Tag: Saoedi-Arabië

  • Terwijl Trump zoete broodjes bakt met Saoedisch regime, wordt bevolking van Awamiya repressief vervolgd

    Inbreuken op mensenrechten geen probleem voor wapendeal

    et Amerikaanse wapentuig wordt door Saeodi-Arabië onder meer ingezet om de eigen sjiiitische bevolking in het oosten van het land te bombarderen

    Terwijl Trump in aanwezigheid van de Saoedische toplui enthousiast meedeed met een zwaarddans in de hoofdstad Rijad, waren Saoedische troepen betrokken bij de belegering van het stadje Awamiya in het oosten van het land. Dat gebied wordt al langer gebombardeerd door Saoedische troepen. De onrust in Awamiya is niet nieuw, de situatie is er al langer gespannen. Bij recente confrontaties vielen 15 gewonden, waaronder een soldaat. Honderden mensen moesten vluchten. Bij het geweld kwam een tweejarige jongen en een Pakistaanse burger om het leven.

    Artikel door Andleeb Haider (Antwerpen)

    Alle checkpoints om Awamiya binnen te raken, werden afgesloten. Wie er toch door probeert te geraken, riskeert neergeschoten te worden. Het lijkt erop dat er een oorlog aan de gang is en de bevolking vreest voedseltekorten. Sinds 10 mei wordt de provincie belegerd. Onschuldige burgers zijn daar het slachtoffer van. De inwoners van Awamiya kennen nu al een tekort aan drinkbaar water en hebben enkel elektriciteit van particuliere generators.

    Waarom is het zo onrustig in Awamiya? Volgens de regering waren arbeiders die renovatiewerken uitvoerden in de wijk Almasuora het slachtoffer van terroristisch geweld. Terroristen schoten willekeurig op voetgangers en veiligheidspersoneel op de werf.

    De bevolking van Awamiya bestaat vooral uit sjiieten: zij zijn met ongeveer 25.000. De prominente sjiitische predikant Al Nimr komt uit Awamiya. Vorig jaar werd hij onthoofd door het Saoedische regime. Zijn enige misdaad bestond uit het aanklagen van de discriminatie van de sjiieten in het land. Hij werd onthoofd en toen zijn 17-jarige zoon daartegen protesteerde en gerechtigheid eiste, werd ook hij opgepakt. Hij kreeg de doodstraf en wacht nu in een cel om samen met drie andere tieners geëxecuteerd te worden. De veroordeelden vragen mensenrechtenorganisaties om zich uit te spreken over Awamiya, maar ze krijgen er amper reactie op.

    De VS, Groot-Brittannië en de VN blijven het Saoedische regime verdedigen en hebben het over een “uitzonderlijke vriendschap” die uiteraard vooral bepaald wordt door de oliedollars. De “beste vrienden” van het Saoedische koningshuis leveren hiermee wat rest van hun morele geloofwaardigheid in: ze blijven immers blind voor de inbreuken op de mensenrechten in het land. Honderden individuen worden opgepakt op vreedzame protestacties, ze worden beschuldigd van ‘ordeverstoring’ of zelfs van terrorisme. Wie opgepakt werd, moest vaak schriftelijk beloven om niet meer te protesteren en onderging een reisverbod. Anderen werden strafrechtelijk vervolgd. Volgens Amnesty International kregen de politiediensten en de rechters te horen dat ze “    alle nodige maatregelen” moeten nemen om het verzet de kop in te drukken. Ondanks de steun in woorden van het westen voor de zogenaamde Arabische Lente en de krokodillentranen voor de inbreuken op de mensenrechten in Syrië, blijven de opeenvolgende Amerikaanse, Britse en andere regeringen blind voor de brutale repressie tegen Saoedische actievoerders en voor het complete gebrek aan democratische rechten in dat land.

    De imperialistische machten hebben integendeel beroep gedaan op het Saoedische regime om opstanden in buurlanden zoals Bahrein neer te slaan en daar bevriende dictaturen en reactionaire islamistische groepen te steunen tegenover de democratische en sociale verzuchtingen van de massa’s. Dit is een hypocriete benadering vanuit een imperialistische agenda. De koningshuizen van Saoedi-Arabië en Bahrein zijn ook ‘beste vrienden.’ De vernietiging van Libië en Syrië vanuit deze dictatoriale belangen is vreselijk.

    België is overigens ook medeplichtig: er worden in Saoedi-Arabië wapens ingezet die in ons land geproduceerd zijn.

    Geschiedenis van repressie in oostelijke provincie

    De onrust, eigenlijk oorlog, in de door sjiieten bewoonde oostelijke provincie Al Qatif is niet nieuw. Er wordt al decennialang repressief tegen de bevolking opgetreden. Toen sjiitische betogers in november 1979 slogans tegen het koningshuis scandeerden en protesteerden tegen de Amerikaanse militaire vliegtuigen die in de regio landden, werd een uitgaansverbod in de hele regio afgekondigd en werd de provincie afgesloten met tanks. Er volgde een bloedige confrontatie tussen het leger en de sjiitische bevolking met duizenden arrestaties, honderden gewonden en 24 doden.

    Vandaag gaat de onderdrukking van de bevolking van Al Qatif gewoon door. Tijdens het bezoek van Donald Trump, zijn eerste buitenlandse bezoek als 45ste Amerikaanse president, bleef het Saoedische regime de inwoners van steden als Awamiyah en Musawara op dezelfde manier onderdrukken.

    De provincies Al-Hasa en Qatif werden in 1913 door het emiraat van Rijad van Ibn Said ingelijfd. De sjiieten in deze regio ondergingen sindsdien een brutale vorm van onderdrukking. In tegenstelling tot de rest van het land kent Al Qatif en een groot deel van de oostelijke provincie een sjiitische meerderheid. De Saoedische wetten en grondwet zijn opgemaakt onder invloed van het Hanbalisme, een extreme stroming binnen de islam. Sjiieten volgen het Asharisme, een stroming die erg open en flexibel is. Sjiieten mogen in Saoedi-Arabië hun religieuze rituelen niet openlijk beleven.

    De regio van Al Qatif is van cruciaal belang voor de Saoedische regering: hier bevindt zich immers het grootste deel van de oliereserves alsook de belangrijkste raffinaderij en de exportterminal van Ras Tanura bevindt zich dicht bij Qatif.

    De regio is dan wel goed voor een groot deel van de olievoorraden die het Saoedische bewind financieren, maar de lokale bevolking ondervindt daar geen voordelen van. De regio werd genegeerd door de centrale regering en amper ontwikkeld. Zo ligt de regio ver achter op het vlak van gezondheidszorg. Er werd steeds prioriteit gegeven aan de ontwikkeling van regio’s met een soennitische meerderheid. Het sjiitisch personeel van staatsoliebedrijf Aramco werd minder betaald dan de soennitische collega’s, wat leidde tot een groeiende afkeer tegen het regime onder deze arbeiders.

    De afgelopen decennia waren er verschillende oppositiegroepen van sjiieten, zowel linkse groepen als islamisten. Er waren honderden petities tegen de discriminatie van sjiieten, doorgaans met gelijklopende eisen: stop de sectaire discriminatie in de tewerkstelling door de overheid en in de belangrijkste publieke sectoren waaronder de ministeries, meer ontwikkeling van sjiitische regio’s, versterking van de sjiitische rechtspraak, stopzetting van de willekeurige arrestatie van sjiieten op religieuze of politieke basis. Sjiieten in Saoedi-Arabië eisen dat de regering hun identiteit respecteert en hen gelijk behandelt. Daar komt niets van in huis: ze worden bewust gebombardeerd, onder meer met Amerikaans wapentuig.

  • Actie tegen Belgische goedkeuring Saoedisch lidmaatschap VN-commissie over vrouwenrechten

    Afgelopen vrijdag was er een actie van het “Europees Observatorium voor Democratie en Vrede” (EODP). Er waren een 30-tal mensen op het Muntplein, waaronder heel wat militanten van LSP en de campagne ROSA. De actie was gericht tegen de recente Belgische stem voor het opnemen van Saoedi-Arabië in de Vrouwenrechtencommissie van de VN. Dit werd goedgekeurd door het kabinet van Didier Reynders (MR) en ook goedgepraat door tal van liberalen.

    Verslag door Brune

    Zoals Rachid van EODP opmerkte, getuigde deze beslissing van de enorme hypocrisie van de Belgische regering en vooral van de MR. Terwijl die liberalen steeds op moraliserende wijze uitpakken met de zogenaamde westerse waarden en normen, hebben ze er geen probleem mee om steun te geven aan een regime dat de vrouwenrechten compleet met de voeten treedt. De Belgische vertegenwoordigers bij de VN stemden op 22 april voor Saoedisch lidmaatschap van de VN Vrouwenrechtencommissie. Nochtans hebben vrouwen in dat land niet het recht om een auto te besturen. Ze mogen geen bankrekening openen en mogen niet alleen met een man die geen familielid is in een ruimte verblijven. Saoedi-Arabië staat volgens het Wereldeconomisch Forum op de 141ste van de 144 landen op de lijst van gendergelijkheid. Waarom kwam er van Reynders en co dan steun voor Saoedisch lidmaatschap van die commissie? Uiteraard heeft dat alles te maken met de goede economische en diplomatieke verhoudingen met Saoedi-Arabië. Zo hoopt België in de VN Veiligheidsraad te raken met Saoedische steun.

    Tijdens de actie waren er verschillende sprekers. Zo wees Emily van de campagne ROSA op het belang van strijd voor vrouwenrechten, zowel in Saoedi-Arabië als hier. Ze had het onder meer over de recente aanvallen van Trump op het recht op abortus en de centra van familiale planning in de VS. Emily riep op om deel te nemen aan de betoging van 24 mei tegen de komst van Trump naar Brussel. In die betoging zal ROSA een blok vormen om duidelijk te maken dat er nood is aan een strijdbaar en eengemaakt feminisme dat ingaat tegen rechtse populisten als Trump en co. Hier in België is dat overigens ook belangrijk, we zullen de verdediging van vrouwenrechten toch niet overlaten aan politici die vooral uitblinken in verdeeldheid en aanvallen op de armsten en de gewone werkenden?

    Afspraak op 24 mei om 17u aan Brussel Noord om te betogen tegen Trump.

  • Oliedollars zijn superieur aan liberale moraal

    Saoedische conferentie over “vrouwenrechten’ in 2012. Zoek de vrouw op de foto…

    De afgelopen dagen kwam Open VLD-voorzitster Gwendolyn Rutten naar buiten met enkele opmerkelijke stellingen. Ze zei dat ‘onze manier van leven’ superieur is. Dit werd gecombineerd met een retoriek die hard leek op de uithalen van coalitiepartners N-VA en CD&V naar migranten en moslims in het bijzonder. Als mensen met een migratie-achtergrond het in ons land moeilijker hebben op vlak van onderwijs, tewerkstelling, … dan in de buurlanden, hebben ze dat aan zichzelf en hun ‘waarden’ te danken. Zo luidt het klassieke rechtse verwijt. Het asociale beleid van de regering wordt ondergesneeuwd onder een laagje moralistische verdeeldheid.

    Voor een groot deel van de bevolking is het leven in België effectief beter dan in bijvoorbeeld Syrië of Irak. Maar waaraan ligt dat? Uiteraard heeft het veel te maken met de oorlogspolitiek die volgde op decennia van koloniale en neokoloniale plundering van volledige continenten waardoor het leven in landen als Irak en Syrië tot een hel is omgevormd. Rutten lijkt eraan voorbij te gaan dat de materiële omstandigheden het denken bepalen en niet omgekeerd. Over hoe die materiële omstandigheden tot stand kwamen, stelt ze zich al helemaal geen vragen.

    Volgens Rutten kan de ‘superioriteit’ van de ‘westerse, liberale samenleving’ nog versterkt worden door onder meer de vakbonden af te bouwen en meer flexibiliteit op de werkvloer mogelijk te maken. In naam van de “nieuwe vrijheid” wil Rutten de werkgevers dus meer vrijheid geven om hun personeel lagere lonen te betalen en meer flexibiliteit op te leggen. Wil ze het aantal burn-outs nog verder opdrijven? Rutten speelt in op het neoliberale dogma dat vakbonden “ouderwets” zijn en een “rem op vooruitgang.” Vooruitgang zoals in steeds grotere ongelijkheid met amper 8 mensen die even rijk zijn als de armste helft van de wereldbevolking. Het IMF stelde recent vast dat het aandeel van arbeidsinkomen in het nationaal inkomen in de gevestigde industrielanden gedaald is van gemiddeld 55% midden jaren 1970 tot 51% vandaag.  Anders gezegd: de lonen volgen de productiviteitsstijgingen niet en dit leidt tot meer ongelijkheid. In landen waar de vakbonden sterker achteruitgingen, is dit proces meer uitgesproken. Als de ongelijkheid in ons land beperkter is dan in heel wat andere, heeft dat veel te maken met de sterke positie van onze vakbonden (een positie waar de vakbondsleiding soms schrik van lijkt te hebben). De voorstellen van Rutten lezen als een pleidooi voor meer ongelijkheid, terwijl dit vandaag al leidt tot heel wat sociale problemen en een bijhorende afkeer van de gevestigde politici.

    De woorden van Rutten over ‘superioriteit’ worden vooral onderbouwd met morele argumenten. Die kregen een forse deuk nu blijkt dat de liberale verantwoordelijken voor Buitenlandse Zaken – zowel Reynders als De Croo – de Belgische steun aan Saoedisch lidmaatschap voor de VN-Commissie voor Vrouwenrechten goedpraten.

    Dat lidmaatschap is opmerkelijk: in Saoedi-Arabië mogen vrouwen niet met de auto rijden en mogen ze zelfs niet buitenkomen zonder begeleiding door hun man of een ander mannelijk familielid. Pas in 2015 konden vrouwen voor het eerst stemmen in de gemeenteraadsverkiezingen. In Saoedi-Arabië wordt de doodstraf actief toegepast met onthoofdingen zoals die ook door ISIS worden toegepast. In 2016 was er ophef over een Sri Lankese huishoudster – ‘huisslaaf’ is wellicht een betere omschrijving voor deze superflexibele job tegen lage loonkost – die  tot de dood met steniging veroordeeld werd wegens overspel. Een verkrachte vrouw werd veroordeeld tot 200 stokslagen omdat ze ‘gelegenheid gaf’ tot de verkrachting toen ze met een niet-verwante man buitenshuis ging. Volgens de Global Gender Gap van het Wereldeconomisch Forum staat Saoedi-Arabië 134ste op 145 landen in een lijst van gendergelijkheid.

    Toch stemde België voor het opnemen van Saoedi-Arabië in de VN-Commissie voor Vrouwenrechten. Uiteraard zou geen kat eraan denken om pakweg Marc Dutroux aan te stellen in een werkgroep over pedofilie of Vangheluwe in een commissie over misbruik in de kerk. De opname van de Saoedi’s in de VN-Commissie doet nochtans daaraan denken: een regime dat vrouwenrechten zo hard met de voeten treedt en waartegen activisten al zo lang campagne voeren, krijgt een rode loper uitgerold. De enige reden die hiervoor kan bedacht worden, moet bij de oliedollars gezocht worden.

    Reynders zelf zegt dat “dialoog” belangrijk is, “hoe klein de kans ook is dat het iets oplevert.” Alexander De Croo stelde: “Ik spreek liever met mensen die een andere mening hebben, dan hen de rug toe te keren en zeker te zijn dat er niets zal verbeteren voor de vrouwen daar.” Tegenover aartsconservatieve regimes die vrouwenrechten bestrijden, stellen de liberalen zich welwillender op dan tegen migranten in eigen land. De oliedollars zijn duidelijk superieur aan de liberale moraal…

  • Wapenverkoop aan Saoedi-Arabië: kiezen tussen ethiek of jobs?

    De recente executie van 47 gevangenen in Saoedi-Arabië heeft geleid tot een discussie over de wapenverkoop aan dat land. Met de executies wilde het regime de bevolking duidelijk maken dat protest naar aanleiding van de besparingen door de dalende olieprijzen niet aanvaard wordt. Tegelijk toonden de soennitische Saoedische leiders hun ongenoegen tegenover de toenadering tussen de westerse bondgenoten en het sjiietische Iran, de regionale rivaal waarmee Saoedi-Arabië conflicten uitvecht in Jemen, Syrië en elders.

    Artikel door Boris

    Wapenwedloop en nieuwe markten

    Een samenscholingsverbod, vervolging van opposanten (in het bijzonder van de sjiietische minderheid), martelingen, excuties, … Het is moeilijk om te begrijpen waarom Saoedi-Arabië de voorzitter van de VN-Mensenrechtenraad mocht leveren. De medeplichtige zwijgzaamheid van westerse machten kan enkel uitgelegd worden door de enorme olievoorraden en de rol van Saoedi-Arabië als regionale bondgenoot. En natuurlijk zijn er ook de lucratieve handelsrelaties. Er zijn zowat 1.500 Belgische bedrijven die handel drijven met Saoedi-Arabië, de farmaceutische en chemische sector zijn goed voor een derde van de Belgische export naar dat land.

    Instabiliteit, oorlogen en sectaire conflicten in het Midden-Oosten geven aanleiding tot een wapenwedloop. De wapenhandelaars doen gouden zaken. Saoedi-Arabië kent de grootste toename van het budget voor defensie, nu is dit al goed voor bijna een derde van de publieke uitgaven. In 2014 was Saoedi-Arabië de belangrijkste wapenimporteur ter wereld, goed voor aankopen ter waarde van 6,4 miljard dollar. Amnesty International toonde aan dat de wapens van Islamitische Staat uit de VS, China, Rusland en Europa komen. Belgische wapens die eerder verkocht werden aan het regime van Khadaffi in Libië vielen in handen van de lokale afdeling van Al Qaeda. Belgische wapens die aan Qatar verkocht werden, kwamen in handen van Islamitische Staat.

    De vicevoorzitter van de Amerikaanse multinational Lockheed Martin, Bruce Tanner, verklaarde dat zijn bedrijf “indirecte winsten” haalt uit de oorlog in Syrië, onder meer door een toename van de verkoop van gevechtsvliegtuigen zoals de F22 en de F35. Volgens Tanner zijn dergelijke vliegtuigen nodig als antwoord op de Russische gevechtsvliegtuigen die al ingezet worden. De Belgische federale regering besloot vlak voor Kerstmis om tegen 2030 maar liefst 9,2 miljard euro in defensie te investeren, onder meer voor de aankoop van 34 gevechtsvliegtuigeen en twee fregatten.

    Werkgelegenheid versus ethiek?

    Het debat over de exportvergunningen voor het leveren van wapens aan Saoedi-Arabië wordt voorgesteld als een keuze tussen ethiek en economie, waaronder ook werkgelegenheid. Geert Bourgeois en de Vlaamse regering zagen een kans om zich ethisch voor te doen, de wapenexport vanuit Vlaanderen naar Saoedi-Arabië was in 2014 slechts goed voor 600.000 euro terwijl het in hetzelfde jaar om bijna 400 miljoen euro ging in Wallonië. Ook Canada is een belangrijke partner van België op het vlak van wapenhandel, zo was er een contract van 3,2 miljard euro tussen het Belgische bedrijf CMI Defence en het Canadese General Dynamics. Het contract loopt 15 jaar en CMI levert wapens voor op tanks die vervolgens verkocht worden… aan Saoedi-Arabië. Wat gebeurt er als die tanks uiteindelijk in Jemen terecht komen?

    De wapenexport wordt door PS, cdH en MR verdedigd met het argument dat er in Wallonië 10.000 directe en indirecte jobs in de sector zijn. De Franstalige metaalbond van het ABVV verzet zich tegen het idee van een Waals embargo zoals door Ecolo verdedigd wordt. De vakbond zegt de jobs bij FN-Herstal en de rest van de sector te verdedigen. Ook de PVDA blijft binnen de logica van de markteconomie steken, de partij verdedigt een embargo op voorwaarde dat de maatregel op Europees niveau wordt genomen en gepaard gaat met subsidies voor werkgelegenheid, zoals dit het geval was na het embargo tegen Rusland. Naïma Regueras van de vredesorganisatie CNAPD stelde dat ze geen vertrouwen heeft in de Waalse regering en ze roept de vakbonden op om samen met de vredesbeweging te werken aan pistes voor de reconversie van de Waalse wapenfabrieken.

    De productie in wapenfabrieken kan omgevormd worden tot sociaal nuttige productie. De aanwezige know-how kan immers ook voor andere doeleinden ingezet worden. Dit zou het mogelijk maken om elke job te behouden, maar tegelijk de wapenhandel te stoppen. De Waalse regering wil FN-Herstal privatiseren, wat een dergelijke reconversie onmogelijk zou maken. De volledige sector moet in publieke handen komen. Op deze basis kan er een democratisch reconversieplan opgemaakt worden door de arbeidersbeweging als onderdeel van een project van massale publieke investeringen in sectoren gericht op de sociale behoeften. In plaats van de chaos van de markt is er nood aan een rationele en democratische planning als onderdeel van de opbouw van een democratisch socialistische samenleving.

  • Midden-Oosten. De oude wereld is aan het sterven, de nieuwe wereld laat nog op zich wachten

    In Turkije en Saoedi-Arabië is 2016 begonnen met bloedige repressie en geweld. Dit leverde de rechtse regimes van beide landen slechts voorzichtige verontwaardiging in de westerse media en onder gevestigde politici op. Tegenover barbarij gelden blijkbaar twee maten en twee gewichten: barbarij door “bevriende” regimes wordt door de vingers gezien.

    Artikel door Nicolas Croes uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Repressie tegen de oppositie

    “Twee maten en twee gewichten” is ook de benadering van de Turkse president Erdogan rond terrorisme. Onder het voorwendsel van terrorisme werd overgegaan tot intensieve bombardementen op posities van Koerdische strijdkrachten in het noorden van Syrië, waar deze Koerdische strijders moedig verzet leverden tegen Islamitische Staat. Opmerkelijk genoeg werd Islamitische Staat gespaard bij de Turkse bombardementen.

    Daarna werd een avondklok opgelegd aan de Koerdische bevolking in verschillende plaatsen in het zuidoosten van Turkije. Er kwamen dagelijkse vernederingen, massale arrestaties en willekeurige moorden door de ordediensten. Die hadden het over maatregelen tegen “terroristen”, maar er was willekeurig geweld tegen mensen van alle leeftijden. Toen een twintigtal Turkse academici een internationale petitie tegen het bloedbad door het leger ondertekenden, werden ze eveneens opgepakt.

    In Saoedi-Arabië ging het regime over tot de executie van 47 gevangenen, die eveneens van “terrorisme” werden beschuldigd. Er zaten jihadisten tussen de 47, maar ook de sjiietische sjeik Nimr al-Nimr Baqr, een voortrekker van het politieke verzet tegen het rechtse Saoedische regime. Al-Nimr speelde onder meer een actieve rol in de massamobilisaties van 2011 in het kader van de golf van protest en revolutionaire opstanden in het Midden-Oosten en Noord-Afrika waarbij de dictators Ben Ali in Tunesië en Moebarak in Egypte ten val kwamen. De heersende kliek in Saoedi-Arabië heeft vorig jaar 151 mensen geëxecuteerd, doorgaans op dezelfde brutale wijze als executies door Islamitische Staat. Dit regime staat bekend voor de vervolging van alle dissidenten, zeker onder de sjiietische minderheid.

    In beide landen heeft dit toenemende geweld uiteraard te maken met een groeiende bezorgdheid als gevolg van de slechter wordende economische situatie en de mogelijkheid van bewegingen en protest tegen de nieuwe asociale maatregelen. Saoedi-Arabië is voor 90% van zijn inkomsten afhankelijk van olie. De ineenstorting van de olieprijzen leidt tot een snel groeiend overheidstekort. Het regime ging al over tot besparingen in de publieke uitgaven; zo werd geknipt in de subsidies voor basisgoederen en stegen de prijzen voor brandstof, elektriciteit en water.

    Regionale spanningen

    Deze elementen versterken de cocktail van instabiliteit die de regio al stevig in zijn greep houdt: oorlog in Syrië; chaos in Irak; interventies door Rusland en westerse machten tegen Islamitische Staat; crisis in Jemen; sectaire spanningen in Libanon; miljoenen vluchtelingen in Jordanië, Libanon en Turkije; dalende olieprijzen; …

    Onder de Saoedische leiders is er woede en paniek als gevolg van de toenadering tussen de westerse machten en de Iraanse dictatuur. Het sjiietische Iran is de belangrijkste regionale rivaal van Saoedi-Arabië. Na de recente executies werd de Saoedische ambassade in Teheran in brand gestoken en het Saoedische regime werd ervan beschuldigd dat het “opzettelijk” de Iraanse ambassade in de Jemenitische hoofdstad Sanaa had gebombardeerd. In Jemen voeren beide regionale rivalen een proxy-oorlog.

    Saoedi-Arabië zet een honderdtal gevechtsvliegtuigen in om de sjiieten in Jemen te bombarderen. Tegen Islamitische Staat in Irak worden slechts 15 vliegtuigen ingezet, wat evenveel is als Nederland en Denemarken samen. Iran en Saoedi-Arabië zijn verder betrokken in indirecte confrontaties in Bahrein en Libanon.

    Welk antwoord?

    Onder meer als gevolg van de verschillende imperialistische interventies de afgelopen decennia werd een oncontroleerbaar monster van Frankenstein gecreëerd in de regio. De autoriteit en actiemogelijkheden van de westerse machten zijn bovendien sterk afgenomen. De toekomst is meer dan ooit onzeker. Wat indien de chaos zich verder uitbreidt tot Turkije? Wat indien de bloedbaden onder de Koerden leiden tot een burgeroorlog? Wat zal er dan gebeuren met de miljoenen Syrische vluchtelingen die nu in Turkije verblijven?

    Vijf jaar geleden, in 2011, was er een golf van massaprotest en het begin van een proces van revolutie en contrarevolutie in de hele regio van het Midden-Oosten en Noord-Afrika. De val van de Tunesische dictatuur kreeg navolging met massabewegingen in andere landen. Maar nu zijn het de krachten van de contrarevolutie – zowel reactionaire regimes zoals die van Saoedi-Arabië en Turkije als groepen zoals Islamitische staat – die de overhand halen. De uitkomst van de strijd tussen barbarij en een nieuwe wereld staat nog niet vast.

    Turkije kende de afgelopen jaren verschillende grote protestbewegingen en stakingen. Het leidde onder meer tot een sterke score van de linkse pro-Koerdische HDP in de parlementsverkiezingen: deze partij haalde de ondemocratische kiesdrempel van 10%. In Iran zorgt de economische recessie voor een groeiend gevaar van nieuwe massamobilisaties zoals die van 2009. In Tunesië waren er in januari nieuwe mobilisaties na een jongerenrevolte in de stad Kasserine. In 2011 zagen we hoe revolutionaire gebeurtenissen niet aan landsgrenzen stoppen, maar snel een regionale en internationale impact kunnen krijgen.

    “De oude wereld ligt op sterven, de nieuwe wereld laat nog op zich wachten. En in deze schemerzone ontstaan monsters”, zei de Italiaanse revolutionair Gramsci over de jaren 1930. Een nieuwe golf van bewegingen in de regio op basis van strijd tussen sociale klassen is onvermijdelijk. Daarin moeten fouten uit vorige bewegingen vermeden worden. De werkenden en armen in de regio moeten hun eigen politieke en syndicale organisaties opzetten, los van de heersende klassen, om niet alleen tegen het imperialisme te strijden maar ook tegen de regionale heersende klieken. Dat zal de basis zijn waarop een einde kan gemaakt worden aan dit systeem van ellende, uitbuiting, terrorisme en oorlog.

  • Massa-executies in Saoedi-Arabië, regionale spanningen en sociale onrust

    De Amerikaanse president Obama op bezoek in Saoedi-Arabië bij zijn vriend koning Salman
    De Amerikaanse president Obama op bezoek in Saoedi-Arabië bij zijn vriend koning Salman

    De recente executie van 47 gevangenen door de Saoedische heersers werd algemeen veroordeeld als barbaars. De moorden versterkten ook de spanningen met de regionale rivaal van het olierijke land, met name met Iran.

    Door Simon Carter, uit weekblad ‘The Socialist’

    Het Iraanse regime heeft geprotesteerd tegen de moord op de sjiietische geestelijke Sheikh Nimr Baqr al-Nimr, een prominente politieke tegenstander van het soennitische Saoedische regime.

    De heersende kliek in Saoedi-Arabië heeft vorig jaar alleen 151 mensen geëxecuteerd, doorgaans voor niet-gewelddadige drugsdelicten. Nu werd gezegd dat de executies betrekking hadden op ‘terroristen’. Maar het repressieve gerechtelijke systeem in het land staat bekend voor de vervolging van al wie kritisch staat tegenover het regime, in het bijzonder onder de sjiietische minderheid.

    Iran staat eveneens bekend voor executies van politieke tegenstanders. Sinds de revolutie van 1979 gebeurde dit op regelmatige basis.

    De twee regionale machten kwamen al met elkaar in botsing, ze vechten proxy-oorlogen uit in Syrië en Jemen. Sinds de executies werd de Saoedische ambassade in Teheran, Iran, aangevallen. Teheran beschuldigt de Saoedi’s ook van een “doelbewust” bombardement op zijn ambassade in de Jemenitische hoofdstad Sanaa. De scherpere wrijvingen polariseren de heersende klassen in de hele regio.

    De feodale heersers van Saoed-Arabië hebben behoren bij de slechtsten van de klas als het op mensenrechten aankomt. Maar toch komt er amper enige kritiek op de executies. Elke veroordeling van de executies blijft wel erg voorzichtig. Zo stelde het Britse ministerie van buitenlandse zaken dat het “bezorgd” was. De staatssecretaris voegde eraan toe dat het weinig zin had om de executies te veroordelen aangezien dit de Saoedi’s toch niet op andere gedachten zou brengen.

    Vorig jaar trokken Cameron en tal van andere westerse ‘democratische’ leiders naar Saoedi-Arabië om er deel te nemen aan de begrafenis van de absolute monarch koning Abdullah. De wereldleiders kwamen er hun steun betuigen aan de troopvolger, prins Salman.

    Als westerse regeringen zo terughoudend zijn met hun kritiek op het Saoedische regime, heeft dit veel te maken met lucratieve wapencontracten en andere zakelijke banden, maar ook met de grote oliereserves in Saoedi-Arabië.

    Het Saoedische regime is ook belangrijk als regionale macht, wat van cruciaal belang is voor de geopolitieke belangen van de westerse regeringen in het Midden-Oosten. In oktober vorig jaar weigerde David Cameron in een uitzending van Channel 4 te antwoorden op vragen over het geheime akkoord tussen Groot-Brittannië en Saoedi-Arabië waardoor beide landen verkozen werden in de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties.

