Your cart is currently empty!
Tag: 14 euro per uur
-
Verhoog de minimumlonen: ‘Fight for €14’
Op 14 januari voerden enkele ABVV-centrales actie voor een hoger minimumloon: 14 euro per uur of 2.300 euro per maand. Tot aan de verkiezingen zullen er elke 14e van de maand acties zijn rond deze eis. Er is een petitie en een campagnesite fightfor14.be.Het ABVV wees erop dat de Belgische werkenden de voorbije drie jaar maar liefst 2,3% koopkracht verloren. Er was de indexsprong maar ook de erg zwakke loonnormen, hogere taksen, besparingen op openbare diensten, … “In de ‘arbeidsdeal’ van de regering zitten maatregelen die opnieuw onze koopkracht aantasten zoals het afschaffen van de anciënniteitsbarema’s en een verdere daling van de werkloosheidsuitkeringen,” merkte de vakbond terecht op. We hebben redenen genoeg om in actie te gaan voor een hoger minimumloon.
De verhoging van het minimumloon is een belangrijke eis. Op dit ogenblik bedraagt het minimumloon 1.501,82 euro bruto per maand. Dat is minder dan 10 euro per uur. Volgens Eurostat leven tot 5% van de werkenden in ons land in armoede. Onder werkende alleenstaanden met kinderen loopt dit op tot 15%. Eurostat vroeg de werkenden ook of ze moeite hebben om rond te komen (en dus naar de zogenaamde ‘subjectieve armoede’). Daarop antwoordde 12,3% positief. Uitvergroot betekent dit 566.000 werkenden die moeite hebben om rond te komen! Een job hebben, volstaat dus niet om uit de armoede te geraken.
Om rond te komen met een degelijke levensstandaard is er minstens 2.300 euro per maand nodig. Dat komt overeen met 14 euro per uur. Deze verhoging zou vooral voelbaar zijn in sectoren als de schoonmaak, thuishulp, handel, horeca, … Een offensieve campagne rond deze eis kan de vakbondsaanwezigheid in die sectoren versterken. Volgens de werkgevers is het onbetaalbaar en economisch onmogelijk. Waar in de VS hogere minimumlonen werden bekomen, bleek dit niet te kloppen. Meer nog: hogere lonen laten werkenden toe om beter te leven waarbij ze de reële economie ondersteunen.
De eis van 14 euro beantwoordt aan een algemeen gevoel in de samenleving, dat we ook zagen in de beweging van de gele hesjes en de brede steun ervoor in de publieke opinie. Het is geen toeval dat de PS er nadruk op legde toen begin dit jaar een poging tot ‘remontada’ werd aangekondigd. Eerder verklaarde de PS al voorstander te zijn van forse loonsverhogingen voor het personeel van de lokale en regionale besturen in Brussel. Tussen woorden en daden is er echter nog een hele weg af te leggen: waar de PS op lokaal vlak in de meerderheid zit, is er geen sprake van loonsverhogingen.
Hogere minimumlonen zullen niet uit de lucht komen vallen. We zullen ervoor moeten strijden. Het feit dat de campagne ‘Fight for €14’ wordt overgenomen door verschillende centrales (na Horval ook de Algemene Centrale) is een goede stap vooruit. De acties op de 14e van elke maand zijn dat eveneens. Open militantenvergaderingen in de regio’s en op de bedrijven kunnen de betrokkenheid bij die acties versterken.
We moeten ook voorbereid zijn op het verzet van werkgevers tegen een hoger minimumloon. Sommige zullen mogelijk dreigen met delokalisatie en jobverlies. Laten we van bij het begin het antwoord van nationalisatie tegen dergelijke dreigementen naar voor brengen. We hebben immers niet de werkgevers nodig om rijkdom te creëren, dat gebeurt door de werkenden zelf.
-> Wij eisen ons deel van de koek: hoger minimumloon nu!
[divider]
De Amerikaanse inspiratiebron toont dat strijd loont
De campagne ‘Fight for €14’ is geïnspireerd op een strijdbeweging in de Verenigde Staten voor het optrekken van het minimumloon tot 15 dollar per uur. Die beweging begon in de fastfoodsector en verspreidde zich als een olievlek naar andere sectoren en zelfs naar andere landen. Het illustreert dat strijd een internationale impact kan hebben, zeker als er overwinningen geboekt worden!Onze Amerikaanse zusterorganisatie Socialist Alternative speelde een pioniersrol in de strijd voor 15 dollar. Met de campagne ’15 Now’ werd de verhoging van het minimumloon effectief afgedwongen in Seattle, de eerste grote Amerikaanse stad waar dit gebeurde. Vanaf 1 april 2015 werd het minimumloon opgetrokken tot 15 dollar per uur, terwijl het federaal minimumloon voorheen amper 7,5 dollar bedroeg. Tussen 2015 en 2025 zullen de bedrijven in Seattle hierdoor ongeveer 3 miljard dollar extra aan lonen besteden.
Het personeel van fastfoodbedrijven was geïnspireerd door de Occupy-beweging toen het de strijd voor 15 dollar op gang trok. In Seattle speelde de kiescampagne en verrassende overwinning van Kshama Sawant van Socialist Alternative in 2013 een grote rol. De eis van 15 dollar stond centraal in die campagne en zorgde voor een breed debat in de hele stad. Eens verkozen gebruikte Kshama haar positie en de mediabelangstelling om de brede steun om te zetten in een actieve campagne: ’15 Now.’
Met een tiental actiecomités werd in alle delen van de stad gemobiliseerd. De campagne was gericht op een brede betrokkenheid, niet alleen van sympathisanten van Socialist Alternative. De verkozen positie van Kshama maakte het bovendien gemakkelijker om gehoor te vinden voor antwoorden op de grote bedrijven die zich tegen de verhoging van het minimumloon verzetten. Zo werd door de gevestigde media opgeworpen dat vooral kleine bedrijven en handelszaken in de problemen zouden komen door de maatregel. Dit bleek echter niet het geval te zijn: loonsverhogingen voor laagbetaalde werkenden leiden tot meer uitgaven in lokale handelszaken zoals restaurants.
De aanpak van Socialist Alternative in deze campagne vertrok van vertrouwen in de mogelijkheden van werkenden en hun gezinnen om een directe en openlijke confrontatie met de grote bedrijven aan te gaan. De nadruk lag op mobilisatie van onderuit, niet op eindeloze onderhandelingen met de burgemeester en de werkgevers.
We kunnen niet alleen inspiratie halen uit de eis van een hoger minimumloon maar ook uit de wijze waarop dit bijvoorbeeld in Seattle effectief werd afgedwongen. Wat zou er mogelijk zijn indien in België de vakbonden, maar ook de PVDA met haar duizenden leden en tientallen verkozenen, een dergelijke benadering zouden uitwerken?
-
IPA: voor meer loon en minstens 14 euro per uur!
Het Interprofessioneel Akkoord (IPA) 2019-2020 wordt een harde noot om te kraken. Het komt na een lange periode van loonmatiging die geleid heeft tot een afname van koopkracht van de werknemers. Er is nood aan een substantiële loonstijging. De werkgevers willen echter nogmaals gebruik maken van de unieke positie die de regering hen geeft om niets toe te geven. Na de afstraffing van de Zweedse regeringspartijen in de lokale verkiezingen is een nieuwe termijn na de volgende verkiezingen niet zeker. Voor de werkgevers is het nu dan ook het moment om zoveel mogelijk binnen te halen.Artikel door Thomas uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Het is een illusie te denken dat de vakbonden gewoon met een eisenpakket naar de Groep van 10 kunnen gaan in de hoop dat er via onderhandelingen een goed akkoord komt voor de Belgische werknemers. Er is een krachtsverhouding nodig om het patronaat en haar slippendragers in de regering tot toegevingen te dwingen.
De acties van 10 tot 14 december kunnen daar een aanzet toe zijn, al lijkt het bij het ter perse gaan van deze krant eerder een georganiseerde desorganisatie te worden. Iedere centrale en elk gewest van het ABVV kan kiezen hoe de acties ingevuld worden. Ook bij het ACV is er veel verwarring over wat er juist zal gebeuren.
Sommigen in de vakbonden hebben schrik dat alles wat ze voor de verkiezingen van mei 2019 doen door de N-VA tegen hen zal gebruikt worden. Na de geslaagde actiedag van 2 oktober niets meer doen, zal echter enkel tot ontgoocheling in de vakbonden leiden en laat rechts toe om het politieke debat te domineren. Dat versterkt rechts – en erger nog: het extreemrechtse Vlaams Belang.
Looneisen stellen is geen vies gegeven, maar kan een bredere steun onder de bevolking vinden. Kijk maar naar de Franse beweging tegen de stijgende levensduurte (zie pagina 7). Eisen als loonsverhogingen en het herstel van de volledige index kunnen als onderdeel van de strijd voor een algemene vooruitgang van de bevolking enthousiasme opwekken.
Campagne voor 14 euro per uur!
Er is nood een substantiële loonsverhoging voor iedereen, maar zeker voor de laagste lonen. In de slechtst betaalde sectoren zijn er steeds meer werkende armen die besparen op levensnoodzakelijke uitgaven. Veel van de nieuwe jobs waar deze regering zo prat op gaat, bevinden zich in deze groep. Daarom is de campagne van het ABVV voor een minimumloon van 14 euro per uur (of 2.300 euro bruto per maand) potentieel zeer sterk.
Een grote groep werkenden komt niet aan dit minimum. Een offensieve campagne voor 14 euro per uur kan hen aanspreken en actief betrekken. Dit is overigens vaak in (nieuwere) sectoren waar de vakbonden nog zwakker staan. Deze laag van werkenden en jongeren kan doorheen deze campagne het belang ontdekken van een vakbond die voor hen opkomt en waarin ze zelf een rol te spelen hebben. Acties bij Deliveroo of Ryanair toonden het potentieel om nieuwe groepen en sectoren te organiseren in de strijd voor betere arbeidsvoorwaarden.
’15 Now’ in de VS
De strijd voor een hoger minimumloon wordt in veel landen gevoerd. Enkele regeringen met linkse partijen voeren beperkte verhogingen door (Spanje, Portugal en Griekenland, over Spanje: zie pagina 14). Andere linkse formaties of figuren hebben het in hun programma opgenomen: Mélenchon in Frankrijk of Corbyn in Groot-Brittannië bijvoorbeeld.
Maar het voorbeeld waar iedereen naar kijkt, is dat van de Verenigde Staten. Daar gaven de fastfoodwerknemers de eerste aanzet voor de strijd voor 15 dollar per uur. Deze strijd is nog niet voorbij, maar er werden inspirerende overwinningen behaald. De eerste grote stad waar het minimumloon tot 15 dollar werd opgetrokken, was niet toevallig Seattle waar onze zusterorganisatie Socialist Alternative met een verkozene sterker weegt op de beweging. Andere steden en regio’s volgden. Overwinningen aan de andere kant van de wereld kunnen ook hier voor inspiratie zorgen. Dat toont meteen ook het belang van internationale solidariteit.
Geen evidente strijd
Zowel de strijd voor loonsverhogingen als die voor het optrekken van de minimumlonen is niet evident. De burgerij komt met dezelfde argumenten die destijds gebruikt werden tegen de 8-urendag of het afschaffen van de kinderarbeid: het zou economisch niet mogelijk zijn, de concurrentiepositie ondermijnen en zelfs tot een economische woestijn leiden. Deze argumenten bleken in het verleden al vals te zijn en dat zal nu niet anders zijn. De burgerij wil haar deel van de koek niet zien verkleinen, liefst ziet ze het zelfs nog aangroeien.
Het is een strijd om wie zich welk deel van de meerwaarde toe-eigent: de kapitalist die de productiemiddelen in privébezit heeft of de werknemer wiens arbeid ervoor zorgt dat goederen of diensten geproduceerd worden. De kapitalisten zijn er de afgelopen jaren in geslaagd om hun deel verder uit te breiden. Dat gebeurde door verworvenheden aan te vallen die door de arbeidersbeweging voorheen als definitief afgedwongen werden gewaand.
Hogere lonen en degelijke en menswaardige levensomstandigheden kunnen enkel gewonnen worden met een leiding die bereid is om alle middelen waarover ze beschikt te gebruiken. Het zal niet gebeuren met een leiding die schrik heeft van de kracht van de arbeidersbeweging, zoals vele leiders dit demonstreerden met het stilleggen van de acties in 2014 waarmee de regering aan het wankelen was gebracht. Strijdbare syndicalisten moeten zich organiseren in netwerken om informatie en ideeën te delen zodat ze samen sterker staan in het afdwingen van een strijdbare benadering.
Kapitalisten willen steeds meer winst maken, de ruimte voor toegevingen is steeds kleiner. Om met de werkenden iets te bekomen, is steeds hardere strijd nodig. Om de dictatuur van de superrijken te breken, is zelfs een strijd voor maatschappijverandering nodig. Het kapitalisme leidt tot steeds meer ongelijkheid; hoog tijd om op te komen voor een socialistische samenleving!