Tag: Groen

  • Willen de groenen hun electorale afgang van 2003 recycleren?

    Foto: Jean-Marie

    Een drastische verhoging van het defensiebudget, een onmenselijk migratiebeleid, bevriezing van de lonen… De Vivaldi-regering is niet zo brutaal als de vorige Zweedse coalitie, maar het blijft een rechtse regering. Na de vorige verkiezingen hoopten sommigen dat een groene regeringsdeelname voor verandering zou zorgen. Daar blijft ondertussen weinig van over. Zijn Ecolo en Groen op weg naar een nieuwe afstraffing zoals in 2003, na hun vorige rampzalige regeringsdeelname.

    door Julien (Brussel) uit maandblad De Linkse Socialist

    In 1999 wonnen de groenen de verkiezingen, tegen de achtergrond van een dioxineschandaal dat duidelijk maakte dat onze voedselveiligheid niet compatibel is met winstbejag. De groenen verdedigden in 1999 de eis van collectieve arbeidsduurvermindering zonder loonverlies en met compenserende aanwervingen. Ze eisten de afschaffing van gesloten asielcentra. Verder speelden ze in op de woede van een groot deel van de bevolking over politieke corruptieschandalen, de affaire-Dutroux, het protest tegen het repressieve asielbeleid na de dood van Semira Adamu (die in 1998 bij een gedwongen uitwijzing om het leven kwam), de opstand tegen de Franstalige onderwijsbesparingen … De groene verkiezingsoverwinning leidde tot regeringsdeelname. En toen werd het stil, heel stil. En erger. 

    De paarsgroene regering verlaagde de werkgeversbijdragen in 2000 met 60 miljard Belgische Frank (ongeveer 1,5 miljard euro) en een jaar nadien met 80 miljard frank. De privatiseringen werden verdergezet bij Belgacom en de Post. De groene minister Aelvoet kwam in opspraak door wapenleveringen aan de “prille democratie” Nepal. Ecolo schrijft de zware nederlaag van 2003 vandaag graag toe aan de afgelasting van de Grote Prijs van Francorchamps in 2003 naar aanleiding van de antirookwet. De waarheid is dat de groenen verkozen werden met een links programma en vervolgens een rechts beleid voerden. Dat werd afgestraft. 

    De belangrijkste overwinning waarmee de groenen toen konden uitpakken, was het akkoord om de kerncentrales tussen 2015 en 2025 te sluiten. Vandaag blijven de groene regeringspartijen voorstander van een totale uitfasering, maar enkele coalitiegenoten pleiten luidruchtig voor een verlenging van de levensduur van de kerncentrales. Vertrouwen op een akkoord in achterkameronderhandelingen is in het beste geval naïef. De groenen hadden beter gebruik gemaakt van de grote klimaatprotesten de afgelopen jaren om een krachtsverhouding uit te bouwen voor de nationalisatie van de energiesector om een duurzame en sociaal rechtvaardige energietransitie af te dwingen. Dat veronderstelt echter de wil om de confrontatie met het kapitaal aan te gaan en daar wringt net het schoentje. 

    Als ze echt geen lessen willen trekken uit hun electorale afgang in 2003, dan dreigen de groenen zich voor een tweede keer aan dezelfde steen te stoten.

  • Volstaan de groene accenten in het regeerakkoord?

    Klimaatprotest in 2019. Foto: Liesbeth

    Volstaat de groene regeringsdeelname om de klimaatverandering te lijf te gaan? De ambities van de Vivaldi-regering met de Groenen lijken vooral intenties te zijn die ofwel niet in concrete daden gegoten zijn, ofwel op de lange baan worden geschoven. Alle dossiers die de groene partijen als hun accenten omschrijven, zijn bijzonder beperkt, voorwaardelijk of worden uitgesteld.

    Artikel door Michael

    Groene bedrijfswagens en onzekere kernuitsap

    Co-voorzitster van Ecolo, Rajae Maouane, zegt dat ze van de kernuitstap geen dogma maakt. Volgens Tinne Van der Straeten zullen de kerncentrales in 2025 ten laatste sluiten, maar zullen er in een transitiefase misschien nieuwe gascentrales nodig zijn. Dat is te gek voor woorden. De kernuitstap wordt al op voorhand uitgesteld en gaat bovendien gepaard met het bouwen van CO2-uitstotende gascentrales, in plaats van publieke investeringen in duurzame energie. Voor die gascentrales gaat de minister nu in Europa op zoek naar subsidies om investeerders aan te trekken. De bewering dat het een transitiefase zou zijn, houdt geen steek: private investeerders zullen niet investeren in een splinternieuwe gascentrale om die een paar jaar later buiten dienst te stellen.

    Rechts en extreemrechts stellen kernenergie graag voor als klimaatneutraal. Onze veiligheid en die van toekomstige generaties is voor hen ondergeschikt aan de belangen van de energiemultinationals. Dat kernenergie verre van CO2-neutraal is en uranium bovendien een eindige grondstof is, negeren ze. Helaas geeft de groene minister hen een stok om mee te slaan door het idee van stroomtekorten of de bouw van een gascentrale (die meer CO2 uitstoot dan kerncentrales) naar voren te brengen. De reden hiervoor? Een gebrek aan daadkrachtig alternatief in de vorm van massale investeringen in duurzame energiebronnen.

    Voor de verkiezingen kon Kristof Calvo niet antwoorden op de vraag of het afschaffen van de bedrijfswagens tot inkomensverlies voor de werkenden zou leiden. In de plaats van te gaan voor massale investeringen in openbaar vervoer en omvorming van het voordeel van bedrijfswagens in echt loon, eindigen de groene regeringspartijen nu met een “vergroening” van de bedrijfswagens.

    System change!

    De uitdagingen zijn een pak groter dan de erg onzekere en beperkte maatregelen die de groenen wisten binnen te halen. De jonge klimaatbetogers die terecht system change eisten, komen hiermee bedrogen uit.

    De klimaatdoelstelling die ertoe doet is om de uitstoot tegen 2030 te reduceren met 65% en tegen 2050 te herleiden tot 0. Dat is enkel te bereiken met reusachtige publieke investeringen. Investeringen die niet afhankelijk zijn van kortetermijnwinst. Dat was het idee achter de Green New Deal van Alexandria Ocasio-Cortez. De Europese ‘Green New Deal’ is iets compleet anders: het rekent op energiemultinationals die subsidies krijgen om in te zetten op groene technologie. De groene partijen zijn in hetzelfde bedje ziek: ze blijven binnen de marktlogica. Dat betekent echter dat de winsten op korte termijn altijd voorgaan op de belangen van de werkenden en hun gezinnen, waaronder de behoefte aan een leefbare planeet. De factuur van de beperkte maatregelen wordt schaamteloos doorgeschoven naar de werkende klasse.

    Het debat over maatregelen tegen de dreigende klimaatcatastrofe wordt systematisch voorgesteld als een keuze tussen de levensstandaard van de werkende klasse en een duurzame toekomst. De groene partijen hebben die valse tegenstelling mee vorm gegeven door binnen het keurslijf van de marktlogica te blijven. Dat is echter niet onoverkomelijk.

    De klimaatbeweging kan een bijzonder grote steun opbouwen als ze de noodzakelijke groene en publieke massa-investeringen koppelt aan een programma dat jobzekerheid biedt voor iedereen die in de energiesector werkt. Daarnaast kan de klimaatbeweging opkomen voor gratis en degelijk openbaar vervoer, meer publieke middelen voor democratisch en onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek en andere maatregelen die de basis vormen voor system change. Er is nood aan een ecologisch en democratisch geplande economie.

    De werkende klasse ondergaat vandaag meer dan één crisis: een klimaatcrisis, een gezondheidscrisis, een sociale en een economische. Deze crises zijn met elkaar verbonden, het zijn allemaal uitingen van het kapitalisme. Een consequent groen programma is onmogelijk binnen dit systeem. Het inzetten van de beschikbare middelen en kennis voor een duurzame groene transitie, vereist een democratisch socialistische maatschappijverandering.

  • Wat met de klimaatstrijd na de verkiezingen? Beweging van onderuit heropbouwen!

    Waar een peiling in februari – op het hoogtepunt van de schoolstakingen –  nog voorspelde dat Groen de tweede partij zou worden in Vlaanderen, boekte ze in de verkiezingen uiteindelijk slechts een kleine vooruitgang qua zetels (Vlaams +4 en federaal +2). Met de PVDA, die van klimaat ook een speerpunt in haar verkiezingscampagne maakte en die wel een echte doorbraak maakte in de parlementen, lijkt geen enkele andere partij te willen besturen.

    Artikel door Fabian uit de juni-editie van ‘De Linkse Socialist’

    Het lijkt er dus op dat een ambitieus klimaatbeleid geen onderdeel zal vormen van volgende bestuursakkoorden, toch zeker niet op federaal en Vlaams niveau. De grootste winnaar van de verkiezingen, Vlaams Belang, is zelfs openlijk sceptisch over de rol van antropogene CO2-uitstoot in klimaatverandering. Voor heel wat van de tienduizenden jongeren en werkenden die de afgelopen maanden op straat zijn gekomen voor dringende maatregelen tegen klimaatverandering voelden de verkiezingsuitslagen als een koude douche aan.

    Waar liep het mis?

    Anuna De Wever, één van de initiatiefneemsters van Youth for Climate, zegt “teleurgesteld” te zijn, niet in de Vlaamse partijen maar wel in de Vlaamse kiezers. In de commentaar onder artikels van de meeste mainstream media wordt zij consequent als wereldvreemde snotneus versleten, tenminste waar ze niet wordt afgeschilderd als pion in een complot van Greenpeace en andere NGO’s – een mening die ook Joke Schauvliege en Rik Torfs deelden. Het breed gedragen protest werd hiermee herleid tot een individuele kwestie met enkel aandacht voor enkele voortrekkers. Het feit dat de wekelijkse donderdagstakingen op hun grenzen botsten – onder meer omdat er naar ons aanvoelen onvoldoende aandacht was voor een lokale verankering van de beweging – versterkte dit.

    Groen kreeg de wind in de zeilen door de klimaatbeweging. Maar uiteraard werd al gauw gekeken naar wat het groene klimaatplan exact was. Hoewel Groen met haar klimaatplan ‘Pakt2030’ onder andere 80.000 nieuwe jobs beloofde, waren het vooral de asociale taksen zoals rekeningrijden en vliegtaksen die bleven hangen. Bart De Wever greep dit aan om consistent over een belasting-tsunami te spreken. Het antwoord daarop was dat ‘niets doen nog veel meer zal kosten’. Op een moment dat steeds meer gezinnen het moeilijk hebben op het einde van de maand is dat geen wervende boodschap. Langs Franstalige kant speelde dit voor Ecolo ook mee, maar in mindere mate. De aanwezigheid van de PTB duwde niet alleen de PS-campagne naar links maar ook die van Ecolo.

    Sociaal klimaatbeleid

    Hoewel er een brede consensus heerst binnen de klimaatbeweging dat een ecologische transitie op een sociaal rechtvaardige manier moet gebeuren, is dit op geen enkele manier concreet gemaakt. Enkel de hoogdringendheid van maatregelen schoven de zelf uitgeroepen leiders van de beweging naar voor, maar ze bleven zeer vaag in hun eisen. Zelfs het lijvige rapport dat Youth for Climate bestelde bij het Klimaatpanel geraakte niet verder dan vage algemene aanbevelingen, die op geen enkel moment verduidelijkten wat het zou kosten en wie ervoor zou betalen. Dat is nochtans nodig om ingang te vinden bij wie nog niet overtuigd is.

    De Europese Rekenkamer schat dat er ongeveer 1.100 miljard euro per jaar nodig is aan investeringen om enkel nog maar de doelstellingen te halen die de Europese Unie zichzelf oplegde in de strijd tegen klimaatverandering. In 2016 sluisden Belgische bedrijven 221 miljard euro door naar belastingparadijzen en in 2017 nog eens 129 miljard. Geld is er dus, maar het wordt in belang van de winsten van een kleine elite niet gebruikt voor de noodzakelijke investeringen.

    De beweging van onderuit heropbouwen

    Youth for Climate kondigde in de media aan dat het voor ‘seizoen 2’ gaat en dus de mobilisaties volgend schooljaar wil herhalen. Voorlopig gebeurt dit zonder lessen te trekken uit ‘seizoen 1’. De oproep voor schoolstakingen speelde een belangrijke rol en bracht een hele laag jongeren in contact met de methode van collectieve actie, de methode bij uitstek van de arbeidersbeweging.

    Het zal echter moeilijk zijn om hetzelfde enthousiasme te creëren zonder inhoudelijke discussies over hoe we de klimaateisen koppelen aan concrete sociale eisen en het geld daarvoor zoeken waar het zit, om werkenden te overtuigen dat het niet gewoon uit hun portemonnee moet komen. Jongeren hebben hen en de economische impact van hun stakingswapen nodig om echte verandering te bekomen.

    Er is een internationale oproep voor een volgende klimaatstaking op 27 september en er komt een nieuwe VN-klimaatconferentie op het eind van het jaar. We kunnen hiervan opnieuw enorme mobilisatiemomenten maken, maar dan moeten we samen de balans van de klimaatbeweging en de verkiezingen maken op alle scholen en werkplekken waar gestaakt is voor het klimaat.

  • Groen stemmen doet een blauwtje lopen

    De groenen zijn de verkiezingscampagne op een rode loper ingetreden: voor het eerst is ecologie één van de centrale thema’s. De historische klimaatbeweging maakt dat geen enkele politieke formatie over klimaat kan zwijgen. In de gemeenteraadsverkiezingen van oktober deden Groen en Ecolo het al uitstekend. Nu kan daar een vervolg op komen.

    De steun voor de groenen komt onder meer van jongeren: in oktober gingen 8,5% van de kiezers voor het eerst stemmen. Er waren 693.000 jongeren tussen 18 en 23 jaar die nooit eerder stemden. Over de gevoeligheid van klimaat onder jongeren moet geen tekeningetje meer gemaakt worden. Ook bezorgdheid en woede over het beleid van verdeeldheid en racisme tegen vluchtelingen en migranten speelde een rol. Het asociale beleid en schandalen rond intercommunales ondermijnden bovendien de traditionele partijen.

    De groene golf geeft uitdrukking aan de zoektocht naar alternatieven op het huidige beleid. Maar hoe betrouwbaar zijn de groenen? De meeste kiezers van Groen en Ecolo beschouwen zich links, maar de partijleiders zeggen steeds meer dat de links-rechtsopdeling achterhaald is. Het is dan ook geen toeval dat de voormalige directeur van de Brusselse beurs, Luc De Brabandere, op de Europese lijst van Ecolo staat. In oktober vormde Groen onder partijkopstuk Kristof Calvo in Mechelen een stadskartel met Open VLD. In tal van gemeenten stapte Groen in coalities met N-VA. In de media wordt gespeculeerd over een blauw-groene as bij de regeringsvorming. Indien de groene fractie de grootste wordt, kan dit de regering-Calvo opleveren.

    Klimaat is natuurlijk het belangrijkste thema voor Groen. De partij heeft een klimaatplan met zes routepaden en tientallen maatregelen. De partij benadrukt dat het om sociale maatregelen gaat die zorgen voor investeringen in energie, huisvesting, mobiliteit, … die 80.000 nieuwe jobs opleveren. Heel wat voorstellen zijn uitstekend: meer publieke middelen voor openbaar vervoer bijvoorbeeld (zelfs indien het bescheiden blijft met 430 miljoen euro per jaar extra voor De Lijn en 790 miljoen voor de NMBS en Infrabel). Ook het fietsbudget zou met 400 miljoen euro opgetrokken worden.

    De vraag is hoe dit zou betaald worden. Groen komt niet veel verder dan extra taksen op de gewone bevolking. Aan de belangen van de grote bedrijven durft Groen niet raken. De partij pleit voor een Klimaatbank waarbij spaargeld gemobiliseerd wordt in de vorm van groene obligaties. Verder wordt uitgekeken naar “alternatieve financiering voor grote projecten en programma’s via vormen van publiek-private samenwerking.” Het idee van een publieke ontwikkelingsbank komt wel meer terug ter linkerzijde, maar één publieke bank in een private bankensector stapt ofwel mee in de winstlogica ofwel komt die bank zelf in de problemen. Op de regels van de winstlogica rekenen om iets aan het klimaat te doen, is hopen dat hetzelfde doen als voorheen plots tot een ander resultaat leidt. Een drastische maatregel als het in publieke handen nemen van de volledige bankensector is noodzakelijk om voldoende middelen te kunnen vrijmaken.

    Een grotere rol voor de publieke sector – dus voor de gemeenschap – is niet wat het klimaatplan van Groen beoogt. Een versnelde overgang naar duurzame energie is inderdaad nodig en het klimaatplan brengt interessante pistes hiervoor. Maar telkens weer wordt het initiatief voor het uiteindelijke doorvoeren ervan overgelaten aan dezelfde energiebedrijven die ons tot de huidige situatie gebracht hebben. Ook rond huisvesting wordt alles overgelaten aan de private markt met subsidies en kredieten voor renovatie. Een vliegtaks, CO2-taks en extra belastingen op benzine, kilometerheffing, … treffen de gewone werkenden, terwijl het overgrote deel van de uitstoot veroorzaakt wordt door grote multinationals. Groen durft die niet aan te pakken, maar schrijft zich in de logica van het kapitalisme in. Laat het net dat systeem zijn dat ons op dit rampzalig punt inzake klimaatverandering gebracht heeft.

    Ook in het verzet tegen het asociaal beleid van de afgelopen jaren werpt Groen zich niet op als een betrouwbare bondgenoot. De rechtse academicus Stijn Baert vroeg de verschillende partijen naar antwoorden op enkele concrete vragen over brugpensioenen en lonen. Groen antwoordde dat het in principe voor het ‘uitfaseren’ van het brugpensioen is. Op de stelling dat de lonen minder aan de anciënniteit moeten gekoppeld zijn, antwoordden drie partijen volmondig ‘akkoord’: N-VA, Open Vld en Groen! We weten nochtans allemaal dat dit voorstel er niet op gericht is om jonge werkenden meer te laten verdienen: het doel is om oudere werkenden kaal te plukken.

    We begrijpen dat velen naar de groenen uitkijken omdat er dringend een sterk alternatief op de bende van Michel en De Wever nodig is. Maar voor een echt alternatief valt het groene programma en de politieke praktijk van de voorbije jaren wel heel licht uit. Dat waren overigens net de redenen waarom de vorige regeringsdeelname van de groenen, in de paarsgroene coalitie onder Verhofstadt tussen 1999 en 2003, de groene partijen bijna volledig van tafel veegde. Zullen de groenen zich een tweede keer aan diezelfde steen stoten?

  • Groen klimaatplan durft niet in te gaan tegen grootkapitaal

    Groen-campagne in Gent. (foto: Jean-Marie)

    Groen heeft de wind in de zeilen. De afkeer tegenover de gevestigde partijen en de grote aandacht voor de dringende klimaatproblematiek kunnen de partij op 26 mei een uitstekend resultaat opleveren. Het perspectief van regeringsdeelname wenkt, wie weet zelfs onder een groene premier (Calvo?) als Groen en Ecolo samen de grootste politieke familie van het land worden. Gezien de dringendheid rond klimaat is het dan ook interessant om te kijken wat Groen juist voorstelt inzake klimaatmaatregelen.

    Afgelopen week kwam de partij met een klimaatplan met zes routepaden en tientallen maatregelen om de klimaatambities in 2030 te halen. Groen benadrukt dat de maatregelen sociaal zijn en zorgen voor meer investeringen in energie, huisvesting, mobiliteit, … waarbij er ook 80.000 nieuwe jobs bijkomen. De voornaamste kritiek tot hiertoe was steeds dat Groen voor onbetaalbare maatregelen pleit. Daar wil de partij nu op antwoorden met een berekend plan.

    Heel wat maatregelen in het plan zijn uitstekend: drastische verhoging van publieke investeringen in openbaar vervoer bijvoorbeeld. Zo wil Groen het budget van De Lijn met 434 miljoen per jaar en dat van NMBS en Infrabel met 790 miljoen per jaar optrekken. Ook het fietsbudget wordt met 400 miljoen opgetrokken. Eindelijk verregaande investeringen in openbaar vervoer! De vraag komt natuurlijk hoe dit aspect zou betaald worden. Dan komen we al gauw tot “een groene tax shift van vliegtuigen naar treinen” met een extra kerosinetaks. Wie met het vliegtuig op vakantie gaat, moet dus betalen.

    Aan de belangen van de grote bedrijven durft Groen niet te raken. Dat blijkt onder meer uit de voorstellen rond de bedrijfswagens. Dat kost de gemeenschap jaarlijks 3,75 miljard euro, of meer dan wat uitgegeven wordt aan alle openbare vervoer in ons land samen. Aan de bedrijfswagens raken, is niet evident: voor werkenden is dit een vorm van loon. Bedrijven spelen daarop in en betalen op deze manier loon waarop geen sociale zekerheid berekend wordt. Een logisch alternatief zou zijn om loon effectief als loon uit te betalen, zodat er ook sociale rechten en pensioenrechten opgebouwd worden. Dat zou de werkgevers meer kosten, dus stelt Groen dit niet voor. In de plaats daarvan wordt gepleit voor een mobiliteitsbudget voor alle werkenden in de vorm van een hoger nettoloon. Kortom: het cadeau aan de werkgevers blijft.

    Om een aantal noodzakelijke investeringen te financieren, voorziet Groen in de oprichting van een Klimaatbank waarbij onder meer spaargeld wordt gemobiliseerd in de vorm van groene obligaties. De rol van ‘nationale ontwikkelingsbank’ kan voor Groen door Belfius opgenomen worden. Verder wordt uitgekeken naar “alternatieve financiering voor grote projecten en programma’s via vormen van publiek-private samenwerking.” Het idee van een publieke ontwikkelingsbank komt wel meer terug ter linkerzijde, maar één publieke bank in een private bankensector stapt ofwel mee in de winstlogica ofwel komt die bank zelf in de problemen. Op de regels van de winstlogica rekenen om iets aan het klimaat te doen, is hopen dat hetzelfde doen als voorheen plots tot een ander resultaat leidt. Een drastische maatregel als het in publieke handen nemen van de volledige bankensector is noodzakelijk om voldoende middelen te kunnen vrijmaken.

    Een grotere rol voor de publieke sector – dus voor de gemeenschap – is niet wat het klimaatplan van Groen beoogt. Een versnelde overgang naar duurzame energie is inderdaad nodig en het klimaatplan brengt interessante pistes hiervoor. Maar telkens weer wordt het initiatief voor het uiteindelijke doorvoeren ervan overgelaten aan dezelfde energiebedrijven die ons tot de huidige situatie gebracht hebben. Er wordt meer nadruk gelegd op mogelijkheden om met gezinnen te investeren in wind- en zonne-energie, maar wie houdt de touwtjes van die investeringen in handen? Electrabel? Of nemen we energie in publieke handen zonder schadeloosstelling (Suez heeft genoeg winsten gehaald uit onze energiesector)?

    Rond huisvesting wil Groen middelen vrijmaken voor renovatie. De nadruk ligt ook hier op de private markt die subsidies en kredieten krijgt om te renoveren. Rond sociale huisvesting stelt de partij enkel voor om de bestaande huisvesting te renoveren en daarvoor 200 miljoen euro per jaar uit te trekken. Over nieuwe sociale duurzame huisvesting wordt niets voorgesteld. De markt zal het wel oplossen?

    De concrete maatregelen in het groene plan dreigen de gewone werkenden te treffen: vliegtaks, CO2-taks en extra belastingen op benzine, kilometerheffing, … Daarmee wordt de meerderheid van de bevolking aangepakt, terwijl het overgrote deel van de uitstoot veroorzaakt wordt door grote multinationals. Groen durft die niet aan te pakken, maar schrijft zich in de logica van het kapitalisme in. Laat het net dat systeem zijn dat ons op dit rampzalig punt inzake klimaatverandering gebracht heeft.

    [divider]
    30 & 31 maart. SOCIALISME 2019: van ongenoegen tot verzet

    Hier vind je het programma en praktische info

    Zaterdag 16 – 18u : Commissie : Strategie en programma om onze planeet van het kapitalisme te redden

    Zondag 10u30 – 12u30: Klimaatmeeting: ‘Socialist change not climate change’. Met Mai (Actief Linkse Scholiere uit Gent), Nicolas Croes (Uitvoerend Bureau LSP) en Mirre (spoorsyndicaliste)

  • Groene golf voor propere lucht en betere mobiliteit

    Foto: Jean-Marie

    Op 14 oktober was er in heel het land een groene golf. Groen wordt groter dan SP.a in onder meer Antwerpen, Gent en Mechelen. In het Brussels gewest haalde Ecolo opmerkelijk hoge scores. Er werd vaak groen gestemd vanuit een bekommernis om de luchtkwaliteit, gezondheidsproblemen door vervuiling, tekort aan propere mobiliteit of bezorgdheid om klimaatverandering.

    Zowel voor als na de zomervakantie waren er heel wat acties van ouders en schoolkinderen voor propere lucht rond de scholen. Het succes van die spontane beweging geeft aan hoe gevoelig de kwestie ligt. In het weekend voor de verkiezingen trokken honderden fietsers van Antwerpen naar Brussel om maatregelen te eisen: betere luchtkwaliteit, verkeersveiligheid, meer mobiliteit met minder auto’s en meer leefbare gemeenten. De studie Curieuzeneuzen bevestigde de ernst van de situatie: in heel wat steden is de luchtvervuiling een probleem voor onze gezondheid.

    In veel steden nam het aantal fietsers de afgelopen jaren spectaculair toe: in Antwerpen bijvoorbeeld een verdubbeling tussen 2013 en 2017. Dat is logisch: met de auto stilstaan en de hoge prijzen voor parkeren zijn niet aangenaam. De fiets is vaak sneller, gemakkelijker en bovendien gezonder. Het probleem is dat de infrastructuur op deze tendens achterblijft waardoor verkeersveiligheid een probleem is. De afname van de middelen voor publieke investeringen heeft onvermijdelijk gevolgen. Vaak worden de stadscentra mooi aangelegd, maar duiken daarbuiten al gauw veel onveilige punten op die bij gebrek aan middelen niet aangepakt worden.

    Waar Groen aan een lokaal mobiliteitsplan meewerkt, zoals in Gent of Mechelen, worden wel inspanningen gedaan om auto’s uit het centrum te weren. Maar er wordt niet gebroken met de neoliberale logica van citymarketing waarin bouwpromotoren (onder meer van grote private parkings) het voor het zeggen hebben. Wie het zich kan permitteren, kan nog steeds in het stadscentrum parkeren. Het betalend parkeren wordt bovendien uitgerold tot een heel eind buiten het centrum. Er wordt niets gedaan aan wat cruciaal is voor een sociaal mobiliteitsplan: meer, beter en gratis openbaar vervoer. Dat hoeft zich overigens niet te beperken tot bussen en trams, waarom geen goedkope publieke deelfietsen en zelfs publieke deelauto’s?

    Voor echte mobiliteitsplannen in de steden zijn er massale publieke investeringen nodig. Er wordt geschermd met het argument dat daar geen geld voor is. De maatschappelijke kostprijs van het huidig verkeer wordt daarbij nooit in rekenschap gebracht. Ook voor maatregelen die de klimaatcrisis aanpakken – zoals afbouw van fossiele brandstoffen – zijn drastische investeringen nodig. Dit botst op de logica van het kapitalisme. Om echt iets te doen voor propere lucht en betere mobiliteit is actieve strijd tegen dit systeem nodig. Het ziet er niet naar uit dat Groen of Ecolo daartoe bereid zijn, waardoor ze de gewekte verwachtingen niet kunnen waarmaken.

  • Naar een geel-groene coalitie in Antwerpen?

    Ondanks alle gespin uit de ‘war room’ van De Wever over de N-VA-overwinning, moet de partij bij het vormen van coalities rekening houden met het resultaat waarbij de achteruitgang enkel in Antwerpen en de rand errond voldoende beperkt was om over een overwinning te spreken. In Antwerpen heeft de weinig verzoenende opstelling van de burgemeester zijn coalitiepartners weinig ruimte gelaten om overeind te kruipen na de klappen van de voorbije jaren. Het resultaat is dat de huidige coalitie met amper een paar honderd stemmen en één zetel overeind kan blijven. Dat is te beperkt en dus worden andere mogelijkheden onderzocht, ook al met het oog op de federale regeringsvorming volgend jaar.

    Door Geert Cool

    Voor de verkiezingen werd een coalitie tussen N-VA en Groen in Antwerpen uitgesloten door beide partijen. ‘Geen haar’ op het hoofd van De Wever dat eraan dacht om met de groenen in coalitie te gaan, bij Van Besien klonk het subtieler maar even duidelijk. Op verkiezingsdag zelf pleitte De Wever plots voor ‘verzoening.’ Hij deed dit ironisch genoeg vanuit een ‘war room’ waar hij met zijn dichtste medewerkers en Paul Jambers de resultaten volgde en van waaruit hij de in een zaaltje ernaast opgetrommelde ‘schild en vrienden’ instructies gaf over hoe het resultaat als een grote overwinning neergezet moest worden. Dat de partij zowat overal klappen kreeg en zelfs in de ‘gouden rand’ terrein moest prijsgeven (maar daar eerlijk gezegd wel tegen kan met scores in 2014 die de absolute meerderheid in bepaalde kieskantons benaderden), of dat het resultaat in Antwerpen wel heel nipt was, werd niet opgenomen in de communicatie van N-VA.

    De zet van De Wever op verkiezingsdag kwam over als een donderslag bij heldere hemel, maar de bocht was al vroeger ingezet. Fietsvriendelijkheid in de centrale binnenstad is stilaan ook interessant voor city-marketing en bouwpromotoren. Daarover kan ongetwijfeld een akkoord gevonden worden. De Oosterweelknoop werd doorgehakt waarbij de voormalige actiegroepen in bad getrokken werden. Manu Claeys van Straten-Generaal wordt nu zelfs bestuurder bij BAM (waarmee ook daar een soort geel-groene coalitie wordt gevormd). Het compromis omvat een gedeeltelijke overkapping van het Oosterweeltracé. Het ontbreken van een offensieve nadruk op gratis en degelijk openbaar vervoer als onderdeel van een mobiliteitsplan in alle campagnes rond Oosterweel, maakte dat de overstap van de actiegroepen naar deelname aan het bestuur niet eens op veel kritiek botste. In de campagne legde De Wever bovendien nadruk op de lage-emissiezone waarmee oude diesels uit de binnenstad gebannen worden (tenzij voor wie betaalt uiteraard).

    Rond deze punten is wellicht een compromis mogelijk: het groene standpunt inzake mobiliteit en leefbaarheid treedt niet buiten het neoliberale denkkader. In Mechelen en Gent wordt een beleid gevoerd dat nadruk legt op minder auto’s in de binnenstad, maar zonder ernstig te investeren in openbaar vervoer. Bovendien wordt het terrein van de stadsontwikkeling overgelaten aan private promoteren die maar al te graag de winsten plukken van een opgekuist en aangenaam stadscentrum. Het resultaat van hogere prijzen en sociale verdringing is niet het probleem van de promoteren. Een echt ander beleid op sociaal vlak is overigens niet mogelijk zonder breuk met het financiële keurslijf waar de gemeenten in vast zitten. Het schandaal van de onbewoonbare sociale woningen in de Gentse Sint-Bernadettewijk bevestigde dit. Kan Groen in Antwerpen een gevoelig dossier zoals de armoedebestrijding en begeleiding van daklozen uit de rechtse logica van vermarkting en commercie halen? Zal het extra middelen afdwingen voor het sociaal werk, of integendeel gaan voor een sluimerende vermarkting die minder brutaal gebracht wordt dan door schepen Duchateau? Wordt de daling van het aantal statutaire personeelsleden bij de stad verdergezet of niet? Dat zijn elementen waarrond een akkoord tussen Groen en N-VA moeilijker zal liggen.

    Als De Wever expliciet naar Groen lonkt, is dit deels met het oog op de federale regeringsvorming volgend jaar. Op Vlaams niveau kan de rechtse coalitie ondanks klappen verder, maar federaal wordt het door het verlies van MR en meest logische extra partner CDH moeilijker. De groenen hebben met de N-VA gebotst, onder meer inzake migratie en de brutale arrogantie van Theo ‘Trump’ Francken. En dan is er nog de kwestie van energie en de kernuitstap. Binnen N-VA wordt regelmatig fors uitgehaald naar Groen en Ecolo, meteen na de verkiezingen nog stelde een Brusselse N-VA’ster dat Ecolo een ‘tweede PTB’ is. Ecolo stapte in Brussel echter heel snel en gemakkelijk in diverse coalities: met PS in Brussel-stad, maar evengoed met MR en CDH in andere gemeenten. In Antwerpen met Groen in zee gaan, kan voor N-VA druk zetten op de coalities met CD&V en Open VLD in Vlaanderen en federaal. Voor Groen is het riskant na een campagne waarin het kon profiteren van de stemmen tegen De Wever en de N-VA.

    Ondertussen zijn er wel heel wat lokale coalities gevormd waarin zowel N-VA als Groen zitten. Dit gebeurde bijvoorbeeld in Sint-Niklaas, Hasselt of Turnhout. Op districtsniveau in Antwerpen gebeurde dit voor de verkiezingen ook, bijvoorbeeld in Deurne of Merksem. De coalitievorming in de districten ligt nu doorgaans stil omdat N-VA de coalitiebesprekingen op stadsniveau wil afwachten (enkel in Berchem werd al snel een rechtse coalitie van N-VA, CD&V en VLD gevormd). Moest het op stadsniveau lukken om Groen te overtuigen, dan kunnen de groenen in verschillende districten in het bestuur komen in ruil voor het opgeven van het linkse bestuur met SP.a en PVDA in Borgerhout. Dat Groen de deur openhoudt voor een coalitie op stadsniveau blijkt overigens uit het feit dat er in Borgerhout nog geen witte rook is voor een verderzetting van de bestaande coalitie.

    Bij Groen is er het besef dat de vorige regeringsdeelname in 2003 rampzalig eindigde. De lessen die de partij daaruit lijkt te trekken, is dat er meer bestuurservaring en professionele communicatie nodig is. De uitspraken van Magda Aelvoet over wapenleveringen aan de ‘prille democratie’ in Nepal indachtig, kan niet ontkend worden dat daar iets van aan is. Maar het fundamentele was dat de groene kiezers iets anders van hun partij verwacht hadden: een beleid dat niet gewoon hetzelfde met enkele groene accenten was, zeker niet als die groene accenten uit extra ecotaksen bestaan waarmee de verantwoordelijkheid bij de consumenten en niet bij de producenten wordt gelegd.

    In Antwerpen haalde Groen een uitstekende score op basis van bezorgdheid rond luchtkwaliteit, mobiliteit, verkeersveiligheid, … en een afkeer tegen De Wever en het asociale en verdelende beleid van de N-VA. Deelname aan een coalitie kan dit ondermijnen. Mogelijk wordt erop gerekend dat een lange bestuurscrisis waarna de groenen hun ‘staatsmanschap’ en de wil ‘om dingen effectief te veranderen’ tonen door in een coalitie te treden, de afstraffing in mei volgend jaar kan beperken. Een andere optie is om ook SP.a mee aan boord te trekken, wat uiteraard tegen de zin van De Wever zou zijn en Groen de schijn zou meegeven dat het in tegenstelling tot CD&V en Open VLD in de huidige coalitie geen gewillige junior partner is waarmee De Wever kan spelen zoals een kat dit met pas gevangen muizen doet. Het slechte resultaat van SP.a verhindert niet dat er in die partij heel wat voorstanders van bestuursdeelname met N-VA zijn. In district Merksem werd dit publiek uitgesproken door lokaal kopstuk Verstraelen. In Gazet van Antwerpen (15/10) stelde hij dat N-VA meer raakvlakken heeft met SP.a dan met Groen (beide partijen zaten in het vorig districtsbestuur met N-VA):  “Ons partijprogramma verschilt niet zo veel van dat van N-VA in Merksem. Er zou alleen grondig moeten overlegd worden over de rol van de auto in het district.”

    Het zal voor De Wever niet evident zijn om een coalitie met Groen te vormen, maar hij beschikt over eventuele alternatieven (denk bijvoorbeeld aan een coalitie met SP.a erbij). Het is echter niet uitgesloten dat Groen uiteindelijk overstag gaat. De ervaring van groene bestuursdeelname in andere grote steden bevestigt dit. Voorlopig wordt dat nog als een succesverhaal gebracht, maar de reportage over sociale huisvesting in Gent gaf aan dat er enorme beperkingen zijn. De armoedecijfers in die steden nemen niet af en de tekorten blijven zich opstapelen. De kiezers die een alternatief zoeken op het harde rechtse beleid komen uiteindelijk bedrogen uit. Er zijn geen principiële redenen voor Groen om niet in een coalitie te stappen, het belangrijkste tegenargument is wellicht het risico op een afstraffing in mei 2019.

    De linkerzijde moet buiten het neoliberale verhaal treden en offensief opkomen voor een programma en bijhorende actieve beweging rond de concrete sociale noden inzake huisvesting, mobiliteit, werk, pensioenen, … De doorbraak van de PVDA is een uitdrukking van het potentieel hiervoor. Het resultaat in Antwerpen wijst erop dat er inzake actieve strijd meer nodig is om het huidige beleid te stoppen. Los van de vraag wie er in het volgende bestuur zal zitten, is er nood aan een actieve oppositie die niet alleen jaar na jaar vaststelt hoe de armoedecijfers en sociale tekorten blijven oplopen, maar daartegen bewegingen helpt opbouwen om met een sterkere krachtsverhouding een breuk met het huidige beleid af te dwingen en de steun voor een ander type van samenleving, een socialistische maatschappij, te populariseren.

  • Lokale kiescampagnes gestart met afrekeningen onder establishment

    Zowel in Gent als Antwerpen halen de lokale kiescampagnes nu al de voorpagina’s van de kranten. Wie dacht dat het over de hoge werkloosheidscijfers onder jongeren zou gaan, de verstikkende mobiliteitscrisis, het tekort aan middelen voor degelijk onderwijs, de onmogelijke woonprijzen, … kon er niet verder naast zitten.

    Neen, de politici gooien met modder naar elkaar en beschuldigen elkaar van gegraai of het creatief omspringen met middelen. Dat kunnen ze omdat ze uit hetzelfde milieu van ons kent ons bij de managers en bedrijfsleiders komen, waardoor ze maar al te goed weten waar er modder ligt om mee te gooien.

    Siegfried Bracke werd al omgedoopt tot ‘Boemerang Bracke’: elke aanval die hij inzet op het roodgroene bestuur in Gent komt als een boemerang bij hem terug. Het laatste incident was de loge van AA Gent waar het stadsbestuur bevriende bedrijfsleiders op etentjes uitnodigde. Daar was Bracke volledig van op de hoogte: hij zat zelf in de raad van bestuur van de cvba Arteveldestadion. Halsoverkop nam hij ontslag uit de cvba, maar alle geloofwaardigheid van zijn kritiek op het bestuur was onderuit gehaald.

    Hetzelfde gebeurt met Tom Meeuws in Antwerpen. De kritiek op de nauwe banden tussen het stadsbestuur en bouwpromotor LandInvest ontplofte in het gezicht van het kartel ‘Samen’ toen bleek dat ook Meeuws goede banden heeft met het bedrijf. Vervolgens werd gestookt op basis van het ontslag van Meeuws als topmanager van De Lijn in Antwerpen. De vraag of Meeuws fouten beging in zijn functie bij De Lijn is daarbij niet van tel: hij heeft het imago van een manager die achter de schermen zaakjes regelt met vrienden. Hoe kan hij geloofwaardige kritiek geven op het gebrek aan transparantie van het N-VA-bestuur in Antwerpen?

    In zowel Gent als Antwerpen komt het zetelende bestuur als winnaar uit het moddergooien. Dat gebeurt niet op basis van eigen sterkte, maar door de zwakte van de oppositie. Als die oppositie komt van figuren die gepokt en gemazeld zijn in hetzelfde establishment, is het niet moeilijk om door de mand te vallen. Bij gebrek aan een oppositie die fundamenteel anders is, maken de huidige besturen in Gent en Antwerpen een grotere kans om overeind te blijven in de gemeenteraadsverkiezingen. Wouter Van Besien en Groen kunnen proberen om de schade te beperken, maar hebben aangetoond dat ze vooral op de macht uit zijn. Het kartel ‘Samen’ was daartoe opgezet, in de Antwerpse districten werpt Groen zich op als partner die ‘midden in het bed’ ligt en zowel met PVDA (Borgerhout) als N-VA (Deurne) in coalitie gaat.

    Vraag aan kiezers wat zij belangrijk vinden en ze verwijzen stelselmatig naar sociale thema’s als pensioenen, huisvesting en lonen. Zowel rechts als centrum-links hebben echter geen antwoorden op de sociale problemen. Rechts staat voor meer van hetzelfde uitsluitende beleid en voegt er een grote portie verdelende retoriek aan toe. Centrumlinks staat voor ‘neoliberalisme light’ waarbij het op sociaal gebied niets naar voor brengt dat de werkende bevolking zich kan herinneren. Op het vlak van het asielbeleid vatte Louis Tobback (SP.a) het goed samen: zijn enige kritiek op Theo Francken is dat hij er “teveel van geniet.”

    De rechterzijde stoppen, zal niet gebeuren door zelf een rechts beleid te voeren. Dat heeft het vorige Antwerpse bestuur onder leiding van Patrick Janssens (SP.a) aangetoond. De sociale problemen werden niet aangepakt, maar slechts beantwoord met meer repressie (denk maar aan de GAS-boetes waarvoor toenmalig topambtenaar Tom Meeuws verantwoordelijk was…).

    Er is nood aan een consequente linkse oppositie die offensieve en gedurfde campagnes durft te voeren rond huisvesting, werk, pensioenen, mobiliteit, diensten, … De peilingen geven aan dat een doorbraak van de PVDA op lokaal vlak mogelijk is. Het potentieel kan het beste benut worden door zoveel mogelijk consequente activisten te betrekken in een inclusieve campagne die vertrekt van de sociale noden en bereid is om daar mobiliserende bewegingen rond uit te bouwen. LSP wil daar een constructieve rol in spelen om vanuit een dergelijke oppositie de noodzaak van socialistische maatschappijverandering op de agenda te zetten.

     

    Lees ook deze artikels uit onze archieven:

  • Groene golf om De Wever te stoppen?

    Groen op een betoging ‘Geen Fukushima aan de Schelde’ (foto door Liesbeth)

    In de peilingen langs Nederlandstalige kant is Groen aan een opmars bezig. Lokale peilingen van Gazet van Antwerpen in Antwerpen, Mechelen en Turnhout voorzien voor de gemeenteraadsverkiezingen zelfs spectaculaire resultaten. Met 24% betwist Groen de leiderspositie van de N-VA in Antwerpen, in kartel met SP.a wordt dat 30,6%,  in Turnhout wordt Groen de grootste partij en het Mechels kartel van Groen en Open VLD zou boven de 40% groeien.

    Artikel door Geert Cool uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Onderstroom gaat niet alleen naar rechts

    Opmerkelijk aan de lokale peilingen was het verlies voor N-VA in de drie steden. In Antwerpen zou burgemeester De Wever forse klappen krijgen: -11%. Maar ook elders is er verlies. Dit is belangrijk: de N-VA stelt zichzelf graag voor als een uitdrukking van de ‘onderstroom’ in Vlaanderen. Nu blijkt dat de steun voor het rechtse project van hard neoliberaal beleid steun verliest.

    Zelfs in eigen stad krijgt De Wever nu te maken met een tegenpartij die kans maakt om de grootste te worden. Het maakt dat de discussie over het te voeren beleid terug open ligt en dat de keuze niet beperkt is tot hard rechts of heel hard rechts.

    Vanwaar de groene vloed in Antwerpen?

    Als de N-VA zo snel groot kon worden, had dit veel te maken met de afkeer tegenover de gevestigde partijen. Nu is de N-VA zelf steeds meer een gevestigde machtspartij. Om dit imago van zich af te werpen, volstaat geen Twittercampagne. Waar Ecolo langs Franstalige kant eveneens als een machtspartij wordt gezien, is dit voor Groen veel minder het geval.

    De rampzalige verkiezingsresultaten in 2003, na de paarsgroene regering-Verhofstadt, maakten dat Groen bijna van nul af aan moest herbeginnen. Een nieuwe naam en daarna geleidelijk ook nieuwe kopstukken moesten de partij van de ondergang redden. Meer dan tien jaar later maakt dit dat de partij gezien wordt als een ‘outsider’, geen traditionele machtspartij. Waar de partij wel aan de macht deelnam – zoals in Gent (in kartel met SP.a) en Mechelen (in kartel met Open Vld van Bart Somers) – gebeurde dit als kleine partner in een kartel met een oppositie die grotendeels uit rechts bestaat.

    Bij de lokale verkiezingen van 2018 zal er in Antwerpen een polarisatie zijn tussen voor- en tegenstanders van De Wever. Met de SP.a die nog steeds in de touwen ligt na decennia van bestuursdeelname, kan Groen zich opwerpen als de belangrijkste oppositiekracht. Dat oefent een aantrekkingskracht uit op al wie De Wever weg wil. Het zet druk op het resultaat van SP.a, dat geen andere optie ziet dan een kartel met Groen, maar ook van PVDA. Het ongenoegen tegenover het asociale en repressieve beleid bleef de voorbije jaren grotendeels onderhuids en werd weinig georganiseerd in grote campagnes. In de acties die er waren, zoals rond mobiliteit (overkapping van de Ring) of sociaal werk (tegen de vermarkting), was Groen aanwezig en heeft de PVDA zich inhoudelijk nooit sterk onderscheiden van Groen.

    Kan Groen een alternatief bieden?

    Het is goed dat de positie van N-VA niet ongenaakbaar blijkt en dat er ook een roep naar een linkse stem opduikt. Maar zal Groen ook echt voor een ander beleid zorgen? De regeringsdeelname van de groenen tussen 1999 en 2003 zorgde niet bepaald voor een breuk met het beleid, de lokale meerderheden met Groen evenmin. De uitspraak van voorzitter Almaci dat Groen nauwer aansluit bij de Open VLD van Bart Somers dan bij de PVDA, of de herhaaldelijke negatieve commentaren op stakingen, laten weinig goeds vermoeden.

    De afgelopen jaren is het groene programma onder het mom van ‘modernisering’ neoliberaler geworden. Het Mechels kartel van partijkopstuk Kristof Calvo met de liberalen van Bart Somers is er een logisch onderdeel van. Er wordt ingespeeld op terechte punten van ongenoegen, maar zonder collectieve oplossingen aan te bieden door de middelen te zoeken waar ze zitten. Met een overheidsbank naast de andere financiële haaien of een door particulieren gefinancierd investeringsfonds zullen we er niet komen. Hierdoor lijkt elke poging tot vergroening van het beleid al snel af te stevenen op allerhande weinig populaire ecotaksen die de middelen bij de gewone mensen zoeken.

  • Geen progressief front in Deurne – Groen met N-VA in zee

    deurneDeurne kent een eigen politiek landschap dat gekenmerkt wordt door grote verschuivingen in kiesresultaten maar ook in partijkaarten van verkozenen. Het aantal verkozenen dat nadien als onafhankelijke zetelt, is er traditioneel groot. Het opstappen van een N-VA-verkozene deed het lokale bestuur de meerderheid verliezen. Na een lange politieke crisis in het district zijn gesprekken gestart tussen N-VA en Groen om een meerderheid te vormen.

    In Deurne is N-VA de grootste partij met 41% van de stemmen, daarmee komt de partij in de buurt van de 43% die het Vlaams Belang er in 2006 haalde. In 2012 hield het VB daar nog 14% over. SP.a en Groen trokken zowel in 2006 als 2012 in kartel naar de kiezer en gingen achteruit van 31% naar 24%, goed voor 3 zetels voor SP.a en 4 voor Groen. De PVDA stak in 2012 de gevestigde partijen CD&V en Open Vld voorbij, die haalden elk nog ongeveer 5% en zagen hun stemmenaantal in het district nogmaals gehalveerd. Zowel CD&V als Open Vld hebben nog een enkele verkozene.

    Een belangrijk politiek punt van discussie in Deurne is mobiliteit en meer bepaald de Oosterweelverbinding. Het aanleggen van een grootschalig verkeersknooppunt in de buurt van het Sportpaleis dreigt de overlast van de Ring in Deurne-Noord nog groter te maken. Bij acties tegen de Oosterweelverbinding waren er vanuit Deurne steeds heel wat betogers aanwezig. In deze discussie staan N-VA en Groen diametraal tegenover elkaar. N-VA is de grootste voorstander van het voorstel van de BAM, Groen stond vooraan in het verzet ertegen. Uiteraard stond Groen niet alleen in dat verzet, maar de politieke benadering van de kwestie ging ter linkerzijde nooit verder dan wat Groen en de actiegroepen naar voor brengen. De PVDA mobiliseert en is een belangrijk deel van het protest, maar eisen als pakweg gratis en degelijk openbaar vervoer zijn niet te vinden in het materiaal van de linkse partij rond de Antwerpse mobiliteit. Dat is wellicht een van de redenen waarom Groen van Wouter Van Besien zich sterker kon profileren als een voortrekker van de linkse oppositie op het schoon verdiep en in de peilingen sterk vooruit gaat.

    In de politieke crisis in Deurne waren er pogingen om een ‘progressief front’ te vormen van SP.a (3 zetels), Groen (4 zetels) en PVDA (3 zetels). Ongetwijfeld met het idee dat dit op termijn tot een meerderheid zoals in Borgerhout kan leiden, wie weet onder een stadsbestuur dat eveneens uit een ‘progressief front’ bestaat. Tegenover het rechtse front van N-VA en wat overblijft van CD&V en Open Vld zou het ‘progressief front’ een alternatief vormen. Dit project krijgt nu een zware slag te verwerken. Om uit de impasse in Deurne te geraken, is N-VA gesprekken met Groen begonnen. Districtsburgemeester Wouters kondigde aan dat hij bereid is om een stap opzij te zetten. “Groen is voor ons de meest logische keuze als gesprekspartner na vruchteloze gesprekken met de ‘verenigde oppositie’”, verklaarde hij. Meer nog, er wordt gefluisterd dat De Wever na 2018 een coalitie in het stadhuis wil waarbij Groen aan boord komt in plaats van CD&V. In het stadsdistrict Antwerpen is er zo’n coalitie van N-VA, Open Vld en Groen.

    Groen bevestigt de gesprekken. “De politieke impasse in Deurne moet doorbroken worden”, verklaarde lokaal voorzitter Bob Reijnders. De samenwerking met andere linkse krachten, de zogenaamde ‘verenigde linkse oppositie’, van de afgelopen maanden zat volgens Groen op een doodlopend spoor. “De voorbije maanden hebben we kunnen vaststellen dat die strategie niet werkt.” En dus ligt de weg open voor gesprekken met N-VA. “Wij nemen nu dan ook onze verantwoordelijkheid op en gaan in op de uitnodiging van N-VA om samen rond de tafel te gaan zitten.” Niet dat er al een akkoord is. Reijnders: “Groen is ervan overtuigd dat er in Deurne nog veel meer ambitie aan de dag gelegd mag worden, onder meer op het vlak van verkeersveiligheid en groene ruimte. We zijn er ook van overtuigd dat het district Deurne eigen sociale beleidsaccenten moet leggen. We voelen bij N-VA de openheid om deze gesprekken eerlijk te voeren.” Van Besien stelt dat het districtsniveau niets met overkoepelende discussies zoals rond Oosterweel te maken heeft…

    De voorwaarden die Groen lijkt te stellen in de onderhandelingen met N-VA komen zwak over. Door in een groot district een coalitie met N-VA te vormen, zou Groen zich profileren als de partij die midden in het bed ligt en met alle partijen een coalitie kan vormen. Een beetje zoals de CVP in vroegere tijden. Voor diegenen die grote verwachtingen hadden in een ‘progressief front’ om De Wever te onttronen, zal dit als een koude douche aankomen.

    Het rechtse beleid stoppen, zullen we niet doen op basis van politieke rekenkunde en spelletjes gericht op profilering en imago-opbouw. Grote en offensieve campagnes van onderuit kunnen de politieke agenda veranderen. Dit werd rond mobiliteit al aangetoond met het succes van de acties tegen de Oosterweelverbinding waardoor mobiliteit een centraal politiek thema in de stad werd. Een offensieve linkerzijde die dit koppelt aan een programma dat verder gaat en opkomt voor een massaal programma van publieke investeringen in onder meer mobiliteit zodat gratis en degelijk openbaar vervoer mogelijk wordt, naast investeringen in leefbaarheid rond de Antwerpse ring (en ja, waarom ook niet bovenop het aan te leggen dak over die ring) zou een verademing zijn.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop