Your cart is currently empty!
Tag: 7 oktober 2015
-
Verderbouwen op het succes van 7 oktober: strijden om te winnen!

Foto: Jean-Marie Versyp Zo’n 100.000 vakbondsmilitanten betoogden op 7 oktober 2015 in Brussel, exact een jaar na de vorming van de rechtse asociale regering-Michel. De betoging was een enorm succes, voor velen zelfs een onverwacht groot succes. Het aantal deelnemers overtrof de verwachtingen die ook de vakbondsleiding had vooropgesteld. De betoging toonde het potentieel voor een nieuw opbouwend actieplan met als doel de val van de regering en het einde van het besparingsbeleid.
Analyse door Tim (Brussel) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Kracht van ons aantal
Ze zullen het nooit toegeven, maar reken er maar op dat het succes van de betoging van 7 oktober een impact had op de regeringsdiscussies naar aanleiding van de begroting. De Belgische arbeidersbeweging heeft aangetoond dat ze een kracht is waarmee rekening moet gehouden worden, en dat is een element waar zelfs deze patronale provocatieregering niet aan voorbij kan. De betoging toonde immers aan niet alleen aan dat de aanvallen die deze regering het voorbije jaar doorvoerde niet aanvaard worden door de bevolking, maar ook dat velen nog steeds bereid zijn tot actief verzet ertegen.
Een nationale vakbondsbetoging heeft als doel om het potentieel voor strijd zichtbaar te maken. Een geslaagde betoging zoals die van 7 oktober geeft militanten terug vertrouwen in hun mogelijkheden om de strijd aan te gaan. De sfeer op de betoging was dynamisch en aangenaam, en er was een goede aanwezigheid van militanten van de drie vakbonden, zowel Nederlandstaligen en Franstaligen. Ook dat is belangrijk als signaal naar diegenen die de voorbije maanden geprobeerd hebben militanten uit verschillende vakbonden en gewesten tegen elkaar uit te spelen: de wil tot strijd is algemeen, over regionale en syndicale grenzen heen.
Daar waar de betoging van 6 november 2014 de uitdrukking was van het feit dat niet enkel het traditionele vakbondspubliek op straat kwam tegen de regering, toonde de betoging van 7 oktober 2015 dat de groep nieuwe en vaak jongere militanten die een actieve rol opneemt in de klassenstrijd is aangegroeid. Die nieuwe militanten die een cruciale rol speelden in het succes van het opbouwende actieplan eind vorig jaar blijven actief, en vormen de nieuwe voorhoede van de strijd tegen deze regering en haar asociale besparingsbeleid.
Klare ordewoorden nodig
Maar zo’n voorhoede heeft nood aan duidelijke ordewoorden, een actieplan en een politiek programma waarmee de strijd kan gewonnen worden. Zij kijkt daarvoor in de eerste plaats naar de vakbondsleiding, maar die blijkt op dit moment niet bereid deze zaken aan te bieden. Zelfs bij strijd op het niveau van een sector, zoals bij de NMBS, weigert de vakbondsleiding haar verantwoordelijkheid op te nemen. In plaats van te reageren op de agressie van de directie van de NMBS en Infrabel laat de vakbondsleiding zich verdelen, en biedt ze geen perspectief voor de strijd in het bedrijf. Op die manier is elke strijd, op niveau van bedrijf, sector of nationaal, gedoemd te mislukken, en biedt het de regering en het patronaat de mogelijkheid zich te herorganiseren en hard terug te slaan.
De strijd eind 2014 heeft geleerd dat een opbouwend actieplan de sleutel is tot een succesvolle beweging. De regionale actiedagen die intussen werden aangekondigd zijn een goede eerste stap, maar er zal meer inzet en planning nodig zijn om ze tot een echt succes te maken. Waarom niet naar aanleiding van deze actiedagen opnieuw regionale militantenvergaderingen organiseren? Waarom niet op die meetings het materiaal uitdelen dat kan gebruikt worden op de werkvloer om te mobiliseren? Er bestaat reeds heel wat campagnemateriaal over de aanvallen die deze regering uitvoert om een brede mobilisatie mogelijk te maken. Personeelsvergaderingen met een korte werkonderbreking zijn een goede manier om collega’s te overtuigen om van de regionale actiedagen een succes te maken. En laat ons daarna met de militanten opnieuw een evaluatie maken van de acties en collectief beslissen hoe het verder moet. Een vervolg bestaande uit nationale 24-uur of 48-uur stakingen zou de regering en het patronaat duidelijk maken dat het ons menens is, en dat ze geen moment rust zullen hebben zolang deze besparingsregering aanblijft.
Politiek alternatief
Een geslaagd actieplan leidt onmiddellijk tot de vraag naar het politiek programma dat we naar voren brengen. Het succes van de linkse Corbyn in Groot-Brittannië toont aan dat er wel degelijk een breed draagvlak kan gevonden worden voor een radicale antibesparingspolitiek als antwoord op een rechtse bespaarregering. Waarom zou zo’n programma niet de motor kunnen vormen van ons actieplan?
In één van zijn afscheidsinterviews als VOKA-baas zei Michel Debaere: “Acht van onze tien federale en veertien van de zeventien Vlaamse aanbevelingen zijn terug te vinden in de regeerakkoorden. In universiteitstermen is dat een grote onderscheiding”. Waarom zouden we als arbeidersbeweging niet zelf met een aantal eisen komen, en proberen daar massale steun voor op te bouwen?
Bij die eisen zouden we dan moeten vertrekken vanuit de reële noden die leven onder de bevolking, niet vanuit de kruimels die de regering en het patronaat ons willen toewerpen om ze te betalen. Veel eisen die we kunnen gebruiken, bestaan al in het collectief bewustzijn en worden naar voren geschoven door organisaties binnen de brede arbeidersbeweging of bij strijd in sectoren. Het kan bijvoorbeeld gaan over het idee van de invoering van de 30-urenweek zonder loonverlies zoals verdedigd door de vrouwenorganisatie Femma. Of de invoering van een minimumloon gebaseerd op wat echt nodig is om in België stabiel te leven: 1.500 euro per maand netto. Een grondige herinvestering in openbaar vervoer en hernieuwbare energie als onderdeel van een klimaatpolitiek. Een grondige publieke herfinanciering van het onderwijs en onderzoek. Het nationaliseren van de financiële sector, nutsvoorzieningen en de grootste multinationals om dat alles te betalen. Zo kunnen eisen die organisch groeien vanuit bewegingen gebundeld in een eisenplatform de motor worden voor de strijd. Het zou de tegenstellingen tussen Vlaanderen en Wallonië, tussen de vakbondskleuren, tussen de generaties of tussen Belgische werknemers en werknemers van buitenlandse origine doorbreken, en al die groepen verenigen in een strijd tegen deze regering en het patronaat.
Onze partij heeft internationaal heel wat ervaring met zo’n campagnes. We schreven in dit maandblad bijvoorbeeld al vaker over de campagne voor de invoering van een minimumloon van 15 dollar per uur in Seattle. Het is die ervaring die een partij als LSP ook kan inbrengen in zo’n beweging: hoe kunnen we voor een programma met offensieve, concrete en begrijpbare eisen massasteun verwerven? Als een kleine partij als de onze in Seattle het kan, waarom zou de gigant van de Belgische arbeidersbeweging het niet kunnen?
Want de discussie is niet of er wel middelen zijn voor zo’n programma. Onlangs raakte bekend dat de rijkste 1% op de wereld nu meer bezit dan alle andere mensen samen. Er is genoeg rijkdom, ze is alleen verkeerd verdeeld. We hebben nood aan een partij die de massa’s kan organiseren om hun deel op te eisen. Wij zullen daarin met LSP een actieve organiserende rol spelen, maar zullen ook de noodzaak van de breuk met het kapitalisme, en de noodzaak van een socialistisch alternatief blijven verdedigen.
[divider]
LSP staat voor:
- Volledig herstel van de index, vrije loononderhandelingen en een minimumloon van 15 euro bruto/uur!
- Geen ondermijning van de arbeidscontracten door onderaanneming, interim of andere precaire banen!
- Handen af van het statuut van de ambtenaren, geen afbouw van de openbare diensten, geen privatisering en liberalisering, insourcing in plaats van outsourcing!
- Handen af van ons pensioen. Herstel brugpensioen, vervroegd pensioen en eindeloopbaansystemen met ADV!
- Optrekken van de pensioenen tot minimum 75% van het laatst verdiende loon met een minimum van 1500 euro per maand!
- Stop jacht op werklozen, geen degressiviteit van de uitkeringen, geen gemeenschapsdienst, maar volledige tewerkstelling door een veralgemeende arbeidsduurverkorting tot 30u/week zonder loonverlies!
- Nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie onder democratische controle door de gemeenschap!
- De chaotische markteconomie en het private winstbejag bieden geen enkele garantie op een job. Voor een democratisch opgestelde en door de gemeenschap gecontroleerde planeconomie in een democratisch socialisme!
-
Na de betoging van 100.000: samen kunnen we winnen

Deze krant is net naar de drukker vertrokken is en komt vrijdagnamiddag uit. Neem vandaag nog een abonnement zodat je begin volgende week onze krant in de bus krijgt! De betoging van de 100.000 op 7 oktober en de provinciale staking in Luik op 19 oktober hebben het nog maar eens bevestigd: het ontbreekt de arbeiders en bedienden niet aan wil om te strijden tegen deze rechtse regering! Noch in het Noorden, noch in het Zuiden van het land! Noch in de publieke, noch in de privé-sectoren. Samen kunnen we winnen!
Artikel door Eric Byl voor de novembereditie van ‘De Linkse Socialist’
De regering had hooghartig aangekondigd dat ze de betogers op 7 oktober zou tellen. Ook zij had immers de ontgoocheling opgemerkt bij veel werknemers over het magere resultaat van het nochtans prachtige actieplan van vorig jaar. Na de betoging moest ze echter haar toon milderen.
Tijdens die betoging was de sfeer omgeslaan van ontgoocheling naar enthousiasme naarmate de kaap van de 70.000, dan 90.000 en uiteindelijk 100.000 betogers gerond werd. Niet dat de ontgoocheling bij veel arbeiders in de bedrijven niet zou bestaan, integendeel. Maar wat de vakbonden, de delegees, de militanten en ook links onderschat hadden, was het effect van het voorbije actieplan op het engagement van een hele laag syndicalisten. Indien we het actieplan van vorige winter niet hadden meegemaakt, dan zouden we nog denken dat het uit incompetentie is dat de vakbondsleiders er niet in slagen de regering ten val te brengen. We weten nu dat het is omdat ze geen alternatief hebben en het niet eens geraken over een actieplan om de krachtsverhoudingen te doen kantelen.
Hoe reageert de regering daarop? Met alsmaar meer zelfvertrouwen en arrogantie! De 100 euro extra zakgeld waarvoor we zelf opdraaien met onze sociale zekerheid, compenseert in niets wat we verloren door de indexsprong, het optrekken van de pensioenleeftijd en de afbouw van onze openbare diensten die steeds duurder worden. Daar moet nu ook nog een suikertaks af, een turteltaks van 100 euro per gezin en talloze andere tariefverhogingen. Het sociaal akkoord van de groep van 10 doet daar de uitbreiding van de RVA-controles naar deeltijdsen en het openbreken – in het voordeel van de patroons – van het ‘wettelijk’ minimumrendement op aanvullende pensioenen bij. Maar als we sommige vakbondsleiders moeten geloven, zouden we met de patroons front moeten vormen om ervoor te zorgen dat de regering het overleg respecteert! Hoe zijn we daar aanbeland?
De Waalse ABVV-leiding heeft de verdienste te blijven aandringen op een nieuw actieplan van de grootte-orde van dat van vorig najaar. De ACV-top blijft echter vasthouden aan onderhandelingen, hoewel die tot nog toe enkel sociale afbraak hebben opgeleverd. De Vlaamse ABVV-top durft niet in gang te schieten zonder het Vlaams ACV. En de Waalse ABVV-leiding laat dan weer net dat na waardoor haar actieplan realiteit zou kunnen worden: zowel op interprofessioneel vlak als op de werkplaatsen algemene vergaderingen die open staan voor iedereen. Daar zou men kunnen bespreken hoe het verder moet nu de onderhandelingen niets opleveren. Men zou er een actieplan van de basis kunnen uitwerken om alle krachten te verenigen. Met dat plan zouden de interprofessionele werkingen van de bonden naar de wijken kunnen trekken om ook de niet-gesyndiceerde bevolking te mobiliseren.
Dat dit vandaag niet gebeurt, laat ruimte aan al wie de regering hoopt uit te zitten tot aan de volgende verkiezingen. Wij denken dat dit een catastrofale strategie is, waardoor de regering stakers en niet stakers kan verdelen, de vakbonden tegen elkaar kan opstoken, de communautaire tegenstellingen kan uitspelen en tegelijk ons verzet kan afschilderen als sabotage en vandalisme. Voor rechts is dat het gedroomde scenario om er bij de volgende verkiezingen nog sterker uit te komen. Het is deze strategie waardoor de regering het aandurft om zelfs de rechters en de politie die ze tegen de stakers inzet, tegelijk hard aan te pakken. Zowat 10.000 jobs bij de politie wil ze schrappen door politietaken toe te vertrouwen aan cowboys uit de privé. De enige strategie die een einde kan maken aan deze antisociale besparingstsunami is een actieplan zoals hierboven beschreven met als uitdrukkelijk doel deze regering ten val te brengen!
-
Na de betoging van de 100.000 op 7 oktober: Samen kunnen we winnen!
De 100.000 betogers van 7 oktober bevestigden het nogmaals: het ontbreekt bij de werkenden niet aan bereidheid tot strijd tegen deze rechtse regering. Niet in het noorden en niet in het zuiden van het land. Zowel in de publieke als in de private sector. Samen kunnen we winnen!Vertaling van het pamflet dat eerder deze week in Luik werd verdeeld
De mobilisatie heeft iedereen verbaasd. De rechtse regering wreef zich in de handen en verklaarde dat er koppen geteld zouden worden. Net zoals de vakbondsleiding en veel militanten en delegees, merkte de regering de twijfel op, de ontgoocheling door de magere resultaten na het prachtige actieplan van vorig jaar. Maar op 7 oktober moest de regering een andere plaat opleggen. De sfeer op de betoging veranderde van ingetogen naar enthousiast toen bekend raakte dat we met meer dan 70.000 waren en uiteindelijk zelfs met 100.000!
De twijfels op de werkplaatsen zijn er nog altijd. Maar wat de vakbonden, de delegees, de militanten en de linkse organisaties onderschat hadden, was de impact van het vorige actieplan op een hele reeks vakbondsmilitanten en -leden. Zonder het actieplan van vorig jaar zouden we bijna gaan geloven dat de vakbondsleiding niet in staat was om het potentieel te benutten. Het is mogelijk om de regering te doen vallen, allemaal samen kan dat. Maar de vakbondsleidingen kunnen geen alternatief op deze regering naar voor schuiven en ze vinden geen akkoord over een actieplan om de krachtsverhoudingen echt te doen kantelen.
Zwakheid zet aan tot agressie
Dit verklaart de groeiende arrogantie van deze rechtse regering. Moesten we de zogenaamde netto loonsverhoging al zoveel keer hadden gekregen als de regering erover spreekt, we waren allemaal rijk! Wat we moeten afgeven, zoals de indexsprong, de verhoging van de pensioenleeftijd, de duurdere tarieven voor openbaar vervoer en andere openbare diennsten, … is daarentegen wel concreet. In vergelijking met wat we verliezen, zijn de beloofde netto verhogingen slechts wat zakgeld dat bovendien uit sociale zekerheid wordt gehaald. Van dat zakgeld moeten we dan ook nog de frisdrankentaks, de Turteltaks op energie, … betalen.
En dan komt er nu een nieuw akkoord van de ‘Groep van Tien’ met daarin de uitbreiding van de RVA-controles op deeltijdse arbeid (wat vooral vrouwen treft) en een verlaging van de garanties op aanvullende pensioenen (de tweede pensioenpijler). Eerst werden we door de vakbondsleiders meegesleurd naar de tweede pensioenpijler en nu laten ze de garantie op het rendement fors zakken zonder de minste compensatie! En als we hen mogen geloven, zouden we bijna een front met de werkgevers moeten vormen opdat de regering “het resultaat van het sociaal overleg” zou respecteren. Hoe is het zo ver kunnen komen?
Voor een actieplan!
Het Waalse ABVV pleit al sinds het voorjaar voor een actieplan naar het model van dat eind 2014. De top van het ACV weigert iets te doen en geeft de voorkeur aan zogenaamde onderhandelingen waarmee we steeds verder stappen achteruit zetten, denk maar aan het loonakkoord van februari. We hebben niets gewonnen. Het Vlaamse ABVV durft niet in actie te gaan omdat het ACV langs Nederlandstalige kant sterker staat. Het Waalse ABVV heeft tenminste de verdienste dat het voor een actieplan opkomt en in Luik een open brief verspreidde naar de militanten en leden van het ACV waarin voor een gemeenschappelijk front van onderuit werd opgeroepen.
Om ervoor te zorgen dat er effectief een actieplan komt, moeten we algemene vergaderingen organiseren, zowel op interprofessioneel vlak als op de werkplaatsen. Deze vergaderingen moeten open zijn voor iedereen en bespreken hoe het verder moet nu de onderhandelingen niets opleveren. Ze moeten een actieplan van de basis uitwerken om onze krachten te verenigen. Dat gebeurt momenteel niet door het Waalse ABVV. Dit geeft een argument aan de leiding van het ACV die ermee wegkomt als ze zegt: ‘Ja, maar let op want het ABVV luistert niet naar de basis.’ Het geeft ook een argument aan die ABVV-centrales in Vlaanderen die niets willen doenen en het verzwakt diegenen die er wel voor willen gaan.
De wijze waarop het verzet bij het spoor wordt georganiseerd is er een voorbeeld van. Sinds lange tijd dringen strijdbare militanten er bij de leiding op aan om de strijd tegen de liberalisering van het goederenverkeer en binnenkort ook het personenverkeer ernstig te organiseren. Er wordt al lang gepleit voor een eenheid van de verschillende sectoren die door liberalisering bedreigd worden, zoals de havens, de luchthavens en het spoor. En wat gebeurt er bij de NMBS? Er wordt door de leiding van bovenaf een staking uitgeroepen, zelfs een 48-urenstaking. Maar zou het niet beter geweest zijn om eerst personeelsvergaderingen te organiseren en daar formeel over de staking te stemmen?
Voor de leiding van het ACV is het altijd te vroeg. Maar door zo te handelen, kan de ACV-leiding een zekere ingang vinden onder collega’s. Het patronaat gebruikt vervolgens de ‘syndicale verdeeldheid’ om voor het eerst naar de rechter te stappen om een spoorstaking te breken. De inzet is nochtans groot. De NMBS wil 663 miljoen euro besparen tegen 2019, dat is ongeveer 20% van de totale werkingsmiddelen. Het wettelijke kader voorziet 38.000 personeelsleden, terwijl dat er nu maar ongeveer 34.000 zijn en dat aantal blijft afnemen. Het personeelsstatuut is bedreigd en ook het stakingsrecht ligt onder vuur.
Met al die maatregelen zou het logisch zijn dat we iedereen bijeenbrengen om een verzet te organiseren dat aangepast is aan de ernst van de aanval.
De bereidheid tot strijd is nog altijd aanwezig. Maar daarvoor zullen we een vakbondsleiding nodig hebben die de strijd ernstig neemt en deze op een aangepaste wijze organiseert. Zoniet dreigen we met onze kop tegen de muur te lopen en grote nederlagen te lijden. We hopen dat we dan niet te horen krijgen dat het ‘onze fout niet is, het was de basis die niet wilde volgen.’
Een zaak is duidelijk: de militanten aan de basis en de delegees moeten in hun rangen orde op zaken stellen en ervoor zorgen dat er bij de sociale verkiezingen strijdbare militanten verkozen worden, militanten voor wie het belang van de werkenden centraal staat en die ook tegen hun vakbondssecretaris durven zeggen waar het op staat.
-
Luikse 24-urenstaking: bouwen op dit succes!
Op 7 oktober toonden de 100.000 betogers in Brussel dat het niet ontbreekt aan bereidheid om te strijden tegen deze rechtse regering. De betogers kwamen zowel uit het noorden als het zuiden van het land, zowel uit de private als de publieke sector. Het succes van de betoging van 7 oktober werd opnieuw bevestigd door de stakingsoproep van het ABVV in Luik-Hoei-Waremme en het ABVV in Verviers.Verslag door Nicolas Croes
Gemeentelijke, provinciale en regionale diensten, openbaar vervoer, grote bedrijven als ArcelorMittal, TechSpace Aero of FN Herstal, … Allemaal legde het personeel het werk neer. De staking was bijzonder succesvol. Op tal van werkplaatsen was het effect nog voelbaar van het actieplan in de herfst van 2014. “We hebben door dat actieplan een syndicale traditie opgebouwd”, verklaarde een delegee aan de piketten. Er waren tal van stakersposten in Luik, onder meer aan het commercieel centrum van Belle-Ile, voor tal van publieke scholen, … Op het Xavier Neujeanplein verzamelden ’s ochtends ongeveer 200 stakers voor de bank BNP Paribas Fortis.
De stakingsoproep werd niet verspreid door het ACV, maar er waren hier en daar wel ACV-militanten die hun collega’s van het ABVV vervoegden op de piketten. De noodzaak van gezamenlijke strijd werd sterk aangevoeld, merkten we doorheen onze discussies aan de piketten die we bezochten tijdens solidariteitsbezoeken. Als er al kritiek naar voor werd gebracht, was deze vooral gericht tegen het feit dat er na de algemene staking van 15 december 2014 geen vervolg kwam en dat het momentum van het eerste actieplan verloren ging.
Op 7 oktober nam het enthousiasme in Brussel toe naarmate duidelijk werd dat de mobilisatie een succes was. Hetzelfde was maandag het geval in Luik, zeker op de bijeenkomst van het ACOD voor het station Luik Guillemins rond 11u was dit merkbaar. Er waren een duizendtal militanten naar deze verzamelplaats afgezakt, tal van stakers bleven ondertussen op hun piket.
Het was belangrijk om op deze erg symbolisch geworden plaats te verzamelen om het stakingsrecht te verdedigen. Net zoals dit in Brussel op 9 oktober het geval was, werd ook nu met dwangsommen gedreigd tegen het spoorpersoneel. Met de steun van metaalarbeiders, gezondheidswerkers en tal van anderen liet het spoorpersoneel zich niet intimideren en werden de treinen in het station geblokkeerd. De aanval op het stakingsrecht is niet alleen tegen het spoorpersoneel gericht, het is een doelgericht offensief tegen de volledige arbeidersbeweging.
Er zouden nog andere provinciale acties volgen in de strijd tegen deze regering van rijken. Een opbouwend actieplan met duidelijke ordewoorden, tot de val van de regering, is de beste manier om te reageren op de aanhoudende aanvallen en provocaties van de rechtse regering.
In het pamflet dat we maandag verdeelden, schreven we onder meer: “Het Waalse ABVV pleit al sinds het voorjaar voor een actieplan naar het model van dat eind 2014. De top van het ACV weigert iets te doen en geeft de voorkeur aan zogenaamde onderhandelingen waarmee we steeds verder stappen achteruit zetten, denk maar aan het loonakkoord van februari. We hebben niets gewonnen. Het Vlaamse ABVV durft niet in actie te gaan omdat het ACV langs Nederlandstalige kant sterker staat. Het Waalse ABVV heeft tenminste de verdienste dat het voor een actieplan opkomt en in Luik een open brief verspreidde naar de militanten en leden van het ACV waarin voor een gemeenschappelijk front van onderuit werd opgeroepen.
“Om ervoor te zorgen dat er effectief een actieplan komt, moeten we algemene vergaderingen organiseren, zowel op interprofessioneel vlak als op de werkplaatsen. Deze vergaderingen moeten open zijn voor iedereen en bespreken hoe het verder moet nu de onderhandelingen niets opleveren. Ze moeten een actieplan van de basis uitwerken om onze krachten te verenigen. Dat gebeurt momenteel niet door het Waalse ABVV. Dit geeft een argument aan de leiding van het ACV die ermee wegkomt als ze zegt: ‘Ja, maar let op want het ABVV luistert niet naar de basis.’ Het geeft ook een argument aan die ABVV-centrales in Vlaanderen die niets willen doenen en het verzwakt diegenen die er wel voor willen gaan.
“De wijze waarop het verzet bij het spoor wordt georganiseerd is er een voorbeeld van. Sinds lange tijd dringen strijdbare militanten er bij de leiding op aan om de strijd tegen de liberalisering van het goederenverkeer en binnenkort ook het personenverkeer ernstig te organiseren. Er wordt al lang gepleit voor een eenheid van de verschillende sectoren die door liberalisering bedreigd worden, zoals de havens, de luchthavens en het spoor. En wat gebeurt er bij de NMBS? Er wordt door de leiding van bovenaf een staking uitgeroepen, zelfs een 48-urenstaking. Maar zou het niet beter geweest zijn om eerst personeelsvergaderingen te organiseren en daar formeel over de staking te stemmen?
“Voor de leiding van het ACV is het altijd te vroeg. Maar door zo te handelen, kan de ACV-leiding een zekere ingang vinden onder collega’s. Het patronaat gebruikt vervolgens de ‘syndicale verdeeldheid’ om voor het eerst naar de rechter te stappen om een spoorstaking te breken. De inzet is nochtans groot. De NMBS wil 663 miljoen euro besparen tegen 2019, dat is ongeveer 20% van de totale werkingsmiddelen. Het wettelijke kader voorziet 38.000 personeelsleden, terwijl dat er nu maar ongeveer 34.000 zijn en dat aantal blijft afnemen. Het personeelsstatuut is bedreigd en ook het stakingsrecht ligt onder vuur.
“Met al die maatregelen zou het logisch zijn dat we iedereen bijeenbrengen om een verzet te organiseren dat aangepast is aan de ernst van de aanval.
“De bereidheid tot strijd is nog altijd aanwezig. Maar daarvoor zullen we een vakbondsleiding nodig hebben die de strijd ernstig neemt en deze op een aangepaste wijze organiseert. Zoniet dreigen we met onze kop tegen de muur te lopen en grote nederlagen te lijden. We hopen dat we dan niet te horen krijgen dat het ‘onze fout niet is, het was de basis die niet wilde volgen.’
“Een zaak is duidelijk: de militanten aan de basis en de delegees moeten in hun rangen orde op zaken stellen en ervoor zorgen dat er bij de sociale verkiezingen strijdbare militanten verkozen worden, militanten voor wie het belang van de werkenden centraal staat en die ook tegen hun vakbondssecretaris durven zeggen waar het op staat.”
Het potentieel voor nieuwe acties werd maandag in Luik opnieuw bevestigd. Laat ons de volgende provinciale acties ernstig organiseren met zoveel mogelijk militanten en collega’s als mogelijk. Personeelsvergaderingen en interprofessionele militantenvergaderingen moeten een actieplan voorbereiden tot de val van de regering. Dit zal tevens leiden tot discussie over een politiek alternatief op de besparingspartijen, zowel op het federale niveau als de andere machtsniveau’s.
Hieronder enkele foto’s vanop diverse piketten in Luik.
-
Grote opkomst, kleine impact?
Na de demonstratie van woede gisteren, volgde vandaag nogmaals een bevestiging dat het besparingsbeleid faalt: de regering moet 882 miljoen extra besparen omdat de fiscale inkomsten tegenvallen aangezien de besparingen niet tot beloofde groei leiden.
De betoging gisteren was massaal, veel groter dan verwacht. Gelukkig voor de gevestigde media dat er achteraf nog een kleine vechtpartij was, anders hadden ze misschien aandacht moeten geven aan de redenen waarom betoogd werd. Vandaag wordt uiteraard op die vechtpartijen teruggekomen in de kranten. Daarnaast is de overheersende teneur dat er wel veel volk was, maar dat dit toch niets zal opleveren. De Morgen kopte: “Grote opkomst, kleine impact.” Bij De Standaard klonk het: “Vakbonden blaffen, de karavaan trekt voort”.Eerst en vooral moet hierbij opgemerkt worden dat de kranten en de gevestigde media niet voorbij de grote opkomst voor de betoging kunnen. Neerbuigend doen over 100.000 betogers is niet echt mogelijk. Waar de regering zelf voor de betoging stelde dat er “koppen geteld” zouden worden, hult ze zich nu in stilzwijgen. En dus wordt de impact van de betoging maar geminimaliseerd. De Standaard: “De vakbonden kregen gisteren onverwacht veel mensen op de been. Maar of die 80.000 indruk maken? Regering noch werkgevers vonden de mars alvast een reactie waard.”
Dat een betoging van 100.000 niet opgemerkt wordt door de regeringspartijen, wordt door De Tijd ontkend. “CD&V had gehoopt dat de vakbondswoede door de taxshift zou worden gestild, maar de partij komt van een koude kermis thuis. (…) Door de vakbondsdruk zal CD&V bij elke begrotingsonderhandeling blijven pleiten voor een vermogenswinstbelasting. Open VLD en de N-VA mogen dan wel beweren dat ze gewoon voortregeren zonder zich veel van de vakbonden aan te trekken, door de opstelling van CD&V kunnen ze dat niet zomaar doen.”
Wellicht hadden alle regeringspartijen gehoopt dat de opkomst voor de betoging beperkt zou zijn. De vorige besparingen worden niet aanvaard of er moeten al nieuwe maatregelen komen, vandaag werd bekend dat nog eens 882 miljoen euro moet gevonden worden als gevolg van een ‘rekenfout’. Dit is overigens ook een politieke rekenfout van formaat. De genomen besparingsmaatregelen hebben niet geleid tot extra economische groei terwijl tegelijk de koopkracht werd ondermijnd. Dit heeft geleid tot minder economische groei, we zitten sinds het aantreden van deze rechtse regering onder het Europese gemiddelde, en dus ook tot minder fiscale inkomsten. Daarom moet nu opnieuw 882 miljoen euro gevonden worden. Het besparingsbeleid faalt, de belofte van snoeien om te bloeien blijkt in het beste geval een illusie maar eigenlijk vooral een neoliberale leugen te zijn.
Natuurlijk had deze betoging een grote impact, zowel langs onze kant als aan de overkant. De regering had gehoopt dat het protest voorbij was. De acties van vorig jaar hadden immers wel degelijk een impact. Meer nog, de regering ging even aan het wankelen. Het uitblijven van verdere acties na de algemene staking van 15 december zorgde ervoor dat de regering terug het initiatief in handen kon nemen. Een herhaling van dit scenario, waarbij de woede met elke nieuwe aanval groter wordt en er bovendien bij veel vakbondsmilitanten een kritische houding ontstaan is tegenover de leidingen waardoor ‘ongemakkelijke compromissen’ er niet zomaar kunnen doorgedrukt worden, zou de regering wel eens fataal kunnen worden.Bij de werkgevers van VOKA luidde het dat de betoging weinig impact had. De Standaard: “Uit een rondvraag bij 1.000 bedrijfsleiders leidde VOKA af dat het een betoging was van de publieke sector: 90 procent ondervond geen enkele hinder.” Tegelijk stelde VOKA-Limburg dat beter op zondag zou betoogd worden omdat dergelijke manifestaties anders teveel hinder veroorzaken. Enige consequentie is de werkgevers blijkbaar vreemd. In de kleinste bedrijven zal er van de betoging wellicht niet veel gevoeld zijn, maar zonder werknemers uit de private sector zou deze betoging geen 100.000 aanwezigen gekend hebben. Overigens ging het om een betoging met stakingsdekking, niet om een oproep tot algemene staking. Ook dat had VOKA blijkbaar niet goed begrepen. Misschien moeten we hen het verschil de komende maanden nog eens duidelijk maken?
Ook langs onze kant had deze betoging impact. De aarzelingen bij veel militanten in aanloop naar de betoging maakten door de opkomst plaats voor herwonnen zelfvertrouwen en enthousiasme. De vakbondsleidingen kunnen dat niet zomaar naast zich neerleggen. Nieuwe acties zijn onvermijdelijk, maar daarbij zal stilaan de roep naar meer interne democratie in het beslissingsproces weerklinken. Personeelsvergaderingen en interprofessionele militantenvergaderingen om provinciale acties voor te bereiden en een actieplan op te maken tot aan de val van de regering, zouden een belangrijke stap zijn.
Door het actieplan van onderuit te organiseren, kunnen we eenheid in actie bekomen. Nu wordt uiteraard geprobeerd om de vakbonden uit elkaar te spelen. Dat er weinig duidelijkheid is over de provinciale acties wordt aangegrepen om de stakingsoproep van de Luikse afdeling van het ABVV tegen het standpunt van Leemans voor een “uitgekiende combinatie van actie en overleg” maar zonder stakingen te plaatsen. De Tijd heeft het over een “barst in het vakbondsfront”: “De ABVV-top verdoezelt met zijn beslissing dat hij de troepen niet meer onder controle kan houden en kiest volop voor de oppositielogica. Het ACV probeert daarentegen het beleid bij te sturen. De regering-Michel kan de rode woede daardoor gemakkelijk wegzetten als een politiek gedreven actie. De meer gerichte acties van het ACV doen meer pijn, want die maken CD&V zenuwachtig.” Dat is natuurlijk kort door de bocht, dezelfde krant schreef enkele paragrafen eerder nog dat de grote opkomst voor de betoging de CD&V zenuwachtig maakte. Hoe kan dan beweerd worden dat oproepen om niet teveel actie te voeren en de bestaande woede niet al te zichtbaar te maken meer effect zou hebben? Dat is patronale wishfull thinking aangevuld met een portie verdeel-en-heers.
Wat anders dan de val van de regering kan de inzet van een nieuw actieplan zijn? Zelfs Marc Leemans (ACV) moest op de betoging erkennen: “Voor deze regering zijn wij sans-papiers. Ze is maar in één papier van ons geïnteresseerd: ons belastingformulier.” Hij riep zelfs op tot “een andere politieke keuze.” De Tijd merkte op: “Sommige christendemocraten lazen in Leemans’ uitspraak voor een andere politieke keuze zelfs een stemadvies tegen CD&V. ‘Het zal nooit genoeg zijn’, klinkt het geërgerd.” De dominante retoriek van de regering dat er nu eenmaal geen alternatief is, klinkt volgens Yves Desmet van De Morgen “steeds ongeloofwaardiger”. Desmet voegt eraan toe: “Dat signaal werd vandaag honderdduizendvoudig gegeven, maar de regering zal er potdoof voor blijven, gevangen als ze zit in haar grote ideologische gelijk. Dat jammer genoeg de test van de realiteit steeds minder doorstaat.”
Het besparingsbeleid faalt, de sociale woede is bijzonder groot, de roep naar nieuwe acties weerklinkt luid. Met een actieplan tot de val van de regering moeten we een einde maken aan het besparingsbeleid. Doorheen dit actieplan moeten we onze alternatieven uitbouwen zodat we niet gewoon opgezadeld worden met een light versie van hetzelfde beleid.
-
100.000 tegen Michel 1: besparingen stoppen kan… mits actieplan tot val regering

Foto: Maïka De Keyzer De opkomst voor de betoging vandaag overtrof alle verwachtingen, ook die van ons. Dat het ongenoegen tegen de rechtse regering niet verdwenen is, was algemeen geweten. Maar of dit ook op een actieve wijze met deelname aan een betoging tot uiting zou komen, was minder zeker. Bij gebrek aan duidelijke ordewoorden voor een actieplan en bij afwezigheid van een echt alternatief op de besparingspartijen, vreesden we voor een beperktere opkomst. De regering kondigde op voorhand aan dat de ‘koppen geteld’ zouden worden. De Tijd schreef: “Als de opkomst tegenvalt, is het voor de vakbonden moeilijk om te beweren dat de volkswoede over het gevoerde beleid nog altijd groot is.” Hebben Michel, De Wever en Peeters goed geteld? De 150.000 van vorig jaar hebben we niet opnieuw gehaald, maar met 100.000 aanwezigen was het protest eens te meer massaal.
Naast de grote syndicale delegaties waren er ook nu weer andere lagen die mee getrokken werden, aan de kop was er opnieuw een mooie jongerendelegatie en verderop was er onder meer een opmerkelijke delegatie van mensen-zonder-papieren. Het potentieel van onze strijd werd opnieuw bevestigd, en hoe! Onder de betogers zag je het enthousiasme en het zelfvertrouwen groeien naarmate de cijfers van onze aantallen duidelijk werden.Jammer genoeg werd de betoging opnieuw ontsierd door rellen. Dat is betreurenswaardig, het geeft de rechtse media kansen om niet op onze bekommernissen in te gaan en tegelijk ons verzet en onze organisaties te criminaliseren. De meeste betogers merkten niets of weinig van de rellen, maar stellen eens te meer vast dat dit het hoofdpunt is voor de media. Dat een groep tot wanhoopsacties als rellen overgaat, is spijtig. Het gebrek aan een duidelijk actieplan van de vakbonden om een einde te maken aan de besparingsregering, versterkt frustraties en draagt ook een verantwoordelijkheid in de wanhoopsacties.
De vraag die bij velen leeft, is hoe het nu verder moet met onze strijd tegen de rechtse regering. De onderhandelingen na het vorige actieplan hebben amper iets opgeleverd. De tax shift werd geen maatregel om ook de rijksten ‘een steentje te laten bijdragen’, maar een nieuwe aanval op onze levensstandaard om nieuwe cadeautjes aan de werkgevers uit te delen. Van deze regering moeten we niets verwachten, ze zal integendeel steeds driester te keer gaan. Er is strijd nodig om de regering ten val te brengen.
Een actieplan, zoals dat van vorig jaar, werkt mobiliserend en voert de druk steeds verder op. Het zorgde er vorig jaar voor dat onze thema’s en bekommernissen centraal in het publieke debat stonden. Het maakte dat ook in Vlaanderen een grote meerderheid van 85% zich uitsprak voor een vermogensbelasting. Vandaag is het ongenoegen nog steeds aanwezig, de dalende koopkracht wordt concreter. Het ACV stelt dat de berekeningstool waarmee het deze week uitpakte – een uitstekend initiatief om onder meer via sociale media te argumenteren maar ook om collega’s te overtuigen – door maar liefst 40.000 mensen werd ingevuld. De indexsprong, verhoging van pensioenleeftijd, aanvallen op openbare diensten, … zijn niet aanvaard door de bevolking. Bovendien is de woede nog versterkt door de nieuwe aanvallen.
De prachtige betoging van vandaag biedt een nieuwe kans voor de vakbonden om onze strijd te organiseren. Zullen ze dit opnieuw verkwanselen zoals na het vorige actieplan? Of gaan we naar personeelsvergaderingen en interprofessionele militantenvergaderingen, waar discussie mogelijk is, om de provinciale acties voor te bereiden alsook verdere acties met als eindstreep de val van de regering waarbij de discussie over de opbouw van een alternatief wordt gevoerd?
Het actieplan moet opbouwend zijn en met een concreet eindpunt: zullen we deze regering uitzitten in de hoop dat ze binnen vier jaar weggestemd wordt? Dat is een gevaarlijke gok die eerder in Groot-Brittannië tot een kater van nog eens vijf jaar conservatief bewind heeft geleid. Of zullen we doorzetten en gaan we voor de val van de regering?
De val van de regering met een terugkeer van de tripartite met PS en SP.a zou slechts leiden tot een ‘light’ besparingsbeleid, dezelfde politiek maar dan wat trager en met minder provocaties om uiteindelijk tot hetzelfde resultaat te komen. Dat is natuurlijk slechts pover als resultaat. Zolang de arbeidersbeweging het politieke terrein niet zelf inneemt en het initiatief aan rechts overlaat, zullen zowel de politici als de media ons blijven bestoken met het patronale standpunt dat ons oproept tot meer ‘inspanningen’ en bijna durft te spreken over ‘solidariteit’ met de rijksten omdat dit ook ons ten goede zou komen. Het besparingsbeleid van het afgelopen jaar heeft overigens niet geleid tot economische groei, we komen nu aan een lagere groei dan het Europees gemiddelde.
Vorige week stelde aftredend VOKA-voorzitter Delbaere in de media dat CD&V moet stoppen om de vakbonden “te paaien” aangezien het vlak voor de sociale verkiezingen “toch nooit genoeg zal zijn”. Maar wat hebben we dan al gehad? Dat de regering een beleid voert dat enkel de rijksten en de werkgevers ten goede komt, ontkent Delbaere niet. “Acht van onze tien federale en veertien van de zeventien Vlaamse aanbevelingen zijn terug te vinden in de regeerakkoorden. In universiteitstermen is dat een grote onderscheiding.” Een grote onderscheiding voor hen, een totale flop voor ons. Waar blijven onze tien federale en zeventien regionale eisen?
De roep naar een politiek alternatief weerklinkt in Europa, van Griekenland over Spanje tot nu ook in Groot-Brittannië met de brede steun voor Jeremy Corbyn en zijn antibesparingsretoriek. Het potentieel voor een zelfde politieke stem in ons land is zeker aanwezig, maar wordt voorlopig niet volledig benut. Er is natuurlijk de vooruitgang van PVDA, zeker langs Franstalige kant. Maar de gesloten opstelling tegen krachten links van PVDA en een politieke oriëntatie die eerder gericht is op coalitievorming met gevestigde besparingspartijen dan op offensieve en gedurfde strijd van onderuit, leiden ook tot twijfels. Een nieuwe brede arbeiderspartij waarin alle militanten en stromingen die zich tegen het besparingsbeleid verzetten met respect voor elkaars eigenheden samenwerken, zou een groot potentieel hebben. LSP wil alleszins de discussie daarover verderzetten.
Het potentieel van verdere acties werd vandaag bevestigd. Laat ons de geplande provinciale acties met zoveel mogelijk militanten en collega’s organiseren, met personeelsvergaderingen en interprofessionele militantenvergaderingen ter voorbereiding van een actieplan tot de val van de regering en waarbij we de discussie voeren over een politiek alternatief dat onze ‘aanbevelingen’ kan doorvoeren.
-
7 oktober gebruiken om het verzet tegen de regering en het besparingsbeleid opnieuw uit te bouwen

Betoging van 6 november 2014. Foto: Jean-Marie Versyp Op 7 oktober is er een nieuwe betoging tegen de Thatcheriaanse maatregelen van deze regering. Na het actieplan van eind 2014 bleven er veel vragen. Kunnen we deze regering stoppen? Hoe kunnen we de besparingen stoppen? Over welke alternatieven op dit besparingsbeleid beschikken we? We willen de discussie over deze punten aangaan om betere antwoorden te vinden. Het moet ons toelaten om in de volgende acties te strijden om te winnen.
Artikel door Alain (Namen) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Actieplan wekt enthousiasme op
Als we terugkijken naar dezelfde periode een jaar geleden, dan was de sociale stemming erg anders. De discussies in de samenleving gingen vooral over de sociaaleconomische kwesties en over de nieuwe maatregelen van de openlijk rechtse regering. De gevolgen van het besparingsbeleid werden besproken op de werkvloer, in de scholen, onder vrienden en familie. Waar er personeelsvergaderingen of algemene vergaderingen van studenten plaatsvonden, bleek een grote actiebereidheid tegen het asociale beleid.
Deze sfeer kwam tot uiting in het succes van alle acties in het actieplan. Op 6 november was er een betoging met meer dan 120.000 aanwezigen, wellicht eerder 150.000. Eind november en begin december volgden provinciale stakingen en op 15 december toonde de algemene staking dat de Belgische arbeidersbeweging in staat is om te mobiliseren en de krachtsverhouding in zijn voordeel om te buigen. Heel wat ideeën werden naar de prullenmand verwezen. Wie dacht dat de communautaire tegenstellingen fundamenteel waren of wie dacht dat de vakbonden geïsoleerd stonden, werd van antwoord gediend. De vakbonden slaagden er met het offensieve actieplan overigens ook in om andere sociale lagen mee te trekken.
De leiding gebruikt de dynamiek niet om verandering te bekomen
Op 15 december was de regering aan het wankelen, zelfs indien dit niet openlijk toegegeven werd. Geen enkele commentator dacht dat de regering de volledige legislatuur zou uitzitten. De vakbondsleiding dacht dat dit volstond om sterker te staan in onderhandelingen. Er waren verschillende onderhandelingen met de werkgevers, waar ook akkoorden uitkwamen. Het gaf de regering wat tijd om op adem te komen.
Dat een meerderheid van de bevolking, zelfs onder de kiezers van de rechtse partijen, voorstander was van een belasting op de grote vermogens, werd aangegrepen om de eis van een tax shift, een fiscale hervorming, naar voor te schuiven. De vakbondsleiding moest alles uit de kast halen om de militanten ervan te overtuigen dat onderhandelingen nuttig waren. De militanten volgden enkel omdat het perspectief van strijd nog steeds naar voor werd geschoven. Het potentieel voor een vervolg op het actieplan bleef overeind.
Was het mogelijk om de regering te doen vallen?
Er waren kansen om de regering te doen vallen. Daarvoor was er nood aan een vastberaden leiding die de beweging kon uitbreiden door de twijfelaars over de streep te trekken met het perspectief dat de strijd tot overwinning kon leiden. In plaats daarvan liet de vakbondsleiding het momentum passeren waardoor andere thema’s de agenda volledig konden domineren. De terreuraanslag op Charlie Hebdo en de bloedige operatie tegen een groep van vermeende terroristen in Verviers, gaven de regering de kans om het initiatief terug in handen te nemen. De leiding van de arbeidersbeweging bracht geen alternatief rond deze kwestie naar voor. Dat liet ruimte aan de regering om de aandacht van de sociaaleconomische problemen af te leiden.
Vandaag wordt de actualiteit niet beheerst door sociaaleconomische thema’s, maar eerder door de vluchtelingencrisis. Net zoals steeds moeten we ook dat thema benaderen vanuit een standpunt van solidariteit. Veel politici praten over opvang en solidariteit, maar zij zijn net diegenen die de sociale bescherming afbouwen. Om de opvang van mensen in nood en een inclusieve solidariteit te realiseren, moeten we samen opkomen voor de verdediging en uitbouw van collectieve solidariteit. Een degelijke job voor iedereen, betaalbare huisvesting en goede openbare diensten voor iedereen zijn noodzakelijke antwoorden om de vluchtelingencrisis aan te pakken. Het is met deze benadering dat we de eisen van verschillende lagen in de samenleving kunnen verenigen. De betoging van 7 oktober is een uitstekende gelegenheid om onze solidariteit centraal te stellen.
Geen pauze voor de sociale strijd
Veel strijdbare militanten zijn gefrustreerd omdat er na de algemene staking van 15 december geen ernstig vervolg op de acties kwam. We moeten echter opletten dat de frustraties er niet voor zorgen dat nieuwe kansen en mogelijkheden gemist worden. Er liggen heel wat belangrijke dossiers op tafel. De vooruitzichten voor de economische groei worden naar beneden herzien en de fiscale inkomsten zijn beperkter dan voorzien. Dit leidt onvermijdelijk tot nieuwe besparingen, de federale regering moet 456 miljoen euro vinden om het gat te vullen.
De regering heeft ook beslist om een versnelling hoger te schakelen in de afbouw van de NMBS en de openbare diensten. Er wordt onder meer een offensief ingezet tegen het stakingsrecht met een discussie over een minimale dienstverlening. Het personeel en de reizigers liggen onder vuur door de harde besparingsmaatregelen die de regering wil doorvoeren.
Verder is er de discussie over de tweede pensioenpijler of nog die over het opdrijven van de flexibiliteit op de arbeidsmarkt.
Mogelijk zullen deze dossiers niet meteen tot een sterke algemene mobilisatie leiden zoals dit eerder met de indexsprong en de verhoging van de pensioenleeftijd wel het geval was. Maar strijd in verschillende sectoren en bedrijven is onvermijdelijk. In september zagen we onder meer sociale conflicten bij Caterpillar, FN herstal of nog bij GSK. Sociale vrede staat niet op de agenda.
Bovendien laten de gevolgen van het besparingsbeleid zich steeds meer voelen. De krant ‘La Libre’ titelde bijvoorbeeld: “60% van de uitgesloten werklozen hebben niets meer.” Een studie geeft aan dat het aantal leefloners tussen 2010 en 2015 met maar liefst 21% is toegenomen. Het ABVV publiceert elke maand een correctie van de werkloosheidscijfers waarin wel rekening wordt gehouden met werklozen die hun uitkering verloren. Daaruit blijkt dat de werkloosheid niet afneemt, enkel het aantal werklozen met een uitkering neemt af. Er is een toename van armoede en het sociale weefsel wordt afgebouwd. Dit zal de sociale woede groter maken. We moeten ervoor zorgen dat deze woede georganiseerd wordt om de oorzaken die er aanleiding toe geven te stoppen.
Welk verzet in de komende periode?
We staan niet voor een rustige periode. Maar als we een beweging willen opbouwen waarmee we overwinningen kunnen boeken, dan hebben we nood aan klare ordewoorden en ernstige alternatieven. De betoging van 7 oktober is een goede gelegenheid om de discussie over die ordewoorden en dat politieke alternatief te voeren. We moeten ons solidair tonen met diegenen die vooraan in de strijd staan, zoals het personeel van de NMBS dat zich voorbereidt op een actieplan met regionale stakingen gevolgd door een 48-urenstaking. We moeten ook ons antwoord op de vluchtelingencrisis naar voor brengen, een antwoord op basis van solidariteit en verzet tegen de symptomen van een fundamentele crisis van het kapitalisme.
De sociale verkiezingen van 2016 zullen een uitstekende kans vormen om met onze collega’s te spreken over de nood aan strijdbare delegaties. De tegenstander in deze sociale verkiezingen moet niet gezocht worden bij militanten van de andere bonden, maar wel bij het patronaat en zijn bondgenoten. We moeten strijdbare delegaties uitbouwen die met de steun en betrokkenheid van onderuit de bestaande woede kanaliseren naar een nieuw actieplan. Het veranderen van de krachtsverhoudingen op interprofessioneel vlak is ook de beste manier om in elk bedrijf en iedere sector sterker te staan.
LSP wil hierover in discussie treden met militanten en activisten. Versterk onze werking door de discussie aan te gaan, onze standpunten te verspreiden en lid te worden!
-
Tegen Michel I: strijden om te winnen!
Echt alternatief en klare ordewoorden vereist!
Zoals veel militanten werken ook die van LSP zich de naad uit het lijf om van de mobilisatie op 7 oktober een succes te maken. Het moet. De regering van de rijken blijft immers maar inhakken op onze sociale bescherming, lonen en arbeidscondities. De 150.000 van 6 november vorig jaar, zullen we naar ons aanvoelen echter niet herhalen. We zullen eerder met 50 tot 80.000 zijn. Dat is nog steeds veel meer dan om het even welke andere sociale beweging. Maar het wordt toch tijd om te bezinnen. Op die manier zullen we deze rechtse regering immers niet stoppen.Artikel door Eric Byl uit de oktobereditie van ‘De Linkse Socialist’ die vrijdag van de drukker komt – Neem vandaag nog een abonnement als je deze krant begin volgende week in je bus wil krijgen
Alles wat deze regering aanraakt, draait uit op een aanval op de werkende klasse. Een taxshift om ook de grote vermogens een steentje bij te laten dragen, wordt een gigantische overdracht via accijnzen en BTW-verhogingen van de zakken van de werknemers naar de koffers van de bedrijven. Het leidt tot een record aan … overnames. Als een handvol verzekeringsmaatschappijen de ‘wettelijk gegarandeerde’ rente waarmee men ons de tweede pensioenpijler heeft aangesmeerd, te hoog vindt, dumpt de regering die garantie gewoon. Maar als duizenden hardwerkende belgen de uitbuiting aanklagen, vindt ze die “conservatief”. Wie voor uitbuiting op de vlucht slaat, heet een “gelukzoeker”. Wie gaat lopen als er oorlog van komt die maakt een pleziertochtje op zee, want in Turkije is er toch geen oorlog aldus de N-VA. Intussen zal wie 20 jaar geleden als leraar aan de slag ging vijf tot twaalf jaar langer werken dan collega’s die destijds op pensioen vertrokken. De belangrijkste garantie op het statuut van het spoorpersoneel, HR-Rail, wordt niet zoals gevreesd in 2019 maar mogelijk al in maart 2016 opgedoekt.
Redenen te over om op straat te komen. Ook al omdat heel wat maatregelen nu pas volop spelen. Symbolische maatregelen zoals het optrekken van de pensioenleeftijd naar 67 jaar of de indexsprong, zijn er deze keer niet bij. De ACV-top mag dan wel beweren dat ze zich daar tegen blijft verzetten, in werkelijkheid heeft ze het al lang aanvaard. Uit de mond van de ACV-top betekent “eerst onderhandelen, dan actie” blijkbaar vooral “geen actie”. Door de mobilisatie dan maar alleen op gang te trekken, zou de ABVV-top die van het ACV onder druk kunnen zetten. Maar dat gebeurt niet. Zou het kunnen dat ze zich maar al te graag verstopt achter de houding van de ACV-top om ook zelf niet uit de kast te moeten komen?
Veel collega’s, zowel van ABVV als van ACV, hebben het de vakbondsleidingen nog niet vergeven dat ze de opofferingen die gevraagd werden tijdens het actieplan verkwanselden in eindeloze onderhandelingen die zo goed als niets opleverden. Een nieuw actieplan? Graag, maar niet om in te binden in ruil voor kruimels. Wat baten personeelsvergaderingen om te informeren in aanloop naar actie als we voor de resultaten ervan naar de media doorverwezen worden? Dat de vakbondsleidingen werken aan de externe communicatiestrategie, waarom niet? Maar zouden ze ook eens werk willen maken van de ‘interne communicatie’ of de ‘interne democratie’ zoals wij dat noemen? Er is geen syndicalist die het belang van vertegenwoordiging niet begrijpt, maar bij ‘vertegenwoordigen’ hoort ook ‘verantwoorden’, niet enkel voor de media, maar vooral voor de achterban, op personeelsvergaderingen en militantenbijeenkomsten.
Tijdens het vorige actieplan hadden we al gewaarschuwd dat de arbeidersbeweging zich niet laat aan- en uitzetten als een vuurtje. Het zal tijd vergen om het vertrouwen en enthousiasme dat er was tijdens het najaar van 2014 opnieuw op te bouwen. We moeten vooral ophelderen dat we wel degelijk strijden om te winnen. De beste manier om dat te doen, is uitpakken met een echt alternatief en duidelijke ordewoorden. We hopen dat we ons vergissen, maar zien de vakbondsleidingen dit najaar geen veralgemeende strijd organiseren. Strijdbare militanten mogen zich daardoor niet laten demoraliseren. Op sectoraal vlak en op het niveau van de bedrijven staan ons harde conflicten te wachten. Van de sociale verkiezingen in het voorjaar van 2016 moeten we gebruik maken om strijdsyndicalisten te laten verkiezen. Deze regering zal hier niet stoppen. Bij elke overwinning die ze behaalt, groeit haar honger naar meer sociale afbraak. De vakbondsleidingen zijn wat hard van begrip, maar ook zij zullen uiteindelijk inzien dat deze regering niet met argumenten, maar enkel met gemeende actie gestopt kan worden.
-
7 oktober als startpunt van nieuw actieplan – lessen uit het vorige actieplan
Op woensdag 7 oktober zal er een nationale vakbondsbetoging plaatsvinden tegen het besparingsbeleid van de regering-Michel. Op verschillende plekken circuleren al pamfletten en in bepaalde regio’s werden reeds militantenvergaderingen aangekondigd. Het zal belangrijk zijn om van deze betoging een succes te maken, zodat ze het begin kan zijn van een nieuwe beweging die een einde kan maken aan deze regering en haar besparingsbeleid. Daarbij is het nuttig om terug te kijken op de ervaringen van de vorige strijdbeweging eind 2014.Door Tim (Brussel)
Geen toegevingen, maar steeds meer aanvallen
Diegenen die ons de voorbije maanden vertelden dat er met deze regering kon onderhandeld worden, hebben ofwel zichzelf bedrogen ofwel hebben ze ons doelbewust voorgelogen. Op geen enkel vlak heeft deze regering een toegeving gedaan. Integendeel, vaak is de regering nog een stap verder gegaan dan iedereen had verwacht. De “tax shift” werd geen maatregel om de speculanten, grote bedrijven en superrijken een steentje te laten bijdragen. Er werd integendeel beslist om nieuwe lastenverlagingen aan het patronaat te geven en dit te betalen met onder meer een BTW-verhoging, een belasting die vooral de lage en middelgrote inkomens treft. Met de BTW-verhoging voor elektriciteit werd meteen de discussie over een nieuwe indexsprong geopend. En Open Vld kwam dan nog met een nieuwe aanval op de lonen met een discussie over de anciënniteit.
Zelfs een kleine symbolische sociale overwinning werd CD&V niet gegund. De regering ging voor de frontale aanval van directe sociale afbraak. Ze zal daar niet van afwijken zolang ze niet door de arbeidersbeweging gestopt wordt. De Duitse socialiste Lucy Redler stelde over de rampzalige houding van de Griekse regering in de onderhandelingen met de trojka: “Als je met haaien gaat onderhandelen, kan je maar beter geen goudvis zijn.” Een waarschuwing die ook geldt voor onze vakbondsleiding in haar houding tegenover deze regering.
Opbouwend actieplan brengt regering aan het wankelen
Met het actieplan eind 2014 kwam de regering in de problemen. De syndicale beweging gedroeg zich niet als een goudvis, maar als een sterke walvis die met een extra slag de regering van haaien ten val had kunnen brengen. Het opbouwende actieplan was een succes. Er werd gestart met een militantenconcentratie in oktober waar een actieplan van langere duur werd aangekondigd. Pamfletten en infobrochures waren ruim op tijd beschikbaar. Er werd gewerkt met regionale militantenvergaderingen. Syndicale delegaties werden aangespoord om ook op de werkvloer vergaderingen te organiseren. Daar waar dit gebeurde, was het een succes en werd de mobilisatie versterkt. De nationale betoging van 6 november 2014 was de grootste vakbondsbetoging sinds decennia. De regionale stakingen en uiteindelijk de nationale staking van 15 december waren enorme successen.
De vakbondsbeweging bepaalde het politieke debat: een tax shift voor sociale rechtvaardigheid, het stopzetten van de besparingen, het einde van het gemorrel aan de index. Deze ideeën werden algemeen bediscussieerd in de maatschappij en genoten brede steun. Wie erop gokte dat de regering nog langer dan enkele maanden zou standhouden, was een sociale paria geworden.
Vakbondsleiding maakt het niet af
De vakbondsleiding liet na om het af te maken. Hierdoor kreeg de regering de kans om zich opnieuw te organiseren. Door de illusie te wekken dat er kon onderhandeld worden en door tegelijkertijd geen nieuwe ernstige mobilisaties te voorzien als die onderhandelingen zouden mislukken, ging het momentum verloren. Dit was niet gewoon een tactische misvatting van onze vakbondsleiding, het was fundamenteler. Het ontbrak aan een alternatief voor wanneer de regering effectief zou vallen.
Het enige alternatief dat de vakbondsleidingen in de aanbieding hadden, was een nieuwe tripartite onder leiding van de sociaaldemocratie en de christendemocratie. Zo’n regering zou niet breken met het besparingsbeleid van haar voorganger, ze zou er hoogstens de scherpste kantjes van afvijlen. Na de val van een rechtse regering door een sociale beweging, zou ook zo’n tripartite snel op massaal sociaal protest botsen. Het gebrek aan een echt alternatief beperkte de opties voor de vakbondsleiding. De regering meteen laten vallen, werd te riskant.
Niet alleen strijd, ook alternatief nodig
De discussie over een alternatief op de besparingen wint overal in Europa aan belang. Dat is niet alleen het geval in landen als Griekenland, Spanje of Ierland waar nieuwe linkse partijen opduiken. Ook in Groot-Brittannië duikt de discussie op nu Jeremy Corbyn met een antibesparingsimago favoriet geworden is in de voorzittersverkiezingen bij Labour. In de VS blijkt de zoektocht naar een links alternatief uit de enorme respons op de campagne van Bernie Sanders. De vraag naar een alternatief komt naargelang de omstandigheden op erg diverse manieren tot uiting.
Hetzelfde geldt voor België. De aankondiging van de nationale betoging op 7 oktober biedt een kans voor een algemene beweging tegen de rechtse regering en haar asociale beleid. We kunnen de positieve elementen van de beweging eind 2014 opnieuw gebruiken: een opbouwend actieplan over langere termijn waarbij bredere lagen van de bevolking bij de strijd betrokken worden, werkt mobiliserend en heeft meer effect. Een nieuwe reeks van regionale acties in opbouw naar een nationale staking is nodig.
Tegelijk moeten we zien wat beter kan. Regionale militantenvergaderingen en personeelsvergaderingen bleken heel goed voor de mobilisatie en organisatie van onze strijd. We kunnen dit verder versterken. Door op zo’n vergaderingen democratisch en collectief te beslissen over volgende acties en over ons programma, maken we de beweging breder en actiever. In de vorige beweging waren er alleen bijeenkomsten om de acties te plannen, niet om ze te evalueren en verdere stappen te bespreken. Dat maakte het voor de vakbondsleidingen mogelijk om het momentum voorbij te laten gaan.
De basis heeft een manier nodig om zelf te discussiëren over wat de doelen van de beweging zijn: de val van de regering, het stoppen van de besparingen, het terugdraaien van de maatregelen rond de pensioenen, de index, een echte sociaal rechtvaardige tax shift, nieuwe investeringen in openbare voorzieningen, degelijke lonen en uitkeringen, … Dit kwam reeds aan bod op de personeelsvergaderingen eind 2014, maar ze werden nog niet samengebracht in een democratisch uitgewerkt programma voor het actieplan.
Politiek instrument
Onze eisen leiden onmiddellijk tot de vraag naar een politieke kracht die zo’n programma kan verwezenlijken. De traditionele politieke partners van onze vakbonden hebben geen dergelijk programma en het ziet er niet naar uit dat dit snel zal veranderen. Een breuk met deze partijen is onvermijdelijk en een campagne voor een brede formatie die wel de belangen van de werkende bevolking verdedigt eveneens. De vakbonden hebben een enorme kracht in handen en kunnen deze discussie vooruitstuwen. Waarom geen duidelijk politiek alternatief op de besparingen uitwerken, hiervoor brede steun verwerven bij de vakbondsbasis en consequent de noodzaak van een politieke partij die dat programma wil verdedigen naar voren brengen? Organisaties zoals Hart Boven Hard/Tout Autre Chose, politieke organisaties of militanten en iedereen die wil meewerken aan zo’n politiek alternatief kunnen dan uitgenodigd worden om de discussie mee aan te gaan.
Dit zou betekenen dat de strijd niet enkel meer zou gaan over voor of tegen deze regering, maar wel over een alternatief op de besparingen. Over hoe we de enorme rijkdommen die er zijn in deze maatschappij kunnen gebruiken voor sociale vooruitgang. Vandaag zit de meerderheid van die rijkdommen in de zakken van een kleine minderheid superrijken, die niet langer mogelijkheden ziet voor investeringen in de reële economie en maatschappij en die zich beperkt tot speculatie. Hoe kunnen we die rijkdommen inzetten voor het belang van de hele bevolking?
De taken voor zo’n beweging zijn enorm, maar de mogelijkheden zijn nog veel groter. Steeds meer mensen zijn op zoek naar een alternatief op dit systeem van ellende en uitbuiting. Door dit debat op te starten, kunnen we de beweging versterken. De elite zal elke mogelijkheid gebruiken om zo’n politiek alternatief tegen te houden. Maar wij beschikken over een dynamische kracht van honderdduizenden militanten die de strijd willen aangaan. Door van de betoging van 7 oktober een overweldigend succes te maken en daarop verder te bouwen aan een beweging, kunnen we niet alleen deze regering maar heel het besparingsbeleid stoppen!






