Tag: gezondheidszorg

  • Luik: personeel ziekenhuis CHR in actie tegen besparingen

    Donderdag kwamen in Luik honderden mensen op straat. De betoging ging uit van het personeel van het ziekenhuis CHR, waar ook werd gestaakt. De betoging vertrok aan de Citadel en trok naar het stadscentrum waar er een ontmoeting met het stadsbestuur was. Hieronder het pamflet dat LSP op de betoging verspreidde en enkele foto’s.

    [divider]

    Slechts nieuws voor het personeel van CHR. De raad van bestuur maakte bekend dat er 12 miljoen euro wordt bespaard, waarbij vooral het personeel hiervoor opdraait. Zo wordt wie vertrekt niet vervangen en worden enkele tijdelijke contracten niet vernieuwd, dat heeft betrekking op 35 voltijdse equivalenten. Verder is er een vermindering van de eindejaarspremie, wordt geprutst aan het overloon voor moeilijke uren en overuren. De directie vliegt er dus in.

    Dit beleid van steeds meer doen met minder middelen, wordt ons overal in de publieke sector verkocht als een uitdaging van de managers. Het resultaat is minder kwaliteitsvolle dienstverlening aan de bevolking. Als de kwaliteit van de diensten voldoende afgenomen is, wordt vervolgens de privatisering als alternatief naar voor geschoven. Dat zien en zagen we ook bij de Post of bij de NMBS.

    Het personeel van CHR heeft uitstekend gereageerd op deze bedreiging van hun statuut en de kwaliteit van de zorg. De beweging werd snel georganiseerd in gemeenschappelijk vakbondsfront. Op basis van de personeelsvergaderingen blijkt dat het verzet massaal gesteund wordt. Regelmatige personeelsvergaderingen laten het personeel toe om van onderuit controle op de strijd uit te oefenen en om democratisch te beslissen over acties. De mogelijkheid om alle personeelsleden actief te betrekken, is erg belangrijk om tot een overwinning te komen. De vastberadenheid van het personeel is groot, het potentieel van een overwinning is er.

    De betoging vandaag toont nogmaals het potentieel. Deze betoging is noodzakelijk om de eisen zichtbaar te maken en om de politici voor hun verantwoordelijkheid te plaatsen. We mogen uiteraard niet alle hoop vestigen op wat het stadsbestuur te zeggen heeft. We zullen de strijd moeten verderzetten en bouwen aan een krachtsverhouding. Daartoe is er nood aan een actieplan dat aan de basis wordt bediscussieerd en dat over verschillende weken loopt met een opbouwend element.

    Het lijkt ons ook belangrijk om de strijd uit te breiden en tot solidariteit op te roepen bij het personeel van andere zorginstellingen in de regio, maar ook van andere openbare diensten, van patiënten en van de bevolking in het algemeen. Dat kan met sensibiliseringacties.

    Elke lokale strijd heeft een mogelijkheid van uitbreiding: de specifieke strijd van het personeel van CHR kan steun vinden in de hele zorgsector en in andere sectoren. Elke lokale strijd kan andere bewegingen versterken. Dat is zeker het geval in de huidige context van eindeloze besparingen en patronale arrogantie.

    Elke militant van de sociale beweging kan een rol spelen in het populariseren van de strijd die het personeel van CHR momenteel voert.

    [divider]

    Fotoreportage:
    Liège. Manifestation du CHR

  • Dure medicijnen: gezondheid en winst gaan niet samen

    Foto: Flickr/cookiem

    Zaterdag voerde Geneeskunde voor het Volk actie door met honderden patiënten naar Nederland te trekken om er eenmalig medicijnen aan te kopen. Daarmee werd gewezen op de grote prijsverschillen tussen beide landen. Waar in Nederland een openbare aanbesteding de prijzen drukt, krijgen de farmaceutische bedrijven bij ons de vrije hand. Het resultaat: wij betalen een pak meer.

    De actievoerders kwamen op voor een Kiwimodel waarbij aanbestedingen bij de farmaceutische bedrijven de prijzen naar beneden halen. De verschillen tussen Nederlandse en Belgische prijzen is effectief groot: voor een neusspray betaal je bij ons tot 30 euro, in Nederland slechts 7 euro. Minister De Block reageerde vorige week op de actie en bijhorende tussenkomst in het parlement door PVDA-verkozene Van Hees met de stelling dat goedkopere prijzen tot “overconsumptie” kunnen leiden en het kiwimodel tot tekorten.

    Deze argumenten zijn bij de haren getrokken: het aantal voorschriften voor geneesmiddelen zal niet toenemen omdat de prijzen lager zijn. Bovendien zijn de dure prijzen vandaag vaak een obstakel om toegang te hebben tot degelijke zorg. De gezondheid van wie het niet breed heeft, botst onvermijdelijk op de winsthonger van de farmaceutische sector.

    Met een Kiwimodel de winsten van de farmaceutische sector aan banden leggen, kan zeker effect hebben. Maar het schakelt de winsthonger als drijfveer niet uit: dit blijft prioritair op de gezondheid van de mensen. Farmabedrijven kunnen de druk op de prijzen aangrijpen om op de arbeids- en loonvoorwaarden van het personeel te besparen. Als een openbare aanbesteding teveel voorwaarden oplegt in het belang van patiënten, is het mogelijk dat farmabedrijven het stelsel boycotten. Het is een andere sector, maar een openbare aanbesteding voor energie in de stad Barcelona leverde geen enkele kandidaat op toen het linkse bestuur voorwaarden oplegde inzake bestrijding van energie-armoede. Als we afhankelijk blijven van private bedrijven die enkel op winst uit zijn, hebben we het niet zelf in de hand.

    Het Kiwimodel laat toe om de prijzen van geneesmiddelen wat te drukken, maar indien niet buiten het principe van de winsthonger wordt getreden, volstaat dit niet. De prijzen zijn niet het enige probleem. Denk maar aan de concurrentie tussen de farmaceutische bedrijven die maakt dat patenten ingezet worden om toegang tot nieuwe ontdekkingen af te schermen waardoor deze niet op grotere schaal kunnen toegepast worden. Bovendien zou een druk op de prijzen binnen het kader van de huidige farmaceutische sector leiden tot druk op de kosten, waaronder de lonen. In een land als België waar de farmaceutische industrie sterk staat, zou een neerwaartse druk op de lonen rampzalige gevolgen hebben. In de sector van de productie van vaccins, bij GSK, wordt ondanks de grote winsten steeds verder gegaan in het ondermijnen van de arbeidsvoorwaarden voor jongeren (geen contracten van onbepaalde duur meer en steeds meer onzekere tijdelijke contracten). Om die aanval op de arbeid- en loonvoorwaarden te rechtvaardigen, grijpt de directie terug naar het argument van de concurrentie.

    Om een antwoord te bieden op de verschillende tegenstellingen in de farmaceutische industrie is er nood aan een nationalisatie onder controle en beheer van de gemeenschap als onderdeel van een nationale gezondheidsdienst. Gezondheid is te belangrijk om het aan de winsten van de private sector over te laten: hoog tijd om alles wat met zorg te maken heeft in publieke handen te nemen!

  • “Eén op de 4 ziekenhuizen kan zonder problemen dicht.” Pardon?

    Deze zéér ongelukkige uitspraak van de CM-voorzitter deed vorige week heel wat stof opwaaien in de sector.

    Standpunt van Polsslag

    Er is echter 1 constante: weinigen in het debat dat daarop volgde, liggen blijkbaar wakker van de negatieve impact voor het personeel … en dus uiteindelijk ook voor de patiënten. Als uitzondering mocht Jan-Piet Bauwens, federaal secretaris BBTK Social Profit, een woordje (letterlijk) placeren in een korte reportage van Kanaal Z. Kennelijk zijn wij “quantité négligeable” of slechts waardeloze pionnetjes in een groot machtsspel?

    Wat de beruchte uitspraak van de CM-voorzitter betreft: de realiteit op de werkvloer ziet er soms hélemaal anders uit dan rekenkundige / boekhoudkundige gemiddelden uit Exceltabellen. Zorg is bindwerk, geen bandwerk. Vergelijken met het aantal ziekenhuisbedden in andere landen, zonder het volledige verhaal uit de doeken te doen, is zéér gevaarlijk. De witte woede in heel wat Europese landen is een quasi permanent gegeven: vermoedelijk niet omdat het daar rozengeur en maneschijn is in de zorgsector?

    Het is geen geheim dat in de discussie over de gezondheidszorg van de toekomst de werknemers via hun vakbonden in de media en door de politiek amper gehoord worden. Het zijn vooral “de grote stakeholders” (lees: met veel geld) zoals de werkgevers, de artsen en ook de mutualiteiten die het hoge woord voeren. Wij hopen alvast dat de mutualiteiten, als belangenverdediger van de patiënten, niet in de val trappen van een klassiek spelletje “verdeel en heers” door mee te helpen patiënten en werknemers tegen elkaar op te zetten. Laat de beruchte uitspraak van de CM-voorzitter een accident de parcours zijn … Onze belangen zijn immers niet tegenstrijdig, verre van! Samen sterker!

    Sommigen spiegelen ons een rooskleurige toekomst voor waar ziekenhuizen zich ontpoppen als hoogtechnologische paleizen met een minimum aan vooral hooggeschoold personeel. Misschien kunnen we nog wat eenhoorns laten flaneren op het grasperk voor de enorme inkomhal van een ziekenhuis … dat meer weg heeft van een luchthaventerminal?

    Echter, de technologische vooruitgang wordt, samen met andere drogredenen, door sommigen gebruikt als breekijzer voor een andere, duistere, agenda.

    De zwendel van de eeuw: “vermaatschappelijking van de zorg.”

    Het leeuwendeel van de gezondheidszorg (patiënten én zorgwerkers) zou in die nabije toekomst via het uiterst dubbelzinnig concept “vermaatschappelijking van de zorg” naar de thuissituatie verbannen worden.

    Dit gaat geheel voorbij aan enkele (zorgwekkend) evoluties in de maatschappij waar bijvoorbeeld steeds meer alleenstaanden de dienst uitmaken en eenzaamheid met al zijn gevolgen meer en meer een issue wordt. De stijgende armoede door het harde besparingsbeleid dient ook in rekening gebracht te worden. Nu reeds is er een grote groep van mensen die uit de boot vallen voor de meest elementaire vormen van gezondheidszorg. Dat maakt “mantelzorg” en de beruchte “vermaatschappelijking” (dat eigenlijk juist het omgekeerde betekent) niet altijd even evident en dan drukken we dit nog zeer zacht uit.

    De sluipende individualisering van de zorg geeft ook een totale versplintering in het aanbod waardoor het niet altijd even eenvoudig wordt om door de bomen het bos te zien.

    Enerzijds zullen zorgverstrekkers meer en meer tegen elkaar in concurrentie gezet worden; wat naar onze mening allesbehalve bevorderlijk is voor de geleverde kwaliteit. Aan de arbeidsvoorwaarden van de werknemers in dergelijke condities durven we al helemaal niet te denken.

    Anderzijds zou men de gebruikers die niet meteen hun weg vinden in “het doolhof van zorg”  kunnen doen betalen om zich te laten bijstaan door privéfirma’s om hun zorg georganiseerd te krijgen. En wie zijn weg niet kent en ook geen geld heeft, zal brute pech hebben …

    En daar komt de aap uit de mouw: het uiteindelijke doel van “de vermaatschappelijking” is het privatiseren en openbreken van de zorg voor commerciële spelers die de zorg voor de gebruiker én de maatschappij uiteindelijk duurder zal maken aangezien het hoofdmotief zal verschuiven van zorg voor de gezondheid van de bevolking naar platte winsten  genereren voor de aandeelhouders en de happy few.

    De individualisering van de zorg, zoals bijvoorbeeld de persoonsvolgende financiering in de gehandicaptensector, wordt door sommigen verkocht als ontvoogding van de patiënt of de cliënt maar betekent eigenlijk een opstap naar een zuiver Amerikaans model van gezondheidszorg. We willen wel een niet onbelangrijke nuance aanbrengen: het is inderdaad meer dan correct dat wie in staat is, het recht moet hebben om de regie van zijn eigen zorg in handen te nemen. Het al dan niet onbewuste paternalisme in de grote instellingen is ook niet meer van deze tijd. Echter “het rugzakje” waarmee de cliënt zijn zorg moet gaan inkopen op “de markt”, lijkt ons allesbehalve een goede oplossing.

    Richting Amerikaans model

    In de realiteit hebben we hier te maken met een heuse paradigmaverschuiving in de zorg: van het collectieve, solidaire, zowel op vlak van organisatie als financiering naar het individuele, neoliberale ‘trek uw plan’ of nog op een andere manier gezegd: van het inclusieve naar het exclusieve. Noem het gerust de concretisering van de neoliberale doctrine in de zorg waar de VS het trieste toonbeeld van is.

    Recent onderzoek (gepubliceerd in The Lancet) heeft aangetoond dat de 1 % rijksten in dat land tot 15 jaar langer leven dan de 1 % armste landgenoten. Alles wijst in de richting dat  het Amerikaans zorgmodel zelf (gebaseerd op private ziekteverzekeringsmaatschappijen: de HMO’s) deze kloof nog verder doet toenemen. De gezondheidszorg in de VS is op de koop toe de duurste in de wereld.

    Terug naar eigen land … Enerzijds zien we zware besparingen én kaduke hervormingen die onze huidige ‘Europese’ collectieve gezondheidszorg meer dan ooit te voren onder druk zetten. Indien het roer niet radicaal omgegooid wordt, zal dit vrij snel leiden naar een ware zorgcrisis.  En anderzijds zien we zoals eerder aangehaald het openbreken van de sector voor commerciële spelers die enkel azen op de meest winstgevende en sappige brokjes.

    Even terzijde …

    Een citaat uit de tekst “VISIE OP VERPLEEGKUNDE IN 2030” door de  Provinciaal Verpleegkundige directies Overleg West-Vlaanderenbewijst alvast dat we niet uit onze nek aan het kletsen zijn: We gaan dus tegen 2030 in een acuut ziekenhuis te maken krijgen met uitsluitend complexe, hoogtechnologische zorg met een hoge turnover.” De onzichtbare hand van de stuurlui (aan wal) van de verpleegkundige beroepsorganisaties is in deze tekst duidelijk zichtbaar en gaf aanleiding voor de werkgeverskoepel Zorgnet-Icuro om de betreffende directies terug te fluiten. Er wordt immers de indruk gewekt dat men een pleidooi houdt voor de afschaffing van de HBO 5 Verpleegkunde (de vroegere A2) De verpleegkundige beroepsorganisaties voeren al geruime tijd campagne voor de afschaffing van deze waardevolle opleiding tot verpleegkundige vanuit een zeker elitair “de HBO 5 voldoet niet”  standpunt. Maar we wijken af …

    Het ziekenhuis als fabriek die maximaal moet renderen

    En zo evolueren we langzaam richting “industrialisering” / ontmenselijking van de zorg. De zorg wordt meer en meer opgesplitst in een reeks van aparte deelprocessen waar een holistische benadering uiteindelijk zuivere theorie blijft. Wordt de patiënt van de toekomst zoals een auto op de lopende band in de fabriek/ het ziekenhuis afgewerkt? Dit beeld is misschien ietwat overtrokken maar het geeft alvast aan waarvoor we willen waarschuwen.

    Een warme, menselijke zorg waar men tijd maakt én neemt voor de patiënt draagt bij tot het genezingsproces: de mens is tenslotte een sociaal wezen en geen robot.

    Ziekenhuizen inkrimpen? You must be kidding!

    Iedereen die in de zorg werkt, moet niet overtuigd worden dat er méér in plaats van minder collega’s nodig zijn. Voor wat cijfermateriaal over werkbaarheid in de sector én de groeiende tekorten aan arbeidskrachten, verwijzen we graag naar het pamflet van Polsslag voor de betogingvan 21 maart.

    Echter door de huidige hoge turnover in de ziekenhuizen krijgt het personeel niet meer de tijd om even op adem te komen. Continu draaien op minimumbezetting (of eronder) is heus niet de uitzondering. De personeelsnormen zijn archaïsch, niet meer van deze tijd en dienen dringend substantieel verhoogd te worden!

    Laat staan dat er nog ruimte is voor de nodige verplichte en niet-verplichte bijscholingen. Die bijscholingen zijn geen overbodige luxe en dragen wel degelijk bij tot een kwalitatieve zorg.  Behalve als het ‘bijscholingen pro-forma’ zijn in het kader van accreditatie, een modetrend die pure geldklopperij lijkt voor privéfirma’s.

    Ondanks dit scoren de gezondheidsdiensten in vergelijking met de andere economische sectoren heel goed wat betreft bijscholingen. Anderzijds willen we toch wel even aanstippen dat kwaliteit in de zorguit meer dan een diarree aan checklists en administratie bestaat … die bovenop “de echte zorg” komen. Uit ervaring durven we zelfs te beweren dat deze checklists niet altijd de realiteit weergeven …

    Conclusie: de werkdruk in de ziekenhuizen spat eraf en toch wil men ze nog verder inkrimpen. Met alle chinezen … ’t Zal een witte woede met een zéér lange adem worden!

    There Is No Alternative?

    De medewerkers van Polsslag menen dat enkel een ANDERE fundamentele reorganisatie van de gezondheidszorg een antwoord kan bieden op deze dreigende neoliberale beestenboel.

    We kunnen veel lessen trekken uit gelijkaardige “hervormingen” in onze buurlanden waar de besparingen en in de praktijk de afbraak van de gezondheidszorg al veel langer zijn ingezet. De marsrichting die onze regeringen nu inslaan, zal eindigen in het ravijn behalve voor de kapitaalkrachtigen.

    Ons antwoord op de winstzucht van de farmaceutische industrie, de sluipende commercialisering/privatisering én de kanker van de prestatiegeneeskunde (met de bijhorende overconsumptie) is de creatie van een ééngemaakte openbare en nationale gezondheidsdienst die de verschillende gezondheidsdiensten overkoepelt, organiseert en coördineert in het belang van de volksgezondheid en niet van winst of prestige van diverse individuen of instellingen.

    Dit doet denken aan de hoogtijdagen van de National Health Service (NHS) in het Verenigd Koninkrijk. De NHS kraakt vandaag echter ook in haar voegen door het ontbreken van enkele fundamentele elementen. Ten eerste: een gezondheidszorg waar men niet voldoende financiële middelen in pompt (onafhankelijk of het nu publiek of privé is) kan onmogelijk naar behoren draaien. Dit is een kwestie van politieke keuzes. Bijna 40 jaar neoliberalisme heeft duidelijke sporen nagelaten in de NHS.

    Een tweede maar niet minder belangrijk element is een diepgaande democratische controle op de gezondheidszorg vanuit de bevolking. Een verregaande partijpolitieke inmenging in de zin van cliëntelisme zoals we die kennen in sommige publieke ziekenhuizen, dient vermeden te worden. Ook werknemersorganisaties en patiënten- of consumentenverenigingen dienen nauw betrokken te worden in het systeem.

    Naar onze mening is dit niet mogelijk in het huidig kapitalistisch bestel dat zich vandaag de dag in een ware systeemcrisis bevindt. In alle sectoren van de maatschappij zien we gelijkaardige aanvallen. De strijd voor een andere, betere gezondheidszorg maakt integraal deel uit van de strijd voor een andere maatschappij.

  • Britse gezondheidszorg in diepe crisis, nationale betoging voor meer middelen gepland

    Foto: Paul Mattson

    Het afgelopen jaar was het slechtste in de geschiedenis van de nationale gezondheidsdienst NHS. Die dienst staat als nooit tevoren onder druk. Het ogenblik van crisis waarvoor velen waarschuwden, is er effectief. Volgens dokter Stokes Lamard, voorzitter van de koninklijke raad van huisartsen, staat de NHS op een ‘kantelpunt.’

    Artikel door Mike Forster, voorzitter van de campagne ‘Hands off HRI – Huddersfield Royal Infirmary’ en lid van de stuurgroep van ‘Health Campaigns Together’, uit weekblad ‘The Socialist’

    De spoeddiensten (A&Es) geven duidelijk aan dat de gezondheidszorg onder druk staat. De grootste spoeddiensten in het land hadden het nog nooit zo moeilijk, er zijn regelmatig ‘zwarte alarmen’ en soms werden patiënten zelfs gewoon terug naar huis gestuurd.

    Volgens de krant London Evening Standard blijven er elke week ongeveer 6.000 patiënten in een ambulance omdat er geen plaats is in het ziekenhuis. Er was een toename met 30% van het aantal patiënten dat uit de spoeddienst weg verwezen wordt omdat er geen bedden genoeg zijn.

    De ambulancediensten hebben het ook moeilijk: op een jaar tijd is het aantal oproepen met gemiddeld 1.000 per week toegenomen. De reactietijd van de ambulances is op een kritiek dieptepunt beland, een derde van de ambulances slaagt er niet in om snel genoeg bij patiënten met levensbedreigende klachten te geraken.

    Chronische onderfinanciering

    De spoeddiensten worden overstelpt met patiënten. Er dienen zich heel wat oudere mensen van 75+ aan. Velen van hen zouden door de sociale zorgsector moeten opgevolgd worden, maar die sector kreeg sinds 2009-2010 maar liefst 5 miljard pond besparingen te verwerken.

    De enorme besparingen in de gemeentelijke diensten maken dat veel patiënten het ziekenhuis niet kunnen verlaten omdat er geen plaats is in revalidatiecentra of omdat de thuiszorg is afgebouwd. Volgens de British Medical Association (BMA) bleven patiënten 200.000 dagen extra in ziekenhuisbedden die ze eigenlijk niet nodig hadden. Het gaat om een toename met 25% op een jaar tijd.

    In zijn herfstverklaring stelde minister van begroting Philip Hammond dat hij hard opkwam voor meer middelen, maar dat dit niet mogelijk was. De regering zei aan de gemeenteraden dat ze de gemeentetaksen met 2% mogen verhogen om de extra zorgvragen op te vangen. Maar dit zal de problemen niet oplossen. De BMA omschreef deze extra middelen als ‘onvoldoende.’

    Het aantal patiënten dat op de spoeddiensten meer dan vier uur moet wachten is toegenomen met 28%. Een patiënt overleed op een brancard aan een hartstilstand in het Royal Worcestershire Hospital nadat hij in het ziekenhuis 38 uur gewacht had op een bed. De lange wachttijden zorgen voor een toename van het risico op infecties in de ziekenhuizen, het aantal gevallen van het zeer besmettelijke novovirus staat op het hoogste punt in vijf jaar tijd.

    Ondanks plechtige beloften van de regering dat er in de gezondheidzorg geïnvesteerd wordt, ziet de realiteit op het terrein er helemaal anders uit. De middelen voor de NHS zijn er jaar na jaar op achteruitgegaan. Voor 2017 wordt een verhoging van de middelen met 1% voorzien, in reële termen blijft dat een besparing.

    Toch laat het ministerie van gezondheid uitschijnen dat er meer middelen zullen komen. Vaak worden dezelfde middelen steeds opnieuw aangekondigd, maar in de praktijk merken we er niets van.

    Een studie wees uit dat de afname van middelen bijzonder scherp is: “In de tien jaar voor 2020-21 zullen we wellicht de grootste daling van de gezondheidsuitgaven als aandeel van het BBP zien sinds 1951.”

    Het gebrek aan middelen treft de volledige zorgsector. De algemene zorg is goed voor 90% van de consultaties van de NHS maar krijgt slechts 8% van de middelen. Huisartsen vertrekken, nieuwkomers staan niet te springen om een algemene praktijk op te starten. Het chronische gebrek aan middelen heeft geleid tot het verdwijnen van meer dan 13.000 ziekenhuisbedden. De capaciteit van de NHS is met vijf miljoen consultaties per jaar afgenomen.

    De crisis in de gezondheidszorg heeft ook het parlement bereikt. Enkele verkozenen van de Tories braken de rangen en eisten een verklaring van de regering over de crisis. Dokter Sarah Wollaston, conservatieve voorzitter van de gezondheidscommissie in het Lagerhuis, eiste meer middelen voor de NHS. Ze waarschuwde premier Theresa May dat ze “erg bezorgd” is om de toekomst van de NHS. Maar toen het hoofd van de NHS in Engeland, Simon Stevens, haar op het einde van het jaar bezocht, kreeg hij enkel te horen dat hij beter kan zoeken naar enkele besparingsposten in de NHS.

    De Tories zullen het moeilijk hebben naarmate meer parlementsleden onder druk staan van lokale actiegroepen die zich verzetten tegen besparingen en het sluiten van ziekenhuizen en spoeddiensten.

    Private aasgieren

    De tekorten voor de gezondheidszorg lopen steeds verder op. De private sector ziet er een kans in om de NHS een genadeslag toe te brengen. In 2015 werd voor 13 miljard pond aan gezondheidszorg ingekocht bij gezondheidsdiensten die niet tot de NHS behoren. Dat was een toename met 76% sinds 2010. De private sector verklaart zelf dat ze 8-14% winst wil maken op gezondheidszorg. Kan de gemeenschap zich dit veroorloven?

    De wachtlijsten waren de afgelopen acht jaar nooit zo lang als vandaag. Vier miljoen patiënten staan op wachtlijsten. De behandeling laat zo lang op zich wachten omdat private patiënten die het zich kunnen veroorloven de rij overslaan. De inkomsten van de NHS uit private gezondheidszorg zijn vorig jaar met 30% toegenomen.

    In 2012 kwam er een nieuwe wet over de gezondheidszorg waarin de publieke zorg beperkt werd tot het delegeren van zorg. Het zette de deur open voor meer privatiseringen. In november 2016 raakte bekend dat de groep Virgin Care van Richard Branson een contract van 7 jaar ter waarde van 700 miljoen pond had binnengehaald in het noordoosten van Engeland. Het gaat om de grootste privatisering ooit in de NHS. Virgin Care zal instaan voor 200 sociale diensten en gezondheidsfaciliteiten. De groep haalde eerder in 2016 een contract van 126 miljoen pond binnen om ziekenhuizen in Kent te beheren.

    Gezondheidspersoneel

    De sfeer onder het personeel in de gezondheidssector staat op een dieptepunt. Verplegend personeel ging er sinds 2010 in reële termen met 2.000 pond per jaar op achteruit. Verplegers-in-opleiding zullen niet langer een beurs krijgen. En dat terwijl het aantal niet-ingevulde posten voor verplegers sinds 2010 met 600% toenam. Het aantal instappers in de opleiding verpleegkunde is dit jaar met 20% gedaald.

    Hetzelfde zien we bij jonge dokters waar de druk heel groot is na het opleggen van een nieuw contract waarin de lonen in reële termen afnamen.

    Betoging op 4 maart

    De NHS staat op een keerpunt. Als we niet opstaan om de strijd te voeren, dreigt de gezondheidszorg volledig onderuit te gaan. De strijd wordt echter gevoerd. Er zijn tal van actiegroepen in heel het land.

    De overkoepelende ‘Health Campaigns Together’ roept op tot een nationale betoging op 4 maart in Londen. De timing zit goed en er zouden wel eens duizenden aanwezigen kunnen zijn. De vakbonden Unite, PCS, Napo en BFAWU roepen samen met de jonge dokters op om de betoging te steunen. Ook het National Shop Stewards Network, People’s Assembly, Momentum en de National Pensioners Convention steunen de betoging.

    Schandalig genoeg is er geen steun van de leiding van Unison, de grootste vakbond in de zorgsector. We moeten de druk opvoeren zodat er een koerswijziging komt. Enkele regionale afdelingen van Unison, in het Noord-Westen en het Zuid-Oosten van het land, kondigden al hun steun aan.

    De betoging kan een opstap zijn naar gecoördineerde actie van lokale gemeenschappen, vakbonden en politieke militanten. Samen eisen we meer middelen voor de gezondheidszorg. De conservatieven zijn sterk verdeeld rond de Brexit, een massale campagne voor meer middelen voor de gezondheidszorg kan de verzwakte Tories verder onder druk zetten.

    De Socialist Party speelt een actieve rol in de mobilisatie naar de betoging en verdedigt een strijdbaar programma voor de gezondheidszorg:

    • Voor een massale betoging op 4 maart
    • Meer middelen voor een volledig publieke gezondheidsdienst
    • Neen aan besparingen en privatiseringen
    • Voor gecoördineerde vakbondsacties in de zorgsector en voor degelijke lonen en arbeidsvoorwaarden
    • Nationaliseer de grote bedrijven in de zorgsector
  • Jonge verpleegster en (al) woedend. Witte woede in opbouw

    celineVorige donderdag was er een massale betoging van de zorgsector. De 902 miljoen besparingen op gezondheidszorg komen bovenop alle eerdere maatregelen die het personeel en de gebruikers van de sector treffen. We spraken met een jonge verpleegster die uitlegt waarom het protest belangrijk is.

    Dag Céline, kan je jezelf even voorstellen?

    “Deze zomer ben ik afgestudeerd als verpleegster. Ik vond meteen een job in een ziekenhuis, in de geriatrie. Dat is de dienst waar momenteel het meeste personeel gezocht wordt. Het is een dienst die redelijk zwaar is en waar je met allerlei medische problemen geconfronteerd wordt. Ik doe nog geen nachten, maar heb wel een wisselend uurrooster. Ik verdien ongeveer 1.600 euro als ik de maaltijdcheques meetel.”

    Waarom koos je voor deze job?

    “Omdat ik graag voor mensen zorg. Het is een job met heel veel menselijke contacten waarbij er een specifieke relatie is met de patiënten in een klimaat van vertrouwen. Dat geeft veel waardering, bijvoorbeeld als patiënten ons bedanken, wat vaak gebeurt.”

    Kan je je arbeidsvoorwaarden omschrijven?

    “Zoals bij alle andere jobs is een onregelmatig uurrooster uitputtend. We hebben een werkritme dat heel hoog ligt. Op de dienst is er een personeelstekort, soms sta ik er alleen voor om 12 patiënten op te vangen. Er is geen tijd voor een echte opleiding door meer ervaren verpleegkundigen. We moeten niet alleen de patiënten opvangen, er zijn ook de familieleden die vragen hebben of bezorgd zijn. Een verpleegster moet tegelijk ook psychologe zijn en vooral veel geduld hebben. We worden op elk moment overbevraagd en we moeten steeds met onverwachte situaties omgaan.

    “Bovenop de zware werkdruk komen ook nog eens overuren. Die zouden we officieel kunnen inhalen en uitbetaald krijgen, maar dat gebeurt niet in de praktijk. Er is vaak ook nog een deel van de middagpauze die we ‘vrijwillig’ laten vallen om het werk rond te krijgen of om het de verpleegkundigen van de volgende pauze wat makkelijker te maken. Onder de collega’s zie je zaken als burn-out, crisissen en vaak een groot schuldgevoel.

    “Als een collega ziek is, kunnen er volgens de directie zonder problemen studenten als vervangers ingezet worden. Die moeten gratis werken en ze zijn uiteraard niet even efficiënt als personeel met een volledige opleiding en ervaring.”

    Waarom betoogde je op 24 november mee?

    “Dit is mijn eerste job. De arbeidsvoorwaarden zijn moeilijk en het wordt erger. Bij ons wordt er net als elders geprofiteerd van het personeel waardoor we constant op de tippen van onze tenen moeten lopen. De regering bespaart in gezondheidszorg terwijl het omgekeerde nodig is: massale investeringen in meer collega’s en meer infrastructuur.

    “Rechts zegt ons dat de besparingen nodig zijn omdat er geen geld is. Die mensen hebben duidelijk nooit bij ons gewerkt. Het renoveren van gebouwen betekent dat de poorten geschilderd worden, maar voor airco is er geen geld. In de zomer is het een hel voor personeel en patiënten om temperaturen van 30 graden en meer te ondergaan in de kamers.

    “De liberalen zeggen ons dat iedereen moet besparen. Nochtans zijn er wel degelijk middelen. Deze kunnen gezocht worden bij de grote vermogens of door niet langer fiscale cadeaus aan de grote bedrijven uit te delen in plaats van de BTW te verhogen en te snijden in de openbare diensten. De keuzes bij het opmaken van een begroting zijn politiek.

    “Het is niet gemakkelijk om ons in de sector te organiseren, de zorg voor de patiënten is immers belangrijk. We kunnen niet allemaal samen in staking gaan. Dat is een zwakte om een krachtsverhouding uit te bouwen. Maar er is een grote solidariteit onder de collega’s en een enorme woede.

    “In de zorgsector moet een staking goed op voorhand georganiseerd worden en blijft een deel van de collega’s aan de slag. Maar ook die collega’s steunen het protest en dragen bijvoorbeeld een badge of laten een petitie circuleren. Er zijn ook kleine acties in het ziekenhuis zelf.”

    Je hebt het actieplan van 2014 meegemaakt als student. Dit is je eerste beweging als werkende. Hoe zie je de acties verdergaan?

    “Tijdens een discussie zei een collega me dat het minder erg is om in zorg te besparen dan in onderwijs. We mogen de keuze daar niet tot beperken. Er zijn middelen, we moeten die aanspreken. De betoging van 24 november was belangrijk, maar het volstaat niet om de besparingen te stoppen. De acties moeten dus doorgaan. De betoging toonde onze woede en vestigde de aandacht op het onverantwoorde beleid.

    “Dit kan de aanzet zijn tot een nieuw actieplan zoals dat van 2014. De voorbije maanden waren er acties van spoorpersoneel, cipiers, personeel van Caterpillar, … Die hebben allemaal alleen gestreden, maar alleen zullen we het niet halen. We moeten het ongenoegen van de verschillende sectoren samenbrengen. Deze regering zal immers niet toegeven, ze moet weg.

    “Ik denk niet dat een regering van andere traditionele partijen een fundamenteel ander beleid zou voeren. We zien overal privatiseringen en besparingen, terwijl er net iets totaal anders nodig is: de nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie onder democratische controle van het personeel en de gebruikers. De economie moet ten dienste staan van de bevolking en de maatschappelijke noden, niet van  de winsten van een minderheid.”

  • 7 redenen om op 24 november te betogen

    24-november-2016-tertioEr zijn héél véél redenen om op 24 november onze stem te laten horen! We snijden hier 7 thema’s aan (niet toevallig een bijbels getal) die een idee geven van “de komende neoliberale armageddon in de zorg” indien we Maggie en de regering hun gang laten gaan.

    Artikel overgenomen vanop polsslagnonprofit.blogspot.be

    1. Voor een nieuw sociaal akkoord!

    Het zijn niet enkel de brutale besparingen met o.a. de aanval op de ADV-dagen maar er is ook een eisenbundel om tot een nieuw sociaal akkoord te komen in de sector (zowel voor de federale als de Vlaamse sectoren) Het laatste sociaal meerjarenakkoord van betekenis  voor de federale sectoren (ziekenhuizen  en co) was dat van 2005-2010. Het jaar 2005 was dan ook de laatste keer dat de witte woede massaal en intensief van zich liet horen. Het eindigde in een actie- en stakingsbeweging “tot de finish.” Na dit akkoord werden we systematisch afgescheept met mini-akkoordjes met dito inhoud.

    De Vlaamse sectoren (gezinszorg, opvoedingsinstellingen, de beschutte en sociale werkplaatsen, …) wisten echter nog een VIA 4  (vierde Vlaams Intersectoraal Akkoord) uit de brand te slepen voor 2011-1015, wat een belangrijke vooruitgang voor de zeer diverse sector betekende.

    Voor de eisenbundels verwijzen we graag naar de websites van de vakbonden in de verschillende sectoren van de social profit.

    1. De lage lonen in de zorgsector

    Sinds 2002 (!) wordt er gewerkt aan een nieuwe functieclassificatie (IF-IC) én theoretisch loonmodel. Hieruit blijkt een duidelijke loonhandicap in vergelijking met andere sectoren. Een volledige uitvoering van het theoretisch loonmodel zou een meerkost betekenen van meer dan 900 miljoen (!) euro. Om het systeem een ernstige start te geven zou een eerste schijf van 100 miljoen euro nodig zijn. Minister De Block heeft slechts 50 miljoen hiervoor opzijgezet voor 2017. Dit is té weinig om onmiddellijk voor iedereen tot een merkbare verbetering te komen. De premies voor de bijzondere beroepstitels en bekwaamheden zouden geïntegreerd worden in het loon (wat gunstiger is voor o.a. de berekening van het pensioen) Maar voor alle duidelijkheid: we hebben het hier over de federale sectoren. Onze laatste baremieke loonsverhoging (+1%) dateert van … 2001!

    1. Té weinig personeel !!!

    De personeelsnormen moeten dringend omhoog (zeker in de woonzorgcentra) want de werkdruk is niet langer houdbaar, zeker als er collega’s ziek vallen. Het systeem van mobiele equipes is een goede maatregel maar in de praktijk pakt het soms anders uit. De mobiele equipes worden in heel wat instellingen ingezet om langdurige afwezigheden op te vangen, wat problematisch is bij onverwachte afwezigheden bij ziekte natuurlijk want dan is de mobiele equipe al grotendeels ergens anders ingepland … Dat de mobiele equipes te kort schieten wordt ook bewezen door de ruime inzet van interims (in diverse vormen) en aparte ‘dagcontracten.’ De enige duurzame oplossing is een betekenisvolle verhoging van de personeelsnormen aangezien deze achterhaald en allesbehalve aangepast zijn aan de toegenomen zorgzwaarte.

    Te weinig personeel hangt ook samen met de voortschrijdende commercialisering in de zorgsector.

    De onstilbare winsthonger van de zorgmultinationals (commerciële woonzorgcentra) geeft aanleiding tot mensonwaardige toestanden, zowel voor de bewoners als het personeel. Om de winsten voor de aandeelhouders te maximaliseren moeten immers de middelen en het personeel tot een absoluut minimum beperkt worden.

    1. De toekomstige hervorming (lees: het decimeren) van het ziekenhuislandschap

    Een andere reden om op straat te komen, zijn de diepgaande hervormingen in de gezondheidszorg die nu en de komende jaren op de rails zullen gezet worden. Onder druk van de besparingen zullen die hervormingen versneld uitgevoerd worden. Dat laat alvast het ergste vermoeden.

    Eén ervan is de verplichte netwerking: de 91 apart werkende ziekenhuizen in ons land zullen zich in maximum 25 netwerken moeten verdelen. Dit zal onvermijdelijk tot sluiting van bedden (4000 volgens De Standaard 12/11/2016) en dus jobverlies leiden, zowel bij de ondersteunende diensten (via outsourcing en het opzetten van gezamenlijke logistieke platformen) als de zorgdiensten. Voor de zorgdiensten zullen waarschijnlijk materniteit en pediatrie het eerst in het vizier komen. Ziekenhuizen zullen onderling moeten overeenkomen wie welke specialiteit gaat aanbieden. Anderzijds wil men zo veel mogelijk zorg (inclusief chemotherapie) via de thuisverpleging organiseren om patiënten zo veel mogelijk uit het ziekenhuis te weren. Wat natuurlijk nog eens een afbouw van het personeelsbestand in de ziekenhuizen betekent. Heel wat “proefprojecten” lopen al. Na een positieve evaluatie zullen zij zeer snel ingevoerd worden.

    DRG-financiering

    En dan hebben we het nog niet gehad over de toekomstige ziekenhuisfinanciering waarbij men zich hoofdzakelijk wil baseren op DRG’s (diagnostisch gerelateerde groepen) In mensentaal: voor elke patiënt die beantwoordt aan een welomschreven diagnostische groep zal er een vast enveloppe komen, onafhankelijk van “hoeveel keer hij onder de machines wordt gelegd.” Misschien in eerste instantie een goed idee ter bestrijding van de beruchte overconsumptie maar het houdt heel wat gevaren in. Ziekenhuizen zouden kunnen geneigd zijn om enkel te specialiseren in de DRG’s die financieel het interessantst zijn. Voor wie gaat dan “de overschot” zijn? Wat gaat men doen met de prestaties van de artsen? De verschillende bedragen voor de DRG’s zullen doorgaans naar beneden toe ingeschat worden (’t is crisis!) wat de ziekenhuizen terug zal dwingen te besparen en zo komen we in een vicieuze cirkel die in deze tekst verschillende keren aan bod komt.

    Een pittig detail: in Duitsland werd na een proefperiode in 2004 de DRG-financiering in de ziekenhuizen definitief ingevoerd. Zwitserland volgde in 2012. VOORAF schafte men echter de personeelsnormen af. De gevolgen waren catastrofaal voor de werkgelegenheid én deed de werkdruk in de sector enorm stijgen. Dit is niet toevallig aangezien de grootste kost van een ziekenhuis het personeel is. Ziekenhuizen splitsten dan ook hun ondersteunende diensten (onderhoud, keuken, logistiek, …) systematisch af om fors te besparen. Volgens de vakbond Ver.di zijn er momenteel 162.000 werknemers (voornamelijk verpleegkundigen) te weinig in de Duitse ziekenhuizen.

    1. Papierwerk neemt hand over hand toe

    De administratieve rompslomp neemt jaar na jaar toe (door bijvoorbeeld accreditering en allerhande kwaliteitsnormen die moeten gehaald worden) Dit verhoogt de reeds zware werkdruk en vermindert de tijd dat men effectief kan bezig zijn met de patiënten.

    1. Wat met de toekomst van de zorgberoepen?

    Het ziet er eveneens naar uit dat men via de vernieuwing van KB 78 (nu “WUG” geheten: de gecoördineerde Wet betreffende de Uitoefening van de Gezondheidszorgberoepen) de zorgberoepen wil overhoop gooien door verschuiving van taken en verantwoordelijkheden en de mogelijke introductie van een nieuwe intermediaire functie, de “health care assistant.” Dit zijn allemaal “concepten” waar nog geen definitieve beslissing over gevallen is.

    1. Regionalisering maakt een “complexe soep” van de zorgsector

    We zitten nu in een overgangsperiode  waarbij bepaalde federale sectoren overgaan naar de deelstaten (bijvoorbeeld de woonzorgcentra, de specialistische ziekenhuizen) Echter heel wat bevoegdheden zijn en blijven gemengd: kwestie van de zaken gemakkelijk en efficiënt te maken … NOT!

    Wat o.a. de loonvorming en de opleidingen betreft, is de regionalisering géén goed idee. De opleidingen voor verpleegkunde aan beide kanten van de taalgrens verschillen ernstig . Dan hebben we het vooral over de “oude A2”: in Vlaanderen HBO 5 op 3 jaar (gegradueerden op niveau 5) en aan de andere kant van de taalgrens gebrevetteerden op niveau 4 op … 3,5 jaar! En wat met de lonen in de bejaardenzorg  als zij niet langer onder federale bevoegdheid vallen? Zullen zij meestappen in het IF-IC verhaal of niet?

    Een ander verhaal is “artikel 107”: de mobiele teams in de psychiatrie. Zij vallen onder Vlaamse bevoegdheid maar doorgaans is het personeel afkomstig van een psychiatrisch ziekenhuis dat afhangt van federaal. Het loonbeleid is hier allesbehalve eenduidig. De afbouw van ziekenhuisbedden in de psychiatrie dat gepaard gaat met artikel 107, zorgt ervoor dat meer en meer psychiatrische patiënten op straat komen te staan en uiteindelijk in de daklozenopvang terechtkomen. En zo zijn er wel nog voorbeelden te geven van de toegenomen complexiteit én hun negatieve gevolgen. Efficiëntie is toch wel wat anders?

    8. Vul zelf maar verder aan …

  • Gezondheidszorg: het eeuwige kind van de rekening?

    24 november: nationale staking en betoging.

    handen-af-van-onze-adv-dagenBij het aantreden van deze regering werd er voor 2,6 miljard euro aan besparingen in de gezondheidszorg aangekondigd tegen eind 2016. Dit zette meteen de toon … Begin september stelde het ministerie nog dat tegen het eind van de legislatuur dit bedrag zou oplopen tot 3,6 miljard euro. De snelheid en brutaliteit waarmee er echter gehakt wordt, doet ons vermoeden dat dit laatste bedrag achteraf bekeken eerder een onderschatting zal blijken. Het voorlopige eindcijfer wordt nu rond de 3,84 miljard euro geschat. Voor 2017 betekent dit concreet een besparing van 902 miljoen euro. Eén derde van de totale besparingen gebeurt dus op de kap van de sociale zekerheid.

    door een delegee uit een ziekenhuis

    De gezondheidszorg is een belangrijke sector in de economie wat dus ook wil zeggen dat daar veel geld te rapen valt. “De gezondheidsuitgaven vertegenwoordigen vandaag iets meer dan 10% van het bruto binnenlands product (bbp). Daarvan wordt 2% gefinancierd door de mensen zelf, en 8% door de gemeenschap. Op het vlak van uitgaven is het ook een van de belangrijkste sectoren van onze sociale zekerheid, want vandaag gaat bijna 40% van onze sociale uitgaven ernaartoe. Deze sector groeit continu, maar hij groeit vooral sneller dan het bbp. Daarom neemt het aandeel totale gezondheidsuitgaven in het bbp voortdurend toe.” (CM-Informatie 263 , maart 2016)

    Maggie De Block probeert zich op te werpen als dé verdediger van de gezondheidszorg maar in realiteit is zij verantwoordelijk voor een explosieve mix in de nabije toekomst. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat Mega Maggie zich continu tegenspreekt. De sneltrein van enerzijds grote besparingen en anderzijds diepgaande hervormingen van de zorgsector zal eerder vroeg dan laat ernstig ontsporen.

    Wat die fundamentele hervormingen betreft, kunnen we kort zijn. Hoe meer teksten vrijgegeven worden uit de hoek van de FOD Volksgezondheid, hoe meer er een blauwdruk (letterlijk en figuurlijk) naar boven komt drijven die de marsrichting aangeeft: van een collectieve, Europese, non-profit gezondheidszorg naar een hyper-individualistisch, Amerikaans, for-profit systeem.

    We kennen allemaal de liberale mantra van ontvetting van de staat maar wat betreft gezondheidszorg zit de regering al in het spierweefsel te snijden. De liberale logica veronderstelt dat indien men tot op het bot gaat, de gemeenschap de zorg niet langer kan garanderen en dus de commerciële sector als redder des vaderlands wordt onthaald.

    Volgens De Block zou de patiënt er niets van voelen: klinkklare onzin!

    Hier alvast een beperkt lijstje … De uitkeringen voor ziekte, arbeidsongevallen of invaliditeit ondergingen een indexsprong (net zoals de lonen). Daartegenover wordt de zorg echter steeds duurder. Het remgeld voor een bezoek aan de specialist wordt verhoogd tot 12 euro. Ook de bijdrage van mensen die in aanmerking komen voor een speciale regeling wegens een te klein inkomen wordt verhoogd naar 3 euro.

    Een aantal geneesmiddelen, waaronder antibiotica en de beruchte maagzuurremmers, worden duurder voor de patiënt en een aantal zullen zelfs niet langer worden terugbetaald waaronder neussprays met corticoïden. Concreet zou de geneesmiddelenfactuur voor de patiënt met 9% stijgen. De patiënt financieel bestraffen voor de overconsumptie van antibiotica en maagzuurremmers raakt kant noch wal aangezien het de arts is die deze voorschrijft. Volgens de algemeen secretaris van de socialistische mutualiteiten: “In totaal laat de regering de patiënten 62 tot 94 miljoen euro meer uit eigen zak betalen. Maar dit bedrag kan fors oplopen. Het is zeer onzeker of zorgverstrekkers tariefakkoorden willen afsluiten. Het risico is reëel dat ze hun verlies aan inkomsten afschuiven op de patiënt in de vorm van supplementen” (persbericht 17 oktober 2016). Concreet gaat het hier over 300 miljoen euro!

    Verder gaat de maximumfactuur de hoogte in. De regering besliste ook om 7 miljoen euro te besparen op de wijkgezondheidscentra en hun aantal te bevriezen. Dit terwijl deze centra gratis en laagdrempelige zorg bieden voor de meest kwetsbare groepen.

    Wat met de werknemers in de zorg?

    In heel wat instellingen zit het personeel nu al op zijn tandvlees: de minimumbezetting is eerder de regel dan de uitzondering met alle gevolgen van dien voor de dienstverlening en dus de patiënten. De vergrijzing slaat ook toe bij het personeel. De ziekenhuizen moeten volgend jaar 92 miljoen euro besparen, dit terwijl één op de drie ziekenhuizen reeds in de rode cijfers zit. Op wie gaat men dit afwentelen, denk je? Bij de besparingen hoort ook het versneld doorvoeren van de hervormingen in de ziekenhuissector; lees: jobverlies en afbouw bedden.

    Ondertussen is het al sinds 2005 geleden dat er nog een betekenisvol meerjarig sociaal akkoord werd afgesloten in de federale sectoren. Sinds 2011 moeten we het stellen met kruimels die van tafel vallen via mini-akkoordjes terwijl de nood aan extra en gemotiveerd personeel hand over hand toeneemt.

    Eind september kreeg het gemeenschappelijk vakbondsfront op het kabinet van De Block maar één duidelijk antwoord op de eisenbundel van de sector: het is nu een tijd van besparingen! Na de begrotingsopmaak in oktober lekte uit dat de regering wil snijden in het vlaggenschip van de witte woede: de rimpeldagen of ADV-dagen. Er bestaan verschillende formules maar de bekendste kent de werknemer per schijf van 5 jaar een extra dag arbeidsduurvermindering per maand toe op 45, 50 (2 dagen per maand) en 55 (3 dagen per maand). Voor de invoering van deze maatregel zagen de werknemers af van loonopslag in een sector waar de lonen sowieso al niet riant zijn. De nationale actiedag (betoging en staking) van de gehele sociale sector op 24 november komt dan ook niet uit de lucht vallen.

    Naar een nieuwe witte woede? (Foto: PPICS)
    Naar een nieuwe witte woede? (Foto: PPICS)
  • Opleiding HBO 5 Verpleegkunde BLIJFT bestaan ondanks de tunnelvisie van de beroepsorganisaties

    HBO 5 blijft bestaan

    Standpunt van BBTK St Maria

    De Algemene Unie van Verpleegkundigen van België (AUVB) stuurde op 8 januari een open brief aan minister Maggie De Block betreffende de hervorming van de verpleegkundige opleidingen. De inhoud en de toon van deze brief  liet de wenkbrauwen danig fronsen bij vakbondsvertegenwoordigers onder de verpleegkundigen. Een korte reactie.

    De AUVB is de koepel van Belgische beroepsorganisaties van verpleegkundigen en stelt in het begin van de brief te spreken in naam van de 140.000 verpleegkundigen  die actief zijn in ons land. Laat ons toe deze boude uitspraak met een korreltje zout te nemen. De vakbonden vertegenwoordigen naast de andere beroepen in de zorgsector ook de verpleegkundigen maar in de praktijk durven de beroepsorganisaties dit ‘detail’ wel eens te vergeten …
    Wij betwijfelen ten zeerste dat de visie van de AUVB op veel gejuich wordt onthaald bij de HBO5 verpleegkundigen (de vroegere A2) aangezien men deze collega’s niet langer de titel van verpleegkundige wil gunnen en men het bestaan van 2 opleidingen (bachelor en HBO 5) zelfs omschrijft als een anomalie: “[…] een opleidingssysteem dat tijdelijk diende te zijn, maar intussen al een halve eeuw bestaat.”Met allerhande internationale studies in de hand (die de link leggen tussen opleiding en de kwaliteit van de zorg) wordt de schijn gewekt dat de HBO 5 opleiding niet adequaat zou zijn. Dit vinden de vakbonden een brug te ver. Het gemeenschappelijk vakbondsfront van zowel het onderwijs als de zorgsector stelde verleden jaar dan ook 2 dossiers (*) samen om het nut van de HBO 5 te bepleiten bij de bevoegde ministers (*zowel Vlaams als federaal) In de open brief pleit de AUVB echter voor: “de invoering van één verpleegkundige titel voor de bacheloropleiding tot verpleegkundige die beantwoordt aan de Europese eisen (niveau 6 EQF),” en “invoering van één titel als gekwalificeerd intermediair die beantwoordt aan de Europese criteria van een hogere brevetopleiding (niveau 5 EQF)”
    Wij vinden het een beetje ongepast dat de AUVB deze (oeroude) discussie blijft voeden terwijl zowel op Vlaams als federaal vlak in de praktijk de nodige beslissingen al genomen zijn. Er heerst op de werkvloer sowieso al de nodige nervositeit over de vele hervormingen die de zorgsector de komende jaren te wachten staat. Deze onzekerheid versterken door ‘oude koeien’ blijven op te rakelen, vinden we allesbehalve netjes.
    Het gemeenschappelijk vakbondsfront langs Nederlandstalige kant heeft  afgelopen jaar, zowel voor als achter de coulissen, sterk gestreden voor het behoud van beide opleidingen en is verheugd dat de bevoegde ministers ons hierin volgen..
    De situatie langs Franstalige kant is minder klaar aangezien hier de tweede opleiding gebrevetteerden aflevert (Europees niveau 4) in plaats van de gegradueerden (Europees niveau 5; vandaar “HBO 5”) langs Nederlandstalige kant.
    De komende jaren is er nood aan extra verpleegkundigen, al is het maar om de collega’s die op pensioen gaan, te vervangen. Er is immers niet enkel de vergrijzing van de bevolking maar ook de leeftijdspiramide van de actieve verpleegkundigen geeft een zeer grijs beeld. Vandaag wordt44% van de nieuwe verpleegkundigen in Vlaanderen opgeleid langs het HBO 5 filiaal. De instroom tot het beroep beperken door slechts 1 titel te behouden, de bachelor, is in de concrete context ronduit onverantwoord. De concrete noden in bijvoorbeeld de bejaardenzorg zijn niet te onderschatten. Nu komen er in België jaarlijks zo’n 2.000 bedden bij. Dat zouden er 3.500 per jaar moeten worden. Na 2024 loopt de vraag naar extra bedden zelfs op tot 6.000 à 7.000 per jaar… De personeelsbestaffing in de rusthuizen is nu al schrijnend!
    Zoals eerder vermeld, verdedigen de vakbonden de belangen van de verschillende beroepen in de zorgsector en is een efficiënte en harmonieuze samenwerking tussen deze een belangrijke voorwaarde voor een kwalitatief hoogstaande zorg. De drang tot persoonlijk prestige van sommige bestuursleden van beroepsorganisaties is hierbij ongepast, zeker als men hiervoor bereid is een groot deel van de verpleegkundigen een mes in de rug te planten en te kwalificeren als “niet goed genoeg.” Beide opleidingen hebben elk hun plaats in de zorg en dat bewijzen de vele duizenden dag na dag, 24 uur op 24. Zij verdienen respect hiervoor en géén denigrerende opmerkingen, zeker niet van diegenen die beweren hen te vertegenwoordigen!

  • Schoonmakers Brugmann ziekenhuis slaan de alarmbel

    brugmann01

    Op dinsdag 8 december betoogden tientallen schoonmakers van het Brusselse ziekenhuis Brugmann op de site van het ziekenhuis om meer collega’s te eisen zodat ze in degelijke omstandigheden kunnen werken. Er was een strijdbare sfeer en de steun van andere personeelsgroepen was erg groot. Socialisme.be was op de actie en sprak er met een delegee.

    Interview en foto’s door een correspondent

    Van waar komt het ongenoegen?

    “Het is nu al meer dan twee jaar dat het personeel aan de syndicale delegatie vraagt om iets te ondernemen rond de problemen waarmee het schoonmaakpersoneel geconfronteerd wordt.

    “De arbeidsvoorwaarden zijn onhoudbaar geworden. De werkdruk blijft maar toenemen. Er wordt altijd maar meer gevraagd van het personeel en dit met minder middelen en op minder tijd. Het wordt onleefbaar. De schoon te maken oppervlakte is groter geworden, maar het aantal personeelsleden stijgt niet mee. Dat heeft veel gevolgen: burn-out, druk van bovenaf, …

    “Er werden verschillende personeelsvergaderingen gehouden om onder de collega’s de situatie te kunnen bespreken, maar ook om een eisenbundel op te stellen. Al die tijd probeerde de syndicale delegatie ook om de directie te verwittigen. Tevergeefs.”

    Waarom werd dan nu in actie gegaan?

    brugmann02“Het personeel is natuurlijk kwaad door de situatie en de stilte van de directie. Er werd in de delegatie beslist om eerst zoveel mogelijk steun op te bouwen voor een collectieve actie en om de tijd te nemen waarin we de houding van de directie ontmaskeren terwijl we tegelijk de rest van het personeel bewust maken rond de noodzaak om een krachtsverhouding op te bouwen.

    “Na een jaar van steriele discussie wilden de arbeiders verder gaan en een ultimatum aan de directie stellen om bijkomend personeel aan te werven als enige oplossing voor de te hoge werkdruk.

    “De directie werd op de hoogte gebracht dat er acties zouden volgen en nam een hypocriete houding in. Er werd enerzijds erkend dat er sprake is van een te hoge werkdruk, maar anderzijds probeerde de directie ons te overtuigen dat er geen middelen zijn om daar iets aan te doen. De laatste discussie vond enkele uren voor de eerste werkonderbreking plaats en liet het personeel geen andere optie over dan collectieve actie.”

    Hoe verliep die eerste werkonderbreking?

    “Het was een succes, meer dan 30 schoonmakers namen actief deel aan de actie. Er werd van de gelegenheid gebruik gemaakt om een nieuwe personeelsvergadering te houden waar we beslisten om nog werkonderbrekingen te houden tot onze eisen gehoord worden.

    “Een week later waren er nog meer aanwezigen op de werkonderbreking en werd op een personeelsvergadering beslist om op de site van het ziekenhuis te betogen zodat we met personeel van alle diensten konden spreken.

    “Dat was erg enthousiasmerend. We werden meestal erg goed ontvangen en kregen veel solidariteit. Veel collega’s in het ziekenhuis herkenden zich in de opmerkingen over de onhoudbare werkdruk.”

    Hoe zal het nu verder gaan?

    brugmann03“Er is een vastberadenheid om de acties verder te zetten. We mogen niet toegeven, want het gaat over onze gezondheid op de werkvloer en de gezondheid van patiënten in het algemeen.

    “We zitten in een confrontatie met de directie en het is belangrijk dat we winnen. De schoonmakers zijn zich daar bewust van. De directie zal ons onder druk zetten en proberen om de situatie zo lang mogelijk te rekken.

    “Er is complete radiostilte van de directie aangezien deze hoopt dat het protest wel vanzelf zal uitdoven. Als de directie toegevingen doet aan de schoonmakers, zou dit immers vertrouwen kunnen geven aan andere beroepsgroepen in het ziekenhuis. Het maakt dat onze strijd wel eens van lange duur kan zijn.

    “Wij moeten ervoor zorgen dat de dynamiek behouden blijft, dat we de tijd gebruiken om discussies te voeren, acties goed voor te bereiden en er alles aan te doen om ervoor te zorgen dat de schoonmakers zelf hun strijd in handen nemen. Solidariteit met andere diensten zal eveneens van cruciaal belang zijn. We blijven informeren, discussiëren en spreken met andere personeelsgroepen die we overtuigen van het feit dat we allemaal samen moeten strijden.

    “Het is immers zeker dat de opgelegde besparingen in de gezondheidszorg de situatie erger zullen maken. We mogen niet aanvaarden dat we de tekorten proberen te beheersen ten koste van de patiënten en de arbeidsvoorwaarden van het personeel. De directie moet haar verantwoordelijkheid nemen en zolang dit niet gebeurt, zullen wij de druk blijven opvoeren zodat we ons werk in aanvaardbare omstandigheden kunnen uitoefenen.

    “Alleszins zijn de acties nu een enorme ervaring voor al wie erbij betrokken is. Alle collega’s leren veel en worden bewust van hun kracht als georganiseerde groep die in verzet gaat. Op termijn zal het volledige ziekenhuispersoneel zich moeten mobiliseren. De problemen waar de schoonmakers vandaag mee geconfronteerd worden, zijn slechts het tipje van de ijsberg. De tekorten stapelen zich op alle niveaus op.

    “De strijd van de schoonmakers is een voorbeeld voor al wie met tekorten wordt geconfronteerd. Dus eigenlijk voor al wie in de openbare sector werkt, maar ook wie in de private sector werkt.”

  • Moeten studenten verpleegkunde straks een jaar gratis werken?

    Vanaf 2016 zal een nationale hervorming van de studies verpleegkunde van start gaan. Het officiële doel van de hervorming is om de studies aan de Europese normen aan te passen. De concrete maatregelen zijn alvast niet in het belang van de studenten, docenten en patiënten.

    Artikel door Céline, studente verpleegkunde uit Namen

    Er bestaan in ons land twee vormen van opleiding voor verpleegkundigen. Er is de opleiding aan de hogeschool met de mogelijkheid van een bijkomend specialisatiejaar. Daarnaast is er de mogelijkheid van een vierde graad in het secundair beroepsonderwijs. Die opleiding kent vooral veel stages, maar geen mogelijkheid van specialisatie. Na drie jaar studie krijgen studenten uit beide opleidingsvormen een diploma van “algemeen verpleegkundige”. Maar een bachelor verdient bruto wel 200 euro meer dan wie de opleiding in de vierde graad volgde. Het is dan ook interessant om goedkopere verpleegkundigen aan te werven en hen vervolgens hetzelfde werk te laten doen.

    De geplande hervorming zou nu de hogeschoolstudie met een jaar uitbreiden, vier jaar om een “algemeen verpleegkundige” te worden en daarna mogelijk nog een specialisatiejaar. Vervolgens zou de mogelijkheid van een opleiding via de vierde graad in het secundair onderwijs geschrapt worden. Ook de opleiding van verzorgenden zou aangepast worden en een jaar langer duren.

    Voor studenten is dit problematisch omdat ze langer moeten studeren, vooral om extra stages en dus gratis arbeid te verrichten. Het personeel dat nu verpleegkundigen in de vierde graad van het secundair onderwijs opleidt, zou herschoold worden om in de hogescholen les te geven. Mogelijk zou een deel van het personeel afvloeien.

    De langere duur van de opleiding zou gebeuren in een context van besparingen op het onderwijs. Voor het Franstalig onderwijs gaat het om een besparing van 320 miljoen euro voor 2016. In een besparingscontext raakt elke hervorming de studenten, het personeel en de volledige sector. We mogen ons niet laten verdelen, maar moeten samen opkomen voor meer publieke middelen en een opleiding gericht op een optimale dienstverlening aan patiënten.

    [divider]

    Aanvulling door een syndicalist uit de Nederlandstalige zorgsector

    Bovenstaand artikel werd geschreven vanuit Franstalig perspectief door een studente verpleegkunde uit Namen: in Vlaanderen zijn de plannen echter al pakken concreter. Er bestond sowieso al een verschil tussen de verpleegkundige opleidingen in Vlaanderen en Wallonië-Brussel; het onderwijs is immers geregionaliseerd. De “vroegere A2” is Europees niveau 4 in Franstalig België en in Vlaanderen niveau 5; vandaar de naam “HBO 5.”

    Volgens de Europese richtlijn daaromtrent mag men in de toekomst het verpleegkundig beroep pas uitoefenen in Europa vanaf niveau 5. In Vlaanderen gaat men voor het behoud van de HBO 5 (vroegere A2) en een verlenging van de bacheloropleiding (vroegere A1) van 3 naar 4 jaar. Dat vierde jaar zou voor het overgrote deel ingevuld worden door “contractstages” in de instellingen. Het is dus een nieuw statuut dat in het leven geroepen wordt aangezien het noch een zuivere stage is, noch een zuiver contract. Toekomstige verpleegkundigen in dit statuut dreigen tussen twee stoelen te vallen en zouden ook wel eens in concurrentie kunnen gesteld worden met reguliere tewerkstelling.

    In het persbericht van minister Crevits ging men de piste van een vergoeding voor die contractstages verder bestuderen. Even fijntjes aan toevoegen dat studenten verpleegkunde in hun vierde jaar sowieso een erkenning als zorgkundige op zak zullen hebben. Als we enige vakbondslogica in het achterhoofd houden, zou die vergoeding dus gelijk aan het loon van een zorgkundige moeten zijn … ALS ze niet méér verantwoordelijkheden krijgen toegeschoven dan een zorgkundige maar wat dat betreft, is het koffiedik kijken … Maar we kunnen ons al levendig voorstellen dat de theorie en de praktijk van “de contractstage” op het terrein wel eens zeer ver uit elkaar zouden kunnen liggen: bijvoorbeeld in rusthuizen met chronisch en/of acuut gebrek aan verpleegkundigen …

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop