Tag: Koerden

  • Voor massaal verzet tegen de Turkse aanval op Afrin!

    Foto: Mario

    Honderdduizenden mensen, zowel strijders als burgers, verloren het leven in de strijd tegen het ‘kalifaat’ van de Islamitische Staat in Irak en Syrië. Daarbovenop zijn er de slachtoffers in Jemen, het Midden-Oosten en elders in de wereld. Duizenden Jezidi-vrouwen werden ontvoerd om als seksslaven ingezet te worden. Het leven van honderdduizenden mensen werd in gruwel en chaos ondergedompeld. Die chaos zal jammer genoeg niet samen met het zogenaamde ‘kalifaat’ verdwijnen.

    Artikel door Nicolas Croes uit maandblad ‘De Linkse Socialist’ – geschreven voor de val van Afrin

    Als er een term is die de huidige staat van de kapitalistische wereld goed samenvat, dan is het wel ‘explosief’. Sinds het uitbreken van de economische crisis zijn de politieke en sociale crisis nog intenser geworden. De concurrentie – en de conflicten – tussen de verschillende grootmachten en hun bondgenoten nam eveneens toe. Bij het begin van deze eeuw wierpen de Verenigde Staten zich op als de ‘politie-agent van de wereld.’ Twintig jaar later blijft daar niet veel van over.

    Onoplosbare vraagstukken en kopzorgen voor de grootmachten

    Op 20 maart is het exact 15 jaar geleden dat Irak werd binnengevallen door een coalitie onder leiding van de VS. Wij namen toen actief deel aan de beweging tegen deze oorlog en tegen de invasie (wat uiteraard niet betekende dat we Saddam Hoessein steunden). We stelden in de anti-oorlogsbeweging van 2003 dat de bezetting van Irak de weg zou openen voor “meerdere Saddams.” De ontwikkelingen sindsdien hebben aangetoond dat de anti-oorlogsbeweging gelijk had.

    Op 12 mei zijn er in Irak de eerste parlementsverkiezingen na de nederlaag van ISIS. Deze vinden plaats in een verwoest land. In het noorden van het land, in Iraaks Koerdistan, zijn de luchthavens gesloten en krijgen de ambtenaren geen loon meer uitbetaald als straf voor het onafhankelijkheidsreferendum van september 2017. (In dat referendum stemde 92,7% van de Koerden in Irak voor onafhankelijkheid en was er een opkomst van 72%).

    De Franse minister van Buitenlandse Zaken ging naar Bagdad om premier Haïder Al-Abadi te ondersteunen bij zijn moeilijke poging om een tweede mandaat te behalen na de verkiezingen van 12 mei. Deze Franse minister verklaarde: “Als het proces van stabilisatie niet snel begint, zijn de kiemen er reeds voor de opkomst van andere vormen van terrorisme.” De heropbouw van het land zou minstens 71 miljard euro kosten. De bondgenoten van Irak hadden zich op 14 februari slechts geëngageerd voor 24,5 miljard euro. Wat er van de grote beloften effectief zal gerealiseerd worden, blijft onduidelijk. Wel zeker is de begerige aandacht van bedrijven uit Frankrijk, de VS, Turkije, Saoedi-Arabië, Qatar, Koeweit, … voor de Iraakse grondstoffen.

    Na decennia van chaos die actief uitgelokt en onderhouden werd door de westerse mogendheden, zoeken alle aanwezige krachten naar een zekere stabiliteit. Maar hun belangen lopen sterk uiteen. In mei 2017 was er een top in Riyad waar Trump, de Saoedische koning Salman, de Egyptische president al-Sissi en andere Arabische leiders akkoord gingen om samen te werken in de ‘strijd tegen terrorisme.’ Op 23 november was er een top van drie landen: Rusland, Iran en Turkije. Die twee laatste landen kennen een zekere toenadering, onder meer op basis van hun gezamenlijk verzet tegen het onafhankelijkheidsreferendum in Iraaks Koerdistan.

    Frankrijk en de VS hebben een grote bocht gemaakt in hun houding tegenover het regime van Assad in Syrië. Nu wordt dat regime gezien als deel van de oplossing in het tijdperk na ISIS. Het Syrische regime zelf probeerde samen met zijn bondgenoten Rusland, Hezbollah, Iran en de pro-Iraanse sjiitische milities uit Irak zoveel mogelijk terrein te bezetten, ook aan de Iraakse grens. Daarmee wil het regime na de nederlaag van ISIS een zekere legitimiteit in heel het land verkrijgen. De Amerikanen probeerden de Iraakse premier ertoe aan te zetten om toenadering te zoeken tot de Saoedi’s, maar op een bijeenkomst van de Arabische Liga midden november weigerde de Iraakse regering om Hezbollah en Iran te veroordelen. Die opstelling is verbonden met de aanwezigheid van door Iran gesteunde sjiitische milities in de strijdkrachten van Irak.

    De indirecte strijd tussen Iran en Saoedi-Arabië wordt momenteel onder meer in Jemen uitgevochten. Er is altijd het gevaar dat dit ook in Irak zal gebeuren. Daarnaast zijn de soennitische regimes verdeeld over het roekeloze ongeduld van Trump. De Golfstaten, vooral Saoedi-Arabië en Egypte, verwijten Qatar dat het steun geeft aan de Moslimbroeders, Al Jazeera en Iran.

    De Koerden betalen het gelag

    Het machtsevenwicht in de hele regio is erg fragiel en instabiel. De strijdende partijen bijeenbrengen voor een stabiele machtsdeling in Syrië, Irak en bij uitbreiding in heel het Midden-Oosten, lijkt vandaag verder weg dan ooit.

    Vanuit het westen werd een tijdlang gehoopt dat het regime van Erdogan in Turkije een voorbeeld zou vormen van een moderne en gematigde islamitische democratie die de invloed van de Koerdische Arbeiderspartij (PKK) kon terugdringen en als model zou dienen voor de hele regio. Deze illusies werden weggeveegd door de militaire overwinningen van de Syrische Koerden, de verkiezingsoverwinning van de partij HDP (Democratische Volkspartij, pro-Koerdisch) in 2015, het einde van de economische groei en vervolgens de mislukte staatsgreep in de zomer van 2016 die gevolgd werd door enorme repressie, een permanente noodtoestand en tenslotte een referendum over een presidentiële dictatuur in Turkije.

    Sinds 20 januari voert Turkije een bloedig offensief tegen de Koerden in Afrin, in het noorden van Syrië. Dit volgt op een vernietigend offensief in 2016 in de Koerdische regio’s in Turkije. Het is trouwens pas in 2016 dat Turkse bommenwerpers voor het eerst ingezet werden tegen basissen van ISIS in Syrië. Het excuus van de zogenaamde ‘oorlog tegen het terrorisme’ door de westerse machten werd door het regime van Erdogan vooral aangegrepen om de Koerdische krachten die ISIS op het terrein bestreden te bombarderen. De Turkse staat zag liever een overwinning van ISIS dan van de Koerden.

    De Koerden vormen een natie zonder staat. Ze leven verdeeld in Irak, Iran, Syrië en Turkije. Na de Eerste Wereldoorlog maakten de imperialistische machten een nieuwe kaart van de regio waarbij er geen plaats was voor een Koerdische staat. De instabiliteit als gevolg van de oorlog in Irak in 2003 leidde tot de ontwikkeling van autonome regio’s in Irak en nadien ook in Syrië. Het Turkse regime vreest de gevolgen hiervan voor Turkije.

    De Koerdische strijders waren heldhaftig in het gevecht tegen ISIS. Maar een groot deel van de opmars was mee mogelijk door luchtaanvallen door de Russen en de Amerikanen. LSP en haar internationale organisatie CWI hebben er meermaals voor gewaarschuwd dat de VS en Rusland geen vrienden van de Koerdische bevolking zijn. Ze gebruiken Koerdische strijders wanneer het hun belangen uitkomt en ze laten hen nadien evengoed terug vallen. Dit gebeurde ook al in 1991 toen George Bush een opstand tegen Saddam Hoessein aanmoedigde en vervolgens toeliet dat de Koerden afgeslacht werden. Hetzelfde dreigt nu in Afrin te gebeuren: zodra ISIS teruggeslagen was, lieten de VS en Rusland Turkije toe om zijn oorlogsmachine in te zetten.

    Voor massaal verzet!

    De Koerden hebben uiteraard het recht om zichzelf te verdedigen. LSP roept op voor democratische, niet-sectaire, multi-etnische verdedigingscomités waarin de bevolking een actieve rol speelt. Het gebied dat nu onder Koerdische controle staat wordt bevolkt door Arabieren en Turkmenen, naast Koerden. Het is belangrijk om de massa’s op te roepen om zich samen te organiseren. Door de rechten op zelfbeschikking te verdedigen, kan een beweging opgebouwd worden die ingaat tegen het Turkse geweld en die steun vindt onder werkenden en armen doorheen de hele regio.

    Het is ook belangrijk om een oproep te doen naar de werkende bevolking in Turkije. In de huidige vreselijke situatie kan dat niet evident lijken. Maar zo’n oproep met een programma dat de democratische rechten verdedigt en opkomt voor jobs en huisvesting, voor democratische controle en bezit van de enorme middelen in de regio zodat ze in het voordeel van de volledige bevolking gebruikt worden, kan door de angst en de haat breken. Werkenden en armen in Turkije hebben niets te winnen bij de aanhoudende onderdrukking van de Koerden, waarmee enkel de regering en de werkgevers versterkt worden met de bijhorende onderdrukking en uitbuiting.

    De grootste angst van de rijken, grote bazen en grootgrondbezitters en hun politieke vertegenwoordigers, is een eenheid van Koerdische, Iraakse, Turkse, Syrische en Iraanse werkenden in een beweging die de lokale en imperialistische regimes en het kapitalisme in het algemeen bestrijdt.

    Wij verdedigen het recht van de Koerdische bevolking op zelfbeschikking, met inbegrip van volledig autonome democratische rechten en de vestiging van onafhankelijke staten of een gemeenschappelijke staat van alle Koerden, naargelang de bevolking het wil. Een vrijwillige socialistische confederatie van het Midden-Oosten zou alle volkeren toelaten om vrij en democratisch over hun eigen lot te beslissen.

    Op Twitter reageerde een jonge Syriër op de bombardementen van het Syrische regime op Ghouta: “Wat is dit voor een mensheid die ruimtetuigen naar Mars stuurt maar niets kan doen om mensen die vermoord worden te redden?” Het kapitalistisch systeem berust op dit soort tegenstellingen. Vrede en het respect voor mensen bekomen, zal gemakkelijker bereikt worden door het systeem omver te werpen dan door binnen de grenzen ervan te blijven.

  • Syrië: geen staakt-het-vuren in “hellegat” oostelijk Goutha

    Foto: Wikimedia

    Oostelijk Goutha, buiten Damascus, is volgens VN-topman Antonio Guterres “de hel op aarde.” Een dag na de VN-beslissing om een staakt-het-vuren te organiseren, bleven de bommen vallen. Een dokter verklaarde aan de BBC dat zijn ziekenhuis “geen elektriciteit, geen medicatie, geen zuurstof, geen verdoving, geen pijnstillers en geen antibiotica” heeft.

    Artikel door Per-Ake Westerlund

    Tegen maandag 26 februari waren 541 mensen, waaronder meer dan 150 kinderen, vermoord in oostelijk Goutha. Er vielen ook meer dan 2500 gewonden. Verschillende ziekenhuizen werden aangevallen door Syrische bommenwerpers. De VN Veiligheidsraad besliste om een onmiddellijk staakt-het-vuren van 30 dagen op te leggen, maar dit had weinig effect. Het Assad-regime in Syrië en zijn bondgenoot Rusland verklaren dat de voorwaarden voor een staakt-het-vuren niet duidelijk zijn en dat ze het recht hebben om “terroristen aan te vallen.”

    De westerse machten tonen eens te meer hun hypocrisie. De Amerikaanse troepen hebben de afgelopen tien jaar massale militaire aanvallen uitgevoerd tegen Iraakse steden, waaronder Fallujah, en meer recent, in 2017, vernietigden ze Mosoel. De grootmachten steunen vandaag de Saoedische luchtaanvallen op Jemen, waar veel burgers omkomen en chronische hongersnood algemeen is.

    Oostelijk Goutha werd sinds het begin van de oorlog in Syrië in 2011 gecontroleerd door verschillende islamistische rebellengroepen. Sinds 2013 is het gebied wordt het gebied met iets minder dan 400.000 inwoners belegerd door het Syrische leger met de steun van Rusland en Iran. Naast constante militaire aanvallen, resulteerde de bezetting in een totaal gebrek aan medicijnen en een breed verspreide voedselcrisis door een gebrek aan voedsel en extreem hoge prijzen voor het voedsel dat er wel is. Dit alles in een regio die voorheen een erg productieve landbouw kende.

    De VN-resolutie heeft het over een onmiddellijk staakt-het-vuren tenzij er geweld is door ISIS, al-Qaeda en al-Nusra. Die laatste groep was voorheen al-Qaeda in Syrië maar treedt nu op onder de naam Hayat Tahrir al-Sham (HTS). De belangrijkste gewapende groepen in oostelijk Goutha zijn twee andere milities: Jaysh al-Islam en Faylaq al-Rahman. Deze jihadistische groepen hebben regelmatig woonwijken van Damascus aangevallen waarbij burgerslachtoffers vielen. Dit was wel op een beperktere schaal dan bij de aanvallen door het regime.

    In plaats van vrede te bekomen na de terugtocht van ISIS onder druk van de troepen van Assad, Rusland en Iran aan de ene kant en de VS en bondgenoten aan de andere kant, komt Syrië nu in een nieuwe, mogelijk zelfs bloediger, fase van de oorlog. Diegenen die vrede moesten garanderen, zijn nu de oorlog aan het opdrijven.

    De kern van het conflict is een strijd van de wereldmachten en regionale machten om hun posities in het toekomstige Syrië veilig te stellen. Het is bovenal een confrontatie rond macht, invloed en prestige tussen de VS en Rusland, met Turkije en Iran als actieve deelnemers. Israël is ook in actie gekomen met gevechtsvliegtuigen tegen Iraanse troepen in Syrië de voorbije weken. Rusland heeft zijn positie versterkt door Assad te steunen, terwijl andere regimes zoals dat van Erdogan in Turkije dachten dat Damascus zou vallen. Moskou voert vandaag bombardementen uit tegen de overblijvende troepen van de gewapende oppositie in oostelijk Goutha en Idlib in het noordwesten. Het VS-imperialisme ging na de ervaringen van Irak en Afghanistan niet over tot het sturen van een groot aantal grondtroepen.

    Aanvankelijk steunde Washington dezelfde islamistische groepen die door Turkije en Saoedi-Arabië werden ondersteund. Maar de opkomst van ISIS, dat in 2014 een ‘kalifaat’ opzette, dwong de VS ertoe om nieuwe bondgenoten te vinden. De belangrijkste bondgenoten op het terrein de afgelopen jaren waren die van de Syrische Democratische krachten met de Koerdische YPG/YPJ in de leiding. De focus op de strijd tegen ISIS en de Russische militaire interventie in Syrië sinds de herfst van 2015 hebben het regime van Bashar al-Assad gered. ISIS is niet helemaal verslagen en heeft nog de capaciteit om individuele aanslagen uit te voeren, maar het verloor zijn hoofdstad Raqqa en belangrijke geografische gebieden.

    Andere krachten in de oorlog zullen het feit dat ISIS nog een beperkte aanwezigheid heeft gebruiken om militaire actie te rechtvaardigen. De Turkse propaganda rond de oorlog in Afrin heeft het steeds over de Koerdische PYD en ISIS alsof het om één kracht gaat. De beperkte aanwezigheid van ISIS komt ook de VS goed uit om op deze basis troepen in het noordoosten van Syrië te houden. De Amerikaanse acties zijn in werkelijkheid gericht op het beperken van de Russische en de Iraanse invloed. De ‘stabilisering’ die zowel de VS als Rusland naar eigen zeggen nastreven, zal verre van stabiel zijn.

    Voor de opstand van 2011 en de daaropvolgende oorlog werd de Syrische dictatuur al door elkaar geschud door een reeks crisissen. Vandaag is het land volledig ingestort met meer dan 500.000 doden en meer dan 10 miljoen mensen die hun huis ontvlucht zijn. Dit is het resultaat van imperialistische oorlogen, kapitalistische uitbuiting en de dictatuur van Assad. Om nieuwe oorlogen  en een terugkeer van ISIS of gelijkaardige groepen te vermijden, is er nood aan een revolutionaire socialistische beweging die opkomt voor alle werkenden en onderdrukten.

    Turkije: oorlog of akkoord met Assad?

    De Turkse oorlog tegen Afrin startte een maand geleden. Volgens de Koerdische PYD vielen er daarbij al 176 burgerdoden, waaronder 27 kinderen, naast 484 gewonden, waaronder 60 kinderen. Socialisten veroordelen de oorlog van Turkije. Het doel van het Turkse regime is om elk Koerdisch bewind in Afrin en Rojava in het noorden van Syrië de kop in te drukken, terwijl tegelijk het Turkse nationalisme in eigen land wordt opgejut om zo een verenigde arbeidersbeweging tegen het autoritaire bewind tegen te gaan.

    Het Turkse regime zag een kans om een aanval te lanceren toen de directe afhankelijkheid van Koerdische troepen voor de VS in de strijd tegen ISIS aan belang verloor. Het feit dat het ‘Vrije Syrische Leger’ samenwerkt met Turkije in de aanval op de Koerdische gebieden, bevestigt dat het slechts optreedt als steungroep van het Turkse regime. Eind februari leek het erop dat het Turkse regime zowel openstaat voor het opvoeren van de oorlog als voor een vorm van akkoord met het regime van Assad in Syrië.

    Ondanks de harde opstelling van Erdogan, die de VS beschuldigt van enige betrokkenheid in de poging tot staatsgreep in de zomer van 2016 en die Washington verwijten maakt wegens de samenwerking met de PYD in Syrië, heeft het Witte Huis er alles aan gedaan om een direct conflict met Turkije te vermijden. De VS verklaart dat de samenwerking met de PYD tijdelijk was en de ‘veiligheidskracht’, waaronder Koerdische troepen, die langs de grens tussen Syrië en Turkije gepland was, werd afgebouwd. McMaster, een veiligheidsadviseur van Trump, trok naar Ankara om Erdogan gerust te stellen.

    Maar de VS hebben de vraag van Turkije om Manbij, in het noordoosten van Syrië, te verlaten of om de PYD uit de stad te verdrijven niet opgevolgd. De Amerikaanse minister Rex Tillerson was bereid om die laatste optie in overweging te nemen. Maar het is gemakkelijker gezegd dan gedaan. De PYD had de afgelopen 18 maanden een beslissende invloed in de stad en bouwde een basis uit onder de Arabische meerderheidsbevolking, in het bijzonder onder de vrouwen die hun rechten er drastisch op zagen vooruitgaan, onder meer met het recht om te scheiden.

    Het regime van Erdogan beweert dat de oorlog in Afrin volgens plan verloopt. Er wordt gezegd dat de beruchte speciale troepen, de JÖH die gebruikt worden tegen de Koerden in het oosten van Turkije, zullen ingezet worden als de oorlog in Afrin het stedelijk gebied nadert. Maar de Turkse troepen zijn nog niet in de stad Afrin en hebben weinig bondgenoten onder de zowat 100.000 inwoners van het gebied. Het Turkse leger stelde dat de VN-resolutie over een staakt-het-vuren geen betrekking had op zijn activiteiten omdat dit een “oorlog tegen terreur” is. Dit geldt volgens Ankara ook voor de luchtbombardementen.

    Rusland, dat het luchtruim boven Afrin controleert, gaf groen licht aan Turkije om bombardementen uit te voeren. Dit versterkt de theorie dat Erdogan uit is op een vorm van akkoord met het regime van Assad. Rusland heeft troepen uit de regio weggehaald voor het begin van de Turkse militaire actie. Gewapende krachten die het Syrische regime steunen, kwamen midden februari in Afrin aan. Turkije stelde dat deze troepen welkom zijn indien ze de PYD bestrijden, maar niet als de Afrin komen verdedigen. Dit kan geïnterpreteerd worden als onderdeel van een akkoord met Assad, met Rusland als tussenpersoon. Er werden echter ook enkele schoten uitgewisseld tussen Turkse en Syrische krachten. Wat er effectief zal gebeuren, is dus nog onzeker.

    Nouri Mahmoud, woordvoerster van de gewapende krachten van de PYD, vroeg de Syrische regering om troepen te sturen om de grens met Turkije te bewaken. Maar er is geen reden waarom de Koerden in Afrin troepen van Assad zouden vertrouwen. Het regime in Damascus stuurt troepen omdat Turkije dat vraagt, maar ook om zelf de controle te heroveren in het noorden van Syrië dat nu onder Koerdisch bewind staat. De Koerden blokkeren, is ook voor de Iraanse bondgenoot van Assad een prioriteit. De YPG deed toegevingen aan de centrale macht, na Russische bemiddeling. Of het Syrische leger in staat is om verder te gaan, is een open vraag. De PYD en YPG, en de vrouwelijke strijdkrachten van de YPJ, hebben hun slagkracht getoond met de verdediging van Kobane tegen ISIS en zijn een kracht waar rekening mee moet gehouden worden. Het waren de politieke acties en beloften van democratische rechten en een degelijk leven die de basis legden voor de militaire sterkte van de PYD.

    De Koerdische troepen begingen een vergissing toen ze beroep deden op Amerikaanse en Russische luchtbombardementen, waarmee de mogelijkheid tot een bredere steun voor hun strijd onder de gebombardeerde bevolking moeilijker werd. Desalniettemin botst het Turkse leger op sterk verzet, wat nog versterkt wordt door de Koerdische troepen die terugkeren na de overwinning in Raqqa.

    De Koerdische strijd voor onafhankelijkheid en de klassennoden van de werkenden en armen in het Midden-Oosten zal nooit bondgenoten vinden bij het imperialisme of de regionale pro-kapitalistische regeringen. Achter de diepe crisis in de regio ligt de crisis van het kapitalisme en de historische zwakte van de arbeidersbeweging, terwijl de strijd van die arbeidersbeweging voor democratisch socialisme de enige weg vooruit is.

    [divider]

    LSP ondersteunt de oproep voor een betoging tegen de oorlog in Afrin. Deze betoging vindt morgen (zaterdag 3 maart) plaats in Brussel. Afspraak om 14u aan het Poelaertplein. Facebook evenement. 

  • Brusselse actie toont solidariteit met Afrin

    Op zaterdag 27 januari was er een grote actie in Brussel tegen de Turkse inval in Afrin. Na de nederlaag van ISIS in Syrië proberen verschillende machten hun positie te versterken en die van andere spelers te ondermijnen. Het Turkse regime wil een grotere regionale invloed en tegelijk de mogelijkheid van een Koerdisch zelfbestuur in het noorden van Syrië ondergraven. De VS en Rusland kijken toe en willen bondgenoot Turkije niets in de weg leggen. De grootste slachtoffers zijn eens te meer de gewone mensen, in de eerste plaats de bevolking van Afrin.

    De actie in Brussel was geen alleenstaand gegeven. In tal van landen kwamen Koerden op straat uit solidariteit met de bevolking van Afrin en tegen de agressie-oorlog van het Turkse regime van Erdogan. In Brussel kregen de Koerdische betogers solidariteit van onder meer VZW Vrede en andere partners, waaronder LSP. Naar goede gewoonte kregen alle aanwezige organisaties de mogelijkheid om hun standpunt toe te lichten in een open micro. Wij verdeelden onderstaand pamflet.

    [divider]

    #SolidariteitMetAfrin
    • Stop de oorlog tegen de Koerden • Voor massaal verzet

    De Turkse staat valt de Koerden in Afrin aan met bombardementen en grondtroepen. Dit volgt na vernietigende aanvallen op Koerdische gebieden in Turkije in 2016, toen president Erdogan een einde maakte aan het ‘vredesproces’ en een oorlog begon waarbij anti-Koerdisch nationalisme in Turkije werd aangewakkerd.

    In 2016 bombardeerde Turkije voor het eerst ISIS-basissen in Syrië. Het excuus van de zogenaamde ‘oorlog tegen het terrorisme’ werd gebruikt om Koerdische gebieden te bombarderen. Het ging om dezelfde Koerdische krachten die op de grond tegen ISIS vochten! De Turkse staat zag liever een overwinning van ISIS dan een Koerdische overwinning.

    De Koerden zijn een natie zonder staat, verspreid over Irak, Iran, Syrië en Turkije na het akkoord tussen de imperialistische machten bij het einde van de Eerste Wereldoorlog over de verdeling van de regio.

    De instabiliteit sinds de oorlog in Irak in 2003 heeft geleid tot de ontwikkeling van autonome gebieden in Irak en Syrië. De strijd tegen ISIS maakte het mogelijk om de door het imperialisme getrokken grenzen te doorbreken.

    Als gevolg van de opmars door de Koerdische Volksverdedigingsmacht (YPG) in Syrië, de strijdkrachten van de linkse PYD – Democratische Uniepartij, staat er nu een groot aan elkaar grenzend gebied in zowel noord-Syrië als Irak onder Koerdische controle. Het Turkse regime vreest de gevolgen hiervan voor Turkije zelf.

    Verraden

    De Koerdische strijders waren heldhaftig in de strijd tegen ISIS. Maar een groot deel van de opmars was mee mogelijk door luchtaanvallen door de Russen en de Amerikanen.

    LSP en haar internationale organisatie CWI hebben er meermaals voor gewaarschuwd dat de VS en Rusland geen vrienden van de Koerdische bevolking zijn. Ze gebruiken Koerdische strijders wanneer het hun belangen uitkomt en ze laten hen nadien evengoed terug vallen.

    Zodra ISIS teruggeslagen was, lieten de VS en Rusland Turkije toe om zijn oorlogsmachine boven te halen. Ze deden dit om hun verhouding met het Turkse regime niet in gevaar te brengen.

    De verschillende imperialistische machten, waaronder de VS en Rusland, vertrokken nooit van de belangen van de Koerdische bevolking. Ze zijn enkel geïnteresseerd in hun eigen macht en economische belangen. Er was tot hiertoe slechts steun aan Koerdische krachten voor zover dit niet botste met die macht en economische belangen.

    Dit bleek erg duidelijk in 1991 toen George Bush een opstand tegen Saddam Hoessein aanmoedigde en vervolgens toeliet dat de Koerden afgeslacht werden.

    Noch de westerse machten noch de repressieve regimes in de regio willen dat de vastberadenheid van de Koerden in de strijd voor onafhankelijkheid in andere regio’s nog meer toeneemt. Dat zou immers leiden tot instabiliteit en het mogelijk opbreken van Turkije.

    De regionale kapitalistische machten zijn bereid op etnische en nationale verdeeldheid in de hand te werken en om mensen tegen elkaar op te zetten, bijvoorbeeld Arabieren tegen Koerden. Ze doen dit naargelang het hen zelf goed uitkomt.

    Voor massaal verzet

    De Koerden hebben uiteraard het recht op zichzelf te verdedigen. LSP roept op voor democratische, niet-sectaire, multi-etnische verdedigingscomités waarin de bevolking een actieve rol speelt.

    Het gebied dat nu onder Koerdische controle staat wordt bevolkt door Arabieren en Turkmenen, naast Koerden. Het is belangrijk om de massa’s op te roepen om zich samen te organiseren.

    Door de rechten op zelfbeschikking te verdedigen, kan een beweging opgebouwd worden die ingaat tegen het Turkse geweld en die steun vindt onder werkenden en armen doorheen de hele regio.

    Het is ook belangrijk om een oproep te doen naar de werkende bevolking in Turkije. In de huidige vreselijke situatie kan dat niet evident lijken. Maar zo’n oproep met een programma dat de democratische rechten verdedigt en opkomt voor jobs en huisvesting, voor democratische controle en bezit van de enorme middelen in de regio zodat ze in het voordeel van de volledige bevolking gebruikt worden, kan door de angst en de haat breken.

    Werkenden en armen in Turkije hebben niets te winnen bij de aanhoudende onderdrukking van de Koerden, waarmee enkel de regering en de werkgevers versterkt worden met de bijhorende onderdrukking en uitbuiting.

    De grootste angst van de rijken, grote bazen en grootgrondbezitters en hun politieke vertegenwoordigers, is een eenheid van Koerdische, Irakese, Turkse, Syrische en Iraanse werkenden in een beweging die de lokale en imperialistische regimes en het kapitalisme in het algemeen bestrijdt.

    Wij verdedigen het recht van de Koerdische bevolking op zelfbeschikking, met inbegrip van volledig autonome democratische rechten en de vestiging van onafhankelijke staten of een gemeenschappelijke staat van alle Koerden, naargelang de bevolking het wil.

    Een vrijwillige socialistische confederatie van het Midden-Oosten zou alle volkeren toelaten om vrij en democratisch over hun eigen lot te beslissen.

    Socialisten en arbeidersorganisaties in België moeten bewegingen opbouwen tegen de oorlog tegen de Koerden en tegen imperialistische interventie, waarbij democratische rechten en degelijke omstandigheden voor vluchtelingen worden geëist.

    [divider]

    Fotoreportage door Liesbeth
    #SolidarityWithAfrin // Liesbeth

  • Stop de oorlog tegen de Koerden! Turks leger moet weg uit Afrin!

    Protest in Londen eerder deze week. Foto: Amaliah (Socialist Party)

    Op 21 januari is het Turkse leger binnengevallen in Afrin, een kanton van de autonome Koerdische regio Rojava in het noorden van Syrië. Wat de Turkse president Erdo?an voorstelt als een offensief tegen terrorisme, is in werkelijkheid een aanvalsoorlog tegen de Koerdische bevolking. Het doel van de heersende elite in Istanbul is een uitbreiding van de invloed in Syrië na de nederlaag van de zogenaamde ‘Islamitische Staat’ (ISIS) en een versterking van de positie van de regerende AKP in Turkije op basis van een nationalistische campagne en een voortzetting van de noodtoestand en de repressie tegen alle oppositie.

    Verschillende imperialistische grootmachten en regionale krachten botsen met elkaar in Syrië. Voor de VS stond de laatste fase van de strijd tegen ISIS centraal. Daartoe werd een militaire alliantie gesloten met de Koerdische Volksverdedigingseenheden (YPG/YPJ) gesloten, de strijdkrachten onder controle van de Koerdische PYD (Democratische Uniepartij) in de autonome regio Rojava in het noorden van Syrië. Turkije daarentegen gaf steun aan ISSI en andere islamistische krachten in de Syrische burgeroorlog, terwijl Rusland en Iran de Syrische dictator Assad steunden.

    Ondanks hun verschillende belangen en allianties, hebben deze krachten een gemeenschappelijk doel: de Koerdische beweging mag het doel van een democratisch en multi-etnisch Rojava niet verder uitbouwen. Dat wordt immers als een bedreiging gezien voor de macht van de imperialisten en de dictators in de regio. Alleen zo kan de opstelling van de grootmachten en de regionale krachten verklaard worden. Ze hebben allemaal bloed aan de handen bij de Turkse aanval op de Koerden. Er wordt niet geprobeerd om het Turkse offensief te stoppen. Veel wijst erop dat de Turkse aanval met de Russische regering was doorgesproken. De in Afrin gestationeerde Russische troepen werden op voorhand teruggetrokken en er wordt niet aangedrongen op het naleven van de no-fly zone. De VS hebben een dilemma omdat er gevochten wordt tussen twee bondgenoten. Er wordt vanuit de VS opgeroepen tot terughoudendheid en het vermijden van burgerslachtoffers. Dat wijst erop dat de VS alleszins geen breuk met NAVO-partner Turkije wil riskeren. Dat zou de Amerikaanse invloed in de regio op middellange en lange termijn ondermijnen.

    De feiten zijn ondertussen dat er in Afrin geen posities van ISIS zijn en dat YPG geen aanvallen op Turks grondgebied heeft uitgevoerd. De YPG heeft erop toegezien dat de strijd louter defensief blijft. De mening van enkele PYD-leiders die spraken over de mogelijkheid om ook op Turks grondgebied te strijden, werd gelukkig niet gevolgd. Dat zou immers een geschenk geweest zijn voor de propagandamachine van Erdo?an en het zou gebruikt worden om de oppositie in eigen land nog meer monddood te maken.

    Het leidt geen twijfel dat het militaire offensief ook sterk bepaald wordt door de binnenlandse politiek in Turkije. Volgend jaar zijn er verkiezingen en de AKP dreigt zijn meerderheid te verliezen. Sinds de poging tot staatsgreep in 2016 kon de AKP enkel regeren op basis van massale repressie en een permanente noodtoestand. De nieuwe partij IYI, een afsplitsing van de neofascistische met de AKP verbonden MHP, vormt een nieuwe rechtse oppositie die in de peilingen tot 20% haalt. De MHP zal mogelijk de kiesdrempel van 10% niet halen. Bij de burgerlijke sociaaldemocratische oppositiepartij CHP is de links-liberaal Canan Kaftanc?o?lu de nieuwe voorzitter van de partijwerking in Istanbul. Kaftanc?o?lu begon afstand te nemen van de traditioneel nationalistische anti-Koerdische positie van de CHP. De oorlog in Afrin zorgt er nu voor dat alle oppositiepartijen (uiteraard met uitzondering van de linkse en pro-Koerdische HDP) deel uitmaken van een nationaal front achter Erdo?an. Dit maakt het gemakkelijker om de repressie tegen alle oppositie in het land op te voeren, onder meer tegen de metaalarbeiders die in een sociaal conflict zitten. In de drie dagen na het begin van de aanval waren al 50 journalisten opgepakt. Ondertussen zitten tienduizenden mensen om politieke redenen in de gevangenis, onder hen de twee voorzitters van de HDP.

    De wereldwijde arbeidersbeweging, de linkerzijde en vredesactivisten moeten solidair zijn met de Koerdische bevolking. LSP ondersteunt de betogingen en acties tegen de agressie-oorlog van Turkije en tegen de medeplichtigheid van de imperialistische landen, waaronder NAVO-partner België.

    Wij zeggen:

    • Terugtrekking van Turkse troepen uit Noord-Syrië/Afrin!
    • Stop de wapenhandel met Turkije!
    • Solidariteit met de oorlogsvluchtelingen!

    We steunen de eisen van onze Turkse zusterorganisatie Sosyalist Alternatif:

    • Voor een mobilisatie van de vakbonden tegen de oorlog, voor de opbouw naar een algemene staking!
    • Voor het verbinden van de strijd van de metaalarbeiders met het verzet tegen de oorlog!
    • Eenheid van alle werkenden tegen nationalisme en religieuze verdeeldheid!
    • Tegen oorlog, uitbuiting, onderdrukking en armoede – voor een vrijwillige socialistische confederatie van het Midden-Oosten
  • Zaterdag betoging tegen Turkse inval in Afrin

    Komende zaterdag is er in Brussel een actie tegen de Turkse inval in Afrin, een enclave in Noord-Syrië. Deze inval is gericht tegen de Koerdische bevolking, zowel in Afrin als daarbuiten. Bovendien wil het Turkse regime zich positioneren in Syrië na de val van het ‘kalifaat’ van ISIS. We komen in de loop van vandaag of morgen terug op de situatie in Afrin met een artikel door onze Turkse zusterorganisatie. Hieronder de oproep voor de betoging zaterdag georganiseerd door onder meer VZW Vrede. LSP onderschrijft deze oproep en zal aanwezig zijn.

    -> Facebook evenement

    [divider]

    Stop de Turkse agressie-oorlog tegen Afrin!

    Het Turkse AKP-regime is samen met zijn milities op 20 januari een oorlog gestart tegen Afrin, een enclave in Noord-Syrië met een democratisch, multicultureel en gendergelijk zelfbestuur. Afrin heeft de Turkse staat nooit bedreigd. Als gevolg van deze agressie zijn er al tientallen burgerdoden en -gewonden gevallen. Afrin behoorde tot een van de rustigste gebieden in Noord-Syrië en was een veilige plek voor honderdduizenden vluchtelingen uit andere delen van de Syrische staat.

    De bevolking van Afrin en de vele aanwezige vluchtelingen zijn het slachtoffer van een pervers geopolitiek spel van de Turkse staat en de internationale en regionale machten. Nochtans hebben eenheden van de Syrische Democratische Strijdkrachten en de Koerdische Zelfbeschermingseenheden met internationale steun de zogenaamde Islamitische Staat uit Noord-Syrië verdreven. Nu worden ze aan hun lot overgelaten.

    We vragen aan België, de EU en de internationale gemeenschap om:

    • de oorlog van het Turkse regime te veroordelen
    • de wapenhandel met Turkije stop te zetten
    • dringend maatregelen te nemen die een einde maken aan de vijandelijkheden en die leiden tot de terugtrekking van de Turkse troepen
    • diplomatieke initiatieven op te starten die resulteren in een duurzaam bestand en politieke onderhandelingen
    • de vrijheid van meningsuiting en vereniging in de Turkse staat te helpen garanderen

  • Onaanvaardbaar geweld tegen Koerdische activisten in Antwerpen

    Deze bus was eerder al op campagnemomenten in Charleroi en Luik. Daar waren er geen problemen. In Antwerpen wel…

    De gevestigde media deden de incidenten van afgelopen vrijdagavond gemakshalve af als ‘rellen tussen Turken en Koerden.’ Dat is een vreemde omschrijving van wat eigenlijk een georganiseerde politieke aanval op Koerdische activisten was. Ongetwijfeld speelden militanten van de extreemrechtse Grijze Wolven een rol in de aanval.

    De titel in De Standaard was: “Veldslag na ‘provocatie uit PKK-bus.’” De krant stelt dat de rellen ontstonden “nadat een Koerdische bus door een overwegend Turkse buurt op Antwerpen-Zuid kwam toeren.” Dat is een een wel erg gekleurde versie. De feiten: een bus van een internationale campagne voor de vrijlating van PKK-kopstuk Öcalan was op weg naar een publiek aangekondigde bijeenkomst in de Sint-Andrieswijk. Gezien de verkeerssituatie in Antwerpen had de bus die uit Brussel kwam bijna geen andere keuze dan in de buurt van de Brederodewijk passeren. Bovendien was er een verkeersopstopping aangezien er een fietsactie aan de gang was (op die actie komen we later deze week terug op socialisme.be). Dat is iets anders dan door die buurt “toeren” bij wijze van “provocatie.”

    Het is opmerkelijk dat alles eraan gedaan wordt om de verantwoordelijkheid voor het geweld zoveel mogelijk in de schoenen van zowel de mensen op de Koerdische bus als de aanvallers te steken. Is het dan verboden om met een bus vol Koerden door die wijk te rijden? Is het normaal dat tientallen mensen een georganiseerde aanval doen op die bus? Waarom worden niet meer vragen gesteld over de rol van extreemrechtse groepen als de Grijze Wolven in dit geweld? Er was sprake van racistisch geweld met extreemrechtse elementen. Dit wordt bevestigd door incidenten zondagavond: een groep racisten probeerde winkeliers van Koerdische afkomst in de Brederodebuurt aan te vallen.

    Voormalig CD&V-gemeenteraadslid Ergun Top zei in De Standaard: “Hoe kan het dat zo’n bus door deze wijk rijdt? (…) Ik begrijp niet dat het stadsbestuur en de politie dat laten gebeuren.” Een toch wel straffe uitspraak: voor Top mag een bus met Koerden dus niet in de wijk waar hij woont rijden? Wie zal daar nog allemaal de toegang ontzegd worden en hoe rijmt Ergun Top dit met essentiële rechten als vrij verkeer van personen? Hoe komt het dat het stadsbestuur en burgemeester De Wever dergelijke uitspraken zomaar laten passeren? Is het omdat Ergun Top bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen uit onvrede met het kartel tussen CD&V en SP.a liet verstaan dat hij meer heil zag in N-VA of Open Vld?

    Het regime van Erdogan in Turkije voert een steeds agressievere nationalistische campagne, onder meer om het toenemende falen van het sociaaleconomische en buitenlandse beleid te verbergen. Dit nationalisme versterkt extreemrechts, ook onder migranten van Turkse afkomst die in ons land wonen. Het leidt tot geweld dat nu ook activiteiten van Koerden bedreigt. Geen enkele vorm van racistisch geweld kan aanvaard worden. Hier moet sterk tegen gereageerd worden.

  • Koerden betogen in Brussel om hongerstakers te steunen en voor NEEN in Turks referendum

    Vandaag was er in Brussel een betoging van Koerden die het opnamen voor de politieke gevangenen die in hongerstaking zijn. De repressie door het Turkse regime is bijzonder hard voor de Koerdische bevolking: meer dan 80 verkozen burgemeesters zijn afgezet en/of gevangen genomen. Het regime voert een eenzijdige oorlog. En nu wil Erdogan nog dictatoriale machten ook – eigenlijk extra dictatoriale machten bovenop diegene die hij vandaag al heeft. Een dag voor het referendum in Turkije was dit natuurlijk het gespreksonderwerp van de dag. LSP was op deze betoging aanwezig en ondersteunt op actieve wijze de campagne voor een sterk NEEN in het Turkse referendum.

    Foto’s door Liesbeth:
    Koerdische betoging // Foto's door Liesbeth

  • Turkse ambassade: geen ‘rellen’ maar bewust geweld tegen Koerdische kiezers

    Foto: NavBel

    Gisteren was het onrustig aan de Turkse ambassade in Brussel. Momenteel kunnen alle mensen met de Turkse nationaliteit in ons land stemmen voor het Turkse referendum over de uitbreiding van de presidentiële macht. President Erdogan wil zijn macht versterken, maar heeft de stemmen van de Europese Turken nodig om het te halen. In eigen land voorspellen de peilingen namelijk een nipt resultaat.

    Bij de laatste parlementsverkiezingen stemden 63% van de Belgische Turken voor de AKP van Erdogan, in Vlaanderen was dit zelfs 68%. Met een grotere steun voor Erdogan onder migranten van Turkse afkomst in België en Nederland, werd vanuit de Turkse regering aandacht gegeven aan de campagne bij ons. Er waren echter ook activisten die campagne voerden om ‘neen’ te stemmen. Onder meer in Brussel was er een actieve neen-campagne.

    Bij het kieslokaal aan de Turkse ambassade in Brussel kwam het gisteren tot geweld. Er was een agressieve aanval op Koerden die kwamen stemmen in het referendum. De daders waren extreemrechtse Turken die als doel hadden om de neen-kiezers te intimideren. Bij de aanval kreeg een 60-jarige vrouw verschillende messteken. Zij moest naar het ziekenhuis voor verzorging.

    De Koerdische vereniging Navbel stelde in een persbericht: “Volgens ons is deze agressie geen toevallige ‘opstoot’ tussen voor- en tegenstanders zoals de Belgische media doen uitschijnen. Er is sprake van een doelbewuste provocatie. Al een paar dagen hing het in de lucht dat er ‘iets’ ging gebeuren. Al een paar dagen hingen verdachte mensen rond in de nabijheid van de ambassade. De stembusgangers hadden er hun beklag over gedaan. De voorzitter van NavBel, Mustafa Kumral, tevens ook HDP-vertegenwoordiger en gemachtigd om de stembusgang bij te wonen en te controleren, heeft de voorbije dagen herhaaldelijk contact gehad met de Brusselse politie om hen hiervoor te waarschuwen. Op donderdagochtend stonden deze mensen er weer en heeft de voorzitter van NavBel direct de ambassadeur gewaarschuwd. Zij heeft laconiek gereageerd en de dreiging weggelachen. Vervolgens heeft Mustafa contact gehad met de vertegenwoordigers van de overige Turkse politieke partijen, inclusief de AKP, om in te grijpen. Maar niemand heeft iets gedaan.”

    Er is geen sprake van ‘rellen’ in een ‘geïmporteerd conflict’, zoals de media en de regering het laten uitschijnen. Koerdische kiezers werden bewust aangevallen en geïntimideerd als onderdeel van de campagne vanuit het Turkse regime om de eigen macht te vergroten. Die campagne heeft een impact op de migranten van Turkse afkomst en het versterkt de polarisatie. Tegelijk is het algemeen geweten dat Koerdische activisten een rol spelen in de neen-campagne. De linkse partij HDP was bij de vorige parlementsverkiezingen de tweede partij onder de kiesgerechtigden in België, maar toch wordt ze uitgesloten bij de controle op de stembusgang voor dit referendum.

    NavBel roept op om niet aan de intimidatie toe te geven en in alle rust en waardigheid aan het referendum deel te nemen om daarin neen te stemmen aan een presidentieel regime. In een persbericht benadrukt NavBel: “De Koerdische strijd is er één voor democratie, mensenrechten, nationale rechten en socialisme. Het is een strijd voor emancipatie van alle onderdrukten, een strijd die samen en internationaal gevoerd moet worden. We kunnen niet lijdzaam toekijken hoe Turkije afglijdt in een dictatoriale theocratie. We zullen onze politieke strijd voor een alternatieve, basis-democratische, feministische en socialistische maatschappij verderzetten.”

    Zoals we in de aprileditie van maandblad ‘De Linkse Socialist’ opmerken, is er solidariteit nodig. “De oppositie tegen een dictatoriaal presidentieel regime in Turkije moet beroep kunnen doen op de arbeidersbeweging en alle progressieven. Solidariteit met de gevangen HDP-politici, de vrouwenbeweging en stakingen met protesten voor democratische rechten zijn cruciaal om nationale en religieuze verdeeldheid van de bevolking van Turkije tegen te gaan. Grote gezamenlijke mobilisaties van linkse Turken, Koerden, de Europese linkerzijde en de vakbonden en een gezamenlijke campagne in de wijken en de bedrijven voor een ‘neen’ in het referendum, zijn de enige juiste antwoorden op de bijeenkomsten van het regime in Turkije en erbuiten.” Na het geweld aan de Turkse ambassade in Brussel is dit enkel des te meer het geval.

  • Turkije glijdt af naar dictatuur

    Koerdisch protest in Brussel vorige maand. Foto: Liesbeth
    Koerdisch protest in Brussel vorige maand. Foto: Liesbeth

    In de nacht van 3 op 4 november 2016 arresteerde de Turkse politie Selahattin Demirta? en Figen Yüksekda?, de twee co-leiders van de linkse oppositiepartij HDP. Samen met hen werden nog 10 andere HDP-parlementsleden opgepakt. Deze arrestaties zijn opnieuw een voorbeeld van hoe president Erdogan alle oppositie tegen zijn autoritair beleid monddood wil maken.

    Artikel door Tim (Gent) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Erdogan probeert machtspositie te herstellen

    De verkiezingen van juni 2015 maakten duidelijk dat de onbetwiste politieke hegemonie van Erdogans AKP voorbij was. Voor het eerst sinds 2002 verloor de partij toen haar absolute meerderheid. Een decennium van neoliberale aanvallen, een autoritair bewind met steeds verdergaande repressie tegen de arbeidersbeweging en andere oppositiekrachten, en het uitblijven van de door de AKP beloofde verbetering van de levensstandaard bij brede lagen van de bevolking hebben de autoriteit van Erdogan in Turkije aangetast.

    De verkiezingsnederlaag was dan ook een wake up call: Erdogan maakte gretig gebruik van de aanslagen in zijn land om democratische rechten verder aan banden te leggen. Dat was onder meer zo bij de aanslag in juli 2015 tegen een groep socialistische jongeren in Suruç, en de aanslagen in Ankara en tegen de luchthaven van Istanboel in juni 2016. Op basis van die strategie en van een nationalistisch discours wist de AKP bij de verkiezingen van november 2015 een deel van haar electoraal verlies te recupereren, en opnieuw een absolute meerderheid in het parlement te behalen.

    Na de mislukte militaire staatsgreep in juli 2016 ging de repressie tegen de oppositie nog een versnelling hoger: duizenden journalisten, academici en oppositiefiguren vlogen in de gevangenis. De AKP maakte handig gebruik van de situatie door vele bedrijven en bedrijfjes over te nemen die in handen waren van de Gülenbeweging, die ervan verdacht werd de staatsgreep te hebben georganiseerd. Die bedrijven konden goedkoop doorverkocht worden aan zakenlui met banden met de AKP, om zo de tanende sociale basis van de partij enigszins te herstellen.

    Een specifiek onderdeel van deze repressie is de oorlog die Erdogan voert tegen de Koerdische bevolking en haar politieke organisaties. De aanklacht tegen de aangehouden HDP-leiders is dat zij niet actief genoeg zouden meewerken met het politieonderzoek naar terroristische elementen binnen de Koerdische beweging. Hoewel bepaalde individuen en organisaties binnen de brede Koerdische nationale beweging inderdaad nog steeds individueel terrorisme tegen het Turkse leger en de politie als strategie aanhangen, is er geen enkele formele band tussen deze organisaties en de HDP. Integendeel: de HDP is opgericht als een linkse kracht die breder is dan de Koerdische nationale beweging. Hoewel de partij vooral sterk staat binnen de Koerdische gebieden, haalt ze ook veel stemmen in andere delen van Turkije, vandaar haar grote succes in de verkiezingen in juni 2015.

    Regime kan intrinsieke zwakte niet overstijgen

    Erdogans pogingen om de HDP te linken aan terrorisme hebben als doel om de steun voor die partij te ondermijnen, vooral in de niet-Koerdische delen van Turkije. In Koerdistan zelf is de repressie ondertussen uitgebreid naar een regelrechte burgeroorlog tegen de Koerdische bevolking. De AKP en Erdogan blijven verwoede pogingen doen om koste wat het kost aan de macht te blijven in Turkije, onder Tywin Lannisters motto “Een leeuw laat geen slaap over de mening van een schaap.” Hoe hard ze echter probeert, het Turkse regime slaagt er niet in haar intrinsieke zwakte te overstijgen: steeds minder mensen laten zich als schapen leiden door de Turkse leider.

    Zo heeft Erdogan zich heel verdienstelijk opgesteld tegenover de Europese politieke leiders in de vluchtelingencrisis: in ruil voor vele miljarden heeft hij grote delen in zijn land herschapen in grote vluchtelingengetto’s waar zijn leger op grote schaal de mensenrechten van de Syrische en Iraakse vluchtelingen schendt. Hoewel de Europese leiders tevreden zijn dat hij de vluchtelingenstroom via zijn land naar Europa heeft gestopt en ze graag een oogje dichtknijpen bij het feit dat dit op de meest schandalige en onmenselijke manier gebeurt, toont de afwachtende houding van de meeste Westerse landen bij de staatsgreep van 2016 duidelijk aan dat hun relaties met Erdogans regime niet erg hartelijk zijn.

    Ondanks de repressie slaagt het Turkse leger er niet in om terug controle te krijgen over de Koerdische gebieden in zuidoostelijk Turkije, laat staan dat ze een poot krijgen in de burgeroorlog in Syrië. Het Turkse leger is verzwakt, slaagt er niet in om grote overwinningen te boeken, en het gevaar van een nieuwe poging tot militaire staatsgreep is geenszins weg.

    Tegelijk blijft de Turkse economie het barslecht doen, en zijn er dagelijks protesten tegen het neoliberale beleid en de repressie. De beweging in het Gezi Park en op het Taksimplein in 2013 toont het potentieel voor een massabeweging in Turkije. De Turkse zusterorganisatie van LSP, Sosyalist Alternatif, propageert de noodzaak van dergelijke massa-actie tegen het asociaal beleid en de repressie van Erdogan. Ze komt in deze beweging tussen met een programma gebaseerd op klasseneenheid tussen de verschillende bevolkingsgroepen in de regio, en de noodzaak van een socialistisch programma om de rijkdommen in de regio te gebruiken voor de noden van de hele bevolking, los van etnische of religieuze achtergrond. Enkel zo is er een basis voor een duurzame vrede en stabiliteit in het Midden-Oosten.

  • Europese betoging tegen Erdogan en het AKP-regime in Turkije

    betoging-koerd

    Vandaag trokken duizenden mensen door Brussel in een Europese betoging waartoe opgeroepen was door de linkse partij HDP (Democratische Volkspartij) en Koerdische organisaties in ons land. ER waren deelnemers uit verschillende Europese landen. De mobilisatie kwam er na de arrestatie van verschillende HDP-leiders en parlementsleden in Turkije terwijl de repressie tegen mensenrechtenorganisaties, journalisten en de media, vakbonden, … verder wordt opgedreven. Verschillende Koerdische dorpen en steden worden bezet door het leger.

    30915268392_0acd71d4fe_zZoals onze Turkse kameraden van Sosyalist Alternatif opmerken: “De HDP staat in de vuurlinie omdat het de belangrijkste oppositiepartij in het land is en niet meestapt in de zogenaamde ‘nationale consensus’ na de mislukte poging tot militaire staatsgreep op 15 juli. Erdogan ziet in de HDP het belangrijkste politieke obstakel op de weg naar een presidentiële dictatuur. Na de mislukte staatsgreep deze zomer volgde een oprukkende tegenstaatsgreep met aanvallen op democratische rechten in het land. Alle stemmen van oprechte oppositie worden onder vuur genomen. Tal van academici, journalisten en politieke activisten werden opgepakt. Duizenden werknemers uit de publieke sector verloren hun job. Kritische media werden op willekeurige wijze het zwijgen opgelegd. (…) Tegelijk escaleert de oorlog en wil Erdogan zijn prestige en regionale ambities versterken. Het vergroot het gevaar op meer bloedvergieten en onveiligheid voor de volledige bevolking van Turkije, Koerdistan en de bredere regio.”

    De betoging werd ondersteund door verschillende Koerdische organisaties, maar ook door onder meer LSP dat een pamflet uitdeelde in het Frans, Nederlands, Duits en Engels. De zwakke aanwezigheid van de Belgische linkerzijde in deze beweging – er waren naast LSP ook militanten van Vrede, Solidarity for All en het Rojavacomité – laat helaas ruimte voor een rechtse partij als N-VA. Verschillende parlementsleden van die partij stapten op, ook al steunt de N-VA tegelijk het akkoord dat de EU sloot met het dictatoriale Turkse regime inzake de vluchtelingen. De N-VA spreekt zich uit tegen de repressie van Turkije tegen de Koerden en tegen de linkse HDP. Zal de N-VA dit standpunt van verzet tegen repressie doortrekken als het over Belgische activisten gaat? Of zal De Wever de politie blijven uitsturen om stakersposten op te breken zoals hij dit in juni in Antwerpen deed? Het lijkt erop dat de N-VA enkel deelnam om eigen politieke redenen (zoals een zeker ongenoegen bij een traditionele Vlaams-nationalistische achterban over het sluiten van akkoorden met Erdogan). Als beleidspartij houdt de N-VA het ondertussen gewoon bij die deals met Erdogan, het protest ertegen is tot woorden beperkt. N-VA deed eerder hetzelfde rond Palestina. Wie opkomt voor een toekomst zonder nationale of sociale onderdrukking heeft aan de reactionaire rechterzijde geen bondgenoot.

    De aanvallen op de Koerdische bevolking en de volledige linkerzijde in Turkije moeten beantwoord worden. Solidariteit en eenheid van werkenden en jongeren tegen repressie, terreur en oorlog zijn noodzakelijk.

    • Laat alle opgepakte HDP-parlementsleden en leiders vrij
    • Heraanstelling van alle democratisch verkozen burgemeesters
    • Stop de noodtoestand en de vervolging van dissidente stemmen
    • Voor volledige democratische rechten, waaronder het recht op organisatie en protest
    • Voor vrije meningsuiting en vrijheid van media
    • Neen aan nieuwe oorlogen en bezettingen, haal de troepen terug
    • Voor eengemaakt protest doorheen Turkije en de rest van de wereld als startpunt voor het verzet tegen het bewind van Erdogan
    • Weg met Erdogan en het kapitalistische AKP-regime

    Foto’s door Liesbeth:

    Foto’s door Emily:
    Manifestation européenne contre Erdogan (1)

    Foto’s door Nico:

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop