Your cart is currently empty!
Tag: Syriza
-
Tsipras plooit voor dreigementen van trojka. Wat moet linkerzijde nu doen?
Standpunt door Xekinima, onze Griekse zusterorganisatie, van 23 juni
“We kwamen tot hetzelfde begrotingsresultaat, maar op een meer rechtvaardige manier.” Dat was hoe de Griekse minister Stathakis aan de nationale omroep ERT op maandag 22 juni de voorstellen van premier Alexis Tsipras aan de ‘instellingen’ verdedigde. Deze voorstellingen zullen wellicht de basis vormen voor een akkoord. De ‘rechterhand’ van Tsipras, minister Nikos Pappas, verdedigde het voorstel van de Griekse regering op dezelfde wijze op het radioprogramma Kokkino op dinsdag 23 juni.Het ‘akkoord’ dat door Tsipras werd voorgesteld, houdt een besparingsoperatie van 7,9 miljard euro in tussen nu en het einde van 2016. Vanaf 2017 zou het primaire begrotingsoverschot niet fundamenteel verschillen (slechts met 0,5%) met wat eerder overeengekomen was tussen de regering van Nieuwe Democratie en Pasok aan de ene en de trojka aan de andere kant.
Zowel Stathakis als Pappas beweren dat ze “hetzelfde begrotingsresultaat” (als door de trojka geëist) bekomen, maar op een ‘meer rechtvaardige wijze’. Daarmee bedoelen ze dat een groter deel van de lasten doorgeschoven worden naar de rijkeren in de samenleving. In die zin beweren ze de ‘rode lijnen’ van Syriza niet overschreden te hebben.
Maar dit is de realiteit:
- De voorstellen van Tsipras omvatten “bijkomende maatregelen” die 7,9 miljard euro uit de economie zullen halen om het over te dragen een de grote kapitalistische institutionele crediteurs. Dit komt overeen met maar liefst 4,5% van het BBP en zal de economie onvermijdelijk in een nieuwe recessie storten. De leiding van Syriza komt dus terug op de verkiezingsbelofte dat het een einde zou maken aan de ‘memoranda’ (door de trojka opgelegde besparingen) en de Griekse economie uit de diepe recessie zou halen.
- Het klopt dat de Griekse regering een poging deed om meer ‘lasten’ naar de rijkere lagen in de samenleving en de bedrijven door te schuiven, in plaats van de werkenden en armen bijkomende aanvallen te laten verwerken. Maar dat verandert niets aan het fundamentele karakter van het voorstel, met name dat op 18 maanden tijd nogmaals 7,9 miljard euro wordt bespaard en de economie zo in een recessie wordt geduwd. Het grootste deel van de 7,9 miljard zal overigens wel degelijk door de werkende bevolking betaald worden door hogere BTW-tarieven op een groot aantal consumptiegoederen en door hogere bijdragen voor de sociale zekerheid.
- Tsipras komt terug op de belofte om “het grootste deel van de publieke schulden af te schrijven”. De poging van parlementsvoorzitter Zoe Konstantopoulou en de uitstekende bevindingen van de “Speciale Commissie van het Grieks parlement over de schulden” (waarin de schulden omschreven worden als illegitiem en illegaal) zal wellicht enkel van academisch en historisch belang zijn.
- Van bij het begin van de onderhandelingen met de trojka kwam Tsipras terug op het standpunt van Syriza om de privatiseringen te stoppen. Enkel de stopzetting van de verkoop van elektriciteitsbedrijf DEI vormde een uitzondering. Het betekent dat de Griekse economie nog steeds onder de controle van het grootkapitaal blijft staan, zowel Grieks als internationaal kapitaal. En het betekent dat alles blijft functioneren onder de ‘marktwetten’. Van het moment dat er een ‘akkoord’ is op basis van wat Tsipras nu voorstelt, zal de heersende klasse snel nieuwe aanvallen eisen. Het zal de recessie en de ellende enkel verdiepen. Zonder investeringen kan er geen groei zijn en de beslissing om al dan niet te investeren zal genomen worden door diegenen die het kapitaal controleren.
- Op basis van de voorstellen van Tsipras wordt de controle van het bankenstelsel in handen van de voorzitter van de Griekse Centrale Bank, Stournaras, en co gelaten. Het Griekse bankenstelsel was ‘gered’ door de Griekse overheid die grote hoeveelheden geld in de banken pompte, meer dan het BBP van het land. Maar het beheer van de banken blijft wel in handen van dezelfde mensen die het voor het zeggen hadden voor Syriza in de regering kwam. Deze individuen zijn geen verantwoording verschuldigd aan de Griekse regering, laat staan aan de Griekse samenleving. Ze moeten enkel verantwoording afleggen aan de Europese Centrale Bank. Jammer genoeg stemde Syriza in met de verderzetting van dit schandalige systeem.
Is het mogelijk dat de Griekse economie op deze basis echt tot groei zal komen end at Syriza een beleid in het voordeel van de werkende bevolking zal voeren?
Xekinima heeft een dag na de bekendmaking van het programma van Thessaloniki, het verkiezingsmanifest van Syriza dat in september 2014 werd opgesteld, verklaard dat dit programma ondanks alle goede bedoelingen van Tsipras en de leiding van Syriza niet kon toegepast worden. Dat komt omwille van een belangrijk element: het programma van Thessaloniki gaat ervan uit dat het private kapitaal de drijvende kracht achter de groei en de ontwikkeling van de Griekse economie kan zijn. Dit programma keek niet naar de publieke sector om op democratisch socialistische basis de motor van economische groei te vormen.
Zoals we de afgelopen maanden meermaals herhaald hebben, zullen het Griekse en het internationale kapitaal in nauwe samenwerking met de verschillende instellingen nooit investeren in een economie op een ogenblik dat een linkse regering het voor het zeggen heeft. Zeker niet als die linkse regering de levensstandaard en de rechten van de werkende bevolking en de massa’s wil verdedigen. Voor het kapitaal moeten we concurreren met landen als Bulgarije waar het gemiddeld loon 300 euro per maand is en het pensioen 125 euro per maand.
De leiding van Syriza heeft de afgelopen jaren de echte ernst van de crisis van het kapitalisme niet begrepen, niet in Griekenland maar ook niet in de rest van de wereld. De leiding van Syriza besefte niet dat de schuldencrisis in Europa en de eurocrisis een uitdrukking zijn van de crisis van het kapitalistische systeem in zijn geheel. De leiding van Syriza maakte geen juiste inschatting van het klassenkarakter van de Europese Unie en de eurozone. Ze hadden illusies in de mogelijkheid dat de goede voorstellen van Syriza, in het bijzonder die van financieminister Varoufakis, Europa zouden overtuigen om een andere weg in te slaan.
Hierdoor is de oude slogan van Syriza – “geen opofferingen voor de euro” – in de feiten omgevormd tot een nieuwe slogan: “Nog meer opofferingen voor de euro”. De Griekse werkenden, werklozen en armen worden eens te meer, nu ook door een regering onder leiding van Syriza, gevraagd om te betalen voor de kapitalistische crisis en om in de eurozone te blijven.
Welke oplossing?
Hoe kan de Gordiaanse knoop van de euro ontrafeld worden? Opkomen voor de belangen en rechten van de Griekse werkenden vereist onvermijdelijk een openlijke confrontatie met het kapitalistische systeem en de EU van het kapitaal. Het betekent dat een programma wordt doorgevoerd waarbij de publieke sector de motor van de economische groei wordt door de nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie en een democratische planning. Een gemeenschappelijke strijd met werkenden doorheen het continent is essentieel om op te komen voor een socialistisch Europa.
Hiervoor is er nood aan een massale linkerzijde die bereid is om de confrontatie met de trojka en het kapitalisme aan te gaan. Een linkerzijde die consistent opkomt voor een revolutionair socialisme. De opbouw van deze linkerzijde blijft de voornaamste taak van marxisten in Griekenland op dit ogenblik van crisis.
De huidige leiding van Syriza zal deze taak niet opnemen. Binnen Syriza ligt de bal nu in het kamp van de linkerzijde. Zal die de stap zetten om de voorstellen van Tsipras te steunen als dit in het parlement wordt voorgelegd? Zal de linkerzijde het risico nemen om uit Syriza gezet te worden door een massaal offensief van de heersende klasse en de rechtse media? Zal er gebouwd worden aan een gemeenschappelijk front met krachten buiten Syriza die voor een socialistisch standpunt staan en op een niet-sectaire wijze willen bouwen aan een massale revolutionaire linkerzijde?
-
Griekenland. Syriza stelt slecht akkoord voor, linkerzijde moet tegenstemmen!
De grote lijnen van een mogelijk akkoord tussen de Griekse regering en de trojka (EU, ECB en IMF) worden opgesteld. Na maanden van chantage en dreigementen door de kapitalistische instellingen, waaronder het Europese dreigement van een Grieks bankroet, heeft de regering onder leiding van Syriza toegegeven en de eigen ‘rode lijnen’ overschreden om het het gat van enkele miljarden euro schulden aan het IMF en de ECB in te vullen en zo een bankroet te vermijden.Artikel door Niall Mulholland en een eerste reactie door Andreas Payiatsos van Xekinima
In ruil voor het overeind houden van de hoop om in de eurozone te blijven, stelt Tsipras voor om de pensioenleeftijd verder te verhogen. De pensioenleeftijd staat al op 67 jaar, maar de regering wil verdere beperkingen op brugpensioen. Wie werkt, zal hogere bijdragen moeten betalen voor de pensioenen en de gezondheidszorg.
Er zijn enkele maatregelen om de rijken meer te laten betalen, maar ook de BTW zal stijgen. De BTW ondermijnt de levensstandaard van de werkenden en armen. De Griekse regering wil daarmee 680 miljoen euro ophalen en volgend jaar 1,3 miljard.
In een poging om een positieve draai aan het voorstel te geven, concentreerde minister van Economie Stathakis zich op de belastingverhogingen voor de “middelhoge en hoge inkomens”, een extra taks voor bedrijven met een nettowinst van meer dan 500.000 euro en een verhoging van de vennootschapsbelasting van 26 naar 29%. Dat zou volgens Stathakis 2,6 miljard euro opbrengen.
Andreas Payiatsos van Xekinima, onze Griekse zusterorganisatie, stelde: “Dit akkoord zal de economie verstikken. Het voldoet aan alle voorwaarden van de trojka die 7,9 miljard euro aan besparingen wil opleggen in de komende 18 maanden. Dat geld zou naar de crediteurs doorvloeien. Het grootste deel ervan zou door de werkende bevolking betaald worden.”
“Ondanks de pogingen om dit voorstel verkocht te krijgen, is het duidelijk dat het rampzalig is voor gepensioneerden, werkenden en armen. Syriza heeft de eigen ‘rode lijnen’ overschreden. Het klopt dat het voorstel de lonen en pensioenen niet direct raakt, maar indirect gebeurt dit wel via de BTW-verhoging en de bijdragen aan de sociale zekerheid.
“De regering van Syriza heeft geprobeerd om de rijken ook te laten betalen door hun belastingen te verhogen. Maar het zijn beperkte maatregelen die de algemeen rampzalige situatie voor de werkenden, gepensioneerden en armsten niet veranderen.
“De voorstellen van de Griekse regering zullen de economie verder in een recessie duwen. Griekenland verloor al meer dan een kwart van het nationale inkomen sinds het begin van de crisis en de werkloosheidsgraad staat officieel op 26% (in werkelijkheid ligt die een pak hoger, zeker indien rekening wordt gehouden met de massale exodus van jongeren die het land verlaten).”
Protest binnen Syriza
De EU heeft de bocht van Syriza verwelkomd, maar merkte meteen op dat er meer besparingen moeten komen vooraleer de trojka nieuwe fondsen zal voorzien. Er is geen garantie dat het tot een akkoord komt op de bijeenkomst van de ministers van financiën van de Eurogroep of op de EU-top. De bedoeling van de trojka is om Syriza niet alleen te laten inbinden, maar om aan te tonen dat een antibesparingsbeleid niet mogelijk is. Dat moet dienen als waarschuwing voor alle partijen in Europa die ingaan tegen de besparingen en die het aandurven om de agenda van de trojka te betwisten.
Nog voor een akkoord gesloten is, laten de gevolgen zich voelen. “Er is heel wat protest binnen Syriza”, stelt Andreas Payiatsos. “Zelfs het door Syriza beheerde radiostation weet niet wat het moet zeggen. Enkel Syriza-woordvoerders die aan de rechterkant van de partij staan trokken naar de massamedia in een poging om de abrupte koerswijziging van de regering toe te lichten.
“Xekinima, de Griekse afdeling van het CWI, roept de linkerzijde van Syriza op om in het parlement tegen een dergelijk voorstel te stemmen. Als de linkerzijde van Syriza tegenstemt, kan Tsipras wellicht beroep doen op de oppositie van de conservatieve Nieuwe Democratie, het sociaaldemocratische Pasok en het liberale Potami om het voorstel erdoor te krijgen. Het zou een splitsing binnen Syriza betekenen. We leven in een historische periode en de massa’s hebben het hard te verduren. De linkerzijde moet aantonen dat het de belangen van de meerderheid van de bevolking centraal stelt en bereid is om de partijdiscipline te breken om consistent te blijven.
“De vernederende terugtocht van Tsipras toont het falen aan van de strategie om de vertegenwoordigers van de EU-regeringen en de trojka te overtuigen met goede argumenten. Enkel door de onhoudbare schulden niet terug te betalen, een kapitaalcontrole in te voeren en de sleutelsectoren onder democratisch publiek bezit te plaatsen, kan de besparingspolitiek gestopt worden en kan begonnen worden aan de opbouw van een samenleving die niet ten dienste staat van een erg kleine elite.”
-
Griekenland. De tijd dringt voor Syriza
Komt er een ‘Grexit’? Het lijkt erop dat Griekenland een stap dichter bij een faillissement is gekomen. Het kan de schulden niet hernieuwen en een exit uit de eurozone dreigt. Athene probeerde een akkoord te vinden met de Europese Unie, de Europese Centrale Bank en het IMF – de trojka (omgedoopt tot ‘de instellingen’) – om meer dan 7 miljard aan fondsen te krijgen om schulden te hernieuwen.Artikel door Niall Mulholland
Om een bankroet te vermijden, heeft Griekenland voor eind juni extra fondsen nodig. De crediteurs stellen draconische voorwaarden (met meer besparingen) voor gelijk welk akkoord. De Griekse regering onder leiding van Syriza blijft deze voorwaarden vooralsnog afwijzen.
De trojka eist besparingen op de pensioenen, privatiseringen, een ‘hervorming’ van de arbeidsmarkt, verhoging van de BTW-tarieven en meer besparingen op de reeds sterk afgebouwde sociale zekerheid. De tegenvoorstellingen van de Griekse premier Tsipras werden meteen afgewezen door de trojka.
De arrogante neokoloniale opstelling van de trojka zette de Griekse regering ertoe aan om een schuldaflossing van 300 miljoen euro op 4 juni niet te realiseren, maar het te ‘bundelen’ met andere betalingen aan het IMF en dit later op de maand te betalen.
De spanningen tussen de trojka en de Griekse regering lopen hoog op. Bij de start van de G7-top in Duitsland haalde Jean-Claude Juncker van de Europese Commissie hard uit naar Tsipras. De Griekse premier staat onder zware druk van de heersende elite en de internationale ‘markten’ die willen dat er een akkoord met de trojka komt. Tegelijk groeit de oppositie tegen nieuwe besparingen onder de Griekse werkende bevolking en ook bij de linkerzijde in Syriza.
Een derde van de Grieken leeft al officieel onder de armoedegrens, in werkelijkheid leeft wellicht meer dan de helft van de bevolking in armoede. Sinds 2010 verloor een Grieks gezin gemiddeld 40% van zijn inkomen.
Tsipras en de trojka maken nu ruzie over hoe hoog het begrotingsoverschot in Griekenland moet zijn. Maar met de aflossingen van de interest op de schulden is het duidelijk dat de schulden onbetaalbaar zijn. De publieke schuld is opgelopen tot 175% van het nationale inkomen (bbp).
Groei?
De neoliberale ideologen en Europese instellingen blijven ondertussen zeggen dat de Griekse economie de komende vijf jaren telkens met gemiddeld bijna 3,5% kan groeien waardoor de schuldengraad zou teruglopen tot 120% van het BBP.
Er wordt zonder veel overtuiging verkondigd dat Griekenland mogelijk terug naar de financiële markten kan gaan om geld op te halen. Dit ondanks het feit dat de economie eens te meer zou kaalgeplukt worden door besparingen van de trojka.
Volgens Robert Peston van de BBC zou Griekenland zelfs op basis van de absurde groeiverwachtingen van de trojka voor vijftig jaar van besparingen staan vooraleer de overheidsschuld tot ‘aanvaardbare’ proporties kan herleid worden.
Zelfs het IMF ziet hoe absurd deze positie is. Het IMF zou in het verleden gepleit hebben voor een gedeeltelijke kwijtschelding van Griekse schulden. Maar daar waren Europese machten, Duitsland voorop, sterk tegen gekant. Zij vrezen immers dat een verzachting van de schuldenlast gelijkaardige vragen zou opwekken in andere landen zoals Portugal, Spanje en Ierland.
Op de G7 riep de Amerikaanse president Obama op tot een ‘compromis’ tussen de EU en Griekenland, maar dan wel een compromis waarbij Athene enkele “harde politieke keuzes” maakt. Washington is bezorgd dat een Griekse exit uit de eurozone een negatief effect zou hebben op de wereldeconomie.
Het Witte Huis (maar ook Duitsland en andere EU-machten) vreest bovendien dat het Russische regime van Poetin de gelegenheid zou benutten en financiële steun aan Griekenland zou aanbieden om invloed te krijgen op dit NAVO-lid en zo de westerse macht te ondermijnen.
‘Grexit’
Een ‘Grexit’ is een reële mogelijkheid. Het kan door een ‘ongeluk’ of op een georganiseerde wijze. De regering onder leiding van Syriza staat onder zware druk van de Griekse werkende bevolking. Mogelijk zal de regering de nieuwe dictaten van de trojka niet aanvaarden waardoor het land uit de eurozone wordt gezet.
Het ratingagentschap van Moody’s maakte bekend dat er in mei 5 miljard euro verdween uit de Griekse banken. Het ratingagentschap verwacht dat een een kapitaalvlucht tot kapitaalcontroles zal leiden.
Een Grexit zou een einde makten aan de eeuwige besparingen en het zou de Griekse regering toelaten om een groot deel van de schulden te devalueren en af te schrijven. De export zou goedkoper worden, maar import zou duurder worden. Dit zou een negatief effect hebben op spaargeld en op de levensstandaard van de bevolking. Op kapitalistische basis zou een Grexit op zich de fundamentele problemen van de Griekse economie en samenleving niet oplossen.
De Europese machten denken dat ze voldoende voorbereid zijn zodat een Grexit een beperktere economische storm zou veroorzaken dan wat enkele jaren geleden het geval was. Maar ze zijn toch bezorgd over de mogelijke politieke gevolgen: de Europese ‘integratie’ en de besparingsorthodoxie zouden een serieuze knauw krijgen.
Tenzij Tsipras volledig toegeeft aan de trojka, wat rampzalige gevolgen zou hebben voor Syriza, is het mogelijk dat Griekenland en de trojka toch een nieuw tijdelijk akkoord. Tsipras dreigde ermee om zo’n akkoord aan een referendum te onderwerpen of om nieuwe verkiezingen te houden. Voor de Griekse werkenden en armen is er echter geen uitstel meer mogelijk, zij kunnen geen verdere besparingen aan.
Onder het kapitalisme, in of buiten de eurozone, zal de overgrote meerderheid van de Griekse bevolking met enorme ellende geconfronteerd worden. Xekinima, onze Griekse zusterorganisatie, roept Syriza op om de beloften van voor de verkiezingen waar te maken en te breken met de besparingen. Dat vereist een socialistisch programma.
Daartoe moet de regering weigeren om de publieke schulden terug te betalen, overgaan tot de invoering van een kapitaalcontrole en een staatsmonopolie op buitenlandse handel. De banken en sleutelsectoren van de economie moeten onder democratische arbeiderscontrole en -beheer geplaatst worden, het besparingsbeleid moet gestopt worden en er moet degelijk lonen met gratis en goede gezondheidszorg, onderwijs en sociale zekerheid komen.
Het plannen van de economie op basis van de behoeften van de bevolking en niet de winsten van de kapitalisten, kortom de socialistische reorganisatie van de samenleving, kan een einde maken aan de economische crisis, armoede, werkloosheid en gedwongen emigratie.
Om dit te bekomen, moeten we een onafhankelijke politiek kracht opbouwen zowel binnen als buiten Syriza. Het opzetten van algemene volksvergaderingen en actiecomités van de basis in de werkplaatsen en in de wijken, is essentieel. Actieve betrokkenheid van de werkende bevolking en de jongeren in de strijd tegen de trojka en voor een socialistisch alternatief is immers cruciaal. Een socialistische omvorming van Griekenland zou meteen ook een grote aantrekkingskracht hebben op werkenden en jongeren in de rest van Europa om ook daar in te gaan tegen de bespringen en te strijden voor een socialistisch Europa.
-
Kiezers van Syriza wilden einde van besparingen, geen nieuw ‘compromis’ met de trojka

Tsipras en Juncker De Griekse heersende klasse, de massamedia die ervoor werken, mensen zoals Stavros Theodorakis (van de liberale partij Potami), Juncker, Schulz en de rest van de kliek van de EU-leiding proberen de Griekse bevolking tot in den treure ‘uit te leggen’ dat premier Alex Tspiras ‘moet handelen als de premier van het land en niet als partijleider van Syriza.’
Editoriaal van Xekinima, geschreven op 3 juni
Ze nodigen Tsipras openlijk uit om een akkoord te sluiten met de crediteurs, om het in het Griekse parlement te laten stemmen en voorbij te gaan aan wat Syriza of zelfs nog maar de leiding van die partij wil. Als de linkerzijde van Syriza weigert om met een voorstel in te stemmen, eisen ze van Tsipras dat hij toch doorzet. Anderen zullen immers wel voor het akkoord stemmen, Potami zou dit zeker doen en mogelijk ook Pasok en Nieuwe Democratie. Als het niet officieel en volledig kan, zouden minstens een aantal verkozenen van die partijen voor stemmen.
Het is een publieke en provocatieve oproep aan de leiding van Syriza om een openlijke alliantie te sluiten met de heersende klasse en de trojka, nu onder de naam van ‘de instellingen’, waarbij Syriza wordt opgesplitst.
Hoe reageerde Syriza?
We hebben nog geen signalen of reacties gezien van de leiding van Syriza waarmee de positie van de leiding wordt verduidelijkt en waarmee alle oproepen van de rechterzijde aan Syriza gestopt worden.
We zien integendeel leidinggevende verantwoordelijken van Syriza vertegenwoordigers van het establishment omarmen. En tegelijk wordt niet verborgen dat er mogelijk een confrontatie met de linkerzijde in de partij komt.
Een recent en opmerkelijk voorbeeld van dit proces was de keuze om Tagmatarhis als CEO van de publieke omroep ERT aan te stellen, terwijl hij in het verleden nog door besparingspartij PASOK als CEO was aangesteld. Panariti werd door de regering aangesteld als Griekse vertegenwoordiger bij het IMF. Panariti werkte als vertegenwoordiger van de Wereldbank als raadgever voor de neoliberale en ultrarepressieve regering van Fujimori in Peru. Uiteindelijk moest Panariti ontslag nemen bij het IMF omdat er teveel tegenkanting binnen Syriza ontstond tegen zijn aanstelling. Maar het feit dat het kantoor van de premier achter de aanstelling zat, is opmerkelijk. Panariti werkte eerst voor Varoufakis, maar genoot dus niet alleen de steun van de financieminister.
Nikos Pappas eist ‘partijdiscipline’
Tegelijk waren er de verklaringen van Nikos Pappas, minister van staat en nauwe medestander van Tsipras, die stelde dat een stemming in het parlement de kwestie van partijdiscipline stelt. Europarlementslid Papadimulis, een van de leiders van de rechterzijde binnen Syriza, verklaarde dat indien sommige parlementsleden van Syriza of van coalitiepartner Onafhankelijke Grieken niet voor het akkoord stemden, de premier nieuwe verkiezingen moet uitroepen. Ook Nikos Filis, woordvoerder van de parlementaire fractie deed een gelijkaardige verklaring.
Deze dreigementen zijn niet algemeen en vaag. Ze zijn specifiek gericht tegen de linkerzijde binnen Syriza. De leiding rond Tsipras bedreigt de linkerzijde met uitsluitingen en nieuwe verkiezingen waarin ze hun zetels zouden verliezen. Volgens de electorale regels worden de partijlijsten, in het geval van vervroegde verkiezingen binnen de 18 maanden na de vorige, bepaald door de partijleider. Tsipras zou dan alleen over de lijsten beslissen.
Waarom doet de leiding van Syriza beroep op dergelijke dreigementen? Het is omdat ze bezorgd zijn dat een akkoord dat achter de schermen wordt onderhandeld met de ‘instellingen’ op veel tegenkanting binnen Syriza zal botsen.
Tsipras, Syriza en de samenleving
Een aantal prominente kaders van Syriza zeggen openlijk dat Syriza tot 27% kon groeien in 2012 en vervolgens tot 36% in januari van dit jaar omdat de leiding in handen is van “erg talentvolle mensen zoals Tsipras.” Dat gaat compleet voorbij aan de realiteit.
De opkomst van Syriza is het resultaat van de objectieve voorwaarden in de Griekse samenleving en de enorme sociale strijd van de afgelopen jaren, samen met het feit dat Syriza het had over de macht overnemen waarbij de rest van links werd uitgenodigd voor gezamenlijke acties. In alle landen die door de economische crisis werden getroffen, ontstonden nieuwe politieke fenomenen, zowel ter linker- als ter rechterzijde. Het leidde overal tot een nieuw politiek beeld waarbij de oude traditionele partijen van de heersende klasse zware klappen kregen. Voorbeelden van nieuwe linkse fenomenen die het politieke toneel destabiliseerden, zagen we niet alleen in Griekenland maar ook in Spanje en Ierland.
Wij zeggen aan de heersende klasse en aan de leiding van Syriza dat Tsipras en zijn entourage geen recht hebben om een geheim akkoord met de trojka te sluiten. De griekse grondwet en het wettelijke system geven de premier dan wel bijna bonapartistische macht, waarbij hij ‘boven’ zijn partij en boven de samenleving zou staan. Maar als Tsipras zijn ideeën en de tradities van de linkerzijde wil volgen, kan hij geen beroep doen op dergelijke bonapartische macht. In plaats daarvan moet de regering een einde maken aan deze wetgeving!
Fouten erkennen
De leiding van Syriza heeft een andere verantwoordelijkheid: ze moet erkennen dat ze fout was in de benadering en tactieken ten aanzien van de trojka en de heersende klasse. De leiding van Syriza had de illusie dat een “voor beide partijen gunstig akkoord onder partners” mogelijk was. Deze illusie werd al gauw doorprikt toen bleek dat de ‘partners’ vastberaden waren om Syriza een harde les te leren. Varoufakis moet zich herinneren dat hij voor de verkiezingen stelde dat de EU wel bereid zou zijn om de Griekse regering een cadeau te doen, terwijl ze in feite toen al bezig waren met het volgende offensief tegen de Griekse werkenden en armen.
Na de impasse die volgde, besloot de leiding van Syriza om het idee van een “tussentijds akkoord/brug” achter zich te laten en te gaan voor een “algemeen akkoord”. Nu beseffen ze dat dit niet op tafel ligt als het van de trojka afhangt. Er wordt dan maar overgegaan tot dreigementen – ‘partijdiscipline’ en ‘verkiezingen’ – als de parlementaire groep van Syriza niet volgt.
Stop alle besparingsellende
De Grieken die in de laatste verkiezingen voor Syriza kozen, deden dit niet voor Tsipras en zijn omgeving. Ze stemden niet voor Syriza om “alles in het werk te stellen om binnen de euro te blijven”, zoals de papegaaien van de heersende klasse het in de massamedia dag na dag herhalen. Er werd voor Syriza gestemd om de besparingsellende te stoppen.
Dat is waar Syriza nu aan moet werken en wat de Griekse werkende klasse verwacht en eist van Syriza. Dat is wat Tsipras moet doen als hij niet de geschiedenis wil ingaan als nog een linkse leider die de beloften overboord gooide en zich uitverkocht aan de heersende klasse.
Xekinima roept Syriza op om consistent te zijn met de beloften van voor de verkiezingen. Dat betekent breken met de Europese besparingen en een socialistisch programma met onder meer:
- Stopzetting van de afbetaling van de schulden
- Controle op kapitaalstromingen en een staatsmonopolie op buitenlandse handel om de economie te beschermen tegen aanvallen van de ‘markten’
- De nationalisatie van de banken en de sleutelsectoren van de economie onder democratische arbeiderscontrole en –beheer. Een geplande economie waarin de behoeften van de bevolking centraal staan en niet de winsten van de kapitalisten.
- Stopzetting van alle besparingen en het creëren van jobs voor iedereen met een degelijk loon, gratis en degelijk onderwijs, gezondheidszorg en sociale zekerheid.
- Het opzetten van volksvergaderingen en actiecomités van onderuit in de werkplaatsen en wijken – voor een actieve betrokkenheid van de werkende bevolking en jongeren in de strijd tegen de trojka en voor een socialistisch alternatief.
- Een oproep aan alle werkenden en jongeren in Spanje, Portugal, Ierland en de rest van Europa om samen te strijden tegen besparingen en voor een socialistisch Europa.
-
Griekenland. Onderwerpen aan de trojka of breken met besparingen?
Editoriaal uit Xekinima nummer 410 (6-20 mei), het tweewekelijks blad van onze Griekse zusterorganisatie
Het Griekse beeld wordt steeds duidelijker. We zijn nu in de vierde maand van de nieuwe regering onder leiding van Syriza en het resultaat van de zogenaamde ‘onderhandelingen’ met de trojka is nihil.Het voorstel van de zogenaamde ‘Europese partners’ is niet alleen onaanvaardbaar, het is ook crimineel. Ze blijven elke terugbetaling van de Griekse schulden opeisen en ze krijgen deze ook, terwijl er geen enkele euro aan nieuwe leningen kwam. Het is een bewust beleid van sabotage en van verstikking van de Griekse economie met als doel om Syriza volledig te doen buigen voor hun eisen.
Een woordvoerder van de regering, Sakellaridis, verklaarde dat de Griekse regering al voor 6,5 miljard euro aan schulden werd terugbetaald. Onder deze voorwaarden is dat een bijzonder groot bedrag. Het is een som die op korte termijn de enorme problemen van de hardst getroffen lagen van de bevolking had kunnen oplossen en de economie terug op gang had kunnen trekken indien een deel van deze middelen was gebruikt voor publieke investeringen.
De vraag is niet waarom de zogenaamde ‘partners’ dit beleid van verstikking van de economie volgen. Deze koers was immers voorspelbaar en Syriza had het moeten weten. De vraag is wel waarom Syriza de schulden blijft terugbetalen terwijl de trojka zo’n vijandige opstelling inneemt?
Grexit internationaal bediscussieerd, maar wanneer zal het hier ernstig genomen worden?
In de internationale media is er heel wat discussie over de zogenaamde Grexit. Het Nederlandse hoofd van de eurogroep, Dijsselbloem, verklaarde: “We zijn klaar voor een Grexit, we hebben een plan B. Nederland en de eurozone zijn klaar voor alle mogelijkheden. Er is een plan B, maar we hopen toch dat we tot een akkoord met Griekenland komen.”
Jerry Rice van het IMF stelde: “Het IMF onderzoekt verschillende scenario’s, maar we verwachten geen exit van Griekenland uit de eurozone.” Dit betekent natuurlijk niet dat ze niet voorbereid zijn op de mogelijkheid van zo’n exit. Alister Wilson van Moody’s zie op CNBC TV Channel: “De eurozone zou wellicht snel herstellen van een Grexit, maar de impact op de sfeer van de investeerders en op het vertrouwen zou scherp en langdurig zijn.”
De Italiaanse krant La Stampa shreef: “Berlijn en Frankfurt bereiden hun ‘plan B’ voor Griekenland voor… met de invoering van een vorm van interne controle om een instorting van de banken te vermijden.”
Al deze verklaringen werden op dezelfde dag gedaan, op 30 april. De belangrijkste internationale instellingen, machtige staten en denktanks doorheen de wereld bereiden zich voor op een mogelijke exit van Griekenland uit de eurozone. Maar in Griekenland zelf is er geen discussie over wat de plannen zijn moest het tot een Grexit komen!
Het is nog niet te laat
De Griekse heersende klasse, de politieke partijen en de massamedia ‘verschuilen’ zich achter de zogenaamde “wil van de Griekse bevolking om tegen gelijk welke prijs in de eurozone te blijven.” Dat moet blijken uit de peilingen die ze zelf voorbereid hebben. Het beeld van de massamedia kan snel doorprikt worden en de publieke opinie kan snel keren indien Syriza zijn standpunt aanpast.
Als Syriza consequent wil zijn rond de beloften voor de verkiezingen, dan moet de partij van koers veranderen.
Syriza moet stoppen met toegeven. De partij heeft de niet-betaling van de schulden al laten varen, sloot compromissen over de kwestie van privatiseringen, biedt geen antwoord op de beweging tegen de ontginning van goud in Halkidiki, kondigde “uitstel” van een aantal maatregelen aan (waaronder het collectief overleg, een kerstbonus voor de laagste pensioenen, een verhoging van het minimumloon, de afschaffing van de eigendomstaks voor de armsten, …). Ondertussen weigert de trojka, ondertussen hernoemd tot de ‘instellingen’, elke toegeving.
Syriza moet de Griekse werkende bevolking de waarheid zeggen. Indien de Griekse regering weigert toe te geven aan de eisen van de trojka, dan zullen deze ‘partners’ Griekenland uit de eurozone zetten.
Syriza moet erkennen dat het realiseren van de beloften voor de verkiezingen vereisen dat gebroken wordt met de eurozone en dat een socialistisch programma moet ontwikkeld worden. Dit programma moet onder meer de weigering van de terugbetaling van de schulden omvatten, maar ook de nationalisatie van de banken en sleutelsectoren van de economie onder democratische arbeiderscontrole en –beheer zodat er een democratische productie en planning van de economie mogelijk is gericht op de behoeften van de bevolking.
En anders?
Als Syriza niet in deze richting wil gaan, dan zal het zelfs niet de meest beperkte beloften kunnen realiseren. Het zal niet in staat zijn om het programma van Thessaloniki (het manifest van Syriza voor de verkiezingen) te realiseren. Het zou leiden tot ontgoocheling onder de werkenden.
Sommige recente peilingen geven Syriza een voorsprong van 10% op de conservatieve Nieuwe Democratie. Niet zolang geleden was de kloof tussen beide partijen eerder 25%. De gevaren zijn reëel en het slechtste dat links kan doen is het negeren van deze gevaren.
Syriza moet de Griekse werkende bevolking de waarheid vertellen en zich niet beperken tot onderhandelingen in achterkamertjes waarbij de bevolking niet weet wat er gebeurt. Als Syriza van koers verandert, dan zal de partij op massale en enthousiaste steun van de Griekse werkende bevolking kunnen rekenen.
Er wordt in Griekenland gesproken over een referendum over de Eurozone. Als er een referendum komt (of als er nieuwe verkiezingen komen), dan moet dit niet gebeuren op basis van een slecht akkoord met de trojka om toch maar in de eurozone te blijven. Een referendum of verkiezingen moet gehouden worden op basis van een duidelijk voorstel om de eurozone te verlaten als onderdeel van een beleid gericht op de werkende bevolking en een socialistisch alternatief voor de werkenden, jongeren en gepensioneerden. Dit moet samen gaan met een ondersteuning van de massabeweging, de creatie van volksvergaderingen en actiecomités van onderuit op de werkplaatsen en in de wijken zodat de werkende bevolking en de jongeren actief kunnen deelnemen aan de strijd tegen de trojka en voor een socialistisch alternatief.
Dan zal blijken dat de werkende bevolking en de armen hun volledige steun geven. Maar daartoe moet Syriza een keuze maken, de partij moet beslissen om de strijd aan te gaan en om te strijden tot het einde.
Met een keuze tussen “onderwerpen aan de trojka of breken”, zal de Griekse bevolking ongetwijfeld voor de twee optie kiezen. De hele geschiedenis van generaties van strijd bevestigt dit. De leiding van Syriza moet nu een keuze maken.
-
Het “onregelmatige marxisme” van Varoufakis biedt geen antwoord
De Griekse minister van Financiën Varoufakis is een sleutelfiguur in de door Syriza geleide Griekse regering. Die regering werd verkozen op basis van een radicaal anti-besparingsprogramma. Hij omschrijft zichzelf als een “onregelmatige marxist”. Wat betekent dit? En welk programma kan de Griekse arbeidersstrijd vooruit helpen? Dossier door Peter Taaffe. De flamboyante minister van Financiën spelt een prominente rol in het drama waarin de Griekse bevolking die al gebukt ging door het brutale besparingsbeleid wordt uitgespeeld tegen de harde eisen van de EU om nog meer van hetzelfde beleid te slikken. Het feit dat premier Alexis Tsipras ingaat tegen de dictaten en een tijdelijke verlichting van de financiële verplichtingen eist, spreekt tot de verbeelding en krijgt steun van heel wat Grieken en anderen doorheen Europa. Tsipras wordt ondersteund door Varoufakis die doorheen Europa trekt om collega’s te bezoeken.
In de peilingen zien we de steun voor Syriza. Bij de laatste verkiezingen haalde de partij 36% van de stemmen, volgens peilingen staat Syriza nu al op 47,6%. The Observer merkte op: “Vorige week werd Yanis Varoufakis – volgens veel andere ministers van Financiën een rare vogel – door een grote groep aangeklampt toen hij over het Syntagmaplein wandelde, het waren allemaal kiezers die hem steunden.” Zelfs de middenklasse en prominente ondernemers steunen de regering omdat die schijnbaar ingaat tegen de ‘imperialistische’ eisen van de trojka en Europa: “Ze geven ons onze stem terug. Voor het eerst is er het gevoel dat we een regering hebben die onze belangen dient.” (Observer 1 maart)
Het weerspiegelt het harde verzet van de Griekse bevolking tegen de virtuele neokoloniale status waartoe ze veroordeeld warden door het Europa van de rijken – de kapitalisten, bankiers, … die de EU domineren. Maar de crisis is niet weg en evenmin zijn de eisen voor nieuwe harde besparingen verdwenen. De realiteit is dat de regering met het mes op de keel staat. Dit kan de regering dwingen tot nieuwe vernederende eisen en nederlagen in de komende maanden. Maar de regering kan ook een oproep doen aan de Griekse bevolking, in eerste instantie aan de werkende klasse, en tegelijk ook aan de Europese en wereldwijde werkende klasse voor solidariteit en gemeenschappelijke actie.
The Guardian wees op dit potentieel: “De Griekse antibesparingsregering heeft het spook van verdere politieke strijd in het door crisis getroffen land losgelaten met de stelling dat het een referendum of nieuwe verkiezingen overweegt.” Er werd voor redenen van propaganda ook aangekondigd dat Griekenland het Duitse kapitalisme zou vervolgen wegens de oorlogsmisdaden van de nazi’s in de Tweede Wereldoorlog. Daarbij zou tot 341 miljard euro geëist worden, meer dan voldoende om de Griekse schulden te betalen.
De onregelmatige marxist
Tegenover de chantage van het kapitalistische Europa is het ongetwijfeld een optie om een verder mandaat te vragen van de bevolking. Maar op welke basis en met welk programma? Dit leidt tot een andere vraag: wat zijn de principes en perspectieven van de regering en van de leidinggevende figuren erin? Als de toespraak van Varoufakis uit 2013 de basis vormt, is de verwachting van fundamentele verandering iets dat veraf staat. Gelukkig zal het mogelijk niet door hem of de regering beslist worden, maar kunnen de massa’s op beslissende wijze tussenkomen en zorgen voor een dynamiek en snel veranderende situatie waarbij maatregelen zoals de democratische nationalisatie van de banken en financiële instellingen worden genomen. Dat is het minimum wat nodig is om de sabotage door de kapitalisten te vermijden. Deze sabotage vindt al plaats, het blijkt uit de dagelijkse uittocht van miljarden euro’s uit Griekenland.
Hetzelfde geldt voor het schrappen van de schandalige uitverkoop en de geplande privatiseringen, het verhinderen van uithuiszettingen, … die voor de verkiezingen beloofd werden door Tsipras en Syriza. Het is niet uitgesloten dat de massa’s die nu heel wat tijd en krediet geven aan de regering om het programma door te voeren hun geduld verliezen en overgaan tot een nieuwe bezettingsbeweging, waarbij niet alleen pleinen worden bezet maar ook werkplaatsen.
In zijn toespraak uit 2013 omschreef Varoufakis zich als een “onregelmatige marxist”. Zijn analyse is zeker onregelmatig en niet in overeenstemming te brengen met de eisen van de werkende klasse en de arbeidersbeweging in Griekenland. Er zijn ‘marxistische’ elementen in zijn analyse. Zo wordt naar economische geschriften van het marxisme verwezen, ook al zijn die verwijzingen niet altijd even correct. Maar het meest alarmerend, gezien zijn prominente positie in de regering, is de conclusie van Varoufakis dat het nodig is om het Europese kapitalisme “van zichzelf te redden.”
Hij schreef: “In 2008 kende het kapitalisme een tweede wereldwijde kramp.” In 2008 zagen we het begin van een wereldwijde crisis van het kapitalisme, dat is wel wat anders dan een ‘kramp’. Wij stelden van het begin – toen de crisis in de sub-prime huizenmarkt in de VS begon in 2007 – dat dit geen episodische economische gebeurtenis was, zoals we er voorheen vele andere zagen, maar het begin van een uitgerokken en vernietigende algemende wereldwijde economische crisis. Alle factoren daartoe waren aanwezig, waaronder een reeks financiële zeepbellen die wij reeds als dusdanig beschreven tijdens de groeiperiode. Bovendien stelden we dat het kapitalisme zich niet gemakkelijk uit deze crisis zou rechttrekken. Langs onze kant vereist het van de werkende klasse en de arbeidersbeweging een socialistisch actieprogramma om de levensstandaard te verdedigen en de samenleving te veranderen.
Varoufakis kwam tot compleet andere conclusies uit de gebeurtenissen van 2008. “Moeten we de crisis van het Europese kapitalisme verwelkomen als een kans om het te vervangen door een beter systeem? Of moeten we er zo ongerust over zijn dat we ons onmiddellijk op een campagne gooien om het Europese kapitalisme te stabiliseren? Voor mij is het antwoord duidelijk. De kans dat de Europese crisis leidt tot het ontstaan van een beter alternatief op het kapitalisme is volgens mij veel kleiner dan dat het gevaarlijke conservatieve krachten die een humanitair bloedbad kunnen aanrichten, waardoor de hoop op elke progressieve vooruitgang voor komende generaties de kop wordt ingedrukt.”
Als het kapitalisme in deze vernietigende crisis niet rijp – zelfs rottend rijp – is om het te vervangen door een menselijker en gelijker systeem, wanneer zal het dan wel opportuun zijn om te strijden voor een socialistische oplossing?
Sociaaldemocratisch verraad
Sinds het begin van de Eerste Wereldoorlog heeft deze politieke filosofie – die nu nieuw leven wordt ingeblazen door Varoufakis – direct geleid tot het verraad van de sociaaldemocratie en het daaropvolgende fallen van de revolutionaire golven. De Duitse sociaaldemocraten stelden dat de eerste taak eruit bestond om de ‘beschaving’ te redden door het kapitalisme te redden. Ze stelden het echter niet zo openlijk als Varoufakis. Ze toonden het door voor de oorlogskredieten te stemmen toen de Duitse keizer steun voor de oorlog vroeg. Socialisme en verandering in de samenleving waren voor de sociaaldemocraten iets voor de verre toekomst, voor een moment dat ‘gunstiger’ zou zijn.
Varoufakis doet hetzelfde. “Spijtig genoeg zal ik er waarschijnlijk niet meer bij zijn als een meer radicale koers wordt gevolgd.” Waar haalt hij die kennis over de snelheid of traagheid waarmee het bewustzijn van de Griekse massa’s kan ontwikkelen, zeker op een ogenblik dat de situatie vanuit objectief economisch oogpunt prérevolutionair is? Zelfs de grote marxist Lenin vroeg zich in 1916, aan de vooravond van de Russische revolutie, af of zijn generatie de socialistische revolutie nog zou meemaken. Een jaar later stond Lenin vooraan in de belangrijkste arbeidersrevolutie ooit, de grootste gebeurtenis uit de menselijke geschiedenis totnutoe. Lenin had dan misschien wel twijfels over de timing voor de socialistische toekomst, maar dit weerhield hem er niet van om de krachten van de werkende klasse daar onvermoeibaar op voor te bereiden door de Bolsjewistische partij uit te bouwen waarmee de werkende klasse het initiatief kon nemen. De Griekse werkende klasse kan een gelijkaardig proces op gang brengen in Europa, zeker het zuiden van Europa, en de rest van de wereld.
De Duitse sociaaldemocraten daarentegen, en diegenen die hun standpunten volgden, wilden het kapitalisme redden door zelf deel te nemen aan bloeddorstige kapitalistische regeringen. Toen de Duitse revolutie in 1918 uitbrak, steunden ze openlijk de kapitalistische partijen. Toen de kapitalistische partijen gediscrediteerd waren, verdedigden ze het kapitalisme met regeringen waarin de sociaaldemocraten zelf een meerderheid hadden. Ze werden op die manier de belangrijkste hindernis voor de werkende klasse om de macht te grijpen. Rosa Luxemburg stelde daartegenover dat de werkende klasse en de mensheid voor de keuze tussen “socialisme of barbarij” stond.
Haar benadering werd bevestigd. Het falen van de revolutie van 1918 tot 1923 en de revolutionaire kansen van 1929 tot 1933 gingeren verloren door de criminele rol van de leiders van de massale arbeiderspartijen, de sociaaldemocraten en de Communistische Partij, die weigerden om een gemeenschappelijk verzet tegen de nazi’s te organiseren. De gevolgen hiervan zijn bekend, Hitler kon aan de macht komen en vernietigde de georganiseerde kracht van de werkende klasse, wat leidde tot de horror van de Tweede Wereldoorlog met miljoenen doden. Het klopt dat we vandaag niet het onmiddellijke vooruitzicht van socialisme of barbarij kennen in Griekenland of de rest van Europa. Maar er zijn voldoende elementen van barbarij in Griekenland – zoals de honger en de ellende maar ook de opkomst van het neofascistische Gouden Dagenraad, … – om aan te geven dat deze elementen dominant kunnen worden tenzij de werkende klasse en haar organisaties erin slagen om fundamentele verandering in de samenleving door te voeren.
Het Europese kapitalisme redden?
De historische maar ook de actuele ervaringen met de sociaaldemocratie – of correcter gezegd, de voormalige sociaaldemocratie – toont aan dat we niet op deze kracht moeten rekenen. De sociaaldemocratie slaagt er niet in om ook maar een blijvende fundamentele hervorming te bekomen in het door crisis gekenmerkte zieke Europese kapitalisme. Blijvende hervormingen zijn vandaag enkel mogelijk als resultaat van radicale en zelfs revolutionaire strijdbewegingen.
Dit werd bevestigd door het palmares van de sociaaldemocratische regeringen in Europa de afgelopen jaren. En ook Varoufakis maakte het zelf mee. “Nadat ik in 2000 naar Griekenland terugkeerde, zette ik me in voor de toekomstige premier Papandreou, in de hoop om de terugkeer te vermijden van rechts dat Griekenland naar xenofobie wilde duwen, zowel in eigen land als op internationaal vlak. […) Maar Papandreou’s partij slaagde er niet alleen net in om de xenofobie te stoppen, uiteindelijk voerde ze het meest virulente neoliberale beleid dat leidde tot de zogeheten bailouts en zo, onbedoeld, leidde tot de terugkeer van de nazi’s op de straten van Athene.”
We moeten eraan herinneren dat Pasok, tenminste in woorden, niet altijd voor zo’n beleid stond. De ‘reformisten’ hebben niet altijd enkel maar verraad gepleegd. Ze zorgden mee voor verbeteringen, soms substantiële verbeteringen, in de voorwaarden van de massa’s. Pasok schoof meermaals naar links op en nam zelfs ‘revolutionaire’ eisen op. Het uitbreken van de Griekse, Europese en wereldwijde crisis hebben dat veranderd, zeker toen Pasok in de regering zat. Zoals de sociaaldemocratische partijen in andere Europese landen had Pasok niet de bedoeling om de stekker van het zieke kapitalisme uit te trekken en eindigde het met het uitvoeren van de wensen van de trojka. Dit leidde tot de omstandigheden waarin Gouden Dagenraad kon bloeien. Hetzelfde lot wacht elke regering die de economische en politieke recepten van Varoufakis volgt om, zoals hij zelf aangeeft, het kapitalisme te redden.
Hij schrijft: “Als dit betekent dat wij, de onregelmatige marxisten, moeten proberen om het Europese kapitalisme van zichzelf te redden, dan is dit maar zo. We doen dit niet uit liegde voor het Europese kapitalisme, de eurozone, Brussel of de Europese Centrale Bank, maar enkel omdat we de onnodige menselijke tol van deze crisis willen beperken. Een Grieks, Portugees of Italiaans vertrek uit de eurozone zou snel leiden tot een fragmentering van het Europese kapitalisme.” Maar Europa, zowel in als buiten de eurozone, is al gefragmenteerd als gevolg van de invoering van de euro. In de plaats van een nieuw internationalisme tot stand te brengen, zoals de verdedigers ervan stelden, heeft het de bestaande nationale tegenstellingen verscherpt en zorgt het voor een groei van een een soms erg hard kapitalistisch nationalisme.
Tegenstellingen in de eurozone
Van bij het begin waren er heel wat tegenstellingen binnen de eurozone. De creatie van de euro was een poging van het kapitalisme om de beperkingen en het keurslijf van de natiestaat te overstijgen, en dit op een ogenblik dat de groei van de productiekrachten (wetenschap, techniek, de organisatie van de arbeid) aanleiding geeft tot pogingen om zich continentaal en wereldwijd te organiseren. Zoals wij steeds benadrukten, is dit evenwel een onmogelijke opgave op kapitalistische basis. De nationale scheidingslijnen verdwenen wat naar de achtergrond door de sterke economische groei, maar daar kwam op spectaculaire wijze een einde aan in 2007-08.
De vorming van een gemeenschappelijke munt en de eurozone creëerden illusies, ook onder de linkerzijde en de arbeidersbeweging en zelfs in ‘trotskistische’ kringen zoals die van het Verenigd Secretariaat vna de Vierde Internationale, dat het kapitalisme de nationale tegenstellingen had overstegen en dat een vorm van ‘Europees kapitalisme’ zou ontwikkelen. Dit leidde volgens hen meteen ook tot groeiende mogelijkheden voor het verenigen van de werkende klasse op continentaal vlak. Wij stelden steeds dat de nationale tegenstellingen – met afzonderlijke staten, legers, … – niet volledig verdwenen waren en in een periode van economische crisis verscherpt terug op de voorgrond zouden treden. Dit is effectief gebeurd. Nationale conflicten, verdeeldheid op basis van racisme, de opkomst van extreemrechts, … zijn nu sterker verspreid dan ten tijde van de creatie van de eurozone.
Betekent dit dat we een enge nationalistische benadering moeten volgen waarbij elk land binnen de eigen grenzen een oplossing moet zoeken voor de economische problemen? Zeker niet, integendeel zelfs. De productiekrachten schreeuwen om een organisatie op Europees en zelfs wereldniveau. Maar de enige kracht die deze historische taak kan realiseren, is de werkende klasse. Vandaar onze slogan: ‘Neen aan het Europa van de bazen, Ja aan een Europese socialistische confederatie.’ Strijd die op nationaal niveau ontwikkelt, is organisch verbonden met het internationale terrein. Dat is in eerste instantie binnen Europa zelf het geval. De Griekse werkende klasse voelt dit instinctief aan. Er wordt vaak verwezen naar de werkenden in de rest van zuidelijk Europa, in het bijzonder Spanje, Portugal en Italië. De aanwezigheid van de leiders van Podemos op de massale bijeenkomsten in Griekenland voor de verkiezingen waren een uitdrukking van die verbondenheid.
Een verkeerd begrip van Groot-Brittannië
In zijn analyses lijkt Varoufakis veel te putten uit ervaringen van zowel de Britse als de Griekse arbeidersbeweging. In de jaren 1980 verbleef hij in Groot-Brittannië. Daarbij lijkt hij vooral beïnvloed te zijn door het organische pessimisme dat kenmerkend was voor de eurocommunistische vleugel van de Communist Party of Britain (CPB) rond het blad Marxism Today. Wellicht werd hij door deze stroming beïnvloed. Uiteindelijk heeft deze stroming politiek volledig gecapituleerd voor het neoliberalisme en is ze bijgevolg zo goed als van het toneel verdwenen. Het werd het vijfde wiel aan de wagen van een aftakelende sociaaldemocratie waarbij de leiding van Labour rond Neil Kinnock werd gesteund toen die overging tot een politieke contrarevolutie tegen de marxisten, waarbij de aanhangers van Militant (de voorloper van de Socialist Party) werden uitgesloten, en waarbij het socialistische doel van Labour formeel overboord werd gegooid.
Dit gebeurde onder het mom van het ‘moderniseren’ van het marxisme, het zogezegd aanpassen van het marxisme aan de nieuwe actuele situatie. In werkelijkheid kwam het neer op het afstappen van een klassenbenadering. Varoufakis probeert iets gelijkaardig te doen in zijn artikel, hij gaat zelfs zo ver dat hij Karl Marx beschuldigt van de fout dat hij niet voorzag hoe zijn ideeën in de toekomst zouden misbruikt worden, een verwijzing naar het stalinisme. Maar Marx was zelf bijzonder duidelijk over diegenen die zich van marxistische frasen bedienden zonder de methode te hanteren. “Als dit marxisme is, dan ben ik geen marxist”, verklaarde Marx zelf.
Varoufakis schrijft: “Deze vastberadenheid om een compleet en afgesloten verhaal of model te hebben, is iets wat ik Marx niet kan vergeven.” Het marxisme is nochtans geen afgesloten stelsel. Het is een flexibele methode van analyses, uitproberen en ervaringen opdoen. In handen van een goede werkende kan het een nuttig en noodzakelijk instrument zijn, maar met met een slechte werkende heeft het een slecht resultaat. Dogmatici die weinig gemeen hebben met het marxisme interpreteren ideeën op een eenzijdige en niet-dialectische wijze. Wij hebben er meermaals op gewezen dat we het niet eens zijn met diegenen die op mechanische wijze zogenaamde ‘wetten’ willen toepassen op de levende realiteit – denk maar aan diegenen die de tendens van de dalende winstvoet tot wet uitroepen terwijl dit niet de verklaring voor de huidige crisis vormt. Wij verdedigen de uitgangspunten van Marx over de tendens van de winstvoet om te dalen, maar we zijn het grondig oneens om dit als enige verklaring naar voor te brengen voor de huidige crisis van het kapitalisme.
Marx verantwoordelijk stellen voor het stalinisme, zoals Varoufakis impliceert, is verkeerd. Het stalinisme was het resultaat van het isolement van de Russische revolutie en de degeneratie ervan. Het werd evenwel gebruikt om de oprechte marxistische ideeën verkeerd voor te stellen en te discrediteren. Het is totaal ahistorisch om Marx verantwoordelijk te achten voor het latere criminele misbruik van zijn methode en ideeën. Marx voorzag wel de gevaren en problemen van een bureaucratie en het invoeren van ondemocratische procedures in de arbeidersbeweging en zelfs in een arbeidersstaat. Kijk maar naar wat hij en Friedrich Engels schreven over de Parijse Commune van 1871. Het levendige voorbeeld van een arbeidersdemocratie werd door Marx gebruikt om aan te geven hoe een democratische arbeidersstaat zou opgebouwd worden: de verkiezing van alle vertegenwoordigers, geen vertegenwoordigers die meer verdienen dan een gemiddeld arbeidersloon, permanente afzetbaarheid, …
Varoufakis schrijft over zijn ervaringen in Groot-Brittannië: “Zelfs toen de werkloosheid verdubbelde en vervolgens verdrievoudigde onder Thatcher’s radicale neoliberale interventies, bleef ik hopen dat Lenin het bij het rechte eind had: ‘Het moet slechter worden voor ze beter kunnen worden.’ Het leven werd moeilijker, brutaler en voor velen korter. Het begon me te dagen dat ik me vergist had: het kon blijvend slechter worden zonder dat het ooit beter werd… Met elke nieuwe wending in de recessive werd links introverter en was het minder in staat om een overtuigende progressieve agenda naar voor te schuiven. Ondertussen was de werkende klasse verdeeld tussen diegenen die uit de samenleving vielen en diegenen die de neoliberale gedachtengang aanvaardden. Mijn hoop dat Thatcher onbedoeld aanleiding zou geven tot een nieuwe politieke revolutie zat er compleet naast. Het enige wat uit het Thatcherisme voortkwam, was een extreme financialisering, de triomf van de winkelcentra in plaats van de buurtwinkels, de fetisj van huisvesting en Tony Blair.”
Hij vervolgt: “Ja, ik zou graag een radicale agenda naar voor brengen. Maar ik ben niet bereid om dezelfde fout twee keer te maken. Wat hebben we bereikt door in Groot-Brittannië begin jaren 1980 voor socialistische verandering te pleiten waarbij de Britse samenleving in de neoliberale val van Thatcher trapte? Niets. Wat zouden we vandaag bereiken met een oproep om de eurozone te ontmantelen of de Europese Unie zelf, als het Europese kapitalisme er zelf alles aan lijkt te doen om de eurozone en de Europese Unie te ondermijnen?”
Varoufakis legt een opmerkelijk wanbegrip van de Britse situatie aan de dag. Thatcher kwam niet zonder veel tegenkanting aan de macht, zoals hij lijkt te suggeren. Ze gaf aanleiding tot de mijnwerkersstaking – een ‘burgeroorlog zonder geweren’ – die overigens op dat ogenblik een groot effect had op Griekenland waar heldhaftige strijd tegen rechts werd gevoerd. Er was ook de epische strijd in Liverpool waar onze voorloper Militant samen met de gemeenteraad van Liverpool en de 47 Labour verkozenen Thatcher een nederlaag toebrachten. Thatcher kreeg ook een nederlaag toegediend in de strijd tegen de poll tax, toen Militant mee leiding gaf aan een niet-betalingscampagne die door 18 miljoen mensen werd opgevolgd en de belasting, samen met Thatcher, naar de prullenmand van de geschiedenis verwees. Nadien gaf Thatcher dit toe in haar autobiografie.
Het was evenmin gezegd dat de overwinning van Thatcher onvermijdelijk was. Er waren kansen die tot overwinningen van de arbeidersbeweging hadden kunnen leiden. Het verraad van de mijnwerkers door de vakbondsleiders, samen met de rotte Labour-leiding onder Kinnock die ook de gemeenteraad van Liverpool het mes in de rug stak, was essentieel voor het succes van Thatcher. Denkt Varoufakis echt dat de Britse arbeiders meer succes zouden gehad hebben met een ‘progressieve’ minimalistische agenda in plaats van socialistische conclusies te trekken?
Tijd kopen
De benadering van Varoufakis ligt in de lijn van de liberale kapitalisten, waaronder Will Hutton of Labour-leider Ed Milliband. De Spaanse geestesgenoten van Syriza, Podemos, kunnen mogelijk de sociaaldemocratische PSOE als belangrijkste linkse kracht vervangen net omdat die PSOE gediscrediteerd is omdat ze door de knieën ging voor het Spaanse kapitalisme. Deze capitulatie gebeurde tijdens de economische groei, maar toch werd PSOE weg gestemd. In een periode van crisis kan een sociaaldemocratische regering enkel maar nog meer gediscrediteerd raken.
Het volstaat om naar Frankrijk te kijken waar PS-kopstuk François Hollande aan de macht kwam met de belofte van een rijkentaks en een reeks hervormingen die de werkende bevolking ten goede zouden komen. Hij moest de beloften intrekken en voert een neoliberaal beleid uit. Het heeft hem en zijn aanhangers in confrontatie gebracht met wat overblijft van de linkerzijde in de partij maar ook met de buitenparlementaire linkse krachten en de werkende klasse. Het heeft ertoe geleid dat miljoenen werkenden die voor de PS stemden nu ontgoocheld zijn, sommigen raken zelfs verleid tot een stem voor het extreemrechtse Front National van Marine Le Pen.
Ze stellen het niet zo expliciet als Varoufakis, maar ook Hutton en Miliband staan kritisch tegen de ‘harde besparingspolitici’ zoals David Cameron en de huidige Britse regering. Ze pleiten voor een “beter” en in het geval van Miliband voor een “minder vernietigende” vorm van kapitalisme. Maar Miliband is net zoals de conservatieven voor besparingen in de publieke uitgaven, hij belooft enkel dat die besparingen iets minder hard zullen zijn. Wat zou het meest waarschijnlijke politieke resultaat hiervan zijn? Ontgoocheling onder de kiezers van Labour. Zelfs indien Miliband een regering zou kunnen vormen, ofwel een minderheidsregering ofwel in een coalitie met anderen, dan zou deze regering zelfs geen minimale veranderingen kunnen doorvoeren zonder een confrontatie aan te gaan met de verdedigers van het systeem.
In een rechtvaardiging van wat hij als een andere benadering ziet, heeft Varoufakis het over “een verwerpelijk Europees kapitalisme waarvan de implosie, ondanks alle beperkingen van het kapitalisme, ten alle prijze moet vermeden worden. Dit is een bekentis waarmee ik radicalen moet overtuigen van het feit dat we een tegenstrijdige missie hebben: de vrije val van het Europese kapitalisme stoppen om tijd te kopen zodat we een alternatief kunnen formuleren.” Waarom hebben Varoufakis en andere ‘kritische’ marxisten de processen in het kapitalisme niet geanalyseerd voor 2008 en hebben ze destijds niet opgemerkt dat er een crash moest komen? Dit was het standpunt van het CWI en zijn Griekse organisatie Xekinima, die deze analyse combineerde met een programma om de werkende klasse te verdedigen in een periode van economische rampspoed. Het werd verbonden mhet het idee dat de kansen voor het propageren van een socialistisch alternatief als enige uitweg voor de werkende bevolking en hun bondgenoten moesten gegrepen worden. Waarom wachten tot een crisis uitbreekt en dan tijd vragen om een alternatief te formuleren?
Wishful thinking
De benadering van Varoufakis weerspiegelt de positie van Syriza en de leiding ervan: een weigering om een duidelijke benadering naar voor te brengen en een stelselmatige voorbereiding van de werkende klasse op een onvermijdelijke confrontatie tussen de linkse regering en het kapitaal, zowel in eigen land als internationaal. In plaats daarvan worden algemene slogans als ‘rechtvaardigheid’ gebruikt en wordt op de redelijkheid van de linkse regering gewezen om de kapitalisten te ‘overtuigen’ van de Griekse positie en hen zo tot toegevingen te dwingen.
De marxisten van Xekinima en anderen hebben deze benadering als politiek naïef omschreven, een slecht voorbeeld van wishful thinking, de gevaarlijkste ziekte op politiek vlak, zeker tegen de achtergrond van een acute crisis. Het is noodzakelijk om een bijzonder realistische analyse naar voor te schuiven, zowel voor als na de verkiezingen. Deze analyse moet wijzen op de onvermijdelijke bedoeling van het internationale kapitaal om een radicale regering op de klippen te laten lopen. Of die regering nu in Griekenland, Spanje of elders aan de macht is doet er niets toe, een dergelijke regering vormt een existentieel risico voor de kapitalisten.
De benadering van links, en zeker van een door marxisme beïnvloede regering, moet eruit bestaan om de moeilijkheden van het kapitalisme te gebruiken als een kans voor de arbeidersbeweging om een diepgaand proces van socialistische verandering te ontwikkelen. Dit vereist een overname van de economische hefbomen – waaronder de banken en financiële instellingen – om sabotage en chantage van de kapitalisten te vermijden.
Deze sabotage zagen we al in de paniekerige uittocht van privaat kapitaal uit Griekenland nog voor de verkiezingen. Het absolute minimum is dan ook een controle op alles wat het land in en uitgaat, om zo desnoods tijd te winnen om de werkende klasse te mobiliseren en te overtuigen van verregaandere maatregelen zoals het publiek bezit van de banken en de financiële sector onder democratische arbeiderscontrole en -beheer.
Varoufakis gaat uit van een totaal ander scenario. Met een ontwapenende eerlijkheid schrijft hij: “Gezien al deze elementen, zal men misschien verwonderd zijn dat ik me een marxist noem. (…) ik ben een marxist, maar ik ga op verschillende punten passioneel tegen Marx in. Ik ben met andere woorden onregelmatig in het marxisme.” Hoe rechtvaardigt hij dit? Door zijn marxistische ideeën te verbergen, zo geeft Varoufakis toe. “Een radicale theoreticus kan (…) alternatieve theorieën uitwerken die ingaan tegen het establishment en hopen dat ze ernstig genomen worden.” Zijn benadering is duidelijk: “Mijn standpunt over dit dilemma was altijd dat de gevestigde machten nooit opgeschrikt worden door theorieën die uitgaan van veronderstellingen die niet de hunne zijn.”
En hij roept zelfs de hulp van Marx zelf in om die aanpak te rechtvaardigen. Marx maakte immers gebruik van de inzichten van belangrijke burgerlijke economen zoals Adam Smith en David Ricardo om aan te tonen dat het kapitalisme een systeem vol tegenstellingen is. Marx begreep op die basis hoe het kapitalisme werkt, hoe economische crises ontstaan en dat de werkende klasse de grafdelver van het systeem is. Het publiek tot wie Marx zich richtte was niet de burgerij, maar de werkende klasse en de arbeidersorganisaties.
Varoufakis lijkt voor iets anders te pleiten. Hij wil binnen het kader van de burgerlijke economie de tegenstrijdigheden van dit systeem duidelijk maken aan de burgerij zelf. Zijn conclusie bestaat uit het zoeken van remedies voor de economische ziektes die de werkende klasse en haar bondgenoten raken door ‘redelijke’ oplossingen naar voor te schuiven die aanvaardbaar zijn voor het kapitalisme. De essentie van de huidige situatie is evenwel dat echte hervormingen niet mogelijk of blijvend zijn in een systeem dat gekenmerkt wordt door de grootste crisis sinds de jaren 1930.
De ogen van de Europese werkende klasse zijn momenteel op Griekenland gericht. Als de Griekse werkenden erin slagen om op de voorgrond te treden, zelfs maar gedeeltelijk, dan zou dit de volledige beweging inspireren en vooruit helpen. Maar als de Griekse werkenden naar een nederlaag gaan, dan zal dit de mogelijkheden van strijd in Europa minstens tijdelijk beperken. We hopen dat het eerste perspectief zich zal realiseren. Dat is waarom het noodzakelijk is om te verduidelijken met welke benadering een succesvolle strijd kan gevoerd worden. Dat is waarom we onze analyses naar voor schuiven en discussie hierover aanmoedigen zodat we zo goed mogelijk de strijd van de Griekse werkenden kunnen ondersteunen.
-
Syriza-regering daagt Europese besparingspolitiek uit
Drie weken na de verkiezingen van 25 januari vond 81,3% van de Grieken dat de regering eerder goed tot heel goed werk verrichtte. Indien er midden februari verkiezingen werden gehouden dan had Syriza, volgens een peiling van de zender Alpha TV, kunnen rekenen op 45% van de stemmen. Het zijn duizelingwekkende cijfers waar andere regeringen enkel maar van kunnen dromen. Het contrast tussen de Syriza-regering en de rest is zo scherp en opvallend dat het niet anders kan dan interesse en enthousiasme opwekken. Vandaar ook dat de operatie om de Griekse regering op de knieën te dwingen de dag na de verkiezingen op volle sterkte van start is gegaan. De weg naar een onderhandeld compromis lijkt al snel uitgesloten. De enige opties zijn de onderwerping aan de trojka of een alternatieve, socialistische weg inslaan.Dossier door Bart Vandersteene voor de maarteditie van ‘De Linkse Socialist’ – de komende dagen zullen we ingaan op het akkoord tussen de Griekse regering en de eurogroep.
Een populaire regering die een ingaat tegen het besparingsbeleid moet zowat de ergste nachtmerrie van de Europese elite zijn. Voor hen moet Syriza mislukken. En met dit doel voor ogen zullen alle middelen die noodzakelijk blijken ook aangewend worden. Griekenland heeft middelen nodig voor haar nog steeds zieke financiële sector en om haar staatsschulden te herfinancieren. De Europese ministers van Financiën, de ECB en het IMF houden het mes op de Griekse keel. Niets minder dan een volledige capitulatie is hun eis. Niet gewoon een aantal of veel toegevingen, maar een aanvaarding dat de dictaten van de trojka, uitgewerkt in de memoranda, gedwee zullen worden gevolgd door de nieuwe regering. We spreken dan over meer privatiseringen, besparingen in openbare diensten en sociale zekerheid. Het zijn exact diezelfde recepten die Griekenland in een sociaal drama hebben gestort.
Steeds opnieuw hetzelfde doen, maar toch een ander resultaat verwachten. Volgens Albert Einstein is het de definitie van waanzin. Door veel commentatoren wordt de Europese politiek van de voorbije crisisjaren als waanzinnig omschreven. “Mijn voorkeur zou uitgaan naar de volledige stopzetting van deze gefaalde politiek van de voorbije vijf jaar,” (1) schrijft econoom Münchau in de Financial Times. Zijn de Europese leiders waanzinnig of vertegenwoordigen ze eerder een waanzinnig systeem? In het eerste geval bestaat de oplossing uit het verkiezen van niet-waanzinnigen, in het andere, op het eerste gezicht moeilijker geval, moet een strategie worden ontwikkeld om het kapitalisme naar de vuilnisbelt van de geschiedenis te verwijzen.
Syriza aan de macht als resultaat van strijd
Deze regering en zijn praktijk komen niet uit de hemel vallen. Ze is het resultaat van de diepste crisis die een West-Europees land heeft gekend sinds de jaren ‘30 en een heroïsch verzet van de bevolking tegen de dramatische besparingsprogramma’s opgelegd door de politieke en economische elite van het land en de EU.
In eerste instantie hadden de Griekse werkenden en jongeren hun hoop gesteld in de meest linkse van de Europese sociaaldemocratische partijen, PASOK. Tussen 1981 en 2009 haalde deze massapartij telkens tussen de 38 en 48% van de stemmen, in 2009 nog 43,9%. Zes jaar later is dat nog slechts 4,7%. Toen PASOK opvallender dan ooit de kant koos van de 1% rijksten werd ze definitief afgestraft en afgevoerd. De politieke horizon werd afgezocht naar een alternatief. De reden waarom Syriza in het oog sprong, was haar resolute en consequente houding tegenover de besparingspolitiek. Ze vertaalde dit in de eenvoudige ideeën dat Griekenland politici nodig had die neen durfden te zeggen tegen de dictaten van de trojka en dat een linkse regering in staat zou zijn om de verzuchtingen van de gewone Grieken te vertegenwoordigen. Met die boodschap klom ze van 4,6% in 2009 naar 16,8% in mei 2012, naar 26,9% in juni 2012, 36,3% in januari 2015 en volgens de peilingen nu rond de 45%.
Dat deze regering voorlopig ook de steun krijgt van een pak Grieken die niet voor Syriza hebben gestemd, heeft ze te danken aan het feit dat ze er alles aan lijkt te doen om haar verkiezingsbeloftes na te komen. Hoe verschillend van alles wat de Grieken en wij gewoon waren.
En die beloftes waren niet min:
- Er zou gebroken worden met de graaicultuur. De ministers vliegen inderdaad economy class, verkochten het dure wagenpark en haalden de dranghekken weg voor het parlement als teken dat het parlement geen schrik dient te hebben van de bevolking en de bevolking geen reden heeft om zich te keren tegen het parlement.
- De grote symbolen van strijd werden beloond. Op het ministerie van Financiën werden 600 door de vorige regering afgedankte kuisvrouwen terug aangeworven onder het motto dat hun werk ondergewaardeerd werd, daartegenover werden een aantal ‘experts’ van het ministerie naar huis gestuurd.
- Na maandenlang volksverzet beloofde de nieuwe regering om de enorm vervuilende goudontginning door een Canadese multinational in Halkidiki stop te zetten.
- Mensen met een betalingsachterstand op hun hypotheek kunnen niet meer uit hun huis worden gezet en de elektriciteit mag niet meer worden afgesloten.
- De werknemers van publieke omroep ERT die jarenlang strijd voerden tegen de sluiting halen hun slag binnen. De ERT gaat opnieuw open en zal beheerd worden door de structuren die de werknemers de afgelopen jaren zelf hebben opgericht.
- Het minimumloon zal terug op 751 euro worden geplaatst nadat de vorige regeringen die hadden doen dalen tot 500 euro. Dit levert een directe loonsverhoging op voor 8% van de werknemers en een opwaartse druk voor de andere lonen.
- Kinderen van migranten krijgen vanaf nu de Griekse nationaliteit.
- Afgedankte ambtenaren werden beloofd hun job terug te krijgen.
Krachtmeting met de EU
Naarmate het einde van het vorige Memorandum op 28 februari in zicht kwam, werden de onderhandelingen tussen Griekenland en de EU op het scherp van de snee gevoerd.
De nieuwe minister van Financiën Varoufakis kon niet echt rekenen op bondgenoten tijdens de vergaderingen van de Europese ministers van Financiën. België, via N-VA minister Van Overtveldt, sloot zich aan bij de hardliners die met niet minder dan een Griekse overgave naar huis wilden. Duitsland, Finland, Nederland en Oostenrijk bevonden zich tevens in deze groep, alsook de Baltische staten, Slowakije en opvallend ook de andere landen uit de periferie, Portugal, Spanje, Ierland, … Die laatsten uitten zich zowaar nog heviger in hun verzet tegen een compromis met Griekenland. Mocht Griekenland een einde kunnen maken aan de dramatische besparingspolitiek, dan zou het de politieke leiders van deze landen helemaal in hun hemd zetten. Zij die gedwee de antisociale politiek uitvoerden, zouden zich niet meer kunnen verstoppen achter het adagio dat er nu eenmaal geen alternatief bestaat. Dit wilden ze met de hete adem van Podemos in Spanje en de Anti-Austerity Alliance in Ierland in de nek kost wat kost vermijden.
De vraag was in hoeverre het establishment Syriza tot toegevingen kon dwingen. Syriza had sinds de verkiezingen van 2012 al heel wat water bij de wijn gedaan, en dus was er reden om aan te nemen dat ze voor druk gevoelig waren en voor onderhandeling open stonden. De dreiging om de Griekse overheid en de banken droog te zetten, maar vooral ook het gebrek aan een plan B voor Syriza was voldoende om nu reeds heel wat toegevingen af te dwingen.
Griekenland kreeg wel vier maanden verlenging van haar steunprogramma. Maar in ruil beloofden ze o.a. “om maatregelen van voorbije regeringen niet terug te schroeven en geen unilaterale veranderingen door te voeren aan het beleid en de structuurhervormingen die een negatieve impact zouden hebben op de fiscale doelstellingen, het economisch herstel of de financiële stabiliteit, zo bepaald door de ‘instellingen’ [nieuwe naam voor de trojka, n.v.d.r.].”
Daarmee heeft Syriza wel tijd gekocht maar is ze met handen en voeten gebonden aan een akkoord dat haar verbiedt om ook maar een van de vele fundamentele verkiezingsbeloftes waar te maken. De trojka blijft alle macht in handen houden.
Botsen op de limieten van de Europese besparingspolitiek
De andere Europese landen willen Griekenland binnen het keurslijf van de besparingspolitiek houden. Maar dat beleid staat hard onder druk. Het zorgt immers voor een langdurige periode van heel lage groeicijfers die op hun beurt nog meer besparingen noodzakelijk maken. En het is opvallend hoe de grootste verdedigers van het kapitalisme de politieke en economische leiders waarschuwen voor de gevolgen van hun politiek. In The Economist waarschuwen ze Merkel dat als ze “verder alle pogingen tegengaat die kunnen leiden tot het kickstarten van de economie en het bannen van de deflatie, ze Europa veroordeelt tot een verloren decennium dat nog slopender zal zijn als dat van Japan in de jaren 1990.” The Economist vreest dat dit tot “nog een grotere populistische reactie zal leiden in heel Europa. Dit zou het voortbestaan van de euro kunnen bedreigen en Duitsland zou hiervan de grootste verliezer zijn.”
Ook op het recente World Economic Forum in Davos werd in termen gesproken van ‘het kapitalisme redden van de kapitalisten’. Minister Varoufakis behoort tot deze categorie van economen die eerst en vooral de groei van het kapitalisme willen redden van de desastreuze neoliberale recepten. Een van zijn collega-economen, die voor de radicaal pro-kapitalistische Financial Times schrijft, gaf raad aan Varoufakis: “Mijn advies aan Yanis Varoufakis zou zijn om de geërgerde blikken en gesluierde bedreigingen te negeren en vol te houden. Hij is lid van de eerste regering in de eurozone met een democratisch mandaat om op te staan tegen een volstrekt disfunctioneel regime dat heeft bewezen economisch niet te deugen en politiek onhoudbaar te zijn. Wanneer de eurozone wil overleven binnen het huidige stelsel, dan moet dit regime gaan.”
De huidige politieke leiding van de EU legt deze raad naast zich neer. Ze houdt vast aan de logica dat een competitief Europees kapitalisme komaf moet kunnen maken met de zekerheden uit het verleden: een stabiele job aan een degelijk inkomen, sociale zekerheid en openbare diensten. Om te kunnen concurreren in deze geglobaliseerde kapitalistische wereld, zo gaat de redenering, moet in Europa de winstvoet omhoog en dus moeten de lonen omlaag. Om nog minder belastingen te vragen aan de ‘ondernemers’ moet de staat verder worden afgebouwd en de staatsschuld worden weggewerkt. De EU en de muntunie bieden voor de Europese kapitalisten het ideale instrument om via de interne concurrentie binnen de EU een neerwaartse spiraal te creëren.
Het is niet uitgesloten dat de EU onder druk van massabewegingen verplicht zal worden om het geweer van schouder te veranderen. Het succes van de beweging in Griekenland en de inspiratie die dit internationaal teweegbrengt, kan dit proces enorm versnellen. Maar wat dan? Dan worden de regels voor het begrotingstekort losser, kan er terug geïnvesteerd worden vanuit de overheid en worden de neoliberale hervormingen vertraagd doorgevoerd. Dit zal het menselijk leed een beetje verlichten, maar het biedt geen fundamentele oplossing. De impulsen die de economie ontvangt door een minder snelle daling van de koopkracht en als gevolg van de overheidsinvesteringen zullen teniet worden gedaan door een daling van de investeringen door de kapitalisten, omdat de winstgevendheid voor hen niet verbetert. Op kapitalistische basis is er geen uitweg uit deze crisis.
Probeert Syriza water met vuur te verzoenen?
In de onderhandelingen met de Eurogroep leek Varoufakis kinderlijk naïef te geloven dat zijn argumenten het zouden halen. Daardoor was de Syriza-leiding niet voorbereid op het scenario dat de EU-leiding het been tot het einde stijf zou houden. Er was geen plan B en ook de bevolking werd niet voorbereid op een plan B.
Syriza heeft in de verkiezingscampagne terecht niet gepleit om uit de eurozone te stappen. Voor een grote meerderheid van de Grieken was dit tot voor kort ook geen optie. Deze meerderheid voelde als het ware spontaan aan dat op kapitalistische basis de muntunie verlaten geen enkele stap vooruit zou betekenen, integendeel. Het Europese establishment weet ook dat de Syriza-leiding geen ander scenario voor ogen heeft dan binnen de muntunie te blijven. Daarom is ze extra onderhevig aan de enorme druk en chantage die op haar wordt uitgeoefend.
De ambities van deze regering, het vervullen van de behoeften van de bevolking, niet de banken, zijn volledig tegenovergesteld aan de spelregels en ambities van de eurozone. Daarom moet de Syriza-leiding haar basis en de Grieken voorbereiden op het scenario dat het vasthouden aan hun principes meer dan waarschijnlijk zal leiden tot een Grexit.
Binnen of buiten de EU, er zal in Griekenland geen groei komen zolang de wetten van de vrije markt en het kapitalisme gelden. Op kapitalistische basis kunnen groei en investeringen enkel plaatsvinden wanneer het voldoende winsten oplevert voor de 1%, wat onverzoenbaar is met het programma van Syriza en de noden van de 99%.
De regering kan best de bevolking voorbereiden op een serieuze confrontatie door een strategie aan te bieden die kans maakt op een overwinning. Ja, we zullen onderhandelen en de grenzen aftasten van wat we binnen de huidige verhoudingen in de EU kunnen afdwingen. We zullen ondertussen de beweging en de zelforganisatie in Griekenland en internationaal verder uitbouwen. Maar op elke dreiging om ons droog te zetten, reageren we met een offensieve tegenzet. Als reactie op de kapitaalvlucht van de 1% installeren we kapitaalcontrole. Als we dan toch zovele jaren hebben betaald voor onze financiële sector, dan kunnen we ze maar beter direct volledig in publieke handen en onder werknemerscontrole plaatsen. Zo kunnen we zonder chantage een eigen publiek investeringsprogramma financieren. Op de dreiging van de 1% om fabrieken te verhuizen of investeringen te staken en daarmee een nog groter sociaal kerkhof te creëren, reageren we met inbeslagname. De sleutelsectoren van de economie moeten beheerd worden met de doelstelling om welvaart en jobs te creëren voor de gewone bevolking, niet voor de winstmaximalisatie van een kleine minderheid. Zo’n offensief programma, op de juiste momenten vertaald in directe slogans en voorstellen, kan de meerderheid van de Grieken overtuigen om een socialistische weg in te slaan en zo de weg voor te bereiden voor een Europa van de solidariteit.
[divider]
Wiens schuld?
Een recent edito in de Financial Times suggereerde dat de hoge overheidsschuld van Griekenland een quasislavenstaat maakt. “Om haar schulden te kunnen terugbetalen zou Griekenland als een quasi-slaveneconomie moeten fungeren, jarenlang een primair overschot op de begroting realiseren van 5% van het BBP, enkel maar ten voordele van hun buitenlandse schuldeisers.”
De Griekse staatsschuld hangt inderdaad als een molensteen rond de nek van de gewone Griekse bevolking. De gewone Grieken dragen hier geen verantwoordelijkheid voor. De schuld is in grote mate het gevolg van het internationale financiële casinokapitalisme in een van de meest lucratieve locaties, Griekenland. Buitenlandse banken raapten jarenlang dikke speculatieve winsten in Griekenland en verwezen de latere schulden door naar de gewone Grieken. Een ander deel van de schuld is het gevolg van een cliëntelisme dat door zowel de politieke als economische elite werd geïnstalleerd ter verrijking van zichzelf. De beruchte Olympische Spelen van 2004 hebben, dankzij de lucratieve contracten/verspilling voor bevriende ondernemers, uiteindelijk het honderdvoudige gekost (11,5 miljard euro) van het bedrag waarmee de Spelen werden verkocht aan de bevolking (123 miljoen euro).
Van het geld van de trojka is slechts 11% gebruikt om de magere staatsfinanciën te ondersteunen. De humanitaire crisis had nochtans de sociale noden enorm doen toenemen. Tegelijkertijd betaalden de 0,1% rijksten, de oligarchen, zo goed als geen belastingen. De rest van het geld van de trojka ging volledig naar de gokschulden van de haaien uit de internationale financiële sector.
De eis van de kwijtschelding van de schuld moet dan ook gekoppeld worden aan de eis dat de echte verantwoordelijken opdraaien voor de kosten van hun braspartij. Via inbeslagname van speculatieve winsten, vermogensbelastingen en het in publieke handen nemen van de financiële sector kan de samenleving zich herstellen van de aangerichte schade. Zo’n eisen zijn noodzakelijk als antwoord op de verdeel-en heerspropaganda die op volle toeren draaien, als zouden wij gewone Belgen mee moeten opdraaien voor de schulden van de gewone Grieken. Als antwoord organiseren wij internationale solidariteit met hun strijd. Want een overwinning in Griekenland versterkt ons in de strijd tegen onze besparingsregeringen.
[divider]
Noten
- Wolfgang Münchau, FT, 15 februari 2015, Athens must stand firm against the eurozone’s failed policies
- The Economist; 31 januari 2015; Go ahead, Angela, make my day
- Wolfgang Münchau; FT; 15 februari 2015; Athens must stand firm against the eurozone’s failed policies
- Financial Times; 26 januari 2015; Syriza’s electoral win is a chance to strike a deal
[box type=”info” ]Socialisme 2015 – 28 maart.
Xekinima, de zusterorganisatie van LSP, voert actief campagne om ervoor te zorgen dat Syriza het been stijf houdt en niet toegeeft aan de chantage van de EU. Op Socialisme 2015 zal Nikos Kannelis, gemeenteraadslid verkozen op een Syriza lijst, duiding geven bij de ontwikkelingen in Griekeland en de houding van de linkse socialisten.
- Programma
- Facebook evenement
[/box]
-
Griekse betogingen: ‘Geen enkele stap achteruit’!
Gisteren waren er verschillende solidariteitsacties met het Griekse verzet tegen de besparingen. Ook in Brussel was er een actie, komende zondag volgen er nieuwe solidariteitsacties. Gisteren werd ook in Griekenland betoogd tegen de chantage van de trojka. Onze Griekse kameraden van Xekinima waren prominent aanwezig op de acties. Hieronder enkele foto’s uit Thessaloniki. Daar waren er meer dan 10.000 betogers. De delegatie van Xekinima had onder meer een centrale spandoek met als slogan: “Geen enkele stap achteruit! Verwerp de schulden, nationaliseer de banken, voor controle door de gemeenschap en de arbeiders.”
Komende zondag wordt in Brussel betoogd aan de Beurs en dit om 12u.
-
Griekenland. Waarom het niet tot een akkoord tussen Syriza en KKE kwam
Artikel van de website van Xekinima, geschreven op 26 januari.
Na de verkiezingen vormde Syriza een coalitieregering met de Onafhankelijke Grieken, een afsplitsing van de conservatieve Nieuwe Democratie en dus een partij die uitdrukkelijk pro-kapitalistisch is en doordrongen van de marktlogica. Samenwerking met een dergelijke partij is gevaarlijk.Syriza vormde deze coalitie nadat het contact opnam met de KKE, de Griekse Communistische Partij, met het oog op de vorming van een linkse coalitieregering. De KKE weigerde elke vorm van samenwerking met Syriza, zelfs de optie om van buiten de regering het vertrouwen te geven werd verworpen. Deze opstelling om elke samenwerking of zelfs een vertrouwensstem te weigeren, werd meermaals in de verkiezingscampagne herhaald door de KKE-leiding. Binnen Syriza wordt gezegd dat Tsipras op de avond van de verkiezingen telefoneerde naar de algemeen secretaris van de KKE, Koutsoumbas, maar dat die zelfs weigerde om Tsipras te ontmoeten.
Van waar deze weigering van KKE?
De KKE rechtvaardigt de weigering op basis van “ideologische en politieke meningsverschillen.”Maar wat weerhield de KKE ervan om “ja” te zeggen aan samenwerking “onder bepaalde voorwaarden”? Wat weerhield de partij ervan om een aantal minimumvoorwaarden op te stellen als voorwaarde voor samenwerking of een vertrouwensstem in het parlement? Het had de mogelijkheid geboden om een reeks maatregelen in het belang van de werkende bevolking en tegen de macht van het grote kapitaal voor te stellen.
De KKE had van buiten de regering een vertrouwensstem kunnen geven en aankondigen dat het de regering zou gedogen zo lang deze een beleid in het belang van de werkenden voert. Op deze manier had ze een vertrouwensstem kunnen geven zonder de eigen ideologische, politieke en organisatorische onafhankelijkheid te moeten opgeven. De leiding van Syriza zou dan bovendien geen ‘rechtvaardiging’ hebben om naar de rechtse populistische Onafhankelijke Grieken te kijken voor een meerderheid. Het zou de KKE in staat stellen om banden te smeden met de linkse basis van Syriza en de miljoenen werkenden die voor Syriza stemden om een einde te maken aan de barbarij van de trojka.
Trotse KKE
De KKE-leiding verklaarde na de verkiezingen dat ze “trots” zijn dat ze hun krachten behouden hebben en licht vooruit gingen in vergelijking met de verkiezingen van juni 2012. Daarbij moet opgemerkt worden dat de steun voor de KKE nog steeds 3% lager is dan bij de verkiezingen van mei 2012 en nog slechts de helft bedraagt van de steun in 1981 (ongeveer 11%).Is het mogelijk dat een “communistische partij” die zichzelf als revolutionaire partij omschrijft om tijdens de diepste economische crisis en tijdens een enorme sociale ramp in de samenleving, zegt ‘blij’ te zijn met 5,4%? Een revolutionaire/communistische partij met een significante basis onder de arbeidersklasse, zoals de KKE, zou in dergelijke omstandigheden een enorme ontwikkeling moeten kennen, net zoals de Bolsjewieken dit kenden in 1917. Maar in plaats van na te gaan waar ze fouten maakten, feliciteren de KKE-leiders elkaar.
Wat betekent ‘samenwerking’?
De KKE had Syriza een voorstel kunnen doen van een minimaal maar duidelijk arbeidersprogramma als voorwaarde voor samenwerking of een vertrouwensstem. De voorstellen van de KKE hadden onder meer volgende elementen kunnen omvatten: een verhoging van het minimumloon en de pensioenen, een intrekking van de deregulering van de arbeidsverhoudingen, massale investeringen in onderwijs en gezondheidszorg, een stopzetting van de privatiseringen en een hernationalisering van alle geprivatiseerde openbare diensten, arbeiderscontrole en –beheer van de banksector, … Een aantal van deze maatregelen worden nu overigens doorgevoerd door de regering van Syriza.
Naast dit ‘minimumakkoord’ had KKE openlijk en vrij alle meningsverschillen met Syriza kunnen naar voor brengen, onder meer over de positie van Syriza om binnen de eurozone te blijven of het feit dat Syriza geen volledige schuldkwijtschelding maar slechts een gedeeltelijke wil.Wie zou voordeel behalen uit een dergelijke opstelling? Als de Syriza-leiding dit aanbod van de KKE had geweigerd, dan zou dit een probleem vormen binnen Syriza en zou de impact van de KKE op de basis van Syriza enorm groot zijn. Als de leiding van Syriza wel had ingestemd met dit akkoord, dan zou de KKE zich kunnen versterken op basis van een bredere steun onder de bevolking. Een regering met een linkser beleid zou immers de arbeidersklasse enorme voordelen opleveren. De meeste arbeiders zouden de linkse maatregelen zien als het resultaat van de druk van de KKE.
De KKE-leiding beschrijft zich als voorstanders van de revolutie in Griekenland, maar de essentie van een ‘revolutionair beleid’ is de mogelijkheid om de massa’s te overtuigen van een revolutionair socialistisch beleid, niet om zichzelf in een sectaire cocon te isoleren van de massa’s onder het mom van ideologische ‘zuiverheid’.
Instabiele regering met Onafhankelijke Grieken
De leiding van Syriza heeft het ‘slim’ gespeeld en riep de KKE op tot samenwerking. Toen die partij weigerde werd de samenwerking met de Onafhankelijke Grieken aangekondigd. Veel Grieken zagen dit als de enige optie voor Syriza. Maar de KKE-leiding heeft wel een belangrijke bijdrage geleverd om tot deze coalitie te komen.Ondanks deze elementen moet het onder de basis van Syriza en onder de arbeiders in het algemeen duidelijk zijn dat de regering instabiel zal zijn. Aanvankelijk zullen de Onafhankelijke Grieken wellicht instemmen met een aantal populaire maatregelen en directe hulp – de regering voert al een reeks hervormingen door die verwelkomd worden door de werkende bevolking – maar er zullen onvermijdelijk vroeg of laat grote meningsverschillen opduiken, al was het maar rond het karakter van de kapitalistische economie en de belangen van de rijke elite. Voorstellen om de rijken extra te belasten, de winsten van de grote bedrijven te laten bijdragen of rond nationaliseringen onder arbeiderscontrole, zullen controversieel zijn.
Dit zijn geen abstracte of academische kwesties. Zonder dergelijke maatregelen zal de economie geen herstel kennen in het voordeel van de meerderheid van de bevolking. Zonder economisch herstel kan de crisis niet overkomen worden en zal er onvermijdelijk nieuwe sociale en politieke onrust zijn. Dit zal ook weerspiegeld worden in de nieuwe coalitieregering en het kan tot een politieke crisis in de regering leiden.
Voorbereiding op de komende crisis
Dat is waarom de basis van Syriza zich moet voorbereiden op de komende crisis met de Onafhankelijke Grieken. Er is maar een manier om dat te doen. Er is nood aan strijd binnen Syriza en van de linkerzijde en werkenden erbuiten om Syriza een stoutmoedig programma te laten uitvoeren dat de belangen van de werkende bevolking en de middenlagen dient. Het betekent in essentie een socialistisch programma, iets waar de leiding van Syriza niet tot bereid is, tenzij het ertoe wordt gedwongen door de druk van de linkse basis en de van de samenleving.Of en wanneer de Onafhankelijke Grieken een regeringsmaatregel weigeren goed te keuren omdat het tegen de belangen van de heersende klasse ingaat, dan moet Syriza bereid zijn om een mandaat van de bevolking te vragen in vervroegde verkiezingen. De Griekse massa’s zullen begrijpen dat de Onafhankelijke Grieken een obstakel zijn in het uitvoeren van een beleid in hun belang. Syriza kan de eigen electorale steun verder uitbreiden en een meerderheidsregering vormen waarbij een consistente breuk met het besparingsbeleid wordt gemaakt. Zal de leiding van Syriza daartoe bereid zijn? De basis ongetwijfeld wel, maar aan de top heerst meer onduidelijkheid.
-
Griekenland. Geen samenwerking tussen linkse partijen, Syriza in coalitie met Onafhankelijke Grieken
Na de Griekse verkiezingen en de regeringsvorming spraken we met Andros Payiatsos van Xekinima, de Griekse zusterorganisatie van LSP. Een interview door Niall Mulholland van het CWI.
Wat is het belang van dit verkiezingsresultaat?“Het verkiezingsresultaat is van historisch belang. Het wijst op de ineenstorting van de oude krachten die het politieke toneel decennialang domineerden. Er is ook de opmars van de nieuwe linkse kracht Syriza, in 2010 goed voor 4 tot 5% en nu de grootste partij met 36,5% en dit op basis van een links programma.
“Deze linkse vooruitgang was er ondanks de massale angstcampagne van de heersende klasse in Griekenland die dreigde dat een overwinning van Syriza tot de ineenstorting van het land en een exit uit de euro zou leiden. Dit had geen effect, of toch slechts beperkt. De massa’s stemden nog steeds voor Syriza, zeker in de arbeidersbuurten in de grote steden waar Syriza dicht bij een absolute meerderheid kwam.
“De oude sociaaldemocratische partij Pasok is herleid tot amper 5%. Dat is ongeveer een derde van het resultaat dat in 1974 bij de eerste verkiezingsdeelname werd behaald. Pasok moet de neofascisten van Gouden Dageraad laten voorgaan. Bovendien was er nog een afsplitsing met Papandreou, de voormalige premier van Pasok, die een nieuwe partij in het leven riep in een poging om niet verder in de neergang van Pasok meegesleurd te worden. Deze nieuwe partij, de Beweging voor Democratisch Socialisme, haalde 2,5% en bleef dus onder de kiesdrempel van 3%.
“Griekenland kende sinds het begin van de economische crisis een krimp van 27% van het BBP. Dat is economisch gezien meer dan onder de bezetting door de nazi’s in de Tweede Wereldoorlog. Er is een massale armoede, officiële schattingen stellen dat 6,3 van de 11 miljoen mensen op of onder de armoedegrens van amper 450 euro per maand leven. De werkloosheidsgraad bedraagt 26-27%, onder jongeren is dat 55%. Zowat 100.000 jongeren hebben het land verlaten. Er zijn elementen van een sociale ineenstorting en massale verarming van de samenleving. Het is onder deze omstandigheden dat een regering van Syriza oplossingen moet vinden.”
Syriza kondigde meteen aan dat het een coalitie zou vormen met de Onafhankelijke Grieken. Waarom kwam er geen coalitie met de communistische partij KKE?
“Syriza vroeg de KKE om een regering van linkse partijen te vormen. KKE weigerde dit, de partij heeft een sectaire opstelling van isolement waarbij de verschillen op ideologisch en politiek vlak worden ingeroepen om te verklaren dat samenwerking niet mogelijk is. Dat is een algemene opstelling van de partij en niet enkel nu met betrekking tot Syriza en de regering.
“De KKE stelde dat ze zelfs geen vertrouwen zou geven aan een minderheidsregering van Syriza. De KKE beweert erg trots te zijn omdat ze met 1% vooruitging in vergelijking met juni 2012, dat is een stijging met ongeveer 50.000 stemmen. Het is een belachelijk argument. Nu haalt de partij 5,5% tegenover 4,5% in 2012. Maar in 1981 was de KKE nog goed voor 11%. We kennen de meest rampzalige crisis in de Griekse samenleving sinds decennia en de KKE klopt zich op de borst omdat ze 5,5% haalt. Dat is een schande!
“Het liet de leiding van Syriza toe om een coalitie te vormen met de Onafhankelijke Grieken. Een deel van de leiding van Syriza, het rechtsere deel, was altijd al voorstander van een coalitie met de Onafhankelijke Grieken ook al werd dit niet openlijk gezegd. Ze wilden deze coalitie als alibi om geen socialistisch beleid te moeten voeren zoals dit door de basis en door de werkende bevolking wordt geëist.
“De Onafhankelijke Grieken ontstonden in 2012 als een populistische afsplitsing van de conservatieve Nieuwe Democratie. Dat was toen Samaras (de vorige premier) een bocht van 180 graden maakte en zijn eerdere verzet tegen het memorandum overboord gooide om een nieuw akkoord met de trojka te sluiten en een hard besparingsbeleid te voeren. De Onafhankelijke Grieken zijn rechts. Ze hebben geen banden met de arbeidersklasse of de linkerzijde. Ze zijn voorstander van de markt en van het kapitalistische systeem. Ze zijn niet voor een exit uit de EU of de eurozone, maar wel tegen het memorandum en het besparingsbeleid. De partij staat voor een mild nationalisme dat ze zelf omschrijven als patriottisme. Ze gaan op zich niet in tegen de EU en de eurozone, maar ze zijn daar wel toe bereid indien het tot een confrontatie met de trojka komt.
“Deze kracht zal geen duurzame partner zijn voor Syriza. Het maakt dat de nieuwe regering van bij het begin instabiel zal zijn omdat ze zich baseert op krachten uit tegenovergestelde kampen.”
Internationaal was er heel wat enthousiasme voor de overwinning van Syriza. Is dat in Griekenland ook het geval?
“De opmars van Syriza wordt internationaal op enthousiasme onthaald en lijkt een dynamiek te geven aan de linkerzijde en sociale bewegingen om in het offensief te gaan. Het potentieel daarvoor is ook effectief aanwezig.
“In Griekenland ligt dit wat anders. De beste manier om de huidige situatie te omschrijven, is dat veel werkenden en jongeren een zucht van verluchting slaken zonder dat er grote feesten zijn. Syriza heeft teveel water in de wijn gedaan, wordt gezegd. Zeker in de recente periode was dit het geval. Het programma werd afgezwakt en wordt stilaan erg vaag.
“Veel werkenden denken dat het niet zo erg kan zijn als voorheen. Er was een algemeen gevoel dat de barbaarse aanvallen van de regering en de trojka moesten stoppen en dus werd massaal op Syriza gestemd. Er is echter ook twijfel over wat er nu zal komen. Dit bleek onder meer uit het feit dat er op het feest op de verkiezingsavond maar ongeveer 5.000 mensen op straat kwamen in Athene, dat is minder dan de helft van het ledenaantal van Syriza in de hoofdstad. Er is een afwachtende houding over wat de overwinning van Syriza zal betekenen, maar tegelijk is er vreugde omdat PASOK en Nieuwe Democratie werden afgestraft.”
Gouden Dageraad slaagde erin om stand te houden ondanks de vervolging door de overheid en de gevangenneming van een aantal partijleiders. Wat is het gevaar van een nieuwe opbouw van Gouden Dageraad in de komende periode?
“Waakzaamheid is geboden. De grote linkse partijen onderschatten doorgaans het gevaar van de neofascisten. Gouden Dageraad heeft aangetoond dat het een redelijk grote vaste kern van kiezers heeft van enkele honderdduizenden. En dat voor een openlijke neonazipartij waarvan geweten is dat leden tot moorden overgaan. Ondanks die elementen haalde de partij een gelijkaardig resultaat als in 2012. Het betekent dat het gevaar van neofascisme opnieuw op de voorgrond zal treden, zeker indien de regering de gewekte hoop niet inlost. Links moet daarop voorbereid zijn.”
In de verkiezingscampagne had Xekinima geen kandidaten. Het was niet mogelijk om tot een akkoord met Syriza te komen, maar toch voerde Xekinima campagne. Hoe verliep dit?
“We hadden een erg goede campagne, zeker als je weet dat er maar 11 campagnedagen waren. De verkiezingen werden erg plots aangekondigd door de uittredende regering en Syriza had net als de andere partijen meer dan twee weken nodig om over de kandidatenlijsten te beslissen. De leiding van Syriza was niet akkoord met de kandidaten die wij voorstelden voor lokale lijsten van Syriza, omdat ze wist dat we verkozenen zouden halen en de leiding wilde niet dat deze verkozenen een linkse oppositie zouden vormen binnen en buiten Syriza.
“Maar Xekinima voerde wel campagne, ondanks de weigering van Syriza om onze kandidaten op de lijsten te plaatsen. De leden van Xekinima begrepen goed dat een overwinning van Syriza belangrijk was voor de samenleving en de arbeidersklasse. We verdeelden elke dag zowat 9.000 pamfletten en verkochten bijna 250 kranten per dag. Het bracht ons in contact met heel wat mensen. Nu zullen we open afdelingsvergaderingen houden in verschillende buurten. Tijdens de verkiezingscampagne was het moeilijk om dergelijke meetings te houden.”
Wat zal er nu gebeuren met de onderhandelingen tussen de nieuwe Griekse regering en de trojka en de Duitse regering in het bijzonder? Er wordt gesteld dat Merkel wel eens een harde positie zou innemen en dat dit ondanks de bedoelingen van Tsipras kan leiden tot een Grieks bankroet. Maar anderzijds wordt ook gesteld dat de druk om de eurozone intact te houden de trojka en Merkel ertoe kan aanzetten om de Griekse schulden opnieuw te onderhandelen en de schuld niet kwijt te schelden maar te betaling ervan te spreiden.
“Dit is een cruciale kwestie. Het is duidelijk dat beide kampen willen onderhandelen en tot een compromis komen. De leiding van Syriza wil zeker een compromis. Merkel lijkt bereid te zijn tot een vorm van compromis. Anders zou het immers tot een kettingreactie kunnen leiden waarbij de eurozone in een diepe crisis terecht komt. Maar het is nog maar de vraag of ze tot een compromis kunnen komen.
“Ik veronderstel dat Merkel op bepaalde zaken bereid is om toe te geven. Zo is er wellicht bereidheid om de betaling van de schulden over een langere periode te spreiden, waardoor de druk op de begroting de komende jaren wat verlicht zou worden.
“Maar anderzijds zal Syriza moeten toegeven op de beloften die ze aan de Griekse werkende bevolking heeft gedaan. Die beloften omvatten onder meer een verhoging van het minimumloon tot het niveau van voor de crisis, sociale uitkeringen voor de armste lagen die nu niet in staat zijn om te overleven met onder meer voedsel en elektriciteit voor wie er geen toegang tot heeft. Er werd aangekondigd dat de arbeidsverhoudingen opnieuw zouden gewijzigd worden na de volledige deregulering. Syriza wil een einde maken aan de slavenverhoudingen die steeds vaker voorkomen in de private sector, waar het niet uitzonderlijk is om tot 12 uur per dag te werken en dit gedurende zeven dagen per week zonder dat er overloon wordt betaald. Ook moet een einde gemaakt worden aan de goudmijnen in Halkidiki in het noorden van Griekenland, wat onder meer belangrijk is voor het milieu. Syriza moet het ontslagen personeel van de overheidszender ERT opnieuw aanwerven. En zo zijn er nog heel wat elementen.
“Syriza moet minstens een poging doen om deze zaken te realiseren, het gaat immers om basiseisen van de kiezers en de basis van de partij. Indien Syriza dit niet realiseert van bij het begin van de regeerperiode, dan zal het tot een crisis binnen Syriza leiden. Syriza zal gedwongen worden om deze maatregelen uit te voeren.
“Maar terwijl deze eisen absoluut noodzakelijk zijn als antwoord op de humanitaire crisis in Griekenland, gaan ze regelrecht in tegen het beleid van de trojka de afgelopen vier jaar. De vraag is dan ook hoe de Duitse heersende klasse een compromis kan sluiten met de Griekse regering. Het valt te betwijfelen of zo’n akkoord er komt. Het is dan ook niet zeker wat de krachtsverhoudingen zullen zijn na de onderhandelingen tussen Griekenland en de trojka, de kwestie van het bankroet zal terug op de agenda komen.
“Wij zeggen dat indien Griekenland failliet gaat en buiten de eurozone belandt, de linkse regering onmiddellijk moet overgaan tot een controle op het kapitaal en het krediet en tot een overheidsmonopolie op buitenlandse handel als onderdeel van een breder programma met de nationalisatie van de banken en de sleutelsectoren van de economie, arbeiderscontrole en -beheer, een geplande economie, … als antwoord op de crisis, om de levensvoorwaarden van de werkende bevolking te vrijwaren en om tot fundamentele socialistische verandering te komen.”
Welke rol zal Xekinima in de komende periode spelen?
“De leiding van Syriza zal de Onafhankelijke Grieken als alibi gebruiken om niet over te gaan tot de nodige linkse en socialistische maatregelen. We moeten blijven eisen dat een beleid in het belang van de werkende bevolking wordt gevoerd. Als dit tot een regeringscrisis en vervroegde verkiezingen leidt, dan is dat maar zo.
“De belangrijkste rol die wij kunnen spelen, samen met andere linkse krachten binnen en buiten het ‘Initiatief van de 1000’, is om op te komen voor een socialistisch alternatief en dit samen te doen met linkse krachten binnen en buiten Syriza. Er zijn sterke bewegingen van onderuit nodig. Een belangrijk effect van deze regering op de samenleving is dat het wat ademruimte biedt aan de werkende bevolking en de sociale bewegingen waardoor er een offensief kan volgen. Dit betekent dat de werkenden zullen mobiliseren om terug te eisen wat ze de afgelopen jaren verloren.
“In deze situatie kan een regering van Syriza naar links geduwd worden en kan ze overgaan tot maatregelen die verder gaan dan wat de leiding van de partij vandaag voor ogen heeft.
“Voor ons komt het erop aan om de onafhankelijke acties van de arbeidersbeweging van onderuit te ondersteunen en te versterken. Dit zal het karakter van de strijd in de komende periode bepalen. De enige uitweg uit de crisis is de toepassing van een socialistisch beleid en een socialistisch programma. Gelijk welke regering die dit niet doet, zal in crisis eindigen.
“We roepen Syriza bijvoorbeeld op om de schulden te verwerpen, een leefbaar minimumloon en minimumpensioen in te voeren, te investeren in gezondheidszorg en onderwijs, … Een socialistisch programma houdt ook in dat de grote bedrijven in publieke handen worden genomen en dit onder democratische arbeiderscontrole en -beheer zodat de belangen van de meerderheid van de bevolking centraal zouden staan.
“Het wereldwijde enthousiasme na de overwinning van Syriza wijst erop dat de Griekse arbeidersklasse over miljoenen bondgenoten beschikt in Europa en de international arbeidersklasse. Een socialistisch programma van een linkse regering zou een enorm gehoor vinden doorheen Europa en zou een inspiratie zijn. Het zou de kwestie van een socialistische confederatie in Europa op vrije en gelijkwaardige basis stellen.”