    Cameron gaf nadien toe dat de Britse regering “een band heeft met Saoedi-Arabië” waarbij “we belangrijke informatie van hen krijgen alsook veiligheidsinformatie.” De Britse premier gaf ook toe dat hij persoonlijk niet tussenkwam in de bekende zaak van de 17-jarige Ali Mohammad al-Nimr, de neef van Sheikh Nimr Baqr al-Nimr, die tijdens de protestacties van de ‘Arabische Lente’ drie jaar geleden werd opgepakt en nu met executie wordt bedreigd.

    Saoedi-Arabië is voor 90% van zijn inkomsten afhankelijk van olie. De scherpe daling van de olieprijzen leidt tot een groot begrotingstekort dat vorig jaar opliep tot 15% van het BBP, wat 100 miljard dollar uit de Saoedische reserves van 650 miljard dollar aan buitenlandse deviezen haalde.

    Het regime is overgegaan tot besparingen en prijsstijgingen voor brandstof, elektriciteit en water. De combinatie van besparingen op subsidies en hogere taksen zorgen ervoor dat het ongenoegen onder de bevolking toeneemt.

    Ongetwijfeld speelt de vrees voor een toenemende interne oppositie mee in de beslissing om tot massa-executies over te gaan en op die manier ‘terroristen’ uit te schakelen. De executies wijzen ook op woede onder de Saoedische leiders over de toenadering tussen het westen en Iran over het kernprogramma van dat land. Daarbij vergeten de Saoedische leiders overigens dat de aanhoudende steun vanuit het westen de Saoedische dynastie aan de macht heeft gehouden.

  • Saoedi-Arabië. Al minstens 19 onthoofdingen sinds begin augustus

    Members of Saudi al-Mujahdeen forces hold up the Saudi Arabia flag in ArafatOnthoofdingen zijn bijzonder barbaars. Als officieel erkende straf is deze methode enkel nog in Saoedi-Arabië van toepassing. De afgelopen weken werd de aandacht gevestigd op de onthoofdingen van door Islamitische Staat gevangen genomen journalisten in Syrië en Irak. Dit werd zelfs aangehaald als officiële reden voor een militaire interventie door het westen.

    Waar Cameron en Obama eerder geen groen licht kregen voor een militaire interventie in Syrië komen ze vandaag gemakkelijk weg met de operaties in Irak. De afkeer tegenover een barbaarse praktijk als onthoofdingen is bijzonder groot en leidt tot de roep om dit een halt toe te roepen. De oorlogszuchtige westerse regeringen grijpen de terechte woede aan om alsnog tot bombardementen over te gaan.

    De hypocrisie van het westerse imperialisme is evenwel groot. Over de onthoofdingen door de eigen bondgenoot Saoedi-Arabië wordt immers in alle talen gezwegen. Human Rights Watch klaagde eind augustus aan dat er in die maand al minstens 19 onthoofdingen hadden plaatsgevonden in Saoedi-Arabië. In acht gevallen ging het om veroordelingen wegens niet-gewelddadige feiten, zeven gevallen van drugs en een geval van hekserij. Doorheen 2013 werden 78 doodstraffen uitgevoerd, telkens door een publieke onthoofding.

    Het is duidelijk dat de bombardementen op Islamitische Staat geen einde zullen maken aan de horror waar de bevolking in Irak en andere landen in leeft. Islamitische Staat is een monster van Frankenstein dat enkel tot stand kon komen op de verwoestingen aangericht door het imperialisme en de lokale elite. Diegenen die het monster groot gebracht hebben, kunnen het hoogstens vervangen door een ander monster. Maar oplossingen bieden ze niet.

    Daar tegenover plaatsen wij de noodzaak van eengemaakte actie van de werkende bevolking en de armen, over religieuze grenzen heen. Onrealistisch? De revolutionaire golf van 2011 in het Midden-Oosten en Noord-Afrika bewees dat dit helemaal niet onmogelijk is. Meer nog, het isoleerde de strategie van massaterreur van Al Qaeda ten voordele van een strategie van massa-actie die veel efficiënter bleek en een einde maakte aan de dictaturen van Ben Ali (Tunesië) en Moebarak (Egypte). Een strategie die ook in Irak tot eengemaakte acties van soennieten en sjiieten leidde. Het niet doortrekken van deze revolutionaire golf tot zijn logische conclusies in de vorm van een breuk met het kapitalisme en de militaire interventies en inmengingen die in Libië en Syrië tot burgeroorlog leidden, brachten tijdelijk een einde aan deze revolutionaire golf. Het zal erop aankomen om daar terug aansluiting bij te vinden.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop