Tag: Minneapolis

  • Opstand van Minneapolis leidt tot grote beloften van stadsbestuur, maar strijd moet doorgaan

    Twee weken na het begin van een ware volksopstand, geleid door jongeren van kleur, is er een groeiende discussie over waar de beweging heen moet. De opstand heeft het politieke establishment door elkaar geschud. De Democratische politici, die toezagen op de sociale omstandigheden die tot de moord op George Floyd hebben geleid, doen nu gedurfde beloften in dikke krantenkoppen.

    Reactie door Socialist Alternative Minneapolis

    De beweging na de moord op George Floyd werd een nationale crisis voor het politieke establishment. Gevestigde politici zoals Nancy Pelosi en Chuck Schumer gingen negen minuten op de knieën zitten. Er is echter meer nodig dan Afrikaans textiel om de historische medeplichtigheid van de Democratische Partij aan het onderdrukken van mensen van kleur weg te krijgen. Zelfs Joe Biden durfde het aan om de dochter van George Floyd op zijn begrafenis aan te spreken en het was niet om zich te verontschuldigen voor zijn rol als belangrijke architect van het moderne en diep racistische stelsel van massale opsluiting in gevangenissen.

    Op zondag 5 juni verklaarden negen van de twaalf gemeenteraadsleden van Minneapolis – in de kranten omschreven als een ‘supermeerderheid met vetorecht’ – dat ze plan zijn om een proces op te starten om de politie van Minneapolis “te ontmantelen.” Deze belofte is een teken van de kracht van de beweging. Dit zou niet gebeuren als er geen vastberaden opstand was op straat, met de massale steun van de werkende klasse. Deze ‘supermeerderheid’ kan echter gemakkelijk zijn staart intrekken onder druk van de nationale Democratische partij of de grote bedrijven. Er is geen echt voorstel voor een stemming, terwijl dat toch is waarvoor een ‘supermeerderheid’ zou ingezet worden. Het is niet duidelijk of de gemeenteraad zelfs de wettelijke bevoegdheid, laat staan de politieke wilskracht, heeft om dit door te zetten. Ondanks het enthousiasme van veel activisten op nationaal vlak, zijn de meeste mensen die aan de opstand in Minneapolis deelnemen begrijpelijkerwijs sceptisch.

    Politici komen al terug op hun beloften

    De beweging mag niet toelaten dat hetzelfde stadhuis dat verantwoordelijk was voor het beleid dat tot de moord op George Floyd leidde, nu gewoon opnieuw de touwtjes in handen krijgt. Het was provocerend dat het publieke optreden van de gemeenteraad om dit aan te kondigen, plaatsvond in hetzelfde park waar duizenden werkenden en jongen bijeenkwamen om de door hen gecontroleerde veiligheidsmaatregelen te bespreken en te plannen, op een ogenblik dat het stadshuis en de gouverneur beroep deden op de Nationale Garde om betogers op te pakken.

    Enkele uren na hun persconferentie trokken verschillende gemeenteraadsleden al hun staart in. Ze probeerden de verwachtingen te temperen. De voorzitter van de gemeenteraad, Lisa Bender, noemde het doel ‘ambitieus’ op CNN. Sommige raadsleden waarschuwden voor ‘wetteloosheid of anarchie’. Andere, meer bekwame politici, gebruikten de beproefde argumenten over ‘het proces in de goede richting duwen’ die ze ook al gebruikten om de invoering van een minimumloon van 15 dollar per uur te vertragen. Het toont waarom we de druk moeten blijven opvoeren voor een echte hervorming van het politieapparaat. Dit vereist gecoördineerde massaprotesten, bezettingen en nationale actiedagen.

    Gemeenteraadslid Steve Fletcher, die zweeg toen de grote bedrijven en de politietop meedogenloos in de aanval gingen tegen de socialistische campagne van Ginger Jentzen bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2017, was de eerste die op sociale media sprak over het ‘afschaffen van de politie.’ Hij kwam daar enkele dagen later al op terug in een opiniestuk in het tijdschrift Time. Daarin zegt hij dat de beweging de kwestie op de agenda heeft gezet, maar dat het nu aan de ‘politiek’ is om dingen op te lossen. Hij verdedigde de “getalenteerde, bedachtzame politiechef” van Minneapolis en omschreef burgemeester Jacob Frey als een bondgenoot van de beweging, iemand wiens pogingen tot hervormingen tegengehouden worden door de politiebond.

    Burgemeester Jacob Frey moet aftreden. Hij is deel van het probleem, niet van de oplossing. Hij probeerde de beweging te stoppen door de FBI van Trump en de staatspolitie in te zetten voor een onderzoek naar de moord op George Floyd. Hij stond erbij toen de openbaar aanklager van Hennepin County beweerde dat er “extra bewijs” was weg van het vervolgen van de vier agenten. Pas toen het politiekantoor van het Derde Precint in vlammen was opgegaan, werden die vier agenten aangeklaagd. Toen mobiliseerde hij de Nationale Garde, een instantie die ingezet wordt om niet-gewelddadig protest de kop in te drukken, journalisten te bedreigen en werkende mensen te terroriseren als ze hun buurt proberen te beschermen. Dit alles hield burgemeester Frey niet tegen om voor de camera’s te huilen naast de kist van George Floyd.

    Enkele dagen na de begrafenis van George Floyd werd aan burgemeester Frey gevraagd of hij de politie van Minneapolis al dan niet zou ‘afschaffen.’ Hij antwoordde klaar en duidelijk: “neen.” Hij werd terecht uitgejouwd door de activisten die net twee weken geconfronteerd werden met rubberen kogels, traangas en matrakken omdat ze gerechtigheid voor George Floyd eisten. Het antwoord van Frey wijst op een feit van het Amerikaanse kapitalisme: structureel racisme en racistisch politiewerk zijn essentiële instrumenten in het handhaven van de macht van een kleine minderheid van miljardairs en hun klasse. In alle samenlevingen die gebaseerd zijn op economische ongelijkheid gebruiken de ‘haves’ geweld tegen de ‘have nots’ om hun heerschappij af te dwingen. Zelfs als de huidige politiemacht onder het kapitalisme zou worden ontbonden, zouden de miljardairs nieuwe krachten van geweld vinden om hun racistische, seksistische systeem van onderdrukking en uitbuiting af te dwingen. Om een einde te maken aan de racistische repressie moeten we een einde maken aan het kapitalistische systeem zelf.

    Het zou echter een vergissing zijn om de belangrijke veranderingen in het politiewerk die door de beweging op de agenda zijn gezet zomaar terzijde te schuiven. De vele middelen voor de politie van Minneapolis moeten elders ingezet worden: voor betaalbare huisvesting, sociale programma’s en openbare diensten. In heel het land moeten de middelen voor politie minstens gehalveerd worden. De stadsbegrotingen zijn een concrete weerspiegeling van de prioriteiten van de Democratische politici die de steden besturen. In Seattle stelt het socialistische gemeenteraadslid Kshama Sawant voor om de politiebegroting te halveren, samen met een gewaagd initiatief om Amazon en andere grote bedrijven te belasten en zo de middelen te creëren voor permanent betaalbare sociale huisvesting, sociale diensten en jobs.

    Geconfronteerd met een opstand is het stadhuis bereid om beperkte toegevingen te doen aan de eisen van de beweging, zolang ze maar weer de controle in handen krijgt. Het stadsbestuur wil niet dat de mensen uit de arbeidersklasse, vooral mensen van kleur, de dingen direct vormgeven, omdat ze bang zijn dat verder zal gaan dan wat op dit moment aanvaardbaar is voor grote bedrijven.

    In een verhelderend voorbeeld van de visie van een gevestigde Democraat op sociale verandering, wees de voorzitter van de gemeenteraad van Minneapolis, Lisa Bender, op haar “progressieve” prestaties. Daarmee wilde ze de beweging geruststellen. In de opsomming vergat ze melding te maken van de overwinning rond het minimumloon van 15 dollar per uur. Die overwinning was immers het resultaat van een beweging die bereid was om tegen het stadsbestuur in te gaan, een beweging geleid door werkenden met lage lonen, vakbonden en socialisten.

    De werkende klasse en openbare veiligheid

    De werkende mensen die deze discussie (opnieuw) onder de nationale aandacht hebben gebracht, in het bijzonder jongeren van kleur, moeten een directe democratische inspraak hebben in het beheer van de openbare veiligheid. Velen hebben daar op het hoogtepunt van de protesten al een voorproefje van gekregen. Terwijl de politie en de Nationale Garde zich richtten op het terroriseren van niet-gewelddadige betogers, organiseerden arbeidersgemeenschappen volksinitiatieven om elkaar te beschermen. De Nationale Garde stopte niet eens een te snel rijdende vrachtwagen die op een geblokkeerde snelweg reed terwijl daar duizenden mensen protesteerden. In plaats van die vrachtwagen te stoppen, gebruikten de Nationale Garde en de politie de schok van dit incident om met pepperspray de vreedzame betogers uit elkaar te jagen.

    De laatste twee weken hebben laten zien hoe een beweging van de arbeidersklasse beter in staat was om de openbare veiligheid te beheren tijdens een massale crisis, dan de Democratische politici die niets deden aan de omstandigheden die tot de moord op George Floyd hebben geleid en de zaken vervolgens nog erger maakten tijdens de protestacties.

    Keer op keer is het stadhuis er niet in geslaagd om lessen te trekken uit de brute politiemoorden en werd het advies van activisten genegeerd. Maar al te vaak leiden discussies over de begroting tot een kleine herverdeling van middelen naar adviseurs of opleidingen. Deze maatregelen zijn een totaal ontoereikende druppel in de oceaan vergeleken met het duidelijk uit de hand gelopen politiewerk dat in elke grote Amerikaanse stad wordt beschreven.

    Onder druk van een volksmobilisatie met eisen om programma’s te financieren die gericht zijn op het verminderen van politiegeweld, verhoogde de raad voor dit jaar de financiering voor het “Bureau voor de preventie van geweld”, maar keurde een begroting goed die nog steeds de totale financiering van de politie met ongeveer 5% liet stijgen tegenover 2019. De gemeenteraad legt een enorme nadruk op het “opschieten” met elkaar, in plaats van op hun staat van dienst bij het opkomen voor de belangen van werkende mensen.

    Wij steunen openbare veiligheidsprogramma’s en noodreacties die niet op de politie gebaseerd zijn, hoewel het belangrijk is om erop te wijzen dat het uitbreiden van geestelijke gezondheidsprogramma’s, preventie van huiselijk geweld en verslavingszorg niet de misdaad zou hebben aangepakt waarvoor George Floyd werd geëxecuteerd: deel zijn van de werkende klasse en als zwarte onder het kapitalisme van de VS leven. Andere belangrijke stappen zouden kunnen bestaan uit het ontwapenen van de politie en het verbieden van traangas en andere chemische wapens en de militaire hardware die door zoveel politiediensten wordt gebruikt.

    Natuurlijk begrijpen de socialisten dat gemeenschappen moeten worden beschermd en verdedigd. De diepe sociale problemen die in alle gemeenschappen van de arbeidersklasse bestaan, kunnen niet zomaar onopgemerkt blijven. We zijn er echter van overtuigd dat de arbeidersklasse, op basis van haar macht en vermogen om de samenleving te besturen, deze problemen op een veel efficiëntere, humanere en veiligere manier zou kunnen aanpakken en beheren dan de racistische Amerikaanse kapitalistische politiemacht.

    De rol van de politiebonden

    Veel werkenden, activisten en betogers wijzen terecht op de uiterst reactionaire rol van de lokale politiebond. We moeten echter op onze hoede zijn wanneer gevestigde Democraten zoals burgemeester Frey en het establishment zich richten op het verwijten van de politiebond om de eigen rol en verantwoordelijkheid te verdoezelen. Racisme, geweld en straffeloosheid van de politie zijn ook ernstig op plaatsen zonder politiebonden. Politievakbonden kunnen de reactionaire vleugel van de politie versterken, maar het is niet het kernprobleem, aangezien de belangrijkste bescherming van dodende agenten doorgaans komt van de contracten die door de gemeenteraden zijn afgesloten, vaak door Democratische meerderheden.

    Dit is uiteraard geen excuus voor de rol die de politiebond van Minneapolis heeft gespeeld in het verzet tegen elke poging tot hervormingen of in de verdediging van racistische en gewelddadige agenten. Deze politiebond verkoos een voorzitter die op een verkiezingsmeeting van Trump sprak en die Black Lives Matter omschreef als een “terroristische organisatie.”

    Socialisten zijn uiteraard meer dan bereid om standpunt in te nemen tegen de reactionairen die de meeste politiebonden leiden. Kshama Sawant was het enige gemeenteraadslid in Seattle dat in 2018 tegen het nieuw politiecontract stemde waarin het toezicht op de politie verder werd afgebouwd. Door de kant van de zwarte gemeenschap en de activisten te kiezen, lag Kshama onder vuur van de andere raadsleden van de Democratische Partij en van de conservatieve vakbondsleiders die de politie voorstelden als een gewone werkplaats, in plaats van erop te wijzen dat een kernfunctie van de politie is om het privébezit te beschermen en protest van arbeiders, inclusief door de vakbondsfederatie geleide stakingen, te onderdrukken.

    In tegenstelling tot burgemeester Frey verbond Kshama Sawant haar verzet tegen het politiecontract met de eis van een volledig onafhankelijk toezichtscomité dat verkozen wordt en echte beslissingsmacht heeft, ook over de begroting en het aanwerven en afdanken van agenten. De afgelopen dagen diende Kshama een voorstel in om de politiebegroting van Seattle te halveren en om het gebruik van chemische wapens bij protest te verbieden.

    Een aantal lid-verenigingen van de overkoepelende vakbondsfederatie in Seattle proberen nu om de politiebond uit de federatie te duwen. Andere vakbonden keurden resoluties goed om voorwaarden te koppelen aan lidmaatschap van de politiebond. Deze kwestie dient zich ook nationaal aan binnen de federatie AFL-CIO. Socialisten steunen elke poging van de arbeidersbeweging om tegen racisme in eigen rangen in te gaan, maar we vrezen dat het effect van een uitsluiting van de politiebond uit de vakbondsfederatie beperkt zal zijn.

    De politiebond van Minneapolis opereert sinds 1927 onafhankelijk van de regionale arbeidsfederatie en de nationale federatie AFL-CIO. Sommige politieagenten zijn ongetwijfeld geschokt door de moord op George Floyd. De beelden van agenten die op de knie gaan zitten, kunnen in sommige gevallen vrij oprecht zijn. In andere gevallen werd het als tactiek gebruikt om onverdiende sympathie op te wekken of om de aandacht van betogers af te leiden, waarna des te harder werd toegeslagen. Een veel diepere uitdrukking van de wens om verandering te bekomen, zou mogelijk zijn indien agenten zich verzetten tegen de reactionairen in het korps en klokkenluiders worden, als ze zich organiseren tegen de reactionaire leiders die de politiebonden in heel het land domineren.

    Geen enkele politievakbond zou in de organen van de arbeidersbeweging mogen zitten totdat ze een standpunt innemen tegen het racistische politiebeleid en de rol van de politie bij het breken van stakingen en andere opstanden. Activisten die zich te veel richten op het al dan niet aansluiten van politiebonden bij lokale, regionale of nationale arbeidsorganisaties, ontlopen soms de diepere vragen over het ontwikkelen van een echte strategie om racisme te bestrijden, zowel in de arbeidersbeweging als in de samenleving in het algemeen. En dit laat de politici van de Democratische Partij en de conservatieve leiding van de meeste vakbonden vrijuit gaan.

    De arbeidersbeweging moet zich aansluiten bij de strijd

    In een persconferentie van AFL-CIO hadden de leiders van de grootste vakbonden weinig meer te zeggen dan: “Racisme is slecht, Trump is slecht, stem alstublieft.” Dit is compleet ontoereikend. De behoeften van de beweging kunnen niet wachten tot november. Als de bestaande vakbondsleiding niet is uitgerust om haar leden volledig te mobiliseren in de strijd tegen het racisme, dan hebben we een nieuwe leiding nodig. We hebben de meest strijdende, bereidwillige elementen in de arbeidersbeweging nodig om zich te organiseren om de vakbonden terug om te vormen tot echte strijdorganisaties.

    Een belangrijk voorbeeld van hoe de arbeidersbeweging daadwerkelijk kan vechten voor Black Lives Matter, is de door socialisten geleide buschauffeursbond in Minneapolis die – op de allereerste avond van de betogingen – weigerde om opgepakte betogers naar de gevangenis te vervoeren. Dit verspreidde zich snel naar New York City en Washington D.C. (onder andere steden) waar het personeel van het openbaar vervoer een soortgelijk standpunt heeft ingenomen.

    Daarnaast organiseerden leden van Socialist Alternative die bij de post werken een solidariteitsbijeenkomst met 60 collega’s. Ze trokken vanuit hun afgebrande werkplek naar een bezetting en verklaarden daar dat een gebouw altijd kan herbouwd worden, maar dat we het leven van iemand die door de politie is vermoord niet kunnen terugkrijgen.

    Op 5 juni was er een werkonderbreking in een supermarkt, mee georganiseerd door een lid van Socialist Alternative. Het personeel ging naar voren in de winkel om gedurende 8 minuten en 45 seconden slogans te roepen en borden vast te houden, waarna het werk werd hervat. Deze werkonderbrekingen verspreiden zich naar het zorgpersoneel, en naar grotere vakbonden zoals de ILWU-dokwerkers. In Seattle is er een bezetting in Capitol Hill om het ontslag van burgemeester Durkan te eisen. Trump dreigt het leger op deze actie af te sturen. Er is steun van verschillende vakbondsafdelingen, zo zijn er oproepen voor een 24-urenstaking op 12 juni.

    Deze acties zijn essentieel voor het opbouwen van de kracht en het vertrouwen van de arbeidersklasse om bredere stakingsacties te organiseren, die de werkende klasse direct in de strijd brengen vanuit hun plaats in het productieproces. We moeten onze kracht tonen en de beweging opbouwen, bijvoorbeeld met een nationaal gecoördineerde werkonderbreking van 8 minuten en 46 seconden op 19 juni (Juneteenth).

    “Er is geen kapitalisme zonder racisme” – Malcolm X

    De politie is onder het Amerikaanse kapitalisme meer gemilitariseerd, gewelddadiger en racistischer dan in gelijk welk ander ontwikkeld kapitalistisch land. Een van de redenen hiervoor is de bijzonder gewelddadige geschiedenis van het Amerikaanse kapitalisme, dat gebouwd is op de fundamenten van de slavernij, de genocide op de inheemse volkeren en de brute onderdrukking van de werkenden. Dit alles maakte een grote mate van staatsrepressie noodzakelijk. Deze erfenis is vandaag springlevend, met zwarte mensen die geconfronteerd worden met onevenredig veel politiegeweld, massale opsluiting, discriminatie op het gebied van huisvesting, lage lonen, werkloosheid en sterfgevallen door COVID-19.

    Dit toont aan hoe een multiraciale arbeidersbeweging, niet de gemeenteraad van Minneapolis, de belangrijkste kracht is om racistisch politiegeweld te bestrijden en tegelijkertijd een beweging op te bouwen om de onderliggende structurele ongelijkheden aan te pakken die de politie moet verdedigen.

    De politie en de rechtbanken verdedigen de belangen van de rijken. Zo blijkt uit een studie van het Economic Policy Institute (EPI) uit 2017 dat in de tien dichtstbevolkte staten naar schatting 2,4 miljoen mensen jaarlijks een gezamenlijk inkomen van 8 miljard dollar verliezen aan verschillende vormen van loondiefstal door hun werkgevers. Dat is bijna de helft van de totale diefstal van eigendommen, volgens de FBI-statistieken van 2018.

    Het Amerikaanse kapitalisme zal altijd een of andere vorm van repressieve kracht nodig hebben om mensen als Jeff Bezos te beschermen, die op koers ligt om ‘s werelds eerste biljonair te worden, terwijl 40 miljoen mensen werkloos zijn. De heersende klasse begrijpt de woede en minachting die de overgrote meerderheid heeft voor hun rijkdom en voorrechten, dus ze vertrouwen op instrumenten als racistische repressie om mensen verdeeld te houden. De gemeenteraad van Minneapolis en burgemeester Frey, als de lokale bestuurders van het kapitalisme, zijn niet anders. Ze hebben een politiemacht nodig, hoewel ze zich openlijk afvragen of het politiebureau van Minneapolis in zijn huidige vorm het vertrouwen van het publiek kan herwinnen om de orde te handhaven.

    Er moet ook een doorlichting van de politiediensten in het hele land komen. Elke agent met een geschiedenis van racisme, seksisme of geweld moet onmiddellijk worden ontslagen. Dit moet worden uitgevoerd door democratische raden van de gemeenschap. Door de grote bedrijven en de superrijken te belasten, kunnen we middelen vinden voor permanent betaalbare huisvesting, een programma van groene jobs, degelijke openbare scholen, gratis openbaar vervoer en toegankelijke gezondheidszorg voor iedereen.

    Een van de belangrijkste obstakels hiervoor is de Democratische Partij, die langs alle kanten aan miljardairs, grote bedrijven en de politietop is verbonden. Daarom moeten we een nieuwe partij voor de arbeidersklasse oprichten, die de bewegingen voor sociale rechtvaardigheid vertegenwoordigt in vijandige stadhuizen, zoals Kshama Sawant dat doet in Seattle. Na een mars in Capitol Hill in Seattle opende Kshama Sawant de deuren van het stadhuis van Seattle voor een bezetting die burgemeester Durkan opriep om af te treden. De burgemeester deed niets rond structurele veranderingen in de politie, maar gaf in plaats daarvan vreedzame actievoerders de schuld van het politiegeweld.

    Socialisten stellen dat de ontmanteling van de politie vereist dat het kapitalisme zelf wordt ontmanteld. Om dit te bereiken moeten we een expliciet revolutionaire partij oprichten die de huidige strijd tegen het politiegeweld koppelt aan de noodzaak van een samenleving die wordt bestuurd door werkende mensen, niet door bedrijven en miljardairs. Een centrale taak van een arbeidersregering, waar belangrijke bedrijven in publieke handen worden gebracht en waar de arbeidersklasse een democratische controle over de economie heeft, is het bestrijden van de racistische erfenis van slavernij, imperialisme en ongelijkheid in alle vormen, en het scheppen van de voorwaarden voor een samenleving die werkelijk vrij is van racistische politie-optredens, uitbuiting en onderdrukking. Dit houdt in dat de werkende mensen hun eigen veiligheid en bescherming organiseren.

    Het proces van ontmanteling van de politie, de gevangenissen en de staatsrepressie in het algemeen is verweven met het proces om het kapitalisme te beëindigen, en om een werkelijk gelijke, klasseloze socialistische maatschappij op te bouwen. Dit gebeurt niet door de gemeenteraad van Minneapolis, maar door de bewuste organisatie van de arbeidersklasse in een revolutionaire beweging.

     

    Socialist Alternative eist:

    • Burgemeester Frey moet ontslag nemen. Geen vertrouwen in het stadhuis. Start een gekozen commissie onder leiding van de gemeenschap om de politie door te lichten, en creëer een gekozen burgerraad met echte bevoegdheden, inclusief controle over de budgetten, het aannemen of ontslaan van personeel, handhavingsprioriteiten, en de macht om te vervolgen. Verspreid dit model nationaal.
    • Minder middelen voor de politie. Controle van de gemeenschap over de openbare veiligheid. Belast de rijken om te investeren in groene banen, sociale programma’s, openbaar onderwijs, en permanent betaalbare sociale huisvesting. Halveer het budget voor de politie van Minneapolis. Financier alternatieve methoden voor noodhulp en werf personeel aan in de geestelijke gezondheidszorg, specialisten en maatschappelijk werkers. Dit moet gebeuren aan goede voorwaarden en met het recht op een vakbond.
    • Bouw een politiek alternatief voor de Democratische Partij. In steden in het hele land zijn politici van de Democratische Partij verantwoordelijk voor racistisch politiewerk, een gebrek aan betaalbare huisvesting, ondergefinancierde scholen en duur, inadequaat openbaar vervoer. We hebben onafhankelijke, op de arbeidersklasse gebaseerde, kandidaten nodig die bereid zijn om tegen de grote bedrijven en de politie in te gaan.
    • Wie aan één van ons raakt, treft ons allen. Vakbonden moeten hun leden mobiliseren voor de protesten, helpen met solidaire delegaties om de protesten te beschermen tegen oproerpolitie en burgerwachten, en plannen maken voor een nationaal gecoördineerde werkonderbreking van 8 minuten en 46 seconden op Juneteenth (19 juni)!
    • Ontmanteling van de politie betekent ontmanteling van het kapitalisme. Politiegeweld maakt deel uit van het kapitalistische systeem, dat berust op structureel racisme en ongelijkheid. Een samenleving zonder repressie door de politie kan alleen worden gebouwd op socialistische fundamenten, waar de economie democratisch wordt gecontroleerd en beheerd om het leven van iedereen te verbeteren.
  • Ooggetuigenverslag uit Minneapolis. #JusticeForGeorge Floyd vraagt gecoördineerde actie

    Geen vertrouwen in hetzelfde politieke establishment dat George Floyd heeft vermoord!

    George Floyd hijgde “Ik kan niet ademen”, steeds weer, gedurende negen lange minuten. Dit is moord. Het is moord door toedoen van de politie van Minneapolis. De recente racistische moorden op Breonna Taylor en Ahmaud Arbery, en de ontelbare gevallen van racistische politiemoord in de afgelopen jaren, laten zien hoe alledaags dit is in Amerika.

    Door correspondenten van Socialist Alternative Minneapolis

    Minneapolis lijkt nu op een politiestaat. De Nationale Garde bezet belangrijke punten van de stad met pantservoertuigen en automatische wapens, waaronder bruggen en kruispunten die de afgelopen dagen door betogers zijn bezet. Het politiebureau van het derde district smeult nog steeds en dat van het nabijgelegen vijfde district is omgeven door prikkeldraad en barricades. Duizenden vrijwilligers zijn de straten aan het opruimen en de meeste handelszaken zijn nog steeds gesloten, maar in een inspirerende vertoning van de diepe solidariteit zijn er overal zelfgemaakte borden die uitdrukking geven aan de solidariteit.

    Wat er in Minneapolis gebeurt is een volksopstand onder leiding van gekleurde jongeren. Ze worden geconfronteerd met zwaarbewapende politieagenten. Ze dwongen af tegen de agent die George Floyd vermoordde vervolgd wordt en ze brengen een nieuwe beweging voor zwarte bevrijding op gang in heel het land, met zelfs internationale solidariteitsacties. De Democratische Partij bestuurt de stad Minneapolis en de deelstaat. De Democraten doen er alles aan om het protest de kop in te drukken en de beweging naar veiliger kanalen af te leiden, dezelfde kanalen die in het verleden niets hebben opgebracht.

    We moeten duidelijk zijn over wie “onze stad vernielt”: de racistische politie, het politieke establishment en de grote bedrijven. Er is een reëel gevaar dat extreemrechts wordt ingezet of vrije baan krijgt. Trump gaf dit al aan met zijn Tweet: “Het plunderen begint, het schieten begint.” Er zijn voorbeelden van echte bedreigingen, maar het politieke establishment heeft de dreiging van “buitenstaanders” en rechtse milities opgeklopt als excuus om de betogers aan te pakken.

    De media beweren dat de protesten worden geleid door “externe onruststokers” of anarchisten en “antifa”. Iedereen die heeft deelgenomen aan de Minneapolis-rebellie weet dat dit absolute onzin is.  Hoe kunnen “externe onruststokers” de belangrijkste factor zijn in de protesten die zich hebben verspreid naar elke grote stad? Wat er gebeurt is een opstand van de arbeidersklasse met vooraan de jongeren, in het bijzonder gekleurde jongeren. Trump dreigt “antifa” aan te wijzen als een terroristische organisatie als afleiding om zijn rechtse basis tevreden te stellen en te proberen de beweging te verdelen. We moeten reageren met eenheid, solidariteit en massale actie.

    Staatsterreur en verdediging van de gemeenschap

    Nog nooit in de geschiedenis van Minnesota was er zo’n ontplooiing van ordehandhavers. Dit is niet gericht op het tegenhouden van blanke racisten. Als dat wel zo was: waar zijn de arrestaties van die racisten dan? Het werd duidelijk dat de Nationale Garde zich onder meer op journalisten richtte, zo werd een fotograaf in de ogen geschoten, en de werkende klasse wordt geterroriseerd. De werkenden proberen buurtwachten te organiseren om de mensen veilig te houden.

    Het zijn de werkende mensen, vooral gekleurde mensen, die het meest effectief zijn in het stoppen van geweld. Toen bijvoorbeeld een verdacht persoon werd opgemerkt die probeerde brand te stichten in een Somalisch winkelcentrum, organiseerde de Somalische gemeenschap zich om hem te confronteren. De politie en de Nationale Garde reageerden niet. In een ander voorbeeld botsten betogers op een vermoedelijke undercover agent die ruiten brak en brand stichtte in een winkel met auto-onderdelen. Gisteren probeerde een vrachtwagen geladen met brandstof in te rijden op een grote protestactie. De politie en de Nationale Garde reageerden door zich tegen de betogers te richten met traangas en hen in te sluiten op een brug.

    Tot nu toe heeft de Nationale Garde geen geloofwaardig bewijs geleverd dat het effectief ingaat tegen een dreiging van blank racisme. Het politieke establishment en de gevestigde media blijven dit nochtans benadrukken. Voor hen is dit een nuttig excuus om de protesten en solidariteit te onderdrukken. Mensen worden opgeroepen om solidariteitsborden uit hun voortuin weg te halen omdat dit kan leiden tot geweld op hun huizen. Er zijn uiteraard ook de tweets van Trump en het blanke racistische geweld van Charlottesville enkele jaren geleden zit nog in ieders geheugen. Er is gevaar, maar de verdedigingscomités van de werkende klasse die nu ontstaan zijn efficiënter dan de Nationale Garde.

    Het gebruik van de Nationale Garde door burgemeester Frey en het stadhuis is vooral gericht tegen het protest, nadat dit enkele eerste overwinningen boekte. Aanvankelijk weigerde het gerecht om de agent die George Floyd had vermoord op te pakken. Er werd gezegd dat er een ‘bijkomend bewijsmateriaal’ was ten gunste van de agenten. De dag nadat het politiestation werd bezet door betogers, werd agent Derek Chauvin alsnog opgepakt. Het toont dat actie loont.

    Strijd van de werkende klasse

    De volgende dag gingen de massaprotesten door met het roepen van slogans als “één neer, drie te gaan”, waarbij werd verwezen naar het feit dat de drie andere agenten die hielpen bij de moord op George Floyd nog steeds niet waren aangeklaagd. Bovendien heeft het stadhuis geen enkele aanwijzing gegeven dat het van plan is om structurele veranderingen aan te brengen in het politiewerk in Minneapolis. Er is nog veel werk aan de winkel, en het zou een kritieke fout zijn om vertrouwen te stellen in hetzelfde politieke establishment dat ons hier heeft gebracht.

    De geschiedenis van Minneapolis biedt waardevolle lessen over hoe de interventie van het leger moet worden aangepakt. Tijdens de Teamstersstaking van 1934 werd de Nationale Garde gemobiliseerd om de staking te onderdrukken. Ze schoten vrachtwagenchauffeurs met lage lonen neer, terroriseerden de families van de stakingsorganisatoren en arresteerden de hele leiding van de Teamsters. Het was ineffectief omdat de socialisten die de staking organiseerden echte democratische structuren voor de beweging hadden opgezet, die zowel de staking onder repressie konden voortzetten, alsook kwesties van openbare veiligheid konden beheren.

    Nu al organiseren duizenden mensen in de arbeidersbuurten van Minneapolis comités om de wijken op te ruimen, medische hulp te bieden aan degenen die met traangas of rubberen kogels zijn aangevallen; elkaar op de hoogte te brengen van mogelijke bedreigingen; en de mensen te beschermen tegen zowel de Nationale Garde als tegen de dreiging van geweld van extreemrechts. De lokale arbeidersbeweging zou ook een actieve rol moeten spelen in dit proces, door middelen in te zetten om te helpen.

    Massaprotest in Minneapolis dit weekend. Foto: @JonJon98058171

    Zo kwam er al een krachtig voorbeeld op initiatief van een lid van Socialist Alternative die buschauffeur is en georganiseerd in de vakbondsafdeling ATU 1005. Deze vakbondsafdeling kondigde aan dat de chauffeurs geen vervoer voor de politie zullen doen en geen betogers naar de gevangenis zullen brengen. Het leidde tot gelijkaardige acties in onder meer New York. Sindsdien hebben meer dan 3500 mensen zich aangesloten bij de groep “Union Members for #JusticeForGeogeFloyd” om soortgelijke acties te bespreken. Vakbonden zoals de ILWU, NNU, CWA en tientallen lokale vakbonden legden solidariteitsverklaringen af. Instellingen als de Universiteit van Minnesota en de Minneapolis Public Schools hebben hun contracten met de politie van Minneapolis beëindigd.

    Om #JusticeForGeorgeFloyd te winnen, hebben we massale, gecoördineerde protesten en actiedagen nodig die zich verzetten tegen pogingen van het leger om de betogers te onderdrukken. De bredere arbeidersklasse, en vooral de arbeidersbeweging, zou haar leden moeten mobiliseren voor deze acties, en zou manieren moeten vinden om tegen te gaan dat de ordediensten onze werkplekken gebruiken om de boodschap van sociale rechtvaardigheid te verstoren. Als het geweld door de ordetroepen dit weekend een indicatie is van wat komt, met mensen die met rubberen kogels worden beschoten omdat ze in hun voortuin staan, dan moeten vakbonden onmiddellijk voorbereidingen treffen voor een algemene staking. Dit zou brede steun krijgen van de gemeenschap, zelfs van kleine bedrijven die al solidair zijn met de beweging.

    Deze protesten moeten we koppelen aan nationale actiedagen in heel het land, in het bijzonder in steden waar de politie het vreedzaam protest probeert te onderdrukken. Er zijn verschillende steden waar een avondklok is ingevoerd en waar de Nationale Garde wordt ingezet: Los Angeles, Atlanta en Detroit bijvoorbeeld. Met bijna 40 miljoen werklozen, waaronder buitenproportioneel veel gekleurde mensen, en talloze voorbeelden van racistisch politiegeweld, is er een echt kruitvat. Zeker met Trump die bang is dat hij de presidentsverkiezingen zal verliezen en een manier zoekt om zijn basis te versterken.

    Rol van de Democratische Partij

    Het grootste deel van de steden waar deze rebellie zich concentreert, staat volledig onder controle van politici van de Democratische Partij. Het is schandalig dat ze hun toevlucht hebben genomen tot angst zaaien voor protest en tot het inzetten van het leger, in plaats van het racisme en de diepe ongelijkheid aan te pakken.

    Socialisten daarentegen, waaronder de socialistische leiders van de vakbond van buschauffeurs in Minneapolis, wijzen op de essentiële rol van een verenigde, multiraciale arbeidersklasse in de strijd tegen racisme. Kijk naar Kshama Sawant’s toespraak in solidariteit met #JusticeForGeorgeFloyd, waar ze oproept tot echte structurele hervormingen van de politie, het belasten van miljardairs om permanent betaalbare woningen te bouwen, en een programma van groene jobs.

    Helaas staat dit in contrast met zelfs de linkse figuren in de Democratische Partij, waaronder Bernie Sanders en Alexandria Ocasio-Cortez, die weinig meer hebben gedaan dan steunbetuigingen geven aan de protesten. We hebben meer gekozen functionarissen zoals Kshama Sawant nodig, die zich daadwerkelijk aan de kant van de beweging scharen als het erop aankomt. Dat betekent dat we moeten breken met de Democratische Partij, die langs alle kanten vastzit aan miljardairs, belangen van de grote bedrijven en de politie.

    We gaan een nieuwe fase van strijd in. Terwijl we ons verzetten tegen de staatsrepressie tegen deze rebellie, kunnen we deze zomer en daarna de kiem leggen voor een bredere beweging. Vastberaden directe actie zal nodig zijn om een einde te maken aan de uithuiszettingen, de deportaties van Trump, de onveilige werkomstandigheden, de besparingen op het openbaar onderwijs en de sociale voorzieningen, en de klimaatcatastrofe. Jongeren en arbeiders komen in actie en we moeten deze strijd tegen niet alleen racistische politiemoorden voortzetten, maar ook tegen alle onrechtvaardigheden die inherent zijn aan dit systeem van uitbuiting en onderdrukking.

    Wat deze week in Minneapolis is gebeurd, heeft duidelijk een gevoelige snaar geraakt bij de arbeidersklasse en onderdrukte mensen over de hele wereld. De protesten hebben zich verspreid over de VS en de rest van de wereld. Het kapitalisme is een systeem van bruut geweld en onderdrukking, en terwijl de bijzonderheden van land tot land verschillen, identificeren de werkenden en de onderdrukte mensen zich met George Floyd en de beweging voor echte gerechtigheid. Het toont het potentieel voor internationale solidariteit tegen alle vormen van uitbuiting en onderdrukking, en tegen het kapitalistische systeem zelf. Wie aan één van ons raakt, raakt ons allemaal!

    Socialist Alternative eist:

    • “One Down, Three to Go” – Onmiddellijk alle vier de moordende agenten vervolgen.
    • Nationale Garde moet weg. Tot nu toe heeft de aanwezigheid van de Nationale Garde niets anders bereikt dan het terroriseren van arbeidersgemeenschappen, het verwonden van journalisten die berichten over niet-gewelddadige protesten, en het beschermen van banken en politiekantoren. Tijd om te gaan!
    • Breid de strijd uit! Massale, gecoördineerde protesten en nationale actiedagen voor #JusticeForGeorgeFloyd.
    • Wie aan één van ons raakt, treft ons allemaal! Vakbonden moeten hun leden mobiliseren voor de protesten, helpen met solidariteit om de protesten te beschermen, en plannen maken voor een eendaagse algemene staking.
    • Organiseer de lokale gemeenschappen om de volgende stappen te bespreken, ons te beschermen tegen de dreiging van geweld van extreemrechts en de Nationale Garde, en om hulp en middelen te verdelen.
    • Geen vertrouwen in Burgemeester Frey. Start een door de gemeenschap verkozen comité om de politie te herstructureren, met bevoegdheid om personeel aan te werven en af te danken en om de middelen te herzien. Verspreid dit model nationaal.
    • Investeer in scholen en betaalbare huisvesting, niet in de politie. Politiegeweld maakt deel uit van het kapitalistische systeem, dat berust op structureel racisme en ongelijkheid. Belast de rijken om te investeren in groene jobs, sociale programma’s, openbaar onderwijs en permanent betaalbare sociale huisvesting.
    • Het hele systeem is schuldig. Zoals Malcolm X zei: “Je kunt geen kapitalisme hebben zonder racisme.” Om duurzame verandering te bekomen, moet de strijd tegen het politieracisme en het politieke establishment worden uitgebreid tot een strijd tegen het kapitalistische systeem zelf. Doe vandaag nog mee met Socialist Alternative!
  • Socialistische kandidaat haalt 34% in Minneapolis

    Ginger Jentzen grijpt nipt naast een zetel

    In Minneapolis voerde Socialist Alternative een enthousiaste campagne om Ginger Jentzen verkozen te krijgen in de gemeenteraad. Met een intensieve campagne werd het grote potentieel voor consequente linkse kandidaten in verkiezingen in de VS bevestigd. Ginger Jentzen haalde 34% van de eerste voorkeurstemmen en kwam daarmee eerst. Door het electorale stelsel met een tweede en derde voorkeurstem die verrekend worden, haalde Ginger het uiteindelijk net niet. Maar 34% halen in een grote Amerikaanse stad, is natuurlijk een enorm goed resultaat waar nu op kan verdergebouwd worden.

    De campagne voor Ginger leidde tot heel wat mediabelangstelling (zie bijvoorbeeld dit artikel in The Intercept). Er kwam een harde tegencampagne door de rechterzijde die veel middelen stak in de anti-Ginger campagne. Twee andere kandidaten waren Democraten en daarnaast was er een groene kandidaat. Een Republikeinse kandidaat was er niet. Toch staken bedrijven die met de Republikeinen verbonden zijn geld in een campagne om Ginger Jentzen af te doen als ‘gevaarlijk’ en ‘onverantwoord.’

    Tijdens de campagne haalde Ginger Jentzen het meeste financiële steun op en dit louter op basis van kleine donaties. Haar programma richtte zich onder meer op betaalbaar wonen, hogere lonen en een rijkentaks om te investeren in openbaar vervoer en infrastructuur. Eerder dit jaar werd een verhoging van het minimumloon tot 15 dollar per uur afgedwongen na jarenlange campagnes waarin Socialist Alternative een actieve en prominente rol speelde. De eisen die nauw aansluiten bij de dagelijkse bekommernissen van brede lagen van de bevolking sloegen aan. Ginger haalde 34,4% van de eerste voorkeurstemmen. Dat was goed voor 3.290 stemmen. Door de tweede en derde voorkeurstemmen haalde de Democraat Fletcher het uiteindelijk. Maar het werd erg nipt en de campagne van Socialist Alternative toonde aan dat socialistische kandidaten uitstekende resultaten kunnen neerzetten in verkiezingen. Dit is niet enkel in Seattle het geval waar Kshama Sawant eerder verkozen werd in de gemeenteraad, maar nu ook in Minneapolis.

    Hieronder een video van Ginger Jentzen op de verkiezingsavond toen de eerste voorkeurstemmen bekendgemaakt werden.

  • Racisten schieten op protest van Black Lives Matter in Minneapolis. Golf van protest in de VS

    Minneapolis4thPrecinctVijf racisten openden maandag het vuur op activisten van Black Lives Matter. Daarbij vielen vijf gewonden. Het zorgde voor een schok, woede en een breed gedragen solidariteit. Sociale media stonden vol met berichten van woede en solidariteit. Dinsdagnamiddag was er een solidariteitsbetoging die snel aangroeide tot meer dan 2.000 aanwezigen. De betoging trok door de binnenstad naar het stadhuis. Honderden scholieren en studenten trokken de straat op en blokkeerden kruispunten. Er waren tal van acties voor politiekantoren in de stad.

    Artikel door Ty Moore, Socialist Alternative Minneapolis

    De racistische aanval vond plaats bij een actie van Black Lives Matter, de campagne die ontstond nadat zwarte jongeren werden neergeschoten door de politie. Black Lives Matter hield een tentenkamp voor een lokaal politiekantoor, het was al de achtste dag van het tentenkamp uit protest tegen de moord op Jamar Clark op 15 november. De zwarte man Jamar Clark was met handboeien vastgemaakt toen de politie hem volgens meerdere getuigen in het hoofd schoot. De organisatoren van het tentenkamp probeerden drie gemaskerde mannen weg te leiden van het protest nadat ze zich weigerden te identificeren. De drie mannen openden het vuur op de organisatoren.

    “Wat gebeurde, was een geplande haatmisdaad en een geval van terrorisme tegen activisten”, stelde Miski Noor van Black Lives Matter in Minneapolis. De politie reageerde op het incident door de betogers aan te pakken vooraleer zorg werd gedragen voor de gewonden. Verschillende getuigen hoorden agenten zeggen: ‘Jullie hebben hierom gevraagd’. De activisten hadden nochtans meermaals gewaarschuwd dat er bedreigingen waren door racisten die hen bedreigden en probeerden om als provocateurs te infiltreren bij protest. “We herhalen ons compleet gebrek aan vertrouwen in de wil van de politie om de veiligheid in onze gemeenschap te organiseren,” stelde Miski Noor.

    Dinsdag werden drie verdachten opgepakt door de politie. Maar woensdagochtend was er opnieuw een schietpartij in de buurt van de protestactie aan het politiekantoor. Gelukkig raakte niemand gewond bij dit incident, maar het is onaanvaardbaar dat de activisten van Black Lives Matter op dagelijkse basis aan geweld onderworpen worden. Indien de politie en de racistische groepen er op basis van geweld in slagen om de protestactie aan het politiekantoor voortijdig te stoppen, dan zal dit enkel aanzetten tot gelijkaardige aanvallen op actievoerders in de rest van het land.

    De arbeidersbeweging en de grote gemeenschapsorganisaties moeten zich inzetten voor een brede door de gemeenschap geleide coalitie om de protestactie in Minneapolis en toekomstige acties te verdedigen. Verschillende vakbonden namen stappen in de goede richting door een solidariteitsbetoging te organiseren. Deze betoging vond afgelopen zaterdag plaats. Er waren ook al solidariteitsverklaringen van vakbonden en gemeenschapsgroepen. Maar de dreigementen worden ernstiger, een grotere mobilisatie is nodig om de gewelddadige tactieken van racistische groepen te stoppen.

    In heel het land zijn er solidariteitsacties na het geweld in Minneapolis. Dinsdag ontstond er ook protest in Chicaco nadat de stad na lang aandringen een vreselijke video vrijgaven met beelden van hoe een agent de 17-jarige Laquan McDonald neerschoot toen die van de politie probeerde weg te lopen. De tiener werd met 16 kogels doorzeefd. Het incident in Chicago versterkt de oproep van de activisten in Minneapolis om de beelden van de moord op Jamar Clark vrij te geven.

    Racistisch politieoptreden niet tolereren!

    De aanslag op de actie van Black Lives Matter kwam er na een dagenlange campagne van racistische intimidatie en provocaties tegen vreedzame betogers door zowel de politie als racistische groepen. Racisten hadden al videobeelden verspreid van bezoeken die ze brachten aan het protestkamp, ze toonden beelden van organisatoren en lieten deze volgen door dreigementen van geweld.

    De in de media sterk aanwezige voorzitter van de politiebond van Minneapolis, Bob Kroll, staat bekend voor racistische uitspraken en lag meermaals onder vuur wegens racistisch geweld. Er gaan foto’s rond van Kroll die een “white power” badge draagt. Het weekblad City Pages wees op het verband tussen Kroll en ‘City Heat’, een motoclub van agenten die hun racistische overtuigen niet verbergen en onder meer symbolen van de KKK opspelden. Kroll werd meermaals van geweld en racisme beschuldigd. Ook weigerde Kroll zich te verontschuldigen nadat hij parlementslid Keith Ellison, de eerste zwarte moslim die in het parlement verkozen raakte, een terrorist had genoemd.

    Kroll heeft de acties van Black Lives Matter steeds afgewezen, hij stelde dat deze gewelddadig zijn. Hij gaf kritiek op politiebaas Harteau omdat die het protestkamp niet had opgeruimd. Dat er nog steeds een federaal onderzoek bezig is naar het excessieve geweld van de politie van Minneapolis tegen het protest, nam Kroll uiteraard niet in rekenschap. Het weinig verborgen racisme van Kroll en zijn vele uithalen naar de actievoerders hebben de racisten ongetwijfeld gesterkt in hun online campagne tegen Black Lives Matter.

    In deze context was racistisch geweld zoals de schietpartij van afgelopen maandag onvermijdelijk. Het is onderdeel van een lange traditie van geweld en terreur van politie en racisten tegen zwarten die voor hun rechten opkomen. Het doet denken aan de lynchpartijen door de Ku Klux Klan of de door de overheid georganiseerde moorden om de burgerrechtenbeweging te stoppen. Het is onaanvaardbaar dat de stad Minneapolis dergelijk racisme onder agenten toelaat, zeker op een ogenblik dat statistieken bevestigen dat racisme een rol speelt in arrestaties en geweld.

    We moeten opkomen voor het verwijderen van Bob Kroll uit het politiekorps en met hem elke agent die met haatgroepen verbonden is. Het feit dat het stadsbestuur er niet in slaagt om racistische agenten uit het korps te verwijderen en evenmin een einde maakt aan racistische praktijken in politie-acties, toont de dringende nood aan een volledig onafhankelijke door de gemeenschap gecontroleerde verkozen raad die toeziet op de politie van Minneapolis. Ook blijven activisten opkomen voor het vrijgeven van de videobeelden van de moord op Jamar Clark en voor de vervolging van de agenten die schoten.

    Racisme

    De beweging Black Lives Matter heeft gezorgd voor een nationaal debat over racisme bij de politie, massale arrestaties en de toenemende ongelijkheid op vlak van rijkdom, onderwijs, gezondheidszorg en zowat elk ander vlak. De beweging heeft het bewustzijn onder miljoenen mensen versterkt en heeft het Amerikaanse politieke establishment gedwongen tot een debat hierover.

    Tegelijk draait de rechtse reactie op volle toeren. Dit wordt aangevoerd door prominente Republikeinse politici zoals Donald Trump die vorige week nog openlijk positief sprak over zijn aanhangers die een activist van Black Lives Matter fysiek hadden aangevallen. Trump en anderen brengen racistische standpunten naar voor tegen migranten van Latino-afkomst. Ze pleiten voor een massale deportatie van migranten. Na de aanslagen in Parijs sloot Trump zich aan bij de Republikeinse gouverneurs die een moratorium op Syrische vluchtelingen willen. Er werd zelfs voorgesteld dat moslims een speciale identiteitskaart moeten dragen, een voorstel dat doet denken aan de gele jodenster in nazi-Duitsland.

    Peilingen tonen aan dat een meerderheid van de Amerikaanse werkenden naar links opschuiven in hun houding rond ras, gender en andere sociale kwesties. Maar tegelijk is er een snelle groei van extreemrechts met harde en gewelddadige haatboodschappen. Rechtse politici ondernemen niets tegen racistisch geweld, aanvallen op zwarte kerken en moskeeën, geweld tegen migranten en seksuele minderheden, abortuscentra, … Republikeinse politici met veel middelen gieten olie op het vuur en gebruiken nadien het geweld om hardere repressieve wetten door te drukken waarmee vooral wordt ingegaan tegen laagbetaalde migranten die voor hun rechten opkomen. Ook worden de middelen voor sociale diensten zoals abortuscentra beperkt.

    De racistische aanval op Black Lives Matter in Minneapolis moet een alarmkreet zijn. Tenzij de bredere arbeidersbeweging een meer algemene strijd organiseert, kan extreemrechts verder groeien. De situatie toont de dringendheid van de opbouw van een nieuwe politieke kracht voor de 99%, een politieke kracht die onafhankelijk is van de twee partijen van big business en die consequent opkomt voor de belangen van de werkenden, kleurlingen, migranten, vrouwen, seksuele minderheden en al wie geraakt wordt door het beleid van de grote bedrijven en hun politieke lakeien.

    De massale solidariteit na de aanslag tegen Black Lives Matter in Minneapolis toont een groot potentieel. Wij zijn de overgrote meerderheid. Laat ons die meerderheid omvormen tot een krachtige beweging die een einde maakt aan racisme en ongelijkheid en die ons land heropbouwt in het belang van de werkende bevolking.

  • 80ste verjaardag van de Teamster stakingen in Minneapolis

    teamsterDit jaar is het 80 jaar geleden dat een van de grootste revoltes van de Amerikaanse arbeidersbeweging plaatsvond: de stakingen van de Teamsters in Minneapolis in 1934. De beweging werd geleid door socialisten en vormde het beginpunt van een tijdperk van nooit geziene revoltes van de Amerikaanse arbeidersklasse. Doorheen het decennium dat op de acties volgde, zou de arbeidersbeweging zich vestigen in de Amerikaanse samenleving, wat het leven van miljoenen arbeiders in de daaropvolgende generaties veranderde.

    Een dossier door ALAN JONES en TY MOORE, Socialist Alternative. Deze vertaling verscheen eerder in ‘Marxisme Vandaag’

    In dit dossier willen we een nieuwe generatie van werkenden en jongeren kennis laten maken met de gebeurtenissen en de lessen van wat in 1934 in Minneapolis gebeurde. We hopen vooral dat de activisten en syndicalisten die personeel uit de lageloonsectoren proberen te organiseren en diegenen die opkomen voor een verhoging van het minimumloon tot 15 dollar per uur dit materiaal zullen bestuderen om de lessen van 1934 ook voor de bewegingen vandaag te gebruiken.

    We verwelkomen en maken sterk gebruik van het nieuwe boek ‘Revolutionary Teamsters – The Minneapolis Truckers’ Strikes of 1934’ van de Canadese professor Bryan D. Palmer (Haymarket Press 2014). Dit is wellicht de meest diepgaande studie van de stakingen in 1934 en het vormt een erg waardevolle bijdrage voor zowel de geschiedenis van de arbeidersbeweging als de uitdagingen waar de linkerzijde en de arbeidersbeweging vandaag mee geconfronteerd worden. Tegenover een kapitalistisch systeem in crisis komen we in een periode van strijd en revoltes. Tegen die achtergrond vormen de lessen van 1934 een belangrijke bijdrage.

    Waarom we op 1934 terugblikken

    Na een decennium van nederlagen en achteruitgang in de jaren 1920 en begin jaren 1930, stonden de vakbonden erg zwak. De georganiseerde arbeidersbeweging werd gedomineerd door conservatieve vakbondsafdelingen die enkel op een specifieke beroepsgroep gericht waren. Deze afdelingen maakten deel uit van de American Federation of Labor (AFL). De slechte situatie werd nog erger door de Grote Depressie die leidde tot massale werkloosheid en een dramatische daling van de lonen. Tegen 1933 zorgde de opgebouwde woede ervoor dat er campagnes waren om de vakbonden terug op de kaart te zetten. Dat lukte niet bepaald goed, de conservatieve vakbondsleiders bleken niet in staat om de arbeiders te verdedigen tegen de politierepressie en de harde aanvallen door de werkgevers en hun huurlingen.

    De overwinning van de Teamster staking in Minneapolis in 1934 toonde aan dat de strijdbare methoden van klassenstrijd met een democratische betrokkenheid bij de vakbeweging een machtig gegeven was dat de grote bedrijven en hun bondgenoten in de regering een nederlaag kon toebrengen. Het contrast met het falen van de conservatieve vakbondsleiders was groot. Zij beperkten hun eisen tot de specifieke beroepsgroep die ze vertegenwoordigden in plaats van voor de hele arbeidersklasse op te komen.

    “Uiteindelijk vestigde een indrukwekkende mobilisatie van chauffeurs onder leiding van de Amerikaanse trotskisten een militant strijdsyndicalisme in een stad die berucht stond als bastion van patronale willekeur”, schrijft Palmer (vrije vertaling). “De stakingsacties van 1934 gingen veel verder dan een gedeeltelijke strijd van een specifieke sector, het was een explosief arbeidersinitiatief dat de volledige arbeidersbeweging in Minneapolis deed opschrikken, van de geschoolde over de ongeschoolde en werkloze werkenden, mannen en vrouwen, vakbondsleden en niet-vakbondsleden. De stad werd gepolariseerd in tegengestelde kampen op basis van klasse.” (Palmer)

    De harde klassenconfrontaties in Minneapolis leidden tot een van de drie grote stakingsoverwinningen van 1934, overigens allemaal geleid door socialisten, die de basis zouden vormen voor de historische opgang van de arbeidersbeweging in de daaropvolgende periode. Naast de chauffeurs in Minneapolis waren er ook de stakingsacties van het automobielpersoneel in Toledo en van de dokwerkers in San Francisco die voor iedereen duidelijk maakten dat indien de arbeiders de massastaking als hun wapen gebruikten, ze kunnen strijden en winnen.

    De drie stakingsoverwinningen zetten de deur open voor andere acties. Miljoenen arbeiders in de textiel-, automobiel-, staal-, mijnbouw- en andere sectoren begonnen zich te organiseren en dwongen de erkenning van hun vakbonden af na harde strijd. Tegen 1937 leidde dit tot de opkomst van de machtige vakbondsfederatie Congress of Industrial Organizations (CIO).

    De gebeurtenissen van 1934 zijn niet het enige historische ogenblik dat de echte ideeën van het marxisme de basis vormden om met de arbeidersbeweging overwinningen te behalen. Het is geen toeval dat Seattle vandaag de eerste grote stad in het land is waar het minimumloon tot 15 dollar per uur wordt opgetrokken. Zelfs de gevestigde media moeten erkennen dat Socialist Alternative en gemeenteraadslid Kshama Sawant een leidinggevende rol in deze strijd speelden. Hierdoor werd op een jaar tijd de slogan van de fastfood-stakingen omgezet in een realiteit voor 100.000 mensen met lage lonen in Seattle, goed voor een transfer van rijkdom van 3 miljard dollar op 10 jaar tijd.

    Het is dringend nodig om te bouwen aan een actieve en georganiseerde socialistische basis als ruggengraat voor de nieuwe opkomende arbeidersbeweging. Deze noodzaak – die vandaag even sterk of zelfs sterker is dan in de jaren 1930 – staat centraal in de studie van de “revolutionaire Teamsters” van 1934 door Palmer. Het boek geeft op bijzonder gedetailleerde wijze aan hoe de marxistische analyses, programma, strategie en organisatie een onmisbare factor vormden om de massabeweging in Minneapolis tot een overwinning te brengen. Andere ideologische stromingen van de arbeidersbeweging slaagden daar niet in.

    Palmer schrijft: “De massastaking, en de hoogste uitdrukking ervan in de vorm van de algemene staking, toonden de capaciteit van de Amerikaanse arbeidersbeweging om op strijdbare wijze te mobiliseren, maar het was ook een uitdrukking van het belang van een linkse leiding binnen de vakbonden die erg verschilde van de bureaucratie die vaak de acties van de basis bepaalde in de grote organisaties.”

    De tradities van strijdsyndicalisme in Minneapolis gaan terug tot het begin van de 20ste eeuw. De meest toegewijde en gerespecteerde arbeiders in de vakbondsafdeling Teamsters Local 574 – de afdeling die de stakingen leidde – waren principiële socialisten en veteranen van de klassenstrijd. Ze waren in 1928 uit de Communistische Partij gezet omdat ze weigerden Leon Trotski te laten vallen. Ze waren internationalisten die de oorspronkelijke democratische standpunten van de Russische revolutie van 1917 verdedigden, standpunten die nadien door Stalin en zijn aanhangers in de Communistische Partijen werden verlaten. Na hun uitsluiting vormden de aanhangers van de internationale ‘trotskistische’ beweging in de VS de Communist League of America (CLA).

    De trotskisten gingen steevast in tegen de bureaucratisering en degeneratie van de Russische revolutie onder Stalin. “Trotski en zijn aanhangers waren de eerste slachtoffers van de brutale machine van terreur en repressie van Stalin in de Sovjetunie”, schrijft Palmer.

    Marxistische strategie en tactieken

    Palmer bestudeert gedetailleerd het belang van ervaren activisten in 1934, activisten die zich de marxistische analyses van het kapitalisme eigen maakten. Het kwam er niet enkel op aan om de conservatieve opstelling van de vakbondsleiders te beantwoorden met een revolutionaire opstelling en stevige principes. Die elementen waren essentieel, maar ze werden gecombineerd met duidelijke perspectieven, een begrip van de strategie en van de tactieken van de klassenstrijd en de wijze waarop de onmiddellijke eisen van de arbeiders gekoppeld werden aan een bredere strijd tegen het kapitalisme en de dictatuur van de grote bedrijven.

    Palmer legt uit: “De trotskisten in Minneapolis (…) toonden een onmiddellijk begrip van hoe ze moesten omgaan met de vele tegenstellingen – politiek en economisch, organisatorisch en ideologisch – die het complexe net van verhoudingen in de lokale klassenstrijd van 1934 bepaalden. Deze organisatorische sterkte was het resultaat van de Communist League of America, wiens leidinggevende leden en kaders de plannen opmaakten voor de opbouw van de vakbond en de strategie van de staking bepaalden en ook doorvoerden in de lente en zomer van 1934. Het zorgde ervoor dat een militante Teamster, die in de strijd bij de trotskisten aansloot, na de overwinning verklaarde: ‘Dit was onmogelijk geweest zonder een gedisciplineerde revolutionaire partij’.” (p. 73)

    De leidinggevende figuur in de CLA, James Cannon, speelde een centrale rol in de staking. Hij stelde nadien: “In Minneapolis kwamen de oorspronkelijke strijdbaarheid van de arbeiders en een politiek bewuste leiding samen.”

    Ultralinkse kritiek

    Kritiek op de leiding van de CLA was er niet alleen in de kapitalistische media die de staking afdeden als een “revolutionaire poging om een Sovjet-socialisme in één stad te vestigen”. Palmer wijst ook op de aanvallen door de stalinistische Communistische Partij die de stakingsleiders afdeden als aanhangers van het “platte reformisme van [gouverneur] Olson, verdedigers van de noodtoestand en misleiders van een instinctief revolutionaire Amerikaanse arbeidersklasse.” (p. 220)

    Palmer beantwoordt de ultralinkse aanvallen en wijst erop dat “Cannon en zijn kameraden in Minneapolis enerzijds de noodzaak van militante, vastberaden strijd naar voor brachten en anderzijds een realistische inschatting van de krachtsverhoudingen en de beperkte doelstellingen van de strijd.”

    Palmer haalt Cannon zelf aan om een inschatting te maken die ook vandaag nuttig blijft: “De staking werd gezien als een eerste, gedeeltelijke strijd met het doel om de vakbond te vestigen en de bazen te verplichten om deze vakbond te erkennen. De sterke vakbond die uit de strijd voortkwam, zou in staat zijn om de leden te beschermen en om opnieuw te strijden. Deze verwezenlijking is bescheiden. Maar als we een efficiënt onderdeel van de arbeidersbeweging willen vormen, mogen we niet vergeten dat de Amerikaanse arbeidersklasse nog maar pas de weg van de klassenstrijd begin op te gaan.”

    Hoe de staking tot een overwinning leidde

    Begin 1934 ging de kleine Teamsters Local 574 – met amper 120 leden – over tot een staking tegen de steenkoolbedrijven in Minneapolis. De staking werd geleid door een kleine groep socialisten en de staking verraste de werkgevers. De staking vond plaats tijdens een koude winterperiode en het verstoorde de toevoer van kolen die zo belangrijk waren om bedrijven en huizen te verwarmen. De vakbond werd al gauw erkend door de werkgevers.

    De werkgevers van de chauffeurs en de Citizen’s Alliance, een machtige werkgeversfederatie die het in de realiteit voor het zeggen had in Minneapolis, was er echter al lang op uit om alle vakbondsactiviteiten de kop in te drukken. Ze deden er alles aan om de reputatie van Minneapolis als beruchte anti-vakbondsstad hoog te houden.

    De Citizen’s Alliance bleef koppig weigeren om met arbeiders te onderhandelen, tenzij op individuele basis. De werkgevers hadden het over een communistische dreiging in Minneapolis en stelden dat de staking een voorbode van een Sovjet-revolutie was. De confrontatie tussen de chauffeurs en hun werkgevers zou bijzonder hard worden.

    Toen ze na selectieve stakingsacties in april geen collectief akkoord bekwamen, was er op 12 mei een algemene vergadering van Teamsters Local 574 om in de volledige sector tot stakingsacties over te gaan.

    Opbouw van de vakbond

    In tegenstelling tot het syndicale model om slechts bepaalde beroepsgroepen te vertegenwoordigen, had Local 574 een benadering om de hele sector te organiseren waarbij duizenden chauffeurs, hulplieden, opzichters en andere arbeiders lid werden. Iedere arbeider die verbonden was met transport was welkom. Met deze benadering was Local 574 tegen mei 1934 uitgegroeid tot een vakbond met meer dan 3000 leden.

    De algemene vergadering van 12 mei besloot om te staken rond de eisen van een 40-urenweek, betaling van overuren, loonsverhogingen en veralgemening van het vakbondslidmaatschap in de hele sector.

    De massale staking begon op 16 mei en trof zowat ieder bedrijf in de stad, van de supermarkten tot de kruideniers en de bakkers. Geen enkele vrachtwagen of camionette kon zonder toelating van de vakbond rijden. Enkel goederen zoals melk, ijs en andere zaken die de arbeiders nodig hadden, konden verspreid worden. Stakingsleider Farrell Dobbs, die in maart bij de CLA was aangesloten, schreef achteraf dat de staking werd gekenmerkt door “massale militante stakersposten die zowel stoutmoedig als efficiënt waren. Het ontwikkelen en inzetten van vliegende piketten was een uitstekend voorbeeld van de zin voor initiatief aan de basis.”

    De belangrijkste tactiek om de stad volledig plat te leggen bestond uit deze vliegende piketten, mobiele stakersposten die in de stad actief waren en via de telefoon vanuit het hoofdkwartier van de staking werden ingezet indien ergens een vrachtwagen werd gesignaleerd. De stakersposten hadden controleposten op de grote wegen, waarbij iedere vrachtwagen die niet door de vakbond was toegelaten meteen werd gestopt.

    De enorme voorbereiding voor de staking bleek onder meer uit het feit dat het hoofdkwartier van de staking in staat was om met een ploeg van 120 arbeiders 10.000 mensen per dag van eten te voorzien. Er was een ziekenboeg met twee dokters en drie verpleegsters. Er waren steeds 500 stakers op het hoofdkwartier zodat ze op elk ogenblik overal konden ingezet worden. Het aantal leden van Local 574 steeg tot meer dan 6000.

    De echte macht voor de staking lag bij een stakerscomité dat van onderuit was verkozen en uit 100 chauffeurs bestond. Dit comité kwam regelmatig bijeen om de belangrijkste beslissingen te nemen. Ze brachten verslag uit aan massale personeelsvergaderingen waarop de stakers en hun aanhangers werden uitgenodigd. Deze benadering van democratisch syndicalisme en massale deelname, een benadering die vandaag amper voorkomt, vormde de ruggengraat voor de vakbondsmacht in Minneapolis.

    De rol van vrouwen

    Palmer besteedt een hoofdstuk aan de opmerkelijke rol van het vrouwencomité in de staking. Het aanvankelijke verzet van veel vakbondsleden in de volledig mannelijke sector, werd overkomen. Palmer beschrijft hoe de stakingsleiders overgingen tot een “expliciet, bewust en geslaagde creatie van een georganiseerde groep van arbeidersvrouwen die de mannelijke chauffeurs ondersteunden.”

    Stakingsleider Farrell Dobbs legde het belang hiervan uit: “In plaats van hun moraal te laten ondermijnen door de financiële problemen tijdens de staking”, werden vrouwen “in de strijd betrokken zodat ze door hun deelname de syndicale strijd leerden kennen.”

    Om de strijd tegen de werkgevers voor te bereiden, werd het dagelijkse blad ‘The Organizer’ uitgegeven door Local 574. Het was het eerste dergelijke vakbondsblad in de Amerikaanse geschiedenis. Dit blad schreef dat het nodig was om vrouwen in de strijd te betrekken “om de kracht van de arbeiders te verdubbelen en om het te versterken met een solidariteit die het anders niet kan hebben.” Local 574 was door de marxistische leiding een van de eerste vakbonden in de jaren 1930, naast de Progressive Miners, die het belang inzagen van de noodzaak om vrouwen te organiseren en hen een cruciaal onderdeel van de stakingsmachine te laten vormen.

    De bazen slaan terug

    De Citizens Alliance reageerde op de staking met de oproep van een “massale burgerbeweging” om de staking te breken. Ze begonnen de politie uit te breiden om de staking gewelddadig te kunnen opbreken.

    De beruchte “Battle of the Deputies Run” eindigde ermee dat 30 agenten naar het ziekenhuis moesten voor verzorging. De Citizens Alliance werd vernederd. Het was een heldhaftige confrontatie tussen arbeiders, politie en de “deputies” uit de beter begoede lagen van de bevolking. Deze strijd werd gefilmd en toen het doorheen het land werd vertoond, kon het op applaus van de arbeiders rekenen. Zij zagen hoe de stakers hun sterke tegenstanders bestreden en de controle over de stad konden behouden.

    Het antwoord van de Citizens Alliance was een lastercampagne tegen de “terroristische en communistische” vakbondsafdeling Local 574. De bazen kregen steun uit onverwachte hoek. De conservatieve nationale voorzitter van de Teamsters, Daniel Tobin, haalde naar de leiders van Local 574 uit omdat ze “ongenoegen en rebellie” aanwakkerden.

    Na verschillende dagen van onderhandelingen, stemde de vakbond in met een tijdelijke opschorting van de staking. De vakbond werd erkend en de discussie over de lonen en andere thema’s zou in een verzoening worden besproken.

    Toen de werkgevers evenwel weigerden om het akkoord na te leven en de vakbondsrechten met de voeten bleven treden, begon Local 574 met de voorbereiding op een nieuwe staking. Begin juli 1934 organiseerde de vakbond de “grootste massameeting uit de geschiedenis van Minneapolis.” Er waren duizenden aanwezigen, waaronder vertegenwoordigers van andere vakbonden, boerenorganisaties, werklozen en linkse organisaties.

    De sprekers hadden het over de noodzaak om de volledige arbeidersbeweging en alle werkenden mee te krijgen met Local 574. Deze strijd zou immers ofwel iedereen laten winnen ofwel zou iedereen verliezen. Miles Dunne, een lid van de CLA en een van de eerste stakingsleiders, beantwoordde de lastercampagne van de werkgevers: “Ze beschuldigen ons ervan rood en radicaal te zijn (…) dat we een nieuwe regeringsvorm willen. Ik moet jullie eerlijk zeggen (…) als er een samenlevingsvorm is die de werkgevers van Minneapolis toelaat om zich vol te vreten op de ellende en de honger van vele gewone werkenden, dan is het inderdaad tijd dat het systeem verandert. Dan is het tijd de arbeiders het systeem zelf in handen nemen en zichzelf ten minste een eerlijk deel van de door hen geproduceerde rijkdom toekennen.” De massale bijeenkomst stemde een resolutie die stelde dat “wie aan een van ons raakt, raakt aan ons allen.”

    Toen de derde staking begon op 16 juli 1934 gaf Local 574 opnieuw het dagelijkse blad The Organizer uit. Het was een dagblad met een oplage van 10.000 exemplaren. James Cannon was de redacteur ervan. The Organizer weerlegde de propaganda en de leugens van de bazen en de Citizens Alliance. Daarnaast werd de strategie van de vakbond uitgelegd aan arbeiders doorheen Minneapolis.

    Noodtoestand

    Op 20 juli opende gewapende politie het vuur op de stakers in een poging om de staking gewelddadig te breken. Er vielen 67 gewonden. Twee stakers kwamen om het leven als gevolg van hun verwondingen. De leiders van de Citizens Alliance waren zelfverzekerd dat ze de staking zouden breken. Maar het tegendeel was waar. Het politiegeweld versterkte de solidariteit en de vastberadenheid van de arbeiders. Tienduizenden protesteerden tegen het bloedbad. Tot honderdduizend mensen waren aanwezig op de massale begrafenisstoet van Heny B Ness, een 49-jarige vader van vier kinderen, een oorlogsveteraan en sinds 16 jaar lid van Local 574.

    Om de dreiging om de volledige stad te belegeren kracht bij te zetten, riep de Democratische gouverneur Floyd Olson de noodtoestand uit. Hij vroeg de troepen van de Nationale Garde om de staking te breken. Op een massale algemene vergadering besloten de arbeiders om de stakersposten verder te zetten en tegen de gouverneur en de Nationale Garde in te gaan. Olson gaf bevel om de centrale stakingsleiders te arresteren en om het hoofdkwartier van de staking plat te leggen.

    De explosie van onrust na de arrestaties toonde de kracht van een democratische massabeweging en van het verkozen stakerscomité. Achter de centrale leiding stonden honderden andere leiders die de strategie en tactieken van de klassenstrijd hadden aangeleerd en in staat waren om de staking verder te zetten. “Wat het leger ook probeerde, de zogenaamd onthoofde staking bleef erg levendig”, schreef Dobbs.

    Overwinning

    Onder druk van president Roosevelt die bang was van een algemene arbeidersrevolte in Minneapolis die zich verder zou verspreiden, gaf gouverneur Olson toe. Hij riep de troepen terug naar de kazernes, liet de stakingsleiders vrij en gaf het hoofdkwartier van de staking terug vrij.

    De werkgevers hielden het nog twee weken vol en werden gesteund door de Citizens Alliance. De staking werd een langdurige strijd, wat bijzonder hard was voor zowel de vakbond als de stakers. De staking eindigde op 21 augustus na een onderhandeld akkoord dat een grote overwinning vormde voor de vakbond. Local 574 kreeg het recht om alle werkenden in de sector te vertegenwoordigen en brak de antivakbondspraktijken van de werkgevers. De Citizens Alliance was gebroken, waarop ook arbeiders uit andere sectoren het vertrouwen hadden om zich te organiseren. Minneapolis veranderde van een ‘werkgeversstad’ in een ‘vakbondsstad’.

    Doorheen de Midwest en de rest van het land haalden arbeiders inspiratie uit de beweging in Minneapolis en begonnen ze zich te organiseren. Onder de socialistische leiding zou Local 574 de komende jaren een groot deel van de regionale transportsector organiseren. Het zorgde ervoor dat de Teamsters van een zwakke vakbond met nationaal 75.000 leden in 1934 werd omgevormd tot een bastion van georganiseerde arbeiders met in 1939 reeds 400.000 leden.

    De staking van 1934 in Minneapolis was – en is – een model van hoe een sterke strijdbare door de basis gecontroleerde vakbond met een socialistische leiding massale steun kan verwerven en beslissende overwinningen kan afdwingen.

    [divider]

    Video
    Hieronder een video van een toespraak door een van de Amerikaanse trotskisten die in de staking van 1934 een actieve rol speelde. Het gaat om een toespraak uit 1985 op een meeting van Militant in Londen. Harry overleed in 1992

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop