Exact twee jaar geleden werd ons land opgeschrikt door vreselijke aanslagen met tientallen doden en gewonden. We blikken twee jaar later terug op enkele centrale artikels die we toen publiceerden. Eerst en vooral de onmiddellijke verklaring die we de dag zelf nog publiceerden. Daarna enkele artikels uit de extra editie van ‘De Linkse Socialist’ die we naar aanleiding van de aanslagen produceerden. Tot slot een evaluatie van het veiligheidsbeleid in de maanden na de aanslagen. Meer artikels vind je onder het trefwoord ‘aanslagen 22 maart 2016’ op deze site.
Het verbod op de grote mars die onmiddellijk na de aanslagen van 22 maart was gepland, zorgde ervoor dat er nog geen grote nationale mobilisatie was naar aanleiding van de vreselijke gebeurtenissen van 22 maart. Gelukkig waren er lokaal wel wakes zodat het publieke debat niet volledig werd overgelaten aan de gevestigde politici die het falen van hun veiligheidsbeleid proberen toe te dekken door meer van dezelfde maatregelen voor te stellen.
De mars tegen terreur en haat van afgelopen zondag bood een gelegenheid om een maand na de aanslagen toch een afkeer tegen terreur en haat op straat te tonen. Er was op voorhand aangekondigd dat er op 15.000 deelnemers werd gerekend, wat heel veel is. Het feit dat dit cijfer niet werd gehaald, vormde voor de gevestigde media meteen één van de belangrijkste nieuwsfeiten. Dat er toch nog veel volk was, leek minder belangrijk.
De regering had even geschermd met het idee om zelf een optocht te organiseren. Eerder gebeurde dit ook in Frankrijk waar regeringsleiders uit de hele wereld enkele meters voor de camera’s opstapten. De aanzwellende kritiek op het veiligheidsbeleid van de regering – denk maar aan de opmerkingen over Zaventem – maakte zoiets moeilijk en het verbod op de geplande grote mars eind maart zorgde ervoor dat het momentum wat voorbij was. Enkele gevestigde politici kwamen zondag wel prominent opstappen om alsnog een poging tot recuperatie te doen. Hun asociale beleid is nochtans deel van het probleem, het draagt bij tot de creatie van een sociale woestijn waarin allerhande reactionaire groepen zoals ISIS een kleine ingang kunnen vinden.
Op de mars was er een grote diversiteit. Zo vertrok er ook een grote groep vanuit Molenbeek. We zagen niet of en op welke wijze minister Kris Peeters aan de mensen uit Molenbeek, een van de armste gemeenten van het land, duidelijk maakte dat ze boven hun stand zouden leven. De betoging groeide onderweg verder aan tot er uiteindelijk volgens de organisatoren ongeveer 10.000 aanwezigen waren.
Er was een grote openheid tot discussie over de oorzaken van terreur en de nodige stappen om ertegen in te gaan. Onze affiches met de slogan ‘Tegen terreur en haat: solidariteit’ werden gretig meegenomen voor een steunbijdrage. Onze militanten verkochten ook 76 exemplaren van ons maandblad met de speciale bijlage over de aanslagen. Veel betogers gaven ook aan dat ze de actie van volgende week, tegen de aankoop van de gevechtsvliegtuigen, belangrijk vinden. Belgische deelname aan de oorlog in Syrië zal de veiligheid niet versterken, niet in Syrië en ook niet bij ons. Ook werd veel gediscussieerd over het besparingsbeleid van de rechtse regering die ons tot een sociale woestijn veroordeelt terwijl de Panama-fraudeurs ongemoeid gelaten worden.
Het establishment leek na afloop van de betoging tevreden dat de opkomst beperkter was dan het vooropgestelde cijfer van 15.000. De regering had bijna alle mogelijkheden tot recuperatie of kalmering van de kritiek voorzien – van de delegatie familieleden die achteraf ontvangen werd en financiële steun beloofd werd tot de verzamelde clerus van verschillende religies die mee opstapte. Het deed wat denken aan de Witte Beweging in 1996. Enkel de koning ontbrak nog. Maar wat er onderhuids leefde onder veel betogers, een woede tegen een falend beleid en een falend systeem, is hiermee niet beantwoord of verdwenen. De regering slaagde er niet in om het idee van “nationale eenheid” te vestigen en liet zich opmerken door een algemeen falen op alle terreinen. Na deze mars tegen terreur en haat staan de volgende acties tegen het besparingsbeleid al in de steigers: dinsdag en woensdag komen ABVV en ACV op straat. Het zal erop aankomen om te bouwen aan een tweede actieplan waarmee we de regering en het besparingsbeleid wegstaken.
Na de verschrikkelijke aanslagen in Brussel stellen we ons allemaal vragen en zijn we bezorgd. We kunnen de discussie over hoe opkomen tegen terreur en haat niet overlaten aan de beroepspolitici en de traditionele media. Hun antwoord beperkt zich hoofdzakelijk tot repressie, islamofobie, het sluiten van de grenzen en oorlog. Deze logica is gedoemd om te mislukken. Zoals altijd, zijn de belangen van de meerderheid van de bevolking hierbij van geen tel.
De beste manier om het terrorisme te isoleren en de voedingsbodem te bestrijden die hen toelaat een zekere steun op te bouwen, is door samen op te komen voor een echte toekomst voor iedereen. Praten over veiligheid en ondertussen een besparingspolitiek doorvoeren die het land in een sociaal kerkhof verandert, is ons zand in de ogen strooien. De arbeidersbeweging en jongeren moeten het initiatief nemen! Van diegenen die ons voortdurend laten inleveren, terwijl zij en bevriende bankiers en aandeelhouders de rijkdom die we produceren verbergen in Luxemburg, Zwitserland of zoals recent aan het licht kwam in Panama, hoeven we op dat vlak niets te verwachten.
Laat ons tegenover de verdeel-en-heerspolitiek eenheid en solidariteit plaatsen. Dit gaat in tegen haat en terreur, maar ook tegen een regering en een politiek die dergelijke fenomenen in de hand werkt.
Wat kan jij doen?
Hang deze affiche goed zichtbaar aan je venster, in je auto, …
In de vakbond en op de werkvloer: misschien werd op jouw werk een algemene personeelsvergadering georganiseerd tijdens het actieplan in 2014 tegen de regering-Michel? Waarom er niet opnieuw één organiseren of starten met deze traditie, om te discussiëren over hoe de strijd te voeren tegen het terrorisme, racisme, besparingen en oorlog? Bespreek het idee van lokale meetings, een massale nationale betoging en/of bijvoorbeeld het vormen van een vredesdelegaties op de eerste mei als start van een beweging tegen terreur, haat, armoede en oorlog.
Op school en de universiteit: In Gent kwamen scholieren samen om selfies te nemen van deze affiche en vervolgens samen te discussiëren. Waarom dit voorbeeld niet volgen?
17 april Mars tegen de terreur en de angst, 14u Brussel
24 april Betoging “Geen gevechtsvliegtuigen”, 14u Centraal station
Een klimaat van discriminatie en het bestaan van allerhande sociale tekorten na decennia van besparingen, zijn belangrijke factoren die maken dat een kleine minderheid van jongeren radicaliseren en een gemakkelijke prooi vormen voor IS en andere reactionaire groepen. Maar ook het imperialisme en de oorlogspolitiek van de kapitalistische machthebbers en hun steun aan de verschillende dictaturen, o.a. in het Midden Oosten, speelt een belangrijke rol. We verzetten ons niet alleen tegen het besparingsbeleid maar ook tegen de deelname van de Belgische regering aan de oorlog in Syrië. Er is nood aan een massale beweging voor een ander type van maatschappij!
Laat ons massaal naar deze betogingen mobiliseren in de wijk, op de scholen en universiteiten!
Zondag was er een vreselijke aanslag in het Pakistaanse Lahore waarbij meer dan 70 doden vielen. De aanslag was het werk van een organisatie die sinds kort opnieuw verbonden is met de Taliban (voorheen met Islamitische Staat en daarvoor met de Taliban). De aanslag vond plaats aan een speelplein in een park dat op paaszondag door veel gezinnen werd bezocht. Er zijn enkele opmerkelijke gelijkenissen met de aanslagen in Brussel.
Geert Cool
1/ Enorme solidariteit van onderuit
Na de aanslagen in Brussel was er een enorme solidariteit van onderuit. Hulpverleners gaven het beste van zichzelf én meer dan dat. Taxichauffeurs boden gratis ritten aan. Mensen gaven aan dat ze wilden helpen. Er was een gevoel van samenhorigheid.
Hetzelfde zien we in Pakistan met mensen die in de rij gaan staan om bloed te geven voor de slachtoffers. Ook hier bieden taxichauffeurs gratis ritten aan voor wie bloed wil geven. Het feit dat de aanslag in Pakistan volgens de daders gericht was tegen de christelijke minderheid van het land wordt niet aanvaard door brede lagen van de bevolking voor wie de speeltuin een populaire verzamelplaats was. De slachtoffers waren gewone mensen van diverse achtergronden. De solidariteit van onderuit is opmerkelijk. Na de meest vreselijke gebeurtenissen komt soms het allerbeste in gewone mensen naar boven. We zagen dit in Brussel en ook in Lahore.
2/ Blunders aan de top
Wisten de autoriteiten in ons land waar Abdeslam zat? Kon die terrorist zomaar uit Turkije terugkeren zonder verder opgevolgd te worden? De regering kon zich niet voorstellen als een sterke kracht van ‘nationale eenheid’. Daarvoor waren de blunders wellicht te groot. Daarop werd de verantwoordelijkheid maar naar anderen doorgeschoven: het is altijd wel iemand anders zijn of haar schuld.
In Pakistan werd een veiligheidswaarschuwing voor zelfmoordaanslagen genegeerd. Rond het park was er amper beveiliging. De verantwoordelijkheid hiervoor wordt doorgeschoven. Het leger grijpt de gelegenheid aan om zich op te werpen als de ‘sterke factor’ die in de nasleep van de aanslagen meteen meer dan 200 verdachte Taliban-militanten kon oppakken, maar er wordt natuurlijk niet bij verteld dat de Taliban in Pakistan (of Afghanistan) nooit zo sterk had gestaan zonder minstens indirecte steun vanuit de legerleiding. De regering van Sharif werd al smalend ‘het stadsbestuur van Islamabad’ genoemd, dat is nog versterkt na de aanslag.
3/ Hooligans krijgen vrijspel
Nog een opmerkelijke gelijkenis: net op het ogenblik dat gewone mensen geschokt zijn, krijgen hooligans vrijspel om onwaarschijnlijke acties te houden. In Brussel werd een solidariteitswake aan de Beurs verstoord, in Islamabad voeren duizenden fundamentalisten een actie die aan hooligans doet denken (met vernielingen incluis) zonder dat de overheid ertegen optreedt en waarbij alle verantwoordelijken naar elkaar kijken. Het ondermijnt de autoriteit van de regering nog meer, ‘het stadsbestuur van Islamabad’ heeft zelfs Islamabad niet onder controle.
4/ De ontbrekende discussie: wat te doen?
Met alle discussies over de verantwoordelijkheid van leger en politiek wordt ook in Pakistan de kern van de zaak onaangeroerd gelaten: hoe is het mogelijk dat jongeren radicaliseren en bereid zijn om zichzelf op te blazen? Van waar komen groepen als Taliban of ISIS en hoe vinden ze ingang onder een erg beperkte laag van mensen die tot afgrijselijke daden overgaan? Een spreekwoord in het Pashtu zegt (vrij vertaald): “Als de oven warm is, kan iedereen er zijn broodjes in bakken.” Anders gezegd: de sociale omstandigheden en materiële voorwaarden waarin terrorisme ingang vindt bij een beperkte laag moeten aangepakt worden. Maar daar wordt doorgaans over gezwegen.
Verschillen
Natuurlijk zijn er ook grote verschillen tussen Brussel en Lahore. De Pakistaanse bevolking is spijtig genoeg één en ander gewoon inzake aanslagen. De afgelopen maanden was er een terugloop, maar er waren nog grote aanslagen op een school in Peshawar en eerder op de christelijke gemeenschap in Lahore. Er was ook de belegering van de luchthaven van Karachi.
Sectair geweld is schering en inslag in Pakistan met reactionaire groepen die jarenlang steun kregen van minstens delen van het establishment. De invulling van dit sectair geweld verschilt van wat we hier kennen. Zo is de aanleiding voor het protest van fundamentalisten in Islamabad de veroordeling van de moordenaar van de gouverneur van Punjab, een moord die volgens de dader gerechtvaardigd was in het kader van een blasfemiewet.
De sociale omstandigheden zijn er ook een pak erger met een enorme armoede. Er is een arbeidersbeweging die na de dictatuur van de jaren 1980 en het neoliberale beleid vanaf de jaren 1990 nooit echt volledig hersteld is als nationale kracht met een sterke mobilisatiekracht.
Maar de gelijkenissen zijn ook opmerkelijk: een grote solidariteit van onderuit terwijl de pyromanen aan de top verder blijven stoken en geen antwoord hebben op de hete oven waarin reactionairen van allerhande slag hun broodjes kunnen bakken.
Het amalgaam tussen islam en terrorisme liet niet lang op zich wachten. Amper enkele uren na de aanslagen in Brussel gooide een Spaanse extreemrechtse groep molotov-cocktails naar een moskee in Madrid en werd een spandoek ontrold met als slogan: “Vandaag Brussel, morgen Madrid?”. Meteen na de aanslagen verspreidde het Vlaams Belang een afbeelding met de slogan “Grenzen sluiten”. Deze werd 63.000 keer gedeeld op vier dagen. Dat de terroristen niet vanuit het buitenland maar ‘van eigen kweek’ zijn, was geen argument. Op 27 maart kregen extreemrechtse amokzoekers andere voetbalsupporters mee in een mars op de vreedzame solidariteitswake in Brussel. Op 2 april wil “Génération Identitaire” dit herhalen in Molenbeek. We moteen de waarschuwingen ernstig nemen!
Artikel door Nicolas Croes uit de extra editie van ‘De Linkse Socialist’ die eind deze week uitkomt. PDF van deze bijlage
Extreemrechts probeert gebruik te maken van de vluchtelingencrisis en de aanslagen om een breder gehoor te vinden. Daarbij wordt niet ingegaan tegen de echte verantwoordelijken voor de economische crisis en de vluchtelingencrisis. Als de arbeidersbeweging dit niet doet en op collectieve wijze zowel de discussie voert als overgaat tot acties tegen terreur en haat, dan groeit de ruimte voor racistische vooroordelen. Als de arbeidersbeweging zich niet op het politieke toneel begeeft, laten we dit over aan andere krachten.
Diegenen die voor de aanslagen pleitten voor het opzetten van “Belgisch Guantanamo” zoals de burgeester van Knokke. Of de media die zoals de kranten van Sudpresse langs Franstalige kant (La Capitale, La Meuse, …) openden met de grote titel: “Invasie door migranten, Belgische kust bedreigd.”
Nooit voorheen was er op deze aardbol zoveel rijkdom aanwezig, nooit voorheen waren er zoveel technologische mogelijkheden. Maar dit wordt niet aangewend om iedereen een degelijk leven te bieden. De concentratie van rijkdom bij een handvol mensen gaat langs de andere kant van de sociale ladder gepaard met een groeiende groep die uit de boot valt. Wie bedreigt dan de veiligheid? Wie is verantwoordelijk voor de crisis? Voor het gebrek aan sociale huisvesting?
Het verzet organiseren
Vakbondsdelegaties moeten een centrale rol spelen in het organiseren van discussies en acties op de werkvloer en daarbuiten. Enkel zo kan racisme doorkruist worden en antwoorden we tevens op de logica van steeds meer repressie, het enige ‘antwoord’ van de gevestigde partijen en media dat zijn falen heeft aangetoond en meteen botst op de besparingspolitiek die nog altijd boven alles staat.
Algemene vergaderingen laten toe om te discussiëren over de aanslagen en de context die ertoe geleid heeft. Ze kunnen ook toelaten om de wortels van de problemen aan te pakken. In januari wees de vakbond ACOD er nog op dat privatiseringen de veiligheid op de luchthaven van Zaventem ondermijnen.
De linkerzijde en de vakbonden moeten aanwezig zijn om ervoor te zorgen dat er solidariteitsacties en momenten van collectief debat zijn. Het neoliberale beleid dat onze sociale verworvenheden vernietigt en de bevolking tot armoede veroordeelt, moet beantwoord worden met strijd. Denk maar aan het opbouwende actieplan van eind 2014 met de algemene staking van 15 december 2014. Dat werkte verenigend. Als de vakbondsleidingen de strijd toen niet vroegtijdig stilgelegd hadden, was een overwinning mogelijk. Dan was het terrein niet vrijgelaten voor allerhande reactionairen, van religieuze fundamentalisten tot racisten.
De afwezigheid van de linkerzijde en de arbeidersbeweging in de armste wijken maakte dat religieuze fundamentalisten er makkelijker ingang vonden om er jongeren mee te sleuren in afgrijselijke wanhoopsdaden. We moeten onze wijken heroveren door sociale strijd te organiseren voor middelen voor onderwijs, jobs, degelijke diensten en tegen alle pogingen om ons te verdelen zoals racisme en islamofobie. Alles wat ons verdeelt, versterkt slechts de elite.
[divider]
Neen aan oorlog en ellende!
Betoging tegen aankoop gevechtsvliegtuigen
Op 24 april is er een nationale betoging tegen de aankoop van gevechtsvliegtuigen door de Belgische regering. Om oorlog te voeren zijn er wel middelen, maar voor de slachtoffers van de westerse interventies zoals de vluchtelingen niet. Op sociale diensten wordt bespaard, op oorlog niet. Investeren in oorlog zal niet tot vrede leiden, het zal de meerderheid van de bevolking niet ten goede komen.
De betoging van 24 april komt er ook nadat premier Michel aankondigde dat België zal deelnemen aan bombardementen in Syrië. Dezelfde oorlogspolitiek die tot het ontstaan en de opkomst van Islamitische Staat gebruiken om het te stoppen, is een illusie. We verzetten ons tegen de oorlog, tegen de wapenwedloop en tegen imperialistische instellingen als de NAVO en de EU. Hun beleid draagt bij tot de nachtmerrie in het Midden-Oosten.
Hiervoor werd in 2003 al gewaarschuwd bij het begin van de oorlog in Irak. Er waren massale betogingen en de bevolking keerde zich tegen de oorlog. Nog voor de oorlog begon, was er de grootste internationale actiedag ooit met miljoenen betogers in februari 2003. Wij ondersteunden en versterkten het protest met slogans als “Internationaal Verzet tegen de oorlogen van het kapitaal” en met scholierenstakingen op ‘Dag X’, de dag van het begin van de oorlog. We waarschuwden toen dat de oorlog Irak en de regio in chaos dreigden onder te dompelen. Jammer genoeg hadden we gelijk.
24 april: 14u Brussel Centraal. Betoging tegen gevechtsvliegtuigen
Foto: LiesbethEen veilige wereld. Het is één van die basisbehoeften van de mens die deze maatschappij ons blijkbaar niet kan garanderen. Tot nu toe gebeurden de brutaalste vormen van geweld, oorlog en terreur ergens ver weg van hier. Daar is nu verandering in gekomen. Zoals Marc Van Ranst, dokter bij het UZ Leuven, in een opiniestuk De Morgen zei: “Het is een illusie te denken dat het mogelijk is om veilig vanuit een F-16 een oorlog te kunnen voeren duizenden kilometers van hier, en te hopen dat je diezelfde oorlog niet naar hier zal sleuren. Wanneer je aan het front in het Midden-Oosten bommen zaait, oogst je aanslagen op het thuisfront. Vrede breng je nooit door meer en meer bommen te gooien.”
Artikel door Bart Vandersteene uit de extra editie van ‘De Linkse Socialist’ die eind deze week uitkomt. PDF van deze bijlage
We kunnen er geld op inzetten dat het antwoord van de klassieke politici zal bestaan uit allerhande maatregelen om leger, politie en staatsveiligheid te versterken. Een groot deel van de bevolking zal ook denken dat dit het logische antwoord is op deze brutale vorm van geweld. Nochtans hebben de duizenden militairen op straat, in de luchthavens en stations deze aanslag niet kunnen verijdelen.
Verzet tegen maatregelen van ‘law and order’ wordt afgedaan als kinderlijk naïef of laks. Guy Tegenbos, redacteur bij De Standaard, bereidde op 23 maart de discussie al voor: “Terwijl metaaldetectoren en aanverwante maatregelen elders al gemeengoed waren, paste men ze hier met lange tanden toe. (…) Militairen in het straatbeeld werden als stemmingmakerij bestempeld.” Verzet tegen een militarisering van de samenleving, zou betekenen dat veiligheid niet ernstig wordt genomen.
Het tegendeel is nochtans waar. Het beleid van ‘law and order’ wordt al toegepast in de VS. En daar faalt het. De VS zijn het land met het hoogste percentage van de eigen bevolking in de gevangenis. Het land heeft 5% van de wereldbevolking, maar wel 25% van de wereldwijde gevangenispopulatie. Het land besteedt evenveel geld aan het gevangeniswezen als aan hoger onderwijs. Voor allerhande kleine vergrijpen en zelfs het bezit van een joint kan een gevangenisstraf volgen. En een strafblad legt een enorme hypotheek op je toekomst.
In zo’n maatschappij wordt de rol van de politie alsmaar repressiever. Ook bij ons is de taakomschrijving van de politie al lang niet meer de potentieel sociale functie, maar een repressieve. In Antwerpen wordt een mastergebouw voor politie gebouwd om voor kostenefficiëntie te zorgen, maar ook om personeel over te hevelen van lokale politiediensten en kantoren naar meer interventie-eenheden. Wijkgebonden kantoren en diensten waar een preventieve en sociale functie kan worden vervuld, maken plaats voor robocops.
Een op de vier Afro-Amerikaanse kinderen die in de VS geboren wordt, belandt ooit in de gevangenis. De linkse Amerikaanse presidentskandidaat Bernie Sanders verklaarde dat dit enkel kan opgelost worden door die jongeren een degelijke job en kwaliteitsvol onderwijs te bieden. Er is een sociaal antwoord nodig op sociale problemen. Een massaal programma van publieke investeringen in scholen, sociale huisvesting, … zou toelaten om de tekorten aan te pakken en zou duizenden degelijke jobs creëren. Het zou iedereen een toekomstperspectief bieden.
Enkel met democratische controle door de gemeenschap en de georganiseerde arbeidersbeweging kunnen we ervoor zorgen dat de politie efficiënt ingezet wordt in het belang van de meerderheid van de bevolking.
Dit betekent dat we moeten breken met het systeem waar het winstbejag van de 0,1% rijksten de rest met oorlog, terreur, milieurampen, vluchtelingencrisissen en andere problemen opzadelt. Socialisten staan voor een systeem van democratische controle en publiek bezit van de productiemiddelen zodat deze in het belang van de meerderheid van de bevolking kunnen aangewend worden.
Een jongen springt uit een appartementsblok en zegt bij iedere verdieping die hij passeert tegen zichzelf “Jusqu’ici tout va bien, Jusqu’ici tout va bien.” De houding van onze politici ten overstaan van de enorme sociale problemen in de arme halve maan van Brussel (Schaarbeek, Molenbeek, Anderlecht, St Gillis) afgelopen decennia doet denken aan de openingsscène van de film La Haine waarin reeds in 1995 de uitzichtloosheid, de haat en frustraties worden beschreven bij een groeiende groep jongeren in de Parijse banlieues. Dat een groep allochtone jongeren uit Brussel betrokken is bij weerzinwekkende terreuraanslagen doet het besef groeien dat na een lange val een harde landing volgt.
Artikel uit de extra editie van ‘De Linkse Socialist’ die eind deze week uitkomt. PDF van deze bijlage
Terreur is geen genetische aandoening en al zeker geen cultureel verschijnsel. Het is het trieste gevolg van een systeem dat miljoenen jongeren in oorlog, armoede, frustraties en een enorme woede duwt. Waar de woede niet wordt gekanaliseerd in collectieve strijd en een sociaal alternatief, kan het een voedingsbodem worden voor reactionaire fundamentalisten. Zij slagen erin een kleine minderheid, 0,3% van de jonge mannen in Molenbeek, te doen geloven dat ze in Syrië wel een toekomst voor hen te bieden hebben.
De situatie in Brussel komt niet uit de lucht gevallen. In plaats van een failed state, benoemt men het probleem beter als een failed system. Zo zond de VRT na de aanslagen in Parijs een reportage over Molenbeek uit 1987 opnieuw uit. Jeugdwerkers waarschuwden toen voor een toename van radicalisering en criminaliteit bij een laag allochtonen uit de tweede of derde generatie indien er geen oplossingen kwamen op het gebrek aan werk, degelijke woningen en kwaliteitsvol onderwijs in de wijken. Dertig jaar later ligt de werkloosheid tegen de 30% in Molenbeek, oplopend tot 50% à 60% onder jongeren in de armste wijken. Met een gemiddeld inkomen van 9.844 euro per jaar is Molenbeek tevens de tweede armste gemeente van België: het inkomen ligt er meer dan 40% onder het Belgische gemiddelde. Voetballer Vincent Kompany stelde na de aanslagen in Parijs dat dit te voorspellen was en dat het fundamentalisme moet begrepen worden als “de woede tegen een systeem dat niet inclusief is.”
Schrijver David Van Reybrouck haalt in een opiniestuk op decorrespondent.nl enkele feiten aan die dit bevestigen: 28% van de jongeren met een migratieachtergrond verlaat het middelbaar onderwijs zonder diploma, nergens anders in Europa is de kloof tussen autochtonen en allochtonen inzake onderwijsprestaties zo groot, België doet het slechter dan de meeste EU-landen qua werkgelegenheid van migranten. Het geeft aan dat er structurele discriminatie is. Samen met een concentratie van armoede leidt dit tot meer criminaliteit. Volgens professor Rik Coolsaet zijn de meeste Syriëstrijders niet zozeer geradicaliseerde moslims, maar geïslamiseerde radicalen die meer over carjackings weten dan Koranverzen.
Het is dus geen kwestie van individuele verantwoordelijkheid van gezinnen, ouders of een cultuur. De verantwoordelijkheid moet gezocht worden bij een maatschappij waarin individuen vervreemden en een prooi worden voor reactionaire ideeën zoals extreemrechts, racisme, een ultraconservatieve en gewelddadige versie van het salafisme of jongeren die hun volledige school proberen uit te moorden zoals we al meermaals in de VS zagen. Verschillende lagen van de bevolking reageren anders op dezelfde fenomenen en beïnvloeden elkaar tegelijk. Terrorisme komt traditioneel vooral voor bij iets beter gestelde lagen, zeker wanneer die het gevoel hebben achtergesteld te worden als gevolg van etnische, religieuze of nationale onderdrukking en hun hoop op sociale promotie door de crisis afgesneden wordt.
De explosieve cocktail is niet gecreëerd door een links beleid, integendeel. Het heeft ook niets met cultuur of godsdienst te maken, het is het resultaat van een asociaal neoliberaal beleid waar ook de sociaaldemocratie en de groenen volledig in meestappen en dat de huidige rechtse regering nog verder opvoert. Dat zorgt ervoor dat de samenleving steeds minder inclusief is.
Terwijl hulpverleners zich uit de naad werken om te helpen waar ze kunnen, lijkt de regering vooral bezig met het doorschuiven van de verantwoordelijkheid. Blunders in het onderzoek naar de terroristen worden afgedaan als individuele fouten van politiemensen. Sociale spanningen die inherent zijn aan het asociale besparingsbeleid of discriminatie bij ons, het wordt eveneens afgedaan als individuele verantwoordelijkheden.
Artikel door Geert Cool uit de extra editie van ‘De Linkse Socialist’ die eind deze week uitkomt. PDF van deze bijlage
Rechtse beleid faalt
De rechtse regering faalt op alle vlakken. Eerst werd aangekondigd dat een resoluut besparingsbeleid gericht op economische groei zou gevoerd worden. De besparingen kwamen er effectief en treffen de koopkracht van de gewone bevolking. De grote bedrijven en superrijken incasseerden de cadeaus en vroegen direct al meer. Maar de economische groei bleef uit. Meer nog, het besparingsbeleid ondermijnt mogelijkheden van groei. Na twee eerdere armoedeplannen leeft ondertussen 15,5% van de Belgische bevolking in armoede, tegenover 14,6% in 2008. Het gaat om 1,73 miljoen mensen. Nooit eerder waren er zoveel mensen afhankelijk van een leefloon. En de beloofde economische groei blijft uit.
Na de aanslagen in Parijs kwam de regering met stoere praat. Brussel werd platgelegd met een lockdown en minister Jambon zou Molenbeek “opkuisen.” Niet dat hij zou voorzien in jobs, infrastructuur en openbare diensten, zoals de netheid op straat. Neen, de sociale problemen wilde de minister niet opkuisen. Hij wilde zich enkel fors opstellen. Daar blijft vandaag niet veel van overeind. De politiediensten hadden al langer het onderduikadres van Abdeslam in Molenbeek, zo blijkt nu. Militairen op straat kunnen geen nieuwe aanslagen voorkomen. De efficiëntie van een beleid wordt afgemeten aan het resultaat ervan: ook op vlak van veiligheid faalt de regering. Na de aanslagen in Brussel slaagt de regering-Michel er niet in zelfs maar de illusie van een sterke regering te wekken.
De besparingslogica treft alle overheidsuitgaven, ook op vlak van veiligheid. Zo raakte bekend dat de centrale afdeling Terrorisme niet alle informatie kan verwerken en met een personeelstekort kampt. Dit zou ervoor gezorgd hebben dat de informatie over El Bakraoui die aan de Syrische grens in Turkije was opgepakt niet bij de andere politiediensten raakte. Jambon probeerde de verantwoordelijkheid hiervoor af te schuiven op één agent. Nochtans is het een gevolg van de politieke beslissing om op alle overheidsuitgaven te besparen. Dit gebeurt omdat de grote bedrijven amper nog belastingen betalen.
Nog meer ‘war on terror’?
Sinds de aanslagen van 11 september 2001 zagen we steeds opnieuw dezelfde antwoorden op aanslagen. Steeds weer waren er forse verklaringen over landen in oorlog die de terroristen zouden aanpakken. Wat heeft dit beleid de afgelopen 15 jaar opgeleverd? De oorlogen in Afghanistan en Irak maakten geen einde aan terrorisme. We zien integendeel dat groepen als Al Qaeda en ondertussen ook ISIS aanwezig zijn van in Pakistan en India in het oosten tot Nigeria in het westen. Westerse interventies in Libië en Syrië zorgen voor verwoestingen en barbarij. Van barbarij wordt enkel geprofiteerd door barbaren. Groepen als ISIS kunnen er op teren, ze zijn het product van het mislukken van de ‘war on terror’.
In eigen land wordt na aanslagen steeds voorgesteld om de repressieve mogelijkheden op te voeren. Privacy wordt aan banden gelegd, want ‘wie niets te verbergen heeft, hoeft niets te vrezen’. Dit lijkt vooral gevolgen te hebben voor wie zich het beleid in vraag durft te stellen, denk maar aan klokkenluiders zoals Edward Snowden. Hoeveel camera’s er ook op gewone mensen gezet worden, hoeveel telefoons en emails er ook afgetapt worden en hoeveel militairen er ook op straat staan, het werkt niet. Symptomen van een systeem in crisis worden niet opgelost zonder de fundamentele oorzaken ervan aan te pakken.
We mogen de kwestie van veiligheid niet aan rechts overlaten. Het winstbejag van de grote bedrijven leidt tot meer ellende en armoede voor ons. De concurrentiedruk draagt bij tot oorlogen. De wereld staat in brand, daartegenover is er nood aan brandweerlieden en niet aan pyromanen. De arbeidersbeweging moet een eigen programma naar voor brengen en dit koppelen aan acties.
Er is heel veel discussie vandaag over wat er gisteren gebeurde. De beelden spreken voor zich: een solidariteitswake die bijzonder divers was, werd verstoord door een groep hooligans die door de politie tot bij de wake gebracht werd. We publiceerden gisteren een reactie door onze correspondenten aan de Beurs, hieronder nog een reeks foto’s door Jean-Marie.
Wat een schande! Er zijn geen andere woorden voor wat op 27 maart aan de Beurs in Brussel gebeurde. Een stille en waardige wake, met ook familieleden van slachtoffers van de terreuraanslagen, werd verstoord door een groep extreemrechtse amokmakers die door de politie tot aan de wake begeleid werden.
Verslag en foto’s door onze correspondenten ter plaatse
Aan de wake werden ze op boegeroep en heel veel ongeloof onthaald. Aan de Beurs kom je niet zomaar, overal staan controles. Maar een groep hooligans kon zomaar passeren? Later bleek dat ze verzamelden in Vilvoorde en door de politie naar het station begeleid werden. In Brussel vielen ze meteen een nachtwinkel aan en werden volgens een woordvoerder van de politie fascistische groeten gebracht. Toch werd beslist om hen gewoon naar de vreedzame wake te laten gaan. Eens te meer blundert de politietop en blinken de politieke verantwoordelijken uit in het doorschuiven van de verantwoordelijkheid. Moeten we op hen vertrouwen om terrorisme te stoppen? Wie controleert de politie?
Er was door de regering opgeroepen om niet naar Brussel te gaan. Hierdoor was de mobilisatie beperkter, er waren zoals de afgelopen dagen enkele honderden mensen aan de Beurs. Er werd gezongen, gezwegen, gepraat, geapplaudiseerd. De omstaanders waren eens te meer bijzonder gemengd, van alle mogelijke afkomsten en achtergronden. Kinderen deelden zelfgebakken koekjes uit. Alles was gemoedelijk.
Tot er onder politiebegeleiding een groep hooligans werd losgelaten. De aanwezigen reageerden onthutst en riepen antifascistische slogans. Gewone aanwezigen waren geschokt, een jonge vrouw begon te hyperventileren en moest met een ambulance afgevoerd worden. Moeders met kinderen probeerden zo snel mogelijk weg te geraken. Familieleden van slachtoffers werden in hun rouwproces getroffen.
De hooligans waren duidelijk door extreemrechts georganiseerd, wij zagen een bestuurslid van het Vlaams Belang uit Gent onder de hooligans. Er werden slogans geroepen terwijl er nog wat blikjes bier binnengegoten werden. Migranten kregen te horen dat zij toch minder Belg zouden zijn. Enkele hooligans liepen over de bloemen en kaarsen voor de Beurs om de trappen in te nemen en de aanwezige rouwenden te verjagen. De politie trad dan pas op. Nadat ze de hooligans eerst tot bij de actie hadden geleid, was een waterkanon nodig om hen terug weg te krijgen.
Verantwoordelijke van de politie
Achteraf komen alle politici met veroordelingen en verontwaardiging. De burgemeesters van Vilvoorde en Brussel, Hans Bonte en Yvan Mayeur, en ook premier Michel: ze waren er allemaal snel bij om hun verontwaardiging te uiten. Ze waren er minder snel bij om de optocht van extreemrechtse hooligans te stoppen terwijl de politiediensten die onder hun verantwoordelijkheid stonden dit hadden kunnen doen. Eens te meer wordt geblunderd. Wiens schuld zal het dit keer zijn? Eén enkele agent, de Franstaligen, de ‘baardapen’ waar N-VA’er Van Overmeire over sprak? Of de rouwenden die toch aan de Beurs hadden plaatsgevat?
De oproep om de mars niet te laten plaatsvinden, is overigens opmerkelijk. Onder dreigingsniveau 4 werd toelating gegeven om de kerstmarkt te laten doorgaan, maar een mars van collectieve rouw en verontwaardiging na de terreuraanslagen kan niet. Een optocht van hooligans kan dan weer wel en de politie begeleidt hen tot aan de wake die ze kunnen verstoren.
De arbeidersbeweging moet reageren. We mogen de bezorgdheid, woede en verontwaardiging niet aan de gevestigde politici en hun media overlaten. We moeten onszelf organiseren met de arbeidersbeweging. Dit is nodig om op de werkvloer de discussie over de terreuraanslagen te organiseren maar ook om het zelfvertrouwen van extreemrechtse hooligans te breken en de ruimte voor racisme op de werkvloer en in de scholen te bestrijden.
Omstaanders protesteren tegen het verstoren van de wake