Tag: voedselprijzen

  • Om de prijzen te blokkeren, moeten we de productie controleren

    Edito door Nicolas Croes

    We zitten (voorlopig?) niet meer thuis vast door de pandemie. Toch kunnen veel mensen nog steeds nergens naar toe. Ze moeten zichzelf alles ontzeggen en kunnen zich niets permitteren. De geringste uitgave zorgt voor stress. Volgens een onderzoek van Le Vif hebben 4 op de 10 Belgen al moeten besparen op hun voeding. Eén op de tien bespaarde al op gezondheidszorg. Hoevelen kijken niet eerst naar hun bankrekening voor ze een afspraak maken? Een ander onderzoek, van Ipsos, RTL Info en Le Soir, stelt dat 29% van de Belgen vreest in armoede terecht te komen en 47% zegt al armer te zijn geworden.

    Dit zijn de cijfers. Daarachter schuilt een huiveringwekkende realiteit. Je hoeft niet ver te zoeken om die te vinden. Praat maar eens met een collega of buur die vrij heeft genomen van zijn werk omdat hij of zij de benzine of diesel niet kan betalen. Of kijk om je heen in de supermarkt als iemand aan de kassa beschaamd een karton melk moet laten staan.

    Het grootkapitaal klaagt ondertussen steen en been om de illusie te wekken dat het ook voor hen moeilijke tijden zijn. De situatie verslechtert zo snel voor iedereen, dat sommigen daarin trappen. Sommigen profiteren echter van de crisis of van de oorlog. Het kapitalistisch systeem is op maat gemaakt van diegenen die de economische touwtjes in handen hebben. Zij slagen er altijd in om rijker te worden. Zelfs indien het ten koste gaat van ellende voor de overgrote meerderheid van de bevolking.

    De winstmarges van de private niet-financiële bedrijven in ons land staan op een hoogtepunt. Door het uitbreken van de pandemie in 2020 waren deze gezakt tot 41%, maar vorig jaar stegen ze opnieuw tot 46,8%. Dat is ondertussen 10 procentpunten meer dan in 1996, toen de winstmarges 36% bedroegen. De Nationale Bank gaat ervan uit dat dit percentage in 2022 45% zal bedragen en de komende jaren licht afneemt tot 42% (2023) en 41% (2024). Dat is waarover de bazen nu al klagen. Het gaat overigens slechts om gemiddelden. Reuzen als Inbev (brouwerijsector), Engie (energie) of Puratos (bakkerijsector) breken al hun winstrecords. Dankzij de resultaten van Electrabel in 2021 werd meer dan 1,2 miljard euro overgemaakt aan het Franse moederbedrijf Engie. Voor dit jaar verwacht het bedrijf een nettoresultaat van 3,8 tot 4,4 miljard euro. Wie herinnert zich nog hoe de politici de liberalisering en privatisering van de energiesector destijds voorstelden als een manier om ‘de prijzen te doen dalen’?

    Noodsituatie vereist dringende maatregelen

    In deze situatie is het logisch dat er een roep is naar prijsblokkeringen. Blokkeer de prijzen, niet de lonen, zeiden veel betogers op 20 juni. In Frankrijk eisen Mélenchon, La France Insoumise en de linkse coalitie NUPES een bevriezing van de prijzen van eerste levensbehoeften. In ons land verzamelde de PVDA 100.000 handtekeningen voor een petitie die eist dat de brandstofprijzen op maximaal 1,4 euro per liter worden vastgeklikt. Daarvoor kijkt de PVDA naar de afschaffing van accijnzen die door de staat worden geïnd en naar een belasting op de overwinsten van de grote energiebedrijven. Terecht klaagt de PVDA het liberaliseringsbeleid vanaf de jaren 1990 aan. Helaas koppelt het dat niet aan een brede campagne om de nationalisatie van de sector te populariseren. Dat is nochtans een essentiële kwestie.

    Toen de linkse president Chavez in Venezuela de prijzen blokkeerde, gingen de grote bedrijven uit de voedings- en distributiesector op hun manier in staking. Ze weigerden nog de winkels te bedienen. De prijzen waren geblokkeerd, maar de schappen waren leeg. Venezuela is natuurlijk ver weg, maar de kapitalisten hier zullen niet anders reageren. Ze zullen er alles aan doen om de werkenden te laten opdraaien voor prijsblokkeringen. Dat kan door de lonen te verlagen of door te weigeren hun productie te leveren.

    Om de prijzen echt te kunnen controleren, moeten we de productie en distributie controleren. Dat kan enkel als de gemeenschap het in handen neemt. Niet om managers naar privaat model op de genationaliseerde sectoren los te laten, maar om democratisch met de werkende klasse een planning van productie en distributie op te maken. Dat is de enige manier om zowel de sociale als de ecologische noodsituatie aan te pakken.

    Verzet ernstig nemen

    De wanhoop heeft zich over een groot deel van de bevolking verspreid. Eén Belg op twee weet niet meer waar aan te kloppen voor meer koopkracht, zo blijkt de Grand Baromètre van Le Soir midden juni. Onder diegenen die een antwoord zoeken in collectieve actie, wordt vooral gekeken naar de vakbonden (22%) en niet zozeer naar de regeringen (15%) laat staan de bazen (4%). Dat was voor de grote betoging van 20 juni. Met een offensief actiefplan kan die 22% sneller stijgen dan de huidige inflatie. Het zou meteen de basis vormen om het privaat bezit van de productiemiddelen in vraag te stellen.

     

    Noodprogramma voor koopkracht

    • Betalen om naar het werk te gaan? Geen denken aan! Volledige vergoeding van de vervoerskosten.
    • Volledig herstel van de index met controle van de arbeidersklasse over de berekening en samenstelling ervan. Telkens wanneer de index wordt overschreden, moeten alle lonen en uitkeringen onmiddellijk worden verhoogd.
    • Breek de loonwet! Verhoog alle lonen met 2 euro per uur!
    • Verhoging van het minimumloon tot 15 euro per uur of 2470 euro bruto per maand en van het minimumpensioen tot 1700 euro.
    • Sociale uitkeringen boven de armoedegrens. Individualisering van de uitkeringen: deze mogen niet lager zijn als je met iemand samenwoont.
    • Tegen de onhoudbare werkdruk en voor werkgelegenheid: de 30-urige werkweek, zonder loonverlies, met compenserende aanwerving.
    • We hebben een massaal investeringsplan nodig om openbare diensten zoals openbaar vervoer, kinderopvang, onderwijs, gezondheidszorg uit te breiden en gratis te maken.
    • Voor onze portemonnee en voor een groene transitie: nationalisering van de hele energiesector!
    • Bevries alle huurprijzen. Voor de massale bouw van sociale woningen, zodat de vastgoedmarkt niet wordt overgelaten aan de grillen van huisbazen en speculanten. Voor een openbaar plan om gebouwen te renoveren en te isoleren, wijk per wijk.
    • De financiële sector in publieke handen, zodat de gemeenschap een overzicht krijgt van alle geldstromen en zodat de beschikbare middelen worden geïnvesteerd in wat sociaal en ecologisch noodzakelijk is.
    • Voor een democratisch geplande economie, democratisch socialisme.
  • Wereldwijde opstand tegen prijsstijgingen in de maak

    De wereldvoedselprijzen stijgen in een recordtempo. De Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN (FAO) voorspelt voor de komende maanden nog sterkere prijsstijgingen. In vele reeds zwaar getroffen landen wordt de situatie steeds nijpender. “Jemen staat voor ‘regelrechte catastrofe’ door toenemende honger,” waarschuwt de VN.

    Door Per Olsson (Rättvisepartiet Socialisterna, ISA in Zweden)

    Vandaag kennen meer dan 17,4 miljoen Jemenieten voedselonzekerheid. Nog eens 1,6 miljoen anderen “zullen naar verwachting de komende maanden in een noodsituatie van honger terechtkomen,” waarschuwde de VN op 14 maart. Sinds 2015 voert een door Saoedi-Arabië geleide coalitie een honger- en bombardementsoorlog tegen Jemen, gesteund door het Amerikaanse imperialisme.

    Stijgende voedselprijzen waren een belangrijke oorzaak van de zogenaamde ‘Arabische Lente’, de golf van revolutionaire bewegingen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten in 2011. Veel regeringen zijn nu bang voor nieuwe opstanden. Er waren al protesten tegen prijsstijgingen in onder meer Irak, Soedan, Kenia, Indonesië, Sri Lanka en Trinidad. Maar ook in Europa.

    Gevolgen van oorlog

    De oorlog in Oekraïne is een belangrijke factor waarom de prijs van voedsel en andere goederen stijgt. Oekraïne en Rusland zijn belangrijke voedselexporteurs. Zij leveren elk ongeveer 6% van het wereldmarktaandeel aan voedingscalorieën.

    Zowel Oekraïne als Rusland zijn belangrijke exporteurs van graan. Oekraïne is ook ‘s werelds grootste exporteur van zonnebloemolie en Rusland is één van ‘s werelds grootste producenten van kunstmest.

    De meest kwetsbare landen zijn die in het Midden-Oosten en Noord-Afrika die voor hun graanconsumptie bijna uitsluitend afhankelijk zijn van import en daarbij meer dan 10% van hun graan invoeren uit Oekraïne en Rusland. De landen met de hoogste inkomens die het meeste risico lopen, zijn Jordanië, Jemen, Israël en Libanon, schrijft de in Brussel gevestigde denktank Bruegel. Maar liefst 25 Afrikaanse landen importeren meer dan een derde van hun tarwe uit Rusland en Oekraïne, en 15 van hen meer dan de helft.

    Op 9 maart 2022 heeft Oekraïne vanwege de oorlog de export van graan en andere voedingsmiddelen verboden, terwijl Rusland is begonnen met een verbod op de export van graan.

    Ongeveer 80% van de tarwe die Libanon in 2020 importeerde, kwam uit Oekraïne. Brood en andere graanproducten zijn goed voor 35% van de calorie-inname van de bevolking. Egypte importeert meer dan de helft van zijn zonnebloemolie uit Oekraïne, en de regering had de subsidies voor zonnebloem- en sojaolie in juni 2021 al met 20% verlaagd in reactie op een stijging van de prijzen. Human Rights Watch merkte op 21 maart op: “De prijzen van essentiële voedingsmiddelen waren wereldwijd al aan het stijgen door verstoringen in de voedselvoorzieningsketen als gevolg van de pandemie en het conflict heeft daar volgens de FAO nog een schepje bovenop gedaan. Veel landen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika zijn vooral afhankelijk van Oekraïens graan en zaadolie, en kwetsbaar voor schokken in de voedselprijzen.”

    Protesten en stakingen in Soedan

    Half maart werden in Soedan de prijzen van brood en vervoer opnieuw verhoogd (de prijs van brood steeg van 35 naar 50 Soedanese ponden, of van vijf naar zeven eurocent, en de kosten van transport stegen met 50%), onmiddellijk gevolgd door stakingen en demonstraties tegen de prijsverhogingen en het militaire bewind. Er waren betogingen in de hoofdstad Khartoem en elders in het land. Op 13 maart begonnen spoorwegarbeiders in Atbara, de stad waar de Soedanese revolutie eind 2018 begon met protesten tegen voedselprijsverhogingen en ingetrokken subsidies, een staking voor onbepaalde tijd tegen de dictatuur en nieuwe maatregelen.

    Soedan importeert bijna al zijn tarwe uit Oekraïne en Rusland, en door de oorlog wordt de helft van de bevolking van het land bedreigd door honger.

    “Voor de staatsgreep [van oktober vorig jaar] kocht ik 20 broden voor 100 Soedanese ponden. Brood alleen kost me nu ongeveer 27.000 pond per maand, wat neerkomt op 90% van mijn salaris van ongeveer 30.000 pond,” zei een leraar die deelnam aan de onderwijsstaking tegen het militaire bewind en de ontberingen half maart tegen persbureau AFP.

    Kort voor de protesten in Soedan vonden in Zuid-Irak (9 maart) betogingen plaats tegen de prijsstijgingen en de hebzuchtige handelaars die van de gelegenheid gebruik maken om hun prijzen te verhogen om hun winsten te verhogen.

    In Egypte groeit de woede over de recente verhoging van de broodprijs met 50%. De nieuwe prijsstijgingen zijn een nieuwe klap voor de bevolking. “De klap kwam nadat de regering het volk al had opgezadeld met voortdurende prijsstijgingen, bevriezing van de lonen en de intrekking van subsidies. De regering had de subsidies voor elektriciteit, water en brandstof bijna afgeschaft en de voedselsubsidies in waarde en in aantal van de begunstigden verlaagd. Zij maakte zich ook op om de prijs van gesubsidieerd zemelenbrood (baladi) te verhogen na het gewicht ervan te hebben verlaagd.” (Midden-Oosten Monitor, 10 maart).

    Protesten tegen prijsverhogingen hebben ook plaatsgevonden in het door crisis geteisterde Sri Lanka, een land dat dicht bij een bankroet staat. Op maandag 21 maart hielden vakbonden in de hoofdstad van Indonesië een betoging tegen de prijsstijgingen en riepen op tot hogere subsidies voor voedsel en bakolie.

    Albanië wordt al meer dan twee weken opgeschrikt door aanhoudende betogingen tegen de stijgende prijzen en de corrupte regering. Betogers noemden de stijgende olie- en gasprijzen ‘absurd’ en ‘ondraaglijk’. In de hoofdstad Tirana hielden demonstranten voor het kantoor van de premier een spandoek met de tekst: “Weg met de regering van de oligarchen,” aldus BalkanInsight op 10 maart.

    Deze gebeurtenissen zijn van cruciaal belang en maken duidelijk dat de arbeidersklassebeweging zich dringend internationaal moet voorbereiden, om zichzelf aan het hoofd te stellen van nieuwe revolutionaire massabewegingen, gewapend met een socialistisch programma om een einde te maken aan verarming, oorlog en imperialisme. Sluit je vandaag nog aan bij ISA om deze taak te helpen volbrengen!

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop