Tag: arm en rijk

  • Grote Amerikaanse bedrijven betalen -2,5%, jawel MIN 2,5%, belasting!

    • 29 van de 100 best betaalde Amerikaanse CEO’s verdienden meer dan hun bedrijf belastingen betaalt

    • Gemeenschap misloopt 27,8 miljard dollar door fiscale kortingen aan 7 grote bedrijven die -2,5% belastingen betalen

    Amerikaanse NGO’s onderzochten de boekhouding van de grootste bedrijven. Ze gingen na wat de verhouding was tussen de lonen en bonussen voor de 100 best betaalde CEO’s en de belastingen die hun bedrijven betaalden. Vaststelling: 29 van deze 100 CEO’s verdienden op hun eentje meer dan wat hunb bedrijf aan de gemeenschap bijdraagt. De grootste bedrijven in de VS hebben een negatieve belastingvoet. Hier vind je de volledige studie: ‘Fleecing Uncle Sam’.

    In zowel 2010 als 2011 waren er ‘maar’ 25 CEO’s die meer verdienden dan wat aan belastingen werd betaald, in 2013 was dat al 29. Hun aantal neemt dus toe. Een van de verantwoordelijken voor de studie stelde: “Onze belastingstelsel kent zoveel achterdeurtjes dat de grootste bedrijven ermee weg raken om bijna niets te betalen of grote kortingen krijgen.” Bedrijven waarvan de top erin slaagt om de bijdrage aan de gemeenschap te beperken, bedanken de toplui hiervoor met extra bonussen.

    Van de 30 grootste bedrijven in de VS betaalden zeven bedrijven meer aan hun CEO dan wat ze aan belastingen betaalden. Deze zeven bedrijven betaalden gemiddeld 17,3 miljoen dollar per CEO en maakten voor belastingen een winst van 74 miljard dollar. Ze waren samen samen goed voor een terugbetaling van 1,9 miljard dollar en dus een negatieve belastingvoet van -2,5%!

    Met negatieve belastingvoeten is het niet moeilijk dat de CEO meer verdient dan wat aan belastingen wordt betaald. Maar het is opmerkelijk dat er ook hier een hiërarchie is: het zijn de allergrootste bedrijven die nu geen belastingen meer betalen en zelfs op de kap van de gemeenschap teren. Uitspraken waarin termen als ‘hangmatten’ bovenkwamen, waren er evenwel nog niet.

    Maar de cijfers van de lonen van de CEO’s zijn ook opmerkelijk. De 29 topmanagers die meer verdienden dan wat hun bedrijf aan belastingen betaalde, waren goed voor een gemiddelde van 32 miljoen dollar per persoon! Dat is bijna 90.000 dollar per dag, voor gewone werkenden is dat een loon waar al gauw twee jaar voor moet gewerkt worden maar toplui krijgen het dus op één dag. Een opmerkelijk detail: deze 29 bedrijven zijn samen goed voor 237 filialen in fiscale paradijzen.

    Het loon van deze toplui nam ook snel toe de afgelopen jaren, hier geen loonstop:

    ceowages

    De 7 grote bedrijven die geen belastingen betalen maar ontvangen, omvatten onder meer Citigroup, dat zes jaar geleden met gemeenschapsmiddelen werd gered, en nu op een winst van 6 miljard dollar 260 miljoen dollar belastingen terugbetaald kreeg. De topman Michael Corbat kreeg 17,6 miljoen dollar. Boeing had eveneens 6 miljard dollar winst en kreeg 82 miljoen dollar terug. De topman was goed voor 23 miljoen dollar in 2013.

    Een overzicht:

    grotebedrijven

    De NGO die het rapport publiceerde merkte op dat de 27,8 miljard dollar aan belastingkorting voor de zeven grote bedrijven die belastingen terug krijgen, overeenstemt met het bedrag nodig om 337.000 leraars in het publieke onderwijs aan te werven.

    De besparingslogica waarbij steeds opnieuw aan ons wordt gevraagd om “een steentje bij te dragen” is gebaseerd op leugens. Niet onze levensstandaard vormt een bedreiging voor de toekomstige generaties, maar wel de inhaligheid van die kleine top van parasieten die leven op de kap van de gemeenschap en onze levensstandaard de dieperik in willen om hun miljardenbonussen verder de hoogte in te drijven. We zullen deze inhaligheid niet stoppen door het vriendelijk te vragen of door een poging te doen om het wat af te romen, zelfs indien iedere stap in die richting positief is. We zullen met de gemeenschap democratische controle moeten krijgen op de sleutelsectoren door deze in publiek bezit te nemen.

  • Is Piketty een nieuwe Marx? Recensie van zijn ‘Capital in the Twenty-First Century’

    Recensie door Hannah Sell

    pikettyDe 20% armste Britse gezinnen behoren tot de economisch meest achtergestelde Europeanen met een levensstandaard op een niveau als Slovenië en Tsjechië. De rijkste 1% daarentegen behoren tot de rijksten ter wereld. Ze zijn goed voor een derde van het totale inkomen.

    Ongelijkheid is een van de zaken waarin Groot-Brittannië een wereldleider is. Onder de ‘ontwikkelde’ landen moet het enkel de VS laten voorgaan inzake ongelijkheid. De schijnbaar niet te stoppen groei van ongelijkheid is een wereldwijd fenomeen. Eerder wees Oxfam er op dat de 85 rijksten in de wereld evenveel vermogen hebben – 1.700 miljard dollar – als de armste helft van de wereldbevolking (die met 3,5 miljard mensen zijn).

    De ernstige strategen van het kapitalisme erkennen op vage wijze dat de toekomst van het kapitalisme bedreigd wordt door de toenemende ongelijkheid. Als zowel het hoofd van het IMF als de gouverneur van de Britse Nationale Bank stellen dat er ‘iets moet gebeuren’ omdat de ‘stabiliteit’ bedreigd is, dan is het duidelijk dat de elite steeds meer vreest voor stakingen, revolte en revoluties.

    Toenemende ongelijkheid

    Het is tegen deze achtergrond dat de Franse econoom Thomas Piketty zijn ‘Capital in the Twenty-First Century’ heeft gepubliceerd. Piketty werkte de afgelopen vijftien jaar met andere economen aan het werk waarbij empirisch bewijs wordt geleverd van de tendens op lange termijn van het kapitalisme om de ongelijkheid te vergroten. Piketty stelt terecht dat de economische groei in de naoorlogse periode uitzonderlijk was. Nu keert het kapitalisme terug naar een ‘normale’ situatie met ook een duidelijke tendens van groter wordende ongelijkheid. Piketty geeft een voorbeeld: “De rijkste 1% waren goed voor 60% van de toename van het Amerikaanse nationale inkomen tussen 1977 en 2007.”

    Dat het kapitalisme leidt tot ongelijkheid, is geen nieuwe vaststelling. Marx stelde het meer dan een eeuw geleden al vast: “De accumulatie van rijkdom aan de ene kant is dus tevens accumulatie van ellende, kwelling van arbeid, slavernij, onwetendheid, onmenselijkheid en zedelijke ontaarding aan de andere kant.” (Het Kapitaal, http://www.marxists.org/nederlands/marx-engels/1867/kapitaal/23.htm)

    Reactie

    De statistische informatie van Piketty en zijn medewerkers is bijzonder nuttig. Het wordt door sommige verdedigers van het kapitalisme zelfs als een bedreiging gezien. De zakenkrant Financial Times haastte zich om de cijfers over ongelijkheid aan te vallen door in te gaan op wat een relatief kleine statistische fout lijkt te zijn en dit uit te vergroten om de algemene conclusies van Piketty te discrediteren. Het probleem daarmee is echter dat de statistische gegevens van Piketty verre van ‘revolutionair’ of ‘nieuw’ zijn, maar een trend bevestigen die al decennia duidelijk is. Piketty reageerde zelf met de stelling dat zijn boek ongelijkheid niet overdrijft. Er is integendeel onderzoek sinds de publicatie van het boek waaruit blijkt dat “de stijging van het aandeel van de rijksten in de VS in het totale vermogen de afgelopen decennia groter was dan wat ik in mijn boek aangaf.”

    Sommigen ter rechterzijde probeerden Piketty te discrediteren, maar zijn boek was wel een groot succes en was in verschillende landen een bestseller. Aan de linkerzijde was er heel wat lof, zo was er de Britse vakbondsleider Len McCluskey die verklaarde “enthousiast” te zijn. Maar wie hoopt dat dit boek een overtuigende analyse brengt van waarom het kapitalisme leidt tot toenemende ongelijkheid, zal ontgoocheld worden. Wie naar een oplossing zoekt, zal die helemaal niet vinden in dit boek.

    De titel van het boek doet denken aan ‘Het Kapitaal’ van Marx. Dat volstond voor heel wat commentatoren om Piketty voor te stellen als een moderne opvolger van Marx. Piketty verklaarde terecht dat dit niet is hoe hij zichzelf ziet en dat hij ‘Het Kapitaal’ zelfs nog nooit gelezen heeft. Dat is niet verrassend. Als Piketty naar Marx verwijst is het doorgaans om hem te bekritiseren en dan vaak nog op basis van een verkeerde weergave van wat Marx stelde.

    Zo beweert Piketty dat “Marx net zoals zijn voorgangers de mogelijkheid van duurzame technologische vooruitgang en geleidelijk toenemende productiviteit negeerde” en dat “Marx’ theorie impliciet uitgaat van een strikte veronderstelling van een nulgroei inzake productiviteit op lange termijn.” Deze verklaringen zijn het tegendeel van de echte standpunten van Marx. Marx legde uit dat de zoektocht naar winsten de kapitalisten dwingen om met rivalen te concurreren door in wetenschap en techniek te investeren – ‘technologische vooruitgang’ – om de productiviteit te verhogen. Deze blinde zoektocht naar winst leidt tot crisis en recessie, maar het legt tegelijk ook de materiële basis voor een democratisch socialistische samenleving.

    Het feit dat de investeringen vandaag op een historisch dieptepunt staan, is een indicatie van hoe het kapitalisme niet meer in staat is om de samenleving vooruit te brengen. Zoals Piketty opmerkt heeft het kapitalisme enorme rijkdom voortgebracht. Maar enkel een democratisch socialistische planning van de productie zou toelaten om de productiekrachten in te zetten om zowel de planeet te beschermen als in de basisbehoeften van de mensheid te voorzien, een taak waar het kapitalisme steeds minder in slaagt. Denk maar aan het recht op een degelijke, veilige en goedbetaalde job, huisvesting, gratis onderwijs of het recht om op 60 of vroeger op pensioen te gaan.

    Marxisme

    Marxisme of socialistische standpunten zijn niet aan de orde voor Piketty. Hij onderneemt geen poging om de redenen voor de kapitalistische crisis uit te leggen. Hij gaat niet in op de productie en distributie van goederen, hij beperkt zich louter en alleen tot de verdeling van rijkdom. Zijn ‘nieuwe theorie’ om de groeiende ongelijkheid te verklaren, bestaat erin dat de opbrengst op ‘kapitaal’ altijd groter is dan de opbrengst van ‘gewone inkomens’. Piketty stelt dat dit de centrale tegenstelling van het kapitalisme is. Maar hij legt niet uit waarom dit zo is.

    Bovendien vergist hij zich in het gebruik van de term ‘kapitaal’. Marxisten stellen niet dat iedere vorm van rijkdom ‘kapitaal’ is, enkel de rijkdom die door de kapitalisten wordt ingezet om winsten te maken. De basis om tot die winsten te komen, is de uitbuiting van de arbeidersklasse. Als Piketty het over kapitaal heeft, doelt hij op alle vormen van rijkdom en vermogen, los van de vraag of het geïnvesteerd wordt door een kapitalist, een diamanten halssnoer of het huis van een gewone werkende is. Ook wordt de (potentiële) kracht van de arbeidersbeweging en de mogelijkheid om voor de lonen en arbeidsvoorwaarden op te komen, door Piketty niet als een factor gezien die kan bepalen welk deel van de rijkdom naar de kapitalisten gaat en welk deel naar de werkenden.

    De zwakheden in het boek van Piketty zorgen ervoor dat het niet in de buurt komt van een analyse van het kapitaal in de 21ste eeuw, zelfs zijn fans moeten dit erkennen. Zo werd het boek geprezen door de voormalige Amerikaanse begrotingsminister Lawrence Summers die het boek als een ‘krachttoer’ omschrijft, maar sceptisch is over de analyses. Hij stelde: “Als ik naar de toekomst kijk, denk ik dat het belangrijkste element dat kapitaalaccumulatie en ongelijkheid verbindt, niet het verhaal van Piketty over groter wordende fortuinen zal zijn. Het moet eerder gezocht worden bij de vernietigende gevolgen van 3D-printen, kunstmatige intelligentie en dergelijke zaken die routinetaken kunnen overnemen. Er zijn nu al meer mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering dan er zijn die productief werk in de industrie doen.”

    Dit is een uitdrukking van een vrees onder de kapitalisten waar Piketty totaal niet op ingaat.  Nieuwe technologie zorgt ervoor dat iedere individuele werkende ongelofelijk productief wordt, maar voor iedere productieve werkende is er een groeiend aantal werklozen of ondertewerkgestelden. Dit is een recept voor economische crisis en massale sociale instabiliteit.

    Het stelt ook de noodzaak voor socialisme op het voorplan. Socialisme is noodzakelijk zodat de technologie die voor het kapitalisme problematisch is, kan ingezet worden om de arbeidsweek drastisch te verlagen tot 30 uur per week of minder en dat zonder loonverlies. De strijd voor een achturendag is al even lang bezig als de arbeidersbeweging georganiseerd is, maar voor miljoenen werkenden is het nog altijd niet afgedwongen.

    Piketty heeft niet het einde van het kapitalisme op het oog, hij wil het integendeel redden. Op Newsnight werd hij gevraagd of hij ongelijkheid volledig de wereld uit wilde. Hij stelde dat de armste helft van de Britten vandaag amper goed is voor 3% van de rijkdom. Dat is te weinig, stelde hij. Maar vijf of misschien acht procent, zou wel in orde zijn.

    Om deze wel erg beperkte toename van gelijkheid te bekomen, wil Piketty de belastingtarieven voor de allerhoogste niveaus van inkomen optrekken tot 80% en pleit hij voor een progressieve en internationale vermogenstaks. Socialisten steunen dergelijke eisen die een brede steun kunnen vinden onder de meerderheid van de bevolking.

    Maar zelfs de meest enthousiaste aanhangers van Piketty doen er lacherig over. De bekende Keynesiaanse econoom Paul Krugman, die vol lof was voor het boek, erkent: “Het is gemakkelijk om cynisch te zijn over de mogelijkheid dat zoiets erdoor komt.” Paul Mason zegt het iets scherper: “Het is gemakkelijker om een ineenstorting van het kapitalisme in te beelden dan een elite die met deze voorstellen instemt.”

    Dat slaat de nagel op de kop. Piketty vestigt zijn hoop op het ‘gezonde verstand’ van de kapitalisten. Hij vraagt hen om te erkennen dat ze om hun systeem in stand te houden beter wat meer zouden geven aan de ‘99%’. Het doet wat denken aan de sociaaldemocratische oproepen voor een ‘eerlijker kapitalisme’, ook al moet opgemerkt worden dat de sociaaldemocraten dit doorgaans niet koppelen aan eisen om de rijken of de grote bedrijven zwaarder te belasten.

    Een zorgend en delend kapitalisme?

    De Franse president François Hollande beloofde bij de verkiezingen om een ‘miljonairstaks’ in te voeren. Hij botste daarbij op enorm verzet van de Franse kaptialisten. Hollande kreeg uiteindelijk een fors afgezwakte versie van de al erg beperkte rijkentaks door het Grondwettelijk Hof. Maar hij gaf volledig toe aan de eisen van de kapitalisten. Het rechtse magazine Forbes titelde: “Hollande is bekeerd en stelt besparingen en belastingverlagingen voor om Franse groei te stimuleren.”

    Er mag nog zoveel gepleit worden voor een zorgdragend en verdelend kapitalisme, met pleidooien zullen we dat niet bekomen. De enige manier waarop significante toegevingen voor de meerderheid van de bevolking kunnen afgedwongen worden, is op basis van massabewegingen door de arbeidersklasse waardoor de kapitalisten vrezen voor de toekomst van hun systeem. En zelfs indien er toegevingen afgedwongen worden, zullen de kapitalisten er alles aan doen om die later terug in te trekken.

    Iedere regering die binnen het kader van het kapitalisme functioneert, zal de voorstellen van Piketty niet kunnen doorvoeren. De superrijken hebben wereldwijd meer dan 21.000 miljard dollar weg gestopt in belastingparadijzen, zowat de helft daarvan is het bezit van amper 100.000 mensen. Dat is meer dan de overheidsschulden van alle OESO-landen bij elkaar. Deze enorme rijkdom wordt niet belast. In Groot-Brittannië alleen wordt naar schatting elk jaar 120 miljard pond aan belastingen vermeden of ontdoken door de rijken.

    Populariteit

    Piketty erkent deels dat de kapitalisten er steeds alles aan zullen doen om belastingen te ontduiken door geld naar het buitenland te versluizen of met andere methoden. Dat is waarom hij opkomt voor een wereldwijde progressieve vermogensbelasting. Socialisten zijn daar voorstander van, maar het is niet mogelijk om een dergelijke maatregel in een wereld van kapitaalstromen waar de nationale regeringen geen controle op hebben los te zien van andere maatregelen. Wie zou een dergelijke belasting invoeren? Zonder staatsmonopolie op buitenlandse handel en de nationalisatie van de banken, eerst op nationaal en dan op nationaal vlak, is het onmogelijk om een wereldwijde miljonairstaks op te leggen. Het doet wat denken aan een poging om de klauwen van een wilde tijger op vreedzame wijze uit te trekken.

    Ondanks de beperkingen is de populariteit van het boek van Piketty een belangrijke indicatie van een groeiende zoektocht naar een alternatief op het kapitalisme van de 21ste eeuw, een systeem dat de meerderheid van de bevolking een weinig aantrekkelijk toekomst biedt met laag betaalde jobs, extreme flexibiliteit en onbetaalbare huisvesting. Wie na het lezen van Piketty wil weten waar de ongelijkheid onder het kapitalisme vandaag komt, kan terecht in het oorspronkelijke ‘Kapitaal’ en andere werken van Marx die een ‘modernere’ en meer ‘revelante’ analyse van het kapitalisme bieden dan wat Piketty ons te bieden heeft.

  • 94.500 dollarmiljonairs, 420.000 kinderen groeien op in armoede. Dit is een fout systeem!

    armoede

    Vorige week werd bekend gemaakt dat ons land een record aantal dollarmiljonairs kent. Het gaat om 94.500 mensen of 11.900 meer dan een jaar geleden. Veel voormalige arbeiders van Ford zullen er daar niet tussen zitten. Geschorste werklozen al evenmin. En wat de liberale propaganda ook mag beweren, mensen met een wachtuitkering zitten er wellicht ook niet tussen. De dollarmiljonairs zijn een kleine groep, minder dan 1% van de bevolking. Wel hebben ze voldoende economische en politieke macht om hun eigen positie er sterk op te verbeteren.

    Langs de andere kant van de sociale kloof vinden we de armen. Ook zij zijn met steeds meer. Maar liefst 420.000 van de 2,2 miljoen Belgische kinderen en jongeren onder de 18 jaar groeien op in een arm gezin. Het gaat om 18,7% van de kinderen. In Brussel loopt het zelfs op tot 4 op de 10 kinderen, een cijfer dat gelijkaardig is aan dat van Bulgarije en Roemenië. De armoedecijfers in Vlaanderen vallen nog mee, zo wordt ons gezegd. Maar ook hier groeit 10% van de kinderen in armoede op. Het aantal kinderen dat in een Vlaams gezin in armoede wordt geboren is tussen 2001 en 2012 bijna verdubbeld van 5,8% tot 10,5%.

    Wereldwijd waren er vorig jaar zowat 13,7 miljoen dollarmiljonairs, een stijging met twee miljoen sinds 2011. Samen beschikten ze over 52.620 miljard dollar of 38.770 miljard euro. Tegen 2016 zou dit oplopen tot 47.370 miljard euro. Binnen deze groep van superrijken – goed voor amper 0,1% van de wereldbevolking – is er nog een scherpe kloof tussen de allerrijksten en de anderen. Eerder dit jaar maakte Oxfam bekend dat de 85 rijksten ter wereld evenveel bezitten als de armste helft van de wereldbevolking. Wereldwijd zijn er 1.426 miljardairs met een gezamenlijk vermogen van 5.400 miljard dollar.

    Met dergelijke bedragen is het mogelijk om armoede de wereld uit te helpen en iedereen toegang te geven tot drinkbaar water, onderwijs, gezondheidszorg en degelijke huisvesting. Dergelijke bedragen geven aan hoe fout de algemeen verspreide retoriek dat wij nu eenmaal allemaal moeten betalen als gevolg van de crisis wel is. Terwijl wij inspanningen moeten leveren, onder meer om de collectivisatie van de private bankenschulden te betalen, is er een kleine toplaag die amper aan de gemeenschap bijdraagt en steeds rijker wordt. Waarom wordt eens te meer verwacht dat werkenden op hun loon inleveren, openbare diensten verder afgebouwd worden en uitkeringstrekkers nog dieper onder de armoedegrens worden geduwd? Dat neoliberale beleid wordt ons verkocht als het enige mogelijke. ‘Er is geen alternatief,’ krijgen we te horen. Als alternatief voorstellen dat die superrijken eens wat meer zouden bijdragen, wordt niet aanvaard door het establishment maar vindt wel steeds meer gehoor onder de door besparingen getroffen bevolking.

    De enorme kloof tussen arm en rijk is niet gewoon een fout in het systeem waarbij een loutere herverdeling van de beschikbare middelen binnen het kader van dit systeem volstaat als oplossing. Uiteraard moet er een herverdeling van de middelen komen en moet de enorme beschikbare rijkdom worden aangewend voor de belangen van de meerderheid van de bevolking. Maar de concentratie van extreme rijkdom in de handen van een bijzonder kleine minderheid van de bevolking zit ingebakken in het kapitalistische systeem. Er is meer aan de hand dan een systeemfout, het hele systeem is fout. Socialisten pleiten voor een herverdeling van de beschikbare middelen door middel van maatschappijverandering. Enkel door de productiemiddelen uit de handen van de rijke elite te halen, kan de gemeenschap een democratische controle en beheer op de beschikbare rijkdom uitoefenen. Een socialistisch alternatief is meer dan ooit noodzakelijk!

     

  • Kloof tussen arm en rijk groter dan algemeen aangenomen

    In aanloop naar de verkiezingen verscheen vandaag een interessante peiling in opdracht van Groen. Die partij liet onderzoeken hoe de verdeeldheid van vermogens wordt ingeschat door de bevolking en vergeleek dit met de echte verdeling. Centrale vaststelling: de kloof is een pak groter dan algemeen wordt aangenomen.

    Wereldwijd zijn de 1% rijksten goed voor een kwart van alle rijkdom. Maar ook in ons land is de kloof reëel en groot. De 1% rijksten zijn goed voor 12,63% van alle rijkdom, wat evenveel is als de 53% armsten. De 5% rijksten hebben evenveel vermogen als de 75% armsten. Een kleine toplaag is dus veel rijker dan een grote groep die het met minder moet stellen. Alle cijfers over ‘gemiddelde rijkdom’ moeten dus met een serieuze korrel zout genomen worden.

    De vele neoliberale propaganda die ons vertelt dat wie wil rijk kan worden, dat we niet moeten klagen omdat we eigenlijk al rijk zijn en dat we eigenlijk bijna allemaal tot de middenklasse behoren (behalve die ‘luie profiteurs’ die geen werk vinden natuurlijk), blijkt een zeker effect te hebben op het bewustzijn.

    Dat blijkt uit de studie die vandaag verscheen en waarover de krant De Morgen bericht. De gepeilden dachten dat de armste 20% goed zijn voor 7,7% van de totale rijkdom en de 20% rijksten voor 40,6%. In realiteit gaat het om respectievelijk 0,17% en 61,2%. Het vermogen van de armsten wordt dus overschat en dat van de rijksten onderschat. Anders gesteld: de kloof tussen arm en rijk is groter dan gedacht.

    Er wordt gepoogd om ons te laten geloven dat we zelf rijk zijn. Voor de crisis was de impact van die propaganda wellicht nog groter. Zo was er in de VS in 1999 een onderzoek waaruit bleek dat 19% van de Amerikanen dacht dat ze zelf tot de 1% rijksten behoorden en 20% dacht deze positie ooit te bereiken. De crisis heeft die cijfers wellicht naar beneden gehaald, maar een correcte inschatting van de verdeling van de rijkdom is er nog niet. Dat wordt bevestigd door het onderzoek waarover vandaag in De Morgen wordt bericht.

    Een onderdeel van de propaganda omvat de bewuste onduidelijkheid over termen als ‘arbeidersklasse’ en ‘middenklasse’. De eerste term wordt amper gebruikt, de tweede des te meer. Er zijn volgens deze retoriek enkel armen, rijken en middenklasse. Al wie werkt wordt al snel bij ‘middenklasse’ ondergebracht. De overgrote meerderheid van de bevolking verkoopt nochtans zijn arbeidskracht in ruil voor een loon en behoort dus eigenlijk tot de arbeidersklasse. Er is geen opdeling van even grote groepen armen, rijken en daartussen een grote middenklasse. Er is een kleine groep superrijken naast een grote groep die tot de arbeidersklasse behoort, waaronder een groeiende groep die volledig uit de boot valt.

    De propaganda doet ons ook aannemen dat de grote bedrijven meer aan de gemeenschap bijdragen dan ze in werkelijkheid doen. Het aandeel van belastinginkomsten op basis van arbeid bedraagt 58,8%, terwijl de gepeilden dachten dat het om 36,7% ging. Het gros van alle belastingen komt dus van onze arbeid, een vaststelling waar neoliberalen graag aan voorbij gaan (tenzij het is om zelf dat aandeel in te pikken zodat het niet naar de gemeenschap gaat maar in hun zakken verdwijnt). Inkomsten uit vennootschapsbelastingen en belastingen op vermogen worden op 18,1% en 17,4% geschat terwijl het in werkelijkheid om 6,9% en 9,4% gaat. We betalen dus zelf meer dan gedacht, terwijl de luidste schreeuwers eigenlijk minder dan gedacht betalen.

    Het onderzoek bevestigt tenslotte dat er een brede steun is voor een herverdeling van wie het meeste bijdraagt, de gepeilden willen dat 30% van de belastinginkomsten uit vermogen zou komen, 28% van vennootschapswinsten en slechts 20% van onze arbeid.

    Steun voor een herverdeling van de rijkdom is dus zeker aanwezig. Om dat te bekomen, zal vriendelijk vragen niet volstaan. We zullen de samenleving met de overgrote meerderheid van de bevolking zelf in handen moeten nemen om deze te richten op onze noden en behoeften, in plaats van de op de winsthonger van de kleine groep superrijken die het vandaag voor het zeggen heeft. Die groep superrijken wordt ook tijdens de crisis rijker en maakt zich nu op om na de verkiezingen in ons land opnieuw toe te slaan met een besparingsbeleid. De gevestigde partijen staan daar klaar voor, enkel over het ritme van dat besparingsbeleid zijn ze het niet eens.

    Lees ook: Is ongelijkheid onvermijdelijk? Een socialistisch standpunt

  • Is ongelijkheid onvermijdelijk? Een socialistisch standpunt

    Artikel door Stephen Price, Socialist Alternative (VS)

    Beeld je een wereld van zeven miljard mensen in waar de 85 rijksten evenveel bezitten als de armste helft van de volledige mensheid samen. Dat is de wereld waar we vandaag in leven.

    De ongelijkheid in de VS scheert hoge toppen, zeker de afgelopen jaren was er een sterke toename van de kloof. De drie rijkste mensen in dit land bezitten meer rijkdom dan het gezamenlijke bruto binnenlandse product van de 65 armste landen ter wereld. Vervolgens hebben de Koch-broers, Charles en David, die het tweede grootste private bedrijf uit de VS bezitten (het grootste is Cargill) en bekend staan voor hun financiële steun aan groepen als de Tea Party. De drie rijkste Amerikanen – Bill Gates, Warren Buffet en Larry Ellison van Oracle – zijn samen goed voor een vermogen van 72 miljard dollar.

    Voor gewone mensen is het ondertussen moeilijk om rond te komen. Neem nu Evonne en Jose Martinez in Seattle. Die hebben heel hun leven hard gewerkt. Toen Evonne ziek werd, verloor ze haar job als sociaal werker. Jose moest vrijaf nemen als postbezorger om voor zijn vrouw te zorgen. Toen hun 26-jarige zoon ook nog eens een hersenoperatie moest ondergaan, moesten ze alles wat ze hadden verkopen. Het gezin hield alleen zijn huis over. Maar ze raakten achterop bij de afbetalingen van de lening. Zonder enige menselijk medeleven verkocht JPMorgan Chase het huis en wordt geprobeerd om het gezin uit het huis te zetten, ook al werken Evonne en Jose opnieuw en betalen ze hun huis verder af.

    Aan de andere kant van de kloof tussen rijk en arm is het gemakkelijker leven. Zo is er Sheldon Adelson, een casinomagnaat uit Las Vegas en financiële steungever aan de Republikeinen. Hij opende een supergroot casino in Macao, China. Volgens de krant The Guardian zag hij zijn netto vermogen in 2013 op een jaar tijd met 14,4 miljard dollar stijgen. Als we ervan uitgaan dat hij 40 uur per week werkt en twee weken verlof nam, dan is hij goed voor 7,2 miljoen dollar per uur of 2.000 dollar per seconde.

    Larry en Flor Benes, beiden inwoners van Seattle, deden het in 2013 niet zo goed. Na tien jaar actieve militaire dienst en drie jaar als reservist werd Larry ziek en werd hij voor 70% arbeidsongeschikt beoordeeld. Hij werkte nog 20 jaar als stuwadoor maar werd uiteindelijk afgedankt omwille van zijn arbeidsongeschiktheid. Om te overleven moet Flor nu twee jobs uitoefenen. In het jaar dat Sheldon Adelson 14,4 miljard dollar verdiende, had Larry Benes geen inkomen. Bank of America wil Larry en Flor uit hun huis zetten.

    We willen niet zeggen dat alle miljardairs moreel verwerpelijke figuren zijn. Ons punt is eerder dat er iets verschrikkelijk fout is met een economisch systeem dat een dergelijke scheefgetrokken rijkdomsverdeling toelaat en zelfs beloont.

    Hoe verklaren de rijken en hun academische hielenlikkers deze extreme ongelijkheid? Hun vijf belangrijkste argumenten zijn: (1) de VS is het beste land ter wereld omdat we allemaal de vrijheid en de kans hebben om miljardair te worden, (2) de kans om veel rijkdom te verzamelen stimuleert onze economische groei, (3) rijkdom en armoede hebben altijd bestaan, ongelijkheid is een natuurlijk fenomeen of zelfs een natuurwet, (4) de rijken zorgen voor werk, zonder hen zouden er geen jobs zijn, (5) de rijken riskeren hun geld als ze investeren, als sommige kapitalisten erg rijk worden is dat een beloning omdat ze hun kapitaal riskeerden.

    Enkele bedenkingen:

    (1) Hoe werkt die vrijheid om miljardair te worden eigenlijk? In het eerste kwartaal van 2013 kende de VS 442 miljardairs, dat is één op de 701.000 inwoners van de VS. Is dat een goedwerkend model? Werkt je auto goed als die maar één keer op de 701.000 start?

    Het idee van de ‘vrijheid om miljardair te worden’ baseert zich op het concept van sociale mobiliteit. Als mensen maar hard genoeg werken, zouden de sociale ladder kunnen beklimmen om uiteindlijk miljonairs en zelfs miljardairs te worden. Statistieken geven echter aan dat dit niet klopt en dat de VS minder sociale mobiliteit kennen dan andere grote economische machten.

    Als we het inkomen van alle mensen indelen in vijf groepen (of kwintielen) van de hoogste inkomens (het hoogste kwintiel) tot de laagste, dan stellen we vast dat 70% van de Amerikanen die in een gezin van de twee laagste kwintielen geboren wordt, er nooit in slaagt om nog maar in het derde kwintiel te geraken. Dat blijkt uit een studie van PEW Charitable Trusts dat op 22 januari 2014 werd gepubliceerd.

    Een andere studie geeft aan dat je inkomen sneller toeneemt als je rijker bent. Tussen 1979 en 2012 steeg het gemiddelde inkomen van de 1% rijkste Amerikanen van 359.000 dollar tot 1 miljoen dollar. Bij de rijkste 0,1% ging het van 963.000 dollar naar 4,7 miljoen en bij de rijkste 0,01% van 2,75 miljoen naar 21,6 miljoen dollar.

    In dezelfde periode ging het gemiddelde jaarinkomen van de armste 90% van de Amerikanen van 33.563 naar 30.439 dollar.

    Wat is het belang van deze Amerikaanse ‘vrijheid om miljardair te worden’ als het maar betrekking heeft op 0,000143% van de bevolking? En als deze vrijheid bepalend is voor de sterkte van de Verenigde Staten, waarom hebben dan amper 442 van de 310 miljoen Amerikanen gebruik gemaakt van deze vrijheid?

    (2) Zorgt de mogelijkheid om heel veel rijkdom te verzamelen voor economische groei? Als je 7,2 miljoen dollar per uur ‘verdient’, ga je natuurlijk met plezier werken. Maar hoe worden de anderen gemotiveerd als ze vaak repetitieve en afstotende jobs voor een laag loon moeten uitoefenen (als ze al werk vinden)? Hoe worden we gemotiveerd als 60% van de Amerikanen, 186 miljoen mensen, samen amper goed zijn voor 4,2% van de rijkdom in het land. Gebruikt een dergelijke samenleving het menselijke potentieel dan maximaal? Als 186 miljoen mensen niet werken om hun rijkdom te vergroten maar om die van de rijkste 442 mensen te vergroten, waarom zouden we dan gemotiveerd zijn om te gaan werken?

    Ondanks het onderdrukkende karakter van werken onder het kapitalisme en de constante reclamestroom die ons vertelt dat we pas echt mens zijn als we voldoende consumeren en beschikken over de laatste nieuwe auto’s, kleren en computers, ondanks dit alles zijn er veel mensen die zich terdege en hard inzetten voor hun job. Ze doen dit niet voor het geld maar om anderen te helpen. Leraars uit het publieke net die voor een laag loon werken in overbevolkte klassen met een gebrek aan middelen. Sommige leraars betalen uit eigen zak boeken voor hun leerlingen. Brandweerlui riskeren hun leven om anderen te redden. Ze doen dat niet voor het geld, maar omdat ze het hun taak vinden. Verplegend personeel dat zieken helpt doet dit niet vanuit de hoop om zo miljardair te worden.

    (3) Is ongelijkheid natuurlijk? Het probleem met het argument van de natuurwet is dat het nogal flauw is om een bestaande gang van zaken te rechtvaardigen met het argument dat het zo is omdat het zo moet zijn. Omdat slavernij bestaat (want ja, slavernij bestaat nog) is het rechtvaardig of natuurlijk? Er is economische en sociale ongelijkheid, maar het is daarom niet rechtvaardig, we moeten het juist aanpakken.

    (4) Zijn het de rijken die werk creëren? De rijken hebben het kapitaal om te investeren in mensen, machines en grondstoffen die jobs opleveren. Het probleem met dit argument is dat de rijken rijker worden maar niet omdat ze werk creëren. We horen veel over de werkloosheidsgraad (van 6,6%), maar er is ook een grote groep die ondertewerkgesteld is. Dat gaat om 12,7% van de bevolking. Het omvat diegenen die een voltijdse job willen, maar deeltijds werken en diegenen die het zoeken naar werk hebben opgegeven. Dit geeft aan dat het systeem niet werkt.

    Sinds het begin van het industriële kapitalisme waren er verschillende periodes waarin bedrijven over bergen geld beschikten maar dit niet wilden investeren omdat de consumenten onvoldoende geld hadden om te kopen wat de kapitalisten hen willen aansmeren. Tegelijk hebben werkende mensen moeite om werk te vinden en om te overleven. Voor kapitalisten is een dergelijke scheeftrekking onderdeel van wat ze een zakencyclus noemen, iets natuurlijk dat niet kan gecontroleerd worden.

    Het klopt dat er cycli zijn in het kapitalisme maar er zijn ook andere factoren die een rol spelen. De vraag is wie de goederen produceert die we gebruiken. Onder het kapitalisme wordt niets geproduceerd tenzij kapitalisten geld investeren in machines, grondstoffen en arbeidskrachten. Als de kapitalisten weigeren om te investeren, dan stopt de economie. Geïnvesteerd geld, kapitaal dus, lijkt hierdoor de belangrijkste factor te vormen.

    Maar soms is niet alles wat het lijkt. Laat ons even de denkoefening doen of een wereld zonder kapitalisten mogelijk is. Kunnen de mensen dan nog overleven? Zou er een gebrek aan voedsel zijn? Zouden we omkomen door een gebrek aan onderdak? Hoe zou het zitten met gezondheidszorg? Er zijn verschillende scenario’s mogelijk, maar een mogelijk scenario zou eruit bestaan dat de mensen op rationele wijze samenwerken om planmatig voor elkaar te zorgen. Diegenen die onder het kapitalisme dokters of verplegend personeel waren, zouden dat blijven. Boeren zouden voedsel blijven produceren, leraars zouden jongeren onderwijzen, er zouden huizen gebouwd worden,… In plaats van e verhongeren, zouden fabrieksarbeiders dezelfde machines blijven bewerken als toen de kapitalisten de fabrieken in handen hadden. De werkenden die de producten en diensten creëren die we vandaag gebruiken, kunnen dat ook blijven doen als er geen kapitalisten zijn.

    Hoe zouden de werkenden in de fabrieken betalen voor de grondstoffen die ze nodig hebben? De werkenden in een samenleving zonder kapitalisten zouden dat onderling kunnen bepalen. Een mogelijke benadering zou eruit bestaan dat de mensen democratisch beslissen wat er nodig is, bijvoorbeeld wol en katoen voor kledij. Dat zou inhouden dat diegenen die ruwe wol en katoen produceren de mogelijkheden daartoe zouden krijgen, wat inhoudt dat ze moeten kunnen overleven en de nodige middelen voor de productie zelf hebben. Vervolgens worden de wol en katoen naar textielbedrijven gebracht.

    Er kan veel gezegd worden over hoe mensen exact zouden beslissen over nieuwe sociale en economische verhoudingen, maar het centrale punt is dat er niets is dat het verhindert om de economie op basis van willekeurig zelfbelang van een handvol erg rijke mensen te vervangen door een economie op basis van rationele democratische planning door en voor alle mensen.

    Kapitalisten en kapitaal hebben loonarbeiders nodig. Dat is waarom ze ‘werkgevers’ worden genoemd, maar zij zijn het niet die de goederen en diensten produceren die wij gebruiken. Het zijn de werkenden die dat doen. Andrew Carnegie en J.P. Morgan zorgden voor het kapitaal om personeel aan te werven, maar zij waren het niet die de spoorwegen aanlegden. Dat waren de arbeiders. Andrew Carnegie en J.P. Morgen gingen nadien wel met de winsten lopen en dat zonder hun handen vuil te maken.

    (5) Is rijkdom een beloning voor het nemen van risico’s? In een periode van economische groei zijn er vaak investeringen om oude machines te vervangen of nieuwe bedrijven uit te bouwen. Op ogenblikken van stagnatie en economische achteruitgang beschikken bedrijven vaak over heel veel geld dat niet geïnvesteerd worden in productie. Er wordt naar andere investeringsmogelijkheden gezocht, bijvoorbeeld op de financiële markten. In beide gevallen riskeren de kapitalisten hun geld. Volgens de kapitalistische logica zouden de kapitalisten beloond worden als ze goed gokken en de prijs betalen indien ze verliezen. Die logica wordt echter niet meer gevolgd als de kapitalisten effectief verliezen. Dan moeten de gewone werkenden plots voor de kosten opdraaien, zoals dit in 2008 het geval was toen de regering tussenkwam om de banken te redden met ons belastinggeld.

    De kwestie is of deze vorm van sociale organisatie, met name het kapitalisme, de beste is om het leven van alle leden van de samenleving te verbeteren? Diegenen die denken dat het kapitalisme het beste systeem is, moeten dan maar eens uitleggen waarom de ongelijkheid tussen arm en rijk vandaag veel groter is dan bij het begin van het industriële kapitalisme.

    Bezit en controle over de economie

    Als het kapitalisme enkel de 1% rijksten vooruit helpt, terwijl de 99% anderen dieper in armoede en schulden terecht komen, wat is dan het alternatief op dat systeem?

    Een eerste stap naar een meer rechtvaardige en gezonde samenleving, een samenleving die de groei en ontwikkeling van alle mensen centraal stelt, bestaat uit de herverdeling van de rijkdom. Waarom kunnen sommigen – zoals de Koch-broers die erfden van het oliefortuin van hun vader – hun leven beginnen met een onoverbrugbare voorsprong op diegenen die in armoede, wanhoop en ontbering geboren worden? Waarom zou iemand als hedgefund manager Stephen A. Cohen zonder aarzelen een Picasso voor 155 miljoen dollar moeten kopen om zijn villa van 60 miljoen dollar op te frissen, terwijl anderen geen dak boven het hoofd hebben, laat staan kunst in huis?

    Een tweede en beslissende stap naar een meer rechtvaardige samenleving is de collectieve en democratische controle op de herverdeelde rijkdom. Neem nu de huisvesting. Als we in ons eigen huis willen wonen, moeten we bijna allemaal een lening bij de bank aangaan. Dat levert de bank heel wat winst op. Als kopers van de lening hebben we geen inbreng. De banken spelen een grote rol, maar we hebben er niets over te zeggen. Laat ons de volledige bankensector onder publiek bezit plaatsen. Niet om de controle van private bankiers over te dragen aan regeringsbureaucraten. Het publieke bezit moet gepaard gaan met de vraag wie de banken controleert en wie beslist over wat er met de beschikbare middelen gebeurt.

    Er is een revolutionaire verandering nodig in de wijze waarop onze samenleving gestructureerd is. In plaats van een samenleving waar een kleine rijke minderheid beslist over het lot van de rest van ons, staan we voor een samenleving zonder klassen waar alle mensen democratisch beslisten over hoe sociale rijkdom wordt ingezet. Voor ons is dat een socialistische samenleving.

    Socialisme

    Het is moeilijk te voorspellen hoe een socialistische samenleving er zal uitzien, we kennen immers net de exacte historische omstandigheden die tot die mogelijkheid zullen leiden. Maar we kunnen wel een aantal principes naar voor brengen. De centrale prioriteiten zouden bestaan uit het voorzien van voedsel, kledij, onderdak, gezondheidszorg, onderwijs, mobiliteit, ontspanning,… voor iedereen.

    Ten tweede zou iedereen een democratische zeg hebben in hoe hij/zij als individu en hoe de samenleving ontwikkelt. Diegenen die het dichtste bij iets betrokken zijn, zouden uiteraard meer hierover te zeggen hebben (personeel van een bepaald bedrijf zou uiteraard meer te zeggen hebben over dat bedrijf dan wie bijvoorbeeld voor een gelijkaardig bedrijf in een andere regio werkt). Een socialistisch beleid zou democratische planning vereisen. Het huidige model van groei-door-gokken biedt immers geen antwoorden op dringende kwesties als klimaatveranderingen. Zullen we auto’s en wegen blijven bouwen of gaan we het openbaar  vervoer massaal uitbouwen? Hoe gebeurt dit en wie beslist? Dat zijn vragen waar de toekomstige socialistische generaties op moeten antwoorden.

    De groeiende ongelijkheid is een uitdrukking van een economisch systeem in verval. De achteruitgang van de positie van de meerderheid van de bevolking en de dreigende rampzalige gevolgen van klimaatverandering stellen ons voor een duidelijke keuze: strijden voor het omverwerpen van het kapitalisme om het vervangen door socialisme, of niets doen en wegglijden in barbarij. Wij kiezen voor de eerste optie.

     

  • Sociale bloedbaden voor ons, record dividenden voor hen

    door Geert Cool

    1.030 miljard dollar. Dat is het fenomenale bedrag aan dividenden dat vorig jaar wereldwijd aan grote aandeelhouders is uitbetaald. Dat bedrag zou volstaan om wereldwijd een einde te maken aan armoede. Maar het wordt nu gebruikt om een kleine toplaag nog rijker te maken. En dat terwijl de 85 rijksten al evenveel bezitten als de armste helft van de wereldbevolking.

    De rijkste 1% van de wereldbevolking zag de afgelopen 20 jaar haar rijkdom met 60% toenemen. De financiële crisis heeft dat proces niet vertraagd, maar versneld. In plaats van de winsten te investeren in reële productie, gaat een steeds groter deel van de koek naar de grote aandeelhouders. Reële productie brengt onvoldoende op en dus wordt de weg geopend voor nieuwe speculatieve zeepbellen.

    Het nieuwe cijfer van de wereldwijde dividenden bevestigt dit. Voor het eerst werd wereldwijd meer dan 1.000 miljard dollar aan dividenden uitgedeeld, meer bepaald ging het om 1.030 miljard. Er is een stijging met 43% sinds 2009, in Europa (zonder Groot-Brittannië) was er een stijging met 8%. Zag u uw loon met een gelijkaardig percentage stijgen in die periode? Waarom hebben we eigenlijk loonstoppen en andere bevriezingsmaatregelen als er blijkbaar toch zoveel middelen zijn?

    De VS is goed voor een derde van de wereldwijde dividenden met 301,9 miljard dollar. In de VS was er over een periode van vijf jaar een stijging met 49%. Een bedrijf als Apple zag de dividenden toenemen met 109% tot maar liefst 11,8 miljard dollar. De lijst van topbetalers wordt vervolledigd door oliebedrijven en banken met onder meer Shell, Exxon Mobil, HSBC, China Construction Bank,… Tien grote bedrijven zijn goed voor 90 miljard dollar aan dividenden.

    Bij Bayer gaat het om een dividend van 1,737 miljard euro voor 2013 of 166 miljoen euro meer dan in 2012, tegenover 2008 is er een stijging met 62,33%. Er was een stijging van dividend per aandeel met 10,6%. De vakbondsdelegaties bij Bayer in Antwerpen verdeelden de cijfers onder het personeel en merkten in een pamflet op: “Blijkbaar dienen de reeds jaren durende besparingen en personeelsafbouw bij BMS vooral om de aandeelhouders van Bayer rijker te maken. De lasten, werkdruk, besparingen en loonstop(pen) voor het personeel en de lusten voor iemand anders…”

    Terwijl grote bedrijven zonder mededogen knippen in onze levensstandaard met afdankingen en sluitingen “om de efficiëntie te vergroten” (zo klonk het bij Heinz dat zijn vestiging in Turnhout met ruim 200 personeelsleden wil sluiten), gaat een kleine toplaag met een steeds groter deel van de rijkdom lopen. De armoede neemt toe, ook onder werkenden. Schoolverlaters zullen binnenkort hun uitkering in de tijd beperkt zien, vanaf 1 januari volgend jaar worden tot 50.000 extra jongeren naar het OCMW doorgestuurd omdat ze geen werkloosheidsuitkering meer krijgen. Ondertussen wentelen de superrijken zich in hun luxe.

    De mythe van de hardwerkende rijken en de ‘luie’ werklozen wordt steeds meer doorprikt. Het volstaat om op televisie mee te kijken naar het leven van enkele rijken, niet eens de absolute toplaag, in programma’s als ‘The Sky is the Limit’. Een leven vol nietsdoen en luxueuze fantasietjes, waar het trimmen van het grasveld het spannendste tijdverdrijf is. Het maakt duidelijk dat de superrijken een parasiterende rol spelen.

    De cijfers van de enorme ongelijkheid en de bevestiging dat die cijfers nog sneller zullen toenemen door de uitbetaling van record dividenden, werpen de vraag op wat we ertegen kunnen doen. Dat een herverdeling van de rijkdom noodzakelijk is, wordt steeds meer aanvaard. Zelfs IMF-economen moeten nu schoorvoetend erkennen dat er geen aanwijzingen zijn dat een herverdeling de groei zou afremmen… Ze lopen daarmee op het algemene bewustzijn achterop. Geen zinnig mens kan aanvaarden dat 85 superrijken evenveel bezitten als de helft van de wereldbevolking.

    Maar hoe kunnen we tot een herverdeling komen? Op die vraag is er nog geen breed gedeeld antwoord, zelfs niet in syndicale kringen of bij linkse activisten. Rommelen in de marge zal niet helpen, het speculatieve casinokapitalisme laat zich niet reguleren. We kunnen als samenleving niet herverdelen wat we niet zelf controleren. Het zal er op aankomen om de paar duizend grootste bedrijven ter wereld, de bedrijven die ons leven domineren, uit de handen van de parasiterende superrijke aandeelhouders te halen en onder publiek bezit te plaatsen. Nationalisatie onder controle en beheer van het personeel van die bedrijven en de gemeenschap in het algemeen. De enorme concentratie van rijkdom in handen van een bijzonder kleine groep, maakt het eenvoudiger om daartoe over te gaan. Tegelijk heeft het neoliberale offensief van de afgelopen decennia zijn sporen in het bewustzijn achtergelaten waardoor het bewustzijn achterop hinkt.

    De uitbetaling van nooit geziene dividenden terwijl de realiteit voor ons uit sociale bloedbaden, oprukkende armoede en groeiende sociale tekorten bestaat, is schokkend. Laat het ons aangrijpen om het verzet tegen het zieke kapitalistische systeem op te voeren en de strijd voor een socialistisch alternatief te versterken.

  • 85 rijken bezitten evenveel als helft wereldbevolking

    Een ander systeem is nodig

    dls331Het jaar is nog niet ver gevorderd, maar premier Di Rupo (PS) heeft er al heel wat familiefeestjes op zitten. Hij trok naar het Wereldeconomisch Forum in Davos, de Cercle de Wallonie,… Zijn boodschap is duidelijk: “België is op de goede weg.” Een meerderheid van de bevolking merkt daar niet veel van. Er is geen economische groei en de jobs die erbij komen, volstaan niet om de verdwenen jobs bij bedrijfssluitingen en herstructureringen te compenseren. Bovendien gaat het doorgaans om onstabiele en laag betaalde jobs.

    Artikel door Baptiste uit de februari-editie van ‘De Linkse Socialist’

    Het volstaat om te kijken voor welk publiek Di Rupo sprak: de rijksten, de grote bazen en hun machtigste verdedigers. Hij stelde zich voor als hun ‘nederige dienaar’. Dat klopt: Di Rupo doet er alles aan om de privileges van de allerrijksten te verdedigen en de gewone werkenden en hun gezinnen voor de crisis te laten opdraaien. Zijn het immers niet de ondernemers die “aan de basis van de welvaart” liggen? Dat wij alle rijkdom creëren met onze arbeid wordt gemakshalve aan de kant geschoven. Volgens hen doen wij niets anders dan profiteren van het systeem. Vooral de werklozen die een uitkering krijgen, worden momenteel onder vuur genomen.

    De kloof tussen arm en rijk is nog nooit zo groot geweest. Zelfs de wereldelite vreest dat dit tot onstabiliteit en massaprotest zal leiden. Oplossingen hebben ze niet, steeds grotere ongelijkheid zit immers ingebakken in het kapitalistische systeem. Met het huidige besparingsbeleid worden de tegenstellingen nog verder uitgediept. Nooit eerder in de geschiedenis waren er zoveel technologische mogelijkheden en rijkdom. Met die rijkdom is het mogelijk om iedereen degelijke levensvoorwaarden te bieden. Dat gebeurt echter niet. Terwijl een kleine elite steeds rijker wordt, kent een groeiend deel van de wereldbevolking armoede, miserie of barbarij.

    Van onzekerheid naar armoede

    De overgrote meerderheid van de bevolking heeft het moeilijk: een algemeen besparingsbeleid, loonstop, hervorming van het vervroegd pensioen, versnelde afname van de werkloosheidsuitkeringen,… Voor heel wat gezinnen is de weg naar de armoede steeds korter, zeker als er een job verloren gaat.

    De hervorming van de uitkeringen voor werklozen in 2012 voorzag een daling van het bedrag van de uitkeringen met 25%. Daarbovenop komt er op 1 januari 2015 de stopzetting van de inschakelingsuitkering voor ongeveer 55.000 mensen. In 2010 bedroeg een gemiddelde werkloosheidsuitkering 27% van het gemiddelde jaarloon. Twintig jaar eerder was dat nog 42%. Ongetwijfeld is dit percentage sinds 2010 nog verder afgenomen.

    België: een fiscaal paradijs

    Voor de werkgevers en andere fiscale vluchtelingen is België ‘the place to be’. Er is immers geen belasting op grote vermogens en amper op de bedrijfswinsten. De vennootschapsbelasting bedraagt in theorie 33,99%. Maar in de praktijk zorgen de vele cadeaus aan het patronaat zoals de notionele intrestaftrek ervoor dat de effectieve belastingvoet in 2009 onder de 10% dook. In 2012 zorgden de notionele intrestaftrek en gelijkaardige maatregelen ervoor dat de gemeenschap ongeveer 20,4 miljard euro misliep.

    De daling van de effectieve belastingvoet is algemeen gekend. De grote multinationals in ons land betalen het minste op hun vaak grote winsten. Bedrijven als ArcelorMittal, Electrabel, Janssen Pharmaceutic, ABInbev,… doen gouden zaken.

    Wie profiteert?

    In het België, “waar alles goed gaat”, leeft ongeveer 15% van de bevolking onder de armoedegrens terwijl de 20% rijksten 61% van het financieel vermogen in handen hebben. Voor ons blijven de rekeningen aangroeien onder druk van besparingsplannen die telkens meerdere miljarden euro opbrengen. Voor hen gaat het erom dat de miljardenwinsten worden veiliggesteld.

    Na één tot drie jaar werkloosheid moet een gezinshoofd rondkomen met 1.090,70 euro per maand, een samenwonende met 483,86 euro per maand. Tegelijk wordt moord en brand geschreeuwd door de grote managers van de publieke bedrijven als wordt voorgesteld dat hun jaarloon zou beperkt worden tot 290.000 euro… Als dat “misionarislonen” zijn, zoals Luc Vanden Bossche beweert, wat is een uitkering van 483,86 euro per maand dan?

    Wie zijn nu eigenlijk de profiteurs: diegenen die proberen te overleven met een inkomen dat ervoor zorgt dat er op het einde van het loon (of uitkering) nog een stuk maand over is? Of diegenen die zich in luxe wentelen en eigenlijk niet meer weten wat ze met al hun geld moeten doen? Bij de start van het nieuwe jaar verklaarde Anne Demelenne van het ABVV dat de hervorming van het werkloosheidsstelsel een sociale ramp betekent. In het kader van de verkiezingen zouden er acties komen om de eisen “aan de gevestigde partijen over te brengen”. Op die kringen moeten we niet rekenen. We hebben nood aan een actieplan om de strijd tegen de neoliberale plunderpolitiek te stoppen. Dat moeten we koppelen aan de opbouw van een politiek instrument dat onze belangen vertegenwoordigt.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop