Tag: verkiezingen 2019

  • Schimmenspel van onderhandelingen moet de ruwe paniek verbergen

    Waarom de regering-Michel/De Wever werd afgestraft: gewone werkenden en hun gezinnen gaan erop achteruit

    Een maand na de verkiezingen is er – na de verderzetting van de vorige coalitie van regionalisten, liberalen en sociaaldemocraten in de Duitse Gemeenschap – slechts uitzicht op de vorming van één regering: die van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Zowel in Vlaanderen, Wallonië als voor de Franse Gemeenschap hebben de huidige gesprekspartners geen meerderheid en voor de federale regering staan de informateurs nergens.

    Edito door Anja Deschoemacker uit maandblad ‘De Linkse Socialist”

    Economische achtergrond: verder hard besparen

    Ondertussen regent het slecht nieuws voor zowel het federale niveau als alle regionale entiteiten. De algemene vooruitzichten bieden enkel uitzicht op het verderzetten van het besparingsbeleid, maar worden dan nog aangevuld met analyses van tekorten en schulden op het niveau van de gewesten en gemeenschappen.

    De schuld van de Franse Gemeenschap loopt op tot 8,2 miljard euro dit jaar (3 miljard in 1999) en wordt verwacht verder te stijgen naar 12 miljard in de komende vijf jaar, terwijl het begrotingstekort 192 miljoen bedraagt. Daarbij moeten de schulden van het Waals Gewest (21,7 miljard) en Brussel (5,5 miljard) worden geteld. In Vlaanderen springt de schuld van 25 miljard nu naar 34 miljard in 2024, o.a. door de kosten van de Oosterweelverbinding, en moet een komende Vlaamse regering voor een begroting in evenwicht op zoek naar 600 miljoen euro (De Tijd 19/06). Het federale tekort zou dit jaar verder oplopen tot 7,5 miljard en volgend jaar tot 9,6 miljard euro.

    En wat heb je aan de laagste werkloosheidscijfers (9,5% in 2018 volgens L’Echo, 19/6) sinds de tweede helft van de jaren 1970 als dat minstens gedeeltelijk te wijten is aan de uitsluiting van steeds meer mensen van het recht op uitkeringen? Alle OCMW’s van het land kampen met een toename van mensen die een leefloon en/of andere ondersteuning nodig hebben en nog méér mensen zijn volledig afhankelijk van ondersteuning door hun gezinsleden (vooral vrouwen en jongeren, maar ook steeds meer ouderen).

    De betrekkelijkheid van die lage werkloosheidscijfers wordt duidelijk wanneer je ze naast de armoedecijfers legt. Volgens het nationale statistiekbureau Statbel liep het aandeel Belgen met een inkomen onder de armoedegrens op tot 16,4% in 2018, het hoogste peil in 15 jaar. In absolute aantallen gaat het om 1,8 miljoen mensen!

    Geen uitzicht op stabiliteit

    Dat het opnieuw zeer moeilijk zou worden om een federale regering te vormen, stond in de sterren geschreven. De wegdeemstering van de traditionele partijen heeft een punt bereikt waarbij zelfs de oude “grote coalitie” van de drie traditionele families noch in Vlaanderen, noch federaal een meerderheid haalt.

    Tegelijk is de overwinning van de groene familie niet spectaculair genoeg om Groen en Ecolo in een positie te zetten waarbij aan een “nog grotere grote coalitie” of een totaal asymmetrische coalitie toch nog enige overwinningsglans en minstens een schijn van samenhang gegeven kon worden.

    Vlaanderen

    En voor de vorige “redder” van de Belgische elite – de N-VA – is de neergang ingezet. Ze wordt vanaf nu op de hielen gezeten door een partij die in geen geval de redder van de Belgische elite kan zijn: het Vlaams Belang. Zodra dit duidelijk werd in de gemeenteraadsverkiezingen maakte N-VA een reeks bokkensprongen die duidelijk maakten dat haar betrouwbaarheid voor de burgerij zeer tijdelijk was.

    Mathematisch kan de vorige Vlaamse coalitie gewoon verder. Toch praat Bart De Wever tot nu enkel ernstig met het Vlaams Belang, ook al hebben ze samen geen meerderheid en sluiten de andere partijen samenwerking met het VB uit. Het is een wanhopige poging van De Wever om tegelijk het stemmenverlies aan het VB af te remmen en om niet als bedelaar naar CD&V en Open VLD te moeten stappen. Een minderheidsregering van N-VA en VB zou een avontuur zijn dat niet goed kan aflopen. Het zou tevens elke mogelijkheid tot federale regeringsdeelname voor N-VA afblokken.

    De andere Vlaamse partijen willen niet onderhandelen over een regeerakkoord dat onder meer door het VB is uitgewerkt. Maar tegelijk is het duidelijk dat die 43% voor Vlaams-nationalistische partijen de komende jaren enorme druk op hen zal zetten. De mathematische mogelijkheid van een regering zonder N-VA en VB – met een vierpartijencoalitie die ook federaal een meerderheid haalt – omvat voor CD&V maar ook Open VLD het risico van een doodsvonnis. Het zet bovendien de deur open voor een absolute meerderheid van beide Vlaams-nationalistische partijen binnen vijf jaar.

    Wallonië en Franse Gemeenschap

    In Wallonië en voor de Franse Gemeenschap zijn de onderhandelingen tot nu toe een spiegelbeeld van die in Vlaanderen. Ook daar leiden de onderhandelingen van de huidige gesprekspartners (PS en Ecolo) enkel tot een minderheidsregering, waarbij CDH en PTB al lieten weten niet geïnteresseerd te zijn om een regering van buitenaf te steunen. PS en MR hebben samen een meerderheid, maar voor de PS is dat tekenen voor verdere afkalving ten voordele van de PTB. Dan ongetwijfeld liever een PS/MR/Ecolo-coalitie, waarbij Ecolo eigenlijk onnodig is. Voor Ecolo is dat tekenen voor een nieuwe inzinking na een te kleine doorbraak.

    En natuurlijk is er de mathematische mogelijkheid van een “FGTB-coalitie”, zo genoemd naar de oproep van het Waalse ABVV tot een linkse regering met PS, Ecolo en PTB. De onderhandelingen met de PTB zijn echter al snel afgebroken. Meer hierover in een afzonderlijk artikel op pagina 4 van deze krant.

    Dat de PS de onderhandelingen leidt, kan de aandacht afleiden van het feit dat de laatste overblijvende traditionele partij in België die de grootste is in haar eigen gewest/gemeenschap verder afgekalfd is. Alle opties die niet de FGTB-coalitie zijn, zullen die neergang in de toekomst versterken. De kracht van de PS is altijd haar zuil geweest: de vakbond en de mutualiteit met hun enorme inplanting in de Waalse bevolking. De oproep van het FGTB maakt duidelijk dat hieraan een einde begint te komen, in spiegelbeeld met de ernstig verstoorde relatie tussen CD&V met ACV en CM in Vlaanderen.

    Federaal: slechts drie opties – de ene al ondenkbaarder dan de andere

    Ofwel draait de nieuwe federale regering rond de N-VA, een Zweedse coalitie aangevuld met cdH en Ecolo/Groen (maar beide krachten hebben dat tot nu toe uitgesloten), ofwel draait ze rond de PS met een vierpartijencoalitie die N-VA uitsluit. In het eerste geval is er (opnieuw) geen meerderheid aan Franstalige kant, in het tweede worden de twee grootste Vlaamse partijen uitgesloten. Er is een andere optie: een asymmetrische regering van PS en N-VA – de “VBO-coalitie” naar de oproep van de werkgeversorganisatie – maar een regeerakkoord tussen die partijen lijkt vooralsnog onmogelijk, zowel op sociaaleconomisch als op communautair vlak. Alle drie de opties zouden leiden tot een erg onsamenhangende regering.

    De vorming van een federale regering is dus niet voor morgen. De hoop van de informateurs (Reynders en Vande Lanotte) dat de nood aan een begroting in september/oktober wel zou leiden tot een doorbraak, is slechts een doorzichtige en op geen enkele realiteit gebaseerde poging om de moed erin te houden. Het is waar dat de Belgische burgerij historisch een zeer groot improvisatievermogen heeft ontwikkeld, maar het Belgische systeem van communautaire machtsdeling, het befaamde “Belgische compromis”, heeft zich vastgereden in zijn tegenstellingen en loopt duidelijk op zijn einde. Om te improviseren moet je immers genoeg betrouwbare instrumenten hebben die over voldoende steun beschikken in de bevolking. Vandaag is dit niet langer het geval.

    Een nieuw besparingsbeleid – of dat nu in de zalvende stijl van de regering Di Rupo of in de Thatcheriaanse stijl van de vorige Zweedse coalitie is – zal de laatste gezaghebbende traditionele partij, de verburgerlijkte PS, onvermijdelijk onderuit halen. En dan is het liedje uit. In België zou een “optie-Macron” – een tijdelijke “oplossing” om de burgerij te depanneren na het uiteenvallen van haar partijen – al steun moeten krijgen in alle landsdelen. Daarnaar zoeken, komt neer op het zoeken naar draken en eenhoorns. Bovendien moet de fall-out na het mislukken van Macron om voldoende steun te verkrijgen na de verkiezingen nog duidelijk worden – ook daar is het effect waarschijnlijk uiterst tijdelijk.

    De enige oplossing: linkse regeringen in Wallonië, Brussel en de Franstalige Gemeenschap

    Een FGTB-coalitie zou leiden tot allergische reacties in het Vlaamse politieke landschap, dat is zeker. Het antwoord zou waarschijnlijk een rechtse federale regering zijn rond de N-VA of zelfs het doorbreken van het cordon sanitaire in Vlaanderen. Het zou de eenheid van België onder zeer zware druk zetten. Hoe kan dat dan een oplossing zijn?

    In alle landsdelen is de Thatcheriaanse politiek van de Zweedse coalitie afgestraft. Enquêtes tonen hoe rond een aantal uitgesproken linkse maatregelen een grote eenheid bestaat onder de Belgische bevolking. Ondanks de kakofonie op het federale en Vlaamse politieke toneel dat een dergelijke linkse regering zou veroorzaken, zou het opnieuw uitzicht bieden op een degelijke toekomst voor de grote meerderheid van de bevolking, op een einde aan de constant verder oplopende armoede en ongelijkheid. Tenminste als deze regering bereid is te breken met het kapitalistisch systeem.

    Een linkse regering die de vierdagenwerkweek zonder loonverlies invoert, een minimumloon van 14 euro/u, een minimumpensioen van 1500 euro/maand, … en deze maatregelen financiert door het in handen nemen van de sleutelsectoren van de economie onder democratische controle, zou ook in de andere landsdelen enorm enthousiasme opwekken en de basis leggen voor het keren van de krachtsverhoudingen. Tegen het gekrakeel onder de burgerlijke en kleinburgerlijke krachten in zou het de eenheid van de Belgische arbeidersklasse overtuigend kunnen opkrikken. Die klasse, die de absolute meerderheid van de bevolking uitmaakt, heeft als enige kracht in de samenleving geen belang bij nationale of andere verdeeldheid. Ze is de enige kracht die ervoor kan zorgen dat België niet uiteenvalt, of ervoor kan zorgen dat dat uiteenvallen – indien dit de wens zou zijn van een meerderheid van de bevolking – op zo’n manier gebeurt dat de meerderheid van de bevolking er niet door verarmt en het risico van een burgeroorlog voor Brussel uitsluit.

  • Wat met de klimaatstrijd na de verkiezingen? Beweging van onderuit heropbouwen!

    Waar een peiling in februari – op het hoogtepunt van de schoolstakingen –  nog voorspelde dat Groen de tweede partij zou worden in Vlaanderen, boekte ze in de verkiezingen uiteindelijk slechts een kleine vooruitgang qua zetels (Vlaams +4 en federaal +2). Met de PVDA, die van klimaat ook een speerpunt in haar verkiezingscampagne maakte en die wel een echte doorbraak maakte in de parlementen, lijkt geen enkele andere partij te willen besturen.

    Artikel door Fabian uit de juni-editie van ‘De Linkse Socialist’

    Het lijkt er dus op dat een ambitieus klimaatbeleid geen onderdeel zal vormen van volgende bestuursakkoorden, toch zeker niet op federaal en Vlaams niveau. De grootste winnaar van de verkiezingen, Vlaams Belang, is zelfs openlijk sceptisch over de rol van antropogene CO2-uitstoot in klimaatverandering. Voor heel wat van de tienduizenden jongeren en werkenden die de afgelopen maanden op straat zijn gekomen voor dringende maatregelen tegen klimaatverandering voelden de verkiezingsuitslagen als een koude douche aan.

    Waar liep het mis?

    Anuna De Wever, één van de initiatiefneemsters van Youth for Climate, zegt “teleurgesteld” te zijn, niet in de Vlaamse partijen maar wel in de Vlaamse kiezers. In de commentaar onder artikels van de meeste mainstream media wordt zij consequent als wereldvreemde snotneus versleten, tenminste waar ze niet wordt afgeschilderd als pion in een complot van Greenpeace en andere NGO’s – een mening die ook Joke Schauvliege en Rik Torfs deelden. Het breed gedragen protest werd hiermee herleid tot een individuele kwestie met enkel aandacht voor enkele voortrekkers. Het feit dat de wekelijkse donderdagstakingen op hun grenzen botsten – onder meer omdat er naar ons aanvoelen onvoldoende aandacht was voor een lokale verankering van de beweging – versterkte dit.

    Groen kreeg de wind in de zeilen door de klimaatbeweging. Maar uiteraard werd al gauw gekeken naar wat het groene klimaatplan exact was. Hoewel Groen met haar klimaatplan ‘Pakt2030’ onder andere 80.000 nieuwe jobs beloofde, waren het vooral de asociale taksen zoals rekeningrijden en vliegtaksen die bleven hangen. Bart De Wever greep dit aan om consistent over een belasting-tsunami te spreken. Het antwoord daarop was dat ‘niets doen nog veel meer zal kosten’. Op een moment dat steeds meer gezinnen het moeilijk hebben op het einde van de maand is dat geen wervende boodschap. Langs Franstalige kant speelde dit voor Ecolo ook mee, maar in mindere mate. De aanwezigheid van de PTB duwde niet alleen de PS-campagne naar links maar ook die van Ecolo.

    Sociaal klimaatbeleid

    Hoewel er een brede consensus heerst binnen de klimaatbeweging dat een ecologische transitie op een sociaal rechtvaardige manier moet gebeuren, is dit op geen enkele manier concreet gemaakt. Enkel de hoogdringendheid van maatregelen schoven de zelf uitgeroepen leiders van de beweging naar voor, maar ze bleven zeer vaag in hun eisen. Zelfs het lijvige rapport dat Youth for Climate bestelde bij het Klimaatpanel geraakte niet verder dan vage algemene aanbevelingen, die op geen enkel moment verduidelijkten wat het zou kosten en wie ervoor zou betalen. Dat is nochtans nodig om ingang te vinden bij wie nog niet overtuigd is.

    De Europese Rekenkamer schat dat er ongeveer 1.100 miljard euro per jaar nodig is aan investeringen om enkel nog maar de doelstellingen te halen die de Europese Unie zichzelf oplegde in de strijd tegen klimaatverandering. In 2016 sluisden Belgische bedrijven 221 miljard euro door naar belastingparadijzen en in 2017 nog eens 129 miljard. Geld is er dus, maar het wordt in belang van de winsten van een kleine elite niet gebruikt voor de noodzakelijke investeringen.

    De beweging van onderuit heropbouwen

    Youth for Climate kondigde in de media aan dat het voor ‘seizoen 2’ gaat en dus de mobilisaties volgend schooljaar wil herhalen. Voorlopig gebeurt dit zonder lessen te trekken uit ‘seizoen 1’. De oproep voor schoolstakingen speelde een belangrijke rol en bracht een hele laag jongeren in contact met de methode van collectieve actie, de methode bij uitstek van de arbeidersbeweging.

    Het zal echter moeilijk zijn om hetzelfde enthousiasme te creëren zonder inhoudelijke discussies over hoe we de klimaateisen koppelen aan concrete sociale eisen en het geld daarvoor zoeken waar het zit, om werkenden te overtuigen dat het niet gewoon uit hun portemonnee moet komen. Jongeren hebben hen en de economische impact van hun stakingswapen nodig om echte verandering te bekomen.

    Er is een internationale oproep voor een volgende klimaatstaking op 27 september en er komt een nieuwe VN-klimaatconferentie op het eind van het jaar. We kunnen hiervan opnieuw enorme mobilisatiemomenten maken, maar dan moeten we samen de balans van de klimaatbeweging en de verkiezingen maken op alle scholen en werkplekken waar gestaakt is voor het klimaat.

  • Regering afgestraft. Roep naar programma en beleid die vertrekken van de sociale noden

    Alle Zweedse partijen, de partijen die deel uitmaakten van de vorige regering (N-VA, MR, CD&V en Open Vld), verdedigden tot op de laatste dag hun beleid met hart en ziel en spraken de wens uit deze coalitie verder te zetten. Uitgebreid met cdH uiteraard, want nauwelijks een jaar na de vorming van deze onuitgegeven Thatcheriaanse regering, was ze in de peilingen reeds haar meerderheid kwijt! Analyseren wie de verkiezingen verloor, wie de schade beperkte, wie won en met welk programma dit alles gebeurde, maakt veel duidelijk. Tenminste voor wie het wil zien.

    Artikel door Els Deschoemacker uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Toen we met zijn allen massaal op straat stonden en staakten in 2014 tegen de sociale afbraak van de regering Michel met o.a. de verhoging van de pensioenleeftijd toonde men geen begrip, maar nu horen we van alle kanten dat het signaal van de kiezer moet gerespecteerd worden. Over wat dat signaal was, heerst minder eensgezindheid. ACV-topman Marc Leemans merkte in De Tijd terecht op dat het verkiezingsresultaat in Vlaanderen niet zomaar geïnterpreteerd mag worden als een vraag om een rechtser beleid. “Wie gelooft nu echt dat de kiezer dat signaal gaf? Als vier regeringspartijen zijn afgestraft voor vijf jaar rechts liberaal beleid, dan zou ik twee keer nadenken vooraleer te pleiten voor nog meer rechts beleid.”

    Alle media stellen nu dat Vlaanderen wellicht nooit eerder zo rechts stemde. Maar wat was de dynamiek achter het stemgedrag? Het Vlaams Belang won de verkiezingen door haar racistisch anti-migrantenprogramma te koppelen aan een uitgesproken kritiek op het antisociale beleid van de regering, waarvan N-VA de leidende factor was. Door de nadruk te leggen op eisen als het opnieuw verlagen van de pensioenleeftijd, een minimumpensioen van 1.500 euro per maand, optrekken van de uitkeringen, … leek het Vlaams Belang tegemoet te komen aan de voornaamste verzuchtingen.

    Dit is niet alleen hypocriet. De partij stemt immers steevast tegen elke maatregel die onze sociale rechten uitbreidt. Het is geen sociale partij die de ongelijkheid aanpakt door naar de winsten van de grote bedrijven te kijken. Het is een partij van handelaars in verdeeldheid en bijhorende haat. Zo is het programma van ‘eerst onze mensen’ (een nieuwe versie van de Vlaams Blok-slogan ‘eigen volk eerst’) niet op meer middelen gericht! Er wordt slechts een andere verdeling van de tekorten voorgesteld met uitsluiting van grote groepen uit de sociale zekerheid, sociale huisvesting, jobs, … Dat leidt enkel tot meer concurrentie aan de onderkant van de samenleving, de klassieke formule en voornaamste doelstelling van extreem rechts!

    En de andere grote winnaar van de verkiezingen was de PVDA. Zeker in Brussel en Wallonië maar ook in Vlaanderen met hun eerste verkozenen. Groen kon van de klimaatopstand geen garen spinnen, net omdat het sociale ontbrak. Van een terugdraaien van de pensioenleeftijd bijvoorbeeld, geen spoor. Grote delen van de werkende klasse vreesden terecht dat het groene programma uiteindelijk zou neerkomen op nog grotere lasten op hun schouders.

    De PS kon anderzijds met een uitgesproken links programma de neergang beperken en blijft de grootste in Wallonië en Brussel. Ecolo scoorde goed, maar kon het volledige potentieel van de peilingen niet waarmaken. Dit was grotendeels om dezelfde redenen als die van Groen.

    Bijna overal in Europa verloren de traditionele partijen, die sinds de Tweede Wereldoorlog het kapitalisme beheerden, terrein. In België is een tripartite van de ooit oppermachtige traditionele families voor het eerst niet meer mogelijk. Met de groenen erbij is er federaal wel een meerderheid, maar in Vlaanderen niet. Het toont de electorale opstand van de kiezers tegen deze partijen die steeds weer de meerderheid van de bevolking doen opdraaien voor de crisis van het kapitalisme. De PS hield nog het best stand, met nadruk op sociale eisen rond pensioenen, werkduurverkorting, vermogensbelasting, …

    Als de verkiezingen van 26 mei iets toonden, is het dat de kiezers er genoeg van hebben en dat een ommekeer nodig is.

    De uitdaging is nu om het verzet te organiseren voor een politiek die tegemoet komt aan de sociale noden en bijgevolg het kapitalistisch systeem in vraag stelt. De arbeidersbeweging is numeriek sterker dan ooit en we beschikken nog steeds over potentieel bijzonder sterke vakbonden. De werkende klasse is de sociale kracht die verandering kan realiseren, maar dat gebeurt niet automatisch. Dat vereist organisatie, strijd en een programma waar men echt voor gaat, met een zo groot mogelijke betrokkenheid van delegees, militanten en leden.

    De opgang van PVDA in alle delen van het land is voor de arbeidersbeweging de belangrijkste ontwikkeling van de verkiezingen. Het geeft een stem aan wie uit het moeras van sociale achteruitgang wil geraken. Daarvoor is een breuk met het budgettaire keurslijf in Europa en België nodig en moeten we vechten voor een politiek die niet de winsten centraal stelt, maar de noden van de meerderheid van de bevolking.

  • Michel/De Wever afgestraft. Maar echte verandering zal strijd vereisen

    Na de verkiezingen zagen de politici en commentatoren heel veel signalen. Zoveel dat de belangrijkste boodschap van 26 mei ondergesneeuwd werd: de afstraffing van de rechtse besparingsregering van Michel en De Wever. Enkel de regering-Verhofstadt II werd in 2007 even sterk afgestraft met een verlies van 22 zetels. Vijf jaar Thatcheriaans bewind betekende lagere lonen (indexsprong), langer werken (67 jaar), meer betalen (taksen op brandstof, energie, …) en er minder voor terug krijgen (minder openbare dienstverlening, geen investeringen in zorg en onderwijs). Je zou voor minder kwaad zijn!

    Artikel uit de juni-editie van ‘De Linkse Socialist’ (die vrijdagmiddag van de drukker terugkomt)

    De Wever (N-VA) grijpt het resultaat aan om voor een nog rechtser beleid te pleiten. Maar hij weet heel goed dat de stem voor Vlaams Belang er niet één was voor meer N-VA-besparingen. Het Vlaams Belang recupereerde het sociaal ongenoegen door het te koppelen aan racisme en de migranten de factuur te laten betalen. Waar extreemrechts aan de macht is, wordt nog harder bespaard en neemt geweld tegen migranten toe. Het VB is voor de werkende klasse een ‘Vals Belang’. Toen wij in 2014 protesteerden tegen de besparingen, had extreemrechts vooral een probleem met onze acties! In de parlementen stemde het VB gewoon mee met asociale voorstellen. Neen, uit die hoek moeten we geen verandering verwachten. Voor velen is de groei van het VB een schok. Wie nog twijfelde om zich te engageren: nu is het de moment. Zoals de oude slogan: ‘Don’t mourn, organise’ (“niet treuren, maar ons organiseren”).

    Onder de regering-Michel/De Wever waren het niet de vluchtelingen of migranten die profiteerden. Zeker niet: zij werden aan mensonwaardige omstandigheden onderworpen omdat rechtse partijen daar electoraal voordeel uit wilden halen. De enigen die er de afgelopen jaren echt op vooruitgingen, waren de superrijken en grote aandeelhouders. Onder deze regering stegen de winsten in ons land gemiddeld met 3,3%, terwijl dat in de buurlanden 1,8% was. Voormalig liberaal parlementslid en economieprofessor Paul De Grauwe vatte dit beleid samen als: “een verdere herverdeling ten voordele van kapitaalbezitters.”

    Om daar verandering in te brengen, zal strijd nodig zijn. Collectieve strijd zette in 2014 de eis van een vermogensbelasting op de agenda. Dat was belangrijk om aan diegenen die nog bij de strijd betrokken waren duidelijk te maken dat niet de gewone werkenden en hun gezinnen moeten opdraaien voor verandering, maar dat we het geld zoeken waar het zit. Moest Groen voor het klimaatbeleid zo’n benadering verdedigd hebben, dan zou klimaatbeleid niet geassocieerd worden met extra taksen op onze kap. Collectieve acties zetten begin dit jaar de nood aan klimaatmaatregelen op de agenda. Wij verdedigden daarbij sociale maatregelen als gratis en degelijk openbaar vervoer, energie in publieke handen, publieke investeringen in wetenschappelijk onderzoek en een geplande economie.

    Hoe zal de ABVV-top de banden met SP.a nog verdedigen? En wat denkt de ACV-top van de uitspraken van Etienne Schouppe die het ACV verwijt om de rechtse regering en bijhorende aanslag op onze levensstandaard niet te verdedigen? Enkel de PS kon nog wat standhouden na een linkse campagne. Maar na de verkiezingen worden die links beloften doorgaans snel opgeborgen. Zeker tegen de achtergrond van een begrotingstekort van 8 miljard euro.

    Er is veel steun voor eisen als een intrekking van de aanvallen op de pensioenleeftijd, een pensioen van 75% van het laatste loon met een minimum van 1.500 euro netto, hogere lonen en optrekken van het minimum tot 14 euro per uur (of 2.300 euro per maand), een vermogensbelasting om de miljonairs te laten betalen, massale publieke investeringen in openbare diensten (zorg, onderwijs) en infrastructuur, … zal strijd nodig zijn. De vakbondsleiders die alle hoop vestigden op de verkiezingen hebben zich vergist: de traditionele politieke partners van de vakbonden kregen slaag. Gelukkig hebben we een doorbraak van PVDA dat met 43 verkozenen onze stem in alle parlementen zal laten weerklinken. De afgelopen jaren heeft de PVDA hard gewerkt voor dit resultaat. Nu is het tijd voor een volgende stap: deze positie gebruiken om strijd van onderuit te versterken en mee te organiseren om tot overwinningen te komen. Een campagne zoals die van het ABVV rond de 14 euro biedt daar een eerste grote kans voor. Deze campagne op de werkvloer opbouwen, kan tot succes leiden. Het zou meteen duidelijk maken hoe we de besparingsmachine kunnen stoppen: niet door naar vluchtelingen en migranten te schoppen, maar door massaal te strijden voor onze belangen.

    Het zal een harde strijd zijn: het establishment zal haar belangen met hand en tand verdedigen. We zullen niets cadeau krijgen. Onze eisen zullen ze onbetaalbaar en onverantwoord noemen. Elke poging om de miljonairs te laten betalen, zal op patronale sabotage botsen. We moeten waarschuwen en ons voorbereiden op die sabotage door nu al eisen zoals niet betaling van de schulden en de stok achter de deur van nationalisatie van de sleutelsectoren te populariseren. Onder het kapitalisme, zeker in het vooruitzicht van een nieuwe crisis, is er geen ruimte voor toegevingen aan de werkende klasse. Laten we strijden voor een socialistische samenleving!

  • Campagne ROSA: niet treuren, maar het verzet organiseren!

    Trump, Bolsonaro, Erdogan, Poetin – rechts en extreemrechts populisme bedreigen vrouwenrechten

    De nieuwe doorbraak van het Vlaams Belang is een feit. Met 18% van de stemmen in Vlaanderen is het VB de tweede grootste partij na de N-VA, waarvan het een pak stemmen binnenhaalde. Dries Van Langenhove van Schild en Vrienden zal binnenkort zetelen in het federale parlement.

    Antiracisten zullen zich moeten organiseren om in te gaan tegen de te verwachten gevolgen van deze opgang die het zelfvertrouwen van de reactionaire troepen van VB en Schild en Vrienden een nieuwe impuls geven. Maar niet alleen migranten en linksgezinde jongeren moeten zich voorbereiden op de nieuwe strijd. Anti-feminisme is een vast onderdeel van het nieuwe extreem- en populistisch rechts, zoals het dat ook was in het fascisme onder Mussolini en Hitler.

    Alt-right, Schild en Vrienden,… – Oude wijn in nieuwe zakken

    De ondertussen beruchte Pano-reportage over Schild en Vrienden (september 2018) deed heel wat jongeren schrikken: het bestaan zelf van zulk ideeëngoed was lange tijd verborgen door de electorale verschuiving van VB naar N-VA. Waar het VB zich in zijn vorige glorieperiode vooral richtte op racisme, in navolging van het succesvolle profiel van het Franse FN, toen nog onder leiding van Jean-Marie Le Pen, werd in de reportage van S&V duidelijk dat anti-feminisme een belangrijk onderdeel was van het ideeëngoed. Hun ranzig en brutaal seksisme wordt in een “humoristisch” kleedje verpakt, maar extreemrechts kan niet verbergen dat het vrouwen slechts een zeer kleine rol in de samenleving toebedeelt, de klassieke “moeder en/of hoer”-rol.

    Het toont vooral het verschil in periode. In de jaren ’90 zat de vrouwenbeweging in het slop met een dominant post-feminisme dat alle vrouwenorganisaties had aangetast, vandaag worden de jonge opvolgers van Filip Dewinter en co geconfronteerd met een nieuwe feministische golf. Zoals in andere landen zoals de VS, Brazilië of Polen speelt anti-feminisme vandaag een prominentere rol in de populistisch en extreemrechtse beweging. Vrouwenrechten zijn vandaag opnieuw een belangrijk element geworden in de wereldwijde polarisatie tussen links en rechts.

    In landen waar rechtse populistische figuren zoals Trump en Bolsonaro – of Orban, Poetin en Erdogan – aan de macht kwamen, worden essentiële vrouwenrechten opnieuw in vraag gesteld. Zo wordt het recht op abortus steeds meer ingeperkt, maar ook allerlei wettelijke bepalingen die in het verleden verkregen werden door de vrouwenbeweging, zoals de erkenning als misdaad van partnergeweld en verkrachting binnen het huwelijk, komen onder zware druk te staan. Het toont de gevaren voor vrouwen van deze ontwikkeling, maar ook de nood aan het zich organiseren voor de strijd. En die strijd is zeker niet op voorhand verloren.

    De opgang van nieuw rechts niet onderschatten – maar we kunnen winnen!

    In Polen en Spanje hebben in het recente verleden rechtse regeringen pogingen ondernomen om het recht op abortus verder te ondergraven, maar massaal verzet heeft hen teruggedrongen. Nieuwe pogingen zullen zeker komen, maar massa-mobilisatie kan hen opnieuw dwingen gas terug te nemen. Het toont wat Campagne ROSA van bij haar ontstaan zegt: in dit kapitalistisch systeem zijn vrouwenrechten nooit definitief verworven. Wanneer de strijd gaat liggen en wanneer het de populistisch rechtse figuren goed uitkomt om de aandacht af te leiden van hun asociale politiek die de grote meerderheid van de werkende bevolking raakt, zullen vrouwenrechten opnieuw de schietschijf worden, naast rechten voor migranten en vluchtelingen, LBTQI-gemeenschap, nationale en religieuze minderheden, etc.

    Een belangrijke les die we uit de geschiedenis moeten trekken, is dat het belangrijk is onze echte bondgenoten te kennen. Dat zijn niet de vrouwelijke politici uit de burgerlijke partijen, die met de mond een zeker feminisme belijden, maar met de daad de mogelijkheden voor emancipatie voor grote lagen vrouwen verder inperken. Dat gebeurt door het stimuleren van een jobaanbod met lage lonen die onafhankelijk leven nauwelijks toestaan, zeker als met dat loon ook kinderen moeten worden opgevoed, of de verdere afbouw van de sociale uitkeringen, terwijl anderzijds de kost van huisvesting en essentiële diensten en voorzieningen steeds verder de pan uitswingen, ook al als gevolg van de politiek van diezelfde burgerlijke partijen.

    Malcolm X’s beroemde uitspraak dat er geen kapitalisme kan bestaan zonder racisme is evengoed toepasbaar op seksisme en vrouwenonderdrukking, zoals het dat ook op nationale onderdrukking is. In het kapitalistisch systeem bepaalt een zeer kleine onproductieve minderheid wat en hoe er geproduceerd wordt en wie er toegang toe heeft. Het gedachtegang is daarbij niet hoe de samenleving hiermee verder kan vooruitgaan, maar enkel hoe ze hun eigen winsten en kapitaal kunnen doen groeien.

    In dit systeem kan – en moet zelfs – economische groei gecombineerd worden met een reële achteruitgang van de levensstandaard van de meerderheid van de bevolking. Als we de geschiedenis van de laatste 100 jaar bekijken, is dit de regel, terwijl de naoorlogse bloeiperiode met een toenemende groei in de algemene levensstandaard in de westerse wereld de uitzondering is. En zelfs toen werd dit enkel verkregen door massale strijd van de werkenden voor hun deel van de koek – en bovendien met een toenemende imperialistische uitbuiting van de rest van de wereld, wat uitgebreide migratiestromen op gang bracht en brengt.

    De echte bondgenoten van de vrouwenbeweging waren toen – en nu! – eerst en vooral de arbeidersbeweging en de andere groepen in de samenleving die specifieke onderdrukking ondergaan. We kunnen winnen als we onze krachten bundelen met die andere onderdrukte en gediscrimineerde groepen in de samenleving: migranten en sans-papiers, LGBTQI-militanten en vooral de in ons land zeer talrijke en bovendien groeiende groep van vakbondsactivisten. De oorsprong van alle vormen van onderdrukking ligt immers in de aard van het systeem zelf: de onderdrukking en uitbuiting van de meerderheid van de bevolking door een minderheid die haar winsten van hogere waarde inschat dan de noden van de samenleving als geheel.

    Activeer je, organiseer je, vecht voor een politiek alternatief op populistisch en extreemrechts én op de traditionele burgerlijke partijen

    Wie gechoqueerd was bij het bekijken van The Handmaid’s Tale, moet beseffen dat het niet allemaal pure fictie was, maar gebaseerd op historische reële maatregelen tegen vrouwen die genomen werden door fascistische regimes als dat van Mussolini in Italië of Hitler in Duitsland. Vrouwen werden door deze regimes uit publieke functies en uit het productieve leven geweerd, geleidelijk, maar ook schoksgewijs door bijvoorbeeld het verwijderen van vrouwen uit de openbare diensten. Op die politiek werd gedeeltelijk teruggekomen om het tekort aan arbeidskrachten voor de oorlogsproductie op te vangen, maar de lonen van vrouwen waren slechts 50 of 60% van die van mannen. Vrouwen werden ook geweerd uit hoger onderwijs, behalve de nieuw opgezette opleiding voor huishoudkunde en uitgesloten van een reeks opleidingen in het secundair onderwijs. Vrouwen werden niet geacht een publieke rol te spelen en moesten dus ook geen vaardigheden aanleren om dat te doen.

    Vrouwen werden als broedmachines gezien, enerzijds met stimulerende maatregelen om vrouwen aan te zetten meer kinderen te krijgen (wat nu ook door de Lega in Italië hernomen werd) maar anderzijds ook met gedwongen “productie” van kinderen in de Lebensborntehuizen. Arme vrouwen, ongehuwde toekomstige moeders, vrouwen met Arische kenmerken maar met “foute” ideeën, werden er gedwongen te bevallen en hun kinderen af te staan. In landen als Spanje onder Franco of in de Latijn-Amerikaanse dictaturen werden kinderen van socialisten en communisten afgenomen van hun ouders om doorgeschoven te worden naar gezagsgetrouwe gezinnen, in die gevallen met de uitdrukkelijke hulp van de katholieke kerk.

    Om duidelijk te zijn: dat staat niet voor morgen op de agenda. De stemmen voor het VB drukken geen algemene steun uit voor dergelijke ideeën, maar eerder een verwerpen van de traditionele burgerlijke partijen. De laatste jaren van brede syndicale mobilisaties, maar ook de groeiende mobilisaties van mensen-zonder-papieren, vrouwen, LGBTQI-gemeenschap, … tonen aan dat we niet zomaar kunnen spreken over “verrechtsing”, maar dat een proces van polarisatie plaatsvindt. Dat is ook duidelijk geworden door het feit dat de nieuwe doorbraak van het VB er komt samen met een doorbraak van de PVDA, die niet alleen haar aantal verkozenen sterk heeft zien toenemen, maar ook voor het eerst in het hele land verkozenen naar het parlement kan sturen.

    Om echt te kunnen wegen, zullen die verkozenen zich echter niet kunnen beperken tot een parlementaire rol. Indien de parlementsleden van de Socialist Party in Ierland, die aan de basis liggen van het opbouwen van Rosa, zich zouden gehouden hebben aan het indienen van wetsvoorstellen om het verbod op abortus af te schaffen, zouden Ierse vrouwen vandaag nog steeds naar het buitenland moeten reizen om abortus te plegen. Het gebruiken van hun positie om massastrijd te stimuleren en te organiseren is essentieel om overwinningen te boeken en de (extreem-)rechtse krachten terug te slaan. Als de parlementairen van de PVDA die rol spelen, zullen ze op de steun van Campagne ROSA kunnen rekenen.

    We zullen hierop echter niet wachten, maar ons de komende weken en maanden inzetten – samen met Blokbuster en Actief Linkse Studenten – om actief op zoek te gaan naar jongeren en werkenden om acties en campagnes op poten te zetten om het VB de pas af te snijden. Iedereen die hieraan wil bijdragen, is meer dan welkom. Don’t mourn, organise!

  • Regering krijgt pandoering. Strijd op straat zal bepalend zijn!

    Zwarte zondag in Vlaanderen, doorbraak radicaal-links in heel het land. Linkse regeringen in Wallonië en Brussel mogelijk.

    Wat een afgang voor de partijen die vijf jaar geleden aan een ambitieus Thatcheriaans project begonnen. Samen verliezen ze 22 zetels in de Kamer waardoor ze hun meerderheid kwijt zijn. Charles Michel kon zijn vijf jaar geleden onverwachte premierschap niet verzilveren: hij won slechts 1.000 extra voorkeurstemmen. De tweede kopman van de regering, Bart De Wever, die nochtans geen minister werd, moest 72.000 voorkeurstemmen inleveren: iets meer dan een vijfde! CD&V verliest een derde van zijn Kamerzetels, MR bijna een derde. Na verkiezingen ziet iedereen signalen van de kiezers, maar de meest opmerkelijke wordt al eens uit het oog verloren: een overtuigde verwerping van de vorige regering.

    Dat is niet verwonderlijk als we naar het gevoerde beleid kijken. Er werd veel gekibbeld, maar over de harde neoliberale koers ten koste van de werkenden en hun gezinnen waren de MR, N-VA, CD&V en VLD het roerend eens. De pensioenleeftijd werd verhoogd naar 67 jaar, zonder maatregelen voor zware beroepen en ondertussen werd de publieke aandacht gevestigd op de lage pensioenbedragen in ons land. Onze inkomens werden onder vuur genomen met een indexsprong en allerhande taksen. Rond de klimaatuitdagingen werd niets gedaan. Waar er ambitieus gestart werd, zorgde het vele ongenoegen over het beleid ervoor dat de regering uiteindelijk de rit niet uitzat. N-VA trok de stekker eruit na de gemeenteraadsverkiezingen die de afstraffing in deze verkiezingen al voorspelden.

    Een regeringscrisis rond het Marrakesh-pact zette het thema van asiel en migratie centraal op de agenda in december. Daarna werd het wat ondergesneeuwd door het klimaatprotest en sociale acties, maar in de laatste weken voor de verkiezingen was het opnieuw prominenter aanwezig in alle discussies. Niet alleen het schandalig gebrek aan opvang van transmigranten aan Brussel-Noord zorgde daarvoor, ook de campagne van N-VA zelf. Die moest al langer nadruk leggen op het stoere anti-migrantenimago van Theo Francken. Dat was nodig omdat met het asociale sociaaleconomische beleid bezwaarlijk kon uitgepakt worden. Vlak voor de verkiezingen werd dit nog bevestigd door een studie van Gert Peersman (UGent): zonder het gevoerde beleid zou de groei en de jobcreatie er beter uitgezien hebben. Als er niet met het gevoerde beleid kan uitgepakt worden, zijn er bliksemafleiders nodig. Migratie is daar één van. De zaak-Kucam, waarbij een trouwe aanhanger van Francken humanitaire visa uitdeelde, ondermijnde de positie van Francken wat. Hij beet van zich af op zijn gekende brutale stijl, maar niet iedereen was mee.

    Terwijl commentatoren en Vlaams-nationalisten vooral de verschillen tussen de Vlaamse, Brusselse en Waalse resultaten benadrukken, kan er niet aan voorbijgegaan worden dat sociale thema’s als pensioenen in alle delen van het land bijzonder gevoelig lagen. Het Vlaams Belang deed er alles aan om zich als ‘sociale’ partij in de markt te zetten met verzet tegen de verhoging van de pensioenleeftijd of asociale taksen als het rekeningrijden, maar ook het optrekken van het minimumpensioen tot 1.500 euro (de addertjes onder het gras van een puntenpensioen en de strikte loopbaanvereiste werden uiteraard niet benadrukt). Als er geen of weinig bewegingen op straat zijn die duidelijk maken wie echt actief ingaat tegen het asociale beleid, kan een reclamecampagne zoals die van het VB impact hebben. Dan wegen de woorden van VB even zwaar als de woorden van linkse partijen die niet tot actieve strijd overgaan. De stap van N-VA naar VB werd heel klein voor kiezers die met de verhoging van de pensioenleeftijd in hun maag zaten. Langs Franstalige kant speelden sociale thema’s eveneens een belangrijke rol. Dat blijkt vooral uit de sterke vooruitgang van de PTB, in Wallonië de grootste winnaar met resultaten van rond de 20% of meer in Luik, Charleroi, La Louvière, en zelfs rond de 25% in de Luikse regio (Herstal, Seraing) maar ook rond de 20% in delen van Brussel (Sint-Gillis, Anderlecht, Molenbeek, …).

    Uit peilingen bleek dat er in alle delen van het land een meerderheid van de bevolking gewonnen is voor een verlaging van de pensioenleeftijd en voor een vermogensbelasting. Dat zijn zaken die doorgaans als ‘links’ worden gezien. De ‘linkse’ partijen zijn samen licht vooruit gegaan in Vlaanderen, het is rechts en het centrum dat verliest terwijl extreemrechts wint.

    Zwarte zondag

    In Vlaanderen is het Vlaams Belang de grote winnaar. Het wordt met 18,5% voor het Vlaams Parlement de tweede partij na N-VA. Het verschil met het historische dieptepunt van 2014 maakt de vooruitgang nog spectaculairder: in de Kamer gaat het VB van 3 naar 18 verkozenen! Meteen werden vergelijkingen gemaakt met ‘zwarte zondag’: de eerste grote verkiezingsdoorbraak van het toenmalige Vlaams Blok in 1991. Er zijn echter verschillen: de doorbraak is groter, de traditionele partijen zijn nog instabieler, … Na vijf jaar N-VA-regering is racisme aanvaardbaarder geworden. VB-kiezers verstoppen niet hoe ze stemden, op de werkvloer aarzelen sommigen niet om dit ook aan collega’s met een migratie-achtergrond te verkondigen. Waar de doorbraak van het VB in 1991 vooral een stedelijk fenomeen was, zijn er nu vooral pieken in randstedelijke gebieden (zoals de Denderstreek) of op het platteland (zoals in delen van West-Vlaanderen).

    Diegenen die bij de groei van N-VA verkondigden dat conservatief-rechts deed waar antifascistisch links niet toe in staat was, met name het stoppen van het Vlaams Belang, hebben zich vergist. Wij wezen bij de neergang van het Vlaams Belang al snel op het Franse voorbeeld waar de rechtse president Sarkozy met een stoere op het racisme balancerende retoriek de wind uit de zeilen van het Front National haalde, maar zijn kiezers door het asociale karakter van zijn beleid al snel terug naar Le Pen zag lopen. De zeepbel werd doorprikt en extreemrechts kwam terug, versterkt met het meer aanvaardbare karakter dat het kreeg door de gelijklopende standpunten van conservatief rechts. Met de regeringscrisis rond het Marrakesh-pact heeft N-VA de rode loper uitgerold voor extreemrechts. De voorheen verguisde Dries Van Langenhove die met zijn neonazistische chatgroepen werd geassocieerd, maakte er samen met VB-voorzitter Van Grieken handig gebruik van om zich langs de voordeur terug op het politieke toneel te plaatsen.

    De Wever greep de nieuwe groei van het Vlaams Belang meteen aan om de positie van zijn N-VA in regeringsonderhandelingen te versterken. Hij probeert de stem voor het Vlaams Belang te gebruiken als een extra mandaat voor een groter N-VA-gewicht: Vlaanderen zou rechtser en Vlaamser gestemd hebben, luidt de redenering. Niet dat het Vlaams-nationalisme zo’n grote rol speelde. Zoals een VB-kiezer zijn stem in De Standaard motiveert: “We moeten ons Belgenlandje verdedigen.” Over de pogingen van het VB om zich een socialer imago toe te meten, zwijgt De Wever uiteraard ook in alle talen.

    Het imago van het Vlaams Belang als minder aangebrande en socialere partij is complete nonsens. Het VB stemde tegen een hoger minimumloon in Europa en liet zich in ons land opmerken door protest tegen diegenen die zich actief verzetten tegen het besparingsbeleid, met name tegen de vakbonden. Werkenden die protesteren tegen de verhoging van de pensioenleeftijd of tegen een onhoudbare werkdruk, werden niet gesteund door extreemrechts maar net aangevallen. In het geval van de bende van Dries Van Langenhove gebeurde dit letterlijk. Toen de Gentse afvalophalers het werk neerlegden uit protest tegen de onhoudbare werkdruk, kwam er geen steun van het Vlaams Belang. Integendeel: Van Langenhove plaatste een filmpje waarin hij met enkele medestanders een paar vuilniszakken ophaalde om de staking te breken. Hij hield het maar zo lang vol als de camera draaide… Het geeft aan dat het Vlaams Belang niet aan onze kant staat. Terwijl wij het verzet tegen de regering-Michel op straat voerden, hielden Van Langenhove en Van Grieken zich bezig met het verspreiden van haat op internet. Het VB komt weg met het propageren van een ‘sociaal imago’ omdat het daar meteen aan koppelt dat dit moet betaald worden door te besparen op migranten. Zo pleit het VB niet voor meer sociale huisvesting, maar wel voor het voortrekken van ‘ons eigen volk’. In plaats van de oorzaken van de tekorten aan te pakken, wordt een andere verdeling ervan voorgesteld. Dat vindt ingang bij brede lagen van de bevolking die hun levensstandaard zagen afnemen, zelfs indien het geen antwoord biedt op de kapitalistische crisis die aan de oorzaak van de tekorten en aanvallen op onze levensstandaard ligt. Onder de regering-Michel gingen enkel de superrijken erop vooruit: de winsten stegen met gemiddeld 3,2%, tegenover 1,8% in de buurlanden. Wie waren de profiteurs? De migranten en vluchtelingen of de bankiers en speculanten?

    Sommige commentatoren merkten op dat het VB onder Van Grieken en Van Langenhove afstand nam van het oude ‘vuile’ kantje onder Dewinter… Moest het protest tegen Schild&Vrienden in september vorig jaar doorgezet zijn na de eerste succesvolle acties, dan had het VB het moeilijker gehad om deze leugen te verspreiden.

    Het Vlaams Belang was zelf wat verrast door de omvang van de overwinning. Het brengt enkele praktische problemen met zich mee, onder meer inzake politiek personeel en gebrek aan actieve basis. Ongetwijfeld zullen er zich heel wat nieuwe leden aandien, maar de voorbije jaren was het politiek kader van de partij fors uitgedund. Het VB probeert al even om zich terug op te bouwen, met in het bijzonder nadruk op jongeren. Dat heeft een zeker effect: volgens peilingen zou het VB onder jongens van 12 tot 24 jaar de populairste partij zijn. Onder meisjes is dat overigens helemaal niet het geval: de vrouwonvriendelijke opstelling van extreemrechts is hen niet ontgaan. Alleszins is er onder jongeren een polarisatie. We mogen het Vlaams Belang geen ruimte geven om zich sterker te organiseren onder jongeren, er is georganiseerd antifascistisch verzet nodig. Mogelijk is er nu in vergelijking met die vorige zwarte zondag in 1991 een grotere mate van gewenning, maar er is wel degelijk woede en angst voor de groei van extreemrechts. Dat organiseren in strijdbare acties waar we ook de discussie voeren over de strijd tegen de voedingsbodem waarop extreemrechts kan groeien, is de uitdaging. Met de PVDA in het parlement zijn we beter gepositioneerd voor deze discussie. Een sterkere linkerzijde maakte het in Wallonië en Brussel moeilijker voor diverse extreemrechtse krachten om een ernstig resultaat neer te zetten. De ervaring van de campagne Blokbuster, die ook levendig werd gehouden in die jaren dat het gevaar van het VB als minder dringend werd ervaren, zal in de antifascistische strijd goed van pas komen.

    Rode golf in heel het land

    Nog een verschilpunt met zwarte zondag 1991 is de aanwezigheid van een radicale linkse partij in het parlement. De groei van PVDA is belangrijk en is nationaal met ook de eerste Vlaamse verkozenen. Met 42 parlementsleden (12 in de Kamer, 10 in het Waals Parlement, 11 in het Brussels Parlement, 4 in het Vlaams Parlement, 4 in de Senaat en 1 in het Europees Parlement) maakt de PVDA een grote sprong voorwaarts. In Wallonië is de PTB met 13,7% (+7,9%) de grootste winnaar, in Brussel groeit Ecolo iets sterker maar in vergelijking met de gemeenteraadsverkiezingen is de sprong van PTB opmerkelijker. In Brussel evenaart PTB voortaan het Waalse resultaat en ook in de steden Antwerpen en Gent wordt meer dan 10% gehaald.

    De militanten van PVDA hebben hard gewerkt om dit resultaat mogelijk te maken. De partij kent een groeiende steun onder syndicalisten en tal van andere activisten die in PVDA de meest consequente uitdrukking zien van hun verzet tegen het huidige beleid en tegen de winstlogica van het kapitalisme. Ongetwijfeld zal er nu heel wat nadruk op het parlementaire werk komen te liggen, maar het wordt belangrijk om nieuwe leden politiek te betrekken en gedurfde campagnes op te bouwen. De Vlaamse verkozenen van PVDA, inclusief een Vlaamse verkozene in Luik, zullen maken dat er ook in het noorden van het land een linkse stem aan bod zal komen in de media en de publieke debatten. Dat is een belangrijke en noodzakelijke stap vooruit: de afwezigheid van een beetje consistente oppositie tegen het neoliberalisme, spreidde de afgelopen jaren het bedje voor rechts.

    Regeringsdeelname zal er wellicht niet inzitten. De PS wees op voorhand naar het mislukken van gemeentelijke coalitievormingen om te stellen dat PTB niet bereid is om te regeren. Ondanks druk uit syndicale kringen voor progressieve meerderheden, werd daar niet op stoutmoedige wijze op geantwoord door PTB. Het lijkt alsof de partij zich schikt in een oppositierol om ondertussen verder te groeien. Dat kan vanuit het oogpunt van partij-opbouw correct lijken, maar veel kiezers willen sneller resultaat zien. De vakbondseisen niet alleen verdedigen in het parlement, maar als basis nemen voor offensieve voorstellen rond progressieve regeringen, zou de PTB op de kaart zetten als beste politieke verlengstuk van de vakbondsstrijd.

    De aanwezigheid van PTB en nu ook PVDA zet linkse standpunten en antwoorden op de agenda. Het ondermijnt de mogelijkheden voor extreemrechts, dat in Wallonië opnieuw niet kon doorbreken (met slechte resultaten voor groepen als Nation). Het debat wordt naar links geduwd. LSP vindt dat bijzonder positief en riep op om PVDA te stemmen. We delen de vreugde van de PVDA-leden en medekiezers. LSP zal blijven constructieve voorstellen doen over wat onze rol kan zijn in het versterken van de groei van een strijdbare linkse pool, zowel in actieve campagnes als qua programma. We wezen in onze stemoproep meteen op de beperkingen die wij in het PVDA-programma zien, zoals het onvoldoende voorbereid zijn op het onvermijdelijke verzet van de bazen tegen elke progressieve hervorming in het belang van de werkenden en hun gezinnen of nog de afwezigheid van perspectief van socialistische maatschappijverandering. Dit zijn geen details, het is een noodzakelijke voorbereiding op de volgende fase van strijd.

    Groene vooruitgang, vooral in Brussel, Wallonië en Vlaamse steden

    De groene golf was minder uitgesproken dan voorspeld, zeker in Vlaanderen waar Groen wel vooruitging in steden als Gent, Antwerpen en Leuven maar elders amper winst kon boeken. De gepeilde 15% werd niet behaald, de kaap van 10% werd maar nipt genomen. De vooruitgang van Ecolo was sterker, zeker in Brussel maar ook in meer landelijke provincies als Luxemburg en Waals-Brabant. De aandacht voor milieu – van acties voor propere lucht tot de historische klimaatbeweging – speelde uiteraard een rol, maar ook het profiel van Ecolo als antiracistische partij die bovendien geen historische machtspartij als de PS is, was belangrijk.

    Op vrijdag 24 mei was er nog een klimaatbetoging met volgens de organisatoren 10.000 aanwezigen, maar het was niet meer dezelfde spontane uitbarsting van jonge woede als in de eerste drie maanden van dit jaar. Natuurlijk is het niet mogelijk om wekelijkse acties zomaar vol te houden. Vandaar dat wij bij het begin van die acties al nadruk legden op het belang van lokale actiecomités in de scholen om de reeds overtuigde jongeren de discussie te laten voeren met hun klasgenoten en te bouwen naar lokale acties met een grotere betrokkenheid. Tegelijk stelden we dat er inhoudelijke duidelijkheid moest zijn met eisen als gratis en degelijk openbaar vervoer, energie in publieke handen, publieke middelen voor wetenschappelijk onderzoek, … als onderdeel van een strijd voor ‘system change.’

    Helaas werden deze voorstellen niet breed genoeg opgepikt om de beweging op deze manier verder te ontwikkelen. Dat leidde tot een onvermijdelijke dip die meteen ook ruimte gaf aan rechts om de beweging voor te stellen als een belastingtsunami van CO2-taksen, vliegtaksen, … De vraag wie voor klimaatmaatregelen zal betalen werd niet overtuigend beantwoord door de groene partijen. In tijden van gele hesjes en een crisis van onze koopkracht heeft dat het potentieel voor de groenen ondermijnd. Het neemt niet weg dat de bezorgdheid rond klimaat erg groot blijft, de ernst van de dreigende klimaatverandering is niet weg. We zullen echter de discussie moeten voeren over welke system change we willen en hoe zo’n verandering te bekomen.

    Historisch dieptepunt traditionele partijen

    De drie Franstalige klassieke partijen verloren op 5 jaar tijd 368.000 kiezers en halen samen voor het eerst geen meerderheid meer. De drie traditionele politieke families staan op een historisch dieptepunt en het einde van de val is nog niet in zicht. Het gaat immers om politieke uitdrukkingen van de relatief stabiele naoorlogse periode waarin er een zekere marge was, inclusief voor beperkte toegevingen aan de werkenden en hun gezinnen.

    Een klassieke tripartite van sociaaldemocraten, christendemocraten en liberalen behaalt voor het eerst geen meerderheid meer in de Kamer. Ondanks de onpopulariteit van het rechtse beleid incasseerden de sociaaldemocraten nieuwe klappen. De PS heeft meer marge en kon dankzij verlies van de MR de grootste partij blijven in zowel Brussel als Wallonië, maar ondertussen zijn toch weer drie zetels ingeleverd. Als de PS relatief beter standhield, heeft dit ook te maken met de linksere campagne die de partij voerde.

    SP.a was al kleiner en boekt nog meer verlies dan de Waalse kameraden: 4 van de 13 Kamerzetels zijn weg. In Antwerpen en Oost-Vlaanderen flirt de partij met de drempel van 10%, met zowel in Gent als Antwerpen forse klappen. De deelname aan een coalitie met De Wever in Antwerpen heeft de partij duidelijk geen goed gedaan. Meer algemeen gaat er geen hoop op verbetering uit van SP.a, er is geen project dat fundamenteel anders is dan de besparingslogica van de voorbije decennia.

    De christendemocraten hebben een gelijkaardig probleem. CD&V probeerde zich in de rechtse regering op te werpen als ‘sociaal gezicht’, als een soort oppositie binnen de meerderheid naar het model van hoe de PS zich jarenlang opstelde. Dat was al te doorzichtig en het versterkte het ‘mossel noch vis’-imago van CD&V, zonder de smet van de aanvallen op onze levensstandaard weg te nemen. Open VLD praat zichzelf moed in met de vaststelling dat het minder verloor dan de andere coalitiepartners. Ook CDH, dat geen deel uitmaakte van de Zweedse coalitie, moet zich troosten met het feit dat het verlies al bij al meeviel.

    De afkalving van de traditionele partijen is heel sterk in de stad Antwerpen waar SP.a, VLD en CD&V samen nog geen kwart van de kiezers overtuigen en vier andere partijen moeten laten voorgaan: N-VA, Groen, Vlaams Belang en PVDA. Het antwoord van de traditionele partijen op de electorale neergang is doorgaans weinig overtuigend: er wordt vooral gekeken naar een volgende onderling inwisselbare manager om het roer over te nemen. Denk aan het type van ‘de woordvoerder’ uit het satirische programma ‘De Ideale Wereld’: iemand die op een mooie wijze de meest absurde bochten en nietszeggendheden kan brengen. De poging van CD&V om dit voor de verkiezingen al te doen met de Hilde-campagne kon de schade niet beperken: voor het Vlaams Parlement verloor CD&V in West-Vlaanderen slechts 1,8%, maar voor de Kamer was dat 4% en moest het zowel N-VA als Vlaams Belang laten voorgaan. Crevits ging van 112.000 naar 130.000 voorkeurstemmen, een vooruitgang die niet overeenkwam met de inzet.

    De crisis van de traditionele partijen is niet zozeer een kwestie van politiek personeel, maar wel van de aanvaarding van de neoliberale logica waarbij politiek gezien wordt als een technocratische invulling van die logica. Het ziet er niet naar uit dat het kapitalisme in een context van economische onzekerheid, dreigende crisis, handelsoorlogen en politieke instabiliteit de ruimte zal creëren voor een terugkeer van de traditionele partijen. Ze zullen het effectief moeten hebben van tijdelijke effecten rond door de media gehypete figuren. Maar dat maakt geen einde aan de tendens naar een tegenstem.

    Overleeft het cordon sanitaire?

    De coalitievormingen worden moeilijk. Een verderzetting van de Zweedse coalitie op Vlaams niveau kan met dit resultaat, maar het is dan wel een coalitie van zwaar verliezende partijen. N-VA-voorzitter De Wever laat de deur open voor een gesprek met het Vlaams Belang, maar het lijkt onwaarschijnlijk dat daar iets zal uitkomen. Na de gemeenteraadsverkiezingen van oktober werd het cordon sanitaire rond extreemrechts al verder ondergraven, vooral door N-VA dat bijvoorbeeld in Ninove een coalitie zonder extreemrechts blokkeerde. Er kwam echter geen coalitie met extreemrechts op lokaal vlak. Nu zal een nieuwe stap gezet worden in het ondergraven van het cordon sanitaire, ook als er geen coalitie met VB wordt gevormd. De Wever kan het zich niet permitteren om te snel het VB af te schrijven, bovendien kan hij het VB-resultaat gebruiken om zijn eigen positie in onderhandelingen te versterken. Het Vlaams Belang voert tegelijk de druk op N-VA op. Voorzitter Van Grieken kondigde aan geen breekpunten mee te nemen naar een gesprek met De Wever voor de vorming van een Vlaamse regering. De Wever kan het Vlaams Belang niet meteen afserveren en zal meer tijd dan gehoopt nodig hebben om zijn Vlaamse coalitie te vormen.

    Zowel bij VLD als CD&V opperden enkele mindere goden de mogelijkheid om het cordon te doorbreken, maar de partijleiding zelf sprak zich daartegen uit. Zelfs indien De Wever met het VB in zee zou gaan, heeft hij CD&V of VLD nodig om aan een meerderheid te komen. Dat lijkt dus onwaarschijnlijk, maar indien het resultaat van deze parlementsverkiezingen zich doorzet in de volgende lokale verkiezingen wordt de kans op gemeentelijke coalities met Vlaams Belang wel heel groot. Tenzij er natuurlijk voldoende straatprotest tegen extreemrechts is, dat was samen met de nationale kwestie de reden waarom de gevestigde partijen begin jaren 1990 niet met het Vlaams Blok in coalitie durfden te gaan (in tegenstelling tot hun tegenhangers in landen als Oostenrijk, Nederland, Denemarken, Noorwegen, …).

    Linkse regeringen in Wallonië en Brussel zijn mogelijk

    Langs Franstalige kant zal de PS het initiatief nemen. Samenwerking met het winnende Ecolo ligt voor de hand, maar er is nog een derde partner nodig. Linkse coalities met PTB zijn mathematisch mogelijk in zowel Wallonië als Brussel. Dat zou het mogelijk maken om in de regionale openbare diensten de minimumlonen op te trekken tot boven 14 euro per uur, de arbeidsduur te verlagen zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen, … Kortom om de beloften van PS, Ecolo en PTB in de campagne effectief te realiseren. Een dergelijk project zou enthousiasme creëren, ook in Vlaanderen. Het zou aansluiten bij de vraag van het ABVV voor progressieve coalities en het zou een sterk argument zijn in de discussies in Vlaanderen over hoe we een einde kunnen maken aan het besparingsbeleid. Zal de PS hiervoor gaan of zal het ervoor kiezen het eigen programma niet uit te voeren in een coalitie met MR of CDH (in Brussel wellicht eerder Défi)?

    De kaarten op federaal vlak liggen moeilijk. De uittredende regering, aangevuld met CDH, komt niet aan een meerderheid. Ook een paarse coalitie (liberalen, sociaaldemocraten en groenen) haalt geen voldoende meerderheid (76 van de 150 zetels en slechts 29 Vlaamse zetels). Dit kan leiden tot een langere politieke crisis. Zowel N-VA als PS maken zich al op om regionale regeringen te vormen en zich aldus te positioneren. Ze wijzen er beiden op dat het niet gemakkelijk zal zijn en geven aan dat een politieke crisis waarschijnlijk is. Een terugkeer van communautaire spanningen staat op de agenda, ook indien de bevolking daar niet op zit te wachten. Beide partijen houden de opties voor de regionale regeringen open in het kader van de federale regeringsvorming.

    Strijd op straat zal bepalend zijn

    In een context van een begrotingstekort van 8 miljard euro, vertraging van de economische groei en donkerwolken boven de economie en de wereldrelaties, lijkt het beleid van de volgende regering al vast te staan: besparingen op de kap van de meerderheid van de bevolking. Anders gezegd: meer van hetzelfde beleid dat nu al zoveel wantrouwen en woede heeft opgewekt.

    Voor de arbeidersbeweging komt het erop aan om het wantrouwen en de woede in georganiseerde strijd om te zetten. Dat kan door onze eisen te concretiseren, zoals met de campagne voor een hoger minimumloon van 14 euro per uur of 2.300 euro per maand, eisen als een minimumpensioen van 1.500 euro met intrekking van de verhoging van de pensioenleeftijd en van de aanvallen op vervroegd pensioen, ernstige klimaatmaatregelen zoals gratis en degelijk openbaar vervoer en energie in publieke handen. Deze eisen worden pas echt concreet als we de strijd organiseren om ze af te dwingen. Een deel van de bevolking is bereid om tot actie over te gaan: zij hebben campagnes nodig waarmee ze collega’s, vrienden, kennissen, … kunnen overtuigen en betrekken. Daarvoor hebben we ook overwinningen nodig: breed gedragen campagnes voor 14 euro per uur in bedrijven en sectoren kunnen tot overwinningen leiden.

    We zullen onze strijd zelf moeten opbouwen en zien nu al het effect van collectieve acties. Het zijn dergelijke acties die klimaat op de agenda hebben gezet, maar ook koopkracht en pensioenen. Rond de pensioenen waren zowat alle gevestigde politici het eens: de leeftijd moet omhoog en er is geen geld voor leefbare pensioenen. Het is onder druk van straatprotest dat de meeste politici dit programma verstoppen voor het oog van de publieke opinie. De groeiende vrouwenbeweging, met op de internationale vrouwendag (8 maart) dit jaar een historisch grote betoging, maakte dat extreemrechtse recuperatie van de woede na de moord op Julie Van Espen moeilijker was: het ging al snel over de strijd tegen seksisme en seksueel geweld, niet meteen een troef van het vrouwonvriendelijke extreemrechts (denk maar aan de Nederlandse VB-lieveling Thierry Baudet die voor de verkiezingen nog eens benadrukte dat vrouwen minderwaardig zijn).

    De vakbondsleidingen van zowel ABVV als ACV hebben met dit resultaat een probleem. Na de geslaagde opbouwende acties eind 2014 gingen de leidingen op de rem staan. Er werd ons gezegd dat er een marathon moest gelopen worden en geen sprint. Er zou een marathon volgen tot aan de verkiezingen en dan zou de regering wel weggestemd worden. Uiteraard klopt het dat de strijd tegen het besparingsbeleid een werk van lange adem is, maar ook voor een marathon moet er een plan zijn met tussentijdse doelstellingen en is het nodig om te blijven lopen. De strategie van de vakbondsleidingen is mislukt. Volgt daar een collectieve evaluatie van? Of passen de leidingen de tactiek van de voorbije maanden toe: de kop in het zand steken in de hoop dat alles wel overwaait?

    Een evaluatie hoeft niet louter negatief te zijn: er zijn campagnes met een groot potentieel. Denk maar aan de strijd voor een hoger minimumloon, waarvoor ook onder ACV-militanten enthousiasme is. Een campagne voor 14 euro per uur kan militanten ruimte geven om vooruit te gaan in discussies op de werkvloer en om overwinningen te boeken. Strijdbare militanten moeten het potentieel benutten: er is groen licht binnen het ABVV voor deze campagne en door de campagne op de werkvloer op te bouwen, kunnen ACV-militanten meegetrokken worden.

    Voor deze verkiezingen hadden sociale thema’s op een actievere rol aan bod mogen komen. De actiedag van het ABVV rond de minimumlonen op 14 mei was een goede zaak, maar had ambitieuzer gemogen. Er was ook protest in verschillende sectoren en bedrijven: de zorgsector betoogde, er waren onderwijsstakingen, er is ongenoegen bij het personeel van het openbaar vervoer, de luchtverkeersleiders legden het werk neer, … De roep om een einde te maken aan het besparingsbeleid weerklinkt bij veel werkenden. We zullen deze roep niet op de politieke agenda zetten met een afwachtende houding, maar door er offensief, zelfverzekerd en strijdbaar voor op te komen.

    Los van het verloop van de regeringsvorming, moeten we onze eisen en bekommernissen zelf op de agenda zetten door er massaal voor op te komen. Massaprotest tegen asociaal beleid zal essentieel zijn om een krachtsverhouding op te bouwen en meteen ook aan te tonen dat het Vlaams Belang helemaal niet zo sociaal is als het zich voordeed in deze campagne. De versterkte aanwezigheid van PVDA in het parlement zal een positieve rol spelen in protest. Zeker indien PVDA deze positie gebruikt om initiatieven te nemen voor gedurfde campagnes met een zo groot mogelijke betrokkenheid, kortom als de PVDA niet alleen een stem geeft aan strijd maar deze zelf mee helpt organiseren.

    De roep om verandering weerklinkt op heel diverse manieren. Aan ons om onze visie op ‘system change’ uit te leggen en een andere maatschappijvorm te populariseren. Tegenover een kapitalisme dat leidt tot steeds meer ongelijkheid en verdeeldheid, is er nood aan een socialistische samenleving gericht op de noden van de meerderheid van de bevolking. LSP zal in de komende periode initiatieven blijven nemen om strijd te ondersteunen en te ontwikkelen waarbij we tegelijk ons project van socialistische maatschappijverandering verdedigen en versterken. Doe mee, sluit aan!

     

  • Na zwarte zondag: actie tegen racisme en extreemrechts!

    • No Pasaran! VB = Vals Belang voor werkenden en hun gezinnen. Actieve strijd voor sociaal beleid is nodig!
    • Actie in Gent: dinsdag om 18u aan de Stadshal. Ook actie in Brussel

    De asociale regering-Michel/De Wever is zwaar afgestraft. Het Vlaams Belang heeft op het ongenoegen ingespeeld en scoort de grootste verkiezingsoverwinning sinds 2004. Voor velen is het een schok dat de extreemrechtse bende van Tom Van Grieken en Dries Van Langenhove dit resultaat kon neerzetten.

    Velen zijn verontwaardigd en kwaad. Zij kennen het Vlaams Belang en Schild & Vrienden als gewelddadige racisten die voor een asociaal beleid van haat en verdeeldheid zijn. De partij probeerde zich voor te doen als een ‘sociaal alternatief’ op N-VA, maar de stoottroepen van Van Langenhove en Van Grieken waren de afgelopen jaren vooral in de weer tegen wie actief inging tegen het beleid van de regering-Michel/De Wever. Terwijl vakbondsleden en jongeren protesteerden tegen de aanvallen op pensioenen, hoger inschrijvingsgeld, gebrek aan klimaatmaatregelen, … waren Van Langenhove en co bezig met haatgroepen op internet.

    Er zijn verschillende redenen voor de nieuwe zwarte zondag. Natuurlijk hebben Theo Francken en zijn N-VA racisme genormaliseerd, wat het pad voor het Vlaams Belang geëffend heeft. Maar er is meer aan de hand: de traditionele partijen hebben hun geloofwaardigheid verloren. Na jaren van besparingen en aanvallen op onze levensstandaard, zijn CD&V, N-VA, Open VLD en SP.a afgestraft. Er werd gezocht naar iets anders en dat is waar het Vlaams Belang in beeld kwam. Met verzet tegen het rekeningrijden en nadruk op de eis om de pensioenleeftijd terug op 65 jaar te brengen, deed het VB zich voor als een sociale partij. Dat is slechts imago: zodra er moet gestemd worden over zaken als hogere minimumlonen of tegen een loonwet die onze levensstandaard gijzelt, staat het VB niet aan de kant van de gewone werkenden. Gelukkig is er ook een doorbraak van de PVDA die nu ook in Vlaanderen de eerste zetels binnenhaalt. Dat is belangrijk om de strijd voor degelijke jobs, hogere lonen en uitkeringen, goede pensioenen, betaalbare huisvesting, ambitieuze klimaatmaatregelen, … een politieke stem te geven. Dat is overigens ook de beste manier om extreemrechts te stoppen. Op veel werkplaatsen hoorden we dat collega’s twijfelden tussen VB en PVDA.

    Don’t mourn, organise! Er is stevig verzet nodig tegen extreemrechts, maar ook tegen het asociaal beleid dat aan de basis ervan ligt. Door antifascistisch verzet moeten we duidelijk maken dat het wat ons betreft ‘No Pasaran’ is: we zullen geen duimbreed ruimte aan extreemrechts laten. We moeten ons organiseren zodat de racisten en neofascisten van het Vlaams Belang (en aanverwante groepen zoals de neonazi’s van Schild&Vrienden) geen vertrouwen hebben om op straat te komen, zich te organiseren en hun haat in de praktijk te brengen. Antifascistisch verzet is nodig om te vermijden dat deze score leidt tot aanvallen en geweld op migranten, andersdenkenden en vakbondsactivisten. Alleen consequente, sterke antiracistische mobilisaties, met een programma en acties die onze eisen en bekommernissen even vastberaden verdedigen als onze levenstandaard de afgelopen jaren onder vuur lag, kunnen extreemrechts terug in het defensief duwen.

    We verzamelen dinsdag 28 mei onder de Stadshal in Gent voor een eerste mobilisatie. We willen laten zien dat de meerderheid van de mensen walgt van de haat en het racisme van Vlaams Belang en consorten. Doe mee, organiseer mee de strijd tegen racisme en extreemrechts!

    Facebook evenement

    Er is dinsdag ook een actie in Brussel van de coalitie ‘Stand Up’: facebook evenement

  • 70% wil geen nieuwe Zweedse regering. Maar dat volstaat niet: heel het besparingsbeleid moet weg!

    De bevolking wil niet weten van een terugkeer van de Zweedse coalitie. Volgens Le Soir wil 70% van de Belgen geen heruitgave van deze Thatcheriaanse besparingsregering. Ook hier geen grote verschillen tussen Vlaanderen, Brussel en Wallonië: 67% van de Vlamingen moet niet weten van de droomcoalitie van Bart De Wever (N-VA). Hét belangrijkste argument van Michel en co, dat van de gecreëerde jobs, werd onderuit gehaald door een studie van Gert Peersman van de UGent. Die stelde dat er zonder het gevoerde beleid van de afgelopen jaren meer groei en meer jobcreatie zou geweest zijn. Het enige waarin ons land excelleerde, was de stijging van de winsten van de bedrijven (gemiddeld gestegen met 3,2% tegenover 2,3% in de Eurozone en 1,8% in de buurlanden). Paul De Grauwe vatte het regeringsbeleid in De Morgen samen als “een verdere herverdeling ten voordele van kapitaalbezitters.”

    door Geert Cool

    Na alle aanvallen op onze pensioenleeftijd, lonen (indexsprong, loonstop, …) en sociale zekerheid (gebrek aan middelen voor zorg), de besparingen op openbaar vervoer en andere publieke diensten en de toenemende taksen, is het niet verwonderlijk dat het enthousiasme voor de regeringspartijen klein is. Alle peilingen zetten de Zweedse partijen op verlies. Langs Nederlandstalige kant hadden ze natuurlijk meer marge, maar ook daar staan N-VA, CD&V en Open VLD samen op fors verlies in vergelijking met 2014. Langs Franstalige kant is de afkeer tegenover de vorige regering zo groot dat CDH-topman Prévot nu een coalitie met N-VA uitsluit. Wat zo’n verklaring waard is, zagen we in 2014 met de liberale MR die ook plechtig beloofde niet met N-VA te regeren. Het is echter vooral een uitdrukking van een gevoel dat langs Franstalige kant leeft. Om de meubels voor CDH enigszins te redden, heeft Prévot een uithaal naar N-VA nodig. Ook de aanval op De Wever wegens ‘Air Franckenstein’ – zijn uitspraak van enkele jaren terug waarin hij aangaf de politie doelgerichte razzia’s te laten uitvoeren met het oog op het gedwongen uitwijzingen – levert langs Franstalige kant applaus op. Op basis van de peilingen is een terugkeer van een Zweedse coalitie niet mogelijk. De optie die in de Franstalige media het meest opduikt, is die van paarsgroen op regionaal en federaal niveau. De terugval van de sterke groei van Groen in de Vlaamse peilingen, samen met de verdere achteruitgang van zowel SP.a als Open VLD vormt een complicerende factor: langs Nederlandstalige kant is er geen paarsgroene meerderheid. Dat opent scenario’s van afwijkende meerderheden op de verschillende beleidsniveau’s en een terugkeer van communautair gekibbel.

    De stelling van De Wever dat een verdere verhoging van de pensioenleeftijd noodzakelijk is, zal zijn partij ongetwijfeld stemmen kosten. Het Vlaams Belang probeert zich voor te stellen als ‘socialer’ dan N-VA en was wellicht in de wolken met de uitspraak van De Wever. Nochtans is er niets sociaal aan het VB. Deze partij stemde in Europa tegen een minimumloon en liet zich in ons land opmerken door protest tegen diegenen die zich actief verzetten tegen het besparingsbeleid, met name tegen de vakbonden. Werkenden die protesteren tegen de verhoging van de pensioenleeftijd of tegen een onhoudbare werkdruk, werden niet gesteund door extreemrechts maar net aangevallen. In het geval van de bende van Dries Van Langenhove gebeurde dit letterlijk. Toen de Gentse afvalophalers het werk neerlegden uit protest tegen de onhoudbare werkdruk, kwam er geen steun van het Vlaams Belang. Integendeel: Van Langenhove plaatste een filmpje waarin hij met enkele medestanders een paar vuilniszakken ophaalde om de staking te breken. Hij hield het maar zo lang vol als de camera draaide… Het geeft aan dat het Vlaams Belang niet aan onze kant staat. Er zal een antifascistische campagne nodig zijn, zeker onder jongeren waar het VB een bredere passieve steun heeft opgebouwd en pogingen doet om die invloed om te zetten in actievere betrokkenheid.

    Sociale thema’s hadden wat ons betreft centraler in het debat mogen staan. De vakbonden, maar ook de PVDA, hadden daar een actievere rol in kunnen spelen. De actiedag van het ABVV rond de minimumlonen op 14 mei was een goede zaak, maar het had ambitieuzer gemogen. In verschillende bedrijven en sectoren werd eveneens geprotesteerd: van de zorgbetoging over de eerdere onderwijsacties (met nu ook berichten dat geen leerkrachten of directeurs gevonden worden) en het ongenoegen bij het personeel van De Lijn of NMBS tot de acties van de luchtverkeersleiders: de roep om een einde te maken aan het besparingsbeleid weerklinkt bij heel veel werkenden. We zullen deze roep niet op de politieke agenda zetten met een afwachtende houding, maar door er offensief, zelfverzekerd en strijdbaar voor op te komen.

    Rond klimaat geeft het tijdelijke dipje in de beweging extra ruimte aan de rechterzijde. Bij gebrek aan offensieve campagnes die de verantwoordelijkheid bij de grote vervuilers leggen en opkomen voor eisen als gratis en degelijk openbaar vervoer, energiesector in publieke handen, publieke investeringen in onder meer hernieuwbare energie, … kunnen onze tegenstanders het protest herleiden tot een pleidooi voor een vliegtaks of andere ecotaksen die niet de grote vervuilers, maar de gewone werkenden treffen. De opstelling van Groen, maar ook de ervaring van de vorige groene regeringsdeelname, helpt niet om dat beeld bij te stellen. De tijdelijk verminderde aandacht voor klimaat – tijdelijk omdat de problematiek dermate ingrijpend is en de bezorgdheid torenhoog blijft – bood ruimte aan N-VA en VB om andere thema’s opnieuw in de campagne te brengen, thema’s als veiligheid en migratie (met onder meer de schrijnende situatie van de transmigranten in Brussel-Noord). Deze thema’s waren niet de enige, maar kwamen opnieuw sterker naar voor dan in de periode januari-maart toen de klimaatacties een historisch momentum kenden.

    Dat bewegingen op straat een effect hebben op het politieke debat zagen we ook na de moord op Julie Van Espen. De groeiende vrouwenbeweging – met op 8 maart nog een grote betoging van 10.000 in Brussel – maakt dat seksueel geweld meer als een maatschappelijke kwestie en minder als een individueel fait divers wordt gezien. De groeiende bezorgdheid rond seksisme in alle vormen, is een probleem voor extreemrechts en populistisch rechts. Onder jongens tussen 12 en 24 jaar zijn Vlaams Belang en N-VA volgens een peiling van VTM en Het Laatste Nieuws het populairst, maar onder meisjes is dat absoluut niet het geval.

    Het sociaal verzet had wat ons betreft offensiever aan bod mogen komen, maar het zal ook nu reeds een stempel op de verkiezingen drukken. Dat is zeker het geval langs Franstalige kant, waar de aanwezigheid van de PVDA in het parlement en de politieke debatten de PS dwingt om wat linkser uit de hoek te komen. LSP hoopt dat dit na 26 mei ook in Vlaanderen het geval zal zijn met minstens één, maar mogelijke enkele PVDA-verkozenen. Het jarenlange zwaktebod van SP.a en Groen heeft rechts heel veel ruimte gelaten in Vlaanderen, waardoor het minder evident is om een tegenstem op te bouwen. Het sterkste punt van N-VA was al te vaak de zwakheid van de oppositie ertegen.

    De vele noden van de bevolking aan de ene kant en het begrotingstekort aan de andere kant zijn niet met elkaar verenigbaar. Die vaststelling maakt dat de gevestigde politici zich in alle bochten wringen om niet toe te geven dat ze verder zullen besparen op onze kap of om aan te tonen dat ze enkele positieve hervormingen voorstellen die wel degelijk betaalbaar zijn. Er is nood aan hervormingen, maar elke maatregel in het voordeel van de meerderheid van de bevolking botst op de winsthonger van de grote bedrijven die aan de basis ligt van het begrotingstekort. Om tot verandering te komen, zal harde strijd nodig zijn. We moeten een krachtsverhouding opbouwen en dat wordt versterkt als we een programma van maatschappijverandering populariseren. Zo’n programma is nodig als antwoord op de onvermijdelijke sabotage en tegenkanting van het kapitaal tegen elke hervorming in het belang van de werkenden. Vandaar de nadruk die LSP legt op socialistische maatregelen zoals de nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie onder democratische controle en beheer van de werkenden en hun gezinnen. Stem PVDA voor een regering van de miljonairstaks, sluit aan bij LSP om het perspectief van socialistische maatschappijverandering te versterken!

     

     

  • Stuur De Wever met pensioen, vooraleer hij dat van ons volledig afpakt!

    “Poten af van ons pensioen.” Betoging in Gent oktober 2018. Foto door Jean-Marie

    Bij de vorige verkiezingen was geen enkele partij, ook de N-VA zogezegd niet, voor verhoging van de pensioenleeftijd. Resultaat: na de verkiezingen ging die van 65 naar 67 jaar. Een grote meerderheid van de bevolking – in alle delen van het land, op dat vlak zijn er geen twee (of drie) democratieën! – is vandaag nog steeds tegen werken tot 67 gekant. In Vlaanderen gaat het om 73% volgens een recente peiling.

    Door Peter (Leuven)

    Toch zegt De Wever vandaag openlijk dat de pensioenleeftijd nog hoger moet dan 67 en moet stijgen met de levensverwachting – die sowieso nog verder zal toenemen de komende decennia. Met de toenemende totale rijkdom wordt uiteraard geen rekening gehouden, met de gezondheid van oudere werkenden evenmin. De N-VA gaat openlijk in tegen de wil van de meerderheid van de bevolking – maar volgt wel de wil van de burgerij, het patronaat in België. Stemmen voor N-VA, is stemmen voor meer oudere zieken en het absurd optrekken van de pensioenleeftijd boven 67 jaar. De pensioenen zijn binnen een kapitalisme in crisis – net als de rest van de sociale zekerheid – inderdaad niet “betaalbaar”, omdat het winststreven voorop staat, het systeem in steeds diepere crisissen terechtkomt en de patroons de economische wetten dicteren, desnoods door hun kapitaal weg te trekken.

    Reden te meer om die economische en politieke chantage te verwerpen, door: meer middelen te eisen voor fraudebestrijding en belastingontwijking van het kapitaal, opening van de boeken voor controle van de arbeidersbeweging, onteigening onder werknemerscontrole van bedrijven die massa-ontslagen doorvoeren, het streven naar een linkse regering van werkenden en jongeren op basis van strijd tegen de verdere sociale afbraak die al in de steigers staat. Voor een socialistisch alternatief dat de immense rijkdommen in het belang van de meerderheid en democratisch plant.

    Als het kapitalisme ons tot in ons graf wil doen werken voor steeds minder koopkracht, tijd om de houdbaarheid van dit systeem zelf in vraag te stellen.

  • Stem PVDA voor een miljonairstaks, sluit aan bij LSP voor socialistische maatschappijverandering

    Zelden werd het patronaat zo goed bediend als door de Thatcheriaanse coalitie van MR, N-VA, CD&V en Open VLD. Het VBO (Verbond van Belgische Ondernemingen) kreeg 20 miljard cadeau van deze regering in de vorm van een indexsprong, verlaging van sociale bijdragen en een hervorming van de vennootschapsbelasting met een verlaging van het basistarief van 33% naar 25%. Alle inspanningen die van de bevolking werden geëist leiden niet tot een begroting in evenwicht, maar tot een grotere transfer van middelen naar de rijksten. Terwijl velen moeite hebben om de eindjes aan elkaar te knopen, deelden de grote Belgische bedrijven in 2017 12,5 miljard euro aan dividenden uit aan hun aandeelhouders.

    Edito door Boris, lid Uitvoerend Bureau LSP

    Geen wonder dat het VBO om meer vraagt. De patroons riepen dat de speeltijd gedaan moest zijn toen de regering was gevallen. Ze begonnen meteen een campagne voor een terugkeer van een harde rechtse regering. N-VA, MR en Open VLD verklaarden zich al voorstander hiervan. Wouter Beke van CD&V liet zijn voorkeur voor zo’n regering al blijken: “Terugkomen op de maatregelen die we sinds 2014 namen, zal niet met ons gebeuren.” Maxime Prévot werd voorzitter van cdH om zijn partij in de regering te brengen. Als het resultaat van de gemeenteraadsverkiezingen zich herhaalt, zou dit een regering van vijf verliezers zijn.

    De patroons hebben ook al hun wensenlijstje opgesteld: werkloosheidsuitkering beperken in de tijd tot twee jaar met nieuwe degressiviteit van de uitkeringen, een tweede tax shift die de werkgeversbijdragen verlaagt tot 20%, geen bijdrage van de bedrijven voor klimaatmaatregelen, openhouden van de kerncentrales na 2025, een nieuwe herziening van de wet van 1996 op de loonmatiging door het automatische karakter van de index te ondermijnen, meer flexibiliteit inzake nachtarbeid, afvlakken van de pensioenen van ambtenaren, verlagen van uitkeringen voor gezinshoofden, opzetten van een digitale toepassing voor de uitbetaling van werkloosheidsuitkeringen en ziekte-uitkeringen om de rol van vakbonden en mutualiteiten daarin te ondermijnen. Kortom: een nieuw horrorscenario voor de arbeidersbeweging. De inzet van de verkiezingen is dan ook groot.

    Gelukkig hebben de gele hesjes de kwestie van onrechtvaardige belastingen, koopkracht en slechter wordende levensomstandigheden van de meerderheid van de bevolking op de agenda gezet. En er was vooral ook de historische klimaatbeweging, met de jongeren op de eerste rij, die een rol speelt in de campagne. De vijf rechtse partijen haalden in februari hun slechtste peiling ooit waarbij ze ook met cdH erbij aan geen meerderheid komen. De vakbonden voerden actie voor pensioenen en lonen. Maar de buit is nog niet binnen. We moeten er alles aan doen om het potentieel te benutten rond eisen als massale publieke investeringen voor klimaat en sociaal beleid, gratis openbaar vervoer, pensioen op 65 jaar met minstens 1500 euro per maand, minimumloon van 14 euro per uur (2.300 euro per maand) en collectieve arbeidsduurvermindering zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen. Dat is nodig om rechts te bestrijden op straat en in de stembus, zo vermijden we een kater op 27 mei.

    LSP roept op om voor de PVDA te stemmen zodat er linkse verkozenen zijn die zich verzetten tegen het beleid van sociale afbraak. De PVDA stelt terecht dat een electorale doorbraak in Vlaanderen zou helpen om in te gaan tegen het idee dat er “twee democratieën” zijn in België: één in het noorden en één in het zuiden. De PVDA had er beter aan gedaan om op ons voorstel in te gaan en kandidaten van LSP op de lijsten te zetten als onderdeel van een bredere linkse samenwerking gericht op een zo goed mogelijk resultaat.

    Volgens Raoul Hedebouw zorgt het succes van de PVDA ervoor dat de PS heel wat voorstellen rond pensioenen, huisvesting en miljonairstaks kopieert, terwijl de PS als regeringspartij het tegenovergestelde deed. Raoul vroeg om voor het origineel te stemmen en niet voor de kopie. Het klopt dat de doorbraak van de PVDA en de parlementsleden van deze partij de balans naar links duwt. Het is waar dat de PS campagne voert om de electorale basis van de PVDA te heroveren zodat ze niet irrelevant wordt zoals de sociaaldemocratie in Griekenland en elders.

    Het antwoord van Ahmed Laaouej, fractieleider van de PS in de Kamer, op de vraag of de PS de PVDA achterna loopt rond de vermogensbelasting heeft ook een grond van waarheid. Op een televisiedebat antwoordde Laaouej dat de eis van een vermogensbelasting al sinds 1985 in het PS-programma staat en dat het de sociaaldemocratie is die vandaag achterna gelopen wordt nu de PVDA haar programma van nationalisaties heeft ingeruild voor een herverdeling van rijkdom door middelen van belastingen. Het probleem met de stelling van Laaouej is natuurlijk dat het PS-programma wel voor een vermogensbelasting is, maar dit nooit als breekpunt opwierp toen de PS van 1988 tot 2014 in de federale regering zat. De PS was helemaal hypocriet toen ze na de gemeenteraadsverkiezingen weigerde om progressieve coalities met de PVDA te vormen, zoals geëist werd door het ABVV. In de plaats daarvan werden ‘tegennatuurlijke’ coalities met onder meer de MR gevormd.

    Bij de lancering van de PVDA-campagne in een livestream gevolgd door 6.000 mensen, benadrukte Peter Mertens dat het PVDA-programma opgebouwd is rond eerlijke belastingen. De PVDA denkt aan te tonen dat haar programma van meer eerlijke verdeling van rijkdom via een miljonairstaks in het kader van het kapitalisme realistisch is. De partij berekende dat deze taks jaarlijks 13 miljard euro kan opbrengen, maar houdt voorzichtigheidshalve rekening met een opbrengst van 8 tot 10 miljard euro. Wij steunen de miljonairstaks, maar waarschuwen tegelijk dat een linkse regering die deze doorvoert op patronaal verzet zal botsen met een sabotage van de economie in de vorm van kapitaalvlucht. Helaas negeert de PVDA deze moeilijkheden. Het zou een vergissing zijn om het wapen van de nationalisatie als antwoord op het onvermijdelijke patronale tegenoffensief op te geven en dit niet te verduidelijken in ons programma en verkiezingsmateriaal waardoor brede lagen van de bevolking niet voorbereid zijn.

    Onze argumenten mogen nog zo overtuigend zijn, een meer menselijk kapitalisme blijft een utopie. De kapitalisten zullen geen ernstige toegevingen doen, tenzij ze geconfronteerd worden met een massabeweging die henzelf en hun systeem in het gedrang brengt. Maar zodra de krachtsverhoudingen opnieuw gunstig zijn, zoeken de kapitalisten naar manieren om toegevingen terug in te dijken. Enkel een socialistische maatschappijverandering laat toe om sociale verworvenheden te bestendigen en uit te breiden, om ons milieu te beschermen en om een einde te maken aan uitbuiting. Dat is waarom wij niet alleen oproepen om PVDA te stemmen, maar ook vragen om met ons in discussie te gaan om lid te worden van LSP.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop