Your cart is currently empty!
Tag: stakingsrecht
-
Dienstverlening was sowieso al minimaal. Nu ook wel erg minimaal stakingsrecht bij het spoor

In 2017 werd de “wet op de continuïteit van het personenvervoer per spoor in geval van staking” aangenomen. Dit was de invoering van de zogenaamde minimumdienst. Bij diensten die als essentieel voor het treinverkeer worden beschouwd, moet elke agent uiterlijk 72 uur van tevoren aangeven of hij of zij al dan niet aan de werkonderbreking zal deelnemen.
De toenmalige minister van transport, François Bellot (MR), verklaarde dat er geen aantasting van het stakingsrecht was. Volgens hem ging het niet om het verbieden van stakingen, maar om het beter organiseren van de diensten met werknemers die niet staken. Het argument werd goed uitgewerkt, maar het heeft weinig met de werkelijkheid te maken.
Zo is het voor een staker mogelijk om zich op het laatste moment te bedenken en alsnog te werken. Het omgekeerde wordt daarentegen als een fout gezien die leidt tot een sanctie. Zelfs formeel is er geen gelijkheid tussen stakers en niet-stakers.
De minimumdienst wordt gebruikt om de steun voor vakbondsacties kunstmatig te verlagen. Wie op de geplande stakingsdag niet ingeroosterd staat, heeft technisch niet de mogelijkheid om zichzelf als staker te laten registreren. In het oude systeem was dit wel mogelijk. Tijdens stakingsdagen wordt leidinggevend personeel, dat gewoonlijk met andere taken belast is, ingezet om de treinen te laten rijden. In de seinhuizen, die het verkeer in real time beheren, wordt alles in het werk gesteld om zoveel mogelijk treinen te laten rijden. Zelfs indien dit betekent dat een personeelslid een dubbele shift moet kloppen (wat een gevaar is voor de veiligheid van collega’s en reizigers!)… Dit alles wordt aangevuld met een wetsartikel dat het verbod invoert op het verhinderen van het “gebruik van arbeidsmiddelen en infrastructuur”. De directies van de NMBS en Infrabel aarzelen niet om daar gebruik van te maken, waardoor het in de praktijk uiterst moeilijk wordt om een stakerspost op te zetten.
Een ander aspect van de minimale dienstverlening kreeg minder aandacht, wellicht omdat het wat technisch is. HR Rail, de wettelijke werkgever van het spoorpersoneel, moet een door een erkende vakbondsorganisatie ingediende stakingsaanzegging valideren vooraleer de procedure kan opgestart worden. Als HR Rail de aankondiging niet erkent, dan kan de betrokken organisatie onmogelijk op de juiste manier een stakingsactie organiseren.
De OVS (Onafhankelijke Vakbond van Spoorwegpersoneel) werd meermaals het slachtoffer van die regeling. Zo werd een algemene stakingsaanzegging in 2018 verworpen door HR Rail met als argument dat de maatregel waartegen geprotesteerd werd enkel betrekking had op de treinbestuurders. Dit maakte het voor de andere personeelsleden onmogelijk om uit solidariteit aan de staking deel te nemen. In november 2021 werd een nieuwe aanzegging geweigerd met het argument dat de betwiste maatregel (over achterstallige rust- en compensatiedagen) eerst nog moest besproken worden in… een overlegorgaan waar OVS niet in zit. Het is dus de werkgever die beslist of een staking al dan niet legitiem is. Dat is de droom van elke baas…
-
Geen sociale vooruitgang zonder recht op collectieve actie

Het sociale ongenoegen is groot. Bij de noodcentrale 112 trekt het personeel aan de alarmbel. Het zorgpersoneel zit er volledig door. Personeel van de dienstencheques betoogde in Brussel. Pakjesbedrijven gebruiken slavenarbeid en zwartwerk. In zowat alle sectoren was er protest of de dreiging van protest nodig om zelfs maar de erg minimale loonsverhoging van 0,4% te bekomen. Eerder ontplofte het ongenoegen opnieuw bij Lidl. Zelfs bij de politie waren er acties, waaronder wegblokkades, wegens het uitblijven van loonsverhogingen. Om onze dalende koopkracht te stoppen, is strijd nodig. Het recht op collectieve actie, zonder het risico om daarbij boetes of veroordelingen op te lopen, is daar essentieel voor. We zullen onze rechten verdedigen door ze actief te gebruiken.
door een spoorwegarbeider
Vakbondsacties zijn niet crimineel
In 2018 werd de voorzitter van het Antwerpse ABVV Bruno Verlaeckt veroordeeld voor het organiseren van een piket met blokkade tijdens een nationale actiedag. Vervolgens werden 17 ABVV-vakbondsleden in Luik veroordeeld tot voorwaardelijke gevangenisstraffen met geldboetes omdat ze aanwezig waren bij een wegversperring tijdens de grote stakingsbewegingen van 2015. Ze werden al “de 17 van de brug van Cheratte” genoemd. In hoger beroep werd de veroordeling niet ingetrokken, maar zelfs nog opgetrokken met hogere boetes.
Deze veroordelingen zijn niet willekeurig. Het toont hoe we de afgelopen jaren een nieuwe periode van sociale conflicten zijn ingegaan. Justitie wordt gebruikt om het sociaal protest te stoppen. Dit gaat heel ver: in Gent kregen vakbondsmilitanten zelfs voor het uitdelen van pamfletten een GAS-boete! Vakbondsverantwoordelijken die veroordeeld worden omdat ze op de openbare weg staan tijdens een collectieve actie, dat gaat wel heel ver. Zoals het ABVV opmerkt, werd “hun aanwezigheid bij een actie op de openbare weg aangewend om hen te veroordelen wegens ‘kwaadwillige belemmering van het verkeer’ (Artikel 406 Strafwetboek).” Deze rechtspraak maakt het mogelijk om alle sociale bewegingen te veroordelen als die gebruik maken van actiemethoden als betogingen, zitacties of bijeenkomsten op de openbare weg.
Een recht bestaat maar voor zover het gebruikt wordt
De Belgische kapitalistische klasse is bijzonder goed georganiseerd wanneer het erom gaat haar juridische instrumenten in te zetten om de vakbonden te verzwakken. Dat zagen we al met de stelselmatige toename van het aantal deurwaarders aan piketten en nu met de veroordelingen van verantwoordelijken. Desnoods grijpen ze hiervoor terug naar 19e eeuwse regels, zoals het artikel over het kwaadwillig belemmeren van het verkeer. Evengoed worden er nieuwe regels opgemaakt, zoals die inzake de minimumdienst bij het spoor (zie hiernaast), Belgocontrol of in de gevangenissen. Als werkgevers en hun rechters spreken over een zogenaamd ‘nieuw evenwicht’ in het stakingsrecht, bedoelen ze dat ze dit recht van elke inhoud willen ontdoen.
CEO’s, aandeelhouders en hun politieke vertegenwoordigers moeten geen actie voeren om bediend te worden. In de salons van de macht worden hun portemonnees en andere belangen gediend. Voor hen rollen alle autoriteiten de rode loper uit. Protest ertegen wordt daarentegen aan banden gelegd: de overheden willen de regels bepalen over hoe en wanneer we tegen hen mogen protesteren. Dat is uiteraard niet ‘evenwichtig’, het is een ondemocratische beperking van het recht op collectieve actie.
De verschillende regeringen spreken graag over sociaal overleg, toch als ze hun onpopulaire voorstellen door onze strot willen rammen. Sociale vooruitgang was steeds het resultaat van krachtsverhoudingen in de samenleving. Die bouwen we op door ons te organiseren, te mobiliseren en desnoods te staken. Stakingen zijn onmisbaar om tot verandering te komen.
Een recht bestaat slechts voor zover het wordt gebruikt. Anders blijft het een abstract concept op een stukje papier. Om onze collega’s te mobiliseren en hen ervan te overtuigen het stakingsrecht te verdedigen, moeten wij het instrument van de staking gebruiken om overwinningen te behalen. Het actieplan van het najaar van 2014 was bijvoorbeeld een groot succes, met een grote vakbondsbetoging (de grootste sinds 1986) en een provinciale stakingsreeks die momentum opbouwde naar de monumentale nationale algemene staking van 15 december. Helaas was er hierna twijfel en verdeeldheid onder de vakbondsleiders, waardoor de regering-Michel het initiatief terug in handen kon nemen. Maar het toonde het potentieel.
Meer koopkracht door meer loon!
De vakbonden kondigen acties aan tegen de explosie van prijsstijgingen, tegen de loonwet van 1996 die loonsverhogingen blokkeert en voor het recht om hiervoor actie te voeren. Om van de acties een succes te maken, worden de leden best zoveel mogelijk betrokken en is er een ernstig actieplan nodig. Telkens halverwege stoppen, ondermijnt de acties. Doorzetten zal in de praktijk duidelijk maken waarom ons stakingsrecht zo belangrijk is.
Als de burgerij het stakingsrecht aanvalt, wil het de capaciteit van verzet door de werkende klasse verzwakken. Tegelijk geven de bazen aan dat ze geen toegevingen willen doen. Traditioneel worden stakingen en betogingen gebruikt om druk te zetten zodat er via onderhandelingen zaken behaald worden. Dit wordt steeds moeilijker. Voor degelijke arbeidsvoorwaarden en ons deel van de door ons geproduceerde koek, volstaat het niet om druk uit te oefenen: we moeten ons richten tegen het volledige systeem.
Op 22 november was er in Gent een actie tegen de ‘vergassing van protest’ naar aanleiding van GAS-boetes voor syndicalisten die pamfletten uitdeelden. De actie werd gesteund door de drie vakbonden en heel veel organisaties, waaronder Campagne ROSA die ook al GAS-boetes kreeg voor protestacties. Op 6 december is er een nationale actiedag in gemeenschappelijk vakbondsfront gepland voor meer koopkracht en voor het recht op protest. Dat is een goede zaak.
Er is nood aan een nationale informatie- en actiecampagne om onze vakbondsrechten te verdedigen. We kunnen niet vertrouwen op de traditionele media om onze standpunten uit te leggen. Dit zijn dezelfde media die de stakers van de brug van Cheratte met laster en beschuldigingen in een kwaad daglicht stelden. We zullen zelf moeten informeren met algemene vergaderingen waar elke volgende stap wordt besproken en gestemd.
-
17 Luikse ABVV’ers in hoger beroep veroordeeld met hogere boetes

ABVV houdt personeelsvergaderingen om stakingsdag voor te bereiden
Ongeveer 200 mensen kwamen vandaag samen op de Place Saint Lambert in Luik. Er was een oproep van het ABVV voor een actie in het kader van de vervolging wegens de bezetting van de brug van Cheratte. 17 vakbondsleden, waaronder huidig ABVV-voorzitter Thierry Bodson, werden eerder door de strafrechter veroordeeld tot voorwaardelijke gevangenisstraffen van 15 dagen tot een maand en geldboetes van enkele honderden euro’s. Ze werden gestraft omdat ze deelnamen aan een wegblokkade tijdens de staking van 19 oktober 2015. Vandaag besliste het Hof van Beroep om de schandelijke uitspraak te bevestigen.
Het arrest stelt dat er sprake is van kwaadwillige belemmering van het verkeer, zoals bepaald in artikel 406 van het Strafwetboek. Dat is hetzelfde artikel dat ingeroepen werd om de Antwerpse ABVV-voorzitter Bruno Verlaeckt in 2019 te veroordelen. In beide gevallen waren het de vakbondsleiders die de zwaarste straffen kregen. Het doel is duidelijk: de mogelijkheid van vakbondsactie beperken. Het ABVV kondigde aan in cassatie te gaan en de zaak aanhangig te maken voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg.
Tijdens de solidariteitsactie herinnerde Thierry Bodson eraan dat mobilisatie op straat essentieel is om tot verandering te komen. Dit zal niet anders zijn om de toepassing van artikel 406 tegen collectieve acties te stoppen en onze vakbondsrechten te beschermen.
Een aanval op één van ons, is een aanval op ons allen
Thierry Bodson deelde mee dat het Federaal Comité van het ABVV, dat vanmorgen in Luik bijeenkwam, oproept om morgen in alle ondernemingen personeelsvergaderingen te organiseren om de werknemers te informeren over en bewust te maken van de democratische en syndicale kwesties die in deze gerechtelijke beslissing aan de orde zijn. Die personeelsvergaderingen moeten ook een actiedag voorbereiden met een stakingsaankondiging van 24 uur. De datum en de details hiervan worden binnenkort meegedeeld. Zoals het ABVV opmerkt: alle sociale bewegingen moeten zich zorgen maken over deze uitspraak.
Het is uitstekend dat er meteen wordt gereageerd en opgeroepen tot actie. Hopelijk wordt dit het begin van een ernstige nationale campagne ter verdediging van het recht om collectieve actie te voeren en om onze vakbondsvrijheden te verdedigen. We moeten ervoor zorgen dat dit effectief het geval is. We zouden vandaag verder gestaan hebben indien er meteen na de veroordeling van de Antwerpse kameraden in 2019 of na de veroordeling van de Luikse vakbondsleden in eerste aanleg in december vorig jaar zo’n campagne was opgezet.
Tenslotte nog een woord van Silvio Marra, voormalig ABVV-delegee bij de Forges de Clabecq, die samen met 12 andere kameraden door de procureur van Nijvel beschuldigd werd van feiten die zich voordeden tijdens de strijd tegen de sluiting van de Forges de Clabecq (1997). Ter herinnering: alle verdachten in dit belangrijke proces werden in 2002 vrijgesproken. Hij zei ons vorig jaar na de veroordeling van de 17 vakbondsmensen: “Eerst en vooral kunnen we niet aanvaarden dat de politie, de openbare aanklagers en de rechtbanken zich moeien met sociale conflicten. Dit proces is een gelegenheid om het debat over het recht van werkenden om het niet eens te zijn met hun baas nieuw leven in te blazen. De patroons hebben maar één ding voor ogen: de uitbuiting van de werkenden opvoeren om meer winst te maken. Het stakingsrecht is geen recht dat ergens beschreven is in een ‘burgerlijk wetboek’ of in weet-ik-veel-welk wetboek. Het stakingsrecht bestaat omdat er sociale klassen met tegengestelde belangen zijn. Dit is het recht om kapitalistische uitbuiting aan te vechten. Het kan alleen leven in de harten van de duizenden syndicale afgevaardigden die verkozen zijn in de bedrijven en onder de drie miljoen vakbondsleden, als zij doorheen discussies en de ervaring van sociale strijd hun bewustzijn ontwikkelen. Als de werkende klasse haar kracht ontdekt en gebruikt, zullen rechtbanken, openbare aanklagers en repressieve krachten niet veel gewicht in de schaal leggen.”
- Lees ook : 17 vakbondsleden veroordeeld in Luik. Grote campagne nodig om stakingsrecht te verdedigen! (3 december 2020)

-
Collectieve actie is een recht, geen misdaad. Na actiedag de strijd opvoeren!

Op initiatief van het ABVV werden gisteren verschillende bijeenkomsten georganiseerd naar aanleiding van de beslissing van de Luikse rechtbank om 17 vakbondsmilitanten te veroordelen wegens hun deelname aan een collectieve actie. De datum was niet willekeurig gekozen: het was de Internationale Dag van de Mensenrechten, een ideaal ogenblik om het stakingsrecht te verdedigen en collectieve actie te voeren.
De ogen waren vooral gericht op Luik, aangezien het ook de dag was waarop de advocaat van de 17 vakbondsleden, waaronder huidig ABVV-voorzitter Thierry Bodson, beroep indiende tegen de veroordeling. Om hem te verwelkomen tijdens de laatste meters van zijn reis naar de rechtbank, was er een indrukwekkende erehaag van 700 activisten. Met rode rook natuurlijk. De avond ervoor werd een korte video met de slogans: “Vakbondsleden, geen criminelen! Mobiliseren voor onze fundamentele vrijheden” geprojecteerd op de gevel van het gerechtsgebouw in Luik. De beelden, die op grote schaal op sociale netwerken verspreid geraakten, gaven een laatste impuls aan de mobilisatie.
Tijdens een korte interventie op de actie herinnerde Thierry Bodson aan het belang van het stakingsrecht: “We zijn veroordeeld omdat we aanwezig waren bij een collectieve actie tijdens een dag van interprofessionele staking. We hebben het recht om te staken, het recht om actie te voeren, het recht om te betogen, het recht om de openbare ruimte te bezetten, dat is belangrijk en dat staat vandaag op het spel. Het is niet alleen een probleem voor de vakbonden. Het is een probleem voor alle sociale bewegingen. Als een burger deelneemt aan een actie op de openbare weg die niet is toegestaan, dan riskeert hij een gevangenisstraf. Niet meer, niet minder. Het is een autoritaire staat die zich dat kan veroorloven. Onze veroordeling is een politieke uitspraak. Het is gênant als je het zegt. We willen geen straf met uitstel. We willen vrijgesproken worden, duidelijk en eenvoudig.”
Er waren soortgelijke bijeenkomsten in Brussel (met ongeveer 200 deelnemers), Namen (ongeveer 100), Verviers (ongeveer 100), Doornik … In Bergen sloten vakbondsleden en sympathisanten zich aan bij de actie naar aanleiding van de derde hoorzitting in het proces rond de moord op de kleine Mawda. Dat was belangrijk: ons sterkste wapen tegen racisme, politiegeweld en de criminalisering van sociaal protest is natuurlijk solidariteit. Langs Nederlandstalige kant bleef het protest helaas beperkt tot symbolische acties die werden gelivestreamd op sociale media.De actiedag werd voorbereid door een aantal algemene vergaderingen in werkplaatsen op 1 december mag slechts het begin zijn. De veroordeling van de 17 ABVV’ers is een zeer verontrustende evolutie in de richting van de criminalisering van sociale acties. Het zijn onzekere tijden, maar één ding weten we al: de bazen en hun politieke marionetten zullen proberen ons de kosten van de gezondheidscrisis en de economische crisis te laten dragen. Zeker sinds het succesvolle actieplan eind 2014 zullen de bazen en hun politici er alles aan doen om ons stakingsrecht aan te vallen. Toen werd immers de kracht van de arbeidersbeweging aangetoond. De liberale MR werkt nu aan een wetsvoorstel om het stakingsrecht te ‘regelen’, onder meer om wegblokkades te verbieden. Het is dan slechts een kwestie van tijd vooraleer de eis van rechtspersoonlijkheid voor de vakbonden opnieuw op tafel komt, een oude eis van extreemrechts die als doel heeft om de vakbonden te overspoelen met klachten en vervolgingen voor elke verstoring als gevolg van een stakingsactie.
Ons antwoord moet aangepast zijn aan de inzet. De acties van gisteren mogen slechts de eerste stap zijn in een echte informatie- en mobilisatiecampagne die opbouwt naar grotere acties, inclusief stakingen, om te reageren op elke aanval op het stakingsrecht en ons recht om collectieve actie te voeren.
Foto’s van de acties:
Luik
[embed-google-photos-album https://photos.app.goo.gl/uJ2chRs8NNYnrmVx7]
Brussel
[embed-google-photos-album https://photos.app.goo.gl/yqEMyTWPbXKq8DRy9]
Bergen
[embed-google-photos-album https://photos.app.goo.gl/1PiBSp4ZmU5HtNo27]
Namen
[embed-google-photos-album https://photos.app.goo.gl/kMmL5m8UwvKkssBS7]
-
Principiële veroordeling van recht op protest: massale campagne nodig!
Het kwam als een verrassing: de rechtbank heeft Antwerps ABVV-voorzitter Bruno Verlaeckt principieel veroordeeld wegens ‘kwaadwillige belemmering’ van de weg. Zijn ‘persoonlijk aandeel’ in dit ‘misdrijf’ bestaat uit zijn voorzitterschap van het Antwerpse ABVV en het feit dat hij aanspreekpunt voor de politie was. De tweede beklaagde, ABVV-militant Tom Devoght, werd vrijgesproken omdat zijn persoonlijk aandeel in de belemmering van de weg niet aangetoond was. Het principiële karakter van de uitspraak blijkt uit het feit dat geen straf wordt opgelegd, Bruno Verlaeckt wordt enkel veroordeeld tot betaling van de helft van de proceskosten.
Door Geert Cool
‘Kwaadwillige belemmering’ van de weg
De rechter oordeelde dat artikel 406 van het Strafwetboek over ‘kwaadwillige belemmering van de weg’ wel degelijk in het kader van vakbondsacties kan toegepast worden, ook al was dat bij de voorbereiding van het artikel destijds uitdrukkelijk uitgesloten. De rechter stelde dat er grenzen zijn aan de vrijheden van meningsuiting en betoging, maar ook aan het stakingsrecht. Meer bepaald werd zwaar getild aan het feit dat geen toestemming was gevraagd en de blokkade niet op voorhand was meegedeeld aan de politie. Dat is natuurlijk absurd: het recht op collectieve actie omvat ook niet-aangevraagd protest. Moeten we aan de overheden waartegen geprotesteerd wordt vragen of dit protest mag en welke vorm het mag aannemen?
Achteraf merkte Miranda Ulens van het ABVV terecht op dat deze redenering erg gevaarlijk is omdat elke vorm van protest tot een veroordeling kan leiden. Ze wees op de acties van ouders, leerkrachten en kinderen aan de scholen. Ook daar wordt een deel van de straat bezet. Als dit spontaan gebeurt, kan het volgens de rechtbank die Bruno Verlaeckt veroordeelde tot een straf leiden. De rechter stelde dat het opwerpen van een blokkade leidt tot files, wat steeds een “potentieel gevaarlijke omstandigheid” is. Waar blijft de veroordeling van de regeringen in ons land die met hun mobiliteitsbeleid de dagelijkse files op onder meer de Antwerpse en Brusselse ring organiseren?

De zaal was opnieuw te klein voor de vele aanwezigen die het recht op protest kwamen verdedigen. ABVV-militant Tom Devoght werd vrijgesproken omdat zijn persoonlijk aandeel in de wegblokkade niet bewezen was. De rechter merkte op dat hij enkel verzet pleegde tegen het politie-optreden en slechts als ‘onruststoker’ kan gezien worden. Er waren volgens de rechter geen foto’s of camerabeelden waaruit een persoonlijke rol in de wegblokkade kan opgemaakt worden. Opmerkelijk: het persoonlijk aandeel van Bruno Verlaeckt in de blokkade werd volgens de rechter aangetoond door het feit dat de lokale ABVV-topman betrokken was bij voorbereidende vergaderingen en ter plaatse het aanspreekpunt was. Hij zou aangezet hebben tot de blokkade en deze georganiseerd hebben. Dit is een gevaarlijk precedent waarbij strafrechtelijke verantwoordelijkheid wel bijzonder breed wordt geïnterpreteerd. Oproepen tot een actie volstaat om als crimineel weggezet te worden. Stop de criminalisering van sociaal verzet!
Er zijn twee grote problemen met dit vonnis: (1) het toepassen van artikel 406 Strafwetboek waarbij belemmering van het verkeer tijdens een collectieve actie tot een veroordeling kan leiden en (2) het feit dat een verantwoordelijke functie uitoefenen en betrokken zijn bij de organisatie van een actie leidt tot een vorm van ‘objectieve strafrechtelijke aansprakelijkheid.’ Na de uitspraak kondigde advocaat Jos Van der Velpen aan dat er tegen deze principiële uitspraak een principieel hoger beroep komt.
Doel: vakbondsverzet monddood maken
Het doel van het politie-optreden tegen de stakers op 24 juni 2016 was duidelijk: vakbondsprotest tegen het beleid van de rechtse regering de kop indrukken. Het proces dat volgde, was eveneens van politieke inslag. Het dossier bleef lange tijd liggen, maar werd uiteindelijk toch opgediept om tot een principiële rechtszaak te komen. Wie had daar belang bij? Uiteraard het politieke establishment en het rechtse Antwerpse bestuur van De Wever (N-VA) in de eerste plaats. Nu laat een rechtbank zich hiervoor lenen. De rechter erkende overigens dat de redelijke termijn werd overschreden, maar stelde dat dit in deze zaak de beklaagden niet benadeeld heeft.
De rechterzijde wil vakbonden die braaf “meedenken in de logica van het bezuinigingsbeleid,” merkte Bruno Verlaeckt na afloop van het proces op. Hij voegde eraan toe dat een aanval op het recht op protest al diegenen treft die door de vakbonden verdedigd worden: werkenden, uitkeringstrekkers, gepensioneerden, … Het monddood maken van vakbondsverzet, en dus van de vakbonden zelf, mag niet aanvaard worden.
Uiteraard is hoger beroep noodzakelijk. Dit moet gekoppeld worden aan een syndicale strategie van mobilisatie voor het recht op collectief protest. Bij de zittingen in hoger beroep kan gemobiliseerd worden, maar misschien kan het protest ook directer tegen de politieke architecten van de repressie en het bijhorend proces gericht worden: het Antwerps stadsbestuur en meer bepaald de N-VA.
Achteraf werd terecht opgemerkt dat het ABVV deze veroordeling en de inbreuken op het recht op protest niet aanvaardt. Om onze rechten af te dwingen, zullen we ze moeten gebruiken. Daarvoor kunnen we enkel op onze eigen krachten rekenen: mobilisatie en brede betrokkenheid in de opbouw van een krachtsverhouding waar het Hof van Beroep niet aan voorbij kan.
[divider]
Stream Media bracht een live verslag van de reacties na het vonnis:
-
Protestactie aan Antwerpse rechtbank: handen af van het stakingsrecht!

Twee Antwerpse ABVV’ers, waaronder lokaal voorzitter Bruno Verlaeckt, worden vervolgd wegens deelname aan een stakerspost tijdens de staking van 24 juni 2016. Ze worden beschuldigd van kwaadwillige belemmering van de weg (artikel 406 Strafwetboek), een artikel waarvan alle voorbereiding en interpretatie achteraf meldt dat het niet van toepassing is op stakersposten. In het ergste geval riskeren de twee een celstraf van 6 maanden.De twee werden opgepakt tijdens een blokkade van de Scheldelaan, zoals er tijdens stakingsacties de afgelopen jaren steeds blokkades werden opgezet. Plots werd besloten om de gangbare wijze van stakersposten zetten – de raadsmannen van de twee merkten terecht op dat er sprake is van een verworven recht – niet langer te tolereren. Dat werpt de vraag op wie deze beslissing tot koerswijziging nam. Het antwoord is duidelijk: het Antwerpse stadsbestuur en burgemeester De Wever in het bijzonder. Die verklaarde zelf dat het politie-optreden er anders had uitgezien moesten er enkele honderden dokwerkers aan de stakerspost gestaan hebben. Dat weerlegt de stelling dat het hier gaat om een juridische discussie over het al dan niet belemmeren van het verkeer, laat staan over de vraag of dit kwaadwillig gebeurde. Dit was een aanval op het recht op actievoeren, een bewuste politieke zet die bovendien gevolgd werd door een politieke vervolging.
Het proces kwam nu pas ten gronde voor, bijna twee jaar na de feiten. Opmerkelijk dat het zo lang duurde voor het parket om de zaak rond te krijgen. Blijkbaar raakte het dossier een tijdlang verloren. Het was immers niet dat de tussenliggende tijd benut werd om extra opsporingswerk te verrichten. De enige getuigenverklaringen door mensen ter plaatse werden toegevoegd door de verdediging van de twee ABVV’ers, het parket vond het niet nodig om andere aanwezigen te spreken.
Blijft een erg dubieuze vervolging over van twee militanten. Verlaeckt wordt eigenlijk vervolgd omdat hij als Antwerps ABVV-voorzitter de ‘aanstoker’ van het protest was. De tweede militant, Tom, wordt vervolgd omdat hij weerstand zou geboden hebben. “Zou” schrijven we, want feiten daaromtrent brengt de politie of het parket niet aan. Is dat tegenwoordig niet meer nodig om het vermoeden van onschuld te weerleggen? Wat overblijft is dat de twee zouden aangezet hebben tot een collectieve actie. Dat is niet verboden. Meer nog, het wordt internationaal erkend als een mensenrecht. In deze zaak lijkt het parket er alles aan te doen om die mensenrechten te omzeilen omdat het gaat om syndicalisten die zich collectief verzetten tegen het asociaal beleid van de rechtse regering. Dit is een politiek proces waarbij de krijtlijnen lijken uitgezet te worden door de N-VA.
Bij de zitting vandaag waren er honderden militanten aanwezig om de twee te ondersteunen. Positief was de solidariteit uit heel het land, zelfs vanuit Wallonië en, ook bijzonder belangrijk, van een groep ACV-militanten en enkele ACLVB-leden. Die solidariteit is belangrijk: wie aan één van ons raakt, raakt ons allen. Vandaag werd de zaak gepleit, uitspraak volgt op 29 juni. Mogelijk volgt nadien een beroepsprocedure (de kans dat het establishment het bij een vrijspraak hierbij laat, is wellicht beperkt en bij een veroordeling moet uiteraard verder geprocedeerd worden). Daarbij zullen nieuwe mobilisaties aan de orde zijn. Het stakingsrecht verdedigen, betekent het recht op protest en sociaal verzet tegen het asociaal beleid verdedigen.
Foto’s door Liesbeth:
[embed-google-photos-album https://photos.app.goo.gl/8PacX7J4gQthGqNa7] -
Neen aan minimale dienstverlening! Maximaal verzet nodig

Foto: Jean-Marie De voorbije regeringen lieten geen kans liggen om het stakingsrecht uit te hollen en verschillende vormen van protest te criminaliseren. Geen twijfel mogelijk: de reiziger noch de veiligheid staat centraal op de agenda, wel het breken van verzet. Diegenen die aan onze pensioenen, statuut en openbare diensten zitten, willen bepalen hoe wij deze kunnen verdedigen: liefst niet.
Artikel door een treinbegeleidster
Het parlement jaagde de minimale dienstverlening bij het spoor erdoor. Een stakingsaanzegging moet ten laatste acht werkdagen op voorhand en elk personeelslid moet 72 uur voor de staking aangeven of hij/zij aan de staking deelneemt of niet. Daarmee wordt het recht op collectieve actie geïndividualiseerd. De NMBS zou dan een dag voor de staking een alternatief vervoersplan bekendmaken aan de reizigers. Tegelijk zien we pogingen om stakingspiketten te verbieden, worden deelnemers aan collectieve acties individueel gestraft, …
Strijdbare syndicale opstelling gezocht
Jarenlang werd vanuit verschillende hoeken gewaarschuwd voor de gevaren van minimale dienstverlening. Waarom was dit niet genoeg, kunnen we het dan niet tegenhouden?
Het lijkt erop dat de vakbondsleidingen zich nu beperken tot waarschuwen voor de chaos en de gevaren voor de veiligheid (zoals overvolle treinen en perrons) bij minimale dienstverlening. Ons antwoord beperken tot ‘we zullen wel zien dat dit niet werkt’, is gevaarlijk. Deze regering ziet het huidige voorstel van minimale dienstverlening slechts als een eerste stap. Chaos bij de toepassing ervan zal gebruikt worden als argument om het stakingsrecht nog meer te ondermijnen.
Een juridische betwisting is belangrijk, maar dreigt geen resultaat op te leveren als we niet tegelijk een strijdbare nationale campagne lanceren tegen deze aanval op ons democratisch recht op collectieve actie. Het verdedigen van het recht op collectieve actie is geen juridische kwestie los van de realiteit, maar van levensbelang om de belangen van werkenden te verdedigen.
Het vakbondsbashen samen met de afbraakpolitiek en het gebrek aan offensief antwoord hebben effect op de werkvloer. De vraag naar alternatieve acties komt regelmatig naar boven. Het ene idee is al wat haalbaarder dan het andere. Creatievere acties kunnen een verbredend effect hebben om hardere acties voor te bereiden. Maar de discussie over alternatieve acties vandaag komt vooral door verwarring over het gebruik van het stakingswapen en twijfel over welke slagkracht vakbonden nog hebben.
Niet laten sudderen, maar antwoorden, is essentieel en mogelijk. Waarom geen brede informatiecampagne lanceren die ingaat op de geschiedenis van sociale verworvenheden en het stakingsrecht, gekoppeld aan de noodzaak en het belang van het stakingswapen vandaag om besparingen te stoppen? Personeel noch reizigers hebben belang bij het gebrek aan investeringen in openbaar vervoer en de ondermijning van arbeidsvoorwaarden. Enkel een strijdbare syndicale opstelling kan de aanvallen stoppen.
Solidariteit is een werkwoord
Vakbondsleiders als De Leeuw (ABVV) en Reniers (ACOD) spraken zich meermaals uit tegen de minimale dienstverlening. Ze verklaarden dat ze hun kameraden niet in de kou zouden laten staan. Er werd terecht gewaarschuwd dat het invoeren van minimale dienstverlening bij het spoor snel zal gevolgd worden in andere openbare diensten: gevangenissen, bus- en tramvervoer, … Waar wachten ze op om deze woorden in daden om te zetten?
Het agressieve ritme waarmee deze rechtse regering aanvallen afvuurt, zorgt soms voor verbijstering. Er kwamen de voorbije maanden regelmatig syndicale acties uit de lucht vallen, vaak met meer deelnemers dan verwacht maar zonder ernstige voorbereiding, wat tot frustratie leidt. Vloeken kan daarbij deugd doen, maar je verandert er niets mee.
De besparingstrein, de noodzaak aan massale investeringen, onhoudbare personeelstekorten, stijgende werkdruk, … De noden op de werkvloer groeien en zoeken een antwoord. Dat doen we best collectief, onder meer met personeelsvergaderingen zodat we zelf ideeën en voorstellen kunnen doen. Er is genoeg om te bespreken met alle collega’s. Wat hebben we nodig om iedereen mee te krijgen? Welk type acties hebben we nodig? Hoe onze krachten opbouwen? Hoe komen tot een geheel van acties? Welke eisen stellen we voorop? Hoe formuleren we deze naar de reizigers? Hoe betrekken we ze?
De verzuchtingen van onderuit organiseren, zal nodig zijn om te komen tot een krachtige vastberadenheid waarmee we deze agressieve regering stoppen en alle volgende meteen waarschuwen.
-
Minimale dienstverlening is niet in belang van reizigers
3 miljard besparen op het spoor en verzet ertegen het zwijgen opleggen
Het opleggen van ‘minimale dienstverlening’ bij het spoor is een zoveelste aanval op het personeel van de publieke sector. Bij gebrek aan oplossingen of middelen, wil minister Bellot sociaal verzet breken om het afbraakbeleid van zijn regering gemakkelijker te kunnen opleggen.Reactie door een spoorman
De regering wil deze legislatuur afsluiten met 3 miljard euro besparingen bij de NMBS en Infrabel. Het doel is dus duidelijk niet om de pendelaars een betere dienstverlening te bezorgen. De pendelaars ondergaan elke dag al de gevolgen van de besparingen die leiden tot een gebrek aan onderhoud van het materieel, vermindering van het personeelsbestand en meer algemeen het gebrek aan investeringen. De productiviteit van het spoorpersoneel neemt sneller toe dan voorzien (met ongeveer 5% in 2016). Het wordt daarvoor ‘bedankt’ met nieuwe aanvallen door directie en regering: “hervorming” van de pensioenen, verlaging van de ziektevergoedingen, hardere arbeidsvoorwaarden, … Een aantal projecten zullen de reizigers op directe wijze treffen: “one man car” (treinen zonder begeleider), afschaffing van loketten, “flexibele tarieven”, … Als de regering een minimale dienstverlening wil opleggen, wil ze vooral de volgende aanvallen beter voorbereiden.
Regering wil verzet breken, niet reizigers helpen
De N-VA heeft het over minimale dienstverlening als een “eerste stap.” In december 2016 schreven we al: “Als het doorvoeren van dit plan tot chaos leidt zonder dat er ernstig verzet tegen is, dan zal de regering ongetwijfeld proberen verder te gaan. Opeisingen van personeel staan momenteel niet op de agenda, maar we weten dat de rechtse regering steeds verder gaat indien ze niet door het georganiseerd verzet van de werkenden wordt gestopt.”
De vakbonden wijzen terecht op de grote risico’s bij het doorvoeren van deze regeling: overvolle treinen, onhoudbare werkdruk voor niet-stakers, pendelaars voor wie de vertraging niet aanvaard wordt als geldige reden om te laat te komen, … Ongetwijfeld zullen ook enkele veiligheidsmaatregelen met de voeten getreden worden. Voor de regering komt het er echter op aan om de deur open te zetten om nadien verder te gaan. Eens de minimale dienstverlening bestaat, wordt het gemakkelijker om gelijkaardige regelingen op te leggen in de gevangenissen, bij Belgocontrol en andere sectoren.
De Franstalige reizigersvereniging Navetteurs.be sprak zich uit tegen de minimale dienstverlening. Het mocht niet baten: minister Bellot wilde zijn mening niet bijschaven. De vakbonden zullen voortaan stakingen acht dagen op voorhand moeten aankondigen, tegenover zeven dagen voorheen. Het personeel moet vervolgens aankondigen of het van plan is om al dan niet deel te nemen door zich op te geven als staker of niet-staker en dit vier dagen voor de werkonderbreking. Wie zich opgeeft als niet-staker maar vervolgens van mening verandert, kan een sanctie krijgen. Een overzicht van het beschikbare personeel moet de directie van de NMBS vervolgens toelaten om de dienst zo goed mogelijk te organiseren om – puur theoretisch – “tot 80% of zelfs 100% van de treinen te laten rijden.”
De verplichting om het personeel op voorhand te laten beslissen, verzwakt de mobilisatiemogelijkheden door de vakbonden. De uren voor een staking zijn altijd de belangrijkste. Het is dan dat elk personeelslid deelneemt aan de discussies met collega’s over het belang om al dan niet te staken. Het werk neerleggen doorbreekt de normale gang van zaken. Doorgaans wordt de beslissing genomen door een kleine groep voortrekkers, maar de staking leidt tot een collectief debat over de staat van het bedrijf, de evolutie van de arbeidsvoorwaarden maar ook over de hele maatschappij. Onder die omstandigheden komt het vaak voor dat iemand van mening verandert. Dat is onderdeel van het proces van democratische discussie. Het doel van een minimale dienstverlening, samen met andere maatregelen zoals het criminaliseren van stakersposten, is duidelijk: stakers in het bedrijf zoveel mogelijk isoleren zodat het verzet tegen nieuwe aanvallen wordt ondermijnd.
Ons organiseren! Niets doen zal ons niets opleveren
Het standpunt van Marc Goblet die zei dat het ABVV acties bij het spoor zal steunen, was een goede stap: dit belangt inderdaad de volledige arbeidersbeweging aan. Maar er zal meer nodig zijn: een actieplan dat begint met een informatiecampagne rond het stakingsrecht en de geschiedenis ervan. Algemene personeelsvergaderingen waarop alle collega’s maar ook mensen uit andere sectoren uitgenodigd worden. Daar moeten we komen tot democratische discussies waaraan zoveel mogelijk mensen deelnemen om te komen tot een gecoördineerd antwoord waarbij ook rekening wordt gehouden met de lessen van de staking in 2016.
Het democratisch stakingsrecht van het spoorpersoneel breken, is geen oplossing voor de gevolgen van een aanhoudend gebrek aan investeringen in mobiliteit. Als het erdoor komt, zal het integendeel een nieuwe stap zijn in de richting van een rampzalige liberalisering van de spoorsector. Wij willen toegankelijk, degelijk en goed gefinancierd openbaar vervoer. Daartoe moeten we strijden tegen de minimale dienstverlening.
-
Gevaarlijk precedent: 17 Luikse ABVV’ers voor rechter wegens collectieve actie
Het recht op collectieve actie wordt verder ondermijnd. Naar aanleiding van een wegblokkade in oktober 2015 moeten 17 Luikse ABVV’ers voor de rechter verschijnen. In de media werd naar aanleiding van die wegblokkade een propagandaslag opgezet tegen het stakingsrecht.
Een lokaal ziekenhuis stelde dat een dokter te laat kwam door de wegblokkade en dat hierdoor een patiënt stierf. Dat het ziekenhuis niet in een opgevorderde dienstverlening had voorzien – zogezegd omdat het ACV niet meestaakte – werd niet in de discussie aangebracht. Dat de prestatiegeneeskunde het inzetten van een andere dokter verhinderde was ook geen punt (en in het weinig waarschijnlijk geval dat er geen enkele andere dokter in de regio was die de ingreep kon doen, werd dit schrijnende tekort in de gezondheidszorg ook al niet uitgespit). Dat files dagelijkse kost zijn en het consequent doortrekken van de redenering dat een file aanleiding geeft tot overlijdens omdat dokters erin staan kan leiden tot een forse veroordeling van het Belgische mobiliteitsbeleid werd evenmin opgeworpen.
Een vervolging van individuele stakers en vakbondsleiders wegens een collectieve actie gaat in tegen onze democratische rechten. Er is Europese rechtspraak die bevestigt dat het recht op collectieve actie ook het zetten van stakersposten en zelfs van wegblokkades omvat. Alleszins is het vreemd om een oorzakelijk verband te leggen tussen een file veroorzaakt door een wegblokkade op een stakingsdag en een operatie in een ziekenhuis met fatale afloop.
Het doel van de vervolging van de 17 ABVV’ers is om het recht op collectieve actie aan banden te leggen. Protesteren mag straks enkel nog als niemand er iets van merkt en zelfs dan nog zouden de gevestigde media het afkraken. De rechtse regering wil elke vorm van verzet tegen het gevoerde beleid onmogelijk maken onder het argument dat zij een parlementaire meerderheid heeft – alsof democratie kan beperkt worden tot om de vier jaar een bolletje kleuren en alsof de bevolking gekozen heeft voor maatregelen als het optrekken van de pensioenleeftijd… Het is niet de eerste keer dat syndicaal protest dreigt vervolgd te worden: eind jaren 1990 gebeurde hetzelfde met een groep afgevaardigden van Forges de Clabecq. Zij werden uiteindelijk vrijgesproken na een lange campagne (jammer genoeg zonder steun van de ABVV-leiding).
De vervolging van de 17 ABVV’ers is een gevaarlijk precedent waar de volledige arbeidersbeweging tegen moet reageren. Het gaat niet enkel om deze ene actie, maar om het recht op collectieve actie van ons allemaal. Een ernstige nationale campagne tegen dit politieke proces van een rechterzijde die het sociaal verzet het zwijgen wil opleggen, kan de argumenten van de rechterzijde volledig onderuit halen en kan er een forum voor het verzet tegen de rechtse besparingsregeringen van maken.
[divider]
Hieronder het standpunt dat wij publiceerden onmiddellijk na de feiten van 19 oktober 2015
Hoe men van stakingen een misdaad probeert te maken
De betoging van 7 oktober was met 100.000 deelnemers een groot succes. Hetzelfde zagen we met de regionale staking van 19 oktober in de provincie Luik. Zoals vorig jaar werd geprobeerd om de grote vakbondsbetoging met 150.000 aanwezigen onder te sneeuwen in berichtgeving over rellen, werd een spontane blokkade van de E40 in Luik aangegrepen om te spreken over een ‘apocalyps’ of nog over ‘rode criminaliteit’.
Artikel door Fabian en Nico in ‘De Linkse Socialist’ november 2015
Het criminaliseren van bewegingen, in een poging de legitimiteit van het protest te ondermijnen, is een beproefde strategie. Mensen die voor het eerst gaan betogen schrikken vaak van de manier waarop de politie optreedt. De trukendoos om manifestaties te doen ontaarden is groot. Er wordt gebruik gemaakt van frustraties en desnoods wordt het aangevuld met provocateurs. Denk maar aan de foto’s van met vakbondspetjes en -sjaaltjes vermomde agenten.
Bij een staking als die van 19 oktober in Luik was het op voorhand duidelijk dat de minste aanleiding zou aangegrepen worden om in te gaan tegen de volledige arbeidersbeweging en om de verdeeldheid in het vakbondsfront te benadrukken. De blokkade van de E40 werd gebruikt om de stakers te criminaliseren. Het werd nog erger met de verklaring van het ziekenhuis CHC uit Hermalle dat een Deense toeriste was overleden omdat een opgeroepen dokter door de files vertraging had. Dat er blijkbaar maar één chirurg in de hele omgeving beschikbaar was, geeft aan dat de tekorten in de gezondheidszorg nog groter zijn dan we dachten. Dat de prestatiegeneeskunde samenwerking tussen ziekenhuizen en specialisten in de weg staat, zal er ook wel iets mee te maken hebben. Maar uiteraard is dat niet waar rechts op ingaat. Het liberale parlementslid David Clarinval verweet zelfs de PVDA-verkozenen dat ze bloed aan de handen hebben.
De bediendenvakbond van het ABVV wees op een element waar de directie van het ziekenhuis liefst niet teveel mediabelangstelling voor zag. Het ziekenhuis CHC is opdrachtgever van een bouwwerf waar de stakers in de ochtend van 19 oktober een groep Indische bouwvakkers aantroffen die er in containers verbleven. Dit schandaal werd door de media volledig toegedekt om het enkel over de blokkade enkele honderden meter verder te hebben. De bediendenbond stelde nog dat: “de drastische besparingen op de middelen voor gezondheidszorg leiden tot constante besparingen in een sector die steeds meer concurrentieel wordt. Hoeveel doden zijn er al gevallen door deze onderfinanciering en door de besparingen waartoe de politiek beslist?” Het ziekenhuis had niet voorzien in een opgevorderde dienstverlening met het argument dat het ACV niet meestaakte.
Nadien erkende de directie van het ziekenhuis dat het niet beweert dat er een oorzakelijk verband is tussen de blokkade en de dood van een patiënte, maar dat het enkel “het debat over de grenzen van het stakingsrecht wilde openen”. Alsof dat debat in de gevestigde media ooit gesloten was!
Er werd uiteraard gretig op ingespeeld door Zuhal Demir (N-VA) die voor de zoveelste keer verklaarde dat ze het “gehad heeft” met de vakbonden en meteen eist dat de bonden rechtspersoonlijkheid krijgen. Dat is een eis die vroeger alleen door extreemrechts werd verdedigd met als doel om de vakbonden te kraken door ze juridisch verantwoordelijk te stellen voor de acties van alle leden. Demir werd in haar standpunt bijgevallen door de voorzitter van de Franstalige KMO-patroons, Philippe Godfroid.
De Luikse ABVV-voorman Marc Goblet verklaarde dat de spontane blokkade het resultaat is van een frustratie onder de werkenden die niet gehoord worden door regering en werkgevers. Dat klopt. Maar velen zijn ook gefrustreerd dat er na de nationale staking van 15 december geen vervolg kwam waardoor een kans om de regering ten val te brengen verloren ging. Ook nu is het gissen naar de strategie van de vakbondsleiders om een einde te maken aan de besparingen. Als de terechte woede van de werkenden niet omgezet wordt in een ernstig opbouwend actieplan met duidelijke ordewoorden tot de val van de regering, dan uit de woede zich op andere manieren. Tegenover het rechtse offensief op de publieke opinie moeten we eengemaakt met een doordacht en breed gedragen actieplan ons verzet opvoeren.
-
Minimale dienstverlening bij spoor botst met stakingsrecht. Zegt nu ook de Raad van State
Het invoeren van minimale dienstverlening bij het spoor is een belangrijke symbolische maatregel voor deze regering. De afgelopen decennia namen spoormensen meermaals het voortouw in sociaal verzet. De voorbije jaren is er een nooit geziene mediacampagne gevoerd om stakend spoorpersoneel te criminaliseren. Een regering die niet aarzelt om 3 miljard op het spoor te besparen, durft te spreken over personeel dat de reizigers ‘gijzelt’ als het tegen die gigantische besparingsoperatie protesteert.
Het voorstel van minister van Mobiliteit Bellot (MR) bepaalt dat personeelsleden vier dagen op voorhand moeten aankondigen of ze al dan niet staken. Wie nog van mening verandert, kan daar een sanctie voor krijgen. We vermoeden dit enkel zo is indien de meningsverandering in de richting van deelname aan de staking gaat. Dit is een drastische inperking van het stakingsrecht en wellicht zou het slechts een eerste stap zijn: om ervoor te zorgen dat er genoeg werkwilligen in alle beroepscategorieën zijn, zullen er bij een volgende stap mogelijk opeisingen volgen.
Nu stelt ook de Raad van State in een advies dat het wetsontwerp een inbreuk vormt op het stakingsrecht. De Raad van State valt vooral over de voorafgaande melding en het feit dat er sancties gekoppeld worden aan wie staakt zonder dit vooraf aangegeven te hebben. Er is Belgische rechtspraak die bepaalt dat deelname aan een staking op zich geen onrechtmatige daad is. Deze redenering – afgedwongen door de praktijk van stakingsacties – zou met het voorstel van Bellot op de helling staan. Kan de opmerking van de Raad van State ook doorgetrokken worden naar de sancties van vorig jaar na de spontane stakingen? Op die vraag krijgen we uiteraard geen antwoord, maar het is nuttig om ze te stellen. De Raad van State gaat overigens verder dan de bedenking rond de meldingsplicht. Als de NMBS op voorhand weet welke treinen rijden tijdens een staking, dan ondergraaft dit het sociaal overleg, zegt de Raad. Kortom de hele regeling kan betwist worden.
Dit betekent niet dat de Raad van State de discussie over minimale dienstverlening afsluit. Het suggereert om de vakbonden te betrekken bij de beslissing over hoeveel treinen rijden. Minister Bellot zou aanpassingen voorstellen in de hoop dat de minimale dienstverlening alsnog op wettelijke wijze kan doorgevoerd worden. Zo wordt gesproken over het afzwakken van de meldingsplicht of een soepeler regeling inzake sancties. Maar dat lost het probleem niet op: het stakingsrecht beperken betekent democratische rechten afbouwen en dat kan op juridische obstakels botsen.
We mogen echter niet alle hoop op de juridische kant van de kwestie stellen. Het stakingsrecht is niet afgedwongen via een juridische procedureslag en al evenmin door het vriendelijk te vragen. Het is afgedwongen door er gebruik van te maken en het zo in de praktijk te laten erkennen. Maximale stakingsacties zijn daar het beste middel voor: de betrokkenheid van het personeel vergroten zodat er geen of amper werkwilligen zijn bij stakingen, maakt het moeilijk om gelijk welk inbreuk op het recht op collectieve actie op te leggen. Campagnes naar reizigers toe – zowel door rechtstreeks reizigers aan te spreken als door de pendelende vakbondsleden via hun afdelingen te informeren – kunnen de ‘publieke opinie’ keren: er is al veel ongenoegen over het gebrekkig materieel, de bijhorende vertragingen en de beperkte dienstverlening. Minimale dienstverlening bij stakingen zal daar niets aan veranderen. Integendeel: het ondermijnt protest tegen het huidige beleid.
De strijd tegen de aanval op het stakingsrecht heeft na het advies van de Raad van State een aantal bijkomende juridische argumenten. Zal dit aangegrepen worden om ernstig verzet tegen de minimale dienstverlening te organiseren? Het advies van de Raad van State zal wat extra tijd hiervoor geven. Minister Bellot had gehoopt op weinig opmerkingen waarna het wetsontwerp deze zomer nog naar het parlement kon. Die timing is niet langer haalbaar en levert minstens enkele maanden extra tijd op.
De vakbondsleidingen hebben na de spontane acties van vorig jaar heel wat vertrouwen onder het personeel verloren. Dit maakt het niet gemakkelijker om de strijd tegen de minimale dienstverlening aan te gaan. Maar het mag ook geen excuus zijn om rechten die verworven zijn door harde strijd zomaar prijs te geven. Als we deze regering een vinger geven, zal ze niet aarzelen om heel onze arm te pakken. Voor beter openbaar vervoer, meer dienstverlening en tevreden personeel zijn meer middelen nodig. We mogen het actiemiddel waarmee we dat kunnen afdwingen niet uit handen geven.



