasse hopen de bazen hun besparingen door te voeren en de verwachte acties bij de loonsonderhandelingen uit te zitten.
Het enige alternatief voor de arbeiders is om zich te verenigen en de strijd aan te gaan. Dat is de enige manier om te vermijden dat de kapitalisten over de gebroken ruggen van hun arbeiders stappen om hun systeem in stand te houden.
Als Amplats de geplande jobverliezen kan opleggen, zou dit een nederlaag zijn voor de gehele arbeidersklasse. Het zou leiden tot gelijkaardige aanvallen in andere bedrijven. Ook de publieke sector zou niet gespaard blijven, de overheidsinkomsten staan immers onder druk. De staatsschuld neemt toe waardoor alleen de intrest betalen al een forse hap uit de begroting vereist. De huidige schulden zijn onhoudbaar en bedreigen de reeds weinig stabiele munt. Voor het eerst sinds 1994 is de kredietwaardigheid van het land herzien. Het is niet moeilijk om te voorspellen dat de regering niet zal raken aan de enorme winsten van de bedrijven maar wel zal besparen op de kap van de uitgaven en de publieke dienstverlening. Het zal het aantal jobs nog verder onder druk zetten en ook de druk op de lonen zal niet bijdragen aan een uitbreiding van de sociale welvaart.
WASP meent dat de crisis in de mijnindustrie een uitdrukking is van de crisis in de kapitalistische economie als geheel. De onverzoenbare belangen van de kapitalistische klasse en de arbeidersklasse botsen met elkaar. Private winsten gaan niet samen met het invullen van sociale behoeften.
De enige manier om niet alleen jobs te redden maar er ook bij te creëren, is door de mijnindustrie samen met andere sleutelsectoren te nationaliseren onder democratische controle en beheer van de arbeidersklasse. Dat is de enige manier om ervoor te zorgen dat de economie de behoeften van de overgrote meerderheid van de bevolking centraal stelt en dat de productie wordt afgestemd op de reële behoeften. Het zou de mogelijkheid bieden om de werkweek te verkorten en degelijke jobs voor iedereen te creëren door het beschikbare werk te herverdelen zonder loonverlies.
-
Zuid-Afrika. De eerste stappen van de Workers and Socialist Party in de eenmaking van strijd
Na de succesvolle lancering van de Workers and Socialist Party (WASP) is er nu de campagne om de partij geregistreerd te krijgen en wordt tegelijk gebouwd aan een sterkere inplanting en aan structuren voor de partij doorheen het hele land. De centrale campagne is er die voor echte jobs, degelijke lonen en goede arbeidsomstandigheden voor het personeel van de publieke sector. Dat wordt gekoppeld aan de strijd voor toegang tot basisdiensten zoals elektriciteit en huisvesting in arbeidersbuurten. Er wordt ook verder opgekomen rond de eisen van de mijnwerkers voor een degelijk inkomen en tegen de sluiting van mijnen.
De Democratic Socialist Movement (DSM) bouwt samen met activisten uit de mijnwerkersstrijd aan de nieuwe arbeiderspartij WASP. Dat gebeurt onder meer met protestacties in de mijnwerkersbuurten rond Johannesburg en in Limpopo. Op 1 mei houdt de WASP een eigen betoging in Carletonville, een goudmijnstad ten zuiden van Johannesburg. Op die betoging willen we de verschillende campagnes bijeenbrengen onder de eis voor de nationalisatie van de mijnsector onder democratische controle van de arbeiders en hun gemeenschap.
De werkloosheid loopt enorm sterk op en de regering heeft er geen antwoord op. De ANC-regering komt niet verder dan voorstellen als ‘Community Work Programme’ (CWP) en Home Based Care, waarbij werklozen voor erg lage lonen jobs moeten uitoefenen. Soms krijgen ze amper 50 dollar per maand! Dergelijke slavenarbeid wordt ingezet voor erg belangrijke taken zoals het onderhoud van de straten, volwassenenonderwijs, basisgezondheidszorg voor de meest hulpbehoevenden,… Dat zijn taken die door de publieke sector moeten opgenomen worden. In plaats van dat te doen, laat de regering dergelijke taken over aan een vorm van ‘liefdadigheid’ gekoppeld aan extreme uitbuiting waar enkel een aantal uitzendkantoren rijk van worden. Die mogen immers de ‘vrijwilligers’ leveren die via hun bijdrage ‘werkervaring’ op doen terwijl ze daar amper voor betaald worden. WASP probeert arbeiders die in deze stelsels werken bijeen te brengen in een arbeiderscomité.
In heel wat arbeidersbuurten moet de bevolking een strijd leveren om de basisbehoeften ingevuld te krijgen. In Wedela, een township op een steenworp van de mijnen van enkele grote goudbedrijven, besloot de gemeenteraad onder leiding van het ANC om de elektriciteit af te sluiten bij de honderden mensen die de steeds stijgende prijzen niet meer konden betalen. Enkele maanden na de mijnwerkersstaking van vorig jaar en enkele weken na de strijd tegen de poging tot lock-out door Harmony Gold waarbij 6.000 arbeiders de toegang tot het bedrijf ontzegd werden, moest die maatregel van het lokale ANC-bestuur wel tot protest leiden. Er wordt een campagne ‘Operatie Khanyisa’ (‘Operatie doe het licht aan’) gevoerd door voornamelijk jonge activisten die tegelijk ook de WASP uitbouwen.
De werkenden en werklozen moeten op zoek naar brandhout in de bossen, ze halen water uit lokale rivieren die vervuild zijn door de lokale mijnen. De grote mijnbedrijven maken intussen miljardenwinsten. Mijnwerkers worden geconfronteerd met onveiligheid in de mijnen. Tegen juli zouden 14.000 mijnwerkers in Rustenburg wel eens hun werk kunnen verliezen. De grootste platinumproducent ter wereld, Anglo Platinum, wil immers een ‘herstructurering’ doorvoeren om de winstmarges veilig te stellen op een ogenblik dat de wereldwijde crisis tot een dalende vraag leidt. Als dit sociaal bloedbad er effectief komt, kan het snel gevolgd worden door nieuwe aanvallen in andere mijnbedrijven. De dalende goudprijzen kunnen een effect hebben op de tewerkstelling in de goudmijnen. Voor de kapitalisten gaat het om tijdelijke maatregelen, maar dan wel ten koste van de arbeiders. Over de langere termijn maken de mijnbaronnen zich geen zorgen, ze weten immers dat ze de controle hebben over de grootste mineraalvoorraden ter wereld voor een geschatte waarde van minstens 2,5 triljoen dollar. Het echte gevaar voor hen ligt elders, bij de mogelijkheid van een nieuwe opleving van het conflict met de mijnwerkers.
De ANC-regering heeft haar pro-kapitalistische opstelling nog eens duidelijk gemaakt. In december werd op het partijcongres beslist om de mogelijkheid van nationalisatie te verwerpen. President Zuma verklaarde dat ‘gewelddadig protest’ de eerste prioriteit is in de strijd tegen ‘misdaad’. De vakbondsfederatie Cosatu, die in een alliantie met het ANC zit, kent steeds meer interne spanningen die meermaals tot geweld hebben geleid. De kwestie van een nieuwe arbeiderspartij en onafhankelijke arbeiderscomités is dan ook bijzonder dringend.
Het is een race tegen de tijd, maar we doen er alles aan om de WASP uit te bouwen en de verschillende strijdbewegingen te verenigen. Er is nu een begin van structuur voor de WASP in alle negen de provincies. Er zijn belangrijke lagen van werkenden bij het initiatief betrokken, onder meer in de sectoren van gemeentepersoneel en transport. We hopen dat 1 mei het begin kan vormen voor een nationale campagne voor degelijk werk, goede lonen, huisvesting, elektriciteit en andere basisdiensten alsook voor de nationalisatie van de mijnsector.