Your cart is currently empty!
Tag: CD&V
-
CD&V faalt om rechtse regering zelfs maar illusie van ‘sociaal gezicht’ te geven

Foto: PPICS Op Rerum Novarum haalde ACV-voorzitter Leemans uit naar de regering-Michel omdat deze de grote vermogens ontziet en het sociaal overleg saboteert. Enkele militanten waren explicieter en riepen slogans als “CD&V, weg ermee.” Kris Peeters, tot voor kort het zelfverklaarde ‘sociaal gezicht’ in de regering, was niet aanwezig. Wellicht om de gemoederen niet verder op te hitsen? Eerder trok de ACV-betoging van 20 april maar liefst 10.000 aanwezigen. Het verzet tegen de wet-Peeters stond centraal op die betoging.
Artikel uit de juni-editie van ‘De Linkse Socialist’
Na het eerste actieplan in 2014 kon de ACV-leiding met een nipte stemming het protest nog stilleggen. Een magere loonnorm werd toen goedgekeurd met de belofte van nieuwe acties. Er werd ruimte gelaten voor het overleg en de leiding stelde veel hoop in Kris Peeters. Ruim een jaar later moet zelfs Marc Leemans erkennen dat er van overleg niets in huis komt. Zelfs indien er akkoorden met de werkgevers gesloten worden, zoals rond de eindeloopbaan, schuift de regering dit opzij. Leemans: “Elk unaniem akkoord onder sociale partners onderging de sjoemelsoftware van Michel I. Correcties aan eindeloopbaan. Het sociaal akkoord. De beschikbaarheid voor oudere werklozen en SWT-ers. Het flexibiliteitsakkoord. En laatst nog dat mooie project van sociale partners, samen met de mutualiteiten, om zieken en invaliden meer kansen op hertewerkstelling te geven.”
De beloofde taxshift om ook de rijksten te laten meebetalen, werd een nieuw cadeau aan de werkgevers betaald door de gewone werkenden. De discussie over ‘werkbaar werk’ werd omgebogen tot voorstellen van meer ‘wendbaar werk’, steeds meer flexibiliteit door de werknemers tot de rek er volledig uit is. De afschaffing van de 38-urenweek is onderdeel van wat nu al de wet-Peeters wordt genoemd.
Niet alleen Peeters laat zich opmerken als een van de vele asociale gezichten van deze regering. Zijn kompaan Geens doet op Justitie hetzelfde. Het besparingsbeleid daar leidt tot een immens ongenoegen bij zowat alle actoren in de sector, van de cipiers tot de magistraten. Is het dan verwonderlijk dat steeds meer protest tegen CD&V weerklinkt onder ACV-leden? In West-Vlaanderen riep ACV Metea (metaal- en textielsector) CD&V op om “de stekker uit de regering te trekken.” De centrale merkte op dat de verklaringen van CD&V-kopstukken naar aanleiding van Rerum Novarum op hoongelach onthaald werden “omdat die politici in het parlement niet de daden bij het woord voegen en de kapitalisten gerust laten.” ACV Metea merkt op dat CD&V de rechtse regering op de been houdt en mee verantwoordelijk is voor sociale afbraak die ons terugbrengt “naar de tijd van Daens.”
Tegenover conservatieven die het beleid van Woeste en co opnieuw willen invoeren en dit als ‘modern’ verpakken, zullen wij de traditie van Daens eveneens moeten opnemen en onze strijd organiseren, ook op politiek vlak.
-
Tax shift maakt einde aan laatste hoop in CD&V
ACV moet klaar staan voor de strijd
De tax shift kwam hard aan. In plaats van de grote vermogens en superrijken meer te laten betalen, werd het een nieuwe aanval op onze levensstandaard. We spraken met LBC-secretaris Tina De Greef over de tax shift en de acties dit najaar.Interview door Anja Deschoemacker
De tax shift van deze zomer toont dat er niets te verwachten valt van de CD&V. Hoe wordt hierop in het ACV gereageerd?
Tina: “Verschillende figuren uit ACV-middens hebben zich negatief uitgesproken over de taxshift zoals ze werd beslist door de regering. Beweging.net-voorzitter Patrick Develtere stelde: “De grote vermogens ontspringen de dans, alweer. Wie (…) een echte taxshift van arbeid naar vermogens had verwacht, is eraan voor de moeite.” De CNE rekende uit dat de sociale zekerheid en de staat drie maal meer bijdragen dan het kapitaal. Zelfs oud-ACV-voorzitter Cortebeeck stelt dat de CD&V het verschil niet maakt. Oud-LBC-voorzitter Ferre Wyckmans stelde “we zijn nog meer bedrogen dan we al waren”. Als de betoging van 7 oktober niets oplevert, moet volgens hem hardere actie overwogen worden.
“Nu moet alle nadruk liggen op de mobilisatie voor 7 oktober. Maar de lessen uit de vorige acties tegen deze regering moeten getrokken worden. Een betoging zal niet volstaan als zelfs de massale beweging van vorig jaar slechts een lege belofte opleverde. En we kunnen enkel op onze eigen kracht rekenen, de kracht van de georganiseerde arbeidersbeweging tegenover de regering en het patronaat.”
Deze zomer was er de woordenwisseling tussen ACV-leidster Marie-Hélène Ska en ABVV-leider Marc Goblet. Goblet stelde onder meer: “Ze (de ACV-top) blijven maar geloven dat CD&V en Kris Peeters gaan kunnen wegen”.
“Het actieplan van vorig jaar eindigde in een anticlimax, waarin de belofte van een voor de arbeiders gunstige tax shift die het kapitaal meer doet bijdragen centraal stond. Deze houding stootte op een historisch grote tegenstand binnen de ACV-rangen, waardoor het akkoord met de allerkleinste meerderheid mogelijk werd goedgekeurd. Bovendien werd daarbij benadrukt dat het akkoord niet inhield dat de strijd tegen de indexsprong en het besparingsbeleid werd gestopt.
“In realiteit was er grote scepsis in de ACV-rangen over de steun aan/hoop in de rol die CD&V zou spelen. Dat de partij niet werd opgesomd in het lijstje van besparingspartijen in de slotspeech op het congres vonden velen gewoon belachelijk. Op het congres werd ook een poging van de nationale leiding tegengegaan om het instrument van de staking een minder belangrijke plaats te geven, een teken dat bij de basis minder geloof heerst in wat met overleg bereikt kan worden dan bij de leiding.
“Zwakheid zet aan tot agressie. Wat ook de mening van de leiding moge zijn, er kan niet ontkend worden dat deze regering haar aanvallen op de arbeidersklasse en de vakbonden verder zet. Wat ze nu ook zou kunnen willen, de CD&V kan het karakter van deze regering niet wijzigen. Niet reageren, zal voor het ACV geen optie zijn. Een nieuw actieplan moet worden uitgewerkt en we mogen ons ditmaal niet laten afremmen door hoop op de ene of de andere regeringspartij.”
En toch houdt men bij ACV en Beweging.net tot nu toe vast aan de relatie met CD&V.
“Ik denk dat er gelijkenissen zijn in de discussie binnen het ACV over de CD&V en die binnen het ABVV en de PS. In het overlegsyndicalisme dat na de Tweede Wereldoorlog tot stand kwam, binnen een kader waarin het kapitaal wel verplicht was toegevingen te doen aan de arbeidersbeweging, kwam het de grote vakbonden goed uit steeds een gesprekspartner in de regering te hebben. De laatste 30 jaar staat dit steeds meer onder druk omdat de toegevingen steeds meer enkel van één kant, van de werkenden, moeten komen. In plaats van dat tegen te houden, hebben de staatsdragende partijen CD&V en PS zich daaraan aangepast. In plaats van garant te staan (tenminste in de perceptie) voor een belangenverdediging voor de werkenden, deden ze niets anders dan wat sociale begeleiding bieden in de achteruitgang van de positie van de werkenden. Dit begrip is steeds meer aan het doorsijpelen in de basis, zeker na de fantastische mobilisatie van vorig jaar en de vaststelling dat we ons niet alleen met een kluitje in het riet hebben laten sturen, maar dat we daar ook een bijkomende prijs voor moeten betalen in de vorm van steeds meer regeringsmaatregelen die ons treffen. We moeten ook vaststellen dat de rol naar buiten uit die de PS sinds 1987 heeft gespeeld als zijnde “de sociale oppositie binnen de regering” de CD&V minder goed afgaat.
“Als de leiding van de grote vakbonden kan vasthouden aan een band met partijen als CD&V en PS, ondanks hun besparingspolitiek, dan is dat niet door de steun onder de basis voor die partijen, maar door het gebrek aan alternatief. Daar waar geloofwaardige alternatieven worden geboden, blijkt al zeer snel dat de band tussen de basis van de vakbonden en de partijen die officieel nog steeds verbonden zijn met de vakbonden nog slechts aan een zijden draadje hangt. Wat blijft er nog van PASOK over na de kansen die de opkomst van Syriza bood?
“PS en in mindere mate CD&V hebben electorale steun bij de werkenden kunnen behouden vanuit het idee van “het minste kwaad”, stemmen voor hen gebeurde voornamelijk om “erger te vermijden”. Als we meer willen, moeten we ten eerste rekenen op onze eigen kracht, de mobilisatie van de arbeidersklasse. En daar moet het vandaag alle hens aan dek zijn. En ten tweede moet ook in België een nieuw politiek instrument worden uitgebouwd, een partij die vecht voor de belangen van de arbeidersklasse op dezelfde manier als deze regering vecht voor de belangen van het kapitaal: zonder scrupules. Die discussie moet door alle linkse militanten in alle vakbonden worden gevoerd. De komende beweging kan kansen bieden om daar ook concrete stappen in te zetten.”
-
Neen Kris Peeters, 23.000 uitgesloten werklozen geven regering geen ‘sociaal gezicht’
Kris Peeters op een CD&V-meeting in april 2014: “Geloof ze niet als ze zeggen dat de afschaffing van de index dé oplossing is. Geloof ze niet als ze zeggen dat de beperking van de uitkeringen in de tijd de werkloosheid zal oplossen. Geloof ze niet als ze zeggen dat alles opgelost zal zijn als we de wachtuitkeringen afschaffen. Geloof ze niet. Want het enige wat die maatregelen doen, dat is mensen in de miserie duwen. Die maatregelen zorgen ervoor dat mensen mét een job toch koopkracht verliezen.” Wij houden Peeters aan zijn woorden en geloven hem vandaag inderdaad niet.Eerlijk gezegd hebben we wat medelijden met Kris Peeters die zich in een onmogelijke positie heeft gewrongen. In het asociale opbod van N-VA en andere liberalen kan zijn CD&V niet winnen en dus probeert de voormalige UNIZO-topman en voorganger van Karel Van Eetvelt zich op te werpen als het ‘sociale gezicht’ van de rechtse regering. Een onmogelijke opdracht waarbij Peeters telkens weer met zijn kop tegen de muur loopt.
Eerst was er de tax shift die voor ‘evenwicht’ in het besparingsbeleid moest zorgen maar die uitdraaide op een nieuwe harde besparing en aanval op de werkenden en hun gezinnen. Deze tax shift doorprikte elke illusie dat het mogelijk is om deze regering een ‘sociaal gezicht’ toe te meten. De maatregelen dwingen de vakbonden om eensgezinder dan voorheen een ernstige mobilisatie op te starten naar wat een hete herfst kan en moet worden.
En dan was er nu de poging van Peeters om ook eens ‘goed nieuws’ te brengen. Het aantal werklozen in ons land is gedaald, schreeuwde hij van alle daken. En dat was mee het gevolg van een begin van economisch herstel. Vrij vertaald: ‘het besparingsbeleid is hard, maar het werkt en leidt tot nieuwe groei’. Nog anders vertaald: ‘ik weet dat de maatregelen pijn doen, maar het einde van de tunnel is in zicht.’
Er zijn verschillende methoden om het aantal werklozen te laten dalen. De meest voor de hand liggende is zorgen dat er meer werk is. Als dat niet lukt, kunnen ook de criteria aangepast worden waardoor er minder mensen officieel werkloos zijn. De uitsluiting van mensen met een inschakelingsuitkering, de vroegere wachtuitkering, bijvoorbeeld gebeurt op basis van een maatregel van de vorige regering. Die beperkte de inschakelingsuitkering in de tijd, een opstap naar een veralgemening van de beperking van uitkeringen in de tijd.
Er waren in juni 2015 ruim 54.000 vergoede werklozen minder dan in juni 2014. In de eerste zeven maanden van dit jaar waren er gemiddeld 430.081 vergoede werklozen of ruim 28.000 minder dan in dezelfde periode vorig jaar. De voornaamste reden voor deze daling moet niet bij economisch herstel gezocht worden, maar wel bij de uitsluiting van ruim 23.000 werklozen die hun inschakelingsuitkering verloren omdat deze in de tijd beperkt werd.
Het aantal niet-werkende werkzoekenden is op jaarbasis niet afgenomen, enkel het aantal vergoede werklozen is afgenomen. Dit betekent dat minder werkzoekenden een uitkering krijgen. Het aantal niet-werkende werkzoekenden bedroeg in juni 554.324 volgens cijfers van de RVA. Met de ruim 23.000 mensen die hun inschakelingsuitkering verloren, is er een stijging van het aantal niet-werkende werkzoekenden in vergelijking met een jaar geleden aldus het ABVV (zie persbericht). Bijna 600.000 mensen zitten zonder werk. In plaats van werk te creëren, worden de statistieken opgekuist. Dalende cijfers als gevolg van uitsluitingen en ellende voor de uitgeslotenen voorstellen als het ‘sociaal gezicht’ van de regering bevestigt enkel dat deze regering geen sociaal gezicht heeft. Werklozen dieper in de ellende duwen, is geen hoopgevend signaal van groei.
Het is cynisch dat minister Kris Peeters deze cijfers vandaag gebruikt om te zeggen dat het besparingsbeleid werkt. “Deze daling is een hoopgevend signaal dat we niet alleen in de cijfers, maar ook in de realiteit de crisis stilaan achter ons laten”, verklaarde hij. Misschien moet het ‘sociaal gezicht’ van de regering van rijken dat eens uitleggen aan de 23.000 mensen die hun inschakelingsuitkering verloren? Of aan de bijna 50.000 jongeren die afhankelijk zijn van een leefloon? Of aan het groeiend aantal werkzoekenden dat gesanctioneerd wordt door de strengere regels inzake beschikbaarheid? In 2014 waren er meer dan 50.000 werkzoekenden die op die manier hun uitkering verloren.
De wanhopige communicatie van Peeters en co zal het groeiende ongenoegen onder brede lagen van de bevolking niet stoppen. Een ernstige mobilisatie naar de grote betoging van 7 oktober, liefst voorafgegaan door militantenbijeenkomsten om de mobilisatie en informatiecampagne voor te bereiden, kan het begin vormen van een nieuw actieplan waarmee de vakbonden ook andere groepen in de samenleving meetrekken. Dit actieplan moet gericht zijn op de val van deze regering van rijken en van het volledige besparingsbeleid. Dat zou pas een hoopgevend signaal zijn voor de honderdduizenden werkenden die hun levensstandaard zien dalen of de tienduizenden werklozen die hun uitkering verliezen.
-
To Thatcher or not to Thatcher, that’s the question
Regering hangt aaneen met spuug en draadjes
Artikel door Peter Delsing uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
De federale regering heeft van meet af aan – zo leek het – met spuug en draadjes aan elkaar gehangen. Het enige moment dat ze even een eenmakend doel kon voorwenden, was na de verschrikkelijke aanslagen in Parijs. Ze misbruikte de terroristische dreiging om als ‘vader van de natie’ op te treden. De stemming leek even te keren: tegen ‘polarisatie’, zelfs die tussen de economische klassen. Ook al zitten de enorm toegenomen klassen- en dus ook politieke tegenstellingen ingebakken in het systeem.
Het optreden tegen een terroristische cel in Verviers, de maatregelen die snel op papier werden gezet tegen terrorisme (en die makkelijk tegen de arbeidersbeweging kunnen worden misbruikt), de para’s op straat, … De begrijpelijke afkeer van willekeurig geweld en terreur bij een brede laag van de bevolking liet Michel I toe om opnieuw een zeker draagvlak te vinden. Vooral de N-VA en de liberale MR profiteerden daarvan. Ze claimden opnieuw een bredere steun in de maatschappij, die ze na de harde asociale maatregelen en de stakingsacties van november en december waren kwijtgespeeld.
Commentatoren waren er in januari snel bij om het vakbondsverzet, na de gebeurtenissen bij Charlie Hebdo en in Verviers, te begraven. Ze hoopten dat de onderhandelingen over een minimale loonsverhoging – sowieso weggeveegd door de indexsprong van min 2% – en het beperkt optrekken van de laagste uitkeringen het verzet zouden doen wegkwijnen. Dat was nogal kort door de bocht. Peilingen gaven steun aan de regering voor haar maatregelen tegen terrorisme. Maar andere peilingen toonden belangrijke meerderheden tegen de indexsprong en tegen pensioen op 67.
Het karakter en de samenstelling zelf van deze regering, vooral met de Thatcheriaanse provocateurs van N-VA, lijken steeds opnieuw de beweging weer in gang te duwen. Met de CD&V als vijfde wiel aan de Thatcheriaanse wagen. Nu eens de regeringspartner N-VA van binnenuit beschadigend, dan weer trouw zwerend aan diezelfde coalitie. Denk aan de mail van een Antwerps CD&V lid om de aanwezigheid van para’s in het straatbeeld – stokpaardje van De Wever – georkestreerd te bekritiseren op sociale media. De CD&V vertegenwoordigt ook het dilemma van veel grote kapitalisten. Ze moeten de onbetrouwbare factor N-VA – mogelijk te veel een wandelende provocatie van de arbeidersklasse, en communautair niet volledig onder hun controle – tot ‘redelijke proporties’ terugbrengen. Tegelijk is elke stap vooruit voor de winsten en verzwakking van de vakbonden die deze openlijke provocateurs losweken ook voor hen handig meegenomen.
Nauwelijks was de inkt van het voorstel rond de lonen droog, of er werd door sommigen gesteld dat de syndicale strijd voorbij was. Een aantal N-VA’ers zagen de toezegging van de ACV-top als een teken van zwakte, een breuk in het syndicaal front en een signaal om de ‘overwinning’ te ‘vieren’ met nieuwe frontale aanvallen. Zuhal Demir van de N-VA lanceerde meteen opnieuw het voorstel voor de beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd. N-VA-minister van Financiën Van Overtveldt wist te melden dat er geen tax shift naar het kapitaal en de grote vermogens zou plaatsvinden. Via BTW-verhogingen op consumptie wou hij opnieuw hoofdzakelijk de werkenden, werklozen en gepensioneerden doen betalen. Liesbeth Homans kwam naar buiten met het voorstel voor gescheiden kinderopvang voor kinderen van werklozen en armen. Diezelfde Homans ziet er ook geen graten in om huurprijzen wel te indexeren en de lonen en uitkeringen niet. Het toont de absolute prioriteit van deze regering. Grote bedrijven, diamantairs, vermogenden met Lux- en SwissLeaksambities en verhuurders mogen zich in de handen wrijven, terwijl gewone werkenden, werklozen, jongeren, gepensioneerden, … worden gestroopt waar ze bijstaan.
De Thatcheriaanse provocateurs zullen niet stoppen. De enige manier om ze te stoppen met hun aanvallen op onze lonen en sociale rechten is door een actieplan op te stellen dat hen doet vallen. De basis van ACV en ABVV, honderdduizenden syndicalisten maar ook de jongeren, de socioculturele sector, … verdienen een eigen massapartij waarmee ze de strijd verder kunnen stimuleren. We hebben een regering nodig die neen zegt tegen de besparingen en door nationalisaties onder democratische controle de rijkdom gebruikt voor de ontwikkeling van de grote meerderheid, niet enkel voor de winsten van een kleine minderheid.
-
“Peeters, Crevits, van ons krijg je niets”. Jongerenprotest bij CD&V
Verslag door Fabian, Foto’s door Jean-Marie en Liesbeth
Vandaag verzamelden enkele scholieren en studenten aan de nieuwjaarsreceptie van CD&V om er actie te voeren tegen de verhoging van de inschrijvingsgelden en de besparingen in het onderwijs. De receptie ging dit jaar door in de Eskimofabriek, aan de Wiedauwkaai in Gent. Ook het ACV voerde actie en Vrede vzw, dat campagne voert tegen de geplande aankoop van F-35 straaljagers, tekende eveneens present.Met een spandoek en de slogan “Hilde Crevits, van ons krijg je niets!” werd de Vlaamse Minister van Onderwijs, die in haar eerste jaar op deze post 800 miljoen zal besparen op het onderwijsbudget, door de jongeren welkom geheten. Bij het uitstappen uit haar Mercedes S-klasse vond ze er niet beter op dan haar tong uit te steken naar de protesterende studenten en scholieren, die er al enige tijd de kou trotseerden. Op de uitnodiging om een herinvestering in het Vlaamse onderwijs te onderhandelen ging ze niet in.
-
Scholierenactie gepland aan nieuwjaarsreceptie CD&V
Vorig semester trokken de Gentse scholieren het verzet tegen de besparingen op gang met verschillende acties tegen de verhoging van het inschrijvingsgeld. Na een succesvolle scholierenstaking in oktober, werd het jaar 2014 afgesloten met de grootste nationale betoging op 6 november en algemene staking uit de afgelopen decennia. Nooit was er zoveel vastberadenheid om zich te verzetten tegen de asociale besparingen van deze rechtse regering.De verhoging van het inschrijvingsgeld in het hoger onderwijs moet 163 miljoen euro opbrengen. Eén van de 40 nieuwe F35 gevechtsvliegtuigen kost ons allen 150 miljoen euro. Investeren in oorlogstuig blijft een grotere prioriteit dan investeren in onderwijs. De oorlogen in het Midden-Oosten hebben vooral tot vernieling, ellende en meer dan een miljoen doden geleid en tot de radicalisering van een kleine groep jongeren die vervreemd is geraakt van de samenleving.
Hoe doen we de regering luisteren?
Jammer genoeg blijken zowel de federale als Vlaamse regering vastberaden in hun besparingswaanzin. De strijd zal daarom in 2015 moeten verder gaan. Indien deze regeringen hun plannen niet willen veranderen, zal massaal protest en druk vanuit de samenleving hen moeten dwingen. Dat is wat wij van plan zijn.
De Gentse actiecomités van scholieren willen alvast opnieuw het voortouw nemen en acties opzetten. Op 24 januari houdt de CD&V haar nationale nieuwjaarsreceptie in Gent. Wij roepen de Gentse scholieren op daar mee actie te gaan voeren. Indien de CD&V luistert naar de bekommernissen van de vele jongeren en ouders die protesteren dan moeten ze stoppen met het besparen op onder andere onderwijs en deze regeringen niet verder ondersteunen.
Scholieren lanceren nieuwe beweging: SCHOLIERENACTIE
We hebben de ambitie om overal in Vlaanderen acties op touw te zetten. Een brede beweging van scholieren tegen de verhoging van het inschrijvingsgeld naar 890€ en de besparingen op onderwijs is dringend nodig.
Geïnteresseerd? Doe mee met de campagne “SCHOLIERENACTIE” en zet ook op jouw school, in jouw stad, met vrienden en klasgenoten een actiecomité op. Weet je niet direct hoe eraan te beginnen? Geen probleem, contacteer ons door een sms te versturen naar: 0483042208 of bezoek de website SCHOLIERENACTIE.be
ZATERDAG 24 januari om 16u15 – afspraak aan de Muidebrug (gemakkelijk te bereiken met tram 4), vanwaar we vertrekken naar de CD&V receptie die doorgaat in de oude Eskimofabriek aan de Wiedauwkaai.
Facebook evenement
-
Het Vlaams Regeerakkoord. Wat het is en hoe het te bestrijden?
Een analyse van het Vlaams Regeerakkoord door Tim (Brussel)
Dat het regeerakkoord [1] van de nieuwe Vlaamse coalitie van N-VA, CD&V en Open Vld vol zou staan met aanvallen, asociale maatregelen en het verder afbouwen van de verworvenheden van de arbeidersbeweging stond in de sterren geschreven. De hele tekst leest als een open oorlogsverklaring aan de werkende bevolking, jongeren en mensen die leven van een vervangingsinkomen. De grondtoon is duidelijk: het opdrijven van de besparingen en privatiseringen, en de factuur van de crisis voorleggen aan de meerderheid van de bevolking.
De regering “Bourgeois I” doet haar uiterste best om haar naam alle eer aan te doen. “We zullen met z’n allen inspanningen moeten leveren. Zeker de eerste twee jaar zal iedereen dat voelen” [2], opent het regeerakkoord. De toon is meteen gezet. Het is duidelijk dat onder “allen” zeker niet de ondernemers, multinationals en superrijken worden begrepen. In elk hoofdstuk wordt krampachtig gezocht naar manieren om duidelijk te maken dat dit een regering is van de bazen en de rijken, zelfs in de hoofdstukken over cultuur en welzijn slaagt men er in een zinsnede over het belang van steun aan ondernemers toe te voegen. Bij VOKA zullen er wel enkele traantjes van ontroering worden weggepinkt…
“Stimuleren van het ondernemen”: lage lonen en jacht op de werklozen
En het blijft niet enkel bij woorden. In die domeinen waar Vlaanderen bevoegd is, onder meer na de zesde staatshervorming, kiest de regering er resoluut voor om de belangen van het bedrijfsleven te verdedigen, ten koste van de meerderheid van de bevolking. Er wordt zwaar het mes gezet in de mogelijkheden rond loopbaanonderbreking, zo verdwijnen de niet-thematische verlofstelsels. Dit is al langer een eis van het patronaat. Ook al worden de loopbanen van Belgische werknemers steeds zwaarder, langer en stresserender, de bedrijfsleiders willen af van de mogelijkheid voor werknemers om in beperkte mate eens een pauze te nemen. Enkel een paar specifieke vormen van loopbaanonderbreking, bijvoorbeeld voor de zorg voor een zwaar ziek familielid, zullen in de toekomst nog mogelijk blijven, de rest wordt afgeschaft.
Verder legt de Vlaamse regering bij haar arbeidsmarktbeleid de nadruk op het zoeken naar manieren om de “loonkosten verder te drukken” [3]. Opnieuw wordt de illusie gecreëerd dat lagere loonkosten zouden leiden tot meer jobs, ook al zijn het geen kwaliteitsvolle en zekere jobs…
Ook de nieuwe bevoegdheden rond de controle op de werkloosheid wil de Vlaamse regering op dezelfde manier invullen. Bij de uitkeringen gaat het voor de Vlaamse regering vooral om “activering, controle en sanctionering” [4]. Werklozen en anderen die van een vervangingsinkomen leven worden op die manier opnieuw gestigmatiseerd en persoonlijk verantwoordelijk gesteld voor hun situatie. Over “sancties en controle” op de bedrijven die herstructureren en die weigeren verder mensen aan te werven wordt niet gesproken…
Maar het gaat verder dan een verscherping van de controles. De nieuwe Vlaamse regering wil een systeem van gemeenschapsdienst en goedkope tijdelijke werkervaring invoeren voor werklozen [5]. Werklozen en uitkeringstrekkers kunnen dus verplicht worden in ruil voor hun uitkering te werken. Een zeer drieste maatregel, gelet op de verdere afbouw van het aantal arbeidsplaatsen bij de overheid die de nieuwe coalitie wil doorvoeren. Zullen contractuele ambtenaren die hun baan verliezen bij de Vlaamse overheid in de toekomst verplicht worden dezelfde job uit te oefenen in ruil voor hun werkloosheidsuitkering?
De Vlaamse regering verwezenlijkt hiermee één van de dromen van het Vlaamse KMO-patronaat: het invoeren van een “Duits arbeidsmarktmodel” van lage lonen en werklozen die verplicht worden te werken voor hun uitkering, aangevuld met een kleine extra vergoeding van 1 euro per uur. Het resultaat is dat in Duitsland 6,8% van de werkenden onder de armoedegrens leeft (meer dan 1,3 miljoen werkenden), en dat 20% van de Duitsers minder verdient dan 10 euro per uur bruto. Werklozen krijgen een uitkering van 364 euro per maand, en zijn verplicht gelijk welke job aan te nemen die wordt aangeboden, inclusief banen waarbij ze slechts 1 euro per uur verdienen bovenop hun uitkering! Is dat het perspectief dat de regering Bourgeois ons ook in Vlaanderen wil bieden?
Brutale aanvallen op openbare diensten en verworvenheden
Ook onze openbare diensten en verworvenheden liggen onder vuur. De regering Bourgeois voorziet een grondige hervorming van de Vlaamse overheid, met als hoofddoel het verminderen van het aantal werkplaatsen bij de overheid, en het afstoten van de “niet-kerntaken” van de overheid. Concreet betekent het verder verminderen van het aantal ambtenaren, en het uitbesteden van taken zoals schoonmaak, ICT, onderhoud,… aan private firma’s. Hoewel de Vlaamse onderhandelaars spreken over een meer “efficiënte” overheid, is de situatie op het terrein anders. Tijdens de vorige regeerperiode verdwenen reeds 2.160 arbeidsplaatsen bij de Vlaamse overheid [6], een inkrimping van 7,5% tegenover het begin van de vorige legislatuur. Dit leidde reeds tot acute personeelstekorten bij diensten zoals VDAB, Jeugdzorg en het MRCC, dat reddingen op zee organiseert. Het is één zaak om voor propagandistische doeleinden een ideologische aanval te organiseren op het aantal arbeidsplaatsen bij de overheid, het is blijkbaar een heel andere zaak om die overheidsdiensten daarna nog verder degelijk te laten functioneren. Het verder besparen op overheidsdiensten leidt tot meer werkdruk bij de overblijvende ambtenaren, en zorgt ervoor dat de dienstverlening ernstig in gevaar komt.
Hetzelfde met de mythe dat het afbouwen van de “niet-kerntaken” van de Vlaamse overheid zou leiden tot besparingen en een beter functioneren. Dit soort redenering heeft geleid tot een inflatie van de kosten voor externe consultants en private bedrijven binnen de Vlaamse overheid. Zo werden de besparingen en afvloeiingen bij de VDAB opgevangen door het in dienst nemen van externe private arbeidsbemiddelaars. Tussen 2005 en 2012 verviervoudigde het budget voor externe opdrachten, van 23,9 miljoen euro naar 100,5 miljoen euro [7]. Maar liefst één derde van de middelen van de dienst gaat nu naar externe bemiddelaars. Dit is een veelvoud van de besparing van 22 miljoen die de recente afvloeiingen bij de VDAB moesten opleveren. In de talrijke rapporten die reeds werden opgesteld over deze uitbesteding kon nog geen enkele keer worden aangetoond dat de privatisering goedkoper en efficiënter is dan dezelfde taken met eigen personeel te doen. Of, zoals een rapport van de consultants DLA Piper en Idea Consult in 2009 het zelf beschreef: “De beslissing van het inzetten van de markt is niet gebaseerd op een efficiëntievraagstuk, maar wordt gestuurd door een vraag vanuit het beleid waarbij middelen worden vrijgemaakt en deze integraal getendeerd worden. Er wordt onvoldoende in overweging genomen of de VDAB dan wel de markt efficiënter is om de doelgroep in kwestie te begeleiden, bijvoorbeeld op basis van een vergelijking van de uitstroomresultaten en de inspanningen die geleverd werden om deze te bereiken (gemaakte kosten).” [8] Kortom: het is een fabel dat snijden in de middelen voor personeel en werking van de overheid leidt tot een betere en meer efficiënte dienstverlening. Enkel de private bedrijven die een deel van de koek die de overheid laat liggen kunnen meepikken profiteren er van.
Toch gaat de regering Bourgeois I verder op deze weg. Tientallen fusies en hervormingen bij diensten van de Vlaamse overheid zijn gepland, vooral met de doelstelling om verder te kunnen besparen, en personeel te laten afvloeien. Bovendien stelt het regeerakkoord dat de Vlaamse overheid moet kunnen beroep doen op uitzendarbeid “onder dezelfde voorwaarden als ondernemingen in de privésector”.[9] Bovendien wil de Vlaamse regering werk maken van een “modern HR-beleid”. Dergelijke formuleringen hebben bij vorige hervormingen vooral tot doel gehad een personeelsbeleid in te voeren dat gebaseerd is op individuele verloningen en promoties, en waarbij gewaarborgde carrièremogelijkheden worden afgebouwd, denk maar aan de hervormingen van Hendrik Bogaert bij de federale overheid. Voor de meerderheid van de ambtenaren betekent dit nog meer afhankelijk zijn van de wensen en grillen van het diensthoofd, en een serieuze inlevering op het gebied van promoties.
Besparen op alle bestuursniveaus
Maar ook op andere bestuursniveaus moet er bespaard worden: de provincies worden afgebouwd, de zogenaamde “persoonsgebonden bevoegdheden” (zoals sport, jeugd, cultuur en onderwijs) verdwijnen, en in de grootste steden worden zelfs alle provinciale bevoegdheden weggenomen. Op zich zijn socialisten geen absolute voorstanders van het systeem van de provincies in ons land, maar we vragen ons wel af op welke manier de dienstverlening die ze aanboden kan gegarandeerd blijven, en wat er moet gebeuren met het personeel dat hiervoor moest instaan. Op die punten blijft het Vlaams regeerakkoord opvallend vaag.
Bij de gemeenten is de teneur echter een stuk duidelijker: de Vlaamse overheid stelt de gemeenten meer “autonomie” te willen geven. In de praktijk is deze autonomie vooral het doorschuiven van de verantwoordelijkheid voor de besparingen naar het niveau van de steden en gemeenten. Deze krijgen dan ook alle mogelijkheden aangeboden om de aanvallen zo efficiënt mogelijk door te voeren: “gekleurde” middelen voor integratie, bestrijding kinderarmoede, ondersteuning van het onderwijs, maar ook voor het OCMW, worden geïntegreerd in de “gewone” gemeentebegroting [10]. Gemeenten krijgen dus veel meer mogelijkheden om zelf te besparen op sociale uitgaven, indien ze dit wensen. Steden en gemeenten krijgen het makkelijker om afvalophaling en energiedistributie te privatiseren [11], en individuele gemeenten krijgen zelfs de kans zelfstandig het statuut van hun personeel uit te hollen [12]. We denken hierbij meteen aan de besparingen bij de lokale besturen na de gemeenteraadsverkiezingen van 2012: krijgen we de komende jaren een inflatie aan aanvallen zoals die bij het stadspersoneel in Gent en Antwerpen, of de afvalophaling in Sint-Niklaas? De Vlaamse regering heeft in elk geval besloten om die steden en gemeenten die harder willen doorgaan met afbreken van hun voorzieningen stevig te ondersteunen, aanvallen die daarna kunnen worden veralgemeend naar heel het land. Of, zoals Bart De Wevers’ favoriete filosoof Edmund Burke het verwoordde: “Met het knagen door een dijk, kan een rat zelfs een heel land doen verdrinken”. Er zal dus stevig moeten gereageerd worden op elke lokale aanval op de “dijk” van het lokaal personeelsstatuut.
Ook verder besparen op onderwijs, openbaar vervoer en welzijn
Men kan de nieuwe Vlaamse regering er alleszins niet van beschuldigen haar besparingen niet op alle beleidsdomeinen tegelijkertijd in te zetten. In twee van de drie grootste uitgavenposten van de overheid, onderwijs en openbaar vervoer, leest de regeerverklaring als een open oorlogsverklaring aan het personeel en de gebruikers van deze voorzieningen. Maar ook in de derde van de drie grote uitgavenposten, de welzijnssector, zullen de gevolgen van de besparingen gevoeld worden.
Eén van de grote problemen in de welzijnssector is het gebrek aan personeel en plaatsen in instellingen voor mensen met een handicap, ouderen en andere zorgbehoevenden, resulterend in enorme wachtlijsten. Recent nog bekwamen twee motorisch gehandicapte vrouwen van de rechter dat het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap verplicht werd hen een opvangplaats te voorzien. Niets daarover in het Vlaams regeerakkoord: geen engagementen om te voorzien in meer instellingen en plaatsen voor zorgbehoevenden, geen antwoorden op de personeelstekorten. Wel wordt er op het gebied van welzijn gesproken over het stimuleren van het “sociaal ondernemen” [13], een notie die ook onder het initiatief “Flanders Care” van de vorige regering opgang maakte. Het gaat om het idee dat bedrijven ook een rol kunnen spelen in de organisatie van de welzijnssector, en dat het uitbouwen, organiseren en uitbaten van zorginstellingen niet enkel door de overheid en vzw’s moet gebeuren, maar dat ook commerciële bedrijven hiervoor kunnen zorgen. Deze manier van werken kwam recent nog onder de aandacht toen de uitbating van het nieuwe Forensisch Psychiatrisch Centrum in Gent, weliswaar door de Federale regering, werd toegewezen aan een consortium rond de Franse multinational Sodexo [14]. Er kwam veel kritiek op deze toewijzing, vooral omdat Sodexo in het buitenland reeds een bedenkelijke reputatie heeft bij de uitbating van dergelijke initiatieven [15]. Krijgen we binnenkort ook in Vlaanderen Sodexo-rusthuizen en opvanghuizen, waarin de zorg ondergeschikt is aan de winstmarges en waarin de vakbonden van het personeel vogelvrij worden verklaard?
De taal die de nieuwe Vlaamse regering spreekt over het openbaar vervoer is zeer duidelijk: er wordt afgestapt van het idee van “basismobiliteit”, namelijk dat elke Vlaming recht heeft op degelijk openbaar vervoer, waar hij/zij ook woont. In het regeerakkoord wordt een nieuw concept ingevoerd: “basisbereikbaarheid”[16].
De betekenis van dit concept wordt onmiddellijk verduidelijkt in de daarop volgende alinea’s van de tekst: busvervoer in minder dicht bevolkte gebieden wordt afgebouwd, en vervangen door de veel minder toegankelijke belbussen of taxi’s [17]. Deze belbussen moeten de passagiers dan naar de voorsteden van de grotere agglomeraties brengen, waar ze aansluiting kunnen vinden met de rest van het netwerk. Minder frequente en minder interessante vervoersverbindingen worden dus de regel voor al wie niet in de buurt van een grote stad woont. Nachtvervoer in de steden wordt georganiseerd door “cofinanciering” [18] van bedrijven en met hogere tarieven dan het reguliere dagvervoer. Heel wat goedkope of gratis abonnementsformules, zoals voor jongeren, 65+-ers en andere groepen worden afgeschaft, en de “kostendekkingsgraad” – het aandeel in de reële kost dat wordt betaald door de reiziger zelf – gaat omhoog. Ook De Lijn krijgt meer vrijheid om haar tarieven te verhogen wanneer ze nieuwe besparingen te slikken krijgt, en de tarieven worden afgestemd op het buitenland.[19] Wetende dat in de meeste andere Europese landen busvervoer steeds vaker geprivatiseerd werd en fors duurder werd, weten we waaraan we ons kunnen verwachten met zo’n “vergelijking”.
Ook het onderwijs gaat moeilijke jaren tegemoet. Opnieuw wordt geen enkel engagement aangegaan om de jarenlange onderfinanciering van personeel, gebouwen en werkingsmiddelen uit het verleden teniet te doen, maar wordt, net zoals in de zorgsector, de deur voor de privésector naar het leerplichtonderwijs verder opengezet, vooral bij het bouwen van scholen: de Vlaamse regering gaat immers op zoek naar “alternatieve financieringsbronnen” voor het nijpend gebrek aan schoolinfrastructuur.[20] Het enige belang hierbij is de “impact op de schuldgraad” van de Vlaamse overheid, de kostprijs, kwaliteit en gevolgen voor de scholen zijn blijkbaar van geen tel. Vandaag zijn er scholen die nu al niet meer toekomen met hun werkingsmiddelen om de kostprijs van PPS-constructies uit het verleden te financieren.
Maar er zijn nog meer donkere wolken op komst voor het leerplichtonderwijs. De volgende Vlaamse regering wel werk maken van een basistoelage die “gelijk is op basis van niveau en studierichting”[21]. In het leerplichtonderwijs van de Franstalige gemeenschap werd deze operatie vorig jaar reeds doorgevoerd: het resultaat was een sterke verlaging van de middelen voor het gemeenschapsonderwijs tot het (lagere) niveau van het vrij onderwijs. Blijkbaar is zelfs de N-VA bereid om te leren van de PS in Wallonië als het gaat om creatief besparen… Tenslotte worden pedagogische begeleidingsdiensten gericht op de leerlingen verder afgebouwd [22], en krijgen meer individuele scholen meer “verantwoordelijkheid” over hun eigen organisatie. Net zoals bij de zorg en het openbaar vervoer wil in dit in tijden van besparingen vooral zeggen dat de schooldirectie zelf verantwoordelijk wordt voor het doorvoeren van de besparingen. De verzuchtingen van leerkrachten, die te lijden hebben onder een gebrek aan ondersteuning, die steeds meer administratieve en andere taken moeten opnemen, en die – vooral in de eerste jaren van de loopbaan – vaak te maken hebben met onzekerheid en instabiliteit van hun werksituatie worden enkel beantwoord door het “invoeren van een niet-bindende toelatingsproef” voor de lerarenopleiding [23]. Alle andere verzuchtingen worden op de lange baan geschoven door het in het vooruitzicht stellen van een nieuw “pact”, zonder enige vorm van garanties. Dit is hetzelfde verhaaltje dat de vorige Vlaamse regeringen al jaren opbrengen bij alle vorige CAO’s in het onderwijs: veel gepraat en analyses over de problemen, maar geen oplossingen omdat de financiering ervoor ontbreekt.
De aanvallen op het hoger onderwijs zijn mogelijk nog groter en directer. Er komt een veralgemeende verplichte toelatingsproef voor het hoger onderwijs. In eerste instantie is deze niet-bindend, maar het verhaal van de rat en de dijk in het achterhoofd, en de ervaringen met de salamitactiek van het doorvoeren van besparingen in kleine opeenvolgende delen, is het slechts een kwestie van tijd alvorens deze toelatingsproef effectief bindend wordt [24]. Dit vooral omdat ook in deze sector de instellingen zèlf verantwoordelijk worden gesteld voor het opvangen van de besparingen die de Vlaamse regering wil doorvoeren.
In de media verscheen hierover reeds de discussie over de werkingsmiddelen van hogescholen en universiteiten die zouden worden ingeperkt. Concrete cijfer staan er niet in het regeerakkoord, maar er wordt gesproken over 5% van de werkingsmiddelen, of een besparing van ongeveer 80 tot 100 miljoen euro per jaar voor het hele hoger onderwijs. In ruil laat de Vlaamse overheid de universiteiten en hogescholen toe om deze aderlating op te vangen door een schijnbaar onbeperkte verhoging van de inschrijvingsgelden toe te staan. Om een dergelijke besparing op te vangen, zal een kleine verhoging niet volstaan, de inschrijvingsgelden moeten verdubbelen of verdrievoudigen, lieten de universiteiten reeds weten [25]. Indien deze verhoging niet wordt behaald, moet er sterk bespaard worden op personeel en werking van de instellingen zelf, twee uitgavenposten die nu reeds sterk onder druk staan door tekorten.
Deze manier van werken, en vooral het reeds in de media brengen van de concrete omvang van de te verwachten besparing, is een pure provocatie en een test van deze Vlaamse regering. Ze wil kijken in hoe verre personeel en studenten tegen elkaar kunnen worden opgezet bij het doorvoeren van besparingen die uiteindelijk iedereen zullen testen. Het is belangrijk dat de instellingen, maar vooral de studenten en vakbonden van het personeel krachtig reageren, en deze provocatieve aanval afwijzen met een gemeenschappelijk verzet.
Ook wil de Vlaamse regering het aantal studierichtingen verder “rationaliseren” of beperken [26], en komt er een herwerking van het financieringsmodel. De mededelingen in de pers rond het afbouwen van de basisfinanciering in het hoger onderwijs laat hierover het ergste vermoeden. Opvallend is trouwens dat er met geen woord wordt gerept over het fundamenteel wetenschappelijk onderzoek aan de hoger onderwijsinstellingen, behalve dan dat de financiers IWT, Hercules en FWO moeten besparen op hun werking door de fusioneren. De aandacht voor het wetenschappelijk onderzoek gaat enkel naar het “Innovatiebeleid”, subsidiëring van direct toepasbare technologieën in de industrie, en steun aan bedrijven. De bevoegdheid “Wetenschapsbeleid” verdwijnt trouwens uit de regering: geen enkele van de nieuwe Vlaamse ministers krijgt deze “titel” toegemeten.
Wat staat er niet in het regeerakkoord?
Dit artikel is te kort om een volledige opsomming te maken van alle asociale maatregelen en besparingen die de volgende Vlaamse regering nog voorstelt. Zo krijgen migranten strengere controles op hun “inburgeringstrajecten” [27], wordt het werken met dienstencheques voor de bedrijven nog verder versoepeld [28], verminderen de subsidies voor het onderzoek naar hernieuwbare energiebronnen [29], wordt de leegstandsheffing voor immobiliënspeculanten “versoepeld” [30] en worden ook bij de VRT nieuwe stevige besparingen aangekondigd [31].
Veel belangrijker zijn dan nog die aspecten waarvoor de Vlaamse regering géén aandacht heeft in haar regeringsverklaring. We spraken al over het feit dat de notie “Wetenschappelijk Onderzoek” volledig is vervangen door het bedrijfsgerichte “innovatie”, maar ook over armoedebestrijding klinkt de regering laconiek: “De realisatie van de armoededoelstellingen van het Pact 2020 is dan ook een taak van elke Vlaamse minister”.[32] Van een systematische aanpak van de steeds groter wordende armoedeproblematiek (bijna 1 op 10 Vlamingen leeft in armoede), is geen sprake. In tegendeel, enkele maatregelen zoals de gratis elektriciteit en gratis gaslevering aan gezinnen worden afgeschaft, en de nettarieven gaan omhoog om de tekorten van de voorbije jaren op te vangen.[33]
Ook voor sociale woningbouw is er geen plaats in het regeerakkoord. Er wordt geen enkel engagement ingeschreven, en geen enkel budget voorzien voor de bouw van nieuwe sociale woningen, de Vlaamse regering stelt zelfs onomwonden dat “de belangrijkste partner op de huisvestingsmarkt de private sector is.”[34] Over de rol van de overheid om via onder meer sociale woningbouw te voorzien in degelijke, betaalbare woningen, ook voor wie het financieel minder goed heeft, wordt met geen woord gesproken.
Zijn besparingen onafwendbaar, en wat is het alternatief?
De koers die de nieuwe Vlaamse regering zal voeren is overduidelijking: een duidelijke ramkoers tegen de georganiseerde arbeidersbeweging, werkenden, jongeren en mensen die leven van een uitkering. De regeringsverklaring voorziet een collectieve verarming en sociale achteruitgang om de winsten en privileges van een kleine minderheid op peil te houden.
Eén ding moet duidelijk zijn: dit is wat het kapitalisme ons vandaag, anno 2014, nog te bieden heeft: slechte jobs, lagere lonen, minder sociale voorzieningen en minder zekerheden, terwijl een kleine minderheid zich verder kan verrijken. Het systeem is op, voorbijgestreefd, en hopeloos vastgereden in haar eigen tegenstellingen. Het Vlaams Regeerakkoord is niet meer dan de politieke uitdrukking van die situatie. Weliswaar stelt deze nieuwe regering de zaken iets brutaler, directer en provocerender voor dan wat we na 25 jaar sociaaldemocratische regeringsdeelname gewoon zijn in België, maar in weze blijft de politiek die gevoerd zal zijn dezelfde die alle traditionele partijen, ook Groen! en SP.a tijdens hun regeringsdeelname doorgevoerd hebben. We moeten dus niet veel verwachten van de “officiële linkse oppositie” in Vlaanderen.
Dat dit regeerakkoord – behalve bij een aantal overtuigd-rechtse omhooggevallen bimbo’s zoals het KVHV [35] en Voka [36] – niet op veel enthousiasme bij de bevolking zal kunnen leiden, is logisch. Velen zullen angstig afwachten om te zien hoe deze regering hun levenskwaliteit zal raken en aanvallen. Het gebrek aan grote, collectieve strijdbewegingen die echte overwinningen tegenover het besparingsbeleid hebben kunnen afdwingen leidt tot veel apathie, onzekerheid en een gebrek aan zelfvertrouwen bij brede lage van de bevolking om deze lawine van besparingen te kunnen stoppen. De werking van het Vlaams Parlement en de Vlaamse regering is bovendien ondemocratisch. In principe kan de Vlaamse regering niet “vallen” voor het einde van haar regeerperiode, nieuwe verkiezingen zijn niet mogelijk. Diegenen die aangeven om te wachten tot volgende verkiezingen om eventueel te reageren tegen deze regering, veroordelen ons dus tot 5 jaar apathie en berusting, zonder enig perspectief dat de besparingen daarna kunnen worden teruggedraaid of zelfs maar worden gestopt.
Vertrouwen in de mogelijkheden om via collectieve strijd overwinningen te boeken tegen het patronaat en haar asociale regering zal een belangrijke factor zijn bij het al dan niet kunnen stoppen van bepaalde aanvallen. De regering wil een aantal tests doorvoeren, zoals met de verhoging van het inschrijvingsgeld in het hoger onderwijs. Komt er geen of weinig reactie, dan zullen de aanvallen de komende jaren alleen nog maar harder en steviger worden. Voorbeelden in Italië, Ierland, Spanje, Portugal of Griekenland tonen aan dat er in principe geen remmen staan op hoe ver het patronaat bereid is haar regeringen te laten gaan in de aanvallen tegen de arbeidersbeweging.
In de eerste plaats is er dus systematisch en hard verzet nodig bij elke vorm van besparing of aanval van de Vlaamse regering. Elk verzet zal het moeilijker maken voor de regering om met een volgende aanval te komen. Laat dus elke aanval beantwoord worden door stevig verzet, elke provocatie door een stevige collectieve actie.
Maar er is meer nodig: er is een absolute noodzaak om de verschillende verzetsbewegingen en de organisaties die daarin actief zijn te verenigen in één groot verzetsfront. De manier waarop dit verzetsfront er precies moet uitzien zal afhangen van hoe de strijd zich ontwikkelt, maar sowieso moet het een organisatie worden waarin verschillende strijdbewegingen en organisaties elkaar kunnen vinden, en samen kunnen discussiëren over tactieken, strategieën, programma’s, en hoe bewegingen en organisaties elkaar wederzijds kunnen versterken. Jammer genoeg is de PVDA er langs Vlaamse zijde niet in geslaagd verkozenen te halen, maar toch denken we dat de verwachtingen die deze partij de voorbije jaren heeft gecreëerd bij vele jongeren en werkenden om een rol te spelen in het verzet kunnen worden verwezenlijkt. Tegelijk moet het verzetsfront ook een open houding aannemen naar vakbondsdelegaties, sectoren en zelfs centrales die bereid zijn te breken met het idee van collectieve verarming door besparingen geleidelijk aan te aanvaarden en die een rol willen spelen in de uitbouw van het verzetsfront.
Voor LSP is zo’n verzetsfront uiteindelijk een eerste stap naar de creatie van wat wij al enkele jaren een nieuwe arbeiderspartij noemen: een democratische en brede politieke organisatie, waarin de reeds bestaande echte linkse partijen, vakbondsorganisaties en andere organisaties die op hun terrein de strijd organiseren tegen de gevolgen van de crisis van dit systeem, elkaar kunnen vinden, en samen discussiëren over het organiseren van de strijd en over een alternatief op dit systeem. Voor LSP is zo’n alternatief uiteraard een democratisch socialisme, waarin de enorme rijkdommen die in deze maatschappij collectief beheerd worden naar de behoeften van eenieder.
Maar ook in tussentijd zullen militanten van LSP overal waar ze actief zijn een rol spelen in de strijdbewegingen die zullen ontstaan. We zullen tussenkomen op stakingspiketten, betogingen en acties met ons programma en perspectieven, en daar waar we de krachten hebben, ook actief meebouwen aan de beweging. Zo zullen we zeker ook in het hoger onderwijs de handschoen opnemen en bouwen aan een stevig verzet tegen de eerste testaanval die deze Vlaamse regering heeft opgezet. Als Bourgeois een klassenoorlog wil, kan hij ze wat ons betreft krijgen!
[divider]Voetnoten
[1] Het Vlaams Regeerakkoord staat nog niet online op de website van het Vlaams Parlement, maar er is wel al plaats voorzien: http://www.vlaamsparlement.be/Proteus5/showParlInitiatief.action?id=924688 Voorlopig kan het gelezen worden op de website van deredactie.be: http://deredactie.be/polopoly_fs/1.2040981!file/Het_regeerakkoord_Vlaamse_Regering_2014_2019(1).pdf
[2] Vlaams Regeerakkoord, p. 4
[3] Idem, p. 9
[4] Idem, p. 64
[5] Idem, p. 64
[6] Cijfers Vlaams minister bevoegd voor Bestuurszaken Geert Bourgeois in de regering Peeters II, Geert Bourgeois, op de webpagina van de NVA: http://www.n-va.be/nieuws/75-procent-minder-ambtenaren-in-vlaanderen-minister-bourgeois-overtreft. Deze cijfers omvatten niet de arbeidsplaatsen in het onderwijs, welzijn en het openbaar vervoer.
[7] www.vlaamsabvv.be/files/2012_Persdossier_VDAB_in_uitverkoop.pdf, p. 17
[8] https://partners.vdab.be/evaluatietendering/documenten/eindrapport.pdf, p. 96
[9] Vlaams regeerakkoord, p. 12
[10] Idem, p. 33
[11] Idem, p. 35
[12] Idem, p. 34
[13] Idem, p. 105
[15] http://www.dewereldmorgen.be/artikel/2014/04/28/het-trieste-palmares-van-sodexo
[16] Vlaams regeerakkoord, p. 40
[17] Idem, p. 40
[18] Idem, p. 41
[19] Idem, p. 52
[20] Idem, p. 97
[21] Idem, p. 103
[22] “We focussen de rol en de financiering van de pedagogische begeleidingsdiensten terug op de ondersteuning van leraren”, Vlaams Regeerakkoord p. 103. Vandaag staan pedagogische begeleiders in sommige scholen de leerkrachten als extra personeel rechtstreeks bij in het begeleiden van de leerlingen, hetgeen voor sommige scholen een levensnoodzakelijke ondersteuning is. Worden ook deze taken verder doorgeschoven naar de individuele leerkracht?
[23] Vlaams Regeerakkoord, p. 98
[24] Idem, p. 100
[25] Zie http://www.standaard.be/cnt/dmf20140725_01191282
[26] Vlaams Regeerakkoord, p. 101
[27] Idem, p. 13
[28] Idem, p. 38
[29] Idem, p. 86
[30] Idem, p. 63
[31] Idem, p. 137
[32] Idem, p. 10
[33] Idem, p. 88
[34] Idem, p. 90
[36] VOKA geeft de Vlaamse regering een historisch hoge score van 17/20 Zie: http://www.standaard.be/cnt/dmf20140724_01189939
-
Rechtse provocatieregering in de steigers – antwoord arbeidersbeweging nodig
Het blijft een gewaagde gok voor de burgerij. De kans dat hiermee een moeilijk bedwingbare sociale uitbarsting uitgelokt wordt, is reëel. Sinds verkiezingsdag is de dynamiek om het eens te proberen met een rechtse coalitie echter blijven groeien. Een rechtse provocatieregering met N-VA, MR, CD&V en Open Vld staat in de steigers. Wat dit voor de gewone werkenden zal betekenen, blijkt uit de eerste aankondigingen van de rechtse Vlaamse regering. Een verhoging van het inschrijvingsgeld voor studenten tot 1.000 euro, afschaffing van het gratis openbaar vervoer voor 65-plussers, drastische beperking van de woonbonus, verdubbeling van de zorgverzekering van 25 tot 50 euro, afschaffing van de kleine hoeveelheid gratis elektriciteit en water,… Gewone werkenden zullen fors moeten inleveren. Als dit beleid ook op federaal vlak wordt gevoerd, ziet het er niet goed uit.
Besparen: hard, harder, hardst
De voornaamste discussie tussen het PS-model en dat van de N-VA gaat over het ritme van de besparingen. Over de essentie – besparen op de kap van de werkende bevolking – zijn ze het eens. Maar waar de PS pleit voor voorzichtigheid, kan het voor N-VA niet snel genoeg gaan. Dat zien we met de voorstellen van de verschillende regionale regeringen. De Vlaamse regering haast zich om forse besparingen aan te kondigen, de Franse Gemeenschap en het Waals Gewest doen dit iets voorzichtiger.
Maar ook langs Franstalige kant zal jaarlijks 1 miljard bespaard worden. Daaronder harde besparingen op het onderwijs. Aanvankelijk zullen 4 op de 5 gepensioneerde ambtenaren niet vervangen worden, na twee jaar wordt dat 1 op de 3. Ook dat zijn harde besparingen, maar de Vlaamse regering wil nog harder gaan. Een aantal van de aanvallen die de Vlaamse regering wil doorvoeren, werden eerder langs Franstalige kant al gerealiseerd. Zo bedraagt het inschrijvingsgeld voor de universiteiten er reeds 900 euro en is het gratis openbaar vervoer voor 65-plussers al langer afgeschaft.
De nieuwe Vlaamse regering wordt een kopie van de coalitie op het Antwerpse schoon verdiep. Dat beleid wordt gekenmerkt door harde besparingen op gemeentepersoneel en openbare diensten naast een bijzonder hard repressief optreden waarbij de provocaties niet geschuwd worden. Deze coalitie van N-VA, CD&V en Open Vld kan bovendien regelmatig melden dat ze slechts het beleid verder zet dat door de voorgaande coalitie onder leiding van SP.a werd uitgestippeld.
Hoe sterk er sprake is van neoliberale eenheidsworst bij het besparingsbeleid bleek toen Open Vld amper een nacht nodig had om het Vlaamse akkoord te slikken. Enkel een paar punten en komma’s werden aangepast, doorgaans om het jargon van nietszeggende vaagheden wat te boetseren. De beroepsprovocateurs – zoals die van VOKA, Unizo of de reactionaire rechtse fils-à-papa studenten van KVHV – zien de kans mooi om de plannen lof toe te zwaaien en meteen nog hardere maatregelen te eisen.
Kamikaze
De frustraties van de Franstalige liberale MR van Charles Michel en Didier Reynders nadat ze gepasseerd werden voor de Waalse en Brusselse regeringen, zorgden voor een openheid voor een kamikazeregering. Met slechts 20 van de 63 zetels langs Franstalige kant is de democratische legitimiteit van deze regering bij voorbaat ondermijnd. Maar die overweging woog voor de MR niet op tegen de verlokking van 7 ministerfuncties met bijhorende kabinetsposities.
Voor de verkiezingen was de MR nochtans bijzonder scherp geweest voor de N-VA. Die werd een “racistische ondertoon” verweten als onderdeel van “een project van discriminatie en van minachting”, “de partij maakt een karikatuur van Wallonië”, aldus Charles Michel (De Tijd 21 mei). Intussen is Michel wel bereid om met de N-VA in zee te gaan “omdat de regering geen communautaire agenda zal hebben, enkel een sociaaleconomische”. Dat de Vlaamse regering haar beleid ook federaal oplegt, is evenwel een sterke basis voor communautaire discussies en problemen.
De Vlaamse coalitiepartijen stelden alvast dat de geplande federale lastenverlaging van 1,35 miljard euro best wat meer mag omvatten. Nochtans werd tegelijk bevestigd dat de volgende federale regering 17 miljard euro moet besparen. Met de herberekening van de staatsschuld door de wijziging van de Europese boekhoudregels, zal dat nog oplopen. Bij de vorming van de Vlaamse regering stelde N-VA-voorzitter De Wever: “’De sociaal-economische toestand vergt dat er zo snel mogelijk op alle niveaus regeringen met daadkracht worden gevormd. Het besef van deze verantwoordelijkheid heeft ons samengebracht.” Op federaal vlak wacht onder meer een debat over de pensioenen.
Het lijkt erop dat de Belgische burgerij een bocht genomen heeft en de optie van een tripartite met de PS aan de kant schuift om met een regering rond de N-VA harde maatregelen te nemen. De schrik voor sociale onrust maakt plaats voor harde maatregelen waarbij ingeval van te grote onrust de PS van de reservebank kan gehaald worden. De Tijd schreef op 22 juli: “Bij de christendemocraten, die met Peeters de premier mogen leveren, was de schrik om de N-VA buitenspel te zetten groter dan de angst voor sociale onrust.”
Delen van N-VA lijken zich bewust van de moeilijke positie waarin de partij hierdoor zit. Enerzijds is er de druk van de werkgevers om erg onpopulaire maatregelen te nemen, anderzijds is er het gevaar dat de partij hierdoor als de asociale factor van de besparingsregering wordt weg gezet en als neoliberale schoktroep verbrand geraakt. Bij iedere asociale maatregel probeert de N-VA om de aanval wat te verpakken of om compensaties te voorzien. “We laten niemand achter,” aldus het Vlaamse regeerakkoord.
Antwoord arbeidersbeweging nodig
Niet alleen langs Franstalige kant, ook langs Nederlandstalige kant kan het besparingsbeleid tot sociale onrust leiden. Het lijkt erop dat De Wever, Bourgeois, Peeters en co denken dat het zo’n vaart niet zal lopen. Het Antwerpse besparingsbeleid op lokaal vlak botste wel op verschillende acties, maar het kwam niet tot een veralgemeende beweging met een opbouwend actieplan waarbij het enorme ongenoegen in een harde strijd tegen de harde aanvallen werd omgezet. Wellicht rekenen de coalitiepartners van de provocatieregering erop dat dit ook op Vlaams en federaal vlak mogelijk is. Ze hopen dat de positie van de vakbonden voldoende verzwakt is, N-VA leverde daar met de frontale aanval op het ACV nog een bijdrage toe.
De afgelopen jaren heeft de arbeidersbeweging meermaals haar potentiële kracht laten zien. Dit was onder meer het geval met het protest tegen het Generatiepact of in de beweging voor koopkracht. Op 2 december 2011, nog voor de regering-Di Rupo goed en wel in het zadel zat, betoogden reeds 80.000 vakbondsmilitanten tegen de besparingsplannen. Maar het potentieel werd niet aangewend om een frontale confrontatie met het besparingsbeleid aan te gaan. Telkens opnieuw werd het argument van het gevaar van een rechtse regering gebruikt om het rechtse beleid van onder meer PS en SP.a te rechtvaardigen. Dit argument komt nu te vervallen, ook het ACV zal het niet gemakkelijk hebben om de banden met CD&V in stand te houden op een ogenblik dat deze partij deel uitmaakt van een regering waarin N-VA de lakens uitdeelt.
Voorlopig reageert het ACV erg mak. Patrick Develtere van Beweging.net, het vroegere ACW, verklaarde: “Een lastenverlaging is nodig en er moet bespaard worden, maar wij vinden het vanzelfsprekend om dat op een verantwoorde, sociaal-rechtvaardige en doordachte manier te doen.” Zou Develtere deze keer wel de achterban geraadpleegd hebben? ACV-voorzitter Leemans stelt vast dat de Vlaamse regering zich als ondernemersvriendelijk profileert en dat het “geen optie is om groei te creëren door te snijden in sociale welvaart en welzijn, of door collectieve diensten af te bouwen.” Bij het ABVV werd aangekondigd dat er op basis van overleg bijsturingen van het Vlaamse beleid moeten komen.
De vakbondsleiders hebben zich jarenlang beperkt tot pogingen om de scherpste kantjes eraf te vijlen. Aan scherpe kantjes zal het de komende periode niet ontbreken, er zullen er zoveel zijn dat de tactiek om ze af te vijlen tot mislukken gedoemd is.
De eerste aankondigingen van besparingen op regionaal vlak zetten de toon. Jongeren, werkenden, gepensioneerden, zieken,… Iedereen wordt getroffen, terwijl steeds meer middelen worden vrijgemaakt om cadeau te doen aan de grote (en nu ook de iets minder grote) bedrijven. Indien de provocatieve federale besparingsregering er komt, moeten we niet wachten om ons verzet te organiseren en ons evenmin laten beperken tot enkel het federale of Vlaamse niveau. Ook in Brussel, Wallonië, de Franse gemeenschap of de gemeenten wordt hard bespaard. We krijgen een lawine van besparingen op alle niveaus, ons antwoord moet daaraan aangepast zijn.
Sommige vakbondsleiders en militanten zullen misschien in de besparingsregeringen van het Waals Gewest of van de federatie Brussel-Wallonië een alternatief zoeken op de rechtse federale en Vlaamse regeringen. Ze vergissen zich. Het zal erop aankomen om van onderuit te bouwen aan een dynamiek van actief verzet en oppositie tegen het besparingsbeleid en dit op alle niveaus. Dat is wat we reeds voor de verkiezingen naar voor schoven met het idee van een front van verzet tegen alle besparingen. Een gezamenlijke informatiecampagne van de vakbonden op de werkvloer, onder jongeren, in de wijken of onder gepensioneerden zou een aanzet kunnen vormen om de reikwijdte van de geplande besparingen bekend te maken en een eerste stap zetten in de opbouw van een sterke mobilisatie.
Bij deze mobilisatie zullen we nood hebben aan een actieplan dat zich niet beperkt tot eenmalig stoom aflaten maar opbouwend de druk op regering en patronaat opvoert om de besparingen in te trekken. We kunnen hierbij inspiratie opdoen bij de ‘operatie waarheid’ die de grote mobilisaties van de algemene staking van 1960-61 voorafging, ook inzake de omvang van het vereiste verzet kan dat een inspiratiebron zijn.
Vanuit de kapitalistische logica is besparen de enige optie en beperkt het debat zich tot het ritme en de omvang van de besparingen. Zoals veel arbeiders, jongeren, zieken en gepensioneerden, vindt ook LSP dat we moeten vertrekken van de noden en behoeften van de meerderheid van de bevolking. Het beleid van de afgelopen jaren heeft de tekorten op vlak van werkgelegenheid, huisvesting, onderwijs en openbare dienstverlening sterk doen toenemen. Er is nood aan een drastisch plan van publieke investeringen om daar verandering in te brengen en onze levensstandaard te verbeteren met hogere lonen (met bijvoorbeeld een algemeen minimumloon van 15 euro per uur) en uitkeringen.
Er zijn veel middelen aanwezig, maar deze worden vandaag niet gebruikt in het belang van de meerderheid van de bevolking. Een herverdeling van de middelen wordt steeds meer gezien als een alternatief op de concentratie van rijkdom in handen van de 1% rijksten. Maar een herverdeling van rijkdom gaat regelrecht in tegen de logica van het kapitalistische systeem. Het vereist een politieke kracht die opkomt voor een ander systeem, een socialistisch systeem, gebaseerd op de behoeften van de meerderheid van de bevolking in plaats van de winsthonger die vandaag dominant is. Daartoe moeten we ook het bezit en de controle op de sleutelsectoren van de economie in handen nemen door middel van nationalisaties zonder schadeloosstellingen, tenzij op basis van bewezen behoeften.
De harde besparingen die eraan komen, zullen een test vormen voor de arbeidersbeweging en de politieke linkerzijde. De mogelijkheid van compromissen wordt steeds beperkter. De andere kant opent een scherpe confrontatie en dat vereist een antwoord dat hieraan aangepast is, zowel op syndicaal als politiek vlak. De stabiliteit van de besparingsregering zal afhangen van het antwoord van de arbeidersbeweging. LSP wil in dat verzet alvast een actieve rol in spelen, werk met ons mee, sluit je aan!
-
CD&V. Technocratische schijn rond besparingsagenda
CD&V vond een originele naam voor een weinig origineel kiesprogramma. Het ‘3D-plan’ brengt voorstellen die in de lijn van de andere partijen liggen. Ook de christendemocraten gaan voor lastenverlagingen en besparingen. Waar de liberalen 10 miljard euro lastenverlagingen aankondigen, houden de christendemocraten het op 6 miljard. Waar de N-VA een volledige bevriezing van alle uitgaven wil, maakt CD&V uitzonderingen voor ambtenarenpensioenen, sociale zekerheid (met evenwel een daling van de groeinorm) en sociale bijstand.
De christendemocraten zijn trots op de besparingen van de vorige regering. “De maatregelen die de federale regering sinds begin 2012 nam, leverden meer dan 22 miljard euro op.” Daarbij wordt trots opgemerkt dat dit vooral werd gerealiseerd door het aantal ambtenaren te verminderen (met 4.425 voltijdse betrekkingen op drie jaar tijd minder), de uitgaven in de gezondheidszorg minder snel te laten groeien en andere maatregelen. Een te hard besparingsbeleid zou volgens CD&V verkeerd zijn. De partij verwijst naar Nederland: “Een te grote en soms blinde besparingsijver heeft het vertrouwen van de Nederlandse bevolking onderuit gehaald, met een erg zwakke economie tot gevolg.” Dat 22 miljard besparen getuigt van een grote besparingsijver, ontgaat CD&V. Bovendien is het nu al duidelijk dat er na de verkiezingen op alle niveaus verder zal bespaard worden, de stortvloed aan besparingen in de gemeenten na de lokale verkiezingen van 2012 gaf aan hoe een postelectorale periode gebruikt wordt. De overleden ‘gids’ Dehaene wees er in zijn laatste interviews steevast op: de volgende regering moet van de jaren zonder verkiezingen gebruik maken: “De eerste twee jaar moet de regering structurele maatregelen nemen. De staatsfinanciën moeten op orde worden gezet met een zoektocht naar mechanismen die niet de kaasschaaf hanteren, maar écht besparen. De noodzakelijke daling van de loonlasten om de competitiviteit te herstellen, vergt dan weer een fiscale herschikking. Anders kun je zoiets niet waarmaken. Ten slotte moeten de pensioenen en de ziekteverzekering op de toekomst worden voorbereid.” (DS Weekblad, 19 april)
In het kiesprogramma van CD&V wordt dat iets minder brutaal gesteld, het wordt wat vager ingepakt. De inhoud is echter dezelfde, CD&V wil het besparingsbeleid verderzetten: “ We moeten ons Europees begrotingstraject onverminderd aanhouden. Niet omdat Europa dat vraagt, wel omdat een geloofwaardig beleid dat vereist.” Daarnaast wil de partij de concurrentiekracht aanscherpen met harde maatregelen: “Heel wat Europese lidstaten hebben met het mes op de keel pijnlijke maatregelen moeten nemen om weer competitief te worden. Wij hebben ons lot in eigen handen. Als we nu de juiste keuzes maken, is er geen enkele reden waarom we niet opnieuw voor lange tijd in het Europese koppeloton kunnen rijden.”
De wet op de loonnorm moet strenger voor CD&V dat bovendien trots is dat al aan onze lonen werd gezeten: “Belangrijke stappen zijn al gezet. In 2013-2014 zijn de lonen bevroren en is het indexmechanisme aangepast: het houdt nu rekening met o.a. de soldenprijzen.” Tegen 2018 wil CD&V de zogenaamde ‘loonhandicap’ tegenover de buurlanden wegwerken. De neerwaartse spiraal wordt dus verdergezet. Om dit te bereiken, wil CD&V onder meer de lasten verlagen. Alles samen wil de partij daar 6 miljard voor uittrekken.
De reeds bestaande fiscale cadeaus voor grote ondernemingen blijven onverkort van toepassing. “CD&V wil aan het begin van de nieuwe regeerperiode duidelijk communiceren welke hervormingen er komen en welke niet. Zo wil CD&V de notionele intrestaftrek gedurende 5 jaar niet fundamenteel wijzigen.” En ook andere fiscale maatregelen blijven. Concurrentie met de buurlanden betekent voor grote bedrijven immers meer cadeaus uitdelen. “We blijven ook competitief ten aanzien van onze buurlanden. Zeker nu we weten dat ook Luxemburg de notionele intrestaftrek wil invoeren.”
De pensioenleeftijd van 65 jaar blijft behouden, maar net als Open Vld, Groen, N-VA en sp.a is CD&V ervoor dat de loopbaanvereiste centraal staat. Waar Groen en sp.a het over een vereiste van 42 jaar hebben en N-VA over 45 jaar spreekt, houdt CD&V het op “streven naar 45 jaar”. Ook voor CD&V moet 65 jaar geen bovengrens zijn. Officieel wordt de leeftijdsgrens niet aangepakt, maar de invulling ervan verandert. Waar vroeger pensioen uiterlijk op 65 jaar gebeurde, kan het straks pas vanaf 65.
Inzake mobiliteit gaat CD&V voor het rekeningrijden, onder meer om ook buitenlandse vrachtwagens te laten betalen. Dat dit wordt doorgerekend in de producten die we uiteindelijk kopen, wordt er niet bij gezegd. Als de prijzen te snel stijgen, zal CD&V wel de productenkorf voor de index aanpassen zodat er geen ‘negatief’ effect is voor de werkgevers. Tegen 2016 moeten de vrachtwagens een kilometerheffing betalen, daarna volgen personenwagens. “Tijdstip, plaats, milieuprestaties van het voertuig en beschikbare alternatieven bepalen het tarief. Vooral rijden in files is af te raden. Slim rekeningrijden wordt dan een belangrijk instrument om het verkeer te spreiden en het aantal verliesuren op onze wegen te verlagen.” Big brother rijdt mee.
Dat er wachtlijsten zijn, erkent CD&V. Vreemd genoeg eist de partij niet dat deze verdwijnen, maar enkel dat ze verkleinen. Neem bijvoorbeeld het tekort aan sociale woningen: “De objectieven voor sociale huur, sociale koop en sociale kavels die werden vastgelegd in 2009 en waaraan in de voorbije legislatuur hard is gewerkt, wil CD&V onverkort uitvoeren. Zo kunnen we de wachtlijsten voor sociale woningen verkleinen.”
Een gevoelig punt voor jongeren zijn de GAS-boetes. CD&V is daar voor en stelt voor om “de toepassing van de GAS-wetgeving na twee jaar te evalueren en ze indien nodig bijsturen om de gemeentelijke administratieve sancties als lokaal overlastinstrument te versterken.” We onthouden dat de christendemocraten de GAS-sancties willen versterken.
Het kiesprogramma van CD&V omvat tal van specifieke voorstellen die soms erg gedetailleerd zijn. Van de bestrijding van chemische castratie van biggen tot het voorstel om “personeelstevredenheidmetingen te doen evolueren naar jaarlijkse engagements-en fierheidsmetingen.” Er wordt de indruk gewekt dat de bestuurders van CD&V als ware technocraten bijna ‘neutrale’ experten zijn. De schijn van technocratie kan echter amper verbergen dat het vertrekpunt en de rode draad doorheen dit programma van neoliberale inslag is. CD&V maakt zich op om de raad van Jean-Luc Dehaene in zijn laatste interviews waar te maken door effectief over te gaan tot harde besparingen voor ons en extra cadeaus voor de patroons.
-
De nietszeggendheid van de holle verkiezingswoorden
In de verkiezingscampagne horen we eens te meer kandidaten van zowat alle partijen dezelfde nietszeggendheden naar voor brengen. Je kent het wel, ze doen het voor de toekomstige generaties of voor een warme samenleving. Sommigen houden het al dan niet wijselijk op een foto. Een LSP-lid uit Gent kreeg het op zijn heupen toen hij een krantje van vier pagina’s van een CD&V-kandidate in zijn bus kreeg en na lectuur ervan moest vaststellen dat er helemaal niets in stond. Hij kroop in zijn pen en stuurde een bericht naar de kandidate (maar had het even goed naar tientallen andere kandidaten van de gevestigde partijen kunnen sturen).
[divider]
Beste mevr. Claerhout,
Gefeliciteerd met uw vier bladzijden tellende krantje dat u in mijn brievenbus hebt gestoken of laten steken. Ik wens iedere bijdrage tot het inhoudelijker maken van deze verkiezingen te aanmoedigen. Daarom zie ik het als een meerwaarde als uitgebreidere pamfletten of krantjes verspreid worden en niet louter kleine flyers en affiches waar niets meer op staat dan een foto, een naam en een plaats op een kieslijst.
Helaas is het net op het inhoudelijke dat ik uw krantje tekort vind schieten. “Als je iets wil doen in de samenleving, kom je al gauw bij de politiek uit. Cynisch en verontwaardigd aan de kant staan, daar heeft niemand wat aan.” Daar ben ik het met u eens. Om diezelfde redenen ben ik ook zelf politiek actief. Helaas loopt het mis bij alles wat er na volgt.
U reikt een hele reeks thema’s aan waar u rond wilt werken: goed en zinvol werk voor de jonge generaties, welzijn en sociale bescherming, leefbaarheid van onze omgeving, een visie betreffende loopbaan en arbeidsmarkt, betaalbare woningen, een evenwicht tussen werk, gezin, vrienden, zorg, vrije tijd etc. U verwijst eveneens naar de grote uitdagingen die onze samenleving de komende tijd boven het hoofd hangen.
Het zijn thema’s die mij eveneens aanbelangen. Maar met de standpunten die u aanhaalt bent u niet origineel. Ik heb nog geen enkele politicus horen pleiten voor slecht en zinloos werk, voor een stopzetting van de sociale zekerheid, voor onbetaalbare woningen of tegen de leefbaarheid van onze omgeving. Ik heb nog niemand horen zeggen dat onze samenleving te warm is en dringend moet verkillen.
Maar waar u mij echt enorm in teleurstelt, is dat u geen enkele visie weergeeft over de manier waarop u deze dingen wilt realiseren. U slaagt er in om in een vier bladzijden tellend krantje, speciaal gemaakt voor de komende verkiezingen en gewijd aan uw persoon, geen enkel concreet standpunt in te nemen. Géén enkel! NV-A pleit ervoor om werkloosheidsuitkeringen in de tijd te beperken en om een indexsprong te maken. PvdA wenst een vermogensbelasting. Open VLD wilt het bestuursniveau van de provincies afschaffen. Dát zijn concrete standpunten. Ik zal er u eentje van mijzelf geven: de invoering van de algemene 32-urenweek, met behoud van loon en met bijkomende aanwervingen. Een doeltreffend middel om zowel de werkloosheid aan te pakken als de harde werkdruk die mee leidt tot die burn-outs, depressies en angststoornissen waar u naar verwijst. Het is immers logischer om alle werk dat in deze samenleving moet gebeuren over iedereen te verspreiden, in plaats van bij een handvol mensen te leggen. Dit zijn maar een handvol van alle concrete standpunten die de afgelopen weken naar voor werden gebracht. En u sláágt er in om op vier volle bladzijden noch eigen standpunten naar voor te brengen, noch te reageren op de talrijke andere standpunten die al naar voor werden gebracht.
Ik kan bijgevolg de conclusie trekken dat u helemaal niet heeft nagedacht over concrete standpunten of over wat de beste manier is om een warmere samenleving te op te bouwen. Ik zou dus even goed kunnen zeggen dat u geen mening heeft. Ik ben niet gauw geneigd om iemand dom te noemen, maar u brengt me wel in de verleiding om daar een uitzondering op te moeten maken. U heeft geen enkel concreet voorstel om deze samenleving vooruit te helpen en u heeft evenmin nagedacht over de voorstellen van anderen. Toch hoopt u in het parlement verkozen te raken. Bedankt om mij te overtuigen dat ik alvast niet voor u moet stemmen.
Er kan echter nog een andere reden zijn waarom u geen concrete standpunten naar voor brengt. Een veel sinisterdere reden. Een reden die maakt dat u niet openlijk dúrft uitkomen voor uw concrete standpunten, omdat CD&V als partij al vele jaren meehelpt met het neoliberale afbraakbeleid. Het beleid dat de armoedecijfers in België van 7% in de jaren ’90 tot 15% gebracht heeft vandaag. Een beleid dat alles uitverkoopt en massale belastingkortingen toekent aan grote bedrijven, banken en speculanten, en dan moet vaststellen er geen geld meer is om de sociale zekerheid te financieren. En ondertussen de schuld daarvoor leggen bij de vergrijzing. Een beleid dat aan de index morrelt waardoor de lonen de inflatie niet volledig volgen, en wat dus betekent dat ze in werkelijkheid gedaald zijn. Een beleid dat steeds minder investeert in sociale woningen, met als gevolg dat de huizenprijzen stijgen. En dat kunt u niet zeggen natuurlijk. Want stijgende huizenprijzen dat gaat niet samen met betaalbaar en kwaliteitsvol wonen.
Dus neen, ook in het tweede geval ga ik niet voor u stemmen. Want die warmere samenleving die u pretendeert te willen, die gaat er volgens mij niet komen dankzij u of uw partij. U en uw partij gaan enkel maar bijdragen aan een killere samenleving.
Groeten,
Kim