Your cart is currently empty!
Tag: vrouwenrechten
-
Betogers in Turkije zeggen: “De Istanbul-Conventie is van ons!”
10 jaar nadat Turkije het eerst ondertekende, trekt het zich terug uit de Istanbul-Conventie dat “Geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld wilt voorkomen en bestrijden”.
Artikel door Ecehan Balta (Sosyalist Alternatif in Turkije). Overgenomen vanop campagnerosa.be

De terugtrekking gebeurde met een presidentieel decreet dat in het staatsblad werd gepubliceerd om op 20 maart vanaf middernacht in werking te treden. Turkije was het eerste land om het verdrag te ondertekenen, dat zich ertoe verbindt geweld op vrouwen te voorkomen en daders te bestraffen.
In 2020 werden in Turkije 330 vrouwen vermoord door mannen. De dood van nog eens 171 vrouwen wordt als “verdacht” beschouwd. Volgens officiële cijfers wordt maar liefst 40% van de vrouwen in Turkije minstens één keer in hun leven geconfronteerd met fysiek of seksueel geweld. Het laat echter geen twijfel dat de echte cijfers waarschijnlijk nog veel hoger liggen. De terugtrekking uit de Istanbul-Conventie zal veel ergere gevolgen hebben dan het in de eerste plaats niet ondertekenen. Het stuurt een signaal naar (potentieel) gewelddadige mannen dat de staat geweld tegen vrouwen toelaat.
De terugtrekking van Turkije uit een internationaal verdrag volgens presidentieel decreet gaat zelfs in tegen de Turkse grondwet, die door de regerende Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling (AKP) en president Erdogan is opgesteld. Volgens Artikel 90 van de Grondwet kan Turkije enkel een internationaal verdrag ondertekenen of er zich uit terugtrekken wanneer er een wet wordt gestemd in het parlement.
De terugtrekking is onderwerp van brede discussie sinds 20 maart, maar de vrouwenbeweging in Turkije heeft ook gereageerd met acties over het hele land. In minstens tien provincies zijn vrouwen op straat gekomen om te protesteren. Met slogans als “de Istanbul-Conventie is van ons” en “Trek jullie beslissing terug, voer de Conventie uit”, vinden bijna dagelijks betogingen en protestacties plaats in de grote steden.
Het lijkt er sterk op dat de beslissing om zich terug te trekken uit de conventie genomen werd om de extreemrechtse Islamistische kringen rond de AKP te sussen. Het is ook een toegeving aan de brede stroming van ultra-rechtse Islamisten binnen de AKP zelf, een “overwinning” die ze sinds 20 maart aan het vieren zijn. Dit toont eerder de zwakte dan de sterkte van het Erdogan-regime, dat steeds meer steun verliest door de aanhoudende economische crisis, de corona crisis en de toenemende corruptie. Het regime moet zijn reactionaire bondgenoten aan boord houden, en tegelijkertijd elke vorm van oppositie proberen te verdelen.
Een internationale conventie op zichzelf kan geen einde maken aan geweld op vrouwen, daar bestaat geen twijfel over. De ondertekening van de Istanbul-Conventie is een stap vooruit in vergelijking met de situatie van daarvoor, maar gaat op geen enkele manier ver genoeg.
Enkel de omverwerping van het kapitalistisch systeem zal een einde maken aan geweld op vrouwen. Het is de kapitalistische orde, die mensen in het algemeen, maar vooral vrouwen, als product ziet, als bezit dat in het gareel gehouden moet worden. Dat ligt aan de basis van geweld op vrouwen en meisjes.
Aangezien dit soort conventies worden opgemaakt door instellingen en bekrachtigd worden door overheden die deel uitmaken van dit kapitalistisch systeem kunnen ze in het beste geval slechts gedeeltelijke bescherming bieden voor vrouwen en meisjes, en regeringen afdwingen om deze maatregelen toe te passen, al zij het met tegenzin.
De Istanbul-Conventie werd sowieso al niet voldoende uitgevoerd. De voorbije jaren is de vrouwenbeweging meerdere keren op straat gekomen om op te roepen dat de conventie toegepast moet worden. Nu is de slogan veranderd naar “trek deze beslissing terug, pas de Istanbul-Conventie toe”. De terugtrekking uit het verdrag staat symbool voor een reeks aanvallen op belangrijke verworvenheden die afgedwongen zijn door de vrouwenbeweging.
Maar uiteindelijk zal Erdogan moeten inzien dat deze beslissing zich wel eens tegen hem kan keren, als het de woede en het verzet onder vrouwen in Turkije juist versterkt.
De vrouwenbeweging is in staat om massaal te reageren tegen de aanvallen van de neoliberale conservatieve AKP. Het zal belangrijk zijn dat verschillende linkse groepen en organisaties van werkende vrouwen samenkomen in de strijd om de kracht van de beweging en haar vermogen om te reageren nog verder te versterken.
Wij denken dat we ons als socialistische feministen op zeer gunstig terrein bevinden om onze eisen tegen geweld op vrouwen naar voren te schuiven. De beweging heeft enkele belangrijke eisen geformuleerd die in de protestacties weerklinken.
Het gaat onder meer om deze eisen:
- gendergelijkheid bereiken door alle noodzakelijke maatregelen te nemen vanuit de overheid in het onderwijs en op de werkvloer om een evenwichtige vertegenwoordiging van vrouwen te garanderen;
- een einde aan elke vorm van discriminatie, inclusief discriminatie op basis van seksuele geaardheid of genderidentiteit;
- de oprichting van een aparte 24/7 “geweld hotline” voor vrouwen, beschikbaar in verschillende talen, en ook de oprichting van voldoende centra voor begeleiding en opvangcentra voor vrouwen die slachtoffer zijn van geweld;
- een einde aan de straffeloosheid in zaken van geweld op vrouwen en meisjes;
- regelmatig onafhankelijk onderzoek en publicatie van cijfers over geweld op vrouwen en kinderen;
- het bieden van een veilige en risicoloze toegang voor vrouwen tot elementaire reproductieve gezondheidsdiensten, zoals abortus;
- het recht op alimentatie, vereenvoudiging van de echtscheidingsprocedures en verplichte bemiddeling, tegen amnestie voor kindhuwelijken
beëindiging van alle discussies over de verworven rechten van vrouwen en kinderen; - duidelijke regelingen voor alle vrouwen en kinderen die vluchteling, asielzoeker of migrant zijn, zodat zij gelijke rechten hebben op bescherming tegen geweld.
Als socialisten steunen wij deze eisen, en wij zouden nog verder willen gaan. Om gender gerelateerd geweld en discriminatie tegen te gaan op de werkvloer en een doeltreffend beleid rond gelijkheid te verzekeren, moeten alle beperkingen om zich te organiseren in de vakbonden en organisaties op de werkvloer worden opgeheven. Deze organisatie is noodzakelijk om gendergelijkheid op elk gebied te waarborgen en om de rechten van vrouwelijke werknemers te verdedigen.
Vrouwenrechten en de strijd tegen geweld op vrouwen zouden centrale thema’s moeten zijn binnen de vakbonden. Zij moeten de strijd voeren voor een leefbaar loon voor alle werkende vrouwen en betere toegang tot de jobmarkt door eisen te verdedigen zoals gratis kinderopvang om vrouwen uit het huis en naar de werkvloer te krijgen.
Ook de eis voor betaalbare woningen en waar nodig gratis onderdak voor vrouwen die uit gewelddadige relaties willen vluchten, is belangrijk. Dit soort onderdak zou gemakkelijk voorzien kunnen worden door gebruik te maken van de leegstaande hotels.
Wij hebben geen enkel vertrouwen in de Turkse staat en haar instellingen, noch in de EU of de VN, om dit soort maatregelen door te voeren. Ze zullen moeten worden afgedwongen, uitgevoerd en gecontroleerd worden door vertegenwoordigers van de werkenden en de vrouwenbeweging.
Sosyalist Alternatif (Socialistisch Alternatief) neemt deel aan deze discussies rond programma en perspectief voor de beweging. We willen er onze ideeën voor een socialistisch feminisme aan toevoegen. Wij zullen ook blijven bijdragen aan zowel de opbouw van een front van linkse vrouwenorganisaties en organisaties van werkende vrouwen, als de strijd die op straat gevoerd wordt. We weten dat de beweging aan kracht zal winnen als we onze strijd verbinden aan die van andere bewegingen die zich verzetten tegen de aanvallen van de AKP op alle minderheden, onderdrukten en werkenden in het algemeen.
Actie in Luik vrijdagavond:
-
Strijd tegen genitale verminking is nog niet gestreden
6 februari is de internationale dag van nultolerantie voor vrouwelijke genitale verminking (VGV). Heel wat internationale instanties en ngo’s grijpen die dag aan om de doelstelling van een wereldwijde uitroeiing van vrouwelijke genitale verminking tegen 2030 op de agenda te zetten. Heel wat jonge vrouwen en meisjes gaan actief in strijd tegen de praktijk. Zo is er het voorbeeld van Jaha Dukureh: de Gambiaanse mensenrechtenactiviste die moedig opkomt voor vrouwenrechten.Door Andleeb Haider
De campagnes zorgen ervoor dat veel landen de praktijk van VGV veroordelen als een inbreuk op de mensenrechten van vrouwen. Activisten als Jaha Dukureh pleiten ervoor dat instanties als de Afrikaanse Unie resoluties stemmen en druk uitoefenen op lidstaten om wetten in te voeren en middelen te voorzien in de strijd tegen VGV. Dat volstaat echter niet: Egypte heeft al zo’n wet sinds 1995 maar toch ondergaat nog steeds 97% van de vrouwen genitale verminking! Wetten volstaan niet om tot sociale verandering te komen.
Gezondheidsdeskundigen stellen dat vrouwelijke genitale verminking geen enkel voordeel voor de gezondheid oplevert, maar integendeel een risico op gezondheidscomplicaties met zich meebrengt. Het gaat onder meer om het risico op minder seksueel genot, moeilijke menstruatiecyclussen, complicaties bij de bevalling van kinderen, risico’s voor de gezondheid van moeder en baby. Genitale verminking van vrouwen omvat alle procedures waarbij de externe geslachtsdelen van de vrouw volledig of deels verwijderd worden of andere verwondingen aan de vrouwelijke geslachtsdelen voor niet-medische redenen. Het is een inbreuk op de rechten van vrouwen en meisjes.
Het exact aantal vrouwen dat het slachtoffer is van dergelijke genitale verminking is onbekend. Wereldwijd zou het om 200 miljoen vrouwen gaan! Heel wat van hen overleven de verminking niet. Helaas is deze praktijk ook aanwezig in delen van Europa, Australië en Noord-Amerika waar zich de afgelopen decennia migranten vestigden vanuit landen waar genitale verminking sterk aanwezig is. Volgens de Europese Commissie zijn er in de EU tot 500.000 vrouwen het slachtoffer hiervan: 75.000 in Groot-Brittannië, 65.000 in Frankrijk, 30.000 o, Duitsland. In de stad Antwerpen alleen gaat het om meer dan 4.000 vrouwen en meisjes!
De slachtoffers zijn migranten van wie de familie deze praktijk meebracht. Wettelijk is VGV niet toegelaten en er zijn straffen voor voorzien. Maar de slachtoffers zijn migranten en dan wordt niet zo gemakkelijk opgetreden. Het wordt soms zelfs afgedaan als een culturele kwestie…
Ondanks veroordelingen van VGV neemt het aantal slachtoffers verder toe. In 2017 waren er al meer dan 200 miljoen slachtoffers in meer dan 30 landen, vooral in Afrika, het Midden-Oosten en Azië. Vooral in landen tussen de Atlantische kust tot de Hoorn van Afrika, in delen van het Midden-Oosten zoals Irak en Jemen en in Aziatische landen als Indonesië komt het vaak voor. VGV is bijna universeel in Somalië, Guinea en Djibouti waar meer dan 90% deze verminking ondergaat. In Nigeria gaat het om 55%. In Kameroen of Oeganda is minder dan 1% van de vrouwen slachtoffer van VGV. De praktijk bestaat in landen als Colombia, India, Maleisië, Indonesië, Oman, Saoedi-Arabië, Verenigde Arabische Emiraten, … Daarbij zijn er grote verschillen van welke verminking aangebracht wordt en ook van de omstandigheden waarin het gebeurt. Een Australische rechtbank veroordeelde een Pakistaans koppel voor het besnijden van hun dochters. Dat wijst erop dat de praktijk ook in Pakistan bestaat.
Jammer genoeg is er geen afname van het aantal gevallen van vrouwelijke genitale verminking, ook al stelde de VN als doel om het tegen 2030 uit te roeien.
Een internationale dag van verzet tegen vrouwelijke genitale verminking is goed om het bewustzijn errond te versterken. Maar laten we er vooral voor zorgen dat de kwestie opgenomen wordt als onderdeel van de internationale dag van strijd voor vrouwenrechten: 8 maart. Doorheen strijd kunnen we ervoor zorgen dat toekomstige generaties niet langer deze verminking moeten ondergaan!
-
50 jaar na Mei ’68. Vrouwenrechten werden afgedwongen door arbeidersstrijd
In mei dit jaar herdenken we 50 jaar Mei ’68, toen studentenverzet en de repressie ervan een algemene staking uitlokten waaraan 10 miljoen Franse arbeiders deelnamen. De studenten vochten voor een democratisering van het onderwijs, de arbeiders eisten hun deel op van de toegenomen rijkdom. In de strijd bloeiden ideeën over hoe het anders zou kunnen: het maatschappelijk leven maar ook hoe mensen met elkaar omgaan. Een deel van die ideeën staat sindsdien bekend als de “seksuele revolutie.” De meeste journalisten herleiden Mei ’68 tot dit aspect ervan, maar de seksuele revolutie en de massale revolte van arbeiders en jongeren tegen het kapitalisme zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.Artikel door Anja Deschoemacker uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Ook de vrije tribune van Catherine Deneuve en co herleidt Mei ’68 tot dit punt, met een verdediging van “seksuele vrijheid” tegen een nieuw “puritanisme” dat opgang zou maken binnen de vrouwenbeweging in de vorm van #MeToo. Ze vergissen zich van vijand: het “ethisch reveil” tegen de ideeën van Mei ’68 komt niet uit de vrouwenbeweging, maar van figuren als o.a. Trump, Poetin, Erdogan en … Bart De Wever die bij de 40e verjaardag openlijk zijn afkeer van Mei ’68 uitte. Ze ijveren voor de terugkeer naar waarden als het ouderlijk gezag (van de ouders over de kinderen, van de man over de vrouw), voor wat ze als “arbeidsethos” zien (doen wat de baas van je vraagt zonder tegen te sputteren), voor een autoritair optreden van de staat, voor “law and order”en “family values,” … Daarbij volgen ze netjes in de voetsporen van Margaret Thatcher.
De seksuele revolutie van Mei ’68: verworvenheden en beperkingen
Frankrijk was niet alleen. Mei ’68 gebeurde binnen een kader van massaal verzet tegen het kapitalisme in een groot deel van de wereld: strijd van de arbeidersbeweging die haar deel van de toegenomen rijkdom opeiste, strijd van vrouwen, LGBTQI+, van de burgerrechtenbeweging voor maatschappelijke bevrijding, strijd tegen imperialistische oorlog en van koloniale staten voor onafhankelijkheid, …
De beweging heeft een blijvende invloed achtergelaten. In de meeste ontwikkelde landen heeft het o.a. geleid tot het erkennen van het recht op abortus en wetswijzigingen die echtscheiding gemakkelijker maakten. Die wetsveranderingen – die er in België, door het verzet van de dominante CVP (vandaag CD&V), pas in de jaren ’80 en ’90 kwamen – weerspiegelden een verandering in de maatschappelijke visie op traditionele waarden en normen. In het algemeen zijn de heersende ideeën in de samenleving de ideeën van de heersende klasse, die door onderwijs en media gepropageerd worden. Enkel veralgemeende massale klassenstrijd kan de ideeën van de onderdrukte massa’s boven de traditionele normen en waarden doen uitstijgen.
De massale beweging in landen als Frankrijk, maar ook de VS, had lagen van de bevolking in beweging gebracht. De groeiende solidariteit tussen de verschillende bewegingen had de heersende ideeën van verdeeldheid – seksisme, racisme, homofobie – naar de achtergrond geduwd. Dit kon ook gebeuren tegen een achtergrond van een krappe arbeidsmarkt, die discriminatie achterwege moest laten. Vrouwen werden aangezet tot buitenshuis werk, migratie werd aangemoedigd.
Maar de beweging stopte halverwege, wat grotendeels te wijten was aan een gebrek aan leiding vanwege zowel de sociaaldemocratie als de stalinistische communisten. Mei ’68 had een enorm potentieel om het systeem omver te werpen, met een arbeidersklasse die numeriek, maar ook cultureel, onnoemelijk veel sterker was dan de Russische arbeidersklasse in 1917. Wat ontbrak, was een revolutionaire leiding die de beweging tot haar logische conclusie kon leiden en zo kon vermijden dat die enorme massale energie verdampte en enkel schaduwen naliet in de vorm van progressieve wetten terwijl het systeem dat aan de basis lag van alle discriminatie, onderdrukking en uitbuiting bleef bestaan. Het maakte het mogelijk voor de kapitalisten om hun systeem aan te passen en hun belangen te verdedigen in nieuwe omstandigheden.
Zo werd de nieuwe vrijheid van de buitenshuis werkende vrouw misbruikt om de eerste doorbraken mogelijk te maken in de creatie van laagbetaalde jobs, met name deeltijdse arbeid. Massale verzetsgolven van de arbeidersklasse konden niet tegengaan dat tussen midden jaren ’70 en vandaag de lonen van iedereen zodanig werden gedrukt dat er vandaag twee lonen in een gezin nodig zijn voor dezelfde levensstandaard als voordien met één loon. De aanhoudende besparingsgolven hebben bovendien de diensten die vrouwen in staat stellen buitenshuis te werken zodanig afgebouwd dat een grote groep vrouwen wel deeltijds moet werken om gezin en werk te combineren. Het deeltijdse werk, zeker gezien de afbouw van de werkloosheidsuitkeringen, biedt in het kader van de huidige levensduurte echter niet voldoende basis om onafhankelijk een degelijk leven op te bouwen.
Op dezelfde manier werd de seksuele bevrijding van de vrouw misbruikt door nieuwe en wel bijzonder winstgevende sectoren zoals de porno-industrie en prostitutie, waarbij ook de reclamesector en de kledij- en cosmetica-industrie een flinke boost kenden. De relatieve verdwijning van het taboe rond seks heeft het mogelijk gemaakt het vrouwenlichaam te commercialiseren op een schaal die we nooit eerder in de geschiedenis hebben gezien. Porno en prostitutie bestaan sinds de eerste klassenmaatschappij in de Antieke Oudheid, maar nooit eerder was de commercialisering van het vrouwenlichaam zo alomtegenwoordig als vandaag.
Wat te doen?
Moeten we als reactie op het seksisme in de samenleving de seksuele bevrijding in vraag stellen en terugkeren naar een traditioneel patroon, wat figuren als Bart De Wever voorstaan? In geen geval. De aanklacht tegen seksuele pesterijen heeft niets te maken met het ontkennen van de seksuele vrijheid, zoals de schrijvers van de tribune van Deneuve beweren, maar is juist een logische consequentie ervan. Vrijheid is ook de vrijheid om neen te zeggen en zeer veel werkende vrouwen beschikken niet over die optie als ze hun noodzakelijke inkomen willen behouden. Veel werkende vrouwen staan door hun lage inkomen ook zwak in hun gezin, zijn afhankelijk van een kostwinner. Wij eisen het recht om neen te zeggen en dat ook te doen respecteren. Daarvoor moeten we verder op de weg naar seksuele bevrijding.
Die weg naar seksuele bevrijding volgt, zoals in Mei ’68, de weg van de klassenstrijd. De vrouwenbeweging alleen had nooit een dergelijke omslag teweeg kunnen brengen indien ze niet gepaard ging met breed maatschappelijk verzet van alle onderdrukten en vooral van de arbeidersbeweging. Vrouwen die een einde willen aan de seksistische pesterijen op het werk, moeten de strijd voeren tegen de lage lonen en de onzekere contracten – en tegen de afbraak van de sociale zekerheid die werklozen niet langer een leefbare uitkering biedt – die hen hulpeloos maken tegenover dit fenomeen. De beste manier om die strijd te voeren, is door actief lid van een vakbond te worden en samen met de mannelijke collega’s front te vormen tegen de bazen en het besparingsbeleid van de regering. Enkel de arbeidersbeweging heeft voldoende kracht om rechtse regeringen te doen wankelen en hun besparingspolitiek te stoppen.
Een efficiënte strijd tegen pesterijen, tegen seksisme, tegen de ondergeschikte positie van vrouwen in de samenleving is geen strijd van vrouwen tegen mannen, maar een algemene strijd van alle onderdrukten tegen de huidige machthebbers. Niet de mannen in het algemeen zijn schuldig aan de lage lonen, de hoge levensduurte, de werkloosheid, het gebrek aan diensten, de afbouw van de sociale zekerheid en al die omstandigheden die maken dat vrouwen 50 jaar na Mei ’68 nog moeten vechten voor reële emancipatie. Evenmin zijn mannen in het algemeen schuldig aan de commercialisering van het vrouwenlichaam. De meerderheid van mannen in de samenleving heeft even weinig in de pap te brokken bij dergelijke beslissingen als de meerderheid van de vrouwen.
Uiteraard zijn de vakbonden niet vrij van seksisme, racisme, homofobie en andere vormen van discriminatie. Linkse militanten moeten vechten voor een strijdbaar en offensief programma en voor een democratische werking die zoveel mogelijk alle werkenden op de werkvloer betrekt. Een deel van dat strijdbaar programma houdt in dat de strijd wordt opgevoerd in die sectoren met een zeer lage syndicalisatiegraad, waar vrouwen, maar ook andere gediscrimineerde groepen als jongeren en migranten oververtegenwoordigd zijn. In Groot-Brittannië heeft een eerste staking van het personeel van McDonald’s een overwinning geboekt, in de VS speelden de acties voor loonsverhoging van het personeel van grote supermarktketens een belangrijke rol in het ontstaan van de beweging voor een minimumloon van 15 dollar per uur.
Tegelijk met de strijd voor dergelijke directe eisen op de werkvloer moeten strijdbare militanten de strijd voeren tegen al die ideeën die de werkenden kunnen verdelen en ervoor vechten dat de vakbonden opkomen voor alle werkenden, ongeacht gender of seksuele voorkeur, ongeacht leeftijd, ongeacht nationale afkomst, mensen met papieren en mensen zonder.
Enkel zo kan een kracht worden opgebouwd die vergelijkbaar is met Mei ’68 en die nog een stap verder zet. Voor die stap verder is er naast vakbonden nood aan een politiek instrument dat de strijd ook op dat terrein kan voeren, een strijdbare partij van de werkenden, die via een socialistisch programma de massa’s één kan maken en voorgoed komaf kan maken met het kapitalisme en alle vormen van onderdrukking en discriminatie die het dagelijks genereert.
-
Actie tegen Belgische goedkeuring Saoedisch lidmaatschap VN-commissie over vrouwenrechten
Afgelopen vrijdag was er een actie van het “Europees Observatorium voor Democratie en Vrede” (EODP). Er waren een 30-tal mensen op het Muntplein, waaronder heel wat militanten van LSP en de campagne ROSA. De actie was gericht tegen de recente Belgische stem voor het opnemen van Saoedi-Arabië in de Vrouwenrechtencommissie van de VN. Dit werd goedgekeurd door het kabinet van Didier Reynders (MR) en ook goedgepraat door tal van liberalen.Verslag door Brune
Zoals Rachid van EODP opmerkte, getuigde deze beslissing van de enorme hypocrisie van de Belgische regering en vooral van de MR. Terwijl die liberalen steeds op moraliserende wijze uitpakken met de zogenaamde westerse waarden en normen, hebben ze er geen probleem mee om steun te geven aan een regime dat de vrouwenrechten compleet met de voeten treedt. De Belgische vertegenwoordigers bij de VN stemden op 22 april voor Saoedisch lidmaatschap van de VN Vrouwenrechtencommissie. Nochtans hebben vrouwen in dat land niet het recht om een auto te besturen. Ze mogen geen bankrekening openen en mogen niet alleen met een man die geen familielid is in een ruimte verblijven. Saoedi-Arabië staat volgens het Wereldeconomisch Forum op de 141ste van de 144 landen op de lijst van gendergelijkheid. Waarom kwam er van Reynders en co dan steun voor Saoedisch lidmaatschap van die commissie? Uiteraard heeft dat alles te maken met de goede economische en diplomatieke verhoudingen met Saoedi-Arabië. Zo hoopt België in de VN Veiligheidsraad te raken met Saoedische steun.Tijdens de actie waren er verschillende sprekers. Zo wees Emily van de campagne ROSA op het belang van strijd voor vrouwenrechten, zowel in Saoedi-Arabië als hier. Ze had het onder meer over de recente aanvallen van Trump op het recht op abortus en de centra van familiale planning in de VS. Emily riep op om deel te nemen aan de betoging van 24 mei tegen de komst van Trump naar Brussel. In die betoging zal ROSA een blok vormen om duidelijk te maken dat er nood is aan een strijdbaar en eengemaakt feminisme dat ingaat tegen rechtse populisten als Trump en co. Hier in België is dat overigens ook belangrijk, we zullen de verdediging van vrouwenrechten toch niet overlaten aan politici die vooral uitblinken in verdeeldheid en aanvallen op de armsten en de gewone werkenden?
Afspraak op 24 mei om 17u aan Brussel Noord om te betogen tegen Trump.
-
Russische Revolutie van 1917 leidde tot meest progressieve verworvenheden voor vrouwen
100 jaar geleden vond de Russische Revolutie plaats. Deze maakte eerst een einde aan de tsaristische dictatuur en vervolgens ook aan het kapitalistische systeem van onderdrukking, oorlog en ellende. De 100ste verjaardag van deze gebeurtenissen leidt tot heel wat verdraaiingen in de gevestigde media. Er wordt gesproken over een bloedige staatsgreep of nog over een Duits complot. Waar zelden op wordt ingegaan, zijn de sociale stappen vooruit na 1917. Zo waren er concrete en in die tijd nooit geziene verworvenheden voor vrouwen met stemrecht en economische vrijheid op een ogenblik dat dit in de ontwikkelde kapitalistische landen nog verre toekomstmuziek was. 100 jaar later zijn het recht op echtscheiding, abortus, de vervolging van verkrachtingen, … nog steeds niet afgedwongen in tal van landen, of liggen deze rechten onder vuur. We blikken terug op de impact van de Russische Revolutie op vrouwenrechten en op de bolsjewistische politiek die hiertoe leidde.
Artikel door Brune (Brussel) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’. Op de lanceringsdag van de campagne ROSA zal dit thema ook aan bod komen. Meer info over de lanceringsdag van ROSA op 12 maart
Hernieuwde vrouwenstrijd
De rol van vrouwen in de Russische Revolutie wordt zelden vermeld. Nochtans begon de Februarirevolutie op de internationale vrouwendag. Over de maatregelen die na de Oktoberrevolutie werden doorgevoerd, wordt al helemaal gezwegen.
In 1917 wierp de Russische arbeidersklasse onder leiding van de bolsjewieken het kapitalisme en het feodalisme omver. Dit leidde tot een radicale en nooit geziene verandering in de samenleving. De bolsjewieken slaagden erin om de arbeidersklasse en de arme boeren aan de macht te brengen omdat ze de stem van de onderdrukte massa’s vormden en een politieke uitdrukking gaven aan hun belangen.
Is een revolutie tegen ongelijkheid iets uit het verleden? Wij denken van niet. Vandaag is de ongelijkheid en de economische onderdrukking bijzonder flagrant. De cijfers van Oxfam over ongelijkheid zijn algemeen bekend: de 8 rijksten bezitten evenveel als de armste helft van de wereldbevolking (1). De ongelijkheid blijft maar toenemen en dit heeft ook gevolgen voor de onderdrukking van vrouwen en de LGBTQ gemeenschap (lesbiennes, gays, biseksuelen, trans en queers). Zelfs in westerse landen worden stappen achteruit gezet op vlak van vrouwen- en LGBTQ-rechten.
Neem het huidige Rusland waar Poetins controversiële wetsvoorstel over geweld binnen het gezin is aangenomen (2). Deze wet decriminaliseert geweld binnen het gezin: waar er voorheen straffen tot twee jaar gevangenis op stonden, wordt voortaan hoogstens een boete opgelegd. In Turkije was er een seksistisch wetsvoorstel dat verkrachting banaliseerde en decriminaliseerde: verkrachters konden hun straf ontlopen door met het minderjarige slachtoffer te huwen… (3). In Tunesië bestond er een gelijkaardige regel (4). Gelukkig werden deze voorstellen onder druk van protest afgevoerd.
In de VS verklaarde president Trump in zijn campagne dat hij vrouwen benadert door hen bij hun ‘pussy’ te grijpen (5). Eens verkozen, ging hij meteen in de aanval op het recht op abortus. Hij eiste van het vrouwelijk personeel dat voor zijn regering werkt, dat het zich “kleedt als vrouwen.” (6) Trump en zijn bende vormen een bedreiging voor alle verworvenheden waar vrouwen in de 20e eeuw voor gestreden hebben.
Tegen deze achtergrond is het geen toeval dat er een nieuwe opmars van strijd is. Zo was er het Latijns-Amerikaanse protest tegen feminicido’s (geweld op vrouwen, waaronder moord). Er was de Poolse vrouwenstaking. In de VS namen meer dan 3 miljoen mensen deel aan de vrouwenmarsen bij de eedaflegging van Trump. Vrouwenstrijd staat terug op de agenda.
Vrouwen in de Russische Revolutie
Bij het heropbouwen van vrouwenstrijd is het nuttig om naar bewegingen uit het verleden te kijken. Zo toonde de Russische Revolutie dat vrouwen op basis van massabewegingen een centrale rol kunnen spelen in de strijd tegen onderdrukking. In de revolutionaire gebeurtenissen van 1917 stonden vrouwen vooraan, zowel in de omverwerping van de dictatuur van de tsaar als in de overwinning van de bolsjewieken. Meer dan enige andere politieke kracht uit die tijd begrepen de bolsjewieken het belang van de vrouwenstrijd.
In februari 1917 trokken tienduizenden vrouwen de straten van Petrograd op om “gerechtigheid, vrede en brood” te eisen. Ze grepen de internationale vrouwendag van 8 maart (23 februari volgens de Juliaanse kalender die toen nog gebruikt werd in Rusland) aan om te betogen. Het was het begin van de Februarirevolutie. De soldaten sloten zich bij de betogers aan. De raden (sovjets) die in de mislukte revolutie van 1905 waren opgezet en repressief onderdrukt door de tsaar, maakten hun terugkeer en betwistten de autoriteit van de Voorlopige Regering. In oktober 1917 namen de werkenden en arme boeren de macht zelf in handen. Bij de val van het Winterpaleis waren heel wat vrouwen betrokken.
Ook na de machtsovername speelden vrouwen een grote rol. De bolsjewieken benadrukten de rol van de arbeidersklasse in de maatschappijverandering, maar erkenden tegelijk dat vrouwen een dubbele onderdrukking ondergingen die voortkwam uit de klassensamenleving. Voor de bolsjewieken moest de bevrijding van de vrouwen gebeuren door de omverwerping van het kapitalisme en was deze bevrijding een essentieel onderdeel van de strijd voor een socialistische samenleving.
Verworvenheden van de revolutie
Vrouwen zaten in de leiding van de bolsjewistische partij op zowel lokaal als nationaal vlak. De revolutie veranderde het bewustzijn en het leven van werkende vrouwen op een nooit geziene wijze. Op 17 december 1917, amper zeven weken na de vorming van de eerste arbeidersstaat, werd de verplichting van het religieus huwelijk afgeschaft en echtscheiding gelegaliseerd. Een maand later werd een nieuwe familiewet ingevoerd waarin de juridische gelijkheid van vrouwen was opgenomen en de ‘onwettelijkheid’ van kinderen onmogelijk werd. De definitie van verkrachting werd aangepast. De wet omschreef het als “seksuele verhoudingen zonder wederzijdse instemming waarbij fysiek of psychisch geweld wordt gebruikt.” In 1920 werd abortus wettelijk mogelijk.
In de jaren 1920 werd de familiewet meermaals aangepast op basis van discussies en debatten. De socialistische propaganda had van bij het begin de gelijkheid van vrouwen verdedigd. Voor de bolsjewieken was het cruciaal om in te gaan tegen de onderdrukking van vrouwen in het traditionele gezin.
De bolsjewieken voerden een stelsel van sociale bescherming in met onder meer kraamklinieken, scholen, kinderopvang maar ook sociale restaurants en wasserijen die als doel hadden om de traditionele huishoudelijke taken van vrouwen te verlichten. Er kwam betaald ouderschapsverlof zowel voor als na de bevalling. Op de werkplaatsen kwamen er afzonderlijke ruimtes om borstvoeding te geven met pauzes om de drie uur voor moeders. Bovendien hadden sociale maatregelen als de vermindering van de arbeidstijd uiteraard ook gevolgen voor vrouwelijke werkenden.
In 1922 werd prostitutie gedecriminaliseerd en pooierschap verboden. In datzelfde jaar nam het aantal vrouwelijke leden van de Communistische Partij, de nieuwe naam van de bolsjewieken, toe tot 30.000.
Na de revolutie was homoseksualiteit niet langer strafbaar. Alle wetten tegen homoseksuelen werden in 1922 uit het strafrecht gehaald. Er waren huwelijken tussen mensen van hetzelfde geslacht. In 1926 werd het wettelijk mogelijk om in alle officiële documenten van geslacht te veranderen.
Openlijke homoseksuelen namen officiële posities in. Georgi Tsjitsjerin bijvoorbeeld was minister van Buitenlandse Zaken in 1918. Vandaag is het in heel wat kapitalistische landen voor openlijke homoseksuelen nog steeds niet vanzelfsprekend om zo’n functie uit te oefenen.
Deze verworvenheden ondergingen hetzelfde lot als de arbeidersdemocratie die aan de basis ervan lag. De stalinistische bureaucratie trok steeds meer macht naar zich toe en maakte een einde aan de revolutionaire verworvenheden. De degeneratie van de revolutie bracht de oude waarden en praktijken terug. Dit wordt tot op vandaag gebruikt om de enorme ontwikkelingen na 1917 te minimaliseren of zelfs niet te vermelden.
Nochtans vormen de maatregelen na 1917 een inspiratiebron die ook vandaag nuttig is voor strijd. Er was nooit een politieke kracht die zo hard probeerde om de steun van vrouwen en de LGBTQ gemeenschap te organiseren als onderdeel van de strijd voor een andere samenleving. Dit gebeurde ondanks het achtergebleven karakter van de Russische samenleving begin 20e eeuw.
De Russische Revolutie toont de onlosmakelijke band tussen de strijd tegen elke vorm van onderdrukking en de strijd van de arbeidersklasse voor de socialistische omvorming van de samenleving.
Voetnoten
- www.oxfam.org/fr/salle-de-presse/communiques/2017-01-16/huit-hommes-possedent-autant-que-la-moitie-de-la-population
- www.20minutes.fr/monde/russie/2011687-20170209-russie-depenalisation-violences-domestiques-promulguee-vladimir-poutine
- www.lepoint.fr/monde/turquie-retrait-du-sulfureux-projet-de-loi-sur-le-viol-des-mineurs-22-11-2016-2084760_24. php
- www.20minutes.fr/monde/1983399-20161219-tunisie-loi-permettant-violeur-epouser-victime-devrait-etre-revisee
- Verwijzing naar de video waarin Trump zei: ‘‘grab them by the pussy’’
- www.lesoir.be/1432993/article/soirmag/actu-soirmag/2017-02-04/des-femmes-repondent-nouvelle-exigence-sexiste-donald-trump
[divider]
Meer hierover lezen? Bestel het boekje ‘Vrouwenrechten in revolutionair Rusland’ met teksten van Emma Quinn, Lenin en Trotski. Het boekje telt 48 pagina’s en kost 5 euro (verzending inbegrepen). Hier te koop in onze webshop. Of door 5 euro over te schrijven op BE 48 0013 9075 9627 van ‘Socialist Press’ met als mededeling: ‘Vrouwenrechten in Rusland’.
-
Een verontwaardigde feministe uit Azië spreekt

Andleeb Haider op de dag van internationale solidariteit Op de infodag over internationale solidariteit van Blokbuster en SAF op 6 december sprak Andleeb Haider over vrouwenrechten in Azië. Hieronder een vertaling van haar toespraak. Ook is Andleeb steeds bereid tot het beantwoorden van vragen en opmerkingen.
“Ik wil jullie bedanken om hier te mogen spreken. We komen samen op voor rechtvaardigheid en kunnen daarbij veel van elkaar leren. De verandering waarvoor we opkomen, kan niet op lokaal of regionaal vlak bekomen worden. Onze strijd is internationaal. Geen enkele samenleving verandert immers in isolement. Het probleem is globaal, het antwoord moet dat ook zijn. Daarom is het ook belangrijk dat we leren van bewegingen voor sociale rechtvaardigheid, revolutionaire strijdbeweging en individuele initiatieven in andere regio’s.
“We zijn hier vandaag om onze solidariteit met vluchtelingen te betuigen, met de onderdrukten en al wie opkomt tegen oorlog, uitbuiting en armoede. We eisen dat de middelen van de aarde toekomen aan de mensen op deze aarde. Dat deze middelen niet gemonopoliseerd worden, dat ze niet gebruikt worden tegen koste van andere mensen. We eisen rechten voor vluchtelingen, rechten voor werkenden en rechten voor vrouwen doorheen de wereld en vrouwen in Azië en Zuid-Azië in het bijzonder.
“Als er in Azië iets opvalt, dan is het de universaliteit van uitbuiting, misbruik, martelingen, waanzin, arrogantie, corruptie en dictaturen. Dit heeft een algemene naam: kapitalisme. Er zijn daarbinnen natuurlijk veel specifieke elementen voor elke regio of elk land. We moeten die specifieke realiteiten begrijpen om er ook gemeenschappelijke elementen in te herkennen. Dit is zeker het geval in Azië waar er een grote diversiteit is waardoor het bijna onmogelijk is om er algemene verklaringen over te doen. Er zijn veel culturen, subculturen, etnische realiteiten, religies, sekten, kasten, politieke stelsels en socio-culturele uitdrukkingen in Centraal-Azië, Oost-Azië, Noord-Azië, Zuid-Azië, Zuidoost-Azië en Westelijk Azië dat algemeen bekend staat als het Midden-Oosten. Een overzicht van de landen in Azië maakt de omvang en verscheidenheid duidelijk: Afghanistan, Armenië, Azerbeidjan, Bahrein, Bangladesh, Bhutan, Brunei, Birma, Cambodja, China, Oost-Timor, Georgië, India, Indonesië, Iran, Irak, Israël, Japan, Jordanië, Kazachstan, Koeweit, Laos, Libanon, Maleisië, Maldiven, Mongolië, Nepal en vele anderen.
“Het tijdperk van de kolonisatie en de daaropvolgende uitbuiting, misbruik, dominantie en meedogenloze massamoorden speelde een belangrijke rol. De kolonisatie was een gevolg van het opkomende kapitalisme dat rijkdom accumuleerde in handen van een kleine minderheid terwijl de rest van de mensheid wordt uitgebuit. Het kapitalisme botste op zijn eigen grenzen, wat leidde tot de twee wereldoorlogen. Volgens een schatting kwamen er in de vorige eeuw 100 miljoen mensen om bij oorlogen. Er is veel gezegd over hoe de Koude Oorlog leidde tot het vestigen van vreselijke dictaturen en het onderwerpen van inheemse culturen en bewegingen, onder meer door misbruik van religie in Azië.
“Vrouwen in Azië waren steeds het stille slachtoffer. Terwijl mannen oorlogen uitvochten en elkaar als vijanden bekampten om winsten veilig te stellen, waarbij ze nite aarzelden om religies te misbruiken en arrogantie te institutionaliseren, ondergingen vrouwen de gevolgen hiervan in stilte. Dit was het bestendigen van de duisternis. Niet dat ik mannen als het kwaad wil voorstellen. Er waren tal van belangrijke mannen die tegen deze onderdrukking en uitbuiting ingingen. Denk maar aan profeten, soefi’s, politieke activisten, revolutionairen, sociale werkers, filantropen, artiesten en dromers en al wie hier aanwezig is en samen opkomt voor de rechten van mensen waaronder vrouwenrechten. Er is een oorlog in de mensheid, niet tussen mannen en vrouwen maar tussen onderdrukkers en onderdrukten.
“Elke godsdienst vertrekt van pure lessen van mensheid en gelijkwaardigheid, maar de handelaars in religie gebruiken deze voor geld en macht. Dit is in alle godsdiensten het geval, of het nu moslims, christenen, hindoes, joden of boeddhisten zijn.
“Religieuze autoriteiten en orthodoxe interpretaties van godsdiensten gaan op een vreselijke wijze om met vrouwen in Azië. Dit gebeurt zowel in naam van het hindoeïsme, boeddhisme, christendom als islam, naast andere religies. Telkens weer wordt in de kaart van de onderdrukkers gespeeld. Alle misinterpretaties van alle godsdiensten in Azië plaatsen vrouwen in een specifieke positie in het gezin en de samenleving. Sommigen gaan daar heel ver in, zo werden vrouwen recent levend verbrand in Afghanistan en werden ze onder de Taliban verplicht analfabeet gehouden. De 27-jarige Farkhunda Malikzada werd in maart 2015 in Afghanistan vermoord na valse beschuldigingen, haar moord leidde tot vrouwenprotest in het land. Begin november werd de jonge vrouw Rukhsana gestenigd door de Taliban. Godsdienst is in handen van de onderdrukkers. De onthoofding van het 9-jarige Hazara meisje Shukria toont aan dat het er niet toe doet of het om Daesh, Taliban of Al Qaeda gaat, het zijn allemaal vreselijke groeperingen die vrouwen en meisjes niet sparen van hun barbarij.
“In Pakistan zijn er de Hadood-wetten tegen vrouwen. In Saoedi-Arabië zijn er sterke beperkingen voor vrouwen, zo mogen ze niet met de wagen rijden. In Iran en Saoedi-Arabië hebben vrouwen geen eigen paspoort en mogen ze hun huis niet verlaten zonder begeleiding door hun vader, broer of man. Hetzelfde zien we onder het hindoeïsme in India of het christendom op de Filipijnen. Kortom, alle Aziatische godsdiensten zien vrouwen nog steeds louter als bron van seksuele bevrediging en bron van kwaad voor mannen. Dit kwaad moet volgens hen strikt aan banden gelegd worden.
“In het Midden-Oosten gingen vrouwen, zowel Koerden als christenen of jezidi’s en sjiieten, al gebukt onder culturele, religieuze en etnische conflicten. Daar komt nu nog eens het brutale geweld van Daesh of Al Nusrah bij. Elke dag zijn er slachtoffers van verkrachting en moord. Nochtans haal ik zelf inspiratie bij twee rolmodellen uit het Midden-Oosten, bij twee grote vrouwen. De figuur Maria kwam niet alleen voor zichzelf op tegen de beschuldiging van overspel, ze verstopte zich evenmin achter mannen en ze doorbrak het taboe dat enkel mannen een belangrijke religieuze positie konden innemen. Ze was een bron van inspiratie voor haar zoon in de strijd tegen onrechtvaardigheid. Een tweede rolmodel is Zaynab, de kleindochter van de Mohammed, de profeet van de islam. Na de moord op haar familie en haar broers in Karbala sprak ze voor de tirannieke heerser van die tijd en zei ze dat de waarheid altijd zou overwinnen. Ik haal mijn moed om me tegen onrechtvaardigheid uit te spreken van Zaynab. Als godsdiensten bedoeld waren om vrouwen thuis op te sluiten en analfabeet te houden, dan waren er nooit voorbeelden als Maria of Zaynab geweest.
“Alle Aziatische samenlevingen zitten vast in oude tijden, in praktijken van discriminatie die onderdeel zijn van het patriarchaat. We zijn niet vergeten hoe de voeten van Chinese vrouwen werden vastgebonden, hoe de Geisha vrouwen in Japan werden misbruikt, wat er met kasteloze vrouwen in India gebeurt of de praktijk van sati waarbij weduwen levend verbrand worden met hun overleven man, … We kennen praktijken als eremoorden, het verkopen van vrouwen, het uithuwelijken van vrouwen in Pakistan, … In de meeste Aziatische landen worden vrouwen veroordeeld tot een leven tussen vier muren in huis. Ze worden als minderwaardig gezien en moeten het mannelijke hoofd van het gezin gehoorzamen. In veel Aziatische samenlevingen is de geboorte van een meisje een vloek, veel meisjes worden gedood bij hun geboorte. Er is een traditie van mentale en fysieke martelingen en een geschiedenis van prostitutie, geweld binnen het gezin, verkrachting en eremoorden. De culturele waarden worden gebruikt om vrouwen het zwijgen op te leggen. De intellectueel Amritya Sen heeft het over de vermiste vrouwen van Azië, hij schat dat er bijna 100 miljoen vrouwen in Azië nooit geleefd hebben omdat ze bij hun geboorde gedood werden.
“Op politiek vlak kende Azië de ergste dictaturen die mogelijk zijn. Het is goed dat er een opmars van democratie is in Azië, maar er zijn op zijn zachtst gezegd enorme beperkingen. In bijna het volledige Midden-Oosten zijn er nog steeds dynastieën aan de macht, in Iran heerst een religieuze dictatuur, in landen als Irak, Palestina, Syrië of Afghanistan is de staatsstructuur grotendeels verdwenen. Zowel onder democratie, dictatuur, autoritaire regimes of een mengeling hiervan worden vrouwen onderdrukt. De kapitalistische globalisering heeft vrouwen herleid tot een instrument voor de entertainmentindustrie terwijl tegelijk een meedogenloze concurrentiestrijd wordt verheerlijkt. Het onderwijs is een instrument voor de rijken. De prostitutie is toegenomen en werd geïnstitutionaliseerd in tal van nieuwe vormen. Geen enkele Aziatisch land kent een volwaardige politieke vertegenwoordiging voor vrouwen. We weten dat politiek slechts een uitdrukking van de onderliggende economische werkelijkheid is. Het kapitalistische productiemodel is het centrale probleem dat ons verhindert om tot menselijke gelijkwaardigheid te komen.
“Nog een paar voorbeelden van geweld tegen vrouwen in Azië: in Pakistan sterven er jaarlijks 1000 vrouwen in ‘eremoorden’. Volgens een Afghaanse mensenrechteninstelling, AIHRC, worden 21% van de eremoorden gepleegd door de man van het slachtoffer. Verkrachting is het vierde meest voorkomende misdrijf tegen vrouwen in India. Volgens een rapport zijn er duizenden Irakese en Syrische Koerden, sjiieten en jezidi vrouwen in handen van Daesh en zijn er dagelijks verkrachtingen. Vrouwen worden door ISIS soms voor 10 dollar verkocht als slaven. In Kasjmir zijn er volgens Human Rights Watch jaarlijks meer dan 500 gevallen van verkrachting en meer dan 1500 gevallen van geweld binnen het gezin. In Sri Lanka namen volgens een VN-studie 1,6% van alle mannen ooit deel aan een groepsverkrachting. In 96,5% van de gevallen werden de mannen niet vervolgd, 65,8% voelde zich niet schuldig of bezorgd en 64,9% ging over tot meer dan één verkrachting, in 11,1% van de gevallen hadden mannen vier of meer meisjes en vrouwen verkracht.
“We moeten samen, met mannen en vrouwen, ingaan tegen deze waanzin en terreur. Ik zal afsluiten met de stelling dat vrouwen in Azië veel woelige wateren doorzwommen hebben. Maar er zijn ook beelden van hoop. Er is een proces van verandering in Azië. Vrouwen voeren de strijd aan de kant van de revolutionairen, rebellen en hervormers.”
-
Vrouwenrechten in Europees Parlement: als puntje bij paaltje komt…
Richtlijn voor bescherming moederschap bedreigd
Ines Zuber is Europees Parlementslid voor de Portugese Communistische Partij (PCP). De PCP maakt deel uit van de linkse fractie Verenigd Europees Links/ Noords Groen Links (GUE/NGL) met 52 verkozenen uit 13 landen. Ines is lid van de commissie rond werk en sociale zaken en vicevoorzitter van de commissie over vrouwenrechten en gendergelijkheid.Interview door Tanja Niemeier
Ines, in 2010 kwamen er amendementen van het Europees Parlement op het voorstel van de Commissie omtrent het ouderschapsverlof, een voorstel dat door alle EU-leden zou moeten toegepast worden. Destijds zagen veel vrouwen en vrouwenorganisaties het geamendeerde voorstel als een stap in de goede richting. Vijf jaar later lijkt het voorstel een stille dood te sterven. Wat was het oorspronkelijke voorstel en hoe komt het dat de Commissie dit voorstel wil intrekken in mei?
“De geamendeerde Richtlijn inzake Moederschapsverlof zoals goedgekeurd door het Europees Parlement was een van de weinige wetgevende initiatieven waarmee de bescherming van vrouwen effectief zou verbeteren. Het aantal weken van volledig betaald moederschapsverlof zou toenemen van 14 tot 20 weken, wat meer is dan het oorspronkelijke voorstel van de Europese Commissie en in overeenstemming met wat aanbevolen wordt door de Internationale Arbeidsorganisatie en de Wereldgezondheidsorganisatie.
“In verschillende landen zou dit een belangrijke stap vooruit betekenen. Het geamendeerde voorstel bepaalde ook dat er ook nadien minstens twee weken betaald ouderschapsverlof mogelijk zijn en dat er bescherming van vrouwen zou zijn bij hun terugkeer op de werkvloer. Deze maatregelen moesten toelaten dat vrouwen niet gediscrimineerd worden. Het moest hen ook toelaten om te kiezen voor betere uren en arbeidsvoorwaarden om hun moederschapsrechten en ook de rechten van hun kinderen te beschermen. Een vrouw moet zowel werkende als moeder kunnen zijn zonder op haar rechten te moeten toegeven. Het is aan de werkgever om zich aan te passen aan de nieuwe situatie van vrouwen.
“Nadat het geamendeerde voorstel in 2010 door het Europees Parlement raakte, weigerde de Europese Raad van Ministers om voorstellen te doen of om te onderhandelen met het parlement. De Raad heeft het proces stilgelegd. Het geeft aan dat de Raad niet bereid is om maatregelen te nemen die rechten kunnen beschermen. Om sociale rechten te beperken, vinden ze wel altijd tijd om tot een consensus te komen. De Europese Commissie oordeelde bijgevolg dat het voorstel in mei 2015 volledig van tafel verdwijnt, tenzij er tegen dan iets rond gebeurt.”
Wat was het standpunt van de linkse fractie in het Europees Parlement toen het voorstel besproken werd?
“GUE/NGL steunde het voorstel van het parlement maar wees erop dat het niet zou volstaan als antwoord op de problemen waar werkende moeders mee geconfronteerd worden. Het is bijvoorbeeld ook nodig dat de lage lonen die veel vrouwen verdienen omhoog gaan. Als we deeltijdse contracten, maandelijkse en zelfs wekelijkse en dagelijkse contracten toelaten, dan kunnen veel vrouwelijke werkenden nooit sociale rechten opbouwen. We mogen dan nog zoveel beschermende maatregelen voor moederschapsverlof nemen als we willen, vrouwen die zwanger worden en nadien een kind krijgen moeten ook nog van sociale bescherming kunnen genieten. Dat staat onder druk door de precaire aard van veel arbeidsverhoudingen.”
Denk je dat er nog een kans is dat het voorstel “gered” wordt? Wat moet er binnen en buiten het parlement gebeuren om de strijd voor gelijke rechten te voeren?
“Het Europees Parlement en sociale, politieke en vrouwenorganisaties moeten de druk opvoeren en aanklagen dat de geamendeerde richtlijn door de Europese Raad wordt tegengehouden en nu door de Europese Commissie naar de prullenmand wordt verwezen. We moeten duidelijk maken wie daar verantwoordelijk voor is. Het gaat om de rechtse politieke groepen, maar ook de sociaaldemocraten in het Europees Parlement. Die weigeren om in het parlement initiatief te nemen omdat er tegenkanting is van regeringen waar hun partijen inzitten.”
De Europese Raad, dus de regeringen van de Europese lidstaten, blokkeert het voorstel. Dit zou vooral om financiële redenen zijn. Ze stellen dat de financiële situatie van de lidstaten geen ruimte laat voor dergelijke maatregelen. Hoe antwoord je daarop?
“Het is een verkeerd argument. Studies geven aan dat de economische opbrengst van de voorgestelde maatregelen veel groter is dan de financiële kostprijs ervan. Het is duidelijk dat deze opbrengst er op middellange en lange termijn zou komen. Moederschap mag niet als een individuele keuze gezien worden, het moet als sociaal gegeven beschermd worden. Een demografische situatie die evenwichtiger is, zou overigens een positieve impact hebben op de economie. In veel EU-landen moet er iets gedaan worden aan de bijzonder lage geboortecijfers die de toekomst van deze samenlevingen bedreigen. Zelfs diegenen die moederschap niet bekijken vanuit een menselijk perspectief en gericht op menselijke waardigheid, kunnen geen ernstige argumenten aanbrengen. Want zelfs vanuit een puur economisch standpunt zouden de voorgestelde maatregelen een positieve impact hebben.”
Zo te horen zijn woorden goedkoop in het Europees Parlement. Hoe kan het dat een meerderheid in het parlement het voorstel goedkeurde terwijl dezelfde partijen als machthebbers in de lidstaten het voorstel tegenhouden? Zijn er nog voorbeelden van dergelijke tegenstrijdigheden?
“Zoals ik al zei, gaat het inderdaad om dezelfde politieke krachten. De rechtse partijen en de sociaaldemocratie vormen een meerderheid in het Europees Parlement en zitten doorheen Europa in de regeringen. Deze politieke krachten zijn wel bereid om het in woorden voor de bescherming van moeders op te nemen, maar niet om de woorden in daden om te zetten. De mensen kennen deze partijen maar al te goed, ze doen steeds beloften die ze niet houden eens ze in de regering zitten. Maar om aan de macht te blijven, moeten ze hun dubbele discours aanhouden. Het is op zich wat schizofreen, maar we kennen het doel van deze opstelling. Het gaat om het beschermen van de belangen van economische groepen, in dit geval de werkgevers.”
Indien de richtlijn inzake moederschapsverlof wel zou aangenomen en toegepast worden, wat zou dit dan betekenen voor vrouwen in de EU en in Portugal in het bijzonder?
“Het zou een belangrijk instrument zijn om vrouwen op hun werkplaats te beschermen. Het zou natuurlijk nodig zijn om de toepassing ervan af te dwingen en er zouden middelen nodig zijn om de toepassing ervan te controleren. Maar het zou vrouwen zeker vooruit helpen. In Portugal zouden vrouwen vier weken extra betaald moederschapsverlof krijgen, wat een positieve factor zou zijn als vrouwen beslissen of ze al dan niet kinderen nemen.”
We vierden pas nog 8 maart, de internationale vrouwendag. Ines, jij bent erg actief in de strijd voor vrouwenrechten. Wat zijn de belangrijkste taken voor vrouwen en de arbeidersbeweging vandaag om hun rechten te bekomen?
“Het verdedigen van vrouwenrechten, zowel inzake wetgeving als in het echte leven, betekent opkomen voor sociale verandering voor werkende vrouwen en andere vrouwen van de volkse klassen. Het is belangrijk dat ze op gelijke voet kunnen deelnemen en hun talenten en kennis kunnen gebruiken op professioneel, sociaal, politiek, cultureel en sportief vlak. Daartoe moeten we de vrouwenstrijd versterken door vrouwenorganisaties en meer algemeen de georganiseerde arbeidersbeweging te versterken.”
Bedankt voor het interview!
-
Vrouwenrechten. De strijd is nog niet gestreden!
Lessen uit de strijd voor vrouwenrechten in de VS
De strijd voor vrouwenrechten leidde er onder meer toe dat het recht op abortus werd afgedwongen. Vrouwen maakten van de eis voor abortus een centrale eis van hun beweging. Want ze beseften dat ze nooit volledige gelijkheid zouden bekomen als ze geen baas over eigen buik waren. Het recht op abortus is noodzakelijk in een samenleving waarin de vrouw zowel financieel als emotioneel verantwoordelijk is voor de opvoeding van kinderen en waar de sociale status van vrouwen nog steeds ondergeschikt is aan die van mannen. Dat laatste blijkt onder meer uit het feit dat vrouwen nog steeds minder verdienen dan mannen voor hetzelfde werk. De beslissing om al dan niet kinderen te krijgen, moet uiteindelijk door de vrouwen genomen worden en niet door religieuze instellingen of de regering.
Dossier door Mandy (Luik)
Strijd voor legale abortus gaat door!
Het recht op een legale abortus is vandaag nog niet volledig afgedwongen. Wereldwijd gebeuren ongeveer de helft van de abortussen op illegale wijze, wat meteen ook het leven van de vrouwen zelf bedreigt. Enkele maanden geleden nog kwam in Ierland een jonge vrouw van Indische afkomst om het leven als gevolg van complicaties bij haar zwangerschap. Dit overlijden had vermeden kunnen worden indien zoals gevraagd een abortus was uitgevoerd. Het ziekenhuis had dit evenwel geweigerd. De tegenstanders van abortus noemen zich ‘pro-leven’ maar brengen het leven van heel wat vrouwen in gevaar.
Waar het recht op abortus wel legaal is, wordt druk gezet om de klok terug te draaien. Dat is onder meer het geval in de VS. Maar ook bij ons zijn er allerhande reactionaire groepen die daarrond actief zijn. Met een verdieping van de economische crisis en de bijhorende wanhoop, zullen conservatieve krachten een zeker gehoor vinden voor hun standpunten.
De zogenaamde ‘pro-leven’-beweging in ons land wil de afschaffing van de wet van 4 april 1990 waarmee abortus uit het strafrecht werd gehaald. Deze beweging probeert elk jaar de troepen te verzamelen in een grote betoging. Maar er worden ook protestacties gehouden voor centra voor familiale planning. Met die acties willen de conservatieven vrouwen intimideren en criminaliseren.
De jaarlijkse betoging die op 24 maart was gepland, zal dit jaar niet op die datum doorgaan. Interne verdeeldheid in het anti-abortuskamp is daar de oorzaak van. Maar het blijft belangrijk om geen vrijspel te geven aan de conservatieven die niet willen dat vrouwen baas in eigen buik zijn. Om ons verzet te versterken, is het nuttig om ook enkele lessen te trekken uit de strijd voor gratis en legale abortus in de VS in de jaren 1960 en 1970.
VS. Strijd voor gratis en legale abortus
Op het einde van de Tweede Wereldoorlog kwamen er naast de mannen ook heel wat vrouwen in de fabrieken terecht. Die aanwezigheid van vrouwen in de arbeidersbeweging was een cruciaal element om tot de vrouwenbeweging te komen. De Amerikaanse regering probeerde de vrouwen in een ondergeschikte positie te houden met een campagne waarin de deugden van het moederschap en het huishoudelijk werk werden opgehemeld.
Maar het feit dat samen gewerkt werd en dat vrouwen een eigen inkomen verwierven en dus financieel meer onafhankelijk werden en een collectief bewustzijn ontwikkelden, zorgde ervoor dat vrouwen niet zomaar naar huis terugkeerden om als brave huismoeders aan de haard te verblijven. Begin jaren 1960 begon een nieuwe generatie van jonge vrouwen in opstand te komen tegen het idee dat hun toekomst die van een huisvrouw zou zijn. Ze wilden niet leven als hun moeders. Bovendien konden vrouwen door de legalisatie van de pil in grotere mate zelf beslissen over hun lichaam en hun seksualiteit.
De ontwikkeling van een vrouwenbeweging gebeurde op een moment dat er ook een intensieve strijd van zwarten voor burgerrechten was alsook een beweging tegen de oorlog in Vietnam. Door de vastberadenheid van de burgerrechtenbeweging die aansluiting zocht bij alle onderdrukten en die doorheen de strijd voor gelijkheid radicaliseerde, begonnen ook veel vrouwen te radicaliseren en het seksisme in vraag te stellen.
In 1966 werd de ‘National Organisation for Women’ (NOW) opgezet. Tegen 1974 telde deze organisatie 40.000 leden en er werden protestacties georganiseerd naast processen tegen discriminatie op de werkvloer en campagnes rond eisen als gratis kinderopvang en het recht op legale abortus. Naast NOW waren er nog tal van radicale vrouwenorganisaties. De roep naar ‘vrijheid’ van de burgerrechtenbeweging en de populariteit van socialistische opvattingen hadden een impact op de vrouwenbeweging. De leiding van NOW werd al gauw links voorbijgestoken door vrouwenacties die ook opkwamen voor een andere samenleving.
De religieuze leiding van zowel katholieken als protestanten begon grote druk op de regering te zetten om iedere toegeving tegen te houden. Ze behaalden een overwinning toen de Republikeinse president Nixon zijn veto stelde tegen een wetsvoorstel dat een opvangdienst zou invoeren om alleenstaande werkende ouders bij te staan.
Als antwoord op het conservatieve offensief riep NOW op tot een staking van alle vrouwen op 26 augustus 1970. Er was een debat over de eisen die de vrouwenbeweging daarbij naar voor moest schuiven. Een meer liberale vleugel beperkte zich tot een hervorming van de bestaande abortuswetgeving, een meer radicale vleugel eiste gratis abortus, gelijk loon, gratis gezondheidszorg,… De eis van een beperkte hervorming werd verworpen. De beweging sprak zich uit tegen iedere wet die het recht op abortus beperkte en kwam op voor gratis en toegankelijke abortus.
Er waren honderden protestacties en meetings tussen 1969 en 1973. De druk van deze beweging leidde er toe dat begin 1970 elf staten, waaronder New York en Californië, hun wetgeving op abortus aanpasten om het onder bepaalde voorwaarden te legaliseren. De meer radicale militanten bleven natuurlijk opkomen voor gratis toegang tot abortus. Het feit dat abortus legaal werd in New York leidde er tot een zekere toevloed van vrouwen zonder dat er voldoende medische faciliteiten waren. Het leidde tot een prijsstijging waardoor abortus ontoegankelijk was voor wie het zich niet kon permitteren.
Uiteindelijk werden de bestaande wetten over abortus op 22 januari 1973 afgeschaft door het Hooggerechtshof en kwam er in de plaats een wet die gratis abortus invoerde. Dat deze wet gestemd werd, was een uitdrukking van het feit dat de heersende klasse er zich van bewust was dat toegevingen noodzakelijk waren om de ontwikkeling van strijdbewegingen te stoppen. De radicalisering dreigde te leiden tot een algemene beweging tegen het kapitalisme.
Strijd loont
Het voorbeeld van de strijd voor de legalisering van abortus geeft aan dat eengemaakte strijd met de arbeidersbeweging resultaten oplevert. Het is enkel door beroep te doen op onze eigen klasse en onze eigen krachten dat we tot verandering kunnen komen. De banden met andere strijdbewegingen, zoals deze tegen racisme, oorlog, homofobie of de slechte arbeidsvoorwaarden, waren van doorslaggevend belang.
De overwinningen van de vrouwenbeweging in het verleden maken ook duidelijk dat de druk van de gevestigde politici, media en bedrijfswereld kan beantwoord worden indien er een vastberaden groep is die een massabeweging kan uitbouwen door een brede laag van de bevolking te bereiken en te mobiliseren.
Doorheen de opkomst van de vrouwenbeweging en naarmate ervaringen werden opgedaan, was het ook logisch dat de socialistische krachten aan steun wonnen tegenover diegenen die zich beperkten tot kleine hervormingen en die voor de ontwikkeling van massastrijd de agenda bepaalden. Vandaag liggen alle sociale verworvenheden opnieuw onder vuur. De regeringen en het patronaat tonen aan dat iedere hervorming onder het kapitalisme steeds maar van tijdelijke aard is. Dat is waarom wij denken dat een echte bevrijding van de vrouw enkel mogelijk is als onderdeel van een revolutionaire strijd voor een andere samenleving, een socialistische maatschappij.