Your cart is currently empty!
Tag: N-VA
-
Gevecht rond ‘confederalisme’ om asociale beleid te maskeren
2013 wordt het jaar waarin de lonen bevroren worden, waarin regering en patronaat zullen trachten komaf te maken met het bediendenstatuut en waarin de besparingstrein onverbiddelijk doordendert. Dit zijn sociale oorlogsdaden van regering en patronaat tegen de meerderheid van de bevolking. Desondanks hebben de media het vooral over het aanstaande gevecht rond het ‘confederalisme’.
Artikel door Anja Deschoemacker uit de februari-editie van ‘De Linkse Socialist’
‘Het wordt wachten op de concrete voorstellen’ van het N-VA-congres later dit jaar. Dat is wat de N-VA wil: dat alle ogen gevestigd zijn op haar rol als uitdager van de federale regering. En dus niet op de rol die ze speelt waar ze aan de macht is, namelijk meedraaien in de besparingscarrousel, waarbij de inkomsten van de grote bedrijven en de rijken gevrijwaard blijven.
Een confederatie is een samenwerking rond een aantal centrale staatszaken aangegaan door aparte onafhankelijke staten. Wanneer er harmonisering en integratie optreedt, is een volgende stap een federatie. In België zijn die begrippen vrij zinledig. België is geëvolueerd van een unitaire staat naar iets wat een federatie werd genoemd. Maar net zoals er nooit een echte federale dynamiek is geweest, is echt confederalisme hier niet mogelijk. Een enthousiaste stap naar samenwerking wordt immers niet gedaan terwijl men vechtend uiteenvalt.
Voor de grote meerderheid van de Vlaamse bevolking betekent het confederalisme à la N-VA allesbehalve een vooruitgang. Het sociaaleconomische programma van de N-VA laat er geen twijfel over bestaan dat zij institutionele verandering wil om op vlak van arbeidsbeleid, sociale zekerheid, openbare voorzieningen… van de verworvenheden van de naoorlogse arbeidersstrijd af te raken.
We krijgen deze zinledige discussie over ‘confederalisme’ omdat de belangen van de grote meerderheid van de bevolking politiek niet aan bod komen. Indien de Belgische arbeidersklasse kon beslissen, zou het voortbestaan van België of niet weinig verschil maken in de zaken waarrond ze wil samenwerken: sociale zekerheid, openbare diensten, arbeidsomstandigheden, strijd tegen het nationale en internationale patronaat… De huidige politieke discussie in de media is er veeleer een die dat wil voorkomen. Daartoe wordt gezwegen over de solidariteit die bij ieder groot conflict ontstaat, maar wordt integendeel ieder mogelijk teken van communautaire verdeeldheid binnen de beweging in de media enorm uitvergroot. Met dank aan figuren als Herwig Jorissen, chef van de Vlaamse metallo’s, die altijd wel te vinden is voor een uitspraak over “stakingsbeluste” Walen. Geen woord erbij over de nederlagen die de Vlaamse metaalarbeiders met zijn ‘strategie’ hebben geleden (o.a. de sluiting van Opel-Antwerpen en de aangekondigde sluiting van Ford-Genk).
Dat de meerderheid van de bevolking de laatste dertig jaar hun levensstandaard gestaag ziet afnemen, dat de armoede gestegen is, dat de kwaliteit van de openbare diensten blijft afnemen door constante onderfinanciering, dat de belangen van bankiers voorgaan op de behoeften van de bevolking, dat beslissingen in achterkamertjes genomen worden, dat het systeem onoverzichtelijk is… De lijst grieven die men tegen België kan hebben, is lang. Maar niets daarvan zou stoppen in het confederale (of onafhankelijke) Vlaanderen van Bart De Wever. De oorzaak ligt immers niet in haar ‘Belgische’ karakter, maar in het feit dat het een kapitalistische staat is.
Het zal de arbeidersklasse zijn die het boeltje zal mogen opkuisen die de burgerlijke partijen van België hebben gemaakt. De sterkte van de N-VA is niet de steun voor haar programma bij de meerderheid van de Vlamingen, maar het totale diskrediet van de traditionele partijen en het ontbreken van een politieke organisatie van de Vlaamse (en Belgische) arbeiders en hun gezinnen, die hun belangen verdedigt en de kracht van de arbeidersbeweging inzet om de plannen van zowel de traditionele partijen als van de N-VA een halt toe te roepen.
Een eerste stap is het ontwikkelen van een actieplan tegen het besparingsbeleid. Een goed georganiseerde strijd die overwinningen boekt, zal het zelfvertrouwen van de arbeidersbeweging opkrikken om de strijd verder te zetten en het patronaat de zeggenschap over de productiemiddelen uit handen te nemen. Als de Vlaamse, Waalse, Brusselse en Duitstalige arbeidersklasse de economie ten dienste kunnen stellen van de bevrediging van de behoeften van de meerderheid van de bevolking i.p.v. ze te laten beroven door een kleine superrijke elite, zullen er voldoende middelen zijn om alle individuen en groepen sociale en democratische rechten toe te kennen en zullen pogingen om groepen arbeiders tegen elkaar op te zetten op niets uitlopen.
-
Antwerpen. De Wever gaat voor rechts beleid
Veel tijd had De Wever niet nodig om een formateursnota te schrijven. Hij nam voldoening bij het overpennen van grote delen van zijn eigen N-VA-programma. Onder de titel “Respect voor A” brengt De Wever zijn verhaal van ‘voor wat hoort wat’. Het bestaande beleid van sociale tekorten wordt onverminderd voort gezet en overgoten met een sausje van repressie en grotere nadruk op het gebruik van Nederlands.
De nota van De Wever wijkt amper van het programma van zijn eigen partij af. Toegevingen doen, dat is voor de anderen. Hier en daar zijn er wel kleine toegevingen vanwege de N-VA, zo wordt de deur opengelaten om het tekort aan plaatsen in de kinderopvang niet enkel aan de private sector over te laten. Maar voor het overige wordt gegaan voor een doortrekken van het beleid van tekorten.
Extra sociale huisvesting wordt uitgesloten, het huidige niveau is voor De Wever een bovengrens. Het tekort aan plaatsen in het onderwijs wordt niet opgevangen door een actieve interventie met uitbreiding van de middelen voor het stedelijk onderwijs, de stad moet zich voor De Wever beperken tot het coördineren van de afspraken tussen de andere netten. Het tekort aan plaatsen in de kinderopvang wordt overgelaten aan de private sector, maar de deur wordt open gelaten om ook met de stad iets te doen op dat vlak. Op dat punt wordt de nota uiteraard niet concreet. Het tekort aan betaalbare studentenkamers? “De stad moedigt private investeringen op de markt van de studentenhuisvesting aan.” Alle tekorten worden doorgeschoven naar de private sector. Voor een sociaal beleid moet niet op de N-VA gerekend worden.
De Wever stelt niet voor om de tekorten aan te pakken, wel om ze anders te verdelen. Kort samengevat komt het er op neer dat wie geen Nederlands spreekt, huurgeld niet altijd op tijd kan betalen,… gemakkelijker wordt uitgesloten. Personen met een inkomen uit arbeid, werkenden dus, krijgen overal voorrang. Dat kan positief klinken voor wie werk heeft, maar een herverdeling van de tekorten biedt geen antwoord op die tekorten zelf.
Als de huidige sociale problemen (toenemende werkloosheid, onbetaalbare huisvesting, tekort aan opvang van kinderen, tekort aan middelen voor onderwijs, tekort aan ontspanningsmogelijkheden, gebrek aan betaalbare publieke gezondheidszorg,…) in stand gehouden worden of nog aangescherpt, dan is het logisch dat de formateursnota heel wat aandacht moet besteden aan veiligheid. Of beter gezegd: aan repressie en nultolerantie. Want om echt tot meer veiligheid te komen, is er net nood aan een sociaal beleid. De Wever wil meer GAS-boetes (“uitbreiding van de GAS-boetes”, “maximale boetes voor recidivisten”, “toepassing van de verlaging van de leeftijdsgrens tot 14 jaar”, “combitaks”,…), een verbod op de verkoop van alcohol in nachtwinkels na 22u, camera’s met nummerplaatherkenning,…
Een belangrijk thema de afgelopen jaren was mobiliteit. De files op de Antwerpse Ring, die bovendien wel erg dicht bij het stadscentrum ligt, zorgen al langer voor discussie over een sluiting van de Ring. De Wever gaat uit van het BAM-tracé dat voorligt en eerder door een meerderheid van de Antwerpenaren werd weg gestemd in een referendum. De nota beperkt de ruimte om van dit tracé af te wijken tot de vaststellingen van een milieu-effectenrapport. Hij laat met andere woorden uitschijnen dat de discussie niet van politieke doch wel van technische aard is. Dat hij nochtans wel al een politieke beslissing heeft genomen, blijkt uit het voorstel om geen overkapping van de Ring te realiseren maar wel een verbreding van de bestaande bruggen. Meer openbaar vervoer komt er uiteraard niet. De nota stelt voor om de “vertramming” van de stad te versterken, een verwijzing naar de besparingsoperatie bij De Lijn waarbij bussen werden afgeschaft en het tramverkeer werd afgebouwd onder de noemer “Antwerpen Tramstad.” Vanuit de Vlaamse regering was N-VA samen met SP.a en CD&V verantwoordelijk voor de besparingen bij De Lijn.
Ook bij het stadspersoneel wil De Wever besparen. De formateursnota spreekt van een vermindering van personeel en het opvoeren van de flexibiliteit voor het personeel. “De stad voert een functionele analyse uit van de huidige personeelsformatie in het kader van de optimalisering van de dienstverlening naar de burgers toe. Stadspersoneel moet flexibel ingezet worden waar het nodig is.” Klinkt positief, maar het betekent vooral dat er met minder personeel moet worden gewerkt. De nota bepaalt immers ook dat wie op pensioen gaat, niet noodzakelijk wordt vervangen. “De stad staat voor een pensioneringsgolf. Al deze functies opnieuw opvullen is waarschijnlijk onmogelijk en ook niet wenselijk.” De toplui moeten echter niets vrezen, de managers kunnen hun opmars verderzetten. In neoliberale ‘newspeak’ heet dat “behouden van de competente medewerkers”.
Waar wil De Wever wel investeren? Hij wil meer toeristen en shoppers aantrekken. Diamantairs zijn evenzeer welkom. En om het de rijken helemaal naar hun zin te maken, wil de N-VA de mogelijkheid van een groot casino onderzoeken. In de armste lagen wil De Wever niet investeren. Meer sociale restaurants zijn “niet wenselijk”, een leefloon moet aan voorwaarden gekoppeld worden, studenten met een leefloon worden “verplicht om een job aan te nemen tijdens het weekend of in de vakantie”, werklozen moeten door de stad “verplicht” kunnen worden “om hun specifieke kwaliteiten ter beschikking te stellen van de stadsdiensten, de gemeenschap of de sociale economie” (kortom: verplicht klussen door werklozen in plaats van degelijke jobs),…
De Stadspartij van Patrick Janssens verwachtte voor de publicatie van de nota dat er een korte tekst van een A4-pagina zou komen, terwijl de nota uiteindelijk 52 pagina’s telt. Het geeft aan dat de gesprekken tussen De Wever en Janssens niet bepaald vlot verlopen. Er wordt gesuggereerd dat De Wever nu zal proberen om een coalitie te vormen met Open Vld en eventueel CD&V, dat hiervoor wel moet breken met de Stadspartij en hierdoor mogelijk geen schepenen kan leveren. Indien de formatie niet tot een coalitie leidt, komen er regeringscommissarissen om een voorlopig beleid te voeren vanaf 1 januari.
Tot nu toe beperkt de kritiek van Groen zich hoofdzakelijk tot het BAM-tracé en blijft de ‘oppositie’ van SP.a beperkt tot politieke spelletjes om het De Wever moeilijker te maken bij de coalitievorming. Een harde kritiek op het harde asociale beleid dat N-VA voorstelt, hoorden we nog niet. Nochtans zal dat de uitdaging van de linkerzijde zijn. En de kritiek zal niet bij woorden mogen blijven, er zal actie nodig zijn om tegen het neoliberale beleid op alle niveaus in te gaan.