Your cart is currently empty!
Tag: Palestina
-
Beleid van Netanyahu leidt tot meer slachtoffers
Tactiek van “beheersing van het conflict” is compleet mislukt

Spandoek van de Socialistische Strijdbeweging op een betoging in Tel Aviv: “Joden en Arabieren samen in strijd tegen de regering van bezetting en kapitaal” Het arrogante beleid van “beheersing van het conflict” door de Israëlische premier Benjamin Netanyahu leidt dagelijks tot een groeiend aantal slachtoffers en dit langs beide kanten van de nationale verdeeldheid. Sinds begin oktober werden 58 Palestijnen, 10 Israëli’s en een asielzoeker uit Eritrea vermoord. Meer dan 4.000 Palestijnen en 100 Israëli’s raakten gewond, in het geval van een groot aantal Palestijnen gebeurde dit tijdens betogingen. Het was de dodelijkste maand in het nationale conflict sinds de de oorlog in Gaza in de zomer van 2014.
Artikel door Yasha Marmer, Socialistische Strijdbeweging (CWI in Israël/Palestina)
In zijn eerste ambtstermijn als premier beloofde Netanyahu op cynische wijze “een computer voor elk kind.” Zijn vierde regering vandaag belooft een geweer aan elke Joodse burger en de doodstraf voor elke Palestijnse verdachte. Het ministerie van binnenlandse zaken besloot om de wapenwetgeving minder streng te maken, waardoor het makkelijker wordt om een wapen in huis te halen. Ministers, burgemeester en politieverantwoordelijken riepen het publiek al op om zich te bewapenen. De afgelopen twee weken tijd was er een toename van het aantal aanvragen voor wapenvergunningen met 5000%.
De lijst van ‘onmiddellijke verdachten’ wordt ook elke week langer: Arabische Palestijnen, asielzoekers, Joden van Mizrahi Arabische of Kaukasische oorsprong – iedereen wordt een ‘potentiële terrorist’ tot het tegendeel bewezen is.
Woordvoerders van de regering kloppen samen met hun spreekbuizen in de gevestigde media overuren om elke kogel van het Israëlische leger, de politie en de grenspolitie te rechtvaardigen. Er wordt daarbij ingespeeld op de oprechte veiligheidsvrees onder de Joodse bevolking.
Op 21 oktober werd de Joodse veiligheidsagent Simha Hodedatov, afkomstig uit Dagestan, neergeschoten door twee Israëlische soldaten in Jeruzalem. De Israëlische media benadrukten dat Hodedatov tijdens de confrontatie met de soldaten “Ik ben Daaesh” (Isis) zou geroepen hebben. Andere verslagen stelden dat hij riep “Ben ik van Daaesh?”. Het doel van de verdraaiing was duidelijk: de schietpartij rechtvaardigen.
In het geval van Palestijnse verdachten gebeurt de ‘rechtvaardiging’ op automatische piloot. Toen de jonge Palestijnse vrouw Asra Abed uit Nazareth werd neergeschoten terwijl ze omringd was door tientallen gewapende agenten en soldaten, kreeg ze meteen het etiket “terrorist” opgeplakt. Palestijnen die vragen stellen en protesteren, werden door de Israëlische media beschuldigd van sympathie voor terrorisme.
Een week na het incident met de jonge vrouw verscheen een klein artikeltje in een lokale krant waarin stond dat de politie de mogelijkheid onderzoekt dat de vrouw helemaal geen aanval wou uitvoeren. Dit haalde de voorpagina’s niet.
Voor de moord op Abed was er het neerschieten van Fady Alon, een Palestijnse jongere die gefilmd werd toen hij probeerde te ontsnappen aan een groep Joodse kolonisten nadat hij naar verluidt een van hen zou neergestoken hebben tijdens een gevecht. Hij werd door een agent neergeschoten, die volgens de videobeelden niets ondernam om Fady Alon eerst te stoppen.
De Joodse terrorist die twee maanden geleden een dodelijke aanslag uitvoerde op een Gay Pride in Jeruzalem of de andere Joodse terroristen die recent werden opgepakt, werden bij hun arrestatie geen haar gekrenkt. Dat is geen toeval, het is het beleid dat van bovenaf wordt opgelegd.
Het beleid van executies zonder proces en de toekenning van het recht om te doden aan een steeds grotere groep, zal geen einde maken aan pakweg steekpartijen. Het zal geen veiligheid bezorgen aan de Israëlische Joden en al helemaal niet aan de Arabische Palestijnen en niet-Joden. Het is niet verbazingwekkend dat Palestijnse ouders uit Acre bang waren om hun kinderen naar een toneelstuk in Tel Aviv te laten gaan en de uitstap afzegden. Ook een aantal scholen uit Tel Aviv zegden geplande uitstapjes naar Jeruzalem af.
Verantwoordelijkheid doorschuiven
Waar de samenleving naartoe gesleurd wordt door deze regering, zagen we met de terreuraanslag op een busstation in Beer Sheva en een lynchpartij direct erna. Habtom Zarhum, een asielzoeker uit Eritrea wachtte op een bus toen het busstation werd aangevallen. Hij werd door veiligheidsagenten neergeschoten en vervolgens gelyncht en dit enkel en alleen omwille van zijn huidskleur. Hij betaalde met zijn leven voor de angstcampagne van de regering.
Op 21 oktober arresteerde de politie vier verdachten voor de lynchpartij. Twee ervan zijn cipiers. Ze werden een dag later op borgtocht vrijgelaten. Jonge Palestijnen die als Israëlische inwoners uit Haifa, Acre, Jaffa en andere plaatsen komen, werden daarentegen dagenlang vastgehouden omdat ze op Facebook hadden opgeroepen tot protestacties tegen de bezetting en tegen het regeringsbeleid.
Netanyahu en minister van defensie Ayalon probeerden de verantwoordelijkheid voor de lynchpartij te ontlopen en riepen burgers op om het recht niet in eigen handen te nemen. Maar de mensen die in de lynchpartij betrokken waren, volgden slechts de boodschap van het parlement, de minister van defensie, de premier en de ‘oppositie’ in het parlement op. Zeker de twee cipiers volgden het nieuwe semi-officiële beleid van executies zonder proces van elke (niet-Joodse) terreurverdachte.
De dood van Habtom Zarhum werd door de woordvoerders van de regering voorgesteld als het resultaat van tragische omstandigheden. Maar wie heeft die omstandigheden veroorzaakt? De regering reageert op de escalatie van het conflict – een escalatie die ze zelf heeft aangewakkerd – met steeds meer repressie tegen Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem. Er zijn arrestatiegolven, waarbij ook kinderen worden opgepakt, collectieve straffen, minder strenge wapenregels, er worden controleposten opgetrokken en er worden troepen ingezet in Palestijnse buurten van Oost-Jeruzalem. Dat heeft de situatie niet gekalmeerd maar net meer wanhopige Palestijnse jongeren vanuit Jeruzalem en andere plaatsen aangezet tot willekeurige aanslagen op Joden.
Volgens een peiling van de televisiezender van het parlement is 72% van de Israëli’s niet tevreden met de wijze waarop Netanyahu de “huidige terreurgolf” aanpakt. Zijn beloften om de rust te herstellen, werden niet in de realiteit gebracht. Volgens een eerdere peiling van hetzelfde kanaal, denkt 68% niet dat een ‘centrumlinkse’ regering onder leiding van Issac Herzog (Arbeiderspartij) of Yair Lapid (van de partij Yesh Atid) het beter zou doen.
Dit is niet verrassend, de oppositieleiders in het parlement hebben het rampzalige beleid van rechts steeds gesteund: het afsluiten van wijken in Oost-Jeruzalem, versoepeling van de mogelijkheid om te schieten op stenengooiers, strengere celstraffen, … Ze hebben het regeringsbeleid ondersteund zonder een alternatief naar voor te schuiven. De steun voor rechtse politici als Naftali Bennett en Avigdor Lieberman neemt toe, maar niet dramatisch.
Onder de Israëlische Joden is er een toename van nationalisme en steun voor rechts. Maar delen van de bevolking trekken de conclusie dat geen enkele gevestigde partij een uitweg uit de constante oorlogsdreiging kan bieden. De regering heeft geen militaire oplossing voor het nationale conflict en kan ook geen militaire ‘oplossing’ hebben, het maakt de situatie immers enkel erger. Zelfs legerleider Gadi Eizenkot gaf op de tweede televisiezender toe: “Er is geen militaire oplossing voor dit soort uitdagingen” (21 oktober 2015).
Er is dringend nood aan een gezamenlijke strijd van Joden en Arabieren tegen de escalatie van het conflict, willekeurige aanslagen op burgers en tegen het regeringsbeleid. Het is belangrijk dat deze strijd brede lagen van de samenleving mobiliseert tegen de oorzaken van het probleem: de bezetting en de nederzettingen, de discriminatie en nationale onderdrukking en het kapitalistische systeem. Dit moet gepaard gaan met een politiek alternatief: de opbouw van een linkse politieke kracht van Joden en Arabieren met een socialistisch programma.
-
Israël/Palestina. Nieuwe golf van repressie leidt tot woede en protest
Artikel door Yasha Marmer, Socialistische Strijdbeweging (CWI in Israël/Palestina)
De oorlog in Gaza afgelopen zomer leidde tot ongeveer 2.200 burgerslachtoffers. Sindsdien weigerden de Palestijnse gemeenschappen op de Westelijke Jordaanoever en vooral in het geannexeerde Oost-Jeruzalem om terug naar de ‘normale’ gang van zaken onder de bezetting terug te keren.Honderden en soms zelfs duizenden jonge Palestijnen kwamen bijna elke dag op straat in Oost-Jeruzalem om te betogen tegen de uitbreiding van de koloniale nederzettingen, de repressie en de nationalistische en religieuze provocaties.
Dit ging gepaard met een golf van protest in de Palestijnse gemeenschappen in Israël nadat de politie in het noorden van Israël de 22-jarige Khayr Hamdan in koelen bloede neerschoot en doodde. Er waren tienduizenden deelnemers aan een 24-urenstaking die werd uitgeroepen door de Hoge Raad van Arabisch-Palestijnen in Israël.
Premier Netanyahu reageerde als volgt op het protest: “Aan al wie betoogt tegen Israël en voor een Palestijnse staat heb ik een eenvoudige boodschap: ga daar dan wonen.”
Tegen de achtergrond van de hoge dodentol in de oorlog van afgelopen zomer en de uitbreiding van de nederzettingen en confiscaties van grond, gingen een aantal Palestijnse individuen over tot wanhopige acties waarbij mensen werden neergestoken of met een auto op mensen werd ingereden.
Het leidde tot de dood van zes Israëli waaronder een drie maanden oude baby. Bijna alle aanvallen eindigden op de plaats van de daad met de politie die de aanvallers doodschoot.
Aanval op synagoge
Bij een aanval op een synagoge in Jeruzalem op 18 november vielen er vier Israëlische doden. Opnieuw werden twee verdachten ter plaatse doodgeschoten. Deze moorden zonder rechtszaak worden volledig gesteund door het hoofd van de politie en de ministers.
De minister van Binnenlandse Veiligheid Yitzhak Aharonovitch had lof voor de politie die de verdachten doodschoot. Hij verklaarde dat wat hem betreft iedere terreurdaad moet eindigen met het ter plaatse doodschieten van de daders.
Er werd uiteraard enkel verwezen naar Palestijnen, Joodse terroristen die Palestijnse gemeenschappen aanvallen gaan vrijuit.
Een week voor de verklaring van Aharonovitch werd een vijfjarig Palestijns meisje vermoord bij een aanslag met een kolonist op de Westelijke Jordaanoever. De dader werd na een kort verhoor meteen vrijgelaten door de politie.
Toen Khayr vermoord werd door de politie, was de regering er snel bij om hem te omschrijven als een ‘terrorist’. Dergelijke verklaringen maken het duidelijk dat de gemeenschap en de familie van Khayr niet moeten rekenen op gerechtigheid bij het politie-onderzoek naar zijn dood.
Het doet denken aan wat er in oktober 2000 gebeurde toen 13 ongewapende Palestijnse burgers van Israël vermoord werden bij protestacties aan het begin van de tweede intifada. Geen enkele politieagent werd hiervoor vervolgd. Sindsdien werden 48 jonge Palestijnen met Israëlisch burgerschap vermoord door de politie. In slechts drie gevallen werd een agent veroordeeld.
De situatie op de Westelijke Jordaanoever is natuurlijk erger. Er werden minstens 50 Palestijnen door het leger of kolonisten vermoord sinds het begin van dit jaar. De moorden zijn een nieuwe poging van het Israëlische regime om het beeld van militaire suprematie te consolideren. De recente verklaringen dat er nog meer nederzettingen komen en dat honderden nieuwe huizen gebouwd worden in Oost Jeruzalem hebben deels hetzelfde doel.
Deze verklaringen moedigen extreemrechts en andere groepen van kolonisten aan. De voorbije maand werden tientallen huizen overgenomen in arme Palestijnse buurten in Silwan, het was twintig jaar geleden dat zoiets gebeurde.
Het gebeurde met ondersteuning en een grote aanwezigheid van de oproerpolitie en de grenspolitie. Ministers gaven er openlijk hun steun aan. Minister van huisvesting Uri Ariel, zelf van de op kolonisten gebaseerde racistische partij ‘Joodse thuis’, verklaarde zelfs dat hij in een van de huizen gaat wonen.
Tournee van kolonisten
De onteigening van Palestijnse gezinnen in Silwan gaat gepaard met provocatieve tournees van kolonisten op de Tempelberg. De zelfverklaarde doelstelling van deze acties is om de reeds bezette en geannexeerde onderdelen van de Al-Aqsa moskee te heroveren. Extreemrechtse parlementsleden en ministers nemen bijna wekelijks deel aan deze tournees.
Er zijn de laatste weken meer collectieve bestraffingen van Palestijnse wijken, dorpen en vluchtelingenkampen. Er is onder meer een beperking van de bewegingsvrijheid, huizen worden vernietigd en er zijn draconische boetes en vervoersprijzen.
Dit komt na bijna vijf decennia van stelselmatige discriminatie en crimineel negeren van de infrastructuur, een gebrek aan scholen, huisvesting en werk. De armoedegraad (78%!) en de werkloosheid (40% voor mannen, 85% voor vrouwen) staat op de hoogste niveaus sinds het begin van de bezetting in Oost-Jeruzalem in 1967.
Meer repressie
Er is een groeiende vrees onder het Israëlische establishment dat de situatie totaal uit de hand loopt. Het antwoord van de regering op het ongenoegen is steeds opnieuw meer repressie. Sinds het begin van de oorlog in Gaza warden ongeveer 1.000 Palestijnse jongeren opgepakt in Oost-Jeruzalem, waaronder heel wat minderjarigen.
De regering speelt cynisch in op de roep van de Israëlische inwoners van Jeruzalem naar veiligheid en stabiliteit. Daar wordt op ingespeeld met een beleid dat nog meer olie gooit op een vuur dat het establishment zelf heeft aangemaakt.
Met de belofte om de ‘rust weer te brengen’, beval de regering de inzet van 1.000 bijkomende agenten in Oost-Jeruzalem, 2.500 troepen op de Westelijke Jordaanoever en toegenomen politieaanwezigheid rond de Palestijnse gemeenschappen in Israël. Daarbovenop eist Netanyahu meer vernietigingen van huizen, het opleggen van boetes aan ouders van kinderen die met stenen gooien en een verbod op organisaties in Jeruzalem die ‘aanzetten tot onrust’.
Het ziet er naar uit dat een nieuwe massale opstand – een derde intifada – slechts een kwestie van tijd is. Sommige analisten in de Israëlische media verwezen bij de gebeurtenissen van de afgelopen weken al naar het idee van een nieuwe intifada in de vorm van een ‘stille intifada’ of een ‘stedelijke intifada’. In sommige gevallen wordt deze retoriek bewust gebruikt om angst te zaaien onder de Israëlische bevolking en om druk te zetten op de regering.
We moeten benadrukken dat de huidige protesten nog niet op massale schaal plaatsvinden en dat er dus nog geen intifada is in de echte betekenis van die term – een massale opstand tegen de bezetting en nationale onderdrukking. Een dergelijke vorm van opstand is wel noodzakelijk om een einde te maken aan de arrogante en brutale politiek van het Israëlische regime.
De door Fatah geleide Palestijnse Autoriteit (PA) blijft pleiten voor ‘samenwerking rond veiligheid’ met het Israëlische leger. Dit houdt het protest tegen en versterkt zelfs de onderdrukking ervan. Hamas aan de andere kant heeft enkele symbolische ‘dagen van woede’ uitgeroepen in de Westelijke Jordaanoever maar dan zonder de mogelijkheid of de wil om brede lagen te mobiliseren in een langdurige strijd.
De recente oorlog in Gaza toonde de beperkingen van de Israëlische militaire macht, maar ook dat de militaire krachtsverhoudingen in het voordeel van de Israëlische oorlogsmachine zijn. Er zijn de beperkingen van de diplomatie van de PA. Deze impasse kan leiden tot meer wanhopige en contraproductieve daden. Maar het kan ook leiden tot een grotere openheid voor nieuwe methoden van strijd en het kan leiden tot de creatie van nieuwe politieke krachten ter linkerzijde.
Massale en semi-massale betogingen in de bezette Palestijnse gebieden kunnen snel een internationale solidariteit teweegbrengen. Mogelijk kunnen dergelijke acties de revolutionaire strijd in de regio een nieuwe dynamiek geven. Het kan ook het beeld van een significant deel van de Israëlische samenleving veranderen en leiden tot steun. Recente peilingen geven aan dat de steun voor het beleid van de regering-Netanyahu zeker niet solide is.
Alternatief
Linkse socialisten in Israël doen er alles aan om de barsten in de steun aan de regering groter te maken. Tegen de achtergrond van de slechter wordende economische omstandigheden is dat zeker mogelijk. Er is dringend nood aan een politieke beweging vanuit de arbeidersbeweging om een socialistisch alternatief naar voor te schuiven.
De huidige fase van de strijd stelt de dringende nood aan democratisch verkozen comités in de Palestijnse gemeenschappen om verdere acties te organiseren, een brede laag van werkenden en jongeren te mobiliseren en de zelfverdediging, ook gewapenderhand, te organiseren tegen de repressie van het Israëlische leger en de aanvallen van de kolonisten.
Deze comités kunnen op alle niveaus in de samenleving tot discussie leiden over hoe de strijd voor nationale en sociale bevrijding vooruit kan gebracht worden.
-
Israëls geschiedenis van bezetting
Het stof is nog niet gaan liggen na de meest recente oorlog in Gaza waarin meer dan 2000 Palestijnse burgers omkwamen door het geweld van de Israëlische staatsterreur. Het is slechts het laatste bloedige hoofdstuk in de Israëlische bezetting. Het boek ‘Cursed Victory’ van Ahron Bregman biedt een nuttig beeld van de geschiedenis van de bezetting. Recensie door JUDY BEISHON.Het erg leesbare boek van Ahron Bregman behandelt de vier decennia van de Israëlische bezetting, van de oorlog tegen Egypte, Syrië en Jordanië in 1967 tot 2007. De auteur stelt dat de oorlog van 1967 “het keerpunt was waarop in de westerse perceptie de Israëli’s van de belegerde slachtoffers van Arabische agressie plots bezetters werden.” Hij is verbaasd dat een “levendige en intellectuele natie die het lijden van de geschiedenis kent de weg opging van militaire bezetting.” Bregman is een academicus aan King’s College in Londen, hij is van Israëlische afkomst en diende zes jaar in het leger (IDF). Hij verliet het land nadien wegens zijn verzet tegen de bezetting.
Op amper zes dagen in juni 1967 slaagde het Israëlische leger er onverwacht in om de Westelijke Jordaanoever, Oost-Jeruzalem, de Gazastrook, de Sinaï strook en de Golanhoogten te veroveren. De omvang van de overwinning leidde tot een euforische stemming in Israël. De machthebbers maakten daar gebruik van om het voorstel om het veroverde grondgebied terug te geven meteen van tafel te vegen. Zeker de Westelijke Jordaanoever en de ommuurde oude stad Jeruzalem waren belangrijk voor het regime, Jeruzalem werd als de basis van de Joodse geschiedenis gezien.
Bregman beschrijft de grootschalige vernieling van de dorpen in de Westelijke Jordaanoever tijdens de oorlog. In Oost-Jeruzalem werd de islamitische ‘Marokkaanse wijk’ weg geveegd, sommige inwoners warden levend begraven in het puin. De Golanhoogten werd op Syrië veroverd. Maar liefst 95% van de 138.000 inwoners vluchtten al voor de Israëli er aan kwamen of werden nadien verjaagd. Enkel de Druzen mochten blijven.
Het boek beschrijft ook de horror van de gedwongen emigratie van de Westelijke Jordaanoever naar Jordanië in 1967. Velen die toen hun huizen moesten verlaten, waren voorheen in 1948 al gedwongen om te vluchten. In 1967 werden sommigen ‘aangemoedigd’ om te vluchten, velen werden openlijk verplicht. Het resultaat was dat er “tussen 175.000 en 250.000 Palestijnen tijdens en onmiddellijk na de oorlog vertrokken, slechts een fractie van hen, misschien 14.000 in totaal, mocht terugkeren.” Daarnaast werden velen uit de Gazastrook verdreven naar de Westelijke Jordaanoever of Jordanië. In de 18 maanden na de oorlog verloor de Gazastrook “maar liefst een kwart van de bevolking van voor de oorlog.”
De toenmalige minister van Defensie, Moshe Dayan, wilde de bezetting zo onzichtbaar mogelijk maken. Bregman merkt terecht op dat dit niet uit bezorgdheid voor de Palestijnen was, maar om het verzet te beperken. De echte visie van Dayan wordt duidelijk gemaakt aan de hand van een citaat van hem in het boek: “We willen emigratie [uit de Westelijke Jordaanoever], we willen een nieuwe kaart.”
De zachte benadering van Dayan werd al gauw verlaten toen er een golf van verzet was in de scholen doorheen de bezette gebieden. Er werd gerevolteerd tegen de Israëlische dictaten die de geschiedenis herschreven. De stad Nabloes stond vooraan in het protest en de stakingen. Het leidde tot een gewelddadige wraakactie van het IDF met arrestaties, een avondklok, huiszoekingen en het platleggen van het telefoonsysteem en het openbaar vervoer. Dayan voerde zijn dreigement aan de stad uit: “Als jullie rebelleren, hebben we geen andere keuze dan jullie te breken.”
Enkele jaren ging een Israëlische generaal, Ariel Sharon, over tot een brutale aanval op de Gazastrook nadat een Joodse familie was aangevallen bij een bezoek aan Gaza. Er werden granaten in huizen gegooid vooraleer de troepen binnenvielen. Sharon liet toe dat huizen vernield werden zodat militaire voertuigen zouden kunnen patrouilleren.
De belangen van het Israëlische regime
De meeste gebieden die in 1967 werden veroverd, bleven in Israëlische handen. Enkel Sinai werd uiteindelijk opgegeven in het vredesverdrag van 1979. Bregman wijst op de enorme druk van de Amerikaanse president Gerald Ford om tot een akkoord tussen Israël en Egypte te komen. Zo werd in 1975 beslist om de wapenleveringen aan Israël stop te zetten. Er werden verder nog geheime beloften aan Israël gedaan inzake militaire en financiële steun. Bregman haalt de toenmalige minister van Defensie, Shimon Peres, aan die tevreden stelde: “We hebben weinig moeten opgeven om veel in de plaats te krijgen.”
Er werden een aantal Joodse nederzettingen opgezet in het eerste decennium van de bezetting. Er waren 3.200 kolonisten in de Westelijke Jordaanoever. In 1977 stond Menachem Begin aan het hoofd van de eerste rechtse Likoed-regering uit de geschiedenis van Israël. Hij “werkte een groot plan uit om de bezetting onomkeerbaar te maken, met als centraal element de bouw van Joodse nederzettingen.”
Een terugkerend element doorheen het boek is de terughoudendheid van het Israëlische regime om te investeren in de bezette gebieden. Dit bleek al vroeg toen Dayan de Jordaanse koning Hoessein toeliet om de lonen van de ambtenaren in de Westelijke Jordaanoever te blijven betalen en de Jordaanse munt in voege bleef. Alle aspecten van het leven van de Palestijnen werden beperkt door de verplichte toelatingen voor zowat alles, van het telen van bepaalde planten over het schilderen van huizen tot reizen. Een van de ergste beperkingen was de controle op de waterbevoorrading en het boren van nieuwe waterputten. Dit legde de landbouw aan banden terwijl dit een belangrijke bron van inkomsten was.
Desondanks was er een economische ontwikkeling in de bezette gebieden in de eerste jaren van de bezetting. Dit was op een ongezonde basis met Palestijnse arbeiders die naar Israël trokken om er als ongeschoolde of laagopgeleide arbeiders te werken en geld naar huis mee te nemen. Bregman merkt op dat de “leraars, dokters, ingenieurs en andere hoogopgeleiden – in feite de elite van de samenleving op de Westelijke Jordaanoever naar Saoedi-Arabië, Koeweit, Jordanië en andere landen trok.”
Van het begin van de bezetting was er verdeeldheid onder de Israëlische heersende klasse over hoe het verdr moest. Deze verdeeldheid duurt tot op vandaag voort. Het boek beschrijft de botsingen in 1967 tussen vicepremier Yigal Allon en Moshe Dayan, onder meer over hoeveel grondgebied zou veroverd worden, waar er nederzettingen zouden gebouwd worden, of er zou geprobeerd worden om de Palestijnen te ‘integreren’ of net volledig af te zonderen en of er grond zou terug gegeven worden aan Jordanië.
Eerste intifada
In december 1987 kwamen vier Palestijnen om het leven toen hun auto botste met een Israëlische tanktransporteur. Het leidde tot confrontaties die het begin vormden van de eerste zes jaren durende intifada (opstand). Alle woede en protest tegen de vernederingen door de bezetters – waaronder de uitbuiting van de arbeiders die elke dag naar Israël trokken om er rotjobs te doen – kwamen aan de oppervlakte in een spontane massarevolte doorheen Gaza en de Westelijke Jordaanoever. Ongewapende mensen vulden de straten, ook al schoot het IDF op de betogers. In de eerste intifada kwamen meer dan 1.000 Palestijnen om het leven. Toen de gevangenissen vol zaten, kregen Israëlische soldaten bevel om de “armen en benen van betogers te breken” als alternatief op arrestaties.
Het boek legt uit hoe Yasser Arafat en andere leiders van de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) vanuit hun ballingsoord Tunis probeerden militaire uitrusting te verzamelen vanuit Irak, Soedan en Jemen. Deze leiders waren “erg bezorgd dat de opstand werd geleid door lokale activisten waar ze weinig controle over hadden. Tegelijk was het duidelijk dat de rebellie van onderuit veel efficiënter was dan gewapende aanvallen op Israël.” Arafat gebruikte de autoriteit van de PLO onder de activisten om zich op te werpen als de verantwoordelijke voor de strijd.
Tegenover de hoofdzakelijk ongewapende opstand waarin vrouwen en kinderen een leidinggevende rol speelden, was het IDF niet in staat om zijn moderne hoogtechnologische wapens in te zetten. Er werden nieuwe methoden van repressie ontwikkeld, zoals voertuigen van waaruit rubberkogels konden afgeschoten worden. Er werden avondklokken ingesteld, huizen werden vernield, er waren martelingen en deportaties.
Bregman vestigt de aandacht op de breed verspreide vijandigheid van de Palestijnse bevolking tijdens de intifada tegenover zowel het regime van Jordanië als dat van Israël. Er was een afkeer tegenover het Jordaanse regime omdat het “invloed kocht” in de Westelijke Jordaanoever terwijl de bezetting gewoon doorging. Koning Hoessein was bovendien bang dat de intifada naar Jordanië uitbreiding zou nemen. Het zorgde er in 1988 voor dat hij afstand deed van de aanspraken op de Westelijke Jordaanoever en de banden ermee doorknipte. In het boek raakt Bregman de bezorgdheid van Hoessein voor de Palestijnse bevolking slechts beperkt aan. Hij wijst erop dat de Arabische elites en de wereldmachten vooral uit zelfbelang handelen als ze tussenkomen in het conflict.
De auteur is ook weinig genuanceerd in de grote rol die hij aan de Amerikaanse leiders toeschrijft bij het bekomen van vredesakkoorden. Die kwamen er volgens Bregman omdat de VS “hard kan zijn tegenover Israël en wanneer het nodig is het regime tot een compromis kan omkopen.” Nochtans omschrijft hij zelf de enorme steun van de VS aan het Israëlische regime en dat gedurende een lange periode. Hij haalt aan dat de Amerikaanse president Bill Clinton de toenmalige Isaëlische premier Ehud Barak achter de schermen gerust stelde en wees op de “onwrikbare Amerikaanse toewijding aan de veiligheid van Israël en aan het behoud van kwalitatieve wapens”, naast de “vastberadenheid om Israël op lange termijn een blijvende diplomatieke, economische, veiligheids- en technologische steun te bieden.”
Later in 1988, onder druk van de intifada, vergaderde de Palestijnse Nationale Raad in Algiers en werd zowaar besloten om een Palestijnse staat uit te roepen op de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook, dat is op 22% van het Palestijnse gebied van voor de Eerste Wereldoorlog toen het onder Brits mandaat stond. Voor het eerst werd VN-resolutie 242 inzake het bestaansrecht van Israël erkend.
Oslo-akkoorden
In september 1993 werd na onderhandelingen in Oslo een akkoord gesloten door Arafat en premier Yitzhak Rabin. Het bestond uit het einde van de intifada. Zoals Bregman opmerkt, werd het vooruitzicht van een Palestijnse staat indirect naar voor geschoven maar zouden er voor iedere stap in de richting van echte onafhankelijkheid verdere onderhandelingen nodig zijn. Maar het akkoord liet Arafat toe om terug te keren naar Gaza om er aan het hoofd te staan van een Palestijnse Autoriteit (PA) die een aantal administratieve verantwoordelijkheden kreeg in een deel van de Gazastrook en in Jericho. Met het akkoord Oslo II zouden een jaar later nog andere gebieden volgen. Maar ondertussen nam ook het aantal Joodse nederzetten massaal toe, in de zeven jaar na Oslo I groeide het leger van kolonisten aan van 120.000 tot 206.700.
Tegen het einde van 2000 was het duidelijk dat het Oslo-proces en nieuwe onderhandelingsrondes geen antwoord boden op de verwachtingen van de Palestijnen. De veiligheidsdiensten waarschuwden Barak dat een nieuwe rebellie in de lucht hing. Bregman brengt heel wat details over de vredesonderhandelingen doorheen de jaren, hij schetst de vele tactieken om uitstel te bekomen, de manoeuvres achter de schermen, de uitvluchten of de wijze waarop de elite terug krabbelde.
Bregman haalt informatie aan van diplomatieke communicatie die nooit voorheen publiek bekend was, waaronder informatie van de Israëlische geheime diensten. Er is zelfs een opgenomen telefoongesprek tussen Clinton en andere wereldleiders, de Amerikaanse steun aan Israël betekende niet dat de VS vanuit Israël niet bespioneerd werd. Vorig jaar werd bekend hoe Amerikaanse veiligheidsagenten Israëlische leiders bespioneren – kortom, ze bespioneren elkaar allemaal. De conversaties die in het boek aangehaald worden zijn interessant en bieden meer details over de onderhandelingen, maar tegelijk bevestigen ze enkel wat al geweten was zonder iets fundamenteel nieuw hieraan toe te voegen.
De meest aanstootgevende punten omvatten onder meer de wijze waarop Israëlische agenten omgaan met Palestijnen die aangezet worden om als informant op te treden. De methoden om daartoe te komen omvatten onder meer chantage nadat het leven van mensen volledig wordt doorzocht om zwakheden te vinden, het nemen van foto’s van vrouwen die naakt zijn of nog het weigeren van toelatingen voor wie niet ‘meewerkt’.
Langs de andere kant is het nuttig om te wijzen op de 43 afgestudeerde leden van de geheime diensten van het IDF die in september 2014 aankondigden dat ze zouden weigeren om als reservist dienst te doen als het om de Palestijnse gebieden gaat. Ze weigeren nog langer de “rechten van miljoenen mensen met de voeten te treden” door willekeurige doelwitten in de Palestijnse gebieden aan te pakken of door informatie te verzamelen die er enkel op gericht is om mensen tot collaboratie aan te zetten. Ze stelden ook dat een groot aantal mensen die zij hadden gevolgd burgers waren die niets te maken hadden met militaire activiteiten tegen Israël. Het ging onder meer om mensen die politiek actief waren.
Tweede intifada
De veiligheidswaarschuwingen aan Barak bleken correct te zijn. Toen Ariel Sharon op provocatieve wijze de Tempelberg bezocht in september 2000 vormde dit de aanleiding voor de tweede intifada, ook gekend als de al-Aqsa intifada omdat de al-Aqsa moskee zich op de Tempelberg bevindt. Dit is een van de heiligste sites van de moslims.
Alle woede tegenover de toegenomen Israëlische kolonisatie van gebieden en de armoede en repressie die de Palestijnen ondergingen, kwam opnieuw tot uitbarsten. Bregman wijst erop dat deze intifada begon als een ongewapende volksopstand. Hij stelt dat het Israëlische leger het wilde omvormen tot een gewelddadige opstand zodat ze voordeel zouden halen uit hun technologische overwicht. Het IDF vuurde maar liefst 1,3 miljoen kogels af in de eerste maand van de intifada. Het leger “slaagde er effectief geleidelijk aan in om de Palestijnse volksopstand om te vormen tot een gewapende opstand waarbij geweren de stenen vervingen.”
Het IDF zette helikopters in, oorlogsvliegtuigen en had een beleid om doelwitten te vermoorden. De nieuwe premier Sharon, leider van de rechtse Likoed-partij, stelde aan zijn legerleider: “Val de Palestijnen overal op hetzelfde moment aan. De Palestijnen moeten iedere morgen wakker worden en vaststellen dat er twaalf doden zijn.” Het boek ‘Cursed Victory’ maakt duidelijk dat iedere nieuwe cyclus in het bloedbad erger werd en meer bloedbaden bracht. Dit werd opnieuw bevestigd met de recente slachtpartijen in Gaza de afgelopen jaren, zelfs indien deze niet aan bod komen in het boek dat beperkt is tot 2007.
Voor de Israëlische kapitalisten was het problematisch dat de Palestijnen in Israël ook in actie kwamen tijdens deze intifada. Ook zij werden met geweervuur beantwoord. Het duurde niet lang voor de Palestijnse milities vanuit de bezette gebieden overgingen tot zelfmoordaanslagen in Israël. In de eerste twee jaar van de opstand waren er 145 zelfmoordaanslagen. Bregman begrijpt waarom de Palestijnse milities overgingen tot willekeurige aanslagen en wijst ook op de beperkingen ervan tegenover de militaire macht van het IDF. Het boek geeft wel geen suggesties van hoe de strijd dan wel kan gevoerd worden. In juli 2014 stelde Bregman in een interview met het magazine Cicero dat er nood is aan ‘vreedzaam verzet’ waarbij hij dit uitwerkte met het idee dat “de Palestijnen bijvoorbeeld de sociale media kunnen gebruiken om zoveel mogelijk Palestijnen aan te moedigen om op straat te komen, omhuld door witte lakens om bloemen naar de soldaten te gooien.”
Vreedzaam verzet moet niet tegenover het recht op gewapende acties geplaatst worden. Wij verdedigen het recht van de Palestijnen op wapens om zich te verdedigen tegen de bezetting. We koppelen er aan dat er democratische controle van de Palestijnse strijd moet zijn en massale betrokkenheid. We verzetten ons tegen willekeurige acties tegen burgers, niet in het minst omdat het de joodse arbeiders in de handen van de meest reactionaire Israëlische politieke partijen duwt wat de de belangen van de heersende klasse versterkt.
Tweestatenoplossing
Toen Clinton een laatste vredesvoorstel deed dat in December 2000 door Barak aanvaard werd, was er volgens Bregman “weinig twijfel dat Arafat een kans misliep om een onafhankelijk Palestina met Oost-Jeruzalem als hoofdstad te bekomen, met ook Palestijnse soevereiniteit op Haram al-Sharif.” Bregman speculeert over waarom Arafat dit weigerde, hij suggereert dat hij wilde wachten om het recht op de terugkeer van vluchtelingen te bekomen.
De gedetailleerde beschrijving van de toegevingen kunnen het algemene beeld wat vertroebelen. Feit is dat er nooit een echt onafhankelijk Palestina op tafel werd gelegd, een onafhankelijk land met controle op zijn grenzen en natuurlijke grondstoffen. De Israëlische regering wilde de Palestijnse strijd stoppen door de directe bezetting van bepaalde stukken te stoppen en de repressie daar over te dragen aan de elite rond Arafat. De door Arafat geleide PA had aangetoond dat ze zelf ook in staat was om een dictatoriaal bewind op te leggen om de eigen belangen, en die van het Israëlische regime, te dienen. Er werd niet geaarzeld om over te gaan tot arrestaties, onder meer van syndicalisten en mensenrechtenactivisten.
Wat ook de machinaties achter elk ‘vredesproces’ zijn, de Israëlische heersende klasse was nooit bereid om tot een echte onafhankelijke Palestijnse staat te komen. Die heersende klasse vreest dat er in een echte onafhankelijke Palestijnse staat wel eens leiders zouden verkozen worden die erg vijandig staan tegenover de Israëlische belangen. Het VS-imperialisme steunt het Israëlische regime – met hoogtes en laagtes – om geopolitieke redenen en omwille van de klassenbelangen van Amerikaanse kapitalisten die banden hebben met het Israëlische kapitalisme. De belangen van de gewone werkende bevolking langs beide kanten van het Israëlisch-Palestijnse conflict zijn geen factor voor de VS.
Een vorm van Palestijnse entiteit of ‘staat’ kan onderhandeld tot stand komen onder het kapitalisme, maar enkel op een socialistische basis zal de Palestijnse roep naar nationale bevrijding ook echt kunnen ingelost worden, samen met een permanente vrede in het belang van alle werkenden. Enkel de opbouw van bewegingen die leiden tot het publiek bezit van de sleutelsectoren en diensten onder democratische arbeiderscontrole kan ervoor zorgen dat er aan beide kanten van de verdeeldheid in basisgoederen wordt voorzien. Dat zou de deur openen voor wederzijds gunstige samenwerking en het zou de huidige problemen oplossen in het kader van een confederatie van een socialistisch Palestina en een socialistisch Israël.
Vandaag is er pessimisme over het vooruitzicht van twee staten, dat pessimisme is begrijpelijk toegenomen in de regio als gevolg van de mislukte onderhandelingen tussen kapitalistische politici en de bijna onophoudelijke bouw van Israëlische nederzettingen en infrastructuur. Tegelijk is slechts een minderheid van Palestijnen en een minderheid van Israëlische joden voorstander van een ‘oplossing’ in de vorm van één staat. Een van de centrale redenen hiervoor is het feit dat de bevolkingsgroepen vrezen om een gediscrimineerd onderdeel te worden in die ene staat. Voor de Israëlische joden was de staat Israël bedoeld om een garantie op het behoud van hun tradities en veiligheid te bieden, een grote meerderheid zou dan ook tegen het idee van een staat met potentieel een Palestijnse meerderheid zijn. Dat kan ook niet zomaar opgelegd worden.
In 2005 zag Sharon toe op een eenzijdige terugtrekking van Joodse nederzettingen uit de Gazastrook en er werden symbolisch ook enkele nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever afgebroken, maar tegelijk werd een scheidingsmuur gebouwd. Die scheiding werd eerst verdedigd door Barak toen hij leider was van de Israëlische Arbeiderspartij, het maakt meteen duidelijk hoe weinig verschil er is tussen de gevestigde politici in Israël. Sharon wilde een gedwongen opdeling afdwingen om de belangrijkste nederzettingen van Israël te behouden en uit het doodlopend straatje van militaire repressie te halen alsook uit het vooruitzicht van een staat waarin de joden een minderheid zouden vormen. Het doel was tevens om toegevingen in de richting van een Palestijnse staat te vermijden.
De Israëlische heersende klasse was verschrikt toen Hamas in 2006 de verkiezingen won en doorheen de PA aan de macht kwam. Het boek ‘Cursed Victory’ herinnert de lezers eraan dat de Israëlische leiding in de jaren 1980, toen aanhangers van de Egyptische Moslimbroeders een activiteit aan de dag legden in de bezette gebieden, actieve steun gaf aan de versterking van de islamitische groepen. Die werden gezien als een tegengewicht voor de seculiere nationalistische PLO die volgens de Israëlische leiders een grotere bedreiging vormde.
Op het einde van zijn boek stelt Bergman dat “het verdict van de geschiedenis op de vier decennia van bezetting zal terugkijken als een zwarte periode in de Israëlische en ook in de Joodse geschiedenis.” Hij waarschuwt dat het “vele generaties kan duren vooraleer er echte verzoening komt.” Maar gewone mensen langs beide kanten van de nationale verdeeldheid kunnen niet gewoon toekijken en wachten op het einde van het bloedige conflict. Er moet dringend gebouwd worden aan onafhankelijke arbeidersorganisaties in zowel Israël als de Palestijnse gebieden om een socialistisch programma naar voor te schuiven dat de richting naar een totaal andere toekomst kan aangeven.
“Cursed Victory: a history of Israel and the occupied territories” door Ahron Bregman, Allen Lane, 2014
-
Socialisme en nationale rechten. Het debat over Oekraïne, Israël/Palestina en andere landen
Dossier door Peter Taaffe
Het bloedige conflict in Oekraïne heeft samen met het bloedbad onder de Palestijnse bevolking in Gaza het thema van de ‘nationale kwestie’ eens te meer op de politieke agenda geplaatst. Hoe kunnen we een weg opgaan die schijnbaar eeuwenoude onoplosbare kwesties wel tot een oplossing kan brengen? Dat is een vraag die zich op scherpe wijze stelt voor de arbeidersbeweging, zeker in de regio’s die onmiddellijk geraakt worden door de oorlog maar ook voor de internationale arbeidersbeweging.De gebeurtenissen van de afgelopen maanden hebben aangetoond dat de verschillende kapitalistische machten niet bereid en niet in staat zijn om een democratische en rechtvaardige oplossing te bieden voor de situatie in Oekraïne. De hypocrisie van het VS-imperialisme en het Europese kapitalisme langs de ene kant en het Russische oligarchische regime van Poetin langs de andere kant dat zich plots opwerpt als verdediger van ‘onderdrukte naties en minderheden’ zal weinigen om de tuin leiden. Het gaat immers om een weinig verholen berekening van de eigen strategische politieke en militaire belangen. ‘Het recht op zelfbeschikking’ is voor hen een holle frase die zodra ze in de weg staat snel aan de kant wordt geschoven.
“We zullen Rusland klein krijgen met sancties”, waarschuwden de grote Westerse imperialistische machten onder leiding van de VS. “We zullen wraak nemen met eigen sancties en beginnen met het in beslag nemen van de bezittingen van Britse bedrijven, waaronder Shell en British Petroleum”, antwoordde het regime van Poetin.
Terwijl de kapitalisten en hun partijen en vertegenwoordigers geen oplossingen hebben, tonen velen ter linkerzijde, met inbegrip van sommigen die zichzelf als marxisten zien, een complete ideologische verwarring en hulpeloosheid tegenover de harde nationale en etnische conflicten in Oekraïne en het Midden-Oosten. Er zit geen greintje socialisme, laat staan marxisme, in de benadering van een groot deel van de linkerzijde.
Zo was er op de recente betoging tegen het bloedbad in Gaza een pamflet van ‘Solidariteit met het antifascistisch verzet in Oekraïne’. Daarin stond: “We zijn tegen de steun van Groot-Brittannië en de Westerse regeringen aan het extreemrechtse regime in Kiev.” Daar is op zich niets mis mee, de regering van Kiev baseert zich inderdaad op rechtse en zelfs neofascistische krachten voor de moorddadige campagne in oostelijk Oekraïne. Maar waar is de veroordeling van het imperialistische en oligarchische regime van Poetin? Dit regime stelt openlijk dat ze het ‘nabije buitenland’ wil domineren, onder meer landen van de voormalige Sovjetunie waarbij niet wordt geaarzeld om democratische en nationale rechten aan de kant te schuiven.
Dat alles blijft onvermeld. Een prominente verdediger van de campagne verklaarde op de oprichtingsconferentie wel: “Het is niet mijn taak om de Russische oligarchie te bekritiseren. Maar als ik dat zou doen, zou het niet zijn omdat ze teveel tussenkomen maar wel omdat ze niet tussenkomen.” Onwaarschijnlijk genoeg werd eraan toegevoegd dat de nationale kwestie in Oekraïne niet aan de orde is en dat “als het VS-imperialisme, de NAVO, Angela Merkel, de Conservatief-liberale Britse regering en de Oekraïense fascisten aan de ene kant staan, ik weet aan welke kant ik sta.” Dit impliceert dat de arbeidersbeweging – en we mogen niet vergeten dat dit van een ‘marxist’ komt – aan de kant van Poetin zou moeten staan om de interventie van dit oligarchisch regime in Oekraïne te steunen.
Wij hebben steeds de legitieme nationale aspiraties van de bevolking van Oekraïne, Krim,.. verdedigd, terwijl we ons tegelijk verzetten en opkomen tegen extreemrechts en de openlijk fascistische krachten in Oekraïne, die overigens in de laatste verkiezingen niet meer dan 3% van de stemmen haalden. Tegelijk proberen we de klasseneenheid te bewerkstelligen en te versterken. We geven kritische steun aan oprechte socialistische krachten, zelfs indien ze bijzonder zwak staan.
Geen afgewerkte formules
Het is belangrijk om de oprecht democratische en nationale aspiraties van de volkeren in Oekraïne en de regio te ondersteunen. Zo was het met betrekking tot Krim correct om steun te geven aan het recht op zelfbeschikking – met inbegrip van afscheiding van Oekraïne – toen dit de wens van de overweldigende meerderheid van de bevolking bleek te zijn. Terwijl marxisten kritische steun geven aan oprechte onafhankelijkheidsbewegingen, verdedigen we ook steeds de rechten van alle minderheden. In het geval van Krim ging het onder meer om de Tataren en andere groepen.
Er werd beweerd dat het referendum op Krim niet op een eerlijke en doorzichtige wijze werd gehouden. Maar tegelijk was er weinig twijfel dat een meerderheid van de bevolking effectief aansluiting bij Rusland wilde. Alle twijfels zouden aan de kant kunnen geschoven worden met de verkiezing van een revolutionaire grondwetgevende vergadering op basis van massale comités die een uitdrukking geven aan de wil van de bevolking.
Betekent dit dat we de voorkeur geven aan separatisme en het opbreken van voorheen geïntegreerde staten? Neen, niet automatisch. Er zijn geen in steen gebeitelde formules als het over de nationale kwestie gaat. De situatie in Oekraïne is erg volatiel en ontwikkelt snel. Wat op het ene ogenblik een correcte eis is, kan door de gebeurtenissen achterhaald worden.
Maar we geven in geen enkel geval steun aan het gedwongen behoud van een groep of een nationaliteit binnen een staat die door hen gezien wordt als een onderdrukker. We zijn voorstander van een vrijwillige socialistische confederatie. Het was met deze methode dat een echte ‘Sovjet-Unie’ werd gevestigd door Lenin en Trotski. Dit had niets te maken met de stalinistische karikatuur waarin de dominantie van een centrale bureaucratische Russische elite tot stand kwam.
Zoals Lenin meer dan 100 jaar geleden stelde, kan een nieuwe samenleving die democratisch en socialistisch is niet opgebouwd worden op de minste ‘verplichting’ van de ene nationaliteit of groep tegenover een andere. Het recht op zelfbeschikking heeft doorgaans betrekking tot een nationaliteit die verbonden is met een territoriale entiteit. Maar dit recht kan soms ook de vorm van een kleinere entiteit of zelfs een stad aannemen indien deze zich anders beschouwt dan de andere landen of regio’s. Zo moeten we in de toekomst rekening houden met een speciale entiteit voor Brussel binnen een Belgische socialistische confederatie, de bevolking van Brussel onderscheidt zichzelf immers van deze in Wallonië en Vlaanderen.
De strijd in Oekraïne, zeker in het oosten van het land, kan dermate gefragmenteerd raken doorheen het bloedige conflict dat momenteel plaatsvindt, dat het niet leidt tot een duidelijke afgelijnde staat maar dat er een opbreken van de regio is. In de miljoenenstad Donetsk, die gebombardeerd wordt door de Oekraïense regering en een dode stad dreigt te worden, is het niet uitgesloten dat de bevolking afscheiding wil van zowel Oekraïne als Rusland. Marxisten zouden de bevolking van de stad hierin steunen als dat is wat ze willen, tegelijk zouden we dit verbinden aan de strijd voor een socialistische confederatie in Oekraïne en de regio.
Een dergelijke ontwikkeling is helemaal niet denkbeeldig, zoals sommige critici suggereren. De unipolaire wereld met de VS als dominante wereldmacht die overal zijn stempel op de gebeurtenissen kan drukken, behoort tot het verleden. De VS is nog steeds de belangrijkste economische en militaire macht en zal dit nog een tijdlang blijven. Maar er zijn grenzen aan de macht van de VS. Er duikt een nieuw post-Irak ‘syndroom’ op met onder de Amerikaanse bevolking een grote gevoeligheid voor oorlog en een verzet tegen het beleid van permanente interventies. Luchtbombardementen en het gebruik van drones genieten nu de voorkeur. Maar dergelijke bombardementen leveren vaak het omgekeerde resultaat op van wat de bedoeling was.
Israël/Palestina
Zoals de draad van Ariadne is enkel een uitgewerkte marxistische analyse in staat om het kluwen van de nationale kwestie te ontcijferen. Dit is zeker het geval voor de complexe kwestie van de nationale rechten van de Palestijnse en Israëlische volkeren, een kwestie die eens te meer op de voorgrond trad met het conflict in Gaza, dat steeds meer aan Grozny doet denken met een enorm aantal doden en een kwart van de bevolking die intern op de vlucht is.
Het CWI heeft consistent naar voor gebracht dat een uitweg uit dit bloedige conflict waarbij de rechten van Palestijnen en Israëli worden gerespecteerd uit een langetermijnoplossing van twee staten bestaat – een socialistisch Palestina en een socialistisch Israël met mogelijk Jeruzalem als gedeelde hoofdstad en dit in het kader van een socialistische confederatie. Dat heeft samen met onze afkeer van willekeurige sancties tegen Israël – sancties die de Israëlische arbeiders verder in de armen van de reactionaire regering kunnen duwen – geleid tot kritiek van onder meer de International Socialist Organisation (ISO) in de VS.
Zij schreven op 17 augustus een kritiek op de Amerikaanse afdeling van het CWI, Socialist Alternative. Daarin stelde de ISO dat onze houding “tegenover Israëlische Joodse arbeiders consistent is met de politieke positie die historisch wordt verdedigd door de internationale groepering van Socialist Alternative over het recht van Israël om te bestaan. Dit geloof in het recht van de Israëli om een eigen natie te vormen bepaalt de positie van het CWI en Socialist Alternative over BDS [boycot, desinvesteringen en sacties]. Maar het is gebaseerd op een fundamenteel verkeerd beeld op het socialistische principe van het recht van naties op zelfbeschikking. In de marxistische traditie is er geen steun voor de positie dat een koloniale staat – in de regel een apartheidstaat, of het nu een Joodse staat is waar niet-Joden politiek de mond gesnoerd worden of het apartheidsregime in Zuid-Afrika destijds waar niet-blanke Zuid-Afrikanen geen politieke rechten hadden – het recht heeft om te bestaan.”
Het recht op zelfbeschikking is in tegenstelling tot wat de ISO beweert geen ‘socialistisch principe’ maar een democratische taak. Oprechte democratische principes worden in dit tijdperk enkel gerealiseerd door een socialistische revolutie. We hebben de argumenten van de ISO al meermaals beantwoord. In het boek ‘Marxism in Today’s World’ stelden we: “De belangrijkste wet van de dialectiek is dat de waarheid concreet is. Historisch wordt niet betwist dat het trotskisme, van de tijd van Trotski zelf, gekant was tegen de vorming van een Joodse staat op Palestijns grondgebied. Dat was zijn algemene positie in het interbellum. Maar hij paste zijn standpunt aan toen de nazi-vervolging van de Joden bekend raakte. Er drong zich een nieuwe situatie op. Trotski was steeds flexibel om rekening te houden met nieuwe belangrijke ontwikkelingen. Er was onder de Joodse bevolking een gevoelen dat ze uit Duitsland en Europa weg moesten en dit ging gepaard met een groeiende steun voor de droom van een nieuw thuisland.
“Trotski stelde dat als de Joden onder het socialisme een staat wilden in, laat ons zeggen een deel van Afrika met goedkeuring van het Afrikaanse volk of in Latijns-Amerika, we dit zouden moeten overwegen. Maar niet in Palestina. Dat zou een bloedige val zijn voor de Joden. Het is opmerkelijk hoe deze voorspelling zich heeft gerealiseerd. De trotskistische beweging heeft zich verzet tegen een aparte Joodse staat in Israël omdat het een hindernis was voor de Arabische revolutie. Israël werd opgezet als gevolg van de kolonisatie van Arabisch grondgebied, door het verdrijven van Palestijnen en door een mengeling van een radicale en zelfs ‘socialistisch aandoende’ nationalistische retoriek naar de Joodse bevolking die de nachtmerrie van de Holocaust en de Tweede Wereldoorlog had overleefd.”
Rond de kolonisten stelden we: “Een staat of reeks staten kan gevormd worden door het brutaal verdrijven van volkeren. Kijk naar hoe de Griekse bevolking werd verdreven uit delen van het nabije Oosten of de Turken uit Griekenland na de val van het Ottomaanse rijk. Als je teruggaat en de kaart hertekent, zouden er nu grote uitwisselingen van bevolkingsgroepen zijn. Als gevolg van de verschrikkelijke misdaden tegen de Joden in Europa onder het nazi-kapitalisme, werd dit als rechtvaardiging gebruikt voor een misdaad tegen de Palestijnse bevolking. Dat blijft een onbetwistbaar historisch feit.”
“Maar de realiteit vandaag, na verloop van tijd, is date r een Joods of Israëlisch nationaal bewustzijn tot stand is gekomen. Wat zeggen marxisten daarover? Negeren we gewoon de reële situatie en blijven we vasthouden aan de oude positie? De oplossing van … [ISO en co] en anderen ter linkerzijde is een Palestijnse staat – wat aanvankelijk ook ons standpunt was – in de vorm van een eengemaakte Palestijnse staat met rechten voor de Joodse bevolking in deze Palestijnse staat. Ze brengen dit evenwel naar voor in een burgerlijke context, terwijl wij het altijd in een socialistisch kader zagen. We verdedigen geen tweestatenoplossing op burgerlijke oplossing, zoals sommige kleine groepen dat doen. Dat is immers een utopische droom.”
Eerdere voorstellen voorzagen slechts een klein deel van het oorspronkelijke Palestina voor de Palestijnse bevolking. De voormalige Israëlische premier Olmert “stelde voor om Palestina te herverdelen, een voorstel dat nu niet meer op de agenda staat, waarbij amper 10% als staat voor de Palestijnen zou overblijven. Dat is een soort Bantoestan. Het is geen leefbare staat voor de Palestijnse bevolking. Er is geen mogelijkheid van een leefbare kapitalistische tweestatenoplossing. Een tussentijds akkoord is niet uitgesloten, maar het is geen oplossing voor de nationale problemen van zowel de Palestijnen als de Israëli. Maar het idee van een tweestatenoplossing, van een socialistisch Palestina en een socialistisch Israël binnen een socialistische confederatie van het Midden-Oosten is, op dit ogenblik, een correcte programmatorische eis.” (Marxism in Today’s World, editie uit 2013, p 29-30)
De ISO en anderen doen het idee van een socialistische confederatie in het Midden-Oosten af als een onrealistische oplossing voor de problemen van de massa’s in de regio. Maar de kapitalisten zelf hebben wel oog voor de mogelijke economische voordelen van een regionale confederatie. “Zo heeft Egypte bijvoorbeeld lageloonarbeid maar een hoge jongerenwerkloosheid. Buurland Libië heeft teveel kapitaal, enorme infrastructuurprojecten en een onbevredigbaar tekort aan arbeidskrachten. Turkije heeft de expertise om luchthavens, bruggen en wegen te bouwen. Deze elementen moeten verbonden worden. Volgens ons onderzoek werd de afgelopen maanden minstens 20 miljard dollar vanuit de Golflanden aan Egypte beloofd, maar er is geen plan op lange termijn. De Arabische Liga, de bestaande regionale structuur, heeft niet de geloofwaardigheid, de capaciteit of de creativiteit om deze naties aan hetzelfde zeel te laten trekken.” (Financial Times, 20 juni 2014)
De kapitalisten in het Midden-Oosten zijn niet in staat om een dergelijk project te realiseren. De arbeidersklasse daarentegen kan op verenigde wijze werken en democratisch socialisme doorheen de regio vestigen om een socialistische confederatie te vestigen.
Campagnes om Israël te boycotten
De ISO maakt een wel erg ruwe vergelijking tussen Israël vandaag en Zuid-Afrika ten tijde van de apartheid. Dit versterkt hun kritiek op het CWI niet, het ondermijnt het slechts verder. In tegenstelling tot wat de ISO beweert, zijn er grondige verschillen tussen het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime en Israël, niet in het minst op demografisch vlak. Er waren zeven keer meer Afrikanen en anderen dan blanken in Zuid-Afrika. Dat is momenteel niet het geval in Israël/Palestina. Als ze bedreigd wordt met vernietiging, zal de Israëlische bevolking strijden.
We stelden in ‘Marxism in Today’s World’ (p. 32): “Zelfs het ‘vredeskamp’ zal vechten indien het recht op een afzonderlijke staat bedreigd is. De Israëlische arbeidersklasse zal terugvechten als gedreigd wordt om ze in de zee te drijven. Er zijn dan ook overgangseisen nodig om de massa’s te benaderen. Wij zeggen: jullie beslissen wat de grenzen van een toekomstige staat in een socialistische confederatie zal zijn. Het is zelfs mogelijk dat Israëli en Palestijnen op basis van een socialistische revolutie in het Midden-Oosten beslissen om in één staat samen te leven met autonomie voor beide bevolkingsgroepen. We kunnen dat niet op voorhand zeggen. Maar de dialectiek van de situatie is dat als je probeert om hen nu één staat op te dringen, dat dit zal verworpen worden. Israël is een etterende zweer in de regio. Een sleutelkwestie voor de revolutie in het Midden-Oosten is hoe de Israëlische arbeiders van de heersende klasse kunnen weg getrokken worden. Bedreig hen om het idee van een Israëlisch ‘thuisland’ af te nemen en je maakt geen kans om dit bereiken.”
Op dit ogenblik moeten we ermee omgaan dat de Palestijnse en Joodse volkeren beslist hebben dat ze niet een in een staat kunnen samenleven. Dat is hun bewustzijn. Wat zeggen marxisten en trotskisten in die situatie? De ISO blijft op dogmatische wijze abstracte formules herhalen die losstaan van de realiteit op het terrein. Socialisten en marxisten kunnen verschillende volkeren echter niet verplichten om in dezelfde staat samen te leven.
Inzake de BDS-campagnes komt de ISO met een late kritiek op een artikel van Judy Beishon in Socialism Today (nr 169, juni 2013). Eens te meer zijn hun argumenten niet alleen verkeerd maar ook compleet naast de kwestie. Judy of het CWI verzetten zich niet tegen iedere vorm van boycot. We benadrukken dat alleen een verenigde massabeweging van Israëlische en Palestijnse arbeiders een kracht kan vormen die de kapitalisten, zowel Israëlische als Palestijnse, aan de kant schuift. Selectieve boycotcampagnes kunnen een ondersteunende rol spelen in het verzwakken van de Israëlische staat, bijvoorbeeld met een boycot van wapenexport of van goederen en producten van de bezette gebieden of een boycot van universiteiten in de bezette gebieden. Dergelijke maatregelen kunnen nuttig zijn in het belichten van de Palestijnse onderdrukking. Maar het zal op zich niet volstaan om de greep van de Israëlische regering of de heersende klasse te ondermijnen. Dat was overigens ook niet het geval met de sancties en de boycot van Zuid-Afrikaanse producten ten tijde van het apartheidsregime. Een gerichte campagne, die in de nasleep van de horror in Gaza kan groeien, moet bediscussieerd worden met zowel de Palestijnen als de Israëlische arbeiders. Dat kwam allemaal aan bod in het artikel van Judy waar we nog steeds volledig achter staan (zie dit artikel).
De ISO heeft een gelijkaardige eenzijdige benadering inzake de wraakacties door Hamas met raketaanvallen op Israël. Wij hebben ons nooit verzet tegen het recht van de Palestijnen om zich te verdedigen tegen Israëlische aanvallen, ook niet met gewapend verzet in Gaza en legitieme aanvallen op militaire doelwitten in Israël zelf. We wezen echter wel op het inefficiënte karakter van de raketaanvallen – het is als met erwtjes gooien naar tanks. En bovendien zijn deze aanvallen contraproductief als ze willekeurig gericht zijn tegen burgers. Het drijft de Israëlische arbeiders in de armen van hun ergste vijand, de rechtse regering van Netanyahu, net zoals de willekeurige aanvallen van Israël op burgers in Gaza Hamas niet ondermijnd maar versterkt hebben.
De nationale kwestie is vandaag veel complexer dan ten tijde van Lenin en Trotski. Voor marxisten zijn er twee kanten aan. We verzetten ons tegen burgerlijke nationalisme dat de arbeidersklasse wil verdelen. We zijn voor een maximale eenheid van de arbeidersklasse over de grenzen en continenten heen. Maar tegelijk verzetten we ons tegen de gedwongen incorporatie van afzonderlijke nationaliteiten in een staat als ze dat niet willen. We zijn voor de onafhankelijkheid van Oekraïne, maar verzetten ons tegen het regime van Kiev en het beleid om beroep te doen te doen op neofascisten en extreemrechtse Oekraïense nationalisten om de rechten van minderheden te onderdrukken. We verzetten ons tegelijk tegen het Groot-Russische chauvinisme van Poetin en zijn aanhangers en komen op voor een onafhankelijke arbeiderspositie in de strijd voor een socialistische confederatie in de regio.
Enkel op deze manier, met een duidelijk klassenprogramma en perspectieven waarin abstracte propaganda wordt vermeden, is het zelfs in deze moeilijke objectieve situatie van oorlog en conflict mogelijk om een weg te vinden om de arbeiders voor het socialisme en het marxisme te winnen.
-
Nationale betoging voor Gaza. Foto’s door MediActivista
Op zondag was er een nationale betoging in Brussel om te protesteren tegen de Israëlische staatsterreur in Gaza. Het tijdelijke staakt-het-vuren maakt geen einde aan de horror waar de Palestijnse bevolking in leeft. Het conflict is er evenmin mee opgelost. Protest en solidariteit blijven dan ook belangrijk. Deze nationale betoging had ongeveer 5000 aanwezigen, dat is minder dan op de vorige betoging toen Gaza nog meer centraal in de aandacht stond, maar het blijft een opmerkelijke mobilisatie midden in de ‘zomer’.LSP was uiteraard ook op de betoging aanwezig. We vormden een strijdbare delegatie en riepen slogans tegen de oorlog, de blokkade, de bezetting en het kapitalisme. In de delegatie liepen ook andere groepen mee, met onder meer militanten van de JOC en een groep linkse Kasjmiri. We hadden een pamflet (pdf), extra bijlage bij de krant (pdf), affiche (pdf) en badges.
Hieronder een reeks foto’s door MediActivista.
-
Nationale betoging voor Gaza. Foto’s door David
Op zondag was er een nationale betoging in Brussel om te protesteren tegen de Israëlische staatsterreur in Gaza. Het tijdelijke staakt-het-vuren maakt geen einde aan de horror waar de Palestijnse bevolking in leeft. Het conflict is er evenmin mee opgelost. Protest en solidariteit blijven dan ook belangrijk. Deze nationale betoging had ongeveer 5000 aanwezigen, dat is minder dan op de vorige betoging toen Gaza nog meer centraal in de aandacht stond, maar het blijft een opmerkelijke mobilisatie midden in de ‘zomer’.
LSP was uiteraard ook op de betoging aanwezig. We vormden een strijdbare delegatie en riepen slogans tegen de oorlog, de blokkade, de bezetting en het kapitalisme. In de delegatie liepen ook andere groepen mee, met onder meer militanten van de JOC en een groep linkse Kasjmiri. We hadden een pamflet (pdf), extra bijlage bij de krant (pdf), affiche (pdf) en badges.
Hieronder een reeks foto’s door David (Gent).
-
Betoging voor Gaza. Foto’s door Taric
Op zondag was er een nationale betoging in Brussel om te protesteren tegen de Israëlische staatsterreur in Gaza. Het tijdelijke staakt-het-vuren maakt geen einde aan de horror waar de Palestijnse bevolking in leeft. Het conflict is er evenmin mee opgelost. Protest en solidariteit blijven dan ook belangrijk. Deze nationale betoging had ongeveer 5000 aanwezigen, dat is minder dan op de vorige betoging toen Gaza nog meer centraal in de aandacht stond, maar het blijft een opmerkelijke mobilisatie midden in de ‘zomer’.
LSP was uiteraard ook op de betoging aanwezig. We vormden een strijdbare delegatie en riepen slogans tegen de oorlog, de blokkade, de bezetting en het kapitalisme. In de delegatie liepen ook andere groepen mee, met onder meer militanten van de JOC en een groep linkse Kasjmiri. We hadden een pamflet (pdf), extra bijlage bij de krant (pdf), affiche (pdf) en badges.
Hieronder een reeks foto’s door Taric (Luik).
-
Voor massastrijd om de Israëlische staatsterreur te stoppen
Gaza: de nachtmerrie gaat door. Voor massastrijd om de Israëlische staatsterreur te stoppen
LSP-pamflet pdf
Wekenlang al wordt de bevolking van Gaza geconfronteerd met een barbaarse slachtpartij door de Israëlische staat. Bijna 2.000 inwoners van Gaza kwamen daarbij om het leven, volgens de VN ging het in 80% van de gevallen om burgers. Een half miljoen mensen moest hun huis ontvluchten, veel huizen werden volledig verwoest. Er vielen ook meer dan 60 Israëlische doden, waaronder drie burgers.Zelfs een staakt-het-vuren van langere duur – dat een welgekomen ogenblik van rust vormt voor de bevolking van Gaza – maakt geen einde aan de nachtmerrie. Gaza blijft belegerd, het blijft de grootste openluchtgevangenis ter wereld. De vernielingen door de oorlog hebben de al bijzonder slechte situatie nog erger gemaakt. Er is massale dakloosheid, honger en de dreiging van ziektes.
Zelfs in periodes dat de Israëlische regering geen militaire aanvallen uitvoerde, werd het gebied van de Palestijnse Autoriteit onderworpen aan brutale repressie en in de praktijk bezetting. Dit ging samen met de vastberaden ontwikkeling van Joodse nederzettingen in Oost-Jeruzalem en doorheen de Westelijke Jordaanoever. Het werd afgewisseld met periodes van bloedig geweld, zoals het huidige geweld.
Is bevrijding voor de Palestijnen mogelijk?
Er is onder de gewone bevolking een brede sympathie voor de Palestijnen. Vorige week waren er honderdduizenden betogers in Londen en andere steden. Maar de woede tegenover het lot van de Palestijnen wordt niet gedeeld door de heersende elite.
Westerse leiders als Obama of Cameron betuigden aanvankelijk hun steun aan de Israëlische regering, onder druk van het breed gedragen verzet pasten ze enkel hun toon aan. Hun solidariteit wordt overigens niet tot woorden beperkt, de VS geeft jaarlijks meer dan 3 miljard dollar aan Israël waarvan ongeveer drie kwart wordt uitgegeven om Amerikaans militair gerief te kopen.
De Palestijnen zullen nooit bevrijding bekomen door zich tot de imperialistische machten te richten die steeds hun eigen economische en strategische belangen in de regio verdedigen. Ook de VN, dat door de grootmachten wordt gedomineerd, kan evenmin een weg vooruit aanbieden. Honderden resoluties van de VN veroordeelden de acties van het Israëlische regime, maar deze resoluties worden gewoon genegeerd door de VS en Israël, tenzij ze hen goed uitkomen natuurlijk.
De Palestijnen kunnen evenmin rekenen op de reactionaire Arabische regimes die in hun propaganda het lot van de Palestijnen verdedigen, maar zich tot woorden beperken. Als het van de kapitalistische politici langs beide kanten van de nationale tegenstellingen afhangt, zal het bloedvergieten gewoon doorgaan.
Massaal verzet is cruciaal
Internationale solidariteit is belangrijk, maar iedere belangrijke stap vooruit uit de geschiedenis van de Palestijnse strijd was het resultaat van de actieve mobilisatie van de Palestijnse massa’s zelf.
Dat was in het bijzonder het geval met de eerste Intifada en recenter nog met het massale offensief van de bevolking van Gaza waarbij de Israëlische belegering in 2008 gedurende elf dagen werd doorbroken.
De recente moedige betogingen op de Westelijke Jordaanoever – ondanks de aanwezigheid van de brutale Israeli Defence Force – tonen het potentieel voor een nieuwe massale opstand. Dat bleek ook uit de grote betogingen van Palestijnen in Israël zelf als antwoord op de toegenomen repressie waar ze mee geconfronteerd worden.
De enige manier om een echte Palestijnse staat te bekomen, met vrede en veiligheid, is niet via akkoorden aan de top maar door massale actie en het organiseren van onderuit. Arbeiders en armen in de Palestijnse gebieden kunnen enkel rekenen op hun eigen democratisch beheerde onafhankelijke organisaties om de verdediging tegen de repressie te organiseren – met inbegrip van gewapende verdediging – en massale acties op te zetten om hun belangen te verdedigen.
De raketaanvallen vanuit Gaza tonen de wanhoop van de Palestijnen op de Gazastrook. Ze vormen echter geen bedreiging voor het Israëlische regime dat op militair vlak een zwaar overwicht heeft. De raketaanvallen zijn zelfs contraproductief omwille van hun willekeurige karakter die de angst onder de Israëlische bevolking versterkt. Het Israëlische regime kan op die angst inspelen om steun te verwerven voor het barbaarse oorlogsbeleid.
De Israëlische staatsterreur stoppen!
Israël heeft een machtige militaire machine uitgebouwd die naar schatting het tiende sterkste leger ter wereld is. Dit betekent evenwel niet dat de Israëlische elite almachtig is. Integendeel, de sociale basis voor het regime wordt geleidelijk aan ondermijnd.
Zoals in vele andere landen worden de arbeidersklasse in Israël geconfronteerd met een besparingsbeleid dat werd beantwoord met stakingen en protestacties. In 2011 namen honderdduizenden Israëli naar het voorbeeld van de Arabische Lente deel aan een beweging voor degelijke huisvesting, diensten en betere lonen.
De Israëlische arbeiders moeten hun eigen onafhankelijke arbeidersorganisaties uitbouwen. Zulke organisaties kunnen de strijd voor nationale bevrijding van de Palestijnen ondersteunen aangezien deze strijd de enige basis is voor vrede en veiligheid voor de Israëlische Joodse arbeiders.
De Socialistische Strijdbeweging, onze zusterorganisatie in Israël/Palestina (http://maavak.org.il/), komt actief tussen in arbeidersstrijd in Israël en de Palestijnse gebieden. Ze neemt ook actief deel aan de gezamenlijke betogingen van Arabieren en Joden tegen de bezetting en de belangrijke anti-oorlogsbetogingen die recent plaatsvonden in Tel Aviv, Jeruzalem en andere Israëlische steden.
De Socialistische Strijdbeweging komt op voor socialistische standpunten en de opbouw van nieuwe massabewegingen en arbeiderspartijen die de kapitalistische partijen aan de kant kunnen schuiven. Dat zou de basis vormen voor democratisch socialisme in Palestina, Israël en de rest van het Midden-Oosten met garanties voor de rechten van alle minderheden.
* Stop de blokkade van Gaza. Voor de onmiddellijke terugtrekking van het Israëlische leger uit de Palestijnse gebieden!
* Voor massale strijd van de Palestijnen onder hun eigen democratische controle om voor echte nationale bevrijding op te komen!
* Voor onafhankelijke arbeidersorganisaties in Israël en Palestina!
* Voor het vestigen van regeringen van arbeiders en armen, om een einde te maken aan onderdrukking, democratische rechten voor iedereen – waaronder minderheden – te verdedigen en te breken met het kapitalisme en het imperialisme
* Strijden voor democratisch socialisme in Palestina, Israël en de rest van het Midden-Oosten
-
Uitzichtloosheid na weken van massaslachting in Gaza
Artikel door Niall Mulholland uit weekblad ‘The Socialist’
Wekenlang al wordt Gaza getroffen door dood en vernieling. Het geweld en de horror leiden tot verontwaardiging en woede doorheen de hele wereld. De beelden van een Palestijnse vader die delen van het lijk van zijn kind in een plastic zak meedraagt en andere beelden van de dagelijkse horror in de Gazastrook gaan de wereld rond.De Palestijnse dodentol gaat snel in de richting van 2.000, meer dan 80% daarvan zijn burgers en er zijn volgens de VN heel wat kinderen omgekomen. Meer dan 9.000 mensen raakten gewond. In deze eenzijdige oorlog vielen ook 64 doden onder de Israëlische soldaten en drie Israëlische burgerslachtoffers.
Meer dan 460.000 van de 1,8 miljoen inwoners van Gaza hebben hun huis verlaten als gevolg van de moordpartijen door het Israëlische leger (Israeli Defence Forces, IDF). Velen verblijven noodgedwongen in snel opgetrokken schuilplaatsen of bij familieleden. Een derde dodelijke aanval op een VN-school in Rafah leidde tot minstens tien doden en toonde dat de bevolking nergens veilig is voor de willekeurige bombardementen van het IDF.
De vernieling van infrastructuur leidt tot een gebrek aan drinkbaar water en sanitaire voorzieningen. Dat leidt tot ernstige risico’s op ziektes. Het grootste deel van de Gazastrook heeft minder dan twee uur per dag toegang tot elektriciteit. Een derde van de ziekenhuizen en tientallen ambulances zijn verwoest. De mortuaria raken overvol waardoor de kinderlijkjes gewoon opeengestapeld worden in koelruimtes.
Er waren in heel de wereld grote betogingen tegen de slachtpartij in Gaza en uit solidariteit met de Palestijnen. Ondanks de eenzijdige berichtgeving in de gevestigde media – die doorgaans voorbijgaan aan het feit dat de Israëlische staat Palestijns gebied bezet, illegale nederzettingen bouwt en de Gazastrook blokkeert – kiest de publieke opinie massaal de kant van de onderdrukte Palestijnen. Een meerderheid van de jonge Amerikanen verzet zich tegen het Israëlische bloedbad.
Velen laten zich niet vangen aan de hypocrisie van de Westerse machten. De heersende elites laten krokodillentranen terwijl ze tegelijk wapens blijven leveren aan Israël en dat regime ook financieel blijven steunen in de dodelijke oorlogspolitiek.
Nadat het Israëlische regime aankondigde dat het de meeste tunnels vanuit Gaza had vernield, kondigde het een staakt-het-vuren van 72 uur aan. De troepen werden terug getrokken naar ‘defensieve posities’. Het blijft afwachten of dit staakt-het-vuren evenmin als vorige zal stand houden en of het IDF terug zal aanvallen. Na veel bloedvergieten zal er uiteindelijk wel een staakt-het-vuren komen, maar dan wel in omstandigheden van extreme armoede, onderdrukking en uitbuiting. Voor de Palestijnse bevolking zal dit geen oplossing bieden.
De getroffen bevolking van Gaza en van de Palestijnse Autoriteit kunnen zich enkel op hun eigen mogelijkheden baseren en op de solidariteit van de werkende bevolking in de regio en de rest van de wereld. Op die basis strijden ze voor blijvende vrede en een echte eigen staat.
Nieuwe massale strijd tegen de Israëlische staatsterreur en de wanhopige sociale omstandigheden zal de Palestijnse arbeiders en armen ertoe aanzetten om te bouwen aan eigen onafhankelijke politieke stemmen.
Alleen socialistische ideeën kunnen een einde maken aan het systeem dat leidt tot oorlog, terreur en armoede voor de Palestijnen en ervoor zorgen dat de Israëlische arbeiders en armen uit de greep van hun rechtse leiders worden gehaald, die leiders hebben aangetoond dat ze geen vrede kunnen brengen door de Palestijnen te onderdrukken.
[divider]
De rol van het imperialisme
Naarmate de dodentol in Gaza oploopt, komen de Westerse machten met holle veroordelingen en oproepen tot vrede. De groeiende druk van de publieke opinie tastte de Conservatief-liberale regering van Cameron al aan, minister Warsi nam ontslag uit de regering omdat het beleid rond Gaza volgens haar “moreel onverdedigbaar” is.
Het Witte Huis was voorzichtig toen het de aanval van het IDF op VN-scholen in Gaza “schandalig” noemde. Er werd niet zo ver gegaan dat Israël expliciet werd veroordeeld. Tegelijk keurde de Amerikaanse senaat unaniem voor het toekennen van 225 miljoen dollar voor het raketafweergeschut van het Israëlische leger en voor het aanvullen van het arsenaal van het IDF.
De Britse oppositieleider Ed Miliband ging uiteindelijk toch over tot het bekritiseren van de houding van de regering-Cameron. Tot voor kort stelde geen enkele gevestigde Britse partij de lucratieve wapenhandel met Israël in vraag. Onder groeiende publieke druk moest de regering nu aankondigen dat het een wapenverkoop ter waarde van 8 miljard pond zal herbekijken. De regering voegde er wel meteen aan toe dat het niet zomaar de wapenlicenties voor Israël zal opzeggen.
Ban Ki-moon van de Verenigde Naties veroordeelde het geweld in Gaza als een “criminele daad” en riep op tot het einde van deze “waanzin”. Maar de VN worden gedomineerd door de grote imperialistische machten en hebben geen voorstellen om iets te doen tegen de aanfluitingen van het internationale recht door Israël, laat staan dat er voorstellen komen voor een onderhandelde oplossing voor de decennialange crisis.
Creatie van Israël
Wat is de rol van het Westerse imperialisme in dit bloedige conflict? De moderne staat Israël werd in 1948 opgezet toen Joden de nazi holocaust ontvluchtten en een nieuw ‘thuisland’ creëerden in wat toen nog Palestina was.
De Britse imperialistische bezetting van Palestina kwam tot een einde en de eerste Arabisch-Israëlische oorlog brak uit. De rechtse zionistische leiders beonnen honderdduizenden Palestijnen te verdrijven. Ze gebruikten daarbij brutale paramilitaire methoden en ‘terrorisme’. De zionistische beweging zocht aanvankelijk een evenwicht tussen het Westerse imperialisme en de stalinistische Sovjet-Unie in een poging om Israël tot stand te brengen. De nieuwe heersende klasse beloofde “een land van melk en honing” voor de bevolking, maar de gewone bevolking werd decennialang geconfronteerd met oorlogen en de afgelopen jaren een steeds grotere kloof tussen arm en rijk.
Een van de belangrijkste redenen waarom Israël kan standhouden, is de enorme economische en militaire steun van het VS-imperialisme. De VS zien Israël als een belangrijke bondgenoot in een strategisch belangrijke regio volg natuurlijke grondstoffen. De Amerikaanse wapens en financiële steun ter waarde van 3 miljard dollar per jaar zorgen ervoor dat Israël het vierde sterkste leger ter wereld kon uitbouwen.
Tijdens de bezetting tussen 1967 en eind jaren 1980 probeerde Israël de Palestijnse bevolking gedwongen te integreren in het land. Nadien werd eerder overgegaan tot een apartheidspolitiek. De massale opstand van 1987-93, de ‘intifada’, deed de heersende elite beseffen dat een verderzetting van het oude beleid niet mogelijk was.
Na de Oslo-akkoorden kwam er een erg beperkte Palestijnse Autoriteit onder leiding van Fatah. Israël ging hierop over tot het versterken van de belegering van Gaza, zeker na de tweede intifada van 2000-2005 en het aan de macht komen van Hamas in 2006. Opeenvolgende Israëlische regeringen en Westerse machten probeerden Hamas van de macht te verdrijven. De Gazastrook, de grootste openluchtgevangenis ter wereld, werd volledig van de buitenwereld afgesneden.
Israël heeft de verdeeldheid tussen Fatah en Hamas zelf mee versterkt. De grootscheepse militaire aanvallen op de Gazastrook in 2008-9 en 2012 waren erop gericht om Hamas te verzwakken. De huidige aanval, die op 6 juli begon, heeft hetzelfde doel en wil vermijden dat Hamas en Fatah zich verzoenen.
Hamas
De brutale militaire repressie heeft Hamas echter versterkt, het wordt zelfs door de grootste critici in Gaza gezien als de enige verdedigingslinie tegen de slachtpartijen van het IDF. Het geweld zet de kwestie van Palestijnse rechten bovendien opnieuw centraal in de aandacht van de wereldpolitiek.
De voorbije maanden waren er onderhandelingen tussen de Palestijnse president Abbas en Hamas. Dit gebeurde vanuit een zwakke positie omdat Hamas de steun van Syrië en Iran verloor na de weigering om het regime van Assad te steunen op het ogenblik dat dit met een gewapende opstand werd geconfronteerd.
Hamas botst ook op vijandigheid vanwege het Egyptische regime, dat op bloedige wijze een einde maakte aan de vorige regering van de Moslimbroederschap, een bondgenoot van Hamas. Het zorgde ervoor dat de “ondergrondse tunneleconomie” tussen Egypte en Gaza stelselmatig werd afgebouwd vanuit Egypte. Hierdoor is Hamas niet in staat om de lonen van de ambtenaren te betalen.
Deze ontwikkelingen zorgden samen met het autoritaire bewind van Hamas en het falen om een uitweg te bieden uit de armoede en de nationale onderdrukking voor dat de steun voor Hamas sterk aan het afnemen was. Maar de kritiek op Hamas verdween toen de nieuwste slachtpartij van het IDF begon.
Uiteraard heeft de bevolking van Gaza het recht om zich te verdedigen. Maar de raketaanvallen vanuit Gaza weerspiegelen eerder de wanhoop van de Palestijnen op de Gazastrook. Het afvuren van raketten, eerder projectielen, weegt militair niet op tegen het sterke overwicht van het IDF op dat vlak. De willekeurige raketaanvallen op Israëlische burgers door groeperingen zonder enige democratische controle werken bovendien contraproductief. Het creëert angst onder de Israëlische bevolking waarbij de rechtse regering op deze angst inspeelt om nog meer repressie tegen de Palestijnen uit te oefenen.
De belangen en doelstellingen van Israël en de Westerse imperialistische machten komen niet altijd overeen. De Westerse machten zouden graag een akkoord op lange termijn zien tussen de Palestijnse en Israëlische leiders. De Amerikaanse minister John Kerry stelt zelfs dat zo’n akkoord moet leiden tot “twee staten voor twee volkeren.” Onder toezicht van het imperialisme zou dit geen Palestijnse vrijheid betekenen, maar een vorm van Palestijns staatje geleid door een elite die zich volgzaam opstelt tegenover het Westen.
De Westerse machten hopen dat dit tot meer stabiliteit in de regio zou leiden en hun belangen zou veilig stellen. De corrupte en despotische heersende elites van de Arabische staten betuigen lippendienst aan de Palestijnse zaak, maar vrezen eigenlijk de totstandkoming van een onafhankelijke Palestijnse staat omdat zo’n ontwikkeling tot een regionale radicalisering kan leiden die ook hun eigen heerschappij ondermijnt.
Nadat zowel de EU als de VS aangaven dat ze bereid zijn tot een akkoord met een nieuw regime van Hamas en Fatah, ging de Israëlische premier Benjamin Netanyahu onder druk van zijn extreemrechtse ministers en de machtige beweging van kolonisten in het verweer. De ontvoering van drie Israëlische tieners in de Westelijke Jordaanoever op 12 juni werd aangegrepen als rechtvaardiging om militaire operaties in Gaza te starten en om de Israëlische angst voor het ‘raketterrorisme’ van Hamas op te voeren en nadien ook voor het ‘tunnelterrorisme’. Het belangrijkste doel van het Israëlische regime blijft evenwel om de bevolking van Gaza te terroriseren en het Palestijnse verzet te breken.
De Israëlische buren en de regio zijn niet bepaald stabiel. Syrië en Irak worden gekenmerkt door burgeroorlog, Jordanië en Libanon zijn instabiel, Egypte kent een militair bewind, Libië wordt door krijgsheren uit elkaar gerukt. De Israëlische staat wil tegen deze achtergrond de eigen militaire macht tonen en versterken.
Maar zelfs indien het IDF Hamas zou elimineren, biedt dit vanuit het Israëlische standpunt geen oplossing. Andere gewapende Palestijnse groepen zouden opduiken, mogelijk zelfs groepen van het karakter zoals Isis (de Islamitische Staat).
Naar grotere explosies
Netanyahu stelt dat het huidige conflict zijn argument van ‘veiligheidscontrole’ op de Westelijke Jordaanoever bevestigt. Hij wil de bezetting consolideren en iedere restant van Palestijnse hoop op een tweestatenoplossing de kop indrukken.
Dit beleid zal de verdeeldheid enkel verder ingraven en het kan leiden tot grotere explosies en conflicten. Het aantal Palestijnen in Israël neemt toe en er dreigt een Palestijnse meerderheid te ontstaan. De Israëlische elite kan geconfronteerd worden met opstanden in zowel de Westelijke Jordaanoever als Israël zelf, waarbij de demografische ontwikkelingen in haar nadeel spelen. De extreme rechterzijde in Israël zal dit proces proberen te beantwoorden door nieuwe gedwongen verhuizingen of door de rechten van Palestijnen in Israël verder af te bouwen.
Socialisten steunen het recht op zelfbeschikking voor de Palestijnen en voor het verwijderen van het imperialisme uit de regio. Welke kracht kan dit bekomen? Massastrijd door de Palestijnen onder hun eigen democratische controle is cruciaal om voor echte nationale bevrijding op te komen.
Het is door de opbouw van onafhankelijke massale arbeidersbewegingen en partijen in de hele regio dat de rechtse agenda’s van alle heersende partijen kunnen beantwoord worden om plaats te maken voor socialistische ideeën. Een socialistisch Palestina en een socialistisch Israël als onderdeel van een socialistische confederatie van het Midden-Oosten zou de basis vormen voor een toekomst zonder oorlog, terreur en armoede.
Dat is het programma waar de Socialistische Strijdbeweging moedig voor opkomt in Israël/Palestina.
-
Kshama Sawant over solidariteit met Gaza. Stop het brutale geweld en de moorden!
Op de gemeenteraad van Seattle kwam het socialistische raadslid Kshama Sawant tussen om solidariteit met het protest tegen de oorlog in Gaza te betuigen. Hieronder een transcriptie van wat Kshama op de gemeenteraad zei gevolgd door een videoweergave ervan.
“Deze zaterdag nam ik deel aan het wekelijkse vreedzame protest in Seattle tegen het geweld van de Israëlische staat op de bevolking van Gaza.
“Het was hartverwarmend om een sterke en vastberaden sfeer op het protest te zien alsook een brede solidariteit van progressieve mensen uit Seattle, los van hun etnische achtergrond of nationale afkomst. Ik was vooral onder de indruk van de energie van de jonge politieke activisten, iets wat moet aangemoedigd en gekoesterd worden met het oog op de belangen van sociale rechtvaardigheid.
“Deze vreselijke oorlog begon zogenaamd als antwoord op de dood van drie Israëlische jongeren. Sindsdien zijn er volgens Al Jazeera minstens 1.830 Palestijnen omgebracht en raakten 9.406 anderen gewond. Er stierven ook 63 Israëlische soldaten, naast twee Israëlische burgers en een Thaïse migrant.
“Israël viel gisteren een school van de Verenigde Naties aan waar zowat 3.000 vluchtelingen zaten. Dat was in Rafah, in het zuiden van Gaza. De krant Seattle Times bericht daar vandaag over op haar voorpagina. Er vielen minstens 10 doden. De algemeen-secretaris van de VN, Ban Ki-moon, veroordeelde de aanval als een “morele schande en een criminele daad.”
“Raketaanvallen door Hamas tegen Israëlische burgers moeten veroordeeld worden. Als ze iemand raken, zijn het onschuldige burgers wat door de Israëlische heersende klasse wordt aangewend als excuus om de oorlogsmachine verder op te drijven.
“In deze oorlog heeft het Israëlische ‘Iron Dome’ systeem zowat alle raketten die potentieel burgers konden raken onderschept. Het is geen toeval dat slechts een van de drie Israëlische burgerslachtoffers door een raket werd getroffen, en dat het een bedoïen uit het zuiden van Israël was die net als tienduizenden anderen ieder recht op bescherming wordt ontzegd door het racistische beleid van de Israëlische staat.
“Iedere moord op onschuldige mensen, en zeker van vrouwen en kinderen, moet veroordeeld worden. Het vermoorden van vele Palestijnen in Gaza de voorbije maand, is vreselijk en slechts een van de vele oorlogsmisdaden die al decennialang blijven duren. Dit gebeurt met de bedekte maar openlijke medeplichtigheid van het VS-imperialisme. Ik denk dat we als verkozenen een verklaring moeten afleggen over de rol die het Amerikaanse Congress en de Senate hierin spelen.
“De krant New York Times berichtte dat bijna 60.000 mensen hun huis in Gaza verloren en dat het aantal mensen dat onderdak zoekt in scholen bijna vijf keer zo groot is als in 2009. De kost voor de reeds fragiele economie van Gaza zal groot zijn. Bij het conflict in 2009 was er naar schatting een kostprijs van 4 miljard dollar, bijna drie keer het jaarlijkse bruto binnenlandse product van Gaza. Dat geeft een idee van de omvang van de schade.
” Het is de verantwoordelijkheid van verkozen vertegenwoordigers om zich uit te spreken tegen deze humanitaire ramp en het ten stelligste te veroordelen.
“Komende zaterdag is er opnieuw een wekelijkse protestactie om 14u aan Westlake. Donderdagavond is er aan Seattle Central Community College een betoging waarbij op potten en pannen geluid zal gemaakt worden uit protest tegen het geweld ik Gaza. Ik nodig iedereen uit om aan het protest deel te nemen.”
Gemeenteraadslid Tom Rasmussen: “Mag ik ook iets zeggen?”
Gemeenteraadslid Kshama Sawant: “Ja, graag.”
Gemeenteraadslid Tom Rasmussen: “Ik wil zeggen dat ik je standpunt niet deel. Het is je persoonlijke standpunt en ik respecteer dat. Ik vind oorlog afgrijselijk net als het geweld in Gaza en in de regio in het algemeen. Maar ik denk dat het verkeerd is om slechts één partij te veroordelen. Je kan het platform hier gebruiken zoals je dat wil, maar ik deel je standpunten niet als je maar één partij veroordeelt. Maar ik deel wel je afkeer tegenover oorlog en het geweld dat plaatsvindt.”
Gemeenteraadslid Kshama Sawant: “Bedankt voor je standpunt, gemeenteraadslid Rasmussen. Ik apprecieer dit ten stelligste. Voor alle duidelijkheid wil ik iedereen eraan herinneren dat ik in mijn verklaring beide kanten veroordeel en geen enkel geweld goedpraat. Dat is mijn standpunt. Maar ik denk wel dat het nodig is dat we het totale gebrek aan zin voor proportie erkennen tussen het geweld waartoe Hamas in staat is en het geweld van de Israëlische staat tegen Palestina.”