Your cart is currently empty!
Tag: De Lijn
-
“De Lijn wordt kapot bespaard” is nu ook de conclusie van De Standaard

Foto door Jean-Marie Versyp De krant De Standaard brengt een hallucinante reeks over De Lijn. Er wordt verder gekeken dan de propaganda van regering en directie, waardoor de conclusie hard is. “De Lijn wordt kapot bespaard,” schreef de krant afgelopen weekend. Er is zo hard bespaard – 130 miljoen euro op acht jaar –dat zelfs Johan Sauwens (CD&V), voormalig minister van Verkeer en huidig ondervoorzitter van de raad van bestuur van De Lijn, moet opmerken: “In het begin waren er nog efficiëntiewinsten te halen. Nu zitten we op het bot. Binnen de raad van bestuur groeit het verzet om de volgende schijf besparingen goed te keuren.” De politieke verantwoordelijkheid is groot: Sauwens merkt op dat bevoegd minister Ben Weyts (N-VA) De Lijn als het verlengde van zijn administratie ziet.
De gevolgen van de besparingsoperaties komen aan bod in de reeks: de boot van technologie zoals groene golven voor bussen en trams zodat ze niet moeten wachten aan stoplichten is grotendeels gemist, het aantal bussen neemt af, besparingen op reserve-onderdelen houden een groeiend aantal bussen van de weg, tramsporen zijn er erbarmelijk aan toe, de stiptheid bereikt een dieptepunt, … Vorig jaar zakte de stiptheid tot 46%: voor het eerst was er meer kans dat je bus met minstens vijf minuten vertraging aankwam groter dan dat dit niet het geval was.
Het personeel kent deze gebreken maar al te goed en probeert er dagelijks nog het beste van te maken, ondanks het beleid van regering en directie. De reizigers ondervinden eveneens hinder, de dalende tevredenheidscijfers zijn daar een uitdrukking van. Alle elementen voor gezamenlijk protest van personeel en reizigers zijn eigenlijk aanwezig. Voorlopig komt het niet zo ver, onder meer omdat de jarenlange giftige anti-vakbondspropaganda zeker bij acties van het personeel van het openbaar vervoer een impact heeft. Bij zowat elke staking is er enkel aandacht voor de ‘hinder’ voor de reizigers waardoor de redenen voor het protest niet aan bod komen. Teveel aandacht voor deze redenen zou immers wel eens tot groeiend begrip onder de reizigers kunnen leiden en, wie weet, zelfs gemeenschappelijk protest.
In de reeks van De Standaard kwam dit weekend het personeel aan het woord. De verhalen zijn hallucinant. Het afschaffen van regionale magazijnen leidde tot langere wachttijden om wisselstukken tot in de werkplaatsen te krijgen. “Vier rubbertjes. In de regionale werkplaats van De Lijn in Kessel-Lo zitten de technici er al ruim twee weken op te wachten. Kleine zwarte rubberen tussenstukjes. Kostprijs: 4 euro. Ze zijn nodig om de defecte motor van een bus te vervangen. Maar doordat de rubbertjes op zich laten wachten, blijft de bus buiten dienst.” Tijdens de recente stakingsactie hoorden we een personeelslid van een werkplaats zeggen dat hij uit wanhoop zelf maar een paar goedkope wisselstukken bij zijn eigen garagist had gekocht om enkele bussen op de baan te krijgen. De Standaard brengt ook het verhaal van een chauffeur die een hele dag rondreed met een bus waarvan de verwarming niet lager kon gezet worden waardoor het een echte sauna was. Er wordt gewezen op het afschaffen van de chauffeurs die vroeger stand-by waren om in te springen voor zieke collega’s. Deze afschaffing maakt dat de dienstverlening vandaag bij de minste afwezigheid in de soep draait.
Vandaag zijn er 300 chauffeurs minder dan in 2009 en het aantal afgelegde kilometers is met 10% afgenomen. In 2013 waren er in de provincie Antwerpen 1.600 ritten die niet gereden werden omdat er geen chauffeur was. In 2017 waren dit er al 12.500. Zelfs een manager van een pachter die enkele lijnen op private basis uitbaat, stelt in De Standaard: “Wij zien ook hoe hard er in het budget van De Lijn gehakt is. Ik vraag mij soms af of dat nog redelijk is.”
Eigenlijk kan je niet anders dan vaststellen dat het personeel de boel nog wat overeind houdt, terwijl regering en directie er alles aan doen om De Lijn effectief kapot te besparen.
Dat is een politieke keuze die ingaat tegen de noden van de bevolking. De afgelopen weken en maanden waren er steeds meer acties aan scholen van kinderen en ouders die propere lucht eisen. In Schaarbeek groeit het protest tegen het toenemend aantal verkeersslachtoffers. Naast meer en betere fietsinfrastructuur is openbaar vervoer een essentieel onderdeel van de antwoorden op die roep naar andere mobiliteit.
Dat betekent dat de huidige verrottingsstrategie van regering en directie moet stoppen. Zoals in de reeks van De Standaard opgemerkt wordt, is het doel daarvan om een volledige privatisering voor te bereiden. Het betekent meer betalen voor minder dienstverlening en slechtere arbeidsvoorwaarden voor het personeel. Enkel dan kan de winst geoptimaliseerd worden. Winst voor de private aandeelhouders, niet voor de gemeenschap.
Topman Kesteloot zegt dat er meer middelen nodig zijn, maar pleit tegelijk voor verdere besparingen. Marc Descheemaeker (N-VA), de voorzitter van de raad van bestuur, heeft het enkel over wijzigingen in de organisatie om tot verbetering te komen. Anders gezegd: de directie maakt zich op voor verdere besparingen. De herstructurering die voorligt, is daar onderdeel van.
Er moeten meer publieke middelen in geïnvesteerd worden zodat het aanbod kan verbeteren, de prijzen kunnen dalen of zelfs helemaal gratis worden (gratis bestaat niet, maar we betalen er al voor met onze belastingen), het personeel in betere omstandigheden kan werken, … Beter openbaar vervoer is noodzakelijk. We zullen het niet cadeau krijgen en botsen met de besparingsdrang van de huidige en vorige Vlaamse regering, momenteel onder leiding van N-VA.
Het personeel houdt vanaf morgen (dinsdag) personeelsvergaderingen om de situatie van de nieuwe herstructurering te bespreken. Door verhalen vanop de werkvloer, cijfers en feiten te publiceren, toont de artikelenreeks van De Standaard de echte situatie bij De Lijn en wordt meteen (wellicht onbewust) aangegeven hoe de reizigers kunnen overtuigd worden van gezamenlijk protest voor meer en beter openbaar vervoer.
-
De Lijn: verzet nodig tegen besparingen en privatiseringsplannen van N-VA
Interview met een buschauffeur
Van 17 tot en met 20 mei werd vier dagen gestaakt bij De Lijn. De deelname was groot, het ongenoegen zit heel diep. De directie wil van geen wijken weten met een plan van reorganisatie waardoor 286 jobs verdwijnen en een reeks ondersteunende diensten gecentraliseerd worden. Volgens de directie moet dit plan de dienstverlening verbeteren, maar hoe kan je dit doen door 286 jobs te schrappen? We spraken met een buschauffeur.
Bij de laatste stakingen klinkt de propaganda over ‘gegijzelde reizigers’ minder. Hoe komt dit volgens u?
“Er is natuurlijk nog altijd veel antistakingspropaganda in de media en uit politieke hoek. De N-VA heeft veel touwtjes in handen bij De Lijn en is uiteraard niet blij met verzet daartegen. Maar anderzijds zien veel reizigers ook wel dat er problemen zijn. De stiptheid zakt weg door gebrekkig materieel, bussen die niet rijden, fileleed, … Bovendien moeten reizigers steeds meer betalen: een abonnement werd op vijf jaar tijd 33% duurder en een gewoon ticket 21%. Meer betalen voor minder dienstverlening dus. Dit is het resultaat van tien jaar besparen waarbij 160 miljoen euro uit De Lijn werd weggehaald.
“Als het niet erger gesteld is met de dienstverlening, komt dat omdat de chauffeurs en het ander personeel hun job graag doen en er het beste van proberen te maken. Reizigers beseffen ook wel dat het niet evident is om meer dan 7 uur per dag met oud materieel in een drukke stad rond te rijden, zeker als de dienstroosters dan nog eens zwaarder worden. Straks vertrekken velen met de auto op reis en zullen ze merken dat het belastend is om urenlang te rijden, zeker als aan de pauzes wordt geknaagd door onhoudbare dienstroosters. Ze zullen ook erkennen dat files voor stress zorgen en dat goed materieel essentieel is om rugklachten te vermijden. Het verschil tussen op reis vertrekken met een moderne auto in vergelijking met vroeger, toen het zonder airco en met hardere zetels was, is gekend. Op een bus is dat dagelijkse kost.”
Ging de staking dan over de werkdruk?
“De directe aanleiding is het plan ‘De Lijn 2020’ waarmee ondersteunende diensten worden gecentraliseerd en 286 jobs verdwijnen. Veel bedienden zijn verontrust omdat ze vrezen dat ze binnenkort enkele dagen per week in Mechelen op de hoofdzetel moeten werken. Chauffeurs vrezen dat de dispatching, controle en vooral de planning hierdoor veel verder van de werkvloer zullen staan en dus onpersoonlijker worden. Heel wat directe ondersteuning voor de chauffeur valt weg. De directie zegt dat er 77 teamcoaches komen ter ondersteuning, maar dat is maar één derde van het huidig aantal planners, administratieve bedienden en andere ondersteunende diensten. Bij de technische diensten verdwijnen eveneens jobs en zal er meer gedaan moeten worden met minder collega’s via zogenaamde zelfsturende teams; klinkt goed maar het is vooral een besparing
“Deze reorganisatie zal zorgen voor een minder goede organisatie en meer stress op de werkvloer. Ik moet er geen tekeningetje bij maken wat dit zal betekenen voor de dienstverlening aan de reiziger.
“Dat dit geen doembeeld is, bleek eerder uit de centralisatie van de human resources. Met minder personeel evenveel gecentraliseerd moeten doen, maakt dat die dienst vierkant draait. Er is in februari al gestaakt tegen dit plan, maar de directie blijft doorzetten. Er zijn toegevingen gedaan: de reistijd voor wie naar Mechelen moet om te werken, zal als arbeidstijd gelden. Dat is belangrijk, maar het volstaat niet. Het hele plan ‘De Lijn 2020’ moet weg omdat het een voorbereiding is op een verdere privatisering.”
Hoe kan vanuit dit plan een verdere stap richting privatisering gezet worden?
“De hele structuur wordt daarop voorbereid. Een aantal begeleidende diensten worden volledig gecentraliseerd en tegelijk komen er 15 vervoersregio’s die elk een eigen enveloppe krijgen. Met die middelen moeten ze de ‘basisbereikbaarheid’ organiseren. De Lijn zou in eerste instantie het kern- en aanvullend net voor zijn rekening nemen, maar voor het ‘vervoer op maat’ (belbussen en een aantal kleine lijnen) zouden in de vervoersregio’s private partners gezocht worden. Binnen de vervoersregio zal De Lijn op de duur nog slechts één van de aanbieders zijn.
“Het N-VA-plan dat De Wever in Antwerpen lanceerde gaat daarop voort. Hij stelt voor dat er een regionaal vervoersbedrijf komt in de vervoersregio Antwerpen (in de provincie zouden er drie vervoersregio’s zijn: Antwerpen, Mechelen en Kempen). Dit regionaal vervoersbedrijf zou samenwerken met verschillende partners, zowel privaat als publiek. Op die manier kan een groter deel van het openbaar vervoer in private handen komen. VLD-staatssecretaris De Backer zei al dat dit N-VA-plan de mogelijkheid biedt om het operationele onderdeel volledig aan de privé uit te besteden.”
ACV heeft ondertussen een akkoord gesloten met De Lijn. Wat na deze staking?
“De beperkte toegevingen van de directie voor de bedienden volstonden voor het ACV om zonder de andere vakbonden verder te onderhandelen en een akkoord te sluiten. De reorganisatie blijft, het akkoord gaat voornamelijk over sociale begeleiding en niet over de fundamenten van de reorganisatie.
“Om spelletjes aan de top van de vakbonden en de bijhorende verdeeldheid tegen te gaan, moet onze strijd veel meer van onderuit worden georganiseerd. Personeelsvergaderingen met een actieve deelname van zoveel mogelijk collega’s waar de stand van zaken van de onderhandelingen wordt toegelicht en waar beslist wordt over verdere acties, zijn broodnodig.
“Om de acties te versterken, zijn positieve eisen en een perspectief vereist. Waar blijft het informatiepamflet dat op alle bussen en trams kan verspreid worden waarin de reorganisatie wordt uitgelegd en waarin onze eisen voor meer en beter openbaar vervoer toegelicht worden? Het is mogelijk steun te vinden bij reizigers. Ook zij hebben te maken met onhoudbare werkdruk: de helft van de leerkrachten haakt binnen de vijf jaar na indiensttreding af, vier op de tien verpleegkundigen zou niet opnieuw voor deze job kiezen, bij Lidl was er dagenlang een spontane staking en zelfs de piloten komen in opstand tegen de werkdruk.
“De strijd tegen de reorganisatie die nu voorligt, is onderdeel van het verzet tegen het volledige besparingsbeleid bij De Lijn en door de opeenvolgende regeringen. In plaats van besparen, is er nood aan een drastische verhoging van de publieke middelen voor de uitbating en investeringen in meer en beter openbaar vervoer. Daar zullen we hard voor moeten strijden.”
-
De Lijn: directie wil van geen wijken weten bij reorganisatie

Foto: Jean-Marie Versyp Op 16 februari werd al gestaakt tegen “De Lijn 2020” waarmee ondersteunende diensten worden gecentraliseerd en 286 jobs verdwijnen. Het plan is een stap richting verdere privatisering. Het N-VA-pleidooi voor een regionaal vervoersbedrijf in Antwerpen bevestigt dit. Het protest leverde in de onderhandelingen met de directie nauwelijks iets op, vandaar de nieuwe stakingsacties van 17 tot en met 20 mei.
Centralisatie van structuur
In plaats van de zes huidige entiteiten (één per provincie + de centrale diensten in Mechelen) zal zo goed als alles gecentraliseerd worden. Beslissingen die tot nu lokaal gebeurden, zullen voortaan centraal genomen worden. Dispatching en controle bijvoorbeeld, belangrijk voor de directe ondersteuning op het terrein. De planning voor de chauffeurs zou ver weg in Mechelen opgemaakt worden. Hierdoor zal de inbreng van de chauffeurs helemaal verdwijnen.
Als onderdeel van de reorganisatie zouden 286 jobs verdwijnen door natuurlijke afvloeiingen. Heel wat andere bedienden zouden minstens enkele dagen per week op de hoofdzetel in Mechelen moeten werken in plaats van in hun regio. In onderhandelingen werd bekomen dat de reistijd hiervoor als arbeidstijd wordt beschouwd, maar hoe lang zal deze regeling stand houden? Wordt het geen uitdoofscenario waarbij er nauwelijks nog lokale bediendenjobs overblijven? Met minder personeel evenveel doen, dreigt tot hetzelfde te leiden als bij de centralisatie van HR: onderbemanning waardoor het vierkant draait.
De centralisatie van dispatching en planning zou gepaard gaan met de invoering van teamcoaches op de stelplaatsen. Zullen die de chauffeurs helemaal moeten uitpersen? In de technische diensten zouden een aantal functies verdwijnen en enkele zelfsturende groepen ontstaan: een verandering van de werklast waarbij het bestaande personeel ook leidinggevende taken moet opnemen zonder daarvoor betaald te worden.
Tenslotte zal de centralisatie ook leiden tot een harmonisatie van de arbeidsvoorwaarden. Dat hoeft niet negatief te zijn, maar dreigt een harmonisatie naar beneden te worden. Nu bestaan er regionaal soms nog specifieke verworvenheden.
Vervoersregio’s
De planning en dispatching zouden centraal gebeuren, maar het vervoer zou opgedeeld worden in 15 regio’s. Deze vervoersregio’s zouden hun eigen enveloppe met middelen krijgen om de basisbereikbaarheid te organiseren. Het openbaar vervoer zou per regio opgedeeld worden in een kern- en een aanvullend net. Onderdelen van het vervoer zouden door private partners overgenomen worden. Binnen de vervoersregio zou De Lijn slechts één van de aanbieders zijn.
Het N-VA-plan dat in Antwerpen bekendgemaakt werd, past daar volledig in. De partij die niet alleen bevoegde minister Ben Weyts maar ook directeur Marc Descheemaecker levert, wil een regionaal vervoersbedrijf in wat nu voorgesteld wordt als de vervoersregio Antwerpen (van Essen tot Boom, van Malle tot Zwijndrecht) waarbij dit regionaal vervoersbedrijf onder meer met De Lijn samenwerkt. Minister Weyts riep op om niet te snel te gaan: “Laat ons eerst stappen en dan misschien lopen.” Zijn liberale collega De Backer (VLD) was enthousiast en voegde er meteen aan toe dat het plan de mogelijkheid biedt om het operationele onderdeel volledig uit te besteden aan de privé.
Reorganisatie niet in belang reiziger
Het doel van de reorganisatie is niet om tot betere dienstverlening te komen, maar om verdere privatisering te vergemakkelijken. Terwijl files steeds langer worden en ouders aan scholen actie voeren voor propere lucht, wordt niet geïnvesteerd om meer reizigers aan te trekken.
De dalende reizigersaantallen zijn een resultaat van de besparingen de voorbije jaren. Het aanbod werd afgebouwd en de prijzen fors duurder. Sinds 2012 werd een abonnement gemiddeld 33% duurder en een gewoon ticket 21%. De tevredenheid van de reizigers nam volgens een enquête van het bedrijf zelf af van 70% in 2016 naar 64% in 2017. Er werd onder meer gepeild naar stiptheid, aantal ritten, klantvriendelijkheid en reisinformatie. Over klantvriendelijkheid van de chauffeurs zijn de reizigers nog het meest tevreden: 70%. Het hardwerkend personeel redt nog de meubelen.
Indien regering en directie de belangen van de reizigers centraal stelden zoals ze beweren, dan zou er fors geïnvesteerd worden in aanbod, goedkopere prijzen, beter materieel en degelijke reisinformatie. Dat zou overigens ook heel wat ongenoegen onder het personeel wegnemen. Maar het doel op termijn uitverkoop aan private bedrijven en winstbejag. Daartoe wordt bovenop de 160 miljoen van de afgelopen tien jaar verder bespaard. Personeel én reizigers zijn daar de dupe van.
Strijd opbouwen van onderuit
De beperkte toegevingen van de directie voor de bedienden volstonden voor het ACV om zonder de andere vakbonden verder te onderhandelen. Om spelletjes aan de top van de vakbonden en de bijhorende verdeeldheid tegen te gaan, moet onze strijd veel meer van onderuit worden georganiseerd.
Personeelsvergaderingen met een actieve deelname van zoveel mogelijk collega’s waar de stand van zaken van de onderhandelingen wordt toegelicht en waar beslist wordt over verdere acties, zijn broodnodig.
Om de acties te versterken, zijn positieve eisen en een perspectief vereist. Waar blijft het informatiepamflet dat op alle bussen en trams kan verspreid worden waarin de reorganisatie wordt uitgelegd en waarin onze eisen voor meer en beter openbaar vervoer toegelicht worden? Het is mogelijk steun te vinden bij reizigers. Ook zij hebben te maken met onhoudbare werkdruk: de helft van de leerkrachten haakt binnen de vijf jaar na indiensttreding af, vier op de tien verpleegkundigen zou niet opnieuw voor deze job kiezen, bij Lidl was er dagenlang een spontane staking en zelfs de piloten komen in opstand tegen de werkdruk.
De staking op 16 februari was een succes omdat het ongenoegen onder het personeel groot is. Dat ongenoegen is niet weg, maar moet wel ernstig georganiseerd worden. Elke zwakte langs de kant van het personeel zal uitgespeeld worden. Zo wil de directie experimenteren met ‘minimale dienstverlening’: chauffeurs worden opgeroepen om zich bijvoorbeeld allemaal om half zes (vroege ploeg) of om half twaalf (late ploeg) te melden waarna diensten toegewezen worden aan het werkwillige personeel en iedereen terug binnenrijdt voor 20u. Dit is een eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden. Vanuit de bonden wordt terecht opgeroepen om ofwel de eigen dienst te rijden ofwel te staken.
De strijd tegen de reorganisatie die nu voorligt is onderdeel van het verzet tegen het volledige besparingsbeleid bij De Lijn en door de verschillende rechtse regeringen. In plaats van besparen, is er nood aan een drastische verhoging van de publieke middelen voor de exploitatie en investeringen in meer en beter openbaar vervoer. Daar zullen we hard voor moeten strijden.
-
Staking bij De Lijn goed opgevolgd: in actie voor meer en beter openbaar vervoer!
Vandaag wordt gestaakt bij De Lijn. Zoals we in een eerder artikel en ons pamflet uitlegden, dreigt de geplande reorganisatie bij de openbare vervoersmaatschappij te leiden tot een verdere afbraak van de arbeidsvoorwaarden en de dienstverlening. In tijden van mobiliteitscrisis en recordfiles zijn er meer middelen voor openbaar vervoer nodig. Nu wordt er evenwel stelselmatig bespaard met bijhorende resultaten zoals een dalend aantal reizigers. Het personeel voert vandaag actie voor meer en beter openbaar vervoer. Enkele verslagen.
[divider]
ACOD-militant legt uit waarover het gaatOp het piket van Antwerpen-Zurenborg deed Stream Media een interview met een militant van ACOD waarin op de redenen van de staking wordt ingegaan.
[divider]
Verslag bezoek aan piket De Lijn stelplaats Gentbrugge en Destelbergen
door David, Gent
Ook in Gent was een LSP team vroeg uit de veren om een solidariteitsbezoek te brengen aan de stakers bij De Lijn. We verspreidden er een pamflet, geschreven door werknemers bij De Lijn. Zowel aan de stelplaats van Destelbergen (voor het regiovervoer) en Gentbrugge (het stadsvervoer) was de stakingsbereidheid groot en reden er amper bussen of trams uit, minder dan 10%.Ook bij de chauffeurs die uitreden, was er steun voor de eisen van de staking. Soms wegen financiële problemen in een gezin zo zwaar dat een dagloon verliezen geen optie is. Niet alleen de chauffeurs staakten maar ook de bedienden. Zij zullen bij deze hervorming de grootste slachtoffers zijn. De piketten waren strijdbaar en er leek ook een consensus aanwezig dat één actie niet genoeg zal zijn.
De werknemers verzetten zich tegen de nieuwe hervormingen die o.a. een centralisatie van de diensten inhoudt. Dit zal zogezegd niet gepaard gaan met naakte ontslagen maar er verdwijnen wel 300 jobs. Diegenen die hun job kunnen behouden of een andere functie aangeboden krijgen, zullen hoogstwaarschijnlijk naar Mechelen mogen pendelen. De ironie wil dat werknemers De Lijn door de centralisatie niet meer met de bus of de tram naar het werk zullen kunnen maar de auto zullen nodig hebben.
Foto’s uit Gentbrugge door Jean-Marie:

[divider]
Goed opgevolgde staking bij De Lijn in Antwerpendoor Geert, Antwerpen
Het beeld aan de verschillende stelplaatsen was gelijklopend: er reden amper bussen en trams uit. Wellicht minder dan 10% reed. Bij acties van het personeel van De Lijn in Antwerpen wordt traditioneel bijeengekomen aan het piket van stelplaats Zurenborg in het stadscentrum. Daar kwamen stakers van verschillende Antwerpse stelplaatsen naartoe nadat ze zelf een piket hadden gezet.
Op het piket aan Zurenborg was er even na 10 uur, na de uitrij voor de ochtendspits, een informatievergadering voor het personeel. Daarbij werden de maatregelen toegelicht en werd gediscussieerd over de verdere acties. Er waren zowel chauffeurs als bedienden aanwezig en de staking werd overal goed opgevolgd. In Zurenborg zelf waren slechts 8 bussen uitgereden op meer dan 80 die normaal moesten uitrijden. Op de infovergadering bleek dat er het besef is dat het volledige besparingsbeleid bij De Lijn weg moet, althans besparingen voor zowel personeel als gebruikers – op de riante vergoedingen voor de top wordt niet bespaard. Het ongenoegen stapelt zich op en het huidige voorstel van reorganisatie valt bijzonder slecht onder het personeel.
Bedienden zouden minstens één tot twee dagen per week op de hoofdzetel in Mechelen moeten werken. Voor de bedienden is dat niet evident, zeker niet voor wie ver van Mechelen woont. Maar ook voor de chauffeurs is het slecht nieuws: hoe verder de planning van de werkvloer staat, hoe moeilijker het wordt om een dag verlof te krijgen of om iets af te spreken rond de shiften. Ook vragen en fouten bij de loonberekening zouden hierdoor verder van de werkvloer afstaan.
De stakingsbereidheid was erg groot. Indien de directie ervoor kiest om geen rekening te houden met de mening van het personeel en alsnog doorzet met de geplande reorganisatie, dan zullen ongetwijfeld nieuwe acties volgen. Deze kunnen best zo snel mogelijk voorbereid worden met een bredere informatiecampagne die ook naar de gebruikers van het openbaar vervoer gericht is. Zoals op het stakingspiket werd opgemerkt, worden reizigers bijzonder hard geraakt door de tekorten bij De Lijn. De eenheid van personeel en reizigers kan volgende acties versterken.
-
Reorganisatie bij De Lijn: volgende stap in afbouw openbaar vervoer
Waarom er op 16 februari gestaakt wordt
Bij De Lijn wordt op vrijdag 16 februari gestaakt tegen de nieuwe reorganisatie “De Lijn 2020.” Het plan is om hierdoor 40 miljoen euro te besparen door middel van het centraliseren van de ondersteunende diensten en door 286 jobs te schappen. Directeur-generaal Kesteloot beweert dat dit goed is voor de reizigers en noodzakelijk om de liberalisering tegemoet te gaan. Volgens ons is het een verdere afbouw van het openbaar vervoer en de dienstverlening en een stap richting verdere privatisering.
Door een correspondent
Basisbereikbaarheid: niet de dienstverlening maar de cijfers op de eerste plaats
Deze reorganisatie kadert in een volledige hervorming van het openbaar vervoer in Vlaanderen. Daarbij wordt het decreet basismobiliteit afgeschaft en vervangen door een vage term basisbereikbaarheid. Hierbij wordt Vlaanderen opgedeeld in 15 vervoersregio’s die elk hun eigen budget(enveloppe) zullen hebben. De focus zal liggen op het bedienen van “maatschappelijk belangrijke actoren”, voornamelijk woon-werk en woon-schoolverkeer.
De Lijn zal in eerste instantie het grootste deel van het aanbod op zich nemen: het kern- en aanvullend net. Maar het zogenaamde ‘vervoer op maat’ – de belbussen en een aantal kleine lijnen – zal niet meer door De Lijn georganiseerd of gereden worden. Hier zullen de vervoersregio’s op zoek gaan naar ‘private partners’. De Lijn wil zich steeds meer opstellen als slechts één van de aanbieders van openbaar vervoer.
Daarnaast stelt de Vlaamse regering dat er een benchmark in 2020 zal worden uitgevoerd: een zogenaamde vergelijking met andere openbaar vervoerbedrijven, uiteraard de private. Dit wordt steeds gebruikt om te verklaren dat we slanker, efficiënter en wendbaarder zullen moeten worden en dat deze reorganisatie dan ook noodzakelijk is.
Centralisatie zal werkdruk verhogen en werking niet verbeteren
Na een vorige reorganisatie ‘De Lijn van de Toekomst’ in 2014, die o.a. HR centraliseerde, zal nu de structuur volledig verder worden aangepast en gecentraliseerd. Waar De Lijn vandaag nog op provinciale basis georganiseerd is, met 6 entiteiten (de 5 provincies + de centrale diensten in Mechelen), zal deze structuur verdwijnen en quasi volledig worden gecentraliseerd. Op lokaal vlak zullen enkel nog uitvoerende diensten zitten – rijdend personeel, technische diensten en beperkt ondersteunend personeel. Beslissingen zullen niet meer lokaal, maar centraal worden genomen.
Op deze manier zal de (beperkte) inspraak van het personeel helemaal verdwijnen op lokaal vlak en wordt er meteen ook komaf gemaakt met het lokale overleg (bijvoorbeeld over planning, werkroosters en diensten). Met de centralisering van dispatching en controle zal de directe ondersteuning op het terrein eveneens verder van de chauffeurs liggen.
Van de centralisering van HR zien we vooral dat de ‘dienstverlening’ naar de rest van het personeel ondermaats is. Ook daar zien we dat een onderbemanning ervoor zorgt dat de boel vierkant draait.
Heel wat bedienden zullen de boodschap krijgen dat ze hun job kunnen houden, maar hiervoor twee dagen per week naar de hoofdzetel moeten. Je zal maar in Oostende werken (en wonen) en twee dagen naar Mechelen moeten…
Reorganiseren om concurrentieel te zijn: het zal nooit genoeg zijn
Deze reorganisatie heeft niet de bedoeling om betere dienstverlening aan te bieden of om het personeel beter te ondersteunen. Het doel is om de organisatie zodanig af te slanken zodat het makkelijker wordt om te concurreren met private bedrijven en/of De Lijn later in de etalage te zetten.
Op geen enkele manier wordt duidelijk hoe de dienstverlening beter kan en we de daling van het aantal reizigers kunnen stoppen op een moment dat we met zijn allen stilstaan in het verkeer. Dit zijn dan ook niet de doelstellingen, het enige doel van deze reorganisatie is zogenaamd ‘marktconform’ te zijn en verder te besparen.
Het zal dan ook niet bij deze reorganisatie blijven. Wanneer dit kan passeren, zal het volgende dossier op tafel komen, namelijk de ‘Nieuwe Werk Organisatie’. Hierbij wil men enerzijds de arbeidsvoorwaarden binnen De Lijn harmoniseren en anderzijds vergelijkbaar maken met die bij de pachters die in onderaanneming voor De Lijn werken. Hun basisloon mag dan we hetzelfde zijn, de flexibiliteit ligt daar nog een stuk hoger en heel wat premies lager.
Verzet tegen volledig besparingsbeleid organiseren
Al deze aanvallen en reorganisaties kaderen in de privatiseringsdrang en besparingsbeleid van de Vlaamse regering. Op 10 jaar tijd – sinds 2008 – is er al ongeveer 160 miljoen euro bespaard bij De Lijn, en dat op een exploitatiebudget van momenteel iets boven de 800 miljoen euro. Het is dan ook niet verwonderlijk dat De Lijn, ondanks de gigantische mobiliteitsproblemen, minder in plaats van meer reizigers aantrekt.
Het zal belangrijk zijn om het verzet tegen deze reorganisatie uit te breiden naar een verzet tegen het volledige besparingsbeleid en een drastische verhoging van zowel het investering- als exploitatiebudget te eisen in combinatie met een verzet tegenover elke vorm van privatisering van ons openbaar vervoer. Want de afbouw zal niet stoppen, tenzij we in de tegenaanval gaan. De roep naar oplossingen voor de mobiliteitscrisis kan ons een brede steun geven in de strijd voor meer middelen voor een meer en beter openbaar vervoer.
-
“Dokter aan het stuur.” Personeel en reizigers willen meer middelen voor openbaar vervoer
Dokter Egmont Ruelens werkte een jaar bij De Lijn in Antwerpen en schreef er het boek ‘Dokter aan het stuur’ over. De dokter kwam in aanraking met personeelsleden van De Lijn die rugproblemen hadden en deed er onderzoek naar. In aansluiting hierop besloot hij om zelf een jaar als buschauffeur dit werk ‘aan den lijve’ te ondervinden.Geert Cool
Het boek is niet gewoon een aanklacht van alles wat fout gaat bij De Lijn. Je merkt dat de auteur graag met de bus rijdt en net als zijn collega’s een beroepstrots ontwikkelt. Dat maakt de aanklacht van de gebreken en tekorten des te scherper. Het is een fenomeen dat de afgelopen maanden wel meer voorkwam: zorgpersoneel klaagde over gebrek aan tijd om patiënten goed te verzorgen, koks uit de bejaardenzorg klaagden aan dat ze voor 3 euro per dag maaltijden moesten maken, … Het ging niet zomaar om klachten: het waren oproepen voor meer middelen en meer collega’s om betere dienstverlening te kunnen aanbieden. De besparingen raken niet alleen het brede publiek, maar hakken ook in op de beroepstrots van de werkenden.
“Dokter aan het stuur” past perfect in dat kader. Dokter Egmont Ruelens heeft het zwaar als hij bij De Lijn begint: de wisselende uren, de enorme druk om ritten op tijd af te werken, de belasting op de rug, het gebrekkig materieel, … Wellicht zullen veel chauffeurs niets nieuw vernemen als ze het boek lezen, mogelijk zullen ze hier en daar technisch beter onderlegd zijn om de kritieken exacter te formuleren. Maar het is positief dat dit allemaal eens aan bod komt in een goed geschreven boek dat erg vlotjes leest.
Verder is het ook nuttig dat er een boek is waarin de stakingsbeweging van eind 2014 aan bod komt. Geen droog relaas van de feiten, maar een verslag vanop de stakerspost aan Zurenborg. Zo blijft ons de beschrijving van het bezoek van een solidariteitsdelegatie van het spoor bij. De afgelopen jaren hebben de stakersposten bij zowel De Lijn in Zurenborg als de NMBS aan Berchem station een zekere reputatie opgebouwd als goed georganiseerd met ruimte voor discussie en betrokkenheid van alle collega’s. Enkele LSP-leden spelen daar een actieve rol in.
Aangezien Egmont eerder als dokter betrokken was bij een enquête onder personeel van De Lijn is het niet verwonderlijk dat hij zijn ‘undercover’ niet lang geheim kon houden. Hij werd op het matje geroepen bij de directeur die zich schijnbaar positief opstelde, maar niets ondernam en tegelijk niet aarzelde om zieke chauffeurs af te danken. De manager in kwestie is Tom Meeuws. Which side are you on?’ luidt de vraag in een oud Amerikaans strijdlied.
“Dokter aan het stuur” brengt het leven zoals het is op de bussen. Onderliggend biedt het een erg toegankelijk pleidooi voor meer middelen voor openbaar vervoer. Zowel het personeel als de reizigers hebben daar nood aan. Tegen de achtergrond van een mobiliteitscrisis is een drastische publieke investering in openbaar vervoer geen overbodige luxe. Een dergelijke investering moet gericht zijn op meer en betere dienstverlening, dus ook op goede arbeidsvoorwaarden en voldoende personeel. Hopelijk zal het boek ertoe bijdragen dat het moeilijker wordt om reizigers en personeel tegen elkaar op te zetten, onder meer bij stakingen.
-
Ontsporing in Moscou
Na protest komt er een alternatief op tram 4 in Ledeberg
Wat moet je doen als jouw tram van de ene op de andere dag verdwijnt? Voor de inwoners van Ledeberg en Moscou werd dit plots werkelijkheid. Op 21 november stonden zij voor een lege halte. Tram 4, die vertrok vanuit de wijk Moscou, werd van het spoor gehaald en omgeleid. De tramsporen werden omwille van de slechte staat van de wegen te gevaarlijk geacht om er nog overheen te rijden.
Door Janne (Gent)
Jarenlange desinvestering zorgde ervoor dat kwetsbare mensen plotsklaps werden afgesneden van het centrum. De inwoners langs deze tramlijn werden slecht geïnformeerd en een degelijk alternatief werd niet voorzien. Bovendien zouden de werken nog tot 2021 duren en was er geen garantie op een even frequente verbinding.
De LSP-afdeling Gentbrugge/Ledeberg kon dit niet langer met lede ogen aanzien en trok naar de wijk om deze kwestie deur aan deur te bespreken met de inwoners. Tijdens die discussies werd duidelijk dat het probleem dieper zat. Niet alleen de tram kwam aan bod als heikel punt; ook de verloederde straten, het parkeerprobleem en het gebrek aan plaatsen in de buurtscholen zorgen al jaren voor heel wat ellende. Terwijl men in het centrum pronkt met populaire massaevenementen, allerhande prestigeprojecten en citymarketing, blijven arbeiderswijken zoals Ledeberg achtergesteld.
De roep om actie werd steeds groter, dus werd samen met een paar enthousiaste buurtbewoners het wijkcomité ‘Ledeberg: ook stad?’ in het leven geroepen. De gebeurtenissen rond de tram vormden een vertrekpunt om te reflecteren over hoe we de wijk verder kunnen uitbouwen; hoe we een duidelijk signaal kunnen geven dat Ledeberg ook stad is. Samen met een aantal andere initiatieven werd er op 8 januari een eerste succesvolle bijeenkomst georganiseerd ter voorbereiding van een betoging.
De gesprekken van de voorbije weken en de aankondiging van de actie maakten het stadbestuur en De Lijn dermate angstig dat er toegevingen werden gedaan. Zo werd de garantie gegeven dat men tijdens de werken een volwaardig alternatief zal voorzien en dat ook na de werken tram 4 even frequent zal blijven rijden. Dankzij de samenwerking met de wijk en de dreiging van een betoging konden we deze overwinning vieren.
Hier laten we het echter niet bij. Het Gentse stadsbestuur en bovenlokale overheden moeten hun verantwoordelijkheid nemen en meer investeren in veilige wegen, gebruiksvriendelijk en goedkoop openbaar vervoer, in scholen en in andere sociale diensten. De middelen in de samenleving zijn voorhanden, maar vloeien via het huidig beleid naar privé winsten.
Dit is slechts een start van een verdere samenwerking met de inwoners van Ledeberg. Samen zullen we verder strijden voor een leefbare wijk!
-
Gent: betoging voor meer en goedkoper openbaar vervoer
Op zaterdag 23 september wordt in Gent betoogd onder de titel: “Stad Gent, neem initiatief. Voor meer en goedkoper openbaar vervoer.” De betoging is een vervolg van een campagne opgezet door LSP. We spraken met organisator Bart Vandersteene.
Interview door Koerian uit maandblad ‘de Linkse Socialist’
Waarom voeren linkse socialisten campagne rond openbaar vervoer?
“Jezelf op een efficiënte manier verplaatsen, is een basisbehoefte. Iedereen verplaatst zich dagelijks: naar school, naar het werk, naar de supermarkt, naar familie of voor een uitstap. Een gemiddeld Belgisch gezin geeft maar liefst 11% van zijn budget uit aan transport. 19% van de Belgen zijn echter vervoersarm. Zij worden gehinderd in hun verplaatsingen, veelal door een gebrek aan budget. Vervoersarm zijn zorgt er niet enkel voor dat je sociaal leven beperkt wordt, het vermindert bijvoorbeeld ook je jobkansen.
“In de huidige samenleving wordt een grote nadruk gelegd op individuele transportmiddelen. De machtige automobiel- en petroleumindustrie bepalen in grote mate hoe onze mobiliteit wordt georganiseerd. Ze praatten ons met gigantische reclamebudgetten aan dat een auto een verlengstuk van onze identiteit is. Tegelijkertijd worden alternatieven in de vorm van publiek openbaar vervoer afgebouwd en geprivatiseerd. Maar de wegen slibben dicht, alle automobilisten samen staan in België 111.465 uren per dag stil. De huidige organisatie van onze mobiliteit legt een enorme druk op het milieu en de publieke ruimte.
“Wij denken dat de basismobiliteit het best gegarandeerd wordt via een uitgebreid, divers en gratis aanbod van openbaar vervoer: treinen, metro, trams, bussen, taxi’s en publieke systemen van autodelen. Hiervoor zijn verregaande investeringen nodig. Maar die kunnen wel een enorme maatschappelijke return genereren.”
Is het openbaar vervoer dan zo slecht in Gent?
“Investeringen in het Gentse openbaarvervoersnet blijven al jarenlang uit. De laatste jaren werd er hier en daar zelfs bespaard op het aanbod. Trams en bussen slenteren aan amper 10 à 13 km/u door het centrum, er is amper vervoer naar randgemeenten of tewerkstellingszones als de Haven, waar 60.000 mensen werken. Tijdens spitsuren zitten trams en bussen overvol. Bovendien werden de prijzen op 1 februari 2014 en 2016 fors duurder: je betaalt nu al drie euro voor een enkele rit. Het openbaar vervoer in Gent is te duur en ontoereikend als je een ommekeer wil teweegbrengen in de manier hoe mensen zich verplaatsen.
“Meer en goedkoper openbaar vervoer zorgt ervoor dat iedereen op zijn werk raakt, dat jongeren na een avondje stappen veilig thuis raken, dat senioren uit Destelbergen hun Wondel-gemse vrienden ongehinderd kunnen bezoeken. Een uitgebouwd en vlot bediend park & ride systeem aan de rand van de stad kan bezoekers overtuigen om niet met de auto tot in het centrum te rijden.”
Waarom werd voor zaterdag 23 september gekozen als datum?
“Het is een symbolische datum. Dat weekend zou het referendum over het mobiliteitsplan zijn doorgegaan, indien het genoeg geldige ondertekenaars had gehaald. Mobiliteit is in eender welke stad een erg belangrijk thema, maar in Gent is er extra aandacht vanwege het debat over dit plan.
“Het mobiliteitsplan werd in de debatten vaak gereduceerd tot het circulatieplan, wat het verkeer in het stadscentrum drastisch beperkt. Maar het plan gaat over een volledige visie over mobiliteit voor de middellange termijn. Daarin is geen uitbreiding van het openbaar vervoer vervat. Het parkeerplan maakte parkeren niet enkel binnen de kleine ring, maar ook in de meeste volkse wijken een pak duurder. Het historisch centrum is inderdaad rustiger geworden, maar daarbuiten blijven de problemen zich opstapelen: files, tekort aan parkeerplaatsen, luchtverontreiniging, … Zolang er geen geloofwaardig alternatief wordt voorzien, zal de grote meerderheid van mensen afhankelijk blijven van de auto.
“Als de leefbaarheid van de hele stad en al haar inwoners voorop staat, dan moet de eerste stap een uitbreiding van het openbaar vervoer zijn.”
Van waar de ondertitel ‘Stad Gent neem initiatief’?
“Het Gentse bestuur legt de verantwoordelijkheid voor het gebrek aan investeringen in het openbaar vervoer terecht bij de Vlaamse regering van N-VA, CD&V en Open VLD. Wij veroordelen vanzelfsprekend de besparingen die op Vlaams niveau gebeuren. Deze zijn echter niet nieuw en werden ook uitgevoerd met de SP.a in de voorbije regeringen. Maar elk lokaal bestuur kan zelf initiatief nemen. Er worden al gratis abonnementen gegeven aan -14-jarigen, waarom dit systeem niet uitbreiden naar alle Gentenaars? Hasselt voorzag zestien jaar lang gratis openbaar vervoer met een vertwaalfvoudiging van het aantal reizigers tot gevolg. Wij eisen van het stadsbestuur dat ze mobiliteit voor iedereen toegankelijk maakt. Zijn er daar in de stadsbegroting van ongeveer 1 miljard euro geen middelen voor? Laten we dan een mobilisatie opzetten om meer middelen af te dwingen door ze te zoeken waar ze zitten.
“Burgemeester Termont beweerde op de nieuwjaarsreceptie van de Stad dat de belangrijkste wegen voor de Gentenaars de luchtwegen zijn. Maar dit mobiliteitsplan zal geen echte oplossing bieden voor de concentraties van fijn stof in de stad. Eén bedrijf op het Gentse grondgebied is op haar eentje verantwoordelijk voor ongeveer 1,5 procent van de volledige Europese uitstoot van fijnstof en 5,8 procent van de Europese zware metalen.
“De komende weken zullen we intensief mensen aanspreken rond dit thema, aan stations, op bussen en trams, aan scholen en in de wijken. We zullen steun vragen voor onze campagne maar ook de fundamentele discussie aangaan. Als we leefbare steden willen creëren en efficiënte, veilige mobiliteit willen kunnen garanderen voor iedereen dan is een andere visie en organisatie van onze samenleving nodig. Eén waar niet de winsten centraal staan maar de behoeften van de meerderheid van de bevolking.”
zaterdag 23 september om 17u aan de Stadshal in Gent. Facebook evenement
-
De Lijn: “Is het teveel gevraagd om aangenaam onze job te kunnen doen?”
Aan stelplaats Zurenborg in Antwerpen is het stilaan een traditie: bij een stakingsactie verzamelt het personeel om samen te discussiëren over de actie en hoe het verder moet. Vandaag was dit niet anders en was er een mooie opkomst: een 50-tal mensen woonde het stakingspiket bij en er was een levendige discussie.
De staking werd kort op voorhand aangekondigd maar werd toch heel goed opgevolgd: van de 96 bussen die moesten uitrijden op Zurenborg bleven er 82 staan. Het ongenoegen zit diep: het gaat niet alleen om de lonen maar meer algemeen om de gevolgen van een jarenlang besparingsbeleid met een tekort aan middelen en personeel. “Ik zit 8 uur op een bus op een stoel die slecht is voor mijn rug – niet het soort ergonomische stoel dat de directeurs hebben op hun bureau. Als het warm is, zitten mijn reizigers als sardienen in een oven te bakken. Airco hebben we al opgegeven, ook al zou het zo niet moeten zijn. En dan valt de bus soms nog uiteen, onlangs viel er een bout bijna om mijn hoofd. Is het dan teveel gevraagd om aangenaam onze job te kunnen doen,” vroeg een chauffeur zich af op het piket.
De media zijn niet louter negatief bij deze staking. Uiteraard is er de vaste retoriek van de stakers die de reizigers gijzelen. Maar de tekorten als gevolg van het besparingsbeleid zijn zo duidelijk dat niet meer kan ontkend worden dat het probleem bij de directie en de Vlaamse regering zit. De frustraties van de meeste reizigers beperken zich tot één of twee ritten per dag, het personeel heeft er de hele dag mee te maken. ACOD-secretaris Rita Coeck merkte dan ook op dat de discussie over de lonen slechts de druppel was die de emmer deed overlopen.
De personeelsvergadering op het piket begon met een uiteenzetting door ACOD-secretaris Rita Coeck. Zij stelde dat het schandalig is dat De Lijn de 1,1% loonsverhoging die algemeen overeengekomen werd over alle sectoren heen niet wil toekennen. De directie probeert onduidelijkheid te creëren door te zeggen dat er 1% wordt gegeven, maar dat klopt niet. Die 1% wordt ingevuld met zaken als een éénmalige bonus die bovendien resultaatsgebonden is en gekoppeld wordt aan tal van andere eisen om sociale verworvenheden op te geven. Een eenmalige premie van 200 euro bruto (170 na aftrek van de sociale zekerheidsbijdrage) in ruil voor het opgeven van 3 T-dagen of de annualisering van de arbeidstijd, is een serieuze stap achteruit. De laatste echte opslag voor het personeel met een verhoging van het loon dateert ondertussen van 2011. Delegee Jef merkte op dat deze regering alles wil vermarkten, maar het tekort aan chauffeurs niet opvangt door de lonen te verhogen. Plots geldt dan de wet van vraag en aanbod niet meer…
Het personeelstekort heeft veel te maken met een gebrek aan respect voor het personeel. Het loon is daar één element van, het gebrekkig materieel een ander, de onmogelijke rij- en rusttijden nog een ander. Eigenlijk getuigt het jarenlange besparingsbeleid van weinig respect voor zowel personeel als reizigers. Aan het piket was er dan ook een terechte discussie over hoe de reizigers kunnen betrokken worden. Een chauffeur merkte op dat hij reizigers of familieleden die hem erover aanspreken steeds kan duidelijk maken waarom er gestaakt wordt en dat dit begrepen wordt. Maar als er geen ernstige langdurige campagne naar reizigers is, weten velen niet waarover het gaat. Delegee Luc zei dat het belangrijk is om de neerwaartse spiraal te stoppen: het gaat niet enkel om het loon, maar ook om respect voor het openbaar vervoer. Hij stelde dat de discussie met de reizigers belangrijk is om een krachtsverhouding op te bouwen.
Er werd erg positief gereageerd op solidariteit vanwege reizigers en personeel uit andere sectoren. Een spoorman wees erop dat de problemen van tekort aan personeel en degelijk materieel bij de NMBS dezelfde zijn. De aanval op het stakingsrecht met minimale dienstverlening heeft enkel als doel om het verzet tegen de tekorten en problemen de kop in te drukken. Een buschauffeur zei dat er meteen solidariteitsacties moeten komen als de regering minimale dienstverlening bij het spoor wil doorvoeren. Het zal immers niet tot dit voorstel beperkt blijven en al evenmin tot het spoor: dit is een opstap naar een algemene aanval op het recht op protest. Straks hebben we enkel nog het recht om stilzwijgend ja te knikken en alles te slikken wat die neoliberale politici op vraag van de grote bedrijven door ons strot rammen.
Een belangrijk punt van discussie op het piket was de vraag wat er gebeurt als de directie niet toegeeft na deze staking. Iemand opperde om na maandag gewoon verder te staken, anderen vroegen nu al een concrete datum voor volgende acties indien er geen toegevingen komen. Nog anderen benadrukten de noodzaak om met alle vakbonden samen te werken. De vraag naar een actieplan is terecht en mag niet afhankelijk gemaakt worden van onderhandelingen en evaluaties, het mag ook niet beperkt worden tot gesprekken tussen nationale vakbondsverantwoordelijken. Als personeelsvergaderingen in alle stelplaatsen zouden georganiseerd worden om daar een voorstel van actieplan te bespreken en te stemmen, dan wordt het moeilijk voor gelijk welke vakbondsverantwoordelijke om niet mee te doen of om de acties zomaar stil te leggen. Een actieplan zou de druk op onderhandelingen verhogen en biedt het personeel een perspectief dat het niet bij één keer aanklagen blijft, maar dat het menens is. Een campagne naar en met reizigers zou daar onderdeel van moeten zijn.
De woede onder het personeel is groot. Na jaren van besparingen op personeel en materieel is de dienstverlening nog slechts minimaal tot frustratie van zowel het hardwerkende personeel als de reizigers. Een beetje respect, is al wat gevraagd wordt. Maar zelfs dat is teveel voor minister Weyts en de directie van De Lijn.
-
Spoorpersoneel solidair met de collega’s van De Lijn
Op verschillende stakersposten bij De Lijn waren er collega’s van de NMBS die hun solidariteit betuigden. Er circuleert een oproep van enkele Antwerpse spoormensen die in een mooie boodschap aan de stakers bij De Lijn zeggen waarom zij de acties steunen.Beste collega’s van De Lijn,
De militanten van de NMBS depot Antwerpen-Noord (Goederentreinen) wensen via deze solidariteitsboodschap hun volle steun toe te zeggen aan de stakingsactie van de chauffeurs en ondersteunend personeel van de Lijn.
Al jaren organiseert de regering de afbraak van het openbaar vervoer, zowel bij het spoor als bij De Lijn.
Het personeel moet steeds harder werken voor minder loon. Dit, terwijl het leven steeds duurder wordt. Een huis kopen zit er voor veel jongeren niet meer in, huren wordt ook duurder en gas en electriciteit, onderwijs voor de kinderen enzovoort, moeten ook betaald worden. Verder worden pensioenleeftijden opgetrokken (maar de pensioenen zelf dalen!), langdurig zieken worden geviseerd, de flexibiliteit die een werknemer moet opbrengen voor de job wordt stelselmatig opgetrokken.
Maar ook de dienstverlening gaat ten koste van besparingen. In onderhoud van het materieel wordt te weinig geïnvesteerd. Het aanbod wordt op vele plaatsen afgebouwd en de tickets en abonnementen alsmaar duurder.
Geen fraai plaatje, in een land dat ondertussen meer dan 100000 miljonairs kent, waar grote multinationals nauwelijks belastingen betalen en waar de politiek zichzelf bedient met allerlei voordelen van alle aard.
Verzet is dus meer dan broodnodig, en in principe een verzet dat verder gaat dan de strijd om een beter loon (ook al is die belangrijk). Laat ons daarvoor samen alvast de borst nat maken.
Wij vernamen dat de berichtgeving in de pers over de “toegevingen” van de directie niet kloppen. Niet dat wij illusies hadden in hoe de media zich opstelt tegenover sociale strijd. Men maakt ons wijs dat 1% loonsopslag wel degelijk geboden wordt, in de praktijk gaat het over de helft. De andere helft wordt via een bonussysteem verdeeld en telt niet mee voor het pensioen. Bovendien hangen er zwaardere arbeidsomstandigheden aan vast. Mager beestje dus, zeer mager beestje.
Onder spoormannen en -vrouwen is reeds een oproep gelanceerd om uw piketten te komen ondersteunen. Wij hopen dat dit een extra duwtje in de rug kan betekenen voor u.








