Your cart is currently empty!
Tag: klimaatverandering
-
Klimaatcatastrofe toont nood aan geplande economie
De twintig warmste jaren ooit gemeten vielen in de afgelopen 22 jaar. De stijgende temperaturen zijn slechts één symptoom van de klimaatramp die we meemaken. Acht procent van de soorten wordt met uitsterven bedreigd. De staat Louisiana verliest elke 45 minuten een voetbalveld grond door de stijgende zeespiegel. Branden teisteren de westelijke VS en orkanen trekken over de zuidoostkust van de VS.
Door Keely Mullen (Socialist Alternative, VS)
De mensheid staat op een kruispunt. Rapport na rapport waarschuwt dat we bij gebrek aan beslissende actie om de CO2-uitstoot te verminderen het risico lopen een reeks “kantelpunten” te veroorzaken, waarna de effecten op het milieu onomkeerbaar zijn. Een rapport van Columbia Engineering Projects stelt dat het vermogen van de planeet om kooldioxide te absorberen in 2060 kan beginnen te dalen. Ons ingebouwde vangnet tegen overmatige kooldioxide in de atmosfeer erodeert, waardoor de ergste effecten van de klimaatverandering drastisch worden versneld.
Een ander ‘kantelpunt’ is het smelten van poolijs. Het ijs op de polen fungeert als een reflector die een deel van de zonnestralen terug de ruimte in stuurt en de planeet afkoelt. Wanneer dit ijs smelt, wordt het donkerdere water eronder onthuld. Dat absorbeert aanzienlijk meer warmte, waardoor steeds grotere opwarming ontstaat. Een ander gevaar van smeltend ijs is dat het uiteindelijk de permafrost zal blootleggen. Die bevatten momenteel enorme hoeveelheden methaan. Als de permafrost smelt, zal dat methaan – dat een veel ernstiger opwarmend effect heeft dan kooldioxide – in de atmosfeer vrijkomen.
De erger wordende klimaatcrisis bedreigt niet alleen ons comfort, het is een bedreiging voor de collectieve grondstoffen van de planeet: water, land en schone lucht. Het dreigt te zorgen voor een verplaatsing van miljoenen mensen, die bekend zullen worden als klimaatvluchtelingen.
Het effect van de klimaatverandering op de watercyclus van de aarde is voor klimaatwetenschappers van bijzonder belang. Stijgende temperaturen hebben ertoe geleid dat er meer waterdamp in de atmosfeer wordt vastgehouden, waardoor de beschikbaarheid van water zeer moeilijk te voorspellen is. Dit kan leiden tot zowel heviger regenbuien als ernstiger droogte.
Terwijl tropische stormen, orkanen en regenstormen deel uitmaken van de normale weerpatronen in de VS, zorgen de toegenomen frequentie en ernst van deze gebeurtenissen voor intensere overstromingen die een bedreiging vormen voor de algemene waterkwaliteit. Dit komt omdat overstromingswater riolering, pesticiden, motorolie, industrieel afvalwater en allerlei verontreinigende stoffen oppikt en rechtstreeks in onze waterwegen brengt. Tijdens de orkaan Sandy in 2014 werden 10 van de 14 afvalwaterzuiveringsinstallaties van New York City overstroomd, waardoor gedeeltelijk of helemaal niet behandeld afvalwater in de lokale waterwegen terechtkwam!
Verantwoordelijkheid van grote bedrijven
Toen An Inconvenient Truth van Al Gore in 2006 uitkwam, was het baanbrekend en legde het in eenvoudige bewoordingen de wetenschap achter de opwarming van de aarde uit en het gevaar dat het voor de mensheid vormde. Deze film opende een echt debat, zeker nadat grote bedrijven decennia lang een vastberaden campagne voerden om de feiten over klimaatverandering te verbergen om te vermijden dat dit zou leiden tot inbreuken op hun winsten. Deze campagnes van de grote bedrijven hebben ongetwijfeld al geleid tot de dood van duizenden mensen.
De conclusie van Al Gore was dat de sleutel tot het vertragen of terugdraaien van de effecten van de klimaatverandering op de schouders van individuen en hun keuzes als consument rustte. Verander je gloeilampen, neem kortere douches, koop een hybride auto, gebruik geen plastic rietjes. Hoewel sommige van deze veranderingen in onze dagelijkse consumptie een impact kunnen hebben, volstaan ze niet. Zelfs als iedereen in de VS elke suggestie van An Inconvenient Truth zou volgen, dan nog zou de Amerikaanse CO2-uitstoot met slechts 22% dalen! Er is wetenschappelijke consensus dat het wereldwijd met 75% moet verminderen. Dit roept de vraag op wie de echte verantwoordelijken van de klimaatcrisis zijn en hoe we hen kunnen aanpakken?
Uit rapporten blijkt dat sinds 1988 slechts 100 bedrijven verantwoordelijk zijn voor 71% van de wereldwijde uitstoot, voornamelijk steenkool- en olieproducerende bedrijven zoals Exxon, Shell en BP. Het is geen toeval dat deze bedrijven de belangrijkste verantwoordelijken voor de opwarming van de aarde zijn. Het is inherent aan de logica van het kapitalisme dat bedrijven, om levensvatbaar te blijven, hun winst maximaliseren. Dit betekent dat ze op zoek gaan naar alle mogelijkheden om winsten te maken en besparen op alle kosten, inclusief veiligheidsmaatregelen, waarop dit mogelijk is.
De afschuwelijke olieramp met de Deepwater Horizon in 2010 heeft 4,9 miljoen vaten olie in de Golf van Mexico geloosd. Een commissie van het Witte Huis heeft bevestigd dat BP, Transocean en Halliburton in de aanloop naar de explosie een reeks beslissingen hebben genomen in een poging om de kosten te drukken, waarbij deze beslissingen uiteindelijk de ontploffing en de dood van 11 arbeiders hebben veroorzaakt. Deze commissie van het Witte Huis zelf bevestigde dat dit waarschijnlijk opnieuw zou gebeuren als gevolg van “zelfgenoegzaamheid van de industrie.” Met andere woorden, dit zal waarschijnlijk opnieuw gebeuren omdat de kosten voor het opruimen na een ramp niet te vergelijken zijn met de winst die gemaakt wordt door het creëren van de ramp.
Er zijn in de VS verschillende maatregelen voorgesteld om deze crisis aan te pakken. De meeste daarvan lopen belachelijk ver achter op wat nodig is. De Green New Deal (GND) van Alexandria Ocasio-Cortez gaat het verst en roept op tot een snelle overgang naar 100% hernieuwbare energie, een herziening van transportsystemen en een progressieve belastingheffing. Het afdwingen van de GND zou een enorme stap voorwaarts betekenen in de richting van een duurzame samenleving. Maar waar het tekortschiet, is in het aanpakken van de structurele macht van de energiesector. Als de energiesector in particuliere handen blijft, zullen zij overuren maken om de GND te ondermijnen. Die GND zou immers de waarde van hun onbenutte reserves (nu honderden miljarden euro’s waard!) tot nul zou terugbrengen. De tegenstrijdige doelstellingen van bedrijfsleiders die winst willen maken en de krachten die de GND proberen uit te voeren, zullen een snelle overgang naar hernieuwbare energie vrijwel onmogelijk maken.
Voor publieke eigendom!
Het is zeker niet uitgesloten dat de massale druk kan leiden tot stappen die zelfs onder het kapitalisme de overgang van fossiele brandstoffen naar hernieuwbare energie in gang zetten. Zonder belangrijke sectoren van de economie, te beginnen met de energiesector, in publieke handen te brengen, zou die overgang echter traag verlopen en grotendeels ongeorganiseerd zijn. Om te doen wat nodig is om radicaal van koers te veranderen en de ergste gevolgen van de klimaatverandering te voorkomen, moeten we echter beslissende stappen nemen. Dit betekent een snelle en georganiseerde aanpak om de energiesector in publieke handen te krijgen en op een duurzame basis te reorganiseren.
Om een snelle overgang van fossiele brandstoffen – zelfs met een energiesector in publieke handen – te bewerkstelligen, moeten ook andere sectoren van de economie in publieke handen komen. De overname van belangrijke delen van de industrie zou een snelle uitbreiding van elektrische auto’s en openbaar vervoer mogelijk maken. Daarnaast hebben we de banken in publieke handen nodig om gewone mensen en kleine bedrijven te helpen bij de overgang naar energiezuinige huizen en winkels. Zo’n ingrijpende verandering wijst op een volledige reorganisatie van de productie op een socialistische basis met een democratisch geplande economie.
Historisch gezien heeft het kapitalisme de menselijke productiviteit enorm vergroot. De bepalende kenmerken van het kapitalisme – privé-eigendom en de natiestaat – zijn nu echter een belemmering voor de verdere ontwikkeling van onze economie en samenleving. Dit blijkt duidelijk uit de internationale klimaatafspraken die weinig effect hebben vanwege de onwil van concurrerende natiestaten om toegevingen te doen die hun rivalen ten goede kunnen komen.
Momenteel worden alle belangrijke beslissingen over de inzet van maatschappelijke middelen genomen door een select aantal zeer rijke ondernemers. De beslissingen worden genomen op basis van wat het meeste geld oplevert. Dit betekent vaak het gebruik van compleet inefficiënte methoden om dingen te produceren. Wanneer bijvoorbeeld een auto wordt geassembleerd, zal bijna elk onderdeel van die auto steeds weer naar Mexico, Canada en de VS reizen voordat de onderdelen samen een auto vormen. De metalen basis van een stuurwiel dat in de VS wordt geproduceerd, wordt naar Mexico gestuurd om te worden afgedekt en genaaid alvorens teruggestuurd te worden naar de VS, zodat het bedrijf de goedkoopste bevoorrading en arbeid kan vinden om het eindproduct te maken.
Een ander voorbeeld van inefficiënte en verspillende productie onder het kapitalisme komt uit de zogenaamde “fast fashion” industrie. De mode-industrie is de op een na grootste vervuiler ter wereld. Het creëren van trends die zo snel veranderen dat niemand het kan bijhouden, zorgt ervoor dat mensen goedkope, wegwerpkleding blijven kopen – die kleding vervolgens dumpen – en dan meer kopen. Wereldwijd worden jaarlijks tachtig miljard kledingstukken in massa geproduceerd, bijna uitsluitend met waterverslindend maar goedkoop textiel zoals katoen. Om de juiste kleur voor een spijkerbroek te krijgen, wordt meer dan 10.000 liter water gebruikt!
Dit zijn misschien schokkende voorbeelden van verspilling en een compleet gebrek aan innovatie, maar dit is kenmerkend voor de manier waarop de samenleving onder het kapitalisme is georganiseerd. De vraag is dus: wat is het alternatief? Hoe kunnen we de samenleving efficiënter en in het belang van de mensen en de planeet organiseren in plaats van de winst?
Gepland systeem nodig
We hebben een democratisch geplande economie nodig waarin de 500 grootste bedrijven in publieke handen komen en de beslissingen over het beheer van een bepaalde sector worden genomen door gekozen organen van werkenden en consumenten. De klimaatcrisis mag dan de meest existentiële crisis zijn waarmee de mensheid te maken heeft, maar het kapitalisme leidt onvermijdelijk tot enorme ongelijkheid, armoede en structureel racisme. Om al deze kwesties aan te pakken is een samenleving nodig waarin belangrijke economische beslissingen op democratische wijze door de massa’s worden genomen.
Een bedrijf in publieke handen brengen, betekent dat zowel de materiële middelen – fabrieken, gereedschappen, distributienetwerken, technologieën, infrastructuur – als de bestaande financiële reserves uit handen van rijke investeerders worden genomen en in de handen van de maatschappij als geheel komen. Als die kritische stap eenmaal is gezet, kunnen democratische raden de kapitalistische bazen vervangen en de werking van dat bedrijf of die sector vergemakkelijken. Deze raden zouden de expertise van het personeel in die sector moeten weerspiegelen. Zij zijn het best op de hoogte van de manier waarop de sector functioneert, wat hij produceert en wat kan worden verbeterd. Om de ontwikkeling van een bureaucratie te voorkomen, zou iedereen die in een raad wordt gekozen, niet meer mogen verdienen dan de gemiddelde werkende in de sector en zou elke verkozene permanent afzetbaar zijn.
Deze raden zouden niet streven naar het maximaliseren van de winstgevendheid van hun sector, maar naar het maximaliseren van het vermogen van die sector om aan de behoeften van de maatschappij te voldoen. Dit zou leiden tot een aanzienlijke verhoging van de algemene levensstandaard van de overgrote meerderheid van de mensen, omdat er geen reden zou zijn om de lonen laag te houden, de werkweken onnodig lang te laten duren of om sociale diensten uit te hongeren.
De overgang naar een planeconomie kan in één land van start gaan, maar om te slagen zal de overgang naar een planeconomie zich internationaal moeten verspreiden. We leven in een door het kapitalisme gecreëerde wereldeconomie, maar om hier ten volle van te profiteren is een wereldwijde socialistische planning nodig. In het kader van een democratisch geplande economie zouden internationale structuren moeten worden opgezet om de maximale coördinatie van de raden in verschillende sectoren over de grenzen heen te vergemakkelijken.
Zoals al eerder is gezegd, worden de meeste grote sectoren onder het kapitalisme gehinderd door de voortdurende noodzaak om de kosten te verlagen. Bazen zoeken naar de goedkoopste goederen en arbeidskrachten. De taak van democratisch gekozen raden die toezicht houden op werkplekken en sectoren, zou daarentegen zijn om na te gaan hoe en waar efficiënter en milieuvriendelijker kan geproduceerd worden. Zo zijn vandaag de enorme logistieke en bevoorradingsnetwerken van Amazon en Walmart volledig van elkaar gescheiden omdat ze in directe concurrentie staan. Wanneer deze concurrentie wordt geëlimineerd, kunnen deze bijzonder nuttige netwerken worden gecombineerd en geherstructureerd. Het just-in-time-model dat Amazon en andere grote retailers hanteren, waarbij een product binnen enkele dagen kan worden besteld en geleverd, kan van groot nut zijn voor de samenleving als het gescheiden wordt van het winstoogmerk. Walmart’s enorme onderneming is zelf gepland – met coördinatie op alle niveaus van de bevoorradingsketen. Dit legt de basis voor een relatief pijnloze overgang naar een democratisch geplande onderneming.
Hoe sluit dit alles aan bij de existentiële dreiging van de klimaatverandering en hoe kan een planeconomie helpen?
Een groene toekomst plannen
Het kapitalisme leidt tot belangrijke innovaties, maar deze zijn ondergeschikt aan de winsten en niet noodzakelijkerwijs aan wat nodig is.
Op basis van een democratisch geplande economie kan innovatie ingezet worden in het belang van de gewone mensen en het klimaat. We kunnen investeren in een echte transformatie van grote industrieën op een duurzame basis. We kunnen investeren in de omscholing van miljoenen werknemers in de huidige vervuilende sectoren en miljoenen goedbetaalde jobs creëren, waarbij we gebruik maken van hernieuwbare energie door middel van zonne-, wind- en golftechnologie. Er zullen ongetwijfeld nieuwe vormen van hernieuwbare energie worden ontdekt, en het perfectioneren van de technologie om deze energie te benutten zal de opleiding van meer wetenschappers en ingenieurs vereisen, evenals het inzetten van wetenschappers die momenteel werken aan de ontwikkeling van wapens voor veel nuttiger werk.
Om een aantal van de ergste gevolgen van de klimaatcrisis om te buigen, zou een wereldwijd herbebossingsproject moeten worden opgestart. Herbebossing door het aanplanten van miljoenen inheemse bomen zou de luchtvervuiling drastisch verminderen en zou de natuurlijke habitats en ecosystemen die door ontbossing verloren zijn gegaan, herstellen. Daarnaast zal er een belangrijke reorganisatie van de wereldwijde landbouw nodig zijn om het land dat aan het vee wordt gegeven te verminderen en om gezonde vleesalternatieven te ontwikkelen.
Het openbaar vervoer in de meeste grote steden is volledig aan het afbrokkelen. Momenteel lopen de Amerikanen 19 volle dagen per jaar vast op weg van en naar het werk. Terwijl mensen de keuze zouden moeten hebben om hun eigen voertuigen te bezitten en te gebruiken, zou een massale uitbreiding van het openbaar vervoer en het volledig elektrisch maken van het openbaar vervoer veel meer mensen in staat stellen om sneller en gemakkelijker te reizen dan als ze zelf rijden. Naast het lokale openbaar vervoer moeten ook de langeafstandstreinen worden uitgebreid. Hogesnelheidstreinen zouden een goedkoper en veel minder milieubelastend alternatief voor het luchtvervoer kunnen bieden.
Uitbreiding van duurzaam openbaar vervoer zou niet alleen de levensstandaard van veel mensen verbeteren, het zou ook een sprong voorwaarts zijn in de transformatie van de samenleving op een groene basis.
Een samenleving die bevrijd is van de beperkingen van de winst zou een aantal baanbrekende projecten kunnen ondernemen om de samenleving te veranderen: het creëren van energie-efficiënte woningen met een effectievere isolatie, onderzoek naar mogelijkheden om vervuilde lucht direct schoon te maken en weer uit te stoten of het ontwikkelen van wegen waar elektrische voertuigen opladen terwijl ze rijden.
De oplossing voor deze crisis zal niet van bovenaf komen, ze zal niet worden geïnnoveerd door Elon Musk, ze zal niet komen door eenvoudigweg om de vier jaar te stemmen. De omvorming van de samenleving op een werkelijk duurzame basis en het waarborgen van een toekomst voor de mensheid berust op het beëindigen van de chaotische heerschappij van het kapitalisme en het vervangen van deze heerschappij door een werkelijk democratische planeconomie.
Wat nu?
Om revolutionaire veranderingen te bekomen en onze samenleving op een socialistische basis te reorganiseren, is een historische strijd nodig tegen de superrijken die momenteel onze samenleving domineren. Er zijn elementen in de VS en de rest van de wereld die op het potentieel voor die uitdaging wijzen. Van de historische stakingen het afgelopen anderhalf jaar, die zich kunnen uitbreiden naar andere sectoren, tot de groeiende jongerenbeweging die nu plannen heeft voor een internationale actiedag op 20 september.
Het is de verenigde en georganiseerde kracht van werkenden en jongeren die de socialistische verandering kan inluiden. Een cruciale stap in dit proces is de opbouw van een eigen massale politieke partij met een duidelijk socialistisch programma en een vastberaden leiding. Sinds 2015 hebben we de nadruk gelegd op de rol die Bernie Sanders – en nu Alexandria Ocasio-Cortez – in dat proces kunnen spelen door hun enorme basis van steun voor een progressieve en sociale politiek. Die steun kan gebruikt worden voor het opzetten van een nieuwe massale organisatie.
We moeten doorgaan met het opbouwen en versterken van de organisaties van de arbeidersklasse als voorbereiding op de beslissende strijd die voor ons ligt. Dit betekent dat we op onze werkplekken strijdbare vakbonden moeten opbouwen die goed georganiseerd zijn, echt democratisch zijn, de actieve deelname hebben van alle werkenden en bereid zijn om alles te doen wat nodig is om ons te verdedigen tegen aanvallen van onze bazen. De vakbonden moeten zich aansluiten bij sociale bewegingen die momenteel plaatsvinden tegen klimaatverandering, seksisme en racisme, en de weg voorwaarts wijzen op basis van de arbeidersklasse.
Om de stappen te zetten die nodig zijn om de planeet te redden, moeten we fundamenteel breken met het kapitalisme en vechten voor de socialistische transformatie van de samenleving op basis van echte innovatie, samenwerking en gelijkheid.
-
Klimaatverandering en vervuiling: De vrije markt is de oorzaak, niet de oplossing!
Het is al lang geen 5 voor 12 meer. Klimaatverandering is al een feit. Dat betekent niet dat we lijdzaam moeten toezien. Integendeel. De ergste gevolgen van klimaatverandering kunnen nog vermeden worden door de temperatuurstijging sinds het pré-industriële tijdperk een halt toe te roepen en te beperken tot 1,5°C. Dat is wat het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change) in haar rapport naar aanleiding van de klimaattop in december meldt. Hoe meer eensgezindheid er groeit over de dringendheid, des te duidelijker het echter wordt dat de traditionele politici geen antwoord hebben. Er is meer nodig dan individuele maatregelen, we hebben nood aan massale publieke investeringen in duurzame economische planning.dossier door Michael Bouchez uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
De klimaatverandering en milieuvervuiling worden steeds zichtbaarder en tastbaarder. Extreem weer en extreme droogtes maken tienduizenden doden en treffen miljoenen mensen die gedwongen moeten verhuizen en vluchten door vernietigende orkanen, bosbranden, voor overstromingen of droogtes. De hete en droge zomer van 2018 is ook bij ons een nieuw record. Op globale schaal zitten we op koers voor een temperatuurstijging van 3%-6% tegen 2100. De gevolgen voor mens en natuur daarvan zijn op z’n zachtst gezegd onvoorspelbaar.
De CO2-uitstoot die de aarde opwarmt zorgt ook voor onmiddellijke gezondheidsrisico’s. Onze kinderen worden geboren in fijnstof en pollutie. België behoort volgens Greenpeace tot de vier meest vervuilde landen van Europa. Antwerpen is een van de wereldwijde “Stikstof-hotspots”, samen met Taiwan, Buenos Aires en Parijs. Het fijnstof en de toxische stoffen die we dagelijks inademen zullen een toevloed aan astma, longziektes en kankers veroorzaken. Ook daar hebben neoliberale politici geen antwoord op: de uitstoot is in België de laatste jaren opnieuw gestegen.
Allemaal verantwoordelijk?
Het klimaatdenken wordt nu al decennialang gedomineerd door neoliberale eenheidsworst. Omdat we allemaal consumeren, zouden we allemaal vervuilen. Oplossingen zouden individueel zijn: we moeten allemaal ons gedrag aanpassen. Van plassen in de douche over je eigen moestuintje tot de deeleconomie. We herkennen het allemaal en vanuit een terechte bekommernis proberen veel mensen een steentje bij te dragen. Eenzelfde inspanning zien we echter niet van diegenen die echt verantwoordelijk zijn. De ecologische voetafdruk van de gemiddelde mens is betrekkelijk laag. De 10% rijksten stoten evenveel uit als de armste helft van de wereldbevolking.
Decennialang zijn individuele consumenten aangeduid als diegenen die verandering zouden brengen. De consumenten zouden de vrije markt op die manier stimuleren in de richting van “groene ondernemers”. Die denkpiste heeft niet gewerkt.
Ook goedbedoelde initiatieven die “greenwashing” en groen kapitalisme overstijgen en populair zijn om op kleine en lokale schaal bijvoorbeeld gezondere, ecologische voeding te voorzien, stoten op de grenzen van hun nichemarkt. Dat zagen we onder meer met de groene energieleverancier Lampiris die door de Franse multinational Total werd overgenomen.
Prijzen van bioboeren kunnen niet concurreren met de schaal van de agro-industrie waardoor ze gedoemd zijn in de marge te blijven, met dure prijzen, of overgenomen worden door grotere spelers in de agro-industrie die ecologische productie aan hun laars lappen.
Diezelfde agro-industrie sponsort ondertussen, samen met energiereuzen als Engie of EDF en autofabrikanten de befaamde klimaatconferenties van de VN. Die conferenties, zoals de COP21 in Parijs en de volgende in december in Katowice, Polen, moeten door de klimaatbeweging aangegrepen worden om te protesteren tegen de “business-as-usual”-mentaliteit van de wereldleiders, maar van die wereldleiders hoeven we niets te verwachten.
De klimaattop is een belangrijke aanleiding om in de klimaatbeweging te discussiëren over een programma dat breekt met het neoliberale denkkader en dat collectieve eisen naar voren schuift om de echte vervuilers aan te pakken in plaats van de individuele consument.
In 1988 waarschuwde NASA-expert James Hansen al dat er een duidelijke link was tussen uitstoot en klimaatverandering. Grote lobbycampagnes en klimaatsceptische denktanks van de petroleumindustrie en andere multinationals schoten in actie om twijfel te zaaien en elke vorm van structurele maatregelen, openbaar gefinancierde onderzoeken of zelfs strenge wetgeving tegen te houden. Het omgekeerde is gebeurd. Big Oil en andere multinationals kregen vrij spel om CO2 de lucht in te pompen en de natuurlijke rijkdommen van de aarde op te souperen. In plaats van publiek gefinancierde onderzoeken lieten de neoliberale regeringen het ‘initiatief’ aan de bedrijfswereld. Ontkennen van de klimaatverandering pakt niet meer bij de publieke opinie. Nu wordt alles ingezet op het doorschuiven van de verantwoordelijkheid naar de gewone werkenden.
We betalen vandaag een prijs voor de neoliberale benadering van klimaatverandering en vervuiling. Sinds 1988 werd 71% van de uitstoot van CO2 veroorzaakt door 100 bedrijven. Er werd vooral meer geïnvesteerd in vervuilende energiebronnen zoals teerzanden, fracking en kernenergie. De traditionele groene partijen zijn een erfgenaam van dat neoliberalisme. Groen stelt zich in Vlaanderen vooral op als bevriende partner van de grote ondernemers en promoot individuele initiatieven om vervuiling en uitstoot te beperken.
[divider]
Plastic Soup: zij de winsten, wij de kosten
Het kapitalisme strijkt de winsten op en schuift de kosten af op de gemeenschap en natuur. Een wraakroepend, maar tekenend voorbeeld is de “plastic soup”. De oceanen zijn grote afvalcontainers geworden, het is gevaarlijk voor de biodiversiteit en microplastic dringt door tot in ons voedsel. Is het de schuld van de consumenten die hun afval op straat laten vallen of in zee gooien? Betalen we de prijs van de gemakzucht en het kortetermijndenken van de mens?
Toen plastic steeds meer in gebruik raakte, werden wegwerpverpakkingen heel populair bij fabrikanten. Ze waren enthousiast over de veel hogere winstmarges. Individueel verpakte producten blijven namelijk langer vers en er was een alternatief op drankflessen die ze moesten reinigen en recycleren om te hergebruiken. Plastic flessen konden supergoedkoop in de kostprijs verrekend worden om dan weg te gooien zonder kosten voor de fabrikant.
Geconfronteerd met de afvalberg van plastic die plots aangroeide en parken en rivieren vervuilde, vaardigde de staat Vermont (Verenigde Staten) in 1953 al een wet uit die de verkoop van dranken in niet-hervulbare verpakkingen verbood! Ook in de jaren daarop zochten wetgevers op andere plaatsen in de VS naar antwoorden op de vervuiling.
Drankgiganten en lobbygroepen zagen daarin echter een aanval op hun winsten. Coca-Cola en andere drankgiganten richtten samen met Phillip Morris in datzelfde jaar de NGO “Keep America Beautiful” op. Keep America Beautiful oriënteerde zich enerzijds op lobbywerk bij wetgevers en anderzijds op het publiek door te stellen dat het probleem niet de productie en verkoop, maar het gebruik was. Mensen moesten beter omgaan met afval en leren recycleren! Na vier jaar campagne tegen de wetgeving, liet Vermont de maatregel vallen en konden de fabrikanten naar hartelust plastic flessen produceren en winsten maken.
Productie van plastic nam toe van 2,3 miljoen ton in 1950 tot 162 miljoen in 1993 en 448 miljoen in 2015. De helft van de productie dient voor verpakking en slechts een fractie van het “gerecycleerde” plastic wordt effectief hergebruikt.
Wat het ons leert is dat er voorafgaand aan consumptie, ook productie is. In feite is het grootste succes van Keep America Beautiful geweest dat ze de verantwoordelijkheid voor het milieu hebben verschoven naar de consument. De moderne vorm van individueel recycleren, zoals wij die vandaag toepassen, vindt haar oorsprong in die campagne “Keep America Beautiful” van op winst beluste bedrijven die er alles aan deden om hun winsten te beschermen. Het is een fenomeen dat ook in andere domeinen ontstaan is en versterkt werd met het neoliberalisme.
Daarnaast is het een historisch voorbeeld dat aantoont dat de winstlogica voor niets terugdeinst. Grote bedrijven zijn bereid om onze leefomgeving te vergiftigen (letterlijk in het geval van plastics) als het maar winst oplevert. Voor hen waren wegwerpbekers een kostenbesparing. Voor ons en onze planeet is het een heel kostelijke en levensbedreigende zaak. Voor het kapitalisme is de natuur enerzijds een vorm van gratis natuurlijke rijkdommen en anderzijds een grote stortplaats.
Als er geen collectief antwoord komt, ziet het perverse kapitalisme ook in die crisis weer een opportuniteit. De fameuze “The Ocean Cleanup” van ondernemer Boyan Slat die een systeem heeft ontworpen om het plastic uit de oceanen te vissen, kan nu de crisis veroorzaakt door het winstmodel gebruiken om zelf winst te maken. Zijn businessmodel: “Enerzijds kunnen bedrijven een installatie aanschaffen/sponsoren, die dan hun naam krijgt voor marketingdoeleinden. Anderzijds willen we het plastic leveren aan producenten die er consumentenproducten van maken. Ze betalen voor de plastic als grondstof, maar krijgen daarbij een licentie op ons merk, zodat ze hun producten onderscheidend kunnen maken doordat ze zijn vervaardigd uit Ocean Cleanup-plastic.” Onze leefomgeving is voor hen een grote jackpot.
[divider]
Welk programma voor de klimaatbeweging?
Publieke investeringen in plaats van private winst
Wat vandaag nodig is, kan samengevat worden in een stopzetting van vervuilende en overbodige productie, rationele planning van de productie, onmiddellijke transitie naar duurzame energiebronnen en -distributie, uitstap uit fossiele- en kernenergie, collectieve energiebesparende maatregelen zoals meer, beter en gratis openbaar vervoer of isolatie van woningen …
Die noodzakelijke stappen gaan echter lijnrecht in tegen de belangen van de economische en politieke elite omdat het de winsten ondermijnt. Voor het kapitalisme zijn schone lucht, propere oceanen, biodiversiteit, kortom groene alternatieven … geen “incentive”. De winstgevendheid van steenkool en petroleum is vele malen hoger dan onderzoek naar duurzame energiebronnen die nog niet onmiddellijk winst opleveren.
Private winst op korte termijn staat centraal en de maatschappelijke (en dus ook de ecologische) kosten worden afgeschreven op de gemeenschap en haar leefomgeving. Pas wanneer onze lucht definitief niet meer kan ingeademd worden, zullen ze winst kunnen maken door zuurstof te verkopen. Aan diegenen die het kunnen betalen, ten minste.
De rol van de werkende klasse in de klimaatbeweging
Radicale veranderingen zijn nooit doorgevoerd door het establishment zelf. Politieke en economische elites hebben hoogstens toegevingen gedaan uit schrik voor revolutie door de massa’s. Het is de collectieve actie van de werkende bevolking, die zich inspireerde op een socialistisch programma, die verandering heeft afgedwongen. Het is ook zo dat gezondheids- en veiligheidsreglementering voor de werkvloer en de wijken rond fabrieken zijn ingevoerd.
Die arbeidersklasse is natuurlijk heel divers en kampt met allerlei dagelijkse bezigheden en problemen. Voor wie dagelijks 8 uur werkt, net kan rondkomen op het einde van de maand, ouders moet verzorgen omdat de rusthuizen te duur zijn en kinderen moet opvoeden en naar school voeren, lijkt de klimaatzaak niet het meest dringende. We hebben vaak onze auto nog nodig om kinderen naar school te voeren en naar ons werk te gaan. Velen hebben geen boodschap aan de deeleconomie, eigen moestuintjes of de lage emissiezone waardoor de oude diesel van de hand moet zonder geld voor een nieuwe. Veel personeelsleden van vervuilende sectoren hebben geen alternatieven als ze hun facturen willen betalen.
Grote maatschappelijke omwentelingen zijn er gekomen wanneer de onmiddellijke belangen van de arbeidersklasse samenvielen met een noodzaak om het systeem uit te dagen. Als we verandering willen, moet de klimaatbeweging zich dus richten op een manier om de brede lagen van de werkende bevolking te betrekken, eerder dan de beleidsmakers.
Een evident voorbeeld is het personeel van het openbaar vervoer. De (stakings)acties bij NMBS of De Lijn tegen besparingen en voor betere arbeidsomstandigheden zijn een cruciaal onderdeel van de klimaatbeweging. De klimaatbeweging kan solidariteit uitbouwen door samen met de vakbonden een programma op te stellen voor meer en gratis openbaar vervoer, voor extra aanwervingen en vermindering van de werkdruk.
Een beweging die massale publieke investeringen eist in duurzame energie en een uitstap uit vervuilende energie, kan dit niet doen zonder ook een plan van jobcreatie in die sector te eisen. Dat zou de vorming en heropleiding van werknemers vergen. De vakbonden van het personeel in de sector zouden gemobiliseerd kunnen worden voor een uitstap uit vervuilende of onveilige energie, een vormingstraject voor de werknemers en een transitie naar gezondere groene jobs.
Dit zou de discussie over klimaateisen en de financiering ervan binnen de vakbonden en de arbeidersbeweging stimuleren. Zo’n beweging zou ook het idee van een linkse regering, die de arbeiders- en klimaatbeweging vertegenwoordigt, populariseren.
Een goede aanzet van een ecologisch programma dat vertrekt van de belangen van de werkende bevolking, vinden we bij France Insoumise van Jean-Luc Mélenchon. FI pleit voor ecologische planning, de nationalisatie van de energiesector, uitstap uit kernenergie, reconversie van de jobs, de isolatie van 700.000 woningen per jaar, …
Door de directe noden van de werkende bevolking te koppelen aan ecologische maatregelen in een socialistisch programma kan de klimaatbeweging zich verbreden, versterken en uit het neoliberale keurslijf van de traditionele groene partijen treden.
Revolutionaire partij
We mogen ons echter geen illusies maken. Een linkse regering die een dergelijk programma probeert door te voeren en het systeem uitdaagt, zal onmiddellijk in conflict komen met de nationale burgerij, het Europese establishment, het IMF en de multinationals. Zij zullen er alles aan doen om een echte structurele en collectieve ecologische transitie te saboteren omdat die hun winstbelangen fundamenteel aantast. Dat is de belangrijkste les uit de ervaringen met Syriza in Griekenland: democratie mag volgens hen niet buiten de lijntjes van het kapitalistische bestel kleuren.
Daarom is er bovenop een dergelijk eisenpakket ook een revolutionaire partij nodig. Zonder revolutionaire leiding die een programma heeft om het hoofd te bieden aan de chantage en de sabotage, riskeren de goede intenties van een linkse regering opgeborgen te worden. Dat is hoe Tsipras en Syriza uiteindelijk het grootste en zwaarste saneringsplan in Griekenland hebben doorgevoerd, ondanks de wil van de Griekse bevolking om tegen die besparing te strijden.
Om ecologische planning en transitie mogelijk te maken zal een breuk met het kapitalisme onvermijdelijk zijn. Ook daar is de arbeidersklasse de maatschappelijke kracht die de systeemverandering kan doorvoeren. Zij kan de natuurlijke rijkdommen en productiemiddelen uit handen nemen van degenen die de klimaatverandering veroorzaken.
Door ook de financiële sector en andere sleutelsectoren uit de economie te nationaliseren onder democratische controle en beheer van de arbeidersklasse, kunnen de middelen gegenereerd worden om de dringende investeringen te doen. Een socialistische geplande economie zou er op die manier voor zorgen dat beslissingen genomen worden in functie van de noden van de mens en van de maatschappelijke kosten (en dus van de natuur), in plaats van in functie van de winst.
Het noodzakelijke, maar dure onderzoek naar nieuwe technologische ontwikkelingen, de reusachtige infrastructuurwerken voor groene energieproductie en -distributie, inclusieve en collectieve oplossingen voor ons vervoer, … kortom een ecologisch urgentieplan levert vanuit kapitalistisch oogpunt niets op. Gecombineerd met een socialistische maatschappijverandering zijn dat democratisch gestuurde investeringen die een onbetaalbare aanwinst en meerwaarde zijn voor de mensheid, haar leefomgeving en toekomstige generaties.
[divider]
Het programma van LSP
- Mobilisatie van activisten, vakbonden en jongeren in een massabeweging tegen klimaatonvriendelijke investeringen, akkoorden en beslissingen van het politieke establishment.
- Meer, beter en gratis openbaar vervoer als enige echte alternatief op privaat transport en fijnstof.
- Snelle conversie naar volledig hernieuwbare energiebronnen: wind-, golf- en zonne-energie …
- Publiek gefinancierde energiebesparende maatregelen die collectief worden doorgevoerd. Onder andere door huizen CO2-neutraal te maken.
- Voor een grootschalig groen werkgelegenheidsprogramma waarmee de overgang weg van fossiele brandstoffen en kernenergie kan worden gemaakt, terwijl er tegelijkertijd degelijke banen worden gecreëerd.
- Solidariteit met de strijd van lokale bevolkingen die het slachtoffer zijn van droogtes, overstromingen …
- Een degelijk en menselijk asielbeleid zonder onderscheid tussen politieke-, economische- of klimaatvluchtelingen.
- Onteigening en nationalisatie onder democratische controle van de productie en distributie van energie. Samen met de nationalisatie onder democratische controle van de financiële sector en onderzoek en wetenschap kunnen op korte tijd de reusachtige maar noodzakelijke investeringen gedaan worden.
- Een democratisch socialistisch geplande productie gebaseerd op de belangen van de overgrote meerderheid van de bevolking en dus ook op de bescherming van onze leefomgeving en planeet.
-
Historische klimaatmars in Brussel: tienduizenden in actie voor toekomst van onze planeet!
De ongerustheid en de woede onder de bevolking groeit. De toekomst van de onze planeet wordt namelijk op het spel gezet. Het IPCC-rapport geeft ons nog 12 jaar om een onomkeerbare ecologische ramp te vermijden. Toch lijkt het politieke establishment de ernst niet te vatten. De opkomst voor de historische klimaatmars in Brussel geeft aan hoe een groeiende laag van de bevolking dit niet langer neemt.
De tienduizenden betogers bleven maar toestromen: meer dan twee uur nadat de eerste manifestanten vertrokken waren aan Brussel-Noord moesten anderen nog aan de tocht naar het Jubelpark beginnen. Qua omvang deed het denken aan de grote vakbondsbetoging in oktober 2014 of de anti-oorlogsbetoging van 2003. De politie had het over 65.000 maar dat was een onderschatting, zelfs de 75.000 volgens de organisatoren leek ons een lage schatting. Mogelijk waren we met 100.000!
De lichte regen kon het enthousiasme van de betogers niet stoppen, wat extra zon had ongetwijfeld voor een nog grotere opkomst gezorgd. Onder de aanwezigen opvallend veel gezinnen met kinderen en veel jongeren. Het thema van klimaatverandering en de strijd ertegen staan op de politieke agenda. De vraag is nu hoe we effectief resultaat kunnen bekomen.
Op een dergelijk grote betoging zijn er uiteraard heel uiteenlopende standpunten. Sommigen pleiten voor meer individuele maatregelen zoals taksen op vliegreizen. Als het protest van de gele hesjes de afgelopen dagen iets duidelijk maakte, is het echter dat de gewone bevolking al genoeg betaalt. Er waren enkele van die gele hesjes op de betoging: protest tegen dure brandstofprijzen betekent immers niet dat voor vervuiling wordt gepleit. Feit is dat niet in milieuvriendelijke alternatieven wordt geïnvesteerd: de 5,5 miljard euro die de overheid jaarlijks aan brandstof verdient, is meer dan alle overheidsdotaties aan openbaar vervoer samen. Dat vat het samen.
Er is een groeiende roep naar collectieve antwoorden. Veel mensen proberen zelf een steentje bij te dragen, maar ze merken op dat er geen gelijkaardige inspanning komt van diegenen die echt verantwoordelijk zijn. Zolang grote bedrijven sectoren als energie domineren, zal daar geen verandering in komen. Klimaattoppen mogen dan nog zoveel goede voornemens spuien als ze willen (en helaas zijn ook die voornemens onvoldoende), echte verandering komt er niet. Wat de gemeenschap niet bezit, kan ze immers niet controleren. Het wordt hoog tijd om energie in publieke handen te nemen en publieke middelen te voorzien voor wetenschappelijk onderzoek naar de ontwikkeling van alternatieve duurzame energie op massale schaal. Het is ook hoog tijd om drastisch te investeren in openbaar vervoer, in plaats van te besparen zoals momenteel gebeurt (bij de NMBS is er op vijf jaar tijd 663 miljoen bespaard, de gevolgen daarvan ondergaan personeel en reizigers elke dag).
‘Groen kapitalisme’ is geen antwoord. Dat is uitgeprobeerd en het faalt. Consumptie kan niet los gezien worden van productie. Eerder waarschuwden de Belgische werkgevers (VBO) al voor te ambitieuze klimaatdoelstellingen want die “mogen de competitiviteit niet schaden.” Tegenover de chaos van het kapitalisme pleiten wij voor een socialistisch alternatief: een samenleving waarin de meerderheid van de bevolking beslist over wat en hoe er geproduceerd wordt zodat de belangen van de mens en de planeet centraal staan. Daarvoor moeten we een krachtsverhouding uitbouwen. De klimaatmars was daar een goede aanzet voor. Verandering is steeds afgedwongen door ons met de werkende bevolking te organiseren en door strijd aan te gaan.
De snelheid waarmee we tot fundamentele collectieve oplossing kunnen komen, zal afhangen van de rol van de arbeidersbeweging in de klimaatbeweging. Zij heeft de sleutels van de economie in handen. Met het stakingswapen kunnen zij de natuurlijke rijkdommen en productiemiddelen uit handen nemen van degenen die de klimaatverandering veroorzaken (de kapitalisten) en een socialistisch alternatief uitbouwen onder hun democratische controle en beheer.
Op de betoging vormden we een strijdbare delegatie en kregen we een goede respons op ons materiaal. De badges vlogen de deur uit en we verkochten meer dan 100 exemplaren van ons maandblad. Tientallen betogers gaven hun contactgegevens op. Wil je samen met ons de strijd voor een socialistische samenleving aangaan? Contacteer ons om lid te worden!
Fotoreportage door Liesbeth:
[embed-google-photos-album https://photos.app.goo.gl/MPoLU6xUW9PrvJ5B9]Video van onze delegatie:
-
Zonder antikapitalistisch programma is de klimaatbeweging tevergeefs
Nog 12 jaar om een onomkeerbare ecologische ramp te voorkomen

Klimaatbetoging in Oostende in 2016. Foto: MediActivista Het kapitalisme beslaat slechts 1% van de menselijke geschiedenis. Nochtans zou het die korte maar verwoestende periode kunnen zijn die de planeet vernietigt. In die mate zelfs dat experten, die voorheen spraken over antropoceen om de verantwoordelijkheid van de “menselijke activiteit” in de opwarming van de aarde te definiëren, nu het kapitaloceen beschuldigen. Volgens hen is die semantische wijziging een strategische zet: we moeten nadenken over het einde van het kapitalisme, niet over het einde van de wereld.
Artikel door Sébastien (Luik) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Op 7 oktober publiceerde het Intergovernemental Panel for Climate Change (IPCC) een studie over de effecten van een mondiale temperatuurstijging van 1,5°C (in vergelijking met het pre-industriële tijdperk). Die studie werd aangevraagd ten tijde van de COP21 in 2015. Daar verbonden 197 staten er zich toe die grens te respecteren. Het verdict van de 86 belangrijkste auteurs die aan de studie deelnamen is klaar en duidelijk: een dergelijke opwarming zou dramatische gevolgen hebben voor de planeet. Daarenboven “draagt elke tiende van een graad extra opwarming een dodelijk risico in zich,” zegt Emilie Both, woordvoerster van Oxfam Frankrijk. Met de publicatie van deze bevindingen willen de auteurs de klimaatdoelstellingen voor de staten optrekken, in het licht van de COP24 in december.
Het Akkoord van Parijs, de eindverklaring van de COP21, moet gezien worden voor wat het is: een reeks ijdele wensen. Sinds de aanname van die tekst is de wereldwijde CO2 uitstoot trouwens onstuitbaar gestegen. Regeringen hebben nog maar eens bewezen dat ze niet in staat zijn om in te gaan tegen de belangen van de petroleumsector, de nucleaire lobby’s en de multinationals.
Het kapitalisme is de hoofdoorzaak van klimaatverandering
Het systeem waarin we leven maakt het mogelijk dat 8 mensen evenveel bezitten als de armste 50% van de wereldbevolking. De logica van dit systeem zorgt ervoor dat de 1% rijksten in 2017 82% van de gecreëerde rijkdom naar zich toetrokken.
Die tendens tot accumulatie van rijkdom in handen van een kleine elite ten koste van de meerderheid van de bevolking, is geen foutje in het kapitalisme, maar maakt deel uit van zijn bestaansreden. De zoektocht naar die oneindige accumulatie van rijkdom komt echter in conflict met het beschermen van de wereld en haar eindige grondstoffen. In 2015 gaf een verslag van het IMF aan dat de subsidies voor fossiele brandstoffen 10 miljoen dollar per minuut (4740 miljard euro per jaar) bedroegen. Dat is 4,5% van het Bruto Mondiaal Product. De totale subsidies voor de fossiele energiesector zijn dus hoger dan de budgetten voor publieke gezondheidszorg van alle landen samen.
Nochtans wordt de ecologische kost van de ontginning van dat soort energie steeds groter. Nicholas Stern, econoom en klimaatspecialist aan de London School of Economics verduidelijkt dat er niet enkel “geen enkele rechtvaardiging is voor de enorme subsidies voor fossiele brandstoffen,” maar dat ze bovendien “de economie schaden en in het bijzonder in de armste landen.”
Het gevolg van de onophoudelijke zoektocht naar winsten zijn gezondheids- en milieurampen. Volgens de internationale NGO Carbon Disclosure Project is 70% van de uitstoot van broeikasgassen sinds 1988 veroorzaakt door slechts 100 bedrijven en de 25 grootste daarvan zijn goed voor 50% van de wereldwijde uitstoot.
Liberale ecologie individualiseert de oplossingen
De situatie is alarmerend en bijna niemand trekt dat nog in twijfel. Toch baseert het dominante discours zich nog steeds op “anders consumeren” en “druk uitoefenen” op de politieke klasse. Op geen enkel moment komt het kapitalistische systeem ter sprake. Dat is geen toeval. De neoliberale logica dwingt ons om zaken vanuit een individueel perspectief te bekijken, vanuit onze portefeuille, niet via politieke macht.
Voor veel mensen lijkt dit nog steeds de meest toegankelijke oplossing. Maar de meest toegankelijke oplossing is dus niet altijd de beste. Tenzij je een van de broers Koch bent en dus eigenaar van Koch-Industries (olie- en chemiesector, financiële sector, speculatie op grondstoffen, veeteelt) die op eigen houtje ongeveer 24 miljoen ton CO2 per jaar in de atmosfeer pompen, is het onwaarschijnlijk dat je individuele keuzes de klimaatverandering zullen beïnvloeden. Aanpassing van individuele consumptie is de voorbije jaren massaal gepromoot als centrale aanpak. We moeten er de balans van opmaken: het is dringend tijd dat we van aanpak veranderen!
We controleren niet wat we niet bezitten!
Niet zozeer het individu is de oorzaak van de problemen, maar wel de sociale organisatie en de menselijke verhoudingen. Niet alle organisatievormen van economische productie hebben een gelijkaardige impact op het milieu. Het kapitalisme is een systeem waarin de productie bijzonder chaotisch is. Een democratisch geplande economie – waar de sleutelsectoren van de economie door de gemeenschap worden gecontroleerd en beheerd – zou de behoeften van alle mensen in rekening brengen, en dus ook rekening houden met de grondstoffen van de planeet.
De klimaatbeweging moet zich richten op degenen die in staat zijn om de controle over de maatschappij weg te nemen van de bedrijven. Dat zijn de werknemers. De vakbonden kunnen een cruciale rol spelen in de milieubeweging. Bijvoorbeeld door de eisen en strijdmethoden die zij hebben gebruikt om gezondheid en veiligheid op het werk te garanderen, uit te breiden naar de rest van de samenleving. Het betrekken van de werknemers in de klimaatbeweging kan ook de basis leggen voor de uitbouw van democratische comités die op termijn het beheer van bedrijven kunnen overnemen.
Alle belangrijke sociale verworvenheden zijn ingevoerd dankzij massamobilisatie en het stakingswapen. Geen enkele vooruitgang in onze levensomstandigheden is verkregen door er vriendelijk om te vragen. Ze zijn stuk voor stuk afgedwongen. We moeten ons organiseren en samen vechten op basis van een programma dat een socialistische omvorming van de maatschappij verdedigt.
[divider]
Ook geschrokken door het nieuwe klimaatrapport? Dit is wat je kan doen:
Volgens CNN:
- Eet minder vlees
- Neem de trein of bus in plaats van het vliegtuig of de auto
- Gebruik een slimme thermostaat
Volgens Kshama Sawant, verkozene van Socialist Aternative in Seattle:
- Strijd voor wereldwijde klimaatoplossingen door mee te bouwen aan massabewegingen die in staat zijn om het hoofd te bieden aan het politieke establishment dat in de zak zit van de fossiele brandstoffenindustrie.
- Neem de gas- en olie-industrieën uit de privéhanden die de natuurlijke grondstoffen van onze planeet uitbuiten om gigantische winsten te boeken voor klein aantal mensen ten koste van de maatschappij en het milieu!
- Vecht voor een grootschalig groen werkgelegenheidsprogramma waarmee de overgang weg van fossiele brandstoffen kan worden gemaakt, terwijl er tegelijkertijd degelijke banen worden gecreëerd.
-
Klimaattop in Bonn: Geen daden, maar woorden

“System change, not climate change.” Foto: SAV Ruhr Een boemeltrein kan een sneltrein nooit inhalen. Terwijl de opwarming van de planeet aan rasse schreden steeds onrustwekkender gevolgen met zich meebrengt, sjokken de diplomaten en regeringsleiders van klimaattop naar klimaattop. De laatste van die VN-bijeenkomsten in Bonn in november had tot doel om het klimaatakkoord van Parijs te concretiseren. Het is geen verrassing dat het bij mooie woorden bleef.
door Michael Bouchez
Ondanks de beloftes op de klimaattop in Parijs in 2015, nam de CO2-uitstoot wereldwijd toe. In 2017 zou die opnieuw met ongeveer 2% stijgen. (1) De tot voor kort bejubelde “koolstofarme draai” van China blijkt toch niet zo betrouwbaar en de uitstap van de VS uit het klimaatakkoord is tekenend voor het reactionaire beleid van Trump en de fragiliteit van zulke akkoorden. Andere regeringsleiders moeten echter niet onderdoen en dat ze zich wegsteken achter de politiek van Trump is een rookscherm voor hun eigen falen. Ook in België steeg in 2016 de uitstoot opnieuw en dat terwijl het jaarlijks met 8% moet dalen om de vooropgestelde daling van 35% te behalen in 2030.
Als de regeringsleiders echt bezorgd waren, gingen ze de strijd tegen klimaatverandering wel aan zonder Trump. De realiteit is dat de andere kapitalistische landen ook geen antwoord hebben. Zij hebben ons decennialang met ecotaksen, energiebelastingen en sensibiliseringscampagnes overladen om niet te hoeven spreken over de echte vervuilers. Terwijl de neoliberale logica het consumptiepatroon van individuen met de vinger wees, zijn sinds 1988 100 bedrijven verantwoordelijk geweest voor 71% van de koolstofuitstoot.(2) Dweilen met de kraan open is veel te zacht uitgedrukt.
Er zijn nochtans redenen genoeg om radicale oplossingen te zoeken. In een paper World Scientists’ Warning to Humanity: A Second Notice, verschenen op 13 november, waarschuwen 15.364 wetenschappers uit 184 landen voor alarmerende gevolgen. De data die de wetenschappers verwerkten, laten zien dat er vergeleken met 25 jaar geleden 26% minder zoet water beschikbaar is per persoon, dode gebieden in oceanen met 75% zijn toegenomen en bijna 300 miljoen hectare bosgebied verloren is gegaan. Ze benadrukken dat die afbraak van de biodiversiteit de trends ten gevolge van klimaatopwarming nog zullen versnellen.
In België ondertekenden 96 artsen de oproep Uw bevolking leeft in gevaarlijke en ongezonde lucht, die waarschuwt voor de gevolgen van luchtvervuiling in Brussel. Ze halen een hele reeks nefaste gevolgen aan die veroorzaakt worden door de kankerverwekkende stoffen in de lucht: van longkanker en vaatziekten tot vermindering van de longcapaciteit bij pasgeborenen. Ze wijzen op het lakse beleid van de regering die de levenskwaliteit van een jonge generatie op het spel zet.
Het groeiende bewijs van extreme weersomstandigheden verbonden met de huidige temperatuurstijging (van 0,9°C tot 1,3°C in vergelijking met het pre-industriële tijdperk) heeft wetenschappers de maximumstijging doen herzien naar 1,5°. In het meest positieve scenario is er 20 jaar tijd om de temperatuurstijging te beperken tot die 1,5°. Dat is echter het meest positieve model, en zelfs in dat geval is de actie die daarvoor nodig is, onuitvoerbaar op basis van de vrije markt en de business as usual-mentaliteit van de politici. Op het spervuur aan waarschuwingen voor meer klimaatrampen, op de bewijzen dat intensere natuurfenomenen een gevolg zijn van klimaatopwarming, oproepen en data van de wetenschappelijke wereld, reageerden de regeringsleiders van de grote kapitalistische spelers in Bonn met misselijkmakende apathie en beloftes die zoals elke keer niet alleen weinig ambitieus zijn, maar onuitvoerbaar in een systeem dat niet ingaat tegen de winsten van de grote bedrijven.
Hogere streefdoelen met betrekking tot uitstootreductie en het percentage hernieuwbare energie zijn nodig, maar ze zullen niet behaald worden zonder een fundamentele systeemverandering. De klimaatbeweging begon de laatste jaren ook meer en meer met de vinger te wijzen naar het systeem. Het is belangrijk dat systeem te benoemen en een alternatief uit te bouwen. Het systeem is het kapitalisme en de economie die gebaseerd is op winst in plaats van op de belangen van de meerderheid van de bevolking. Het alternatief is een maatschappij die produceert onder democratische controle van de meerderheid, waardoor onmiddellijke investeringen in echte groene energie, massale investering in groen openbaar vervoer en geplande aanpak van de gevolgen van klimaatverandering mogelijk zijn. Zo’n maatschappij verdedigen in de klimaatbeweging die de actieve participatie van de arbeidersklasse opzoekt, kan het kapitalisme ten val brengen en democratisch socialisme op de agenda zetten.
(1) www.globalcarbonproject.org
(2) CDP Carbon Majors Report 2017
-
Hoeveel tijd is er om globale opwarming te stoppen?
Recent onderzoek in het magazine Nature Geosciences, hoofdzakelijk door onderzoekers werkzaam in het Verenigd Koninkrijk, over de mogelijkheid om klimaatopwarming te stabiliseren tot 1,5°C boven het pre-industriële niveau wordt door klimaatsceptici gebruikt om de stijging van de globale temperaturen te minimaliseren.
Artikel door Pete Dickenson uit ‘Socialism Today’
Zij beweren dat de modellen die gebruikt worden door het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC), een onderzoeksbureau van de Verenigde Naties, om klimaatopwarming te voorspellen het probleem overdrijven. In de Daily Mail stond te lezen dat “volgens deze modellen, temperaturen wereldwijd vandaag 1,3°C boven het 19de eeuwse niveau zouden liggen. Maar het Britse verslag spreekt van een stijging tussen 0,9° en 1,0°C.” Mocht dit waar zijn spreken we van een daling van om en rond de 30%. De Daily Mail publiceerde vervolgens een brief van de Labour minister Graham Stringer waarin hij beweerde dat maatregelen tegen de klimaatopwarming geen haast meer vereisen.
Academici zoals de econoom Nicholas Stern verwelkomen dit verslag omdat het de mogelijkheid vooropstelt van het bereiken van 1.5°C en de opwarming daar te houden, iets wat voordien volledig buiten bereik leek voor hen. Tot recent werd een temperatuurstijging tot 2°C algemeen gezien als het maximum om vermoedelijk catastrofale klimaatveranderingen tegen te houden. Het groeiende bewijs van extreme weersomstandigheden gelinkt aan de huidige stijging van 1°C geeft aan dat dit moet worden herbekeken en het IPCC werkt op dit moment een verslag uit hierover.
Na de controverse over de publicatie in Nature Geosciences, voerde de website Carbon Brief een analyse uit over de data, met input van de auteurs van de studie. Dit toonde aan dat de Daily Mail de gegevens fout had weergegeven. Het verslag, dat op zich niet de bedoeling had om klimaatmodellen te beoordelen, vergeleek de huidige data over opwarming (2015) met een voorspelling van een klimaatmodel voor 2020. Dit werd gedaan omwille van de specifieke noden van het onderzoek maar het vergelijkt appels met peren omdat de temperaturen tussen deze twee data eveneens zullen stijgen. Als er een correctie wordt gemaakt, is de foutenmarge tussen de voorspellingen en de feitelijke temperaturen al gehalveerd tot 0,17°C in 2015.
Een andere factor is het feit dat de voorspellingen van modellen enorm afhangen van de data die ze gebruiken. De verschillende datasets die beschikbaar zijn, geven elk op zich enorm verschillende uitkomsten. De data die de Britse onderzoekers gebruikten, gaan terug tot 1860, maar de precisie ervan is duidelijk minder in vergelijking met die uit latere periodes. Ook neemt de database van het Met Office grote delen van het arctische gebied niet in zijn berekeningen op. Als we naar de set van NASA kijken, die metingen sinds 1880 gebruikt, was er 0,06°C meer opwarming in 2015 dan de modellen voorspelden. Die resultaten zijn vergelijkbaar met de resultaten van andere data.
Er zijn wel storingen in de data voorgevallen, waarin er overschattingen van de te verwachte temperaturen werden gemaakt, maar deze zijn te wijten aan het effect van de vulkanen El Chichon in 1982 en Pinatuba in 1991. De assen die deze uitbarstingen met zich meebrengen, doen de globale temperaturen dalen. Het zijn echter toevalligheden die niet in een model kunnen verwerkt worden.
Een analyse door Carbon Brief die vijf datasets gebruikte over de globale temperaturen tussen 1880 en 2016 stootte over zowat de hele lijn op gelijkenissen met de IPCC-modellen. De data van Berkeley Earth tonen aan dat de opwarming 11% sneller plaatsvindt dan het gemiddelde dat in de modellen is opgenomen, het Met Office houdt het op 6% minder snelle opwarming. De werkelijke opwarmingsgraad ligt ergens daartussen. De waarnemingen sinds 1970 vertellen ons dat de modellen hogere temperaturen voorspellen dan in in werkelijkheid plaatsvinden, maar het verschil bedraagt slechts 0,01°C of 0,02°C. De opwarming van de luchttemperatuur daalde van 1999 tot 2014 door natuurlijk cyclische effecten. Die zorgden ervoor dat de stroming in de Atlantisch Oceaan sneller werd waardoor er meer warmte in werd meegesleurd in plaats van in de atmosfeer op te gaan. Die effecten zijn nu wel gedaan.
Dus is er geen reden om te spreken over een overdrijven van de klimaatproblematiek door gebruik van slechte data. Zelfs als we de modellen aan de kant schuiven, is er geen twijfel mogelijk dat 2014, 2015 en 2016 de warmste jaren ooit waargenomen waren. De temperaturen rijzen voor het eerst met 1°C boven de pre-industriële niveaus. Het bewijs hiervoor komt sneller en sneller bij ons terecht. Extreme weersomstandigheden zoals droogtes, overstromingen en hittegolven zijn duidelijk gelinkt aan deze nog steeds relatief kleine stijging.
Dringende actie is nodig om de klimaatproblematiek op te lossen en te bestrijden
Al het voorgaande betekent dat het nodig blijft om met dringende actie klimaatproblemen te bestrijden, dat houdt ook het limiteren van de stijging tot 1,5°C in. Een van de auteurs van het Nature Geosciences onderzoek, professor Piers Foster, zegt dat “ons onderzoek de nood voor dringende actie bevestigt die nodig zal zijn om de stijging van temperaturen te beperken tot 1,5°C.”
Een co-auteur, professor Michael Grubb – samen met prominente klimaatexperts zoals Nicolas Stern – denkt dat het mogelijk is om het te beperken tot 1,5°C als we nu meteen handelen. Hij had het eerst afgedaan als niet mogelijk binnen de huidige democratie, omdat alle CO2-uitstoot moet worden gebannen binnen de volgende 7 jaar. Grubb gaf ook aan de jaarlijkse daling van CO2-uitstoot nodig om dit doel te halen nog maar drie keer in de recente geschiedenis is voorgevallen: tijdens de grote depressie van de jaren ‘30, WOII, en het uiteenvallen van de Sovjet Unie. Zijn pessimisme is gerechtvaardigd als we kijken naar de “maatregelen” de grootste kapitalistische spelers in de laatste dertig jaar namen.
De meer optimistisch gedachte gaat ervan uit dat er 20 jaar tijd is vooraleer de stijging met 1,5°C bereikt wordt. Deze ademruimte is een gevolg van de bevindingen in de paper, alsook het onverwachte plafond van uitstoot in China, en het neergaan van de prijzen van wind- en zonne-energie. Als we aannemen 20 jaar speling te hebben, die vrij handig en welkom zou zijn, zijn er nog steeds weinig vooruitzichten dat grote kapitalistische landen beslissende maatregelen zullen nemen. Dat komt vooral door het huidige mechanisme, onderhandeld door de VN tijdens de Klimaattop in Parijs in 2015, al achterhaald was nog voor Donald Trump besloot om de VS niet meer te laten meespelen.
Er zijn echter enorme twijfels over de basis van de optimistische kijk van professor Grubb. Zijn idee dat er directe actie moet worden ondernomen is heel. Daar komt nog bij dat Carbon Brief aangeeft dat er hoogstwaarschijnlijk geen grote verschillen meer zullen plaatsvinden tussen werkelijke en voorspelde temperaturen. Hier komt nog eens bij dat het beleid in China, die er nu voor zorgt dat de uitstoot niet meer stijgt, enorm onderhevig is aan de economische noden van de heersende bureaucratie. Als die onder druk komt te staan krijgen we een terugschroeving van het beleid. (Zie ook: Green China to Save the World?, Socialism Today No.201, September 2016).
De prijsdaling van hernieuwbare energie heeft die markt dan wel een boost gegeven, het gaat te traag om een werkelijke impact te hebben (Trump Dumps Paris Accord, Socialism Today No.210, July 2017). Het meest realistische vooruitzicht is waarschijnlijk dat de tijd die we hebben om de stijging tot 1,5°C te beperken minder dan 20 jaar is. Er is geen kans dat er ook maar een beetje moeite wordt gedaan binnen de huidige business-as-usual benadering van de grote kapitalistische machten. Enkel een stap weg van de vervuilende kapitalistische winsteconomie en naar een democratisch geplande economie onder het bestuur van de meerderheid van de bevolking kan onze planeet redden van gruwelijke scenario’s die het klimaatprobleem opwerpt.
-
Noodzakelijke maatregelen blijven uit. Kapitalisme nefast voor klimaat

‘System change, not climate change’! De cijfers die in de maand oktober van dit jaar bekend werden gemaakt kunnen niet duidelijker zijn: de normen die door Europa vooropgesteld waren om naar een groene samenleving te gaan in 2050 zijn weinig ambitieus en worden bijlange niet gehaald. Volgens die normen moet in 2020 de grens van -15% CO² uitstoot gehaald worden, vandaag zitten we aan een schamele -2%.
Door Sander (Gent)
De neoliberale besparingsregering spreekt over een daling in uitstoot van 19,7% sinds 1990, maar laat het na te vertellen dat dit vooral komt door het wegtrekken van zware industrie en de economische crisis die sinds 2008 woedt. Het goochelen met cijfers wordt gebruikt door het leugenkabinet van Michel I om de bevolking zand in de ogen te strooien.
Als we geen ommezwaai krijgen, dreigen steeds hevigere rampen en een temperatuurstijging tot boven de 2°C, de grens waarna niemand weet aan wat we ons moeten verwachten. Het is duidelijk dat het huidige economische systeem geen oplossing kan bieden voor de klimaatproblematiek.
De veel frequenter voorkomende orkanen, bosbranden, modderstromen en andere natuurrampen geven niet alleen aan dat het systeem faalt, de humanitaire catastrofes die ze met zich meebrengen laten weinig aan de verbeelding over en smeken om een andere maatschappij.
Tergend traag
Om tegemoet te komen aan de steeds groter wordende klimaatbeweging werden er Europese normen vooropgesteld die door alle lidstaten moeten worden gehaald. Voor België kwam dat neer om tegen 2020 15% minder koolstof te produceren in vergelijking met 2005.
Met de 2% die we nu minder uitstoten komen we er dus niet. Sinds 1990 tot nu is onze jaarlijkse emissie maar met een gemiddelde van 1% achteruit gegaan. Volgens het klimaatdossier van De Standaard zou dit, om de doelstelling van een koolstofloze samenleving te halen, elk jaar 8% moeten zijn.
De cijfers zijn duidelijk: als er geen ingrijpende verandering komt in de manier waarop er wordt geproduceerd (en dus ook hoe er wordt geleefd), dan halen we in 2050 nog niet eens de helft van wat eigenlijk al in 2030 moest bereikt zijn. Om dan nog maar te zwijgen dat in het merendeel van deze cijfers enkel de kleine industrie is opgenomen: de grote (en meest vervuilende) industrie blijft buiten schot.
Het individu tegenover de industrie
Door de zeer individuele aanpak van klimaatproblemen wordt de verantwoordelijkheid op de werkende mens afgeschoven. We moeten minder met de auto rijden, minder vlees eten, meer sorteren, ethisch consumeren en meer het openbaar vervoer gebruiken. Daar is uiteraard niets op tegen. Maar als de grootste industriële concerns de grootste vervuilers zijn, zullen we hen moeten aanpakken en niet de werkende mens.
Bovendien is er een politiek klimaat waarbij bespaard wordt op openbare diensten. De treinen worden duurder en rijden minder stipt, hetzelfde geldt voor De Lijn. Projecten rond zonnepanelen komen vooral de rijksten ten goede en de gewone mens draait op voor de kosten. Panelen worden massaal opgekocht door industriëlen en via de Vlaamse overheid doorgerekend aan de gezinnen in hun energiefactuur.
Het is de concentratie van economische macht bij een kleine elite die er voor zorgt dat het beleid altijd in het voordeel van de winst zal uitdraaien. Daarom is het noodzakelijk om de economische macht te leggen bij de meerderheid van de bevolking.
Groen komt te kort
Groen-voorzitster Meyrem Almaci gaf aan liever met Open VLD (toch in de versie van Bart Somers) te besturen dan met de PVDA. Fractieleider Kristof Calvo zegt dat een regering met een groen kantje binnen de mogelijkheden ligt. Wat deze twee gemeen hebben, is dat ze duidelijk willen regeren binnen het huidig politieke kader, zonder al te veel potten te breken, want dat zou hun kansen tot regeringsdeelname niet ten goede komen.
Groen zat al eens in de regering: toen nog onder de naam Agalev als onderdeel van de paarsgroene coalitie van 1999-2003. De partij hield het een termijn uit en werd toen electoraal afgemaakt. Uit de cijfers die we nu hebben, blijkt dat er geen grote stappen richting een groenere samenleving werden gezet in die periode.
Een probleem is dat Groen niet ingaat tegen dit systeem. De partij verdedigt het huidige veilingsysteem voor CO² rechten dat ervoor zorgt dat bedrijven grijze stroom kunnen witwassen uit winstbejag, er wordt niet gesproken over het nationaliseren van de energiesector om ze samen groener te maken en een degelijke voorziening voor de meerderheid van de bevolking te bekomen.
Groen ijverde voor een ambitieus klimaatakkoord in Parijs in 2015, maar hoe denkt de partij dit te realiseren? Een links en progressief imago volstaat niet om de economische dominantie te breken van bedrijven voor wie enkel de winst telt. Multinationals als GDF Suez (Electrabel), EDF (Luminus) en anderen heersen over het debat met hun belangen.Grijze stroom wordt groen door een lucratief handeltje in uitstootrechten. Er zijn terug investeringen in steenkool omdat het meer opbrengt dan energiezuinige gascentrales die niet winstgevend genoeg zijn. De luttele 7% groene energie in België komt vooral uit biomassacentrales waarvoor de biomassa uit Canada wordt ingevoerd (met transport dat zelf bijdraagt aan CO²-uitstoot).
Breuk met dit systeem nodig
Er is een terechte bezorgdheid om ons klimaat. Maar we zullen niet tot fundamentele verandering komen met de groene voorstellen. Daarvoor is meer nodig: een breuk met de winstbelangen van multinationals en het internationaal kapitaal.
De energiesector moet in publieke handen komen zodat er democratische controle door de bevolking mogelijk is. Er moet geïnvesteerd worden in openbare diensten, zoals openbaar vervoer maar ook publieke projecten van autodelen. Een project van openbare investeringen en werken kan op grote schaal huizen energiezuinig maken. Publieke controle op en bezit van de sleutelsectoren van de economie maakt een overgang naar productie zonder de nefaste vervuiling mogelijk.
De winsthonger van de kapitalistische klasse bedreigt onze toekomst. De dringendheid van klimaatmaatregelen en het falen van dit systeem om oplossingen te bieden, wijzen op de noodzaak van een strijd voor een andere samenleving die een alternatief biedt op het huidige rampzalige klimaatbeleid. Een socialistische samenleving waarin de behoeften van de meerderheid van de bevolking centraal staan, houdt uiteraard ook rekening met de ecologische behoefte van een leefbare planeet.
-
De gevolgen van klimaatverandering: het kapitalisme heeft geen antwoord

Klimaatbetoging in Oostende in 2016. Foto: MediActivista Over klimaatverandering is er ondertussen consensus. Trump en zijn administratie proberen nog weerwerk te bieden maar de meeste lobbygroepen ten dienste van de energie- en petroleumsector hebben zich al toegespitst op greenwashing en marktgedreven oplossingen die winst moeten opleveren en het individu culpabiliseren. Ook over de impact van klimaatverandering op de kracht en ernst van natuurfenomenen als orkanen is er in de wetenschappelijke wereld eensgezindheid. De catastrofes ten gevolge van natuurrampen benadrukken echter een andere vraag waar de klimaatbeweging zich moet om bekommeren: welk type maatschappij zal het best met de gevolgen van de reeds bestaande klimaatverandering omgaan?
Artikel door Michael Bouchez uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Rampen verergerd door het kapitalisme
De orkanen die de VS en Caraïben teisteren, hebben de voorbije maand de media gedomineerd. In de getroffen gebieden vielen tientallen doden, werden tienduizenden dakloos en torsen gezinnen een zware financiële kater. Wat veel minder in de media kwam, waren de moessonregens in onder andere India, Bangladesh en Nepal, waar minstens 1.200 doden vielen en miljoenen dakloos werden. Sommige wetenschappers en commentatoren verzachten de pil door erop te wijzen dat moderne technologie orkanen kan aankondigen en dus snellere evacuatie en minder slachtoffers mogelijk maakt.
Hoewel er daardoor inderdaad meer levens gered kunnen worden, treffen de gevolgen in de eerste plaats nog steeds de armsten en meest kwetsbare groepen. De foto van het rusthuis waar bejaarden in hun rolstoel tot aan hun middel in het water zaten, ging de wereld rond; in Zuid-Azië zijn het de sloppenwijken die het het hardst te verduren krijgen. Voor het kapitalisme is er geen stimulans om veiligheid of evacuatie te garanderen voor diegenen die er niet voor kunnen betalen.
Het kapitalisme is niet enkel ontoereikend wanneer de ramp toeslaat. Het biedt ook geen enkele manier om ruimtelijke ordening en populatiegroei af te stemmen op de klimaatverandering. Deregulering van de vastgoedsector heeft in Houston de gevolgen verergerd. Een bevolkingstoename van 1,8 miljoen inwoners op 20 jaar tijd was voor bouwpromotoren en projectontwikkelaars een uitgelezen kans, maar in zijn drang naar steeds meer winst heeft die sector alle regelgeving voor nieuwbouw met de voeten getreden. Terwijl de gewone bevolking elke overtreding dubbel en dik moet terugbetalen, konden de bouwpromotoren grenzeloos inbreuken maken op de veiligheidsvoorschriften. Harris County, de regio waarin Houston ligt, liet sinds 2010 toe dat 8.600 gebouwen gebouwd werden in regio’s waar er 1% kans is op overstromingen. Normaal gesproken moet dat gepaard gaan met de aanleg van vijvers, afwatering, kanalen, … om overtollig water af te voeren. Tussen 1992 en 2010 werd 30 procent van de prairie-moerassen langs de kust er gebetonneerd. Door die vrijemarktlogica van deregulering, waarin de bedrijven de regels bepalen, overstroomden na de doortocht van Harvey ook gebieden die eigenlijk een 0% overstromingskans hadden. Daaronder ook gebieden met chemische bedrijven die nu door de overstromingen toxische stoffen lekken.
Ten slotte is ook een toename van het aantal klimaatvluchtelingen onder het kapitalisme onvermijdelijk. Droogtes en overstromingen zullen voornamelijk in de neokoloniale wereld, maar ook bijvoorbeeld in de VS, de toekomst van hele generaties nog meer op het spel zetten. Het enige antwoord van rechtse trumpiaanse populisten als Francken is een anti-vluchtelingenbeleid. Met plat cynisme gebruiken ze hun eigen sociale afbraakbeleid, de toenemende werkloosheid, precaire jobs en tekorten om uit te leggen dat er zogezegd geen middelen zijn om die vluchtelingen op te vangen.
Kapitalisme vs. socialisme
De schade van natuurrampen loopt in de honderden miljarden. Voor het kapitalisme is dat echter geen probleem. Integendeel, het kapitalisme is zo pervers dat zulke rampen een positieve stimulans zijn. Ondanks de menselijke en materiële kost zien de beurzen vooral nieuw investeringspotentieel: bedrijven kunnen winsten boeken door noodzakelijke heropbouw. Dezelfde bedrijven die in Houston de regelgeving jarenlang aan hun laars hebben gelapt, kunnen nu opnieuw profiteren.
In de neokoloniale wereld worden de rijkdommen niet gebruikt om te investeren in de veiligheid en bescherming van de meerderheid van de bevolking. Geld voor rampenfondsen of degelijke huisvesting is er niet, dat gaat allemaal naar de rekeningen van de multinationals. Zonder democratische controle van de werkende bevolking over wereldwijde rijkdommen om daarmee onder andere reusachtige investeringen in huisvesting, drinkbaar water en evacuatie- en noodplannen te organiseren, is een exponentiële toename van het aantal klimaatvluchtelingen er onvermijdelijk.
Als we “hulpverlening” en ruimtelijke ordening in handen laten van de private sector en hun politieke vertegenwoordigers, zal er geen rekening gehouden worden met langetermijneffecten van klimaatverandering, tenzij voor diegenen die het kunnen betalen. De collectieve oplossingen die nodig zijn, kunnen enkel doorgevoerd worden wanneer de wereldwijde rijkdom en de wetenschap onder democratische controle staan van de werkende bevolking. Enkel zo kan de economie gepland worden zodat ze rekening houdt met de planeet, de ecologische kost, maar ook de korte- en langetermijnsgevolgen van klimaatverandering.
Een recente peiling van het Wereld Economisch Forum toont dat millennials (18 tot 35-jarigen) meer en meer beseffen dat hun individuele inbreng in de strijd tegen klimaatverandering minimaal is zolang de grote bedrijven niet aangepakt worden. Hoe we de economie duurzaam kunnen plannen en een strategie ontwikkelen om collectieve oplossingen af te dwingen, zal afhangen van de rol van de arbeidersbeweging in de klimaatbeweging. Zij heeft de sleutels van de economie, en dus ook van een duurzaam en democratisch alternatief, in handen.
-
Extreem weer en klimaatverandering

Overstrominen in Houston. Foto: Daniel Martinez/Air National Guard/CC Na de vernietigende overstromingen in Noord-India en Bangladesh, de orkanen Harvey en Irma in Texas en de Golf van Mexico, wordt de vraag gesteld of deze gebeurtenissen het ultieme bewijs leveren dat klimaatverandering leidt tot extreme weersomstandigheden die erger zijn dan voorheen.
Standpunt door Pete Dickenson uit weekblad ‘The Socialist’
Klimaatwetenschappers waren tot hiertoe terughoudend om een specifieke orkaan of cycloon toe te schrijven aan de door de mensen veroorzaakte klimaatverandering. Dit komt deels omdat er een gebrek is aan betrouwbare data over de intensiteit van orkanen en cyclonen, een probleem dat zich vooral stelt in de armste regio’s van de wereld, zoals Zuid-Azië.
Dit gebrek aan dat leidt tot onzekerheid. Maar klimaatwetenschapper Michael Mann van de Penn State University in de VS stelde nu toch dat “klimaatverandering de impact van de orkaan Harvey heeft vergroot.” Stefan Rahmsdorf van het prestigieuze Potsdam Instituut voor Onderzoek naar Klimaatverandering verklaarde: “Harvey werd niet veroorzaakt door klimaatverandering. Maar de impact – de kracht van de storm en vooral de extreme regenval – is hoogst waarschijnlijk verergerd door de globale opwarming.”
De komende maanden zal onderzoek moeten aantonen of Harvey een definitief bewijs levert. Het is echter nu al duidelijk dat de globale opwarming heeft geleid tot een verhoging van de zeespiegel met 25 centimeter op 100 jaar. Dit maakt dat de effecten van extreme weersituaties die boven de zee ontstaan groter zijn zodra deze het land bereiken.
Dit maakt dat stormen sterker zijn en de verdediging van de kustlijn eerder kunnen doorbreken, zoals het geval was met de orkaan Katrina in New Orleans in 2005.
Kerry Emanuel, een klimatoloog van het Massachusetts Institute of Technology, verklaarde dat de orkaan Sandy, die in 2012 verwoesting aanrichtte in de buurt van Wall Street in New York, zonder de stijging van de zeespiegel wellicht niet voor overstromingen in Lower Manhattan zou gezorgd hebben. De enorme dodentol bij de overstromingen in India en Bangladesh zou ongetwijfeld ook een pak lager geweest zijn.
Terwijl er nog onzekerheid is over het verband tussen klimaatverandering en de intensiteit van orkanen, is dit niet het geval voor andere gevolgen van klimaatverandering. Onderzoek toonde aan dat de klimaatverandering de kans op een dodelijke hittegolf in Europa zoals in 2003 verdubbelde.
Een recentere studie toonde aan dat het risico op ‘extreem hete zomers’ tien keer hoger is dan in 2003. De overstromingen in Groot-Brittannië in 2012 waren een kwart meer waarschijnlijk door de klimaatveranderingen.
Het is belangrijk dat we niet vooruit lopen op de wetenschap met beweringen over de gevolgen van klimaatveranderingen, elke fout zal immers uitgespeeld worden door de vetbetaalde ontkenners van klimaatverandering. Maar het algemene beeld is wel duidelijk: klimaatveranderingen vormen een dodelijke bedreiging voor de planeet en bedreigen op langere termijn alle leven op de planeet. De tijd om daar iets aan te doen raakt op.
-
Orkaan Harvey – kapitalisme maakt tragedie erger

Foto: Flickr.com/myfwcmedia Orkaan Harvey is een historische ramp die miljoenen mensen raakt. Socialist Alternative betuigt solidariteit met alle slachtoffers.
Analyse door Brian Harrison, Ramy Khalil en Patrick Ayers
Houston is de vierde grootste stad van de VS met een regionale bevolking van zes miljoen. Er viel een record hoeveelheid regen en volgens Democracy Now was dit de grootste regenstorm in de Amerikaanse geschiedenis. Op dit ogenblik is er bevestiging van 47 doden en heel wat anderen zijn nog vermist, mogelijk omgekomen in overstroomde auto’s en huizen. Minstens 100.000 huizen zijn verwoest, aldus Homeland Security Adviser Tom Bossert. Tienduizenden vonden tijdelijk onderdak in opvangcentra, maar op iets langere termijn is de opvang van deze mensen niet gegarandeerd.
Een half miljoen auto’s zijn naar schatting compleet vernield. De scholen hebben de start van het schooljaar met weken moeten uitstellen, sommige scholen zullen helemaal niet meer starten. Slechts 20% van de bevolking in de regio heeft een verzekering tegen overstromingen en zelfs dat programma heeft een gebrek aan financiering waardoor het parlement in september moet tussenkomen.
Orkaan Harvey en de overstromingen zijn een natuurramp, maar de effecten zijn erger gemaakt door het kapitalisme. Twee waterbekkens die 80 jaar oud zijn en kampten met een gebrek aan onderhoud en middelen omdat de regeringen erop bespaarden, hebben een grote hoeveelheid water verloren waardoor een aantal extra huizen geraakt werd door overstromingen. Uit chemische bedrijven lekken er gevaarlijke stoffen in het water, hier en daar waren er explosies en branden. In het stadje Crosby viel de stroom uit in een chemisch bedrijf dat ontplofte. De CEO van het bedrijf wilde nog niet veel informatie vrijgeven. Bewoners uit de buurt van olieraffinaderijen en chemische bedrijven hadden het over een onnatuurlijke geur. Een toxicoloog van het Environment Defense Fund “verwacht dat er een grote hoeveelheid giftige chemicaliën vrijkomt rond Houston als gevolg van de storm en de overstromingen. Een deel hiervan is kankerverwekkend.” (NPR 30 augustus)
Antwoord van de regering volstaat niet
Naarmate het water steeg en mensen vastzaten in hun huizen, werd het duidelijk dat de hulpoperaties van de regering en andere hulpdiensten niet volstonden. Het duurde verschillende dagen voor de volledige National Guard van Texas werd opgeroepen. De autoriteiten voorzagen onvoldoende opvang voor wie geëvacueerd werd, er werd beroep gedaan op de generositeit van gewone mensen uit Houston die minder geraakt waren door de storm.
Duizenden gewone werkenden kwamen spontaan in actie om hun buren uit het water te halen. De enorme uitbarsting van solidariteit door gewone mensen die elkaar helpen, was indrukwekkend. De nood was zo dringend en overweldigend dat het politieke establishment een oproep lanceerde aan mensen met een boot om hun reddingsoperaties niet te registreren maar zoveel mogelijk te doen zonder enige coördinatie. Zelfs de New York Times merkte op: “Kleine bootjes, Jet Skis, vissersbootjes kwamen allemaal ter hulp geschoten om mensen die vastzaten in hun huizen te bevrijden. De boten werden bestuurd door lassers, dakbedekkers en vissers die shorts, hoofdlampen en poncho’s droegen. De werkende klasse werd in grote mate gered door de werkende klasse.”
Nu de ware omvang van de crisis duidelijk wordt, is er een groeiende roep naar actie. De eerste bekommernis is om ervoor te zorgen dat de bevolking van de kustregio – iedereen en in het bijzonder de meest kwetsbaren – de nodige hulp krijgt om te overleven en aan de heropbouw te starten. De werkende klasse heeft vaak niet onmiddellijk de middelen om aan die heropbouw te beginnen.
Alle slachtoffers verdienen waardigheid en aangepaste steun om de komende dagen en maanden door te komen. De herinnering aan Katrina, de Superdome, de racistische militaire bezetting van New Orleans en de opvangkampen zijn in het bewustzijn van de natie gegrift. We kunnen niet nog eens een dergelijke hulpoperatie en heropbouw als na Katrina toelaten.
Na Katrina gaf de federale regering meer dan 100 miljard dollar uit aan hulp, maar dat was niet genoeg. Mensen woonden tien jaar later nog altijd in tijdelijke containers. Er werd meer dan 40 miljard dollar aan schadevergoedingen uitbetaald aan 55.000 mensen uit Louisiana, Texas, Alabama en Mississippi omdat de containers schadelijke stoffen bleken te bevatten.
We kunnen geen vertrouwen stellen in Trump, de Republikeinen, de Democraten of de grote bedrijven om aan de noden van de bevolking te voldoen. Het parlement zal wellicht met middelen komen, maar de werkende bevolking moet massale druk op de regering zetten om te eisen dat al wie getroffen is de nodige hulp krijgt.
We moeten eisen dat elke dollar er komt die nodig is om werkende mensen terug te laten keren naar een gewoon leven. We eisen ook een massaal programma van publieke investeringen betaald door belastingen op de superrijken om de dammen, waterreservoirs, wegen, bruggen en andere belangrijke delen van de infrastructuur herop te bouwen en om ervoor te zorgen dat alles wat gebouwd wordt stormbestendig is.
Bij dergelijke rampen zijn het steeds de werkenden die hun solidariteit tonen en die betalen. Ondertussen blijven de rijkste 1% op hun geld zitten. Meer nog: we zagen hoe de rijkste 1% crisissen als kansen ziet om de eigen winsten op te drijven. Er zijn nu al aanwijzingen dat vastgoedkantoren en investeerders de vernielingen door orkaan Harvey als een enorme opportuniteit bestempelen en als een kans om miljoenenwinsten te realiseren in de heropbouw.
De door de grote bedrijven gedomineerde regeringen hebben een geschiedenis van groteske bureaucratische mislukkingen bij noodsituaties. Wie door de storm geraakt is, moet zelf een stem hebben in hoe de hulp wordt georganiseerd. Er is nood aan democratische comités die echte beslissingsmacht en de nodige middelen hebben om de hulp toe te kennen waar nodig. De geschiedenis toont dat actieve mobilisatie van werkenden en massaprotest de beste manieren zijn om ervoor te zorgen dat alle hulp er ook komt.
Kon dit vermeden worden?
Er is een discussie over hoe dergelijke rampen in de toekomst kunnen vermeden worden.
Er was duidelijk niet genoeg gedaan om voorbereid te zijn op de orkaan, ondanks duidelijke waarschuwingen door klimatologen. Het gebrek aan regels rond vervuiling en uitstoot, een eis van de bedrijven uit de fossiele energiesector en de automobiel, vergroot de globale opwarming. Klimaatverandering is niet noodzakelijk de oorzaak van deze specifieke orkaan, maar het leidt tot warmere oceanen en een warmere planeet met meer intensieve regenval tot gevolg. Klimaatverandering leidt tot meer extreem weer, waaronder krachtige orkanen.
De regering-Trump en de Republikeinen verzetten zich tegen elke maatregel om de klimaatverandering aan te pakken. Trump trok de VS terug uit het klimaatakkoord van Parijs en liet verwijzingen naar klimaatverandering van regeringswebsites halen. Enkele dagen voor de orkaan schrapte Trump regels voor bouwprojecten om steden beter te voorzien op de gevolgen van overstromingen.
Het belangrijkste obstakel is de oliesector die discussies en maatregelen tegen klimaatverandering blokkeert. Olie is het belangrijkste exportproduct uit Houston. De ecologische gevolgen van de beschadigingen aan olie- en chemische bedrijven in de regio zullen mogelijk rampzalig zijn.
De grote bazen zullen pogingen om hen te laten betalen voor de crisis die ze veroorzaken afwenden en zich blijven verzetten tegen belastingen, boetes of regels. Genoeg is genoeg. We moeten een einde stellen aan de kortzichtige inhaligheid van de rijksten. We moeten een einde maken aan hun macht om daadwerkelijk iets te kunnen doen: de fossiele brandstoffenindustrie moet in publieke handen komen zodat het milieu kan beschermd worden en zodat er een overgang komt naar hernieuwbare energie, met compensaties op basis van bewezen behoefte, nieuwe degelijke jobs en een opleiding voor het bestaande personeel om in de hernieuwbare energiesector te werken.
Een andere belangrijke factor was de wijze waarop de gevestigde politici in Houston, zowel Republikeinen als Democraten, de voorbije decennia een enorme ongeregelde economische ontwikkeling stimuleerden. Er is een gebrek aan planning tegen de achtergrond van een beleid gericht op vastgoedontwikkelaars waarbij grote stukken grond onder een laag beton terechtkwamen waardoor de regen nergens anders heen kan dan naar de huizen van mensen.
Professor Phil Bedient van de Rice University stelde dat de ontwikkeling gebeurde zonder voldoende open ruimte of overstromingsgebieden. “We weten al jaren hoe het moet, maar het kost de ontwikkelaars teveel om het zo te doen.” (NY Times)
In 2015 onderzocht de krant Houston Chronicle een aantal vergunningen voor ontwikkelaars. Daaruit bleek dat meer dan de helft van hen de richtlijnen van de ingenieurs van het Amerikaanse leger rond overstromingsgebieden niet naleefde.
Robert Bullard stelde aan Democracy Now: “Houston was een ramp die er zat aan te komen, een gevolg van ongecontroleerd kapitalisme, geen ruimtelijke planning, geen reguleringen en geen controle op de industrie die heel wat problemen veroorzaakt inzake uitstoot en andere vervuiling. De impact daarvan is jarenlang genegeerd. Feit is dat het een ramp is, maar wel een erg voorspelbare ramp.”
We moeten erkennen dat het kapitalisme, een systeem gebaseerd op het privaat bezit van bedrijven die met elkaar concurreren voor de winst, ernstige beperkingen plaatst op onze mogelijkheden om te afdoende te antwoorden op de klimaatcrisis en het gebrek aan ruimtelijke planning.
Het alternatief op de chaos van het kapitalisme en de inhaligheid van de miljardairs is socialisme: democratische planning in plaats van de anarchie van de markt. We moeten de arbeidersbeweging opbouwen rond de centrale eis om de 500 grootste bedrijven in publiek bezit te nemen onder democratisch bezit en beheer van de werkende bevolking. Dit zou de basis zijn waarop we een rationele, democratische planning van de samenleving kunnen realiseren waarin niet de winsten maar de behoeften van de bevolking en de planeet centraal staan.





