Tag: PS

  • Na groeiend protest zit CETA vast. Nu doorzetten tegen de dictatuur van de multinationals!

    stopceta

    Op donderdag 20 oktober, nog voor het ultimatum van de Europese Commissie, vernam de internationale media dat de Waalse regering vasthoudt aan haar verzet tegen CETA, het vrijhandelsakkoord tussen de EU en Canada. Zonder goedkeuring door de Waalse regering staat heel het project op de helling. En misschien zelfs meer… De voorzitter van de Europese Commissie, Donald Tusk, waarschuwde dat “CETA wel eens het laatste handelsakkoord kan zijn indien we de mensen niet overtuigen dat we onderhandelen om hun belangen te verdedigen.” De voorzitster van Open VLD, Gwendolyn Rutten, volgde het standpunt van werkgeversfederatie VOKA: “De federale regering moet CETA goedkeuren, zelfs indien dit leidt tot een institutionele crisis.”

    Artikel door Nicolas Croes

    Wie blokkeert?

    Paul Magnette verklaarde in het Waals Parlement over de laatste onderhandelingen met de EU dat er “belangrijke vooruitgang geboekt was, onder meer over de landbouw. Maar er blijven moeilijkheden overeind, vooral met betrekking tot de arbitrage” (waarbij conflicten tussen staten en multinationals voor een bijzondere rechtbank komen) en inzake de openbare diensten. Een andere bron van gerechtvaardigde vrees is dat CETA wel eens als ‘paard van Troje’ zou kunnen dienen om TTIP, het vrijhandelsakkoord tussen de VS en de EU, erdoor te krijgen. Amerikaanse bedrijven zouden met CETA via Canadese filialen kunnen werken.

    Een akkoord is dus niet mogelijk? Volgens de minister-president van het Waalse Gewest bestaat de enige mogelijkheid uit het “heropenen van de onderhandelingen over een verdrag dat nu pas ontrafeld wordt. We moeten enkele extra weken nemen om dit verdrag te analyseren, het heeft immers een grote invloed op het leven van miljoenen mensen en dit gedurende verschillende jaren.” In Le Soir van 21 oktober verklaarde een bron die anoniem wenste te blijven: “Als je erover nadenkt, is het opmerkelijk hoeveel Wallonië op enkele dagen heeft kunnen binnenhalen terwijl het zijn ongenoegen al meer dan een jaar uit. Dat is een reden te meer om vol te houden.” Volhouden tot er uiteindelijk toch een compromis komt? Dat valt nog af te wachten. Maar voorlopig lijkt de Waalse regering niet te buigen.

    Maar wie blokkeert er nu echt?

    In La Libre stelde Corentin de Salle, wetenschappelijk directeur van het Centrum Jean Gol (MR), met de nodige woede dat dit te maken heeft met het “langdurige en ongetwijfeld efficiënte werk” en de “propaganda” van NGO’s, consumentenorganisaties en kleine producenten, vakbonden en politieke organisaties. Samen met de electorale druk van de PTB (die volgens peilingen de derde partij van Wallonië en Brussel wordt) heeft dit PS en CDH tot een opmerkelijke bocht gedwongen waarbij de passieve opstelling tegenover de EU en het neoliberale project verlaten werd. “Een kat in het nauw maakt rare sprongen,” wordt wel eens gezegd. Maar het gaat verder dan dat.

    In september waren er in Duitsland 320.000 betogers tegen TTIP en CETA. Amper 20% van de Duitsers staat nog positief tegenover de vrijhandelsverdragen. Ook in Frankrijk groeit het verzet tegen deze projecten. Waar de eerdere acties tegen TTIP in België een duizendtal mensen op de been bracht, waren het er op 20 september meer dan 10.000. In Ierland, Oostenrijk, Slovenië of nog in Polen waren er eveneens protestacties die druk zetten op instellingen die doorgaans nochtans enthousiast de belangen van de multinationals verdedigen. Een Europese petitie verzamelde maar liefst 3 miljoen handtekeningen, een nooit eerder gezien aantal.

    Steeds minder mensen zijn ervan overtuigd dat we in een democratie leven. De beperkte democratische verworvenheden die we door strijd afdwongen, worden nu één voor één afgebouwd. De woede neemt toe. Wat rond dit dossier gebeurt – los van de vraag of de Waalse regering uiteindelijk al dan niet plooit – toont het potentieel van een consequent activisme en mobilisatie van de publieke opinie. Het is een aanmoediging om een ernstige mobilisatie op te bouwen voor een krachtsverhouding waarmee we niet alleen de neoliberale verdragen maar heel dit systeem naar de prullenmand verwijzen.

    Actief Linkse Studenten op de betoging tegen TTIP en CETA op 20 september. Foto: Liesbeth
    Actief Linkse Studenten op de betoging tegen TTIP en CETA op 20 september. Foto: Liesbeth
  • Kan de PS als een feniks uit zijn as herrijzen?

    De sociaaldemocratie in België, maar ook in de rest van Europa, kent een historische crisis. Dat is wat PS-kopstuk Paul Magnette zelf zegt in de aanhef op zijn boek ‘La gauche ne meurt jamais’. Voor de PS valt het moeilijk om voor het eerst sinds 1988 federaal in de oppositie te zitten. De partij wordt langs rechts aangevallen door de regering en langs links is er kritiek van de PTB (PVDA) en een deel van het FGTB (ABVV). Een recente peiling van Ipsos zet de PS nog op 27% in Wallonië en 19% in Brussel (1).

    Artikel door Cécile (Luik)

    Het boek van Magnette past in het kader van de “werven van ideeën” waarmee de PS zich wil heruitvinden en antwoorden op de interne kritieken (2). Volgens Di Rupo moet deze operatie “het woord aan de militanten” laten, maar het doel is vooral om interne kritiek te stoppen.

    Magnette stelt dat de sociaaldemocratie nood heeft aan een “terugkeer van de grote ideeën”. De PS is volgens hem geen voorstander van de derde weg noch van een centrumkoers. De linkerzijde moet volgens Magnette de rechterzijde niet achternalopen, maar evenmin in de val van het radicalisme trappen. Hij valt de Franstalige PVDA frontaal aan en verwijt die partij links populistisch te zijn en simplistische slogans te hanteren. Dat is nogal kort door de bocht als antwoord op de linkerzijde en de groeiende vragen over de kapitalistische productiewijze.

    “Hoe kunnen we linkse ideeën ingang laten vinden?”, vraagt Magnette. Hij stelt dat de economische context niet gunstig is voor de progressieve ideeën van het socialisme zoals gelijkheid, fiscale rechtvaardigheid of collectieve arbeidsduurvermindering. Dat het beleid van de PS de afgelopen decennia heeft bijgedragen aan die economische context, wordt uiteraard niet vermeld. De burgemeester van Charleroi verklaart ook dat “het niet mogelijk is om de strijd tegen discriminatie te voeren zonder in te gaan tegen de inherent ongelijke sociale orde waaruit deze ontstaat” (3). Hoe verbindt hij dit met de strenge regels tegen bedelaars in Charleroi en zelfs een volledig zondags verbod op bedelarij? (4) Of moeten we de woorden van Magnette los zien van zijn daden? Dit voorbeeld toont meteen het verschil tussen “ideeën”, een discours en een ernstig politiek programma dat een krachtsverhouding uitbouwt om vooruitgang te realiseren. Het boek biedt geen antwoorden op de crisis van de sociaaldemocratie, het bevestigt deze net.

    Een pittig detail: toen het boek op 28 mei werd voorgesteld, waren er tegelijk een duizendtal betogers in Namen tegen de besparingen op de Waalse publieke sector. “Ook waar Magnette het voor het zeggen heeft, is er een besparingsbeleid”, stelde een betoger vast. Onder deze betogers zal het boek van Magnette wellicht weinig succes kennen.

    Voetnoten

    1. http://www.rtbf.be/info/belgique/detail_sondage-le-ps-fait-la-grimace-le-mr-sourit-et-maggie-de-block-rit?id=8896349
    2. http://www.lalibre.be/actu/politique-belge/di-rupo-assure-que-le-ps-se-porte-bien-54e9dad135701001a1df5084
    3. Magnette, La Gauche ne Meurt Jamais, p.44
    4. http://www.lesoir.be/250915/article/actualite/regions/hainaut/2013-05-28/charleroi-mendiants-devront-changer-commune-tous-jours
  • Sociaal verzet niet laten gijzelen door gebrek aan alternatief

    PS en sp.a in de touwen ondanks beweging tegen regering

    Recente peilingen geven aan dat N-VA en MR geen serieuze klappen zouden krijgen als er vandaag verkiezingen plaatsvonden. Sterker nog: oppositiepartijen PS en sp.a kunnen niet eens profiteren van de enorme afkeer aan beide kanten van de taalgrens over de besparingsregering. Hoe is dat mogelijk?

    Artikel door Jarmo uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Postelectoraal onderzoek na de verkiezingen van 25 mei vorig jaar, uitgevoerd door ISPO (Instituut voor Sociaal en Politiek Opinie-onderzoek), toonde een aantal opmerkelijke cijfers aan in vergelijking met voorgaande verkiezingen. Zo blijkt dat slechts 6% van de kiezers hun stem door communautaire overwegingen liet bepalen. In 2007 en 2010 was dat nog respectievelijk 13,3 en 19,7%. Na 8 jaar crisis was het communautaire echter resoluut naar de achtergrond geschoven om plaats te ruimen voor een aantal fundamentelere sociaal-economische thema’s: 43% koos voor jobcreatie als belangrijkste thema, 37% voor gezondheidszorg en 32% voor pensioenen. Niet bepaald een recept voor de overwinning van rechtse electorale krachten, zou je denken.

    Nochtans mag het niet verwonderen dat de (Belgische) sociaaldemocratie rond deze thema’s niet weet te scoren. Na jaren machtsdeelname zijn het immers voornamelijk sp.a en PS die in grote mate verantwoordelijk zijn voor de afbouw van sociale diensten en voorzieningen. Dan is het niet onlogisch dat voor een alternatief elders gekeken wordt. Indien er zich geen reële linkse kracht ontwikkelt die een zeker vertrouwen onder bredere lagen kan opbouwen, is overwinning van wat zich rechts bevindt en als ‘alternatief’ voorstelt, onvermijdelijk. N-VA behaalde op 25 mei geen overwinning op basis van haar core business – het communautaire – maar op basis van het gebrek aan een betrouwbaar alternatief op de traditionele partijen.

    PS en sp.a houden zich dan weer voornamelijk met zichzelf bezig. Geen van beide partijen lijkt van plan ooit nog een verkiezing te winnen. De voorzittersverkiezingen bij sp.a, die in juni plaatsvinden, zijn een populariteitswedstrijd waarbij het er – volgens Frank Vandenbroucke – vooral om gaat niet de indruk te geven dat men een ruk naar links zou willen maken. De PS zoekt naar vernieuwing met haar ‘12 bouwwerven’, maar beperkt zich daarbij tot een mediacampagne die het gebrek aan inhoudelijke vernieuwing moet verhullen.

    Ook in Groot-Brittannië slaagden de gehate Tories er tegen alle verwachtingen in om de verkiezingen te winnen en de Britten op te zadelen met nog 5 jaar rechts beleid. Ook daar ging het niet zozeer om een overwinning van de rechterzijde, als wel om een nederlaag van Labour, dat er niet meer in slaagt de bevolking te overtuigen van haar bestaansreden, laat staan dat het zichzelf als een alternatief op een rechtse regering kan voorstellen.

    Dit is een ontwikkeling die verregaande gevolgen heeft voor onze strijd tegen de besparingen. Vakbondsleidingen die met handen en voeten aan besparingspartijen zoals de sociaal- en christendemocratie gebonden zijn, kunnen geen weg vooruit zien uit deze patstelling. Zij beschouwen de strijd als zinloos als N-VA blijft vooruitgaan en de – ten dode opgeschreven – sociaaldemocratie niet groeit. Tegelijkertijd lijken ze blind voor de enorme slag die de arbeidersbeweging de regering in het najaar toebracht. Ook toen stelden we dat een terugkeer naar een regering van traditionele partijen geen stap vooruit zou betekenen. Om onze strijd succesvol verder te zetten, zullen we de strijdbeweging moeten koppelen aan de nood aan een politiek alternatief dat wel bereid is om de regering ten val te brengen en de belangen van de werkende bevolking politiek te vertegenwoordigen.

  • 1 mei: onduidelijkheid over alternatief op rechtse regering

    1mei
    1 mei in Gent. Foto: Jean-Marie Versyp

    Een jaar na de verkiezingen waar N-VA als grote winnaar uitkwam en zes maanden van rechtse regering en strijd ertegen, concentreerde de SP.a zich op 1 mei op zichzelf en de voorzittersverkiezingen. Halfslachtige oproepen om het verzet verder te zetten, zoals door Freya Vanden Bossche in Gent, gingen gemakshalve voorbij aan de vraag waarom het verzet na het momentum van 15 december is stilgevallen en de rol van de sociaaldemocratie daarin. In heel wat steden was de aanwezigheid vanuit syndicale hoek beperkter als vorige jaren.

    Wie daaruit pessimistische conclusies trekt, vergist zich. Deze 1e mei had eigenlijk in het teken moeten staan van de prachtige beweging die we in het najaar gevoerd hebben tegen de rechtse regering. We gingen daarbij in tegen de stortvloed aan propaganda en banbliksems van werkgevers, hun politici en hun media. Onze beweging van sociaal verzet slaagde erin om niet alleen de arbeidersbeweging mee te trekken, maar ook jongeren, de culturele sector en zelfs een aantal kleine zelfstandigen. Dit alles was mogelijk op basis van de strijdbare tradities van de arbeidersbeweging die ook de essentie van de traditie van 1 mei vormen. Een goed omlijnd actieplan om de strijd te voeren en een opbouw van de bredere solidariteit.

    Maar het ontbrak wel aan een duidelijk alternatief op het gevoerde beleid. Ja, we zijn tegen de indexsprong, de verhoging van de pensioenleeftijd of de vele besparingen op onze levensstandaard. Maar wat stellen we in de plaats? Een terugkeer naar de regering-Di Rupo, de regering die de wachtuitkering (inschakelingsuitkering) in de tijd beperkte en eerder het brugpensioen aanpakte?

    Het gebrek aan alternatief vanwege SP.a werd uitstekend verwoord door de bijna ex-voorzitter Bruno Tobback die op cynische wijze – ook al kon dat cynisme op verschillende manieren geïnterpreteerd worden – zijn hoop vestigde op niemand minder dan Kris Peeters. Als een voormalige Unizo-man de kastanjes van de arbeidersbeweging uit het vuur moet halen, dan zijn we niet goed bezig. De volgende SP.a-voorzitter, John Crombez, pleitte voor een taxshift naar vermogens om een verlaging van de lasten op arbeid met 10% te financieren. Een taxshift in de vorm van een vermogensbelasting om de vele sociale noden te financieren (extra sociale huisvesting, hogere uitkeringen, openbare diensten, …), dat zou pas een een wervend voorstel zijn. Maar van SP.a valt zoiets dus niet te verwachten.

    Net zoals SP.a was ook de PS op 1 mei vooral met zichzelf bezig. Marcourt in Luik stelde dat de partij zich moet herpakken en Magnette verklaarde in Charleroi dat het een “lange en moeilijke strijd” wordt waarbij de PS “eens moet kijken naar wat we niet goed gedaan hebben in het verleden.” Niet dat er aanzet was om het omarmen van de neoliberale logica in vraag te stellen. Neen, van deze sociaaldemocratie valt geen alternatief te verwachten.

    Op de verschillende vieringen van 1 mei was ook PVDA sterk aanwezig. Centraal stond daar het pleidooi voor een 30-urenweek. Eindelijk neemt de PVDA de eis van arbeidsduurvermindering opnieuw op als antwoord op de werkloosheid en als broodnodige maatregel om de werkdruk te verlagen. Eerder werd onder meer vanuit Femma, de katholieke vrouwenbeweging, voor een collectieve arbeidsduurvermindering gepleit. Met het voorstel van de 30-urenweek wil de PVDA benadrukken dat het een positief voorstel doet. Een evaluatie van de zes maanden van strijd tegen de rechtse regering kwam er jammer genoeg niet van PVDA dat bang lijkt te zijn om ook maar de minste kritiek op de vakbondsleiding te geven, zelfs indien een deel van die leiding gegijzeld wordt door het gebrek aan alternatief dat zo manifest is bij de sociaaldemocratie. Het resultaat was dat 1 mei niet aangegrepen werd om terug te komen op een van de grootste stakingsbewegingen uit de afgelopen decennia. Als de strijddag 1 mei geen gelegenheid is voor een evaluatie van ons sociaal verzet, wanneer gaan we het dan wel doen?

    Met LSP benadrukten we op 1 mei hoe de beweging van sociaal verzet de rechtse regering in het najaar aan het wankelen kreeg, maar merkten we ook op dat het daarbij bleef. Na 15 december ging ons momentum verloren. Dit betekent echter niet dat het ongenoegen verdwenen is, de provocaties blijven elkaar opvolgen en de besparingsmaatregelen worden stilaan steeds concreter en voelbaarder. Op 1 mei bijvoorbeeld ging de minimumbijdrage voor kinderopvang van 1,56 naar 5 euro per dag. De boodschap van N-VA en co is: ‘help uzelf’ ofte ‘trek uw plan’. Dit beleid zal ongetwijfeld tot nieuwe golven van verzet leiden. Om daar een succes van te maken, is het essentieel dat we de eerste golf van sociaal verzet evalueren en tegelijk de grootste zwakte, het gebrek aan een breed uitgebouwd politiek alternatief op de rechtse partijen, aanpakken.

    Foto door Jean-Marie Versyp
    Foto uit Gent door Jean-Marie Versyp

    Onze militanten kwamen tussen in heel het land en verkochten daarbij 605 exemplaren van ons maandblad of 120 meer dan vorig jaar. Zo verkochten we in Luik 148 kranten, in Brussel 124, in Gent 87, in Brugge 60 en in Aalst 55. Enkele jongeren verkochten in Gent voor ruim 300 euro aan badges. In Antwerpen vormden we een delegatie met onder meer activisten van Tamil-afkomst die met de actieve steun van ABVV Horval proberen om de vakbond onder de meest onderdrukte werkenden uit te bouwen, pionierswerk dat perfect in de traditie van 1 mei past. In de komende weken plannen we in verschillende steden open vergaderingen om een collectieve evaluatie van zes maanden rechtse regering en verzet ertegen te maken. Ga mee in debat zodat we sterker staan voor de strijd die voor ons ligt!

    Fotoreeks uit Antwerpen (door Liesbeth):

    [divider]

    Zes maanden rechtse regering en strijd ertegen. Niet alleen strijd, ook alternatief nodig!

    • Antwerpen: donderdag 7 mei om 19u30 in café Multatuli (Lange Vlierstraat). Met Eric Byl, syndicaal verantwoordelijke LSP, en Wouter Gysen, afgevaardigde ACOD Spoor (in eigen naam)
    • Gent: vrijdag 8 mei om 19u30 in het Geuzenhuis (Kantienberg). Met Jo Coulier, hoofdafgevaardigde ABVV VUB (in eigen naam), en Thomas Bayens, afgevaardigde ABVV Albert Heijn (in eigen naam)
    • Brussel: woensdag 20 mei om 19u in de Pianofabriek (Fortstraat 35, St Gillis)
  • De linkse socialisten en vermogensbelasting

    Kaaimantaks, vermogenswinstbelasting, speculantentaks, rijkentaks, miljonairstaks

    dossier door Eric Byl

    Overal, ook in België, staat de bereidheid om steeds minder te ontvangen voor meer inspanningen op een dieptepunt. Het levert immers geen beterschap op en het establishment blijft steeds weer buiten schot. Geen wonder dat 85% gewonnen is voor een belasting op grote vermogens. Maar hoe reëel is dat? Voor welke valstrikken moeten we opletten? Onder welke voorwaarden kunnen we een vermogensbelasting steunen?

    De poging om ons verzet tegen de regeringsmaatregelen te herleiden tot een pleidooi voor vermogenstaks, hoort thuis in tekstboeken voor spindoctors. Een vermogensbelasting is welkom, maar het was niet waarvoor we de voorbije maanden staakten en betoogden. Dat was tegen de indexsprong en de loonblokkering, de ontmanteling van de openbare diensten, het uitkleden van de sociale zekerheid, het aantasten van het stakingsrecht, de verhoging van de (brug-)pensioenleeftijd,  het verpauperen van werklozen, gepensioneerden, zieken en gehandicapten. Dat de grote vermogens ontsnappen, was wel een belangrijke bron van irritatie.

    Het was de CD&V die kwam aandraven met een tax-shift in ruil voor sociale vrede. Sindsdien hebben de media ons er zodanig mee bestookt, dat we uit het oog zouden verliezen waar het ons om te doen was. Ze misbruiken een tekortkoming in het discours van vakbondsleiders en linkse partijen. Die vertalen het terechte ongenoegen over de toenemende ongelijkheid naar een aanklacht tegen de onevenwichtige spreiding van de besparingen en zijn dubbelzinnig of ze die mits wat meer evenwicht wel zouden aanvaarden.  Voor velen is het echter nu al pompen of verzuipen en is het harde werk enkel draaglijk mits een degelijk loon.

    Afschrikmiddel wordt pasmunt

    Kapitaalbezitters, bedrijfsleiders en hun politici huiveren doorgaans voor vermogensbelasting. De gemeenschap moet zo goedkoop mogelijk geschikte arbeidskrachten en de nodige infrastructuur aanleveren, zorgen dat de orde bewaard blijft en voor de rest discreet zijn: geen regelneverij, geen controle op respectabele burgers, geen wetten die het vrije ondernemerschap belemmeren. Wie de creativiteit van ondernemerschap belast, vraagt erom dat ze aangewend wordt om lasten te ontwijken of te ontduiken, luidt het, dat is geen misdaad, maar een normale reflex.

    Geld creëert veel mogelijkheden en dus hebben kapitalisten het aanpassingsvermogen van kameleons. De patroons en de regering beseffen dat het debat over vermogensbelasting door het actieplan van de vakbonden onomkombaar geworden is. Als het dan toch moet, nemen we beter het voortouw, denken ze.  “Meer dan een symbool wordt het niet”, want “als het een paar miljard euro moet opbrengen, zal het niet enkel van de rijken komen”, waarschuwt Open VLD-voorzitster Rutten (DM 10.1.2015), maar “van u, van uw ouders en iedereen die in zijn leven gewerkt en gespaard heeft”. Rutten wil ons afschrikken, maar we houden haar orakel maar beter in gedachten. Di Rupo trok de roerende voorheffing op naar 25%. Dat was ook een ‘vermogensbelasting’, maar die trof vooral kleine spaarders.

    Te ingewikkeld voor de praktijk?

    Tegenstanders werpen op dat er in België geen vermogensregister bestaat en dit opstellen jaren vergt. In “De dreigende catastrofe en hoe ze bestrijden” (1917) verwijst Lenin naar een vergelijkbaar argument. Het ging toen over de nationalisatie van het bankwezen, “te ingewikkeld en onuitvoerbaar” voor de toenmalige kapitalisten. Een leugen uit eigenbelang, riposteerde Lenin. Als we Luc Coene van de Nationale Bank, liberaal van signatuur, mogen geloven, is ook het opstellen van een vermogenskadaster snel geklaard als het moet. (http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/economie/1.2186919)

    De afwezigheid van een kadaster verhindert ons trouwens niet om een zicht te krijgen op de vermogensverdeling. De meest recente studie (mei 2014) van Sarah Kuypers en Ive Marx, schat het totaal vermogen op 2.300 miljard euro, iets meer dan de helft vastgoed. De 5% rijkste gezinnen zouden 32% bezitten van het totaal vermogen, evenveel als de 75% armste. Het rijkste procent zou goed zijn voor 12,37% van het vermogen, meer dan de armste 50%. Na herberekening besloot Philip Vermeulen van de Europese Centrale Bank dat de 1% rijksten zelfs 17% bezitten.

    Kamikazetaks

    Wat houdt onze politici dan nog tegen? Zelfs de Kaaiman- of doorkijktaks, bedoeld om offshore-structuren te doen bijdragen, werd naar de Griekse kalender verwezen. Voor 2015 zou het niets opleveren en voor 2016 120 miljoen, minder dan wat de Vlaamse regering wil innen door de verhoging van het inschrijvingsgeld voor hoger onderwijs.  (http://www.dekamer.be/doc/PCRI/pdf/54/ip022x.pdf). Maar dat er iets moet komen, bevestigde een peiling van Knack en VTM in het najaar: 85% van de Vlamingen wenst een belasting op vermogens boven de 1 miljoen euro,  91% van de CD&V-kiezers, maar ook 78% van die van Open VLD en N-VA. De leugen van De Wever dat vermogens hier al zwaar belast zouden zijn, heeft niet gepakt.

    Begin dit jaar werd de Franse rijkentaks afgevoerd. Aanvankelijk had het patronaat zich daartegen verzet, maar na de verkiezing van Hollande (2012), koos het een andere strategie: de taks ontmijnen. Enkel grote ondernemers moesten hem nog betalen en enkel op het stuk loon boven de 1 miljoen euro. De opbrengst verschrompelde tot 420 miljoen euro waardoor het niet langer de moeite loonde. Achter de voorstellen voor een vermogenswinstbelasting – dat is geen belasting op het vermogen zelf maar enkel op het rendement ervan – of de opening van het VBO voor een speculantentaks, moeten we evenmin meer zoeken dan een poging om een eventuele vermogensbelasting bij voorbaat te ondermijnen.

    Geloofwaardigheid

    Na 26 jaar machtsdeelname kwam de PS begin 2015 vanuit de oppositie met een voorstel van vermogensbelasting. Persoonlijke vermogens vanaf 1,25 miljoen euro wil ze onderwerpen aan een tarief van 0,4% oplopend tot 1,5% voor alles boven de 5 miljoen. Jaarlijks zou dat 600 tot 700 miljoen euro opbrengen. Zelfs in de veronderstelling dat ze daar vanuit de oppositie harder voor vecht dan destijds in de regering, blijven dit apennootjes in vergelijking met de besparingen die de regering Di Rupo ons deed slikken.

    Dan is de ‘miljonairstaks’ van de PVDA – 1% op fortuinen boven 1 miljoen euro, 2% vanaf 2 miljoen en 3% vanaf 3 miljoen – met een verhoopte opbrengst van  8,7 miljard euro/jaar al stukken evenwichtiger. Op basis van de bestaande vermogensbelasting in Frankrijk beweert de PVDA dat kapitaalvlucht in haar voorstel beperkt zou blijven. Maar die Franse belasting bracht nooit meer op dan 4,4 miljard euro in het beste jaar, de helft van wat de PVDA wil ophalen met haar miljonairstaks en dat in een economie die 5,5 keer zo groot is. Er zullen de komende jaren wel meer bedrijven vertrekken. Stel dat één, wellicht meerdere ervan dat al dan niet terecht wijten aan de miljonairstaks. Wat zou er dan gebeuren? Patroons en politici zouden er bij de bevolking de gedachte inhameren dat links wel goed is voor het sociale, maar slecht voor de economie.

    Daar niet stoppen

    Verwerpt LSP een miljonairstaks? Helemaal niet, maar het is onverantwoord om niet meteen te wijzen op de beperkingen en de gevaren om onze omgeving voor te bereiden. In “Het Overgangsprogramma” (1938) schrijft Trotski: “de hele wereld was getuige van de onmacht van president Roosevelt [tijdens de New Deal als antwoord op de crisis van ’29-’33 – EB] en van de eerste minister Leon Blum [van de volksfrontregeringen in Frankrijk ’36-’38 – EB] tegenover het complot van de ‘zestig’ of ‘tweehonderd families’.” Denkt de PVDA dat de huidige ‘families’ de miljonairstaks zomaar zullen slikken? Zelfs toen de kapitalisten in Rusland al van de macht verdreven waren en de grondslagen van de geplande economie gelegd, bleef het aartsmoeilijk om hun maneuvers en sabotage te omzeilen. (zie daarvoor E.H. Carr and R.W. Davies ‘Foundations of a planned economy 1926-1929’).

    De voorbije jaren keerden bedrijven gemiddeld 50% van de winst uit aan aandeelhouders. In 2013 hielden ze bovendien voor 240 miljard aan liquiditeiten aan. Er is niet eens een miljonairstaks nodig om de boycot van het patronaat op gang te trekken. De gemeenschap heeft nochtans dringend middelen nodig om te voorzien in investeringen in schoolgebouwen, spoorwegen, ziekenhuizen, bejaardenzorg, sociale huisvesting, energieneutrale publieke gebouwen, bescherming van het milieu, … Een miljonairstaks zou daarbij zeer welkom zijn, maar vereist volledige opheffing van het bankgeheim, een sluitend vermogenskadaster en de mogelijkheid om te onteigenen. Gezien hun gewicht in de maatschappij zou het absurd zijn daar niet meteen de nationalisatie van de financiële sector en de grote bedrijven onder democratische controle en beheer van de werkende bevolking aan te koppelen. Dan pas zou een miljonairstaks zijn reële betekenis krijgen: niet als illusie voor een sociaal beheerd kapitalisme, maar als overgangsmaatregel in het kader van de socialistische omvorming van de maatschappij.

  • Tegenover de Belgische Thatchers: welk alternatief op deze regering?

    15706535696_755ae2c29a_z

    Artikel door Nicolas Croes uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Waar staat de linkse oppositie in het verzet tegen de rechtse regering? Er zijn natuurlijk de syndicale acties, maar het is ook nuttig om te kijken naar wat de officiële oppositiepartijen voorstellen. Langs Nederlandstalige kant bleef het op dat vlak redelijk stil. Uiteraard haalden sp.a en Groen uit naar de regering, maar veel indruk maakt het niet. Ze kwamen niet veel verder dan voorstellen om anders te besparen, iets minder lastenverlagingen door te voeren, …

    Fractieleider Kristof Calvo van Groen: “De schuld niet doorschuiven naar de volgende generaties, daar ben ik heel gevoelig voor. Maar de manier waarop het gebeurt is onevenwichtig. Deze regering komt helemaal niet op voor mensen die werken. Deeltijds werken en tijdskrediet worden aangepakt, de trein naar het werk zal duurder worden en we krijgen een indexsprong.” Zijn alternatief op de indexsprong: “Je moet de loonlasten aanpakken, niet de lonen.” Het besparingsbeleid op zich wordt niet in vraag gesteld, wel de wijze waarop het gebeurt.

    Bruno Tobback verklaarde dat de verhoging van de pensioenleeftijd tot 67 jaar de eerste maatregel zou zijn die sp.a ongedaan maakt als ze terug in de federale regering stapt. Dat hij amper een jaar geleden nog in de media verklaarde dat we nu eenmaal langer zullen moeten werken of dat zijn partijgenoten destijds aan de wieg van het Generatiepact stonden, maken dat die stoere taal weinig geloofwaardig klinkt. Blijkbaar ook niet in eigen rangen, want bij sp.a wordt vooral gediscussieerd over wie er Tobback moet opvolgen als voorzitter.

    De zwakke oppositie langs Nederlandstalige kant maakt dat er ook in Vlaanderen heel wat aandacht was voor de oppositie van de PS.

    PS: harde woorden meteen ondermijnd door Di Rupo

    De PS zorgde meteen voor de luidruchtigste parlementaire oppositie tegen de rechtse regering. Met de website injuste.be en een bijhorende campagne stelt de partij dat de “regering van MR en N-VA in uw portemonnee zit. 400 euro minder per persoon per jaar. Ze schorsen de indexatie van uw loon.” De PS weet natuurlijk waarover ze praat na 25 jaar regeringsdeelname en georganiseerde sociale afbraak. Op regionaal vlak (in Wallonië en Brussel) zet de PS dit besparingsbeleid overigens gewoon verder.

    Maar de PS zet een oppositiestrategie uit die moet doen vergeten dat de partij toezag op een besparing van 22 miljard euro onder Di Rupo. Dat betekende onder meer de beperking van de wachtuitkering in de tijd, waardoor duizenden werklozen vanaf 1 januari hun  uitkering zullen verliezen. Dat wordt allemaal opzij geschoven om over te gaan tot een scherpe oppositie met een retoriek die we de afgelopen 25 jaar amper nog hoorden bij de PS. Laurette Onkelinx verklaarde in de Kamer dat het regeringsproject “een slag in het gezicht van alle werkenden in dit land is”. Ze vervolgde in de media: “De inbreuken op de sociale rechtvaardigheid gaan erg ver. We moeten dat aanklagen.”

    De retoriek werd al snel door de PS zelf weerlegd. Op een persconferentie vond Di Rupo het nodig om te verduidelijken dat 70% van de maatregelen die de regering-Michel nu neemt al werden beslist door de vorige regering onder zijn leiding. Zo werd de oppositie van Onkelinx meteen in de voet geschoten. De centrale vraag is of we de “verregaande inbreuken op de sociale rechtvaardigheid” gewoon moeten vervangen door inbreuken die iets minder verregaand zijn?

    De PS zou natuurlijk geen probleem hebben met de val van de regering-Michel. De partij steunt – in woorden – de betoging van 6 november in Brussel. Maar is dat enkel om nadien zelf te kunnen terugkeren in de regering om het besparingsbeleid verder te zetten? Wordt over een regering ‘MR-N-VA’ gesproken om de vrienden van CD&V niet te schofferen? De voorzitter van die laatste partij, Wouter Beke, herinnerde er overigens aan dat de middelen voor gezondheidszorg onder Onkelinx in 2013 met amper 0,9% toenamen terwijl de huidige regering 1,5% voorstelt.

    Natuurlijk is de huidige regering anders dan de vorige. De rechtse regering wil verder en sneller gaan met de besparingen. Er wordt geprobeerd om de krachtsverhoudingen tussen arbeid en kapitaal om te gooien. De PS wil een minder directe confrontatie om tot hetzelfde doel te komen: de werkenden en hun gezinnen laten betalen voor de crisis door een transfer van rijkdom naar de allerrijksten. Bij het gemeentepersoneel van Charleroi, waar Paul Magnette burgemeester is, wordt actie gevoerd tegen het verlies van honderden jobs. In het Franstalig onderwijs waren er op 22 en 23 oktober de eerste werkonderbrekingen.

    Jean-Marc Nollet van Ecolo had gelijk toen hij verklaarde dat de huidige regering op sociaaleconomisch vlak verder bouwt op de vorige regering van Di Rupo. Hij had er nog aan kunnen toevoegen dat ook de huidige Waalse regering verder bouwt op de vorige, waar Ecolo wel nog in zat, die onder meer voor het rampzalige Europese besparingsverdrag stemde.

    Een Cactusplan?

    De reactie van De Wever op Onkelinx was veelzeggend: “Moet ik het geschreeuw van Onkelinx belonen met een antwoord? Ik ga liever een koffie drinken tot het gedaan is.” Parlementaire tussenkomsten, verklaringen in de media of op Facebook zullen inderdaad niet volstaan om de besparingslawine te stoppen.

    Op dat vlak was de PVDA alvast consequenter. Die partij zorgde voor de eerste mobilisatie tegen het besparingsbeleid na de regeringsverklaring. Op de Protest Parade van 19 oktober waren er maar liefst 7.000 aanwezigen. We betreuren wel dat elke afwijkende vlag, pankarte, … manu militari naar het einde van de betoging werd verwezen om achter een forse ordedienst verborgen te worden.

    De betoging had vooral als doel om het Cactusplan van de PVDA naar voor te brengen. Die cactus staat symbool voor het alternatief van PVDA: “prikkels voor een sociale, ecologische en democratische vernieuwing.” Hopelijk getuigde de organisatie van de Protest Parade niet van de “democratische vernieuwing” die de partij beoogt.

    Het plan wil 22 miljard euro ophalen met onder meer een miljonairstaks, een correcte belasting van de bedrijven, een harde strijd tegen fiscale fraude, een speculatietaks, … Dit geld zou gebruikt worden voor een verhoging van de pensioenen, de bouw van scholen, de creatie van sociale huisvesting, een verlaging van de prijs voor geneesmiddelen, … Het doet deugd om een afwijkende stem te horen die zich niet neerlegt bij het dogma dat er geen alternatief op de besparingen mogelijk is. Dat is een goed begin. Het plan wijs er op dat er vorig jaar 12.000 miljonairs bij kwamen in ons land of nog dat de 20 rijkste Belgen goed zijn voor een vermogen van 500 miljard euro. Het is niet voor iedereen crisis.

    Het Cactusplan klaagt het kapitalisme als systeem wel aan – daarvoor wordt naar een citaat van Naomi Klein teruggegrepen – maar er wordt uiteindelijk slechts een verschuiving binnen het systeem voorgesteld met meer evenwichtige belastingen. Het complete bankroet van een economie die uitgaat van het private bezit van de productiemiddelen wordt niet naar voor gebracht.

    Het voorstel van een belasting op speculatie is op zich goed, maar aanvaarden we speculatie? Waarom wordt in het Cactusplan voorgesteld om 4,5 miljard euro te besteden aan de terugbetaling van de publieke schulden, terwijl de partij voor de verkiezingen nog stelde dat het de schulden aan de speculanten niet zou terugbetalen? Welk antwoord wordt geboden op de onvermijdelijke pogingen tot kapitaalvlucht na een wijziging van het fiscale regime? Zonder de financiële sector volledig in publieke handen en onder democratische controle te nemen, wordt geen antwoord geboden.

    Een andere samenleving is nodig!

    Tegenover het sociale bloedbad van de kapitalistische crisis, wijst het Cactusplan in de goede richting. Maar angst om te ver te springen kan er voor zorgen dat we toch in de afgrond vallen. Wij willen met LSP aan het debat over een alternatief op het besparingsbeleid deelnemen met een programma dat verder gaat. We pleiten ervoor om de sleutelsectoren van de economie, zoals financiewezen, staal, de grote distributiebedrijven, … onder democratische beheer in publieke handen te nemen.

    Enkel dan beschikken we over de middelen die ons toelaten om niet alleen de ergste uitwassen van het uitbuitingssysteem ongedaan te maken, maar ook om een alternatieve samenleving uit te bouwen op basis van solidariteit en menselijke ontwikkeling. Dat alternatief verdedigen, de weg naar een democratisch socialistische samenleving, is moeilijker dan de beweging achterna te hollen, maar het is de enige manier om de sociale beweging voor te bereiden op de echte inzet van onze strijd.

  • Wallonië. Regering Magnette-Prévot zal het vuile werk doen

    In de verschillende regio’s van het land worden de regeringen gevormd en hiermee wordt ook duidelijk welk beleid we mogen verwachten. Op het eerste gezicht zijn de coalities erg verschillend in Vlaanderen, Wallonië, Brussel en op federaal vlak. Maar er is een sterk gemeenschappelijk punt bij al deze regeringen (in vorming): de toepassing van het besparingsbeleid.

    In de krant Le Soir kondigde Paul Magnette (PS) tijdens de verkiezingscampagne trots aan dat de regering onder leiding van Di Rupo het ‘vuile werk’ opknapte. De vorige regering was effectief goed voor een besparingsoperatie van meer dan 20 miljard euro. Het grootste deel daarvan kwam van maatregelen die de werkenden en sociale uitkeringstrekkers treffen. Zo was er onder meer de loonstop die werd opgelegd waardoor de lonen twee jaar lang niet boven de index kunnen stijgen. Magnette (PS), Prévot (CDh) en co willen nu ook op regionaal vlak het ‘vuile werk’ doen.

    Minstens 800 miljoen euro gezocht…

    Dat is het bedrag dat in 2015 en 2016 moet gevonden worden. Er is bovendien niets dat erop wijst dat het nadien beter zal zijn. De voorzitter van de werkgeversfederatie Union Wallonne des Entreprises (UWE), Jean-François Héris, zette meteen na de verkiezingen de toon: “We hebben een legislatuur van vijf jaar en moeten er gebruik van maken. Er moet bespaard worden om middelen vrij te maken voor de economie en het onderwijs. Tot nu toe bleef besparingen een vies woord. Er werd gesproken over een streng beleid, een ‘Belgisch recept’. We moeten de toon veranderen en durven praten over besparingen.” Paul Magnette diende hem van antwoord: “Besparingen zouden fout zijn omdat dit de crisis erger maakt. Maar de begrotingscontext is niet eenvoudig. We moeten overal marges vinden waar het de burgers niet treft en tegelijk moeten we werk creëren.” Eens het op de daden aankomt, zien we dat het onderscheid tussen ‘besparingen’ en ‘strengheid’ louter een kwestie van woorden is.

    De regio’s krijgen door de toepassing van de zesde staatshervorming een reeks bevoegdheden erbij, maar zonder dat de bijhorende middelen volledig zijn overgedragen. Daarnaast moeten een aantal ‘investeringen’, onder meer deze verbonden met Publiek-Private-Samenwerking (PPS), als uitgaven gerekend worden door de nieuwe Europese boekhoudregels. Hierdoor zullen er de komende drie tot vier jaar 500 miljoen euro extra uitgaven zijn.

    De regeringsverklaring, de Verklaring van Regionaal Beleid (VRB, in het Frans: DPR), bepaalt onder meer dat van 2015 tot 2016 slechts één op de vijf ambtenaren bij pensionering zal vervangen worden, nadien wordt van 2017 tot 2019 slechts één op de drie vervangen. Wie kan ernstig zeggen dat dit de burgers niet zal raken en werk zal creëren? Inzake werkgelegenheid komt de regionale regering niet verder dan maatregelen om laaggeschoolde jongeren aan te werven zonder dat sociale bijdragen moeten betaald worden. Een mooi cadeau voor de werkgevers die de verschillende groepen werknemers nog meer tegen elkaar kunnen uitspelen.

    Een van de twee regionale parlementsleden van de PVDA, de vroegere staalarbeider Frédéric Gillot, vatte het menu van het Waalse beleid goed samen: “Besparingen als voorgerecht, hoofdgerecht en dessert. Dat is waarom de VRB in de keel blijft steken. Het is soep met stenen. Een onverteerbaar menu.” We kunnen ons in die vaststelling vinden. En het is niet beter voor de Waals-Brusselse Federatie (de Franstalige gemeenschap), waar eveneens harde maatregelen dreigen voor onder meer het onderwijs.

    Mooie woorden volstaan niet

    De “progressieve” Waalse coalitie doet er alles aan om zich radicaal anders voor te doen dan de federale regering die in de maak is of de Vlaamse regering. Op die manier hoopt de Waalse regering het verzet tegen het asociale beleid te beperken. Het klopt dat de Vlaamse regering openlijk rechts is, maar de afschaffing van gratis openbaar vervoer voor 65-plussers in Vlaanderen is een bijvoorbeeld een maatregel waarvoor de rechtse Vlaamse partijen inspiratie konden opdoen bij dezelfde maatregel van de vorige Waalse regering – daar is het gratis openbaar vervoer voor 65-plussers al sinds 2013 afgeschaft door de zogenaamde “progressieve” regering met toen ook nog de groenen erbij.

    De besparingsmaatregelen komen van alle kanten: federaal, de gewesten, de gemeenschappen en de gemeenten. We mogen ons verzet tegen de aanvallen niet laten verdelen, samen staan we sterker. Bovenop de verschillende maatregelen van de neoliberale regeringen staan er overigens ook nog onderhandelingen voor een nieuw Interprofessioneel Akkoord (IPA) voor de deur.

    Op de dag van de verkiezingen deed de federale secretaris van het ABVV, Jean-François Tamellini, een oproep voor een “brede sociale beweging.” Hij deed de oproep op de sociale media en stelde onder meer: “Het zal niet de politieke wereld zijn of regeringen die ons van de financiële ketens, van de kapitalistische uitbuiting zullen bevrijden. Ze zullen enkel het gewicht van die ketens vast stellen. Als we die ketens willen verbreken dan moeten we een brede sociale beweging organiseren.”

    Met LSP hebben we tijdens de verkiezingscampagne de noodzaak van een breed front van verzet tegen de besparingen op alle niveaus naar voor gebracht. We moeten de strijd organiseren voor het behoud van onze sociale verworvenheden en voor het afdwingen van nieuwe verworvenheden. Tal van politieke, syndicale en andere organisaties willen zich verzetten tegen de kapitalistische logica die ons wordt opgelegd. We moeten samen bouwen aan een consequente strijd op basis van een gedurfd opbouwend actieplan waarbij sensibilisering en mobilisatie worden gebruikt in een reeks acties die opbouwen naar een algemene staking en desnoods verschillende algemene stakingen.

    Een andere logica is mogelijk en nodig. Er is voldoende rijkdom aanwezig om een einde te maken aan armoede of de tekorten aan jobs, sociale huisvesting, middelen voor onderwijs of gezondheidszorg,… We hebben nog nooit zoveel rijkdom gecreëerd, maar toch wordt de meerderheid van de bevolking geconfronteerd met groeiende armoede of minstens een dalende levensstandaard. Wat door onze inspanningen en ons zweet wordt geproduceerd, wordt nu ingezet om de winsthonger van de kapitalisten te stillen. We moeten ons verzetten tegen de asociale aanvallen. Deze strijd kan pas tot een overwinning leiden als we ze koppelen aan de strijd voor een andere samenleving, een samenleving waarin de sleutelsectoren van de economie democratisch beheerd worden door de arbeiders, een socialistische samenleving.

  • Repressie aangeklaagd op BBQ van de PS in Brussel…

    repressieGisteravond kwam de top van de Brusselse PS samen voor een ‘grote barbecue’ van de Brusselse federatie van de PS in het Jubelpark. Die verkiezingsbijeenkomst werd vervoegd door enkele tientallen militanten die er vreedzaam kwamen protesteren tegen de willekeurige en massale arrestaties en het politiegeweld waar ze op 15 mei het slachtoffer van werden bij een actie tijdens de European Business Summit, een top met patroons van multinationals.

    Op 15 mei werden maar liefst 281 mensen opgepakt en urenlang vastgehouden door de politie omdat ze het aandurfden om vreedzaam te betogen tegen besparingen en tegen de onderhandelingen over een transatlantisch verdrag gericht op de creatie van de grootste vrijhandelszone ter wereld met de VS en de EU. Het protest op 15 mei werd georganiseerd door de alliantie D19-20. De autoriteiten wilden de top van het patronaat duidelijk afschermen van de minste kritiek.

    Om tegen de repressie te protesteren kwamen er een oproep van JOC (Jeunes Organisés et Combatifs), USE (Union Syndicale Etudiante), Jeunes FGTB, JAC, Vonk, ALS, FAF, EcoloJ en CRER. In de oproep stelden deze organisaties: “Het is niet de eerste keer dat de stad het recht om te betogen of om een mening te uiten aan banden legt in naam van de machtigen. De afgelopen maanden waren er verschillende arrestaties en harde woorden van burgemeester Yvan Mayeur na de actie van 19 december waar de Europese Raad niet mee opgezet was, of nog de actie van Amnesty International die werd verboden om de Chinese leiders niet te schokken. Vandaag beweert meneer Mayeur dat de politie verder ging dan het kader dat hij had gesteld, dat hij dit maar eens bewijst. Ofwel distantieert hij zich van de verantwoordelijke politieman, commissaris Vandersmissen, ofwel heeft hij zelf bevel gegeven tot de arrestaties. Dat hij zich minstens excuseert aan de werkenden, studenten, landbouwers,… die urenlang in koude en vochtige cellen opgesloten zaten.”

    De militanten – vooral jongeren, maar ook syndicale militanten van CNE en CGSP – wilden de Brusselse burgemeester Yvan Mayeur hierover interpelleren. Ze trokken naar de barbecue en gingen er op de knieën zitten met de handen op het hoofd aangezien de autoriteiten blijkbaar denken dat een democratisch debat op dergelijke wijze mogelijk is. Mayeur werd steeds gevolgd door een zwijgende groep betogers en besloot uiteindelijk om de militanten enkele minuten toe te spreken om zich erg vaag uit te laten over het politiegeweld in een poging om de verantwoordelijkheid van zich af te schuiven. Uiteindelijk droop hij maar snel af.

    Hierna hielden de militanten elders een vergadering om de actie te evalueren en om na te denken over verdere stappen in de strijd. Er komen alleszins nieuwe acties om het recht op vrije meningsuiting en het recht om te betogen te verdedigen. Dit was slechts het begin, wij gaan door met de strijd!

    => Fotoreportage van Collectif Krasnyi

    Foto’s hieronder door PPICS – banque d’images

  • Verkiezingen. Welke linkerzijde versterken en om wat te doen?

    Standpunt door Nicolas Croes, Franstalige eindredacteur ‘De Linkse Socialist’

    De verkiezingen van 25 mei zijn historisch. Voor het eerst sinds de jaren 1980 kunnen verkozenen van radicaal links hun intrede in de parlementen maken, zowel op federaal als regionaal vlak. Premier Di Rupo waarschuwde echter meteen: “Iedere stem minder voor de PS is een stem die de weg voor rechts opent.” (1) Dit oude refrein is afgeleefd, gelukkig wordt dit argument steeds minder aanvaard.

    In een dubbelinterview met Yasmine Kherbache, zijn kabinetschef en sp.a-fractieleidster in de Antwerpse gemeenteraad, stelde Di Rupo: “Om de waarheid te zeggen: we hebben een inspanning van 22 miljard euro gedaan. Maar we hebben niet de ondernemers die werk creëren geviseerd.”(2) Dat is de realiteit: het zijn niet de zogenaamde ‘werkgevers’ – de grote bazen en speculanten – die geraakt worden, maar wel de gemeenschap, de werkenden en hun gezinnen. Dat zijn nochtans  diegenen die iedere vorm van rijkdom creëren. Om de waarheid te zeggen, Elio, wie opent hier eigenlijk de weg voor rechts?

    Het weerhield de voorzitter van het ABVV-Gewest Luik-Hoei-Waremme, Marc Goblet, er niet van om in de zakenkrant L’Echo uit te leggen waarom op de PS moet gestemd worden: “Het ABVV heeft nood aan een politiek verlengstuk in de regeringen om daar haar eisen naar voor te brengen.” (3) Dat is een opmerkelijk standpunt als je weet dat de laatste syndicale eis die door de PS werd gerealiseerd de invoering van de verhoogde tegemoetkoming in 1964 was… De PS is federaal aan de macht sinds 1988 en sindsdien zijn alle sociale verworvenheden afgebouwd. Zou het zonder de PS erger zijn? Dat argument wordt ons steeds opnieuw voorgelegd om de ene aanval na de andere te slikken. Het wordt tijd dat we daarvan afstappen en ons niet laten gijzelen door zogenaamd ‘links’ dat gespecialiseerd is in het verraden van onze belangen en het cumuleren van mandaten.

    Een front van sociaal verzet

    De peilingen voorspellen een electorale doorbraak voor PTB-GO langs Franstalige kant en in mindere mate ook voor PVDA+ langs Nederlandstalige kant. Het openen van die lijsten – zelfs indien het beperkt is tot onafhankelijke kandidaten en leden van SAP en Parti Communiste – is een stap vooruit. Maar het volstaat niet. Na 25 mei wachten ons vier jaren zonder verkiezingen. De burgerij wil daar gebruik van maken om een hard besparingsbeleid te voeren. We zullen een zo breed mogelijke eenheid van de werkende bevolking nodig hebben om daar tegen in te gaan. We zullen iedereen nodig hebben om samen te pleiten voor een terugkeer naar strijdbaar en gedurfd syndicalisme en om iedere vorm van verdeeldheid die de organisatie van onze strijd in de weg staat te overstijgen.

    Laat ons van de komende jaren gebruik maken om onze strijd te organiseren en er een breed politiek verlengstuk aan te koppelen naar het beeld van de oproep van het ABVV in Charleroi en Zuid-Henegouwen op 1 mei 2012. Toen riep het ABVV in Charleroi op tot een bundeling van de krachten links van de PS en Ecolo met respect voor elkaars eigenheid. We kunnen een eerste concrete stap in die richting zetten door nu al te bouwen aan een breed front van verzet tegen de besparingen.

    Enkele maanden geleden werd in Luik een platform opgezet tegen het Europese besparingsverdrag met onder meer militanten van PVDA, LSP, Véga, Mouvement de Gauche, CNE (de Franstalige tegenhanger van LBC), ABVV,… Er waren ook de acties van eind december tegen een Europese top die door verschillende organisaties werden ondersteund. Die ervaringen werden door iedereen positief bevonden. Waarom zouden we deze dynamiek niet op een grotere schaal verderzetten?

    Noten

    (1) Radio-uitzending Matin Première (RTBF) op 17 april 2014

    (2) Knack, 16 april 2014

    (3) L’Echo, 12 april 2014

  • Neen, Magnette, links versterk je niet door rechts te kopiëren

    Paul Magnette reageerde op de opiniepeiling van Ipsos, Le Soir en RTL waarin de Franstalige PVDA (PTB) bijna 7% haalde. Hij stelde: “Deze peiling toont aan wat we al wisten. Met name dat als extreem-links vooruitgaat, de linkerzijde verzwakt. Jammer genoeg betekent een stem voor extreem-links dat rechts er voordeel uit haalt.” Rijkelijk laat, op minder dan 100 dagen voor de verkiezingen, begint de PS van Magnette blijkbaar na te denken over hoe de linkerzijde kan versterkt worden.

    Jammer dat de partij van de premier daar niet aan dacht toen het loyaal het besparingsbeleid mee vorm gaf. Misschien kan Magnette eens uitleggen hoe hij denkt dat een verzwakking van onze levensstandaard de linkerzijde kan versterken? Bij het besparingsbeleid stapt de PS overigens zonder aarzelen mee in de verdeel-en-heerslogica waarbij de zwaksten eerst worden aangepakt. Werkloze schoolverlaters of asielzoekers worden hard geviseerd, als stormbreker om na de ‘zachte’ besparingen op de volledige werkende bevolking over te gaan tot harde aanvallen na de komende verkiezingen. De linkerzijde versterken kan door te vertrekken van solidariteit en strijd voor vooruitgang, niet door een poging tot gecontroleerde achteruitgang.

    De PS probeert het argument van het ‘minste kwaad’ een nieuwe invulling te geven. Een versterking van de PVDA zou volgens de PS haar positie tegenover de N-VA verzwakken en bijgevolg de kans op een rechtse regering vergroten. Dat was een te verwachten argument waarbij het overigens opvallend is dat de SP.a er amper nog mee uitpakt. Zou het zijn omdat de SP.a zonder problemen met dezelfde N-VA in de Vlaamse regering stapte? Of omdat de partij zo ver mee gestapt is in de logica van lastenverlagingen voor de grote bedrijven dat ze zelf beseft dat het verschil met de voorstellen van N-VA niet eens zo groot is? De dreiging van een regering onder leiding van N-VA is reëel en zou leiden tot een meer provocatieve aanpak van alle sociale verworvenheden. Waar de PS een poging onderneemt om die verworvenheden bij mondjesmaat af te bouwen, gedraagt N-VA zich als een olifant in een porseleinenkast.

    Maar het resultaat is niet zo verschillend. Na 25 jaar PS-bewind in de federale regering is de kloof tussen arm en rijk in dit land nog nooit zo groot geweest. De armoede nam toe, onze reële lonen namen af, de index werd ondermijnd, de jacht op de werklozen werd georganiseerd, de werkloosheidsuitkering werd voor schoolverlaters in de tijd beperkt tot drie jaar,… Hoeveel van die vetbetaalde topmanagers in (semi-)overheidsbedrijven werden door de sociaaldemocratie aangesteld? Hoeveel volledige of gedeeltelijke privatiseringen – ‘strategische consolidaties’ noemde Di Rupo het toen hij destijds private aandeelhouders voor Belgacom zocht – werden door de sociaaldemocratie doorgevoerd? Waar heeft de PS van Magnette en Di Rupo het verschil gemaakt?

    Een electorale versterking van PVDA en haar intrede in het parlement kan de volledige linkerzijde versterken. In landen waar meerdere linkse formaties aanwezig zijn, staat de linkerzijde doorgaans sterker dan in die landen waar één formatie een monopolie heeft. Denk maar aan Nederland, Duitsland, Griekenland,… Naar aanleiding van de persvoorstelling van de lijst PTB-GO langs Franstalige kant merkte Carlo Briscolini, voorzitter van het ABVV-Gewest van Charleroi en Zuid-Henegouwen, terecht op: “Het is door discussie en betwisting, wanneer verschillende tendensen zich uiten, dat een debat vooruit gaat.” Diversiteit versterkt de linkerzijde, maar dan mag die linkerzijde niet alleen bij verkiezingen aanwezig zijn. Iedere verkozen positie moet gebruikt worden om te bouwen aan een breed front van verzet tegen het besparingsbeleid dat na de verkiezingen zal volgen.

    Wij zijn het bijgevolg niet eens met de verklaringen van Magnette. Het is een poging om het oude argument van ‘het minste kwaad’ in een nieuw kleedje te stoppen. In het verleden heeft dit argument ons enkel meer asociale beleidsmaatregelen opgeleverd, er is niets dat aangeeft dat dit nu anders zou zijn. Integendeel, na de verkiezingen van mei is er een lange periode zonder verkiezingen en dus een uitgelezen ogenblik om tot hardere besparingen overgaan.

    Een uitgebreider standpunt van LSP over hoe wij tegenover de verkiezingen van mei 2014 staan, zal de komende dagen op socialisme.be verschijnen.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop