Tag: zorgsector

  • Sint-Pietersziekenhuis in Brussel: personeel voert actie tegen privatisering bewaking

    Foto: ACOD LRB Brussel

    De directie van het UMC Sint-Pieter, één van de grote openbare ziekenhuizen in Brussel, wil de bewaking privatiseren. Het UMC Sint-Pieter is geen ziekenhuis als de andere: het is zowel een universitair ziekenhuis (meer dan 500 bedden, 2800 personeelsleden waaronder vele specialisten) als een stadsziekenhuis, dat wil zeggen een instelling waar ambulances dag en nacht mensen aanvoeren die dringend verzorging nodig hebben: Covid, hartincidenten, slachtoffers van gevechten of ongevallen, mensen onder invloed van alcohol of verdovende middelen …

    door Guy Van Sinoy

    Op de spoeddienst heeft de bewaking vaak veel werk om geagiteerde patiënten te kalmeren en om ervoor te zorgen dat de eerste zorgen in een serene omgeving kunnen toegediend worden. Daarnaast is er uiteraard de bewaking van de dagelijkse activiteiten van het ziekenhuis die niet verbonden zijn met de spoed. Dit alles is het hele jaar door, elke dag gedurende 24 uur nodig.

    Zonder het minste overleg

    Op 19 april besliste de raad van bestuur van het UMC Sint-Pieter, voorgezeten door Brussels parlementslid Mohamed Ouriaghli (PS), zonder de minste vorm van overleg om de bewaking te privatiseren. Hierdoor dreigen 30 overheidsjobs te verdwijnen. De vakbonden in de sector (ACOD-LRB, ACV en VSOA), gesteund door ACOD-Politie, reageerden tegen deze beslissing. Op 23 mei probeerden ze de kwestie op de agenda van de gemeenteraad van Brussel te krijgen, maar dit werd geweigerd. Op 30 mei trok een delegatie van ACOD-LRB naar het huis van de voorzitter van de raad van bestuur in de hoop hem te kunnen spreken. Tevergeefs.

    Er volgde een petitie tegen de privatisering van de bewaking. Deze werd door 634 personeelsleden ondertekend en werd begin juni aan de directie overhandigd. Ook daar werd niet op gereageerd. ACOD-LRB besliste daarop een referendum over de privatisering van de bewaking te houden onder het volledige ziekenhuispersoneel. Een opiniestuk ter ondersteuning van dit initiatief werd ondertekend door een honderdtal academici en prominenten uit de filmwereld (de gebroeders Dardenne, Ken Loach) en verscheen in de media.

    Referendum

    Op initiatief van ACOD-LRB was er van 14 tot 16 juni een referendum over de privatisering van de bewaking. Het voltallige personeel werd uitgenodigd om hieraan deel te nemen. Om betwistingen over de resultaten te voorkomen, werd het toezicht op het referendum en het tellen van de stemmen toevertrouwd aan een team van academici van de ULB.

    De medische directie van het ziekenhuis reageerde uiterst negatief op dit referendum en stuurde een open brief aan alle personeelsleden. Op provocerende wijze werd daarin gesteld dat de vakbonden geen monopolie hebben op de verdediging van de openbare diensten, dat er geen publiek debat moet gevoerd worden over de privatisering en dat dit “geen televisieshow is.” De directie beroept zich op het bestaan van misbruiken en problemen in de dienst, zonder daar enig concreet bewijs voor aan te dragen. De open brief deed inderdaad niet denken aan een ‘televisieshow’, maar eerder aan een dictatuur.

    Van de 767 uitgebrachte stemmen in het referendum waren er 661 tegen de privatisering, 32 voor, 69 onthoudingen en 5 ongeldige stemmen. “Veel mensen vertelden ons dat ze niet durfden deel te nemen aan het referendum uit angst voor represailles. Dit is een zeer bevredigend resultaat, gezien de intimidatietactiek van de directie,” aldus Marc Lancharro, verpleger en afgevaardigde van ACOD-LRB in het Sint-Pietersziekenhuis.

    Een tweede vraag in het referendum had betrekking op het belang om het personeel te raadplegen bij grote beslissingen over het ziekenhuis. Daar stemden 649 personeelsleden voor, 36 tegen, 69 onthoudingen en 13 mensen vulden geen antwoord in.

    Natuurlijk is dit referendum slechts een stap en is de strijd tegen de privatisering nog niet gewonnen. Maar het is een belangrijke stap die toeliet om in heel het ziekenhuis campagne te voeren en de eenheid van het personeel op te bouwen. Mathieu Verhaegen, voorzitter van ACOD-LRB Brussel, merkte nog op: “We mogen niet vergeten dat het Sint-Pietersziekenhuis al enkele eeuwen gevestigd is in één van de armste wijken van Brussel [de Marollenwijk]. Het begin van de privatisering van bepaalde diensten druist in tegen de sociale rol die het ziekenhuis te vervullen heeft.”

  • 8 maart: strijd is nodig, ook in de zorg!

    Pamflet van Campagne ROSA

    Het zorgsysteem kraakte, maar brak niet, dankzij de toewijding van het personeel. Nochtans zijn de tekorten in de zorg schrijnend. We kregen applaus. We kregen erkenning als een essentieel beroep zonder dewelke de samenleving niet kan functioneren. Maar de nodige middelen voor een betere zorg en betere werkomstandigheden, daar blijven we op wachten. De actiegroep La Santé en Lutte / De Zorg in Actie nam in september 2020 en mei 2021 terecht initiatief om op straat te komen om meer middelen te eisen.

    Leden van Campagne ROSA die ook werken in de zorgsector roepen op om van de Internationale dag van Strijd voor Vrouwenrechten, 8 maart, een volgende actiedag te maken. Strijd voor vrouwenrechten is nauw verbonden met de strijd van het zorgpersoneel!

    Voor een ernstige verloning in de zorgsector

    In sectoren met veel vrouwelijk personeel liggen lonen systematisch lager, ook in de zorgsector dus. De loonkloof in België van 23,1% is één van de uitingen van structureel seksisme: het maakt en houdt vrouwen financieel afhankelijk.

    Het is schandalig dat er in de zorgsector nog steeds personeel is dat minder dan €14/uur verdient. Ook de compensatie voor onregelmatige uren is ondermaats.

    De oorzaak van het personeelstekort is dus niet ver te zoeken: het achterlopen van de arbeids- en loonvoorwaarden van het zorgpersoneel. Ondanks de recente inhaalbeweging via de (geplande) invoering van een nieuwe functieclassificatie en loonhuis (IF-IC) door de sociale akkoorden in de zorgsector is alle achterstand zeker nog niet ingehaald.

    8 maart is ook een dag van strijd voor degelijke lonen, te beginnen met een minimumloon van 14 euro per uur (2300 euro per maand), in de zorg én elders.

    Meer handen!

    Naast die lage lonen, worden we ook nog eens uitgeperst als citroenen. Wij werken ons krom, maar kunnen niet de kwaliteit van zorg geven die we zouden willen. Waarom? Door structurele besparingen en onderinvesteringen met als gevolg permanent personeelstekort en onhoudbare werkdruk. De bedden zijn er maar het personeel ontbreekt.

    De uitstroom is groter dan de instroom, door de pensioengolf maar ook door wie met pijn in het hart voor een andere sector kiest. Een gemiddelde loopbaan in de zorg bedraagt … de volle 7 jaar! Bijna 1/3 viel uit door ziekte, stress en burn-out tijdens de laatste coronagolven. Wie overblijft kan dit niet opvangen: ‘in normale tijden’ is personeelsbezetting al het uiterste minimum – of er onder: we hebben maar twee armen en twee benen.

    We moeten vechten voor een echte herwaardering. Enkel massale investeringen in de zorg kunnen de loon- en arbeidsvoorwaarden bieden om meer mensen naar de zorg te halen en te houden.

    HBO5-degradatie: lapmiddel of brutale besparing?

    VOKA, de Vlaamse patronale organisatie, wil de “tekorten aanpakken” door de zorgsector ‘anders te organiseren’, (lees: het verpleegkundig beroep uithollen). Ze willen HBO5 verpleegkunde degraderen in een derde zorgberoep tussen zorgkundige en verpleegkundige. Dat is in de feiten niets anders dan een schaamteloze, verdoken besparing: wél verpleegkundige taken mogen uitvoeren … maar minder betaald worden!

    30-urenweek als het nieuwe voltijds in de zorg!

    We moeten in de zorg vaak hyperflexibel werken. Een volcontinu werkrooster combineren met een persoonlijk of gezinsleven is voor velen bijna onmogelijk. Omdat ook nog steeds een groot deel van het huishoudelijk werk op vrouwen terug valt, gaan zij het vaakst deeltijds werken. Zij boeten dus in op loon, sociale zekerheid en financiële onafhankelijkheid.

    Een arbeidsduurvermindering met behoud van loon en compenserende aanwervingen zou de zorgsector aantrekkelijker maken en de druk op het zorgpersoneel verlagen. Op lange termijn is dit de enige realistische piste voor werkbaar werk in een overwegend vrouwelijke sector

    Voor een warme zorg in publieke handen, in dienst van de bevolking

    Niet enkel het personeel, maar ook patiënten, bewoners en slachtoffers lijden onder de kapot bespaarde zorg! Méér doen met minder personeel zet de kwaliteit ernstig onder druk. De wachtlijsten in de crisiszorg hebben soms fatale gevolgen. In juni pleegde een 14 jarig slachtoffer van verkrachting zelfmoord nadat ze op een wachtlijst voor psychologische hulp werd gezet bij het UZ Gent. Opnieuw zien we hoe tekorten in de zorg vrouwen het hardst raken. Wachtlijsten duiken overal in de zorg- en welzijnssector op. Meer en meer delen van zorg- en welzijn worden geprivatiseerd. In de rusthuizen betekent dit hogere kostprijs voor de bewoners met minder verzorgend personeel. De directie van de Gentse universiteit wil €500.000 besparen door het kinderdagverblijf uit te besteden aan de privé. De werk(st)ers zullen daardoor minder goede loon- en arbeidsvoorwaarden krijgen. Het kapitalisme wil winst maken op onze zorgbehoefte door van de zorg een bedrijf te maken. Maar dat betekent industrialisering en ontmenselijking van de zorgprocessen, kortom een vermindering van de zorgkwaliteit

    HOEZO, GEEN GELD?

    De farmaceutische industrie maakt duizelingwekkende winsten. De rijkdom is er, de vraag is wie ervan profiteert. In plaats van een handvol super rijken nog rijker te maken zou de industrie ten dienste moeten staan van de zorg en andere essentiële takken van onze maatschappij.

    TIJD VOOR ACTIE! DOE MEE!

    De tekorten die er zijn, treffen vrouwen het hardst! Eisen voor massale investeringen in een gratis, kwaliteitsvolle zorg zijn dus feministische eisen. Ze komen niet alleen vrouwen, maar alle werkenden en de hele maatschappij ten goede. Kom daarom samen met ons op straat op 8 maart.

  • Is de neoliberale trein in de zorg gestopt?

    Regelmatig zie je in de media opiniestukken die stellen dat het met de covidcrisis vanzelfsprekend zou moeten zijn dat de neoliberale besparingspolitici tot inkeer komen. Spijtig genoeg moeten we zoals die bekende Nederlandse zanger vaststellen: ‘dromen zijn bedrog’! Realistischer is om te stellen dat het neoliberalisme ‘even op de pauzeknop moet drukken’. We geven straks twee sprekende voorbeelden.

    door Bart Van der Biest, vakbondsafgevaardigde BBTK-SETCa BHV

    Sinds de financiële crisis van 2008 hebben besparingen, desinvesteringen en toenemende commercialisering van de zorg geleid tot waar we nu staan: een zorgsector die helemaal uitgekleed is.

    Er werd al lang gewaarschuwd voor een zorgcrisis op basis van het dubbele effect van de vergrijzing: toename van de behoeften en complexiteit van de zorg door een verouderende bevolking én de omgekeerde leeftijdspiramide bij het zorgpersoneel. De babyboomers gaan massaal op pensioen en moeten dus op zijn minst vervangen worden. De beleidsmakers stonden erbij en keken ernaar …

    De covidcrisis is de spreekwoordelijke druppel die de emmer deed overlopen. De beleidsmakers deden heel wat toegevingen onder druk van acties terwijl er aan de grond van het probleem niets gedaan wordt. Ondanks het feit dat zowel de federale als de Vlaamse regering met honderden miljoenen gooiden via sociale akkoorden (respectievelijk 1 miljard federaal en 577 miljoen Vlaams) is het effect amper voelbaar op de werkvloer. In een Brabants ziekenhuis heeft men onlangs de term ‘minimumbezetting’ (van personeel) vervangen door de term ‘optimale bezetting. ’ Dit voorbeeld geeft duidelijk aan waar het schoentje wringt in de zorg: minimale dienstverlening wordt plots als ‘optimaal’ verkocht …

    De soap van het Vlaams privatiseringsdecreet

    Het is minstens uniek te noemen dat een Vlaams decreet opgesteld wordt op maat/vraag van één bedrijf: Zorgbedrijf Antwerpen. Dit bedrijf wil zijn vleugels uitslaan over heel Vlaanderen. Om deze veroveringstocht te faciliteren, wil men beroep doen op private partners. Het geld van die private partners is nodig om deze grote ambitie te verwezenlijken. Het Antwerps stadsbestuur bespaart de volgende jaren immers fors op de openbare welzijnsvereniging Zorgbedrijf Antwerpen. De dotatie aan het Zorgbedrijf zal dalen van 39,3 miljoen euro in 2020 naar 28,7 miljoen in 2025.

    Het betreffende Vlaams decreet is niet minder dan de rode loper uitrollen voor de privatisering van de openbare woonzorgcentra en sociale dienstverlening. Commerciële zorggroepen hebben vandaag ruim een derde van de Vlaamse woonzorgcentra in handen. Wat dat betreft, is Vlaanderen aan een inhaalbeweging bezig: in Brussel en Wallonië is dat aandeel zelfs nog een stuk groter (tot 50%). In Vlaanderen krijgen 107 commerciële woonzorgcentra die gelinkt zijn aan drie zorgvastgoedfondsen (Cofinimmo, Care Property Invest en Aedifica) 250 miljoen euro subsidies. De Morgen berekende recent dat daarvan jaarlijks 93 miljoen euro aan huur wegvloeit naar de vastgoedeigenaars. Belastinggeld in de zorg hoort niet naar de zakken van private aandeelhouders te vloeien; dat is nog steeds de heersende opinie bij de bevolking na 40 jaar neoliberalisme. Echter voor de neoliberale politici is er geen vuiltje aan de lucht: er vloeit immers ook massaal geld van de gemeenschap naar de zuivere privéondernemingen buiten de zorg via allerhande constructies en lastenverlagingen. So: what’s the problem?

    Het ontwerp van decreet werd in 2020 gelanceerd en is tot op vandaag niet gestemd vanwege het terechte verzet dat het oproept. Uitstel betekent echter geen afstel.

    Nóg goedkopere arbeidskrachten in de zorg?

    De discussie over de toekomst van de zorgberoepen die momenteel hevig woedt, geeft op een verholen manier het conflict weer tussen enerzijds de reële behoeften van de bevolking en zorgpersoneel versus anderzijds de winsthonger van de privé en de besparingszucht van het beleid.

    VOKA is de grote cheerleader van de elitaire tunnelvisie van de corporatisten op het verpleegkundig zorgdomein. De traditionele beroepsorganisaties wensen een degradatie van de HBO5 verpleegkunde (A2) tot een derde apart zorgberoep tussen de zorgkundige en de verpleegkundige. De uitgesproken neoliberale belangengroep van de werkgevers pleegde hier onlangs een uitgebreide brochure van 23 bladzijden over met als titel: “Radicaal hertekenen van zorgberoepen. Pistes om personeelstekort in welzijn & zorg op te lossen.”

    Wat de motieven van VOKA zijn, wordt duidelijk met enkele citaten uit de brochure:

    Bij de eerste zin valt men onmiddellijk met de deur in huis: “Welzijn en zorg vormen de groeisectoren op de Vlaamse arbeidsmarkt en vertegenwoordigen vandaag bijna 20% van de totale tewerkstelling. De tewerkstelling neemt elk jaar toe met circa 2%.” Met andere woorden: de ondernemers willen hiervan “een graantje” meepikken – of beter gezegd: een volledige graansilo.

    VOKA: “Taakverschuiving kan verschillende vormen aannemen: uitdieping of méér specialisatie, substitutie of delegatie van taken naar lager of anders opgeleide professionals en innovatie. Het is dus niet zo dat taakverschuiving zich vooral richt op het afschuiven van beperkte en eenvoudige taken naar lager opgeleiden.” De hogere, controlerende hiërarchie in de bureau’s mag immers niet vergeten worden.

    VOKA pleit verder voor deregulering met uiteraard op het eerste zicht rationeel klinkende argumenten: “Soepele wetgeving. Een mengelmoes aan wetgeving, normen en financiering beperkt een optimale verdeling van taken en inzet van competenties. Dat zorgt niet enkel voor conflicterende belangen tussen zorgberoepen, maar ook voor een gebrek aan transparantie en inefficiëntie. De discussies over het bewaken van kwaliteit of risico’s, draaien in realiteit meer om inkomsten, financiering en barema’s. Onderhandelen over taakverschuiving is vaak competitief of bedreigend omdat opportuniteiten voor een (nieuw) beroep de degradatie van andere beroepen kan inhouden.”

    En dan volgt de honing aan de baard van de besparingspolitici: “Je kan niet zomaar zorgverleners bijmaken, maar je kan wel het takenpakket herbekijken. Welke taken kunnen we afsplitsen en bundelen tot een aparte job? Als je uitsluitend naar de technische taken kijkt, dan wordt het tekort aan zorgverleners al véél beperkter. Zorg is veel meer dan alleen inspuitingen geven en wassen. Het is ook instaan voor een propere kamer, een praatje maken en maaltijden bereiden. Niet alles moet per se door hoogopgeleid personeel gebeuren. Je hebt een waslijst aan logistieke en andere taken waarvoor je niet noodzakelijk een diploma nodig hebt.” VOKA pleit dus onomwonden voor de bestendiging van tijdelijke noodmaatregelen tijdens de eerste coronagolf waar taken van zorgpersoneel uit handen genomen werden door andere profielen.

    VOKA: “Taken die zorgverleners kunnen schrappen: administratie en registratie, huishoudelijke taken, logistieke taken, transport en … hygiënische basiszorgen” Curieus dat de verpleegkundigen op de werkvloer steeds meer van deze taken op hun boterham gesmeerd krijgen – door de werkgever!

    Wat heeft dit alles met neoliberalisme te maken?

    Onder druk van het neoliberalisme om zogezegd ‘efficiëntiewinsten te boeken’ wordt de zorg systematisch uiteengerafeld in een reeks van aparte zorgprocessen die het liefst door verschillende functies uitgeoefend worden zoals bij de lopende band in een fabriek. Het principe van een holistische, menselijke benadering van de patiënt wordt hierdoor overboord gegooid. Om ‘het overzicht’ te behouden wordt een reeks van controlemechanismen ingebouwd én installeert zich een hiërarchisch waterhoofd dat de weinige handen aan het bed van de patiënt continu op de vingers staat te kijken. De informatisering – de neverending story van checklists – faciliteert dit proces van ontmenselijking van de zorg. Het beeld van een Mexicaans leger doemt op: meer (dikbetaalde) officieren dan (onderbetaalde) soldaten …

    De actiegroep ‘De Zorg in Actie/ La Santé en Lutte’ heeft drie hoofdslogans: méér handen, méér loon én warme zorg. Warme zorg betekent in de praktijk omgeven worden door een betrokken zorgploeg die met genoeg zijn om hun zorgtaken in de breedste zin van het woord uit te voeren en dan hebben we het niet enkel over de technische handelingen die door ‘robotjes aan de lopende band’ uitgevoerd worden zoals de ver-van-mijn-bed hiërarchie en private accreditatie-organisaties het vragen. Of gaan we nieuwe functies introduceren als bijvoorbeeld de patiënt een praatje wil slaan: ‘de aandachtmanager’ die per prestatie – een gesprek van 10 minuten – werkt?

  • Ontslag voor wie vaccinatie weigert? Het zorgpersoneel aanvallen zal het virus niet stoppen

    Het voorstel van verplichte vaccinatie van zorgpersoneel leidde in de sector en daarbuiten tot heftige reacties. Het werd ook door voorstanders van vaccinatie – zoals wijzelf – als een klap in het gezicht ervaren. Sommige directies verklaarden ronduit dat ze het niet trekken zonder niet-gevaccineerd personeel. Het personeelsgebrek maakt dat geen enkele collega kan gemist worden.

    door Nicolas Croes uit maandblad De Linkse Socialist

    Exponentieel tekort aan handen

    Professionals in de sector luiden al langer de noodklok. België heeft één van de hoogste aantallen patiënten per verpleegkundige in heel Europa. Ziekenhuisbedden zijn niet beschikbaar wegens gebrek aan zorgpersoneel. De arbeidsomstandigheden zijn weerzinwekkend en slopen zelfs de meest gemotiveerden: de werklast is te hoog, de werkomgeving wordt ondraaglijk gemaakt door de administratieve last en door de druk om winstgevend te zijn. Er wordt geen rekening gehouden met de emotionele belasting of deze wordt niet opgevolgd, enz. Een meerderheid van het personeel houdt het na 5 tot 10 jaar voor bekeken in de zorg.

    In normale tijden is de realiteit van de sector al niet mals voor het sociale leven van het personeel: 37% werkt op zondag (20% in andere sectoren), 44% werkt op zaterdag (36% in andere sectoren), 39% werkt ‘s avonds (34% in andere sectoren) en 18% werkt ‘s nachts (11% in andere sectoren).

    De pandemie heeft alles nog erger gemaakt. Arnaud Bruyneel, een verpleegkundige die doctoreert over de volksgezondheid, stelde: “Vóór de crisis (COVID) bedroeg de prevalentie van het burn-outrisico ongeveer 36%. In april 2020 hebben Pierre Smith (doctoraatsstudent aan de UCL) en ik een studie uitgevoerd bij 4.500 Franstalige verpleegkundigen. Wij stelden vast dat deze prevalentie tot 70% was gestegen. Je zou kunnen zeggen dat dit cijfer verdubbeld is als gevolg van de pandemie.” Hij merkte nog op: “De extra middelen voor de zorg zijn bestendigd. Dat is positief. Maar we zien het niet op het terrein omdat er niet aangeworven wordt.”

    Het zal er niet snel op verbeteren. Bijna de helft van het huidige zorgpersoneel is tussen 45 en 65 jaar oud en een vijfde is ouder dan 55 jaar. Reeds voor de pandemie waren er minder inschrijvingen voor zorgopleidingen. De wijze waarop de pandemie aangepakt is, zal er niet toe bijdragen dat die curve omgebogen wordt. 

    De sector schreeuwt al lang om hulp. Het personeel moest aan het begin van de pandemie zonder aangepaste uitrusting naar het ‘front’. De extra middelen komen er slechts druppelsgewijs door en volstaan niet om de verwoestingen van de chronische tekorten te compenseren. De aankondiging van de regering dat ze niet-gevaccineerde collega’s wil afdanken, sloeg dan ook in als een bom.

    Wat moet er gebeuren?

    Naar schatting zijn momenteel meer dan negen op de tien mensen in de Belgische zorgsector gevaccineerd. Zoals De Linkse Socialist vorige maand opmerkte, moet het personeel zo veilig mogelijk kunnen werken en hebben patiënten het recht om in een zo gezond mogelijke omgeving te worden verzorgd. In plaats van verplichte vaccinatie moet er regelmatig getest worden om eventuele gevallen van Covid-19 onder het personeel op te sporen.

    Het dagelijks testen van het personeel zou nuttig zijn om de eenheid onder het personeel te bewaren en de tijd te hebben om campagnes te voeren op de werkvloer om collega’s te overtuigen van het nut van het vaccin. Het zou ook nuttig zijn om besmettingen op te sporen onder gevaccineerd personeel. Dit vereist natuurlijk middelen voor extra personeel, uitrusting en laboratoria. Er zijn ook andere mogelijkheden, zoals het inzetten van niet-gevaccineerde zorgverleners voor administratieve of andere taken waarbij elk contact met collega’s en patiënten wordt vermeden.

    Meer structureel zijn er geen 36 manieren om dit te doen: er zijn massale overheidsinvesteringen in de sector nodig om de zorgberoepen op te waarderen en betere werkomgevingen te creëren, zodat mensen worden aangemoedigd om in de sector te komen werken én te blijven.

    Solidariteit in de praktijk brengen

    Het is het neoliberale beleid van de verschillende opeenvolgende regeringen dat ons gezondheidsstelsel heeft uitgehongerd. De autoriteiten proberen verdeeldheid te zaaien en de aandacht af te leiden door de niet-gevaccineerden overal de schuld van te geven.

    Het is positief dat de vakbonden in de sector meteen reageerden en nog voor de kerstvakantie actie voerden tegen dit wetsontwerp. De regering moest terugkrabbelen en probeerde tijd te winnen door te rekenen op de eindejaarsperiode. Op de betoging van 7 december werd er helaas geen campagne naar een nationale betoging eind januari aangekondigd. Dat had nochtans een kans geboden om het verzet tegen de verplichte vaccinatie nog duidelijker te koppelen aan de eis van meer middelen voor de zorg en mogelijk zelfs aan die voor de nationalisatie van de farmasector onder controle en beheer van de gemeenschap. Nadien kreeg de regering wel nog een klap in het gezicht vanuit de culturele sector. Het is duidelijk dat actieve strijd en mobilisatie essentieel zijn om onze belangen te verdedigen!

  • Woedend zorgpersoneel neemt Brusselse straten in: meer middelen voor zorg nu!

    Duizenden mensen uit de zorgsector betoogden vandaag in Brussel. Het zit hoog bij dat personeel: de voorbije maanden werd keihard gewerkt en stond de sector onder enorme druk. Een groeiend aantal collega’s kan niet meer. Er kwamen beloften van extra middelen voor de zorg, maar die volstaan niet en bereiken slechts met mondjesmaat de werkvloer.

    Op de werkvloer weerklinkt de roep om meer middelen voor zorg vandaag bijzonder luid. De betoging was daar een uitdrukking van. Er werden tot 2.000 deelnemers verwacht, maar het waren er minstens 6.000. Dat dit onvoorzien veel was, bleek ook uit het feit dat de betoging van het voorziene parkoers afweek. Betogers blokkeerden even de kleine ring, waarbij ze van automobilisten die in de file vastzaten heel veel steun kregen. Aan de Wetstraat stonden agenten achter friese ruiters. Toen de betoging aangevoerd door brandweerlieden voor hen stonden, namen enkele agenten uit respect hun helm af.

    De directe aanleiding voor de betoging is het voorstel om wie zich niet vaccineert af te danken. Alle helpende handen zijn nodig, klinkt het onder het personeel zelf. In plaats van werk te maken van meer investeringen in zorg, richt de regering zich tegen een deel van het personeel en dreigt ze hiermee de sector nog meer onder druk te zetten. Dat ervaart een groot deel van het zorgpersoneel als een mes in de rug.

    Op de actie waren er veel zelfgemaakte bordjes van mensen die het niet gewoon zijn om aan syndicale acties deel te nemen. Velen maken duidelijk dat ze geen probleem hebben met het vaccin, maar wel met sancties tegen collega’s die niet gevaccineerd zijn. “Vaccin: ja, sancties: neen”, was de mening van heel wat betogers, zelfs indien er hier en daar verwarring was over het nut van het vaccin.

    De betoging toonde een enorme woede onder het zorgpersoneel. Twee jaar na het begin van de pandemie kreunt de sector nog steeds onder de tekorten. Het personeel heeft nu al maandenlang een tandje bijgestoken. Hoeveel langer houdt het dit nog vol? Een ernstige aanpak van de gezondheidscrisis start met een massaal publiek investeringsplan in de zorg om de sector aantrekkelijker te maken, dat wil zeggen werkbaar werk aan degelijke lonen en met voldoende collega’s en goede infrastructuur. Investeren in de zorgsector is noodzakelijk voor de gezondheid van iedereen.

    [embed-google-photos-album https://photos.app.goo.gl/RwQnMTaqaPnGKZTV9]

  • De zorgsector is ziek

    Na de staking in Waalse en Brusselse ziekenhuizen: dit was pas het begin!

    Door een verpleegkundige

    De situatie in ziekenhuizen was voor de pandemie al lang moeilijk. Er is overal een tekort aan personeel, de werkdruk is alleen maar toegenomen, verpleegkundigen brengen steeds meer tijd door achter een dossier in plaats van aan het bed, en de lonen zijn zeer mager in verhouding tot de verantwoordelijkheid en de zwaarte van het werk. De vermoeidheid van het personeel is chronisch, dagelijks overwerk is de norm, het absenteïsme neemt toe (36% meer, wat soms neerkomt op 45% absenteïsme in dezelfde afdeling) en collega’s worden niet vervangen. Voeg bij dit alles het gebrek aan erkenning van de zwaarte van het beroep van verzorger. Het resultaat? Het werk is helemaal niet aantrekkelijk. In 2019 verklaarde Thierry Amouroux, woordvoerder van de Nationale Vakbond van Verpleegkundigen SNPI CFE-CGC, dat 30% van de jonge afgestudeerden het beroep van verpleegkundige binnen 5 jaar na het afstuderen verlaat.

    De pandemie heeft de druk op de gezondheidszorg opgevoerd, maar heeft ook meer aandacht gevestigd op de rampzalige situatie in de sector. Het zorgt voor meer debat in de samenleving over de rol van zorg, de financiering ervan en de nefaste kapitalistische logica erachter.

    Dankzij de mobilisatie van de witte woede werd een fonds van 402 miljoen euro per jaar bekomen voor de opleiding en aanwerving van personeel. De realiteit is echter dat er zeer weinig jobs bijkwamen die werkelijk nuttig zijn voor een structurele verbetering van de arbeidsomstandigheden. De directies waren niet voorbereid om effectief personeel aan te werven.

    Ook het budget van 600 miljoen euro voor de verbetering van de zorg is ontoereikend. Enerzijds zal 500 miljoen euro van de enveloppe worden besteed aan de tenuitvoerlegging van de nieuwe IFIC-schaal, een overeenkomst die jaren geleden werd ondertekend om de openbare en de particuliere sector te harmoniseren, waarbij 6% toegevoegd wordt bij de totale loonmassa. Het loonmodel herschrijft de loonevolutie over de hele loopbaan maar is géén loonsverhoging an sich. Deze overeenkomst is overigens niet voor iedereen gunstig. De 100 miljoen die bestemd is voor betere arbeidsomstandigheden (organisatie van de vakanties, opleidingsplannen, organisatie van de werktijden …) volstaat niet. De werkgeversfederaties blokkeren al drie jaar het sluiten van een sociaal akkoord over de ziekenhuisnetwerken, ze zetten netwerken op zonder enig overleg. Kortom, de extra middelen zijn welkom maar onvoldoende om de structurele problemen in de sector op te lossen.

    Om al deze redenen werd op 17 juni in de Waalse en Brusselse ziekenhuizen gestaakt. De oproep werd massaal opgevolgd. Collega’s die nog nooit staakten, deden dit nu wel. Er waren hele afdelingen gesloten terwijl andere werkten op zondagsbezetting. De actiebereidheid was nog nooit zo groot. Het maakte dat directies personeel moesten opvorderen om aan een minimumbezetting te komen. In enkele ziekenhuizen en in bepaalde diensten (oncologie, spoed …) kon niemand staken omdat er al in minimumbezetting werd gewerkt. Het hield de collega’s niet tegen om het werk te onderbreken om het protest te steunen. Stakers en soms ook enkele patiënten verzamelden voor de ziekenhuizen om actie te voeren.

    De stakingsaanzegging werd voor 15 dagen opgeschort in afwachting van een collectieve arbeidsovereenkomst die uiterlijk op 12 juli moet rond zijn. We mogen nu niet stoppen. Het zorgpersoneel toonde haar kracht. De onhoudbare situatie in de ziekenhuizen zorgt voor onrust onder het personeel, maar ook tot veel solidariteit onder de collega’s. We kunnen dit momentum gebruiken om een sterke en verenigde beweging op te bouwen die in staat is om toegevingen af te dwingen. Het fundamentele probleem van de zorg is de steeds grotere nadruk op de marktwerking. Dat moet stoppen! Akkoorden om de arbeidsvoorwaarden te verbeteren en de sector aantrekkelijker te maken, zijn noodzakelijk maar niet genoeg. Er is een massale publieke investering in de sector nodig. Zorg moet toegankelijk zijn voor iedereen. Dat kan het best in een nationale gezondheidsdienst gecontroleerd door het personeel en de gemeenschap.

  • Interview. “Na drie Covid-golven willen we werkbaar werk en warme zorg”

    Interview met een verpleegkundige van het UZ in Gent. 

    Hoe kwamen drie Covid-golven aan bij het zorgpersoneel? Het hakte er duidelijk op in, temeer omdat alle vooraf bestaande tekorten de aanpak van de gezondheidscrisis moeilijker maakten. We spraken met een verpleegkundige van het UZ in Gent.

    Uit maandblad De Linkse Socialist

    “Nu de derde golf terug afneemt, is er meer hoop op de werkvloer. Onze collega’s zijn allemaal gevaccineerd, maar onze partners of ouders vaak nog niet. Toch is er het gevoel dat het einde in zicht is. Veel collega’s zijn wantrouwig over de vele versoepelingen, naast de hoop is er namelijk ook veel angst. Wat indien er varianten verspreid geraken waarvoor het vaccin niet werkt? Gaan we dan terug naar af? Zolang het virus ergens in de wereld verder kan ontwikkelen, is er het gevaar van nieuwe varianten.”

    “Veel collega’s hebben het moeilijk gehad het voorbije anderhalf jaar. Veel van ons hebben schoolgaande kinderen. Er waren drie collega’s van wie een kind positief getest werd in de derde golf. Ze zijn blijven werken, maar dat zet natuurlijk druk op hun partner. Veel ouders zien af in deze gezondheidscrisis, de psychologische problemen zijn groot. Dit weegt ook op de werkvloer door.”

    “Soms werd van hogerhand beslist om patiënten die eigenlijk op intensieve zorg moesten liggen toch op een gewone afdeling te laten. Dat verhoogt de druk op het personeel. De opgang van een golf is het moeilijkste: er is dan onzekerheid over wie zal moeten schakelen naar de Covid-afdelingen. Maar ook nu blijft het hectisch: veel operaties zijn uitgesteld, waardoor er vaak ook grotere risico’s zijn. De wachtrijen voor revalidatie zijn langer, de druk op alle diensten is groter.”

    “Ondertussen groeit het gevoel dat de ‘normale gang van zaken’ voorheen eigenlijk al niet normaal was. Elk jaar zijn er problemen met de verlofregelingen. Nu is de kwaadheid daarover groter: we hebben extra hard gewerkt in onzekere uren en hebben nu niet eens zekerheid over onze vakantie. Het applaus bij het begin van de pandemie was hoopgevend. We kregen toen ook een goodie-bag van het ziekenhuis. Dat is sympathiek, maar het biedt geen antwoord op wat we nodig hebben: meer personeel. Als er nu iemand ziek valt, moeten we het op de afdeling zelf oplossen. Er is onvoldoende volk voor mobiele ploegen. Als iemand uitvalt, moet de rest extra hard werken en soms op onverwachte momenten inspringen. Probeer dat maar eens te doen als je thuis met jonge kinderen zit!”

    “Er is meer personeel nodig aan degelijke lonen – met gelijk loon voor gelijk werk – en goede arbeidsvoorwaarden, waaronder de mogelijkheid om vakantie te nemen wanneer we dat willen en om vervangen te worden als we ziek vallen. Hogere lonen en arbeidsduurvermindering met behoud van loon en extra aanwervingen, zouden jobs in de zorg aantrekkelijker maken. Het zou het bovendien mogelijk maken om het aantal patiënten per verpleegkundige te beperken, zodat we dichter bij de patiënten staan. Dan wordt een persoonlijke en holistische benadering mogelijk. Dat is belangrijk: elke patiënt heeft immers specifieke eigen noden. In plaats van een bijna industriële zorg, waarbij elke handeling gechronometreerd wordt, is er nood aan warmere zorg. Dat is waarom een initiatief zoals ‘De Zorg in Actie’, ook langs Nederlandstalige kant, zo belangrijk is.”

  • Geen terugkeer naar wat ‘normaal’ was. Strijden om respect!

    • Hogere lonen en minstens 14 euro per uur

    • Massaal plan van publieke investeringen in zorg en onderwijs

    • Breek de patenten, breng de farmasector in publieke handen

    Het applaus bij het begin van de pandemie een jaar geleden kreeg stilaan een wrange nasmaak. Met applaus kunnen we niets kopen en er is geen koerswijziging in de zorg. De slechte nasmaak doet niets af van de alom geapprecieerde solidariteit van gewone mensen die op de moeilijkste momenten van de gezondheidscrisis zagen wie alles deed draaien. Hun applaus werd misbruikt door het politieke establishment, dat onze solidariteit probeerde te recupereren om vervolgens niet te luisteren naar onze noden.

    Artikel uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    We zijn ruim een jaar verder en in plaats van ons harde werk te belonen met echte loonsverhogingen, staan de bazen en hun regering op de handrem. Meer dan een aalmoes van 0,4% opslag willen ze niet geven. Eventueel kan er onder een hele reeks voorwaarden een eenmalige premie van 500 euro van af. Dat zouden we als een toegeving moeten zien, nadat we met die 0,4% een slag in het gezicht kregen. Zelfs rond de landingsbanen voor oudere werknemers liggen de bazen dwars. Na een heel leven hard werken, zou de mogelijkheid om het op het einde wat rustiger aan te doen van respect getuigen. Maar dat is teveel gevraagd: sinds 31 december 2020 is de regeling van de landingsbanen niet hernieuwd.

    De regering en de bazen trekken aan hetzelfde zeel. De PS verklaart dat deze regering niet meer automatisch doet wat de bazen willen, in de praktijk blijft dat wel zo. Voorstellen als het beperken van de dividenden voor de aandeelhouders waren enkel bedoeld als communicatie: een mooie slogan om op 1 mei mee uit te pakken en vervolgens meteen terug op te bergen. Er zal strijd nodig zijn voor echte loonsverhogingen, minimum 14 euro per uur en andere maatregelen zoals de landingsbanen. De staking van 29 maart toonde het potentieel, ook in tijden van Covid-19. Op basis van strijd zijn overwinningen mogelijk. Dat zagen we met de invoering van het minimumloon van 14 euro per uur aan de UGent eerder dit jaar en eind mei voor het schoonmaakpersoneel in onderaanneming. Recent waren er extra aanwervingen bij Lidl na een stakingsdreiging.

    De breed gedragen vraag naar meer publieke investeringen in de zorg, zowel in personeel als dienstverlening, wordt evenmin begrepen door de regeringen. Er zijn extra middelen afgedwongen op basis van de witte woede van de voorbije jaren en de vrees dat deze woede in de gezondheidscrisis zou ontploffen. De eerste acties van zorgwerkers die toenmalig premier Wilmès de rug toekeerden aan het Sint-Pietersziekenhuis in Brussel maakten indruk. Dit werd gevolgd door een zorgbetoging in september 2020. Op 29 mei is er de tweede zorgbetoging. Het einde van de tunnel is nog lang niet in zicht: veel uitgestelde zorg komt nu naar boven, het personeel is moe na de extreme inspanningen en dan is er nog de dreiging van nieuwe varianten. Er is nood aan een massaal publiek investeringsplan voor de zorg, het onderwijs en andere openbare diensten. De pandemie heeft aangetoond hoe essentieel deze sectoren zijn.

    Zolang de vaccinatie niet wereldwijd gepland wordt, zullen er nieuwe varianten oprukken. De patenten op de vaccins moeten weg. In de strijd hiervoor kunnen we best meteen een volledig andere farmasector voorstellen: een publieke sector gericht op de noden, zodat er onder democratische controle een efficiënte planning mogelijk is. Winstzucht en gezondheid gaan immers niet samen.

    We willen geen terugkeer naar wat voorheen ‘normaal’ was: een falend systeem dat ons op alle vlakken zware crises brengt. Het kapitalisme kan onze levensstandaard, ons milieu en onze gezondheid niet garanderen. Een socialistische samenleving is nodig. Die zullen we enkel bekomen door er actief voor te strijden.

  • Zorg is essentieel! Wij zijn essentieel!


    Pamflet van Campagne ROSA – PDF van dit pamflet

    Het zorgpersoneel klaagt al langer over de aanhoudende ramp in de gezondheidszorg. Het actienetwerk ‘De Zorg in Actie’ / ‘La Santé en Lutte’ werd voor de pandemie opgericht. Sindsdien heeft de pandemie alle bestaande problemen erger gemaakt: van het wanbeheer door de commercialisering van de sector tot de tekorten aan bedden, uitrusting, personeel … De sector kraakt!

    Het drama van de pandemie kwam aan bod in elk televisiejournaal, maar de verschillende regeringen hebben hun beleid niet fundamenteel gewijzigd. Er zijn enkele schuchtere vorderingen gemaakt, maar die zijn het resultaat van de strijd van het zorgpersoneel, hun acties, hun betogingen, hun stakingen en werkonderbrekingen. Dat is de weg vooruit.

    Er is een massaal plan van publieke investeringen in de zorgsector nodig, met democratische controle op de toewijzing van die middelen. Laat het duidelijk zijn: de noden zijn niet anders inzake sociale huisvesting, onderwijs en andere openbare diensten. Ook daar is er nood aan drastisch meer publieke middelen.

    Strijd loont

    Overwinningen zijn mogelijk. Dat blijkt uit het bekomen van een minimumloon van 14 euro per uur aan de Universiteit Gent. Dit uitstekende nieuws voor het personeel in onder meer de kinderopvang en de resto’s is het resultaat van een langdurige strijd onder leiding van de vakbondsdelegatie van ACOD, die uitdrukkelijk zocht naar betrokkenheid van het voltallige personeel en de studenten. Campagne ROSA heeft een belangrijke rol gespeeld in die strijd, eerst door mee handtekeningen te verzamelen voor een petitie en nadien door mee te bouwen naar de staking van 9 maart 2020, georganiseerd door ACOD en de Womens Strike UGent. We organiseerden vervolgens een betoging voor de €14/u.

    Het was geen staking die van bovenaf werd aangekondigd, maar een staking die ruim van tevoren werd voorbereid vanaf de basis op de werkvloer. Het was geen symbolische actie, maar het resultaat van de opbouw van een krachtsverhouding rond een concrete eis, met het oog op het behalen van een overwinning en niet alleen om de aandacht op de kwestie te vestigen. Deze beweging toonde hoe we de feministische eis van een hoger minimumloon werkelijkheid kunnen maken: door eenheid en solidariteit op het werk en thuis, in strijd tegen onzekerheid en discriminatie. Op 21 mei raakte bekend dat de laagste lonen ook bij het schoonmaakbedrijf dat in onderaanneming voor de UGent werkt (ISS) worden opgetrokken tot 14 euro per uur.

    Bij supermarktketen Lidl, een sector waar veel vrouwen werken en de lonen laag zijn, was er begin mei een stakingsdreiging die de directie verplichtte om extra personeel aan te werven. Strijd loont!

    Voor:

    • een plan van massale publieke investeringen in zorg, onderwijs en openbare diensten
    • een minimumloon van €14/uur (€2300 bruto/maand)
    • de individualisering van de sociale rechten en een verhoging van de uitkeringen boven de armoedegrens
    • Een collectieve vermindering van de arbeidstijd, zonder verlies van loon, met compenserende aanwerving en vermindering van de werklast.
    • Een versterking en ontwikkeling van de openbare diensten: naschoolse opvang, gezinshulp, wasserijen, enz.
    • Een massaal openbaar plan voor de renovatie en bouw van sociale woningen.

    We moeten het probleem bij de wortel aanpakken: het kapitalisme is gebaseerd op ongelijkheden. Een kleine elite van superrijken buit ons uit. Om dat te blijven doen, moet die elite ons wel verdelen. Het kapitalisme moet weg en plaatsmaken voor een maatschappij gericht op de ontplooiing van allen. Dat is waar we als socialistische feministen voor strijden!

     

    Sluit aan bij Campagne ROSA

    • Wil je de strijd tegen de onderdrukking van vrouwen en LGBTQI+-personen combineren met strijd tegen asociaal beleid, tegen besparingen en ongelijkheid?
    • Wil je de feministische strijd versterken door ook actief in te gaan tegen andere vormen van discriminatie, zoals racisme?
    • Denk je dat feminisme niet gaat over het zich verzetten tegen mannen, maar over het samen strijden tegen het systeem dat de onderdrukking van vrouwen in stand houdt?
    • Wil je het probleem bij de wortel aanpakken: bij het kapitalisme, een systeem gebaseerd op ongelijkheid, waarbij een kleine minderheid van de ultra-rijken steeds rijker wordt door ons uit te buiten?
    • Wil je strijden voor een samenleving die gebaseerd is op de ontplooiing van iedere mens?
    • Doe dan mee met Campagne ROSA en haar activiteiten, doe voorstellen om samen activiteiten en acties op te zetten!

    Ben je het eens met wat we voorstellen, in woorden en daden? Sluit dan aan bij Campagne ROSA en/of steun ons financieel zodat we onze activiteiten kunnen verderzetten.

    • https://nl.campagnerosa.be/lid-worden
    • ROSA : BE54 5230 8095 8497

     

    27 juni: Pride is a Protest!

    Stay Proud, Stay Pride: Doe mee met de “Pride is a protest”-acties in Antwerpen (12u30 De Coninckplein), Gent (15u Kouter) en Brugge (15u Burg) op zondag 27 juni 2021, de dag voor de verjaardag van de legendarische Stonewall rellen. We komen op straat en bouwen aan een kracht om echte verandering af te dwingen. We organiseren ons tegen geweld en discriminatie tegen LGBTQI+-mensen.

    2-9 juli: Zomerkamp tegen onderdrukking en kapitalisme

    Niet te missen kans! Campagne ROSA organiseert samen met LSP/PSL en Actief Linkse Studenten een zomerkamp waar je andere activisten kan ontmoeten na de (semi-)lockdowns, waar je je kan ontspannen, maar ook en vooral waar we samen discussiëren over de strategie en het programma om een einde te maken aan het kapitalisme. Om dit systeem van uitbuiting en discriminatie te bestrijden, moeten we weten hoe het in elkaar zit.

    • Facebook evenement : https://fb.me/e/1M- 88LUo1X
  • Kapitalisme is onverenigbaar met een kwalitatieve en voor iedereen toegankelijke gezondheidszorg

    De catastrofe in de zorg overal ter wereld is pijnlijk duidelijk geworden sinds de pandemie woedt. Het is onmogelijk te berekenen hoeveel mensenlevens gered hadden kunnen worden indien de zorg niet was afgebouwd door decennia van neoliberaal beleid.

    Artikel door Anja Deschoemacker uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Ook voor de pandemie was het ongenoegen onder het personeel groot: te hoge werkdruk, te lage lonen, onvoldoende middelen om iedereen een kwaliteitsvolle zorg te bieden waardoor ook de jobtevredenheid een diepe duik nam. En ook voor de pandemie waren er al grote delen van de bevolking die om financiële redenen zorg moesten uitstellen, niet alleen gespecialiseerde zorg maar ook basiszorg. En dan hebben we het nog niet over de stiefkinderen van de zorg, zoals de geestelijke gezondheidszorg en adequate ondersteuning van mensen met een handicap, waarvoor de wachtlijsten maanden zoniet jaren kunnen oplopen.

    De pandemie heeft onze neuzen pijnlijk op de noodzaak van een omvangrijke herfinanciering en herwaardering van deze sector gedrukt. De politici proberen uit alle macht te doen alsof het om “tijdelijke noden” zou gaan, met eenmalige premies en budgetverhogingen. De sector moet echter volledig herdacht worden zodat het zorgpersoneel met enthousiasme aan het werk gaat en geen enkele zorgbehoevende uit de boot valt. Het verbannen van de winstlogica uit de zorg is daarvoor een eerste noodzakelijke stap.

    Efficiënte zorg is publiek georganiseerde zorg!

    Eerstelijnszorg herwaarderen

    In tegenstelling tot verschillende Europese landen is in België de eerstelijnszorg in handen gebleven van zelfstandige dokters. Net als alle zorgverstrekkers werden de huisartsen tijdens de pandemie overstelpt, met velen die tot stukken in de nacht moesten doorwerken om hun administratie in orde te houden. Maar ook voordien klopten huisartsen werkuren die allesbehalve menselijk waren; een degelijk loon is daarvan ook afhankelijk. Verpleegkundige zorg aan huis is verdeeld over verschillende diensten en privé-zorgverstrekkers. Het tekort aan verpleegkundigen zorgt ervoor dat werkuren tot in het absurde kunnen oplopen omdat er onvoldoende personeel gevonden wordt.

    Voor de bevolking betekent het privékarakter van de eerstelijnszorg dat het afhangt van waar je woont of je zorgbehoeften op een tijdige manier kunnen ingevuld worden. Het is nu gelukkig ook mogelijk om enkel het remgeld te moeten betalen, maar voor de huisartsen is dit een extra administratieve rompslomp. Publieke eerstelijnszorg zou het mogelijk maken om die zorg gratis te maken voor de gebruiker, waardoor alle financiële barrières voor zorgbehoevenden wegvallen. Voor de artsen zou het betekenen dat ze niet langer 24 op 24 en 7 op 7 beschikbaar moeten zijn, dat ze zelf ziek kunnen worden zonder te moeten doorwerken, dat ze de administratieve last aan administratief personeel kunnen overlaten, dat ze nodige bijscholingen kunnen volgen zonder inkomen te verliezen …

    Een sterk uitgebouwde en voor iedereen toegankelijke eerstelijnszorg, die de huisartsen een belangrijke rol toebedeelt in het hele zorgproces en alle eerstelijnszorgpersoneel een degelijk loon verschaft, zou een sterke preventieve rol kunnen spelen binnen alle lagen van de bevolking, ook de allerarmsten. Het uitbouwen van een fijnmazig netwerk van wijkgezondheidscentra, die alle aspecten van eerstelijnszorg aanbieden, zou op die manier zowel de gebruikers als de zorgverstrekkers als de hele samenleving ten goede komen. Bij uitbraken van epidemieën zou ook snel en efficiënt geschakeld kunnen worden, o.a. voor efficiënte tracering van contacten en een test- en vaccinatiestrategie.

    Een gecoördineerd publiek netwerk van ziekenhuizen

    Een groot deel van de ziekenhuizen zat al voor de pandemie in de rode cijfers omdat de publieke financiering niet volstaat. Afhankelijk van extra inkomsten, duwt dat het hele systeem in de richting van het stimuleren van technische prestaties die “opbrengen” (maar ook extra kosten meebrengen voor patiënten en voor de ziekteverzekering), maar die niet noodzakelijk beantwoorden aan de reële zorgnoden.  De concurrentie tussen verschillende ziekenhuisgroepen (publiek, non-profit, privé) werkt in dezelfde richting.

    Voor het personeel betekent het dat er een constante druk is op de uitgaven, met hele groepen personeel die niet eens 14 euro/uur hebben (en dus geen leefbaar loon) en een enorme werkdruk door een te laag personeelskader. Voor zorgbehoevenden betekent het wachtlijsten en een ongelijke toegang tot kwaliteitsvolle zorg.

    Hierdoor wordt er geen overkoepelende visie ontwikkeld om te verzekeren dat alle vormen van noodzakelijke zorg ook overal toegankelijk zijn voor iedereen die er nood aan heeft. Net voor de pandemie leidde de afbouw van het aantal kraamafdelingen tot een brede discussie in de media, waarbij het argument van kostenefficiëntie tegenover de nood aan nabije kraamzorg kwam te staan.

    Het leidt ook tot discussie over wat noodzakelijke zorg is. Vandaag moeten veel patiënten, ook moeders en baby’s, naar huis terwijl ze nog zorgbehoevend zijn en de professionele thuiszorg onvoldoende georganiseerd is, waardoor die zorg terugvalt op het gezin van de zorgbehoevende, het vaakst op de schouders van de vrouwen in het gezin. Een overkoepelende nationale gezondheidszorg zou een overzicht ontwikkelen op zowel de ziekenhuiszorg als de thuiszorg en kunnen verzekeren dat mantelzorgers de noodzakelijke ondersteuning krijgen en niet hun hele leven moeten organiseren in functie van die mantelzorg.

    Winst en toegankelijke kwaliteitszorg zijn aan elkaar tegengesteld

    Het is geen toeval dat het in de woonzorgcentra is dat het gebrek aan personeel tot de meeste doden heeft geleid. Nog meer dan in andere zorginstellingen moest  positief getest personeel er blijven werken en moesten vrijwilligers worden ingezet om de zorg te garanderen. Die schrijnende situatie staat in schril contrast met de hoge kostprijs voor de bewoners. Die bedraagt gemiddeld bijna het dubbele van een modaal pensioen!

    Ook voor de pandemie was het duidelijk dat die hoge kostprijs niet leidde tot een hoogkwalitatieve zorg. Privé-WZC’s hebben een pak minder personeel per aantal inwoners dan de publieke WZC’s, die ook al een te laag personeelskader hebben. De levenskwaliteit van de bewoners in termen van zinvolle tijdsbesteding, gezonde en verse maaltijden en menselijke behandeling heeft er een veel lagere prioriteit dan het behalen van winstcijfers voor de aandeelhouders. Nu de pandemie tot een lage bezetting heeft geleid, trekken verschillende investeringsgroepen zich terug, tenzij de overheid de leegstaande bedden vergoedt.

    Het is een absurde besteding van middelen om privésectoren toe te staan winsten te behouden. Die middelen zouden veel duurzamer kunnen ingezet worden en ook echt naar zorg en niet naar aandeelhouders gaan, indien ze besteed worden binnen het kader van een openbare dienst. In geprivatiseerde diensten geldt immers altijd dat de winsten privé zijn, maar de kosten zoveel als mogelijk overgeheveld worden naar de gemeenschap.

    Zorg kan enkel winstgevend zijn als die niet voor iedereen toegankelijk is en als de belangen van de patiënt en van de bredere volksgezondheid secundair zijn. De enige manier om te verzekeren dat de gezondheidszorg beantwoordt aan de zorgnoden van de bevolking en door goede werkvoorwaarden voldoende personeel kan mobiliseren, om die zorg op een kwaliteitsvolle manier te organiseren, is door een fikse herwaardering van de sector als een openbare dienst, die zowel nationaal als lokaal gecoördineerd wordt.

    Op 29 mei betogen we in Brussel en we zullen verder meevechten voor elke noodzakelijke verbetering. We moeten de druk blijven opvoeren voor meer middelen in de zorg en we ondersteunen daarin ten volle La Santé en Lutte/De Zorg in Actie.

    Dat die middelen er zijn, is duidelijk wanneer we naar de winstcijfers van de farma-industrie kijken. Die winstcijfers worden o.a. geboekt op de rug van onze ziekteverzekering en van patiënten wereldwijd. Ze worden geboekt door nu net niet iedereen toegang te bieden tot noodzakelijke zorg. Dit heeft als gevolg dat er geen einde komt aan de pandemie, maar dat er steeds nieuwe golven ontstaan. Als de pandemie ons iets leert, dan is het dat een volledig publieke gezondheidszorg met voldoende middelen – dus met inbegrip van een genationaliseerde farma-industrie onder controle van werknemers en gebruikers – een dringende noodzaak is voor de hele mensheid.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop