Tag: Nigeria

  • Ontvoering Nigeriaanse schoolkinderen door Boko Haram schokt de wereld

    Artikel door Hassan Taiwo Soweto, Democratic Socialist Movement, Lagos (Nigeria).

    Op 14 april werden meer dan 200 meisjes van een middelbare school in Chibok, een kleine stad in de staat Borno, ontvoerd door Boko Haram. Dat leidde wereldwijd tot woede. De veroordelingen van de ontvoering kwamen uit de hele wereld en er is een grote aandacht voor de verschrikkelijke situatie in Nigeria met dagelijkse berichten in de internationale media. Er kwam een grote campagne op de sociale media (twitter en facebook) onder de hashtag #BringBackOurGirls en er waren protestacties en betogingen in diverse steden in en buiten Nigeria.

    De meest gehoorde eis is uiteraard de terugkeer van de ontvoerde meisjes, maar velen zijn ook woedend en willen een einde van de opstand door Boko Haram. De dodelijke aanvallen door die groep zijn sinds 14 april niet meer gestopt.

    De Democratic Socialist Movement steunt de eis om de ontvoerde meisjes terug vrij te laten. De angst en het lijden van de ouders en families van de meisjes zijn onvoorstelbaar. Bovendien is er geen garantie dat de regering iets zal doen om de meisjes vrij te krijgen.

    [divider]

    Enkele foto’s van een protestactie in Lagos

    [divider]

    De oorsprong van Boko Haram

    De crisis heeft eens te meer gewezen op het falen, de zwakheid en het gebrek aan efficiëntie van de regering van president Jonathan. De werkende bevolking en de jongeren moeten echter niet denken dat de opstand door Boko Haram kan beantwoord worden door een sterke president in de plaats te stellen. Het falen en de zwakte van de president zijn in feite uitdrukkingen van de zwakte en het falen van het neokoloniale kapitalisme in Nigeria. De opstand van Boko Haram is een gevolg van de door het kapitalisme gecreëerde voorwaarden van breed verspreide miserie, wanhoop, werkloosheid en armoede.

    De meeste Nigerianen vernamen in 2009 iets van het bestaan van Boko Haram toen de leider van deze groep, Yusuf Muhammed, door het leger werd opgepakt en overgedragen aan de politie. Hij werd op televisie opgevoerd en de politie executeerde hem zonder enig proces. Voorheen bestond de groep als fundamentalistische religieuze sekte, die door de rest van de moslimgemeenschap en de bevolking grotendeels getolereerd werd. De officiële naam van de groep is: ‘Jama’atu Ahlis Sunna Lidda’awati wal-Jihad’, wat in het Arabisch betekent: ‘Volk toegewijd aan de verspreiding van de leer van de profeet en de Jihad’. Zoals de geschiedenis van de meeste fundamentalistische religieuze groepen, ging Boko Haram over tot meer dan enkel religieuze vitriool. De groep veroordeelde de sociale en economische onrechtvaardigheid en de corruptie die welig tiert onder de leden van de heersende oligarchie in het noorden van Nigeria. Die worden door Boko Haram vaak afgedaan als afvalligen.

    De corrupte kapitalistische heersende elite van Nigeria wordt gesteund door westerse imperialistische landen, onder meer door de VS en Europese machten. Hun globale financiële instellingen, het IMF en de Wereldbank, steunen corrupte regimes in Nigeria, Afrika, Latijns-Amerika en het Midden-Oosten. Ze doen dat voor hun eigen strategische en economische belangen. De westerse machten zijn nu bezorgd dat de combinatie van sociale crisis en een corrupte incompetente regering de volledige regio kan destabiliseren. Ze gebruiken Chibok als excuus  om tussen te komen. Er is al een klein aantal Amerikaanse troepen ter plaatse in Abuja en in Borno. Sommigen zullen deze soldaten verwelkomen als efficiënter dan de Nigeriaanse troepen. Maar ondanks de propaganda is het duidelijk dat de buitenlandse troepen niet voor een humanitaire missie naar Nigeria komen. De humanitaire bekommernissen van de westerse machten zijn altijd verbonden met hun strategische belangen. Als deze machten voorheen president Obasanjo steunden, werd niet geklaagd over het bloedbad dat deze dictatuur onder de dorpsbewoners van Odi in Bayelsa aanrichtte in 1999. Maar nu zien ze dat Nigeria een onzekere toestand kent.

    De afgelopen jaren nam de vrees van de VS-regeringen over de onstabiliteit in Nigeria toe. De Britse krant The Guardian merkte op 9 mei op dat de VS-regeringen dachten “dat de Nigeriaanse regeringen inherent onstabiel zijn door de economische en religieuze verdeeldheid in het land. In 2008 hield de legeropleiding in Pennsylvania een oorlogsspel waarbij de Nigeriaanse regering op instorten stond en de VS tussenkwam om de olietoevoer te beschermen. “ De crisis heeft eens te meer de zwakheid aangetoond van zowel de heersende Peoples Democratic Party als de lokale regerin in Borno onder leiding van All Progressives Congress. Tegen deze achtergrond willen de westerse machten hun aanwezigheid in Nigeria opvoeren. Dat is waarom er al verslagen zijn dat de Amerikanen en andere buitenlandse troepen mogelijk tot na de verkiezingen van 2015 in het land zullen blijven (Punch, Lagos, 10 mei).

    Het antwoord van Boko Haram op de vervolging bestond uit het invoeren van de sharia. Zonder een alternatief vanuit de arbeidersbeweging kan dit soort religieuze fundamentalistische leer, met het imago van een radicalisme, steun vinden onder de grote groep van armen en voornamelijk ongeschoolde jongeren in het noorden van Nigeria. Die jongeren voelen zich  in de steek gelaten en geen deel van de welvaart en rijkdom in het land waar steeds over wordt gesproken. De sekte voorzag in onderdak, voedsel en onderhoud van de armen en in de steek gelaten jongeren die hierop de rangen van de sekte vervoegden. De groep werd al gauw een grote sekte met een brede aanhang onder de jongeren van Borno. De politici in de deelstaat konden deze groep niet meer links laten liggen als ze politieke macht wilden verwerven of behouden.

    In 2002 benaderde de toenmalige gouverneur van Borno, Ali Modu Sheriff, de sekte Boko Haram om electorale steun te krijgen in ruil voor de invoering van de islamitische sharia-wetgeving in de deelstaat. Dit verhaal werd nadien ten stelligste ontkend, maar in werkelijkheid is het de overheid die bijna letterlijk de opstand van Boko Haram heeft uitgelokt. In 2009 begon de overheid een operatie tegen de sekte in een poging om deze te kortwieken. De moord op Yusuf Muhammed en de arrestatie en gevangenzetting van de vrouwen en familieleden van leden van Boko Haram die aan de politie konden ontsnappen, werden het centrale mobilisatiepunt voor de jihad. De groep kwam onder leiding van nog hardere fundamentalisten zoals Shekau en verspreidde zich nadien in Ansaru en verschillende cellen die een zekere onafhankelijkheid behouden.

    Kapitalisme zorgt voor massale miserie

    Boko Haram bevestigt het falen van het kapitalisme om Nigeria te ontwikkelen en de jongeren een toekomst aan te bieden. De heersende elites van het noorden hebben Nigeria gedurende meer dan de helft van de geschiedenis na de onafhankelijkheid gedomineerd. Er werd weinig ondernomen om het onderwijs, de gezondheidszorg en de jobcreatie in Nigeria te ontwikkelen, in het noorden werd zelfs nog minder gedaan. Het is tegen deze achtergrond dat een beweging kon opkomen in het noorden. Die beweging betwist de legitimiteit van het westerse onderwijs, zowel vanuit een religieus standpunt als vanuit de vaststelling dat de corrupte elite zelf grotendeels een opleiding in het westen heeft genoten. Deze  tegenstelling is enkel mogelijk als gevolg van de decennialange plundering van de rijkdom van Nigeria door de lokale heersende elite van de kapitalisten, los van de etnische of religieuze groepen waar die elite deel van uitmaakt.

    Nigeria kent een grote natuurlijke en menselijke rijkdom, maar het kapitalistische winstsysteem zorgt ervoor dat meer dan 80% van de natuurlijke rijkdommen in handen zijn van een kleine minderheid van de bevolking terwijl de overgrote meerderheid moet vechten voor de overblijvende 20%. Volgens de laatste statistieken is Nigeria nu de grootste Afrikaanse economie. De rijkste Afrikaan is een Nigeriaan. Er zijn enkele honderden private vliegtuigen van superrijken in het land. Tegelijk leven meer dan 100 miljoen Nigerianen (ongeveer 70%) in armoede. Meer dan 50 miljoen jongeren zijn werkloos en het aantal daklozen is onbekend. Op 15 maart van dit jaar kwamen meer dan een half miljoen afgestudeerde jongeren naar examens doorheen het land voor minder dan 5.000 openstaande jobs in de Nigeria Immigration Service (NIS). Bij de drukte die hiermee gepaard ging, verloren 20 mensen het leven.

    Vervreemding en massale miserie hebben de omstandigheden gecreëerd waarin Boko Haram en andere gewelddadige groepen steun kunnen vinden. Opstanden en geweld, zoals we zagen met Boko Haram, zullen niet verdwijnen tenzij de oorsprong ervan wordt aangepakt. En dat is het systeem van uitbuiting onder het kapitalisme en de enorme wanhoop die voortkomt uit de armoede en werkloosheid van de meerderheid van de bevolking.

    Geen oplossing onder het kapitalisme

    Tegen deze achtergrond zijn de antwoorden van de zogenaamde oppositiepartijen in Nigeria en van de arbeidersbeweging totaal onvoldoende. Deze antwoorden geven aan dat de dreiging van Boko Haram nog groter kan worden, het ontbreekt immers aan duidelijke alternatieven van zowel de burgerlijke oppositie als de arbeidersbeweging. Na een tweede bomaanslag in Nyanya kwam het Nigeria Labour Congress (NLC) niet verder dan een fatalistische verklaring waarin de regering werd gevraagd om voor meer veiligheid te zorgen. Zonder alternatief vanuit de arbeidersklasse en bijhorende leiding, lijken de vakbondsleiders van het NLC even radeloos als de heersende elite. Het NLC weigert voorlopig zelfs nog een duidelijk verzet tegen een imperialistische militaire interventie en het steunt een toename van de militaire uitgaven in het noordoosten van het land.

    Het is begrijpelijk dat veel Nigerianen en anderen doorheen de wereld vanuit wanhoop steun geven aan een militaire interventie met de hoop dat dit tenminste kan leiden tot een veilige terugkeer van de schoolmeisjes uit Chibok en dat het een einde kan maken aan het geweld. Toegenomen militarisering zal het probleem echter niet oplossen. Ook een interventie van veiligheidsexperten en troepen uit westerse imperialistische landen als de VS, Verenigd Koninkrijk of Frankrijk zullen dat niet doen.

    Ondanks de noodtoestand in drie noordoostelijke staten en de miljarden aan defensie-uitgaven is de opstand van Boko Haram in eerste instantie enkel sterker geworden. De aanvallen en moorden door de sekte gingen door en Boko Haram is er ook in geslaagd om aanvallen uit te voeren buiten het territorium van het noordoosten. Checkpoints, patrouilles en veiligheidsteams in de stad Abuja konden niet vermijden dat Boko Haram overging tot succesvolle aanslagen in de federale hoofdstad.

    Dat komt omdat de militaire acties geen steun genieten van de bevolking. Op die manier is het onmogelijk om de oorzaken voor de opstand weg te nemen. De brutaliteit en de misdaden door het leger in het noordoosten van het land maken dat de regering niet moet rekenen op enige sympathie van de bevolking om de nodige informatie te leveren waarmee Boko Haram kan bestreden worden. Veel mensen in het noordoosten voelen zich geklemd tussen het geweld van zowel het leger als Boko Haram en verzetten zich tegen beiden. In maart beweerde Amnesty International dat 600 voornamelijk ongewapende gevangenen door het leger werden geëxecuteerd en dit zonder enige vorm van proces. Zelfs in situaties waar de bevolking het leger en de veiligheidstroepen waarschuwde voor operaties van Boko Haram die bezig waren, reageerden de veiligheidstroepen niet of amper. De grote woorden van president Jonathan in de media gaan niet gepaard met daden op het terrein.

    De militarisering heeft vooral de repressieve mogelijkheden van de overheid versterkt. Dat kan tegen de democratische rechten van de volledige werkende bevolking ingezet worden. Onder het mom van de strijd tegen het terrorisme wordt regelmatig overgegaan tot een verbod op protestacties en “ongeoorloofde samenscholingen.” De vakbondsleiding roept op tot verdere militarisering, ook al heeft dit verschrikkelijke gevolgen voor de arbeidersbeweging en de werkende bevolking.

    Imperialistische interventie

    De VS, Groot-Brittannië, Frankrijk en andere imperialistische machten zijn mee verantwoordelijk voor de groei en verspreiding van het fundamentalistisch terrorisme in de wereld. De brutale oorlogen die ze voeren voor de controle op olie en natuurlijke rijkdommen in het Midden-Oosten en voor andere geostrategische doeleinden, hebben daaraan bijgedragen. Na de aanslagen van 11 september 2001 werd Afghanistan binnen gevallen om het ‘terrorisme’ de kop in te drukken. Daarna volgde Irak onder het mom van massavernietigingswapens. De imperialistische agressie heeft geleid tot een groeiend gevoel van repressie onder moslims doorheen de wereld. Dit heeft Al Qaeda versterkt en heeft geleid tot de verspreiding van islamitische fundamentalisten en splinterbewegingen van Al Qaeda en dit tot ver buiten het Midden-Oosten in Afrika. De moord op Osama Bin Laden door de Amerikaanse regering in 2012 heeft de kettingreactie niet gestopt. Als de imperialistische machten deel van het probleem zijn bij de opkomst van fundamentalistisch terrorisme, dan is het niet logisch dat ze deel van de oplossing zouden zijn.

    De geschiedenis van interventies van westerse imperialistische machten in andere landen is leerrijk voor Nigeria. Van Irak tot Afghanistan, van Somalië tot Libië, overal heeft het imperialisme de binnenlandse problemen enkel groter gemaakt. In geen enkele van deze landen kwam er stabiliteit op basis van de imperialistische interventies die zogenaamd gericht waren op ‘orde en stabiliteit.’ Dat komt omdat de imperialistische interventies enkel gericht waren op hun eigen economische belangen en de winsten van hun multinationale bedrijven. Zoals een journalist van de Britse krant The Guardian schreef, zal “een westerse interventie van Nigeria een Afrikaans Afghanistan maken.”

    De enige steun die de werkende bevolking van Nigeria kan aanvaarden in de strijd tegen de opstand van Boko Haram is de internationale solidariteit van de werkende bevolking en de jongeren uit andere landen. Het aanvaarden van zogenaamde ‘hulp’ van buitenlandse kapitalistische regeringen zal eerder vroeger dan later bijdragen aan een escalatie van de crisis.

    Voor een socialistische oplossing

    Diegenen die hoop stellen in een militaire oplossing met steun van buitenlandse machten, begrijpen niet dat de opstand van Boko Haram kan blijven aanhouden zolang de massale miserie en wanhoop van het kapitalisme kunnen standhouden. Zelfs indien Boko Haram ondergronds wordt gedreven of zelfs wordt uitgeschakeld, zullen nieuwe vormen van dodelijke religieuze opstanden of stammenbarbarij kunnen ontwikkelen. Als de uitbuiting en armoede verder toenemen en de arbeidersbeweging geen socialistisch alternatief aanbiedt, kunnen verschillende vormen van barbarij een opgang kennen.

    We zien daar al tekenen van. De afgelopen weken waren er in de staten Plateau en Zamfara honderden doden in stammentwisten. In het zuidwesten van Nigeria is er een nieuwe opkomst van ontvoeringen en rituele moorden. In Ibadan in de staat Oyo, werd een groep ontvoerders en rituele moordenaars opgedoekt. Er werden niet alleen verminkte lijken gevonden, maar er werden ook enkele zwaar toegetakelde nog levende slachtoffers bevrijd. De kranten en televisiejournaals brengen bijna dagelijks berichten van moorden, ontvoeringen en rituele moorden door bendes.

    Ontvoeringen voor geld kennen een opmars als onderdeel van de wanhopige pogingen om snel rijk te worden in het kapitalistische systeem. Als vermeende ontvoerders op klaarlichte dag op straat worden neergeschoten, toont dit het afbrokkelen van iedere autoriteit van de staat maar ook dat barbaarse handelingen worden overgenomen door steeds wanhopiger mensen. Dit moet als waarschuwing dienen voor de brutaliteit en het barbarisme dat snel kan ontwikkelen doorheen Nigeria of toch in grote delen van het land indien de miserabele omstandigheden voor de massa’s aanhouden.

    Deze ervaring bevestigt dat enkel het omverwerpen van het kapitalisme en het vestigen van een democratisch socialistisch systeem in Nigeria waarbij de enorme rijkdom wordt ingezet om armoede te stoppen en jobs te creëren, de basis voor Boko Haram en andere vormen van barbarij kan ondermijnen.

    De enige effectieve strategie die de arbeidersbeweging kan aanbieden is om de arbeiders en onderdrukte massa’s te mobiliseren om hun eigen lot in handen te nemen. Er is geen leger of terroristische groep die machtiger is dan de georganiseerde en gemobiliseerde werkende massa’s. Om te beginnen is er nood aan een algemene 24-urenstaking met massabetogingen om de corrupte kapitalistische elite en Boko Haram duidelijk te maken dat de georganiseerde arbeidersbeweging bereid is om zich te verdedigen tegen aanvallen van zowel de overheid als Boko Haram. Een algemene staking en massaprotest moeten de arbeidersbeweging toelaten om aan te tonen dat ze in staat is om armoede, werkloosheid en dakloosheid te bestrijden. Dat zijn elementen die sommige jongeren nu in de handen van Boko Haram en andere reactionarie krachten duwen. We moeten de steun voor Boko Haram ondermijnen. Tijdens de algemene staking van januari 2012 en het massaprotest dat hiermee gepaard ging, kwam geen enkele bom tot ontploffen in Nigeria.

    In de noordoostelijke staten waar Boko Haram toeslaat, maar ook in andere regio’s, is er voldoende reden om nieuwe aanslagen te vrezen. De arbeidersbeweging moet daar de werkenden en jongeren mobiliseren om de veiligheid van de eigen wijken en buurten in handen te nemen. Dat kan enkel door te bouwen aan democratische zelfverdedigingscomités boven religieuze en stammengrenzen heen. Deze comités moeten aan de controle van de volledige gemeenschap onderworpen worden en instaan voor het patrouilleren, verzamelen van informatie en verdedigen van de wijken. Dat kan in samenwerking met veiligheidsinstellingen indien die onder democratische controle worden geplaatst. Om blijvend effect te hebben, moet dit gekoppeld worden aan een verenigde campagne van de werkenden, armen en jongeren doorheen Nigeria om een einde te maken aan de economische en sociale crisis die eigen is aan het kapitalisme.

    De huidige arbeidersleiders zijn daar niet tot bereid, ze hebben immers geen visie van een betere samenleving buiten het kapitalisme. Velen denken eraan om Jonathan te steunen bij de nieuwe verkiezingen volgend jaar. De leiders van de zogenaamde ‘Labour Party’ hebben dat al aangekondigd. Deze bureaucraten genieten van een geprivilegieerde levensstijl en weigeren om acties te ondernemen die ingaan tegen de heersende corrupte elite. Ze vrezen dat de werkende massa’s en jongeren hun eigen lot in handen zouden nemen en een einde stellen aan het kapitalisme. Dat is waarom de arbeidersleiders zo schrokken van de brede steun voor de algemene staking van 2012.

    In tegenstelling tot de huidige arbeidersleiders steunen we met de Democratic Socialist Movement (DSM) de noodzaak van een sociale revolutie om het kapitalisme te beëindigen in Nigeria. Het is immers het kapitalisme dat verantwoordelijk is voor de omstandigheden van miserie en wanhoop waarop Boko Haram kan groeien. Enkel een nieuwe regering onder leiding van de arbeidersklasse en bewapend met een socialistisch programma kan ervoor zorgen dat de enorme rijkdom in het land wordt ingezet voor het verbeteren van het lot van de meerderheid.

    Daartoe roepen we al langer op voor een massale arbeiderspartij met een socialistisch programma. Als stap in die richting hebben we de ‘Socialist Party of Nigeria’ (SPN) geregistreerd. Het doel is om de Nigeriaanse werkende bevolking en jongeren een platform aan te bieden waarmee ze zich kunnen organiseren. Het biedt hen een instrument om de strijd te voeren op het politieke toneel om daar de corrupte kapitalistische elite te bestrijden.

  • Nigeria. Verbod op homoseksualiteit is aanval op democratische rechten

    De Education Rights Campaign (ERC), een jongerencampagne waar de linkse socialisten aan deelnemen, verzet zich tegen de nieuwe anti-homowet die recent door het Nigeriaanse parlement werd gestemd. De campagne verzet zich tegen de criminalisering van mensen op basis van hun seksuele geaardheid. Een analyse door Hassan Soweto van Education Rights Campaign en Democratic Socialist Movement (DSM).

    Hassan Soweto

    De Education Rights Campaign (ERC) verzet zich tegen de anti-homowet die door het parlement werd goedgekeurd en door de president werd ondertekend in een wanhopige poging om toch relevant te blijven. Dat gebeurt desnoods door mensen te criminaliseren omwille van hun seksuele geaardheid. Wij eisen de intrekking van deze homofobe wet en het recht van LGBT-mensen (lesbiennes, gays, biseksuelen en transseksuelen) om vrij hun levenswijze te kiezen.

    Velen zullen misschien verbaasd zijn dat ERC het heeft over thema’s die niet direct met onderwijs te maken hebben, terwijl onderwijs ons centrale thema is. ERC komt inderdaad op voor gratis en democratisch publiek onderwijs. Tegelijk vinden we het belangrijk om jongeren te mobiliseren in de strijd tegen alle maatregelen van de kapitalisten tegen de armen en willen we banden aangaan met de werkende bevolking van Nigeria. Dat is waarom we ons verzetten tegen alle aanvallen op democratische rechten, zowel jongeren, ouderen, werkenden, christenen, moslims, etnische minderheden, sociale minderheden, mensen met een beperking, migranten, vrouwen,…

    Sommigen zullen misschien zeggen dat het beter en veiliger is om te zwijgen over deze nieuwe wet omdat ze jammer genoeg gesteund wordt door een meerderheid van de bevolking. We denken echter dat het belangrijk is om ons duidelijk uit te spreken omdat we het niet eens zijn met het voorstel van de regering om een man of vrouw tot 14 jaar in de gevangenis te steken bij seksuele contacten in wederzijdse toestemming met een partner van hetzelfde geslacht. Tegelijk krijgt in dit land een heteroseksuele verkrachter amper 7 jaar celstraf als hij al vervolgd wordt. We zijn het niet eens met het idee op zich dat gewone gays of lesbiennes veroordeeld worden voor iets wat ze met wederzijdse toestemming thuis doen. Zij worden veroordeeld terwijl een kleine rijke elite onze stemmen steelt, zichzelf opwerpt als de leiding van ons land om de collectieve rijkdom te plunderen en de overgrote meerderheid van de bevolking tot armoede te veroordelen. Deze corrupte elite komt doorgaans nooit in de gevangenis terecht.

    We zijn ook erg bezorgd over de gevolgen van deze wet op de democratische rechten, niet alleen die van LGBT-mensen maar van arbeiders, jongeren en gewone mensen in het algemeen. Deze antihomowet maakt brandhout van de democratische en fundamentele mensenrechten om zich vrij te organiseren en uit te drukken – rechten die zelfs in de donkerste dagen van de militaire dictatuur nooit volledig werden afgeschaft. Onder deze nieuwe wet kan ERC vervolgd worden omdat we homoseksualiteit aanmoedigen, enkel en alleen omwille van deze persmededeling. Dat is een terugkeer naar de donkere dagen van het militaire bewind en het wijst erop dat er stilaan een burgerlijke dictatuur onder president Jonathan ontstaat. De wet maakt bovendien dat wie zich op een bepaalde manier kleedt al vervolgd kan worden. Een man met oorringen of vlechten in zijn haar kan verdacht worden en zelfs in de gevangenis belanden.

    Met ERC zijn we vooral actief onder studenten en jongeren die het voornaamste doelwit van deze wet zijn. Er zijn ongeveer 85 miljoen jongeren in dit land. Zij zijn het minst geneigd om hun seksuele geaardheid te verstoppen om aanvaard te worden door een conservatieve omgeving. Als we kijken naar wie al werd vervolgd, last gevallen of opgepakt, zien we dat het vooral jongeren zijn.

    We denken dat jongeren al genoeg genegeerd en verraden worden door het kapitalistische systeem en al genoeg moeten afrekenen met stereotypen en stigmatisering waardoor ze gecriminaliseerd worden en gemakkelijke doelwitten voor politiegeweld zijn. Dat verklaart waarom jongeren de grootste groep vormen die te maken krijgt met illegale arrestaties, detentie, geweld en moorden door de politie. Zeker in de armste wijken van de Nigeriaanse steden is dat schering en inslag. Al dit geweld gebeurt onder verschillende sociale stigma’s waarmee jongeren worden gecriminaliseerd. Zo is een bijeenkomst van jongeren in arme buurten van Lagos om gewoon naar de voetbal te kijken meteen verdacht omdat de politie vertrekt van het stigma dat criminaliteit en jongeren in arme wijken een soort Siamese tweeling vormen. Wij denken dat de wettelijke homofobie zal gebruikt worden om het jongeren nog moeilijker te maken en de willekeur van geweld en repressie nog op te drijven.

    Deze nieuwe wet is bovendien een openlijke oproep tot homofoob geweld en anarchie. Nog voor de wet werd getekend, waren er verschillende gevallen van homofobe aanvallen in het land. Dat gebeurde door mensen die stelden dat het hun morele plicht was om dergelijk geweld te plegen. De wet vormt een publieke ondersteuning van de stelling dat LGBT-mensen uitschot zijn die moeten aangepakt worden. De wet biedt een legale basis en een motivatie voor het vermoorden van mensen bij de minste verdenking. Het zal wellicht leiden tot niets minder dan een pogrom. We zijn erg bezorgd voor de gevolgen van deze wet op de campussen en in de wijken. Mogelijk kan deze wet en de homofobe hysterie verder leiden tot het ondermijnen van de orde met doden als gevolg en mensen die van school of woonplaats moeten veranderen omdat ze het geweld vrezen en niet dezelfde rechten en bescherming genieten als anderen.

    Deze en andere redenen doen ons uitspreken tegen de wet. Het is een aanval op een van de fundamentele mensenrechten. Los van individuele standpunten over LGBT-mensen, denkt ERC dat iedereen het recht heeft om zijn of haar leven te leiden zoals de persoon in kwestie dat wil en voor zover het anderen niet hindert. Dat moet gerespecteerd en beschermd worden. Op dezelfde manier moet iedereen het recht hebben om zijn of haar religie te beleven in een seculiere staat, los van de opinie die we hebben over het al dan niet bestaan van een god of van het nut van religie.

    Nigeria is officieel een seculiere staat waarin geen religieuze of culturele morele basis wordt gehanteerd. Als wordt beweerd dat de criminalisering van homoseksualiteit onderdeel is van de Afrikaanse cultuur en morele basis, dan klopt dit niet. Er zijn grote verschillen op het Afrikaanse continent met tal van levenswijzen, culturele aspecten of seksuele praktijken. In de geschiedenis van de mensheid bestonden polyandrie, polygamie,… allemaal voor monogamie het huidige dominante model werd. Verschillende varianten van relaties tussen mensen van hetzelfde geslacht komen voor in diverse uitdrukkingen van folklore, kunst en historische overleveringen van het leven en de cultuur in Afrika eeuwen geleden. Dat sommige elementen hiervan vandaag nog zichtbaar zijn, bevestigt dat diegenen die nu zeggen beroep te doen op de Afrikaanse cultuur eigenlijk onze eigen geschiedenis vervalsen om er een monolithische ethische code van te maken die in steen gebeiteld wordt.

    Het argument van morele waarden dat door de regering bij monde van Reuben Abati en Senaatsvoorzitter David Mark werd gebruikt, is hypocriet. Zij staan bekend voor hun corruptie en voor de plundering van de rijkdom van Nigeria. De elite in dit land heeft geen recht om over morele waarden te spraken. Veel hooggeplaatste figuren van de regering, waaronder ministers, werden beschuldigd van corruptie maar houden vast aan hun postjes in de regering. Er wordt zelfs geen schijn van onderzoek hoog gehouden. Het parlement omvat onder meer iemand die meermaals kinderen heeft aangerand. Het gaat om de pedofiel Ahmed Sani Yerima. Mensen die zich aan kinderen vergrijpen zoals dit parlementslid worden niet vervolgd en krijgen geen gevangenisstraf. Het wijst enkel op de chronische hypocrisie van de heersende elite.

    Als het klopt dat homoseksualiteit ‘westerse import’ is, waarom worden andere ‘westerse importproducten’ zoals het onrechtvaardige kapitalistische systeem of het neoliberale beleid van privatiseringen niet aan de kant geschoven? Dat gebeurt niet en dus haalt de regering nationalisme boven en worden homoseksuelen vervolgd terwijl tegelijk alle dictaten van westerse financiële instanties zoals het IMF en de Wereldbank worden opgevolgd zodat ons collectieve patrimonium in naam van de privatiseringen wordt uitverkocht. De privatisering van de elektriciteitssector was een totale mislukking en nu worden ook de olieraffinaderijen verkocht aan buitenlandse bedrijven uit het westen.

    De arbeidersbeweging, studentenbeweging en anderen moeten de democratische rechten verdedigen en zich tegen deze wet keren. Toen de wet voor het parlement kwam, was het een uitstekend ogenblik om duidelijk te maken dat de heersende elite dit enkel naar voor bracht om de aandacht af te leiden van de verschrikkelijke socio-economische situatie en als openingsschot voor de verkiezingscampagne in 2015. Dat was wat velen in de arbeidersbeweging of onder de studenten ervan dachten. Nu de wet is gestemd kan dit leiden tot legaal geweld tegen onze eigen broeders en zusters. Die worden niet vervolgd omdat ze het land leeg plunderen, maar omwille van hun seksuele geaardheid. Dat kunnen wij niet aanvaarden. Zwijgen gaat nu over in medeplichtigheid.

    Meer dan de helft van de bevolking is tegen homoseksualiteit gekant en dit omwille van diverse redenen. Maar eens de gewelddadige, onrechtvaardige en ondemocratische gevolgen van deze wet duidelijk worden, zullen velen dat in vraag stellen. Overal ter wereld veranderen opinies en ideeën. Waar zowat honderd jaar gelden een grote meerderheid van de Nigeriaanse bevolking in delen van het land steun gaf aan de praktijk om tweelingen meteen te vermoorden, zou dit vandaag meestal leiden tot arrestaties en vervolgingen wegens moord. Naarmate kennis en wetenschap ontwikkelen en de beschaving breder verspreid geraakt, wordt een einde gemaakt aan de onwetendheid die aan de basis van vooroordelen ligt. Er wordt enkel op vooroordelen ingespeeld om ons tegen kunstmatig elkaar op te zetten.

  • Leven en werk van Fela Kuti besproken op publieke meeting in Nigeria

    Fela Kuti (1938-1997) was niet alleen een invloedrijke muzikant, maar ook een belangrijke politieke activist. Hij blijft in Nigeria een symbool van verzet tegen onderdrukking. Op 31 augustus hield de Democratic Socialist Movement (DSM) aan de universiteit van Ibadan een publieke bijeenkomst onder de noemer ‘Felabration 2012’ met een meeting over de boodschap van verzet van Fela.

    Door Godwin Paspel (DSM Ibadan)

    Deze meeting kwam er na zeven jaar van relatief weinig politieke activiteit onder de studenten na een gewelddadige aanval op de studentenvakbond en linkse organisaties op de campus. Met deze meeting wilden we het politieke bewustzijn versterken, de linkerzijde terug op de kaart zetten en studenten en arbeiders van socialistische standpunten overtuigen.

    Er werd gesproken door Segun Ajiboye, voorzitter van de lokale afdeling van de vakbond ASUU (Academic Staff Union of Universities), Sola Olorunyomi van de ASUU en voormalige voorzitter van de studentenvakbond in Ilorin, Segun Sango van de DSM, advocaat Alfred Adegoke, Protem Chairman die in de deelstaat Osun zal opkomen voor Socialist Party Nigeria (de officieel geregistreerde partij die werd opgezet door onder meer DSM) en HT Soweto van Education Right Campaign.

    De meeting werd geopend door Abbey Trotsky, de voorzitter van DSM in de deelstaat Oyo. Hij stelde dat het niet de bedoeling was om te discussiëren over het feit of Fela Kuti al dan niet een marxist was, maar wel om bepaalde politieke lessen uit zijn songs en hun relevantie voor strijd vandaag naar voor te brengen.

    Sola Olorunyomi verklaarde dat Fela Kuti in zijn muziek steeds de politieke en economische belangen en verwachtingen van de werkende bevolking centraal stelde. Hij verwees daarbij naar een aantal songs van Fela en riep de aanwezigen op om de strijd van Fela voort te zetten en samen met DSM te strijden voor de socialistische omvorming van het land.

    Segun Ajiboye stelde dat Fela voor vrijheid, rechtvaardigheid en gelijkheid opkwam. Hij beperkte zich daarbij niet tot Nigeria, maar ging ook regelrecht in tegen het apartheidsbeleid in Zuid-Afrika. Hij maakte van de gelegenheid gebruik om uit te halen naar de asociale aanvallen van de regering op de werkende bevolking en de jongeren.

    Alfred Adegoke gebruikt een aantal songs van Fela om de corruptie en de plundering van de publieke sector, in het bijzonder de oliesector, aan te klagen. Hij wees op de huidige corruptie en de aanhoudende rooftocht in de publieke sector. Terwijl er een totale aftakeling van de bestaande infrastructuur is en vitale publieke diensten als onderwijs en gezondheidszorg zwaar onder vuur liggen door het neoliberale beleid, blijven de kapitalisten en hun politieke vertegenwoordigers de publieke middelen verder leegroven. Hij stelde dat we samen moeten bouwen aan een socialistisch alternatief om te breken met het kapitalisme.

    Segun Sango (zie foto hiernaast) beschreef Fela Kuti niet enkel als een vrijheidsstrijder maar ook een mensenrechtenactivist wiens dood in 1997 een zwaar verlies was voor de werkende bevolking van Nigeria. Segun beschreef de rampzalige staat van de Nigeriaanse economie en verweet de kapitalistische regering en de gevestigde partijen dat ze met hun beleid in dienst van de imperialistische heersers verantwoordelijk zijn voor de socio-economische crisis die de gewone bevolking treft. Hij benadrukte de dringendheid om te bouwen aan een politiek alternatief dat de enorme middelen die vandaag bestaan zou inzetten voor het belang van de meerderheid van de bevolking.

    Segun legde de aanwezigen uit dat DSM het initiatief heeft genomen om de Socialist Party Nigeria op te zetten om een politiek platform te hebben bij verkiezingen. Hij riep ook op om DSM te vervoegen om te kunnen bouwen aan een socialistische samenleving waarin de collectieve rijkdom wordt genationaliseerd onder de democratische controle en beheer van de werkende bevolking.

    Hassan Taiwo Soweto beschreef de crisis in het Nigeriaanse onderwijsstelsel. Terwijl dat onderwijs nu al in crisis verkeert, zijn er plannen die nieuwe besparingen en aanvallen op de studenten omvatten. Er is nood aan onafhankelijke studentenacties met de steun van arbeidersorganisaties om de dreigende aanvallen op het publieke onderwijs te stoppen.

    Na en tussen de toespraken waren er ook meer culturele of entertainende onderdelen. Er werden songs van Fela gebracht. Er waren ook solidariteitsberichten. Op de bijeenkomst werd ook bekendgemaakt dat de traditie van tweewekelijkse politieke discussies op de campus wordt hervat.

    Het evenement was erg succesvol met 150 aanwezigen, waaronder de voorzitter van de studentenvakbond en aantal personeelsleden van de universiteit. Daarvan werden er 21 lid van DSM en 12 kwamen naar de afdelingsvergadering direct na de meeting.

  • Nigeria. Ervaringen van een explosie van klassenstrijd

    Op onze zomerschool was er een linkse socialist uit Nigeria die onder meer toelichting gaf bij de recente gebeurtenissen in dat land. Nigeria was dit jaar het eerste land waar een algemene staking losbarstte. Het protest was gericht tegen de verhoging van de brandstofprijzen. De discussie op de zomerschool werd voorbereid met een verslag van een nationale bijeenkomst van de Democratic Socialist Movement midden april.

    Artikel uit het bulletin op onze zomerschool

    Midden april was er een bijeenkomst van het Nationaal Comité van de Democratic Socialist Movement (DSM) met een 85-tal aanwezigen uit het hele land. De bijeenkomst bediscussieerde een bilan van de strijdbewegingen eerder dit jaar en uiteraard ook hoe we de strijd voor verandering kunnen verderzetten. Er waren enkele gasten op de bijeenkomst, waaronder Abiodun Aremu van het Joint Action Front.

    Geen hoop onder het kapitalisme

    Segun Sango, de algemeen secretaris van de DSM, leidde de discussie over Nigeria in. Hij wees op de nauwe banden tussen Nigeria en de rest van de wereld. Op een ogenblik dat alle economische indicatoren wijzen in de richting van een verdere achteruitgang en het enige antwoord van de kapitalisten daarop bestaat uit meer besparingen (zeker in Europa), dan ziet het er niet goed uit. In Europa is er een enorme werkloosheid.

    De banden tussen de situatie van de wereldeconomie en de economische situatie in Nigeria zijn veelvoudig. Veel mensen in Nigeria en andere minder ontwikkelde landen kijken naar Europa of de VS als landen met enorme mogelijkheden. De afgelopen jaren was er een enorme migratie van mannen en vrouwen die de helse omstandigheden van Nigeria wilden ontvluchten in de hoop elders een betere toekomst te vinden. De massale werkloosheid in Europa en in de VS geeft aan dat er daar niet bepaald een betere toekomst wordt gevonden.

    Als grote kapitalistische machten zoals de VS en Europa een dergelijke diepgaande economische crisis kennen, dan zal dit ook doorsijpelen in neokoloniale landen als Nigeria. Op kapitalistische basis is er geen enkel vooruitzicht van vooruitgang voor de meerderheid van de bevolking. Daarom moeten we blijven opkomen voor een socialistisch alternatief.

    Verraad van de staking in januari. Een gemiste kans

    De algemene staking van januari bood een enorme kans voor radicale verandering. Het was de grootste en meest verspreide algemene staking ooit in het land. Miljoenen mensen kwamen op straat en dat doorheen het hele land. Er was een enorme eenheid onder de arbeiders en armen, en dat in een land dat door lokale en buitenlandse analisten vaak wordt omschreven als een onhoudbare lappendeken van etnische en religieuze groepen.

    In Kano waren er christelijke jongeren die voor de ordedienst van de betogers zorgden toen de moslims aan het bidden waren, ook het omgekeerde gebeurde. Er was geen enkele bomaanslag tijdens de staking. Volgens Segun Sango bevestigt dit het standpunt van de DSM dat enkel de arbeidersklasse, jongeren en armen voor een echte eenheid in Nigeria kunnen zorgen en de nationale kwestie kunnen oplossen. Het is omwille van ons vertrouwen in de arbeidersklasse dat we oproepen tot een nationale grondwetgevende vergadering met vertegenwoordigers van de arbeiders, jongeren en armen om te bepalen of en op welke manier Nigeria een eengemaakt land moet vormen en onder welke voorwaarden dit kan. Dit betekent niet dat socialisten steeds voor separatisme zijn, maar tegelijk verdedigen we evenmin een gedwongen eenheid. Deze eenheid is destijds door het Britse kolonialisme opgelegd zonder enig debat onder de bevolking.

    De staking toonde de enorme macht van de arbeidersklasse, maar er werd geen volledige overwinning bereikt waarbij de prijsstijging werd ingetrokken. Dat kwam omdat de leiders van de arbeidersbeweging bang waren van de massabeweging en van de mogelijkheid dat die massabeweging het regime zou gaan bedreigen. De staking werd snel afgeblazen. Maar gedurende zes dagen hing de asociale regering van president Jonathan in de touwen omwille van het massaprotest. Ook de neoliberale oppositiepartijen werden door de betogers gepasseerd.

    Het verraad van de staking door de leiding van de Nigeriaanse vakbondsfederaties NLC en TUC was geen verrassing. Socialisten hebben er steeds op gewezen dat er nood is aan een duidelijke visie over een alternatieve samenleving die breekt met het kapitalisme. Zoniet staan we minder sterk in de strijd om de belangen van de arbeiders en de armen te verdedigen.

    Toen de eisen van de stakers en betogers in de richting van ‘regimeverandering’ gingen, blokkeerden de leiders van de vakbonden en werd de staking afgeblazen. De DSM stelde tijdens de staking dat we ons moesten voorbereiden op het overnemen van de politieke macht door de arbeiders en jongeren om niet alleen de stijging van de brandstofprijzen ongedaan te maken, maar ook de op winsten beluste oliemultinationals en managers de deur te wijzen zodat we de volledige energiesector in publieke handen zouden kunnen nemen.

    Voor de vakbondsleiders was deze politieke eis onverenigbaar met de eis van een verlaging van de brandstofprijzen. Maar uiteindelijk werd ook de eis van de prijsverlaging niet volledig afgedwongen. Het verraad van de staking betekent op korte termijn dat er een kans om de samenleving te veranderen is verloren. Het is een verloren kans om iets te doen aan de enorme miserie in het land, volgens het Nationale Bureau van de Statistiek leven meer dan 100 miljoen Nigerianen in armoede (op een bevolking van 170 miljoen).

    De uiteindelijke gedeeltelijke intrekking van de prijsverhoging voor brandstof ging gepaard met eisen van de sector om de deregulering op te drijven. Er wordt geëist dat de volledige olie-industrie wordt verkocht aan private bedrijven en multinationals.

    Socialisten steunen de eis om alle verantwoordelijken in het omkoopschandaal rond de subsidies voor brandstof te vervolgen. Maar die mensen in de gevangenis zetten, zal niet volstaan. We moeten de oliebedrijven zelf uit de handen van de managers halen en in publieke handen onder de democratische controle van de arbeiders plaatsen. Enkel door de volledige oliesector in publieke handen te nemen, kunnen we ervoor zorgen dat de enorme middelen in het land ook ten goede komen aan de werkende bevolking en de armen.

    Om Nigeria uit de greep van de miserie te halen, moeten we het asociale beleid aan de kant schuiven en vervangen door een regering van arbeiders en armen met een socialistisch programma van publiek bezit van de sleutelsectoren van de economie onder democratische controle en beheer van de werkende bevolking. Een breuk met het kapitalisme is nodig om de enorme rijkdommen in het land ten dienste van de bevolking te plaatsen.

    Vakbonden

    De vakbonden in Nigeria spelen een belangrijke rol, zeker in de dagelijkse strijd rond lonen en arbeidsvoorwaarden. Maar marxisten erkennen de beperkingen van de vakbonden, zeker waar ze zoals in Nigeria worden geleid door een corrupte pro-kapitalistische bureaucratie. De leiding van de federaties NLC en TUC hebben steeds opnieuw aangetoond dat ze het kapitalisme niet willen bestrijden.

    De oplossing hiervoor bestaat erin dat socialisten en strijdbare syndicalisten in de arbeidersbeweging actief zijn en daar opkomen voor strijdbare en democratische vakbonden die van onderuit worden gecontroleerd waarbij de leiding verantwoording verschuldigd is aan de basis. We moeten dat verbinden met het opzetten van organisaties en comités aan de basis zowel binnen als buiten de officiële vakbondsstructuren om zo de strijd beter te kunnen organiseren.

  • Algemene staking bracht miljoenen betogers op de been in Nigeria

    Interview met Segun Sango

    De eerste algemene staking van 2012 vond plaats in een Afrikaans land. De Nigeriaanse regering besliste om de overheidssubsidie voor brandstof af te schaffen. Nigeria is een belangrijke olieproducent, maar het land telt geen enkele werkende raffinaderij. Brandstof moet bijgevolg ingevoerd worden. De vele stroomonderbrekingen maken dat brandstof niet enkel voor transport belangrijk is, maar ook voor stroomgeneratoren.

    Interview door Michael B (Gent)

    Vanaf maandag 9 januari werd een week lang gestaakt. Er kwamen honderdduizenden betogers op straat, in Lagos was er op 18 januari een betoging met 500.000 deelnemers terwijl er in voorsteden van Lagos eveneens betogingen waren. Miljoenen mensen legden het werk neer en toonden de enorme kracht van de georganiseerde arbeidersbeweging. De etnische en religieuze spanningen verdwenen daarbij naar de achtergrond. Het regime reageerde met repressie, er vielen daarbij een 20-tal doden.

    Jammer genoeg hebben de vakbondsleidingen het potentieel niet benut om een alternatief op het neoliberale beleid van president Jonathan Goodluck en de heersende kliek naar voor te brengen. Ze stemden in met een slecht akkoord waarbij de brandstofsubsidie niet werd hersteld, maar de prijs beperkt werd tot ongeveer 50 eurocent per liter (tegenover 30 cent voor de afschaffing van de subsidie).

    We spraken over deze staking met Segun Sango, de algemeen secretaris van de Democratic Socialist Movement (DSM), onze zusterorganisatie in Nigeria.

    Van waar kwam die uitbarsting van woede?

    “De maatregelen werden voorgesteld als een normale prijsverhoging die eigenlijk een aanpassing aan de marktprijzen was. Maar het is de overheid die daarvoor verantwoordelijk is. Brandstof moet ingevoerd worden omdat Nigeria geen functionerende raffinaderijen heeft. De installaties bestaan, maar ze worden niet benut. Ruwe olie verlaat Nigeria tegen dumpingprijzen om eenmaal geraffineerd in het buitenland tegen hoge prijzen terug ingekocht te worden. Dit is mogelijk omdat de volledige olieproductie in handen van private bedrijven is.

    “De bevolking is sterk afhankelijk van brandstof. De elektriciteitsvoorzieningen zijn gebrekkig en soms zelfs onbestaande. Niet enkel auto’s, maar de hele samenleving is afhankelijk van brandstof. Zonder generatoren werkt niets. Als de brandstofprijs verdriedubbelt, dan worden transport, koken, verlichting, dienstverlening,… ook allemaal drie keer zo duur. Het is dus een erg zware aanval op de levensstandaard.

    “Dit was een druppel die de emmer deed overlopen. Het was een serieuze druppel bovenop vorige aanvallen als onderdeel van het asociale beleid. Zo is er nog steeds een groot ongenoegen rond het feit dat het wettelijk minimumloon van 18.000 Naira (zowat 90 euro) niet wordt uitbetaald.”

    Als gevolg van de staking moest de regering een toegeving doen. Zat er meer in de staking?

    “Tijdens de staking stond de regering met de rug tegen de muur. Niets functioneerde nog. De openbare sector lag plat, maar ook kleine handelaars en winkeliers legden het werk neer. Het land stond volledig stil. Staken is een enorm wapen voor de gewone bevolking, het maakt duidelijk dat de werkende bevolking de werkelijke economische macht in handen heeft.

    “De arbeidersbeweging had meer kunnen bereiken. In de plaats van de strijd te versterken door democratische stakingscomités op te zetten in de wijken en op de werkplaatsen, werden geheime onderhandelingen met de regering gevoerd om een beperking van de brandstofprijs tot N97 (50 cent) voor te stellen als een overwinning. Tot 1 januari betaalden we echter maar N65 (30 cent) per liter. Het massale karakter van de staking en de protestacties toonde dat er meer mogelijk was. Na de opschorting van de staking was er dan ook woede en ontgoocheling.”

    Hoe zal de DSM voort-bouwen op deze beweging?

    “Wij hebben altijd het idee van massale acties gesteund. Nu wordt duidelijk dat we dit moeten koppelen aan een moedige leiding die gaat voor een alternatief op de neoliberale logica. De vakbondsleiding heeft met haar houding demoralisatie in de hand gewerkt. Dat kan een zeker effect hebben, maar tegelijk vormde het protest een uitdrukking van de enorme woede onder de bevolking. En die woede blijft bestaan.

    “Een nieuwe confrontatie met de kapitalistische elite is onvermijdelijk. Daarbij pleiten wij ervoor om de strijd te coördineren en te organiseren met strijdbare vakbonden, een arbeiderspartij en een alternatief op het neoliberale beleid dat ervoor zorgt dat 1% van de Nigeriaanse bevolking gaat lopen met meer dan 80% van de totale rijkdom. De oliesector moet volledig in publieke handen komen waarbij er ook raffinaderijen zijn onder de democratische controle van de bevolking.”

    Wat kunnen wij in België doen om deze strijd te versterken?

    “De arbeiders en de armen moeten zich ook internationaal organiseren om de strijd in eigen land te versterken. De uitbuiting in Nigeria is geen geïsoleerd gegeven. Dit beleid wordt mee bepaald door instellingen als het IMF en de Wereldbank. De huidige minister van financiën was voorheen directeur bij de Wereldbank. Vele maatregelen worden opgelegd door imperialistische machten. Nigeria is een heel rijk land met veel grondstoffen, maar de rijkdom zit bij een kleine minderheid. Als we dat willen stoppen, moeten we ons internationaal organiseren.”

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop