Tag: vk2014

  • Politieke instabiliteit blijft. Strijd tegen neoliberale besparingsbeleid zal op straat gevoerd worden

    Analyse van de verkiezingsresultaten door het Uitvoerend Bureau van LSP.

    De economische crisis en het besparingsantwoord daarop doorheen het continent hebben de autoriteit van de Europese Unie en de gevestigde partijen verder ondermijnd. Dat bleek uit de resultaten van de Europese verkiezingen met een opkomst die erg laag blijft (43%) en een stevige score voor een brede waaier van Eurosceptische partijen. In die landen waar het verzet tegen het besparingsbeleid tot georganiseerde strijd leidde – voornamelijk in het zuiden van Europa – was er een vooruitgang van linkse krachten (onder meer Syriza in Griekenland, PCP in Portugal, IU en Podemos in Spanje en ook de ‘lijst Tsipras’ in Italië). Elders kwam het ongenoegen op een meer negatieve wijze tot uiting met sterke resultaten voor onder meer het FN (Frankrijk), UKIP (Groot-Brittannië), Deense Volkspartij,…

    De groeiende polarisatie onder druk van de crisis komt ook tot uiting bij de gevestigde partijen. In ons land leidt het tot een discussie over het model om structurele besparingen door te voeren. In zijn afscheidsinterviews stelde Jean-Luc Dehaene dat de volgende regeringen de ‘opportuniteit’ van enkele jaren zonder verkiezingen moeten gebruiken om hard het mes te zetten in de sociale verworvenheden. Geen besparingen met de kaasschaaf, maar met het botte mes. In de verkiezingscampagne werden verschillende nuances inzake besparingsritme voorgesteld. Die opties blijven ook na de verkiezingen overeind. Eén zaak staat vast: er komen besparingen op alle niveaus en daar zal strijd tegen nodig zijn.

    Economische realiteit even opzij geschoven

    Tijdens de verkiezingscampagne leek de economische crisis ondergesneeuwd. De meeste berichten hadden het over economisch herstel. Het einde van de tunnel was nog maar eens in zicht. Het herstel consolideren, zou wel een besparingsbeleid vergen om ‘onze’ concurrentiepositie te versterken. Dat dit ‘herstel’ enkel de rijksten nieuwe grote winsten oplevert, werd er niet bij verteld.

    Zonder een eenmalig verlies door een afschrijving van 9,7 miljard door GDF Suez, waren de Bel20 bedrijven goed voor 15,5 miljard euro winst in 2013. Daarvan werd 10 miljard euro als dividenden uitgekeerd aan de aandeelhouders. De toplui kregen 8,6% meer dan in 2012, voorzitters van Bel20 bedrijven vingen een gemiddelde vergoeding van 282.892 euro. De 1% rijksten in ons land zijn goed voor 12,63% van alle netto vermogen (de gezamenlijke waarde van alle onroerend en roerend vermogen min de uitstaande schulden) of evenveel als de 53% armsten. De 5% rijksten hebben evenveel vermogen als de 75% armsten.

    Een peiling toonde aan dat de gemiddelde Belg denkt dat de 20% armsten goed zijn voor 7,7% van het vermogen en de 20% rijksten voor 40,6%. In werkelijkheid gaat het om 0,17% en 61,2%. De kloof tussen arm en rijk is groter dan algemeen wordt aangenomen. De superrijken zijn rijker dan gedacht, de groep die moeite heeft om de eindjes aan elkaar te knopen is veel groter dan gedacht. Eén op de zeven Belgen is arm. Over een periode van vier jaar raakte bijna 30% van de Belgen al eens in armoede, 20% van de gepensioneerden heeft een inkomen onder de armoedegrens, 40% van de gehandicapten moet leven van een tegemoetkoming onder de armoedegrens,…

    Iedere verdere economische neergang trekt de levensstandaard van de meerderheid van de bevolking verder naar beneden. De kans op verdere neergang is reëel. Zelfs in de propaganda over het economisch herstel wijst men op complicerende factoren, zoals een gebrek aan investeringen, vertraging in de zogenaamde groeilanden en gevaren als gevolg van spanningen rond onder meer Oekraïne die de energieprijzen onder druk kunnen zetten. Economisch wanhopige tijden gaan gepaard met wanhopige propaganda.

    Traditionele partijen houden met moeite stand

    De wanhopige propaganda heeft een impact, maar het effect ervan neemt af. Dat bleek ook uit het Belgische verkiezingsresultaat. Na een laatste campagneweek met een enorm offensief tegen N-VA, heeft die partij de voorspelde tsunami alsnog gerealiseerd. Met 32% haalt N-VA een hogere score dan in de laatste peilingen en worden de resultaten van de gemeenteraadsverkiezingen geëvenaard (zelfs indien er hier en daar een beperkte achteruitgang was, zoals in de stad Antwerpen waar met De Wever en Homans van 37% in 2012 wordt terug gevallen op 34% en 32% voor de federale en regionale verkiezingen). De anti-N-VA campagne heeft deels een omgekeerd effect gehad. Dat is een indicatie van de aftakelende autoriteit van de drie traditionele politieke families.

    Langs Vlaamse zijde halen christendemocraten, liberalen en sociaaldemocraten samen ongeveer 48%. In 2010 haalden ze voor het eerst geen 50% meer. In vergelijking met 2010 houden ze stand, wat ze zelf als een grote overwinning voorstellen. Maar deze stabilisatie gebeurt op een historisch dieptepunt. De drie komen nipt aan een meerderheid in het Vlaams parlement (64 op 124 zetels) en onder de Nederlandstalige afvaardiging in de Kamer (45 van de 87 zetels). Langs Franstalige kant halen de drie traditionele politieke families nog 70% van de stemmen, maar ook dat neemt af. Verkozenen van FDF, PTB-GO en PP illustreren dat ook langs franstalige kant de draagkracht van de traditionele partijen aftakelt.

    Het verlies van de PS is beperkter dan voor de verkiezingen werd aangenomen. Dit verlies – in Brussel lichte winst en voor het Waals parlement ondanks lichte achteruitgang een zetel winst – was niet het resultaat van een links beleid. Na 25 jaar regeringsdeelname is de armoede toegenomen en zijn er meer werklozen. De 1% rijksten gingen erop vooruit, de overgrote meerderheid van de bevolking ging erop achteruit. Met de PS aan het stuur van de regering was het niet langer mogelijk om zich te verstoppen achter het argument dat het de schuld van het ‘rechtse Vlaanderen’ was. De dreiging van een regering onder leiding van N-VA was het enige argument waarmee de PS kon standhouden. De propaganda van N-VA over de keuze tussen een PS-model en een N-VA-model heeft ook de PS goed gedaan. De herinnering aan de politieke crisis van 2010 en het beeld dat ons land relatief ongeschonden uit de economische crisis is gekomen, speelden eveneens een rol in het oppeppen van de traditionele partijen.

    Onstabiliteit van de alternatieven

    De resultaten zijn minder voorspelbaar en er zijn soms opmerkelijk grote verschuivingen met nieuwe partijen die een snelle opmars en neergang kennen. Tien jaar geleden, met de regionale verkiezingen van 2004, kende het Vlaams Belang een electoraal hoogtepunt met 24,15%. Nu haalt het VB nog amper drie Kamerzetels (2 in Antwerpen en 1 in Oost-Vlaanderen). Lijst Dedecker ging bij deze verkiezingen volledig kopje onder, terwijl het in 2008 nog tot 15% scoorde in de peilingen.

    N-VA plaatst zich tot op zekere hoogte in dit rijtje, zonder dat het besmet is met het neofascistische karakter van het VB of het ego-avonturisme van Dedecker, zelfs indien er in de marge elementen hiervan aanwezig zijn. Wat deze formaties gemeen hebben, is dat ze inspelen op een breed ongenoegen. Ook op Europees vlak kwam dit tot uiting in sterke scores voor diverse extreemrechtse en rechts-populistische krachten.

    Op basis van collectieve strijd zal het klassenbewustzijn verscherpt worden en zal de ruimte voor een echt alternatief in de vorm van een massale arbeiderspartij met een socialistisch programma vergroten. Ondertussen moeten we afrekenen met een breed spectrum van allerhande populistische formaties die gedurende zekere tijd de bovenhand kunnen halen met hun individuele ‘oplossingen’ of zogenaamde ‘anti-establishment’-imago.

    Tegen deze achtergrond is een terugkeer van het Vlaams Belang of een gelijkaardige formatie niet uitgesloten. In de huidige vorm wordt dat wellicht moeilijk, de partij valt terug op drie Kamerzetels, zes Vlaamse verkozenen, één Brusselse verkozene en bijzonder nipt een Europese zetel voor voorzitter Annemans. Meer dan de helft van het personeel van de partij zal op straat staan. In zijn bastion Antwerpen haalt het Vlaams Belang nog 7% en moet het voor de Kamer zes en voor het Vlaams parlement vijf andere partijen laten voorgaan.  In een poging om alsnog in het middelpunt van de belangstelling te staan, ging vooral Dewinter over tot scherpe provocaties in de campagne. Het zou verkeerd zijn om te denken dat het negeren van racistische provocaties zal leiden tot het verdwijnen ervan. Dat drie Griekse neonazi’s in het Europees Parlement verkozen raakten, kan als waarschuwing tellen. Met hoe meer  provocaties Dewinter weg komt, hoe verder hij en zijn troepen zullen gaan.

    Dat er ruimte is voor extreemrechts blijkt ook langs Franstalige kant. De rechts-populistische Parti Populaire van Modrikamen haalt een verkozene in de Kamer en in het Waals parlement. In Charleroi haalt de PP 7% terwijl de reactionaire beroepsprovocateur Laurent Louis er met zijn ‘Debout les Belges’ 5% haalt en het door het Vlaams Belang opgezette ‘Faire Place Nette’ 3,5%. Laurent Louis kreeg volk op de been voor zijn meetings ondanks het agressieve antisemitische karakter van zijn campagne. Het gevaar van antisemitisch geweld bleek overigens nog aan de vooravond van de verkiezingen met een bloedige aanslag in het Joods museum in Brussel waarbij vier doden vielen.

    Extreemrechts afschrijven of de strijd ertegen opgeven, is niet aan de orde van de dag. Het gevarieerder karakter van de extreemrechtse en populistische formaties vereist een degelijke analyse die een correcte inschatting maakt van het gevaar – het volstaat niet om iedereen zomaar als fascist af te doen – en daaraan gekoppeld een actieve mobilisatie rond een sociaal programma om de voedingsbodem van deze formaties aan te pakken.

    Groene winst en verlies

    Ecolo werd zwaar afgestraft in deze verkiezingen. De regeringsdeelname op regionaal niveau heeft de partij geen goed gedaan. De campagne van de PS voor een nuttige stem om de N-VA te stoppen evenmin. Bovendien was er ter linkerzijde een concurrent in de vorm van de PTB. Ecolo verliest de helft van zijn Brusselse zetels, 10 van de 14 Waalse zetels en 2 van de 8 Kamerzetels.

    Langs Nederlandstalige kant kende Groen wel vooruitgang. De partij profileerde zich als linkse oppositiepartij met nadruk op sociale thema’s zoals de lange wachtlijsten in de sociale sector. Het partijprogramma was dan wel niet erg links, het profiel van Groen was dat wel. Bovendien kon de partij gebruik maken van de sterke acties rond de Antwerpse mobiliteitsproblemen. Anderzijds maakte Groen-voorzitter Van Besien meteen duidelijk dat hij wil meeregeren. Na deze vooruitgang kan hij blijkbaar niet snel genoeg de ervaring van Ecolo in het Brusselse en Waalse parlement achterna gaan.

    Vooruitgang voor radicaal links

    Met 2 zetels in de Kamer, 2 in het Waals parlement en 4 in het Brussels parlement heeft PVDA/PTB niet het door de hoge peilingen gecreëerde verwachte resultaat behaald. Vooral in Antwerpen werd meer verwacht, maar eindigde de partij van Peter Mertens op een zucht van de kiesdrempel. Met scores van 11,5% in Luik en 8,7% in Charleroi, waar PVDA telkens de derde partij is na PS en MR, of 8,9% in Antwerpen en 4,9% in Gent heeft PVDA wel opmerkelijke scores neergezet waarbij ook in vergelijking met de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 vooruitgang werd geboekt.

    Ondanks een professionele campagne en nooit geziene toegang tot de media, had de PVDA in de laatste dagen van de campagne moeite om overeind te blijven, laat staan om de thema’s van de verkiezingen te bepalen. De druk van een nuttige stem tegen de N-VA en de pogingen van alle partijen om zich sociaal voor te doen, hebben ongetwijfeld een rol gespeeld. Anderzijds tonen de resultaten aan dat er links van de sociaaldemocratie en de groenen ruimte is. Het was in dat kader dat wij voorstelden om eenheidslijsten met een naam als PVDA-Eenheid op te stellen of om kandidaten op PVDA+/PTB-GO te plaatsen. Jammer genoeg werden die voorstellen afgewezen en was er in Brussel zelfs geen bereidheid tot lijstverbinding. Nochtans weet iedere syndicalist dat je in een strijd sterker staat als je alle militante krachten mee betrekt.

    We hopen dat de 8 verkozenen van PVDA mee het publieke debat naar links zullen trekken en een rol zullen spelen in de opbouw van het straatverzet tegen het neoliberale beleid. Een politieke stem kan immers niet losgekoppeld worden van sociale strijd. We hopen dat de PVDA met haar verkozenen voluit zal gaan voor het versterken van de acties tegen het besparingsbeleid en zich niet laat afremmen door ‘linkse samenwerking’ met de sociaaldemocratie en de groenen. Onze roep naar een front van verzet tegen de besparingen blijft overeind, na deze electorale vooruitgang is PVDA goed gepositioneerd om daar een centrale rol in te spelen.

    In Brussel namen wij aan de verkiezingen deel met Gauches Communes. We voerden vooral in Sint-Gillis een politiserende campagne met inhoudelijke pamfletten. Het behaalde resultaat is erg bescheiden, voor de Kamer haalden we in Sint-Gillis 1,12%. De druk voor een ‘nuttige stem’ uitte zich niet alleen in het resultaat van de PS maar ook in dat van PTB-GO. Onze politiserende campagne heeft er ongetwijfeld toe bijgedragen dat het totale resultaat van de radicale linkerzijde in Sint-Gillis de hoogste van alle Brusselse gemeenten is.

    Welke regering er ook komt, besparingen komen eraan!

    Vlak voor de stembusgang verschenen de eerste analyses van economische denktanks over het gevaar van aanhoudende politieke crisis. De Tijd titelde “Londense City vreest voor Belgische politieke impasse” (21.5). In het artikel werd de vrees voor een herhaling van een ellenlange regeringsvorming geuit.

    De voorkeur van De Wever en delen van het patronaat bij VOKA gaat ongetwijfeld naar een harde rechtse meerderheid rond N-VA in Vlaanderen. Maar een dergelijke regering haalt geen meerderheid langs Franstalige kant en bovendien zou CDH hiervoor van de PS moeten losgekoppeld worden. De Wever droomt van een regering zoals die van Martens in de jaren 1980 en rekent erop dat dit vandaag ook zonder steun van één van de twee grote vakbonden kan. De poging om een dergelijke regering op de been te krijgen, maakt weinig kans. De meer vooruitziende elementen van de burgerij stellen wellicht meer vertrouwen in een stabiele tripartite, desnoods met een Vlaamse regering waar N-VA wel inzit en na een periode waarin De Wever moet bewijzen dat hij geen rechtse regering op de been kan krijgen. De PS gaat voor een tripartite en gaat eerder voor het model van de regering-Dehaene met zijn Globaal Plan.

    Welke regeringen we ook krijgen, we gaan naar harde besparingen. Daar zijn alle gevestigde partijen het over eens. Zij lijken daar overigens beter op voorbereid te zijn dan de arbeidersbeweging. De banden tussen de vakbondsleiders en de besparingspartijen hebben ons de afgelopen jaren niets opgeleverd, het neoliberale beleid werd niet gestopt. Dat leidt tot demoralisatie en het zet de mogelijkheid van collectieve strijd voor vooruitgang op het achterplan, wat ruimte laat voor andere ‘oplossingen’. Als we de aanvallen niet bestrijden met een democratisch beslist oplopend actieplan dat vertrekt van een brede informatie- en mobilisatieronde, dan zullen we de besparingen niet kunnen stoppen, maar dreigen ook de electorale mogelijkheden voor rechts en extreemrechts nog te groeien.

    Het zou verkeerd zijn te denken dat een derde van de Vlamingen overtuigd is van een hard neoliberaal en repressief besparingsbeleid, voor velen was het een foertstem tegen het establishment. Dat is geen verrechtsing maar een groeiende afkeer tegenover de huidige gang van zaken, evenwel zonder duidelijkheid over hoe het dan wel beter kan. In de laatste week van de campagne benadrukten ook de Vlaamse partijen plots hun ‘sociaal’ karakter met verzet tegen aanvallen op de index en de beperking van de uitkeringen in de tijd tegenover N-VA, maar ook die laatste partij benadrukte plots dat het de laagste pensioenen zou verhogen en ontkende in alle toonaarden het asociale karakter van zijn programma.

    Het potentieel voor een sterk verzet op straat is aanwezig. Dat zagen we de afgelopen weken reeds met de onverwacht grote mobilisaties voor de overkapping van de Antwerpse ring. Het gaat nog om acties waarbij er verwarring is over de exacte eisen en actiemethoden, maar het massale karakter ervan is een trendsetter.

    Doorheen strijdbewegingen kunnen we kiezers van N-VA overtuigen. Wie anders dan de linkerzijde kan immers een consequent alternatief op het huidige besparingsbeleid naar voor brengen? Waar links dit op offensieve wijze deed – zoals de campagne van Syriza voor een linkse regering in 2012 – leverde het uitstekende electorale resultaten op. Maar als we de offensieve perspectieven niet onderbouwen met een consequent programma van socialistische maatschappijverandering, komen we er ook niet.

    De uitdagingen voor de arbeidersbeweging zijn groot. De burgerij zal nu maneuvreren om na te gaan hoe ze het beste een besparingsbeleid kan voeren, met de harde hand of iets zachter. Laat ons niet wachten om ons verzet te organiseren!

     

     

    [divider]

    Model-Martens: besparen zonder sociaaldemocraten

    Na een periode van politieke crisis tussen 1978 en 1981 werd een compromis gesloten om met de roomsblauwe regering van Martens en Gol een besparingsbeleid te voeren dat werd getolereerd door het ACV, met wiens topman Jef Houthuys alles werd doorgepraat in Poupehan. De Belgische frank werd gedevalueerd en er waren verschillende indexsprongen. Toen de nieuwe begrotingsminister Verhofstadt in 1986 met een nieuw hard besparingsplan ter waarde van 3,5 miljard euro kwam, werd het moeilijk voor het ACV om de troepen te blijven stoppen.

    Bij de ambtenarenacties van 1983 stond het ABVV er nog alleen voor, het verzet tegen het Sint-Annaplan in 1986 dreigde zo massaal te worden dat de druk op het ACV onhoudbaar werd. Op een nationale ABVV-betoging op 31 mei 1986 waren er 250.000 aanwezigen. ACV-topman Houthuys stuurde ‘da joenk’ Verhofstadt wandelen.

    Het harde neoliberale beleid van de rooms-blauwe regeringen zorgde ervoor dat de lonen met gemiddeld 12 tot 15% afnamen, de uitkeringen zelfs met 20%. Tegelijk stegen de bedrijfswinsten met 57%. Na de val van de regering, officieel rond de communautaire kwestie, volgde een nieuwe crisis waarna er een regering met sociaaldemocraten kwam.

    Model-Dehaene: besparen met sociaaldemocraten

    Na het verdwijnen van rooms-blauw in 1987 werden de sociaaldemocraten ingeroepen om mee te besparen. De economische situatie gaf wat ademruimte om dit voor te bereiden. In 1993 sloeg Dehaene toe met zijn Globaal Plan. Onder druk van onderuit werd dit beantwoord met de grootste algemene staking sinds 1936.

    Het Globaal Plan maakte deel uit van het Europese besparingsbeleid dat door het verdrag van Maastricht werd opgelegd. Christendemocraten en sociaaldemocraten maakten een besparingsplan van – zo blijkt achteraf – 500 miljard frank (12,5 miljard euro). Dat gebeurde onder meer door de index aan te passen (met de invoering van de gezondheidsindex) en met een loonstop.

    De vakbondsleiding deed amper iets met de woede aan de basis en liet zich eerder leiden door onderlinge tegenstellingen. Het bleef bij een eenmalige actie, ondanks het enorme potentieel. In het parlement stemden alle christendemocraten en “socialisten” voor het Globaal Plan, een toiletpauze op dit cruciale ogenblik kostte Dirk Van der Maelen nadien wellicht meer dan één ministerpost. De beweging tegen het Globaal Plan stierf een stille dood.

    En vandaag?

    Bij het overlijden van Jean-Luc Dehaene werd meermaals naar zijn ‘model’ verwezen. De Wever had het zowel over de jaren 1980 en de regeringen-Martens als over het Globaal Plan. Hij stelde dat men in de tijd “nog beslissingen durfde te nemen” en verwees naar de “drie indexsprongen en het Globaal Plan.” Beide modellen bevatten een besparingsbeleid, het ene al wat sneller en brutaler dan het andere. De Wever grijpt terug naar ‘da joenk’ Verhofstadt toen die nog als ‘baby-Thatcher’ bekend stond. De PS kijkt liever naar het staatsmanschap van Dehaene en diens roomsrode ‘Globaal Plan’. Deze discussie gaat over het ritme van de aanvallen, niet over de besparingen zelf.

  • Verkiezingen. Stem radicaal links in het parlement!

    Vandaag trekken we naar de stembus voor de regionale, federale en Europese verkiezingen. Hieronder enkele verwijzingen naar artikels die we in het kader van deze verkiezingen publiceerden en onze stemoproep.

    [divider]

    Analyses van de kiesprogramma’s

    [divider]

    Onze oproep: links versterken!

    [divider]

    Blijf op de hoogte van onze standpunten en analyses. Schrijf je via onderstaand formulier in op onze wekelijkse nieuwsbrief of neem contact met ons op om zelf actief te worden!

  • CGKR vergist zich door provocatief racisme VB te negeren

    Standpunt van de antiracistische campagne Blokbuster

    Het aantal provocaties door het Vlaams Belang stapelt zich op. In een wanhopige zoektocht naar aandacht gedragen partijkopstukken zich als weerbarstige pubers die uitpakken met schokkende computerspelletjes, strips en schandalige uitspraken. Terwijl het politieke establishment zich uitspreekt tegen blanco-stemmen omdat niets doen geen oplossing zou zijn, wordt voor extreemrechts deze redenering wel gevolgd. Op dat vlak zou niets doen plots wel een antwoord vormen.

    “Het Vlaams Belang aanklagen? Dat cadeau gaan we hen niet doen”, verklaarde Jozef De Witte van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding (CGKR). Blijkbaar wil het CGKR enkel optreden als het VB electoraal hoge toppen scheert. Op een ogenblik dat het minder gaat, zou het vervolgen van het racisme van die partij plots onnodige aandacht aan hen geven. Met deze redenering wekt De Witte de indruk dat de vorige vervolging van het toenmalige Vlaams Blok louter ingegeven was door electorale doeleinden en niet door het racisme dat aan de oorsprong van de klacht lag. Het ondermijnt ook de mogelijkheid om later nog ernstig genomen te worden bij klachten. Of denkt De Witte echt dat racistische vooroordelen samen met de electorale neergang van het Vlaams Belang verdwijnen?

    Het negeren van extreemrechts was een voorstel dat ook in de electorale hoogdagen van het Vlaams Blok en Vlaams Belang enige aanhang kende. Wij hebben ons daar steeds tegen verzet. Het is niet door te doen alsof iets er niet is, dat het daarom niet bestaat. De struisvogeltactiek kan extreemrechts enkel versterken. Als de ene provocatie passeert, kan een volgende een stap verder gaan. Vandaag blijft het misschien beperkt tot computerspelletjes, strips en uitspraken. Maar als dit zonder antwoord blijft, kan het morgen escaleren tot straatgeweld. Dat hebben we met Blokbuster in de jaren 1990 overigens zelf fysiek ondervonden. We zullen antiracisten toch niet voorstellen om zich een tweede keer aan dezelfde steen te stoten?

    Over de vraag of het bestrijden van extreemrechts en racisme via juridische weg moet, hebben wij onze twijfels. We hebben altijd voorgesteld om op straat te mobiliseren en in discussies de noodzaak van eenheid onder alle onderdrukten naar voor te brengen als antwoord op de voedingsbodem voor racistische vooroordelen. Collectief klachten indienen kan wel een mobiliserend effect hebben, dat zagen we in Nederland met de vloedgolf van klachten na de uitspraken van Geert Wilders toen die stelde dat hij ‘minder Marokkanen’ wilde.

    In deze campagne kwam het Vlaams Belang met verschillende provocaties. Dewinter probeerde een graantje van de controverse rond Geert Wilders mee te pikken en lanceerde een computerspelletje waarbij de opdracht eruit bestond om zoveel mogelijk Marokkanen, moskeeën en gevestigde politici neer te meppen. Tegen dit spel werden minstens een zeventigtal klachten ingediend, in de nasleep van de golf van klachten tegen Wilders in Nederland. Jozef De Witte verklaarde over deze klachten meteen: “Het is maar de vraag of wij als centrum het algemeen belang dienen door er meteen een gerechtelijk gevolg aan te geven. Het gaat immers duidelijk om een provocatie die bedoeld is om aandacht te trekken in verkiezingstijd.” Hij wees er ook op dat een klacht op basis van één incident niet zou volstaan.

    Maar ook bij de volgende incidenten bleef hij verklaren dat een klacht behandelen niet opportuun was omwille van de verkiezingstijd en de aandacht die het VB hiermee zou kunnen krijgen. In een schandalige folder van het VB in Antwerpen wordt teruggegrepen naar de stijl die deze partij in de jaren 1980 hanteerde. De folder bevat een stripverhaal waarbij alle inwoners van Antwerpen, met uitzondering van de VB’ers uiteraard, worden voorgesteld als extremistische moslims die klaar staan om naar Syrië te vertrekken, druggebruikers en criminelen. Platter dan dit is moeilijk. Ook deze folder leidde tot klachten bij het CGKR. Jozef De Witte: “Wij zijn daar inderdaad ook over gecontacteerd. Bon, dit is poging nummer zoveel om de aandacht op zich te vestigen.” En nog: “Het Vlaams Belang aanklagen? Dat cadeau gaan we hen niet doen.”

    Op de slotmeeting van het Vlaams Belang stelde kopstuk Dewinter, die zelf steeds grijzer wordt, dat niet de vergrijzing het probleem is, “maar de verbruining”. Met deze retoriek zitten we terug in de jaren 1980 en 1990 toen het Vlaams Blok uithaalde naar ‘die bruine mannen’.. Over de speculanten en andere bankiers die ons meesleurden in een diepe crisis, wordt met geen woord gerept. Maar wie een foute huidskleur heeft, die zou een probleem vormen. Het geeft aan waar de prioriteiten van het VB liggen. Als dit geen racisme is, discriminatie op basis van huidskleur, wat is het dan wel?

    Het klopt dat het Vlaams Belang in een defensieve positie zit en naar aandacht zoekt op basis van provocaties. Daar niet op reageren, leidt enkel tot nieuwe provocaties die telkens een stap verdergaan. Het is een aanmoediging voor die VB-militanten die heimwee hebben naar de tijd dat ze letterlijk als straatvechters naar voor kwamen. Het is bovendien een illusie te denken dat de electorale neergang van het Vlaams Belang een einde maakt aan het potentieel voor extreemrechts. Bij de Europese verkiezingen van komende zondag dreigt een recordaantal extreemrechtse kandidaten verkozen te worden, van Griekse neonazi’s (en mogelijk voor het eerst ook een Duitse neonazi van de NPD) tot Nederlandse en Britse populisten en alles wat daar tussenin zit. Zullen we dat dan ook maar negeren?

    Neen, het negeren van extreemrechts en van racisme is geen optie. Het naar voor schuiven van antwoorden erop en actieve mobilisatie om iedere escalatie van hun provocaties meteen een halt toe te roepen, is de beste antifascistische strategie.

  • Een consequente linkse stem is een nuttige stem

    In Brussel neemt LSP deel aan de kiescampagne van Gauches Communes. We roepen alle Brusselse lezers op om voor de Kamer en het Brussels parlement op Gauches Communes (lijstnummer 29) te stemmen. Hieronder een vertaling van een pamflet van Gauches Communes dat momenteel in Brussel wordt verspreid.

    Na 25 mei, een front van verzet tegen de besparingen!

    Een radicaal plan van publieke investeringen! Voor scholen, sociale huisvesting, degelijke jobs en meer koopkracht!

    anja
    Anja Deschoemacker, lijsttrekker van Gauches Communes voor de Kamer in Brussel

    Het herstel van de economie is afgekondigd, maar enkel de rijken halen er voordeel uit. In 2013 maakten de grote bedrijven in ons land 11 miljard euro winst, dat is een stijging met 20% op een jaar tijd. Hun toplui kenden zichzelf lonen toe die 30 tot 200 keer zoveel zijn als die van een gewone werkende. Een topmanager van een groot bedrijf verdiende gemiddeld 2,2 miljoen euro in 2013, een stijging van 11% op een jaar tijd! Om de winsten te maximaliseren, wordt niet geaarzeld om te herstructureren en af te danken waardoor duizenden gezinnen op straat staan. Op vier jaar tijd verdwenen 100.000 jobs, het aantal werklozen is opgelopen tot 600.000. De gevestigde partijen hebben het patronaat gesteund door bijna 20 miljard euro aan fiscale cadeaus en loonlastenverlagingen toe te kennen en door de speculatieve schulden van de banken voor 35 miljard euro op te vangen.

    Wij betalen de rekening

    Deze transfert van middelen van de gemeenschap naar de rijksten wordt door ons betaald. Een verhoging van de pensioenleeftijd en vermindering van de lonen en werkloosheidsuitkeringen op federaal vlak, verhogingen van de tarieven voor openbaar vervoer en afbouw van de sociale huisvesting op gewestelijk niveau, een totaal gebrek aan investeringen in de nodige scholen op gemeenschapsniveau,… In deze crisistijden komt het beleid van de gevestigde partijen (met inbegrip van PS en Ecolo) neer op een versnelling van het neoliberale beleid van de laatste 30 jaar. De sociale ongelijkheid was nooit zo groot in ons land, het totale vermogen van de 1% rijksten overtreft dat van de 60% armsten.

    Radicaal plan van publieke investeringen!

    Gauches Communes verdedigt een programma dat beantwoord aan de sociale behoeften van de bevolking: de bouw van 60.000 nieuwe kwaliteitsvolle sociale wooneenheden in Brussel en 79 nieuwe scholen, gratis en degelijk openbaar vervoer, een nationale gezondheidsdienst. Een dergelijk radicaal plan van publieke investeringen zou toelaten om tienduizenden goede jobs te creëren. Is dat niet realistisch? Voor diegenen die ons verder willen laten betalen voor de crisis van de bankiers en speculanten niet. De middelen die we nodig hebben moeten we zoeken bij de elite van superrijken.

    Een stem links van de PS, versterkt dat rechts?  

    Neen, integendeel! Het laat ons toe om opnieuw een linkse stem in het politieke debat te laten horen. In de 30 jaar dat de PS aan de macht is, heeft die partij vooral aangetoond dat ze een belangrijke troef is om een rechts beleid aan de bevolking verkocht te krijgen. Het leugenachtige argument van ‘het minste kwaad’ wordt niet meer aanvaard. Peilingen wijzen op een sterke vooruitgang voor de echte linkerzijde, en vooral voor de meest zichtbare component ervan, de PVDA.

    Die steun voor links had aanzienlijk kunnen versterkt worden met een echte eenheid, met vrijheid van discussie en eenheid in actie naar het voorbeeld van wat het ABVV van Charleroi en Zuid-Henegouwen had voorgesteld en met de PVDA als centrale kracht. Het is in die zin dat Gauches Communes had voorgesteld om met kandidaten deel te nemen aan de lijsten PTB-GO, wat de PTB/PVDA weigerde. Wij denken dat dit een fout was.

    Maar wat voor velen onbegrijpelijk is, is de weigering van PTB/PVDA om een lijstverbinding met Gauches Communes voor de verkiezingen voor het Brussels parlement aan te gaan, terwijl wel een akkoord werd gesloten met Pro-Bxl, de Piratenpartij en de BUB. Er zijn nochtans veel meer politieke gelijkenissen tussen ons dan met die andere lijsten. De lijstverbinding laat een onderlinge overdracht van stemmen toe, ons voorstel aan de PTB/PVDA was erop gericht om versplintering te vermijden zodat linkse verkozenen behaald worden.

    Een echte herverdeling van de rijkdom

    De eisen van de PTB/PVDA blijven beperkt. Een miljonairstaks en verlaging van BTW op energie bijvoorbeeld, zijn interessante voorstellen maar kunnen door het patronaat omzeild worden met een kapitaalvlucht in het ene geval of met een uitstel van de indexaanpassing van de lonen in het geval van de BTW-verlaging.

    Een echte herverdeling van de rijkdom is mogelijk. Dat kan door de weigering om de publieke schulden af te betalen, de jaarlijkse interesten op die schulden lopen al op tot meer dan 1.200 euro per Belg. Het is mogelijk door de banken te nationaliseren om een publieke financiële sector te creëren die democratisch wordt beheerd en die goedkope leningen aanbiedt en ons spaargeld veilig beheert. Het is mogelijk door de sleutelsectoren van de economie te nationaliseren onder democratische controle en beheer van de gemeenschap. Dat vereist maatschappijverandering, zodat de economie niet meer gebaseerd is op de winsthonger en de hebzucht van de elite, maar op de behoeften van de bevolking.

    Alle gevestigde partijen zeggen dat ze de loonlasten willen aanpakken. Ze willen dus onze lonen en bijdragen aan onder meer de sociale zekerheid verminderen. Er wacht ons na de verkiezingen een ware lawine aan besparingen. Er zal nood zijn aan een front van verzet dat de verschillende consequente linkse krachten, strijdbare syndicalisten en sociale bewegingen verenigt om te bouwen aan een krachtsverhouding die we afdwingen doorheen sociale strijd.

  • PVDA+. Sterke kritieken op kapitalisme, zwijgen over socialisme

    pvdaraoulIn onze reeks over de verkiezingsprogramma’s van de partijen gaan we vandaag in op dat van PVDA+ en pikken we er enkele elementen uit. Net als bij de andere partijen gaan we niet op alle voorstellen in, ook dit programma telt 104 pagina’s waardoor een artikel van een drietal bladzijden geen volledig overzicht kan bieden.

    In Vlaanderen roepen we op om voor deze partij te stemmen, een voorstel van LSP-kandidaten op de lijsten werd door PVDA+  geweigerd. Eén van de redenen voor die weigering is het feit dat wij niet aarzelen om onze kritieken op het programma van PVDA+ te brengen. Ons enthousiasme voor het perspectief van de eerste verkozenen links van de sociaaldemocratie en de groenen sinds begin jaren 1980 is  geen blind enthousiasme, onze kritieken zijn erop gericht om het potentieel te versterken. En deze kritieken nemen niet weg dat we het met veel elementen in het programma eens zijn. Overigens gaat het om kritieken die ook zonder onze aanwezigheid leven onder militanten en leden van PVDA+.

    Het terechte vertrekpunt van het programma van PVDA+ is de toenemende ongelijkheid met enerzijds een kleine groep superrijken die ook in crisistijden rijker wordt, terwijl anderzijds een groeiende groep van de meerderheid van de bevolking moeite heeft om rond te komen. In zijn inleiding verwijst Peter Mertens naar een uitspraak van de utopische socialist Fourier: “In de burgerlijke samenleving spruit de armoede van de ene voort uit de rijkdom van de andere.” Even terzijde: naar Marx wordt nergens in het programma verwezen. De ambitie van PVDA+ wordt omschreven als in het parlement geraken om daar een andere stem te laten horen en “de unanimiteit van het marktdenken te doorbreken.” Dat zou inderdaad een stap vooruit zijn, maar de ambitie van de linkerzijde moet toch iets groter zijn dan enkel gehoord te worden in de parlementen? We willen toch een andere samenleving en een einde maken aan het doodlopende straatje van het kapitalisme? Verkozen posities kunnen een belangrijke bijdrage zijn in de uitbouw van een krachtsverhouding om die strijd te voeren. Want uiteindelijk is het door de mobilisatie en organisatie van de werkende bevolking dat verandering kan bekomen worden.

    Het eerste punt in het verkiezingsprogramma van PVDA+ is de strijd tegen armoede. De vaststellingen zijn en blijven schokkend: één op de zeven Belgen is arm, over een periode van vier jaar raakte bijna 30% van de Belgen al eens in armoede, 20% van de gepensioneerden heeft een inkomen onder de armoedegrens, 40% van de gehandicapten met een tegemoetkoming leven onder de armoedegrens,… PVDA+ wijst onder meer op de gezondheidskosten, gebrek aan sociale huisvesting en de stijgende energieprijzen als factoren die de toenemende armoede aanwakkeren. Er wordt terecht vastgesteld dat de regering van strijd tegen armoede geen prioriteit heeft gemaakt, maar integendeel maatregelen neemt die de armoede doen toenemen. Zo wordt gewezen op de beperking van de inschakelingsuitkering in de tijd waardoor tot 55.000 mensen vanaf 1 januari hun uitkering dreigen te verliezen of de versnelde degressiviteit van de uitkeringen. Wie wel werk heeft, krijgt steeds meer te maken met lage lonen en onzekere jobs naar Duits model. Samen met de afbouw van de koopkracht en de openbare diensten versterkt dit de armoede.

    Als antwoord stelt PVDA+ voor om alle uitkeringen tot de Europese armoedegrens (van 1.000 euro per persoon) op te trekken, de 1,5 miljard euro dat dit kost kan gevonden worden bij de notionele intrestaftrek of de waanzinnige 6 miljard die de regering wil uitgeven aan nieuwe gevechtsvliegtuigen. Een pensioen van 1.000 blijft natuurlijk erg laag, misschien hadden de cijfers iets hoger mogen liggen met bijvoorbeeld een minimale werkloosheidsuitkering van 1.200 euro en een minimumpensioen van 1.500 euro?

    Werkloosheid aanpakken in plaats van de werklozen, is een terechte eis. Maar vervolgens wordt dit beperkt tot het intrekken van de aanvallen op werklozen en “programma’s voor begeleiding waarin respect getoond wordt voor de werklozen en voor hun streefdoelen en problemen.” Niets op tegen, maar waarom worden geen eisen gesteld om de werkgelegenheid effectief te vergroten, bijvoorbeeld door een collectieve arbeidsduurvermindering zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen of door een massaal programma van publieke investeringen om tekorten inzake onderwijs, sociale huisvesting, gezondheidszorg,… aan te pakken?

    Enkel naar de noodzaak van zo’n massaal programma van publieke investeringen wordt verwezen. Dat gebeurt met de eis van 200.000 sociale wooneenheden, de eis van 10.000 tot 20.000 bijkomende personeelsleden in de zorg of de eis om minstens 40 rusthuizen per jaar te bouwen. De partij wil 3 miljard uittrekken voor jobs in de publieke sector en 2 miljard voor een herfinanciering van het onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek. PVDA+ komt op voor sterkere openbare diensten en meer middelen voor onderwijs (7% van het BBP).

    Het idee van arbeidsduurvermindering zoals van de 32-urenweek komt spijtig genoeg niet meer voor in het programma van PVDA+. In het hoofdstuk over werk wordt wel gesproken over een “betere verdeling van het werk”, maar dat wordt beperkt tot “op de eerste plaats een betere verdeling tussen de generaties waarbij ouderen het werk kunnen doorgeven. Maar ook door een verdeling van de productiequota tussen de verschillende sites van eenzelfde multinational in plaats van een aantal sites te sluiten en een andere site dan weer een hels ritme op te leggen.”

    De vele collectieve afdankingen zitten zoals PVDA+ opmerkt ingebakken in het systeem. “De crisis van overproductie werd tijdelijk ondergesneeuwd door financiële bubbels. Toen die uiteenspatten, kraakte het systeem in zijn voegen. Crisissen zitten ingebakken in het kapitalistische systeem.” Er wordt dan ook terecht vastgesteld dat het kapitalisme geen antwoord biedt op de vraag naar werk. Maar de eisen treden niet buiten de krijtlijnen van het huidige systeem. Zo wordt gepleit voor een wet-Inbev met een verbod op collectieve afdankingen bij “bedrijven die dividenden uitkeren.” De sanctie hierop is evenwel beperkt: “Een bedrijf dat zich niet aan deze wet houdt, moet alle toegekende fiscale en sociale lastenverlagingen en alle openbare steun onmiddellijk terugbetalen.” In de gevallen van Ford of ArcelorMittal had een eis als nationalisatie om de productie onder arbeidersbeheer en –controle verder te zetten, al dan niet na reconversie van de productie, een beter antwoord geboden. Bovendien is het een eis die breed gedragen wordt, begin 2013 gaf een peiling van Le Soir aan dat 43% van de Belgen voorstander was van nationalisatie indien bedrijven dreigen te sluiten. Rond zo’n eis kan een sterke beweging uitgebouwd worden.

    Het verlagen van prijzen voor geneesmiddelen is een van de centrale eisen van PVDA+. Eerder beschreven we al onze kritieken op het kiwimodel en formuleerden we alternatieven daarop, onder meer in de vorm van een nationale gezondheidsdienst en de nationalisatie van de farmaceutische sector. Maar eisen zoals nationalisatie komen niet of amper meer voor in het programma van PVDA+.

    De afgelopen jaren is PVDA+ meer aandacht gaan besteden aan klimaat. Er waren al eisen rond energie, maar die waren beperkt tot de eis van een BTW-verlaging van 21% naar 6%. De aanzet om een stap verder te gaan is er. “Duurzame en betaalbare energie, het zou een grondrecht moeten zijn. Maar in Europa zijn gas en elektriciteit geliberaliseerd en geprivatiseerd: niet de samenleving bepaalt hoe wij voor onze energie zorgen, maar multinationals.” Inderdaad, moesten we energie nu eens uit handen van de multinationals halen? Het zou meteen discussies over gevaarlijke energiewinning zoals met schaliegas uit de weg ruimen. De PVDA+ omschrijft het als volgt: “We willen een openbare energiesector, in handen van de samenleving. We willen een vermaatschappelijking van de stroomvoorziening. (…) We willen groene stroom en warmte onder democratische controle van de samenleving. Energie is te belangrijk om over te laten aan de winsthonger van private multinationals. In plaats van de chaos van de vrije markt, stellen wij de logica van een geplande aanpak, doelgericht en democratisch.” Alleen spijtig dat dit stukje begint met de stelling: “We moeten durven dromen.”

    Terecht verwerpt PVDA+ de individuele verantwoordelijkheid inzake milieubeleid. “De groene taksen en dure vuilniszakken zijn niet efficiënt. Groene fiscaliteit gaat er immers vanuit dat burgers individueel hun gedrag gaan veranderen omwille van de dure prijs. Maar als er geen goed openbaar vervoer is, moet je de auto wel blijven gebruiken. En als er geen algemeen publiek plan is voor isolatie, zal de huurder van een sociaal appartement veel energie blijven verbruiken voor de verwarming. De groene taksen zijn ook asociaal, want iedereen, arm of rijk, betaalt evenveel en zo vergroot de sociale kloof. Het ecologische en sociale moeten samengaan. De groene revolutie zal sociaal zijn of ze zal niet zijn.” Terzijde: de term ‘revolutie’ wordt in dit programma enkel gebruikt in de zin van ‘groene revolutie’ en ‘fiscale revolutie’. We zijn het hier volledig mee eens, er zijn collectieve oplossingen nodig die we moeten populariseren en die buiten de krijtlijnen van dit systeem treden. PVDA+ is daar voorzichtig over en spreekt over de marktmechanismen “de rug toekeren” en een “grondige make-over” van de samenleving zodat “internationale coördinatie en maatschappelijke planning vooropstaan, niet de kortetermijnwinst van internationale bedrijven.” Er wordt ook terecht kritiek gegeven op het gebrek aan middelen voor openbaar vervoer en als oplossing voor de files volstaat het aanleggen van extra beton niet, erkent PVDA+.

    In tegenstelling tot de partijpropaganda rond het BAM-tracé in Antwerpen pleit PVDA+ in dit programma wel voor meer middelen voor openbaar vervoer, zowel voor personen als voor goederen. “Het openbaar vervoer moet ook veel regelmatiger rijden en comfortabeler en goedkoper zijn. Toen Zweden de ticketprijs halveerde, verdubbelde het reizigersaantal. Gratis openbaar vervoer van de tram in het Franse Aubagne zorgde voor een stijging van het reizigersaantal met 170%.” Misschien zou het nuttig zijn om meteen gratis en degelijk openbaar vervoer te eisen? En die eis ook op te nemen in de discussie rond de Antwerpse verkeersknoop?

    Om het programma te financieren, doet PVDA+ enkele fiscale voorstellen. De miljonairstaks is ongetwijfeld de bekendste. Fiscalisten van de partij halen al enkele jaren regelmatig alle gevestigde media met de cijfers van hoe weinig belastingen de grote bedrijven en de superrijken betalen. PVDA+ wil de notionele intrestaftrek en de vrijstelling voor de meerwaarden op aandelen afschaffen. Via de miljonairstaks van 1% op fortuinen van meer dan een miljoen euro, 2% op fortuinen boven 2 miljoen euro en 3% op fortuinen van meer dan 3 miljoen euro hoopt PVDA+ 8 miljard op te halen. In een eerder artikel stelden we: “Op basis van de bestaande vermogensbelasting in Frankrijk stelt de PVDA dat de kapitaalvlucht beperkt zou zijn. Maar de Franse belasting is slechts goed voor 4,4 miljard euro per jaar, de helft van wat de PVDA wil ophalen en in een economie die 5,5 keer zo groot is als die van België. Ook hier zal enkel de nationalisatie van de financiële sector en de grote bedrijven onder democratische controle en beheer van de werkende bevolking en de gemeenschap in staat zijn om de nodige middelen te voorzien om de dringende nood aan investeringen in schoolgebouwen, spoorwegen, ziekenhuizen, bejaardenzorg, sociale huisvesting, energieneutrale publieke gebouwen, bescherming van het milieu,… aan te vatten.”

    Een publieke bankensector is niet de eis die PVDA+ naar voor brengt. De terechte kritieken op de speculanten wordt gevolgd door de eis van “een openbare bank, versie 2.0.” Met name: “Een nieuw bankmodel waar de overheid garant staat voor het spaargeld, waar geen hoge-risicomarkten worden opgezocht en geen rommelkredieten opgekocht, waar de opbrengst terugvloeit naar de samenleving voor investeringen in de reële economie, in groene energie, in mobiliteit en huisvesting.” Eén openbare bank naast de andere private banken, welke garantie biedt dit om speculatie te stoppen?

    Naast een miljonairstaks komt PVDA+ onder meer op voor een harde aanpak van fiscale fraude en een einde aan de klassenjustitie waarin grote fraudeurs vrijuit gaan terwijl wij te maken krijgen met willekeurige repressie in de vorm van GAS-boetes. PVDA+ stelt tegenover de GAS-boetes terecht: “Sociale en collectieve problemen vragen sociale en collectieve oplossingen.” Afschaffing van de GAS-wet is een duidelijke eis die we bij de andere partijen niet zagen.

    Rond enkele andere eisen mocht wel wat verder gegaan worden. De eis van gratis onderwijs beperken tot en met het secundair onderwijs, is beperkt. “Een (stapsgewijze) terugtrekking” uit de NAVO is eveneens wat beperkt: “We blijven van mening dat de Navo dient afgeschaft te worden. In afwachting kan ons land zijn bijdrage tot de Navo en tot het militaire Europa tot een strikt minimum beperken, te beginnen met de verschuiving van middelen van een militair veiligheidsbeleid naar een niet-militair veiligheidsbeleid.”

    Onze kritieken wegen natuurlijk niet op tegen het feit dat dit het meest linkse programma is waar we in Vlaanderen voor kunnen kiezen. Het is het enige programma dat de eisen van de arbeidersbeweging rond koopkracht, pensioenen,… opneemt en dat ingaat tegen de enorme kloof tussen rijk en arm waarbij het huidige beleid in vraag wordt gesteld. Maar al te vaak beperkt dit programma zich tot directe eisen zonder de noodzakelijke brug te leggen naar fundamentele maatschappijverandering. Het is geen toeval dat in dit programma de woorden ‘marxisme’ of ‘socialisme’ (ook niet in de versie 2.0) nergens voorkomen. De noodzaak van een duidelijk omschreven alternatief maatschappijmodel is nochtans geen secundaire kwestie, het is een voorwaarde om een breder perspectief te geven. Socialisten moeten een diepgaande analyse maken van zowel het stalinisme als de sociaaldemocratie in plaats van deze discussie uit de weg te gaan, zoals in het PVDA-programma gebeurt.

  • CD&V. Technocratische schijn rond besparingsagenda

    CD&V vond een originele naam voor een weinig origineel kiesprogramma. Het ‘3D-plan’ brengt voorstellen die in de lijn van de andere partijen liggen. Ook de christendemocraten gaan voor lastenverlagingen en besparingen. Waar de liberalen 10 miljard euro lastenverlagingen aankondigen, houden de christendemocraten het op 6 miljard. Waar de N-VA een volledige bevriezing van alle uitgaven wil, maakt CD&V uitzonderingen voor ambtenarenpensioenen, sociale zekerheid (met evenwel een daling van de groeinorm) en sociale bijstand.

    De christendemocraten zijn trots op de besparingen van de vorige regering. “De maatregelen die de federale regering sinds begin 2012 nam, leverden meer dan 22 miljard euro op.” Daarbij wordt trots opgemerkt dat dit vooral werd gerealiseerd door het aantal ambtenaren te verminderen (met 4.425 voltijdse betrekkingen op drie jaar tijd minder), de uitgaven in de gezondheidszorg minder snel te laten groeien en andere maatregelen. Een te hard besparingsbeleid zou volgens CD&V verkeerd zijn. De partij verwijst naar Nederland: “Een te grote en soms blinde besparingsijver heeft het vertrouwen van de Nederlandse bevolking onderuit gehaald, met een erg zwakke economie tot gevolg.” Dat 22 miljard besparen getuigt van een grote besparingsijver, ontgaat CD&V. Bovendien is het nu al duidelijk dat er na de verkiezingen op alle niveaus verder zal bespaard worden, de stortvloed aan besparingen in de gemeenten na de lokale verkiezingen van 2012 gaf aan hoe een postelectorale periode gebruikt wordt. De overleden ‘gids’ Dehaene wees er in zijn laatste interviews steevast op: de volgende regering moet van de jaren zonder verkiezingen gebruik maken: “De eerste twee jaar moet de regering structurele maatregelen nemen. De staatsfinanciën moeten op orde worden gezet met een zoektocht naar mechanismen die niet de kaasschaaf hanteren, maar écht besparen. De noodzakelijke daling van de loonlasten om de competitiviteit te herstellen, vergt dan weer een fiscale herschikking. Anders kun je zoiets niet waarmaken. Ten slotte moeten de pensioenen en de ziekteverzekering op de toekomst worden voorbereid.” (DS Weekblad, 19 april)

    In het kiesprogramma van CD&V wordt dat iets minder brutaal gesteld, het wordt wat vager ingepakt. De inhoud is echter dezelfde, CD&V wil het besparingsbeleid verderzetten: “ We moeten ons Europees begrotingstraject onverminderd aanhouden. Niet omdat Europa dat vraagt, wel omdat een geloofwaardig beleid dat vereist.” Daarnaast wil de partij de concurrentiekracht aanscherpen met harde maatregelen: “Heel wat Europese lidstaten hebben met het mes op de keel pijnlijke maatregelen moeten nemen om weer competitief te worden. Wij hebben ons lot in eigen handen. Als we nu de juiste keuzes maken, is er geen enkele reden waarom we niet opnieuw voor lange tijd in het Europese koppeloton kunnen rijden.”

    De wet op de loonnorm moet strenger voor CD&V dat bovendien trots is dat al aan onze lonen werd gezeten: “Belangrijke stappen zijn al gezet. In 2013-2014 zijn de lonen bevroren en is het indexmechanisme aangepast: het houdt nu rekening met o.a. de soldenprijzen.” Tegen 2018 wil CD&V de zogenaamde ‘loonhandicap’ tegenover de buurlanden wegwerken. De neerwaartse spiraal wordt dus verdergezet. Om dit te bereiken, wil CD&V onder meer de lasten verlagen. Alles samen wil de partij daar 6 miljard voor uittrekken.

    De reeds bestaande fiscale cadeaus voor grote ondernemingen blijven onverkort van toepassing. “CD&V wil aan het begin van de nieuwe regeerperiode duidelijk communiceren welke hervormingen er komen en welke niet. Zo wil CD&V de notionele intrestaftrek gedurende 5 jaar niet fundamenteel wijzigen.” En ook andere fiscale maatregelen blijven. Concurrentie met de buurlanden betekent voor grote bedrijven immers meer cadeaus uitdelen. “We blijven ook competitief ten aanzien van onze buurlanden. Zeker nu we weten dat ook Luxemburg de notionele intrestaftrek wil invoeren.”

    De pensioenleeftijd van 65 jaar blijft behouden, maar net als Open Vld, Groen, N-VA en sp.a is CD&V ervoor dat de loopbaanvereiste centraal staat. Waar Groen en sp.a het over een vereiste van 42 jaar hebben en N-VA over 45 jaar spreekt, houdt CD&V het op “streven naar 45 jaar”. Ook voor CD&V moet 65 jaar geen bovengrens zijn. Officieel wordt de leeftijdsgrens niet aangepakt, maar de invulling ervan verandert. Waar vroeger pensioen uiterlijk op 65 jaar gebeurde, kan het straks pas vanaf 65.

    Inzake mobiliteit gaat CD&V voor het rekeningrijden, onder meer om ook buitenlandse vrachtwagens te laten betalen. Dat dit wordt doorgerekend in de producten die we uiteindelijk kopen, wordt er niet bij gezegd. Als de prijzen te snel stijgen, zal CD&V wel de productenkorf voor de index aanpassen zodat er geen ‘negatief’ effect is voor de werkgevers. Tegen 2016 moeten de vrachtwagens een kilometerheffing betalen, daarna volgen personenwagens. “Tijdstip, plaats, milieuprestaties van het voertuig en beschikbare alternatieven bepalen het tarief. Vooral rijden in files is af te raden. Slim rekeningrijden wordt dan een belangrijk instrument om het verkeer te spreiden en het aantal verliesuren op onze wegen te verlagen.” Big brother rijdt mee.

    Dat er wachtlijsten zijn, erkent CD&V. Vreemd genoeg eist de partij niet dat deze verdwijnen, maar enkel dat ze verkleinen. Neem bijvoorbeeld het tekort aan sociale woningen: “De objectieven voor sociale huur, sociale koop en sociale kavels die werden vastgelegd in 2009 en waaraan in de voorbije legislatuur hard is gewerkt, wil CD&V onverkort uitvoeren. Zo kunnen we de wachtlijsten voor sociale woningen verkleinen.”

    Een gevoelig punt voor jongeren zijn de GAS-boetes. CD&V is daar voor en stelt voor om “de toepassing van de GAS-wetgeving na twee jaar te evalueren en ze indien nodig bijsturen om de gemeentelijke administratieve sancties als lokaal overlastinstrument te versterken.” We onthouden dat de christendemocraten de GAS-sancties willen versterken.

    Het kiesprogramma van CD&V omvat tal van specifieke voorstellen die soms erg gedetailleerd zijn. Van de bestrijding van chemische castratie van biggen tot het voorstel om “personeelstevredenheidmetingen te doen evolueren naar jaarlijkse engagements-en fierheidsmetingen.” Er wordt de indruk gewekt dat de bestuurders van CD&V als ware technocraten bijna ‘neutrale’ experten zijn. De schijn van technocratie kan echter amper verbergen dat het vertrekpunt en de rode draad doorheen dit programma van neoliberale inslag is. CD&V maakt zich op om de raad van Jean-Luc Dehaene in zijn laatste interviews waar te maken door effectief over te gaan tot harde besparingen voor ons en extra cadeaus voor de patroons.

  • N-VA versus werklozen. Enkele argumenten ontkracht

    De afgelopen dagen benadrukte N-VA waar de partij eigenlijk al enkele maanden mee bezig is: het stigmatiseren van werklozen. Dat heeft bij sommigen invloed, maar als die luie profiteur van een werkloze plots een afgedankte Ford-werknemer blijkt te zijn, wordt het verhaal te concreet en dus niet interessant voor N-VA. We ontkrachten enkele argumenten van de voorbije weken.

    1. Wie zoekt die vindt? Met een goed CV vind je sowieso werk…

    Nadat De Wever uitspraken van partijgenoot Jambon over leefloners die eerst hun huis moeten verkopen moest rechtzetten, kon hij nu ook zijn eigen uitspraak nuanceren. In een interview beweerde hij dat wie een goed CV heeft sowieso werk vindt: “Ik durf te zeggen dat vandaag in Vlaanderen iemand met een goed cv hoe dan ook werk vindt, uitzondering gemaakt voor vijftigplussers.” Nadien ‘nuanceerde’ De Wever: “Nee, ik heb niet gezegd dat alle werklozen die een job willen, die ook kunnen vinden.”

    Als we de cijfers erbij nemen, wordt meteen duidelijk dat de stelling van De Wever nonsens is. In de database van VDAB staan momenteel in ons land 90.547 openstaande vacatures. In april 2014 ontving de VDAB 21.043 vacatures en over een periode van een jaar gaat het om 237.163 vacatures. (1) Daar tegenover staan in Vlaanderen alleen 224.790 niet-werkende werkzoekenden of 14.614 meer dan een jaar geleden en meer dan 40.000 daarvan zijn jongeren.(2) In heel het land zijn er volgens de RVA 359.317 niet-werkende werkzoekenden met een RVA-uitkering en 202.518 tijdelijk werklozen. Alles samen waren er in maart 2014 669.032 “vergoede werklozen” in ons land, waarvan 309.886 in Vlaanderen. 669.032 vergoede werklozen, tegenover 90.547 openstaande vacatures.(3) Zelfs een rekenwonder als Philip Muyters moet beseffen dat er daar een zekere scheeftrekking in zit.

    Volstaat een goed CV om werk te vinden? In 2013 verscheen een opmerkelijke studie van interimkantoor Adecco, niet bepaald een verdachte bron voor neoliberalen dus. Uit de studie onder 1.116 werkloze jongeren bleek dat ze gemiddeld 8,6 maanden moeten zoeken om werk te vinden. De studie gaf ook aan dat de jongeren heel actief naar werk zoeken met gemiddeld 12 sollicitaties per maand en hebben gemiddeld dus pas bij de 103de sollicitatie prijs. Maar liefst 93% verklaart gemotiveerd te zijn om te solliciteren, maar die motivatie neemt met de maanden af. Jongeren die dan toch werk vinden, moeten het overigens met minder stellen.(4) Tussen 1999 en 2009 namen de lonen in ons land gemiddeld met 3,1% toe, voor jongeren was er een daling met 1,3%.(5)

    Dat de arbeiders van Opel een goed CV hadden, zal niemand ontkennen. Toch had een kwart van hen, 646 van de 2.591 ontslagen werknemers, twee jaar na de sluiting nog geen werk.(6)

    Een goed CV en motivatie om werk te zoeken, volstaat dus niet om werk te vinden, laat staan om een degelijke job aan een leefbaar inkomen te vinden. Als uitsmijter misschien nog een verwijzing naar een tragisch nieuwsbericht van de afgelopen dagen: een 20-jarige Britse groenwerker deed 40 sollicitaties op 12 weken maar vond geen werk en besloot uit wanhoop zelfmoord te plegen.(7) Wat hebben de N-VA en andere neoliberalen daarover te zeggen?

    2. Ons land geeft dubbel zoveel uit aan werklozen dan de buurlanden

    De uitspraak van Bart De Wever in Terzake midden april dat ons land “het dubbele van de buurlanden uitgeeft aan werkloosheid” werd door de Factchecker van de VRT al ontkracht. (8) Daarin werd vastgesteld dat ons land in totaal 13,6 miljard uitgeeft aan arbeidsmarktbeleid of 3,68% van het bbp of 1,8 keer zoveel als onze buurlanden. De Wever rondde dat cijfer naar 2 af. Indien alle uitgaven voor werkloosheid (met inbegrip van activeringsmaatregelen, dienstencheques, werkingskosten, leeflonen,…) bijeen geteld worden, geeft België 4,31% van het bbp uit aan werkloosheid of 1,4 keer zoveel als het gemiddelde van de buurlanden.

    Op de website npdata.be werd opgemerkt dat in dit cijfer ook nog tewerkstellingsmaatregelen zitten en er dus verder moet gekeken worden. (9) Er wordt twee miljard euro uitgegeven aan dienstencheques en andere tewerkstellingsmaatregelen. “Wat uitkeringen aan de werklozen betreft (zonder eindeloopbaan) wordt in België in % BNP minder uitgegeven dan in Nederland en Frankrijk en het gemiddelde van de buurlanden met Duitsland erbij,” merkt npdata.be op. Ons land geeft veel uit aan maatregelen om steun te geven om werklozen aan te werven. Wellicht wil De Wever niet snoeien in die cadeautjes die aan werkgevers worden gedaan om tewerkstelling goedkoper te maken. Het activeringsbeleid terugdringen, staat evenmin in zijn agenda. Nochtans zit dat allemaal in het hoge cijfer waarover hij spreekt.

    Dus neen, ons land geeft niet meer uit aan werklozen dan de buurlanden.

    3. Zijn er eeuwigdurende werkloosheidsuitkeringen?

    Alle N-VA-kopstukken halen graag uit naar de zogenaamde ‘eeuwigdurende werkloosheidsuitkeringen’, het duurt niet lang of de hangmatretoriek wordt erbij gehaald. Ook dit werd beantwoord door de Factchecker van VRT.(10) Die merkte op dat iedere werkloze wordt gecontroleerd door de RVA, er is geen ontsnappen aan.

    De Factchecker schreef: “In nauw overleg met de studiedienst van de RVA hebben we de volgende berekening opgesteld: eerst berekenden we alle gesanctioneerden in 2013 – binnen en buiten de activeringsprocedure. Dan gingen we op zoek naar het totale aantal personen dat “sanctioneerbaar” is. Dat betekent: personen die een uitkering ontvangen en verplicht zijn te zoeken naar werk of een opleiding volgen. Personen in tijdskrediet of brugpensioen zijn bijvoorbeeld vrijgesteld van de plicht om te zoeken naar werk en worden niet in de berekening opgenomen. Hier zijn de cijfers van de RVA: vorig jaar waren er in Vlaanderen 1578 uitsluitingen binnen de procedure ‘activering van het zoekgedrag’. Daarnaast werden nog eens 1692 personen geschorst die nog geen 15 of 21 maanden werkloosheid doorlopen hadden. In totaal werden er dus 3270 mensen geschorst omwille van “werkonwilligheid”. Dit cijfer vergelijken we nu met het totaal aantal “sanctioneerbaren” in 2013. Dat getal stond op 323.741 in 2013.”

    De vaststelling is opmerkelijk: slechts 1,01% van de werklozen werd uitgesloten of geschorst wegens werkonwillig.

    Telkens weer wijst N-VA op extreme gevallen. Er wordt gewezen op het feit dat er werklozen van boven de 50 jaar zijn die een uitkering als schoolverlater krijgen met de suggestie dat ze dus nog nooit gewerkt hebben. Dat de voorwaarden om uit het systeem van schoolverlater te geraken het moeilijk maken voor pakweg deeltijds werkenden, wordt er uiteraard niet bij gezegd. In een filmpje van de West-Vlaamse afdeling – overigens niet bepaald een toonbeeld inzake acteerprestaties – worden twee werklozen opgevoerd die bijna 20 jaar werkloos zijn. Over hoeveel mensen gaat het? Het gaat over 962 Vlaamse werklozen die langer dan 20 jaar werkloos zijn (11). Dat kost de gemeenschap overigens een pak minder dan de dotaties die N-VA opstrijkt…

    4. Enkel de vakbonden hebben belang bij langdurige werkloosheid

    Siegfried Bracke schreef op zijn blog: “In de Amerikaanse journalistieke traditie moet je je altijd eerst afvragen wie betaalt en wie betaald wordt. Hier is dat dus de vakbond. Want die betaalt de werklozen uit, en krijgt daar een aardige vergoeding voor. Anders gezegd: werklozen met een langlopende uitkering, dat is voor de vakbond een zeer stabiele bron van inkomsten.” (12)

    Wij zijn er ook niet bepaald voorstander van dat de vakbonden taken van de overheid uitoefenen en zo door veel werklozen worden gezien als één van de werkloosheidsinstellingen naast RVA en VDAB. Maar de suggestie dat de vakbonden rijk worden door werkloosheidsuitkeringen uit te betalen, is totaal onjuist. NPdata.be merkt op: “België geeft de helft minder uit aan werkingskosten dan Nederland en 70% minder dan Duitsland, terwijl hun ‘productie’ een goed stuk hoger ligt. België besteedt dus maximaal aan arbeidsmarktondersteuning werklozen met een zeer lage administratieve kost.” (13)

    5. De uitkering afnemen zet aan tot werk zoeken

    Het beperken van de werkloosheidsuitkering in de tijd zou aanzetten tot het zoeken en vinden van werk. Dat mantra wordt telkens opnieuw herhaald door N-VA en andere neoliberalen. Ze doen dat evenwel zonder cijfers te geven. ‘Show me the statistics’, mijnheer De Wever!

    In de VS is er studiewerk verricht naar de 1,3 miljoen langdurig werklozen die hun uitkering verloren als gevolg van een beslissing van het parlement. In de staat Illinois ging het om 74.000 mensen die in december 2013 hun uitkering verloren. In januari waren 64.000 van hen nog steeds werkloos, in februari 61.300. Minder dan 20% van de geschorste werklozen vond werk. Bovendien nam het totaal aantal werklozen in deze periode toe als gevolg van de economische crisis.(14) Een Amerikaans overheidsrapport uit 2012 stelde vast dat werklozen die hun uitkering verliezen vooral in armoede terecht komen: een derde doet beroep op andere overheidsprogramma’s en 90% doet beroep op familie of spaargeld. (15) De terugkeer van liefdadigheid en voedselbanken is hierbij een realiteit. Momenteel doen 20% van de Amerikaanse gezinnen beroep op voedselbonnen. De kracht van de vooruitgang?

    Conclusie

    N-VA zet mensen bewust op tegen werklozen en uitkeringstrekkers. Dat is een voorbereiding op het harde besparingsprogramma dat de partij wil voeren. Om dat programma te rechtvaardigen worden nu voorbeelden gebruikt die amper iets met de realiteit te maken hebben of cijfers die gewoon niet kloppen. De besparingen zullen echter niet alleen de 962 Vlaamse werklozen die al langer dan 20 jaar werkloos zijn treffen. Het zal duizenden werklozen en andere uitkeringstrekkers treffen, de partij wil immers een derde van de middelen voor werkloosheidsuitkeringen schrappen. Ook inzake brugpensioenen, tijdskrediet en andere sociale verworvenheden wordt een aanval voorbereid. En ook onze lonen moeten eraan geloven met een indexsprong. Eengemaakt verzet hiertegen is nodig!

    [divider]

    NOTEN
    (1) http://www.vdab.be/trends/berichten/werkaanbodbericht_april_2014.pdf
    (2) http://www.vdab.be/trends/berichten/Werkloosheidsbericht_april_2014.pdf
    (3) http://www.rva.be/frames/frameset.aspx?Path=D_stat/&Items=1&Language=NL
    (4) http://www.adecco.be/nl-be/nieuws/adecco-lanceert-way-to-work-om-jongeren-aan-te-moedigen-en-concreet-te-helpen.aspx
    (5) http://www.hln.be/hln/nl/3424/Economische-crisis/article/detail/1356663/2011/12/01/Belg-verdient-gemiddeld-3-027-euro-bruto.dhtml
    (6) http://www.gva.be/nieuws/economie/aid1332620/kwart-van-ex-werknemers-opel-antwerpen-nog-steeds-zonder-job.aspx
    (7) http://www.mirror.co.uk/news/uk-news/tragic-youngster-killed-himself-because-3576403
    (8) http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/VK14/1.1940564
    (9) http://npdata.be/BuG/225-Werkloosheidsbedrog-De-Wever/Werkloosheidsbedrog-De-Wever.htm
    (10) http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/VK14/Fact%2BCheck/2.32776?eid=1.1927708
    (11) http://www.standaard.be/cnt/dmf20120407_021
    (12) http://www.siegfriedbracke.be/index.php/leve-de-vakbond/
    (13) http://npdata.be/BuG/225-Werkloosheidsbedrog-De-Wever/Werkloosheidsbedrog-De-Wever.htm
    (14) http://thinkprogress.org/economy/2014/05/20/3439561/long-term-unemployment-jobs-illinois/
    (15) http://www.gao.gov/assets/590/588680.pdf

  • Neen, blanco stemmen is geen goede optie

    Op de sociale media woedt een brede discussie naar aanleiding van de verklaring van de Antwerpse artiest ‘Bear Grills’ dat hij blanco zou stemmen. Hij stelde: “Niemand is bezig met de echte problemen, zoals pensioenen, onderwijs, racisme… We moeten hen dat massaal laten voelen.”

    Blanco stemmen is geen goede optie om dat te doen. Het betekent aan de zijlijn gaan staan in de hoop dat anderen in onze plaats zullen opkomen rond de terechte problemen die aangehaald worden. Hoe kan een blancostem aangeven dat er meer middelen nodig zijn voor onderwijs, huisvesting en degelijke pensioenen? Wat is er al ooit bekomen door passief te wachten en toe te kijken?

    Het standpunt van een blancostem is een uiting van een apolitieke benadering. Eerder deed Bear Grills interviews met vertegenwoordigers van alle grote partijen. Erg kritisch was dat allemaal niet, zelfs Dewinter die eerder scherp aangepakt werd door de artiest kwam er met een vrije tribune van af. Moesten de interviews wat scherper geweest zijn met vragen rond de zaken die er echt toe doen, dan zou een onderbouwd standpunt voor de verkiezingen gemakkelijker geweest zijn. Na de weinig politieke interviews volgde echter de apolitieke conclusie van een blancostem.

    Het is begrijpelijk dat velen na een kiescampagne waarin reclamebureaus de toon lijken te zetten niet bepaald enthousiast zijn. De gevestigde politici bekampen elkaar met besparingsvoorstellen en technische details. Ze denken ons te overtuigen met grote afbeeldingen van hun eigen hoofd. Maar waarom zouden we politiek overlaten aan de politiekers? Als we iets willen doen rond onze levens- en werkomstandigheden dan moeten we zelf ook een actieve rol spelen en onze eisen en bekommernissen naar voor brengen.

    Wij zullen niet blanco stemmen. We roepen in Vlaanderen op om voor de PVDA+ te stemmen om die partij haar eerste zetels te bezorgen. In Brussel nemen we zelf deel met Gauches Communes. Aan onze stemoproep koppelen we de noodzaak van een front van verzet tegen de besparingen die er na de verkiezingen zullen aankomen. Dat kunnen we het beste door nu al actief op te komen voor een massaal programma van publieke investeringen om de vele tekorten inzake kinderopvang, huisvesting, onderwijs, gezondheidszorg,… aan te pakken.

    Of hoe dacht ‘Bear Grills’ de echte problemen anders op te lossen?

  • Gauches Communes in Brussel. Ons organiseren tegen de komende besparingslawine

    door Anja Deschoemacker, lijsttrekker voor de Kamer

    bxlAlles gaat goed: Le Soir bracht op 18 april een verslag van een studie in opdracht van de ECB waaruit blijkt dat het (gekende) financiële vermogen van “de Belgen” tussen 2012 en 2013 toegenomen is tot 1.085 miljard euro (+37 miljard eens inflatie afgetrokken). Daarmee schaart ons land zich in het rijtje van de “rijke landen”.

    Dat vermogen is echter zeer ongelijk verdeeld: de 10% rijksten beschikt gemiddeld over een vermogen van 84.700 euro terwijl de armste 20% het moet stellen met gemiddeld 27.400 euro en de 40% die erop volgt een stuk onder de 50.000 euro blijft zitten. Er is ook een groeiende eensgezindheid onder economen en sociologen dat de samenleving minder “mobiel” is geworden, met andere woorden dat je vandaag van werken niet rijk wordt, dat rijk worden weggelegd is voor zij die al rijk zijn.

    Die enorme transfer van middelen naar een parasitaire laag heeft in de laatste 30 jaar steeds grotere stukken van de welvaartstaat weggeknabbeld. Belangrijke diensten als onderwijs en kinderzorg, als gezondheidszorg en openbaar vervoer,… werden ondergefinancierd met wachtlijsten en overwerkt personeel tot gevolg. In de openbare besturen en bedrijven zagen we een constante verschuiving van vast benoemd, degelijk verloond personeel naar contractuelen en zelfs regelrecht armoedige nepstatuten.

    De ontslagen in de industrie en in de private diensten samen met de creatie van lageloonjobs drijven het algemene loonpeil naar beneden, met daar bovenop nog de loonbevriezing van de regering-Di Rupo. Ondertussen kreeg de jacht op werklozen nieuwe wapens, waarbij tienduizenden werklozen hun uitkering dreigen te verliezen terwijl nog eens tienduizenden door de degressiviteit nog slechts een aalmoes krijgen.

    De programma’s van de traditionele partijen, groenen en N-VA tonen dat die enorme tekorten op alle terreinen van het leven – werk, betaalbare huisvesting, kinderopvang, onderwijs, gezondheidszorg, zorg voor bejaarden en mensen met een beperking, jeugdzorg, armoedige uitkeringen… – niet hun eerste bekommernis zijn. Zij willen de meerderheid doen besparen om de minderheid toe te laten nog rijker te worden, zelfs als sommige partijen tegelijk voorstellen om hen een kleine bijdrage aan de samenleving op te leggen om die realiteit te verdoezelen.

    Gauches Communes denkt dat de enige manier om de verarming van de overgrote meerderheid van de bevolking tegen te gaan, bestaat in massaal verzet van de georganiseerde arbeidersbeweging, van jongeren, van sociale organisaties… We roepen op tot de vorming van een front van verzet tegen de besparingen die na de verkiezingen zullen volgen.

    We zijn bereid onze steun te verlenen aan elk gevecht die een besparing kan tegengaan of een betere verdeling van de rijkdom nastreeft. Maar we denken dat de elite over zeer veel middelen beschikt om iedere belasting doeltreffend te ontwijken. Als we een politiek willen die de enorme rijkdom die vandaag in België wordt geproduceerd inzet voor de oplossing van de tekorten waarmee de meerderheid van de bevolking geconfronteerd wordt, zullen we noodgedwongen moeten vechten voor de controle over de productie van die rijkdom.

    Gauches Communes pleit dan ook openlijk voor eisen als de nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie, banksector inbegrepen en voor de kwijtschelding van het grootste deel van de staatsschuld (met compensatie enkel voor de kleine obligatiehouder). En voor fundamentele maatschappijverandering: om een sociale samenleving uit te bouwen waar de productie gebaseerd is op de behoeften en niet op de winstperspectieven op korte termijn moeten we de macht uit handen slaan van de rijke elite.

    Steun deze ideeën door op Gauches Communes te stemmen op 25 mei, maar aarzel ook niet om meer te doen. Tot 25 mei wordt onze campagne op straat gevoerd en je kunt ons daarin helpen. Volg de website van Gauches Communes en contacteer ons om op de hoogte te blijven.

     www.reprenonsnoscommunes.be

  • Liberalen hebben goesting om te besparen

    Ze hebben er oprecht goesting in om eens hard op onze levensstandaard te besparen. Ondanks rampzalige peilingen blijft ook het optimisme bij de kopstukken van Open Vld overeind. De partij gaat electoraal onderuit, maar de kopstukken blijven lachen.

    Het verkiezingsprogramma van Open Vld valt meteen met de deur in huis, de partij wil 5 miljard euro voor “groeistimulerende belastingverlagingen voor wie werkt, gewerkt heeft en langer werkt” en “hetzelfde bedrag voor wie werkt geeft, om op die manier ondernemerschap, ambitie en het creëren van jobs te stimuleren.” Kortom, er wordt 10 miljard euro uitgetrokken waarvan het grootste deel meteen naar de werkgevers gaat. De “groeistimulerende belastingverlagingen” voor werkenden zullen immers vooral betrekking hebben op ons indirect loon, waardoor dit omlaag kan. Loonstijgingen (al was het maar netto) zijn immers niet ‘groeistimulerend’ vanuit de neoliberale logica. Er wordt onder meer voorgesteld om 3 miljard te besparen op bijdragen aan de sociale zekerheid.

    Om het geld voor de rijksten op te halen, denken de liberalen aan “hervormingen en bezuinigingen bij de overheid ten bedrage van 5% van het binnenlands product.” Het cijfer wordt er niet opgeplakt, dus doen wij het maar. Het Bruto Binnenlands Product van ons land bedraagt ongeveer 380 miljard euro, 5% daarvan is 19 miljard euro. Grote goesting om te besparen dus!

    Het Groeiplan van Open Vld – met groei voor de grote bedrijven en rijken – pleit onder meer voor het beter activeren van werkzoekenden, het wegnemen van remmen op de arbeidsmarkt, het vereenvoudigen van de combinatie werk-gezin, het langer aan het werk houden van werkenden en meer verdienen voor wie werkt met minder lasten voor wie werk geeft. Voor wie het vandaag moeilijk heeft, wordt het dus nog moeilijker. Het activeren van werkzoekenden betekent immers niet dat ze werk voor een degelijk loon krijgen, maar wel dat ze ofwel geschorst worden ofwel mini-jobs moeten aanvaarden. Daartoe moeten alle mogelijke vormen van sociale bescherming worden afgebouwd, dat zijn immers ‘remmen op de arbeidsmarkt’. Terwijl een grote lageloonsector wordt gecreëerd kan er voor andere werkenden – wellicht dachten de liberalen vooral aan zichzelf en andere managers – een beperkte verhoging af.

    Dat wil Open Vld realiseren door de hoogste tarieven in de personenbelasting naar beneden te halen. De progressieve belastingtarieven worden aan banden gelegd met in plaats van drie tarieven (30,40 en 50%) nog twee tarieven: 25% op een belastbaar inkomen tot ongeveer 20.000 euro en 45% op het gedeelte daarboven. Dat zou gefaseerd ingevoerd worden en tegen 2019 zou de kost ervan oplopen tot 4,1 miljard euro. Kruimels voor gewone inkomens om grote giften aan de grote inkomens te geven, daar komt het op neer.

    De werkloosheidsuitkering wordt in de tijd beperkt tot drie jaar. “Vanaf het derde jaar worden werklozen ook gevraagd om een activa-job op te nemen waarbij ze 2 halve dagen per week gemeenschapstaken uitvoeren.” De beperking van de uitkering in de tijd en verplichte gemeenschapsdiensten staat dus niet alleen in het N-VA-programma, de collega-liberalen van Open Vld zijn het er volmondig mee eens. De verplichte tewerkstelling – in ruil voor een uitkering (het programma zwijgt alleszins over een eventueel loon…) – zou onder meer betrekking hebben op “gemeenten, zorginstellingen, onderwijs en verenigingsleven.”

    De mini-jobs – in het jargon “flexi-jobs” genoemd, dat klinkt minder erg – zouden volgens Open Vld ook goed zijn voor de werknemers die zo “iets kunnen bijverdienen”. Dat het in de plaats van reguliere jobs komt en voor veel mensen de enige bron van inkomsten is, wordt uiteraard niet in overweging genomen. Ook interim en overuren wil de partij gemakkelijker maken. Winkels moeten tot 22u open kunnen zijn en ook op alle zondagen.

    Brugpensioen moet volledig uitdoven en de reële pensioenleeftijd moet drastisch omhoog. Net als N-VA pleit Open Vld er niet voor om de pensioenleeftijd van 65 jaar aan te passen, maar blijft het evenmin een bovengrens. Op de loopbaanvereiste om recht te hebben op een volledig pensioen plakken de liberalen geen cijfer (Groen en SP.a: 42 jaar, N-VA: 45 jaar) – wellicht om het geleidelijk op te trekken? – maar aan de gelijkgestelde perioden willen ze wel raken. Ook willen de liberalen dat wie op 65 jaar nog geen recht op een volledig pensioen heeft, de mogelijkheid heeft om langer te werken. Zo wordt 65 jaar uiteindelijk een ondergrens in plaats van een bovengrens.

    Voor de werkgevers bevat het liberale programma heel wat lekkers. Naast de al vermelde miljarden blijft de notionele intrestaftrek volledig in voege. De liberalen beseffen dat dit ertoe leidt dat kleine en middelgrote bedrijven meer betalen dan grote bedrijven. Dus willen ze een vereenvoudigd en lager tarief voor KMO’s zonder dat die fiscale spitstechnologie zoals die van de multinationals moeten inzetten.

    Mobiliteit is ook voor Open Vld een thema. Om het fileprobleem op te lossen, staan de liberale betonmolens al klaar. Over meer openbaar vervoer wordt niet gesproken. Neen, er moeten nieuwe wegen, extra rijruimte en spitsstroken bijkomen. Inzake openbaar vervoer willen de liberalen “ een concurrentieel en een vraaggericht openbaar vervoer.” Een volledige privatisering dus. Dat dit de voorwaarden voor het personeel naar beneden zou trekken, is niet de zorg van de liberalen. Het personeel aanpakken zonder de reizigers, zou wat asociaal zijn. Daarom stelt Open Vld voor om de tarieven voor het openbaar vervoer drastisch te verhogen. “Het beleid rond collectief vervoer is te lang en te sterk tariefgeoriënteerd geweest. Het openbaar vervoersbeleid neemt bijna 80% van de mobiliteitsuitgaven bij de overheid voor haar rekening terwijl er maar 10% van de verplaatsingskilometers worden afgelegd door openbaar vervoer. De klant heeft eerder nood aan een kwalitatief, stipt, betrouwbaar en comfortabel alternatief voor een autoverplaatsing. We hervormen het tariefbeleid.”

    Voor de wachtlijsten inzake sociale huisvesting stelt Open Vld niet voor om extra sociale huisvesting beschikbaar te maken. Er wordt voor gekozen om met tijdelijke contracten te werken zodat mensen sneller uit een sociale woning kunnen verdwijnen en plaats maken voor anderen. Sociale huisvesting zien de liberalen niet als een vorm van huisvesting waarmee niet alleen wie het moeilijk heeft een veilige thuis te geven maar waarmee tegelijk ook de toon wordt gezet voor de algemene huisvestingmarkt. Neen, het is een tijdelijke maatregel en als de hulp niet meer nodig is moeten de sociale huurders maar opkrassen.

    Inzake zorg en zowat alle openbare diensten, wil Open Vld meer nadruk op de marktwerking. Laat de private aasgieren maar komen, de liberalen hebben grote goesting om het hen naar hun zin te maken. “De overheid treedt in de markt op als scheidsrechter, niet als speler. Ze treedt terug uit sectoren zoals telecom, post en banken. Ze stimuleert concurrentie in het openbaar vervoer. De minimale dienstverlening wordt gegarandeerd.” Een aanval op het stakingsrecht kan moeilijk ontbreken in een liberaal programma. Het personeel en de reizigers willen geen minimale dienstverlening, maar een maximale dienstverlening in plaats van de huidige tekorten (waarbij een ‘normale’ dienstverlening al bijzonder minimaal is).

    Het verkiezingsprogramma van Open Vld kreeg de titel ‘Vlaanderen vleugels geven’ mee, de verkiezingsslogan is ‘Goesting in de toekomst’. De vleugels en de toekomst worden echter beperkt tot wie vandaag al veel heeft. Het feit dat de liberalen zes jaar na het begin van de wereldwijde crisis nog steeds doen alsof die niet bestaat, laat staan dat de oorzaken ervan begrepen worden, versterkt het gebrek aan geloofwaardigheid. Dezelfde neoliberale recepten worden gewoon opnieuw gebracht. Daar mogen nog zoveel vleugels en goesting rond gehangen worden, het is de kern van het betoog dat faalt.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop