Your cart is currently empty!
Tag: Oeigoeren
-
Actie in Brussel: vrijheid voor de Oeigoeren!

Afgelopen zondag kwamen iets meer dan honderd mensen vreedzaam samen aan het Centraal Station in Brussel om te protesteren tegen de massale opsluiting van Oeigoerse mensen door de Chinese regering. Er werd ook geprotesteerd tegen multinationals die zonder schroom deelnemen aan de onmenselijke uitbuiting van de Oeigoerse bevolking. Vandaag leven er naar verluidt iets meer dan 3000 Oeigoeren in België. Hun stem moet gehoord worden!
Door Amy (ALS-Brussel)
De Oeigoeren zijn een Turkstalig volk, met een soennitische moslimmeerderheid. Ze wonen in de Xinjiang Oeigoerse Autonome Regio in het westen van China. Terwijl de betrekkingen tussen de Oeigoerse gemeenschap en Peking altijd gespannen zijn geweest, heeft hun vervolging door de Chinese staat vanaf 2014 een nieuw hoogtepunt bereikt. Op initiatief van president Xi Jinping is de moslimbevolking van Xinjiang het doelwit geworden van een “antiterreur”-campagne. Dit is het hoogtepunt van tientallen jaren van racistische retoriek tegen de moslims van Xinjiang, waarvan de Oeigoeren in de meerderheid zijn, maar waartoe ook grote Kazachse en Kirgizische gemeenschappen behoren. De nieuwe maatregelen van de Chinese regering hebben geleid tot de internering van bijna 2 miljoen moslims in “heropvoedingskampen”, zogenaamd om hen een opleiding te geven die in overeenstemming is met de ideologie van het zogenaamde Chinese “communistische” partijregime. Dit zijn concentratiekampen waar gevangenen gedwongen worden te werken en te overleven onder uiterst erbarmelijke omstandigheden.
Tijdens de actie in Brussel namen verschillende Oeigoerse overlevenden het woord om hun ervaring met de situatie in Xinjiang te delen. Ze beschreven de onmenselijke werk- en leefsituaties waarmee ze in de kampen te maken hebben. Vrouwen en meisjes worden vaak seksueel misbruikt en gedwongen gesteriliseerd. Contact met de buitenwereld is verboden op straffe van doodstraf of standrechtelijke executie. Overlevenden hebben dus geen nieuws over hun familie, ze weten niet hoe het met hun familie gaat en zelfs niet of ze nog in leven zijn. Deze maatregelen gaan gepaard met een systematische herbevolking van Xinjiang door Han-Chinezen, die door het regime als meer loyale en betrouwbare burgers worden beschouwd. Dit heeft ertoe geleid dat velen het beleid van de Chinese regering hebben gekenschetst als een culturele genocide op de Oeigoeren en de grootste massa-internering sinds de Holocaust.
In het kader van de handelsoorlog heeft de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Mike Pompeo onlangs het beleid van de Chinese regering tegen de Oeigoeren veroordeeld. Dit volgde op beschuldigingen van voormalig National Security Advisor John Bolton dat Trump het beleid van Xi Jinping in Xinjiang had goedgekeurd. De dwangarbeid van de Oeigoeren wordt echter benut door tal van multinationals, waaronder Nike, Mercedes, Amazon en Google. Hieruit blijkt eens te meer de hypocrisie van de Amerikaanse regering, die altijd bereid is de acties van het Chinese regime te veroordelen om haar eigen doelstellingen na te streven, terwijl ze haar multinationals laat profiteren van haar wreedheid.
Tijdens de actie werd een petitie verspreid met een oproep aan deze multinationals om te stoppen met hun medeplichtige rol in de onderdrukking van de Oeigoerse bevolking. Hier kan je deze petitie vinden.
Wij willen onze solidariteit betuigen met het Oeigoerse volk en alle gemeenschappen die door het Chinese regime en de multinationals worden onderdrukt en uitgebuit. We kunnen niet wachten tot de kapitalistische regeringen serieus actie ondernemen tegen deze misdaden. Zij zijn medeplichtig aan de wreedheid van de CCP. De enige uitweg is internationale solidariteit van de werkenden. Het is noodzakelijk dat de Oeigoeren en de Chinese activisten solidariteitsbanden opbouwen tussen hun bewegingen om het Chinese staatskapitalistische regime echt uit te dagen en een einde te maken aan de dictatuur van bureaucraten en miljardairs.
-
Toenemende repressie in Xingjiang om “One Belt One Road”-project erdoor te krijgen
China werkt aan een project om de handel op te voeren, onder meer door de infrastructuur van verbindingen over de weg en over zee te verbeteren. Geïnspireerd door de oude zijderoutes kreeg het de naam ‘One Belt One Road’ mee. De Belgische regering is alvast enthousiast: vorige week verschenen in verschillende kranten een interview met Kris Peeters in de vorm van een advertentie betaald door het Chinese persbureau Xinhua. Een keerzijde van het project is het opvoeren van de repressie in de strategische regio Xingjiang in het westen van China. Hieronder een artikel hierover dat eerder verscheen op Chinaworker.info.
Artikel door Li Yiming, chinaworker.info
Xingjiang is een grote regio in het westen van China met een meerderheidsbevolking van Turks sprekende Oeigoeren. Deze moslims vormen de grootste etnische groep in Xingjiang. Onder Chinees bewind is de regio omgevormd tot een openluchtgevangenis van 1,7 km². Xingjiang heeft heel wat grondstoffen en is bovendien erg groot, bijna twee keer zo groot als Pakistan. Het is van strategisch belang voor de Chinese ‘Communistische’ Partij (CPP) nu Xi Jingping het project van ‘One Belt One Road’ uitrolt.
Met dat project wil het Chinese regime ingaan tegen de groeiende anti-globaliseringsdruk in de wereldeconomie en de industriële overcapaciteit. Dit wil het regime doen door de Chinese economie sterker te verbinden met 60 landen die samen goed zijn voor 40% van het wereldwijde BBP. Xingjiang is de poort naar de oude zijderoute via Centraal-Azië naar Europa. Het is dan ook van groot belang.
Xingjiang kent een nooit geziene escalatie van staatspressie tegen elk onderdeel van de Oeigoerse cultuur, godsdienst en gevoel van een thuisland. In alle delen van Xingjiang heeft de overheid lange baarden, islamitische hoofddoeken, vasten tijdens de Ramadan en recent zelfs “openlijk religieuze” namen voor kinderen verboden. De lijst van verboden voornamen bevat onder meer Mohammed, de meest voorkomende naam ter wereld. Ouders die hun kind deze namen willen geven, krijgen te horen dat deze kinderen geen identiteitskaart krijgen en problemen zullen ondervinden om naar school te gaan, werk te vinden op een eigen huis te kopen.
Het opdrijven van de repressie wordt verklaard vanuit het argument dat het dient om het terrorisme te bestrijden. Er is effectief een probleem met terrorisme, maar dit wordt vooral veroorzaakt door de repressieve opstelling van de overheid en het aanwakkeren van etnische spanningen, ook binnen de Oeigoerse elite. Het regime in Peking vervreemdt delen van de elite in Xingjiang, waaronder delen van de veiligheidsdiensten die traditioneel een sociale basis voor de heerschappij van Peking over de regio vormden.
Dit bleek onder meer uit een recent verslag in de krant ‘Hotan’ over 97 Oeigoerse toplui in het zuidwesten van Xingjiang die geschorst weren omdat ze onvoldoende enthousiasme aan de dag legden voor de anti-terrorismecampagne. Ze werden onvoldoende inspanningen verweten om de namen van deelnemers aan religieuze ceremonies zoals huwelijken te registreren. Er was een geval van een Oeigoerse ambtenaar die een sanctie kreeg omdat hij weigerde te roken in gezelschap van een religieuze persoonlijkheid. De in Peking uitgegeven ‘Global Times’ haalde een andere topman uit Xingjiang aan die stelde dat het nodig is om religieuze regels zoals het rookverbod te breken om een engagement van secularisme te tonen.
De afgelopen maanden hielden de autoriteiten in de grote steden van Xingjiang – Urumqi, Hotan, Kashi en Aksu – een reeks anti-terrorismemeetings waarbij grote groepen paramilitaire politie-agenten op publieke pleinen gemobiliseerd werden. In een ceremoniële machtsontplooiing zweren die agenten vervolgens om de stabiliteit te behouden. Recent namen meer dan 10.000 soldaten aan zo’n bijeenkomst deel in Urumqi, de hoofdstad van Xingjiang.
Chen Quanguo neemt de macht over
Sinds de beweging in 2009 waarbij zowat 100 doden vielen bij politierepressie en daaropvolgende etnische rellen in Urumqi, is Xingjiang een focuspunt geworden voor de repressie van het Chinese regime. De jaarlijkse uitgaven voor veiligheidsdiensten zijn minstens verdubbeld. In augustus 2016 werd Zhang Chinxian als topleider vervangen door Chen Quanguo. De media merkten op dat de nieuwe leider – een Han Chinees, net zoals alle provinciale verantwoordelijken – zijn rol in het “behoud van stabiliteit” kopieert van de tijd dat hij dezelfde functie uitoefende in Tibet, waar hij bekend stond als een man van de harde lijn.
Een belangrijk initiatief van de autoriteiten is om duizenden nieuwe plaatselijke politiekantoren te creëren. In Urumqi alleen zijn er plannen voor 1.600 dergelijke kantoren. Soms zijn er kantoren op amper 300 of 500 meter van elkaar. Wijken kunnen ze 24 uur per dag gecontroleerd worden. Er is ook een verdedigingsstelsel met milities die vooral uit Han Chinezen bestaan. Er is dus een enorm toezicht in Xingjiang. Het versterkt de discriminatie tegen de Oeigoeren, maar het veroorzaakt ook overlast voor de Han Chinezen die ondertussen goed zijn voor 38% van de bevolking van Xingjiang.
In 2016 werden meer dan 30.000 nieuwe politie-agenten aangeworven in Xingjiang, vooral laaggeplaatste en slecht betaalde contractuelen. In vergelijking met het jaar ervoor ging het om een verdriedubbeling van het aantal aanwervingen. Bijna 90% van de nieuwe agenten werd toegekend aan de nieuwe politiekantoren.
Identificatienummer op messen
Vanaf dit jaar moeten alle lokale gemotoriseerde voertuigen in bepaalde delen van Xingjiang over GPS-systemen beschikken waarbij het ook mogelijk is om te controleren waar het voertuig zich bevindt. Zonder dergelijk systeem zullen auto’s niet meer verkocht of aangekocht kunnen worden en zal het zelfs niet mogelijk zijn om bij te tanken. Vanuit minstens één regio, Aksu Wensu, kwam het bericht dat de inwoners al hun messen, waaronder fruitmessen en zelfs scharen, moeten laten graveren met hun naam en identiteitsnummer. Je moet er dus naar de politie gaan om een fruitmes te registreren…
In februari sloten de telecombedrijven het G4-netwerk af, behalve in steden met een meerderheid van Han Chinezen. Hiermee wil het regime vermijden dat negatieve nieuws over de overheid, in het bijzonder rond sociale conflicten, verspreid raakt in Oeigoerse gebieden. Na de gebeurtenissen van 2009 werd het internet in Xingjiang 312 dagen uitgeschakeld. Dit had ook een grote tol voor de economische activiteit.
De definitie van ‘illegale religieuze activiteiten’ in China is erg breed. Officieel wordt hiermee gestreden tegen religieus extremisme, maar het riskeert het tegenovergestelde effect te bekomen. Socialisten verdedigen de vrijheid van religieuze en politieke standpunten. Enkel door dictatuur en kapitalisme uit te schakelen, de oorzaken van armoede en onderdrukking, is het mogelijk om een einde te maken aan geweld en terreur in naam van religie.
De harde lijn en de willekeurige discriminatie door het regime leiden tot ongenoegen bij Oeigoerse verantwoordelijken binnen de regering en de politie. Er ontstonden fracties onder de Oeigoerse top waarbij openlijk of in het geheim werd ingegaan tegen Han Chinezen in de regionale administratie. Er is een traditie van intensieve bureaucratie fractiestrijd in China. Het is niet verwonderlijk dat sommige fracties nu een etnisch karakter aannemen.
Terwijl de CCP nationalistische propaganda maakt tegenover de VS, Japan en Zuid-Korea, is het bijzonder zenuwachtig over de opkomst van Oeigoers en zelfs van Han nationalisme in Xingjiang waarbij de etnische strijd niet langer onder controle kan gehouden worden. De staat censureert dan ook vaak het nieuws over etnische confrontaties en wordt er door Han nationalisten van beschuldigd de “terroristen” de hand boven het hoofd te houden.
Zelfs de traditioneel relatief harmonieuze band tussen de Han bevolking en de Hui moslims, die in tegenstelling tot de Oeigoeren Chinees spreken, is verslechterd. De Hui ondervinden steeds meer racisme met een opgang van haatboodschappen en islamofobie op sociale media.
Socialisten hebben destijds al gewaarschuwd dat de ‘anti-terreurcampagnes’ in Xingjiang gebruikt werden als testgebied voor staatsrepressie tegen alle mogelijke groepen die het bewind van de heersende kliek in vraag stellen of de ‘stabiliteit’ bedreigen. In januari 2016 voerde het regime een anti-terreurwet in die algemeen gezien werd als gericht tegen de Oeigoeren in Xingjiang. Dissidenten en anderen bekritiseerden de wet omwille van de erg brede en vage benadering ervan waarbij zelfs een minimum aan juridische onafhankelijkheid overboord wordt gegooid en alle etnische, culturele en religieuze activiteiten voortaan als terrorisme kunnen bestempeld worden.
Bijna alle politieke protestacties zoals het Wukan-incident (het dorp in het zuiden van China dat revolteerde tegen de lokale corruptie en onteigeningen) en de Paraplubeweging in Hong Kong, maar ook NGO-activisten en advocaten die zogezegd ‘door het buitenland gemanipuleerd’ worden, vallen onder de toepassing van deze wet.
Zelfbeschikking
Socialisten verzetten zich tegen repressieve maatregelen van de zogenaamd ‘Communistische Partij’ zoals de politierazzia’s, grootschalige controle en toezicht op de bevolking en het platleggen van het internet. We verdedigen gelijkheid van taal met het recht om in regio’s met minderheden de moedertaal te hanteren op school, werkvloer en in de verhouding tot de autoriteiten. We verdedigen het recht op zelfbeschikking van alle onderdrukte naties (waaronder het recht om een onafhankelijke staat te vormen indien de bevolking dit wenst) en het recht van culturele en religieuze vrijheid.
Maar we moeten ook benadrukken dat deze doelstellingen enkel kunnen gerealiseerd worden door een eengemaakte beweging van de arbeidersklasse tegen de heerschappij van het kapitalistisch regime met zijn imperialistische belangen in Xingjiang. Dat gebeurt volgens ons best door de strijd voor een socialistische confederatie van China, Centraal-Azië en Rusland.
Als er geen eengemaakte antikapitalistische beweging van werkenden en arme boeren is, kunnen de bureaucraten en kapitalistische reactionairen de strijd van Han Chinezen bekampen onder de vlag van de verdediging van het ‘vaderland’, net zoals ze de rechten van de massa’s in Xingjiang en andere minderheden onderdrukking in naam van de strijd tegen het terrorisme.
-
Bloedbad in station van Kunming (China)
Standpunt van Chinaworker.info
Het bloedbad in het station van Kunming op 1 maart – vandaar dat het bekend staat als het ‘3.1 incident’ – is wellicht één van de meest schokkende terreurdaden van de moderne periode. De media hebben het over het ‘Chinese 11 september’ en het is duidelijk dat de politieke impact enorm zal zijn. Een groep van acht mannen en vrouwen had messen en dolken bij en ging over tot een moordpartij die een half uur duurde. “Ze liepen in het rond en sloegen overal waar ze konden toe”, stelde een 16-jaruge ooggetuige. De geur van bloed was overal aanwezig. Er vielen 29 doden en nog eens 143 gewonden.Socialisten en Chinaworker.info delen het gevoel van schok en rouw onder de bevolking van Kunming en gewone werkende mensen doorheen China. We verzetten ons tegen het beleid en de repressieve methoden van de Chinese dictatuur. Die methoden blijken het sterkst in de staatsterreur die wordt toegepast tegen nationale minderheden zoals de Oeigoeren en de Tibetanen. Maar we verzetten ons ook tegen de rampzalige methode van religieus en politiek terrorisme. In plaats van de ineenstorting van de dictatoriale staat te bespoedigen, zullen deze methoden de staat versterken. Door het verdelen van de onderdrukten wordt de opbouw van een verenigd en georganiseerd massaverzet moeilijker.
Officiële bronnen hadden het over separatisten uit Xinjiang als verantwoordelijken voor de aanslag. Er werd met andere woorden gewezen naar de Oeigoerse moslimminderheid uit het grote en officieel ‘autonome’ noordwesten van China. Kunming is de provinciehoofdstad van het etnisch diverse Yunnan, waar 25 etnische en taalgroepen samenwonen. Het bevindt zich op grote afstand van Xinjiang. De stad is een populaire toeristische bestemming en kent een mengelmoes van etnische minderheden die doorgaans in goede onderlinge verstandhouding leven. Er was ongeloof en woede toen bekend raakte dat de stad het doelwit van een aanslag was die officieel tegen het beleid van het Chinese regime gevestigd was. “Hoe was het mogelijk dat gewone mensen aangevallen werden? Wat hebben wij gedaan?”, vroeg de vrouw van een gewonde zich af tegenover een journalist van Wall Street Journal in Kunming.
‘Sterke man’ Xi
De aanslag in Kunming viel samen met de start van de jaarlijkse bijeenkomst van het zogenaamde parlement, het Nationaal Volkscongres, en de politieke adviesraad. Het past in het patroon van de zelfmoordaanslag op het Tienanmenplein in Peking in oktober vorig jaar, aan de vooravond van het Derde Plenum van het Centraal Comité van de ‘Communistische’ Partij.De gevolgen van deze bloedige gebeurtenissen kunnen verstrekkend zijn in China, niet in het minst voor de onderdrukte minderheid van Oeigoeren die aan gewelddadige represailles kunnen onderworpen worden. Het regime van Xi Jinping, wiens eerste jaar aan de macht werd gekenmerkt door meer staatsrepressie en een centralisering van de macht, wordt door elkaar geschud door deze aanslag. De schok is nog groter dan bij de aanslag op Tienanmen vijf maanden geleden. Xi staat onder druk om zijn imago van ‘sterke man’ waar te maken en hard te antwoorden. Hij beloofde om “diegenen die door arrogantie verblind zijn resoluut de kop in te drukken.” De aanslag zal gebruikt worden om meer macht in handen van Xi en de nieuwe Nationale Veiligheidscommissie te concentreren. Die commissie werd op het Derde Plenum opgezet om het regime voor te bereiden op oorlog en revolutie.
Een verdere militarisering van Xinjiang, Tibet en andere regio’s met etnische minderheden is waarschijnlijk. Het blijkt al uit de grote aanwezigheid van de politie in Dashuying, een arme buurt van Kunming waar een groot aantal Oeigoeren woont. Na de aanslagen van 11 september 2001 in de VS waren het de armen in de moslimwereld die het hardste geraakt werden door verschillende door het Westen gesteunde militaire invasies, oorlogen en burgeroorlogen. Op dezelfde manier dreigen de Oeigoerse massa’s het slachtoffer te worden van de repercussies van de aanslagen met mogelijk een opmars van racisme tegen hen. Dat racisme kan door het regime politiek gebruikt worden om het hardhandige beleid in Xinjiang te versterken.
“De psychologische impact hiervan op de Chinese publieke opinie is enorm”, stelde Shan Wei, een politicoloog uit Singapore. “Het geeft de Chinese regering een erg sterke reden om het harde beleid in Xinjiang op te voeren.”
Zoals we met Chinaworker.info waarschuwden ten tijde van de aanslag op Tienanmen zal de staatsrepressie om ‘stabiliteit’ te bekomen in regio’s met grote minderheden een tegenovergesteld resultaat in de hand werken. Na de etnische confrontaties tussen Han-Chinezen en Oeigoeren in 2009, waarbij in de hoofdstad van Xinjiang Urumqi zowat 200 doden vielen, heeft het Chinese regime de militaire aanwezigheid in de regio opgevoerd. De afgelopen twee jaar werden razzia’s gehouden in afgelopen gebieden. Het heeft de bevolking enkel nog meer vervreemd. Sinds april vorig jaar vielen er 100 doden bij confrontaties in de provincie.
De aanslag in Kunming is een waarschuwing van waar deze spiraal van geweld toe leidt. Het is voor het eerst dat zo’n grootschalig geweld in andere delen van China plaatsvindt. “Het is ongetwijfeld een escalatie”, stelde de Zweedse terreurspecialist Magnus Ranstorp in de krant The Guardian.
Markteconomie, meer dictatuur
Het beleid van de Chinese dictatuur tegenover nationale minderheden heeft een kruitvat gecreëerd. Het regime wordt achtervolgd door het opbreken van de Sovjetunie in 1991 en de rol van nationale conflicten in dat proces. De vrees werd versterkt door de recente militaire betwist van de Krim. Xi Jinping maakt er geen geheim van dat de gedeeltelijke democratische hervormingen van de voormalige Sovjetleider Gorbatsjov een rampzalige fout waren die leidden tot de ineenstorting van de Sovjetunie.
De ‘oplossing’ van het Chinese regime bestaat uit een versterking van het dictatoriale bewind – wat ook blijkt uit de recente rechtszaken tegen leidinggevende activisten van de anticorruptiebeweging ‘Nieuwe Burgerbeweging’. Tegelijk wordt een poging ondernomen om nationale minderheden te paaien met grote economische groeicijfers. Xinjiang was een van de snelst groeiende regio’s van China in 2013. Er was een groei van 11,1% tegenover het nationale niveau van 7,7%. Het probleem is dat de armen bij alle nationaliteiten en zeker onder minderheden geen voordeel halen uit het huidige kapitalistische model van economische groei. In Xinjiang zijn de Oeigoeren maar goed voor amper 13% van de jobs met hogere inkomens. Ze vormen wel 46% van de bevolking. Discriminatie op de arbeidsmarkt, inzake huisvesting en onderwijs en onderwijs komt bovenop de problemen inzake taalrechten en een striktere controle op religie.
De arrestatie en de rechtszaak die eraan komt tegen de Oeigoerse economieprofessor Ilham Tothi in Peking legt de tegenstellingen van de regeringspositie bloot. Tothi is een gematigde figuur die zich niet verzet tegen het Chinese bewind in Xinjiang. Hij gaf wel kritiek op het beleid inzake taal en cultuur. Op die basis dreigt hij nu een zware gevangenisstraf opgelegd te krijgen wegens het ‘aanzetten tot separatisme’. Welk signaal geeft dit aan de jongeren en de nationale minderheden in het bijzonder als iedere vorm van oppositie als hoogverraad wordt gezien?
Met een steeds hardere opstelling bereidt het Chinese regime zich voor op sociale onrust. Socialisten staan voor een verenigde arbeidersstrijd tegen staatsrepressie, tegen racisme en tegen alle vormen van vervolging op religieuze, politieke of etnische basis. We staan voor volledige en onmiddellijke democratische rechten, waaronder het recht op echte autonomie of onafhankelijkheid voor nationale minderheden die daar democratisch voor kiezen. Dit moet verbonden worden aan een strijd tegen de kapitalistische agenda van de dictatuur. Die agenda heeft geleid tot een van de grootste tegenstellingen tussen arm en rijk in heel de wereld. Het dreigt te leiden tot grote economische schokken in de komende periode.
-
Chinese staat voert repressie tegen Oeigoeren en andere nationale minderheden op
Het dodelijke incident op het Tienanmenplein in Peking, een van de meest symbolische en best bewaakte plaatsen van China, was een “terroristische aanslag”. Dat verklaarde de Chinese media na heel wat onzekerheid over het incident. Maandagmiddag reed een auto op het voetgangersgebied, waarbij toeristen werden geraakt en de auto uiteindelijk crashte en in brand vloog. Er waren vijf doden, waaronder de inzittenden.
Persbureau Xinhua maakte de identiteit van de inzittenden bekend: Usmen Hasan, zijn moeder Kuwanhan Reyim en zijn vrouw Gulkiz. Zowat 40 omstaanders raakten gewond. De inzittenden van de auto waren volgens de autoriteiten Oeigoeren, een voornamelijk islamitische etnische minderheid uit de regio van Xingjiang dat aan Centraal Azië grenst. Er is een groeiende en begrijpelijke angst dat het tragische incident aanleiding zal geven tot een escalatie van repressie tegen de Oeigoeren en dat de spanningen tussen deze minderheid en de meerderheid van de Han Chinezen zullen oplopen.
Socialisten hebben zich steeds verzet tegen de methode van individueel terrorisme. Dat versterkt het massale verzet tegen de Chinese dictatuur niet, het leidt enkel tot een versterking van de tegenstellingen tussen de onderdrukten. Het maakt massastrijd moeilijker. Er is nog veel onduidelijk en we moeten voorzichtig zijn in onze anlyses, maar het staat vast dat de slachtoffers die maandag gevallen zijn gewone werkenden en toeirsten waren. Zo kwam een Fillippijnse dokteres om het leven, net als een Chinese man uit de provincie Guangdong. Zij werden geraakt door de wagen voor die crashte. Op langere termijn zullen vooral de Oeigoerse massa’s onder de gevolgen van dit incident lijden. Het zal immers door de Chinese dictatuur aangegrepen worden om het bewind met de ijzeren vuist in Xingjiang op te voeren. Een gelijkaardige behandeling zal mogelijk ook versterkt worden tegen andere minderheden zoals de Tibetanen en de Mongoliërs.
Het gebruik van repressie om ‘stabiliteit’ te bekomen in gebieden waar minderheden wonen, leidt tot het omgekeerde resultaat. Het wordt bovendien als testgebied gebruikt om nadien gelijkaardige repressieve maatregelen op te leggen aan de Chinese arbeiders en boeren die voor hun rechten opkomen.
Vervolging
De politie van Peking maakte inmiddels bekend dat vijf mensen werden opgepakt naar aanleiding van het incident afgelopen maandag. Het gaat telkens om Oeigoeren. De groepen die voor de rechten van de Oeigoeren opkomen, zijn geschokt door de gebeurtenissen en verwachten een nieuwe overheidsvervolging. In Xingjiang, waar 46% van de bevolking uit Oeigoeren bestaat en deze bevolkingsgroep een duidelijke meerderheid vormt in de arme landelijke gebieden, is er sinds 2009 een toename van geweld. In 2009 leidde een opleving van etnisch geweld tot bijna 200 doden (zie ons toenmalig artikel hierover). De mediaverslagen uit deze regio zijn uiteraard niet betrouwbaar, maar er zou de afgelopen periode een nieuwe bloedige opleving van geweld zijn in Xingjiang.
In oktober werden bij verschillende incidenten zeven Oeigoeren neergeschoten door de politie. Dat verklaarde Radio Free Asia. De autoriteiten hebben de schietpartijen uitgelegd als een onderdeel van anti-terroristische operaties, maar onder de doden bevond zich ook een familie uit het dorp Hankowruk waarbij een vader en drie zonen (van 12, 15 en 18 jaar) werden neerschoten omdat ze zich verzetten tegen hun arrestatie, zo luidde het officiële verslag. In juni werden 35 mensen vermoord bij wat officieel een “terroristische aanslag” was. Een van de verdachten in verband met de aanslag van afgelopen maandag in Peking kwam uit dezelfde buurt. In augustus werden meer dan 20 Oeigoeren en minstens één politieagent vermoord bij incidenten.
De politie valt steeds meer binnen in huizen en dat versterkt de wanhoop en de woede onder de Oeigoeren die kampen met economische discriminatie en een verstikkend verbod op relgieuze en taalkundige vrijheden. Recent werden 139 mensen opgepakt omdat ze op het internet “jihadistische” opvattingen zouden verkondigen. Er werden nog eens 256 mensen opgepakt in het kader van een nationale campagne tegen het online “verspreiden van roddels”.
Derde Plenum
De Chinese dictatuur zit verveeld met deze stoutmoedige aanslag in de eigen achtertuin. Gevallen van terrorisme weerleggen de stelling dat China een ‘harmonieuze’ samenleving uitbouwt. Het is ook een gevoelige periode voor de leiders van de Chinese Communistische Partij (CCP). Binnen twee weken begint het belangrijke Derde Plenum van het 18de Centraal Comité, een bijeenkomst waar “nooit geziene” economische hervormingen zouden aangekondigd worden. De mediaversie van het incident van afgelopen maandag en het politieonderzoek zullen ongetwijfeld een uitdrukking vormen van de propaganda die de heersende elite kan gebruiken (net zoals dit ook in zogenaamde ‘democratische’ landen gebeurt).
Terreuraanslagen zijn jammer genoeg niet nieuw in China en dit is niet het eerste geval van een ‘zelfmoordaanslag’ in het land. Het is evenzeer verkeerd om dergelijke aanslagen te verbinden met religieuze of etnische minderheden. De mengeling van dieper wordende sociale problemen en een steeds strakkere politieke controle heeft eerder al geleid tot wanhoop waarbij sommigen kiezen voor de contraproductieve methode van individueel terrorisme. Zo was er een geval dat de wereldmedia haalde: Ji Zhongxing blies zichzelf eerder dit jaar op de luchthaven van Peking op als protest tegen het politiegeweld dat hem tot een rolwagen had veroordeeld. Hij overleefde de aanslag en kreeg een gevangenisstraf van zes jaar opgelegd. Er was een ander geval met bouwvakker Qu Huaqiang die zichzelf opblies voor de gebouwen van de lokale autoriteiten in de provincie Shangdong. Hij protesteerde tegen de wel erg beperkte compensatie die hij kreeg na een arbeidsongeval met blijvende letsels als gevolg. Er werd zelfs geweigerd om zijn klachten aan te horen.
In 2008 protesteerde een man tegen de vernietiging van zijn eigendom door met een auto vol gasflessen een regeringsgebouw in de provincie Hunan binnen te rijden. Het leidde tot een explosie waarbij 12 gewonden vielen. In hetzelfde jaar stak een 28-jarige man uit Peking zes agenten in Shanghai neer als wraak voor eerder politiegeweld. Er was een breed online protest toen de man ter dood werd veroordeeld. Het zijn maar enkele voorbeelden van de afgelopen jaren, maar er is ongetwijfeld sprake van een bredere trend.
De toename van het aantal wanhoopsdaden maakt duidelijk dat er geen “georganiseerde samenzwering” is en zelfs geen beperkt politiek programma gericht op het doorvoeren van terreurdaden. Het is de wanhoop die tot meer geweld leidt. Dat komt voort uit de belangrijkste kenmerken van de huidige periode: het regime doet steeds meer beroep op harde politiemaatregelen en tegelijk is er een afwezigheid van een massaal alternatief omdat de werkende bevolking nog steeds ongeorganiseerd is.
Verenigde strijd van onderdrukten
Socialisten benadrukken dat enkel massastrijd de dictatuur kan bestrijden en een oplossing vormt voor de problemen met de huidige samenleving. Marxisten verzetten zich tegen individueel terrorisme. Zo schreef Leon Trotski destijds: “Aangewakkerd door de afwezigheid van een revolutionaire klasse, wat later leidt tot een gebrek aan vertrouwen in de revolutionaire massa’s, kan het terrorisme enkel in stand gehouden worden door in te spelen op de zwakte en desorganisatie van de massa’s, door de verworvenheden te minimaliseren en de nederlagen te overdrijven.”
De dringende taak in China vandaag bestaat uit het leggen van de fundamenten voor een verenigde arbeidersstrijd tegen de staatsrepressie. Daarbij is verzet tegen racisme en iedere vorm van onderdrukking, zowel op religieuze, politieke of etnische basis, noodzakelijk. We moeten opkomen voor volledige en onmiddellijke democratische rechten, waaronder het recht op echte autonomie of onafhankelijkheid voor nationale minderheden die dat wensen. Dit gaat samen met een strijd tegen de dictatuur van de CCP die met een kapitalistische agenda de belangen van de superrijken verdedigt en hierbij de massa’s – van alle etnische groepen – onderwerpt aan een onhoudbare levenskost en toegenomen onderdrukking. Verenigde strijd voor een socialistische toekomst is de enige weg vooruit.
