Tag: Oekraïne

  • Joe Higgins over Europese hypocrisie rond Oekraïne

    Hieronder een video van het Ierse socialistische parlementslid Joe Higgins die de premier, de Taoiseach, aanpakt over de oorlogszucht van de EU.

  • Europarlementslid Paul Murphy over Oekraïne

    In het Europees Parlement sprak het Ierse socialistische parlementslid Paul Murphy deze week over de situatie in Oekraïne.

  • Oekraïne. Spanningen tussen grootmachten nemen toe

    door Niall Mulholland

    Het referendum van 16 maart op de Krim toonde een overweldigende meerderheid die voor aansluiting bij Rusland stemde. De officiële resultaten hebben het over 96,77% die voor aansluiting bij Rusland stemde bij een opkomst van 83,1%. Tienduizenden vierden dit resultaat in Simferopol, de hoofdstad van de Krim. Op 17 maart riep het regionale parlement de republiek Krim uit. De Russische president Poetin en de leiders van de Krim tekenden op 18 maart een akkoord waardoor de regio formeel tot Rusland behoort.

    De leider die het in de praktijk voor het zeggen heeft op de Krim, Sergei  Aksjonov, verklaarde eerder dat de Russische Roebel als tweede officiële munt naast de Oekraïense Hryvna wordt ingevoerd. Het parlement stelde dat de Oekraïense staatseigendommen genationaliseerd worden en dat Oekraïense militaire eenheden op grondgebied van de Krim ‘ontbonden’ worden.

    Het referendum werd door Westerse leiders afgedaan als “niet legitiem en niet legaal”. Ze veroordeelden Poetin omdat die etnische tegenstellingen zou uitspelen. De EU en de VS gingen over tot erg voorzichtige sancties zoals inreisverboden en het bevriezen van tegoeden van vertegenwoordigers van Rusland en de Krim. Er werd met andere sancties gedreigd. De Westerse machten zijn echter verdeeld over hoe ver ze willen gaan in de straffen voor Rusland. Veel EU-staten vrezen dat sancties de al erg zwakke Europese economie schade zullen opleveren.

    Ondanks hun woede tegenover de Russische interventie op de Krim hebben zowel de Europese landen als de VS in het verleden gelijkaardige acties ondernomen, soms op grotere schaal en met meer bloedvergieten. Tegen hun eigen internationale wetten in gingen de Westerse imperialistische machten over tot invasies en bezettingen van Irak en Afghanistan, waar ze zelf ‘verkiezingen’ organiseerden. De maandenlange bommencampagne van de NAVO tegen het Servische regime in 1999 was een voorbode van het door het Westen ondersteunde onafhankelijkheidsreferendum in Kosovo.

    Het referendum op de Krim werd niet in omstandigheden gehouden waarin een vrije democratische discussie en keuze mogelijk was. Nadat de Oekraïense premier Victor Janoekovitsj met Westerse steun van de macht verdreven was, werden op de Krim ‘zelfverdedigingsmilities’ opgezet. Het gaat zowel om lokale activisten als om mensen waarvan algemeen wordt aangenomen dat het eigenlijk Russische soldaten zijn. Deze milities namen de controle over militaire basissen en andere strategische punten op de Krim over.

    Het parlement van de Krim, een regio waar de meerderheid van de bevolking Russisch spreekt, stemde ervoor om zich van Oekraïne af te scheuren en Rusland te vervoegen. Het referendum diende enkel om de al genomen beslissing te onderschrijven. De bevolking kreeg twee keuzes: deel worden van Rusland of een verregaande autonomie.

    Alle Oekraïensgezinde media werd afgesloten en de staatsmedia overspoelde het schiereiland wekenlang met pro-Russische nationalistische propaganda. De minderheidsgroepen van de Tataren en de Oekraïenssprekende bevolking – samen goed voor 40 procent van de bevolking – klaagden over intimidatie. De meesten van hen hebben het referendum geboycot.

    Maar anderzijds is het wel zo dat een meerderheid van de inwoners van de Krim aansluiting bij Rusland ondersteunt. Dat komt in grote mate door het reactionaire karakter van het nieuwe regime in Kiev en door de manier waarop het aan de macht kwam.

    Het protest tegen Janoekovitsj werd aangewakkerd door jaren van economische stagnatie en toenemende armoede, bovenop een grote woede tegenover het corrupte, autoritaire regime en de oligarchen die het voor het zeggen hebben. De revolte had elementen van een revolutie en toonde het gebrek aan steun voor het rotte regime van Janoekovitsj. Het geweld van de oproerpolitie op het Maidanplein zorgde voor een schok en het regime viel uiteen.

    Het feit dat er geen grote arbeidersorganisaties met een onafhankelijk klassenstandpunt tussenkwamen, liet ruimte aan de reactionaire politici van de oppositie waaronder ook ultranationalisten en extreemrechts. Zij konden de protestbeweging domineren. Leden van de antisemitische partij Svoboda en de fascistische militie Rechtse Sector dienden als stoottroepen in Kiev en elders. Ze gingen fysiek in tegen vakbondsmilitanten en linkse activisten die probeerden om het protest te vervoegen.

    De anti-Russische retoriek van het nieuwe regime in Kiev en de betrokkenheid van extreemrechts, dat belangrijke ministerposten in handen heeft, leidde tot angst onder de etnisch Russische minderheid die vooral in het oosten en het zuiden van het land woont. Eén van de eerste beslissingen van de Rada, het Oekraïense parlement, was om de officiële positie van het Russisch als taal aan banden te leggen. Een andere beslissing was om de ‘Communistische’ Partij te verbieden.

    De Krim was al een van de armste delen van Oekraïne. Veel inwoners vrezen dat het nieuwe regime zal instemmen met financiële hulp vanuit de EU en het IMF waarbij dit gekoppeld wordt aan harde besparingen waardoor hun levensstandaard nog verder de dieperik in gaat.

    Het resultaat van het referendum zal niet leiden tot vrede, stabiliteit en welvaart voor de bevolking van de Krim. De integratie in een zwakker wordende Russische economie zal de levensstandaard op de Krim niet verbeteren.

    Het autoritaire regime van Poetin en de oligarchen die dat regime steunen komen enkel in de Krim tussen om hun geostrategische belangen te verdedigen. In dat proces versterken ze het Russische nationalisme. Het schiereiland is het focuspunt van de groeiende spanningen tussen Rusland en Kiev met zijn Westerse steungevers die hun imperialistische macht en invloed willen uitbreiden tot aan de grenzen van Rusland.

    Dit heeft geleid tot een gevaarlijk militair opbod. Een week voor het referendum gaf Washington bevel tot militaire oefeningen in Polen, Litouwen en de Zwarte Zee. Na het referendum stemde het parlement van Oekraïne in met een gedeeltelijke mobilisatie van 40.000 reservisten. Beide kanten zeggen dat ze geen oorlog over de Krim willen, maar een verscherping van de spanningen kan leiden tot lokale confrontaties.

    De werkende bevolking doorheen Oekraïne zal de prijs voor de escalatie van de crisis betalen. Er vielen al verschillende doden bij confrontaties tussen pro-Oekraïense en pro-Russische betogers en milities in de oostelijke steden Donetsk en Kharkiv. Als die confrontaties aangroeien, kan het leiden tot meer oproepen tot referenda in gebieden waar de Russischsprekende bevolking een meerderheid vormt. Dat kan leiden tot de verschrikkelijke mogelijkheid van een bloedig opbreken van het land.

    Enkel de georganiseerde en verenigde arbeidersklasse kan met een onafhankelijk en internationalistisch programma op beslissende wijze ingaan tegen het reactionaire nationalisme en de inmengingen van de grote kapitalistische machten.

    De demagogische nationalistische politici in Kiev, Simferopol en Moskou genieten nu misschien brede steun door in te spelen op angsten, maar hun pro-kapitalistisch en nationalistisch beleid zal de levensstandaard niet verbeteren en geen einde maken aan corruptie en onderdrukking. Velen die actief ingingen tegen het bewind van Janoekovitsj keren zich nu al tegen de nieuwe gangsterbende die de macht heeft genomen en bevriende oligarchen als regionale gouverneurs aanstelde.

    De recente revolte van werkenden en jongeren in Bosnië en Herzegovina toont aan dat nieuwe opstanden tegen de harde economische en sociale voorwaarden en tegen corrupte politici onvermijdelijk zijn. Ze vereisen een georganiseerde politieke uitdrukking op basis van de werkende bevolking en met een socialistisch programma.

     

  • Paul Murphy over Oekraïne

    Toespraak van Paul Murphy in het Europees Parlement over de situatie in Oekraïne.

    )

  • Oekraïne. Spanningen tussen Westerse machten en Moskou op kookpunt

    Door onze correspondenten

    Minstens 6.000 Russische troepen hebben posities ingenomen doorheen het schiereiland van de Krim, formeel een autonome republiek van de Oekraïne. Het Russische regime beweert dat het deze actie ondernam na een vraag van de regering van de Krim om de rechten van de Russische inwoners te verdedigen. Het Kremlin stelde dat het mogelijk ook naar andere delen van de Oekraïne troepen zal sturen om de rechten indien de rechten van de etnische Russen bedreigd zijn. Poetin voegde er wel aan toe dat dit het “laatste middel” zou zijn.

    Het regime van Poetin kon deze acties gemakkelijk rechtvaardigen door de provocaties van de nieuwe regering in Kiev die onder meer besliste om de taalrechten van de Russisch sprekende bevolking en andere minderheden aan banden te leggen.

    Het extreemrechtse antisemitische Svoboda heeft vier ministerposten in Kiev waaronder een vicepremier. Een medeoprichter van Svoboda staat aan het hoofd van de Nationale Veiligheidsraad, één van zijn naaste medewerkers is het hoofd van de fascistische paramilitaire groep Rechtse Sector. De minister van Binnenlandse Zaken stelde dat de militie van de fascistische Rechtse Sector in de politie zal geïntegreerd worden.

    De Russische Doema (het parlement) was er snel bij om een wet te stemmen die toelaat om Russische paspoorten te geven aan etnische Russen in Oekraïne. Er kwam ook een wet die toelaat om gelijk welke regio van een ander land te annexeren bij Rusland indien de regering van het betrokken land ‘onstabiel’ wordt geacht.

    De militaire stappen van het regime van Poetin komen er na de val van president Janoekovitsj en de vorming van een pro-Westers regime in Kiev. De onverantwoorde bemoeienissen van de Westerse machten in de Oekraïne en het Russische antwoord hebben geleid tot de ernstigste militaire crisis in Europa sinds de oorlog tussen Rusland en Georgië.

    De afgelopen weken zagen we aanvankelijk een massabeweging tegen het corrupte en autoritaire regime van Janoekovitsj en de oligarchen. De beweging had elementen van revolutie, het toonde de macht van de massa’s en leidde tot de desintegratie van het regime en het staatsapparaat. Maar bij afwezigheid van sterke arbeidersorganisaties konden reactionaire politici uit de oppositie, Oekraïense nationalisten van de harde lijn en het extreemrechtse Svoboda en de Rechtse Sector de oppositie domineren. Dat creëerde wantrouwen en angst onder de etnisch Russische bevolking.

    Amerikaanse hypocrisie

    De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken John Kerry verborg amper zijn hypocrisie toen hij de Russische “inbreuk op de Oekraïense soevereiniteit en territoriale integriteit” veroordeelde. De VS aarzelt niet om zijn imperialistische belangen te verdedigen met militaire interventies in andere ‘soevereine’ gebieden. De militaire supermacht viel Irak en Afghanistan binnen. Beide landen betaalden daar een zware menselijke tol voor. Ondanks de Westerse woedekreten over Russische troepen die de controle over de Krim overnemen, waren het dezelfde Westerse machten die Kosovo in 1999 bezet hielden nadat ze eerst het Kosovaarse Bevrijdingsleger hadden bewapend en gesteund in de strijd tegen het Servische regime.

    Het Westerse imperialisme is militair verlamd en verdeeld over het antwoord op de Russische troepen in de Krim. Europese regeringen houden ernstige sancties tegen. Veel Europese landen hebben immers belangrijke handelsrelaties met Rusland. Zo haalt Duitsland 40% van zijn gas en olie uit Rusland. Er is een aarzeling omdat acties de Europese economie zouden schaden. Een foto van een geheim document dat de discussies in de Britse regering weergaf, maakte duidelijk dat de Britten “voorlopig geen steun aan handelssancties” willen verlenen en al zeker niet willen overgaan tot “het afsluiten van het Londense financiële centrum voor Russen.”

    De nieuwe regering in Kiev kent grote problemen die niet alleen de rechten van de Russisch sprekende bevolking zullen treffen, maar alle werkenden in het land. De economie staat aan de rand van het bankroet en de regering kondigde grote besparingen op de overheidsuitgaven aan. Gelijk welk financieel pakket dat het van het Westen krijgt, zal meteen gekoppeld worden aan eisen voor harde besparingsmaatregelen.

    Om de steun voor de Russische militaire interventie op te bouwen, waren er betogingen in verschillende Russische steden. In Moskou waren er 20.000 tot 30.000 betogers. Het regime van Poetin gebruikt de bekommernissen van de Russische bevolking gecombineerd met een ruw “patriottisme” dat wordt aangevuld met anti-Westerse gevoelens om zo steun te krijgen voor de interventie. Veel Russen zijn natuurlijk oprecht bezorgd over het lot van de etnische Russen in de Oekraïne, wat gezien het reactionaire karakter van het nieuwe regime in Kiev niet verwonderlijk is.

    De militaire interventie van het Russische regime is niet ingegeven door het welzijn van de etnische Russische werkenden, net zomin als de cynische manoeuvres van de Westerse machten gericht zijn op het helpen van de Oekraïens sprekende werkende bevolking. Het Kremlin onderneemt militaire actie omdat het bezorgd is dat een pro-Westers, pro-NAVO regime de lakens in Kiev uitdeelt, aan de westelijke grens van Rusland. Dat vormt een bedreiging voor de geostrategische en economische belangen van het Russische imperialisme. De interventie van Poetin op de Krim is erop gericht om het ‘nabije buitenland’ van Rusland aan zijn kant te houden en vormt onderdeel van de ambitie om de macht en invloed van de Russische elite te herstellen. Die elite heeft zich na de val van de vroegere Sovjetunie omgevormd tot kapitalisten.

    Als antwoord hierop dreigen de EU en de VS met economische sancties en een NAVO-interventie. Het Westerse regime in de Oekraïne heeft een volledige mobilisatie afgekondigd om de interventie te beantwoorden. De werkende bevolking van het land zal een zware prijs betalen indien het conflict escaleert.

    Etnische en nationale conflicten

    Socialisten eisen het einde van de imperialistische inmengingen en militaire interventies in de Oekraïne. Deze reactionaire krachten dreigen de crisis tot een oorlog te laten escaleren. Dat leidt tot het verschrikkelijke vooruitzicht van de etnische en nationale conflicten die de regio eerder teisterden, denk maar aan de bloedige oorlogen in Joegoslavië in de jaren 1990.

    Het CWI roept op tot de vorming van anti-oorlogscomités in zowel Rusland als de Oekraïne, waaronder ook in de Krim. Democratisch georganiseerde comités kunnen over de etnische grenzen de verdediging organiseren tegen aanvallen van extreemrechts of van Russische chauvinisten.

    Een week geleden was er nog een peiling die aangaf dat 73% van de Russische bevolking tegen een militaire interventie was. Op zondag 3 maart waren er acties tegen de oorlog waarbij honderden activisten, waaronder CWI-leden, werden opgepakt. Het chauvinistische beleid van Poetin om de “etnische Russen te beschermen” in de Oekraïne kan echter tijdelijk een zekere steun in Rusland genieten.

    Met de val van president Janoekovitsj kreeg de Russische elite een zware slag te verwerken. Rusland verloor belangrijke economische belangen en haar invloed op de regering in Kiev. Net zoals eerder in Zuid-Ossetië voor de oorlog met Georgië, werd daarom terug gegrepen naar het argument van de ‘verdediging’ van de etnische Russen in de Oekraïne.

    Vorig weekend waren er tienduizenden aanwezigen op pro-Russische protesten in de havenstad Sevastopol, de uitvalbasis van de Russische Zwarte Zee vloot, en andere steden in de Krim en in het oosten van de Oekraïne, waaronder Donetsk. Er werden met Russische steun ‘zelfverdedigingscomités’ opgezet die regeringsgebouwen bezet hielden. Lokale en regionale leiders werden snel vervangen door pro-Russische figuren en er werden data naar voor geschoven voor referenda over afscheiding. De mobilisatie van tot 130.000 Russische troepen aan de grens tussen Rusland en de Oekraïne liet niet lang op zich wachten.

    Zonder onafhankelijke arbeidersbeweging is er een reëel gevaar dat er meer massaprotesten doorheen de Oekraïne zullen komen rond verdelende etnische eisen. De werkende bevolking in het oosten is bang van het beleid van het nieuwe bewind in Kiev en van de extreemrechtse betrokkenheid, maar velen vrezen ook dat een Russische interventie in de Krim kan leiden tot een oorlog doorheen de Oekraïne en zelfs in de hele regio. In verschillende oostelijke steden waren er kleine maar belangrijke betogingen tegen een uitbreiding van het conflict. De Russische autoriteiten stellen dat de etnische Russen de regio ontvluchten en dat meer dan 140.000 mensen asiel in Rusland aanvroegen.

    De Krim moet het recht op zelfbeschikking hebben. De regio werd lang gebruikt door verschillende heersende elites en in machtsspelletjes van grootmachten. In 1944 ging Stalin over tot de gedwongen deportatie van de Tataarse bevolking van het schiereiland. In 1954 gaf Kroetsjov de Krim en de bevolking ervan aan de Oekraïne, zonder enige voorafgaande raadpleging van de bevolking. De bevolking van de voormalige Sovjetunie werd evenmin geraadpleegd toen de regionale leiders beslisten om het land begin jaren 1990 op te delen en elk in hun eigen republieken de macht te grijpen.

    Wij verdedigen het recht van de bevolking van de Krim om vrij en zonder enige inmenging over hun toekomst te beslissen, zowel indien dit uitgebreide autonomie of onafhankelijkheid omvat. Een democratisch bijeengeroepen grondwetgevende vergadering die alle delen van de werkende bevolking vertegenwoordigt zou ervoor zorgen dat een referendum over de toekomst van de Krim wordt gecontroleerd door verkozen comités van de werkende bevolking. De rechten van de 300.000 Tataren in de regio en van alle andere minderheden zou volledig moeten gegarandeerd worden, met inbegrip van taal- en religieuze rechten. Dat is niet mogelijk onder het kapitalisme dat enkel armoede, werkloosheid en uitbuiting te bieden heeft als gevolg van de competitie tussen elites die de ‘verdeel-en-heers’-kaart trekken. Enkel een arbeidersregering die komaf maakt aan het kapitalisme met een samenleving in het belang van de werkende massa’s kan de rechten van alle nationaliteiten en minderheden beschermen als onderdeel van een federatie van socialistische staten in de regio.

    Wat nu gebeurt, zal niet leiden tot echte zelfbeschikking. Het betekent dat de Krim een Russisch protectoraat wordt net zoals Zuid-Ossetië dat werd, of erger nog, een bezette regio met een dictatoriale heerser zoals Kadirov in Tsjetsjenië. De ervaringen van Kosovo en Zuid-Ossetië geven aan dat noch het Russische noch het Westerse imperialisme economische veiligheid of eenheid tussen verschillende etnische groepen kan bewerkstelligen.

    Er is onder de etnische Russen op de Krim ongetwijfeld een sterk verzet tegen het nieuwe regime in Kiev. Maar het referendum dat de pro-Russische regering van de Krim voorstelt, gesteund door het Russische leger dat meekijkt, zal niet plaatsvinden in een sfeer van oprecht vrij debat. Het zal opgedrongen worden tegen de wil in van andere etnische groepen op het schiereiland, waaronder de 300.000 Tataren.

    Werkende bevolking heeft meer gemeen dan wat hen verdeelt

    De werkende bevolking doorheen de Oekraïne en Rusland heeft meer gemeen dan wat het verdeelt. Armoede, werkloosheid, uitbuiting en devaluaties van de munt treffen iedereen. De heersende elite van beide landen zijn bereid om etnische verschillen uit te spelen om verenigde strijd van de werkende bevolking tegen te gaan. Het ziet er nu naar uit dat ze zelfs bereid zijn om oorlog te voeren om de eigen belangen te verdedigen. De werkende bevolking doorheen de Oekraïne moet zich verzetten tegen de economische en sociale aanvallen van de nieuwe regering. Die strijd kan enkel succesvol zijn indien de werkende bevolking verenigd in actie komt tegen de oligarchen en hun extreemrechtse vrienden die nu de dienst uitmaken in de regering in Kiev.

    Een verenigde strijd van de werkende bevolking heeft nood aan een eigen massapartij met een socialistisch en internationalistisch programma. Door de sleutelsectoren van de economie in publieke handen te nemen en de rijkdom van de oligarchen en topbureaucraten in gemeenschapshanden te brengen, kan de werkende bevolking in heel de Oekraïne een degelijke levensstandaard genieten alsook pensioenrechten, gezondheidszorg, onderwijs en huisvesting. In een socialistische democratisch geplande economie is dat mogelijk.

    De pro-Westerse ‘democratische revolutie’ heeft geleid tot het herstel van de grondwet van 2004 waarbij een deel van de macht van de president terug naar het parlement gaat. Socialisten roepen op tot een grondwetgevende vergadering van alle delen van de werkende bevolking. Een arbeidersregering kan het rotte kapitalisme vervangen door een samenleving waarin de belangen van de werkende massa’s centraal staan. Dat zou een brede steun onder de werkende bevolking van de hele regio vinden.

  • Repressie tegen anti-oorlogsprotest in Rusland

    Zowel de EU en de VS aan de ene kant en Rusland aan de andere kant schermen met het argument van democratie. De EU die met haar trojka op dictatoriale wijze een vernietigend besparingsbeleid oplegt heeft Poetin geen lessen in democratie te geven. In het andere kamp is het hypocriet dat Poetin beweert de democratie en de bevolking op het Krimschiereiland te verdedigen, terwijl hij in eigen land anti-oorlogsprotest hardhandig de kop indrukt.

    Zondag waren er in diverse Russische steden protestacties tegen de Russische interventie in Oekraïne. Er is een propagandacampagne gestart om deze interventie te rechtvaardigen als een strijd tegen ‘extremisten, terroristen en fascisten’. Het gaat echter om de regionale controle en de economische invloed.

    De linkse socialisten in Rusland nemen deel aan het anti-oorlogsprotest. Ze bepleiten daarbij de eenheid van de werkenden in Oekraïne en Rusland. “We hebben dezelfde belangen, we hebben allemaal last van uitbuiting, armoede en werkloosheid”, schreven ze in een pamflet dat op de acties zondag werd verspreid. Er werd ook opgeroepen om anti-oorlogscomités op te zetten doorheen Rusland, Oekraïne en de Krim.

    Met het anti-oorlogsprotest keren de linke socialisten zich tegen de imperialistische interventie van Rusland maar ook tegen inmenging door het Westerse imperialisme of door de nieuwe Oekraïense regering als het over het statuut van de Krim gaat. Een referendum in de Krim terwijl langs beide kanten geweren op de inwoners ervan gericht zijn, is evenmin een oplossing.

    Het Russische anti-oorlogsprotest werd meteen de kop ingedrukt. Mensen werden opgepakt omdat ze affiches bijhadden. Er werden in Moskou ongeveer 350 mensen opgepakt, in St Petersburg nog eens 150. Een militante van het CWI, onze internationale organisatie, werd opgepakt omdat ze een anti-oorlogstoespraak hield. Beelden van de toespraak werden wel uitgezonden op de televisiekanalen in de Oekraïne.

    De toespraak volstond om opgepakt te worden. Zondagavond laat werd de militante vrijgelaten. Wellicht volgt er een boete van ongeveer 400 euro. Dat is veel geld en het maakt duidelijk hoe dergelijke boetes worden gebruikt om iedere vorm van de oppositie en vrije meningsuiting in de kiem te smoren.

    Videobeelden van de arrestaties

    rusland2

    rusland3

    rusland4

    rusland1

  • Oekraïne. Janoekovitsj afgezet, rechtse regime neemt macht

    Door Niall Mulholland, CWI

    26oekraineDe afgelopen dagen werd president Viktor Janoekovitsj aan de kant geschoven, hij is de Oekraïense hoofdstad Kiev ontvlucht. Het massale ongenoegen tegenover de breed verspreide armoede en het corrupte regime heeft sinds november mee geleid tot een revolte in Kiev en heel wat andere delen van het land.

    Het gebrek aan een alternatief vanuit de arbeidersbeweging liet de reactionaire krachten met imperialistische steun vanuit het westen toe om de protestbeweging te domineren. Het nieuwe pro-Westerse regime consolideert haar macht, maar tegelijk is er een gevaarlijke uitdieping van de etnische verdeeldheid onder de 46 miljoen inwoners.

    Na de bloedige confrontaties tussen betogers en politie in Kiev, waarbij tussen 18 en 21 februari meer dan 80 doden en honderden gewonden vielen, onderhandelden politieke leiders uit Duitsland, Frankrijk en Polen een akkoord met het afbrokkelende regime van Janoekovitsj. Het door de EU onderhandelde akkoord was gericht op de vorming van een regering van ‘nationale eenheid’ met presidents- en premierverkiezingen in november. Tegelijk zou de grondwet van 2004 terug van kracht worden, waardoor de macht van de president aan banden zou gelegd worden.

    Het akkoord hield niet lang stand. De rechtse oppositie, waaronder ook ultranationalistische en fascistische elementen, ging in het offensief om haar slag volledig binnen te halen. Het parlement zette Janoekovitsj af en stelde leiders van de Vaderlandpartij, Arsen Avakov en Oleksandr Toertsjinov, aan als Minister van Binnenlandse Zaken en als parlementsvoorzitter. Toertsjinov is een bondgenoot van voormalig premier Julia Timosjenko, die door het parlement op 22 februari uit de gevangenis werd vrijgelaten. Toertsjinov is ook dienstdoend president. Hij probeert deze week een nieuwe coalitie te vormen en er komen nieuwe presidentsverkiezingen op 25 mei. Er was een arrestatiebevel voor Janoekovitsj en andere voormalige ministers.

    Zelfs parlementsleden van de Partij van de Regio’s van Janoekovitsj stemden voor deze maatregelen. Voormalige partijgenoten proberen zich wanhopig van het oude regime te distantiëren. De fractieleider van de Partij van de Regio’s veroordeelde de afgezette president omdat hij “criminele bevelen” gaf. Machtige oligarchen die tot voor kort trouwe bondgenoten van Janoekovitsj waren en die voordeel haalden uit zijn banden met Rusland, hebben snel hun kar gedraaid om het nieuwe regime te steunen.

    Woede in het Kremlin

    Het Kremlin reageerde woedend op de gebeurtenissen en heeft het over een door het Westen gesteunde ‘staatsgreep’ onder leiding van “gewapende extremisten en relschoppers.” Het afzetten van Janoekovitsj een belangrijke nederlaag voor het regime van Poetin voor wie de Oekraïne van strategisch groot belang is.

    Het Kremlin deed er alles aan om de banden met het buurland economisch en politiek sterker aan te halen. In november stemde Moskou in met een pakket van 15 miljard dollar om Kiev te ondersteunen nadat Janoekovitsj een associatieakkoord met de EU had verworpen. Het versterkte de internationale strijd tussen de imperialistische machten die invloed over de Oekraïne willen verwerven, het land is immers ook van groot geostrategisch belang voor de VS en de NAVO.

    Het verworpen akkoord met de EU leidde tot protest op het Maidanplein in het centrum van Kiev. Aanvankelijk waren er daar vooral betogers van de middenklasse en studenten. Velen hebben illusies dat een samenwerking met de EU zal leiden tot welvaart en democratische rechten. Nochtans was het akkoord met de EU verbonden met een hard besparingsplan van het IMF. Janoekovitsj vreesde terecht dat dit akkoord zou leiden tot een explosie van massaprotest.

    Het geweld van de oproerpolitie tegen de betogers zorgde ervoor dat hun aantallen aanzwollen in de straten van Kiev en Lviv en doorheen het Oekraïens-sprekende westelijke deel van het land. Ongenoegen over de schorsing van het akkoord met de EU ging al gauw over in massale woede tegenover de armoede, economische stagnatie en het corrupte, incompetente en autoritaire regime van Janoekovitsj.

    De werkende bevolking kwam steeds dieper in de armoede terecht, terwijl Janoekovitsj en de ‘familie’ van gangsters rond hem steeds rijker werden. Er waren zelfs protestacties tegen het regime in het geïndustrialiseerde, voornamelijk Russisch-sprekende, oostelijke deel van de Oekraïne. Daar haalde Janoekovitsj nochtans de meeste steun.

    Het corrupte regime bleek al gauw weinig populair te zijn. Dat werd nogmaals bevestigd toen betogers de poorten van de villa van Janoekovitsj openbraken om zijn bijzonder rijkelijke levensstijl aan te tonen. Het valt wel op dat de Westerse media bijzonder stilzwijgend blijven over de gelijkaardige levensstijl van de pro-Westerse oligarchen en politici.

    Bij afwezigheid van sterke arbeidersorganisaties was het niet mogelijk om het massale verzet tegen Janoekovitsj om te zetten in een verenigde massabeweging van de volledige werkende bevolking van het land om zo de etnische, religieuze en taalkundige verschillen te overstijgen. Veel gewone werkenden trokken de straat op, maar de revolte werd niet geleid door de arbeidersklasse die als klasse voor zichzelf handelde. De meerderheid van de werkende bevolking is tegen het regime en de oligarchen, maar ze bleef grotendeels passief. De arbeidersklasse zette haar stempel niet op een georganiseerde en onafhankelijke wijze op de gebeurtenissen.

    Reactionaire krachten

    In de plaats daarvan waren reactionaire krachten van bij het begin in staat om in het vacuüm te treden. Ze kregen Westerse steun om op cynische wijze het ongenoegen van de massa’s uit te spelen. Rechtse pro-kapitalistische politici zoals Vitali Klitsjko, de vroegere bokskampioen bij de zwaargewichten, en Arseniy Jatsenioek, van de Vaderlandpartij, namen de leiding.

    Ze vormden een alliantie met de ultranationalisten, de extreme rechterzijde en de neofascistische groepen. De afgelopen drie maanden speelden de anti-semitische partij Svoboda en het extreemrechtse Rechtse Sector een belangrijke rol in het opzetten van straatgevechten en bezettingen van regeringsgebouwen.

    Het reactionaire karakter van het nieuwe regime en de vrees dat ervoor heerst, blijkt onder meer uit de oproep van Rabbi Moshe Reuven Azman aan de Joodse bevolking van Kiev om de stad te veralten. De nieuwe minister van Binnenlandse Zaken stelde dat de ‘zelfverdedigingskrachten’ van Maidan zullen opgenomen worden in de nieuwe structuren van het regime. Partijleiders van Svoboda zullen wellicht ministerposten opnemen.

    Het provocatieve beslissing van het parlement om de status van de Russische taal in te perken, versterkt de roep naar een afscheiding van het Russisch-sprekende zuiden en oosten van de Oekraïne. In Sevastopol, op de Krim, waren er duizenden betogers die met Russische vlaggen zwaaiden. Sevastopol heeft een belangrijke marinebasis voor de Russische zeevloot op de Zwarte Zee. De betogers in Sevastopol beslisten om een “parallelle regering” op te zetten met “burgerverdedigingsgroepen”.

    Afgelopen weekend waarschuwde de Amerikaanse veiligheidsadviseur Susan Rice Poetin dat een militaire interventie van Rusland een “zware fout” zou zijn. Het hoofd van het militaire commando van de NAVO in Europa zag de Russische legertop op 24 februari. De Westerse landen probeerden de spanningen met Rusland wat af te zwakken.

    Moskou heeft de regionale leiders in het oosten van de Oekraïne aangemoedigd om zich te verzetten tegen het nieuwe bewind in Kiev en om op te komen voor meer ‘autonomie’. Het blijft afwachten hoe ver dit proces zal gaan, maar als grote delen de weg van afscheiding zouden opgaan, is het niet uitgesloten dat Poetin overgaat tot een gewapende interventie.

    Elkaar bestrijdende oligarchen en de agressieve tussenkomst van het Westerse en het Russische imperialisme hebben het land gevaarlijk dichter bij een ongeordend proces van desintegratie gebracht, met mogelijk een bloedig opdelen.

    Het land is failliet

    Poetin beschikt nog steeds over een machtige economische invloed. Meer dan de helft van de export van de Oekraïne gaat naar Rusland en dat laatste land voorziet de gastoevoer in de Oekraïne. Het Russische regime kan de bevolking van de Oekraïne heel wat problemen bezorgen, bijvoorbeeld als het de prijsdaling met 30% voor gas terug intrekt.

    Noch Brussel, met Amerikaanse steun, noch Moskou en zijn oligarchen, verdedigen de belangen van de werkende bevolking in de Oekraïne. Als het nu Janoekovitsj of het nieuwe pro-Westerse regime in Kiev is, ze handelen beiden om de belangen van een handvol superrijken te verdedigen. Dat gebeurt onder meer door de bevolking een hard besparingsbeleid op te leggen.

    Rusland gaf aan dat het de 15 miljard dollar voor de Oekraïne zal bevriezen. Westerse leiders onderhandelen over het bijeenzoeken van een “reddingsplan” om het land van het bankroet te redden. Het nieuwe regime in Kiev zegt dat het 35 miljard dollar over een periode van twee jaar nodig heeft om te vermijden dat de economie in de afgrond stort. De economische groei in 2013 stond op nul en de munt verloor de afgelopen drie maanden meer dan 8% van haar waarde.

    De Financial Times berichtte dat de EU en de VS duidelijk maakten dat er geen extra middelen komen zonder een bereidheid van de nieuwe regering in Kiev om over te gaan tot “economische hervormingen.” De Amerikaanse minister van Begroting Jack Lew benadrukte de noodzaak van “hervormingen die door een IMF-programma ondersteund worden”. (Lees: meer besparingen en privatiseringen).

    Een opvallend element van de afgelopen weken was dat er over etnische grenzen heen op verschillende plaatsen werd geprotesteerd tegen het volledige politieke establishment en de oligarchen die achter deze politici staan. De werkende bevolking in het volledige land wil een einde maken aan de maffiaregimes en de oligarchen. De schreeuw voor een andere samenleving met democratische rechten en een goede levensstandaard wordt luider.

    Oppositieleider Julia Timosjenko werd volgens een journalist van ‘The Guardian’ “vriendelijk maar zeker niet uitbundig” ontvangen op het Maidanplein. Ze sprak daar nadat ze uit de gevangenis van Kharkiv werd vrijgelaten. Heel wat inwoners van de Oekraïne herinneren dat Timosjenko, de held van de Oranje Revolutie van 2004, premier werd en aan het hoofd stond van een corrupt regime dat besparingen doorvoerde op de al erg lage levensstandaard.

    Nieuwe regime zal botsen met de werkende bevolking

    Het nieuwe pro-Westerse bewind hoopt op een periode van respijt, maar vroeg of laat zal dit regime botsen met de belangen van de werkende bevolking in het land. De crisis van de afgelopen maanden maakt duidelijk hoe dringend er behoefte is aan eigen organisaties van de werkende bevolking, zowel op syndicaal als op politiek vlak. Dat was tot nu toe een moeilijk en aanslepend proces. Met de ervaring van decennialang stalinistisch bewind is dit niet verwonderlijk. In die periode werd alles eraan gedaan om zelforganisatie tegen te gaan. Vervolgens kwam er de val de Sovjetunie en de ‘shocktherapie’ met de herinvoering van het kapitalisme. Het politieke bewustzijn onder de massa’s is hierdoor verward en gedesoriënteerd.

    Maar de werkende bevolking kan snel belangrijke lessen trekken uit eigen ervaringen en gebeurtenissen. We hebben al de ontgoocheling van de ‘Oranje Revolutie’ en van het bewind van Janoekovitsj gehad. Figuren als Toertsjinov, Klitsjko en Jatsenioek en andere pro-Westerse politici zullen snel dat lot volgen.

    Een groeiend deel van de werkende bevolking zal beseffen dat enkel de uitbouw van een massale multi-etnische, onafhankelijke arbeiderspartij die ingaat tegen het reactionaire nationalisme, de oligarchen en de imperialistische inmengingen antwoorden biedt. Een socialistische partij met massale steun die de eenheid onder alle werkenden versterkt, zou opkomen voor een arbeidersregering om de enorme rijkdom van de oligarchen in handen te nemen en de grote banken en bedrijven te nationaliseren als onderdeel van een democratisch geplande economie die de belangen van de overgrote meerderheid van de bevolking centraal stelt. Een dergelijke strijd zou ook op steun van de werkende bevolking in Europa en Rusland kunnen rekenen.

  • Bloedbad in Kiev. Achtergrond bij de crisis in Oekraïne

    Dossier door Rob Jones uit Socialism Today.

    Dit dossier werd vorige week geschreven, vóór de recente ontwikkelingen van de laatste dagen. Over de gebeurtenissen van de laatste dagen hopen we snel een update te publiceren. Als voorbereiding daarop is onderstaand dossier nuttig om de algemene achtergrond van de situatie te kennen.

    24oekraineOekraïne kent massale protesten. De oproerpolitie van Janoekovitsj ging gewelddadig tekeer tegen betogers op het Onafhankelijkheidsplein in Kiev. Op dit ogenblik zijn er 29 doden gevallen en honderden gewonden. Het rotte karakter van het politieke systeem ligt op straat. In dit artikel kijken we naar de verschillende krachten die actief betrokken zijn bij de crisis in de Oekraïne.

    De passies laaien even hoog op als de temperaturen kunnen zakken in het land. Betogers trokken naar het ministerie en namen regeringsgebouwen in Kiev en doorheen het land in. Zeker in de westelijke regio van het land is dat het geval. In het oosten, waar president Janoekovitsj zijn belangrijkste basis van steun heeft, hebben de lokale autoriteiten hun gebouwen geblokkeerd met grote betonblokken om bezettingen te vermijden. Betogers hebben alles wat ze konden vinden gebruikt om barricades op te werpen. Op sommige plaatsen duiken stapels oude banden op. Elders werden zandzakken vol sneeuw en ijs ingezet.

    Tien jaar geleden was er een massaal protest in het land, de zogenaamde ‘Oranje Revolutie’, tegen de verkiezingsfraude bij de presidentsverkiezingen waar Janoekovitsj baan moest ruimen voor Viktor Joesjenko. Die hield het een ambtstermijn vol waarna Janoekovitsj opnieuw verkozen raakte. Nu staat het Onafhankelijkheidsplein, Maidan Nezalezhnosti, in Kiev al opnieuw maandenlang vol betogers die Janoekovitsj weg willen. Het woord ‘Maidan’ is er algemeen bekend door geworden, nu in de vorm van ‘Euromaidan’.

    De vonk die de situatie in vuur en vlam zette, was de beslissing van het parlement op 21 november om het geplande akkoord met de Europese Unie, dat op de EU-top in Litouwen eind november zou gesloten worden, uit te stellen. Het ging niet om een voorstel dat Oekraïne lid zou worden van de EU. In het huidige economische klimaat kan de EU misschien enkele kleinere Oost-Europese landen opnemen, maar het zou niet in staat zijn om Oekraïne, het derde armste land van Europa met een BBP per inwoner van 5.600 euro maar wel met het vijfde grootste bevolkingsaantal van Europa (zonder Rusland), op te vangen. Het akkoord had louter als doel om Oekraïne aan te moedigen om de Europese ‘waarden van democratie en rechtvaardigheid’ aan te nemen en, vooral, om een vrijhandelsakkoord te sluiten.

    Volgens de toenmalige premier Mykola Azarov, die in januari werd afgezet als onderdeel van de toegevingen aan de betogers, werd de beslissing om het akkoord uit te stellen genomen na een brief van het IMF op 29 november. Daarin stonden de voorwaarden voor de herfinanciering van de leningen die in 2008 en 2010 werden toegekend. Azarov verklaarde: “De voorwaarden omvatten een verhoging van de tarieven voor gas en verwarming voor de gewone bevolking met ongeveer 40%, een bevriezing van de basis-, minimum-, en nettolonen op het huidige niveau, een sterke beperking van de uitgaven, een verlaging van de energiesubsidies en het geleidelijk afbouwen van BTW-uitzonderingen voor de landbouw en andere sectoren.” Hij stelde dat de EU beloftes maakte over toekomstige economische hulp, maar niet bereid was om onmiddellijke hulp te bieden.

    Sinds het begin van de wereldwijde crisis zit Oekraïne in een moeilijk economisch parket. In 2008 en 2009 was er een krimp van de economie met 15% en het land is daar nog niet van hersteld. De werkloosheid steeg van 3% tot 9%, een cijfer dat de reële situatie sterk onderschat. Het BBP per hoofd van de bevolking is het derde laagste in Europa, enkel in Moldavië en Kosovo ligt het nog lager.

    De wanhopige situatie waarin veel mensen in de Oekraïne leven legt uit waarom de beweging zeker in het begin een sterke pro-EU positie innam. Zeker onder de jongeren wordt naar de EU gekeken als een centrum van relatieve welvaart en vrijheid, zeker in vergelijking met het Russische alternatief. Een cijfer alleen volstaat om uit te leggen waarom: het gemiddelde loon in Oekraïne bedraagt 250 euro per maand en in het westelijke deel van het land ligt het doorgaans lager. Het gemiddelde loon in buurland Polen, dat lid is van de EU, ligt dubbel zo hoog. Toen bekend werd dat het akkoord met de EU werd uitgesteld onder Russische druk, kwamen studenten massaal op straat in het westen van het land. In Lviv, de grootste stad in het westen van de Oekraïne, waren de eisen erg breed. Het ging van eisen dat de regering het akkoord wel zou sluiten tot de eis dat de universiteiten de studenten zouden toelaten dat ze van en naar hun studentenhuisvesting zouden mogen gaan wanneer ze dat willen.

    Oosten versus Westen

    Achter de Oranje Revolutie bevond zich de nationale kwestie die ook vandaag een belangrijke rol speelt. Er zijn sterke tegenstellingen tussen het Oekraïense sprekende westen en het Russisch sprekende oosten van het land, waar de meeste zware industrie zich bevindt. De taalverschillen worden uitgespeeld door de verschillende imperialistische machten om economisch voordeel te halen uit de situatie en om geopolitieke stappen vooruit te zetten. De westelijke machten waren voor de beweging bereid om verregaande toegevingen te doen aan de regering van de Oekraïne. Na het uitbreken van de beweging zagen ze het land vooral als een mogelijk bolwerk om de Russische invloed te stoppen. Rusland daarentegen wil haar invloed behouden en doet er alles aan om haar positie te versterken.

    Jakoenovitsj wordt doorgaans als pro-Russisch gezien. Maar sinds hij in 2010 terug aan de macht kwam, was hij erg pragmatisch in zijn verhoudingen tot de verschillende machten. Zijn eerste bezoek was aan Brussel waar hij bevestigde dat Oekraïne deel zou blijven nemen aan een programma van de NAVO. Kort nadien trok hij naar Moskou waar hij beloofde om de vroegere goede banden te herstellen. Ondanks druk van Poetin hield hij de boot van de Euraziatische unie van Rusland, Wit-Rusland en Kazachstan af. Voor december leek het alsof Jakoenovitsj enthousiast was over het akkoord met de EU.

    Naarmate de geplande datum van ondertekening van het akkoord dichterbij kwam, voerde Rusland de handelsbeperkingen op. Het handelsvolume tussen de twee landen ging in 2012 met 11% achteruit (voor een bedrag van 45 miljard dollar) en nogmaals met 15% in 2013. Het handelsvolume tussen Oekraïne en de EU is ongeveer even groot, maar gezien de toestand van de Europese economie heeft de daling van het handelsvolume met Rusland niet geleid tot een vergroting van de handel met de EU. De EU stelde voor om 1,8 miljard euro aan hulp te bieden over een periode van 10 jaar om de achteruitgang te compenseren, maar dat zou uiteraard niet volstaan. Bovendien gebruikte Rusland de gaspijpleidingen doorheen de Oekraïne als dreigmiddel.

    Het lijkt nu moeilijk te geloven, maar tijdens de eerste dagen van Euromaidan heerste er een vakantiestemming. Veel studenten zagen het als een grote picknick en stelden dat ze geen enkel specifiek politiek idee steunden. Op een grote meeting op 24 november was er veel steun voor de toespraken van de centrale oppositiepartijen. De betogers riepen: ‘Weg met de kliek’, waarmee ze verwezen naar de kliek van Janoekovitsj. Een aantal nationalistische sprekers probeerde de tegenstellingen tegen de ‘Moskali’ (een beledigende omschrijving voor Russisch-sprekenden) op te drijven. Toen begin december een spreker van de partij Svoboda (vrijheid) opriep om een stand voor tot het opzetten van onafhankelijke vakbonden op het plein te verwijderen, ging een extreemrechtse groep daar meteen tot over en werden de syndicalisten aangevallen.

    De politieke ‘oppositie’

    Van bij het begin waren drie mensen, vertegenwoordigers van de oppositiepartijen in het parlement, de publieke gezichten van het protest. Arseniy Jatsenjoek vertegenwoordigt de partij van de gevangen voormalige premier Julia Timosjenko die destijds bekend stond als de ‘gasprinses’ toen ze de gasimport vanuit Rusland grotendeels controleerde. Zij was een van de leiders van de Oranje Revolutie. Eens aan de macht voerde haar regering een economisch beleid dat pro-Europese posities combineerde met neoliberalisme en een mild populistisch sausje daarover heen. Vitali Klitsjko, een bokskampioen, staat aan het hoofd van de partij Oedar (‘slag’) die opkomt voor Europese integratie en verbonden is met de Europese Volkspartij, het christendemocratische blok in het Europese parlement.

    De derde leider is Oleh Tahnbok van de partij Svoboda die 37 parlementsleden heeft en de lokale regering in drie regio’s controleert. Het is een extreemrechtse partij, volgens sommigen neofascistisch. Tot 2004 gebruikte het een variant van de swastika als partijsymbool. Tahnbok zelf is een virulente tegenstander van alles wat links is en rechtvaardigt het standpunt van diegenen die destijds de kant van Hitler kozen tegen “Moskali, Duitsers, Joden en andere onzuivere elementen.” Omwille van electorale redenen heeft Svoboda haar imago wat afgezwakt, maar samen met nog ergere extreemrechtse partijen en voetbalhooligans (de ‘Rechtse Sector’) speelt de partij een steeds gevaarlijker rol in Euromaidan.

    Na de weigering om het akkoord met de Europese Unie te ondertekenen, moest Janoekovitsj de wereld rondreizen op zoek naar geld. Er was de belofte van handelsakkoorden met China ter waarde van 8 miljard dollar. Maar Peking was niet bereid om directe steun te bieden. Rusland stemde in met een lening van 15 miljard dollar en een daling van de gasprijs met 33%, maar dat akkoord is afhankelijk gemaakt met de vraag of Janoekovitsj aan de macht kan blijven. Het geld laat de Oekraïne toe om niet direct bankroet te gaan, maar na drie maanden van straatprotest is ook de economie hard geraakt.

    Toename van staatsgeweld

    Toen het akkoord met Rusland werd gesloten, was het protest van Euromaidan al uit de hand gelopen. Een poging van de overheid, en vooral van de oproerpolitie Verkoeta, om het protest op te ruimen op 30 november – onder het mom om de plaatsing van een nieuwjaarsboom mogelijk te maken – leidde tot heel wat gewonden. Als reactie daarop waren er honderdduizenden betogers op 1 december en een week later was de betoging nog groter. De eisen begonnen te veranderen. De eis om het akkoord met de EU te ondertekenen verdween naar de achtergrond, de roep naar het ontslag van de president en de regering werd steeds luider. Verschillende groepen begonnen overheidsgebouwen te bezetten. Zelfs het presidentsgebouw lag onder vuur. Extreemrechtse groepen begonnen milities op te zetten.

    Deze ontwikkeling van het protest leidde tot een rampzalige crisis voor het regime. Door beroep te doen op repressie kwam er enkel meer woede. De regering kon de betogers niet meer kalmeren en besloot op 16 januari dan maar om twaalf wetten te stemmen die bekend werden als de ‘wetten over dictatuur’. De wetten deden denken aan die van de meer autoritaire regimes in Rusland, Wit-Rusland en Kazachstan. ‘Extremistische activiteiten’, overigens niet gedefinieerd, zouden tot een gevangenisstraf van drie jaar kunnen leiden. Op het bezetten van regeringsgebouwen werd een straf van vijf jaar gezet. Organisaties die geld uit het buitenland krijgen, werden als ‘buitenlandse agenten’ omschreven. Gemaskerd betogen werd verboden en er werden beperkingen op het internet ingevoerd. De politie en andere agenten van de overheid kregen immuniteit voor eventuele misdaden bij het omgaan met protest.

    Deze wetten zorgden voor een nieuwe opleving van het protest. Er was niet alleen de betoging in het weekend na het goedkeuren van de wetten, een betoging met meer dan 200.000 aanwezigen, maar er was ook een toename van bezettingen van regeringsgebouwen. Dat gebeurde vooral door extreemrechtse betogers. De extreemrechtse UNA-UNSO riep de bevolking op om de wapens tegen het regime op te nemen. Er gingen overal geruchten rond dat er bewegingen van tanks waren. De vrouw van een agent bij de oproerpolitie verklaarde aan de media dat de oproerpolitie bevel had gekregen om hun gezinnen uit de stad te evacueren. Er werd toelating gegeven om het waterkanon in te zetten bij temperaturen tot -10 graden.

    Janoekovitsj moest toegeven. Op 24 januari suggereerde hij dat de wetten zouden aangepast worden. Vier dagen later gaf premier Azarov ontslag en viel de regering. De belofte om de dictatoriale wetten in te trekken werd gebruikt om de bezetting van regeringsgebouwen te stoppen. Janoekovitsj bood de oppositie aan om een coalitieregering te vormen, hij vroeg zowel Jatsenjoek als Klitsjko. Die twee zouden ongetwijfeld bereid geweest zijn om in dit scenario mee te stappen, maar de druk van de meer radicale betogers zorgde ervoor dat ze het aanbod verwierpen en stelden dat enkel een ‘regering van Maidan’ mogelijk was en dat Janoekovitsj ontslag moest nemen.

    Verwarring bij de linkerzijde

    Bij nieuwe verkiezingen zouden de partijen van Jatsenjoek en Klitsjko goede resultaten neerzetten. Hun bereidheid om met Svoboda samen te werken, zou die extreemrechtse partij wellicht ook regeringspostjes opleveren. De burgerlijke oppositieleiders hebben het zichzelf moeilijk gemaakt door samen te werken met extreemrechts. Vooral Klitsjko, die zich opwerpt als Europeaan en eigenlijk in Duitsland woont, heeft verregaande toegevingen aan extreemrechts gedaan. Hij begint zijn toespraken op Maidan met de extreemrechtse slogan ‘Glorie aan de Oekraïne’, waarop de betogers antwoorden: ‘Glorie aan de helden’.

    Dit alles heeft de steun voor Svoboda en de Rechtse Sector versterkt. De redenen hiervoor zijn begrijpelijk. Het is echter ook deels toe te schrijven aan de linkerzijde. De grootste ‘linkse’ partij in het land is de Communistische Partij die 32 zetels in het parlement heeft. Toen het protest begon verklaarde de parlementaire fractie van de partij vreemd genoeg dat het niet meer zou oproepen tot het ontslag van de regering. De dictatoriale wetten werden mee goedgekeurd en de partij betreurde dat deze wetten nadien deels werden ingetrokken.

    De CP vertrekt niet van de belangen van de werkende bevolking in de Oekraïne, maar van wat de geopolitieke belangen van Rusland versterkt. CP-leider Petr Simonenko bekritiseert de EU en de VS voor hun schandalige en directe interventie in Maidan. Maar tegelijk stelt hij dat de Oekraïne deel moet uitmaken van de Russische handelsunie. Regionale afdelingen van de partij probeerden zelfs betogingen daarvoor op te zetten. Dat geeft extreemrechts munitie om de linkerzijde in het algemeen aan te vallen en te stellen dat links de Oekraïense onafhankelijkheid wil opofferen aan het Russische imperialisme.

    De radicalere linkerzijde die niet in het parlement zit, doet het niet veel beter. Het staat vast dat er van bij het begin van de Oranje Revolutie sprake was van een confrontatie tussen de belangen van verschillende delen van de burgerij van de Oekraïne. Dat is nu niet anders. De oligarchen die samenwerking met het westen verkiezen, zijn doorgaans diegenen met belangen in de lichte industrie en de dienstensector. Diegenen die naar het oosten kijken komen uit de zware industrie.

    Zoals het geval was met delen van de veiligheidsdiensten, stellen ook sommige oligarchen hun standpunt bij. Zo was er de rijkste oligarch van het land, Rinat Akmetov die aanvankelijk Janoekovitsj als president had voorgesteld, die het geweld tegen de betogers afkeurde maar nadien ‘terugkeerde’ naar het kamp van Janoekovitsj. De derde rijkste oligarch van het land, Dmitry Firtash, die rijk werd door zijn banden met Rusland, zou een belangrijke financier van Oedar zijn. Petr Porosjenko, de vierde rijkste man, sprak op de betogingen op Maidan en eiste de directe ondertekening van het akkoord. Zijn belangen zijn duidelijk. Toen Rusland in 2013 handelssancties tegen de Oekraïne trof, was zijn chocoladefabriek Rosjin het belangrijkste slachtoffer ervan.

    Een deel van de radicale linkerzijde concludeert hieruit dat de volledige beweging van Maidan een strijd voor de belangen van de oligarchen is. Ze begrijpen onvoldoende dat de woede van de betogers mee aangevuurd wordt door de economische wanhoop en de haat tegenover het steeds dictatorialere bewind. Diegenen van een ‘communistische’ traditie stellen dat dit niet onze strijd is. Ze kijken enkel naar de invloed van extreemrechts. Een voorbeeld daarvan is de groep Borotba, die doorgaans rond veel thema’s een correcte positie heeft. In Odessa, een voornamelijk Russisch-sprekende stad, werd een regeringsgebouw door Borotba bezet om te vermijden dat het kon ingenomen worden door de kleine luidruchtige groep van Svoboda. Deze actie is begrijpelijk, maar er werd geen alternatief aangeboden. Er werd een standpunt ingenomen van ‘noch Maidan noch Janoekovitsj’. Een ander standpunt had een stellingname over de nationale kwestie vereist.

    Een ander deel van de radicale linkerzijde omschrijft Janoekovitsj als een fascist. Zij stellen dat de weigering om de strijd te voeren omdat er extreemrechtse krachten bij betrokken zijn, een overwinning van de fascistische junta in de hand werkt. In de tussenkomsten van dit deel van de linkerzijde wordt evenmin een duidelijk alternatief naar voren geschoven, uiteindelijk worden de pro-kapitalistische oppositieleiders achterna gelopen.

    Steun voor extreemrechts

    De steun voor de meeste extreemrechtse groepen is doorheen de protestbeweging groter geworden, maar dit is niet op stevige fundamenten. Svoboda slaagde daar enkel in door zijn ware aard te verbergen. Enige tijd terug gaf Svoboda nog kritiek op integratie bij de EU als een “aanvaarding van multiculturaliteit, het neoliberale rijk zal leiden tot het verloren gaan van de nationale identiteit met onder meer de legalisering van het homohuwelijk en de integratie van Afro-Aziatische migranten in een multiculturele samenleving.” Drie dagen na het begin van Euromaidan organiseerde de afdeling van Svoboda in Liviv een fakkeltocht uit solidariteit met het Griekse Gouden Dageraad. De afkeer daar tegenover was zo groot dat Svoboda dergelijke activiteiten op een laag pitje heeft gezet. De Rechtse Sector is wel open over zijn standpunten. De groep stelt dat de EU een “anti-christelijke, antinationale structuur is waarvan het echte gezicht bestaat uit gay parades, rassenrellen, de legalisering van drugs en prostitutie, het homohuwelijk, de ineenstorting van de morele regels en een spirituele aftakeling.”

    Een deel van de betogers die de nationalisten volgen, stellen dat ze dat niet zozeer doen omwille van standpunten van die nationalisten maar omdat ze leiding geven aan de beweging. Deze steun zal niet blijven duren. Volgens minstens drie peilingen in januari was de steun voor Svoboda op nationaal vlak sterk achteruit gegaan in vergelijking met de laatste verkiezingen. De aanwezigheid van extreemrechts biedt het regime echter een krachtig propagandawapen om in het oosten van het land te gebruiken. Daar associeert een overgrote meerderheid van de bevolking het fascisme nog steeds met de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog.

    De zwaktes van de huidige beweging, zwaktes die al bestaan sinds de eerste Oranje Revolutie, bestaan vooral uit de afwezigheid van een alternatief van de linkerzijde en de arbeidersbeweging die het protest een revolutionair karakter kunnen geven. Van bij het begin in november gaven veel activisten aan dat ze zich verzetten tegen de huidige partijen. In dit vacuüm heeft extreemrechts een positie kunnen uitbouwen. Als er een ernstige linkse kracht had bestaan, zou dit niet gebeurd zijn.

    De rol van de arbeidersbeweging

    De noodzaak van een links alternatief blijkt ook uit de aanhoudende economische crisis. De Oekraïne zit al 18 maanden in een recessie en hoewel de Centrale Bank in januari bijna 2 miljard dollar inzette om de munt te ondersteunen, is de waarde ervan sinds november toch met 10% gezakt. Economen waarschuwen dat het land aan de rand van het bankroet staat. Een alliantie met de EU of met Rusland biedt geen oplossing voor deze harde economische crisis.

    De kwestie van lonen en arbeidsvoorwaarden moet centraal in de strijd staan. Janoekovitsj trok de wereld rond op zoek naar 15 miljard dollar om de economie overeind te houden. Zijn goede vriend Akmetov bezit persoonlijk zoveel geld. De industrie en de banken van het land moeten onder publiek bezit geplaatst worden zodat de middelen van het land kunnen gebruikt worden voor de belangen van alle inwoners en niet enkel die van een handvol oligarchen. Als dat zou gebeuren, dan zou het land geen Europese of Russische hulp nodig hebben. De noodzaak van echte vakbonden die opkomen voor degelijke levensvoorwaarden is bijzonder groot.

    De arbeidersbeweging moet zich aan hoofd van de strijd voor democratische rechten plaatsen. De huidige beweging eist terecht het ontslag van Janoekovitsj en nieuwe verkiezingen. Maar vandaag zou dat enkel leiden tot een nieuwe coalitieregering met dezelfde partijen die na de Oranje Revolutie de macht hadden, aangevuld met het extreemrechtse Svoboda. De arbeidersklasse moet een eigen massale partij vestigen en organiseren om de belangen van alle werkenden in het land te verdedigen en de strijd voor politieke macht te voeren. Het huidige parlement wordt gedomineerd door politici die enkel de belangen van de oligarchen verdedigen. De arbeidersbeweging moet een strijd opzetten om een grondwetgevende vergadering te vormen met vertegenwoordigers van de werkende bevolking, de studenten, werklozen en gepensioneerden zodat zijn kunnen beslissen over hoe het land wordt beheerd.

    Het belangrijkste is dat de linkerzijde en de arbeidersbeweging een duidelijk en consequent standpunt over de nationale kwestie moet innemen. Het opdelen van het land zou enkel de oligarchen, imperialistische machten en grote bedrijven goed uitkomen. Degelijke lonen en arbeidsvoorwaarden, democratische rechten en een arbeidersregering zijn enkel mogelijk als er een verenigde arbeidersstrijd hiervoor wordt gevoerd.

    Het is dan ook van essentieel belang dat de arbeidersklasse ingaat tegen de politici die het land willen uitverkopen aan Rusland of de EU, of die een regime vestigen dat zich baseert op de dominantie van de ene nationaliteit tegen de andere. Een verenigde arbeidersbeweging zou haar volledige steun geven aan de ontwikkeling van de Oekraïense taal en cultuur, maar tegelijk ook de rechten verdedigen van diegenen die Russisch spreken. De linkerzijde moet het recht op zelfbeschikking verdedigen, maar daarbij moet de nadruk liggen op de noodzaak van eengemaakte strijd van de volledige arbeidersklasse in het land.

    Op basis van het beleid van politici als Jatsenjoek of Klitsjko of door aan te sluiten bij een Russische unie of de EU zal er geen oplossing komen voor de problemen van de gewone bevolking. Een overwinning van extreemrechts rond Svoboda of de Rechtse Sector zou het land terugbrengen tot donkere dagen van etnisch conflict en reactionaire dictatuur. De enige uitweg is de strijd voor een sterke verenigde arbeidersbeweging met een eigen massale arbeiderspartij die de politieke macht kan nemen. Er moet een socialistische economie gevestigd worden op basis van het publiek bezit van de industrie, de banken en de natuurlijke rijkdommen en dit onder een democratische planning door de werkende bevolking in een verenigd en onafhankelijkheid socialistisch Oekraïne als onderdeel van een bredere federatie van socialistische staten.

  • Rusland. Anatomie van de oranjebewegingen

    De oranje revoluties of de kleurenrevoluties in de voormalige Sovjetunie werden zo genoemd naar de kleur van de oppositievlaggen in de Oekraïne. Die oppositie trok in 2004 massaal de straten op uit protest tegen het regime van Koutchma en de fraude bij de presidentsverkiezingen. Sindsdien vrezen zowat alle autoritaire regimes op het grondgebied van de vroegere Sovjetunie de ontwikkeling van het ‘oranje gevaar’ in eigen land.

    Analyse door Lev Sosnovski (Rusland)

    Wij delen niet het standpunt van diegenen die in de beste samenzweringstradities de vijand steeds zoeken onder de machtige buitenlandse geheime diensten. Zij vergeten het oude gezegde onder revolutionairen: ‘De hoofdvijand bevindt zich in eigen land”. We delen ook niet het standpunt van zij die het belang van deze gebeurtenissen minimaliseren met het argument dat het slechts gaat om “democratische” revoluties of “burgerlijk-democratische” bewegingen.

    Parade van dictators

    Als de term “burgerlijk-democratische revolutie” al kan gebruikt worden, dan is dat in essentie het geval in de periode waarin de burgerij deels een progressieve rol speelde of kon spelen in de strijd tegen het feodalisme of tegen overblijfselen van het feodalisme in de vorm van vertegenwoordigers van de feodale klasse die de macht in handen hielden bij zichzelf en een bureaucratie rond zich. Het spreekt voor zich dat deze situatie zich vandaag niet meer voordoet in de vroegere Sovjetlanden. Er is geen restant van een feodale klasse. Alle revoluties en massale bewegingen van de afgelopen jaren – in Georgië, Moldavië, Oekraïne, Kirgizië, Servië,… – ontwikkelden zich volledig tegen de achtergrond van burgerlijke verhoudingen.

    De crisis van de bureaucratisch geplande economie en de massale verarming die daar uit voortvloeide, heeft geleid tot een situatie waarin de overheidseigendommen werden verdeeld onder de opkomende kapitalisten en de voormalige bureaucraten van de ‘Communistische’ partij. Dat heeft geleid tot een reeks economische, politieke en internationale conflicten in het post-sovjet tijdperk. Dat was ook het geval in de voormalige stalinistische landen in Oost-Europa. Omdat de ‘zekeringen van de democratie’ volledig aan het doorbranden waren, om Trotski te parafraseren, werden andere oplossingen gezocht. De tijd was rijp voor dictators of dictatoriale figuren die de belangen van de burgerij en de staatsbureaucratie zouden verdedigen.

    De afgelopen 15-20 jaar hebben we in het voormalige Oostblok een heuse parade van dictators de revue zien passeren. Van Milosevic over Shevardnadze, Koutchma, Loekasjenko, Akajev, Jeltsin tot Poetin en co. Ze verschillen van nationaliteit en van wijze waarop ze aan de macht kwamen (staatsgreep of verkiezingen), maar hun sociale rol was wel dezelfde: de arbeidersklasse en de “nieuwe armen” onder de knoet houden en tegelijk een deel van de burgerij politiek ontwapenen door gebruik te maken van het breed gedragen ongenoegen onder de massa’s tegenover de “eerste golf van privatiseringen”. Het beleid van de dictators en semidictators werd gekenmerkt door de vervanging van de schoktherapie door een “gematigd” kapitalisme.

    De sociale verhoudingen van het kapitalisme kennen echter een eigen logica. Het welzijn van de arbeiders neemt niet toe of groeit bijzonder traag en niet in verhouding tot de economische groei. Een deel van de burgerij valt buiten de boot bij de verdeling van de rijkdommen en gaat gebukt onder de corruptie. Dat zet deze delen van de burgerij ertoe aan om in verzet te gaan met eisen voor meer rechtvaardigheid, eerlijke verkiezingen en democratie. De machthebbers schrikken van het feit dat de periode van stille aanvaarding voorbij is en van het feit dat zoveel explosief materiaal zich kon opeenhopen dat het de positie van de oude machthebbers bedreigt. Maar wat volgt hierna?

    Vacuüm ter linkerzijde

    In de beweging in de Oekraïne in 2004 waren diverse sociale en politieke groepen betrokken, met onder meer elementen van de burgerij, de kleinburgerij, intellectuelen, nationalisten en dit elk met hun eigen doelstellingen en belangen. Wij trokken destijds de volgende conclusie:

    “Geen enkele van deze partijen, noch afzonderlijk noch in een alliantie, is in staat om een half miljoen betogers bijeen te brengen in het centrum van Kiev. Er bestaat nog een ander belangrijk onderdeel van de beweging: de jongeren, scholieren, studenten en jonge werkenden. Velen van hen namen voor het eerst deel aan een dergelijke actie. Zij zijn geen bourgeois, geen kleinburgers en ook geen nationalisten. Als ze roepen ‘Leve onze helden’, proberen ze zich te identificeren met een referentiegroep; niemand biedt hen andere slogans aan.

    “Een dergelijke massale en snel opkomende beweging van de jongeren in Kiev toont de diepgang van de sociale crisis in de Oekraïne. De jongeren weten heel goed welk lot hen te wachten staat. Het gaat om sociale protestacties, zelfs indien dit niet op een bewuste manier het geval is en de vorm aanneemt van steun aan Joekasjenko. Deze bewegingen baseren zich op het afwijzen van de bestaande omstandigheden en een wil tot verandering. Daarnaast is er het verdwijnen van angst voor veranderingen. Het is beter om gelijk welke verandering te bekomen, dan dat de huidige gang van zaken wordt voortgezet. Het kan alleszins niet slechter worden.

    “De massa’s doen alles wat niet-georganiseerde arbeiders kunnen doen zonder eigen slogans, programma en leiding. Er wordt geprotesteerd aan het parlement, wegen worden geblokkeerd, er zijn confrontaties met de politie, dictators moeten uiteindelijk aftreden. Maar in de plaats van deze dictators komen vertegenwoordigers van dezelfde klasse. Deze vertegenwoordigers vergeten morgen meteen alle beloften die ze deden aan de betogers van gisteren. Dat leidt onder de arbeiders tot een algemene afkeer tegenover ‘de politiek’.”

    De leidinggevende rol van de liberalen in deze gebeurtenissen was begrijpelijk en verklaarbaar. Zij hebben voldoende geld om propagandisten in te huren, eigen media te onderhouden, duizenden brochures en affiches te drukken,… Ze hebben alle middelen om te laten uitschijnen dat zij en zij alleen aan het hoofd van de beweging staan en bijgevolg de hoop en de verwachtingen van de betogers vertegenwoordigen. In een dergelijke situatie is het logisch dat er onnatuurlijke samenwerkingsverbanden worden gevormd. Dat is de achtergrond van de huidige Russische alliantie tussen ‘Solidarnost’ en ‘Yabloko’, een alliantie van ultraliberalen en extreemrechts.

    Vanop de podiums volgen de sprekers elkaar op om het te hebben over het ‘nationale’ en ‘Russische’ karakter van de revolutie, alles mag zolang er maar niet over het sociale aspect wordt gesproken. Zij hebben liever dat de jongeren als hooligans met de politie vechten dan als stakende arbeiders. Ze willen ten alle prijze de beweging recuperen en vermijden dat deze beweging eigen structuren ontwikkelt.

    De arbeidersklasse mag zich niet neerleggen bij deze komedie van universele broederschap en moet haar eigen organisaties opzetten. Jammer genoeg is er een enorm vacuüm op het vlak van organisaties die aan de revolterende massa’s een duidelijk programma en actieplan aanbieden waardoor de energie van de beweging niet verloren zou gaan maar overgaan naar het sociale vlak. De monsterlijke karikaturen van ‘communistische’ partijen in het post-sovjettijdperk worden gekenmerkt door conformisme en corruptie. Kleinere organisaties trekken niet naar de massa’s met eigen slogans en een eigen programma. Ze vormen zich ofwel om tot onderaannemers van de liberalen door hun slogans en symbolen over te nemen, of ze wachten tot de studenten en arbeiders zelf naar hen komen met de mededeling: “Hallo, wij willen socialisme”. Dat is dan nog enkel in het geval dat ze zich niet naast de gebeurtenissen plaatsen met ‘diepgaande’ analyses over de pest en de cholera. Een dergelijke positie is steriel.

    De straat optrekken

    Wij willen met onze deelname aan de massale acties een aantal elementen naar voor brengen:

    1. Door de massale acties in de tijd te beperken, wordt de beweging gedemoraliseerd en achteruit geduwd
    2. We moeten het recht op democratische verkiezingen verdedigen, met inbegrip van het recht op informatie over de ware resultaten. Het is evident dat de uiteindelijke resultaten in Rusland werden vervalst. Dat kunnen we vaststellen zonder de stemmen te hertellen. Als de meerderheid van de bevolking ervan overtuigd is dat de verkiezingen vervalst zijn, dan betekent dit dat het effectief zo was. Vandaag beslist de straat en niet de verkiezingscommissie. We zagen op straat de “tweede ronde” van de verkiezingen, waarbij de massa’s hun stem deze keer volgens hun eigen regels uitbrachten.
    3. Aan de mensen die op straat komen, zeggen we: ‘Wij verzetten ons tegen de oppositie die de beweging recupereert. Zij vertegenwoordigen de burgerij, een aantal van hen waren voorheen hoge functionarissen, wij hebben ons altijd tegen hen verzet. Maar als de meerderheid voor hen stemt, dan zij het zo. De officiële autoriteiten die deze keuze betwisten, zijn onze vijanden net zoals het jullie vijanden zijn. Jullie zijn hier spontaan naar toe gekomen zonder duidelijke politieke doelstelling, zonder programma, zonder organisatie. Die elementen worden aangeboden door de nationalisten en de rechterzijde, door diegenen die al over een organisatie en een programma beschikten. Maar wat indien er een politieke organisatie zou bestaan die jullie eigen belangen zou vertegenwoordigen, de belangen van de gewone werkenden? Dan zou het er anders aan toe gaan. Beeld je gewoon maar eens in dat er machtige vakbonden zouden zijn die miljoenen arbeiders verenigen onder een vastberaden leiding.’
    4. We moeten niet wachten tot op de grote avond van de revolutie. De marxistische groepen moeten aan de kant van de massa’s staan en met hen strijden, ze moeten er alles aan doen om gehoord te worden. Zelfs indien we geen reactie krijgen, is dat belangrijk. Als onze perspectieven correct zijn, dan zullen morgen heel wat mensen onze pamfletten en discussies herinneren. Diegenen die op basis van de huidige betogingen naar ons komen, zullen lang blijven.

    De oppositie wil haar hand op de rijkdommen van het land leggen. Dat is waarom ze haar eigen parlement en haar eigen president wil. Wij hebben daarentegen nood aan marxistische agitatie en propaganda, discussies en een organisatie. Zij gaan in tegen de repressiemachine van de staat, maar enkel om deze zelf over te nemen en eventueel de toon wat ‘democratischer’ te maken. Maar het doel is wel om de eigen doelstellingen te dienen, dat betekent de belangen van de 1% kapitalisten verdedigen tegenover de 99% van de arbeiders. Ons doel is om de strijd tegen de 1% te voeren. Dat is het grote verschil.

  • Oorzaken van het gasconflict tussen Rusland en de Oekraïne

    Het tijdelijk afsluiten van de gasbevoorrading van het Russische staatsbedrijf Gazprom aan de Oekraïne is een weerspiegeling van de groeiende tegenstellingen tussen de VS en de EU aan de ene kant en Rusland aan de andere kant.

    Dave Carr

    De Russische regering van president Poetin beweert dat de beslissing om de gasbevoorrading stop te zetten – nadat de regering in Kiev weigerde om vier keer meer te betalen – een louter “commerciële beslissing” was. Maar de regering van de Oekraïne en de VS/EU beweren dat Rusland de Oekraïne wil straffen naar aanleiding van de “oranje revolutie” vorig jaar waarna een pro-Westers regime onder leiding van Joetsjenko werd gevestigd.

    Na haar onafhankelijk bij het uiteenvallen van de Sovjetunie in 1991, kwamen er in de Oekraïne verschillende pro-Russische regeringen die genoten van goedkopere gasimport uit Rusland. Nu Joetsjenko het land wil laten aansluiten bij de EU en de NAVO, werd Rusland gealarmeerd.

    Rusland heeft nog steeds een militaire basis in de haven van Sebastopol aan de Zwarte Zee in de Oekraïne. De regering dreigt echter om Rusland te laten betalen voor het duurdere gas door meer belastingen te eisen voor het gebruik van de havenfaciliteiten in Sebastopol. Intussen waren er bovendien onderbrekingen van de gasbevoorrading voor een aantal Europese landen langs pijpleidingen die door de Oekraïne lopen.

    Rusland stelt dat het de bevoorrading opnieuw zal herstellen en beschuldigt de Oekraïne ervan dat gas wordt gestolen. Kiev ontkent dit, maar stelt tegelijk dat het toegelaten is om gas vanuit de pijpleidingen naar West-Europa te halen als de temperatuur onder het vriespunt komt.

    De EU had onderhandelingen voorgesteld om het conflict op te lossen. Anderzijds is de EU in hogere mate aan het denken over veiliger energiebevoorrading. Dat is een bezorgdheid die overal in het Westen aanwezig is.

    Energiebevoorrading is natuurlijk een strategisch doel van het imperialisme. Recent leidde dit tot de door de VS geleide invasie in Irak of de poging om een rechtse staatsgreep te organiseren tegen Hugo Chavez in het olierijke Venezuela in april 2002.

    Deze geopolitieke strategie heeft een groter belang gekregen omwille van de toegenomen vraag naar energie, wat deels komt door de snelle groei in China en India.

    Tegen 2020 zal twee derde van de noodzakelijke energie in de EU worden ingevoerd. 75% van de gasbevoorrading zal uit de import komen. De grootste olievelden bevinden zich in onstabiele regio’s zoals het Midden-Oosten en centraal Aziatische landen, naast het opkomende Rusland. Hierdoor worden politieke en militaire conflicten meer waarschijnlijk.

    De discussies over toekomstige energiebevoorrading worden door de lobby voor kernenergie aangegrepen om op de onzekerheid in te spelen. Belangrijke bedrijven in de nucleaire sector stellen dat kernenergie een goed alternatief is voor de onzekere en dure import van gas en olie. Dat gaat wel voorbij aan de gevaren van kernenergie op een ogenblik dat enkel de winst telt en niet zozeer de veiligheid in de centrales en inzake het afval.

    Het gasconflict tussen de Oekraïne en Rusland toont het belang van de conflicten rond energie aan. Het maakt ook duidelijk dat er nood is aan een wereldwijde planning in een socialistisch systeem, zodat de energiebevoorrading kan georganiseerd worden naargelang de behoeften en niet afhankelijk van onderlinge conflicten tussen nationale staten.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop