Tag: De Lijn

  • Vlaamse regering grijpt ‘klimaatplan’ aan om openbaar vervoer aan te vallen…

    Foto: Wikimedia

    In een interview in De Standaard van 6 november stelde minister van mobiliteit Lydia Peeters: “We moeten onze gereden kilometers drastisch verminderen en verduurzamen.” Je zou denken dat dit het gemakkelijkst kan gerealiseerd worden door massale investeringen in openbaar vervoer. Daar is echter geen sprake van. De vergroening van de bussen wordt zelfs gebruikt om een aanval te lanceren op het personeel door verder te privatiseren.

    Artikel door een buschauffeur uit maandblad De Linkse Socialist

    In een opiniestuk in De Standaard van 16 november legt Stefan Stynen (TTB) de vinger op de wonde. Hij verwijst naar het totaal gebrek aan investeringen: slechts 2,16% van het budget van het relanceplan ingevolgde de coronapandemie gaat naar openbaar vervoer: 93 miljoen euro op een totaal van 4,3 miljard. Hij vergelijkt dit met de ambitie in het regeerakkoord om het aandeel van de auto in Vlaanderen terug te dringen tot 60% en zelfs 50% van alle vervoer in Antwerpen en de Vlaamse rand rond Brussel. Hij merkt op dat een beperkte stijging van het aantal reizigers, zoals voorzien in de nieuwe vervoersplannen, niet volstaat om die doelstellingen te halen. Dat is overigens nog optimistisch: blijvend telewerk, gebrek aan (betrouwbaar) aanbod, het schrappen van minder bezette of landelijke lijnen, dreigen voor een vermindering van het aantal reizigers te zorgen met deze vervoersplannen.

    Als minister Peeters spreekt over het drastisch verminderen en verduurzamen van de gereden kilometers, bedoelt ze niet dat er meer ingezet wordt op collectief openbaar vervoer. Ze wil meer elektrische auto’s en ze wil het aantal kilometers verminderen via een ‘slimme’ kilometerheffing. In plaats van mobiliteit voor iedereen te voorzien door middel van degelijk openbaar vervoer, wordt mobiliteit een privilege voor wie het kan betalen. Het Netwerk tegen Armoede waarschuwde voor een toename van vervoersarmoede. Het netwerk stelt terecht dat openbaar vervoer essentieel is om mensen met een laag inkomen uit hun sociaal isolement te halen.

    Het vergroenen van de bussen wordt aangegrepen om de privatiseringsagenda te pushen. Minister Peeters stelt dat De Lijn niet snel genoeg gaat in het uitbreiden van het aantal elektrische bussen en dat er daarom meer kilometers naar de private onderaannemers zullen gaan. Ze heeft gelijk als ze zegt dat het schandalig is dat er amper 13 volledig elektrische bussen bij De Lijn rondrijden. Als dat er zo weinig zijn, komt dit door de beslissingen en de budgetten waarover de minister en de Vlaamse regering beslist. De minister grijpt het door haar besliste gebrek aan middelen aan om verdere stappen in de privatisering te zetten. Ze klaagt aan dat de 100 miljoen die eind 2020 is vrijgemaakt voor de aankoop van elektrische bussen nog niet is besteed. Het klopt dat de aankoop nu pas op de door de politiek aangestelde raad van bestuur kwam. Maar zelfs dan moet opgemerkt worden dat de volledige vergroening van de vloot 3,2 miljard euro zou kosten.

    In plaats van die middelen uit te trekken, beloofde de minister 65 miljoen voor investeringen in de vergroening van bussen bij de onderaannemers. Die subsidies voor private bedrijven lijken meer te maken te hebben met het beschermen en maximaliseren van hun winsten dan met oprechte klimaatbekommernissen.

    Dit is niet wat er nodig is. Vandaag is er nood aan een massaal investeringsplan in ons openbaar vervoer. Enkel zo kan het totaal aantal gereden kilometers drastisch verminderen en verduurzamen. Daarvoor is niet alleen budget nodig, maar ook een transparante manier van werken met inspraak van personeel en reizigers bij de vervoersplannen. En waarom het openbaar vervoer niet meteen gratis maken? Uiteraard is daar geld voor nodig en is gratis nooit echt ‘gratis’. Maar als we effectief de CO2-uitstoot drastisch willen verlagen en de vervoersarmoede wegwerken, dan kan de gemeenschap beter investeren in meer en gratis openbaar vervoer.

    De vakbonden blijven op de achtergrond in dit debat. Nochtans was de tijd wellicht nog nooit zo rijp om met reizigers, klimaatactivisten en personeel samen de eis te verdedigen van een massaal investeringsplan in volledig publiek openbaar vervoer dat meer en gratis dienstverlening aanbiedt. Wie anders kan een beweging hiervoor beter trekken en organiseren dan de betrokken vakbonden? Door af te wachten en naar elkaar te kijken, geraken we geen stap vooruit.

    Waarom niet actief mobiliseren naar klimaatacties met eigen eisen rond openbaar vervoer? De eis van een massaal investeringsplan in meer en beter openbaar vervoer, in combinatie met strijd tegen de privatisering, zou enthousiasme kunnen opwekken bij zowel personeel als reizigers.

  • De Lijn. “Na alle besparingen is extra inspanning onmogelijk”

    Bij De Lijn dwong het personeel in maart-april de eerste beschermingsmaatregelen af. De bussen en trams bleven rijden en het personeel werd algemeen bij de helden van de coronacrisis gerekend. Bij de directie en de echte bazen, met name de Vlaamse regering, kreeg het personeel stank voor dank. Begin oktober leidde dit tot een staking tegen de privatisering van het vervoer op maat: belbussen en leerlingenvervoer. We spraken met Luc Wendelen, kandidaat voor de Ondernemingsraad namens ACOD in Antwerpen bij de sociale verkiezingen van 19 november.

    Interview uit maandblad ‘De Linkse Socialist’ (het gesprek vond plaats voor de tweede lockdown)

    Is De Lijn voorbereid op de heropleving van het coronavirus?

    “De afgelopen jaren is er heel veel bespaard, waardoor het onmogelijk is om een extra inspanning te doen. Bij het begin van de gezondheidscrisis hebben we een aantal zaken afgedwongen, zoals tijdelijke bescherming van de chauffeurs met folie, die als nadeel heeft dat de zichtbaarheid beperkter is. We reden toen naar de stelplaats voor de aflossing in plaats van dit op de lijn te doen. Bussen, of toch minstens de stuurpost en delen van de bus die vaak aangeraakt worden door reizigers, werden dagelijks ontsmet.”

    “Ondertussen is het duidelijk dat er meer dan tijdelijke maatregelen nodig zijn. Er is een doorzichtige folie om de chauffeurs te beschermen, maar deze moet nog geïnstalleerd worden. Het ontsmetten van de bussen blijkt een heikel punt te zijn. Deze taak is uitbesteed, waarbij er regelmatig problemen zijn. Het insourcen van deze schoonmakers waarbij meteen een degelijk loon wordt betaald, is een belangrijke eis. Ook het echte reinigen gebeurt nog steeds te weinig, simpelweg wegens een gebrek aan budget. Een andere bekommernis is dat sommige personeelsleden een verplichte quarantaine proberen te vermijden wegens het inkomensverlies. Het behoud van volledig loon tijdens quarantaine is noodzakelijk voor de veiligheid van het personeel en de reizigers.”

    “De aflossingen gebeuren nu terug op de lijn. Om dit in de stelplaats zelf te doen, moet het aanbod van de dienstverlening beperkt worden. Dat komt onder meer door het tekort aan voertuigen. Het inzetten van extra bussen gebeurt nu op beperkte schaal, door touringcars achter een gewone bus te laten rijden. Hiervoor is 12,5 miljoen euro uitgetrokken. Het blijft echter een tijdelijke oplossing die niet volstaat om in de spits erg volle bussen en trams te vermijden. Om daar iets aan te doen, kan er vandaag eigenlijk niets anders gebeuren dan het afbouwen van de dienstverlening: beperken van het aantal reizigers dat op een voertuig mag. Na jaren van besparingen is er geen marge: een dienst die op zijn tandvlees zit, kan geen tandje hoger schakelen.”

    “Na zeven maanden hadden er trouwens wel nooddiensten kunnen klaarliggen, maar ook daar is nog steeds niks van gekomen. Ook hier is er niet voldoende personeel bij planning om iets extra te doen. Budget blijft een levensgroot probleem, de directie verwacht een tekort van minstens 62 miljoen. De Vlaamse regering heeft voorlopig 35 miljoen extra toegezegd, maar wat met de rest?”

    Op 9 oktober werd er gestaakt tegen de privatisering van het vervoer op maat. Hoe werd die oproep opgevolgd en leverde de staking iets op?

    “Er was veel actiebereidheid, niet alleen uit solidariteit met de getroffen collega’s maar ook tegen de verdere privatisering van De Lijn. Bovendien is er ongenoegen over alles wat misloopt door het jarenlange besparingsbeleid, onder meer op vlak van materiaal en infrastructuur. Het wantrouwen in de directie is groot. Bij het begin van de coronacrisis moesten we voor elke maatregel vechten. We werden helden genoemd, maar in de praktijk kregen we nog minder respect vanwege de directie. Zo werd het sociaal overleg beperkt tot wat de directie uitkwam. Dit leidde tot een confrontatie over de eenzijdige aanpassing van een dienstregeling in Antwerpen, waarop twee dagen gestaakt werd.”

    “De staking in september leverde resultaat op voor de dienst waarover het conflict begon, maar rond de dieper liggende redenen van het ongenoegen is er niets fundamenteel veranderd. Daarvoor zijn meer middelen en extra investeringen nodig. Het wordt tijd dat we daar een echte campagne rond opzetten: tegen privatiseringen en voor meer middelen. We wachten best niet tot er nog eens een dienst bedreigd is, maar ontwikkelen beter een strategie op langere termijn waarbij we niet alleen aanvallen op de dienstverlening of ons statuut bestrijden maar ook offensief opkomen voor verbeteringen. Dat is hoe we strijd kunnen opbouwen en reizigers of collega’s uit gelijkaardige sectoren kunnen betrekken.”

    “De sociale verkiezingen zijn een uitgelezen kans om het daarover te hebben: de discussie over basisbereikbaarheid en de verbetering van ons statuut (onder meer door verplaatsingstijd bij het aflossen als arbeidstijd te beschouwen), kortom over de toekomst van De Lijn en de strijd die daarvoor nodig is.”

  • Neen aan een ‘privatisering op maat’ bij De Lijn!

    De privatiseringstrein bij De Lijn wordt verder op gang getrokken. Nu wil de directie de belbuscentrale en het leerlingenvervoer van De Lijn overhevelen naar de private sector. Er komt een aanbesteding voor dit ‘vervoer op maat’. De toekomst van een deel van het personeel is onzeker. Als dit er doorkomt, dreigt het slechts een opstap te zijn naar meer dienstverlening die uit handen wordt gegeven. Het Vlaamse regeerakkoord voorziet al dat er in één vervoersregio een aanbesteding moet komen. Er wordt veel gesproken over het promoten van openbaar vervoer, maar er worden geen middelen voor uitgetrokken. Het resultaat is een verdere achteruitgang van de dienstverlening.

    Vandaag wordt daarom gestaakt bij De Lijn. Veel chauffeurs en andere personeelsleden weten dat dit slechts een opstap is naar meer privatiseringen. Tegelijk is er veel ongenoegen over zowat de volledige werking van De Lijn. Na jaren van besparen op de middelen zijn de tekorten evident en steeds meer zichtbaar. De voorbije week was er in de lokale media in Antwerpen ophef over gebreken aan voertuigen van De Lijn waarbij er met duct tape losse onderdelen bijeengehouden worden. Het gebrek aan personeel voor nazicht en onderhoud of nog het uitbesteden van de depannagedienst, hebben gevolgen voor de dienstverlening. Na jaren van besparingen is de maat vol.

    Aan de stelplaats Zurenborg treffen we geen echt stakingspiket aan. Omwille van de Corona-maatregelen is er daartoe beslist. Uiteraard zou het geen goed idee zijn om een grote groep mensen bijeen te brengen. Anderzijds is dat wel de dagelijkse realiteit op heel wat openbaar vervoer. Aan de stelplaats hebben enkele delegees verzameld om te spreken met de personeelsleden die opdagen. Veel zijn dat er niet: de staking wordt goed opgevolgd. Voor sommige chauffeurs weegt het loonverlies van een stakingsdag echter te zwaar door, zeker nadat er vorige maand al twee dagen gestaakt werden op deze stelplaats. Toen ging het om een eenzijdige wijziging van de dienstregeling op één lijn, maar ook om de arrogante weigering om daarover te spreken en de algemene problemen als gevolg van tekorten. De dienstregeling werd opnieuw aangepast en de andere problemen werden doorgeschoven naar overleg. Dat leverde beloften op, maar uiteraard wegen daden sterker door dan woorden. Er wordt al zoveel beloofd…

    Het ongenoegen zit heel diep: jarenlang gaat het openbaar vervoer al achteruit terwijl het versterkt zou moeten worden. De uitdagingen op vlak van mobiliteit en klimaat zijn nochtans heel groot. Daarin kan openbaar vervoer een belangrijke rol spelen. De managers van De Lijn en hun collega-managers in de Vlaamse regering zijn daar echter niet mee bezig. Voor hen gaat het om cijfertjes en neoliberale dogma’s zoals de leugen dat de privé efficiënter zou zijn (een leugen die ze een grond van waarheid proberen te geven door eerst de efficiëntie van de openbare dienst te ondergraven door een compleet gebrek aan middelen). Voor het personeel en de reizigers gaat het om iets anders: dienstverlening en respect voor het personeel dat de diensten aanbiedt.

    Deze strijd wordt verder gezet. Zal het tot overwinningen leiden? Het kan overkomen alsof de overkant – het management en de regering – sterk staat en alles toch doordrukt. Het personeel en de reizigers hebben daartegenover de kracht van hun aantal. Door ons te organiseren kan die kracht ingezet worden. Door een actieplan uit te werken met zoveel mogelijk personeelsleden en reizigers kunnen we vermijden dat er om de paar maanden ‘een signaal wordt gegeven’ zonder verdere opvolging. Vanuit de opbouw van zo’n actieplan kan de strijd uitgebreid worden naar sectoren met gelijkaardige problemen, zoals de NMBS. De problemen beperken zich namelijk niet tot De Lijn, het is het volledige systeem dat problematisch is vanuit het oogpunt van de werkenden en hun gezinnen.

  • De Lijn provoceert staking Antwerpse chauffeurs, maar moet inbinden

    Op de stelplaats Zurenborg gingen de chauffeurs dinsdag in staking. Aanleiding was de beslissing van de directie om de dienstregeling op lijn 17 eenzijdig aan te passen vanaf 1 september. De chauffeurs op die lijn beslisten om een alternatieve actie te houden uit protest: in plaats van af te lossen in de stad, reden ze telkens binnen op de stelplaats. De directie dreigde meteen met sancties. Daarop reden zowat alle chauffeurs binnen.

    In de zomer waren er besprekingen over diensten en uurroosters. Rond lijn 17 stelde zich een specifiek probleem: door werken werd deze lijn verder opgesplitst met een pendelbus tussen het Astridplein en Brouwersvliet. De besprekingen gingen compleet de mist in: de directie liet geen enkele ruimte voor inspraak van de chauffeurs en legde onmogelijke rijtijden op. De chauffeurs aanvaardden dit niet en beslisten om de aflossing niet midden in de stad te doen, maar telkens naar de stelplaats te rijden. Hierdoor dreigden ongeveer 5% van de diensten weg te vallen op lijn 17. Met deze alternatieve actie wilden ze de druk op de directie opvoeren, zonder het werk neer te leggen op de eerste schooldag.

    De directie dreigde evenwel meteen met sancties en loonverlies. Deze nieuwe provocatie, na de weigering van inspraak door de chauffeurs, was de druppel te veel. De dreigementen van de directie zorgden ervoor dat de chauffeurs van de hele stelplaats binnenreden.

    De acties werden goed opgevolgd met enkele druk bijgewoonde personeelsvergaderingen. Daar werd nogmaals duidelijk dat er heel veel problemen zijn bij De Lijn. Het personeel vroeg overleg met de directie, maar die meldde dat de zonemanager zich niet kon vrijmaken. Een staking op 1 september, de eerste schooldag, was voor de directie blijkbaar niet belangrijk genoeg om tijd vrij te maken. Er werd overleg gepland op woensdag 2 september. Daarop stemden de chauffeurs op een personeelsvergadering om verder te staken tot aan dat overleg.

    Op woensdag was er voorafgaand aan het overleg een personeelsvergadering op de stelplaats, waarna een groep van 35 tot 40 chauffeurs met de onderhandelaars mee trok naar de stelplaats in Deurne waar het overleg plaats vond. Dit was belangrijk: als de directie niet toegaf, konden ze het meteen buiten aan de chauffeurs gaan uitleggen. Voor de directie zat er niets anders op dan de discussie te beperken tot lijn 17 en daarover toegevingen te doen. De oude dienstregelingen worden hernomen, de pendelbus tussen het stadscentrum en Brouwersvliet wordt afgeschaft. Dat was geen eis van het personeel: de dienstverlening beter organiseren is het doel, niet het afbouwen van diensten zelfs indien er weinig gebruik van gemaakt wordt.

    Het weigeren van inspraak en een gebrek aan respect voor de chauffeurs bij het opmaken van de dienstregelingen, is onaanvaardbaar. Dat is hoe de directie een staking heeft uitgelokt. Het is belangrijk dat de directie nu toegevingen moest doen. Dit geeft aan dat strijd loont. Iets gelijkaardig zagen we eerder deze week bij de Aldi in Oost-Vlaanderen: na een staking die mee uitgelokt was door een arrogante manager, moest de directie terugkomen op de afschaffing van de extra premie die bij het begin van de coronacrisis werd ingevoerd.

    Met deze overwinning zijn de andere problemen bij De Lijn uiteraard nog niet van de baan. Rond die kwesties (onder meer materiaal, infrastructuur, ondersteuning van chauffeurs …) is nieuw overleg gepland op 22 september. Het zal belangrijk zijn om de druk naar de directie toe hoog te houden. Daarvoor wordt nu een plan uitgewerkt.

  • De Lijn. Ernstige bescherming vereist ernstige investeringen

    Foto: Wikimedia

    De coronacrisis toont hoe rampzalig de besparingen en het gebrek aan middelen zijn voor het openbaar vervoer. In plaats van al het mogelijke te doen om het openbaar vervoer zo veilig mogelijk te maken, worden de reizigers opgeroepen om er zo weinig mogelijk gebruik van te maken en een mondmasker te dragen. Zowat elke maatregel voor het personeel kwam te laat en moest worden afgedwongen.

    Artikel door een buschauffeur uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Sinds het begin van de lockdown op 13 maart zijn er constant dreigingen of effectieve acties geweest van het personeel. Eerst ging het om het achteraan opstappen en om niet langer geld te ontvangen op de bus. Daarna was er discussie over de reiniging van de bussen waarrond er in een stelplaats in Limburg gestaakt werd. Er waren acties rond het aflossen in de stelplaats in plaats van op de lijn in Antwerpen. Er is het gebrek aan beschermend materieel voor de technici. En er was een stakingsaanzegging naar aanleiding van de afsluiting en bescherming van de chauffeurs.

    Na twee maanden worden een aantal maatregelen al terug afgebouwd. Zo worden de bussen nog slechts op een aantal punten dagelijks ontsmet. De echte reiniging, buiten het uitvegen, gebeurt om de zes à acht weken!

    De bussen rijden rond met wat De Lijn omschrijft als een ‘afgesloten compartiment’. Klinkt mooi, maar in de praktijk gaat het om een plastic folie bevestigd met ducttape. Er is de belofte dat dit een tijdelijke oplossing is en dat er gewerkt wordt aan degelijke maatregelen, maar na ruim twee maanden is dat nog steeds niet concreet. Het is tekenend voor de staat waarin een openbare dienst als De Lijn zich bevindt.

    Als de directie het personeel niet kan beschermen, schuift het de verantwoordelijkheid door naar de individuele reizigers. Die moeten maar een mondmasker dragen en de handen wassen. De verplichting van een mondmasker voor reizigers op tram en bus wordt tegelijk gebruikt om de chauffeurs terug met volle voertuigen te laten rijden.

    Het zou logisch zijn moest er een capaciteitsuitbreiding zijn, naast een plan om alle voertuigen dagelijks (echt) te reinigen en meermaals te ontsmetten. Het zou logisch zijn dat er begeleiders, stewards en een tweede persoon op de voertuigen wordt ingezet om de reizigers te begeleiden en als sociale controle. Vandaag gebeurt dit allemaal niet. Nu de normale dienstverlening wordt gereden, worden terug ritten afgeschaft door een tekort aan personeel en/of een gebrek aan rijvaardig materieel.

    Een aantal dingen kunnen met tijdelijke maatregelen opgelost worden. Zo kunnen werkloze chauffeurs en hun materieel uit de touringcarsector ingezet worden. Maar er moet iets structureel veranderen: ernstige publieke investeringen en een noodplan voor het openbaar vervoer.

    Er is een plan nodig dat antwoordt op de terechte verzuchtingen van het personeel rond hygiëne en werkomstandigheden. Nu duidelijk is wie het ‘essentieel personeel’ is dat De Lijn doet rijden, moeten ook andere eisen op tafel gelegd worden: arbeidsduurvermindering, verlaging van de pensioenleeftijd, degelijke sanitaire voorzieningen, afbouw van onderbroken diensten, … Dit moet gecombineerd worden met de eis om massaal te investeren en werkingsmiddelen te voorzien zodat de capaciteit kan opgedreven worden waar nodig en zodat het nodige personeel kan worden ingezet ter ondersteuning.

    Dit zal niet vanzelf gaan. In verschillende steden zijn er berichten dat er in het kader van de basisbereikbaarheid een nieuw netplan klaarligt of opgemaakt wordt voor eind 2021. Een constante daarin is dat elke uitbreiding of verbetering betaald wordt door een verschuiving van middelen, dus door het afschaffen van andere lijnen. Voor echte verbeteringen, zullen we personeel en reizigers samen moeten organiseren in een strijd voor degelijk openbaar vervoer.

  • Buschauffeur: “Niet wachten op maatregelen van de directie”

    Foto: Jean-Marie Versyp

    Door verschillende experts en media wordt veelvuldig gevraagd om het openbaar vervoer, zeker in de spits, te mijden. Dit in combinatie met een directie waarin het vertrouwen zoek is, zorgt voor heel wat ongerustheid bij chauffeurs en ondersteunende diensten.

    In de pers communiceerde De Lijn dat de voertuigen dagelijks gereinigd worden. Dit soort uitspraken maakt heel wat collega’s razend kwaad. Iedereen weet dat dit niet gebeurt: de voertuigen worden in het beste geval snel geveegd. Door de voortdurende besparingen is er geen deftige reiniging meer en is er een gebrek aan personeel bij ondersteunende en technische diensten.

    Bij De Lijn werd een comité Covid19 opgericht. Dit comité bestaat enkel uit vertegenwoordigers van de directie, aangevuld door bedrijfsartsen. De vertegenwoordigers van het personeel, de vakbonden, worden hier buitengesloten. De communicatie loopt vooral via intranet, wat voor veel collega’s onvoldoende is. Daarnaast zien we dat maatregelen te laat worden genomen en er andere zaken spelen dan de gezondheid van personeel en reizigers.

    Op donderdag 12 maart werd in verschillende CPBW’s gevraagd om onder meer geen ticketverkoop op de voertuigen meer toe te laten, geen cash betalingen bij de lijnwinkels te aanvaarden, reizigers achteraan te laten opstappen en de chauffeur af te schermen, zodat er zeker een afstand van 1 tot anderhalve meter kan worden gehouden.

    Het fameuze comité Covid19 zou hier in de namiddag over beslissen. Donderdagavond werden een aantal maatregelen aangekondigd, zoals het verder verspreiden van alcogels of ontsmettende doekjes, … Maatregelen die absoluut nodig zijn, maar niet voldoende. Over de zaken die op de CPBW’s naar voren geschoven kwam er geen reactie.

    Vanuit het gemeenschappelijk vakbondsfront werd een spoedvergadering gevraagd en geëist dat er meteen extra maatregelen kwamen. Tegelijk werden op verschillende plaatsen initiatieven genomen door de lokale delegaties. Zo verspreidden de vakbonden onder de Antwerpse buschauffeurs affiches met de boodschap ‘achteraan opstappen’ en ‘geen ticketverkoop’. Er werd ook lint gespannen in de bussen om een afstand te creëren. Als onze leidinggevenden niet zorgen voor onze gezondheid en veiligheid, dan doen we het zelf wel!

    Het maakte dat de directie uiteindelijk niet veel anders kon dan deze maatregelen overnemen. Al weigerde ze in eerste instantie om toe te staan dat er een lint ter afbakening werd gehangen. In Antwerpen verwijderden leidinggevenden linten vanop de bussen. Een nieuwe jonge collega merkte op: “Het lijkt wel oorlog tussen de leidinggevenden en de chauffeurs.” Uiteindelijk werd de beschermingsmaatregel wel toegestaan. Maar het is tekenend voor het beleid dat het enkel onder druk van onderuit gebeurde.

    Gelukkig is de solidariteit onder de collega’s heel groot. Veel collega’s vragen zich ondertussen af hoelang we zo nog moeten blijven rijden. De directie denkt eraan om naar vakantie- of zelfs zaterdagdienst te gaan. De vraag is of we niet beter gaan naar een minimale dienstverlening met korte diensten. Dit systeem is al eens uitgetest tijdens een staking (prioritaire lijnen), dus het kan vrij snel worden ingevoerd (en dan kan het tenminste eens gebruikt worden ten goede van het personeel in plaats van om acties proberen te breken).

    Alleszins is het duidelijk dat we niet zomaar moeten zitten wachten tot de directie maatregelen neemt. Het is trouwens een schande dat er zelfs geen vertegenwoordigers van het personeel in het fameuze comité Covid19 zitten. De discussie daar gaat over de gezondheid van ons en onze omgeving. Dat is net waar iets als een Comité Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW), mét vertegenwoordigers van het personeel, voor opgezet is! De directie wil de crisissituatie gebruiken om een nieuwe standaard te vestigen in het beslissingsproces waarbij elke betrokkenheid van syndicale afgevaardigden van het personeel wordt uitgesloten.

    Het is schandalig dat onze democratische rechten van vertegenwoordiging van het personeel rond kwesties als gezondheid en bescherming op het werk vandaag met de voeten worden getreden. Dat de directie overigens niet afkomt dat vergaderingen met verkozen delegees niet kunnen wegens veiligheidsrisico’s: dezelfde delegees rijden elke dag met volle bussen en trams rond. Bovendien zijn er vandaag voldoende technologische mogelijkheden om digitaal te vergaderen.

    Eens te meer wordt duidelijk dat we voor de bescherming van het personeel niet op de regering of de directie moeten rekenen. Op de werkvloer weten we best wat er moet gebeuren voor onze bescherming. Dat hebben we nu opnieuw aangetoond. We mogen het niet bij spontane initiatieven laten, maar kunnen ons best organiseren. Waarom als tegenhanger van het comité van de directie geen eigen comités opzetten om maatregelen te bespreken, te bekijken wat nodig is en indien de directie niet bereid is om het door te voeren, dit zelf doen?

    Maatregelen voor onze veiligheid, gezondheid en het maatschappelijk belang, mogen we niet van de directie laten afhangen. Wij doen het werk, wij moeten mee kunnen beslissen over welke maatregelen al dan niet genomen worden!

  • Niet de stakende chauffeurs, maar de Vlaamse regering bouwt openbaar vervoer af

    De Vlaamse regering heeft het niet op openbaar vervoer begrepen. Dat is de enige conclusie die kan getrokken worden uit het gevoerde beleid. Na jaren van besparingen komt de regering-Jambon met nog meer besparingen. Nu al is er een personeelstekort en gebrekkig materieel. Het aantal afgelaste ritten explodeert. De Vlaamse regering en de directie doen alsof hun neus bloedt. Ze richten zich tegen de stakende personeelsleden die opkomen voor beter openbaar vervoer.

    De verantwoordelijkheid voor de malaise doorschuiven naar het personeel past in de nieuw-Vlaamse arrogantie die kenmerkend is voor de regering-Jambon. Het zijn niet de chauffeurs en andere personeelsleden die elke dag hard werken die verantwoordelijk zijn voor het gebrek aan middelen om iets van dienstverlening overeind te houden. Neen, dat gebeurt door de Vlaamse regering en de door haar aangestelde directie. Zij maken het openbaar vervoer kapot. De regering en de directie klagen dat de reizigers de dupe zijn van de stakingsacties. Ze vergeten te vermelden dat zij het openbaar vervoer afbouwen en daar toch steeds hogere ticketprijzen tegenover stellen.

    Beloften van sociaal overleg zijn hol, zeker als de Vlaamse regering tegelijk de druk op de directie opvoert om nog meer te besparen. Het is niet verwonderlijk dat bij veel personeelsleden de maat vol is. Ze geloven de directie niet meer. Vandaar dat in Vlaams-Brabant al dagenlang wordt gestaakt. Een verantwoordelijke van een vakbond die niet meestaakt spreekt over de mogelijkheid van een “totale impasse.” Dat is inderdaad waar het beleid vandaag op aanstuurt. Oproepen om hoop te stellen in overleg ondermijnen stilaan de geloofwaardigheid van de vakbonden.

    In plaats van de problemen aan te pakken, richten regering en directie zich tegen de mensen die de problemen aankaarten. De regering eis een minimale dienstverlening zoals bij het spoor. Veel personeelsleden van De Lijn zullen daar eens goed mee lachen: op gewone werkdagen is er soms al amper minimale dienstverlening. Wat wil je als er niet geïnvesteerd wordt in personeel en materieel? Dan zakt de moed door de bodem: gebrek aan respect maakt dat de uitstroom van personeel groot blijft. Zo blijven we in een vicieuze cirkel. En dat op een ogenblik dat dringende klimaatmaatregelen, zoals een drastische uitbreiding van het openbaar vervoer, noodzakelijk zijn!

    De neoliberale besparingsregering is minstens schuldig aan bewust verzuim, maar het lijkt meer en meer op een bewuste doodsteek voor De Lijn. Dat zeggen niet alleen wij, enkele vertrekkende managers klaagden in de media over een “zinkend schip”. Laat er geen onduidelijkheid over bestaan: het zijn niet de stakende chauffeurs die het schip doen zinken, zij klagen het enkel aan.

    De staking vandaag is een goede stap in de opbouw van verzet tegen de steeds verdergaande besparingen. In plaats van vervoer op de markt te gooien, is er nood aan publieke investeringen in degelijk en goedkoop openbaar vervoer met voldoende personeel zodat er een alternatief is op de auto. Hiervoor zullen we onze strijd moeten organiseren. De Vlaamse regering is zeer vastberaden om De Lijn, maar ook de cultuursector en andere diensten aan de bevolking kapot te maken. Enkel een vastberaden strijd tegen alle besparingen kan dit een halt toeroepen.

  • Terwijl meer en beter openbaar vervoer evidente klimaatmaatregel is, maakt regering het kapot

    Als het gewone personeel protesteert tegen alles wat fout loopt bij De Lijn, staan de media klaar om hun acties af te kraken. Nu de malaise zo groot is dat er zelfs managers spreken over een ‘zinkend schip’ en naar de uitgang zoeken, wordt het probleem wel erkend. De enige oplossing die voor de hand ligt, bestaat uit meer publieke middelen voor meer en beter openbaar vervoer. Als klimaatmaatregel zou dat essentieel zijn. Maar uiteraard is dat niet wat de Vlaamse regering voor ogen heeft.

    De arrogante besparingsregering-Jambon maakte het eerder al duidelijk: protest tegen het gevoerde beleid is uit den boze. Jongeren moeten stoppen met tijdens de schooluren betogen. Het middenveld verliest middelen en zelfs de VRT wordt helemaal gekortwiekt. Uit die hoek moet geen kritische berichtgeving verwacht worden, meer dan herhalingen van herhalingen is financieel niet haalbaar. Ook bij De Lijn hanteert de Vlaamse regering de regel dat elk protest de kop ingedrukt wordt. De aankondiging van verdere besparingen op De Lijn ging meteen gepaard met het voorstel om de minimale dienstverlening op te voeren.

    Dat laatste is absurd: het gebrek aan investeringen in materieel en personeel maakt dat er op gewone dagen vaak nog geen minimale dienstverlening is. Bij stakingen minimale dienstverlening organiseren, betekent straks dat er op stakingsdagen meer personeel aan het werk is dan op gewone dagen… Er zijn wel aanwervingen, maar het verloop is groot. De zware shifts door het steeds drukkere verkeer en het beperken van rusttijden, samen met de weinig aantrekkelijke lonen, zorgen ervoor dat de uitstroom groot blijft. Het personeelstekort is vaak de enige reden waarmee het tekort aan materieel wordt weggemoffeld. Een buschauffeur vertelde ons hoe op zijn stelplaats op een bepaalde dag maar liefst één op de vier ritten niet werd uitgevoerd door een gebrek aan chauffeurs! Het resultaat is onbetrouwbaar openbaar vervoer, ontevredenheid bij reizigers en frustraties tegen en onder het personeel. Een giftige cocktail, samengesteld door de Vlaamse regering en de directie.

    Het ongenoegen gaat nu zo ver dat zelfs enkele topmensen er de brui aan geven. Maandelijks stappen drie tot vijf managers (op een totaal van 55) op, schreef De Standaard dinsdag. De krant heeft het ook over een leegloop op de centrale dienst Techniek. Eén van de vertrekkers verklaarde anoniem: “Een zinkend schip moet je verlaten.”  Een andere directeur die De Lijn verliet: “Met de middelen die ik kreeg, kon ik niet doen wat ik moest doen.”

    Er komt geen beterschap. Het Vlaams regeerakkoord investeert amper of niet in De Lijn en stelt dus voor om de situatie verder te laten verrotten. In één van de vervoerregio’s (Vlaanderen werd opgedeeld in 15 van die regio’s) moet er tegen het einde van de legislatuur een tendering komen waarbij niet enkel De Lijn kandidaat is om het openbaar vervoer te organiseren. Alle drempels voor private vervoerbedrijven moeten weg. Zal dit de gebruiker iets opleveren? Zoals de liberalisering van de energiemarkt ons enkel duurdere facturen heeft bezorgd, zal dit bij het openbaar vervoer niet anders zijn. De Vlaamse regering kondigde al aan dat De Lijn “sowieso een hogere kostendekkingsgraad blijft realiseren.” Dat is jargon voor: het wordt duurder voor de gebruiker.

    Noam Chomsky legde jaren geleden uit hoe privatiseringen werken: “Eerst zorg je ervoor dat de overheidsdiensten te weinig middelen hebben om te doen wat zogezegd van hen wordt verwacht. Daarna stimuleer je de klachten over de slechte prestaties van die diensten. Zo maak je het publiek rijp voor het argument dat privatisering de oplossing is. Vervolgens passeren de bedrijven langs de kassa en is de gebruiker nog verder van huis dan ooit tevoren.” Tenzij we samen in verzet gaan en de verrottingspolitiek van de regering-Jambon stoppen. De roep naar klimaatmaatregelen kunnen we concretiseren met offensieve jongerenacties voor meer, beter en gratis openbaar vervoer. Laten we dit koppelen aan protest van personeel en gebruikers voor betere dienstverlening en dus ook degelijke arbeidsvoorwaarden (een vereiste voor betere dienstverlening).

  • Terwijl klimaat en mobiliteit in het slop zitten, werd 20% bespaard op De Lijn!

    Foto: Jean-Marie Versyp

    Op een ogenblik dat mobiliteit en klimaat belangrijke thema’s zijn, zou het logisch zijn om een pak meer middelen in openbaar vervoer te steken en het bijvoorbeeld gratis te maken zodat een uitgebreidere dienstverlening een echt alternatief vormt op individueel vervoer. Het beleid ging de afgelopen jaren de andere richting uit: minder dienstverlening en duurdere prijzen. We spraken met een buschauffeur uit Antwerpen.

    De problemen bij De Lijn lijken steeds groter te worden. Hoe komt dat?

    “Er is de afgelopen tien jaar fors bespaard op de exploitatie. Als we rekening houden met onder meer de indexatie en de groei van De Lijn, dan hadden we op basis van de middelen uit 2009 nu een dotatie van 1,076 miljard euro voor de exploitatie moeten krijgen. Er is echter slechts 867 miljoen euro. Een besparing van 20% wordt gevoeld door personeel én reizigers, onder meer door slechtere dienstverlening en hogere prijzen. Voor de managers zal de rekening wel kloppen, maar voor personeel en reizigers loopt het mis.

    “Het personeel probeert er het beste van te maken. We kunnen een tijdje proberen om nog wat harder te werken, maar daar zijn grenzen aan. Op een bepaald ogenblik slaat het gebrek aan middelen grotere gaten die overigens ook duurder zijn. Er is jarenlang te weinig geïnvesteerd in nieuwe bussen en trams. Die zijn er vervolgens wel gekomen, maar het ontbreekt aan voldoende onderhoud. Hierdoor rijdt een bus van twee of drie jaar oud soms als één van tien jaar oud.

    “In plaats van te investeren in meer eigen techniekers en onderhoud, wordt een deel van het werk uitbesteed. Het resultaat is dat een chauffeur die in panne staat niet meer kan rekenen op een technieker die met een vervangbus komt waarna de reizigers overstappen en verder rijden. Neen, de bus wordt door een depannagebedrijf weggesleept en er komt geen andere bus. Je hoeft geen enquêtes over reizigerstevredenheid af te nemen om te weten dat dit tot meer frustraties leidt…”

    Het aantal reizigers neemt toch toe?

    “Er zijn geen reizigerscijfers meer. Het systeem om te tellen klopte niet. Maar er is ook een ideologische verschuiving: niet het aantal reizigers telt, wel de inkomsten. De ‘kostendekkingsgraad’ is sterk toegenomen tot ongeveer 20%. Dit betekent dat een groter deel van de ‘kost’ van het openbaar vervoer door individuele gebruikers wordt betaald in plaats van door de gemeenschap. Eigenlijk is het een manier om de dalende dotatie voor De Lijn op te vangen. Het grootste deel van die daling gaat ten koste van het personeel, maar ook de reizigers zijn de dupe.

    “Dat uit zich op verschillende vlakken: minder en slechtere dienstverlening (omdat er al eens een rit afgeschaft wordt omdat er geen chauffeur of zelfs geen bus is), hogere prijzen, … Dat leidt tot meer wrijvingen tussen personeel en reizigers. Als er twee bussen tussenuit vallen, zal de reiziger zich richten tot het eerste aanspreekpunt: de chauffeur van de derde bus. Die kan er niets aan doen, maar krijgt de volle lading over zich. Frustraties leiden tot meer gevallen van agressie.”

    “Eind maart was er op mijn stelplaats een staking na een geval van zware agressie. De week erop hielden we een personeelsvergadering en beslisten we ook toen om niet uit te rijden. De collega’s klaagden aan dat De Lijn niets doet voor onze veiligheid. Niet alleen zijn de bussen niet in orde en is er onvoldoende personeel om een oogje in het zeil te houden, er is ook een onhoudbare werkdruk die de spanningen doet toenemen.

    “We zitten stilaan in een vicieuze cirkel: mensen vallen uit omdat de emmer vol is, waardoor het personeelstekort groter is, de werkdruk stijgt en er nog meer mensen uitvallen. Er komen nieuwe collega’s bij, maar er vallen er evenveel af. Dat kan enkel vermeden worden door betere arbeidsvoorwaarden. Dit betekent: haalbare diensten, tijd om tussen twee ritten wat rust te hebben, geen toename van gesplitste diensten, … In april hebben we op onze stelplaats nog gestaakt voor betere diensten. Er werden verbeteringen beloofd, maar voor echte vooruitgang was er geen geld.

    “Zelfs topman Kesteloot zegt dat De Lijn eigenlijk anderhalf tot twee keer zoveel middelen nodig heeft. Hij wil dat geld in de privé zoeken, maar hij wijst ondertussen op een terecht pijnpunt: er is een chronisch gebrek aan middelen. Daarnaast krijgen we regelmatig te horen dat we concurrentieel moeten zijn, willen we niet geprivatiseerd worden. In dat kader heeft de directie al langer een pakket maatregelen klaar liggen om de personeelskost te drukken. Zo is er het voorstel om van 7u48 naar 7u24 arbeidstijd per dag te gaan. Eigenlijk betekent dit vooral dat er minder ADV-dagen (ArbeidsDuurVermindering) toegekend worden (we hebben een 37-urenweek). Minder ADV-dagen zouden de kosten en het personeelstekort in theorie beperken. Er worden daarnaast terechte gezondheidsargumenten opgeworpen. Maar moest de gezondheid echt zo belangrijk zijn, dan zou voorgesteld worden om de arbeidstijd te beperken zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen. Kortom: om naar een 35-urenweek te gaan om het werk werkbaar te houden. Maar dat is niet waar de directie aan denkt.

    Hoe kunnen we tot verandering komen?

    “Er is nood aan acties, best in het kader van een opbouwend actieplan dat ook anderen betrekt, in de eerste plaats de reizigers. Over reizigers betrekken wordt al lang gesproken, maar nu is er een uitstekende kans. Jongeren betoogden rond klimaat. De eis van meer en gratis openbaar vervoer was daarbij erg populair. De vakbonden hadden deze acties daadkrachtiger moeten steunen zodat deze eisen prominenter waren. Als wij niet wegen op de voorstellen en eisen, ontstaat er meer ruimte voor allerhande asociale voorstellen zoals meer taksen op vliegreizen. Dat zorgt er trouwens voor dat sommige collega’s negatief staan tegenover het klimaatprotest: ze willen niet nog meer taksen op onze kap. In onze vakbonden moeten we argumenten aanbieden en eisen populariseren. Een offensieve vakbondscampagne gekoppeld aan jongerenprotest zou aantonen dat er een heel breed draagvlak is voor meer en beter openbaar vervoer.

    “Na jaren van tekorten zitten we al heel lang in het defensief. Er worden acties gevoerd bij aanvallen of tegen de liberalisering. Het wordt tijd dat we durven offensieve eisen te stellen: voor meer publieke middelen zodat meer en beter gratis openbaar vervoer mogelijk wordt. Dat is nodig voor het klimaat maar ook voor de mobiliteitsproblematiek. Er wordt gedreigd met de gevolgen van de liberalisering. Nu al wordt het personeel van De Lijn uitgespeeld tegen dat van de pachters. We hadden al langer moeten opkomen voor gelijke voorwaarden voor gelijk werk. Maar zoals gezegd: het belangrijkste is meer publieke middelen zodat de dienstverlening beter wordt. Dat is wat personeel en reizigers willen. We zullen er samen voor moeten vechten!”

  • De Lijn bolt niet, maar minister Weyts weet van niets… Stop de besparingen en investeer eindelijk in openbaar vervoer!

    Meer publieke middelen voor openbaar vervoer betekent meer en betere dienstverlening, tevreden personeel en een stijging van het aantal gebruikers. Verminder hiermee het fileleed, de luchtvervuiling en het aantal verkeersongevallen!

    Als onderdeel van een reeks over De Lijn sprak De Standaard met bevoegd minister Ben Weyts (N-VA). In de reeks werd personeel aan het woord gelaten over de ramzalige gevolgen van de besparingen. Gebruikers klaagden over de afbouw van het aanbod. Maar minister Weyts, die weet van niets. Hij lijkt te solliciteren voor de rol van Manuel uit Fawlty Towers. Maar dan in combinatie met Basil Fawlty die onverstoord en los van alle reality checks de eigen waanzin blijft doorzetten. “Er is geen alternatief,” is het laatste argument van Weyts.

    Op vragen over de vermindering van de middelen voor De Lijn, afbouw van het personeel en duurdere prijzen voor gebruikers, antwoordt de minister ontwijkend. “Op die cijfers heb ik geen zicht,” zegt hij over het dalend aantal chauffeurs. Nochtans werd in een eerder artikel door de ondervoorzitter van de raad van bestuur van De Lijn, CD&V’er Sauwens, opgemerkt dat minister Weyts De Lijn als het verlengde van zijn administratie ziet. Alles moet via de minister passeren, wordt geklaagd. Maar als het over de gevolgen van die beslissingen gaat, weet de minister plots van niets? Waar Manuel in Fawlty Towers nog sympathiek is omdat zijn onwetendheid echt is, doet de opstelling van Weyts vooral geveinsd aan. Zeker als de minister nadien wel heel gedetailleerde cijfers bovenhaalt over geschrapte belbussen: “‘Ik heb maar 15 belbussen geschrapt, waarvan geen enkele in West-Vlaanderen.” Waarom zegt hij niet: ‘Ik heb 400 jobs van chauffeurs geschrapt’ of nog ‘Dankzij mijn beleid heb ik geschrapt in het aantal reizigers’?

    De minister wil het niet hebben over de gevolgen van het besparingsbeleid en pleit voor nog meer besparingsmaatregelen die voorgesteld worden als investeringen en verbeteringen. Wie daar vragen bij heeft, wordt weggezet als “verenigd links” dat “staat te roepen” dat “De Lijn niet efficiënter en performanter mag.” Hoe denkt de minister dat de huidige reorganisatie met 286 jobs die verloren gaan zal zorgen voor meer efficiëntie en performantie? Op die vraag krijgen we uiteraard geen antwoord. Wij denken dat er nood is aan een drastische uitbreiding van de publieke middelen voor De Lijn zodat de dienstverlening beter wordt: beter materieel, beter onderhoud, voldoende personeel, realistische tijden voor ritten, … Meer publieke middelen kunnen bovendien gebruikt worden om de prijzen voor gebruikers drastisch te laten dalen of zelfs ‘gratis’ te maken (echt gratis is het natuurlijk niet: we betalen er al voor via onze belastingen). Dat zou De Lijn pas efficiënt en performant maken.

    Het zou voor het eerst op grotere schaal druk zetten om de auto langs de kant te laten omdat er een beter alternatief is. Dit zou meteen een stap vooruit betekenen voor het fileleed, de veiligheid op de weg (ervaren chauffeurs zijn minder bij ongevallen betrokken), maar ook de luchtverontreiniging. Dat zijn drie elementen waarrond een groot ongenoegen heerst. Denk maar aan de acties aan scholen voor propere lucht of het ongenoegen over het toenemend aantal fietsers dat van de weg gemaaid wordt.

    De minister omschrijft al wie vragen stelt bij de besparingen als “verenigd links”, maar dit omvat ook leden van de raad van bestuur van De Lijn of bijvoorbeeld een werkgever van een private pachter die enkele lijnen uitbaat en in de reeks van De Standaard zei: “Wij zien ook hoe hard er in het budget van De Lijn gehakt is. Ik vraag mij soms af of dat nog redelijk is.”

    Wat minister Weyts eigenlijk zegt, is dat de besparingen gewoon doorgaan. De besparing op de dotatie voor De Lijn is volgens hem “nodig om de organisatie performant te krijgen” en voor te bereiden op de volledige liberalisering: “Als we dat niet doen, gaat in 2020 het licht uit.” Minder middelen en minder dienstverlening (het aantal gereden kilometers is sinds 2009 met 10% afgenomen, het aantal afgeschafte ritten omdat er geen chauffeur was is in de provincie Antwerpen verachtvoudigd tussen 2013 en 2017, …) zijn blijkbaar de manier om ‘concurrentieel’ te zijn met de privé? Moesten we in de discussie over openbaar vervoer nu eens vertrekken van de vraag wat de gebruikers nodig hebben in plaats van hoe private bedrijven winst kunnen puren uit het openbaar vervoer…  Voor Weyts is dat geen optie. Er moet en zal verder bespaard worden omdat “er geen alternatief is.” Zo komen we tot de essentie van het Thatcherisme: er is geen alternatief op neoliberalisme. Steeds meer personeelsleden én reizigers laten zich niet meer vangen door die leugen. Laten we het groeiende ongenoegen omzetten in actief verzet en strijd voor openbaar vervoer dat vertrekt van wat nodig is voor reizigers, personeel en milieu.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop