Tag: regering-Wilmès

  • Traditionele politiek: wie gelooft die mensen nog?

    De Covid-19 crisis leverde geen stabiele nieuwe regering op. De zwakke minderheidsregering onder Wilmès vroeg en kreeg volmachten, maar die waren in de tijd beperkt. Samen met de versoepeling van de coronamaatregelen kwam de politieke crisis terug op de voorgrond.

    De snuffelronde van Magnette (PS) en Rousseau (SP.a) leverde geen regering op, maar vestigde het idee van een minderheidsregering. Voor Magnette is de keuze duidelijk: een klassieke tripartite van sociaaldemocraten, liberalen en christendemocraten of nieuwe verkiezingen. Het idee van een minderheidsregering werd door Bouchez (MR), Coens (CD&V) en Lachaert (Open VLD) opgepikt in een poging om een minderheidsregering rond de voormalige Zweedse partners te vormen. De kansen op succes daarvan zijn beperkt. SP.a losweken van de PS kan misschien nog lukken: een vooruitgang met 1,7% in de peiling van juni volstond voor euforie rond het ‘Conner-effect’. Maar dan nog blijft het probleem dat de PS nodig is om een Franstalige meerderheid op de been te brengen, terwijl zowel N-VA als PS al meer dan een jaar stelselmatig zeggen dat ze niet met elkaar in een coalitie willen.

    Nieuwe verkiezingen zien de Vlaamse partijen niet zitten: ze krijgen bijna allemaal klappen terwijl het Vlaams Belang piekt in de peilingen. De partijen die de Vlaamse regering vormen, moesten in de peiling van juni al 10% prijsgeven tegenover de verkiezingen van mei 2019. Hiermee zou de Vlaamse regering haar meerderheid kwijtspelen. Dit ondermijnt het idee van een ‘Vlaams front’ rond de Vlaamse regering en het bevestigt dat de kiezers het geklungel rond Vlaamse bevoegdheden zoals de woonzorgcentra hebben opgemerkt. Het ondergraaft meteen ook het argument dat N-VA noodzakelijk is voor een Vlaamse meerderheid op federaal vlak. Door deze elementen wordt een minderheidsregering effectief een mogelijkheid. Dat een tripartite van de drie traditionele politieke families geen meerderheid oplevert, is een uitdrukking van de politieke instabiliteit en de zwakte van de traditionele partijen. Dit kan voor verrassingen zorgen en mogelijk uiteindelijk nieuwe verkiezingen op de agenda plaatsen.

    De uitdagingen voor de volgende regering zijn groot. Welk antwoord op de problemen in de zorgsector die door Covid-19 zijn blootgelegd? Hoe reageren op de golf van afdankingen? Wat met het begrotingstekort en de staatsschuld, zelfs indien de Europese normen in de praktijk losgelaten zijn? De dalende inkomsten en extra uitgaven zorgen voor een fors begrotingstekort en dan zijn er nog geen structurele middelen voor onder meer de zorgsector vrijgemaakt. Pierre Wunsch van de Nationale Bank waarschuwde dat het huidige tekort aanvaardbaar is, maar dat de volgende regering wel een plan moet hebben om dat tekort aan te pakken. Econoom Gert Peersman stelde dat er beter niet in zorg of armoedebestrijding wordt geïnvesteerd omdat dit terugkerende uitgaven zijn. Vincent Van Quickenborne (Open VLD) haalde uit naar het voorstel van SP.a om het federale zorgpersoneel een eenmalige horecacheque van 300 euro te geven: “De uitgavenregen blijft maar duren. Wij zouden daar perfect mee kunnen leven als dat budgettair was afgedekt.”

    In de huidige context komt ‘budgettair afdekken’ neer op harde besparingen. De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten becijferde bijvoorbeeld dat de steden en gemeenten 280 miljoen euro extra moeten besparen, hetgeen zal gebeuren door minder investeringen in infrastructuur en directe besparingen. Dezelfde discussie stelt zich op alle beleidsniveaus en maakt een regeringsvorming niet gemakkelijker.

    Een offensieve mobilisatie rond de eisen van het zorgpersoneel of een sterke campagne voor een hoger minimumloon van minstens 14 euro per uur of 2.300 euro per maand, zouden de positie van de arbeidersbeweging versterken. Overigens is het opvallend dat veel ‘helden van de coronacrisis’ vandaag een lager inkomen hebben! De PVDA die vooruitgaat in de peilingen, zeker in Wallonië maar gestaag ook in Vlaanderen, kan daar een belangrijke rol in spelen. Het is door strijd dat sociale verworvenheden bekomen zijn, het is door strijd dat we er nieuwe zullen afdwingen!

  • Traditionele politiekers van alle niveaus maken er een potje van

    Gezondheidscrisis maakt geen einde aan politieke crisis

    Sophie Wilmès. Foto: Wikimedia Commons

    Artikel door Stéphane Delcros uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    “In het Sint-Pieters ziekenhuis groeten ze premier Wilmès niet, maar zouden ze haar uiteraard verzorgen als dit nodig is. De federale regering daarentegen groet het zorgpersoneel, maar zorgt niet voor dat personeel.” Dit bericht ging rond op sociale media. Zowel de federale overheid als die van de gewesten en de gemeenschappen zijn schuldig aan nalatigheid tegenover de noden voor en tijdens de gezondheidscrisis. Geen enkel bestuursniveau nam de nodige maatregelen.

    Minister Marie-Christine Marghem reageerde op de ontvangst van het personeel van het Sint-Pieters ziekenhuis door het zorgpersoneel af te doen als “verwende kinderen.” Haar liberale partijvoorzitter Georges-Louis Bouchez, nochtans een provocateur bij uitstek, zag zich verplicht om Marghem publiekelijk op de vingers te tikken. Minister De Block besefte dat het beter was om haar provocatieve KB’s op te schorten. Sommigen begrijpen sneller dan anderen dat ze zich op glad ijs begeven en dat de huidige situatie explosief is.

    Niet de schuld van de institutionele complexiteit

    Toegegeven, de processen van regionalisering en communautarisering die sinds de jaren 1970 door opeenvolgende staatshervormingen zijn opgezet, helpen niet. De kakofonie van soms verschillende analyses en aankondigingen van verschillende machtsniveaus helpt niet om de problemen op te lossen. Een crisis als deze heeft een grootschalig collectief antwoord nodig. Dat kwam er niet, overigens ook niet in landen met een eenvoudiger staatsstructuur. Het probleem is niet zozeer op welk niveau het kapitalisme wordt beheerd, maar wel het kapitalisme zelf.

    Geen enkele bevoegde minister en geen enkele regering kwam met een moedig beleid dat aangepast was aan de inzet. Elk van hen heeft de hete aardappel doorgestuurd met het argument dat hij of zij niet over deze of gene bevoegdheid beschikte. Dat is niet verwonderlijk en het was zelfs een van de doelstellingen van de opeenvolgende staatshervormingen: onduidelijkheid creëren over wie nu juist verantwoordelijk is voor het asociaal beleid. Al deze niveaus hebben bevoegdheden waarmee ze iets hadden kunnen doen, zelfs indien het beperkt was.

    Er zijn uiteraard wel maatregelen genomen: financiële steun om bedrijven in moeilijkheden te helpen en om garanties te geven aan de banken. Daarvoor is er geen wachtlijst en gaat alles vlotjes. Maar hoe zit het ondertussen met de gratis mondmaskers voor iedereen? Waar blijven de tests voor iedereen? Waar blijven de maatregelen om de arbeidsduur collectief te verminderen zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen? Waarom kwam er geen uitkering aan 100% van het loon voor tijdelijk en economisch werklozen? Waarom kwam er geen verhoging van de lage lonen en pensioenen? Als het gaat om maatregelen die nodig zijn voor de gezondheid en de bescherming van de werkenden en hun gezinnen, dan kan er zo goed als niets. De maat is vol!

    Neoliberale dogma’s doorbreken

    Het gevoerde beleid is geen institutionele kwestie. Het probleem is niet of deze of gene partij op een bepaald machtsniveau in de regering zit of niet. Het probleem situeert zich bij de neoliberale dogma’s die aan de basis van de traditionele politiek liggen. Deze dogma’s bepalen hoe de samenleving wordt georganiseerd op basis van winstbejag, wat uiteindelijk slechts een zeer kleine minderheid van de bevolking ten goede komt.

    Alle gevestigde partijen nemen deel of hebben recent deel genomen aan één of andere regering, ze hebben dus allemaal hun aandeel in de verantwoordelijkheid voor het falende beleid. Door de volmachten voor de federale minderheidsregering te steunen, hebben de meeste oppositiepartijen opnieuw aangetoond dat ze niet bereid zijn om op te komen voor een ander soort beleid. Ze zitten allemaal vast in hun oude neoliberale receptenboeken.

    Het zijn niet de zorgwerkers of andere boze werkenden die ‘verwende kinderen’ zijn. Die term doet eerder denken aan de grote aandeelhouders die schaamteloos hun regels opleggen aan de regeringen. Er is echter een groot potentieel om daar verandering in te brengen.

    Het economisch beleid moet gericht zijn op de behoeften van de meerderheid van de bevolking. De middelen hiertoe bestaan, maar het vereist het doorbreken van de huidige politiek die de middelen afleidt naar overvolle bankrekeningen van een handvol superrijken. Er is een ander soort beleid nodig: een regering die de belangen van ons allen verdedigt, die zichzelf de middelen geeft om dat te doen en wiens acties door ons allen worden gecontroleerd. Degenen die de wereld doen draaien, moeten beslissen. Het is naar een dergelijk doel dat we de woede moeten kanaliseren. Een eerste stap daartoe is een grote mobilisatie naar de grote zorgbetoging na de zomer.

  • Keer het besparingsbeleid de rug toe!

    Foto: Collectif Krasnyi

    Het zorgpersoneel van het Brusselse Sint-Pietersziekenhuis voerde afgelopen weekend een opmerkelijke actie. Tijdens het bezoek van premier Wilmès aan het ziekenhuis vormden ze een protesthaag waarbij ze hun rug toonden aan Wilmès. De beelden hiervan gingen de wereld rond. Het zorgpersoneel voert al langer actie voor meer middelen, meer collega’s en betere arbeidsvoorwaarden. De bestaande tekorten zijn door de huidige gezondheidscrisis enkel nog scherper in de verf gezet.

    Minister De Block herleidde het protest tot de twee KB’s die ze de voorbije weken opstelde. Met die Koninklijke Besluiten wordt het statuut van het personeel ondermijnd en wordt de mogelijkheid van opeising van personeel ingevoerd. Rond het opeisen van productielijnen voor medische apparatuur en beschermingsmateriaal, bleef de regering bijzonder stil. Dat was niet mogelijk. Maar personeel uit de zorg opeisen? Dat is blijkbaar geen probleem. Het ongenoegen over die KB’s is terecht groot, maar dacht de minister nu echt dat het ongenoegen zich daartoe beperkt?

    De actiegroep ‘La Santé en Lutte’ (De Zorg in Actie) stelde een maand geleden reeds dat het hardwerkende zorgpersoneel eerst alle aandacht aan de zorg zal geven, maar dat nadien de rekening gepresenteerd wordt. De jarenlange besparingspolitiek heeft de sector heel veel pijn gedaan: het personeel heeft het moeilijk en moet steeds flexibeler werken, de kwaliteit van de zorg lijdt onder het gebrek aan middelen en tot wat de oprukkende commercialisering leidt zien we in de woonzorgcentra. De huidige crisis heeft al die problemen nog uitvergroot.

    De steun voor het gevoerde corona-beleid neemt snel af. Het is belangrijk dat de arbeidersbeweging daar richting aan geeft met collectief protest en offensieve eisen. Veiligheid op het werk en bescherming van onze gezondheid zijn zaken waar de arbeidersbeweging altijd voor is opgekomen. We mogen het ongenoegen niet overlaten aan rechtse politici en al zeker niet aan extreemrechtse haatzaaiers. Dan krijgen we immers nog meer van hetzelfde besparingsbeleid dat ons zo slecht voorbereid liet op deze pandemie.

    Het zorgpersoneel heeft veel krediet opgebouwd door met een enorme inzet de zorgcrisis aan te pakken. De solidariteit onder de bevolking is erg groot. Laten we die solidariteit verder activeren door samen meer publieke middelen te eisen voor een zorgsector onder democratische controle van het personeel en de gemeenschap. Een eerste afspraak is de grote zorgbetoging die na de zomer gepland is. Neem aan die betoging deel om samen met strijdbaar zorgpersoneel het besparingsbeleid de rug toe te keren en ons te organiseren in de strijd voor een beleid dat vertrekt van de noden van de bevolking.

  • Het probleem is niet zozeer het beleidsniveau, maar het gevoerde beleid

    Foto: Jean-Marie Versyp

    Dat N-VA op federaal vlak aan de zijlijn staat, leidt tot bitsige reacties van voorzitter De Wever. Zondag schopte hij wild om zich heen. De PS – waarmee hij naar eigen zeggen een federale coalitie wil vormen – loopt de PVDA politieke achterna en heeft, nog steeds volgens De Wever, het federale niveau opgegeven. Premier Wilmès heeft “niet de power en niet het charisma voor sterk leiderschap.” Om nog wat zout in de wonde te strooien: “Ook daar kan ze niets aan doen.” In een eerder artikel op deze site legden we uit dat de N-VA op federaal vlak mokkend vanop de zijlijn toekijkt. De Wever lijkt daar een natuurtalent voor te hebben.

    De centrale boodschap van De Wever was niet zozeer op de federale regeringsvorming gericht, zijn partij lijkt deelname aan zo’n regering te hebben opgegeven. De Wever voerde verkiezingscampagne, in de hoop dat de andere partijen er toch niet uit geraken en uiteindelijk nieuwe verkiezingen moeten uitschrijven die de Belgische constructie verder ondermijnen. Centraal in de retoriek van De Wever stond het concept van ‘Vlaamse veerkracht’. Dat wordt volgens de N-VA-voorzitter de slagzin van de komende jaren.

    Daarbij zet de N-VA sterk in op meer Vlaamse bevoegdheden. Het geklungel in de aanpak van de Covid-19-crisis schrijft De Wever toe aan de Belgische constructie. Het is effectief lachwekkend dat er vijf ministers van mondmaskers zijn, terwijl er in week 8 van de lockdown nog steeds geen mondmaskers voor iedereen beschikbaar zijn. Het wordt helemaal lachwekkend als één van die ministers van mondmaskers op de nationale televisie klungelt bij het aandoen van zo’n mondmasker: minister Geens had daar duidelijk nog geen enkele ervaring mee. Minister zijn van iets wat je niet kent, is wel meer de norm in dit land.

    Het naar elkaar doorschuiven van de verantwoordelijkheid maakt de problemen ongetwijfeld erger. Maar het belangrijkste probleem is dat er geen enkele stap gezet werd om van bij het begin van de quarantaine de productie in de textielsector om te vormen zodat snel en onder publieke controle voldoende maskers gemaakt werden. Een dergelijke benadering met opeising van productielijnen botst met de logica van de vrije markt, die voor de traditionele politiekers heilig is. Heiliger dan onze gezondheid.

    De Vlaamse veerkracht van de N-VA inzake de mondmaskers was overigens ook een klucht: met veel toeters en bellen trok N-VA-parlementslid Kathleen Depoorter naar de luchthaven van Luik om voor de ogen van alle camera’s toe te kijken hoe een lading mondmaskers, besteld door een bedrijfje van een partijlid, arriveerde. Toen nadien bleek dat de kwaliteit van die maskers niet voldeed, stond Depoorter wellicht nog in Luik of toch alleszins ergens ver weg van de camera’s. Het N-VA-partijlid mocht het zonder ondersteuning van een parlementslid uitleggen, zodat de link met de partij ook niet teveel meer gelegd zou worden. Neen, op solidariteit bij tegenslagen moet je in N-VA-kringen niet rekenen.

    De Wever wil meer Vlaamse bevoegdheden omdat de ‘veerkracht’ op dat niveau sterker zou zijn. Sta ons toe om dat te betwisten met één woord: woonzorgcentra. De aanpak van de pandemie in de woonzorgcentra is een regionale bevoegdheid. Heeft Vlaanderen op dat vlak meer veerkracht getoond? Laat staan meer efficiëntie? Nope. Ook zonder Waalse socialisten die zich moeien of een premier zonder charisma (tussen haakjes, iemand recent nog iets vernomen van het charisma van Vlaams minister-president Jambon?), wordt er een potje van gemaakt. Het grootste probleem bij de woonzorgcentra is de oprukkende commercialisering die er de afgelopen jaren toe geleid heeft dat multinationals de sector zijn gaan domineren met een verdienmodel dat neerkomt op ‘minimale zorg, maximale winst.’ Dit beleid heeft overal in Europa dodelijke gevolgen.

    De Wever hoopt voordeel te halen uit het geklungel van de federale minderheidsregering. Het grootste probleem daarbij is dat zijn eigen Vlaamse regering evenzeer klungelt. Dat ondermijnt reeds van bij het aantreden van die regering de federale oppositiestrategie van De Wever. De aanvallen op de sociale en culturele sector, het gebrek aan middelen voor welzijn, de aftakeling van de Vlaamse openbare diensten (zoals De Lijn), de tekorten in onderwijs, … situeren zich allemaal op het Vlaamse niveau. Eén van de laatste grote betogingen voor de lockdown, was de zorgbetoging waarmee de Witte Woede protesteerde tegen Beke.

    Welk beleidsniveau welke bevoegdheid heeft, is niet onbelangrijk. Maar veel belangrijker is de vraag welk beleid gevoerd wordt. Het besparingsbeleid van de afgelopen jaren heeft op alle niveaus geleid tot tekorten voor de gewone mensen. Dat wordt niet opgelost door te schuiven met bevoegdheden, maar wel door een radicale verandering van het beleid. Publieke investeringen in zorg en openbare diensten zijn daarin essentieel. De farmaceutische sector moet in publieke handen komen, zodat op basis van wereldwijde samenwerking en zonder winstoogmerk gezocht kan worden naar vaccins die vervolgens op planmatige wijze en onder democratische controle worden verspreid onder de volledige bevolking.

    De afgelopen weken werd duidelijk wie essentieel is om alles te doen draaien en wie niet. Het waren niet de ruziënde politici en evenmin de in hun luxe resorts teruggetrokken superrijken. Het waren de gewone werkenden. Zij hebben ondervonden dat het gevoerde beleid niet in hun belang is en dat de problemen wereldwijd dezelfde zijn: gebrek aan voorbereiding en planning, tekort aan middelen voor zorg, lage lonen en krappe huisvesting, … terwijl er wel degelijk enorme rijkdom aanwezig is. De oorzaak is duidelijk: het kapitalistisch systeem waarin winstbejag van enkelen alles bepaalt. De arbeidersbeweging is de kracht in de samenleving die een alternatief op dit systeem kan uitbouwen: een samenleving waarin we met de werkenden beslissen over de productie en distributie zodat onze belangen centraal staan en niet de winst. Dat is het socialistisch alternatief waarvoor wij wereldwijd strijden.

  • Onaanvaardbaar geklungel met mensenlevens

    Wittebroodsweken zaten er natuurlijk nooit echt in voor een regering die in een dergelijke crisis wordt opgezet. Niet dat de mainstream media niet hebben geprobeerd om Sophie Wilmès op te hemelen. Ze deden dit door de indruk te wekken dat het niet om een figuur gaat die daar enkel zit omdat de grotere goden van haar partij een veilige vluchtweg naar Europese instellingen verkozen boven de onzekerheid die rond de federale regeringsvorming lag. Maar na de bloemen volgen al snel en onvermijdelijk de bloempotten: deze regering wordt gekenmerkt door pijnlijk en onaanvaardbaar geklungel van begin tot eind!

    Edito door Anja Deschoemacker uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    In de rusthuizen bezwijkt het personeel onder de onhoudbare druk en er is nog steeds onvoldoende testcapaciteit om de onzekerheid en de angst in te dijken. Meer dan een maand sinds het begin van de epidemie werd eindelijk een reeks testen toegekend: 20.000 voor 200.000 rusthuisbewoners en dan is het personeel er nog niet bijgerekend! Evenmin is er voldoende beschermingsmateriaal om personeel en bewoners tegen besmetting te beschermen, laat staan bezoekers. Toch kondigde de regering doodleuk aan dat opnieuw bezoek zou toegelaten worden. De wereldvreemdheid spatte ervan af!

    Er volgde een pijnlijk schouwspel waaruit bleek dat ondanks het betrekken van alle regionale staatsstructuren in de besluitvorming – rusthuizen zijn een regionale bevoegdheid – geen enkele van die structuren het nodig vond vooraf met de sector te overleggen. Wouter Beke, de verantwoordelijke minister in de Vlaamse regering, kwam niet verder dan dat hij “niet begrepen had” dat het als een onmiddellijke maatregel zou worden aangekondigd. Uiteindelijk moest de regering de maatregel intrekken nog voor hij ingevoerd was.

    “Ceci n’est pas un gouvernement” – maar zal het er één worden?

    De volmachten zijn er om een regering te doen functioneren die allesbehalve een meerderheid heeft. Voor het gebruik van haar volmachten is de regering afhankelijk van de steun van de oppositiepartijen die het vertrouwen hebben gestemd en dan vooral van de sociaaldemocratische en groene partijen. Een stap te ver in de ogen van die oppositie kan op gelijk welk moment leiden tot een motie van wantrouwen die de regering ten val brengt. Het is de facto een Vivaldi-coalitie, waarop de CD&V geen neen kon zeggen zonder het land regeringloos te houden in de zwaarste crisis sinds de jaren 1930.

    De N-VA, de leidende partij in de Vlaamse regering, is veroordeeld tot het – mokkend – toekijken vanop de zijlijn. De Vlaamse rechtse pers kan het niet laten af en toe te laten vallen dat “ondanks de crisis de PS haar veto’s tegenover de N-VA niet heeft laten vallen.” Nochtans zou het duidelijk moeten zijn dat de houding van de N-VA niet verenigbaar is met het beheren van deze crisis in het belang van het kapitalistisch systeem zelf.

    Haar nauwelijks verholen ongeduld om de economie terug op volle toeren te laten draaien, zelfs als dat tot nog meer verlies van mensenlevens leidt, zou onvermijdelijk leiden tot een ongezien en massaal protest. Waar zowat alle traditionele burgerlijke partijen in Europa begrijpen dat een sociaal gezicht moet worden opgezet, blijft de N-VA volharden in een hard rechts discours. Zo pusht Vlaams onderwijsminister Ben Weyts onvermoeid (en met de hem kenmerkende arrogantie) voor de heropening van de scholen, zonder dat er een antwoord is op hoe dat op een veilige manier kan: hoe sociale afstand houden in te volle klassen, hoe propvol openbaar vervoer vermijden …?

    De burgerij heeft dringend een regering nodig die minstens de schijn kan ophouden dat “we allemaal in dezelfde boot zitten”, die de indruk kan wekken dat “de sterkste schouders de grootste bijdrage zullen dragen” zodat ze op iets langere termijn de kosten van de crisis toch kan afwentelen op de meerderheid van de bevolking, zonder dat dit leidt tot het type verzet van de arbeidersklasse dat in de jaren 1930 losbarstte. Dat is geen regering op het model van de N-VA, maar één dat de PS op het lijf geschreven is. Geen illusies: die regering met een sociaal gezicht zal hard bevochten moeten worden indien we de verpaupering van brede lagen van de bevolking willen tegengaan.

  • Gevaar: virus van volmachten

    In het kader van de Coronavirus-crisis en onder het voorwendsel van urgentie heeft het federale parlement onlangs speciale bevoegdheden toegekend aan de regering-Wilmès II. Tenzij men denkt dat de federale regering onder het magische effect van het Coronavirus geen politieke kleur meer heeft, betekent dit dat de meerderheid in het parlement (MR, Open VLD, CD&V, Cdh, PS, sp.a, Groen, Ecolo, Défi) volmachten geeft aan een rechtse regering. De regering-Wilmès II bevat dezelfde partijen als de regering-Michel II (Zweeds min de N-VA). Onder Michel I kregen we de verhoging van de pensioenleeftijd, besparingen op zorg, aankoop van nieuwe gevechtsvliegtuigen, …

    Artikel door Guy Van Sinoy

    Volmachten zijn niet nieuw: in de jaren 1980 deden werkenden uit de private en publieke sector een bittere ervaring op met rechtse regeringen die met volmachten bestuurden. Enkele lessen.

    De ervaring van de jaren 1980

    Van begin 1982 tot december 1987 maakten de rechtse regeringen-Martens van christendemocraten en liberalen uitgebreid gebruik van volmachten om harde aanvallen op sociale verworvenheden door te voeren. Van februari 1982 tot december 1982 vaardigde de regering-Martens VI een pakket van 200 decreten uit: verlaging van de bedrijfskosten, devaluatie van de Belgische frank met 8,5%, opschorting van de koppeling van de lonen aan de index, verlaging van de overheidsuitgaven en van de sociale zekerheid, een algemene verlaging van de loonmassa met 3%. Dit was wat de bazen wilden. Het was het programma dat het Verbond van Belgische Ondernemingen eind 1981 had opgemaakt.

    Natuurlijk passeerde dit niet zomaar. In september 1983 was er een wekenlange staking in de publieke sector (helaas zonder deelname van het ACV). In januari 1986 werd na tal van spontane stakingen een nationale ABVV-betoging in Brussel georganiseerd. Met meer dan 100.000 werd betoogd tegen de nieuwe besparingen van het Sint-Annaplan. Deze mobilisaties vonden plaats ondanks de actieve medewerking van ACV-voorzitter Jef Houthuys aan het regeringsbeleid. Die medewerking hield de vorming van een gemeenschappelijk vakbondsfront tegen. Het feit dat het protest toch uitbreiding kende, leidde tot de val van de regering-Martens VII, ook al werd die val officieel toegeschreven aan communautaire spanningen.

    De regering-Dehaene, met de sociaaldemocratie in plaats van de liberalen, deed geen beroep op volmachten om het Globaal Plan op te leggen. Er was eerst overleg met de vakbondstop om nadien het plan toch op te leggen.

    2020: terug naar de jaren tachtig?

    Het is natuurlijk niet omdat de regering volmachten heeft, dat ze deze ook kan toepassen op economisch en sociaal vlak. Eind maart weet niemand hoe lang de corona-crisis zal duren. We weten niet hoe lang de maatregelen van afsluiting in ons land zullen duren, maar ook niet wat de economische gevolgen van deze humanitaire crisis zullen zijn.

    Eén ding is echter zeker: de burgerij zal er alles aan doen om de werkenden te laten opdraaien voor deze crisis. Zullen de volmachten van de regering-Wilmès II daarvoor gebruikt worden? Het is niet omdat de regering het papieren recht daartoe heeft, dat dit ook zal passeren in de samenleving. Elke politieke partij heeft ook minstens een beetje maatschappelijke steun nodig…

    Op dat vlak staat de regering-Wilmès II er slechter voor dan Martens in de jaren 1980. Er is een brede externe steun in het parlement, maar de regering zelf bestaat uit partijen met een relatief zwakke electorale basis: MR, Open VLD en CD&V zijn samen goed voor slechts 38 van de 150 zetels. CD&V is vandaag slechts de derde partij in Vlaanderen en nog maar een schim van de CVP uit de jaren 1980. Over CdH (het vroegere PSC) zullen we maar zwijgen: peilingen zetten die partij in Brussel op minder dan 5%.

    Waakzaam zijn om strijd te organiseren

    De verhouding tussen CD&V en de arbeidersbeweging in Vlaanderen is evenmin wat deze in de jaren 1980 was. Jaren van actieve steun aan het harde besparingsbeleid van onder meer de regering-Michel hebben de banden tussen ACV en CD&V onder druk gezet. De hardnekkige verdediging van het besparingsbeleid van de Vlaamse regering-Jambon doet er ook geen goed aan.

    Maar de regering-Wilmès II zal proberen in te spelen op het uitzonderlijke en diepgaande karakter van de gezondheids-, economische en sociale crisis als gevolg van het coronavirus. De regering zal dit doen om de werkenden en hun gezinnen ervoor te laten opdraaien. Vakbondsleden van ABVV, ACV en ACLVB blijven best waakzaam om het verzet te organiseren zodra de regering in de aanval gaat.

  • Exitstrategie: laat de werkenden dit plannen!

    Zijn niet vertegenwoordigd in de groep van experts: vertegenwoordigers van zorgwerkers, supermarktpersoneel, afvalophalers, leerkrachten, industrie-arbeiders, … Kortom: diegenen die vandaag alles doen draaien!

     

    Waarom zijn de helden van de arbeidersbeweging niet vertegenwoordigd in de groep van experts aangeduid door de regering-Wilmès?  

    Premier Sophie Wilmès maakte de samenstelling van de ‘Groep Experts belast met de exit-strategie’ (GEES) bekend. Deze groep moet het einde van de quarantaine en de beperkende maatregelen voorbereiden. In navolging van de regering-Michel heeft Wilmès niet eens geprobeerd om een evenwichtige samenstelling te bekomen. Er is geen enkele vertegenwoordiger van de arbeidersbeweging opgenomen. De ‘heldenstatus’ voor de werkenden die ons door de crisis trekken, is blijkbaar van korte duur?

    Door Nicolas Croes

    Is wel opgenomen: de gouverneur van de Nationale Bank, Pierre Wunsch. Die verklaarde eerder meermaals dat de Belgen moeten blijven werken. “Ik weet dat dit tegenstrijdig is aan de boodschap om in je kot te blijven,” gaf hij toe, “maar we moeten een evenwicht vinden tussen deze gezondheidscrisis en onze economie.” Dat evenwicht bevindt zich volgens Wunsch dus elders dan wat medische experts verkondigen. Een andere expert in de groep is Johnny Thijs, sinds kort voorzitter van de raad van bestuur van Engie Electrabel. De postmensen, nog van die helden die aan de slag blijven in deze crisis, zullen zich Thijs nog herinneren als de man die het mes zette in de werkomstandigheden en het aantal collega’s. We weten ook waar de prioriteiten van Thijs liggen. Hij verliet het bestuur van Bpost toen de regering besliste om een loonplafond van 650.000 euro per jaar op te leggen aan managers van overheidsbedrijven. Voor Thijs was dat een zware aderlating: hij verdiende 1,1 miljoen euro per jaar!

    Afbouw van maatregelen niet overlaten aan diegenen die niet voorbereid waren op de pandemie

    In de GEES vinden we mensen die de dodelijke kapitalistische logica van het besparen op de uitgaven van de zorgsector perfect belichamen. Als we rekening houden met het aantal sterfgevallen per miljoen inwoners, dan komt België met 61 doden per miljoen inwoners op de derde plaats in de wereld, na Italië en Spanje. Werkenden onder deze omstandigheden verplichten om in niet-essentiële bedrijven te gaan werken, is misdadig.

    De regering zette zelf de toon op vrijdag 3 april door de sectoren die actief kunnen blijven uit te breiden. “De lijst van activiteiten waarvoor de regels van sociale afstand niet verplicht worden, is uitgebreid. Het doel is niet meer om in de noden van de bevolking te voorzien, maar om de heropstart van de economische activiteiten voor te bereiden. Ik hoop dat die heropstart er effectief komt, maar is het nu nog niet te vroeg? We mogen niet overhaast te werk gaan,” stelde Andrea Della Vecchia, een vertegenwoordiger van het ABVV in de chemische industrie. “Dit is geen ministerieel besluit, het is een patronaal besluit.” Het gemeenschappelijk vakbondsfront van de chemische industrie vroeg vorig week nog in een brief aan de premier om de activiteit in de sector te verminderen uit voorzorg voor de gezondheid van de werknemers. “We hebben advies, ideeën en waarschuwingen gegeven. Ze zijn allemaal genegeerd. Er is geen sociaal overleg meer,” vatte het ABVV samen.

    Collectieve intelligentie

    Toch schreef Le Soir dat de premier wedt op “collectieve intelligentie.” Dat Wilmès een gok waagt, is zeker. Ze gokt met onze gezondheid en ons leven als inzet. Het beheer van de pandemie door de autoriteiten was niet bepaald vooruitziend. De overheid werd telkens voorbijgestoken door initiatieven van onderuit, van werkenden die zelf maatregelen namen op hun werkplek of thuis. Het was pas toen werkenden zelf overgingen tot het stilleggen van productie dat er maatregelen werden afgekondigd.

    Wilmès verklaarde over de GEES nog: “Het ontbreekt ons land niet aan expertise, kennis en talent.” Dat klopt. De werkenden, die helden in de zorg en anders, doen de wereld draaien. Zij weten het best wat er moet gebeuren en zij zorgen ervoor dat de prioriteit bij de volksgezondheid ligt en niet bij de bedrijfswinsten. De regering doet er alles aan om de arbeidersbeweging zelfs de minste inspraak te ontzeggen. Het doel is duidelijk: naast de gezondheidscrisis is er de economische crisis. De traditionele partijen ondermijnen nu reeds ons protest tegen hun onvermijdelijke pogingen om ons te laten betalen voor de crisis.

    De arbeidersbeweging moet haar stem laten horen!

    Deze crisis heeft aangetoond dat er zonder het werk en de inzet van zorgwerkers, supermarktpersoneel, chauffeurs, afvalophalers, … niets werkt. Niemand weet beter hoe alles wordt geproduceerd dan de werkenden zelf. Zij zijn het die de afbouw van de quarantaine en de lockdown moeten plannen. Daartoe moeten anticrisiscomités opgezet worden rond de werknemersvertegenwoordigers en de Comités Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW). In eerste instantie moet de sluiting van niet-essentiële productie gepland worden.

    Natuurlijk moet de economische activiteit op een bepaald moment herstarten, maar onder welke voorwaarden, in wiens belang en hoe worden deze beslissingen genomen? Vertegenwoordigers van werknemers in belangrijke sectoren, van de verwerkende industrie tot het onderwijs, moeten in dit proces rechtstreeks inspraak krijgen en een veto kunnen uitspreken! Vakbonden, ABVV en ACV, doe wat wij van jullie verwachten: eis directe inspraak. Als het van de bazen en de gevestigde politici afhangt om sectoren terug op te starten, dan zal er geen rekening worden gehouden met de veiligheid van de werkenden. Als ze ons vragen om ons leven op het spel te zetten voor hun winst, dan moeten wij ons organiseren.

  • Corona-crisis heeft een (soort van) federale regering gebaard

    Sophie Wilmès. Foto: Wikimedia Commons

    We stelden na de verkiezingen dat een immense externe druk zou nodig zijn om tot een federale regering te komen: een no-deal Brexit, een aanzettende economische crisis aangewakkerd door de handelsoorlog tussen VS en China, … Uiteindelijk was een ernstige bedreiging van de volksgezondheid nodig om een regering te vormen, maar zelfs nu gaat het niet verder dan het geven van volmachten aan de reeds bestaande minderheidsregering van lopende zaken, die de steun krijgt van een grote parlementaire meerderheid, maar nog steeds geen meerderheid van de Vlaamse zetels.

    Door Anja Deschoemacker

    Terwijl de straten zo goed als leeg zijn, zelfs in de drukste plaatsen in de hoofdstad die normaal broeien van het leven, zal de regering-Wilmès deze namiddag het vertrouwen vragen in de Kamer. Naar alle verwachting zullen alle partijen behalve Vlaams Belang, N-VA en PVDA/PTB dat vertrouwen ook geven. Van N-VA wordt verwacht dat het enkel steun geeft aan de volmachten.

    Het is tot stand gekomen door een voorlopig laatste aflevering van puur Belgisch politiek theater. N-VA-voorzitter Bart De Wever – die op 8 maart nog stelde dat men geen drastische maatregelen mocht nemen omdat de economische gevolgen erger zouden zijn dan het coronavirus zelf en die als burgemeester weigerde de eerste, (te) zeer beperkte aanbevelingen van de federale regering uit te voeren – wierp zich voor het weekend ineens op als kandidaat eerste minister voor een noodregering.

    Zijn manoeuvre werd beantwoord door een samenbundeling van krachten rond PS en MR, gesteund door Open VLD en de groene partijen. De “noodregering” werd herleid tot een doorstart van de bestaande minderheidsregering – slechts 38 van de 150 zetels – met steun van de oppositie. Om dit vehikel enige slagkracht te geven, krijgt die minderheidsregering volmachten om te kunnen omgaan met de corona-crisis, maar ook met de economische gevolgen ervan. Ook de Waalse regering en de regering van de Franstalige Gemeenschap (de federatie Wallonië/Brussel) hebben zich al volmachten aangemeten, verwacht wordt dat ook de Brusselse, de Vlaamse en de Duitstalige Gemeenschapsregering in de komende weken op dat pad zullen volgen.

    Nationale eenheid is slechts een façade

    Daadkracht, nationale eenheid, … het zijn geen woorden die spontaan opkomen als men aan de Belgische regeringen denkt. Solidariteit en algemeen belang zijn dan weer woorden die men best wantrouwt als ze uitgesproken worden door politici van partijen die de laatste decennia er alles aan hebben gedaan om alle solidariteitsmechanismen af te bouwen die in het verleden door de strijd van de arbeidersbeweging werden afgedwongen. Als ze uitgesproken worden door die partijen die er voor hebben gezorgd dat de sociale zekerheid deze crisis moet aanvatten met een reeds historisch groot gat in het budget en met een gezondheidssector die kampt met enorme tekorten, vooral op het vlak van voldoende personeel.

    Ondanks de passage van het virus in China en later in Italië was de voorbereiding minimaal: niet voldoende testmateriaal, mondmaskers, … En zelfs niet voldoende middelen om het materiaal snel uit te breiden. Vandaag zijn we getuige van ziekenhuizen die oproepen tot publieke giften om meer beademingsmateriaal aan te kopen – hun gewone budgetten reiken immers niet ver genoeg om dat te doen! Tandartsen, kinesisten, brandweer/ambulanciers, huisartsen, thuisverplegers, … allemaal hebben ze moeite om voldoende materiaal te hebben om zichzelf en hun personeel voldoende te beschermen.

    Hoeveel communautaire spelletjes de N-VA en co ook spelen, die tekorten zijn er niet door een gebrek aan nationale eenheid op communautair vlak. De grote partijen aan beide zijden van de taalgrens hebben allemaal dezelfde neoliberale politiek gesteund die de openbare diensten en de sociale politiek uitkleedden om steeds meer middelen te verschuiven naar de aandeelhouders van de grote bedrijven. Ook de “linkse partijen” zoals N-VA ze consequent noemt  – de sociaaldemocratie en de groenen – zijn in hetzelfde bedje ziek, zelfs als zij dat daarvoor een andere retoriek aanhielden en dat feit eerder verborgen wilden houden.

    De façade waarvoor wij willen waarschuwen heeft niet zozeer met communautaire zaken te maken, maar met klassenverschillen. Buiten de PVDA/PTB zit er in het parlement geen enkele partij die bereid is de gezondheidscrisis niet te laten betalen door de grote meerderheid van de bevolking i.p.v. door de rijksten en de grote bedrijven die de economie leegzuigen om hun kapitaal te doen groeien.

    Inspanningen voor bedrijven – maar allerarmsten blijven in de kou staan

    De economische gevolgen van de coronacrisis zullen enorm zijn. Het land ligt meer en meer stil, reeds meer dan 400.000 werkenden komen terecht in tijdelijke werkloosheid en dat is slechts het begin. Na de horeca, waar veel van de 158.000 werknemers geen vaste contracten hebben en dus gewoon werkloos worden, worden alle handelszaken die geen voeding aanbieden stilgelegd. Een hele reeks industriële bedrijven stoppen noodgedwongen de productie door een combinatie van tekorten aan materiaal om mee te produceren en de druk van de werkenden voor bescherming die in de huidige productiemethodes niet geboden kan worden.

    Van daadkracht van de politieke overheden is feitelijk geen sprake: constant lopen ze achter op wat mensen zelf doen. Het stilleggen van bedrijven die niet kunnen voorzien in bescherming voor hun personeel wordt geïnitieerd vanuit vakbonden, in het beste geval vanuit vakbonden in overleg met directies. Decathlon, JBC, … hebben zelf beslist de deuren te sluiten, net als Bombardier, zonder op beslissingen van de overheden te wachten. In de supermarkten eisten de vakbonden beschermingsmaatregelen voor het personeel vooraleer de frank viel in regeringskringen. “De burger lijkt het ernstiger te nemen dan de politiek”, de titel van het edito van De Standaard op dinsdag 17 maart, is een understatement van jewelste!

    Maar waar de daadkracht van de politiek in ons land zeer beperkt, zelfs grotendeels onbestaand is om de nodige maatregelen te nemen om de verspreiding van het virus tegen te gaan, zal die daadkracht een stuk groter zijn als het gaat om ons allemaal voor de economische gevolgen te doen opdraaien. De ene na de andere sector vraagt nu al om staatssteun, in verschillende Europese landen staan nationalisaties van bedrijven die dreigen failliet te gaan op de agenda. Zelfs de meest gehaaide neoliberale economisten stellen nu dat budgettaire bekommernissen even van tafel moeten worden geveegd. De grote bedrijven die hun bijdragen aan de lonen, sociale zekerheid en belastingen in de laatste decennia stelselmatig hebben afgebouwd ten voordele van hoge dividenden en beurswinsten, zijn de eersten om de door hen uitgeklede staat aan te spreken voor steun.

    De respons van de staat op deze vragen staat in schril contrast met de reactie op de situatie waarin de meest kwetsbare groepen in de samenleving zich bevinden. In de daklozenopvang komen de tekorten nu scherp tot uiting – de aftandse opvang kan geen bescherming voorzien en verschillende centra sluiten dan ook de deuren. Vluchtelingen kunnen geen asiel meer aanvragen en komen gewoon op straat te staan. Sans papiers en andere groepen die op onze door de privé gedomineerde huisvestingsmarkt als enige optie dakloosheid of woonst bij huisjesmelkers hebben, moeten het zelf maar zien te rooien. Dat deze kwetsbare groepen nergens terecht kunnen, zal niet enkel voor hen zelf een drama zijn, maar hoe hou je dit virus tegen door in je kot te blijven als je geen kot hebt of als dat kot door teveel mensen gedeeld moet worden?

    Ons voorbereiden voor wanneer de rekening komt!

    Nu al zijn de economische gevolgen zodanig dat het effect ervan groter is dan de crisis in 2008 – ter herinnering: we betalen er nog steeds voor door alle besparingsmaatregelen op de rug van werkenden en gewone mensen terwijl de winstcijfers bleven stijgen en bedrijven en de rijksten hun geld parkeerden in belastingparadijzen.

    De rekening zal komen, eerder vroeger dan later. En die rekening zal in ons land dus gepresenteerd worden door een regering die met volmachten werkt. Ter herinnering: volmachten zijn in de Belgische politiek in het verleden steeds gebruikt om “de bevolking” in tegenstelling tot tot de rijksten en de grote bedrijven de rekening voor allerlei crisissen te presenteren. We kunnen ons niet permitteren hier enige illusies over te hebben.

    Maar zijn die illusies er wel? Veel commentatoren wijzen erop dat het nu “anders” is dan tijdens de crisis van 2008 toen het financiële systeem onderuit ging door onverantwoordelijke risico’s die genomen werden door banken en andere financiële instellingen. Nu gaat het immers om een fataliteit, niemand is schuldig voor het virus. Ze gaan ervan uit – of hopen ons dat aan te praten – dat er minder verzet zal zijn tegen het “redden van de economie” door nogmaals de grote meerderheid van de bevolking te verarmen om de kapitalistische economie recht te houden. Ze worden tegengesproken door vele honderden en duizenden gesprekken tussen mensen die tonen dat een groot deel van de bevolking er bewust van is dat de rekening bij hen en niet bij de rijksten en de grote bedrijven zal terechtkomen.

    Vandaag gaat alle aandacht van de gewone mensen terecht naar het gezondheidsrisico en naar hoe zich te organiseren om het in te perken. Ze doen dat niet op aanzetten van enige regering, het is eerder zo dat hun acties de regeringen dwingen tot verdergaande maatregelen. Als het dodenaantal in België beperkt zal blijven, zal het door hun acties zijn en de opofferingsgezindheid van het personeel in sectoren zoals de gezondheidszorg – een opofferingsgezindheid die er in deze crisis is ondanks het feit dat deze sector al jarenlang vecht voor betere personeelsomkadering, lonen en werkvoorwaarden en meer middelen om hun werk correct te kunnen doen. Het applaus van de gewone mensen is dan ook voor de helden uit die sector, niet voor de regeringen van dit land.

    Er is geen nationale eenheid. De regeringen van dit land zijn zich aan het voorbereiden op hoe ze de economische crisis die hieruit zal voortvloeien zal doen betalen door ons, door gewone werkenden, werklozen en gepensioneerden. Als de N-VA uit de federale regering wordt gehouden, is dat niet omdat die regering niet bereid zou zijn het vuile werk van de kapitalisten te doen, maar omdat ze dat willen doen zonder een stoorzender die het hen moeilijk maakt om een sociaal masker op te zetten terwijl ze het geld uit onze zakken halen. Dat was voordien al de reden waarom de PS – geen ‘linkse partij’ zoals de N-VA ons wil doen geloven, maar een partij die al sinds de tweede helft van de jaren 1980 trouw de politiek van de burgerij uitvoert door het zoveel als mogelijk een menselijk gelaat te geven – absoluut weigerde met de N-VA in een regering te stappen. Hoe het vakbondsverzet tegen de sanering van zowel de overheidsbudgetten als de sociale zekerheid kalmeren indien je moet regeren met figuren als Francken, Jambon en De Wever die er trots op zijn de grote meerderheid van werkenden, in hun miljoenen georganiseerd in de vakbonden, frontaal aan te vallen?

    Geen illusies! De federale regering die nu is opgezet, zal waarschijnlijk niet stoppen nadat het ergste van de eerste besmettingsgolf voorbij is. De economische gevolgen ervan zullen aangegrepen worden om met deze regering – in een noodsituatie die niemand zal ontkennen – verder te gaan. Via een omweg hebben we nu in realiteit een proces in gang gezet naar een Vivaldi-coalitie, een coalitie van “nationale eenheid”, die er is om een nieuwe grote besparingsgolf op vooral de sociale zekerheid in te zetten.

    De arbeidersbeweging, de sociale organisaties, de ziekenfondsen, … moeten nu al de aanwezige technische middelen aangrijpen om de nodige discussies te voeren, naast de strijd die moet gevoerd worden om te voorkomen dat het besmettingsrisico groeit door het vooropstellen van de belangen van de bedrijven op de noodzakelijke beschermingsmaatregelen. We moeten ons voorbereiden op de rekening die eraan komt om te vermijden dat deze gezondheidscrisis aangegrepen wordt om de meerderheid van de bevolking nog verder te verarmen, om de openbare diensten, sociale zekerheid en de gezondheidszorg nog verder af te bouwen. Als de coronacrisis ons iets toont, is het immers dat we het ons simpelweg niet kunnen permitteren dat de samenleving verder wordt leeggezogen door de rijke elite!

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop