Tag: werkloosheid

  • Hoe de dreiging van massale werkloosheid bestrijden?

    Miljoenen mensen in de wereld worden geconfronteerd met de dreiging van werkloosheid. Er ontwikkelt zich doorheen de gezondheidscrisis ook een economische recessie. De bazen en regeringen beweren dat er geen alternatief is. Maar dat is er wel degelijk.

    Artikel door Jade Ritchie, technisch werkloze arbeider (Socialist Alternative, ISA in Engeland, Schotland en Wales)

    De mensheid wordt geconfronteerd met een crisis van historische omvang. De Covid-19-crisis heeft volgens officiële cijfers meer dan 325.000 mensen gedood, en deze officiële cijfers zijn waarschijnlijk veel lager dan het werkelijke totaal. Door de lockdowns zijn de consumentenbestedingen vertraagd, deels door de sluiting van winkels, maar ook door de stijging van de werkloosheid en de loonsverlagingen. Uit cijfers van 10 april blijkt dat er in het Verenigd Koninkrijk sinds het begin van de lockdown 1,2 miljoen nieuwe aanvragen voor uitkeringen waren, waarbij sommige cijfers erop wijzen dat er uiteindelijk meer dan 3,5 miljoen werklozen kunnen zijn – de officiële werkloosheidscijfers zouden voor het eerst in meer dan 30 jaar boven het cijfer van 3 miljoen gaan. De situatie in de VS is nog erger, met meer dan 30 miljoen mensen die een werkloosheidsuitkering aanvroegen sinds het virus toesloeg, zoals eind april werd gemeld.

    De Covid-crisis heeft duidelijk een schokgolf door het kapitalistische systeem gestuurd, maar hoewel het de gebeurtenis is die de economische crisis heeft veroorzaakt, is het niet de fundamentele oorzaak. Het wereldwijde kapitalistische systeem is al enige tijd op weg naar een recessie. Geen van de tegenstrijdigheden die de financiële crisis van 2008 hebben veroorzaakt, is de afgelopen tien jaar opgelost.

    In plaats daarvan zijn ze nog verergerd. Het kapitalistische systeem heeft weer enorme schuldenbellen opgeblazen, en ondertussen heeft de groeiende verdeling van de wereld in twee concurrerende sferen de globalisering gedeeltelijk in zijn tegendeel geduwd. Dus hoewel de pandemie veel van deze zeepbellen “doet oplaaien”, en hoewel het duidelijk een eigen grote economische impact heeft, is het het kapitalistische systeem zelf dat de basis heeft gelegd voor de wereldwijde economische crisis.

    Mogelijk erger dan tijdens de Grote Depressie

    Een zicht op de werkelijke omvang van de crisis zal nog wel even op zich laten wachten, maar de indicatoren die we nu zien, wijzen erop dat de crisis waarschijnlijk aanzienlijk slechter zal zijn dan die van 2007/08, en waarschijnlijk zelfs de ergste sinds de Grote Depressie. Het is zelfs mogelijk dat de crisis erger wordt als de kapitalistische regeringen niet ingrijpen om de gevolgen ervan te verzachten.

    De wereldwijde burgerij zal de schuld voor de economische crash bij het coronavirus leggen en zal waarschijnlijk ook China de schuld proberen te geven. De kapitalistische regeringen zullen het excuus inroepen dat deze crisis te wijten is aan onvoorziene omstandigheden, ook al is dat niet correct. Evenmin kunnen we hun mantra accepteren dat we “allemaal in hetzelfde bootje” zitten. Dit kan als basis dienen voor het argument dat we een nieuwe besparingsronde nodig hebben om te betalen voor de leningen die de regeringen tijdens deze crisis hebben moeten afsluiten.

    De realiteit is dat er nog heel weinig te besparen valt. We hebben een decennium lang aanvallen gehad op onze openbare diensten. Sociale verworvenheden werden afgebouwd, er kwamen anti-vakbondswetten, slechtere arbeidsvoorwaarden en de opkomst van doorgedreven flexibiliteit op de werkvloer. We hebben bedrijven die hun werknemers “zelfstandigen” noemen om te voorkomen dat ze pensioenbijdragen en ziekte- of vakantiegeld betalen, maar die hen duidelijk als volwaardige werknemers behandelen.

    Om de winst te verhogen of op peil te houden, zullen bedrijven de Covid-crisis als excuus gebruiken om de rechten van hun personeel aan te vallen of hen af te danken. De vakbonden en de arbeidersbeweging zullen moeten vechten om dit te voorkomen.

    Jobs opgeofferd voor de winst

    Een van de eersten die deze aanpak volgde, was Richard Branson en zijn Virgin Airlines. Virgin dreigde het personeel te ontslaan als het geen 7 miljard pond steun kreeg op kosten van de belastingbetaler. Die belastingbetalers omvatten natuurlijk niet Richard zelf, aangezien hij vrij bedreven is in het ontlopen van belastingen, waardoor hij een persoonlijke rijkdom van meer dan 3,5 miljard pond kan vergaren. Toch verwacht hij dat het Britse publiek de rekening betaalt zodat hij na afloop van de lockdown winst kan blijven maken.

    British Airways heeft 12.000 personeelsleden ontslagen, ondanks het feit dat het vorig jaar 3,2 miljard pond winst maakte en een kasreserve van 9 miljard pond heeft. Het is vooral walgelijk dat een bedrijf met zoveel geld op de bank 12.000 mensen in één klap werkloos maakt. BA heeft winst gemaakt door de inzet van het personeel, dat het nu op straat zet. De overheid moet overgaan tot het nationaliseren van grote bedrijven die dreigen met ontslagen, met enkel een vergoeding aan aandeelhouders op basis van bewezen behoefte.

    De toenemende werkloosheid zal de crisis verergeren, omdat de arbeidersklasse steeds minder in staat is om de producten van hun arbeid terug te kopen. De crisis van 2007/08, waarvan we nog niet volledig hersteld zijn, werd verzacht door een kapitalistische klasse die wereldwijd op een min of meer gecoördineerde manier wist te handelen om de situatie te stabiliseren door middel van reddingsoperaties voor banken en financiële stimuleringspakketten. De versplintering van de kapitalistische landen in verschillende invloedssferen maakt het onwaarschijnlijk dat dit soort gezamenlijke reactie in de huidige crisis zal plaatsvinden. Naast de toename van het protectionistische beleid in de afgelopen tien jaar zal deze crisis waarschijnlijk steeds meer sectoren treffen, terwijl de crisis van 2007/08 grotendeels op de banksector was gericht.

    Jobs redden door strijd

    Massaontslagen kunnen worden bestreden. We hebben het recente voorbeeld gezien van de scheepswerf van Harland en Wolff in Noord-Ierland. Het moederbedrijf ging failliet en het personeel van de scheepswerf werd bedreigd met afdanking. Een campagne van de arbeiders en de vakbond Unite, waaronder Susan Fitzgerald, een lid van onze zusterorganisatie in Ierland, is er echter in geslaagd de scheepswerf open te houden. Deze actie omvatte een bezetting van de scheepswerf. Zonder deze militante interventie van de arbeiders zouden alle jobs verloren zijn gegaan. In plaats daarvan werden 70 jobs gered. Als dit voorbeeld op grote schaal wordt gevolgd, zouden honderdduizenden jobs kunnen worden gered.

    Vaak wordt gesuggereerd dat onder het kapitalisme bedrijven er alleen voor staan. Dat is helemaal niet het geval. De kapitalistische regeringen zijn voortdurend bezig om bedrijven te ondersteunen en hen in staat te stellen winst te maken ten koste van de belastingbetaler. Bedrijven krijgen enorme subsidies en fiscale voordelen.

    Dat gebeurt op dit moment met de Britse spoorwegen: de franchises zijn voor de duur van de lockdown opgeschort. Dit is in wezen een nationalisering van het spoorwegsysteem – maar niet om de dienstverlening te verbeteren en het personeel te beschermen. In plaats daarvan wordt dit gedaan om de private bedrijven te beschermen tegen hoge verliezen. Als er weer winst gemaakt kan worden, krijgen de bedrijven hun franchise terug.

    Dit zijn dezelfde bedrijven die consequent hebben geprobeerd om de treinbegeleiders van de treinen te houden, zodat de winsten hoger zouden liggen. De afbraak van de rechten van werkenden zal ongetwijfeld verder opgevoerd worden zodra deze bedrijven terug van start gaan. Ze verzetten zich daarbij tegen het personeel en de vakbonden die er alles aan doen om jobs en veilige dienstverlening te verdedigen.

    Permanente nationalisatie nodig

    De spoorweginfrastructuur moet opnieuw permanent in publieke handen komen, in plaats van het terug over te leveren aan het privaat winstbejag. Met de dreiging van de klimaatverandering zou betaalbaar openbaar vervoer de norm moeten worden, en dat is alleen mogelijk onder democratische controle van het personeel en de gemeenschap, waarbij het doel is om diensten te verlenen in plaats van winst te maken.

    Bovendien moeten fabrieken die worden gesloten in publieke handen worden genomen om ze te beschermen tegen jobverlies, maar ook om de overgang naar een duurzamere economie te bevorderen. De fabrieken moeten worden aangepast om het soort groene infrastructuur op te bouwen dat nodig is om af te stappen van het op fossiele brandstoffen gebaseerde systeem. Fossiele brandstofbedrijven ontvangen jaarlijks tot 4,3 miljard pond subsidies van de Britse regering. Dit geld zou in plaats daarvan moeten worden gebruikt om duizenden groene jobs te creëren.

    Ondersteuning voor kleine bedrijven

    Kleine bedrijven moeten subsidies of leningen krijgen om ze van de sluiting te redden. De regering is onder druk gezet om via technische werkloosheid enige bescherming te bieden, maar dit is bij lange na niet genoeg. Ten eerste is 80% van de lonen voor veel mensen niet genoeg om van te overleven. In plaats daarvan zouden werknemers 100% van het loon moeten ontvangen en zou het geld rechtstreeks aan de werkenden moeten worden betaald – niet aan de bazen. Bovendien zal de bestaande regeling in juni aflopen. Met zeer weinig kans dat een economisch herstel tegen die tijd serieus zal zijn begonnen, brengt dit het gevaar met zich mee dat technische werkloosheid een wachtkamer wordt voor definitieve werkloosheid voor miljoenen werkenden.

    Kleine bedrijven zoals restaurants zullen het moeilijk hebben, vooral als er nog steeds maatregelen zijn om afstand te houden. Horeca is vaak afhankelijk van een hoge bezetting om rond te komen. Als de overheid geen subsidies verleent aan kleine bedrijven, dreigen honderden faillissementen, wat vele duizenden extra jobs kost.

    Het werkloosheidsstelsel is nu al uiterst ontoereikend. Het voorziet niet in voldoende geld voor de werklozen en de arbeidsbureaus worden steeds vaker uitbesteed aan private bedrijven voor wie de dienstverlening niet belangrijk is. Er is nood aan een publiek stelsel dat voorziet in een uitkering waarmee je effectief kan leven. Dit stelsel moet toegankelijk zijn voor iedereen vanaf de eerste dag van werkloosheid, verlies van uren of andere soortgelijke veranderingen in de arbeidsomstandigheden.

    Een socialistische planeconomie

    Massale werkloosheid is niet onvermijdelijk. Er is werk genoeg te doen in de samenleving. Terwijl het kapitalisme miljoenen mensen zonder werk laat zitten, worden miljoenen anderen gedwongen te werken tot ze erbij neervallen. Socialisten staan voor het verdelen van het werk zonder loonverlies – de onmiddellijke invoering van een kortere arbeidsweek. We komen op voor massale investeringen in sociaal nuttige jobs – zoals het bouwen van sociale woningen – om de crisis te verlichten, of de overgang naar groene technologieën en energie te organiseren.

    Het chaotische kapitalisme maakt gebruik van het doembeeld van de werkloosheid om de lonen van de werkenden naar beneden te drukken en gebruikt de werklozen als een “reserveleger” van arbeidskrachten, werkenden die pas aan de slag gaan als dat winstgevend is en ondertussen als drukkingsmiddel gebruikt worden. Een socialistische samenleving, waarin de enorme monopolies die momenteel de economie domineren, in handen zijn van de gemeenschap en democratisch worden beheerd, zou een samenleving zijn waarin de plaag van de werkloosheid volledig kan worden beëindigd. Een democratisch productieplan zou de samenleving in staat stellen om het potentieel van elk individu te ontsluiten en er tegelijkertijd voor te zorgen dat de voordelen van de technologische vooruitgang en de automatisering worden gebruikt om de mensen steeds meer te bevrijden van de lasten van de arbeid – en niet om ze nog meer tot slaaf te maken. Daarom moeten we de strijd tegen afdankingen en massale werkloosheid koppelen aan de strijd om de samenleving te veranderingen op socialistische basis. Als je het ermee eens bent, waarom sluit je dan niet bij ons aan?

  • Niet hoge lonen, maar kapitalistische inhaligheid leidt tot werkloosheid

    Reactie op het pleidooi van professor Baert voor een lager minimumloon

    In De Standaard van vrijdag 2 maart 2018 pleit arbeidseconoom Stijn Baert (UGent en UA) voor een lager minimumloon, vooral voor laaggeschoolde jongeren. (1) Hij meent dat de hoge werkloosheidsgraad bij jongeren in België, vooral dan bij laaggeschoolden, te wijten is aan de hoge minimumlonen in ons land. Hij pleit dan ook voor een systeem waarbij het minimumloon verlaagd wordt naargelang een jongere een lager diploma heeft, net zoals er vandaag al een lager minimumloon bestaat voor zij die jonger zijn dan 21 jaar.

    Artikel door een ACOD-vakbondsafgevaardigde

    Door de hoge werkloosheid te koppelen aan de hoogte van de lonen maakt Baert een typische fout die al bijna zo oud is als het kapitalisme zelf. Sinds het moment dat de georganiseerde arbeidersbeweging de strijd voor hogere lonen – of een variante: kortere werktijden voor hetzelfde loon – heeft opgenomen, hebben kapitalistische economen theorieën bedacht om te argumenteren dat dit de economie zou schaden, en vaak dus juist de arbeiders zélf zou treffen.

    In 1865 hield John Weston, nota bene zélf een socialistisch militant, een redevoering voor de Algemene Vergadering van de Eerste Internationale, waarbij hij probeerde te argumenteren dat het verkeerd was dat de Internationale opriep voor stakingen en protesten om betere lonen af te dwingen. Zijn argument was, exact zoals Stijn Baert het 153 jaar later zal herhalen, dat hogere lonen ingaan tegen de mogelijkheden van kapitalisten om “vrij” tot “natuurlijke” lonen te komen. Weston beweerde, opnieuw vlekkeloos nagekauwd door Baert, dat dit zou leiden tot meer werkloosheid, of tot hogere prijzen voor consumptiegoederen (inflatie), waardoor de arbeiders er zélf de dupe van zouden worden. Voor Weston was de conclusie dat vakbonden niet mochten proberen te lonen te verhogen, Baert gebruikt datzelfde argument om de overheid op te roepen de minimumlonen te verlagen voor bepaalde groepen.

    Marx nam op de volgende bijeenkomsten van de Algemene Vergadering van de Eerste Internationale grondig de tijd om de argumenten van Weston te ontkrachten. (2) Zijn belangrijkste argument was dat Weston er totaal geen rekening mee hield dat de economie ook groeit, en dat hogere lonen voor arbeiders nieuwe investeringsmogelijkheden biedt aan kapitalisten om producten te verkopen aan die arbeiders. Bovendien staan kapitalisten met elkaar in concurrentie, en dat zélfs wanneer één kapitalist de hogere lonen zou willen doorrekenen in zijn prijzen, of door minder te produceren en arbeiders af te danken, dat anderen door hogere productie of lagere prijzen dit zullen corrigeren. Marx toonde met concrete voorbeelden uit zijn tijd aan dat dit effectief het geval is.

    Professor Baert haalt dan een gezagsargument aan om zijn stelling toch te bekrachtigen: hij stelt dat “eerder onderzoek” aantoont dat minimumlonen effectief zorgen voor meer werkloosheid. Baert vermeldt er niet bij over welk onderzoek het gaat, dus is het moeilijk om na te gaan of zijn stelling effectief klopt. Zeker, er zijn economen – vooral van neoliberale signatuur – die tot deze conclusies komen, maar er zijn er ook heel wat die het tegengestelde beweren. De befaamde Amerikaanse economen Alan Krueger en David Card toonden in 1994 al aan dat hogere minimumlonen net méér jobs opleverden (3), en ook David Neumark and William Wascher toonden dit aan met dezelfde casestudy (4). Meer recent was er de open brief van zo’n 600 vooraanstaande Amerikaanse economen, waaronder Nobelprijswinnaars zoals Thomas Schelling, Robert Solow en Joseph Stiglitz die in januari 2014 de Amerikaanse regering opriepen een hoger minimumloon in te voeren, wat zou leiden tot meer economische groei en een lagere werkloosheid. Het minste wat we dus kunnen zeggen is dat professor Baert zijn bronnen selectief kiest.

    Als laatste argument geeft Baert aan dat er “jobs” zijn die een lagere productiviteit of toegevoegde waarde hebben dan het minimumloon. Ook dit moet gerelativeerd worden: het minimumloon voor een werknemer die minstens 21 jaar oud is komt op dit moment overeen met een uurloon van 9,49 euro  per uur. België is wereldwijd één van de meest productieve landen ter wereld, per uur gewerkt loon wordt er in ons land een meerwaarde gecreëerd van gemiddeld 48,2 euro per uur (5): ons land staat daarmee op een trotse vierde plaats wereldwijd. Professor Baert zou kunnen argumenteren dat dit cijfer slechts een gemiddelde is en dat er sectoren zijn die hieronder vallen. Maar zelfs in die sector die het laagste scoort qua toegevoegde waarde, de horeca, wordt nog steeds een toegevoegde waarde van 31,1 euro per gewerkt uur behaald (6).

    Bovendien heeft een sector als de horeca net veel te winnen bij de verhoging van een minimumloon. Toen onze zusterorganisatie Socialist Alternative via haar gemeenteraadslid Kshama Sawant in Seattle er in 2014 in slaagde een minimumloon van 15 dollar per uur in te voeren op stadsniveau, werden een aantal kleine horeca-uitbaters opgevoerd als het gezicht van de oppositie tegen die maatregel. Twee jaar later moesten de meeste van die uitbaters toegeven dat hun verzet onterecht was geweest: hun zaken bloeiden en enkelen onder hen konden zelfs nieuwe restaurants openen (7). De reden was simpel: heel wat arbeiders die voordien nooit genoeg geld hadden om eens te gaan eten met hun gezin deden dat nu wel, wat tot meer omzet leidde voor de lokale horeca. Stijn Baert neemt zo’n effecten duidelijk niet mee in zijn theorie, maar gaat, opnieuw net zoals John Weston 150 jaar geleden, uit van een zeer statische visie op de economie.

    Baert heeft wél een punt als hij stelt dat hogere lonen kunnen leiden tot minder jobs en werkuren, omdat het aanzet tot automatisering van bepaalde functies. Dit is zelfs één van de belangrijkste redenen waarom België zo een hoge arbeidsproductiviteit heeft: de Belgische economie wordt immers gekenmerkt door een hoge scholingsgraad van haar arbeidsbevolking, een sterke infrastructuur en een hoge automatisering van de industrie. Dit maakt dat in bepaalde sectoren de loonkost slechts een minimaal deel is van de totale kosten van een bedrijf, dit is met name zo voor de zeer rendabele petrochemie.

    Maar moet een hogere automatisering leiden tot een hogere werkloosheid? De reden voor de hoge werkloosheid in ons land sinds de jaren ’80 is dat de arbeidsproductiviteit door automatisering niet is gevolgd door een verlaging van de arbeidstijd. De extra rijkdom die zo is gecreëerd is op die manier quasi integraal naar de zakken van de grote bedrijven gegaan: dit verklaart waarom de winsten van de grootste bedrijven jaar na jaar zo sterk toenemen. Een collectieve arbeidsduurvermindering, bijvoorbeeld door de invoering van een 30-urenweek, zou die rijkdom opnieuw eerlijker verdelen, en zou eindelijk een structurele oplossing voor de werkloosheid bieden. Trouwens: het is geen toeval dat professor Baert ook een forse tegenstander is van deze vorm van arbeidsduurvermindering…

    Als we dan toch op één punt moeten akkoord gaan met Professor Baert, is het wel dat kapitalisten altijd een manier zullen vinden om elke verworvenheid van de arbeidersklasse te mismeesteren om er hun voordeel aan te halen. Zo zagen we in Seattle na de verhoging van de minimumlonen dat bepaalde restaurants tijdelijk een “minimum wage tax” toevoegden aan de kastickets, zogezegd om de hogere lonen van hun personeel te betalen. Maar, zoals eerder gezegd, werkt zoiets maar zolang er géén enkele kapitalist in de concurrentiestrijd tóch zijn prijzen doet zakken.

    Maar het toont wel aan dat geen enkele overwinning onder het kapitalisme voor eeuwig is. Zelfs als we morgen in België een verhoogd minimumloon van 14 euro per uur zouden afdwingen, zoals de Algemene Centrale van het ABVV voorstelt (8), zullen kapitalisten elke delokalisatie, elk jobverlies en elke prijsstijging aangrijpen om het sociaal draagvlak voor zo’n maatregel te ondermijnen. Wij moeten dit echter gebruiken als een wapen: het wanhopige verzet van de kapitalisten – en hun lakeien zoals professor Baert – tegen elke verbetering van de levens -en werkomstandigheden van de meerderheid van de bevolking toont meteen de zwakte aan van dit systeem: het kapitalisme is niet in staat om op langere termijn een degelijke levensstandaard te bieden aan de meerderheid van de bevolking. Elke strijd om concrete verbeteringen is dan ook een strijd die het failliet van dit systeem aantoont, en de noodzaak van een socialistische omwenteling van de maatschappij.

    In een socialistische maatschappij worden de rijkdommen collectief beheerd in het belang van de meerderheid van de bevolking, en niet langer voor de privileges van de allerrijksten. Elke stijging van de productiviteit betekent dat we betere lonen, kortere werktijden en comfortabelere werkomstandigheden kunnen verwezenlijken. Prioritair zullen we ons richten op het veiliger en aangenamer maken van de slechtste en meest gevaarlijke jobs, die jobs die nu vaak het slechtst betaald worden. Dat is óns project voor die jongeren met de slechtste jobs, of voor diegenen die nu geen job vinden.

     

    1. Zie De Standaard van vrijdag 2 maart 2018, Opiniebijdrage Stijn Baert: “Koppel het minimumloon aan het opleidingsniveau” https://www.standaard.be/cnt/dmf20180301_03385538
    2. Zie “Loon, Prijs en Winst” van Karl Marx, terug te vinden op https://www.marxists.org/nederlands/marx-engels/1865/1865loonprijs.htm#a9
    3. Zie “Myth and Measurement: The New Economics of the Minimum Wage”, David Card & Alan Krueger, 1995, Princeton University Press
    4. « The Effect of New Jersey’s Minimum Wage Increase on Fast-Food Employment: A Re-Evaluation Using Payroll Records », David Neumark, William Wascher, NBER Working Paper No. 5224, NBER Program(s): Labor Studies
    5. http://ec.europa.eu/eurostat/statistics-explained/index.php/File:Real_labour_productivity,_2006,_2011_and_2016_YB17.png
    6. http://www.guidea.be/Portals/0/dtxArt/blok-document/bestand/b2d9bf4b-765b-4ef5-9578-f5798cf3656a.pdf
    7. Zie bijvoorbeeld https://www.forbes.com/sites/eriksherman/2017/01/07/seattle-restaurant-jobs-keep-growing-with-higher-minimum-wages-after-a-year/
    8. http://www.dewereldmorgen.be/artikel/2016/06/23/anders-en-beter-het-kan-minimumloon-van-14-euro

     

  • Volgens N-VA neemt koopkracht toe, cijfers tonen daling van reële lonen met -0,9%

    Enkel in België en Griekenland nemen de reële lonen dit jaar af, België slechtste van de Europese klas

    gooibuitenDe regering klopt zichzelf graag op de borst: er komen jobs bij en de lonen stijgen. Dat is de officiële versie van het verhaal. De realiteit ziet er anders uit.

    Dalende werkloosheid?

    Dat het aantal werklozen afneemt, klopt enkel indien de definitie van ‘werkloze’ wordt beperkt tot wie aan de voorwaarden voldoet om uitkeringsgerechtigd te zijn. Heel wat werklozen verloren hun recht op een uitkering en komen bij het OCMW terecht. Tal van werkenden zien zich onvrijwillig genoodzaakt tot deeltijdse arbeid en is eigenlijk ondertewerkgesteld.

    De VDAB moet dit erkennen als het stelt dat de daling van het aantal niet-werkende werkzoekenden in Vlaanderen toe te schrijven is aan een daling van wat ‘werkzoekenden met een uitkeringsaanvraag’ wordt genoemd, in het bijzonder door de regels inzake de inschakelingsuitkering. Tegelijk is er een stijging van het aantal oudere werkzoekenden door strengere regels inzake brugpensioen.

    Het aantal niet-werkende werkzoekenden nam in Vlaanderen op een jaar tijd met 9.159 eenheden af tot 220.920 of 7,3% van de beroepsbevolking (cijfers van de VDAB begin november).

    Op nationaal vlak werden vorig jaar (in 2015) 29.155 mensen het slachtoffer van de beperking van de inschakelingsuitkering, 15.425 werklozen werden gesanctioneerd door de RVA en 19.517 werklozen werden tijdens hun wachttijd gesanctioneerd. (cijfers sociaal-economische barometer vanh et ABVV). Het aantal mensen met een leefloon is dan ook sterk gestegen: van 99.000 in 2013 tot 115.400 in 2015.

    Meer mensen vallen dus uit de boot, het schrappen van werkloosheidsuitkeringen maakt dit erger. Het leidt enkel tot betere cijfers in de statistieken, maar daar kunnen mensen zonder werk niet van leven.

    Stijgende lonen?

    De Duitse Hans-Böckler-Stiftung kwam net deze week met een studie waaruit blijkt dat de reële lonen in de EU in 2015 gemiddeld met 1,4% stegen en voor dit jaar wordt een stijging van 1,7% voorzien. Slechts in twee landen stijgen de lonen minder snel dan de prijzen: Griekenland en België. Daar dalen de reële lonen dus. Uiteraard kan er gebruik gemaakt worden van absolute cijfers die een beperkte loonstijging aangeven, maar de reële lonen zijn wat wij uiteindelijk krijgen.

    slechtste-van-de-klas

    In 2014 stegen de Duitse lonen met 2,6% en dit jaar wordt 2,2% voorzien. In ons land echter is er een daling: de reële lonen namen in 2015 af met -0,5% en voor dit jaar wordt -0,9% voorzien. Dat is de grootste daling van de hele EU, in Griekenland wordt dit jaar -0,5% voorzien. De kracht van verandering is dat.

    Het verschil wordt onder meer verklaard door de hogere inflatie in ons land, vooral een gevolg van stijgende belastingen en taksen, en de strikte controle op de lonen. In absolute termen nemen onze lonen toe: +0,1% vorig jaar en +0,7% dit jaar. Maar de inflatie (prijsstijgingen) ligt een pak hoger. Resultaat: we verliezen aan koopkracht. Anders gezegd: de Belgische werkenden zijn er slechter aan toe dan hun collega’s in de buurlanden.

    Het reële loon in ons land ligt nog steeds onder het niveau van 2010. We gaan er dus al jaren op achteruit.  (cijfers en statistieken van de Hans-Böckler-Stiftung: https://idw-online.de/de/news?print=1&id=664245)

    De kracht van achteruitgang

    Op sociaal vlak gaan we er onder deze regering op achteruit. De prijzen stijgen een pak sneller dan onze lonen. De koopkracht van werkenden neemt af. Ondertussen worden werklozen steeds sneller naar de uitgang verwezen, waardoor het aantal leefloners fors stijgt.

    Met cijfers en statistieken probeert de regering het beleid te verdedigen, bij N-VA wordt er zelfs een heuse campagne tegenaan gegooid. De partij beweert dat de koopkracht het snelst in vijf jaar stijgt en dat het aantal jobs toeneemt. Dit blijkt niet te kloppen. De krachtige verandering is geen sociale vooruitgang maar sociale achteruitgang voor de meerderheid van de bevolking. Het zal de grote aandeelhouders van de grote bedrijven tevreden stellen, maar de meerderheid van de bevolking heeft daar niets aan.

    De propaganda van N-VA dient om het asociale karakter van het beleid te verdoezelen. Ze kan daar maar mee weg raken inzoverre er geen georganiseerd verzet tegen is. Het wordt tijd dat de vakbondsleidingen hun geaarzel en demoraliserend getreuzel laten varen om terug een krachtsverhouding op te bouwen zoals tijdens het actieplan van 2014. Liefst met een duidelijk doel: deze rechtse regering moet weg!

  • Internationaal fenomeen: “Ik wil een job en niet werken voor een uitkering”

    Verplichte gemeenschapsdienst voor werklozen, verplicht vrijwilligerswerk voor asielzoekers, langdurig zieken terug aan het werk zetten, … In verschillende landen zien we gelijkaardige maatregelen. Het Nederlandse voorbeeld van de straatveger die afgedankt werd en nadien voor zijn uitkering verplicht werd om de straten te vegen, is algemeen bekend. Maar ook elders zijn er dergelijke absurde voorbeelden. Hieronder een getuigenis vanuit Australië.

    Artikel door een werkloze socialist uit Melbourne

    “Sinds ik mijn job als verzorgende bij mensen met een beperking verloor omdat er onvoldoende middelen voor waren, kwam ik in een programma ‘Work for the Dole’ (W4D). Het betekent dat ik 25 uur per week aan onbetaalde arbeid moet doen in ruil voor een uitkering. Het komt neer op een uurloon van net 10 dollar [6,5 euro] of 7 dollar onder het nationale minimumloon.

    “Voorstanders van het programma W4D stellen dat het doel is om werklozen terug aan de slag te krijgen. De realiteit is anders. Ik ben opgeleid om te werken in een sector waar het personeel overwerkt en onderbetaald is. De vraag naar begeleiding van mensen met een beperking blijft erg groot, maar er zijn onvoldoende middelen om het nodige aantal jobs te voorzien.

    “In plaats van in de sector waarvoor ik opgeleid ben te werken, moet ik nu voor iets meer dan de helft van het minimumloon werken. Ik krijg maar ongeveer de helft van wat zelfs de regering als het minimum beschouwt en bovenop mijn werk moet ik tijd vinden om een andere job te zoeken. De tijdsdruk en het stigma dat over Work for the Dole hangt, zorgde ervoor dat eerdere deelnemers aan gelijkaardige programma’s in vergelijking met andere werklozen 12% minder kans hadden om werk te vinden.

    “In plaats van mijn frustraties te begrijpen en me te helpen om een degelijke job te vinden, omschrijven ze me als lui en een ondankbare profiteur. Ik krijg te horen dat ik de samenleving tot last ben omdat de samenleving geen nuttige rol voor me vindt. Ik moet mijn huur, rekeningen en andere kosten betalen met amper 261,7 dollar [175 euro] per week. Wie is de samenleving tot last?

    “In mijn W4D programma zijn er tien anderen met erg verschillende achtergronden, kwalificaties en werkervaringen. We zijn om verschillende redenen zonder werk gevallen, maar de belangrijkste reden is het gebrek aan jobs. De jongerenwerkloosheid in de staat Victoria staat volgens de sociale diensten van VCOSS op een crisisniveau. Maar toch worden wij verantwoordelijk geacht voor onze situatie? Naar schatting zoeken bijna 100.000 jongeren in Victoria naar werk. Het is niet uitzonderlijk dat voor tientallen of zelfs honderden jobs wordt gesolliciteerd, maar dat er geen enkele uitnodiging voor een gesprek volgt.

    “Ik moet voor minstens vijf jobs per week solliciteren. Soms is het een strijd om jobs te vinden waarvoor ik de nodige kwalificaties heb of die ik wil doen, dan begin ik maar voor alles te solliciteren. Maar het helpt niet dat duizenden anderen net hetzelfde doen.

    “Het meest frustrerende aan het programma Work for the Dole is dat ik onder het minimumloon verdien. De private ‘werkgevers’ en anderen gaan lopen met het geld dat ik in loon zou moeten ontvangen voor het werk dat ik doe.

    “Mijn private jobdienst krijgt 3.000 dollar publieke middelen om me te zeggen aan welk W4D-programma ik moet deelnemen op straffe van schorsing van mijn uitkering. Er zou ongeveer 4.000 dollar nodig zijn om de job die ik doe om te zetten in een job aan het minimumloon. Het is maar een voorbeeld van hoe publieke middelen voor de creatie van jobs voor werklozen vooral bij private bedrijven terechtkomen, bedrijven in de sector waar winst wordt gemaakt op basis van werkloosheid.

    “De echte oplossing voor de werkloosheid bestaat niet uit stelsels die de werklozen afstraffen. Het geld dat verspild wordt aan geprivatiseerde stelsels zou beter gebruikt worden om echte jobs te creëren. Alle middelen die verspild zijn aan verplichte maar nutteloze gesprekken, opleidingen en het invullen en verwerken van eindeloos lange formulieren, zouden beter aangewend worden voor sociaal nuttige jobs. Bijvoorbeeld in de sector waarvoor ik opgeleid ben: de sociale zorgsector. Gelijk wie in die sector werkt, kan getuigen dat er geen gebrek aan werk is, eerder een gebrek aan voldoende collega’s om het werk rond te krijgen.

    “In het verleden waren er sterke bewegingen van werklozen die deze benadering naar voor brachten. Socialisten stonden vooraan in deze bewegingen, zoals de Unemployed Workers Movement (UWM). Het inzetten van beschikbare arbeidskrachten voor sociaal nuttige jobs, was hoe duizenden mensen werk vonden tijdens en na de Grote Depressie. Met een wereldwijde economische crisis moeten we deze les uit het verleden trekken.

    “We kunnen niet rekenen op de gevestigde partijen om tot antwoorden voor de werkloosheid en jobonzekerheid te komen. De gevestigde politici zijn daarvoor te druk bezig met het zwartmaken van uitkeringstrekkers. We zullen zelf moeten bouwen aan een arbeidersbeweging die opkomt voor socialistische antwoorden op de werkloosheid. Dit betekent opkomen voor een massaal programma van publieke investeringen in huisvesting, onderwijs, gezondheidszorg, openbaar vervoer, … Dat zijn zaken die mensen nodig hebben en het zou meteen nuttige jobs creëren voor mensen zoals mij die zo’n job zoeken.”

  • Neen Kris Peeters, 23.000 uitgesloten werklozen geven regering geen ‘sociaal gezicht’

    Kris Peeters op een CD&V-meeting in april 2014: “Geloof ze niet als ze zeggen dat de afschaffing van de index dé oplossing is. Geloof ze niet als ze zeggen dat de beperking van de uitkeringen in de tijd de werkloosheid zal oplossen. Geloof ze niet als ze zeggen dat alles opgelost zal zijn als we de wachtuitkeringen afschaffen. Geloof ze niet. Want het enige wat die maatregelen doen, dat is mensen in de miserie duwen. Die maatregelen zorgen ervoor dat mensen mét een job toch koopkracht verliezen.” Wij houden Peeters aan zijn woorden en geloven hem vandaag inderdaad niet.

    Eerlijk gezegd hebben we wat medelijden met Kris Peeters die zich in een onmogelijke positie heeft gewrongen. In het asociale opbod van N-VA en andere liberalen kan zijn CD&V niet winnen en dus probeert de voormalige UNIZO-topman en voorganger van Karel Van Eetvelt zich op te werpen als het ‘sociale gezicht’ van de rechtse regering. Een onmogelijke opdracht waarbij Peeters telkens weer met zijn kop tegen de muur loopt.

    Eerst was er de tax shift die voor ‘evenwicht’ in het besparingsbeleid moest zorgen maar die uitdraaide op een nieuwe harde besparing en aanval op de werkenden en hun gezinnen. Deze tax shift doorprikte elke illusie dat het mogelijk is om deze regering een ‘sociaal gezicht’ toe te meten. De maatregelen dwingen de vakbonden om eensgezinder dan voorheen een ernstige mobilisatie op te starten naar wat een hete herfst kan en moet worden.

    En dan was er nu de poging van Peeters om ook eens ‘goed nieuws’ te brengen. Het aantal werklozen in ons land is gedaald, schreeuwde hij van alle daken. En dat was mee het gevolg van een begin van economisch herstel. Vrij vertaald: ‘het besparingsbeleid is hard, maar het werkt en leidt tot nieuwe groei’. Nog anders vertaald: ‘ik weet dat de maatregelen pijn doen, maar het einde van de tunnel is in zicht.’

    Er zijn verschillende methoden om het aantal werklozen te laten dalen. De meest voor de hand liggende is zorgen dat er meer werk is. Als dat niet lukt, kunnen ook de criteria aangepast worden waardoor er minder mensen officieel werkloos zijn. De uitsluiting van mensen met een inschakelingsuitkering, de vroegere wachtuitkering, bijvoorbeeld gebeurt op basis van een maatregel van de vorige regering. Die beperkte de inschakelingsuitkering in de tijd, een opstap naar een veralgemening van de beperking van uitkeringen in de tijd.

    Er waren in juni 2015 ruim 54.000 vergoede werklozen minder dan in juni 2014. In de eerste zeven maanden van dit jaar waren er gemiddeld 430.081 vergoede werklozen of ruim 28.000 minder dan in dezelfde periode vorig jaar. De voornaamste reden voor deze daling moet niet bij economisch herstel gezocht worden, maar wel bij de uitsluiting van ruim 23.000 werklozen die hun inschakelingsuitkering verloren omdat deze in de tijd beperkt werd.

    Het aantal niet-werkende werkzoekenden is op jaarbasis niet afgenomen, enkel het aantal vergoede werklozen is afgenomen. Dit betekent dat minder werkzoekenden een uitkering krijgen. Het aantal niet-werkende werkzoekenden bedroeg in juni 554.324 volgens cijfers van de RVA. Met de ruim 23.000 mensen die hun inschakelingsuitkering verloren, is er een stijging van het aantal niet-werkende werkzoekenden in vergelijking met een jaar geleden aldus het ABVV (zie persbericht). Bijna 600.000 mensen zitten zonder werk. In plaats van werk te creëren, worden de statistieken opgekuist. Dalende cijfers als gevolg van uitsluitingen en ellende voor de uitgeslotenen voorstellen als het ‘sociaal gezicht’ van de regering bevestigt enkel dat deze regering geen sociaal gezicht heeft. Werklozen dieper in de ellende duwen, is geen hoopgevend signaal van groei.

    Het is cynisch dat minister Kris Peeters deze cijfers vandaag gebruikt om te zeggen dat het besparingsbeleid werkt. “Deze daling is een hoopgevend signaal dat we niet alleen in de cijfers, maar ook in de realiteit de crisis stilaan achter ons laten”, verklaarde hij. Misschien moet het ‘sociaal gezicht’ van de regering van rijken dat eens uitleggen aan de 23.000 mensen die hun inschakelingsuitkering verloren? Of aan de bijna 50.000 jongeren die afhankelijk zijn van een leefloon? Of aan het groeiend aantal werkzoekenden dat gesanctioneerd wordt door de strengere regels inzake beschikbaarheid? In 2014 waren er meer dan 50.000 werkzoekenden die op die manier hun uitkering verloren.

    De wanhopige communicatie van Peeters en co zal het groeiende ongenoegen onder brede lagen van de bevolking niet stoppen. Een ernstige mobilisatie naar de grote betoging van 7 oktober, liefst voorafgegaan door militantenbijeenkomsten om de mobilisatie en informatiecampagne voor te bereiden, kan het begin vormen van een nieuw actieplan waarmee de vakbonden ook andere groepen in de samenleving meetrekken. Dit actieplan moet gericht zijn op de val van deze regering van rijken en van het volledige besparingsbeleid. Dat zou pas een hoopgevend signaal zijn voor de honderdduizenden werkenden die hun levensstandaard zien dalen of de tienduizenden werklozen die hun uitkering verliezen.

  • Werklozen: tussen criminalisering en uitsluiting, de regering pakt de zwaksten eerst aan

    De massale werkloosheid is ondertussen al meer dan 40 jaar structureel onderdeel van de kapitalistische samenleving. Het lijkt surrealistisch als we terugkijken naar pakweg 1964, toen de werkloosheidsgraad in ons land 2,2% bedroeg. Er waren toen amper 55.000 werklozen! (1) In plaats van collectieve oplossingen aan te bieden, komen de gevestigde politici en media niet verder dan de werklozen zelf individueel verantwoordelijk te stellen voor hun lot. Werklozen behoren tot de meest gecontroleerde mensen van het land. Staatssecretaris van Fraudebestrijding Bart Tommelein (Open Vld) wil er nog een schepje bovenop doen met onaangekondigde huiscontroles.

    Een dossier door Nicolas Croes uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Een individuele verantwoordelijkheid?

    De regering wil de verplichting om een werkloze te verwittigen van een huiscontrole afschaffen. Die verplichting werd in 2000 ingevoerd onder druk van sociaal protest, het was een sociale verworvenheid die uiteindelijk slechts 15 jaar stand gehouden heeft. En dat is niet alles. Toen Tommelein zijn plan voor strijd tegen sociale fraude voorstelde, had hij het ook over een centraal contactpunt waar mogelijke fraude kan gemeld worden, kwestie van verklikking aan te moedigen. Komt daar nog bij dat de facturen van gas, elektriciteit en water zouden gecontroleerd worden om zeker te zijn dat werklozen geen domiciliefraude plegen. De gegevens hiervoor zouden door de energie- en waterleveranciers “systematisch en anoniem” aan de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid doorgespeeld worden. Tommelein wil de inkomsten uit de strijd tegen sociale fraude verdubbelen, van 50 tot 110 miljoen euro.

    Deze maatregelen komen bovenop een hele reeks andere die werklozen stigmatiseren en steeds weer voorstellen als profiteurs, tweederangsburgers en verantwoordelijken voor alles wat fout loopt op economisch vlak. De regering wil nog verder gaan, in het regeerakkoord stond immers het idee van een verplichte gemeenschapsdienst voor langdurig werklozen. Dat is een invoering van een vorm van dwangarbeid. Als er hiervoor werk genoeg is, waarom krijgen die langdurig werklozen dan geen echt contract en een echt loon?

    De cijfers tonen een ander beeld van werklozen. Volgens de RVA waren er in 2014 219.576 Vlaamse werklozen tegenover 50.551 openstaande vacatures. In Wallonië waren er 237.276 werkzoekenden voor 3.755 vacatures en in Brussel 107.749 werkzoekenden voor 4.300 vacatures. Alles samen waren er dus 564.601 werkzoekenden (zonder rekening te houden met mensen die hun uitkering verloren) voor 58.606 openstaande vacatures (2). In sommige regio’s zijn er voor elke vacature tientallen werkzoekenden. Het steeds terugkerende cliché dat ‘wie wil gemakkelijk werk vindt’, stemt dus niet overeen met de realiteit. De verantwoordelijkheid voor de werkloosheid op de werklozen afschuiven, is absurd.

    cijfers

    “Wie niets te verbergen heeft, moet niets vrezen” (Joseph Goebbels)

    In een televisiedebat over de onaangekondigde huiscontroles bij werklozen verklaarde Denis Ducarme, fractieleider van de MR in de Kamer: “een werkzoekende die niet fraudeert, hoeft niets te vrezen.” Wellicht beseffen die neoliberalen niet eens zelf welke logica ze verdedigen. Onbewust herhaalde de MR-topman een uitspraak van Joseph Goebbels, de minister van Propaganda en Volksvoorlichting in het nazistische Derde Rijk. De naam van Goebbels blijft tot op vandaag vooral verbonden met het gebruik van moderne technieken van massamanipulatie.

    Voor Yves Martens, de coördinator van het Collectif Solidarité Contre L’Exclusion en lid van het platform Stop de jacht op de werklozen, “zijn de werklozen al de meest gecontroleerde mensen in dit land (…) De werklozen worden steeds geacht schuldig te zijn, terwijl zelfs bij criminelen een vermoeden van onschuld geldt. (…) Werklozen worden steeds meer gecriminaliseerd en dat is onaanvaardbaar.” De krant La Libre vroeg op 8 mei aan verschillende onderzoeksrechters of ze een huiszoekingsbevel zouden geven indien een werkloze de deur niet opent voor controleurs. De onderzoeksrechters zijn volgens de krant “meer dan terughoudend, sommigen aarzelen niet om te stellen dat de uitvoerende macht het gerecht misbruikt om haar politiek te legitimiseren.”

    De Liga voor de Mensenrechten protesteerde stellig tegen de toelating om gegevens van energiebedrijven te gebruiken als controlemiddel. De Liga had het over “een bijkomende, nooit geziene en bijzonder gevaarlijke stap in de inmenging van de autoriteiten in het privéleven van burgers.” De onaangekondigde huiscontroles werden omschreven als een “onrechtvaardige en stigmatiserende” maatregel die “in het bijzonder ingaat tegen het privéleven van werkzoekenden” waarbij de maatregel niet opweegt tegen het beoogde doel. De Liga voor de Mensenrechten besloot steun te geven aan een burgerinitiatief dat de controleurs wijst op de onschendbaarheid van de woning die voorzien is door artikel 15 van de Grondwet. De Liga vraagt om een affiche aan de deur of het raam te hangen uit solidariteit met uitkeringstrekkers.

    Sociale en fiscale fraude

    Net zoals LSP eisen ook de Liga voor de Mensenrechten en het Collectif Solidarité contre l’Exclusion de afschaffing van het onderscheid tussen samenwonende en alleenstaande werklozen. Het statuut van samenwonende werklozen moet weg om het recht op een uitkering te individualiseren. Zoals Yves Martens stelt: “Beeld je in dat je verzekeraar je na een auto-ongeluk zegt dat er minder terugbetaald wordt omdat je samenwonend bent? Dat zou je toch niet aanvaarden! Hetzelfde geldt voor de werkloosheidsverzekering. Iedereen draagt daar ten volle aan bij. Het recht moet dan ook hetzelfde zijn voor iedereen. Er moet een individualisering van het recht komen. Als dit gebeurt, verdwijnt de zogenaamde domiciliefraude overigens vanzelf.” Daarbij moet nog opgemerkt worden dat domiciliefraude in veel gevallen een kwestie van overlevingsstrategie is in een poging om een duidelijke discriminatie in de wet te omzeilen.

    Alle sociale uitkeringen (niet alleen de werkloosheidsuitkeringen, maar die van het OCMW, uitkeringen als gevolg van ziekte of invaliditeit, …) optrekken tot de armoedegrens van 900 euro per maand zou de overheid tussen 5 en 8 miljard euro kosten. Dat stond alleszins in een advies van het Rekenhof in 2012. Yves Martens verwijst naar dit cijfer en vergelijkt het met de fiscale fraude in ons land: “Er is een studie van de ULB waarin de opbrengst van een betere vervolging van fiscale fraude op 20 miljard euro wordt geschat.” Even ter herinnering: de voorgestelde maatregelen van Tommelein in het kader van het plan van strijd tegen sociale fraude beoogt een opbrengst van 110 miljoen euro…

    Over de opbrengst van de strijd tegen sociale fraude in 2011, bevestigde Jean-Claude Heirman van de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD): “De opgehaalde miljoenen hebben betrekking op flagrante fraude, zoals die van georganiseerde bendes die illegale vreemdelingen in de bouw tewerkstellen of van bedrijven die valse C4-documenten verkopen.” De inbreuken door werklozen vertegenwoordigen slechts een marginaal aandeel.

    Marc Goblet, de algemeen secretaris van het ABVV, stelde over de nieuwe maatregelen tegen ‘sociale fraude’: “De regering richt zich op de sociale fraude en de zwaksten, maar ze toont geen zelfde vastberadenheid in de strijd tegen fiscale fraude.” Hij klaagt aan dat maatregelen als de Kaaimantaks of de doorkijktaks, maatregelen om belastingontduiking door juridische constructies in het buitenland op te zetten, verre van doeltreffend zijn. “Van de 57 miljard euro die volgens de Nationale Bank en de FOD Financiën beschikbaar is in fiscale paradijzen [buiten Zwitserland, Luxemburg en de VS], hoopt de regering 460 miljoen euro belastingen te recupereren. En ik hoor de fiscale experts al zeggen dat het zal volstaan om de structuur van de offshore vennootschappen te wijzen om niets te moeten betalen.” De kwestie van domicilie wordt niet in alle gevallen even ernstig genomen…

    Het recente SwissLeaks-schandaal alleen al wees op 3.000 Belgische belastingbetalers die van het stelsel van fiscale fraude van de bank HSBC gebruikmaakten. Het ging in dit geval om ongeveer 6 miljard euro (zie eerdere edities van deze krant). Twee jaar geleden bezorgde OffshoreLeaks een document aan de Speciale Belastinginspectie (een dienst die de Vlaamse liberalen in 2003 wilden afschaffen) met 200 namen van Belgen die bedrijven in de fiscale paradijzen bezitten. LuxLeaks maakte duidelijk dat 26 van de rijkste families in België gebruikmaakten van fiscaal erg gunstige maatregelen in Luxemburg om geen belastingen in België te moeten betalen. De bedragen waarvan sprake zijn bijzonder hoog, maar toch gaat alle aandacht uit naar de werklozen en hun vermeende ‘sociale fraude’. Zoals Malcolm X destijds al opmerkte: “Als je niet oplet, laat de media je de onderdrukten haten en de onderdrukkers aanbidden.”

    Ten slotte nog dit: de fiscale fraude levert geen enkele bijdrage aan de reële economie. Deze middelen vergroten enkel de speculatieve zeepbellen op de beurzen, slapen op buitenlandse bankrekeningen in belastingparadijzen of worden gebruikt om te speculeren op overheidsschulden. Dat is toch wat anders dan die zogenaamde ‘sociale fraude’ door armen die het hoofd boven water proberen te houden…

    Jagen op werklozen

    De jacht op de werklozen is al meer dan tien jaar aan de gang. Het begon met maatregelen om de werklozen te activeren. Sinds enkele jaren pleiten zowel het Verbond van Belgische Ondernemingen, het IMF, de OESO en de EU voor een hervorming van de arbeidsmarkt. Ze willen de automatische indexering van de lonen herzien en de werkloosheidsuitkering in de tijd beperken. Tegelijk willen ze het bedrag van de uitkeringen naar beneden herzien en meer sancties voorzien indien onvoldoende naar werk wordt gezocht. De lonen worden al op verschillende manieren aangepakt (loonstop, manipulatie van de indexkorf, indexsprong, …). Hierdoor wordt de aandacht nu vooral op de uitkeringen gevestigd. De verschillende opeenvolgende regeringen namen de voorbije jaren maatregelen tegen de werklozen.

    In 2004 kwam de regering-Verhofstadt-Onkelinx met het het plan van “verhoogde controle van de beschikbaarheid van werklozen”. Bij de tiende verjaardag van die maatregel maakte het Collectif Solidarité Contre l’Exclusion een bilan op: bijna 800.000 sancties tussen 2004 en 2012 (het laatste jaar waarvoor cijfers beschikbaar waren op het ogenblik dat hun dossier gepubliceerd werd)! (3) Vorig jaar alleen waren er meer dan 62.000 sancties voor werklozen. Daar komt ook nog de uitsluiting van de zogenaamde inschakelingsuitkeringen bij. De vorige regering onder Di Rupo besloot om die uitkering in de tijd te beperken, de regering-Michel scherpte de maatregel nog aan. In de eerste vier maanden van dit jaar verloren 21.351 mensen hierdoor hun uitkering. De sector van activiteiten gericht op werkzoekenden kent een gigantische groei, er ontstaat stilaan een echte markt voor het arbeidsmarktbeleid.

    Sinds midden jaren 1970 wordt het werkgelegenheidsbeleid bepaald door de loonmatiging. Het principe hiervoor werd in 1974 door de Duitse sociaaldemocratische kanselier Helmut Schmidt als volgt omschreven: “De winsten van vandaag zijn de investeringen van morgen en de werkgelegenheid van overmorgen.” Vanuit de idee dat de winsten moesten stijgen om investeringen en vervolgens werkgelegenheid tot stand te brengen, werd alles in het werk gesteld om de lonen naar beneden te halen zodat meer winsten geboekt werden. Het aandeel van de lonen in de totale geproduceerde rijkdom gedurende een jaar in een bepaald land, het Bruto Binnenlands Product, daalde jaar na jaar terwijl het aandeel van het kapitaal toenam.

    De maatregelen tegen de werklozen moeten in dat kader gezien worden. Jonge werklozen die in armoede en onzekerheid leven en langs alle kanten gecontroleerd worden, zullen gelijk welke job aanvaarden. Het zet aan tot een algemene neerwaartse druk van lonen en arbeidsvoorwaarden. Het doet de winsten van de werkgevers en aandeelhouders stijgen. Maar zoals we ondertussen weten, leidt dit niet tot investeringen en werkgelegenheid.

    [divider]

    Reserveleger voor het kapitaal

    Het bestaan van een grote groep werklozen die gelijk welke job aanvaarden, is niet nieuw. In ‘Het Kapitaal’ beschrijft Karl Marx het concept van een reserveleger voor het kapitaal. Moderne economen hebben het over NAIRU (Non Accelerating Inflation Rate of Unemployment): de noodzaak om een ‘natuurlijk’ werkloosheidsniveau aan te houden om de inflatie te bestrijden en indirect ook de financiële belangen en de winsten te beschermen. In België zou die werkloosheidsgraad ongeveer 13% bedragen.

    In 2009 kwam het Planbureau met ‘Economische perspectieven 2007-2012’. Daarin stond onder meer een analyse van de ‘sociale spanningen’ over de lonen aan het begin van de eeuw toen er sprake was van de informaticaboom. Volgens het Planbureau was de werkloosheidsgraad toen te laag waardoor er strijd voor hogere lonen ontstond (4).

    De oude strijd voor de verdeling van de geproduceerde rijkdom tussen arbeid en kapitaal blijft bijzonder actueel. De werklozen, hun aantal en de druk die ze zetten op de arbeidsvoorwaarden en lonen van alle werkenden, zijn onderdeel van die strijd.

    [divider]

    Het verzet organiseren

    In België zijn ongeveer 85% van de werklozen lid van een van de drie grote vakbonden. Sinds ongeveer 20 jaar zijn werklozen goed voor 15% tot 20% van de leden van ACLVB, ACV en ABVV. (5). Deze hoge syndicalisatiegraad onder werklozen is verbonden met het feit dat de vakbonden de werkloosheidsuitkering betalen. Dat wordt uiteraard betwist door de N-VA en Bart De Wever die ook via deze weg het gewicht van de vakbonden willen verminderen.

    De banden tussen vakbonden en werklozen in België is ongezien en komt voort uit onze sociale geschiedenis en die van de opbouw van onze sociale zekerheid. Het duurde tot midden jaren 1970 vooraleer werklozencomités werden opgezet, eerst buiten en nadien in de vakbonden (er bestonden in andere periodes ook werklozengroepen). Begin jaren 1980 kwamen er in het ACV en vervolgens ook in het ABVV structuren voor de werkloze leden. In het ACLVB is dit nog niet het geval. (6).

    Tot op vandaag wordt weinig aandacht gegeven aan de verdediging van de werkloosheidsuitkeringen. Dat is nochtans een cruciaal onderdeel van onze sociale zekerheid. Er was geen massale strijd tegen de jacht op de werklozen die in 2004 werd geopend of tegen de beperking van de zogenaamde inschakelingsuitkering in de tijd vanaf 2012. Tijdens het ambitieuze actieplan in het najaar van 2014 werd de intrekking van die maatregelen niet expliciet opgenomen in de eisen van het gemeenschappelijk vakbondsfront. Maar toch sloten heel wat werklozen aan bij de strijd tegen de rechtse regering. Er waren ook specifieke acties, onder meer op initiatief van het netwerk Stop Artikel 63§2 (naar het artikel van de wet over de beperking van de inschakelingsuitkering in de tijd). De verdediging en uitbreiding van onze sociale zekerheid en de verdediging van onze lonen en arbeidsvoorwaarden vereisen ook een harde strijd voor het recht op degelijke werkloosheidsuitkeringen die niet in de tijd beperkt worden.

    [divider]

    Een ander samenlevingsmodel

    Als antwoord op de breed verspreide werkloosheid, moet er een verdeling van het beschikbare werk komen. Dit moet gebeuren zonder loonverlies en met een vermindering van de werkdruk.

    Gemiddeld werken we vandaag in België nog 31 uur per week. Dat is nog zonder rekening te houden met de niet gebruikte productiemogelijkheden en ook niet met de inherente verspilling die eigen is aan het systeem. Onder het kapitalisme zien we dat er enerzijds een massale werkloosheid bestaat terwijl anderzijds de werkenden geconfronteerd worden met een vaak onhoudbare werkdruk. Moesten de technologische mogelijkheden aangewend worden in het belang van de werkenden, dan zou de arbeidstijd drastisch kunnen afnemen en zouden we ook bevrijd kunnen worden van puur repetitieve taken.

    Een eis van arbeidsduurvermindering betekent een directe confrontatie tussen de arbeidersklasse, de klasse van diegenen die hun arbeidskracht verkopen voor een loon, en de kapitalistische klasse die de productiemiddelen bezit. Het gaat immers om een herverdeling van de door de arbeiders geproduceerde rijkdom. Om de werkenden te bevrijden van de vervreemding van hun werk en om tijd vrij te maken voor ontspanning, een sociaal leven en betrokkenheid bij het beheer van de samenleving, moet de eis van een collectieve arbeidsduurvermindering met bijkomende aanwervingen en zonder loonverlies ook gekoppeld worden aan het perspectief van een ander maatschappijmodel, een socialistische samenleving. Daaronder verstaan we de collectivisering van de sleutelsectoren van de economie en de grote bedrijven onder de controle en het beheer van de werkenden en de gemeenschap in het algemeen.

    Op deze manier zou werk niet langer gelijk staan met een schakel in de monsterlijke productieketen die sociale en ecologische verwoestingen aanricht, maar zou het net een belangrijke bijdrage zijn tot zelfontwikkeling en tot de uitbouw van de samenleving. Het zou op termijn kunnen leiden tot een samenleving zonder loonarbeid.

     

    [divider]

    VOETNOTEN

    1. ‘‘Des années ‘60 à nos jours’’, Marie-Claude Prévost, in Santé conjuguée – janvier 2006 – n° 35
    2. Fraude, une occasion ratée? Chronique de Philippe Walkowiak, rtbf.be, 5 mai 2015
    3. Trimestriel Ensemble pour la solidarité contre l’exclusion n°82, mars 2014
    4. Econosphère : Le NAIRU en Belgique : 13 % de chômage utile ! Le Bureau du plan veut activer les plus de 50 ans !
    5. L’organisation des chômeurs dans les syndicats, Publié dans Courrier hebdomadaire du CRISP 2006/24 (n° 1929-1930)
    6. L’organisation des chômeurs dans les syndicats, Publié dans Courrier hebdomadaire du CRISP, 2006/24 (n° 1929-1930)
  • Eerste beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd een feit. Is er echt geen alternatief?

    Artikel door Emily (Namen) uit ‘maandblad ‘De Linkse Socialist’

    rvaHet gebrek aan werkgelegenheid is een groot en structureel probleem. Het zijn echter steeds de slachtoffers die hier verantwoordelijk voor gesteld worden en sancties krijgen. Dit zien we momenteel met de uitsluiting van duizenden mensen met een inschakelingsuitkering, de vroegere wachtuitkering. Deze werkloosheidsuitkering is als eerste in de tijd beperkt. Welk alternatief kan de georganiseerde arbeidersbeweging hierop naar voor brengen?

    Massale werkloosheid: in wiens voordeel?

    Sinds 30 jaar kennen we een structurele werkloosheid. De werkgelegenheidsgraad – het percentage van iedereen op arbeidsleeftijd die effectief werk heeft – bedroeg in 2013 amper 57%. Dit maakt meteen duidelijk dat er niet genoeg jobs voor iedereen zijn. In 2013 waren er volgens de FOREM (Franstalige tegenhanger van de VDAB) 584.302 werkzoekenden in ons land. Er waren tegelijk amper 61.630 vacatures volgens de FOD Economie. Toch doet men de werklozen af als luiaards en profiteurs die zo snel mogelijk moeten gesanctioneerd worden.

    Het patronaat heeft overigens belang bij het behoud van een zekere werkloosheidsgraad. Dit levert immers een reserveleger op dat automatisch een neerwaartse druk zet op alle lonen en arbeidsvoorwaarden. “Niet tevreden over je werk? Er staan 10 anderen klaar om je plaats in te nemen.” Het patronaat wordt hierin ondersteund door de regeringen die enorme inspanningen leveren om zowel werklozen op te jagen als om een grote lageloonsector tot stand te brengen. Achter de retoriek van de zogenaamde “prioriteit voor werk” verbergt zich een campagne om de werklozen verantwoordelijk te stellen voor de werkloosheid.

    Werkloosheid of werklozen aanpakken?

    Dit is de achtergrond van verschillende maatregelen zoals de “activering” van werklozen, beter bekend onder de noemer van “jacht op de werklozen”. Deze maatregel werd in 2004 ingevoerd door de toenmalige liberaal-sociaaldemocratische coalitie. Er werden permanente en strengere controles ingevoerd om werklozen tijdelijk of definitief het recht op een uitkering te ontzeggen. Het uitgangspunt was dat werklozen kiezen voor hun situatie van sociaal isolement, psychologische druk en financiële onzekerheid.

    In 2011 deed de regering-Di Rupo er nog een schep bovenop met de beperking in de tijd van de zogenaamde inschakelingsuitkering. De vroegere wachtuitkering werd voor wie 30 jaar is tot drie jaar beperkt, met uitzondering voor samenwonende gezinshoofden. Deze maatregel zorgt vanaf 1 januari van dit jaar voor de eerste uitsluitingen, het zou volgens CEPAG, de studiedienst van het Waalse ABVV, om minstens 37.000 mensen gaan. Dat aantal zal overigens nog toenemen. Voor bepaalde werkzoekenden is er tijdelijk uitstel en bovendien zullen er jaarlijks nog nieuwe werkzoekenden bijkomen die hun uitkering verliezen. De oude industriële centra zijn de hardst getroffen regio’s. Vrouwen zijn eveneens oververtegenwoordigd in de uitsluitingen. Het netwerk ‘Stop artikel 63§2’ stelt dat het in 65% van de gevallen om vrouwen gaat. Dat is uiteraard nauw verbonden met het grote aantal vrouwen in deeltijdse jobs waar het niet mogelijk is om een recht op een volledige werkloosheidsuitkering te verwerven.

    De regering-Michel gaat op hetzelfde pad verder. Het recht op een inschakelingsuitkering zal voor min 21-jarigen enkel gelden voor wie een diploma hoger secundair onderwijs heeft behaald. Het recht zal beperkt worden tot de leeftijd van 25 jaar. Wie te lang studeert of niet genoeg heeft gestudeerd, wordt dus meteen gesanctioneerd. Deze maatregel zal zich voor 13.000 Franstalige studenten vertalen in een jaarlijks verlies van 5.104 tot 13.269 euro per persoon (volgens de vakbond CNE).

    Wie uitgesloten is, kan enkel nog bij het OCMW terecht. Het betekent dat de verantwoordelijkheid van de federale regering naar de OCMW’s en dus naar de gemeenten wordt doorgeschoven. Daar dreigt de situatie uit de hand te lopen. De uitsluitingen vanaf 1 januari zijn al goed voor een verhoging van de uitgaven voor leeflonen met 20%. In Wallonië alleen zouden ongeveer 10.000 gezinshoofden en alleenstaanden er beroep op moeten doen (cijfers van CEPAG). Voor samenwonenden is er geen leefloon. Vooraleer het OCMW een leefloon toekent, kan een onderzoek gedaan worden naar middelen van familieleden (ouders of volwassen kinderen) om steun te verlenen. Hierdoor gaan we van een stelsel van solidariteit terug naar een situatie van familiale afhankelijkheid en alles wat daarbij komt.

    Het lijkt absurd om de werklozen te viseren terwijl het tekort aan jobs net het probleem is. Maar als we weten dat deze maatregelen de heersende kapitalistische klasse goed uitkomen, weten we vanwaar de wind komt waaien. Het doel van deze jacht op de werklozen is niet zozeer ingegeven door de wil om op de overheidsuitgaven te besparen, maar wel om onze arbeidsvoorwaarden en lonen te ondermijnen waarbij tegelijk een specifieke laag van de bevolking wordt gestigmatiseerd om de aandacht van de echte problemen af te leiden. Ter illustratie: in 2012 waren de werkloosheidsuitkeringen goed voor 3% van de federale begroting, tegenover 20% die werd besteed aan de terugbetaling van publieke schulden aan speculanten (bron: CADTM).

    32-urenweek om het beschikbare werk te verdelen

    We moeten een geloofwaardig alternatief naar voor schuiven dat vertrekt van de kracht van de georganiseerde arbeidersbeweging. Op de massale werkloosheid moeten we antwoorden met een verdeling van de beschikbare arbeid en dit zonder loonverlies en met een verlaging van de werkdruk. We werken nu gemiddeld 31 uur per week en dit is dan nog zonder rekening te houden met niet benutte productiecapaciteit of verspilling die eigen is aan dit systeem. Onder het huidige systeem gaat dit evenwel gepaard met massale werkloosheid en een onhoudbare werkdruk. De technologische ontwikkelingen moeten gericht worden op de belangen van de werkenden. Dit zou toelaten om de arbeidstijd te verminderen en om het werk te ontdoen van een groot aantal repetitieve handelingen.

    Deze eis stelt de klasse van de werkenden, die hun arbeidskracht verkopen in ruil voor een loon, regelrecht tegenover de kapitalistische klasse, diegenen die de productiemiddelen bezitten. Om de werkenden daadwerkelijk te bevrijden van de vervreemding van hun arbeid, om toe te laten dat er voldoende tijd is voor ontspanning, sociaal leven en het beheer van de samenleving, moet de eis van een arbeidsduurvermindering met loonbehoud en bijkomende aanwervingen verbonden worden met het perspectief van een antikapitalistische breuk en een verandering van de samenleving in socialistische zin.

    Daarmee bedoelen we dat de sleutelsectoren van de economie en de grote bedrijven onder de democratische controle en beheer van de werkenden en de bevolking in het algemeen geplaatst worden. Hierdoor zal werk niet langer synoniem staan voor een schakel in de monsterlijke keten van sociaal en ecologisch vernietigende productie, maar zou het net een belangrijke bijdrage vormen aan de ontwikkeling van onszelf en de gemeenschap. Het zou op termijn de weg openen voor een samenleving zonder loonarbeid.

  • Duizenden werklozen verliezen uitkering terwijl helft werkenden burn-out riskeert

    Vanaf 1 januari is de inschakelingsuitkering in de tijd beperkt en verliezen tienduizenden hun werkloosheidsuitkering. De maatregel komt nog van de vorige regering onder leiding van Di Rupo. Als het van N-VA had afgehangen, dan was deze beperking in de tijd veralgemeend voor alle werklozen. Volgens de neoliberale logica zijn de werklozen zelf verantwoordelijk voor hun situatie. ‘Wie hard genoeg zoekt, die vindt wel werk’, luidt de logica. De cijfers spreken dat tegen: eind november had de VDAB naar eigen zeggen 40.414 openstaande vacatures voor 229.697 niet-werkende werkzoekenden.

    Om de werkloosheidscijfers naar beneden te halen zijn er twee methoden. Ofwel wordt werk gecreëerd ofwel worden werklozen uit de statistieken gehaald. De vorige en huidige regering gaan duidelijk voor de tweede optie. Er wordt begonnen met werklozen die een inschakelingsuitkering krijgen omdat ze nooit voldoende gewerkt hebben om recht te hebben op een volledige werkloosheidsuitkering. Hun uitkering wordt tot drie jaar beperkt. Nadien moeten ze beroep doen op het OCMW. Voor tienduizenden werklozen is dat vanaf 1 januari het geval. En dit op een ogenblik dat de OCMW’s al kreunen onder het geldgebrek.

    Nochtans bestaat er een logische oplossing. Want terwijl honderdduizenden werklozen vruchteloos naar werk zoeken, zijn er honderdduizenden anderen die zich kapot werken en de werkdruk niet aankunnen. Een onderzoek van de krant De Morgen gaf aan dat de helft van de werkende Vlamingen een gemiddeld tot zwaar risico op een burn-out loopt. Een derde van de werkenden heeft een ‘zwaar risico’ en 60% van deze groep beseft dit niet. Een tiende van de bevolking heeft dus een zware kans op een burn-out en ziet dit totaal niet aankomen. Eind november was er een onderzoek van het VRT-programma ‘Ook getest op mensen’ waaruit bleek dat 80% van de 76.000 deelnemers met stress op het werk geconfronteerd werd en een meerderheid de werkbelasting niet goed kan verdragen.

    Waarom zouden we het werk niet herverdelen waarbij er werk voor iedereen is en de werkdruk bijgevolg sterk naar beneden kan gehaald worden? Een arbeidsduurvermindering met behoud van loon en evenredige aanwervingen of zelfs een bijkomende verlaging van de werkdruk, zou het beschikbare werk verdelen en de kost van de opgedreven flexibiliteit en werkdruk niet langer op de kap van de werkenden en de gemeenschap afschuiven.

  • N-VA versus werklozen. Enkele argumenten ontkracht

    De afgelopen dagen benadrukte N-VA waar de partij eigenlijk al enkele maanden mee bezig is: het stigmatiseren van werklozen. Dat heeft bij sommigen invloed, maar als die luie profiteur van een werkloze plots een afgedankte Ford-werknemer blijkt te zijn, wordt het verhaal te concreet en dus niet interessant voor N-VA. We ontkrachten enkele argumenten van de voorbije weken.

    1. Wie zoekt die vindt? Met een goed CV vind je sowieso werk…

    Nadat De Wever uitspraken van partijgenoot Jambon over leefloners die eerst hun huis moeten verkopen moest rechtzetten, kon hij nu ook zijn eigen uitspraak nuanceren. In een interview beweerde hij dat wie een goed CV heeft sowieso werk vindt: “Ik durf te zeggen dat vandaag in Vlaanderen iemand met een goed cv hoe dan ook werk vindt, uitzondering gemaakt voor vijftigplussers.” Nadien ‘nuanceerde’ De Wever: “Nee, ik heb niet gezegd dat alle werklozen die een job willen, die ook kunnen vinden.”

    Als we de cijfers erbij nemen, wordt meteen duidelijk dat de stelling van De Wever nonsens is. In de database van VDAB staan momenteel in ons land 90.547 openstaande vacatures. In april 2014 ontving de VDAB 21.043 vacatures en over een periode van een jaar gaat het om 237.163 vacatures. (1) Daar tegenover staan in Vlaanderen alleen 224.790 niet-werkende werkzoekenden of 14.614 meer dan een jaar geleden en meer dan 40.000 daarvan zijn jongeren.(2) In heel het land zijn er volgens de RVA 359.317 niet-werkende werkzoekenden met een RVA-uitkering en 202.518 tijdelijk werklozen. Alles samen waren er in maart 2014 669.032 “vergoede werklozen” in ons land, waarvan 309.886 in Vlaanderen. 669.032 vergoede werklozen, tegenover 90.547 openstaande vacatures.(3) Zelfs een rekenwonder als Philip Muyters moet beseffen dat er daar een zekere scheeftrekking in zit.

    Volstaat een goed CV om werk te vinden? In 2013 verscheen een opmerkelijke studie van interimkantoor Adecco, niet bepaald een verdachte bron voor neoliberalen dus. Uit de studie onder 1.116 werkloze jongeren bleek dat ze gemiddeld 8,6 maanden moeten zoeken om werk te vinden. De studie gaf ook aan dat de jongeren heel actief naar werk zoeken met gemiddeld 12 sollicitaties per maand en hebben gemiddeld dus pas bij de 103de sollicitatie prijs. Maar liefst 93% verklaart gemotiveerd te zijn om te solliciteren, maar die motivatie neemt met de maanden af. Jongeren die dan toch werk vinden, moeten het overigens met minder stellen.(4) Tussen 1999 en 2009 namen de lonen in ons land gemiddeld met 3,1% toe, voor jongeren was er een daling met 1,3%.(5)

    Dat de arbeiders van Opel een goed CV hadden, zal niemand ontkennen. Toch had een kwart van hen, 646 van de 2.591 ontslagen werknemers, twee jaar na de sluiting nog geen werk.(6)

    Een goed CV en motivatie om werk te zoeken, volstaat dus niet om werk te vinden, laat staan om een degelijke job aan een leefbaar inkomen te vinden. Als uitsmijter misschien nog een verwijzing naar een tragisch nieuwsbericht van de afgelopen dagen: een 20-jarige Britse groenwerker deed 40 sollicitaties op 12 weken maar vond geen werk en besloot uit wanhoop zelfmoord te plegen.(7) Wat hebben de N-VA en andere neoliberalen daarover te zeggen?

    2. Ons land geeft dubbel zoveel uit aan werklozen dan de buurlanden

    De uitspraak van Bart De Wever in Terzake midden april dat ons land “het dubbele van de buurlanden uitgeeft aan werkloosheid” werd door de Factchecker van de VRT al ontkracht. (8) Daarin werd vastgesteld dat ons land in totaal 13,6 miljard uitgeeft aan arbeidsmarktbeleid of 3,68% van het bbp of 1,8 keer zoveel als onze buurlanden. De Wever rondde dat cijfer naar 2 af. Indien alle uitgaven voor werkloosheid (met inbegrip van activeringsmaatregelen, dienstencheques, werkingskosten, leeflonen,…) bijeen geteld worden, geeft België 4,31% van het bbp uit aan werkloosheid of 1,4 keer zoveel als het gemiddelde van de buurlanden.

    Op de website npdata.be werd opgemerkt dat in dit cijfer ook nog tewerkstellingsmaatregelen zitten en er dus verder moet gekeken worden. (9) Er wordt twee miljard euro uitgegeven aan dienstencheques en andere tewerkstellingsmaatregelen. “Wat uitkeringen aan de werklozen betreft (zonder eindeloopbaan) wordt in België in % BNP minder uitgegeven dan in Nederland en Frankrijk en het gemiddelde van de buurlanden met Duitsland erbij,” merkt npdata.be op. Ons land geeft veel uit aan maatregelen om steun te geven om werklozen aan te werven. Wellicht wil De Wever niet snoeien in die cadeautjes die aan werkgevers worden gedaan om tewerkstelling goedkoper te maken. Het activeringsbeleid terugdringen, staat evenmin in zijn agenda. Nochtans zit dat allemaal in het hoge cijfer waarover hij spreekt.

    Dus neen, ons land geeft niet meer uit aan werklozen dan de buurlanden.

    3. Zijn er eeuwigdurende werkloosheidsuitkeringen?

    Alle N-VA-kopstukken halen graag uit naar de zogenaamde ‘eeuwigdurende werkloosheidsuitkeringen’, het duurt niet lang of de hangmatretoriek wordt erbij gehaald. Ook dit werd beantwoord door de Factchecker van VRT.(10) Die merkte op dat iedere werkloze wordt gecontroleerd door de RVA, er is geen ontsnappen aan.

    De Factchecker schreef: “In nauw overleg met de studiedienst van de RVA hebben we de volgende berekening opgesteld: eerst berekenden we alle gesanctioneerden in 2013 – binnen en buiten de activeringsprocedure. Dan gingen we op zoek naar het totale aantal personen dat “sanctioneerbaar” is. Dat betekent: personen die een uitkering ontvangen en verplicht zijn te zoeken naar werk of een opleiding volgen. Personen in tijdskrediet of brugpensioen zijn bijvoorbeeld vrijgesteld van de plicht om te zoeken naar werk en worden niet in de berekening opgenomen. Hier zijn de cijfers van de RVA: vorig jaar waren er in Vlaanderen 1578 uitsluitingen binnen de procedure ‘activering van het zoekgedrag’. Daarnaast werden nog eens 1692 personen geschorst die nog geen 15 of 21 maanden werkloosheid doorlopen hadden. In totaal werden er dus 3270 mensen geschorst omwille van “werkonwilligheid”. Dit cijfer vergelijken we nu met het totaal aantal “sanctioneerbaren” in 2013. Dat getal stond op 323.741 in 2013.”

    De vaststelling is opmerkelijk: slechts 1,01% van de werklozen werd uitgesloten of geschorst wegens werkonwillig.

    Telkens weer wijst N-VA op extreme gevallen. Er wordt gewezen op het feit dat er werklozen van boven de 50 jaar zijn die een uitkering als schoolverlater krijgen met de suggestie dat ze dus nog nooit gewerkt hebben. Dat de voorwaarden om uit het systeem van schoolverlater te geraken het moeilijk maken voor pakweg deeltijds werkenden, wordt er uiteraard niet bij gezegd. In een filmpje van de West-Vlaamse afdeling – overigens niet bepaald een toonbeeld inzake acteerprestaties – worden twee werklozen opgevoerd die bijna 20 jaar werkloos zijn. Over hoeveel mensen gaat het? Het gaat over 962 Vlaamse werklozen die langer dan 20 jaar werkloos zijn (11). Dat kost de gemeenschap overigens een pak minder dan de dotaties die N-VA opstrijkt…

    4. Enkel de vakbonden hebben belang bij langdurige werkloosheid

    Siegfried Bracke schreef op zijn blog: “In de Amerikaanse journalistieke traditie moet je je altijd eerst afvragen wie betaalt en wie betaald wordt. Hier is dat dus de vakbond. Want die betaalt de werklozen uit, en krijgt daar een aardige vergoeding voor. Anders gezegd: werklozen met een langlopende uitkering, dat is voor de vakbond een zeer stabiele bron van inkomsten.” (12)

    Wij zijn er ook niet bepaald voorstander van dat de vakbonden taken van de overheid uitoefenen en zo door veel werklozen worden gezien als één van de werkloosheidsinstellingen naast RVA en VDAB. Maar de suggestie dat de vakbonden rijk worden door werkloosheidsuitkeringen uit te betalen, is totaal onjuist. NPdata.be merkt op: “België geeft de helft minder uit aan werkingskosten dan Nederland en 70% minder dan Duitsland, terwijl hun ‘productie’ een goed stuk hoger ligt. België besteedt dus maximaal aan arbeidsmarktondersteuning werklozen met een zeer lage administratieve kost.” (13)

    5. De uitkering afnemen zet aan tot werk zoeken

    Het beperken van de werkloosheidsuitkering in de tijd zou aanzetten tot het zoeken en vinden van werk. Dat mantra wordt telkens opnieuw herhaald door N-VA en andere neoliberalen. Ze doen dat evenwel zonder cijfers te geven. ‘Show me the statistics’, mijnheer De Wever!

    In de VS is er studiewerk verricht naar de 1,3 miljoen langdurig werklozen die hun uitkering verloren als gevolg van een beslissing van het parlement. In de staat Illinois ging het om 74.000 mensen die in december 2013 hun uitkering verloren. In januari waren 64.000 van hen nog steeds werkloos, in februari 61.300. Minder dan 20% van de geschorste werklozen vond werk. Bovendien nam het totaal aantal werklozen in deze periode toe als gevolg van de economische crisis.(14) Een Amerikaans overheidsrapport uit 2012 stelde vast dat werklozen die hun uitkering verliezen vooral in armoede terecht komen: een derde doet beroep op andere overheidsprogramma’s en 90% doet beroep op familie of spaargeld. (15) De terugkeer van liefdadigheid en voedselbanken is hierbij een realiteit. Momenteel doen 20% van de Amerikaanse gezinnen beroep op voedselbonnen. De kracht van de vooruitgang?

    Conclusie

    N-VA zet mensen bewust op tegen werklozen en uitkeringstrekkers. Dat is een voorbereiding op het harde besparingsprogramma dat de partij wil voeren. Om dat programma te rechtvaardigen worden nu voorbeelden gebruikt die amper iets met de realiteit te maken hebben of cijfers die gewoon niet kloppen. De besparingen zullen echter niet alleen de 962 Vlaamse werklozen die al langer dan 20 jaar werkloos zijn treffen. Het zal duizenden werklozen en andere uitkeringstrekkers treffen, de partij wil immers een derde van de middelen voor werkloosheidsuitkeringen schrappen. Ook inzake brugpensioenen, tijdskrediet en andere sociale verworvenheden wordt een aanval voorbereid. En ook onze lonen moeten eraan geloven met een indexsprong. Eengemaakt verzet hiertegen is nodig!

    [divider]

    NOTEN
    (1) http://www.vdab.be/trends/berichten/werkaanbodbericht_april_2014.pdf
    (2) http://www.vdab.be/trends/berichten/Werkloosheidsbericht_april_2014.pdf
    (3) http://www.rva.be/frames/frameset.aspx?Path=D_stat/&Items=1&Language=NL
    (4) http://www.adecco.be/nl-be/nieuws/adecco-lanceert-way-to-work-om-jongeren-aan-te-moedigen-en-concreet-te-helpen.aspx
    (5) http://www.hln.be/hln/nl/3424/Economische-crisis/article/detail/1356663/2011/12/01/Belg-verdient-gemiddeld-3-027-euro-bruto.dhtml
    (6) http://www.gva.be/nieuws/economie/aid1332620/kwart-van-ex-werknemers-opel-antwerpen-nog-steeds-zonder-job.aspx
    (7) http://www.mirror.co.uk/news/uk-news/tragic-youngster-killed-himself-because-3576403
    (8) http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/VK14/1.1940564
    (9) http://npdata.be/BuG/225-Werkloosheidsbedrog-De-Wever/Werkloosheidsbedrog-De-Wever.htm
    (10) http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/VK14/Fact%2BCheck/2.32776?eid=1.1927708
    (11) http://www.standaard.be/cnt/dmf20120407_021
    (12) http://www.siegfriedbracke.be/index.php/leve-de-vakbond/
    (13) http://npdata.be/BuG/225-Werkloosheidsbedrog-De-Wever/Werkloosheidsbedrog-De-Wever.htm
    (14) http://thinkprogress.org/economy/2014/05/20/3439561/long-term-unemployment-jobs-illinois/
    (15) http://www.gao.gov/assets/590/588680.pdf

  • Verdedig iedere job! Voor degelijke jobs met echte contracten en echte lonen!

    door Karim Brikci, 2e plaats op de Kamerlijst van Gauches Communes in Brussel

    werkElke dag verdwijnen duizenden jobs. Op amper vier jaar tijd verdwenen meer dan 100.000 jobs in ons land. Met de crisis wordt het vinden van werk een zwaar hindernissenparkoers, een job met een stabiel contract en een degelijk loon is stilaan een mirakel  geworden.

    In de openbare diensten zijn er steeds minder middelen waardoor jobs verdwijnen of afgebouwd worden. Het resultaat is dat de kwaliteit van de dienstverlening vermindert en dat de druk op het overheidspersoneel steeds groter wordt. In de private sector stapelen de afdankingen zich op. Na de sluiting van Ford, Duferco, ArcelorMittal en andere waren er ook herstructureringen bij Caterpillar, NMLK, Heinz,… Bedrijven willen zo hun winsten maximaliseren.

    Onder het mom van het stimuleren van tewerkstelling, hebben de regeringen de afgelopen jaren steeds nieuwe onzekere contracten gecreëerd waarbij de overheid een deel van het loon betaalt en de private bedrijven meer winsten kunnen boeken. Momenteel is een op de drie jobs gesubsidieerd! Dit maakt de voorwaarden om aangeworven te worden moeilijker. Vaak wordt geëist dat aan de voorwaarden voor bijvoorbeeld Activa wordt voldaan. Bovendien gaat het vaak om slecht betaalde jobs en onzekere statuten. Het perspectief van een vast contract – wat steeds minder voorkomt – wordt als wortel voorgehouden om de werkenden onder de knoet te houden. Zodra een werknemer niet meer aan de voorwaarden voor subsidies voldoet, wordt die vervangen door iemand die wel voldoet. Tegelijk wordt de werkdruk steeds verder opgevoerd.

    In plaats van minicontracten die door de overheid betaald worden, hebben we nood aan echte jobs met statutaire contracten in de openbare diensten. In plaats van elkaar te beconcurreren in de strijd voor de weinige jobs, moeten we het beschikbare werk verdelen door een collectieve arbeidsduurvermindering zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen. Op deze manier is een volledige tewerkstelling mogelijk. Begin 2013 gaf een peiling van La Libre aan dat 43% van de Belgen (en 52% van de Brusselaars) voorstander was van de nationalisatie van bedrijven die dreigen te sluiten.

    Neen aan de creatie van een grote lageloonsector!

    De regering-Di Rupo heeft de lonen aangepakt met een algemene loonstop terwijl de levensduurte maar blijft stijgen. Met een omweg werd zelfs een indexsprong doorgevoerd via een tijdelijke BTW-verlaging op energie. Wij vinden dat de index volledig hersteld moet worden en dat de afbraak van onze sociale verworvenheden moet stoppen.

    Tegelijk worden de sociale uitkeringen en pensioenen aangepakt. Duizenden uitkeringstrekkers worden tot armoede veroordeeld, dat is onder meer het geval bij een vijfde van de gepensioneerden. Duizenden werklozen worden geschorst en meer dan 55.000 werklozen (waarvan 64% vrouwen) dreigen vanaf 1 januari volgend jaar hun inschakelingsuitkering, de vroegere wachtuitkering, te verliezen.

    Laat het duidelijk zijn, hiermee worden alle werkenden en hun gezinnen aangevallen. Door mensen ertoe te dwingen om gelijk welke job aan gelijk welke voorwaarden te aanvaarden en door de lonen te bevriezen terwijl de kosten blijven stijgen, wil de regering de lageloonsector fors uitbreiden. Dat is de essentie van het Duitse model. Als we ons verzetten tegen de aanvallen op de werklozen, is dat onderdeel van een algemeen verzet tegen het opdringen van steeds lagere lonen die ook werkenden tot armoede veroordelen.

    Alle gevestigde partijen zijn voorstander van een concurrentieschok. Na de verkiezingen zullen er ongetwijfeld heel wat asociale maatregelen volgen. Wij plaatsen daartegenover de noodzaak van een solidariteitsschok die de werkenden, met of zonder werk, kan verenigen. Naast een herverdeling van het beschikbare werk komen we op voor een minimumloon van 15 euro bruto per uur, een minimumpensioen van 1.500 euro per maand en een minimale werkloosheidsuitkering van 1.200 euro per maand. Alle uitkeringen moeten individuele rechten zijn, onbeperkt in de tijd en de bedragen moeten welvaartvast zijn. De kinderbijslag moet de reële kosten van de opvoeding van kinderen dekken.

    Om een dergelijk programma te realiseren, moeten we een krachtsverhouding uitbouwen met een oplopend actieplan waarbij we ook het wapen van de algemene staking inzetten. We moeten bouwen aan een verenigd front van verzet tegen het besparingsbeleid om werkenden, syndicalisten, militanten en linkse organisaties te verenigen.

    [divider]

    Structureel gebrek aan werkgelegenheid in Brussel

    In juli bedroeg de werkloosheidsgraad 20,4% in het gewest. Deze bleef de laatste twee jaar stabiel, net zoals de jongerenwerkloosheidsgraad van 31,2%. Dat de werkloosheidsgraad nu stabiliseert nadat ze door de crisis een aantal jaren gestegen was, toont aan dat er een catastrofaal gebrek is aan werk en dat elk nieuw jobverlies de structurele werkloosheid – die al enorm was – enkel nog verder consolideert. Toen Picqué in 1989 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan de macht kwam, bedroeg de werkloosheidsgraad ‘nog maar’ 12,4%.

    De massale werkloosheid in Brussel bestaat vooral uit niet- of laaggeschoolde arbeiders, waaronder vooral jongeren. Dat is het onvermijdelijke gevolg van de desindustrialisering, waarbij het jobverlies niet werd opgevangen door een andere sector. Er is een onevenwicht tussen de laaggeschoolde arbeidskrachten en de werkgelegenheid in Brussel want de zowat 714.000 jobs in de regio situeren zich voornamelijk in de diensten, de openbare diensten en de financiële vastgoedsector. Jobs waarvoor met andere woorden een diploma hoger onderwijs of meertaligheid vereist is. Bijgevolg klopt het argument niet dat de zowat 350.000 pendelaars de jobs van Brusselaars innemen: de kern van het probleem is het kolossaal gebrek aan werk.

    De sector van de lokale en regionale besturen in Brussel telde in 2010 48.966 agenten voor 42.227 VTE’s (voltijdse equivalenten). Vandaag zijn nog slechts 40% van de agenten vastbenoemd, tegenover 58% in 1995. Het overwicht aan contractuelen is heel duidelijk bij het personeel van de gemeenten en OCMW’s, de grootste werkgever van Brussel met meer dan 27.000 werkenden. Bij de OCMW’s gaat het over bijna 80%. De politiezones zijn de uitzondering met bijna 95% vastbenoemden.

    De gemiddelde jaarlijkse groei van de uitgaven voor personeel per inwoner in de gemeenten bedroeg in de laatste legislatuur 1,8% en zat daarmee dus onder de gemiddelde inflatie van 2,4% in diezelfde periode. Van 2005 tot 2011 steeg het aantal VTE’s van 14.577,33 naar 15.056,34, wat absoluut niet beantwoordt aan de groeiende behoefte door de demografische groei. Sint-Gillis is de enige gemeente die al vóór de verkiezingen van 2012 begonnen was met beduidende besparingen, waarbij het aantal jobs daalde van 675 VTE’s in 2009 naar 647 in 2011. In het Brussels Gewest zijn 69% van de gemeentelijke arbeiders in het gewest zelf gedomicilieerd en in Sint-Gillis loopt dat aantal zelfs op tot 77%. Slechts 29% van hen zijn vastbenoemd (en in Sint-Gillis amper 17%).

    De precaire jobsituatie heeft zware gevolgen voor de levensomstandigheden van jongeren. In de wijken van de arme Brusselse Halve Maan bedraagt de jongerenwerkloosheid minstens 45%. In Kuregem en Molenbeek loopt dit zelfs op tot meer dan 50%. Zwartwerk en precaire jobs (interims, tijdelijke jobs, dienstencheques, gesco’s,…) zijn het enige perspectief voor jongeren, waardoor het natuurlijk moeilijk is om zich klaar te stomen voor de toekomst. De afgelopen twee jaar is de situatie nog verergerd met de degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen en de beperking van de wachtvergoeding, waardoor armoede en sociale uitsluiting nog verder toegenomen zijn. Op termijn riskeren hierdoor alleen al in Brussel meer dan 50.000 mensen en hun families in armoede en sociale uitsluiting terecht te komen.

    In mei 2013 telden de OCMW’s in heel België om en bij de 150.000 mensen die hulp van hen ontvangen, wat een record is. In Brussel gaat het over 32.000 mensen, 5% van de 18- tot 64-jarigen en 14% meer dan in 2008. Dat is drie keer meer dan in de rest van het land en in de arme halve maan is het zelfs vijf keer meer. De samenstelling van mensen die bij het OCMW komen aankoppen, verandert en toont de precaire situatie van de samenleving: meer en meer zijn jongeren betrokken – een derde van degenen die een leefloon krijgen, is jonger dan 25 jaar – en vrouwen vormen de meerderheid, vooral alleenstaande moeders.

    [divider]

    11 mei. Mars tegen de jacht op de werklozen

    Het Brusselse Netwerk van Werklozengroepen organiseert een betoging tegen de maatregelen die de werklozen aanpakken: uitsluitingen, sancties, verlagingen van uitkeringen en beperking van de uitkeringen in de tijd.

    Na de nationale acties van 10 maart moet de strijd tegen de geplande tegenhervormingen verdergaan. We kunnen enkel op onze eigen krachten rekenen om de jacht op de werklozen te stoppen.

    Afspraak: 11 mei om 14u aan het Zuidstation in Brussel langs de kant van de Fonsnylaan voor het gebouw van de RVA/ONEM.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop