Tag: Schotland

  • Aftellen naar het Schotse referendum over onafhankelijkheid

    Artikel door Matt Dobson, Socialist Party Scotland. Lees ook dit eerder gepubliceerd artikel: Referendum over Schotse onafhankelijkheid. Een socialistisch standpunt

    In de aanloop naar het onafhankelijkheidsreferendum in Schotland op 18 september is het het debat aan het verhitten. Alleszins is al duidelijk dat het referendum niet het einde van het proces zal zijn.

    De laatste peiling, waarin de onbesliste stemmen niet meegerekend worden, houdt het op 57% die ‘Neen’ zal stemmen (en dus tegen Schotse onafhankelijkheid) tegenover 43% die ‘Ja’ zou stemmen. Dit wijst op een zekere stagnatie van de voorstemmers, in de lente was er nog een stijging van het ja-kamp tot een eind boven de 40%.

    Het is echter te vroeg om te stellen dat de Neen-campagne de overwinning binnen heeft. Het Britse politieke establishment is nog niet van de zorgen af. Er zijn nog veel onbesliste kiezers. Er is ook een element van onvoorspelbaarheid als de opkomst bij het referendum hoger ligt dan bij recente verkiezingen. Er zijn meer dan een miljoen extra kiezers, waaronder 16 en 17-jarigen.

    De komende weken zullen beslissend zijn. Het ‘project angst’, de campagne van de grote bedrijven en het Britse establishment, zal dan op volle toeren draaien. In een rapport van 30 juli vervoegde de bankengroep RBS de verzekeringsgroep Standard Life in de aankondiging dat het bij een overwinning van het ja-kamp overweegt om uit Schotland weg te trekken. Eerder werd ook aangekondigd dat de contracten van de Britse marine niet langer naar de scheepswerven van de Clyde zouden gaan.

    Beide officiële campagnes maakten gebruik van de Commonwealth Games in Glasgow om hun standpunten naar voor te brengen. Maar de peilingen geven aan dat dit weinig impact had. Terwijl gewone werkenden genoten van de topsport, slaagden de gevestigde partijen er niet in om de woede tegen hun besparingsbeleid en tegen de ongelijkheid aan de kant te schuiven. Personeel van de transportsector en de publieke sector in de stad voerden acties rond voor de uitbetaling van overloon voor de overuren die ze moesten kloppen om de spelen in de stad te houden.

    Op 5 augustus was er een televisiedebat tussen de Schotse premier Alec Salmond (SNP) en Alistair Darling, de voormalige kanselier van New Labour en woordvoerder van de campagne Better Together. Beide officiële campagnes verdelen pamfletten onder alle gezinnen van Schotland met daarin de “belangrijkste redenen” om ja dan wel neen te stemmen.

    Geen van beide officiële campagnes biedt een alternatief op de aanhoudende besparingen en het dalende inkomen. Ze vertegenwoordigen evenmin de belangen van de werkende bevolking. Veel ja-stemmen zijn nochtans een uitdrukking van de roep om verandering. Er zijn terechte twijfels over de vraag of een onafhankelijk kapitalistische Schotland een verbetering zou zijn voor de meerderheid van de bevolking. Peilingen geven aan dat een meerderheid van de Schotten denkt dat het land er economisch slechter zou voorstaan indien het onafhankelijk wordt.

    Het feit dat de Scottish National Party een beleid gericht op de grote bedrijven voert, met beloften van belastingverlagingen voor de grootste bedrijven na onafhankelijkheid, en tevens al aangetoond heeft dat het een besparingsbeleid doorvoert, is een belangrijk obstakel voor een meerderheid van Ja-stemmen.

    Stop de besparingen

    Socialist Party Scotland roept op om ja te stemmen en heeft tegelijk een programma opdat de onafhankelijkheid zou gebruikt worden om een einde te maken aan de besparingen, het geld zou zoeken bij de rijken en de grote bedrijven en voor het publiek bezit onder democratische controle van de sleutelsectoren van de economie. Er is een brede steun voor het publiek bezit van gas, elektriciteit, transport, olie en het idee van een nieuwe partij die opkomt voor de werkenden en jongeren.

    Dit bleek uit de grote publieke meetings doorheen Schotland als onderdeel van de tournee ‘Hope over Fear – Case for an Independent Socialist Scotland’  die we samen met Tommy Sheridan en anderen organiseerden. Er zijn bovendien nog grote meetings gepland in alle grote steden in de laatste weken voor het referendum.

     

  • Schotse overwinning tegen Bedroom Tax

    door Jarmo (Antwerpen)

    bedroomOp 5 februari stemde het Schotse parlement in met een nieuwe wet die stelt dat geen enkele huurder in Schotland de zogenaamde ‘Bedroom Tax’ na 1 april nog zal moeten betalen. Het gaat om een gehate, asociale belasting die een jaar eerder werd ingevoerd en onder druk van massabewegingen van tafel geveegd moest worden. De Schotse regering moest daarbij beloven dat ze 15 miljoen pond zou vrijmaken om ervoor te zorgen dat geen enkele van de 85.000 Schotse gezinnen de belasting zelf zou moeten betalen.

    De Bedroom Tax werd ongeveer een jaar geleden ingevoerd. Het komt erop neer dat mensen die een sociale woning betrekken extra belastingen moeten betalen indien ze een slaapkamer ‘op overschot’ hebben. Twee slaapkamers voor twee kinderen wordt daarbij als een slaapkamer te veel beschouwd. Het is met andere woorden een bijzonder asociale maatregel die de meest kwetsbare lagen in de samenleving treft.

    De Socialist Party Scotland (de Schotse zusterorganisatie van LSP) zette onmiddellijk regionale publieke meetings op rond dit thema in verschillende Schotse steden. Daarbij werd onmiddellijk duidelijk dat het potentieel bestond om er een brede, veralgemeende beweging van te maken.

    Verschillende lokale campagnegroepen verenigden zich in een federatie waarnaar duizenden sociale huurders uitkeken als wapen in de strijd voor de verdediging van hun gemeenschappen. Deze federatie werd in april opgericht op een bijeenkomst met meer dan 250 afgevaardigden uit verschillende delen van het land en verschillende vakbonden. Op 30 maart 2013 waren er al eerste betogingen geweest, met 5.000 deelnemers in Edinburgh en meer dan 8.000 demonstranten in Glasgow.
    Gekoppeld aan die betogingen werd vanuit de federatie ook beloofd dat uithuiszettingen als gevolg van het niet kunnen betalen van de belasting fysiek verhinderd zouden worden. Alle deelnemende campagnegroepen spraken hun steun uit voor een dergelijke campagne van burgerlijke ongehoorzaamheid.

    De federatie vertrok van drie centrale eisen: dat de Schotse overheid met het geld om de belasting te betalen over de brug zou komen, dat ze een wet zou opstellen die uithuiszettingen als gevolg van de belasting zou verbieden en dat sociale huisvestingsmaatschappijen principieel zouden weigeren om huurders uit hun huis te zetten. Die drie eisen vormen vandaag de basis van de wet die door de regerende SNP (Scottish National Party) is doorgevoerd.

    De SNP doet zich graag voor als de beschermers van gewone werkende mensen. We mogen echter niet uit het oog verliezen dat ze oorspronkelijk een positie innam die stelde dat dergelijke maatregelen enkel na een Schotse onafhankelijkheid mogelijk waren. Zoals de secretaris van de federatie, Gail Morrow, stelde: “Zonder de gigantische participatie aan de protesten en zonder het ontstaan van de federatie van campagnegroepen, zou de SNP nooit een vinger hebben uitgestoken om de huurders te beschermen. Zij zouden enkel de schuld op de Tories gestoken hebben zonder zelf iets te ondernemen om deze belasting de wereld uit te helpen.”

    Het moge duidelijk zijn dat de verkozen Schotse politici enkel uit hun zetel gekomen zijn – en dat een jaar na de invoering van de gehate belasting – dankzij het eindeloze campagnewerk van de talloze verenigingen en actiegroepen die hen onder druk hebben gezet. Het omverwerpen van de Bedroom Tax in Schotland kan een enorme impact hebben op de strijd in Engeland en Wales om ook daar tot een overwinning te komen. Ondertussen zal de federatie ook in Schotland zelf waakzaam moeten blijven om elke poging om de belasting herin te voeren van een gepast antwoord te dienen.

    Het is opmerkelijk dat, ook in tijden van crisis, overwinningen behaald kunnen worden. Dat kan echter enkel op basis van massale strijd tegen het asociale beleid. Het voorbeeld van Schotland toont aan dat het niet volstaat om illusies te koesteren in de traditionele partijen.

  • 10 vragen over het referendum over Schotse onafhankelijkheid

    Op donderdag 18 september wordt in Schotland gestemd in een referendum over onafhankelijkheid. Overal in het land wordt gediscussieerd over dit referendum. In de aanloop naar september wordt vooral gediscussieerd over hoe stemmen en wat een onafhankelijk Schotland kan betekenen voor jobs en voor de levensstandaard van de werkenden. Zou het een einde maken aan de de harde besparingen van de laatste jaren? Zouden werkenden er beter of slechter mee af zijn? Als bijdrage aan dat debat publiceert Socialist Party Scotland een overzicht van tien vragen en antwoorden waarin een socialistisch standpunt voor een onafhankelijk socialistisch Schotland naar voor wordt gebracht.

    Waarom Ja stemmen in dit referendum?

    Een groeiend aantal werkenden – zeker in vergelijking met de jaren 1970 en 1980 – ziet onafhankelijkheid als een uitweg uit de situatie van toenemende armoede, besparingen en een dalend inkomen voor de meerderheid van de bevolking. Sinds 1999 en de oprichting van het Schotse parlement eisten we een parlement dat ook iets te zeggen heeft over de economie, belastingen, het minimumloon, sociale uitkeringen, pensioenen,…

    Wat met werkenden en jongeren die niet overtuigd zijn dat onafhankelijkheid onder een SNP -bewind (Scottish National Party) een stap vooruit zou zijn?

    We zijn het met dat standpunt eens. Als wij oproepen om ja te stemmen, gaat het om een kritische steun. We erkennen de beperkingen van wat op tafel is gelegd door de Schotse regering. We roepen dus op om ja te stemmen maar leggen ook uit dat het SNP-model voor onafhankelijkheid geen echte verandering zou brengen voor de meerderheid van de werkende bevolking in Schotland. Daartoe is er immers nood aan een socialistisch beleid.

    De SNP belooft toch een beter en meer welvarend Schotland na de onafhankelijkheid?

    Een onafhankelijk Schotland onder SNP-bewind zou vooral voor de grote bedrijven meer welvaart brengen. De plannen van de Schotse premier Salmond zijn erop gericht om de multinationals extra belastingvoordelen aan te bieden. De SNP-leiding verzet zich tegen publiek bezit van de oliesector. Er is zelfs geen steun voor de hernationalisatie van de energiebedrijven. Ze denken dat het kapitalisme – een economisch systeem dat haar diepste crisis sinds de jaren 1930 kent – de basis kan vormen voor een beter Schotland. Wij denken dat dit uitgesloten is. Het is enkel met socialistische maatregelen zoals het democratisch publiek bezit van de banken, oliesector en andere belangrijke sectoren van de economie dat het mogelijk is om de economie in het belang van de volledige werkende bevolking herop te bouwen.

    Is het Scandinavisch model geen voorbeeld van een rechtvaardiger kapitalisme dat ook in Schotland kan gevolgd worden?

    Het Scandinavische model verwijst naar de situatie in Noorwegen, Zweden, Denemarken en Finland na 1945 in een periode van economische groei. Vandaag is die situatie niet langer aanwezig, toch niet voor de kapitalisten. De sterk uitgebouwde sociale zekerheid en lage graad van armoede (maar met hoge belastingen voor de werkende bevolking) behoren steeds meer tot het verleden. In het geval van Zweden gebeurt dat zelfs op brutale wijze.

    Het einde van de naoorlogse groei vanaf eind jaren 1970 werd versterkt door de wereldwijde economische crisis vanaf 2007/08. Dat heeft het Scandinavische model uitgehold met privatiseringen en harde besparingen. Op kapitalistische basis is het niet mogelijk dat een onafhankelijk Schotland leidt tot een degelijke levensstandaard en een einde van de besparingen.

    Is niet alles beter dan het huidige conservatieve beleid van een Britse regering waar amper voor gestemd werd in Schotland?

    De bevoegdheden van  een onafhankelijk Schotland zouden gebruikt kunnen worden om het leven van miljoenen mensen te veranderen, maar dan moeten de belangen van de meerderheid van de bevolking wel centraal gesteld worden. Het Witboek van de SNP maakt duidelijk dat dit niet de bedoeling is. Onder de plannen van Alex Salmond zou Schotland deel uitmaken van een muntunie waarbij de Bank of England zou bepalen wat de Schotse regering kan uitgeven aan werkgelenheid en openbare diensten. De SNP wil deel uitmaken van de door grote bedrijven gedomineerde Europese Unie. De EU wordt nu als stormram gebruikt tegen vakbondsrechten en voor het opleggen van harde besparingen doorheen het continent. De Britse monarchie zou ook na onafhankelijkheid aan het hoofd van Schotland staan. Met de voorstellen van de SNP zou er weinig veranderen.

    Welke onafhankelijkheid willen jullie dan wel?

    We staan voor een onafhankelijk socialistisch Schotland en pleiten voor:

    –          Belastingverhogingen voor de rijken en grote bedrijven

    –          Verhoging van het minimumloon tot 10 pond per uur

    –          Intrekken van alle besparingen van de huidige regering

    –          Afschaffen van alle antivakbondswetten

    Om de bevoegdheden van een onafhankelijk Schotland effectief te benutten, is er nood aan een uitgebreid programma van publiek bezit en democratische controle op de sleutelsectoren van de economie. Dat zou de basis vormen voor een democratisch beheerde socialistische samenleving.

    Om dergelijk beleid in een onafhankelijk Schotland te bekomen, moeten we bouwen aan een nieuwe massale arbeiderspartij waarin de vakbonden een centrale rol spelen.

    Socialisme in één land is toch niet mogelijk?

    Dat is inderdaad niet mogelijk. Het kapitalisme is een internationaal systeem van uitbuiting. Het is de heerschappij van een elite die de productiemiddelen bezit en controleert en arbeiders inzet om grotere winsten te maken. Wij voeren campagne voor een onafhankelijk socialistisch Schotland dat deel uitmaakt van een democratische confederatie met een socialistisch Engeland, Wales en Ierland als opstap naar een socialistisch Europa en een socialistische wereld.

    Vormt kritiek op de SNP geen verzwakking van de Ja-campagne?

    Als de SNP blijft nadruk leggen op een agenda die vooral de grote bedrijven goed uitkomt en weigert om een stopzetting van de besparingen te beloven na onafhankelijkheid, dan ondermijnt het de Ja-stem. Dit wordt versterkt door de ervaring van syndicalisten en gewone werkenden die te maken krijgen met besparingen opgelegd door de Schotse regering onder leiding van de SNP of door lokale besturen waar de SNP aan de macht is.

    Het enige antwoord op het “Project Fear” en de zogenaamde “Better Together”-campagne is een pleidooi voor een fundamentele breuk met het besparingsbeleid van alle gevestigde partijen. Als de SNP-leiding steun zou geven aan een algemene 24-urenstaking van de vakbonden tegen de Britse besparingsregering, voor het publiek bezit van de economie en voor een weigering van besparingen, dan zou de steun voor onafhankelijkheid ongetwijfeld sterk toenemen.

    Zal de oproep voor een Ja-stem de werkende bevolking niet verdelen?

    De beste manier om dat te vermijden is door een eigen syndicale campagne voor het referendum op te zetten waarbij nadruk wordt gelegd op een beleid dat ingaat tegen alle besparingen. Het zou een campagne zijn die de belangen van de overgrote meerderheid van de werkende bevolking verenigt, los van hoe die stemmen in het referendum.

    Wij staan voor de eenheid van alle werkenden in Schotland en Groot-Brittannië. We stellen dat de vakbonden moeten overgaan tot een gecoördineerde massale stakingsactie, een algemene 24-urenstaking, om het besparingsbeleid te bestrijden. En de bonden moeten mee het initiatief nemen voor een nieuwe massale arbeiderspartij die opkomt voor socialisme.

    Wat kan ik doen om dit allemaal te steunen?

    Volg Socialist Party Scotland via haar website, Facebook en Twitter. We hebben actieve afdelingen doorheen Schotland. We zijn actief in de vakbonden, onder meer in de ambtenarenbond PCS en Unison. Onder jongeren zijn we actief met de campagne Youth Fight for Jobs. Doe mee met de strijd voor socialisme!

  • Schotland. Operatie ‘bangmakerij’ draait op volle toeren

    Analyse door Philip Stott, Socialist Party Scotland

    20schotlandHet groeiende conflict over de Schotse onafhankelijkheid escaleerde na de gecoördineerde tussenkomst van de grote gevestigde partijen die uitsloten dat een onafhankelijk Schotland een muntunie met de rest van het Verenigd Koninkrijk zou vormen. Deze aanval op het plan van de Scottish National Party had als doel om de steun voor onafhankelijkheid te ondermijnen in de aanloop naar het referendum van september. Maar het had het omgekeerde effect.

    “Als Schotland uit het Verenigd Koninkrijk stapt, neemt het afscheid van het Britse pond”. Dat was de opmerkelijke uitspraak van George Osborne, de conservatieve minister van Financiën, die hiermee diegenen die ‘Ja’ willen stemmen op 18 september wilde waarschuwen. Enkele uren later kwam Ed Balls van Labour met dezelfde boodschap. SNP-leider “Alex Salmond zegt de mensen dat onafhankelijkheid kan gecombineerd worden met het Britse pond en de Bank of England. Dat zal niet het geval zijn.” De Liberaal-Democraat Danny Alexander benadrukte dat het “klaarhelder was dat een muntunie onaanvaardbare risico’s met zich meebrengt, zowel voor Schotland als de rest van het Verenigd Koninkrijk.”

    De Schotse premier Alex Salmond reageerde met de stelling dat het om bluf ging en dat in werkelijkheid “een formele muntunie met een gedeelde munt grotendeels in het belang is van de economische belangen van de rest van het Verenigd Koninkijk.” Er werd aan toegevoegd dat het standpunt van een Britse regering de dag na een ja-stem anders zou zijn. De SNP-leiding wierp de mogelijkheid op dat Schotland niet zou bijdragen aan de afbetaling van de Britse staatsschulden indien het uit de muntunie wordt gezet.

    Het is duidelijk dat het standpunt van de gevestigde Britse partijen over de uitsluiting van een onafhankelijk Schotland uit de muntunie van het Britse pond geen ernstig dreigement is. Het is een weerspiegeling van de breed gedragen afkeer van het Britse kapitalisme voor een eventueel opbreken van Groot-Brittannië. Zoals de Socialist Party al langer stelt, zijn ze bereid om met hand en tand in te gaan tegen die mogelijkheid.

    Naarmate het de SNP-leiding begint te dagen dat een onafhankelijk Schotland mogelijk geen deel kan uitmaken van een formele munteenheid, zal de nadruk wellicht verschoven worden naar andere opties die in hun ‘fiscale commissie’ van vorig jaar aan bod kwamen. Toen werden vier opties naar voor geschoven: een muntunie met het Britse pond, toetreden tot de eurozone, een Schots pond dat verbonden is met het Britse pond of een volledig afzonderlijke Schotse munt. De SNP zal blijven pleiten voor haar voorkeursoptie, in de hoop dat de gevestigde Britse partijen na een succesvol resultaat in het referendum hun standpunt zullen bijsturen.

    Het is duidelijk dat de SNP-leiding de realiteit van het diepgaande klassenverzet van de meerderheid van het Britse establishment tegen Schotse onafhankelijkheid niet heeft begrepen. De discussie rond de muntunie bevestigt dit. In een recent editoriaal van de Financial Times – het orgaan van de strategen van het Britse kapitalisme – werd gewezen op de gevolgen van Schotse onafhankelijkheid: “Wat niet in twijfel wordt getrokken – maar te weinig wordt bediscussieerd – is dat de rest van het Verenigd Koninkrijk verzwakt zou worden. De internationale uitstraling van wat overblijft zou afnemen. De geprezen Britse reputatie van politieke stabiliteit zou bedreigd worden, het vertrouwen van investeerders zou verloren gaan.” (7 februari 2014). De conservatieve Britse premier David Cameron stelde het recent als volgt: “Onafhankelijkheid zou onze reputatie onderuit halen.”

    Het is dit nachtmerrie-scenario dat de campagne tegen onafhankelijkheid aanstuurt en nog zal opvoeren naarmate het referendum dichterbij komt. “Project angst” is een correctere naam voor de campagne “Better Together” van Labour en de regeringspartijen (Tories en Lib-Dems). De propaganda van deze campagne wordt opgedreven na recente peilingen die een lichte stijging van de steun voor onafhankelijkheid aangaven.

    Steun voor onafhankelijkheid

    Eind november kwam de SNP-regering met een ‘Witboek’ over onafhankelijkheid. Er waren sindsdien negen opiniepeilingen naar aanleiding van het referendum in september. Het ja-kamp staat op 40%, een stijging van het gemiddelde van 38% tussen augustus en november 2013. De neen-stem staat op 60%. Met diegenen die aangaven het nog niet te weten, werd geen rekening gehouden.

    Zelfs deze bescheiden toename van de steun voor onafhankelijkheid heeft de zenuwachtigheid en bezorgdheid in het pro-unie kamp versterkt. Sinds het begin van 2014 was er een stortvloed aan mediaberichten die een economische ramp voorspellen indien Schotland zich van het Verenigd Koninkrijk afscheidt. De bank RBS zou Schotland verlaten, net als Lloyds, Tesco Bank of het financiële bedrijf Scottish Widows. De energieprijzen zouden stijgen, de opvang van bejaarden zou onhoudbaar worden, de voedselprijzen in de supermarkten zouden toenemen en het pensioenstelsel zou in elkaar storten.

    De catastrofale voorspellingen hebben niet het gewenste effect. De peilingen gaan niet de richting uit die de voorstanders van Britse eenheid hadden verhoopt. Ze beslisten dan maar om een versnelling hoger te schakelen met hun ‘Project Fear’.

    Maar de visie van de SNP voor een onafhankelijk Schotland leidt evenmin tot een sterke toename van de steun voor onafhankelijk. Het Witboek van de Schotse regering bevestigde dat de SNP ook na onafhankelijkheid wil verdergaan met een besparingsbeleid en belastingverlagingen voor de grote bedrijven. Ze verzetten zich tegen beperkte maatregelen van publiek bezit, zelfs voor de erg winstgevende gas- en elektriciteitsbedrijven.

    De plannen voor een munteenheid met de rest van het Verenigd Koninkrijk stonden centraal in het Witboek van de SNP. De partij stelde dat dit de “beste optie voor de bedrijfswereld” was. Volgens deze plannen van Salmond zou een onafhankelijk Schotland de controle over de rentevoeten aan de Bank of England laten, net zoals in de praktijk een groot deel van de controle op de Schotse begroting. Deze fiscale en monetaire unie zou Schotland verbinden aan het besparingsbeleid waarbij de Schotse regering niet in staat zou zijn om de publieke uitgaven uit te breiden en de besparingen te stoppen. Als het dat wel zou doen, dreigt uitwijzing uit de muntunie.

    Een afzonderlijke Schotse munt – zoals delen van de ja-campagne verdedigen waaronder ook Jim Sillars, de voormalige vicevoorzitter van de SNP – zou evenmin zomaar een uitweg bieden. Er zou een breed geheel van socialistische maatregelen nodig zijn, waaronder de weigering om de schulden als gevolg van de bankgaranties van 2008/09 terug te betalen samen met de volledige democratische nationalisatie van het bankensysteem en de sleutelsectoren van de economie. Dat zou de basis kunnen leggen voor een weg vooruit en een volledig terugdraaien van de besparingen.
    In feite is de ‘onafhankelijkheid’ waar de SNP voor pleit een vorm van maximale devolutie met een belangrijk federaal element dat aanwezig blijft. Ze brengen deze visie bovendien naar voor op basis van een verderzetting van het door crisis gekenmerkte kapitalisme. Zo is er geen weg vooruit voor de meerderheid van de bevolking.

    Met nog zeven maanden tot aan het referendum valt het resultaat ervan niet te voorspellen. Er is een grote woede onder brede lagen van de werkende bevolking en de jongeren als gevolg van de dalende levensstandaard en de besparingen. Dat zorgt voor een sterke steun voor een ja-stem onder de werkende bevolking, en dit ondanks de marktgezinde opstelling van de SNP. Onder enorme druk van de campagne besliste de SNP om de gehate ‘bedroom tax’ (een extra belasting voor mensen in een sociale woning met een leegstaande slaapkamer) in Schotland af te voeren. Dat gebeurde op basis van het breed gedragen ongenoegen. De afschaffing kan de steun voor onafhankelijkheid versterken.

    De belofte van Ed Miliband om ook met een Labour-regering vanaf 2015 door te gaan met het besparingsbeleid kan ook bijdragen tot een versterking van het ja-kamp. De pro-unie partijen kampen met een tanende sociale steun in Schotland en dat vormt een enorm probleem voor de campagne ‘Better Together’. Een meerderheid van de vakbondsbeweging in Schotland, waaronder de twee grootste vakbonden (Unison en Unite), weigeren om het neen-kamp te ondersteunen ook al zijn ze nog met Labour verbonden.

    Socialist Party Scotland roept op om in september ja te stemmen, maar voert tegelijk campagne tegen de pro-kapitalistische blauwdruk van de SNP. We staan voor een onafhankelijk socialistisch Schotland als onderdeel van een democratische en vrijwillige socialistische confederatie met Engeland, Wales en Ierland als stap naar een socialistisch Europa.

  • Referendum over Schotse onafhankelijkheid. Een socialistisch standpunt

    Op 18 september 2014 is er in Schotland een referendum over onafhankelijkheid. De opiniepeilingen geven al een hele tijd aan dat ongeveer een derde van de bevolking Ja zou stemmen, tegenover de helft Neen. Er zijn verschillen naargelang de peiling, maar de trend blijft relatief stabiel. Onze zusterpartij Socialist Party Scotland roept op om voor Schotse onafhankelijkheid te stemmen, maar koppelt dat aan een verzet tegen het besparingsbeleid en een offensief programma voor socialistische verandering.

    Philip Stott, Socialist Party Scotland

    Het feit dat er in de peilingen niets verandert, is een uitdrukking van het steriele debat op dit ogenblik. Het debat wordt gedomineerd door Yes Scotland, geleid door de Scottish National Party (SNP), en Better Together, de alliantie van Labour en de regeringspartijen van Tories en Liberaal-Democraten. Beide kampen gaan in grote mate voorbij aan de kwesties die gewone mensen doorheen Schotland bezig houden: armoede, besparingen en een dalende levensstandaard.

    De campagne Better Together is eigenlijk een ‘Operatie Angst’. Een typisch pamflet begint met een titel als “Kunnen we het ons veroorloven om er alleen voor te staan?”. Pensioenen, uitkeringen en spaargeld zouden bedreigd zijn door onafhankelijkheid, de belastingen zouden omhoog gaan en er zouden jobs verloren gaan. Ironisch genoeg verklaren ze dat “de integratie van de Schotse economie in een bredere en meer diverse Britse economie de impact van de globale crisis beperkt.” Met andere woorden, het gaat nu slecht maar het zou nog slechter zijn indien Schotland onafhankelijk werd.

    De campagne ‘Better Together’ is een uitdrukking van het standpunt van de meerderheid van het pro-kapitalistische establishment in Schotland en Groot-Brittannië. Ze vrezen de economische en politieke gevolgen van een eventuele meerderheid die voor onafhankelijkheid stemt. Dat zou de kapitalistische staat verder destabiliseren en het zou zeker ook ernstige gevolgen hebben voor de verdieping van de sectaire tegenstellingen in Noord-Ierland en het zou eisen naar verdere devolutie en zelfs onafhankelijkheid in Wales versterken. Het zou ook het internationale ‘imago’ van het Britse imperialisme geen goed doen. Dat imago kreeg al een deuk na de nederlaag van Cameron in het Lagerhuis bij een stemming over een militaire interventie in Syrië.

    De Europese Unie en andere heersende elites in Europa zijn bezorgd dat de dreiging van een onafhankelijk Schotland nationalistische bewegingen kan versterken, onder meer in Catalonië, Baskenland en België. Dat blijkt uit het debat over de vraag of en op welke basis Schotland tot de EU zou mogen toetreden indien een meerderheid voor onafhankelijkheid stemt.

    Het neen-kamp blijft alles inzetten op een ‘Operatie Angst’, een operatie die kan opgevoerd worden indien de steun voor onafhankelijkheid in de aanloop naar het referendum toeneemt. Er zal een grote druk worden gezet om tot een meerderheidsstem tegen onafhankelijkheid te komen. Om dat verteerbaar te maken, komen er ongetwijfeld nieuwe beloften voor extra bevoegdheden voor het Schotse parlement.

    In tegenstelling tot de belangen van de grote bedrijven die tot nu toe het debat domineerden, stelt de Socialist Party Scotland dat een verderzetting van het kapitalisme en het onvermijdelijke bijhorende besparingsbeleid de belangrijkste dreiging is voor de pensioenen, lonen, jobs en het inkomen van de bevolking. Bij afwezigheid van een campagne met een duidelijk alternatief dat opkomt voor het publiek bezit van de sleutelsectoren van de economie, een stopzetting van alle besparingen en hogere belastingen voor de superrijken en grote bedrijven, wordt het debat nu herleid tot de relevantie van twee mensen die strijden voor de post van kapitein op de Titanic.

    Klassenpolarisatie

    De voorstanders van onafhankelijkheid zullen geen meerderheid van de stemmen behalen, tenzij ze erin slagen om een brede steun onder de werkende bevolking te mobiliseren.

    De steun voor en tegen onafhankelijkheid is in grote mate afhankelijk van sociale afkomst en leeftijd. In augustus 2013 was er een peiling die aangaf dat er onder gewone werkenden en uitkeringstrekkers tot 10% meer steun voor onafhankelijkheid is dan onder managers, uitoefeners van vrije beroepen,… Onder de armste lagen van de bevolking is er een uitgesproken steun voor onafhankelijkheid. In januari was er een peiling die aangaf dat in de ‘meest achtergestelde buurten’ van Schotland 43% voor onafhankelijkheid zou stemmen. Onder mensen die in een sociale woning leven, zou dat oplopen tot 53% en onder werklozen tot 49%.

    Deze scherpe polarisatie bevestigt de ervaring die onze leden hebben met onder meer de campagne tegen de nieuwe Bedroom Tax (een gehate nieuwe belasting op uitkeringstrekkers met een extra slaapkamer) en campagnes onder de werkende bevolking in het algemeen. Voor een groot deel van de werkende bevolking is steun aan onafhankelijkheid verbonden met de wil om de harde besparingen en dalende levensstandaard te stoppen. Socialist Party Scotland roept op om Ja te stemmen in het referendum. Maar we proberen meteen ook uit te leggen dat enkel socialisme – een onafhankelijk socialistisch Schotland als onderdeel van een socialistische confederatie met Engeland, Wales en Ierland – een einde kan maken aan het besparingsbeleid en de crisis die eigen zijn aan het kapitalisme.

    Er zijn veel arbeiders en syndicalisten die in dit stadium twijfels hebben bij onafhankelijkheid of er zelfs tegen zijn. Dat is een uitdrukking van het falen van de officiële Ja-campagne en van de SNP om een duidelijk alternatief op het besparingsbeleid te bieden. De SNP lijkt zich vooral uit te sloven om te benadrukken dat er eigenlijk niet veel zou veranderen.

    SNP-leider Alex Salmond beloofde dat een onafhankelijk Schotland het Britse pond als munt zou behouden. De Britse Queen en haar opvolgers zouden het staatshoofd blijven. De SNP heeft zelfs haar oude verzet tegen deelname aan de NAVO opgegeven. De leiding van de SNP belooft om binnen de regels van het kapitalisme te kleuren en dus ook besparingen door te voeren, zelfs indien het ritme ervan beperkter zou zijn.

    Onder een onafhankelijk Schotland zou “de financiële stabiliteit bepaald worden door de Europese regels en richtlijnen”. Er zou met de Britse regering een akkoord gesloten worden over de staatsschulden. De spelregels die opgelegd worden door het kapitalisme zouden gewoon verder gevolgd worden. Dat is niet verrassend als je weet dat de ‘Fiscale commissie’ die de voorstellen hierover opmaakte, bestond uit mensen als de voormalige hoofdeconoom van de Wereldbank Joseph Stiglitz of Crawford Beveridge, de voormalige baas van Sun Microsystems.

    Salmond verklaarde dat hij tegen de Bedroom Tax en andere ‘hervormingen’ van de sociale zekerheid is, maar hij verklaarde recent wel dat de uitkeringen in een onafhankelijk Schotland niet omhoog zullen gaan. De woordvoerder van de SNP inzake begroting, John Swinney, verklaarde: “Waar je ook bent – in Griekenland, Duitsland of een onafhankelijk Schotland – er moet fiscale discipline zijn.” Met andere woorden, er wordt bespaard om de dictaten van de internationale markten te volgen.

    Ook in een onafhankelijk Schotland zou de SNP dus tot harde besparingen overgaan. Dat gebeurt nu overigens ook al door de Schotse regering. Het besparingsbeleid van Londen wordt gewoon toegepast in de arbeidersbuurten van Schotland. Onder het SNP-bewind van de afgelopen zes jaar was er ook onder Schotse ambtenaren een reële loonstop. Er was voor dit en volgend jaar slechts een loonsverhoging van 1% voor het personeel van de lokale besturen.

    Bedroom Tax

    Momenteel is er een breed verzet tegen de belasting op extra slaapkamers. De Schotse regering weigerde steun te geven aan de eis om huurders niet uit hun woning te zetten indien ze de belasting niet betalen. Het aantal niet-betalers loopt op tot 50% in Schotland. De druk is groot door het verzet van de Scottish Anti-Bedroom Tax Federation en andere lokale campagnes. Die eisen meer middelen voor sociale huisvesting en een stopzetting van de verlaging van de huursubsidies voor meer dan 85.000 gezinnen.

    De SNP doet er alles aan om zich te bewijzen als ‘competente’ regering met een ‘begroting in evenwicht’. Hierdoor wordt de partij niet gezien als een instrument van verzet tegen de besparingen. Het is hierdoor ook moeilijk om te zien hoe een onafhankelijk Schotland echt anders zou zijn. De leiding van de SNP verzet zich bijvoorbeeld tegen een verhoging van taksen op superrijken en ook tegen het publieke bezit van de olie en gas in de Noordzee of de hernieuwbare energiesector.

    In plaats daarvan denkt de SNP dat onafhankelijkheid de kapitalistische economie kan stimuleren en tot snellere groei kan leiden. Er wordt beweerd dat een verlaging van de vennootschapsbelasting met 3% onder het niveau van de rest van Groot-Brittannië de economie zou stimuleren en investeringen zou aantrekken met bijhorende groei en jobs. Dat is een illusie. Als er momenteel amper wordt geïnvesteerd komt dit niet door de hoge vennootschapsbelasting, die staat overigens al op een historisch laagtepunt, maar omdat er onvoldoende winstgevende mogelijkheden zijn bij investeringen.

    Het kapitalisme wordt wereldwijd geconfronteerd met stagnatie. De aanvallen op de levensstandaard en het versterken van het aandeel in de rijkdom van de top 1% beperkt de markt voor producten en winsten. Het idee van aangehouden economische investeringen in een onafhankelijk Schotland waar tegelijk de levensstandaard wordt verhoogd, is uitgesloten onder het kapitalisme. Toch is dat wat Yes Scotland en de SNP-leiding ons willen laten geloven.

    Het Scandinavische model

    Een deel van de linkerzijde in Schotland heeft illusies in de mogelijkheid dat een onafhankelijk Schotland zich op het Scandinavische model kan enten om hogere lonen, een beperktere ongelijkheid, degelijke openbare diensten en een hoge graad van sociale cohesie te bekomen.

    Ook de Radical Independence Campaign (RIC) en de overblijfselen van de Scottish Socialist Party (SSP) brengen een links sociaaldemocratisch model naar voor. SSP-voorzitter Colin Fox werd in de media aangehaald met de stelling dat “het referendum een historische kans biedt om zelfbeschikking voor Schotland te bekomen en een sociaaldemocratische staat te vormen die links van het centrum staat waarbij de vijf miljoen Schotten bevrijd zijn van het juk van het Britse imperialisme.”

    Dergelijk ideeën staan ver van het socialisme en zijn pogingen om een gemeenschappelijke basis met het burgerlijke nationalisme, of een radicale vleugel ervan, te vinden. Het creëert de illusie dat een betere en meer gelijke vorm van kapitalisme mogelijk. Dat idee gaat ervan uit dat het mogelijk is om terug te keren naar de periode van 1950 tot 1974-75 toen tegen de achtergrond van economische groei sociale verworvenheden werden afgedwongen door de arbeidersbeweging.

    De werkende bevolking dwong in die periode in de ontwikkelde kapitalistische landen belangrijke toegevingen af op het vlak van sociale zekerheid, openbare diensten, tewerkstelling en relatief ook inzake lonen en inkomen. De Scandinavische landen Noorwegen, Zweden, Denemarken en tot op zekere hoogte ook Finland stonden vooraan in het Keynesiaanse model. De economische crisis vanaf midden jaren 1970 heeft daar een einde aan gemaakt. Het Keynesiaanse model werd verlaten en in de neoliberale periode werd een aanval ingezet tegen alle eerder bekomen hervormingen.

    Nu wordt wereldwijd overgegaan tot harde besparingen. Alle sociale verworvenheden in Scandinavië worden uitgehold. Er is geen mogelijkheid van een terugkeer naar het ‘gouden tijdperk’ van kapitalistische groei gedurende een langere tijd waarbij toegevingen worden gedaan om de levensstandaard van de werkende bevolking te verbeteren.

    Campagne van arbeidersbeweging

    Met Socialist Party Scotland hebben we steeds gepleit voor een referendumcampagne van syndicalisten tegen besparingen en voor de belangen van de werkende bevolking. Die campagne zou voor een Ja oproepen, maar tegelijk ingaan tegen het besparingsbeleid. De linkse vakbondsafdeling nummer twee van de Communications Workers Union (CWU) speelde een belangrijke rol in het opzetten van de Trade Unionists for Independence campagne.

    Maar de meeste vakbondsleiders in Schotland leunen achterover en laten dit thema passeren zonder betrokkenheid. Sommige vakbonden zullen wellicht proberen om zich gedurende de hele campagne niet te moeten uitspreken. De ambtenarenbond PCS, waarin onze militanten een actieve rol spelen, zal wel een conferentie houden om een standpunt in te nemen. In andere vakbonden roepen onze leden op om een debat en democratische discussie te houden zodat de leden een standpunt van de vakbond kunnen bepalen voor het referendumdebat.

    Het zou een fout zijn om de pro-kapitalistische krachten in de campagne Yes Scotland en de campagne Better Together toe te laten om het volledige debat te domineren. De stem van de georganiseerde arbeidersklasse moet aan bod komen met een duidelijke boodschap tegen besparingen en voor het publieke bezit van de sleutelsectoren.

    Red Paper collectief

    het Red Paper collectief is genoemd naar het in 1975 opgestelde ‘Red Paper on Scotland’, ironisch genoeg werd dat destijds opgesteld door Gordon Brown. Het collectief bestaat uit linkse aanhangers van Labour, syndicalisten en leden van de Communist Party of Britain. Ze verzetten zich ten onrechte tegen een Ja-stem. Ze verzetten zich tegen onafhankelijkheid maar proberen een arbeidersalternatief naar voor te brengen op het steriele debat. Er is een sterke invloed van de CPB in deze groepering met een pleidooi voor een federaal Verenigd Koninkrijk met verregaande bevoegdheden voor Schotland.

    Het nieuwe ‘Red Paper on Scotland – Class, Nation and Socialism’ bevat bijdragen van leidinggevende syndicalisten van PCS, Unison, Unite en GMB. Het initiatief is terecht erg kritisch over de rol van Labour in de campagne Better Together. Het stelt dat “Labour de steun van belangrijke opiniemakers in de vakbonden en onder activisten dreigt te verliezen”. Er wordt steun gegeven aan de eis van publiek bezit van de sleutelsectoren, maar het wordt genuanceerd tot publiek bezit “waar dit aangewezen is.” Er is evenmin een consistent socialistisch programma, er wordt gepleit voor een gemengde economie met coöperatieven naast beperkte vormen van publieke sectoren. Het is eerder een links reformistisch manifest met terechte eisen rond arbeidersrechten, lonen en tegen de ongelijkheid. Maar het legt niet uit waarom enkel socialisme een antwoord biedt op de inherente chaos van het kapitalisme. Ook wordt niet uitgelegd hoe de arbeidersklasse zich politiek moet organiseren. En er wordt zeker niet opgeroepen dat de vakbonden hun banden met Labour moeten verbreken en bouwen aan een nieuwe massale arbeiderspartij. De opbouw van een onafhankelijke stem van de arbeidersbeweging is nochtans van groot belang, de steriliteit van het huidige onafhankelijkheidsdebat benadrukt dit enkel nog meer.

    Voor Socialist Party Scotland moet een onafhankelijk Schotland meteen overgaan tot een drastische verhoging van de belastingen op rijken en grote bedrijven. We pleiten voor een onmiddellijke taks van minstens 50% op de fondsen van de grote bedrijven die nu niet worden aangewend voor investeringen. Deze middelen moeten ingezet worden voor een massaal programma van sociaal nuttige productie, jobcreatie en openbare diensten. Een socialistische regering zou dringende stappen ondernemen om de economische crisis aan te pakken door de grote bedrijven die de economie controleren, waaronder het financiewezen, olie, transport en industrie, in democratisch publiek bezit te brengen.

    Om op langere termijn succesvol te kunnen zijn, moet een onafhankelijk Schotland bouwen aan een verenigde beweging van de werkende bevolking in Schotland maar ook daarbuiten in Groot-Brittannië, Europa en de rest van de wereld. Dat zou de basis leggen voor een vrijwillige socialistische confederatie van staten en een internationale planning van de productie.

    Een socialistisch programma voor Schotland

    Socialist Party Scotland roept op om in 2014 Ja te stemmen en we de onafhankelijkheid te gebruiken om:

    • De olie, gas en hernieuwbare energie samen met andere sleutelsectoren van de Schotse economie te nationaliseren onder democratische arbeiderscontrole. Dat zou miljarden vrijmaken om te investeren in een massaal programma van jobcreatie en de heropbouw van onze openbare diensten.
    • Breng de banken en de financiële sector in publiek bezit met democratische arbeiderscontrole
    • Hernationalisatie van gas, elektriciteit, vervoer en de geprivatiseerde sectoren van de economie
    • Haal het geld waar het zit: bij de superrijken en grote bedrijven. Verhoog de minimumlonen en stop de aanvallen op de sociale zekerheid
    • Neen aan de NAVO, alle massavernietingswapens moeten uit Schotland verdwijnen. Investeer in sociaal nuttige jobs
    • Schrap alle antivakbondswetten
    • De vakbonden moeten met Labour breken en bouwen aan een nieuwe massale arbeiderspartij
    • Stop de besparingen. Voor een Schotse regering die de werkende bevolking, de werklozen en de armen verdedigt en het opneemt voor lonen, jobs, openbare diensten en pensioenen in plaats van ons te laten betalen voor de crisis
    • Voor een socialistische planning van de productie in een onafhankelijk socialistisch Schotland dat deel uitmaakt van een vrijwillige confederatie met Engeland, Wales en Ierland als stap naar een socialistisch Europa

    Lees ook:

    • SNP’s white paper will not deliver decisive change
    • SNP’s pro-business policies undermines support for independence
  • Schotland. Vakbonden moeten lessen trekken uit pandoering in Grangemouth

    Het bedrijf Ineos, eigendom van de miljardair Jim Ratcliffe, kondigde aan dat het plan om de petrochemische site in Grangemouth te sluiten wordt ingetrokken. Dat gebeurde na een belangrijke nederlaag voor de vakbond Unite inzake arbeidsvoorwaarden. Het management van Ineos eiste als onderdeel van het ‘overlevingsplan’ drastische toegevingen van het personeel. Er werd Russische roulette gespeeld met het leven van duizenden arbeiders. Miljardair Ratcliffe zat ondertussen op zijn luxejacht ter waarde van 130 miljoen pond op de Middellandse Zee. Hij vroeg recent ook een vergunning om in Hampshire een optrekje ter waarde van 5 miljoen pond te bouwen.

    Artikel door Socialist Party Scotland

    Op een algemene personeelsvergadering heerste opluchting toen bekend werd dat de vestiging open zou blijven. Het is begrijpelijk dat zo wordt gereageerd na de eerdere aankondiging van de sluiting van de vestiging. Het nieuws werd uiteraard ook positief onthaald bij de zowat 2.000 subcontractors die op de site werken en bij een sluiting eveneens hun job zouden verliezen.

    Ineos verklaarde dat het bedrijf dat de petrochemische site beheerde werd opgedoekt. Hierdoor zou het personeel meteen ook duizenden en in sommige gevallen tienduizenden ponden aan opzegvergoedingen mislopen. Met de huidige regelgeving zouden afgedankte arbeiders maximum 13.500 pond gekregen hebben.

    Als onderdeel van het akkoord om de vestiging open te houden, krijgt Ineos een garantie van 134 miljoen pond van de Schotse en Britse regeringen. Het bedrijf beweert dit nodig te hebben om de komende jaren 300 miljoen pond in Grangemouth te investeren. Terwijl eerst werd gezegd dat het bedrijf er slecht aan toe was, werd nu verklaard dat het bedrijf nog gemakkelijk 15 tot 20 jaar mee kan. Het bevestigt eens te meer dat het bedrijf loog over de zogenaamde financiële problemen van de site.

    Als deze bocht van het patronaat het resultaat was van een collectieve vakbondsactie van de leden van Unite, met een bezetting van de vestiging, dan zou de heropening door syndicalisten in Grangemouth en daarbuiten als een overwinning gezien worden. Maar dit was niet het geval. Unite besloot immers om het ‘overlevingsplan’ van het management te ondertekenen. Dit omvat een loonstop tot 2016, besparingen op de premies waarbij tot 15.000 pond kan worden verloren, het schrappen van het pensioenstelsel waarbij het pensioen wordt afgestemd op het laatste loon, een akkoord dat drie jaar lang geen enkele staking wordt gehouden en het stopzetten van de vrijstelling van delegees op de site.

    Na de aankondiging van de sluiting op 23 oktober was er een grote druk op de delegees van Grangemouth. Meer dan de helft van de vaste arbeiders op de site van Grangemouth kreeg te horen dat hun job werd geschrapt. De olieraffinaderij werd stil gelegd. Volgens Ineos zou dit zo blijven tot de vakbond zou instemmen met harde besparingen op arbeids- en loonvoorwaarden. De mogelijkheid van een sluiting werd aanzien als reëel. Bovendien werd door de voorzitter van de Schotse afdeling van Unite, Pat Rafferty, en de nationale algemeen-secretaris Len McCluskey druk gezet om met de eisen van het management in te stemmen.

    Er was geen strijdbare strategie vanwege Unite, bijvoorbeeld met een bezetting van de site en een massale campagne doorheen Schotland om de nationalisatie te eisen, waardoor de druk op de delegees te groot was om niet te tekenen. We erkennen nochtans de uitmuntende rol van de delegees en syndicalisten in Grangemouth de afgelopen jaren, dat bleek onder meer bij de succesvolle staking van 2008.

    Een strijdbare opstelling was ook van groot belang voor de overwinning van de elektriciens in de bouwsector – de ‘Sparks’ – tegen het contract van Besna in 2012. Contactors van Balfour Beatty gingen toen in staking met de wetenschap dat de arbeiders van Ineos hun piket niet zouden breken. De delegees gaven nadien ook belangrijke steun aan een van de Sparks, Stewart Hume, die werd vervolgd door het patronaat. Dit zal belangrijk zijn in de heropbouw van een vakbondskracht in Grangemouth na deze nederlaag.

    Het was een harde nederlaag. Grangemouth was een van de syndicale bastions in de private sector van Schotland. Duizend van de 1.350 vaste arbeiders waren lid van de vakbond en ook bij de onderaannemers was de syndicalisatiegraad hoog. Het is bovendien een nederlaag die andere werkgevers ertoe kan aanzetten om gelijkaardige aanvallen op lonen, arbeidsvoorwaarden en vakbondsrechten in te zetten. Tenzij de lessen van Grangemouth getrokken worden door de vakbondsmilitanten.

    Wat was het alternatief?

    Wat was mogelijk om deze nederlaag te vermijden? Ineos en Jim Ratcliffe zijn natuurlijk brutale werkgevers. Nadat Ratcliffe in 2008 een nederlaag leed bij de 48-urenstaking in Grangemouth voor het behoud van het pensioenstelsel in het bedrijf, heeft het management zich voorbereid op een confrontatie met de vakbonden.

    Er wordt al maandenlang een campagne gevoerd tegen de vakbond en tegen een centrale delegee, Stevie Deans. Stevie werd in juli geschorst. Die schorsing werd opgeheven na de dreiging van een staking. Ineos huurde dan een privédetective in om de activiteiten van Stevie te onderzoeken.

    Dit kwam bovenop de beslissing van Labour om Stevie Deans te schorsen als voorzitter van de lokale afdeling van de Labour Party in Falkirk waarbij een dossier bij de politie werd ingediend met de vraag om een onderzoek naar Unite te voeren. Dit versterkte het patronaal offensief. De vakbond organiseerde een referendum voor een staking rond de vervolging van Stevie door de directie. Maar liefst 81% stemde voor stakingsactie en er werd een 48-urenstaking uitgeroepen voor 20/21 oktober.

    Het is duidelijk dat Ineos, wellicht in samenspraak met de Britse regering, een confrontatie met de vakbond had voorbereid. Er was een grote stock en een verhoging van de import van brandstof om de impact van een staking en onvermijdelijke stillegging van de site op te vangen. Dat was nog voor de aankondiging van de staking het geval. Samen met de poging om de vakbondsleiding op het bedrijf te onthoofden, maakt dit duidelijk hoever het bedrijf bereid was om te gaan.

    In de aanloop naar de 48-urenstaking kondigde Ineos aan dat het een langere ‘koude stopzetting’ zou doorvoeren in plaats van een korte warme stopzetting. Met andere woorden een signaal dat de site zou sluiten, in werkelijkheid een lockout van het personeel. In de aanloop naar de staking verklaarde Ineos vervolgens dat de site in ‘financiële ademnood’ zat en 10 miljoen pond per maand zou verliezen. Er werd een ‘overlevingsplan’ opgemaakt met harde besparingen.

    De reactie van Unite bestond jammer genoeg uit het afgelasten van de staking rond de vervolging van Stevie Deans. Er werd aangekondigd dat er tot eind 2013 geen stakingen zouden zijn en dat er bereidheid was om de veranderde voorwaarden te onderhandelen in plaats van ze te laten opleggen door de directie.

    De Schotse leiding van Unite aanvaardde het argument dat er nu eenmaal moet bespaard worden op arbeids- en loonvoorwaarden, maar ze wilde daar liever over onderhandelen dan het eenzijdig laten opleggen. Er werd in het beste geval gehoopt om de scherpste kantjes er af te veilen. Het organiseren van een massacampagne tegen de chantage van Ratcliffe werd niet in overweging genomen.

    Toen de onderhandelingen afbraken, verklaarde het bedrijf dat het over “de hoofden van de vakbond heen” naar het personeel zou stappen met de vraag om tegen maandag 21 oktober om 18u de nieuwe contracten te ondertekenen. Unite en de delegees riepen het personeel op om dat niet te doen, meer dan 70% van de vakbondsleden volgde die oproep. Het is een uitdrukking van de druk van onderuit en de delegees pasten de vakbondspositie op dat ogenblik aan.

    Op woensdag 23 oktober kondigde het bedrijf ’s ochtends aan dat de petrochemische site zou sluiten met 800 banen die verloren gingen. De olieraffinaderij zou evenmin terug opengaan. Tegen 15u kondigde Unite via de Schotse voorzitter ervan aan dat een nieuw voorstel aan het management werd gedaan, waarbij effectief werd ingestemd met het overlevingsplan van het management en de harde besparingen.

    Onderhandelen over toegevingen

    Op donderdag kwam de algemeen-secretaris van Unite, Len McCluskey, naar Grangemouth om het akkoord te ondersteunen. Hij stelde dat Unite in een periode van recessie de verantwoordelijkheid heeft om het bedrijf te helpen overleven. “Mijn vakbond gaat dagelijks om met duizenden bedrijven om plannen te onderhandelen om jobs te redden. Er is niets vernederend aan het onderhandelen van plannen die jobs garanderen.”

    We zijn het ermee eens dat de vakbonden jobs moeten verdedigen. Maar dat is niet wat de leiding van Unite hier heeft gedaan. Het gaat in feite om niets anders dan de mislukte politiek van onderhandelde afbraak – een beleid waarbij vakbondsleidingen instemmen met besparingen op lonen, pensioenen en zelfs een langdurig akkoord sluiten om geen acties te voeren. Als dit de norm wordt, vormt het een groot gevaar voor alle syndicalisten en zal het niet leiden tot een strijd voor het behoud van jobs en arbeidsvoorwaarden.

    We begrijpen de enorme druk op de delegees in deze periode van harde besparingen. Onze leden worden dagelijks met deze druk geconfronteerd in hun functie van delegees, lokale of nationale vakbondsverantwoordelijken. Het was ook niet gegarandeerd dat een meerderheid van de arbeiders van Grangemouth met het geweer tegen het hoofd zou beslist hebben om voor een strijdbare strategie te gaan. De angst voor een sluiting zat er immers diep in. Maar de tragedie bestaat erin dat de leden van Unite geen optie van een strijdbare opstelling kregen, hun vakbondsleiders riepen zelf op om met de eisen van de directie in te stemmen.

    In een conflict zoals in Grangemouth, waarbij een bedrijf tot alles bereid is om de vakbond op de knieën te krijgen, kan alleen een algemene strijd op industrieel en politiek vlak een weg vooruit aanbieden. Onder de leiding van Len McCluskey is de situatie bij Unite veranderd. Er waren belangrijke overwinningen, onder meer bij de strijd rond Besna en de vervolging van bouwvakkers. Maar dit was geen ‘normaal’ conflict en het is duidelijk dat de leiding van Unite niet voorbereid was op de algemene strijd die nodig was.

    Na de aankondiging van de sluiting, stelden wij direct: “De komende uren en dagen zullen beslissend zijn om een massale campagne op te zetten om de fabriek in Grangemouth en de bijhorende jobs en arbeidsvoorwaarden te redden.

    “Er moet meteen een massale personeelsvergadering worden georganiseerd om de leden van de vakbond Unite in Grangemouth bijeen te brengen. De delegees moeten werken aan een actieplan en dit aan het personeel voorleggen om de strijd tegen het vandalisme door de bazen van Ineos aan te gaan. Er is nood aan vastberaden acties, zoals de bezetting van een deel van de site. Dergelijke acties zouden een brede steun genieten en de druk op de Schotse regering opvoeren om over te gaan tot de nationalisatie van de vestiging. De vakbond Unite moet die eis van nationalisatie naar voor schuiven.

    “De arbeiders van Grangemouth mogen niet aan hun lot overgelaten worden om de strijd alleen te voeren. Dit is een provocatie voor de volledige vakbeweging in Schotland en daarbuiten. De Schotse vakbondsfederatie STUC moet meteen een ‘oorlogsraad’ van vakbonden en delegees uit de hele vakbeweging organiseren om een grootschalige solidariteitscampagne op te zetten, met in de komende weken een nationale Schotse betoging.”

    Een belangrijke eis

    De bezetting van een deel van de site en een duidelijke oproep van Unite voor de nationalisatie van de vestiging in Grangemouth zou op brede steun onder de werkende bevolking van Schotland en daarbuiten gerekend hebben. De Schotse regering was achter de schermen aan het discussiëren over de mogelijkheid om Grangemouth in publiek bezit te nemen.

    Het potentieel voor een massacampagne, zoals die van de scheepsbouwers van Upper Clyde in de vroege jaren 1970, was ook nu aanwezig naar aanleiding van Grangemouth. Twee weken geleden nog sprak Len McCluskey op de Jimmy Reid Memorial Lecture in Glasgow. Hij verwees naar de rol die Jimmy Reid als vakbondsleider speelde bij de Upper Clyde Shipbuilders en herinnerde hem als volgt: “Als jonge delegee in de dokken van Liverpool, zag ik Jimmy die ons kwam toespreken tijdens de acties van de Upper Clyde Shipbuilders. Hij enthousiasmeerde ons voor onze eigen strijd, hij deed dit door zijn woorden en zijn voorbeeld.”

    Een massastrijd rond Grangemouth had evenzeer een bron van inspiratie voor de werkende bevolking van Schotland kunnen vormen en mogelijk zelfs daarbuiten. Er was een reële kans op een overwinning, terwijl nu een harde nederlaag is geleden.

    Rol van Labour

    De verkeerde opstelling van de leiding van Unite tegenover de mogelijkheid om Labour te heroveren, heeft er ongetwijfeld toe bijgedragen dat de vakbondsleiding niet naar buiten kwam voor de nationalisatie van de vestiging. Labour verzet zich tegen een publiek bezit van de vestiging en het prokapitalistische beleid van die partij vormt een rem voor de vakbond.

    Partijvoorzitter Milliband was persoonlijk mee verantwoordelijk voor de campagne tegen Stevie Deans door zijn rol bij Labour in Falkirk te betwisten. De enige bijdrage van Milliband tijdens de campagne was de verwelkoming van de toegevingen door de vakbond. Het maakt eens te meer duidelijk dat Labour niet aan de kant van de arbeiders in strijd staat en dat Unite zich moet uitspreken voor een nieuwe arbeiderspartij, publiek bezit en een echt politiek alternatief op de besparingsagende.

    Leugens van de grote bedrijven

    Tijdens de gebeurtenissen omtrent Grangemouth heeft Socialist Party Scotland systematisch de opening van de boeken van Ineos en bijhorende bedrijven geëist. Dit werd even overgenomen door de Schotse secretaris van Unite in een interview met BBC Radio Scotland waarin hij stelde dat de vakbonden de boekhouding van Ineos moeten kunnen inzien.

    De grote bedrijven beschikken over tal van goed betaalde accountants en advocaten om de cijfers wat te ‘masseren’, ofwel om de winsten te onderschatten en de verliezen te overdrijven ofwel om de winsten te overschatten, al naargelang het de aandeelhouders uitkomt. De bewering van Ineos dat Grangemouth 10 miljoen pond verlies per maand draaide, stond centraal in de propaganda van het bedrijf en de eis om op de verworvenheden van het personeel in te binden. Het leidde ook tot nieuw publiek geld van de Schotse en Britse regeringen.

    Voor arbeiders is het moeilijk om de volledige waarheid over de winsten te kennen. Dat is des te meer het geval met bedrijven als Ineos die labyrinten opgezet hebben met onderaannemers en het inzetten van bedrijfjes in belastingparadijzen om winsten te verbergen en belastingen te vermijden. In 2010 trok het hoofdkwartier van Ineos weg uit Groot-Brittannië, het werd overgeplaatst naar Zwitserland om minder belastingen te betalen.

    Unite vroeg Richard Murphy, een accountant en activist tegen de belastingontduiking door grote bedrijven, om wat van de boekhouding van Ineos bekend is door te nemen. Dat kan nooit een volledig beeld geven. Murphy wees erop dat Ineos Chemicals Grangemouth Ltd tal van eenmalige maatregelen heeft opgenomen om de cijfers slecht voor de dag te laten komen. Zo werd een eenmalige en volledige afschrijving van de site opgenomen, waardoor het dus eigenlijk een waardeloze vestiging zou zijn. Hetzelfde bedrijf beweert nu dat de site gedurende minstens 15 tot 20 jaar een schitterende toekomst tegemoet gaat.

    Murphy ontdekte ook dat Ineos ervan uitging dat Grangemouth alleen tegen 2017 500 miljoen pond winst zou draaien en dat de operationele winst vorig jaar met 56% toenam. Volgens Murphy was de volledige petrochemische sector van Grangemouth vorig jaar goed voor 7 miljoen pond winst en het jaar ervoor voor 6 miljoen. “In tegenstelling tot andere bedrijven werd beslist om een investering als een verlies in te schrijven”, stelde Murphy. “Er worden dubieuze boekhoudkundige methoden gebruikt. Er worden cijfers gebruikt die ik niet in de boekhouding terug vind.” Ineos maakte op internationaal vlak 2 miljard pond winst in 2012.

    Dit alles maakt duidelijk waarom de vakbonden ervoor moeten opkomen dat de bazen de boeken openen voor inspectie door de vakbonden. Deze eis moet gekoppeld worden aan een campagne voor de nationalisatie van het grote bedrijf, of het verlies maakt of niet, onder democratische arbeiderscontrole en -beheer.

    Heropbouw van een syndicale krachtsverhouding

    Socialist Party Scotland verwerpt de propaganda van de gevestigde media dat de vakbonden gebroken zijn in Grangemouth. Unite heeft een grote fout gemaakt door een akkoord te tekenen waarin het belooft om drie jaar lang niet te staken en voor het afschaffen van voltijdse vrijstelling van delegees op de site. Dit zal de werkgever op korte termijn een gunstige positie geven. Verdere aanvallen op de vakbond en de delegees, alleszins op de rechten van de arbeiders, zijn mogelijk. Tegen de achtergrond van het akkoord om geen actie te voeren, is het belangrijk dat Unite zich opnieuw opbouwt in Grangemouth en voorbereidingen treft voor verzet tegen nieuwe aanvallen.

    Naast de heropbouw van de syndicale krachtsverhouding zal de kwestie van onofficiële acties zich mogelijk snel stellen. Er is een bewuste discussie en planning hieromtrent nodig onder de arbeiders van Grangemouth om zo het obstakel van het akkoord om niet te staken te overkomen.

    De gebeurtenissen in Grangemouth zijn een belangrijke nederlaag voor Unite en voor de bredere vakbeweging. Veel actieve leden van Unite zijn geschokt om wat gebeurde. Het komt er nu op aan om lessen te trekken, te discussiëren over een programma waarmee dit soort aanvallen kan afgewend worden en de heropbouw van een syndicale kracht in Grangemouth om op termijn terug te winnen wat nu verloren ging.


    Lees ook:

  • Ineos sluit fabriek in Grangemouth (Schotland). Actieplan tegen vandalisme van directie nodig!

    Zonder ook maar stil te staan bij de menselijke kost, beslisten de bazen van Ineos gisteren om de petrochemische vestiging in Grangemouth te sluiten en 800 jobs te schrappen. Het management wil van deze vestiging af. Naast de directe jobs zijn ook een 600-tal indirecte jobs bedreigd. De beslissing werd genomen door de miljardair die het bedrijf in handen heeft, Jim Ratcliffe. Hij ging over tot een lockout. De komende uren en dagen zullen beslissend zijn om een massale campagne op te zetten om de fabriek in Grangemouth en de bijhorende jobs en arbeidsvoorwaarden te redden.

    Artikel door Socialist Party Scotland


    Lees ook:

    • Workers action and nationalisation needed to save Grangemouth
    • End the bosses lockout at Grangemouth
    • Worker’s rally to fight Ineos blackmail

    Er moet meteen een massale personeelsvergadering worden georganiseerd om de leden van de vakbond Unite in Grangemouth bijeen te brengen. De delegees moeten werken aan een actieplan en dit aan het personeel voorleggen om de strijd tegen het vandalisme door de bazen van Ineos aan te gaan. Er is nood aan vastberaden acties, zoals de bezetting van een deel van de site. Dergelijke acties zouden een brede steun genieten en de druk op de Schotse regering opvoeren om over te gaan tot de nationalisatie van de vestiging. De vakbond Unite moet die eis van nationalisatie naar voor schuiven.

    De arbeiders van Grangemouth mogen niet aan hun lot overgelaten worden om de strijd alleen te voeren. Dit is een provocatie voor de volledige vakbeweging in Schotland en daarbuiten. De Schotse vakbondsfederatie STUC moet meteen een ‘oorlogsraad’ van vakbonden en delegees uit de hele vakbeweging organiseren om een grootschalige solidariteitscampagne op te zetten, met in de komende weken een nationale Schotse betoging.

    Leden van Socialist Party Scotland stelden een voorbeeld van resolutie op voor vakbondsafdelingen doorheen Schotland en de rest van Groot-Brittannië. Hieronder deze resolutie.

    Resolutie voor vakbondsafdelingen

    De aankondiging door Ineos van de sluiting van de petrochemische site van Grangemouth en het dreigende verlies van 800 jobs is een daad van bedrijfsvandalisme. De olieraffinaderij blijft dicht en het personeel werd in de praktijk buiten gezet in een lock out.

    Het management van Ineos en de meerderheidsaandeelhouder, de miljardair Jim Ratcliffe, zijn 100% verantwoordelijke voor dit schandaal. Ze hebben de volledige site van Grangemouth stil gelegd om het personeel harde aanvallen op de arbeidsvoorwaarden te laten slikken.

    We feliciteren de leden van Unite en hun delegees op Grangemouth om daar niet aan toe te geven. Zowat 70% van de vakbondsleden verwierp het ultimatum van het management dat had opgeroepen om dit te aanvaarden of afgedankt te worden.

    De bedoeling van Ineos is om de vakbond in Grangemouth te breken. Daarom wordt een leidinggevende syndicalist persoonlijk aangepakt en worden de mogelijkheden van onderhandelingen ondermijnd.

    De strijd om jobs en vakbondsrechten bij Grangemouth te verdedigen is er een van alle syndicalisten en een van de meeste belangrijke strijdbewegingen voor de vakbeweging sinds jaren.

    Daarom zeggen wij:

    • Steun aan de Unite-leden op Grangemouth in de opbouw van een massale campagne voor jobbehoud en voor degelijke arbeidsvoorwaarden
    • Steun aan de acties van de arbeiders, met inbegrip van een bezetting van delen van de site, voor het behoud van de site en hun jobs
    • We eisen van Ineos dat het de boeken opent voor een onderzoek door de vakbonden om de ware financiële situatie van het bedrijf te kennen
    • De Schotse en Britse regeringen moeten de vestiging onder democratisch publiek bezit plaatsen om jobs en investeringen veilig te stellen. We steunen publiek bezit met een meerderheidsparticipatie door de arbeiders en de vakbonden die ook het beheer van de vestiging moeten opnemen.
    • We roepen de Schotse vakbondsfederatie op om een Schotse betoging voor de arbeiders van Grangemouth te organiseren in de loop van de komende weken.
    • We steunen het personeel en de delegees van Grangemouth in hun verdediging van vakbondsrechten, lonen en pensioenen.
0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop