Your cart is currently empty!
Tag: 7 oktober 2015
-
ABVV-meeting in Antwerpen: ernstig verzet of 7 oktober als eindpunt?

Een jaar rechtse regering betekent een harde aanval op onze levensstandaard. Zowel werkenden als uitkeringstrekkers en jongeren worden getroffen. Zelfs vluchtelingen merken de gevolgen van de besparingen op de sociale sector. Op 7 oktober viert de rechtse regering zijn eerste verjaardag. De vakbonden plannen die dag een grote betoging in gemeenschappelijk front. Rudy De Leeuw kwam maandagavond toelichting geven voor ABVV-militanten in Antwerpen.Verslag door Geert, foto’s door Liesbeth
De Leeuw begon met een verwijzing naar de vluchtelingencrisis en merkte op dat rechts, populistisch rechts en de werkgevers gebruik willen maken van de vluchtelingencrisis om de sociale bescherming aan te pakken. Het voorbeeld van Huts is natuurlijk opmerkelijk maar ook rechtse politici zoals De Wever en Rutten tonen hun koude cynisme. Daartegenover plaatste De Leeuw “de waarden van democratie, verdraagzaamheid en solidariteit.”
De vluchtelingencrisis staat vandaag centraal in het debat. Als we de ‘antwoorden’ hierop aan rechts overlaten, krijgen we slechts discussie over de verdeling van de tekorten met bijhorend racisme. De belangen van de Belgische arbeidersklasse zijn niet tegengesteld aan die van de vluchtelingen. Door samen op te komen voor meer sociale woningen, degelijke jobs en tegen de groeiende ongelijkheid van het kapitalisme, zowel in België als op wereldvlak, kan er echte eenheid groeien, wat onze strijd alleen maar kan versterken. Het is de ongelijkheid die aanleiding geeft tot ellende, oorlogen en vluchtelingenstromen. Door de ongelijkheid hier en elders te versterken, zal rechts de problemen enkel groter maken.
Volgens De Leeuw moet 7 oktober vooral een nieuw signaal geven na een jaar van afbraakpolitiek onder Michel I. Een overzicht van de maatregelen maakte duidelijk hoe asociaal het huidige beleid is. Van de aanvallen op de lonen met de indexsprong over de pensioenen tot besparingen in de vorm van hogere taksen voor elektriciteit, afschaffing van gratis water en elektriciteit, stopzetting gratis openbaar vervoer voor 65-plussers, verhoging van het inschrijvingsgeld voor studenten, … Het voorlopige eindpunt van de reeks aanvallen is de tax shift die vooral de werkgevers ten goede komt. De Leeuw verwees naar de uitspraken van Fons Verplaetse in Knack die opmerkte dat de tegemoetkomingen voor de bedrijven tegenwoordig even hoog zijn als wat ze nog aan vennootschapsbelasting betalen.De besparingen werken niet, merkte De Leeuw op. Hij verwees daarbij onder meer naar de studie van het IMF die vaststelde dat elke euro besparingen niet leidt tot de verwachte lagere groei van 0,6 euro maar wel tot een groeivermindering van 2 euro. Van het geld dat in de Britse banken werd gestopt, vloeide slechts een klein deel naar de reële economie door. De besparingen leggen niet de basis voor nieuwe groei, maar wel voor meer ongelijkheid. De cijfers over het aantal leefloners of over de armoede in ons land bevestigen dit. Het sociale weefsel wordt aangevallen en dit leidt tot meer armoede.
Verzet blijft dus nodig. In zijn uitleiding had Antwerps ABVV-voorzitter Verlaeckt het over het puin van de rechtse regering waarop de werkgevers dansen. Een regering die een verjaardagsfeest wil houden waarop Huts pannekoeken bakt en Marc Coucke een liedje zingt. Dat willen de bonden niet toelaten, voor de betoging wordt gehoopt op 100.000 aanwezigen. Verlaeckt stelde dat de mobilisatie zich niet tot 7 oktober mag beperken, dat ook erna mobilisatie nodig zal zijn. En hij verwees ook naar de vluchtelingencrisis waarbij hij stelde dat we tegen de ijskoude rechtse regering onze solidariteit plaatsen.De zaal van het Bondsgebouw van het ABVV was voor deze meeting niet zo vol gelopen als vorig jaar. Toen zorgde het opbouwende actieplan voor enthousiasme en had de basis het gevoel dat er ernstig zou gestreden worden. Nu was de sfeer anders. Er waren heel wat vragen over wat er na 7 oktober zou gebeuren, wordt het een eindpunt of net het begin van een nieuw actieplan? Deze vragen ook expliciet stellen, was jammer genoeg niet mogelijk. Na de toespraak door De Leeuw volgde een uitleiding door Bruno Verlaeckt, waarna de micro meteen en onverbiddelijk dicht ging ondanks vragen vanuit de zaal om het woord te krijgen. Discussie was voor de besturen van de verschillende centrales, werd gezegd. Op de werkvloer collega’s de mond snoeren als ze kritische vragen stellen, helpt de syndicale werking niet vooruit. Waarom zou dat op een militantenvergadering anders zijn?
In zijn toespraak benadrukte De Leeuw dat er nog een lange weg moet gevolgd worden met het sociaal verzet. De betoging van 7 oktober moet een signaal geven waarna de ABVV-voorzitter hoopt dat de bonden sterker zullen staan in de onderhandelingen om een aantal zaken bij te sturen en om “af en toe het been stijf te houden”. Hebben we de afgelopen maanden niet gezien dat er met deze regering niet kan onderhandeld worden, tenzij over de organisatie van sociale afbraak? Over een actieplan na 7 oktober werd alvast niet gesproken, terwijl dat mobiliserend kan werken voor die betoging. De kracht van het actieplan eind 2014 was net dat de volgende stappen al bekend waren waardoor de acties opbouwend waren, elke nieuwe actie was groter en sterker.
Veel militanten vragen zich af of het menens is op 7 oktober en erna. Het stopzetten van het eerste actieplan zonder inspraak van onderuit en zonder veel communicatie heeft hier en daar wat demoralisatie veroorzaakt en zorgde ervoor dat het momentum verloren ging. Een momentum heropbouwen is niet evident, maar het is mogelijk en noodzakelijk. Dat zullen we echter niet doen met halfslachtige oproepen om te betogen als het doel is om nadien in ‘onderhandelingen’ af en toe het been stijf te houden. We zullen er ook niet geraken door discussie onder militanten van bovenaf te stoppen.
ABVV-voorzitter De Leeuw stelde meermaals dat hij hoopt dat er geen regering-Michel II komt. Dat is inderdaad deel van de uitdaging: er moet een alternatief op deze rechtse regering en op het besparingsbeleid komen. De rechtse regering gewoon uitzitten en hopen dat er zonder syndicaal offensief een andere regering uit de bus komt bij de volgende verkiezingen, is een gevaarlijke gok die alvast in Groot-Brittannië verkeerd is uitgedraaid. De passiviteit van de vakbondsleiders en het wel erg gebrekkige ‘alternatief’ van Labour maakte het voor Cameron, het grote voorbeeld van De Wever, mogelijk om een nieuwe verkiezingsoverwinning te boeken en nieuwe nog hardere besparingen op de Britse arbeidersklasse los te laten, een harde aanval op het stakingsrecht incluis. Laten we het hier ook zo ver komen? Of geven we deze regering geen kans om nog meer op onze kap te besparen door ze direct de pas af te snijden via een nieuw actieplan dat er deze keer geen twijfel over laat bestaan: deze regering moet weg!
Zoals we al eerder opmerkten, is de kwestie van een politiek alternatief van groot belang en is het gebrek hieraan een van de grootste zwaktes langs onze kant. De rechtse regering maakt onverbiddelijk gebruik van elke zwakte bij ons om zelf de agenda te bepalen en de aanvallen steeds verder op te voeren. In ons pamflet en onze krant schreven we: “Strijd is nodig, maar we hebben ook een alternatief nodig op politiek vlak. LSP denkt dat als alle oprechte linkse activisten, organisaties en partijen hun krachten bundelen tot een nieuwe brede en democratische strijdpartij, dit het politieke landschap flink dooreen kan schudden.” Laat ons zo sterk mogelijk mobiliseren naar 7 oktober om van onderuit een actieplan af te dwingen, onze kracht herop te bouwen en de discussie over een politiek alternatief te voeren.
-
Betoging van 7 oktober mag geen gemiste kans worden
Eind mei werd de betoging van het gemeenschappelijk vakbondsfront op 7 oktober al aangekondigd. Die datum is niet toevallig gekozen: het is de eerste verjaardag van de regering-Michel. Dat deze rechtse regering zijn eerste verjaardag gehaald heeft, komt voor velen als een verrassing. Zeker omdat het in het najaar vorig jaar mogelijk leek om de regering te laten vallen.Edito door Nicolas Croes, hoofdredacteur Lutte Socialiste
Na de algemene staking van 15 december 2014 volgden amper nieuwe acties: er waren slechts enkele specifieke mobilisaties rond thema’s als pensioenen, jongeren, vrouwen en sociale dumping. De regering kreeg ruimte om zich terug recht te hijsen en dat werd gebruikt om nieuwe asociale maatregelen voor te stellen.
Nood aan nieuw actieplan
Toen de datum van 7 oktober naar voor werd gebracht, stelde ABVV-topman Marc Goblet dat de betoging met een 24-urenstaking zou gedekt worden en het “hoogtepunt zou worden van een oplopend actieplan” (Le Soir, 28 mei). We zijn het eens dat er nood is aan een opbouwend actieplan, maar de betoging van 7 oktober moet het startpunt van een nieuw actieplan worden, niet het ‘hoogtepunt’ ervan waarmee de mobilisaties stoppen.
De nationale vakbondsverantwoordelijken hebben gelijk als ze zeggen dat dit de regering van de onrechtvaardigheid is waarbij de “lasten voor de gezinnen zijn en de lusten voor de grote bedrijven en grote vermogens.” De afgelopen maanden werd aangetoond dat met deze regering van de rijken geen ernstige dialoog mogelijk is. Ludieke of symbolische acties zullen niet volstaan. De nationale betoging, regionale stakingen en nationale algemene staking van eind 2014 gaven aan hoe we onze acties kunnen opbouwen. Als dit niet volstond, moeten we verder gaan. Politicoloog en historicus Marc Hooghe bevestigt: “De arbeidersbeweging kan het meest realiseren als ze op straat komt en haar stakingsmiddel hanteert.” (deredactie.be, 20 augustus)
Een maand om 7 oktober voor te bereiden
Het zal erop aankomen om jongeren en werkenden opnieuw te mobiliseren, zelfs indien het enthousiasme en de strijdbaarheid van het actieplan vorig jaar geen vervolg kreeg. Algemene vergaderingen om de collega’s te informeren en te mobiliseren, maar ook regionale en sectoriële militantenbijeenkomsten in september zijn belangrijk om de mobilisatie te versterken.
Deze personeelsvergaderingen moeten gebruikt worden om over een nieuw actieplan te discussiëren. Door op deze bijeenkomsten over de acties te stemmen, nemen we de strijd in eigen handen. Het wordt dan moeilijker voor de leidingen om een beweging zomaar stil te leggen.
Politiek alternatief
Een opbouwend actieplan kan de regering laten vallen. Als er vervolgens een nieuwe tripartite komt onder leiding van de sociaaldemocratie, zou dit het besparingsbeleid niet stoppen. Enkel het ritme van de aanvallen zou verschillen. Het gebrek aan een politiek alternatief speelt de arbeidersbeweging parten.
Strijd is nodig, maar we hebben ook een alternatief nodig op politiek vlak. LSP denkt dat als alle oprechte linkse activisten, organisaties en partijen hun krachten bundelen tot een nieuwe brede en democratische strijdpartij, dit het politieke landschap flink dooreen kan schudden.
-
Verdeeldheid aan de top beantwoorden met strijdbare eenheid aan de basis
De zakenkrant L’Echo, tegenhanger van De Tijd, publiceerde op 3 augustus een interview met Marie-Hélène Ska (ACV) die over Marc Goblet (ABVV) zei: “Ik ben alles waar hij een afkeer van heeft: een vrouw, ik heb gestudeerd, ik lees dossiers. Ik denkt dat dit op zijn zenuwen werkt.” Goblet reageerde meteen op Twitter: “Klopt niet. Waar ik niet van hou, is dat de belangen van de werkenden aan die van CD&V worden verbonden.”
Artikel door Ben (Charleroi) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Er waren al langer spanningen, de vorming van een regering met CD&V maar zonder PS was natuurlijk het belangrijkste element. De ACV-leiding was bang om na het vorige actieplan verder te gaan. Dat CD&V in de problemen kwam, speelde ongetwijfeld mee. De ABVV-leiding zou liefst de PS zo snel mogelijk terug aan de macht krijgen, Goblet trok mee de kaart van de ‘Gemeenschappelijke Actie’ met PS en de mutualiteit.
Ondanks het gewicht van de ACV-leiding is er aan de basis onder de militanten en delegees een bereidheid om de strijd tegen deze regering verder te zetten. Net zoals in het ABVV verschijnt het eerste mobilisatiemateriaal van ACV naar 7 oktober relatief vroeg. En laat er geen twijfel over bestaan, ook in de ABVV-leiding is er een probleem met verantwoordelijken die de PS of SP.a als enige alternatief verdedigen of die stellen dat nieuwe stakingsacties niets zullen opleveren (een uitspraak van BBTK-voorzitter De Deyn begin februari).
De vakbondsleidingen vormen stelselmatig een rem. Als er vandaag druk staat op het gemeenschappelijk vakbondsfront is dit vooral een kwestie van de leiding. Dat de sociale verkiezingen van 2016 dichterbij komen, zal dit fenomeen wellicht erger maken. Tegenover de verdeeldheid aan de top, moeten we de eenheid van onderuit uitbouwen.
En er zal nood zijn aan een eigen politiek verlengstuk. Gevraagd naar de politieke figuren die haar het sterkste inspireren, verwees Marie-Hélène Ska naar Verhofstadt en Dehaene (Le Soir, 1 augustus). De nauwe banden van Goblet met de PS zijn eveneens bekend. Zullen zij die strijdbare leiding vormen die we zo hard nodig hebben?
Een strijdbare leiding zal het resultaat van strijd zijn en moet voortkomen uit de basis van de vakbonden, de werkenden en delegees die zich op het terrein organiseren. De ervaringen van personeelsvergaderingen om over de te volgen strategie te beslissen en die maken dat we doorheen ons collectief werk sterker staan, tonen de weg naar een strijdbaar syndicalisme dat verenigend werkt.
-
Betoging 7 oktober moet startpunt nieuw actieplan worden
Rechtse regering blijft besparen

De septembereditie van ‘De Linkse Socialist’ is maandag met de post verstuurd naar de abonnees. Op tal van activiteiten de komende weken kan je deze krant van onze militanten kopen. Je kan ons ook steunen door een abonnement te nemen. Meer info over abonnementen Hopelijk heeft het betaald verlof – afgedwongen door de strijd van onze grootouders – iedereen toegelaten om de batterijen op te laden voor een nieuwe golf van sociaal verzet tegen de regering van de rijken. Het zal nodig zijn, want deze regering is niet van plan om te stoppen in het offensief tegen onze levensstandaard. Alles wat we in het verleden aan sociale verworvenheden bekwamen, is door strijd afgedwongen. Enkel door onze strijd eind 2014 kwam de regering in de problemen. Laat ons de betoging van 7 oktober goed voorbereiden en er het startpunt van maken voor een nieuw actieplan waarmee we de regering doen vallen en met haar het volledige besparingsbeleid.
Artikel door Maud (Brussel) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
De betoging van 7 oktober moet het begin vormen van een nieuw interprofessioneel actieplan in gemeenschappelijk vakbondsfront. Na het geslaagde actieplan eind 2014 gingen de vakbondsleidingen op de rem staan (zie pagina 5). Er werd ruimte gelaten voor onderhandelingen. Maar de aanvallen bleven maar komen. De niet aflatende stroom van besparingen op onze kap, moet aangegrepen worden om een groter aantal mensen in actie te brengen. Er is de tax shift die enkel de werkgevers goed uitkomt, bruggepensioneerden moeten beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt, wie ziek is moet ‘geactiveerd’ worden waardoor de mutualiteiten nu een bijkomend controle-orgaan op de zwaksten moeten worden, … We mogen dit alles niet zomaar laten passeren.
Veel vakbondsmilitanten, maar ook bredere lagen van jongeren en minder jongeren of mensen die niet bij de vakbonden aangesloten zijn, toonden eerder hun enorme mobilisatiekracht. Ongetwijfeld is dat nu opnieuw mogelijk. Het zal nodig zijn. De regering zal immers niet stoppen. De werkgevers willen steeds verdergaan in de aanval op onze levensstandaard. Kijk maar naar de verklaringen van de nieuwe voorzitter van VOKA, de werkgeversfederatie die Bart De Wever ‘zijn baas’ noemt. Deze nieuwe voorzitter stelt dat de reeds genomen maatregelen nog maar het begin zijn… (zie pagina 4). Hij wil de werkloosheidsuitkering in de tijd beperken, het stakingsrecht herzien en de sociale zekerheid aanpakken omdat die “te sociaal en te zeker” zou zijn!
De projecten die Kris Peeters wil doorvoeren, gaan in de richting van nog meer flexibiliteit op de werkvloer en het individualiseren van sociale rechten. Het komt op hetzelfde neer: meer cadeaus voor de werkgevers! En dan hebben het nog niet over de projecten van N-VA voor individuele onderhandelingen over arbeidsvoorwaarden en lonen.
De regering toont het telkens weer aan: er is geen ernstig overleg mogelijk. Het enige ogenblik waarop de regering wankelde, was tijdens onze grote mobilisaties eind vorig jaar. We moeten een nieuwe mobilisatie opzetten om duidelijk te maken dat we ons niet neerleggen bij het Thatcheriaanse refrein dat er “geen alternatief is”. De besparingen lossen niets op. We moeten onze eigen eisen naar voor schuiven op basis van een programma dat zich richt tegen de kern van het probleem: het kapitalistische systeem en de winsthonger waarbij iedereen elkaars concurrent wordt. We moeten duidelijke eisen stellen, zoniet kunnen ze omgevormd worden tot nieuwe aanvallen, zoals met de tax shift het geval was.
Het recht op verzet en op collectieve onderhandelingen wordt overal in vraag gesteld. We zagen het onder meer in Spanje met de beperkingen op het recht op actievoeren, in Frankrijk met de wet-Macron, in Ierland met de vervolging van 23 activisten waaronder parlementslid Paul Murphy wegens een actie tegen de waterbelasting of nog in België met onder meer het idee van minimumdienstverlening bij het openbaar vervoer om het stakingsrecht aan banden te leggen. De aanvallen op het recht op collectieve actie tonen aan dat de heersende klasse bang is van onze mobilisatiekracht. Dat is niet verwonderlijk, wij zijn immers de motor van de economie.
Een nieuwe mobilisatie met een interprofessioneel actieplan in gemeenschappelijk vakbondsfront dat opbouwt naar een algemene staking: dat is wat nodig is en waaraan we kunnen bouwen met personeelsvergaderingen, waar mogelijk, om zoveel mogelijk collega’s te overtuigen en te betrekken. We kunnen die personeelsvergaderingen ook gebruiken om ons alternatief verder uit te werken.
Als we niets doen, zal de regering steeds verder gaan in de aanvallen op onze levensstandaard en onze openbare diensten. De regering van de rijken zal de meerderheid van de bevolking het elementaire recht op een degelijk leven ontzeggen. Afspraak op 7 oktober om dat te stoppen!
-
Patronale extremisten versus onze levensstandaard
Nieuwe VOKA-topman: sociale zekerheid is “té sociaal” en “té zeker”
De Vlaamse werkgevers van VOKA hebben met Hans Maertens sinds 1 juli een nieuwe topman. Die viel meteen met de deur in huis. “Er is veel protest gerezen tegen de hervormingen van de regering-Michel, maar ik denk dat die slechts een eerste stap waren.” De indexsprong, verhoging van de pensioenleeftijd en tal van andere asociale maatregelen moeten voor Maertens verder opgevoerd worden. Het centrale doelwit staat ook al vast: de sociale zekerheid. Die zou “te sociaal en te zeker” zijn.
Dat de werkgevers met de tax shift opnieuw een cadeau van enkele miljarden kregen, vindt Maertens natuurlijk positief. “Ondernemers slaken een eerste zucht van opluchting”, stelde hij hierover. Maar er zal nog veel meer moeten gebeuren. Zo denkt Maertens aan een beperking van de werkloosheid in de tijd, een hervorming van het stakingsrecht en een grondige herziening van de sociale zekerheid. Op korte termijn moet er uiteraard een nieuwe indexsprong komen zodat de BTW-verhoging voor elektriciteit niet in de lonen wordt doorgerekend.
Voor Maertens sleepte de discussie over de tax shift lang aan omdat niet iedereen begreep waarover het ging. “Voor ons was het duidelijk dat het versterken van de concurrentiekracht voor de bedrijven centraal stond. Anderen wilden eerder focussen op jobs of op een rechtvaardiger fiscaal systeem.” Dat een patronale extremist als Maertens uiteindelijk tevreden is met de tax shift maakt duidelijk hoe weinig er bereikt is inzake jobs of rechtvaardige fiscaliteit. Op nieuwe jobs moeten we niet rekenen, de tax shift zal er volgens Maertens “in eerste instantie toe leiden dat we jobs kunnen behouden.”
Ook Maertens denkt dat er nieuw protest tegen de rechtse regering komt. “Ik vrees een nieuwe protestgolf, al begrijp ik niet goed waarom de bonden opnieuw de straat op willen. Deze regering wil onze concurrentiekracht versterken en zo jobs creëren. Wat kan een vakbond daar tegen hebben?” Wat kan een vakbond er nu op tegen hebben dat we steeds harder moeten werken voor lagere lonen terwijl werklozen in ellende wegkwijnen? Wat kan een werknemer er nu op tegen hebben dat hij of zij steeds weer het gelag moet betalen terwijl de superrijken steeds rijker worden?
De werkgevers hebben het bloed van de werkenden en hun gezinnen geroken en zullen steeds verder gaan om ons leeg te zuigen. Met 85 rijken die wereldwijd evenveel bezitten als de armste helft van de wereldbevolking menen deze wereldvreemde patronale extremisten dat wie een herverdeling van rijkdom eist ‘onverantwoord’ is. Protest tegen de groeiende ongelijkheid is ‘onbegrijpelijk’ en getuigt van ‘syndicaal radicalisme’. Als we hen laten doen, mogen we enkel nog dank u zeggen terwijl onze levensstandaard gepluimd wordt.
Er is niets onverantwoord aan de eis dat iedereen een menswaardig leven kan leiden, beroep kan doen op uitgebreide en kwaliteitsvolle openbare diensten en kan genieten van voldoende hoge uitkeringen zoals pensioenen. De sociale zekerheid is vandaag niet sociaal genoeg en met 15% van de bevolking die in armoede leeft, is er duidelijk ook geen zekerheid genoeg. Afspraak op 7 oktober voor de grote betoging tegen het asociale beleid. Laat er ons meteen een startpunt van een nieuw actieplan van maken, niet alleen om de rechtse regering weg te krijgen maar met haar het volledige besparingsbeleid.
-
Tax shift werd aanval op werkenden. Vakbonden in front naar 7 oktober!
Ook ACV-topman Leemans heeft de boodschap van de rechtse regering begrepen: toegevingen komen er niet, enkel meer aanvallen op werkenden en uitkeringstrekkers.Tijdens de acties in het najaar van 2014 werd door de ACV-top zwaar ingezet op de eis van een tax shift. “Pas als er een tax shift komt, kunnen we over de regeringsmaatregelen praten en kunnen we onze verantwoordelijkheid opnemen”, stelde topman Marc Leemans toen. (DM 25 november 2014) Het werd als voorwaarde gesteld om een serene sociale dialoog te herstarten. Voor de ACV-leiding moest een tax shift onder meer een vermogenswinstbelasting omvatten. “Met minder komt de regering niet weg”, aldus Leemans op het ACV-congres. (DS 25 april)
Op het ACV-congres stelde Leemans nog dat de tax shift niet mag neerkomen op een nieuwe asociale maatregel, “weg van belastingen op vermogens en almaar meer richting consumptie, goed wetend dat zo’n shift minder kost aan de rijken en vooral wordt opgehoest door gewone mensen.”
De druk op CD&V werd opgevoerd om de voorzichtige retoriek over het ‘sociale gezicht’ in de rechtse regering waar te maken. De grote lijnen van de tax shift bevestigen dat CD&V daar compleet in gefaald is. Amper waren de asociale BTW-verhogingen en hogere accijnzen aangekondigd of ook de tweede maand gewaarborgd loon bij ziekte – een van de weinige concrete toegevingen die van de werkgevers werd gevraagd – werd afgevoerd. Voor zover CD&V probeert om zich een socialer imago aan te meten, staat de partij nu met de broek op de enkels.
Begin februari moest CD&V alles uit de kast halen om de ACV-top aan boord te houden voor het sociaal akkoord (met onder meer een wel erg beperkte marge voor loonsverhogingen die niet volstaat om de indexsprong goed te maken). Voorzitter Marc Leemans haalde het toen met de hakken over de sloot met 147 tegen 135 stemmen in de nationale raad van het ACV. Met de onthoudingen meegerekend, kreeg het voorstel de steun van 49% van de ACV-top.
Van de belofte van een ‘rechtvaardige’ tax shift door CD&V op dat ogenblik blijft nu niets meer over. Leemans moet erkennen: “Met een shift binnen de portemonnee van de gewone mensen ontziet Michel I voor de zoveelste maal de portefeuilles van vermogenden. De werkende burgers met een bescheiden loon gaan mogelijk later wat meer netto ontvangen. Mogelijk, want op de persconferentie van de regering was daar vooral nog veel onduidelijkheid over. Zowel over de uitwerking als over de timing. Wat er ook van zij, die mogelijke koopkrachtverhoging neemt de regering echter dubbel en dik al meteen terug met hogere btw op elektriciteit en hogere accijnzen. Dat komt bovenop de verhoging van de elektriciteitsprijs die de Vlaamse regering al aankondigde. En bovenop een rist Vlaamse en federale regeringsbeslissingen die al stevig in uw portemonnee zaten.” Na de stemming over het sociaal akkoord in februari en de tax shift die nu op tafel ligt, zal Leemans wel bijzonder voorzichtig zijn vooraleer hij in het ACV een ‘compromis’ probeert door te drukken om verdere acties te stoppen.
Voor zover dit nog nodig was, heeft de rechtse regering met deze tax shift nogmaals aangetoond dat er niet op toegevingen moet gerekend worden. De aanval op onze levensstandaard is ingezet en gaat onverkort door. Gelobby of overleg haalt niets uit. Het enige ogenblik dat de regering in de problemen kwam, was tijdens de vakbondsacties van het najaar van 2014. Toen kregen de voorstellen en eisen van de vakbonden een steeds bredere steun en was de propagandacampagne van de rechterzijde steeds wanhopiger.
Met de tax shift zoals die nu voorligt, wordt de druk groot op de leidingen van alle vakbonden om van de geplande nationale betoging van 7 oktober een succes te maken. Waar 7 oktober op de acties in juni slechts door enkele vakbondsverantwoordelijken benadrukt werd, moeten alle kopstukken er nu nadruk op leggen. De Standaard stelde op 24 juli: “De nationale betoging van 7 oktober: dat is en blijft de eerstvolgende grote actie tegen het beleid van de regering- Michel. Dat zeggen de drie grote vakbonden unisono.”
Het lijkt erop dat de rechtse regering zelfs geen poging meer doet om met beperkte toegevingen de vakbondsleidingen uit elkaar te spelen. Meer nog, de eerste stemmen over volgende aanvallen beginnen al op te duiken. Van Overtveldt suggereerde bijvoorbeeld al een tweede indexsprong om de gevolgen van de stijgende prijzen uit te schakelen in de loonvorming. Als we deze regering laten doen, zal ze steeds verder inhakken op onze levensstandaard.
Het potentieel voor het verzet tegen dit beleid is groot, meer dan de helft van de bevolking staat volgens een peiling negatief tegenover de tax shift en 80% is tegen de nieuwe BTW-verhoging. Eerder waren er grote meerderheden, ook in Vlaanderen, voor een vermogensbelasting. Met een gemeenschappelijk vakbondsfront en een offensieve campagne met degelijk informatiemateriaal dat bijvoorbeeld voorgesteld wordt op nationale en regionale militantenbijeenkomsten begin september gevolgd door personeelsvergaderingen, kunnen we ervoor zorgen dat de betoging van 7 oktober die van 6 november vorig jaar nog overtreft qua omvang. Deze betoging mag geen eindpunt zijn, geen wandeling om stoom af te laten, maar het beginpunt van een nieuw actieplan met als doel om de regering van de rijken en het volledige besparingsbeleid weg te krijgen.
-
Asociale regering blijft op onze levensstandaard inhakken
Werkgevers na zoveelste cadeau: ‘Thank you, come again’

Michel I: ‘Survival of the richest’. Foto: Jon Toen we in het najaar van 2014 met onze acties onder meer een tax shift eisten, was dit om de rijksten mee te laten betalen in plaats van de gevolgen van de crisis steeds op de schouders van de werkenden en hun gezinnen af te wentelen. Dat superrijken probleemloos hun miljarden naar belastingparadijzen doorsluizen en steeds minder belastingen betalen, stoot een groeiend deel van de bevolking immers tegen de borst.
Wat nu voorligt, is niet de tax shift waarvoor betoogd en gestaakt werd. Integendeel, het is een nieuwe verschuiving van middelen in de richting van de grote bedrijven waarbij nu ook iets kleinere bedrijven een groter graantje mogen meepikken. ‘Zuurstof aan de bedrijven geven’ heet dat dan. Na alle miljarden die de afgelopen jaren cadeau werden gedaan, zou je vermoeden dat er toch al wel wat zuurstof beschikbaar was. Er bleek genoeg zuurstof te zijn om met enkele miljarden in SwissLeaks betrokken te zijn. Maar er was geen zuurstof om de werkloosheidscijfers naar beneden te halen.
Op de vraag hoe de cadeaus aan de werkgevers concreet tot nieuwe jobs moeten leiden, blijft het antwoord steevast uit. Vorig jaar werd deze vraag ook al gesteld en toen was het standaardantwoord dat we nu eenmaal niet in een planeconomie leven. Misschien moeten we het alternatief van een socialistische planeconomie overwegen als dat nodig is om iedereen een degelijke job en leefbaar leven te kunnen aanbieden? Ook nu horen we dat er geen garanties op nieuwe jobs mogelijk zijn. Eigenlijk zeggen de werkgevers aan de regering die met een zoveelste cadeau komt aandraven: ‘thank you and come again’.
Harde aanvallen op levensstandaard
De regering laat uitschijnen dat er een evenwicht gevonden is tussen bijdragen van gewone werkenden en uitkeringstrekkers aan de ene kant en vermogenden langs de andere kant. Er wordt ook beweerd dat zowat de helft van de opbrengst naar de gezinnen terugkeert terwijl de helft naar de bedrijven gaat. Dat de regering zich verplicht ziet om deze transfer van arm naar rijk voor te stellen als een evenwichtig geheel, is toe te schrijven aan de druk van het actieplan in het najaar. De inhoud van de voorstellen bevestigt echter de nood aan een nieuw actieplan na de zomer, een actieplan om deze regering van rijken weg te krijgen.
De maatregelen die ons direct treffen, zijn bijzonder hard. Het optrekken van de BTW op elektriciteit van 6% naar 21% is een kaakslag voor de koopkracht. BTW is sowieso een bijzonder asociale belasting aangezien iemand met een inkomen van pakweg 1.200 euro netto per maand evenveel belastingen betaalt als iemand die 25.000 euro netto per maand heeft. De verhoging van de BTW moet volgend jaar 250 miljoen euro opbrengen. Na de indexsprong volgt nu dus een nieuwe aanslag op de koopkracht van de gewone werkenden en uitkeringstrekkers.
Dit jaar nog wil de regering 300 miljoen in de sociale zekerheid besparen en volgend jaar nog eens 479 miljoen. Dat gebeurt onder meer door te besparen op gezondheidszorg, nochtans weet iedereen dat een verhoging van de pensioenleeftijd en afschaffing van het brugpensioen leidt tot meer gezondheidsproblemen en dat de steeds verder opgedreven werkdruk leidt tot een explosie van gezondheidskosten. De regering wil de uitkering van zieken, maar ook die van werklozen, naar beneden halen. Door de uitkeringen van werklozen en zieken anders te bereken, moet dit jaar nog 27 miljoen euro bespaard worden. De bruggepensioneerden moeten ook inleveren, dit moet 57 miljoen euro opbrengen. Alles samen zal de sociale zekerheid het tegen 2018 met maar liefst 1,7 miljard euro minder moeten doen. De afgelopen jaren is er al fors bespaard op de sociale zekerheid, nu wordt het mes nog dieper gezet.
In naam van gezondheid en milieu worden hogere belastingen ingevoerd op diesel, tabak, alcohol en breezers maar ook frisdrank. Dat moet 300 miljoen (diesel), 233 miljoen (alcohol), 225 miljoen (tabak) en 150 miljoen euro (frisdrank en ongezonde voeding) opbrengen. “Dat past in onze doelstelling om minder vervuilend te zijn. Daarom proberen we het gedrag van mensen aan te passen,” stelde premier Michel hierover. Hij heeft het over ecofiscaliteit en gezondheidsfiscaliteit. Moest hij echt om gezondheid en milieu bezorgd zijn, dan zou hij voorstellen doen om te investeren in duurzame groene energie of net investeren in gezondheidszorg zodat deze meer preventie kan worden in plaats van erop te besparen. De argumenten van gezondheid en milieu zijn slechts excuses om ons meer te laten betalen.
En de regering staat al klaar met volgende aanvallen. Minister Van Overtveldt: “We zijn de effecten van de btw-verhoging op de indexering van de lonen aan het analyseren. We willen exact weten wat de impact is op de competitiviteit van onze ondernemingen. Op basis daarvan zullen we beslissen of we de btw-verhoging al dan niet laten meetellen voor de indexering. En ja, dat wordt nog een moeilijke beslissing die deze regering moet nemen.”
Het is wraakroepend dat de regering beweert dat ze zal teruggeven wat ze nu al wegneemt uit onze koopkracht. De beloofde 100 euro extra netto per maand voor de laagste inkomens laat nog lang op zich wachten en volstaat niet als compensatie voor de indexsprong, afbouw van de sociale zekerheid en verhoging van de belastingen op energie en andere zaken. Wat we extra moeten betalen en de aanvallen op onze lonen en uitkeringen zijn concreet, de beperkte compensaties daarentegen blijven beloften op langere termijn.
Cadeaus aan de werkgevers

Werkgevers zijn duidelijk… Voor de werkgevers is het net omgekeerd: de extra belastingen zijn vaag en op de langere termijn terwijl de extra inkomsten meteen concreet zijn. De werkgevers krijgen 3 miljard van de 7,2 miljard euro tax shift waar de regering over spreekt. Maar ook van de 3 miljard die zogezegd naar de werkenden zou gaan, komt een groot deel gewoon de werkgevers ten goede.
De werkgevers krijgen lastenverlagingen. De bijdragen aan de sociale zekerheid zouden dalen tot 25% in plaats van 33%. De vele uitzonderingen die vandaag al bestaan zorgden er voor dat het cijfer van 33% sowieso eerder een theoretisch cijfer was. Samen met maatregelen die al door de vorige regering genomen werden, krijgen de werkgevers met de lagere RSZ-bijdragen deze legislatuur 2,2 miljard euro. En er werd al aangekondigd dat er op dit punt nog verdere stappen zullen volgen.
Hoe de vermogenden en bedrijven moeten bijdragen aan de inkomsten, is minder concreet. Een nieuwe fiscale regularisatie moet 250 miljoen euro opbrengen, een beperkte speculatietaks moet 28 miljoen opbrengen of nog de Kaaimantaks moet 260 miljoen extra opbrengen. Dat zijn allemaal bedragen die lager zijn dan wat de extra taksen op diesel zullen kosten of wat op de sociale zekerheid zal bespaard worden. Kortom, de werkenden en uitkeringstrekkers betalen het gros van de rekening terwijl de rijksten cadeaus krijgen waar ze amper iets voor moeten doen. Met nog een pak extra besparingen op de ambtenaren – een efficiëntere overheid heet dat – wordt de rekening rond gemaakt.
Rechtse regering moet gestopt worden
De werkgevers zijn blij en hebben het over een ‘stap in de goede richting’. Maar VOKA voegt er meteen aan toe: “Het is niet voldoende. Er blijft een grote loonkostenhandicap.” De inhaligheid van de werkgevers kent geen grenzen. En de neoliberalen in de regering staan al klaar met hun volgende stappen, Van Overtveldt suggereerde bijvoorbeeld een nieuwe aanslag op de index (zie hierboven). Als we de regering van de rijken laten doen, zal ze steeds verder gaan. Zwakheid langs onze kant, zet aan tot meer agressie langs hun kant.De belofte van een tax shift werd een tijdlang door een deel van de vakbondsleiding gebruikt als reden om het succesvolle actieplan uit het najaar van 2014 begin dit jaar geen verlengstuk te geven. Nu wordt duidelijk dat deze strategie de werkenden en hun gezinnen niets oplevert. Het leidt integendeel enkel tot nog meer aanvallen op onze levensstandaard. De aangekondigde betoging van 7 oktober, liefst voorafgegaan door een uitgebreide sensibiliserings- en mobilisatiecampagne die bijvoorbeeld opgestart wordt met een militantenconcentratie begin september, kan het beginpunt vormen van een nieuw actieplan. Daarmee moeten we afmaken waar we eind 2014 mee bezig waren: het wegstaken van deze rechtse regering en heel het besparingsbeleid.
-
Van nationale betoging op 7 oktober het beginpunt van nieuw actieplan maken!

Betoging in Gent begin april. Komt er tegen 7 oktober een nieuw opbouwend actieplan tot de val van de regering? Dat deze patronale provocatieregering vroeg of laat nieuwe strijdbewegingen zou uitlokken, stond in de sterren geschreven. Maar sinds kort is er ook een concrete datum. Op 7 oktober 2015, exact een jaar na het aantreden van deze regering van de rijken, komt er een nationale betoging van de vakbonden tegen het asociale besparingsbeleid. Het zal er nu op aan komen om van die betoging een succes te maken. Dan kan deze betoging het begin vormen van een nieuwe beweging met als inzet de val van de regering en het besparingsbeleid.
Artikel door Tim, LSP-Brussel
“De groten lijken slechts groot omdat wij op onze knieën zitten, laat ons opstaan.” Het beroemde citaat van de Ierse vakbondsleider James Larkin beschrijft de situatie waarin de Belgische arbeidersklasse is terechtgekomen. Na de succesvolle strijdbeweging eind 2014, met als afsluiter de grote nationale staking van 15 december 2014, liet de vakbondsleiding na het werk af te maken. De beweging was een succes geweest en had het potentieel om de regering te doen vallen.
Een probleem was dat de traditionele politieke partners van de vakbondsleiding geen alternatief aan te bieden hadden. Een tripartite, al dan niet onder leiding van Di Rupo, zou misschien de scherpste kantjes van het besparingsbeleid afvijlen, maar ondertussen wel gewoon verder besparen. Zo’n regering zou meteen met strijd geconfronteerd worden. Opkomen voor een echt alternatief op de besparingen zat er niet in voor onze vakbondsleiding. En dus werd er getreuzeld, getalmd en geaarzeld tot het moment voorbij was.
Dat kan tot een zekere demoralisatie leiden, maar er zijn tegelijk heel wat ervaringen opgedaan in de grootste stakingsbeweging sinds decennia. Denk maar aan de rol van een opbouwend actieplan. Door begin september een militantenconcentratie te organiseren, zou de mobilisatie naar 7 oktober efficiënt kunnen voorbereid worden. Het mobilisatiemateriaal kan dan massaal verspreid worden onder de militanten en er kunnen ervaringen uitgewisseld worden over hoe we de mobilisatie kunnen versterken. Zo was het opvallend dat de acties in die bedrijven en instellingen waar gewerkt werd met personeelsvergaderingen en een doorgedreven sensibilisering veel sterker stonden dan elders. Van 7 oktober kunnen we een massabetoging maken die mogelijk nog groter wordt dan de betoging van 6 november 2014.
We moeten nu ook al voorbij 7 oktober kijken. Om het potentieel van de betoging volledig te benutten, moet ze het startschot zijn voor een nieuwe beweging die uiteindelijk uitmondt in een nieuwe nationale staking. Door verdere acties en duidelijke eisen met de basismilitanten te bediscussiëren kunnen we de beweging versterken.
Enkel zo kunnen we de regering doen vallen, zoals eind 2014 bijna het geval was. Doordat de vakbondsleiding weigerde het laatste kleine duwtje te geven, kon de regering zich herorganiseren en verdergaan met haar asociaal beleid. Er kwam een indexsprong, nieuwe aanvallen op de uitkeringen en de openbare diensten en de tax shift werd omgevormd van een instrument om eindelijk de rijksten ook te laten bijdragen aan de maatschappij naar een manier om nieuwe cadeaus uit de delen aan de patroons, betaald door nieuwe lasten voor de meerderheid van de bevolking.
Steun voor dat soort asociaal beleid is er nauwelijks. Laat ons de betoging van 7 oktober aangrijpen om een nieuwe beweging op te starten die bij brede lagen van de bevolking het vertrouwen herstelt dat deze regering en het besparingsbeleid kunnen gestopt worden!
-
Pamflet ACV Brussel-Halle-Vilvoorde voor 7 oktober
Hieronder een pamflet van ACV Brussel-Halle-Vilvoorde dat oproept naar de betoging van 7 oktober en meteen ook de oproep doet voor een nieuw interprofessioneel actieplan in gemeenschappelijk vakbondsfront. Wij vinden dit een uitstekend initiatief en hopen dat het navolging krijgt bij andere vakbondsafdelingen. Door nu de mobilisatie naar 7 oktober te starten, zorgen we er meteen ook voor dat het voor de vakbondsleiding niet mogelijk is om eind september te zeggen dat het te laat is om de campagne echt te beginnen.
-
Besparingen stoppen door een alternatief uit te bouwen
Artikel uit maandblad ‘De Linkse Socialist’. Opgelet, door een fout bij het samenvoegen van de definitieve versie van onze krant is een taalkundig niet-gecorrigeerde versie in de krant terecht gekomen. Onze excuses hiervoor. En uiteraard een warme oproep aan taalvirtuozen om ons redactioneel werk te versterken.
[divider]
Het massale sociaal verzet in het najaar en de winter van 2014 was historisch. Het actieplan van de vakbonden reikte een methode aan om de voornaamste tegenkracht in de maatschappij, de werkende klasse, te beginnen mobiliseren en organiseren tegen de besparingen en de regering-Michel I. De grootste zwakte was de afwezigheid van een voldoende sterk politiek alternatief.Artikel door Stéphane Delcros uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Die afwezigheid was een van de redenen waarom er na de algemene staking van 15 december geen vervolg kwam en de regering in het zadel kon blijven. Ondanks al hun beperkingen tonen formaties als Podemos in Spanje en Syriza in Griekenland dat het anders kan, dat links de besparingspartijen de laan kan uitsturen en zelf aan zet kan komen. Ook voor ons verzet in België tegen de aanvallen op onze levensstandaard is zo’n politiek alternatief essentieel.
De verkiezingsresultaten in Spanje en Griekenland tonen in welke mate gezocht wordt naar een alternatief. Maar ook hier stelt de vraag zich heel concreet vandaag. Is er wel een alternatief op het besparingsbeleid? Hebben ook linkse regeringen geen andere keuze dan de wetten van het kapitalisme te volgen?
Is onze strijd wel de moeite waard als het leidt tot een nieuwe regering – bijvoorbeeld onder leiding van de PS – die hetzelfde asociale beleid als de voorbije decennia voert? Zonder een partij die breekt met het besparingsbeleid en er een socialistisch beleid voor in de plaats zet, dreigt de ontgoocheling de beweging of toch minstens een deel ervan te verzwakken.
In de afgelopen periode ging de PVDA vooruit in de verkiezingen en was deze linkse partij sterker aanwezig in de media. Dit is een uitdrukking van die zoektocht naar een andere politiek door een groeiende laag van de bevolking. Het is nog maar een beperkte uitdrukking van het potentieel voor een links alternatief. Volgens peilingen zijn 85% van de Belgen voorstander van een belasting op de grote vermogens. Toch wil de regering met de tax shift opnieuw de werkenden laten betalen, zowel direct met bijvoorbeeld BTW-verhogingen, als indirect met een afbouw van de inkomsten voor de gemeenschap. Dit biedt heel wat ruimte voor een links antwoord, zeker ook voor de PVDA, die zich sterk profileerde op de eis van een miljonairstaks. Maar door politieke beperkingen, in het bijzonder ten aanzien van stromingen links van de PVDA, kan die partij zich niet als de enige vertegenwoordiger van het potentieel ter linkerzijde opwerpen.
De Linkse Socialistische Partij (LSP) pleit voor een breed politiek verlengstuk van de werkenden en hun gezinnen. Een politiek instrument dat niet louter op verkiezingen is gericht. We hebben niet alleen nood aan verkozenen en opiniestukken in de gevestigde media. We hebben ook en vooral nood aan discussie over onze strategie van strijd, over hoe we een krachtsverhouding kunnen opbouwen waarmee we een einde kunnen maken aan de huidige logica van aanvallen op onze levensstandaard. Door collectief deze discussie te voeren en ervaringen op te doen, kan het bewustzijn groeien dat we doorheen gezamenlijke strijd tot echte verandering kunnen komen.
Dit werk van bewustmaking, organisatie van strijd en het naar voor schuiven van een programma om een andere samenleving op te bouwen, is van groot belang. Het is iets wat LSP als onderdeel van een internationale organisatie, het CWI (Committee for a Workers’ International), wereldwijd probeert te doen. Zo speelde de Socialist Party een actieve rol in het referendum voor het homohuwelijk in Ierland en staat Socialist Alternative, onder meer rond onze verkozene Kshama Sawant in Seattle, vooraan in de strijd voor een hoger minimumloon in de VS.
Een strijdpartij is nodig. Een partij die gebruik maakt van alle mogelijkheden, waaronder verkiezingen, gericht op bewustmaking en de opbouw van een krachtsverhouding aan de basis, op straat, op de werkvloer, in de scholen, … We hebben nood aan een brede partij die verschillende stromingen onder de werkenden en jongeren kan verenigen op basis van respect voor elkaars eigenheid. Dit politieke instrument en verlengstuk kan verschillende ervaringen van strijd verenigen en versterken met een gedurfd politiek programma dat vanuit de dagelijkse strijd stappen zet om te komen tot een breuk met het kapitalisme en de opbouw van een socialistische samenleving.
Laat ons de nationale betoging op 7 oktober, exact een jaar na het aantreden van de regering van de rijken, aangrijpen als beginpunt van een nieuw actieplan waarmee we de rechtse regering doen vallen en waarmee we stappen zetten in de opbouw van een echt politiek alternatief.


