Tag: vrouwen

  • Video. Meeting: waarom elke crisis vrouwen 2x harder treft

    Op maandag 1 juni hield LSP een online meeting. ‘Waarom treft elke crisis vrouwen 2x harder’ was de titel van de meeting. Er werd gestart met een internationale spreker: Ruth Coppinger uit Ierland. Vervolgens waren er verschillende korte tussenkomsten door activisten. Anja Deschoemacker sloot de meeting af, waarna nog enkele strijdliederen werden gebracht. Hieronder kan je deze meeting herbekijken.

  • Online meeting op 1 juni: ‘Waarom treft elke crisis vrouwen 2x harder’

     

    TIME TO ORGANISE, PREPARE TO FIGHT ?

    Online meeting. Welkom vanaf 19u45 op 1 juni voor het begin van de stream. De meeting start om 20u.
    LIVESTREAM via https://www.youtube.com/user/socialismebe  en https://www.facebook.com/events/3580944188587500/

    We horen nu elke dag op het nieuws over wat er bij mensen thuis gebeurt. Dat gaat van TikTok video’s die mensen naar de media sturen tot problemen thuis, wat voor de lockdown amper een onderwerp in de media was.

    Vrouwen zitten opgesloten, soms in krappe ruimtes, waarbij ze vaak moeten jongleren tussen telewerken, het bezighouden van de kinderen en andere huishoudelijke taken. Onder dergelijke omstandigheden zijn moeilijkheden onvermijdelijk. Een derde van de ouders zegt overweldigd te zijn; de roep om hulp in een situatie van huiselijk geweld is verdrievoudigd; degenen die algemeen als helden en heldinnen erkend worden, staan onder grote druk op het werk in precaire hygiënische omstandigheden met soms een uurloon van minder dan 14 euro bruto.

    Deze crisis toont aan dat de socialistische feministische beweging meer dan ooit noodzakelijk is. We mogen ons niet tevreden stellen met kleine hervormingen, er is nood aan een verandering van samenleving.

    AGENDA:

    • Jane Barros, socialistische feministe in BRAZILIË: “De Coronacrisis legt de realiteit van onderdrukking, seksisme en besparingen bloot. Laten we bouwen aan het verzet hiertegen.”
    • Getuigenis van een reeks militanten: de coronacrisis toont het falen van het kapitalisme op alle vlakken. De criminele gevolgen van het gebrek aan openbare diensten zijn vandaag nog zichtbaarder.
    • Anja Deschoemacker, lid van LSP en een van de initiatiefnemers van campagne ROSA: “Vrouwen zijn in de meerderheid in essentiële sectoren, maar lage lonen en onzekere arbeidsomstandigheden ook. Laten we het verzet organiseren! Eerste stap: de grote betoging van de Zorg in Actie.”

    Financiële bijdrage mogelijk (niet verplicht) op de rekening van LSP/PSL: BE86 5230 8092 4650 (met mededeling: ‘Meeting 1 juni) Zie: https://docs.google.com/forms/d/e/1FAIpQLSevOxbTRHrt6wDHjkW35jJ2tk5IPaMe3NMDowH12WjE5wIZXQ/viewform


    Artikel uit de mei-editie van onze krant

    Strijd tegen geweld binnen het gezin is nu nog dringender!

    Het verlaten van een gewelddadige partner is in normale tijden om vele redenen moeilijk. De quarantaine zorgt voor bijkomende risicofactoren, zoals de angst voor ziekte, inkomensverlies, opsluiting in een te kleine leefruimte, overwerkte ouders, de moeilijke combinatie van telewerken en voltijdse kinderopvang … Dit zijn allemaal bronnen van conflicten die snel kunnen ontaarden in psychologisch en fysiek geweld.

    Volgens de Wereldgezondheids-organisatie is geweld tegen vrouwen “een wereldwijd volksgezondheidsprobleem van epidemische omvang.” Volgens de VN krijgt één op de drie vrouwen op een bepaald moment in haar leven te maken met fysiek en/of seksueel geweld. We weten dat veel van dit geweld plaatsvindt binnen de familiekring. De quarantaine die in veel landen wordt toegepast, wordt door veel slachtoffers van huiselijk geweld dan ook als een hel ervaren.

    Ook in België is huiselijk geweld een realiteit. Jaarlijks worden meer dan 45.000 klachten geregistreerd bij het Openbaar Ministerie. En we weten dat dit slechts een deel van de gepleegde feiten is. De pandemie maakt het nu nog erger. Dader en slachtoffer zitten nu dagelijks op elkaars lip. Van privacy is vaak geen sprake meer. Slachtoffers durven het niet aan om hulp te vragen terwijl hun mishandelaar erop kijkt. Ze veronderstellen bovendien vaak dat de hulpverlening niet beschikbaar is in coronatijden. De hulpverlening is overigens vaak ontoereikend door een gebrek aan middelen en onderfinanciering die er reeds voor de coronacrisis was.

    Ondanks dit alles wijzen meldpunten voor huiselijk geweld op een forse toename van het aantal oproepen. De hulplijn 1712 in Vlaanderen had het over een stijging met 70%, langs Franstalige kant was er een verdubbeling. Het toont de ernst van de situatie. Helaas is er een probleem van opvang van slachtoffers door het acute plaatsgebrek, dat ook voor de crisis al bestond. Gebrek aan bescherming zorgt voor extra problemen bij deze hulpverlening.

    Als reactie kwam er een interministeriële conferentie ‘Vrouwenrechten’ met 12 ministers. Maar wat kunnen we verwachten van politici die jarenlang een besparingsbeleid hebben gevoerd dat de positie van vrouwen ondermijnt en de openbare diensten afbreekt? De maatregel om hotelkamers voor slachtoffers beschikbaar te stellen is noodzakelijk, maar niet voldoende. Het initiatief van de dienst slachtofferhulp van de politie in Brussel Noord om bij het begin van de quarantaine contact op te nemen met alle personen die de afgelopen drie maanden klacht indienden wegens intrafamiliaal geweld, is zeker positief. Maar ook hier weegt het gebrek aan personeel, voldoende opleiding en stabiele opvang van slachtoffers door.

    Het besparingsbeleid treft vrouwen bijzonder hard. Het ondermijnt ook strijd tegen seksisme: de emancipatie van vrouwen is niet mogelijk in een sociale woestijn.

    Dringende maatregelen nodig

    Er zijn dringende investeringen nodig, waarbij rekening moet gehouden worden met de eisen van het personeel in de sociale sector.

    Slachtofferhulp moet versterkt worden, ook inzake bescherming van het personeel (gratis toegang tot mondmaskers bijvoorbeeld). Dit mag niet beperkt worden tot vrijwilligerswerk en een oproep tot giften: er moeten overheidsmiddelen voorzien worden. Regelmatig contact en/of bezoek bij vrouwen die gekend staan als slachtoffers van huishoudelijk geweld kan druk zetten op de agressor. Maar dit vereist voldoende gespecialiseerd personeel en beschermingsmateriaal. Opvang van slachtoffers in leegstaande hotelkamers is een tijdelijke oplossing. Er zijn structurele maatregelen nodig om meer opvangplaatsen te voorzien. Desnoods door leegstaande gebouwen op te vorderen.

    De coronacrisis toont hoe media kunnen gebruikt worden om informatie te verspreiden (denk aan de reclamecampagne ‘Stay Safe’) in plaats van de seksistische reclame die onze straten en schermen maar al te vaak overspoelt. Gebruik de publieke ruimte voor informatie en preventie inzake intrafamiliaal geweld, ook tijdens de quarantaine! Zo kunnen de telefoonnummers van hulpcentrales breder verspreid geraken.

    Daarnaast moeten uiteraard maatregelen genomen worden om het inkomen van werkenden (die al dan niet thuis zitten) te garanderen en om de arbeidsduur van ouders met kinderen die thuis zitten te verminderen zonder loonverlies.

    Investeer in sociaal beleid

    Ook na deze gezondheidscrisis zal een verdere publieke investering in de strijd tegen intrafamiliaal geweld nodig zijn. Om seksisme en geweld te stoppen, moet er een einde komen aan de besparingen. Er moet integendeel geïnvesteerd worden in degelijke openbare diensten met voldoende personeel, waaronder in de sociale sector.

    Deze crisis dwong Wouter Beke om extra middelen uit te trekken voor onder meer de zelfmoordlijn die nu overrompeld wordt. Het toont hoe rampzalig wereldvreemd de eind vorig jaar aangekondigde, maar nadien terug ingetrokken, besparing op de zelfmoordlijn was. Eenmalig extra geld voorzien volstaat niet: er moeten structurele publieke investeringen komen. Stop de uitverkoop van sociaal werk, stop de afbouw van onder meer de Centra voor Algemeen Welzijnswerk (CAW). Meer publiek sociaal werk is nodig om slachtoffers uit hun sociaal isolement te halen, buurthuizen uit te bouwen waar ook kinderopvang wordt voorzien of goedkope en degelijke maaltijden naast fysieke, psychische, materiële en juridische ondersteuning.

    Economische onafhankelijkheid van vrouwen is nodig

    Politici en bazen zwaaien tegenwoordig personeel uit de zorg en de supermarkten alle lof toe. Ze worden als helden omschreven. In sectoren als zorg, schoonmaak, distributie, opvang en ondersteuning van kwetsbare sectoren zijn er veel meer vrouwen actief. Vaak ontbreekt het aan waardering, ook financieel. Er wordt al jaren bespaard op onder meer de zorgsector en eisen voor een menswaardig minimumloon van 14 euro per uur worden als onmogelijk afgedaan. Lage lonen en economische onzekerheid houden onderdrukking van vrouwen in stand. Het maakt dat vrouwen die slachtoffer van huiselijk geweld zijn hun partner niet zomaar kunnen verlaten.

    Economische onafhankelijkheid betekent degelijke lonen (onder meer met het optrekken van het minimumloon tot 14 euro per uur), een minimum pensioen van 1500 euro per maand, het individualiseren van sociale uitkeringen (die als eerste stap ook tot boven de armoedegrens moeten opgetrokken worden), een studentenloon dat de kosten dekt. Daarnaast is er een dringend plan nodig voor de bouw van sociale woningen en meer openbare diensten (zoals kinderopvang). Een kortere werkweek, zonder loonverlies, moet de combinatie tussen werk en gezin mogelijk maken. Haal de meest onderdrukte groepen uit de verdrukking: regulariseer mensen-zonder-papieren. Die zijn vandaag vaak tewerkgesteld in onder meer de schoonmaak en andere lageloonsectoren, waar ze ingezet worden om een algemene neerwaartse druk op de lonen en arbeidsvoorwaarden door te voeren.

    Maatschappijverandering nodig

    Geweld tegen vrouwen – en seksisme in het algemeen – kan niet alleen worden toegeschreven aan quarantaine en de Covid-19-crisis. Het is een structureel probleem dat veroorzaakt wordt door de werking van dit systeem. De positie van vrouwen als “tweederangsburgers”, de ongelijke verloning, de systematische objectivering van vrouwenlichamen, de alomtegenwoordigheid van gewelddadige pornografie, het gebrek aan seksuele voorlichting op scholen, de afbouw van openbare diensten, de onzekerheid en armoede, … Het gaat er niet om excuses te vinden voor de daders, maar wel om na te gaan wat het geweld in stand houdt. Zo kunnen we niet alleen de gevolgen van structureel seksisme bestrijden, maar ook de oorzaken ervan.

    Dat is waarom campagne ROSA de strijd tegen seksisme koppelt aan die tegen het besparingsbeleid en meer algemeen tegen het kapitalisme. Vrouwen, jongeren en de hele arbeidersklasse hebben er belang bij om samen te strijden tegen het kapitalistische systeem. Democratische controle op de sleutelsectoren van de economie zou maken dat het niet langer nodig is om de lichamen van vrouwen als object voor te stellen. Het doel is dan immers niet langer om de winsten te maximaliseren, maar om aan de behoeften van de bevolking te voldoen. Financiële onafhankelijkheid en toegankelijke en degelijke openbare diensten maken het voor vrouwen mogelijk om echte keuzes te hebben in hun leven. Door de noden van de meerderheid van de bevolking centraal te stellen, is een samenleving op basis van solidariteit en gelijkheid nodig. Een samenleving waarin geen mens een andere kan onderdrukken en uitbuiten: een socialistische samenleving.

  • Maatregelen van Maggie De Block zijn niet in het belang van vrouwen!

    Opkomen voor vrouwenrechten betekent strijden tegen besparingen

    De afgelopen maanden ging Maggie De Block in de aanval tegen zwangere vrouwen en jonge moeders. Na de pilootprojecten om de hospitalisatieperiode na een bevalling tot 48 uur te beperken, wil De Block nu dat vrouwen minder snel stoppen met werken als ze zwanger zijn. Met de besparingsgolf is dit niet verwonderlijk. Wel schokkend is dat dit voorgesteld wordt als ‘vooruitgang’ voor vrouwen en zelfs als moderne feministische maatregelen.

    Artikel door Elise (Soignies)

    Zwangere vrouwen langer laten werken ‘in hun belang’?

    De Block stelt dat zwangere vrouwen langer kunnen werken omdat zwangerschap geen ziekte is. “In deze periode ontvangen ze een ziekte-uitkering en geen loon. Dit kost de sociale zekerheid geld. En vrouwen verdienen minder en kunnen promotie missen. Dat is niet positief voor hen.” Ze stelt voor om werkenden meer ‘keuze’ te geven om te blijven werken zolang de gezondheid het toelaat.

    Zwangerschap is geen ziekte, maar dat wil niet zeggen dat het geen fysieke toestand is die bijzondere aandacht en bescherming vereist. Heel wat functies zijn gevaarlijk voor de zwangerschap van vrouwen. Hen de ‘keuze’ aanbieden om langer te werken, gaat voorbij aan de verhouding tussen werkgevers en werknemers. Werkgevers kunnen druk zetten om langer op post te blijven.

    Als Maggie De Block het leven van zwangere en andere vrouwen echt wil verbeteren, kan ze beter opkomen voor een collectieve arbeidsduurvermindering zonder loonverlies en zonder verhoging van de werkdruk. Om discriminatie bij aanwerving van jonge vrouwen wegens het ‘risico’ op zwangerschap tegen te gaan, moet het vaderschapsverlof uitgebreid worden tot de duur van het moederschapsverlof. Dat zou pas een moderne maatregel zijn die jonge vaders toelaat om hun rol in het huishouden te spelen.

    Minder middelen voor kraamafdelingen is niet modern

    Aanhoudende tekorten in de zorgsector leiden tot een schrijnend gebrek aan personeel en tekort aan materiële middelen (bedden, aangepaste kamers, …). Het leidt tot het sluiten van diensten, zoals de kraamafdeling in Nijvel of de spoeddienst in Tubeke in 2016. Tegen deze achtergrond wordt druk gezet om de duur van een ziekenhuisverblijf zoveel mogelijk te beperken.

    Er is al langer druk om de verblijfsduur na een zwangerschap te beperken. Na eerdere maatregelen komt De Block nu met pilootprojecten waarbij bevallen vrouwen maximaal twee dagen in het ziekenhuis blijven. De minister stelt dat bevallen natuurlijk is en niet moet gemedicaliseerd worden. In onder meer Nederland is thuisbevallen sterk ingeburgerd.

    Het klopt dat vrouwen zich vaak niet goed voelen bij de behandeling in het ziekenhuis waar ze soms als kinderen of nog als objecten behandeld worden. Er zijn soms overbodige medische handelingen die enkel tot doel hebben om de duur van de bevalling te beperken. Het leidt tot een tendens om steeds meer thuis te bevallen.

    Minder middelen voor kraamafdelingen is daar geen antwoord op. Om ervoor te zorgen dat elke vrouw zonder stress, met de nodige professionele begeleiding en zonder tijdsdruk kan bevallen, zijn er meer middelen nodig voor de kraamafdelingen maar ook voor de zorg voor en vooral na de bevalling.

    Een bevalling kost gemiddeld tussen 135 en 960 euro. Een jonge moeder die ervoor ‘kiest’ om een dag langer in de kraamafdeling te blijven, zou hiervoor 367 euro per dag extra moeten betalen. Begeleiding op de derde dag is nochtans belangrijk: het is de dag waarop kan vastgesteld worden of het kind voldoende gewicht maakt en het is ook de dag waarop de moeder geconfronteerd wordt met sterke hormonale veranderingen.

    Zwangere vrouwen en jonge moeders beschermen tegen besparingen

    Maggie De Block stelt het voor als een ‘keuze’ voor vrouwen, maar het gaat erom dat vrouwen langer blijven werken en sneller uit het ziekenhuis verdwijnen na een bevalling. Het is onderdeel van een besparingsbeleid op de kap van zwangere vrouwen en jonge moeders.

    Daar tegenover is er nood aan meer publieke middelen voor ziekenhuizen, kraamafdelingen en de volledige zorgsector. Als onderdeel daarvan moet de arbeidsweek drastisch ingekort worden zodat vrouwen effectief meer keuzes kunnen maken.

  • Langer werken voor minder pensioen: vrouwen extra hard geraakt

    ROSA in actie. Foto: Liesbeth

    In het regeerakkoord van 2014 staat dat “de regering beter rekening wenst te houden met de genderdimensie op de arbeidsmarkt en hierbij bijzonder aandacht zal besteden aan de loonkloof, het verzoenen van werk en privéleven, de strijd tegen het glazen plafond en meer algemeen aan zowel de verticale als horizontale segregatie van de arbeidsmarkt.” Maar sinds het begin van haar ambtstermijn is er een golf van aanvallen op de werkende bevolking. Deze treffen vrouwen in het bijzonder. De hervorming van de pensioenen is opnieuw geen uitzondering.

    Standpunt door de campagne ROSA 

    De Belgische pensioenen behoren al tot de laagste van Europa (volgens de OESO), in tegenstelling tot wat de politici verkondigen. Een studie van Eneo (sociale beweging van senioren) toont aan dat 4 op 10 gepensioneerden in België onder de armoedegrens leven. En twee derde van hen zijn vrouwen. Het pensioen van vrouwen is gemiddeld 26% lager dan dat van mannen [1].

    Deze kloof bestaat om dezelfde redenen als de loonkloof: vrouwen bevinden zich vaker in sectoren en jobs met lagere lonen, ze werken vaker deeltijds en het zijn meestal de vrouwen die hun loopbaan onderbreken om voor het gezin te zorgen. Deze situatie zal niet verbeteren met de toename van onzekere jobs en de afbraak van de sociale diensten.

    Al deze obstakels voor het behalen van een volledige loopbaan en een volwaardig pensioen worden nog versterkt door de huidige pensioenhervorming. Na het verhogen van de pensioenleeftijd tot 67 jaar, richt de regering zich nu op de berekeningswijze van het bedrag van het pensioen en de duur van de loopbaan. Niet “om het pensioen te verhogen van zij die langer willen werken”, zoals ze beweren, maar om te besparen op de kap van mensen die het al moeilijk hebben om rond te komen. En er is meer. De minister van pensioenen, Daniel Bacquelaine, heeft nog meerdere hervormingen klaarliggen voor het einde van de legislatuur: zware beroepen, deeltijds pensioen, puntensysteem, …

    Wat betekenen deze hervormingen voor vrouwen?

    De pensioenhervorming telt talrijke maatregelen die vaak heel technisch lijken. We overlopen de maatregelen die ons het gevaarlijkst lijken, vooral voor vrouwen.

    • Het beperken van de gelijkgestelde periodes

    De gelijkgestelde periodes zijn periodes van inactiviteit (door ziekte, onvrijwillige werkloosheid, brugpensioen, tijdkrediet) die toch worden meegeteld voor de berekening van je pensioen. Door deze periodes kon je een pensioenrecht opbouwen, gebaseerd op het laatst ontvangen loon. Maar de hervormingen van de verschillende regeringen – waaronder de regering-Di Rupo – hebben deze verworvenheid steeds meer ingeperkt. Voor sommige van deze periodes wordt niet langer het laatste loon gerekend, maar een minimumloon (“minimumrecht”), wat het bedrag van het pensioen naar beneden trekt. En de huidige regering gaat nog verder. Onder het voorwendsel “een sterkere band tussen gewerkte periodes en het pensioen te bekomen” heeft de regering beslist om bepaalde periodes helemaal niet meer mee te rekenen en het minimumrecht voor andere periodes uit te breiden.

    Op die manier wordt deeltijds werk vandaag alleen meegerekend als minimum in de berekening van het pensioen. De bijkomende vergoeding voor onvrijwillig deeltijds werkenden – reeds verlaagd door de regering – geeft niet langer recht op een volledig recht, maar slechts op een minimumrecht op pensioen. Iedereen weet echter dat vrouwen goed zijn voor de meerderheid van de deeltijdse jobs: 66% van de 1,9 miljoen deeltijdse contracten worden bekleed door vrouwen, tegenover 34% van de 2,3 miljoen voltijdse contracten [2]. Na 1 jaar werkloosheid worden ook de pensioenrechten niet meer berekend op basis van het laatste loon, maar opnieuw op basis van een minimumrecht. Op 2 jaar voor hun pensioen zijn echter de helft van de gelijkstellingen voor vrouwen periodes van werkloosheid (cijfers ABVV). Dit alles betekent duidelijk een vermindering van het pensioenbedrag.

    Het is een aanval die de – reeds magere – pensioenen van vrouwen hard treft. Om de hierboven genoemde redenen is de loopbaan van vrouwen minder constant en lineair dan die van mannen, en telt deze loopbaan meer gelijkgestelde periodes. Een loopbaan van een vrouw telt gemiddeld 36,6 jaar, waarvan 37% is gelijkgesteld. De loopbaan van mannen telt gemiddeld 42,2 jaar, waarvan 30% gelijkgesteld (cijers ABVV). Een volwaardig pensioen bekomen, wordt dus nog moeilijker. De pensioenhervorming stelt een systeem voor waarbij de pensioenen berekend worden op een model van een “mannelijke loopbaan”, m.a.w. een voltijdse baan zonder onderbreking. En dit schaadt vooral de vrouwen die massaal vertegenwoordigd zijn in de deeltijdse jobs en in de werkloosheidsuitkeringen.

    • De moeilijkheid om het einde van de loopbaan te verlichten

    Na de aanval de pensioenleeftijd en het vervroegd pensioen, richt de regering zich nu op de eindeloopbaan. In 2015 hebben ze beslist de pensioenleeftijd te verhogen van 65 jaar naar 67 jaar, en de voorwaarden voor het vervroegd pensioen strenger te maken. Vanaf 2019 moeten we een loopbaan van 42 jaar achter de rug hebben om met vervroegd pensioen te gaan (vanaf 63 jaar). De meerderheid van de vrouwen haalt dit niet. Ook de toegang tot eindeloopbaanjobs is moeilijker. Vroeger kon een persoon vanaf 55 jaar halftijds of 4/5de werken, zonder dat dit een grote impact op het pensioen had. Maar de regering laat dit enkel nog toe vanaf 60 jaar (anders daalt het pensioen). De volgende stap is de invoering van het deeltijds pensioen, waarvan de doelstelling open en duidelijk is: “mensen langer aan het werk houden.” Vrouwen die vaak al moeite hebben om een loopbaan te behalen die lang genoeg is voor een volwaardig pensioen en dus om niet onder de armoedegrens te leven, zullen nog meer moeite hebben om het einde van hun loopbaan te verlichten.

    • De aanval op de pensioenen in de openbare diensten

    Ook dit is een doelwit, zogezegd om de verschillende systemen te harmoniseren. Het gaat hier opnieuw om een harmonisering naar beneden in een sector waar de lonen lager zijn dan in de privésector en gecompenseerd werden door een goed pensioen. Ook hier worden de vrouwen opnieuw in het bijzonder getroffen omdat ze de meerderheid van het personeel van de openbare diensten uitmaken.

    • Verlies van koopkracht voor gepensioneerden

    De verhoging van het minimumpensioen had goed nieuws kunnen zijn, maar enkel werkenden met een volledige loopbaan hebben hier recht op. Terwijl vrouwen het vaakst een minimumpensioen ontvangen, behalen ze zelden de 45 jaar loopbaan die vereist is om voor deze maatregel in aanmerking te komen. Slechts 40% van de personen die van de maatregel konden genieten waren vrouwen, tegenover 60% mannen. En nochtans is de situatie vandaag al rampzalig. De levensduurte stijgt, ook voor gepensioneerden. En de inkomens volgen niet. Volgens Eneo heeft 58% van de vrouwen een pensioen onder de 1000 euro (en 32% van de mannen). En terwijl het gemiddeld pensioen 1200 euro bedraagt, kost een opname in een rusthuis al snel 1400 euro tot 1500 euro per maand. Hierbij komt een verhoging van de minimumleeftijd van het overlevingspensioen (toegekend aan de overlevende partner) tot 50 jaar in 2025 en 55 jaar in 2030. Vrouwen vertegenwoordigen 98,49% van dit type pensioen.

    • De invoering van het puntensysteem

    De volgende grote hervorming die de regering heeft klaarstaan, is een wijziging van de berekening van het pensioen: het beruchte puntensysteem. De bedoeling is “de verhoging van de pensioenkost beperken door jaarlijks de waarde van het punt vast te leggen voor de werknemers die dat jaar met pensioen gaan.” [3] Dit systeem brengt de toekomstige gepensioneerden in absolute onzekerheid doordat de waarde van de punten kan fluctueren in functie van de economische en demografische conjunctuur, en doordat het onmogelijk zal zijn om, zelfs op middellange termijn, een correcte inschatting te maken omdat de waarde van de punten pas op het laatste moment wordt bepaald.

    Eneo voegt eraan toe: “Naast de onzekerheid voor de werknemer, is er ook een verleiding voor de regeringen om op de waarde van het punt te wegen en zo de pensioenen te verlagen.”[4]

    Vechten tegen seksisme is vechten tegen besparingen!

    Het doel van de hervormingen is duidelijk: de ontmanteling van het solidaire systeem dat “de eerste pensioenpijler” is. Voor de regering is de eerste pijler (het wettelijk pensioen) een minimumbescherming, en geen verworven recht op een volwaardig pensioen op basis van een uitgesteld loon. Tegelijkertijd stimuleert de regering de 2de en 3de pensioenpijler, die de verantwoordelijkheid om een voldoende pensioen op te bouwen bij het individu legt. De regering organiseert met deze hervorming een algemene onzekerheid voor de toekomstige gepensioneerden en breekt het systeem dat gebaseerd is op solidariteit. Terwijl alle politici zich voordoen als “grote feministen”, hebben ze geen enkele scrupule om steeds meer vrouwen in de armoede en de onzekerheid te duwen. De vrouwen zijn al oververtegenwoordigd in de lage pensioenen. Vandaag kan reeds 75% van de bejaarden de kosten van een rusthuis niet alleen betalen. Talrijke gezinnen moeten de totale kost van de zorg voor de kinderen, ouderen, gehandicapten, … op zich nemen, zonder hulp of aangepaste diensten. Een taak die binnen het gezin meestal op de schouders van de vrouwen valt. Deze situaties leiden ertoe dat talrijke vrouwen naar deeltijdse banen grijpen om hun verschillende verantwoordelijkheden te combineren. Maar dit beperkt hun inkomen, hun sociale rechten en hun toegang tot een volwaardig pensioen …

    Grote verklaringen of voldoende vrouwen op de verkiezingslijsten volstaan niet om seksisme en vrouwenonderdrukking te bestrijden. Het is essentieel te vechten voor betere levensvoorwaarden, om zo de materiële basis voor vrouwenemancipatie te garanderen. En er is voldoende geld. Als de politici hun cadeaus aan de multinationals stoppen en het geld zoeken waar het zit, zou er voldoende geld zijn voor de openbare diensten en voor volwaardige pensioenen voor allen. De keuze van de regering is echter duidelijk: de werk- en levensvoorwaarden van de 99% van de bevolking aanvallen om de rijkdom van de rijksten te beschermen.

     

     Wij eisen een rechtvaardig pensioen voor allen:

    ?    Verhoog de minimumpensioenen tot minstens 1.500 euro bruto per maand.

    ?    Breng de pensioenen van de privésector naar 75% van het gemiddeld loon

    ?    Behoud van de pensioenen van de openbare sector en de gelijkgestelde periodes.

    ?    Intrekking van de verhoging van de pensioenleeftijd tot 67 jaar en van alle aanvallen op het vervroegd pensioen

    ?    Individuele rechten zodat vrouwen financieel onafhankelijk zijn.

    ?    Kwaliteitsvolle en betaalbare openbare diensten voor iedereen.

     

    De strijd is nog maar net begonnen

    Op 19 december 2017 zijn tienduizenden personen op straat gekomen tegen de hervorming van de pensioenen. Het is nog maar een begin, het is essentieel een actieplan uit te werken om de plannen van de regering effectief te stoppen. En vrouwen hebben ook een belangrijke rol te spelen in deze mobilisaties. Het is noodzakelijk dat ze actief deelnemen aan de strijd en de hypocrisie van de regering ontmaskeren om een strijdbare beweging op te bouwen die haar eisen kan opleggen.

    De ROSA campagne steunt ook syndicaliseringscampagnes van vrouwen. Dit is essentieel voor de uitbouw van een sterke en verenigde beweging, zeker in de sectoren waar ze de meerderheid van het personeel uitmaken. Zowel in grote instellingen/bedrijven als in “kleine structuren” (minder dan 50 werknemers), kunnen we de aanvallen niet stoppen en nieuwe overwinningen boeken zonder samen te strijden en de vakbondsleiding te dwingen het verzet te organiseren. Sluit aan bij een vakbond en verdedig je rechten!

     

     

    Bronnen:

    ?   « Femmes et hommes sont-ils égaux ? En 2017, l’écart salarial est encore de 20 % ! », FGTB, vu le 18/12/2017 sur http://www.fgtb.be/-/femmes-et-hommes-sont-ils-egaux-en-2017-l-ecart-salarial-est-encore-de-20-

    ?   « Nos pensions : trois piliers, trois régimes», Eneo, vu le 18/12/2017 sur http://www.eneo.be/analyses-2017/etudes-analyses/analyses/analyses-2017/nos-pensions-trois-piliers-trois-regimes.html

    ?   “Pension: comprendre la réforme des périodes assimilées », L’écho, 7/12/2016

    ?   « Les périodes assimilées, victime des mesures visant à « valoriser » le travail pour le calcul de pension », Eneo, avril 2017

    ?   « La réforme des pensions: voici comment le gouvernement nous “retraite” », RTBF, 4/11/2016, vu sur https://www.rtbf.be/info/belgique/detail_la-reforme-des-pensions-voici-comment-le-gouvernement-nous-retraite?id=9447590

    ?   « Pensions : lourdes attaques sur les périodes assimilées », CEPAG, décembre 2016

    ?   « Pour le Conseil de l’égalité des chances, «la réforme des pensions discrimine les femmes» », Le soir, 24/11/2017

    ?   « Travailler plus longtemps pour une pension plus basse », FGTB Wallone, 2/10/2017

    ?   « Les réformes du ministre Bacquelaine : un retour en arrière », mars 2016, vu le 18/12/2017 sur https://bruxelles-hal-vilvoorde.csc-en-ligne.be/Images/160307-dossier-presse-pensions-tcm199-384293.pdf

    ?   « La pension minimale sera augmentée pour seulement 40 % des femmes », La Libre, 3/10/2016

    ?   « Nos pensions sont en danger, tant dans le secteur privé que dans les services publics ! », FGTB-ABVV, 30 juin 2017

    ?   « La FGTB réunit 600 déléguées et dénonce la politique du gouvernement «contre les femmes» », Sudinfo.be, 17/12/2017

     

    [1] « Femmes et hommes sont-ils égaux ? En 2017, l’écart salarial est encore de 20 % ! », FGTB, vu le 18/12/2017 sur http://www.fgtb.be/-/femmes-et-hommes-sont-ils-egaux-en-2017-l-ecart-salarial-est-encore-de-20-

    [2] « La FGTB réunit 600 déléguées et dénonce la politique du gouvernement «contre les femmes» », Sudinfo.be, 17/12/2017

    [3] « Nos pensions : trois piliers, trois régimes », Eneo, vu le 18/12/2017 sur http://www.eneo.be/analyses-2017/etudes-analyses/analyses/analyses-2017/nos-pensions-trois-piliers-trois-regimes.html

    [4] « Nos pensions : trois piliers, trois régimes », Eneo, vu le 18/12/2017 sur http://www.eneo.be/analyses-2017/etudes-analyses/analyses/analyses-2017/nos-pensions-trois-piliers-trois-regimes.html

  • Vrouwenmars in Brussel: voor het recht op abortus, tegen seksisme

    Het was een levendige betoging in Brussel gisteren. De internationale oproep om op 28 september te betogen voor het recht op abortus werd dit jaar met een mooie betoging opgevolgd in ons land. Opmerkelijk was de sterke jongerenaanwezigheid. De campagne ROSA nam het initiatief voor een jongerenblok tegen seksisme dat vertrok van de ULB en ook langs de VUB trok. Dit initiatief werd mee overgenomen door verschillende andere organisaties en het zorgde voor een sterk jongerenblok dat de toon zette voor de rest van de betoging.

    Het was ook een erg internationale betoging. Zo waren er wel wat betogers uit Ierland, waar de campagne om het 8ste amendement van de grondwet weg te krijgen (het amendement met de beperkingen voor abortus) op kruissnelheid komt. Een van de voortrekkers van die Ierse campagne is parlementslid Ruth Coppinger die op Socialisme 2017 onder meer zal spreken over de strijd voor vrouwenrechten in Ierland. Niet te missen!

    Tijdens de betoging vormde ROSA een blok waarin de nadruk lag op de strijd tegen seksisme. De slogan ‘My body my choice’ was erg populair. In ons verzet tegen seksisme benadrukken we sociale eisen. Het belang hiervan werd deze week nog bevestigd met de vreselijke reclame van ‘Rich Meet Beautiful.’ Daartegenover plaatsen wij de noodzaak van meer publieke middelen en gratis onderwijs dat voor iedereen toegankelijk is.

    Op de betoging was er veel interesse in ROSA. Badges, stickers, armbandjes, pamfletten, … Het vloog de deur uit. Ga met ons in discussie, bijvoorbeeld tijdens het ROSA-traject op Socialisme 2017. Sluit je aan bij ROSA om na deze succesvolle betoging verder te strijden tegen onderdrukking, seksisme en het asociaal beleid! Contacteer ROSA.

    Een fotoreportage door Liesbeth:
    ROSA @ vrouwenmars // Foto's door Liesbeth

    Fotoreportage met ook enkele video’s door Mario:
    ROSA @ marche des femmes // Photos + vidéos de Mario

  • Vrouwenrechten. 28 september: internationale actiedag voor het recht op abortus

    Protest aan het Iers parlement gebaseerd op de televisiereeks ‘The Handmaids Tale’ (een recensie van die reeks volgt later op socialisme.be)

    De internationale actiedag voor het recht op abortus komt van de Campaña 28 Septiembre, een campagne die in 1990 in Latijns-Amerika werd opgezet voor de decriminalisering van abortus. In 2011 werd de actiedag internationaal opgepikt door het Women’s Global Network for Reproductive Rights. Sedertdien zijn er wereldwijd acties op of rond die dag. De afgelopen jaren is de kwestie van abortus opnieuw belangrijker geworden.

    Dossier door Sonja Grusch, Sozialistische Linkspartei (Oostenrijk)

    Alle religieuze fundamentalisten, de zelfverklaarde ‘pro-leven-activisten’ en hun medestanders in regeringen waren er altijd al. Maar ze lijken zich luider te manifesteren en werden de afgelopen jaren gevaarlijker.

    De feiten: een gevaarlijke situatie voor vrouwen

    Een op de drie vrouwen ondergaat ooit een abortus. Zoals het Ierse parlementslid Ruth Coppinger terecht opmerkte, is het “een van de meest voorkomende medische procedures ter wereld.” Internationaal is abortus slechts in een minderheid van landen wettelijk mogelijk. 25% van de vrouwen leven in landen waar abortus verboden is en bestraft met gevangenis of erger. 40% leeft in landen waar het verboden is, of slechts in bepaalde gevallen toegankelijk, of waar de toegang erg moeilijk is. Zelfs waar het formeel gezien wettelijk toegelaten is, blijft de toegang vaak moeilijk of is het erg duur.

    In Oostenrijk maakte een sociaaldemocratische regering abortus wettelijk mogelijk in 1975. Er werden echter geen stappen gezet om de toegang tot abortus te voorzien. De verantwoordelijke dokter in een ziekenhuis kan beslissen of ze al dan niet abortussen toepassen. Dit betekent in de praktijk dat er amper ziekenhuizen zijn waar je voor een abortus terecht kan. Het is zelfs het geval in de publieke ziekenhuizen die door de overheid gefinancierd worden en in de meeste delen van Oostenrijk beheerd worden door sociaaldemocraten. De realiteit is dus dat veel Oostenrijkse vrouwen ver moeten reizen om toegang te hebben tot abortus en daar vaak veel voor moeten betalen.

    Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) zijn er jaarlijks ongeveer 22 miljoen onveilige abortussen, dat is meer dan de helft van alle abortussen. Jaarlijks sterven 47.000 tot 60.000 vrouwen als gevolg van een onveilige abortus. Dat is één vrouw per zeven minuten! Veel van deze vrouwen hebben al kinderen die zonder moeder achterblijven en vaak ook zonder vader. Naar schatting 8,5 miljoen vrouwen hebben langdurige gezondheidsproblemen als gevolg van onveilige abortus. Een verbod op abortus leidt tot meer doden en gewonden.

    Het dodelijke beleid van de zogenaamde ‘pro-levenbeweging’

    De cijfers tonen dat er geen verband is tussen het aantal kinderen per vrouw en toegang tot abortus. In landen met erg strike anti-abortuswetten, zoals Malta en Portugal, hebben vrouwen gemiddeld 1,38 en1,29 kinderen. In Zweden en Noorwegen, waar abortus legaal is en waar vrouwen een betere sociale situatie kennen met toegang tot betaalbare kinderopvang, hebben vrouwen gemiddeld 1,89 en 1,78 kinderen.

    Op Socialisme 2017 spreekt Iers parlementslid Ruth Coppinger over de strijd voor het recht op abortus in Ierland

    Er is een verband tussen toegang tot contraceptie en abortus. Betere seksuele opvoeding in de scholen en goedkopere en makkelijkere toegang tot contraceptie leiden tot minder ongewenste zwangerschappen en dus tot minder abortussen. Oostenrijk is een van de weinige Europese landen waar jongeren en arme mensen de volledige pot moeten betalen voor contraceptie. Het is volgens experten ook een van de landen met het grootste aantal tienerzwangerschappen. Het toont het reactionaire karakter van de zogenaamde ‘pro-lifebewegingen’ in Oostenrijk: de meesten zijn tegen seksuele opvoeding en contraceptie. Ze houden vast aan een ultraconservatief beeld op het gezin en zien de rol van vrouwen enkel als voortplantingsmachine. Ze zijn niet alleen verbonden met kerken en religieuze groepen, maar ook met extreemrechts en fascisten. Het is in deze kringen niet ongewoon om de holocaust te minimaliseren en antisemitische uitspraken te doen. Er wordt gepleit voor meer blanke christelijke kinderen als antwoord op migratie en de aanwezigheid van moslims. Extreemrechts neemt niet alleen deel aan ‘pro-life’ acties, ze gaan ook over tot fysiek geweld op pro-keuze-activisten. In de VS hebben radicale anti-abortusactivisten al personeelsleden van ziekenhuizen die abortus toepassen vermoord.

    Het gaat niet enkel om een paar gestoorde individuen in de marge van de pro-life-beweging. Het komt vaak voor en is verbonden met het reactionaire karakter van het hele concept van de ‘pro-life-beweging’. De waarheid is dat deze beweging die gefinancierd wordt door kerken, conservatieve en reactionaire groepen, verantwoordelijk is voor ongewenste zwangerschappen en voor het overlijden van vrouwen die sterven aan de gevolgen van onveilige abortussen. Het zijn moordenaars.

    Waarom worden ze sterker?

    Als de anti-abortuskrachten zich zouden beperken tot mensen die met kaarsen en kruisen rondlopen, dan zouden we hen gemakkelijk kunnen negeren. Maar ze hebben een invloed op het dagelijkse beleid. Onder hun invloed hebben Amerikaanse vertegenwoordigers op een VN Kindertop alle formuleren geblokkeerd die konden geïnterpreteerd worden als het aanvaarden van abortus voor erg jonge zwangere meisjes. In 2012 kwamen ze met een Europees initiatief “Eén van ons” waarmee bijna twee miljoen handtekeningen werden opgehaald. Hun doel was om Europese financiering voor gezinsplanning te stoppen. De druk was zo sterk dat de EU een geplande beslissing van het parlement voor een Europees “recht op abortus” tegenhield. Die beslissing had miljoenen vrouwen kunnen helpen in landen zoals Polen, waar abortus de facto onmogelijk is, of Malta, waar abortus zelfs niet mogelijk is als het leven van de vrouw in gevaar is.

    Trump wilde zijn ultraconservatieve kiezers bedanken en stopte de financiering van internationale organisaties die helpen bij contraceptie of die abortus als optie durven vermelden. Miljoenen vrouwen in Afrika en Azië hebben hierdoor geen toegang tot contraceptie, medische hulp of condooms om AIDS te vermijden. De kwestie van abortus toont hoe het kapitalisme en de ideologische basis ervan – hoe tegenstrijdig die soms ook is – hindernissen zijn voor de ontwikkeling van de mensheid.

    In 1980 werd de eerste abortuspil al ontwikkeld: een veel eenvoudiger en goedkopere manier die honderdduizenden levens kan redden, zeker van vrouwen die geen toegang hebben tot dokters en ziekenhuizen. Het aanvaarden en legaliseren van deze pillen  duurden erg lang, zelfs in die landen waar abortus door een dokter wettelijk mogelijk is. In veel landen wordt het nog steeds verbonden met een doktersbezoek, zelfs indien dit vanuit medisch oogpunt niet noodzakelijk is. Voor reactionaire krachten is de controle op het lichaam van vrouwen en het opleggen van traditionele gezinsstructuren belangrijker dan de winsten van de farmaceutische industrie, ook al maakt die nog steeds winst omdat vrouwen het illegaal en dus tegen een hogere prijs kopen.

    De groeiende invloed van deze fundamentalisten wijst op een economische verandering en de daaruit voortkomende politieke veranderingen. Het traditionele gezin is van groot belang voor het heersende kapitalistische systeem. Het zorgt niet alleen voor onbetaalde arbeid (vooral door vrouwen), maar het stabiliseert ook het heersende systeem dat steeds meer onder druk staat en in vraag gesteld wordt door miljoenen mensen. Onder het kapitalisme heeft het gezin doorgaans de taak om de burgerlijke staat te reproduceren: het voortbrengen van de volgende generatie van gehoorzame en volgzame burgers en werkenden, met ook een model van autoriteit en onderdrukking.

    Kapitalistische politici zijn niet noodzakelijk allemaal reactionair in hun positie over vrouwen of het gezin. Maar de conservatieve terugslag komt hen wel goed uit. Het ‘gezin’ wordt naar voor gebracht in verkiezingscampagnes, ‘vrouwenmagazines’ en de media. Soms gebeurt dit in een modernere stijl, maar wel met een traditionele inhoud. De politici besparen op gezondheidszorg en onderwijs. Vrouwen verliezen hun job. Ze moeten een groot deel van de zorg die door de neoliberalen is weg bespaard opvangen en worden daar uiteraard niet voor betaald. Als de zogenaamde ‘pro-lifefundamentalisten’ het idee van het ‘klassieke gezin’ versterken, ondersteunt dit het neoliberaal beleid. In Oostenrijk wordt dit weerspiegeld door een van hun slogans: “De economie is gezonder door vader, moeder en kinderen.”

    Wereldwijd verzet

    De strijd voor vrouwenrechten en de strijd van de arbeidersbeweging zijn historisch onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het klopt dat er ook een burgerlijke vrouwenbeweging bestaat en dat deze vaak dominant was en is. Maar de belangrijkste verworvenheden van vrouwen werden bekomen op ogenblikken van revolutie en intensieve klassenstrijd.

    De Russische Revolutie van 1917 gaf vrouwen niet alleen stemrecht, het legaliseerde abortus en zette stappen naar de socialisering van huishoudelijk werk (waaronder kinderopvang). Deze rechten werden later teruggeschroefd, wat eens te meer het reactionaire karakter van het stalinisme aantoont. In veel ontwikkelde kapitalistische landen werd abortus in de jaren 1970 gelegaliseerd als resultaat van de tweede feministische golf. Dit kan niet los gezien worden van de burgerrechtenbeweging en de internationale revolutionaire golf. De naoorlogse groei bracht miljoenen vrouwen op de arbeidsmarkt waardoor ze ook een actief onderdeel van de arbeidersbeweging en van de klassenstrijd werden.

    Vandaag is er een nieuwe internationale golf van vrouwenstrijd tegen seksisme en geweld, en voor vrouwenrechten. Vrouwen hebben gestreden voor hun rechten en zagen daarbij hun kracht. De afgelopen jaren waren er massaprotesten in India tegen verkrachtingen van vrouwen van verschillende etnische en sociale achtergronden. In Latijns-Amerika is er de strijd van “Nu una más” (‘geen enkele meer’) tegen het vermoorden van vrouwen. In Polen en Ierland nemen vrouwen massaal deel aan de strijd voor het recht op abortus.

    De timing van deze nieuwe golf is geen toeval. Het gaat samen met een toenemende verwerping van het kapitalisme en een groeiende klassenstrijd. Vrouwenstrijd is geen bijkomstige strijd van minder belang, het is verbonden met de klassenstrijd en de antikapitalistische bewegingen. Het recht van vrouwen om te beslissen over het eigen lichaam is onderdeel van de strijd van de mensheid om bevrijd te worden van kapitalistische onderdrukking.

    De strijd van de Poolse vrouwen tegen de pogingen van de regering om abortus helemaal onwettelijk te maken (nu is het in de meeste gevallen al illegaal en de toegang is in de andere gevallen erg moeilijk) was schitterend. Maar deze beweging stopte op een hoogtepunt. Er werd niet verder in het offensief gegaan voor gemakkelijker toegang tot contraceptie en abortus. De tienduizenden die op straat kwamen, werden niet georganiseerd. De betogers werden naar huis gestuurd. Het leidde ertoe dat de Poolse regering nadien nieuwe aanvallen inzette op vrouwenrechten. Sinds juni 2017 moeten vrouwen een doktersvoorschrift hebben voor de morning-afterpil. Dit maakt de toegang ertoe in de praktijk vaak onmogelijk. Poolse socialisten stelden dat de strijd voor vrouwenrechten moeten georganiseerd worden met democratische structuren waar de activisten discussiëren en beslissen over de eisen en de volgende stappen van de strijd. Het moet ook een programma hebben waarin het recht van vrouwen om over het eigen lichaam te beschikken, wordt verbonden met de strijd tegen het kapitalisme, een systeem dat voordeel haalt uit de onderdrukking van vrouwen.

    Socialisten van het CWI zijn deel van deze strijd. Van Chili tot Ierland, van Polen tot Ierland, van de VS tot Oostenrijk. Verschillende afdelingen en groepen van het CWI zullen deelnemen aan de acties op en rond 28 september, het gaat onder meer om onze afdelingen in Ierland, Zweden, België, Québec, Oostenrijk en andere landen. We nemen deel aan activiteiten en campagnes waarbij we een socialistisch programma verdedigen. Dat programma omvat onder meer deze eisen:

    • Vrije toegang tot contraceptie en abortus
    • Een publieke gezondheidsdienst die in elke regio toegang tot abortus voorziet
    • Een publiek onderwijsstelsel dat voorziet in degelijke seksuele opvoeding
    • Een publiek sociaal stelsel dat voorziet in gratis kinderopvang voor al wie kinderen heeft, maar ook publieke huisvesting en goede jobs voor alle vrouwen zodat ze kunnen beslissen om al dan niet kinderen te hebben zonder in armoede te vervallen.
  • 28 september: Europese actiedag voor toegang tot abortus. Doe mee met ROSA!

    De ROSA-campagne roept, samen met andere Belgische en Europese vrouwenorganisaties, op tot actie op 28 september. Kom mee op straat, in solidariteit met vrouwenstrijd in Spanje, Polen, Ierland en de VS, voor vrouwenrechten, het recht tot zelfbeschikking over ons lichaam, het recht op abortus en het recht op gezondheid. De actie vindt plaats om 17u aan het Jubelpark in Brussel.

    My body, not your profit:

    • Vrouwen zijn geen objecten!
    • Stop de commercialisatie van ons lichaam!
    • Tegen seksistisch geweld en dagelijkse pesterijen

    Voor het recht ons te kleden zoals we willen:

    • A dress is not a yes! Stop de verkrachtingscultuur!
    • Stop de kledijvoorschriften op school!

    Voor een echte keuze:

    • Gratis, toegankelijke en kwaliteitsvolle contraceptie en seksuele opvoeding
    • Recht op, en toegang tot, abortus voor iedereen
    • Voor het recht om kinderen te krijgen zonder risico op armoede (een kindergeld dat echt de kosten dekt)

    Tegen seksisme en besparingen:

    • Degelijke jobs met leefbare lonen voor iedereen
    • Onmiddellijke stop van de besparingen
    • Meer middelen voor openbare diensten (onderwijs, crèches, gezondheidszorg, openbaar vervoer, …)

    [divider] 

    Van op verschillende plaatsen vertrekken we samen met de trein:

    • Afspraak om 16u30 aan Gent-Sint-Pieters
    • Afspraak om 16u30 aan Leuven station
    • Afspraak om 16u aan Antwerpen Centraal
    • Trein van 16u01 vanuit Liège Guillemins
    • Trein van 16u14 vanuit Namen
    • Trein van 16u22 vanuit Bergen

    ROSA Brusselµ: ROSA-blok tegen seksisme vanaf de ULB-VUB tot aan het Jubelpark

    • 16u – ULB Solbosch (voor de Foyer av. P. Héger)
    • 16u30 – VUB Etterbeek (Esplanade)

     

  • Oliedollars zijn superieur aan liberale moraal

    Saoedische conferentie over “vrouwenrechten’ in 2012. Zoek de vrouw op de foto…

    De afgelopen dagen kwam Open VLD-voorzitster Gwendolyn Rutten naar buiten met enkele opmerkelijke stellingen. Ze zei dat ‘onze manier van leven’ superieur is. Dit werd gecombineerd met een retoriek die hard leek op de uithalen van coalitiepartners N-VA en CD&V naar migranten en moslims in het bijzonder. Als mensen met een migratie-achtergrond het in ons land moeilijker hebben op vlak van onderwijs, tewerkstelling, … dan in de buurlanden, hebben ze dat aan zichzelf en hun ‘waarden’ te danken. Zo luidt het klassieke rechtse verwijt. Het asociale beleid van de regering wordt ondergesneeuwd onder een laagje moralistische verdeeldheid.

    Voor een groot deel van de bevolking is het leven in België effectief beter dan in bijvoorbeeld Syrië of Irak. Maar waaraan ligt dat? Uiteraard heeft het veel te maken met de oorlogspolitiek die volgde op decennia van koloniale en neokoloniale plundering van volledige continenten waardoor het leven in landen als Irak en Syrië tot een hel is omgevormd. Rutten lijkt eraan voorbij te gaan dat de materiële omstandigheden het denken bepalen en niet omgekeerd. Over hoe die materiële omstandigheden tot stand kwamen, stelt ze zich al helemaal geen vragen.

    Volgens Rutten kan de ‘superioriteit’ van de ‘westerse, liberale samenleving’ nog versterkt worden door onder meer de vakbonden af te bouwen en meer flexibiliteit op de werkvloer mogelijk te maken. In naam van de “nieuwe vrijheid” wil Rutten de werkgevers dus meer vrijheid geven om hun personeel lagere lonen te betalen en meer flexibiliteit op te leggen. Wil ze het aantal burn-outs nog verder opdrijven? Rutten speelt in op het neoliberale dogma dat vakbonden “ouderwets” zijn en een “rem op vooruitgang.” Vooruitgang zoals in steeds grotere ongelijkheid met amper 8 mensen die even rijk zijn als de armste helft van de wereldbevolking. Het IMF stelde recent vast dat het aandeel van arbeidsinkomen in het nationaal inkomen in de gevestigde industrielanden gedaald is van gemiddeld 55% midden jaren 1970 tot 51% vandaag.  Anders gezegd: de lonen volgen de productiviteitsstijgingen niet en dit leidt tot meer ongelijkheid. In landen waar de vakbonden sterker achteruitgingen, is dit proces meer uitgesproken. Als de ongelijkheid in ons land beperkter is dan in heel wat andere, heeft dat veel te maken met de sterke positie van onze vakbonden (een positie waar de vakbondsleiding soms schrik van lijkt te hebben). De voorstellen van Rutten lezen als een pleidooi voor meer ongelijkheid, terwijl dit vandaag al leidt tot heel wat sociale problemen en een bijhorende afkeer van de gevestigde politici.

    De woorden van Rutten over ‘superioriteit’ worden vooral onderbouwd met morele argumenten. Die kregen een forse deuk nu blijkt dat de liberale verantwoordelijken voor Buitenlandse Zaken – zowel Reynders als De Croo – de Belgische steun aan Saoedisch lidmaatschap voor de VN-Commissie voor Vrouwenrechten goedpraten.

    Dat lidmaatschap is opmerkelijk: in Saoedi-Arabië mogen vrouwen niet met de auto rijden en mogen ze zelfs niet buitenkomen zonder begeleiding door hun man of een ander mannelijk familielid. Pas in 2015 konden vrouwen voor het eerst stemmen in de gemeenteraadsverkiezingen. In Saoedi-Arabië wordt de doodstraf actief toegepast met onthoofdingen zoals die ook door ISIS worden toegepast. In 2016 was er ophef over een Sri Lankese huishoudster – ‘huisslaaf’ is wellicht een betere omschrijving voor deze superflexibele job tegen lage loonkost – die  tot de dood met steniging veroordeeld werd wegens overspel. Een verkrachte vrouw werd veroordeeld tot 200 stokslagen omdat ze ‘gelegenheid gaf’ tot de verkrachting toen ze met een niet-verwante man buitenshuis ging. Volgens de Global Gender Gap van het Wereldeconomisch Forum staat Saoedi-Arabië 134ste op 145 landen in een lijst van gendergelijkheid.

    Toch stemde België voor het opnemen van Saoedi-Arabië in de VN-Commissie voor Vrouwenrechten. Uiteraard zou geen kat eraan denken om pakweg Marc Dutroux aan te stellen in een werkgroep over pedofilie of Vangheluwe in een commissie over misbruik in de kerk. De opname van de Saoedi’s in de VN-Commissie doet nochtans daaraan denken: een regime dat vrouwenrechten zo hard met de voeten treedt en waartegen activisten al zo lang campagne voeren, krijgt een rode loper uitgerold. De enige reden die hiervoor kan bedacht worden, moet bij de oliedollars gezocht worden.

    Reynders zelf zegt dat “dialoog” belangrijk is, “hoe klein de kans ook is dat het iets oplevert.” Alexander De Croo stelde: “Ik spreek liever met mensen die een andere mening hebben, dan hen de rug toe te keren en zeker te zijn dat er niets zal verbeteren voor de vrouwen daar.” Tegenover aartsconservatieve regimes die vrouwenrechten bestrijden, stellen de liberalen zich welwillender op dan tegen migranten in eigen land. De oliedollars zijn duidelijk superieur aan de liberale moraal…

  • Leon Trotski: Van het oude gezin naar het nieuwe

    De verwezenlijkingen van de Russische Revolutie worden vandaag vaak onder de mat geveegd. De herinnering aan wat de Sovjet-Unie was, wordt beperkt tot de grijze en afgrijselijke dictatuur onder het stalinisme. Er wordt bewust niet ingegaan op de sociale verworvenheden die in de eerste jaren na de revolutie werden afgedwongen. Op een ogenblik dat conservatieven wereldwijd opkomen voor ouderwetse waarden en in Rusland geweld binnen het gezin zelfs gedecriminaliseerd wordt, is het nuttig om te kijken hoe de prille Sovjet staat honderd jaar geleden het gezinsleven door elkaar schudde. Trotski schreef in 1923 een artikel hierover dat nu voor het eerst in het Nederlands verschijnt.

    [divider]

    Bron: Pravda, 13 juli 1923

    Vertaald uit het Engels voor marxisme.be

    De innerlijke verhoudingen en ontwikkelingen binnen het gezin zijn door hun aard erg moeilijk te onderzoeken en het minst onderworpen aan statistische gegevens. Het is dan ook niet gemakkelijk om te zeggen in welke mate gezinsverhoudingen vandaag gemakkelijker aangegaan en verbroken worden (in het eigenlijke leven, niet louter op papier) dan vroeger. We zijn in grote mate aangewezen om te oordelen op het gezicht. Het verschil tussen de prerevolutionaire periode en vandaag is bovendien dat alle problemen en dramatische conflicten in arbeidersgezinnen voorheen quasi niet opgemerkt werden door de arbeiders zelf, terwijl nu een groot aantal verantwoordelijke posities ingenomen is door arbeiders. Dit maakt dat hun leven meer in het voetlicht staat en elke tragedie in hun gezin leidt tot commentaar en soms tot geroddel.

    Ook als we rekening houden met deze beperkingen, kan echter niet ontkend worden dat de gezinsverhoudingen, ook die van de arbeidersklasse, compleet veranderd zijn. Dit werd op de conferentie van de partijpropagandisten in Moskou als een vaststaand feit aangenomen waar het niet betwist werd. Alleen was iedereen er op een andere manier van overtuigd. Sommigen hadden ernstige bedenkingen, anderen waren terughoudend en nog anderen stonden perplex. Maar het was voor iedereen duidelijk dat er grote veranderingen plaatsvinden. Dit gebeurt op chaotische wijze, anderen menen op weerzinwekkende of tragische wijze, waarbij de verborgen mogelijkheden van het ontstaan van een nieuwe en hogere orde van het gezinsleven nog niet tot uiting gekomen zijn.

    Er verscheen een beetje informatie over de desintegratie van het gezin in de media, maar slechts onregelmatig en in erg vage en algemene termen. In een artikel hierover las ik dat de desintegratie van het arbeidersgezin werd voorgesteld als een geval  van “burgerlijke invloed op de arbeidersklasse.”

    Zo eenvoudig is het niet. De oorsprong van de kwestie moet dieper gezocht worden en is veel complexer. De invloed van het burgerlijke verleden en het burgerlijke heden speelt zeker mee, maar het belangrijkste proces bestaat uit de moeilijke evolutie van het arbeidersgezin zelf, een evolutie die leidt tot een crisis waarvan we nu de eerste chaotische fasen zien.

    De bijzonder destructieve invloed van de oorlog op het gezin is alom bekend. De oorlog zorgde er eerst en vooral voor dat het gezin automatisch werd ontbonden door mensen voor een lange tijd van elkaar te scheiden of door het toeval bijeen te brengen. Deze invloed van de oorlog werd verdergezet en versterkt door de revolutie. De oorlogsjaren doorbraken alles wat slechts overeind bleef door de inertie van historische traditie. Het brak de macht van de tsaren, de klassenprivileges en het oude traditionele gezin. De revolutie begon te bouwen aan een nieuwe staat en bereikte daarmee slechts de meest eenvoudige en dringende onmiddellijke doelstellingen.

    Het economische onderdeel van dit probleem is veel complexer. De oorlog deed de oude economische orde wankelen, de revolutie wierp deze omver. We bouwen nu aan een nieuw economisch model, waarbij we vooral moeten voortbouwen op de oude elementen die op een nieuwe wijze georganiseerd worden. Op het vlak van economie zijn we slechts recent uit het dal van de vernietigende periode beginnen kruipen. De vooruitgang is nog erg traag en het bereiken van nieuwe socialistische vormen van economisch leven ligt nog ver van ons verwijderd. Maar we zijn wel uit die periode van vernietiging aan het komen. Het dieptepunt werd bereikt in de jaren 1920-21.

    De eerste vernietigende periode is nog verre van voorbij in het gezinsleven. Het proces van desintegratie is nog volop aan de gang. We moeten daar rekening mee houden. Het gezinsleven en het huishouden gaat bij wijze van spreken nog door de periode 1920-21 en komt nog niet aan de standaard van 1923. Een huishouden is veel conservatiever dan het economische leven. Een van de redenen daarvoor is dat het veel minder bewust is. Op vlak van politiek en economie treedt de arbeidersklasse als geheel op waarbij de klasse gestuwd wordt door haar voortrekkers van de Communistische Partij om de historische doelstellingen van de arbeidersklasse te realiseren. In het gezinsleven is de arbeidersklasse verdeeld in de kleine cellen die elk een gezin en een familie vormen. De verandering van politiek regime, zelfs de verandering van de economische orde – waarbij de fabrieken in handen van de arbeiders komen – dit alles heeft zeker een invloed op het gezin, maar slechts indirect en van buitenaf zonder te raken aan de gezinstradities die uit het verleden geërfd werden.

    Een radicale hervorming van het gezin en meer algemeen van het volledige huishouden vereist een grootschalige bewuste inspanning door de werkende massa’s en het veronderstelt het bestaan van een krachtige innerlijke drang naar cultuur en vooruitgang binnen de klasse zelf. Er is een stevige ploeg nodig om harde klonters aarde overhoop te halen. Het vestigen van een politieke gelijkheid van mannen en vrouwen in de Sovjet-staat was één probleem, het was het gemakkelijkste. Het is echter veel moeilijker om de volgende stap te nemen: het vestigen van industriële gelijkheid tussen mannen en vrouwen in de fabrieken en de vakbonden, waarbij deze gelijkheid niet mag betekenen dat vrouwen er nadelen bijkrijgen. Om vervolgens effectief gelijkheid van man en vrouw binnen het gezin te krijgen, dat is een nog oneindig veel moeilijker probleem. Alle onze huishoudelijke gewoonten moeten betwist worden vooraleer dit mogelijk wordt. Het is evident dat we niet ernstig over gelijkheid in werk of politiek kunnen spreken zolang er geen effectieve gelijkheid van man en vrouw is in het gezin. Zo lang de vrouw gebonden is aan haar huishoudelijk werk, de zorg voor het gezin, het koken en het wassen, … zijn haar kansen om deelname aan het sociale en politieke leven bijzonder beperkt.

    Het gemakkelijkste probleem was dat van de machtsovername. Maar toch eiste dat probleem al onze krachten op in de eerste periode van de revolutie. Het vroeg eindeloze opofferingen. De burgeroorlog vereiste maatregelen die bijzonder hard waren. Vulgaire filistijnen schreeuwden over de opmars van barbaarse normen, over de arbeidersklasse die bloedig en verdorven was geworden. Wat er echt gebeurde, was dat de arbeidersklasse met de middelen van het revolutionair geweld die ze in noodgedwongen in handen kreeg, begon te vechten voor een nieuwe cultuur, voor oprecht menselijke waarden.

    In de eerste vier of vijf jaar gingen we economisch door een periode van vreselijke ineenstorting. De arbeidsproductiviteit viel zwaar terug, de productie was van een afschuwelijk slechte kwaliteit. Vijanden zagen, of kozen ervoor om dit te zien, hierin een teken van de rotheid van het Sovjet-bewind. In werkelijkheid was het een onvermijdelijke fase in de vernietiging van de oude economische vormen en waren het eerste hulpeloze pogingen om nieuwe vormen te creëren.

    Met betrekking tot gezinsverhoudingen en het individuele leven in het algemeen, moeten we onvermijdelijk ook door een periode van desintegratie van wat er was, van de tradities die uit het verleden geërfd zijn en waar niet over nagedacht was. Maar op het vlak van het huishoudelijk leven begon de periode van kritiek en afbraak later, duurt het erg lang en neemt het pijnlijke vormen aan die erg complex zijn en niet altijd zichtbaar voor wie zich beperkt tot vage observaties. De progressieve stappen in verandering op vlak van de staat, de economie en het leven in het algemeen moeten erg duidelijk omschreven worden om te vermijden dat we panikeren omwille van de fenomenen die we waarnemen. We moeten leren om deze te beoordelen in hun juiste context, hun juiste plaats in de ontwikkeling van de arbeidersklasse te zien en bewust de nieuwe omstandigheden in de richting van socialistische levenswijzen leiden.

    Deze waarschuwing is noodzakelijk, we horen immers al alarmerende stemmen. Op de conferentie van de Moskouse partijpropagandisten spraken sommige kameraden met een grote en natuurlijke angst over het gemak waarmee de oude gezinsbanden verbroken worden om nieuwe banden aan te gaan die even vluchtig zijn als de oude. De slachtoffers in al deze gevallen zijn de moeder en de kinderen. Wie heeft anderzijds in private gesprekken nog geen klachten gehoord over de ‘ineenstorting’ van de moraal onder de jongeren, in het bijzonder onder de Jonge Communisten? Niet alles van deze verwijten is overdreven, er zit een element van waarheid in. We moeten en zullen de donkere kanten van deze waarheid zeker bestrijden – dit is een strijd voor een hogere cultuur en een opleving van de menselijke persoonlijkheid. Maar om dit te kunnen doen, moeten we de basis van het probleem aanpakken zonder in reactionair gemoraliseerd of sentimentele neerbuigendheid te vervallen. We moeten eerst de feiten bekijken om duidelijker te zien wat er eigenlijk gebeurt.

    Zoals we hierboven reeds aanhaalden, hebben de enorme gebeurtenissen van de oorlog en de revolutie de afgelopen jaren gevolgen op het gezin en de oude vormen. Hierna kwam de langzaam sluipende ondergrondse mol van het kritische denken, de bewuste studie en de evaluatie van de gezinsverhoudingen en levensvormen. Het waren de mechanische kracht van grote gebeurtenissen samen met de kritische kracht van een bewust geworden geest, die samen leidden tot de destructieve periode in de gezinsverhoudingen die we nu kennen. De Russische arbeider moet na de machtsovername op heel wat vlakken van zijn leven de eerste bewuste stappen in de richting van cultuur zetten. Onder impuls van grote schokken, heeft zijn persoonlijkheid voor het eerst traditionele levensvormen, huishoudelijke gewoonten, kerkelijke praktijken en relaties door elkaar geschud.

    Het is niet verwonderlijk dat het protest van het individu, zijn revolte tegen het traditionele verleden, aanvankelijk anarchistische, of brutaler gezegd losbandige, vormen aanneemt. We zagen dit op vlak van politiek, militaire aangelegenheden, economie. Daar nam het anarchiserende individualisme alle vormen van extremisme, partijdigheid en retoriek aan. Het is niet verwonderlijk dat dit proces ook plaatsvindt in de meest intieme, en bijgevolg ook op de meest pijnlijke wijze, gezinsverhoudingen. De ontwaakte persoonlijkheid wil zich op een nieuwe wijze organiseren, de oude platgetreden paden verlaten en daartoe zoekt het zijn toevlucht tot “losbandigheid”, “verdorvenheid” en alle andere zonden die op de conferentie in Moskou werden aangeklaagd.

    De echtgenoot die uit zijn gewoonlijke omgeving werd getrokken door de militaire mobilisatie veranderde in een revolutionaire burger. Dat is een monumentale verandering. Zijn kijk werd breder, zijn geestelijke aspiraties hoger en van een complexere aard. Hij is een andere man. Bij zijn terugkeer komt hij op een plaats waar er praktisch niets veranderd is. De oude harmonie met de mensen thuis en in het gezin is echter verdwenen. Er is nog geen nieuw begrip. De wederzijdse verwondering verandert in wederzijds ongenoegen en dan in slechte wil. Het gezin is gebroken.

    De man is een communist. Hij heeft een actief leven, is betrokken bij sociale activiteiten, zijn geest wordt groter, zijn persoonlijk leven wordt opgeslorpt door zijn werk. Maar zijn vrouw is ook een communist. Ze wil deelnemen aan sociale activiteiten, publieke meetings, werken in de sovjet of in de vakbond. Het leven in huis verdwijnt voor ze er zich van bewust zijn of het gemis aan huiselijke sfeer leidt tot aanhoudende botsingen. Man en vrouw zijn het niet eens. Het gezin is gebroken.

    Een oud gezin. Tien tot vijftien jaar samengeleefd. De man is een goede werker en doet alles voor zijn gezin, de vrouw leeft ook voor haar gezin en besteedt er alle energie aan. Door toeval komt ze in contact met een communistische vrouwenorganisatie. Er opent zich een nieuwe wereld voor haar. Haar energie vindt een nieuw en breder doel. Het gezin wordt verwaarloosd. De man raakt geïrriteerd. De vrouw wordt gekwetst in haar nieuw gevonden sociaal bewustzijn. Het gezin is gebroken.

    Voorbeelden van dergelijke tragedies die allen leiden tot het opbreken van het gezin zijn er legio. We hebben enkel de meest typische voorbeelden aangehaald. In al deze voorbeelden komt de tragedie voort uit een botsing tussen communistische en andere elementen. Maar het opbreken van het gezin, het is te zeggen: van het oude gezin, is niet beperkt tot de toplaag van de klasse die het meest blootgesteld is aan de gevolgen van de nieuwe omstandigheden. De tendens tot desintegratie van gezinsverhoudingen gaat dieper in de hele samenleving. De voortrekkers gaan enkel sneller en uitdrukkelijker door wat onvermijdelijk is voor de volledige klasse. Het vitten op de oude omstandigheden en de nieuwe taken voor het gezin beperken zich niet tot de grens tussen de communistische voortrekkers en de arbeidersklasse in het algemeen.

    Het instituut van het burgerlijke huwelijk diende op zich al een zware sloeg toe aan het traditionele gezin dat voor een groot deel gericht was op uiterlijk vertoon. Hoe minder persoonlijke gehechtheid er was in de oude huwelijksbanden, hoe sterker externe krachten, sociale tradities en in het bijzonder religieuze rituelen gingen spelen. De slag die de macht van de kerk kreeg, was ook een slag voor het traditionele gezin. Rituelen die ontdaan waren van een verbindend karakter en van erkenning door de overheid, blijven in gebruik door inertie en als strohalm van het oude gezin. Maar er is geen innerlijke band binnen het gezin indien dit enkel door inertie wordt verbonden. Elke duw van buitenaf kan dit gezin doen breken, en tegelijk brengt het ook de trouw aan kerkelijke rituelen een slag toe. Meer dan ooit tevoren zal er nu van buitenaf geduwd worden. Dat is de reden waarom het gezin wankelt en er niet in slaagt om terug overeind te kruipen. Het leven wordt beoordeeld op basis van zijn omstandigheden en dit gebeurt met een wrede en pijnlijke veroordeling van het gezin. De geschiedenis maait het oude hout en de spaanders vliegen in het rond.

    Maar is er dan de ontwikkeling van elementen van een nieuwe gezinsvorm? Ongetwijfeld. We moeten enkel het karakter van deze elementen en de processen in hun ontwikkeling begrijpen. Zoals bij andere zaken moeten we een onderscheid maken tussen de fysieke en de psychologische omstandigheden, tussen het algemene en het individuele. Psychologisch betekent de evolutie van het nieuwe gezin, of van nieuwe menselijke relaties in het algemeen, voor ons een culturele vooruitgang van de werkende klasse, de ontwikkeling van het individu, een hogere norm voor zijn behoeften en innerlijke discipline. Vanuit dit aspect vormt de revolutie op zich een grote stap vooruit. De ergste elementen van het desintegrerende gezin zijn slechts een uitdrukking, weliswaar een pijnlijke, van het ontwaken van de klassen en van het individu binnen de klasse. Al ons werk in verband met cultuur, het werk dat we doen en zouden moeten doen, wordt vanuit dit oogpunt een voorbereiding op nieuwe verhoudingen en een nieuw gezin. Zonder een hogere norm van cultuur voor de werkende man en vrouw, kan er geen nieuwe en hogere vorm van gezin zijn. Op dit vlak kan er immers enkel sprake zijn van innerlijke discipline en niet van externe dwang. De kracht van de innerlijke discipline van het individu in het gezin wordt bepaald door de teneur van het innerlijke leven, de omvang en waarde van de banden die man en vrouw verenigen.

    De fysieke voorbereidingen op de voorwaarden van een nieuw leven en een nieuw gezin kunnen, eens te meer, niet los gezien worden van het algemene werk van socialistische opbouw. De arbeidersstaat moet rijker worden om de kwestie van publiek onderwijs voor de kinderen aan te pakken en om het gezin te bevrijden van de lasten van koken en wassen. Het socialiseren van huishoudelijk werk en publiek onderwijs voor kinderen zijn ondenkbaar zonder een significante verbetering van de economie in het algemeen. We hebben meer socialistische economische vormen nodig. Enkel onder die omstandigheden kunnen we het gezin bevrijden van de functies en zorgen die het nu onderdrukken en tot desintegratie leiden. Het wassen moet in een publiek wassalon kunnen gebeuren, koken moet in een publiek restaurant kunnen, naaien in een publieke werkplaats. Kinderen moeten goede publieke leraars hebben die een echte roeping hebben voor dit werk. Dan kan de band tussen man en vrouw bevrijd worden van alle externe en toevallige druk en dan zou de ene persoon niet langer het leven van de andere absorberen. Echte gelijkheid zou eindelijk mogelijk zijn. De band tussen twee personen zou afhangen van wederzijdse affectie. En op die specifieke basis kan het innerlijke stabiliteit verkrijgen, niet dezelfde stabiliteit voor iedereen en zonder dwang voor gelijk wie.

    De weg naar een nieuw gezin is dan ook tweevoudig: (a) het versterken van de culturele normen en het onderwijs van de werkende klasse en de individuen die deze klasse vormen; (b) een verbetering van de materiële omstandigheden van de klasse georganiseerd door de staat. Beide processen zijn nauw met elkaar verbonden.

    Dit alles betekent uiteraard niet dat het gezin van de toekomst op een bepaald ogenblik, als het materieel beter gaat, zomaar tot stand zal komen. Dat is niet het geval. Een zekere vooruitgang naar een nieuw gezin is ook nu al mogelijk. Het klopt dat de overheid nog niet in staat is om het onderwijs van de kinderen of om publieke keukens te creëren die beter zijn dan de gezinskeukens, of om publieke wasserijen te vestigen waar de kleren niet uiteengerafeld of gestolen worden. Maar dit betekent niet dat de meer ondernemende en progressieve gezinnen zelf geen collectieve huishoudeneenheden kunnen vormen. We moeten voorzichtig zijn met dergelijke experimenten, de technische uitwerking ervan moet aan de belangen en behoeften van de groep voldoen en het moet voordelig zijn voor alle leden van de groep, zelfs indien deze voordelen aanvankelijk erg bescheiden zijn.

    “Deze taak,” schreef kameraad Semashko recent in een artikel over de noodzaak van de heropbouw van het gezinsleven, “wordt het best in de praktijk uitgevoerd. Decreten en gemoraliseer zullen weinig effect ressorteren. Maar een voorbeeld, een illustratie van de nieuwe vorm, zal meer doen dan duizend uitstekende pamfletten. Deze praktische propaganda wordt het best uitgevoerd met de methode die chirurgen transplantatie noemen. Als een groot deel van de huid verdwenen is door een wonde of door brand en er geen hoop is dat de huid vanzelf terug zal aangroeien over deze plek, dan kunnen stukjes huid van gezonde delen van het lichaam gebruikt worden op de verschroeide plek. Deze stukjes huid zullen aan elkaar groeien waardoor op termijn de huid terug volledig is. Hetzelfde gebeurt met praktische propaganda. Als een fabriek of werkplaats communistische vormen aanneemt, zullen andere volgen.” (N Semashko, Izvestia 81, 14 april 1923)

    De ervaring van zo’n collectieve huishoudens vormt een eerste, nog erg onvolledige benadering van een communistische levenswijze. We moeten deze aandachtig bestuderen en opvolgen. De combinatie van persoonlijke initiatieven met steun van de overheid – in het bijzonder door de lokale sovjets en economische instellingen – moet voorrang krijgen. De bouw van nieuwe huizen – en we zullen huizen moeten bouwen! – moet afgestemd worden op de noden van dergelijke groepen gezinnen. De eerste onbetwistbare successen in deze richting, hoe beperkt ze ook zijn, zullen onvermijdelijk navolging krijgen van gezinnen die hun leven op een gelijkaardige wijze wensen te organiseren. Voor een uitgewerkt schema waarvan het initiatief van bovenaf komt, is de tijd nog niet rijp, zowel vanuit het standpunt van materiële middelen van de overheid als de voorbereiding van de arbeidersklasse zelf. We kunnen de impasse nu enkel doorbreken door modelgemeenschappen te creëren. De grond onder onze voeten moet stap per stap versterkt worden; we mogen niet te ver voorop lopen of vervallen in bureaucratische experimenten. Op een bepaald ogenblik zal de overheid in staat zijn om met de hulp van lokale sovjets, coöperatieve eenheden, … het werk te socialiseren en op deze manier het menselijke gezinsleven te verbreden en te verdiepen zodat het, in de woorden van Friedrich Engels, “van het domein van de noodzaak overgaat naar het domein van de vrijheid.”

  • ABVV-betoging: “Vrouwen in de vuurlijn”

    18292847640_73b75f5804_zGisteren werd in Brussel betoogd tegen de gevolgen van het besparingsbeleid voor vrouwen. Terwijl de loonkloof nog steeds bestaat, treffen maatregelen zoals de beperking van de inschakelingsuitkering in de tijd, de verdere versterking van de flexibiliteit of nog de strengere pensioenregels vrouwen extra hard. De afbouw van de openbare dienstverlening vergroot de werklast binnen het gezin, wat eveneens vooral bij vrouwen terecht komt. De mantelzorg in ons land stemt overeen met 150.000 voltijdse jobs, werd recent nog berekend. Het gebrek aan middelen voor degelijke publieke gezondheidszorg verschuift een deel van de zorg dus naar het gezin en de familie. Met duurdere kinderopvang en hoger inschrijvingsgeld voor hogere studies, wordt ook de financiële druk op gezinnen opgevoerd, zonder dat er loonsverhogingen of zelfs gewoon een aanpassing van het loon aan de stijgende levensduurte tegenover staat.

    Kortom, redenen genoeg voor protest. Het ABVV hield gisteren een betoging tegen de gevolgen van het besparingsbeleid op vrouwen. LSP was uiteraard ook aanwezig, onder meer met dit pamflet. Hieronder een reeks foto’s door PPICS.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop